1
Caspaares mt, *wes en
Luiken
\fertoondinioo\ferbeeldingen van Ambachten, Konften, Hanteeringen en Bedtyven met Versen.
fAMSTERDAM
1694
M Jl-Sö
Presented to the
LIBRARYo/f/u?
UNIVERSITY OF TORONTO by
PROF. H.B. DE GROOT
Johannes en CospcuuesLuiken
\^rroondin.ioo\^rbeeldingfen:vH.n.:Ambachteji, Konften Hanieerin§en enBedryven; met "Vérren 3
fAMjSTERVAM.§edaan^door,Johannes,en£aspaaxesLuiketl.
.
I
1694.
c
Vc Backcr. Vietlichaamvoed,
^Js voort Gcmoedt.
öSchcppcr van het Totvoetsdvan het
lieve
Urood
,
keven. Hoc heeft uw mildhddx ons genood, Om ons uSelfs tot Brood te, geeven: ÖBrood dat uit den Hcemdvid Ijersaadkjcl afijj dan onse "ziel. tijd'lick,
1
De Kleermaaktr. öMenj
besteed
Het Kleed
,
noodig
Uw
'm
beste
der
kked
Tjjdt
beide, Kked en Vlees verslijt daarom %'ijnder gcoote reeden uit te sten met, ons Gemoed
Maar En
ir
,
'
Om
.
, :
,
,
Kfaa Heemels Ft of en heilig goeê , Dat ons voor ewig mocht bekleeóax.
De Timmer mart. rltfminéermébmchtMctmiérnkt bedacht. —~*~ " -^-*.:;^.^J;:..!/' '
"..
'
'
'
-,
1
-,;.
--'-.
.
5ooï aardse Hids tot nut Jam Strecken, Om ons voor ongeval te cleckcn ,
Gelijk het feer beminlijck
doed
;
uVat hoord men dan met vlijt te bouwen D o ar 't leeven eZwig huis Sai houwen, lyannetr'tVan hierverhuisen moet.
4
De Metselaar. Pc uiiaa Gebüür,
Vereist een muur.
VcHcns benwurd k^ijn tijdliek ittven 3 Om^voort gevaar te 'zijn onigeeven, En't Ewicj deel leid Veeltjjdti bloot; Gelijk een GTensStat s onder wallen , Ten roof yan^f yijands overvallen ,
En
prijlcct
Van
eenevjge
doodt
T)
Glascmaakcr.
Hetleeven suchu
Orrit Js't
Na
Licht niet buitent
licht
Huis
en
lucht
te sluiten,
schoon gebruick van glaase
ruiten,
Maar\ huis dts herten boudtmendkhtj Door eidelhcid en beuselinacn _,
Met hout en steen der aardsedinqen, En stopt het toe, voort heemetr licht.
Dt
LooXgltXtv.
Leid het Goed, i&WiiKjfe .V-:-v.
Jn't Gernoedt. y .^~y^
•'"" " •.
;'.; ,
'\
ÜevMeor, oiiithawls nat
'
te
vangen
Maakt aanlijn h/ooning^aatergangen Om dat hij gaaren nooddruft had 'ijs TMjflkk; liet hij maar dm reegen, VanGodts genaade, liefde en Reegen, :
Niet vloeien, bui tent Herten Vat.
Ve
Schrijn "werker.
Minst gemist
Best gekist,
De kas bcsluid ia sich
den Schat
,
lombaar en voorspoedig \tcven. Maar waace wjsheid heeft jevat; Dat Stjj enwy malkaar begeevcnj En. maakt een Schat kist van "zijn hart, Vaar eeuwig goed beslooten yvart
Dajii
>
.
Vc Schuyermaafor.
8
Een idersoeck,ó Onreine hoeck.
Ve Siné'hcKhcid neemdt Van t nette kleed en Maart
best
van
al
word
ca Stof huisraad of,
vuijl
veel verc/eeten;
Het eeuwig deei s de. -waarde hiel, Daar soo veel sondenstof op viel, Bespatj beklad, en vuil beseeten.
'De 'Bccscni
maa kc
bteiaktschooncnbacydfVacift
Vc üeesem
.
God
behaagd.
in Gods Ivoord gevonden,
Voorwdbcdachtheid f saam gebonden, "Behoorde int woonhuis van t Gemoed,
Ven dreck dec aarden uit te keer en; Op dat daar Christum quam looseeren, Een waarde Gast, met eeuwig goed.
Mandenmaker. En houd geen 'tOndichkyal
IO
"de
T)te vixiat ter scliepte 'Die
Veel
met een
scheen niet wel
nat.
Mand»
by^yn 'Verstand: te g typen,
Handen soecken Heil
int gaatich^bat vandeesen tijd,
Maar't sal liaar altemaal ontsypen,
Schep Heil
in
't
Vat der eeuwigheid.
De Gij
die
Sccvc maakcr.
opt klune slet,
Ixrsuimd het groote
niet
öMcnsj soo schrander in het schiften, Tot voordeel van het idees en bloed, Hoe noodig Was't u uft ie siften, Hctquaad varitgocd in uw Gemoed, Op dat ghjtbeste mocht behouden, En ti geen achfeloosheid herouaen.
l%
"De Stoelanaaker. Al was'l ion Goud,
'De Stoel
van
Staat inliet
Het brceh als
Ho ut
at rust Heer en, op Gemack hclust,
sachticjheid
£wig huis
Voor haar,
die
des
Met hun Geinoed by God veckeeren
Hoe sachl
:
een aardse Seetel ^Lf 3
Hij breekt ten laatste en aaad voorbij.
13
De
Gaarentwijnder.
dl scheen het haai,
Het
mach geen
quoctf.
Gedraald geslingerd en g/ejlaagen ,
Dat moet Maar't
het draatien al verdeaacjen 3 is
het sclve nat
Soo moet den
Voor Godts
Strijd en
't
en
goed:
kruis den yroomen
bestier ten besten
koomea,
Tot een gedwee en sacht Gemoed.
L
%
Mensoeckendvaag,
*$<&
Mwas het üooven kleed En
J f
r4
Sytcedcc.
God behaag
Satijn
,
Onderkleed -van oude lappen*
Hel sowvoor Slck Veeachfljk "zyn Die\ Spoor vanVeugd nietingaad stappen, Al hlonck het Lichaam -van Cicraadj, *D
<
L
Maat
dec
Een ^iel
die\
'De
!bi/r?
Gods is vol: (jfücict wilvecsaaken, liefde
Schuld, ah Purper of SchaAaaken, Sneeuw envAik Ivol:
Sal %\jn,als
oMens, 6 mens, wild a hekeeven.
Op
,
sulck een vrind lijk ^IWoorddesHeeren.
De
ÏVeevet
rcr
Ghijdiewdop uw handwercklet Maakt doch het Stuck uwslcevtnsnct.
QAijck de Iveefspoel do o et ges meer,
Soo \lachlicj ^t/n de leevens daaaeiij En ko onheil Peuyiricjlxjck niet Iveer: 'Dat Hek Sich dan voorsichtichdraacfe: Leef stuck Rechl, of Slecht gedaan 1)aav sal Goed.of Ouaad Loon opstaan.
^jst
_,
-
ww mm
**•
Jt
UM>.yaw
17
De Droog jc Keerder. HyJ vh/x Jtctkleet ber^ct, ^Dctemg
De
Mens,
kan fuj Was 't dan
J "f
.
en vlyt
besteed 3 het beesten haar 'zyn któ:
die tifd
Maak van 5o o
niet verslijt
al, voor \ Vlees niet al te slecht
bereiden;
gedaan
d arme ^ic\ 3 int o overgaan. Gans naak en bloot, van hier most scheiden. 'Dat
De
yerunjer.
£enheidi
Gcïïiunhdt .geeft
Rood bloed Trrclct
18
j^an ^Jcnis schone kleur, 3
ons? hielen,
deiir, en deur,
Op dat w//'t eeuwig Oog behangen: Gelijk des laakcn v etuvü ers nat Het blceke wollenkleed dootvat, daacjett te als herbooren op ,
Om
.
,
,
c
Schooi tnaakcr.
])c Sict
ophet middel
r
Dc voet
Mciar daarhrt om geschitt
besluit sich in
Doch't
Tic ïz,kl
Maart
de
Schoen.
„
onide Schoen te doen; den weg daar mee te treeden:
is niet
Maar, om
Om
niet,
\voondwel inlees
en bloedt,
haa r, a Is den Sehocn de]joet, mee te xj aan, naat land van vreeden. sij
^Dc
Kammemaaker
Kam uit de klis,
.
Eeert slimmvU
Het haar des hoop Verwerd hij nacht. Wort Jmorgens weer te recht cjebracfa 1) e Mens is vol van cjaauwe 'Lvndeti; Maart waare Hoofd stuck in het hert op iaar Verwcrdt, een bro ei nest va n de Sondai.
Sit Veeltijds, iaar,
En b lijft
r
J>
'Brille
Nictlveccngimt,
maaker.
Maar
op een punt,
Hef Middel hreach de Saak hervoor, c Dk anders het Gesicht verloor: Hield soo de Geest het T)oor't Middel der
Oog
beshoten,
'yercjancliljjkheidj
tyanallc Iweesens deeser
^Dcm soa de Svvicjheid
Tydj
Is er cjr ooien.
.
zz
De Naaldemaahr. Hoe meer befet, Hoe eer belet-
iword Uit d' aller soetste mond gehoord l öMaaldenoog, soo toverweegenl Koch staadt het onbedacht gemoed
Men heeft
een hard en vreeslyck
,
aardse rijkdom, geld en goed Er noemd die hinderpaal een Scegcn
Naa
,
.
'De
S^peldemaa ker.
EcrilMjs berfutlj Sietvexr
23
Vooruit
T)e mens en vreest niet voor de Hel j Op dat hg dat gevaar mocht mijden;
Maar
steekt
hem
een oneffen Spel,
gevoel niet lijden; Vat mach Of dit dan wyslyck is gedaan J Vat laat iekvoor een ider staan,. Z>yn. teer
24-
Vc Gouddraad tnrbrr.
Deugd
houd
Jeugd
draad , getoogen enge poort van cys'rcOog&i
'tberc/Lildc Sitvcr
Voor
cT
goadts gedaante niet: Ven 1/roomen gaat door naait wtoca/c Iserliest 'zijn
En houd Zijn
laistecj
eerst verkreegen^,
Tot door den Dood, en al
t
verdriet
Zi°
Vc Gcdgictcr. Mie Schijn,
Js
s ecn
V'
Al heeft de^l glans Gouds gelijken* Soo tnoetsy ia de proef hes wijken: Al blïnckt het heil des weer ds groots s
En word voor waar cjeluek besecten Het is geen. goud doch. soo geheeten Haar kooper ia de proef des doots ,
'
,
1<5
De 5bccfetfn
irjcjpr
Tinnegieter.
cfenSchaL
Vantdk schoonste T«xt.
aaedsen berg, van vlees en bloed, Heeft schoont glans in %>yn gemoed,
Den
indien deJCens daar naa wou Mijnen.; Gelijk hij anders is gestat
En blindende ^Mctaalen vindt. Die
uit
de JVac/it
,
int Licht verschijnen
Z7 Houdgocdgcwkh,
l^oort naau gesicht
ÓEvenaar van ons Gemoedj Hoc rroodich ti*t ons i over weegen, en een Svuich Goedj Waar ons Inet meest aan leid geleecjen Soot Ewich deel met over slaat UZen
tyd'lyck
Van
is
de
Schaal Vervalst en
quaadt.
1)6 Smit.
besteed
Hef
uwMytj
z8
Ier rechter tijdt
Eiser gans doorgloeid met Isuur,
bewereksaatn van Matuur T)cin is het tijd van Fatsoen neere öMens, bewerekt soo uw Gemoed, Ier goeder tijd van j Leevens gloed, 'Dat u geen naa berouw turheere fjs
nu
:
c
de Kooperslaagev.
tishal beirifcyn
,
^9
Salï eind cfa\fJn/cfeyn
^Daar Üzyn ved shagcn toe l/andoen
,
Eert yi/erckshick komt tolZynfoUoen:
Soo heJleenHaamecopde 1/roomen, %inyveede\:waatdicjheid, opdat,
Het Eeuwtch mens'lyk gieten Vat, Tot een heqaaame Stand moecht hoornen.
tye
Lanïaacm maaker.
W/d ghijnietdivoafa,
'°
'Volgdjesas stroalen.
Het Woord des Heeren Licht ons voor, Ah een Lantaaren voor de "Voeten ^n s Weerels nacht, opt duister Spoor, e Daart Leeven prvfh\ staal {ontmoeten; ,
Men hou Tot
sich btjdie leud-Stat dicht,
hu ons brencht
int
Eeuwich licht
31
De Mssemaaka:. 'Daar lachgcn ty,
\voond Iveenen by
een verkeerde Hand, Maakt een gevaarekjke stand,
Het Mes
in
Dies 'Word hef kind dat Spel ontnoomen:
Soo
is
het
geen
wat gaat naa wens,
Jn s Meereis welzijn , voor de Mens, Om tot groot Onaeluck te koomen .
rDe
Swoarciw^ger.
3i
£erL Schaapic,óat nootd bloed -vécgoot ,
Endcaagd
^ïel Lamyvti volgen op
kyn
tveeden
,
Komt in dees kroamgeen geld he steeden Want Zunenly and vreest geen Klinch En eindren ,die sich lyand honen,
Moet hymet lydsaamneid heloonen, g inch Soo ah de Meestee vooc
hm
HetVeuadGewtetisgoeijlAxjÊcpaal óatuontmod.
Ofimand noch soo
Hg
seeker schiet 3
raakt de rechte lAjand
niet
:
vant Hertc dringen, godvruchtigheid door Gedreeven Syn rechte VDaapens inden Strijd, Orn helse Vijandschap te dwingen
Maar
Slichten, Sic
j,
34
Schaatsemaaker.
On \i
*De Eydelhe'd,
£ea yvMg
omlsreugd
IVyVt Meereis hert naar ftegeejtsich op
yvaagen.
te raapen,
uitvlucht dorst,
de waater koest,
van onder gaapen So Speeld de Mens optaecdse^el, Als overt gaapen van de Hel
Pn laat de "Dood
:
.
^
'De Hoorn inaaker. fybed drijft u
'Den
neer,
Steld
u
te
man diewercksaamis met
'weer.
hoornen,
maackt vast gang opgang naathat En tracht daardoor int Oost te koomen: Soo doed een. hiel, die staat naatHest', T> ie keerd 'Va n ^veelden en Ver maa ken Om soo aanyi/eeldens Bron te maken 'die
.
T)e Q
Tompemaaker..
l)ieniettegrondmlgQan,
36
Vimd hand aaritweithtfé
Gelyck defomp weer overgeeft, \Geent Schip doort leek gekceegenhetft, Soo moetdeMensJntSchipVanl Leevetx, Opslveecels %ce, naa God gcstreck\, ï>f
Eedelheid, die
ia
hem
leekt,
Geduu. rigaan %veer crvevgeeisen
37
T)e Scheepstimmerman.
Myd
Sandenklipj.
Vc^lyt
ontsmet
Mets lecven&hip
geen
lyfo
gevaaren,
fint houtenhol, op wilde baaren, Daar cl'qfgrond naa het keven gaapt:
Maar sechtmen van het Eeuwig leeven, En hoe men daar naa toe most Streeven, "fjs
of de
lAiji
des mensen slaapt.
38
De Vc ganch
r
Lijn.
draaier.
isAecht,
Oen Vroomcn Zijn int oog van hem,
Bccfrr/ft
Maavtwerck is
recht
verkeerden wandel, die't niet verstaat,
nochtans een goeden handel
3
baat Schip behouwen,
Die in het Onweer komdt
"
te
Dan bluft het [tevens Aan *zijn gevloekte kaabel touwen.
De Sak c
0c vlugge wind,
Het
Seil
GaaJ
aan
over
oMens, span
Ifatjdaar
ree
'S: e
e
cüt,
U
T/o er d
heft
vind
.
en mast gespannen met Schip en Mannen.:
span
tyan hart lijk JviUen
Soo
3P
monter.
het
uit
en
oeiji^
hegeeren,
den heilgen geest des Heerm
naa de Goudbitst 3
aller he'yl
Vt Kuiper Soot
niet enslüit,Hct
.
*°
UckXer vit
Vebüjiócfivaa aandachtig leeven Ent hctlich Woord vo/i God ge geeven Vk nwefert \ eedel hielen Nat rat nwnslickherte dicht bc duiten Of anders droop' er't Wijntie buiten En liet de Mens een l'cedig Vat
j
f~-
*% ?
41
Olislaager.
Gemoed Diet licht der^oomhAcr
D' olijfboom, van het eeuwich keven 3 Heeft inden doodelyken druck, Een schonen Oli uit gegeeven, Den Lamp der hielen tot geluck ; Zijn vuur dien balsem drincke, En eeuwich, voor Gods aanschynblmcke
Op dat
*De Kaarsemaakzr. Verliest het winst,
O rn
gr ootc winst. t
Terwijl het
vuur de Kaars
word het huis was het doelwit
Soo
met
Verteerd, licht
vereerd;
in het maahen: mens en bloed, idees 6Aardse van. Godïvil het Licht iiituw Gemoed, c Voors lichaams sterven en Wrsaaken.
T)at
\)e
4S
vleeshouwer.
Slaat geen acht
Onbedacht,
Het Beest treed in z,ya mackers
van En weet van Gelijk het onbedacht gemoed; schrickca noch
.
bloed
inijdc,
Sterft ïzijn naasten aan 'zijn'ZLjdt, En dat hij J" reeft een quaade y nicht,
Al
Nochceeft
kit
sfeh
niet op de ylucht.
D
Morgen Hooy.
Hcedcn mooij,
e
c
word Vort de 'Voetscl Van
\)e Bririlofs
%t Voch
kost
morgen,
is
bereid,
Eidelheid;
de Vreugd verdyveenc
Maar had ghy Ooren aant Gemoed, Men weet een Feest van eetiwich Goed, Vaar nood de Liefde Gods ons heeae .
De Suikevhackev In ChristiTÜoed.
Lach
wrange ^uur
4.? .
God'lijk
Soet
crvecwinnen Moet met geen Aquajbrt beginnen^ Maar Suiker is het cechie SWactra:
'Oie\
vi/rl
öGod! hoehebd ghy't Suure Leevea Uw hoogste Soetheid in gegeeven 3 En soo deg roote ImI herhaa ed. ,
9
4-Ö"
VeApotecl&r. VeclmaclöanCkisti bhed^koégkvooïtcjemeó
Gelyck het
HuyS
der Aaartscny
sy, "boor f lichaams quaal enkranckhtKl hegeeren, .Sb o h,vooraldie hegl qudd, Terwijl haar't leed der hielen £en ïvinckelj rgdilyck toe gesteld,
T)ie
word genoemd, hetfooord Jrsbctrcn
De Hovenier. h niet De rcchtcGctarde,
47 op
a arde.
Het Hof is van de Mens bemind, Vie daar san last en artvlacht vind; Voch in het fleartie moet hij scheiden: Ka is dan wel bedacht en vuijSj Die saaid en piandt int Paradijs Vaar't \eeven eeuwich sol vermaden. ,
'VcMociknaar
DeaHeemelyetft, Wie
48
.
vojicjJ
die heft.
Staat inmnds Mookn voel gedraaid %}fn "Wieken Worden wel bewaaid
j
Entwerek Van nooddruft word bedroom Wie
deoJdtcr
Die toegekeerd
aan Genaade van lierteti
Naat Eeuwig
mis
U
onophoüd'lickGeeven
,
9 .
"De
*9
Brouwer.
(
Deha\iri(jSfaat(jececdi
%tiar is hetdocsbmd
L eed ?
Ah Dorst enDranek (jrt bitter
malkaar ontmoet d oorspronchVan hetSoet:
o'^ieV.jHegeeren en het Geeven,,
Uw
Dorst J en s Leevtns springjmtyn, Sal Eeuwige 'Verquicking hyn 9 Die Iveelden lust3 soecksulckeenleewn.
Vat
binnen
sit,
Het Saadixuii ypvrd eecst
Soo
steekt
*°
Grutter.
"De
J/f rechte
Vit.
buitendeel ontbloot, te veclit tot
eetbaar brood:
de Kemlxtnt tnciislyklcevcïi,
JndJlcirdseBast vanlAeeg eiiuloed, IPaar uitdij heerlyckword onlheeven,
A \s Godeencjoede Scheidi ng doed
r* ^e
liïaagemaaker.
?!
Sijl gfaj belusi op Soetgemack, tashy pack. Laad op den
Heeww
d'Uitvinding
van
firt
Kan swuare Lasten,
"Wacu/enwiel
licht
veevoeren
:
van kommer en remoeren; ^aars heemcis %magen staat gereed,
Jrrt slof
Om op t
teneemen,aLZyn k?d.
^
Saalemadker. Vereist
UweigendieVj
bestier.
\Geweldich, kots en ~weelich Vaare], den Man betreden, Word nochtans
wn
Tktoomd, besaadeld en bedaard Soo most de Geest, door hooge veeden, c
^yn\irilde Diev vatiylees en bloed, t
c
Bcteninhm,om.e?n Facwich goed.
<de "BlaasbalckemaakfC.
HqüU doomwsutit,
*
3
[MGodicw lucht
terftlaasbalck uitgedreevm keven Geeft aan het^uur een luchtig
belucht
1
ö Hcijlge Lucht utt
Gods natuur ,
Wet Fincfofev Feeft soo schoon bewwA En vtiurge tongen needer taaiden, ^Blaast eeuwich inons hielenlnwr.
tye Draaier.
AceL
VeMcns met schrarvki'heid
begaaft,
Weet alle ding tyn &s tcgeevcn; £n sebJcr blijft hy onheschaqft, JatBlocJc vaat onbehoUM/enkeven: J
iÏÏ)as lofiijck
deed hy
Èyn Gemoed,
Hetgeen dathyZyn handmkioel
\Js
gocd,ofquaad,
Naa
'f
oogwit staat.
Het Snaar enspel, een Spijs der oor en
Hoe aangenaam tyat
Soot
van
de Speeikunst
uw Gemoed niet diend
Om tot denOorspronck op 'Da/i is\;ah alles
:
,
en uitverkooren,
werd tot te
bereid;
trappen,
stappen,
Ftdelhecd.
^6
^Depncurgyn
'tHertrót tes^ü^hrén^aadooóehjkfyondm.
So een ig Ut vecbvo okcn
^y
,
"De Meeslaraoefer haastig
Op dat
het Wijslijck
word
bg 3
geneesen
:
Maar ofderuijkeloose^'wL $n Spies en Swaardvan Sondenviel, ^aar schijnd geen swaarigheii ieweesen.
$>7
r
Oe^nuhcmaakcv.
^ehaagidcl^ücldlmd,I^TtOoj
tHaar, dat jVoiuirr
Soo\
aan
hem met haagd,het
Maar schoovmensoo Vie't
En
ider
de
gaf > moeier af;
quaa
mannieren
Leeven vooctbrachl vander ieucjd,
plaatsten daar de schooneDeugd,
Vat soa de Mens veelmeer verderen.
^8
T> Hoedcinaakcr.
^ehoedéi^eugdisschoo^M^danemcjoudi hoon.
Ven Hoed is om
hel
Hooft
lX)or sonnesehijn en teegen ,
te
hoeden,
doeden:
Vecsachmen ook soot bloot Gemoed, Het Hoofddeel van het mens'hjkbeven, Meffieac/d^mt quaad tewtederstreem Van^vcsnica kooninghjek "Behoed.
D
$9
c
Ü?al helpt de Skacwemij, ^aartbest vergeetcnty.
Al
heibel niet goed omfeeten, daarom niet onwaard versmceten:
is
J
tjj
'iWord al door vlijt tot nut gebracht: Behaïven't groot profijt der hielen; ^aflaat men sling'ren en vernielen, Ah Voddm 3 die men niet en acht.
6~o
^e Hopietmxiakct.
M ishet
slecht,
Het komt
te cedi.
"Das word de oude "Vod, doorbijt, Tot niüvan nieuw gebmick bereid: So most de Mens het voddig hevea
3
Door wereking van een goe mannier, bereiden tot een Wit Vapiev, ^aox^Heeven^li op vrierd geschreven
tyeHoeckdrucker. Schept
uw Geluck,
Uit pers en dvuck.
Gemoed opV ÏVoorddcsHeeren, Soo, dal, cfc heiige Letter, ncU Jnt Hcrtc over word geset, VïMar na ghg u tnoogd regaleeccn,
Vruckt
uw
En daXghjt geen wat God behaac/d Geduutiginuw boesem dvaagd.
c
de?laatdmck.er
'tGeeritheftinsièbcM,
'fPapier
Vddmckhdvanskh
^ uit.
geleegea op de Tlaat
Mits dat het chor de persing gaat, Onlvangd een Afdruckvan'kun.Viseesen:
De ^iel
gedruckt op \ CatvKickGbecL Ontvcmgd Godsbeeld in %yn Gemoed,
Waar door
hij
ceuwich yi/erdgepreesen.
6"
"Oc'Boeckbuider. Hct^ywitöwj^ecsai
Lach\
Kantboetkimskrtentewi
Vveetew heurilyckïn de hocckcüj,
Waar dat dea ~Weg tea Hcemel
Was waard Maar nat
de lAKcveld door:
de
Mens word
\c
leid,
soeckenj
klaar geseid,
c
Int Heilig
Boeck,'van Godgegeeverx,
Stechhem de walg
vaat heilig leeven
.
De Schoolmeester.
Maakt Mcdeajn,
N
iet
°4
tot jenijn
Lcttakonst, soo hoocj Verheevcn, Is ons veel nut en hcyl gecjeeven, Vat ons de vvccj ten heemcl toond:
Voor
Maan o in
het
Schuim
vaiït
GoucUcSchA
misbniick deescr kunst te mgdc Op dat de vïyshcicl ons bekroond.
Lr 't
%
Odosimaakcr.
"Üatmcnbcreid
óAfcrw
Tecmjhel
is,
bwhick uw* *Zkhn
6^ ii/dit
Staaf,
Terwijl des leeveas llarwccck gaat;
Want a\$*t Gewicht
is
qfgehopen,
!km decsc korte lenrns tijd, Vaar is geen Ophaal weer tekoopen, ïtoorkunstnoch Gctt, noch AchèaarkH.
De
Spkgebwaka:.
Gehjkenis hancjdaf,
^nt
"6
lfa\iUwsm,(ksikgaf.
Spiegelglas 'vna deesen
ïyd
,
^rfooncf sich 'tlïeeld der Fwicjheid; Vft
is
een Schaduw, van het ^eesen
:
syn Ooyen siet, foant aan een Schaduw hetftmennkt,
tyat ffcfc
dan
art
Vie d' oorsaak soekt.sal JmicHen leem.
De
Glasblaaser.
67
leid ondertGrof.
EcnjyndïStcf,
lïehaajqïukï>cd,krijstalk ghs, "Doorluchtig of t geen Lichaam^aS Soo sol hdltfeesenvan delnoomen, Naadat heteind'ling is berijd, Uit
Üüven
Int Eeuwig
decsecTyden Strijd,
licht
tevoorschijn koomen.
flk-Bforkr. voa\ pocht *Dr? 't
£j/t
Kleed
ghy op
c/er
Linnenkked
uw
hielen
mm
68 ,
SLnd lyckheid,
~L>ugl
Vev$lyt.
Vuil geraakt,
Hft yvoxd weer Miverwit gcmaa kt
Maart ninncn
kleed, dat
God sou
haacjen,
Ontbreekt heftvaater en den Seep,
Cn woed, tot stinckens toe e draag en, Met viack, by yiack,en $treep,by Streep. cj
°\)e
Al meter
Stee ris aager
^ .
Aant end der strijd.
tijd,
Patslenrt werek, gestaadich
Komd
eindling nog
wel
aan eens gedaan:
Oswaarc SlrerijVans leevens tijden. 'Tie Dach en 3Vocfrt haald heen en weer, °De
Saag des 7gds
Tot dat sich
^,iel
sinckt staadich
neer,
en Ucfiaam. schelden.
c
IQ
Üe Steenhouwer.
HoewelverspcekL Nochtans heceid.
3e Stmmworêcn voJthdwuwcn Qmï
De SteemnMer Berde,
mvU
^aac
,
houwen
machtig Huls mceé' op GAjk ies Heerenjesu wcccL te
>
yeheejeiz
en schickt ter deexren 'Zijn eeuwge ksret.
Tot OpsUl van
*IJ
"VeTïch gel laar. 'DeCodsdicnstmaóktonsvry,
yanSaatanj Slaaverny.
Geyckah'Jsrel van
te
voocen
,
boude in dienstbaarheid, Soo woed df Mens oock slaafs gebooren
Den
tichel
,
Enywtmd int
imnaeesen tijd: Maar al diet lust, die word ixm. Goode Qmaade en vryhetd aan gebooden leem
.
,
De
Tottebacker. Wtaagd in uw Vat van aarde, Ken Schat °üan meerde c Vvaacde.
12,
Het aarde Ixit, van leem gemaakt Gaai heen en weer, om dienst te geven Soo lange
tot
het stucken raakt:
Celyck het bcoffe
menYlyck leven
,
£en aarde Val naat sienhjek deel,
$st andersWel, deHrectckwoc&heel.
^c Lym maaker. Hecht uwGemoed,
Ven
Aaant
7 3
Eeuwig goed.
Slijm, uit d' Afgrond opgegeeven,
tyoed ons ah tyieiArichticj
\Js jdecs hjd
,
Lym aan cLiacde kleeven, ëinckt, ter lielleirwaavd:
om
Efi d'Aanhang
los Ie
scheuren
Gods voorgoed lekeuren,
^aïs een vecheeven Heemelvaard.
^4
De beende r. YJj
onges ten
fyochï
kan gesdmi
V-an ondeu't imatec word gehee ven, Een Stof, om Intur enVlam tec/eeven, Tot nul en leegenweer der
Kouw:
Soo most de Mens Moleen vissen, ouders kevens kommernissen,
^n
Totlj>ïeuqd,die Eeuwig gloonen souw.
"De Tïergwevcker
Hoehocyyaruwaaxdc:
'fjsÏÏof
.
der Aarden
Ai leidt het diep yrrdecktvoor doogen, Noch soeck de menselijke 'vlyt So u Vvelhedachlheid dan niet poogen, :
Jndeesenliecg dcc Sichthaacheid,
Te gtaaven naat Onsichthaacweesen,
Een Goud, en
Sdver^nooid volpreesen
.
Hel heet Verlicht met heemel schijn, Begeerd geen Sack van Geld. te ^Z,yn
öMunt van
Silvev, en
Wat £yt ghy 'Daart c
cJidel
Dat sich door
tot
van Goud
.
Ve rdevf vanVeele
,
leeven op vectcoud,
uwe
Sucht laat steelen;
Maar} Heet dat op üzijn Sdieppersiet, En diend de vreemde Gooden niet.
c
Dc
Goud slaag er.
J
Ondcr
t
vlies,
Wcrguld ^
Js
in
Slt
Cie raad, in schijn
sich self
onwaard ich
Verlies.
van Goud, hout
6 ejaauwe Mens, waar sijn trvv oogen? Vcs lA/eerels glans is maar een Schijn, Jnwendih sal't veracht'kjck ^,ijn, Een Kunstenaar heeft u bedrooqen.
c
l)e
Hoe
Silvcrsmit
eelvaasfff,
Waack
Noch
Ghu kund den honger
Om
sich
uwen
te grof
is
gesrndt
niet vermeiden,
Ivcldoorsiende en
Vuiens lust op
veel
bemind
Silver olie veel
Varii Hert dat weerels
Ver
.
keiurcje
^iel,
Oorspronckviel
met Huckdom
t
overlciaden
*Df
Goudsmit.
Tast naadeqro nd,
r Oaartuit ontstond.
Een goud üeraadien of wat meer r $s veel te wijnich, voor de Wgsen J 'Vie
na het jehoon JerueAem
Haar oog
syn van goude Straaten ivaardicnt aardse goud te laaien.
Getorst
p
reisen,
op kosilijckheid gaadveer
te
Vc t
80
Viataaatslijpcr.
SijnDropks uit eenBron, Die eind idit,noch begon.
De Mens
wil gaaren
cierltjck
fijn,
Door Diamant steen, of Robijn, Op dat £ijn Hykdorn 'zjj geprecsen: 'tWas beetcr
cfai
hy't recht
begon,
S^on, Omeens te blinckcn, als de Vat sol een and're Schoonheid weesen.
SI
^Defeerdgoaler.
Öqaauwekoopmwsoéktenhitó, Nadt?cecdtie,
Een Schat van onwaardeer'Iyk goed, Leid ondec't slecht cjodyriigtig keven, Gelyck de schoneVeevd doed, "Dre met een Oester is omgeeven Ah't buitenst' afvald door de
^Üan word hy
in
Gods
licht
Vood,
ontbloot
D
Hordiuirder.
8%
uw Hert met kuusUkrOeugó, VaU'hy voor £ edel gelden meugd.
^Doorstïkt
Al M/as 't o ofc dat ment ^ovfflufck \\ce\ Met Goud en Sih/cc overtooc/en,
Noch ist te skchtvootthmihfs kleed, Vatgelden moed voor d'Seuw^eOgm tCLcaad dat Goden d'Englen haagd s Js t geen de Mens va n binnen draagd
83
Ve Tapertwerket Hoe schoon hemd,
'DeMafiruere
VeVood
die
Saahhoe schoon
scheid
%
hij
3
"bermaactöuck , door Tapeetse ry
van Stof en
$s slegs een Hut,
:
^orhem.dk naavbethee^macdd, $s eenlJtvblyf 'vanhoogcc'waaide
DE SCHILDER. A\ wat
hd oqq befiet.fs t prinjepaal nog n/tf.
VeMnJtftcld onf een Schijn
Ho et
in net
Die
AL
fe
voor ai,
JPee/èn ftaat befcho oren,
GelïjkSe cjreote
l)ant
8*
Schilderij
der pcndjjkc
,
dingen
,
door de lafheid ftant ontfincjen,
'Vertoond
wat
inden Oorfpronck'Zy
^e
8$
flaatsnyder.
'tHfviïdfaiaytyrnvJleii^atfanhxtriLrn op allen.
Eenoeeld gewtrckt int koop er Stof, Geeft duisend Veelden vaiuich of:
ofesus Christus, hoog gepveesen! Ghij allerschoonste heemels ueeXd,
Ghyhebt'er duisende geteeld
Voor afdruckvaa uw
heilig
Weesen.
tVeüeeldhoirwer.
ö wens verkies,
Jitinst uit Ijcójcs.
Geleek als uit den rouwen Steen , Het cierluck "Èccld doov kunst yvescheen,
Vaar slecjs het onnut cjaadt verloor en; Soo haald de Vihjsheid Gods,naa IvenSj Hd Christus 'Beeld ullAdnms mens, J Jot een Graad, in s heemds kooren.
Vc i
iMusikant.
c
3$ t Dropie Soet 3
HetMaatgesang
8?
Staat naadelAoed.
en Spel
men
der mensen,
konwensen, 3s maareen Staaltie uant Geluid, Dat opgaat uit der Sngfoz Kooven, ^oor d' peuwge OorspconckyanhetfiDorcti, Sooliefïyk als
^ aar "Vreugde
ooit
nooid een Einde sluit.
^eAstroloc/ist.
88
tyaartmrtQdnhgekajeii, Staaf mort te overwegen
Soo laag int stofte Zyn geseeten, £ns hoogen heemels loop te meeteii , Schyntveel: Maartis vanveel vmer nut,
Ven loop
desleevens nan te speuren,
Enwat'evEinóVmg staat ie beuren, Opdatmeni Seuwich Onheil schut.
1)
Advokaal
*9 .
Slyck de v Aard den Twist nietivaatxl.
Het Stof, en En
is
,
Wietd^esus Christus recht ge £erd 3 Isandie hem met de mond beleiden Enwelbetrachl hetgeen Hg leer d "ban Laafen, Derven ende Mijden Naa Willekeur vaat hoog ste%ech% Dr Hechts geleerdheid had et slecht. ,
,
3
TV 'Dieu ontbind
'
Schcider.
^at
is
uw
J
"Vrind.
Het Gcoove Iveesen op den Tcst^ Geeft fijnen Geest ,. of Alderb est j Sbo soeckt de Vuuslierd door hetLuden, ',
Naa
LsiefcUns
eiqeiuchap en ~wens,
Het Gccst'lijck weesen trif de Mens, iJani qroovc deel jtvt Hem te Scheiden.
T)
Uoctec.
God is de Medecijn^oordoodlik hekfiyn.
J
Js
t
Lceven machteloos en
Men neemd Of't Lichaam
een viese of
i^eeder
daarom dan
Om
ecuwrglyck
^Dranckj
mocht genees en
'vooreen
Niet aancjevaard
bit're
km nek
Wat
cjesond
:
korten, tijdt,
bitterheid te
weesen
3
.
9Z
De Leeraar. 1) ie goavea Eeuw'ge Ivelvaacd sag , Die Preek sich. Sejf dengansen dag.
VtetJfykktzv heerwdwaard sol leiden, Moetseffiyant Stof derAarde scheiden, ^oiLect.enheeverx, f'meunen g aa : 8n £Jck is hier de Ivacht bevoolen , Om. door quaa doorgang niet te dooien^
Menvolg
het Voetspoor Chvistl
naa
.
*!)
^
Landman
Eerst gesaaid
'Dan gemaaid.
Landbou by des lleerei seegen Iwvdvoor de Mens Veel nuk Vetkveegcn:
'Door
i
,
Maar die een vukea Oost Gehvost siert hier een Mynig Opt
l?eld
Swi
van
Ho open
Isriicht
begeerd,
S\oo\ en f
,
en Gelooven,
"word eeuwig
nietVerteerd.
T)
è ee man
c
diétQostm!)uil baykm,
.
91
Moet van hetliïesïe yi/ykn.
öSecman, die die noeste baavea, Op goede hoop soo veer doorploegd, Vic
sich
op
reis,
naat Hedlcwd voegd,
Moet oock eea -wilde *Z*ce bevaarea Maar houd hij streek, daars geen geval "Dat hem goe reis beletten sal
*De
9?
lAssa.
Ghyal.die swemd,iris"toeeteb Stroomen 'tGroot
IXsrwt kind ght/ niet ontkoomen
Gelijk een lAs net
.
aan de Strand,
ookweesen, ^iVanneer des g woten Assers hand, 'Den'Vaiigst der Mensen uiïsal leescai Het goede in liet heemels °L>ah Entquaade in een leelyk Qat Soo, secht de ^Wysheid,
sal't
^e^aacjer.
9<5
^De lusteadar Sonden, Svpi liftende Honden
.
Het wilde woud dat ïweereld hiet, Deckt oock een Jaager met Zijn. hoornen, Vkfel en snel op Ivrldbnaad skU Elck pas Zijn Jacht, en ïtnek ïontkoomen
%xoea irrvand, we dien. Jaagcv is, Men noemd hem, Isorst der duistews.
Koopman. Om Feuwicfi Sied yeeijenMrroel, °0e
Vc koopman Ea
waagd
schiet
*Z,yn
Zyn
Goed
,
9rl Goed.
Ventjen uit,
uit Ooc/ eaHanden,
Op hoop 'vaa'winsl naa tyn besluit; Soo doen oockde *èede\e l>erstaiiden Vie schieten \ t\vt esen
Omtgroote Goed
det
deesevjyd, eeuwigheid.
^8
Vc Krijgsman. '
ÏXrdraagenmhjêeti,
3*
Christelijk
strydm.
tyie'tKrygen lust, treek oost nochwest,
Maar
blijf
shgs
intyndgm
nest',
^atword belaagd tot aantyerdoemen: D
men onbedacht voorbij, dien slaad, die salmen roemen.
Vie loopt
Maar wie
Ve
ïteetscher. Heerst ovev de Rebellen, "Diet
99
Herten Ruk ontstellen.
Wterdeen Geringe in*z,yn leeven^ Tot kooninghjke staat verheven 3
Hoe kreedmen diegeluchtanduit: Nochtans Zijn dit maar slechte leuren s BytHeijL dat $dec mach gebeuren* Vie (Deugd in Zyn Gemoed besluit.
^De
100
ï) oodgvaavev.
ViesichwtVoorhahtwi, SkdeeseaSpkgd
Vit is het £nd
aan
.
van Klyn en Gvoot
^aar wast geen
Kruitie voorde
Voodj
Hoet hecht en kleeft, hier moet het scheiéen: Het is dan best iaa veer het best,
VeVeugd *Die zal
omhelst ,yoov al de rest,
ons door de 'dood geleiden.
TVHcutfdrucfcfr 'tGeeritkrtinskhbeM
Thiówddhdyanjich uit.
geleegea op de rlaah Mits dat hetdooü de persing gaai,
'tPapiev
Onlvangd een Afdtuckvan^ynweesen: c De*Zicl gedvuckt op\ CettwichGoed, Ontvangd Godsbeeld in %yn Gemoed, Waar doot hij ceuwich werdgepreesen.