Bijlagen
1.
Tekeningen behorende bij Basisles groep 1-2 en groep 3-4
2.
Landschapstypen in Groningen, inclusief bijbehorende cartoons
3.
Tekening van Teun met extra grote neus, hand, oog, tong en oor
4.
Opdrachtkaartjes tegenstellingen (bij ‘hard-zacht, nat-droog’)
5.
Brief van Teun, met daarbij een schilderij van Jan Wiegers
6.
Liedjes over natuur en landschap
7.
Vier werkbladen voor groep 1-2 (bij ‘verwerkingsopdrachten in de klas’)
8.
Schilderspalet (bij ‘het landschap als verfdoos’)
9.
Kunstwerk-werkblad ‘Wat heb je gezien?’
10.
Vier werkbladen groep 3-4 (bij ‘verwerkingsopdrachten in de klas’)
11.
Kaarten met landschapselementen (bij bewegingsspel, kunstwandeling groep 3-4)
12.
Afspreken met een Bik-er
13.
Vers ‘Mijn Boom’ van Kinderen voor Kinderen
14.
De opa en oma van Teun
15.
Werkblad Teun en de wolken
Bijlage 1 Tekeningen behorende bij Basisles
In deze bijlage vind je de tekeningen die horen bij de basisles voor groep 1-2 en groep 3-4. Het betreft de volgende illustraties: Tekeningen met Teun:
Teun die ‘hallo’ zwaait’ (gebruik deze tekening om Teun te introduceren)
Teun op een dijk met verrekijker
Teun wandelend over een akker
Teun in een bos
Teun in een bootje op een kanaal/rivier/sloot
Teun in een dorp/stad
Tekeningen van landschapselementen (zonder Teun):
kerk
meer
wad
wierde
Bijlage 2 Landschapstypen in Groningen Als de leerlingen goed begrepen hebben wat kenmerkende landschapselementen voor Groningen zijn, kun je ze vertellen over een aantal verschillende landschapstypen die in de provincie Groningen voorkomen. Je hebt voor dit onderdeel nodig:
Een kaart van de provincie Groningen.
Een viertal cartoons (zie bijlage 3). Print ze uit en kopieer ze desgewenst naar A3formaat, of print ze op sheet, zodat je ze kunt projecteren met een overheadprojector.
Laat de cartoons een voor een zien, en wijs op de kaart van Groningen aan over welke regio het gaat. Doe dit spelenderwijs; de kaart van de provincie Groningen is voor de leerlingen waarschijnlijk nog tamelijk abstract. Je kunt de kaart verlevendigen door te refereren aan plaatsen die ze wel kennen, bijvoorbeeld omdat een opa of oma daar woont, of omdat ze er wel eens geweest zijn (zoals op schoolreisje of in een vakantie). Vertel de leerlingen bij de cartoons dat dit een aantal van de kenmerkende Groningse landschapstypen zijn. Voer een gesprek over de landschapstypen aan de hand van de vragen die hieronder bij elke cartoon beschreven staan.
Cartoon wierde Hierop ziet u een typisch Gronings landschapselement, namelijk een wierde. Op de cartoon staat een mevrouw die op de wierde haar voeten droogt houdt. Vroeger gingen Groningers hoog en droog op wierden wonen omdat het rond de wierden heel nat was. Er bestonden toen nog geen dijken. De Waddenzee kwam ver landinwaarts, en ook de rivieren zoals het Reitdiep overstroomden vaak. Vraag aan de leerlingen waar in Groningen wierden te vinden zijn, en wijs het antwoord aan op de kaart. Wierden zijn veel te vinden in het Hogeland. Vragen die je kunt stellen naar aanleiding van deze cartoon:
Hoe kun je een wierde herkennen?
Zijn jullie er wel eens geweest?
Is het door mensenhanden gemaakt?
Vinden jullie wierdendorpen mooi?
Cartoon Veenkoloniën Op het plaatje zijn turfstekers druk bezig met het uitgraven van veen. Van veen werd namelijk turf gemaakt, dat vroeger werd gebruikt als brandstof. De turf werd afgevoerd via een kaarsrecht patroon van kanalen en zijkanalen. Ook dat is in de cartoon terug te vinden. Dorpen en steden als Stadskanaal en Veendam ontstonden zo als kilometerslange veenkoloniën langs het water. Vragen die je kunt stellen naar aanleiding van deze cartoon:
Wat zijn deze mensen aan het doen?
Is het veenlandschap door mensenhanden gemaakt?
Welke streek is bekend om het veen? (antwoord: Veenkoloniën)
Is er nu geen meer veen te vinden? (antwoord: nee, nagenoeg alles is ontgraven)
Kennen jullie een plaats met het woord veen? (antwoord: Veendam)
En een plaats met het woord kanaal? (antwoord: Stadskanaal)
Zijn jullie daar wel eens geweest?
Cartoon uitgestrekte akkers Op het plaatje staat een vogelverschrikker, met op de achtergrond een boerderij. Dit past bij het beeld dat velen van de provincie Groningen hebben: uitgestrekt, kaal, af en toe een boerderij, en daarboven prachtige luchten. Uitgestrekte akkers zijn in drie streken te vinden: het Oldambt, het Hogeland en de Veenkoloniën. Vooral het Oldambt staat bekend om de eindeloze graanvelden. Vragen die je kunt stellen naar aanleiding van deze cartoon:
Welk landschapelement zien jullie? (antwoord: een akker en een boerderij)
Waar vind je in Groningen uitgestrekte akkers? (antwoord: Oldambt, Hogeland en Veenkoloniën)
Wat voor type boerderij is dit? (antwoord: een kop-hals-romp boerderij)
Bestaan er ook andere typen boerderijen? (antwoord: ja, bijvoorbeeld de grote Oldambtster boerderijen in het Oldambt)
Is dit landschap open of juist besloten?
Cartoon bebouwing Op de cartoon staat een roeier, die door een gracht roeit. Langs de gracht staat een rij huizen. De cartoon gaat over steden en dorpen. Groningen bestaat namelijk niet alleen uit natuur en platteland, maar ook uit steden, zoals Groningen, Winschoten, Winsum, Stadskanaal en Delfzijl. Vragen die je kunt stellen naar aanleiding van deze cartoon:
Welk landschapselement zien jullie? (antwoord: een stad)
Hoe kun je het herkennen? (antwoord: aan de gebouwen, de winkels, de vele mensen)
Waar is het in Groningen te vinden? (antwoord: Groningen, Winschoten, Winsum, Stadskanaal, Delfzijl, enzovoorts)
Sluit na de bespreking van de vier cartoons de basisles af. Op de volgende pagina’s vind je de cartoons om uit te printen.
Bijlage 3 Teun en de vijf zintuigen
Bijlage 4 Opdrachtkaartjes tegenstellingen Print deze en de volgende pagina op dik papier, en knip de tegenstellingen uit. Maak eventueel kopieën als je meer kaartjes nodig hebt. Het geeft niet als meerdere groepjes dezelfde tegenstelling hebben.
hard – zacht
mooi – lelijk
zwaar – licht
dood – levend
licht – donker
droog – nat
scherp - stomp
groot- klein
dun – dik
Bijlage 5 Brief van Teun Print de brief op de volgende bladzijde uit, en ook het schilderij van Jan Wiegers op de pagina daarna. Print het schilderij van Jan Wiegers bij voorkeur op een kleurenprinter! Hieronder lees je wat algemene informatie over Jan Wiegers. Wie is Jan Wiegers? Jan Wiegers – die leefde van 1891 tot 1959 - was een Groningse schilder. Hij was de voortrekker van De Ploeg, een schilderscollectief dat in 1918 in de stad Groningen werd opgericht. In 1920 reisde Jan Wiegers om gezondheidsredenen naar Davos. Tijdens zijn kuurperiode, die ongeveer een jaar duurde, kwam hij in contact met de Duitse kunstenaar Ernst Ludwig Kirchner. Kirchner gebruikte de complementaire kleuren, de karakteristieke en harmonische combinaties. Hij zette de kleuren zo fel mogelijk direct naast elkaar. Terug in Groningen bracht Wiegers zijn geestdrift over de felle, onstuimige werking van de hevige kleurentegenstellingen uit het Duitse expressionisme over op zijn Ploeg-genoten. De meest bekende leden zijn, naast Wiegers: Johan Dijkstra, Jan van der Zee en Jan Altink. Jan Wiegers stierf op 68-jarige leeftijd te Amsterdam.
Portret Wiegers geschilderd door Kirchner
Dag allemaal! Weten jullie nog dat ik in Zwitserland woonde? Toen ik daar op school zat, kregen we les over een kunstenaar die Ernst Kirchner heette. Hij schilderde de bergen en de bomen, maar dan een beetje raar. Hij gooide alle kleuren door elkaar. Zo verfde hij de bomen rood, de lucht paars en de bergen knalgeel. Op een dag kreeg hij bezoek van een schilder uit Nederland. Uit Groningen zelfs! Die heette Jan Wiegers. Jan vond het zo mooi wat Ernst deed met kleuren, dat hij dat ook ging doen. Weet je wat, ik doe bij deze brief een plaatje van een schilderij van Jan. Dan kan je zien wat ik bedoel. Vinden jullie het een mooi schilderij? Ik vind het wel leuk. Een beetje gek! Ik heb zelf ook wel eens geprobeerd om zo te schilderen, op de tekening onderaan deze brief zie je me aan het werk. Het was best moeilijk, vond ik. Willen jullie het ook eens proberen? Ik ben heel benieuwd hoe het gaat worden! Succes met schilderen, en veel groeten van Teun
Bijlage 6 Liedjes over natuur en landschap De onderstaande liedjes vind je op www.kinderliedjes.overtuin.net. Als je daar kiest voor de optie ‘met muziek’ komen de noten erbij te staan. Ook op www.liedjesland.com hoor je de muziek bij de liedjes, net als op www.kennisnet.nl/po/leerkracht/vakken/muziek/kinderliedjes. Achter de molen Achter de molen daar staat een bloem, een leliebloem, een leliebloem. Achter de molen daar staat een bloem, een lelie- leliebloem. En op die bloem daar zit een bij een leliebij, een leliebij En op die bloem daar zit een bij een lelie- leliebij. De boom die wordt hoe langer hoe dikker De boom die wordt hoe langer hoe dikker. De boom die wordt hoe langer hoe dikker. De boom die wordt hoe langer hoe dunner. De boom die wordt hoe langer hoe dunner.
(Instructie bij bovenstaand lied: de leerlingen geven elkaar een hand, en vormen zo een lange rij. Als het liedje begint, blijft het voorste kind stil staan. De andere kinderen lopen om hem/haar heen. De rij met kinderen wordt zo een steeds dikkere cirkel. Als alle kinderen in de cirkel staan, loopt het achterste kind weer terug. De tekst verandert dan in 'hoe langer hoe dunner', tot iedereen weer in een lange rij staat.) De uil zat in de olme (canon) De uil zat in de olme bij het vallen van de nacht en op de gindse heuvel daar klonk het antwoord zacht: koekoek, koekoek, koekoe koekoe koekoek, koekoek, koekoek, koekoe koekoe koekoek. Een veldmuis vond in het beukenbos Een veldmuis vond in het beukenbos een lege notendop. Hij poetste hem met vochtig mos en zand een beetje op. Hij maakte er twee wieltjes aan en zei: mijn fiets is klaar! Nu rijd ik van de heuvel af zonder het minst bezwaar, nu rijd ik van de heuvel af zonder het minst bezwaar!
Hij deed zoals hij had gezegd en ging bij volle maan met fiets en al op het topje van een hoge heuvel staan. Hij trok zijn pootjes in en: hoeps! daar ging hij naar omlaag! Da's voor een muis in elk geval toch al een hele waag, da's voor een muis in elk geval toch al een hele waag! Maar halverwege: AUW! daar kwam zijn staartje tussen het wiel! De notendop sloeg om en om zodat de veldmuis viel. Beneden sprong hij hinkend rond, maar 't allergekste was: zijn fiets zat aan zijn staart geklemd, zo kwam de muis te pas, zijn fiets zat aan zijn staart geklemd, zo kwam de muis te pas! Er zaten zeven kikkertjes Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot. De sloot die was bevroren, de kikkertjes half dood. Ze kwekten niet, ze kwakten niet van honger en verdriet, er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot Groen is gras, groen is gras Groen is gras, groen is gras, onder mijne voeten. 'k Heb verloren m'n beste vriend, 'k zal hem zoeken moeten. Hé daar, plaats gemaakt voor de jongedame. En de koekoek op het dak, zingt een lied op zijn gemak. O, mijn lieve Augustijn, deze dame zal het zijn.
Helikopter, helikopter Helikopter, helikopter, mag ik met jou mee omhoog? Hoog in de wolken wil ik wezen hoog in de wolken wil ik zijn. Helikopter, helikopter, vliegen is zo fijn! Herfst, herfst, wat heb je te koop? Herfst, herfst, wat heb je te koop? Honderduizend bladeren op een hoop, zakken vol met wind, ja m'n kind, 'k weet niet of jij dat aardig vindt. Herfst, herfst, wat heb je te koop? Honderd paddestoelen op een hoop, 'k zet ze voor je neer, heus meneer, dat doe ik alle jaren weer. Herfst, herfst, wat heb je te koop? Dikke grijze wolken op een hoop, alles in de stad gooi ik nat, koop je van mij zo'n regenbad? In een groen, groen, groen, groen knollen-knollen-land In een groen, groen, groen, groen knollen-knollen-land, Daar zaten twee haasjes heel parmant, En de één die blies de fluite-fluite-fluit En de ander sloeg de trommel. Toen kwam opeens een jager-jager-man En die heeft er een geschoten En dat heeft naar men wel denken denken kan, De ander zeer verdroten. Kom mee naar buiten allemaal Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wielewaal en horen wij die muzikant dan is zomer weer in 't land. Dudeljo klinkt zijn lied, dudeljo klinkt zijn lied, dudeljo en anders niet! Onder hele hoge bomen Onder hele hoge bomen in het groot kabouterbos staat een heel klein aardig huisje zomaar midden op het mos.
'k Zou er graag in willen wonen, maar ik ben toch veel te groot, 't is gemaakt voor de kabouters met hun jasjes, mutsjes rood. Als het nacht is en heel donker is het helemaal niet naar, want dan zitten de kabouters heel gezellig bij elkaar Ieder zit er op een stoeltje met een kaarsje in zijn hand en dan zie je allemaal lichtjes in kabouter-sprookjesland.
Werkblad1: Van klein naar groot
Werkblad 2. Teun en de seizoenen
Werkblad 3. Tekenen met vormen
Werkblad 4. Hoeveel lettergrepen?
Bijlage 8 Schilderspalet
Bruin
Rood
Lichtgroen Donkergroen
Geel
Bijlage 9 Wat heb je gezien?
Werkblad A Teun en de seizoenen Hier zie je Teun, steeds in een ander seizoen. Knip de plaatjes uit en plak ze in de juiste volgorde op een vel wit papier. Schrijf de namen van de seizoenen eronder.
Werkblad B Vroeger en nu Je ziet hier twee foto’s van dezelfde plaats. De ene is 75 jaar geleden genomen, op de andere zie je hoe het er nu uitziet. Schrijf zoveel mogelijk verschillen en overeenkomsten op.
fotocollectie Jan van Bergen (rond 1930)
FOTO: Kristin Wijnja (2007)
Verschillen
Overeenkomsten
Werkblad C Kleuren van buiten Kijk door het raam van het lokaal naar buiten. Zijn er veel verschillende kleuren te zien? Schrijf hieronder zoveel mogelijk kleuren op die je ziet.
Schrijf nu de twee kleuren op die je het meest ziet.
Werkblad D Bij jou in de buurt? Kijk goed naar de tekeningen. Welke dingen zie je bij jou in de buurt? Schrijf dat hieronder op.
Bijlage 11 Kaarten met landschapselementen
Print de onderstaande kaarten op (liefst dik) wit papier en knip ze uit. Gebruik ze bij het bewegingsspel van de kunstwandeling door het landschap, groep 3 en 4.
akker
dijk
stad
kerk
boerderij
meer
wad
wierde
Bijlage 12 Afspreken met een Bik-er Op de website www.beroepskunstenaarsindeklas.nl staat hoe je in contact komt met de Biker die je wilt uitnodigen voor een les(senreeks) in jouw school. Klik op ‘Wat is bik’, vervolgens op ‘Voor leerkrachten’. Hier staat beschreven hoe je een wachtwoord kunt aanvragen. Je krijgt het wachtwoord direct per email toegestuurd. Met dat wachtwoord krijg je toegang tot de contactgegevens van alle Bik-ers. Als je contact opneemt met een Bik-er, bespreek dan bij het eerste contact in ieder geval de volgende dingen: Hoe wil de school het project uitvoeren? (Eenmalig - Binnen een al gekozen thema of
programma - Als onderdeel van het cultuureducatiebeleid) Wil je een ontmoeting en voorbespreking voordat je besluit met de kunstenaar in zee te
gaan? Het is aan te raden om de inhoudelijke wensen uitgebreid voor te bespreken met de Bik-kunstenaar.
Wanneer moet het project plaatsvinden en hoe lang mag het duren?
Met welke groepen moet het project worden uitgevoerd?
Kan het project op school plaatsvinden? Zijn er voldoende faciliteiten?
Leidt een project tot een presentatie op school, bespreek dan voor wie het bedoeld is en wie het organiseert.
Zijn er dingen die vooraf moeten worden geregeld? Wie is daarvoor verantwoordelijk?
Wie is voor de kunstenaar het vaste aanspreekpunt op school? Hoe en wanneer is die het beste te bereiken? Bespreek de projectbegroting, zodat je inzage hebt in de afzonderlijke posten. Zo kan
een school ook makkelijk zien of zij de kosten kan beïnvloeden door bijvoorbeeld zelf materiaal aan te dragen, of het project meerdere keren te laten uitvoeren. Aan het inschakelen van gastdocenten, zoals Beroepskunstenaars in de klas –Bikers-, zijn kosten verbonden. Je kunt hiervoor een beroep doen op de provinciale leerlingenbijdrage. Op de website van KunstStation Cultuur (www.kunststationcultuur.nl) kun je hier een aanvraag voor indienen. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor de leerlingenbijdrage zijn:
De leerlingenbijdrage is bedoeld voor een activiteit door leerlingen.
Erfgoed, kunst en/of media zijn vertegenwoordigd binnen de activiteit.
De activiteit of het traject is / wordt onderdeel van het schoolplan, bijvoorbeeld onder het kopje cultuureducatie. De uitwerking kan jaarlijks verschillen.
De leerlingenbijdrage is niet bedoeld voor leermiddelen (methoden e.d.) nascholing en/of catering.
Het gaat om een activiteit die in de toekomst plaatsvindt. Daarom dient de aanvraag voor de leerlingenbijdrage vóór de uitvoering van activiteit worden ingediend.
Voor meer informatie, bijvoorbeeld m.b.t. het bedrag waarvoor uw school in aanmerking komt, kun je telefonisch contact opnemen met KunstStation Cultuur: 0595 44 44 45. Als het project doorgaat, maak dan altijd schriftelijk afspraken. Leg daarin tenminste vast:
Inhoudelijke beschrijving van de verschillende onderdelen;
Planning;
Kosten (uren, materiaalkosten, eventuele toegangsprijzen, reiskosten)
Rol van de leerkracht
Aanspreekpunt
Bijlage 13 Mijn Boom Bij ons in het dorp staat een prachtige boom Ze zeggen al honderden jaren Misschien is het raar Maar die boom is mijn vriend Hij mag m'n geheimen bewaren Hij staat, hij alleen op het plein bij de kerk Ik kan 'm verstaan als ie fluistert De anderen hebben nog nooit iets gehoord Maar ik denk dat niemand goed luistert Ik ken 'm nou al zoveel jaar We zwaaien altijd naar elkaar Als ik naar bed ga kijk ik even Dag lieve boom, lang zal je leven De mooiste boom van alle bomen Mijn boom Het dorp wordt maar groter En soms is het vol Met mensen die komen kamperen De straat wordt wat breder, eenrichtingsverkeer Zodat ze ook kunnen parkeren M'n boom ziet het aan op zijn plek bij de kerk Het lijkt of-t-ie zacht staat te praten Hij zucht en het klinkt als een angstig geluid Hij heeft het al lang in de gaten Hij kent ons nou al zoveel jaar Hij weet het al, er dreigt gevaar Ik zou hem graag bescherming geven Dag lieve boom, lang zal je leven De mooiste boom van alle bomen Mijn boom Bij ons in het dorp stond een boom in de weg Die boom bij de kerk moest verdwijnen Ze kwamen met zagen, met bijlen en touw Ik riep nog: 'Blijf af, 't is de mijne' Maar niemand die 't hoorde, er kwam zo'n lawaai Van al die gemene motoren Hij kraakte, hij schreeuwde, ik hoorde zijn stem Die klonk nog lang na in mijn oren Om bomen heb je geen verdriet Om bomen huilen doe je niet Toch voel ik telkens tranen komen Ik zal nog vaak eng van hem dromen De mooiste boom van alle bomen Dag boom
(uit: Kinderen voor Kinderen)
Bijlage 14
Bijlage 15 Werkblad Teun en de wolken