4/6.2/HL /1
Rookmelder Type RM-O-VS-D met luchtstroom indicator voor het aansturen van brand- en rookkleppen met algemene bouwkundige toelating
The art of handling air
Z-78.6-67
Inhoud · Toepassingsgebied · Technische gegevens Inhoud · Toepassingsgebied · Technische gegevens ________ Montage instructie _____________________________________ Functioneringsoverzicht ____________________________________ Aansluitschema _______________________________________ Onderhoud ________________________________________________ Bestelinformatie ____________________________________________
2 3 4 5 6 7
Rookmelder met energieverzorging, gebruikselectronica,
rookmelder en luchtstroom indicator Drukknop „Reset/Test” Signaallicht – groen – „systeembewaking” Signaallicht – rood – „alarmering” Signaallicht – geel – „vervuilingsalarm” Signaallicht – blauw – „luchtstroombewaking”
Technische gegevens
· · · · · ·
Voedingsspanning: Vermogensopname: Beschermingsklasse: Toelaatbare omgevingstemperatuur: Toelaatbare luchtsnelheid: Toelaatbare luchtvochtigheid:
· ·
Waarschuwingsgrenswaarde van de luchtstroming: Waarschuwingsgrenswaarde van de vervuiling: Systeembewaking:
·
EMV:
·
Gewicht:
·
Toepassingsgebied Voor het aansturen van: · Brandkleppen met electrische of electro/pneumatische signaleringen (ruststroomprincipe) · Rookkleppen met electrische veerretourmotoren, b.v. TROX rookkleppen van de serie JZ-RS met algemeen bouwkundige toelating Z-78.4-51.
2
230 V, 50/60 Hz max. 6 VA IP42 0 °C tot + 60 °C 1 m/s tot 20 m/s 0 tot 90 % RV (condens en waterdamp kunnen leiden tot alarm) < 2 m/s > 70 % Rookmelderkop ontbreekt gegevensuitwisseling rookmelderkop defect Storingsstabiliteit volgens EN 50081-1 en EN 50130-4 ca. 1,5 kg
Let op! · Bij het overschrijden van een vast ingestelde aanspreeksmeulwaarde van rook veroorzaakt door een brand wordt door de rookmelder een rookalarm gesignaleerd. De aangesloten brand- en rookkleppen worden gesloten. Toevoer- en recirculatieventilatoren moeten uitgeschakeld worden, in zoverre dat een doorlopen en rookuitbreiding niet in de hand werkt. · „Richtlijnen voor brandtechnische eisen aan luchtbehandelingssystemen” conform de geldende richtlijnen. · Rookmelders mogen niet de doormelder voor brandmeldingen aan de brandweer direct aansturen. · Voor de ingebruikname van de luchttechnische installatie de rookkop beschermen tegen de contaminatie door bouwstof (stofdeeltjes veroorzaken valse alarmeringen). · Montage- en onderhoudsvoorschriften die bij iedere levering bijgevoegd worden.
Montage instructie Montage instructie · De rookmelder moet zo mogelijk trillingsvrij in het te bewaken luchtkanaal gemonteerd worden en wel daar waar een zo gelijkmatig mogelijke luchtstroming gegarandeerd is. · Boorsjabloon pos. op het kanaal pos. plakken en doorboren (plaatsing en gewenste inbouwsituatie bepalen). · Huis met de bevestigingsschroeven pos. aan het luchtkanaal pos. bevestigen. · Dekselschroeven pos. 1.3 losdraaien en het deksel pos. 1.1 van de behuizing openklappen. · De signaleringsmechanismen van de brand- resp. rookkleppen aansluiten (klemmenstrook L3). · Electrische bedrading voor de externe functies b.v. handbediend sluiten op afstand, aansluiten (optioneel). · Netaansluiting herstellen. · Afdichtdeksel pos. 1.1 dichtklappen en met de dekselschroeven pos. 1.3 bevestigen.
Rookmelder met netvoeding, regelelectronica, rookmelderkop en luchtstromingsindicator 1.1 Afsluitdeksel d.m.v. scharnieren met het huis verbonden 1.2 Rookmelder/luchtstromingsindicator 1.3 Dekselschroeven (4 stuks) Luchtkanaal, levering derden Boorsjabloon
Bevestigingsschroeven (4 stuks)
Afmetingen Luchtrichting
Rookmelder
1.1 Luchtintrede openingen
ca. 65
ø 100
ca. 65
ø4
220
Betrieb / Operation
192
Test Reset
Alarm / Störung / Failure
1.2
Rauchauslöseeinrichtung
ca. 60
180
Stromingsindicator
1.2
RM-O-VS-D
180
Aansluitzijde voor electrische aansluitingen (door derden)
1.1
ca. 120 ca. 190
Plaatsing · Boorsjabloon
Inbouwsituaties I
*s
≤1
m
1.1
m
II
L richuchtting H
ø1 05
≤1
***a≤1/3 H
*s
Te Re st set
Be trie b/
Ala rm Ra uc ha uslö see inri ch tu
ng
IV
III
Aansluitzijde van de electrische aansluitingen Luchtrichting, zoals getekend Luchtrichting, optioneel
Op era tio n
/S töru ng
/F ailu re
1.2
RM -O -VS -D
Inb ouw situ 1.3 atie I
Het bij de levering meegeleverde boorsjabloon gebruiken
* s = max. afstand van brand- resp. rookkleppen Afwijkingen b.v. op grond van bouwkundige gegevens zijn alleen toelaatbaar, als een veilige rooksignalering gegarandeerd kan worden. ** bij horizontaal geplaatst luchtkanaal
3
Functioneringsoverzicht
Brandresp. rookklep
Open
Bedrijfstoestand/situatie
Signaal
Dicht
Alarmrelais LED-licht - rood -
LED-licht - geel vervuiling
Klemmenstrook - L3 Voeding ingeschakeld - in bedrijf -
2
Voeding uitgeschakeld
4
1 3
5
1 2
3)
1 2
1)
3
6
1 2
3
LED contact
5
3
1
4 6
2
3
LED contact
Test/Reset - inspectie -
2
1
5
4
2
6
1 3
LED contact
1 2
Vervuiling > 90 % - Alarmering -
1) 3)
Rook - Alarmering -
contact
1
6
5
3
2
3
1
4 6
1 2
2
3
3
4 5
6
1 2
3
LED contact
1 2
1) Vervuilingsopgave tot 70 % - normale toestand > 70 % - 90 % - waarschuwingstoestand > 90 % - alarmtoestand 2) De blauwe LED dooft bij een luchtsnelheid < 2 m/s of na het sluiten van de brand- resp. rookklep. LED knippert
1
4
LED contact
Handmatige signalering kan enkel door een „reset” opgeheven worden
5
3
LED
2
4
1 3
4 5
3
LED brand
2
6
LED contact
Stof/vervuiling > 70 % < 90 %
Klemmenstrook - L4 -
LED-licht - blauw Luchtstroming > 2 m/s 2)
LED contact
Voeding ingeschakeld • electronica defect, • rookmeldknop ontbreekt - Alarmering -
Signaalrelais LED-licht - groen Systeem
3
5
1
4 6
2
3
3) De alarmtoestand, veroorzaakt door rook (realiteit of onderhoud) kan door het drukken op de knop verholpen worden, echter nadat de rookkop weer rookvrij is.
LED uit!
Aansluitschema
De totale electrische installatie moet volgens de VDE en de plaatselijk geldende normeringen worden uitgevoerd. De voorschriften zoals deze zijn gegeven in het bouwbesluit, de bouwverordening, de brandveiligheidsverordening en de arbo-regelgeving moeten worden nagekomen.
Afb. 1
Aansluitschema RM-O-VS-D (Brand- resp. rookklep in dichtstand) Installatie met separate voedingsspanning voor de verbreekinrichting (A) op de aangestuurde brandresp. rookklep.
Afb. 2
Afb. 1 Rookmelder RM-O-VS-D –
~
~
F1
b1
230 V 50/60Hz
PE PE L L N N
L1
1 2 3 4
L2
1 2 3
L3
1 2 3 4 5 6
Reset (extern)
Afb. 2
L1
+ –
–
+
1 2
L4
Handbediening
PE L N
L1
Voedingsspanning 230 V, 50/60 Hz
L2
Handbediening klem 1-2
L3
Aansluiting verbreekinrichting (potentiaalvrij) schakelspanning 250 V, 5 A, 24 V DC, 100 W
L4
Luchtstromingsbewaking klem 1-2-3 (potentiaalvrij)
1 2 3
L2
L3 A
Rookmelderkop
+
Stromingsindicator
24 V
A
L (+) N (–) PE
Vervuiling en systeem foutmelding klem 4-5-6 (potentiaalvrij) F1
Zekering 200 mA mT
b1
Drukknop „Reset/Test”
A Het aantal van de verbreekinrichtingen, die aangesloten kunnen worden, is afhankelijk van de verschillende vermogens van de signaleringsinrichtingen.
5
Onderhoud Algemeen
· · · ·
Onderhoud (jaarlijks tegelijk met de inspectie)
Door de gebruiker moeten de basisregels voor onderhoud zoals omschreven in de DIN 31051 (basisregels voor onderhoud) in combinatie met DIN EN 13306 (regels voor onderhoud) aangehouden worden. Onderhoudswerkzaamheden mogen enkel door geclassificeerd personeel uitgevoerd worden. De uitkomsten van de werkzaamheden moeten gedocumenteerd worden. De documenten moeten door de gebruiker bewaard worden. Inspectie en onderhoud moeten 1x per jaar uitgevoerd worden.
Inspectie (bij de ingebruikname en bij wijzigingen) Daarbij moet plaatsvinden: · Gebruik en inbouwsituatie · Electronische aansluitingen · Het electrisch samenwerken van de signaleringen, aanduidingsen verbreekinrichtingen aan de brand- resp. rookkleppen · Aanstroomsituatie (noodzakelijk voor een adequate rookherkenning)
1.1
1.3
· ·
Bij een vervuiling groter dan 70 % (de gele signalering knippert) reinigen van de rookmelderkop d.m.v. het uitblazen van de kop met olie- en watervrije perslucht. Als dit geen resultaat geeft moet de rookmelderkop uitgewisseld worden. Het verwijderen van verontreinigingen op de vuilvangzeven van de luchtopeningen (rookmelderkop en stromingsindicator).
Rookmelder met voeding, electronica, rookmelder en luchtstromingsindicator 1.1 Afsluitdeksel met scharnieren aan het huis verbonden 1.2 Rookmeldkop/luchtstroomeenheid 1.3 Dekselschroeven (4 stuks) Drukknop „Reset/Test” Signaallicht – groen – „systeembewaking” Signaallicht – rood – „alarmstand” Signaallicht – geel – „vervuilingsaanduiding” Signaallicht – blauw – „luchtstromingsbewaking”
1.2
1.2
1.1
Procedure: Rookmelder openen (zie montagehandleiding) en de rookmelderluchtstroomindicator-eenheid verwijderen (bajonetsluiting). Het losnemen van de electrische verbindingen is niet nodig.
Functioneringstest (bij de ingebruikname en jaarlijks uit te voeren) zonder rook · De drukknop „Reset/Test” op de rookmelder of in de centrale schakelkast (als optie) indrukken. De stroomkring naar de zich op de brand- resp. rookklep bevindende signaleringseenheid wordt onderbroken; de brand- resp. rookklep moet sluiten. Na het loslaten van de knop lopen de brand- resp. rookkleppen met veerretourmotoren vanzelf weer naar de open stand. Let op! Brandkleppen met kleefmagneet-signaleringen moeten handmatig weer geopend worden. met rook Het signaleringsmoment van de rookmelder te testen door het inblazen van een testgas via een opening in het kanaal direkt voor de rookmelder (testen ter plaatse). · Bij het overschreiden van de toelaatbare concentratiegrens (kenmerk grote brand) sluiten de aangesloten brand- resp. rookkleppen. Voor het opnieuw openen, nadat de rookmelderkop weer rookvrij is, moet de knop „Reset/Test” ingedrukt worden.
·
6
Na het testen van de rookmelder-luchtstroomindicator-kop deze weer monteren (let op de luchtrichting) en de behuizing weer sluiten. Let op! Alle activiteiten, onderhouds- en alarmfuncties staan op blz. 4 omschreven.
Herstellen
· · ·
De bij de inspectie resp. onderhoud vastgestelde gebreken moeten onmiddellijk verholpen worden. Defecte resp. vervuilde rookmelderkoppen moeten enkel door originele TROX vervangingsonderdelen uitgewisseld worden. Een reparatie aan de rookmelder mag alleen door de fabrikant plaatsvinden.
Bestelinformatie
Bestelsleutel
RM-O-VS-D
Bestekomschrijving
Bestelvoorbeeld
Rookmelder (rookherkenning naar het optische strooilicht principe) voor het verhinderen dat rook ongehinderd via de luchtkanalen van klimaatinstallaties zich kan verspreiden. Geschikt voor het aansturen en dichtsturen van brand- en rookkleppen, die met electrische of electropneumatische signaleringen uitgevoerd zijn en werken volgens het ruststroomprincipe.
Fabrikaat: TROX Type: RM-O-VS-D Aantal: 5
Kenmerken · Toepasbaar van luchtsnelheden van 1 tot 20 m/s · Met geïntegreerde voeding (aansluitspanning 230 V, 50/60 Hz) · Met potentiaalvrij signaleringsrelais · Met geïntegreerde signaleringsleds · D.m.v. scharnieren met het huis verbonden deksel · In vier aanstroomrichtingen (per 90° gedraaid) te plaatsen · Eenvoudig verwisselbare rookmelderkop (eenvoudige testmogelijkheid) Met vervuilingsgraad aanduiding en afhankelijk van de gevoeligheidsgraad een lange standtijd · Met luchtstroomindicator (grenswaarde van de snelheid < 2 m/s) · Onderhoud éénmaal per jaar · Voorzien van het algemene keur nr. Z-78.6-67 van het duitse instituut voor bouwtechniek te Berlijn · Product en fabrikaatonafhankelijke toepassing
Wijzigingen voorbehouden · Alle rechten voorbehouden © TROX GmbH (3/2008)
·
7