Datum: 30 september 2010 Aan: College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden Betreft: Actieplan onkruidbestrijding op verharding, inzake bezwaarnummers 2010-08 en 2010-09 Inleiding Op 29 januari 2010 heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) besloten dat het professioneel toepassen van glyfosaathoudende middelen (in casu alleen Roundup Evolution) op gesloten en halfopen verhardingen is verboden, tenzij die toepasser beschikt over een bedrijfscertificaat. Het doel van het certificaat is verbetering van de naleving van de zogenoemde DOB-methode 1 (Duurzaam Onkruid Beheer). Volgens onderzoek van Plant Research International (PRI) is over een testperiode van 2002 tot 2005 met toepassing van de DOB-methode de afspoeling met circa 90% gereduceerd en het middelgebruik met gemiddeld 35% teruggedrongen. Om in aanmerking te komen voor dat certificaat, heeft de toepasser te maken met de volgende verplichtingen: 1. Maatregelen. Hij dient de DOB-methode na te leven, dat wil zeggen: hij moet de set van maatregelen waarnaar verwezen wordt in het WG/GA uitvoeren die gericht zijn op het verminderen van de afspoeling van het middel naar oppervlaktewater. 2. Kennis. Binnen het certificaat moet de toepasser aantonen dat er kennis aanwezig en bijgehouden wordt en dat er binnen het bedrijf (bedrijfsleiding en medewerkers) training/instructie plaats vindt van die personen die de toepassing uitvoeren. 3. Toezicht. De certificerende instelling beoordeelt of de werkwijze van het bedrijf overeenkomt met de DOB-methode die vastgelegd is in een certificatieschema. Elk jaar vindt aangekondigd een audit plaats. Ook worden steekproefsgewijs onaangekondigde audits gehouden op de naleving van de eisen in het certificatieschema. Na geconstateerde overtredingen kan het certificaat worden ingetrokken. Wij, brancheverenigingen VHG en CUMELA Nederland, hebben bezwaar ingediend tegen het Ctgbbesluit (2010-08 en 2010-09). In juli hebben wij het Ctgb verzocht een gezamenlijk actieplan te mogen indienen, als alternatief voor het verplichte certificaat. Het Ctgb heeft dit verzoek gehonoreerd en aangegeven het actieplan mee te wegen in de bezwaarprocedure. VHG en CUMELA Nederland hechten eraan dat onkruidbeheer zorgvuldig wordt uitgevoerd en erkennen dat er bij onkruidbeheer op verharding gewerkt moet worden aan het terugdringen van emissies. Normoverschrijdingen dienen te worden voorkomen. Echter, VHG en CUMELA Nederland menen dat verplichte certificering van de professionele toepassers op verhardingen niet de oplossing is voor de huidige normoverschrijdingen. Door de invoering van het bewijs van vakbekwaamheid beschikken professionele toepassers reeds over opleiding om correct met gewasbeschermingsmiddelen om te kunnen gaan. Om de normoverschrijdingen terug te dringen pleiten VHG en CUMELA Nederland voor het optimaliseren van het huidige systeem en het verscherpen van toezicht. Het eenzijdig opleggen van maatregelen richting één groep toepassers (professionele toepassers in de niet-landbouw) terwijl bijdragen van de verschillende emissieroutes in de niet-landbouw niet geheel bekend zijn leidt ons inziens tot te weinig resultaat. Het aanpakken van normoverschrijdingen van glyfosaat vereist een bredere aanpak, een aanpak gericht op meerdere sporen. Het bedrijfscertificaat zorgt voor een lastenverzwaring. De kosten van het bedrijfscertificaat zijn met name voor de kleinere bedrijven niet proportioneel (gemiddeld 1500 tot 4000 euro per jaar). Daarnaast zijn er verschillende actuele ontwikkelingen die onzeker maken of eventuele investeringen in het certificaat terugverdiend kunnen worden. Roundup Evolution zal naar verwachting in 2012/2013 1
Publieksrapport: de DOB methode, naar duurzamer onkruidbeheer op verhardingen 1
wordt herbeoordeeld, waardoor de mogelijkheid bestaat dat de toelating op redelijk korte termijn vervalt. Daarbij is de Beslisboom Drinkwater door het Ctgb ter consultatie openbaar gemaakt en zijn er wijzigingsbesluiten die betrekking hebben op gewasbeschermingsmiddelen op verharding richting terreineigenaren in het Activiteitenbesluit en Besluit Lozen Buiten Inrichtingen voorgesteld. Het actieplan In deze paragraaf beschrijven wij de onderdelen van het actieplan. Daarbij schetsen wij bij elk van de drie bovengenoemde punten het alternatief en geven wij aan van welke partij een inzet wordt gevraagd. Uitgangspunt van het actieplan is dat de DOB-methode de werkwijze is en blijft volgens welke middelen moeten worden toegepast Sinds 1 januari 2007 schrijft het WG/GA van glyfosaathoudende middelen voor dat de professionele gebruiker de (maatregelen uit de) DOB-methode moet toepassen. Die verplichting moet onverkort blijven bestaan. Bij 1. Maatregelen a. Intrekken bewijs van vakbekwaamheid bij overtreding Toelichting. - Volgens de Wet op gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden bij overtredingen bestuurlijke boetes opgelegd. Het voorstel is om bij het herhaaldelijk niet naleven van de WG/GA voorschriften het bewijs van vakbekwaamheid voor onkruidbeheer op verhardingen in te trekken. Niet alleen voor de uitvoerder zou deze sanctie moeten gelden, maar tevens voor degene die in het bedrijf verantwoordelijk is voor de aansturing van het uitvoerend personeel en degene die verantwoordelijk is voor de inkoop van de gewasbeschermingsmiddelen en aansturing (respectievelijk Licentie Uitvoeren, Licentie Bedrijfsvoeren en Licentie Distribueren). Actie: AID b. Het niet-professioneel gebruik van glyfosaathoudende middelen wordt verboden Toelichting. 2 - Volgens schattingen is het particulier gebruik substantieel; een verbod verbetert daarom de milieukwaliteit. Naar onze mening past particulier (vaak: onoordeelkundig) gebruik niet goed binnen het huidige en toekomstige gewasbeschermingbeleid: gewasbeschermingsmiddelen moeten terughoudend en met kennis van zaken worden toegepast op die terreinen waar ze het meest bijdragen aan het maatschappelijk nut. De Richtlijn Duurzaam Gebruik Gewasbeschermingsmiddelen schrijft voor dat het gebruik in bepaalde gebieden (zoals bebouwde kom) moet worden geminimaliseerd of verboden. Een verbod voor particulieren past daarin. Een dergelijk verbod moet, ons inziens, worden opgenomen in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden of in de WG/GA’s van alle betreffende gewasbeschermingsmiddelen (ongeveer dertig stuks). Praktijkvoorbeelden van particuliere toepassers die middelen niet volgens voorschriften gebruiken zijn ruimschoots voorhanden. Het realiseren van een verbod op particulier gebruik zal waarschijnlijk niet eenvoudig op korte termijn bereikt kunnen worden. Daarom pleiten VHG en CUMELA Nederland ervoor om op korte termijn tenminste de WG/GA’s van gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel en niet-professioneel gebruik te scheiden en voor particulieren alleen lage concentraties in zogenaamde ‘ready to use’ verpakkingen toe te staan: - In de afgelopen jaren is het initiatief genomen om een gesloten keten te realiseren voor de distributie van professionele gewasbeschermingsmiddelen. Beide organisaties constateren echter dat het traject van duidelijk scheiden van middelen voor professioneel en nietprofessioneel gebruik stroef verloopt en weinig vooruitgang is geboekt. Beide organisaties pleiten er daarom dan ook voor om de scheiding tussen professionele en niet-professionele (glyfosaathoudende) middelen op korte termijn te realiseren, d.w.z. een apart WG/GA voor niet 2
Door Syncera Water (2005) Omvang gebruik bestrijdingsmiddelen op verhardingen wordt een inschatting gemaakt dat 76 ton van 298 ton actieve stof gebruikt wordt in de niet-landbouw. Van de geschatte hoeveelheid ingezet op verhardingen (207 ton) wordt 22 ton toegerekend aan particulieren. 2
professionele middelen (met aangepaste voorschriften, grootte verpakking en dosisberekening). Op deze manier kunnen professionele middelen alleen door professionele toepassers (toepassers met bewijs van vakbekwaamheid) worden aangeschaft en toegepast. - Een deel van de glyfosaathoudende middelen bevat hoge concentraties glyfosaat (360 g/l). VHG en CUMELA pleiten er voor deze hoge concentraties van de particuliere markt te weren en alleen ‘ready to use verpakkingen toe te staan. Actie: Rijksoverheid (VROM/ LNV) en/of Ctgb (met instemming toelatingshouders) Bij 2. Kennis c. Aanpassing inhoud verlengingsbijeenkomsten voor bewijs van vakbekwaamheid Toelichting. - Geïntegreerd onkruidbestrijding centraal: Op dit moment staat bij onkruidbeheer op verhardingen inzet van chemie centraal tijdens een deel van de kennisbijeenkomsten. Beide organisaties willen dat er nadrukkelijk in kennisbijeenkomsten aandacht wordt besteed aan geïntegreerde onkruidbeheersing, waarbij het combineren cq afwisselen van chemische met thermische/fysische technieken centraal komt te staan, evenals de interactie met een goed veegbeheer. - Aparte bijeenkomsten over verhardingen: Voor onkruidbestrijding op verharding zouden aparte kennisbijeenkomsten georganiseerd moeten worden. Door de snelle afspoeling naar het oppervlaktewater is het goed als onkruidbeheer op verharding apart onder de aandacht gebracht zou worden bij planners, aannemers en uitvoerders. In het huidige certificatieschema Barometer Duurzaam Terreinbeheer - Criteria Toepassing glyfosaat op verhardingen is opgenomen dat uitvoerend personeel en auditoren kennisbijeenkomsten dienen te volgen in het kader van bewijs van vakbekwaamheid (spuitlicentie) met DOB als onderwerp. Aparte bijeenkomsten, een betere indeling van het kennisaanbod naar subcategorie en het verbeteren van printmogelijkheden maakt het eenvoudiger om aan te tonen dat medewerkers kennis hebben opgedaan over geïntegreerde onkruidbeheersing. Tevens worden de eisen uit het certificatieschema beter geborgd. Het aantonen van de gevolgde kennisbijeenkomsten kan verlopen via het huidige licentiehoudersysteem op www.erkenningen.nl. Actie: Bureau Erkenningen, VHG, CUMELA d. Acties voor vergroten draagvlak zorgvuldig onkruidbeheer: communicatie, opstellen ‘toolbox’ en Life Cycle Analysis Toelichting. - Communicatie: De brancheverenigingen zetten hun communicatiemiddelen in om geïntegreerd werken (combineren met thermisch/mechanisch) en chemievrije methoden, evenals het belang van het veegbeheer onder de aandacht te brengen. In eerdere campagnes, zoals recent ‘Bescherm bewust’, zijn communicatiemiddelen ingezet om werkgevers en werknemers bewust te maken van de gezondheidsrisico’s van gewasbeschermingsmiddelen. Dergelijke opzet kan toegepast worden op de drinkwaterrisico’s bij onkruidbestrijding op verharding. - Toolbox: Wij willen onze achterban via onze informatiekanalen over de maatregelen uit de DOBmethode informeren, maar ook over de alternatieven (zoals geïntegreerde gewasbescherming (combineren/afwisselen van meerdere technieken), wijze van bestrating (preventie), voordelen van werken binnen beeldbestekken, belang van efficiënt veegbeheer, voorkomen puntlozingen). Via de website zal daartoe een ‘toolbox’ ter beschikking worden gesteld. In bijeenkomsten die regelmatig worden georganiseerd, wordt ingegaan op het actieplan en de gevolgen voor de professionele toepassers. - Life Cycle Analysis: In het verleden (2005) is een ‘Life Cycle Analysis’ opgesteld door het IVAM in Amsterdam. Inmiddels zijn nieuwe technieken ontwikkeld en bestaande technieken doorontwikkeld. Wij willen innovatieve techniekaanbieders ondersteunen die een vergelijkbare actie willen herhalen, bij voorkeur met betrokkenheid van de Federatie Agrotechniek. Recente cijfers over de milieuprestaties zal onze achterban stimuleren om de overstap van chemie naar geïntegreerde of niet- chemische aanpak te maken en levert waardevolle informatie voor gebruikers en terreineigenaren. Actie: CUMELA en VHG
3
e. Voortgaand gebruik kennisnetwerken Toelichting. - Eind september 2010 start binnen het CROW het kennisnetwerk Duurzaam Terreinbeheer. CUMELA en VHG willen binnen netwerk de kennisuitwisseling over een geïntegreerde aanpak stimuleren. Verschillende kennisnetwerken en projecten hebben goede resultaten geboekt in het terugdringen van emissies zoals het praktijknetwerk Zeeland en Schoon Water (provincie Brabant). CUMELA en VHG zullen ook verbindingen leggen met het reguliere onderwijs om kennis over geïntegreerd onkruidbeheer te verankeren in het onderwijs. Actie: CUMELA en VHG f. Acties maatschappelijke betrokkenen Toelichting. - Wij zullen een schriftelijk beroep doen op (maatschappelijke) partijen om bij opdrachtgevers (overheden en beheerders bedrijventerreinen) te pleiten voor geïntegreerde gewasbescherming. Die partijen zijn bijvoorbeeld de Vewin, (unie van) Waterschappen, VNG, Agrodis en (plaatselijke) milieuorganisaties. - Beide organisaties, beide aangesloten bij een ondernemingsorganisatie, zullen geïntegreerd onkruidbeheer stimuleren binnen VNO-NCW en MKB-Nederland. Actie: CUMELA en VHG g. Samenwerking aanverwante branches De verplichte certificatie op verharding raakt niet alleen hoveniers, groenvoorzieners en cumelabedrijven. Ook andere professionele toepassers die incidenteel verhardingen onkruidvrij maken hebben van doen met het bedrijfscertificaat, zoals agrariërs en kwekers. Door acties vanuit de sector in het kader van bijvoorbeeld "Elke druppel telt" zijn juist ondernemers met een bewijs van vakbekwaamheid (spuitlicentie) zich bewust van de risico's die toepassing op verharding met zich meebrengt. Partijen als LTO hebben actief een bijdrage geleverd aan dergelijke campagnes. LTO zal in haar gewasbeschermingsprogramma blijvend aandacht vragen voor erven en het voorkomen van puntbelasting. De geïntegreerde onkruidbestrijding op verhardingen kan hier prima in worden opgenomen waarbij de DOB-richtlijnen als uitgangspunt dienen. Borging van de DOB-richtlijnen via een certificaat is naar de mening van LTO onnodig. Agrarische erven vallen reeds onder het handhavingsregime van waterschappen en AID voorvloeiend uit onder meer het Lozingenbesluit en straks het Activiteitenbesluit. LTO ondersteunt daarom een aanpak voor agrarische erven gestoeld op: - pleksgewijze toepassing met handapparatuur - slechts toestaan aan houders van een geldige spuitlicentie - communicatie en bewustwording door LTO via onder meer de bewijzen van vakbekwaamheid (kennisbijeenkomsten) - geen verplicht aanvullend bedrijfscertificaat In communicatie en bewustwordingsacties zullen de verschillende branche- en koepelorganisaties samenwerken, elkaars initiatieven ondersteunen en versterken. Actie: CUMELA, VHG en LTO Bij 3. Toezicht h. Toezicht door handhavende instanties Toelichting. - De inzet van de AID, waterschappen (toezichthouder sinds medio 2009) en gemeenten is de afgelopen jaren beperkt geweest binnen de niet-landbouw. Inzet door de handhavende instanties bij de start van het seizoen 2011, met bijbehorende communicatie, is naar onze mening noodzakelijk om het actieplan te doen gelukken. Middels de voorgestelde wijzigingsbesluiten in het Activiteitenbesluit en Besluit Lozen Buiten Inrichtingen worden hiervoor aanknopingspunten voor de handhavende instanties gecreëerd. Actie: AID, gemeenten en waterschappen
4
i. Toezicht door overheden op eigen terrein Toelichting. - Er zijn voorbeeld beeld- en frequentiebestekken, volgens de DOB-richtlijnen op basis van de bestaande RAW-systematiek, beschikbaar bij het CROW. Bij een significant deel van het onkruidbeheer op verhardingen is de overheid terreineigenaar. Deze overheden zouden bij het uitbesteden van opdrachten meer betrokken moeten worden. Deze overheden werken veelal met aanbestedingen op basis van bestekken. VHG en CUMELA willen overheden stimuleren meer gebruik te maken van de DOB-bestekken om te zorgen dat uitvoerende bedrijven over de juiste informatie beschikken over bijvoorbeeld totaaloppervlakten, locaties van waterkolken, te hanteren werkmethode, etc. Deze informatie vormt tevens de basis voor controles door de opdrachtgever, toezichthouder en controlerende instantie. Actie: CUMELA en VHG
Tenslotte Bovenstaand zijn de pijlers van het actieplan beschreven. Het is duidelijk dat bepaalde acties verder moeten worden uitgewerkt (SMART). VHG en CUMELA Nederland hebben de overtuiging dat een aanpak die verloopt via de sporen zoals geschetst in dit actieplan recht doet aan de breedte van de problematiek, kan bogen op een breder draagvlak en daadwerkelijk leidt tot een verbetering van de kwaliteit van oppervlaktewater bestemd voor drinkwater. We zijn gaarne bereid met u in gesprek te gaan over het actieplan.
5