1
Kernbegrippen en sleutelfiguren: “Wat is...? Geef telkens een omschrijving.”
Identificatie Identificatie is het proces waarin we ‘onszelf’ worden door ons te spiegelen aan onze omgeving. Onze omgeving zegt ons wie we zijn, moeten zijn en niet mogen zijn. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Identificatie heeft dezelfde etymologische grond als identiteit, met name het Latijnse idem, gelijk. Wij worden ’onszelf’, tussen aanhalingstekens, door zoveel mogelijk te gelijken op de spiegel die ons voorgehouden wordt. De moderne wetenschappelijke benaming voor identiteit is dan ook spiegeling of ‘mirroring’. [...] Separatie Separatie is het proces waarin we ‘onszelf’ worden door ons af te zetten tegen onze omgeving. De mogelijkheid voor andere invullingen van onze indentiteit, gebaseerd op andere verhalen. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Het separatieproces en het bijbehorend streven naar autonomie zijn even belangrijk voor onze identiteit als de identificatie, omdat we daarmee een eigenheid ontwikkelen door ons af te zetten en actief een keuze te maken. [...] Eudaimonia De invulling van geluk volgens Aristoteles. Geluk is de toestand van ”goed mens”zijn, het verstand ten volle benutten want dit onderscheid ons van dieren. Wikipedia: “Eudaimonia”: [...] Eudaimonia, sometimes anglicized as eudaemonia or eudemonia, is a Greek word commonly translated as happiness or welfare; however, ”human flourishing”has been proposed as a more accurate translation. [...] In Aristotle’s works, eudaimonia was (based on older Greek tradition) used as the term for the highest human good, and so it is the aim of practical philosophy, including ethics and political philosophy, to consider (and also experience) what it really is, and how it can be achieved. [...]
Borderline times: Over het hedonisme (de genotscultuur) (p. 67): [...] Genieten is in dit verhaal niet enkel de nieuwe moraal geworden, het is ook ieders plicht. ‘Gij zult genieten’ heeft nagenoeg alle andere geboden van de troon gestoten. [...] Detraditionalisering ´e´en van de twee delen van individualisering, naast ‘emancipatie’. Detraditionalisering is de relativering van zowel de inhoud van traditie als van de traditieoverlevering. Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij (15)”: [...] Detraditionalisering = “de relativering van alle traditionele normen en waarden”; “collectief gedragen opvattingen”, alledaagse handelingen en omgangsvormen verliezen hun dwingend karakter. [...]
In de greep van “de moderne tijd”: [...] Vooreerst behelst het een ingrijpende ‘de-traditionalisering’ (Beck) van de toegenomen individuele beslissingsvrijheid inzake waarden, normen en alledaagse handelingen (kleding, vrije tijd, voeding,...). [...] Traditie Over traditie: [...] Traditie is de overlevering, het gebruikelijke, het totaal van processen en instituten, waardoor van geslacht tot geslcaht de verworven inzichten, bekwaamheden en instellingen worden overgelverd, en vervolgends ook het totaal van het aldus overgeleverde. [...] Bricolage Frans voor -do it yourself-. In de context van de cursus slaagt het op de ori¨enteringsloze mens die zijn identiteit koopt.
1
Boek p63: [...] De gehele levensstijl die men zich aanmeet, wordt aangekocht op de markt van vraag en aanbod. [...]
Boek p64: [...] Identiteit is een kwestie van bricolage. [...] Emancipatie Een van de twee delen van individualisering, naast ‘detraditionalisering’. Emancipatie is het zelf actief kiezen van een mogelijkheid, een verhaal of zelfs meerdere verhalen. Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij (15)”: [...] Emancipatie, vrijmaking = er liggen voor elk individu in de wereld vele mogelijkheden open en het individu kan in principe zelf kiezen welke het wil benutten – dit uiteraard wel binnen bepaalde grenzen. [...] Keuzebiografie Het kunnen kiezen wat iemand doet met diens leven. In de cursus wordt het niet alleen positief bekeken. De last van de keuze veroorzaakt ook stress bij de mensen van deze generatie en jaloezie bij de mensen van een oudere generatie. Het kunnen kiezen brengt ook met zich mee dat we moeten kiezen. Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij (17)”: [...] Individualisering = de overgang naar “een keuze-biografie”. [...]
Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij (17)”: [...] • Kunnen kiezen = moeten kiezen • Identiteitsconstructie wordt een opdracht en zelfs een plicht we worden gedwongen de managers van ons leven te worden, het planningsbureau van onze levensloop • Impliciete boodschap: ‘Je kan het maken, dus je moet het maken” en wie het niet maakt, neemt zijn/haar verantwoordelijkheid niet op en is schuldig (profiteert) [...]
In de greep van “de moderne tijd”: [...] Met de ovegang “van een normaal- naar een keuze-biografie” (H. Ley) veranderde het alledaagse leven van een toenemend aantal mensen vanaf het einde van de jaren vijftig in een schier eindeloze beslissingsketen. ‘Ge¨ındividiualiseerde individueen’ kunnen niet enkel zelf keuzes maken, ze moeten dat vaak ook doen. [...]
Borderline Times: Over individualisering als last en zegen (p. 100): [...] De boodschap is dat we het zelf maar moeten uitzoeken, dat we het zelf mogen kiezen. Dat de ‘drang’ om open te bloeien dan ook nog eens gelinkt is aan succes in wat we ondernemen, legt de lat nog hoger. [...]
Het liefste deed ik elk halfjaar iets anders: [...] Alleen is generatie Y opgegroeid met meer luxe en kansen, zoals hogere studies, waardoor de verwachtingen hoger gespannen staan. ‘Uitblinken’ en uniek zijn is de boodschap voor deze generatie. [...] Piano of saxifoon, voetbal of ballet, hogeschool of universiteit, met vlees of zonder? ‘Ja, we zijn opgegroeid met veel vanzelfsprekendheden en we moeten ons eten niet eerst uit het veld trekken.’ geeft Britt Verhelst toe. ‘Dankzij die vrijheid kunnen we op een andere manier over het leven nadenken. Maar daardoor kan ik niet gewoon beslissen: ‘ok´e dat ga ik doen. Het liefste deed ik elk halfjaar iets anders.’ [...] Radicale pluraliteit Radicale pluraliteit is de notie die beschrijft dat er geen universeel eenheidsperspectief meer bestaat. Alles moet vanuit vanuit verschillende perspectieven kunnen beschouwd worden, ook al zijn die perspectieven niet altijd even onderling compatibel.
2
Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij (20)”: [...] Lieven Boeve maakt van “radicale pluraliteit” zelfs “de basiskarakteristiek van onze tijd”. [...] Onderbroken traditie (p. 48): [...] Fundamenteel voor de postmoderniteit is de basiservaring dat een zelfde gegeven met evenveel recht vanuit volledig onderscheiden perspectieven kan beschouwd worden. Hierbij heeft elk gezichtspunt waarde op zich, ook al tonen ze zich onderling weinig compatibel, en vaak zelfs conflictueus. Het universeel eenheidsperspectief is niet meer; de grote verhalen hebben afgedaan. Deze basiservaring van de postmoderne tijd doet zich voor in heel diverse gebieden van de menselijke leefwereld, zowel in literatuur, architectuur, sculptuur en schilderkunst, als in cultuur- en wetenschapsfilosofie, economie en politiek. In elk van deze gebieden duikt een veelheid aan vaak niet met elkaar te verzoenen perspectieven, taalspelen, werk- en denkwijzen op. Deze pluraliteit zet zich door als vooronderstelling van alle denken en handelen, wat onmiddellijk impliceert dat niemand nog zomaar kan beweren de waarheid in pacht te hebben. Het postmoderne kritische bewustzijn verzet zich principieel tegen elke opge¨eiste hegemonie. Elke universalistische pretentie wordt kritisch ontmaskerd als een verabsoluteerd particulier gezichtspunt. [...] Het ideaal van de romantische liefde Liefde vanuit romantiek, tegenover liefde vanuit economische overwegingen is een ideaal dat nog maar een aantal decennia bestaat. Het idee dat we relaties kunnen invullen met ‘elkaar graag zien’ noemen we het ideaal van de romantische liefde. Borderline Times: Over het ideaal van de romantische liefde (p. 59): [...] In het begin van de 19de eeuw kwamen we in onze West-Europese cultuur op het idee dat relaties konden worden ingevuld met ‘elkaar graag zien’, en werd de romantische liefde een ideaal. Terwijl ze in oorsprong een zaak was van de burgerij, werd vlug ook de arbeidersklasse ervan doordrongen, en als laatste verschuiving: ze was binnengedrongen - ´en werd aanvaard - in de gelederen van de hogere adel. De grote verwachtingen die hierdoor binnen het kader van een relatie ontstonden, waren voorheen in het geheel niet aan de orde. Huwelijksregelingen werden afgesproken op het niveau van andere dan materi¨ele overeenkomsten in de samenleving. In de 19de eeuw wordt ‘liefde’ het richtsnoer, de noodzakelijke basis, de voorwaarde, en ook nog het continue evaluatiecriterium van de relatie. Relaties krijgen een positieve invulling, zijn geen economische gegevenheden meer. [...] Wegwerpcultuur We kunnen meer produceren dan we kunnen consumeren. Om dus te kunnen blijven consumeren moet er worden weggegooit; zelf als dat nog niet nodig was. De manier waarop deze economische tendens zich verder zet in onze cultuur noemt men de ‘wegwerpcultuur’. Een voorbeeld hiervan is hoe we al snel naar een nieuwe relatie zouden gaan zoeken als de onze slecht gaat. Borderline Times: Over de impact van de consumptie-/wegwerpcultuur (p. 59): [...] Het is een feit dat de duur van alles daarmee ook korter en korter wordt. 10 jaar dezelfde auto gebruiken was vroeger niets om je over te schamen. Nu heb je na 5 jaar al het gevoel met een stuk industri¨ele archeologie rond te rijden. En als je dat gevoel zelf niet hebt, dan zorgt je omgeving er wel voor dat je het snel te pakken krijgt. [...] Het is intussen zover gekomen dat de wegwerpcultuur zich ook in ons relationele leven ge¨ınstalleerd heeft, alsof wij tegenwoordig onze geliefde ‘kopen’. Zo zijn relaties ‘consumptiegoederen’ geworden en dus, inwissel- en vervangbaar. In een relatie is bijgevolg enkel nog aandacht voor de ‘goede dagen’; de ‘kwade dagen’ mogen er niet meer zijn, en toch heeft iedereen er. [...] Hedonisme Een levenshouding waarbij men zo veel mogelijk streeft naar lustbevrediging. Dit in een dermate extreme vorm dat genot het enige universele gebod is geworden. Wikipedia: “Hedonism”: [...] Hedonism is a school of thought that argues that pleasure is the primary or most important intrinsic good. In very simple terms, a hedonist strives to maximize net pleasure (pleasure minus pain). Ethical hedonism is the idea that all people have the right to do everything in their power to achieve the greatest amount of pleasure possible to them, assuming that their actions do not infringe on the equal rights of others. It is also the idea that every person’s pleasure should far surpass their
3
amount of pain. Ethical hedonism is said to have been started by Aristippus of Cyrene, a student of Socrates. He held the idea that pleasure is the highest good. [...] Borderline times: Over het hedonisme (de genotscultuur) (p. 67): [...] Er lijkt nog slechts ´e´en universeel gebod, en dat is: ‘Genieten!’ Zoveel mogelijk. Van alles. De economisch-consumentalistische realiteit, die - zoals we hierboven bespraken - mee afstraalt op onze relationele werkelijkheid, legt ons ook de druk van het hedonisme op. Het leven ‘moet’ leuk zijn, relaties ‘moeten’ leuk zijn... en wanneer het niet leuk is, dan is het in onze opdracht van zelfcreatie en zelfrealisatie noodzakelijk om zelf en individueel een andere beslissing re nemen. We ‘moeten voor onszelf zorgen’ en ‘het leven voor onszelf leuk houden’. Genieten is in dit verhaal niet enkel de nieuwe moraal geworden, het is ook ieders plicht. ‘Gij zult genieten’ heeft nagenoeg alle andere geboden van de troon gestoten. [...] Ervaringshonger De mens is constant op zoek naar nieuwe, betere en meer ervaringsprikkels. Dit in een verlangen naar identiteit, geluk en zin. Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (34)’: [...] Toenemende ervaringshonger: • = de postmoderne mens wil (en moet!) beleven, ervaren, genieten, plezier maken, voelen dat hij/zij leeft (= de “genotscultuur” of “kickcultuur”) • Kan de postmoderne mens nog verlangen? Of moet het allemaal “nu” en “onmiddellijk”? • De postmoderne mens is altijd op zoek naar het nieuwe, datgene dat hij/zij nog niet meegemaakt heeft (en dat moet steeds straffer en specialer zijn). • De postmoderne mens verdraagt het gewone, het banale, het alledaagse maar moeilijk [...] Onderbroken traditie (p. 71): [...] In zijn of haar ervaringshonger is hij of zij steeds op zoek naar meer, sneller, sterker. [...] Kick Een prikkel. Een pseudo-ervaring. Levert een verheviging van het ik-bewustzijn, een verdichting van het nu-moment. Een momentane bevestiging. Zie ook blz 70-71 boek. Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (33)’: [...] De strategie = zich overleveren aan intense ervaringen die een momentane bevestiging verschaffen van het eigen ik. [...] Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (35)’: [...] Een kick stelt het onzekere ‘ik’ in staat zichzelf momentaan te bevestigen: “ik ben hier”, “ik besta”, “ik leef echt”, “ik ga niet op in de vormloze massa”, “ik ben een individu” [...] Onderbroken traditie (p. 70-71): [...] De cultuur van de kick Onze omwereld - zoals blijkt uit vele life-style-magazines - lijkt te suggereren dat de kick de postmoderne ervaringsmodus geworden is, met het elastiekspringen als voorbeeld bij uitnemendheid. ‘Kick’ betekent trap, shop, stoot; hier; sensatie, prikkel, verhevigde schokbeleving, de als aangenaam ervaren schok. De postmoderne mens lijkt verslaafd aan kicks, aan prikkels. In zijn of haar ervaringshonger is hij of zij steeds op zoek naar meer, sneller, sterker. Het is alsof de opeenstapeling van kicks aan het individu de verzekering moet geven dat hij of zij niet zal ondergaan in de stroom van de gebeurtenissen, dat hij of zij niet gewoon ‘meer van hetzelfde’ maar ‘anders’ is. De kick levert een verheviging van het ik-bewustzijn, een soort verdichting van het nu-moment. Het is voor het onzekere ‘ik’ een momentane bevestiging van het ‘ik ben hier’, ‘ik ga niet ten onder in de onoverzichtelijke brij van veelheid en ori¨enteringsloosheid’. [...] Lichaamscultuur Cultuur waarbij de indentiteit niet meer bestaat uit woorden maar uit een beeld. Wij zijn ons lichaam, uiterlijk en imago. 4
Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (36)’: [...] Het lichaam wordt getraind, versierd, veranderd om erbij te horen & uit te drukken wie men is/wil zijn (fitness en bodybuilding, tatoeages en piercings, plastische chirurgie en esthetische operaties) [...] Hypecultuur Na een innemende gebeurtenis, waaraan veel belang wordt gehecht in de media, kan deze uitgroeten tot een hype. Mensen zijn ermee bezig, laten hun stem horen, komen op straat,. . . Maar even snel als de hype gekomen is, verdwijnt ze ook weer. Enkele jaren later hecht niemand er nog belang aan, onafhankelijk of de gebeurtenis verdere gevolgen heeft gekend op politiek, sociaal of economisch vlak. Vb. Na de zaak-Dutroux was er een Witte Mars waarin men opperde voor meer aandacht aan het kind. Enkele jaren later bleek er politiek weinig veranderd aan deze kwestie maar niemand maalde erom. De realiteit ging gewoon verder. Borderline times (p. 183): [...] De media bepalen de werkelijkheid, de ‘waarheid’ in onze cultuur lijkt meer en meer een constructie van de media- (en de reclame)wereld. Plots ontstaan er hypes. [...] Mediatisering De impact van een gebeurtenis wordt afgemeten naargelang de media er aandacht aan hecht. Zo kunnen gebeurtenissen enorm uitvergroot worden maar ook genegeerd. En vanaf het moment dat ze niet meer in “Het Nieuws” komen, zijn ze verdwenen en gaan we verder met het dagelijkse bestaan. We staan niet stil op wat we er als maatschappij nadien mee zullen aanvangen of wat de invloed er van is op onze toekomst. Borderline times (p. 183): [...] De media bepalen de werkelijkheid, de ‘waarheid’ in onze cultuur lijkt meer en meerr een constructie van de media- (en de reclame)wereld. [...]
Borderline times (p. 184): [...] Niet de omvang van de gebeurtenissen zelf, maar de ruimte die de media eraan geven, bepaalt de grote van de inpact die ze hebben op het bestaan. [...] Economisering Alles staat in functie van de economie. Wat economisch niets oplevert, is niet belangrijk. Het vergroten van de rol van markten en contracten als co¨ordinatiemechanismen, zodat een minder groot beroep hoeft te worden gedaan op normen bij het co¨ordineren van activiteiten. Zie ook citaat. Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij (40)”: [...] Economisering = in steeds meer domeinen gedragen mensen zich als “consumenten” (die shoppen) en worden ze benaderd als “cli¨enten” (“klant is koning”) door “leveranciers” die hun product zo goed mogelijk in de markt proberen te plaatsen (door het zo aantrekkelijk mogelijk voor te stellen). [...] Vermarkting Alles is te koop. Mensen gedragen zich als consumenten (in steeds meer verschillende domeinen) en worden behandeld als cli¨enten waaraan leveranciers hun producten proberen te verkopen door ze zo aantrekkelijk mogelijk voor te stellen. Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij (40)”: [...] Economisering = in steeds meer domeinen gedragen mensen zich als “consumenten” (die shoppen) en worden ze benaderd als “cli¨enten” (“klant is koning”) door “leveranciers” die hun product zo goed mogelijk in de markt proberen te plaatsen (door het zo aantrekkelijk mogelijk voor te stellen). [...] Rank and Yank Het fenomeen waar een bedrijf (of abstracter, de maatschappij) zijn werknemers onderling een ranking toekent, waarbij de laagsten zullen worden verwijderd. Dit verhoogt de concurrentie, cre¨eert wantrouwen onderling en zorgt voor angst en depressie.
5
Paul Verhaeghe over neoliberalisme: [...] De manier om die zogenaamde effici¨entie te bereiken, is het installeren van concurrentie tussen werknemers, en - ruimer - tussen mensen in het algemeent. Dit is het Rank en Yank systeem zoals het ingevoerd werd door het Amerikaanse Enronbedrijf: evalueer alle werknemers op hun productiviteit, vergelijk ze onderling, en ontsla jaarlijks de twintig procent laagst scorenden nadat je ze eerst belachelijk hebt gemaakt. [...] Het neoliberale systeem gaat op een systematische manier alle sociale verbanden doorknippen. Het is het individu dat ge¨evalueerd wordt, dat al dan niet een bonus krijgt of een individuele trajectbegeleiding, enzovoort. Het andere individu is daarbij een potenti¨ele bedreiging en steeds een concurrent binnen een veralgemeende Rank and Yank gemeenschap (Hoeveel likes heb jij op je facebookpagina? En hoeveel bezoekers op je blog?). Een typisch gevolg daarvan is de exponenti¨ele toename van contracten, als uitdrukking van ons veralgemeend wantrouwen. Het doorgedreven individualisme levert vandaag heel veel eenzaamheid op, als pijnlijkste symptoom van onze tijd. [...] Loonspanning Het onderscheid tussen hoogste en laagste inkomens. Dit leidt tot een negatieve evolutie van ongeveer alle psychosociale gezondheidsindicatoren (mentale stoornissen, kindersterfte, agressie, ...). Paul Verhaeghe over neoliberalisme: [...] Een neoliberale maatschappij doet de zogenaamde loonspanning, het onderscheid tussen de hoogste en laagste inkomens, sterk stijgen. [...] Crowding out Het verdwijnen van intrinsieke motivaties door het gebruik van extrinsieke incentives zoals geldelijke belongingen vb. je rijdt bij je grootouders enkel het gras af omdat je er geld voor krijgt. Niet omdat je ze wil helpen met dit zware werk. Moraal Het geheel van (door groep of cultuur) geaccepteerde gedragsregels. Het geheel van opvattingen en beslissingen waarmee mensen aangeven wat zij goed vinden. Het geheel van normen en waarden die feitelijk bestaan in een samenleving. Slides Wat is ethiek(2): [...] ’het geheel van de (door een groep of cultuur) geaccepteerde gedragsregels’, ’het geheel van opvattingen, beslissingen en handelingen waarmee mensen uitdrukken wat zij goed of behoorlijk vinden’, ’het geheel van normen en waarden die feitelijk bestaan in een samenleving. [...] Descriptieve ethiek Pure objectieve beschrijving van moraal. Zonder een of ander standpunt of oordeel. Slides Wat is ethiek(3): [...] de beschrijving van de heersende moraal, met de beschrijving van zeden en gewoonten, opvattingen over goed en kwaad, verantwoord en onverantwoord gedrag, en geoorloofde en ongeoorloofde handelingen. [...] Prescriptieve ethiek Oordeelt over de huidige moraal. Gaat na of de huidige moraal wel voldoet aan bepaalde waarden. ’Beantwoorden de huidige gehanteerde normen en waarden wel aan de opvattingen over hoe mensen zich behoren te gedragen?’ Slides Wat is ethiek(3): [...] De studie die nagaat wat het meest wenselijke handelen is. Daarbij wordt gerefereerd naar ‘het goede’ als criterium. [...]
Slides Wat is ethiek(3): [...] Prescriptieve ethiek oordeelt over de moraal. [...] Normatieve ethiek Zie prescriptieve ethiek. Empathie Synoniem voor inlevingsvermogen. In de cursus wordt het begrip in 2 delen ontleed. 6
• Cognitief Het kunnen begrijpen en delen van andersmans gevoelens. • Emotioneel Het kunnen overnemen(spiegelen) van andersmans gevoelens. (geeuwen, wenen bij babies) De zuilen van de moraliteit Moraliteit is erop gebaseerd. Een is wederkerigheid, met daaraan gekoppeld een notie van rechtvaardigheid. De andere is empathie en compassie. Menselijke moraliteit is meer dan dit, maar deze 2 zuilen zijn absoluut essentieel. De Baal Sjem Tov Voor de joden is het belangrijker te doen dan te weten. Baal Sjem Tov was een Joods rabbijn die onbewust en ongewild een overtreding had begaan. God liet hem in een droom weten dat hem de toegang tot het paradijs werd ontzegd. Dit was voor Baal Sjem Tov een enorme opluchting. Nu zijn leven geen zin meer had zou hij de Heer kunnen dienen omwille van zijn Heer-zijn en niet langer omwille van het hiernamaals of een beloning. Het is dus niet “de zin” dat centraal staat maar het onvoorwaardelijk houden van God en handelen volgens het goede. Dubbelgebod van de liefde Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart en geheel uw ziel, met al uw krachten en geheel uw verstand; en uw naaste gelijk uzelf. Verantwoordelijkheid in de eerste persoon Verantwoordelijkheidsgevoel voor je eigen ontwikkeling. Zorgen dat je je handhaaft in het bestaan. Een beetje egocentrisme, om je eigen doelen(verhaal) na te streven. Verantwoordelijkheid in de tweede persoon Verantwoordelijkheidsgevoel voor een ander (in nood). Begaan zijn met de emotionele/fysieke welgesteldheid van een medemens. Letterlijk: mijn raakbaarheid voor de lijdende ander. Als je deze verantwoordelijkheid opneemt spreekt men van barmhartigheid. Heteronomie Synoniem voor ’onderwerping aan vreemde wetten’. De verschijning van de ander heb je niet in de hand. (ref barmhartige samaritaan) Het is er opeens. Het verstoort je eigen bestaan, je eigen levensweg. Barmhartigheid Positief opgenomen verantwoordelijkheid in de 2e persoon. Mijn gevoeligheid voor het lijden van de ander effectief voltrekken. Hierdoor ontstaat in mij een beweging naar de ander toe om hem onvoorwaardelijk bij te staan. We kunnen dit eigenlijk ook ethisch moederschap noemen ‘in zich dragen van de ander tot hij geboren wordt’. Barmhartigheid gaat niet uit van een uitwendig verbod maar vanuit een inwendig moeten. Verantwoordelijkheid in de derde persoon Verantwoordelijkheidsgevoel voor de derde. De persoon die niet fysiek zichtbaar is. Voor de volgende generaties. Alteriteitservaring Een soort grenservaring die geen onmiddellijke identiteitservaring is zoals een kick maar eentje die ons overvalt. Het is een ervaring waarover we zelf geen heer en meester zijn. Het zijn radicale gebeurtenissen die onze bestaande verhalen, opgebouwd op evidenties door elkaar schudden en kunnen zowel positief als negatief zijn. Als grens aan onze eigen identiteit nodigen alteriteitservaringen ons uit onszelf te laten raken. Dit betekent dat we niet meteen mogen proberen de vreemdheid onze eigen wil te maken. Uiteindelijk vinden we hierin onze identiteit in het steeds weggeroepen worden uit de beslotenheid van ons eigen verhaal. De “list” waarvan sprake in Schindler’s List Oskar Shindler heeft een duizendtal gevangenen, vooral joden, geredt uit het concentratiekamp van Plaseow door ze te werk te stellen in zijn fabriek in Krakow. Hij kocht de joden van de kampcommandant. Hij bezorgde de commandant een lijst met fictieve jobs voor de joden die hij kocht om de commandant te overtuigen dat de joden van vitaal belang waren, als werkkracht, voor de oorlog. Hij redde zo 1200 joden van de dood in het concentratiekamp. ”The list is absolute good. The list is life, around the edges is a gulf”, wat zoveel betekent als ”Diegenen die niet op de lijst stonden overleefden niet.”, is hieromtrent een markant citaat.
7
Kloofmodel Het model van oa. Herman De Dijn waarbij hij een strikte kloof stelt tussen levensbeschouwing en wetenschap. Het is het onderscheid tussen cognitieve en zingevende interesse. Hierbij staat cognitieve interesse voor manipulatieve interesse; om de werkelijkheid te veranderen moet ze eerst gekend worden. De zingevende interesse gaat om het in-waarheid-leven. Volgens De Dijn kunnen zingeving en wetenschap niet met elkaar in conflict staat omdat ze hiervoor te verschillend zijn. Ze zijn dus niet revaliserend maar bieden twee verschillende manieren om naar de werkelijkheid te kijken met elk een eigen taalregister. Het NOMA-principe Non-Overlapping Magisteria. Geloof en wetenschap zijn twee gescheiden, evenwaardige en complementaire ondernemingen met een strikte taakverdeling. Er is geen conflict tussen beide zolang ze zich ieder aan hun vakgebied houden. Zo mag de wetenschap geen uitspraken doen over ethische of religieuze thema’s en mogen religieuze inzichten niet in tegenspraak zijn met wetenschappelijke feiten. Stephen Jay Gould Een natuurwetenschapper die een onderscheid maakt tussen natuurwetenschappen en geloof in die zin dat het twee gescheiden, evenwaardige en complementaire ondernemingen zijn. Om deze niet met elkaar te verwarren, moeten ze zich elk aan een strikte taakverdeling houden waardoor ze niet met elkaar in conflict staan = het NOMA-principe. Harmoniemodel Het model waarbij gesteld wordt dat de materialistische interpretatie van de evolutietheorie niet dwingend is maar evenzeer ge¨ıntegreerd kan worden in een theologisch wereldbeeld. Het feit dat God een systematische afslachting van de zwakkeren toestaat, bewijst dat hij geen almachtige heerser is maar een kwetsbare partner die ons mogelijkheden biedt en het universum de kans geeft zichzelf te realiseren. Differentiemodel Het model waarbij er geen kloof bestaat tussen geloof en wetenschap maar een constitutief verschil. Er is een open dialoog waarbij de gelovige de wetenschap ziet als een uitdaging voor het eigen verhaal. Hierin is de wetenschap een partner in de zoektocht naar het beter begrijpen van de mens en wereld. Geloof en wetenschap hebben een eigen taal en taalregister. Deze taalregisters hebben elk hun eigen plaats en kunnen niet van plaats verwisselen.
8
2
Stellingen: “Waar of onwaar? Geef telkens een beknopte motivatie”
Stelling: Volgens Paul Verhaeghe heeft onze identiteit een biologisch-evolutionair fundament. Waar, Indentiteit is een sociale constructie bovenop een evolutionair-biologisch fundament. Deze bestaat volgens Verhaeghe uit drie evolutionair bepaalde kenmerken: • De mens behoort tot de sociale diersoorten • De mens is een hi¨erarchische soort • De mens vertoont 2 verschillende gedragsclusters Paul Verhaeghe over indentiteit: [...] Identiteit is grotendeels een sociale constructie, maar bouwen doe je niet in het luchtledige. Het is een constructie bovenop een evolutionair-biologisch fundament en door onze focus op genen en 2 chromosomen houden we daar vandaag de dag te weinig rekening mee. [...] Stelling: Volgens Paul Verhaeghe is onze identiteit een sociale constructie en heeft die bijgevolg geen biologisch fundament. Onwaar, Ze heeft zeker een biologisch fundament, daarop wordt gebouwdt tijdens de sociale constructie. Deze bestaat volgens Verhaeghe uit drie evolutionair bepaalde kenmerken: • De mens behoort tot de sociale diersoorten • De mens is een hi¨erarchische soort • De mens vertoont 2 verschillende gedragsclusters Paul Verhaeghe over indentiteit: [...] Identiteit is grotendeels een sociale constructie, maar bouwen doe je niet in het luchtledige. Het is een constructie bovenop een evolutionair-biologisch fundament en door onze focus op genen en 2 chromosomen houden we daar vandaag de dag te weinig rekening mee. [...] Stelling: Volgens Paul Verhaeghe bewijst adoptie dat onze identiteit geen biologischevolutionair fundament heeft. Onwaar, Paul Verhaeghe gebruikt adoptie als argument om de twee grote grote misvattingen rond identiteit aan te tonen. Het toont er mee aan dat identiteit niet biologisch gedetermineerd is en dat ze niet onveranderlijk is. Paul Verhaeghe over indentiteit: [...] Mijn identiteit is een constructie van dergelijke verhoudingen tegenover de ander. Het woord constructie impliceert dat ik iemand anders had kunnen worden, mocht het constructieproces anders verlopen zijn. Het meest overtuigende bewijs daarvoor is adoptie. [...] Stelling: Hoe we denken over onszelf (m.a.w. ons zelfbeeld) is een constructie vanuit de omgeving. Waar, Het zelfbeeld wordt gevormd, van kinds af aan, door de omgang van anderen met ons. Onze identiteit bestaat uit vier verhoudingen waarbij de verhouding t.o.v. onszelf er ´e´en is. De dingen waaruit ons zelfbeeld bestaat zoals zelfvertrouwen, zelfwaardering en zelfrespect vinden hun oorsprong in ’andervertrowen’, ’ander-waardering’, en ’ander- respect’. De manier waarop een ander ons als kind vertrouwt, waardeert en respecteert weerspiegelt zich in ons zelfbeeld als volwassene. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Op grond van wat ik te horen gekregen heb tijdens mijn identiteitsuitbouw, ben ik zelfzeker, stap ik vol vertrouwen de ander tegemoet, ga ik er automatisch van uit dat ik beter ben dan die ander. Of: ben ik angstig, beschaamd over mezelf, overtuigd dat de ander boos is op mij, mij maar niks vindt en probeer ik op voorhand al te ontsnappen aan de dreiging die ik meen te voelen. In psychiatrisch vakjargon: een hoge sociale angst. [...]
9
Stelling: Detraditionalisering betekent dat tradities verdwijnen. Onwaar, De term betekent dat tradities hun dwingend karakter verliezen. Het worden mogelijkheden in plaats van verplichtingen. Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij? (18)”: [...] Opmerking: detraditionalisering betekent niet dat tradities verdwijnen: “sociaal dwingende opties” → “mogelijke mogelijkheden” [...]
Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij (15)”: [...] Detraditionalisering = “de relativering van alle traditionele normen en waarden”; “collectief gedragen opvattingen”, alledaagse handelingen en omgangsvormen verliezen hun dwingend karakter. [...]
In de greep van “de moderne tijd” (p. 65): [...] Het naoorlogse individualiseringsproces bezit kortom een dubbel gezicht. Voreerst behelst het een ingrijpende ‘de-traditionalisering’ (Beck) van de leefwereld. Aan deze ‘vrijmakingsdimensie’ beantwoordt een relatief sterk toegenomen individuele beslissingsvrijheid inzake waarden, normen en alledaagse handelingen (kleding, vrije tijd, voeding,...). [...] Stelling: Individualisering betekent dat we met zijn allen ego¨ıstischer worden. Onwaar, Individualisering betekent: 1. Relativering van traditionele normen en waarden. 2. Keuzevrijheid in overtuigingen. Bovendien doet individualisering het groeps- en relatievormen niet verdwijnen, het wordt enkel meer een kwestie van eigen keuze. Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij? (28)”: [...] Individualisering 6= toenemend ego¨ısme, individualisme of een atomisering van de leefwereld. [...]
In de greep van “de moderne tijd” (p. 65): [...] Een ge¨ındividualiseerde maatschappij (leefwereld RL) is niet een maatschappij van alleenstaanden, van individualisten of van hebberige ego¨ısten. Individualisering...(betekent) in de eerste plaats de relativering van alle traditionele normen en waarden; in de tweede plaats staat zij voor de overtuiging dat er in de wereld vele mogelijkheden openliggen en dat men in principe zelf moet kunnen kiezen welke men wil gebruiken. [...]
In de greep van “de moderne tijd” (p. 67): [...] Individualisering is noch synoniem met ‘ego¨ısering’, noch met een groeiende atomisering van de leefwereld. [...] Stelling: Individualisering betekent dat sociale ongelijkheid verdwijnt. Onwaar, Sociale ongelijkheid verdwijnt niet, maar uit zich niet meer in de vorm van klassenculturen. In plaats daarvan uit sociale ongelijkheid zich nu meer in consumptiepatronen. Dit betekent dat objectieve klassen nog wel blijven bestaat maar de klassenculturen verdwijnen. In de greep van “de moderne tijd” (p. 67): [...] Over de ondertussen ‘ge¨ındividualiseerde keuzen’ vallen nog wel degelijk steeds zekere algemene uitspraken te doen. In de eerste plaats blijven individuele voor- en afkeuren aan materi¨ele en scolaire (on)mogelijkheden gebonden. De sociale ongelijkheid veruitwendigt zich daarom nog altijd in uiteenlopende consumptie) en participatie-patronen. [...] De ‘objectieve klassen’ blijven verder bestaan maar de klassenculturen verdwijnen, zodat aan de sociologische klassenconstructies geen duurzame sociale collectiviteiten of ‘wij-gevoelens’ meer beantwoorden. [...]
10
Slides: “Wat kenmerkt onze maatschappij? (31)”: [...] “Identiteit is er voor wie het zich kan permitteren: iemand is wat hij of zij zich kan aanschappen” (OT, p. 64) [...] Paul Verhaeghe over identiteit (p. 2): [...] Een tweede evolutionair bepaald kenmerk sluit daar onmiddelijk bij aan: wij zijneen hi¨erarchische soort, een groep bestaat nooit uit gelijke individuen, maar bevat altijd een sociale stratificatie. [...] Stelling: Individualisering betekent in Paul Verhaeghes termen: meer mogelijkheid tot separatie. Waar, Separatie was moeilijk in de tijd waarin tradities absolute waarheden beschreven. Nu, met individualisering, deze tradities gerelativeerd worden, wordt het eenvoudig om zichzelf af te zetten tegen de spiegel die ons voorgehouden wordt. Separatie is hier het zich afzetten tegen de immer zwakker wordende dominante modellen. Separatie wordt makkelijk gemaakt door pluralisering, wat hand in hand gaat met individualisering. Paul Verhaeghe over identiteit (p. 5): [...] Separatie betekent altijd een keuzer voor een andere indentificatie dan de dominante. [...] Slides: Wat kenmerkt onze maatschapij? (19): [...] Individualisering gaat hand in hand met de pluralisering: [...] Onderbroken traditie (p. 48): [...] Radicale pluraliteit is de basiskarakteristiek van onze tijd. Fundamenteel voor de postmoderniteit is de basiservaring dat een zelfde gegeven met evenveel recht vanuit volledig onderscheiden perspectieven kan beschouwd worden. [...] Stelling: Volgens Paul Verhaeghe leidt meer vrije markt tot meer vrijheid. Onwaar, Paul Verhaeghe argumenteert dat een vrije markt tot minder individuele vrijheid leidt via de analogie met een callcenter. Meer vrije markt dwingt ons in een keurslijf met heel beperkte opties. Dit geldt echter vooral voor de keuzes die er echt toe doen. Er is wel een overvloed aan onbelangrijke producten die positief zijn voor de economie. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme (p. 3): [...] Zowel het idee van maakbaarheid als eigen verantwoordelijkheid hebben op deze manier zowel een zeer enge als een zeer dwingende invulling gekregen. Dit kadert bij het belangrijkste en vermoedelijk ook het gevaarlijkste neoliberale idee: dat de huidige invulling van de vrije markt ons maximale individuele vrijheid zou opleveren en een minimum aan dwang. De facto is het omgekeerde meer en meer waar: de zogenaamde ’vrije’ markt dwingt ons in een keurslijf met heel beperkte opties. Ik maak graag de vergelijking met een call center, waar een zoetgevooisde stem ons haar keuzepalet oplegt: ’Voor optie x, kies 1, voor optie y, kies 2, voor optie z, kies drie’. Ik beschouw dit als een metafoor voor het neoliberale bestel: het aantal opties waartussen we kunnen kiezen, is niet alleen erg beperkt, bovendien worden ze letterlijk gedicteerd. [...] Stelling: Volgens Paul Verhaeghe gaan meer vrije markt en meer democratie hand in hand. Onwaar, Paul Verhaeghe geeft deze stelling als ´e´en van de twee misvattingen over de vrije markt. De macht verschuift naar anonieme technocratische instellingen die aan democratische controle ontsnappen. Hij verwijst hiervoor naar een boek van een jonge Leuvense filosoof: Thomas Decreus. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme (p. 5): [...] De eerste, en meteen belangrijkste misvatting is dat vrije markt synoniem is met democratie, en dat meer vrije markt meer democratie betekent. Deze opvatting dateert uit de periode van de koude oorlog, toen we met recht en reden een tegenstelling konden zien tussen een centrale planeconomie en totalitaire regimes enerzijds en de toenmalige vrije markt en democratie anderzijds. Als opvatting verschijnt dit in de titels van toenmalige verdedigers van de vrije markt: Capitalism and Freedom van Milton Friedman (1962) en The road to serfdom van Friedrich von Hayek (1944). Wat toen juist was, geldt niet meer voor onze geglobaliseerde en gedigitaliseerde economie, en toch blijft dit geloof overeind. Nog steeds wordt de vrije markt verdedigd als noodzakelijke basis voor een democratie, terwijl het vandaag exact het omgekeerde is. Hoe meer vrije markt, hoe minder democratie, dat is de hoofdstelling van een jonge Leuvense
11
filosoof, Thomas Decreus (2013), in een boek dat ik iedereen kan aanbevelen. De oorzaak daarvan ligt in het feit dat de overheid het idee van de vermarkting zo [...] Stelling: Empathie vraagt om sterk ontwikkelde cognitieve vermogens en komt bijgevolg slechts bij weinig dieren voor. Niet waar, Het fundament van empathie is het vermogen om gevoelens van anderen over te nemen (= ’emotional contagion’). Omdat empathie een duidelijk voordeel oplevert in de strijd van het bestaan, omvat het geen cognitieve component. Hierdoor komt bij heel veel soorten voor en al heel vroeg in de ontwikkeling. Vb. Een hele groep vogels vliegt tegelijkertijd op omdat er eentje schrok van iets, een baby begint te huilen omdat er een andere baby huilt. Stelling: Gerichte hulp is wijdverbreid in het dierenrijk en moet bijgevolg reeds vroeg in de evolutie van het leven ontstaan zijn. Niet waar, Gerichte hulp of zorg voor anderen (sympathetic concern) omvat het inschatten van de gevoelens van een ander. Vb. Troost aan de verliezer na een gevecht komt voor bij nagenoeg alle mensapen maar niet bij apen. Dit wijst erop dat het laat in de evolutie is ontstaan aangezien vrij nauw verwante soorten deze eigenschap niet delen. Stelling: Volgens de cursus is een gezonde dosis egocentrisme noodzakelijk. Waar, Een dosis egocentrisme is nodig om aan de ”verantwoordelijkheid in eerste persoon”te voldoen. Je moet zelf werk maken van een zinvol en gelukkig bestaan. Je moet je eigen weg smeden, en dit gaat niet als je nooit voor je eigen zelf kiest. Stelling: Het feit dat de priester en de leviet in de parabel van de Barmhartige Samaritaan met een wijde boog om de gewonde man heen lopen maakt duidelijk dat ze hem niet hebben zien liggen. Onwaar, Zie blz 82 tekst 17. Ze zien de man wel degelijk. Het is ook geen ”neutraal”zien. Het feit dat ze omlopen symboliseert dat het niet prettig is voor de personen om de man te zien lijden. Ze willen het in feite niet zien, omdat het lijden van de man hun in hun ”rust”verstoord. Vanuit hun eigen reisplan/levensproject laten ze zich liever niet in met hem. (teveel verantwoordelijkheid in eerste persoon?) Stelling: De verschijning van de lijdende ander leidt tot het einde van mijn vrijheid. Onwaar, Het onderbreekt je eigen levenspad, wat weerstand oproept. Ik behoud echter wel de ”vrijheid van antwoord”. (Tegenover geen ”vrijheid van iniatief”) Ik ben vrij de verantwoordelijkheid niet op te nemen, de ander kan niets forceren. (Verantwoordelijkheid in tweede persoon - barmhartigheid) slides RZL04 - 16: [...] Tegelijk kan de ander niets forceren, niets afdwingen; de ander kan slechts oproepen, appelleren, smeken. Dit is waarom mijn vrijheid behouden blijft: ik heb dan wel geen “vrijheid van initiatief” (de ander overvalt mij), maar ik behoud mijn “vrijheid van antwoord”. De verantwoordelijkheid in de tweede persoon wordt mij aangedaan (door de ander die verschijnt). En ik moet antwoorden (ik moet een keuze maken), maar ik ben wel vrij om die verantwoordelijkheid al dan niet op te nemen (ik kan ze ook afwijzen – ook al betekent dat een keuze voor het kwade en tegen het goede). [...] Stelling: Naastenliefde betekent dat je iedereen even sympathiek moet vinden. Onwaar, Naastenliefde betekent dat je moet inzitten met het lijden van de medemens. Meer bepaald dat je je medemens niet alleen mag laten in zijn lijden. Dit is iets anders dan je medemens sympathiek te vinden. Het is geen vorm van ’eros’, het is geen subjectieve voorkeur. Het dus geen vorm van verlangen, of een vorm van vriendschap. Stelling: Volgens de cursus is het absurd om van de naastenliefde een gebod te maken. Onwaar, Zie p85-86 barmhartige samaritaan. Naastenliefde heeft niets te maken met een subjectieve voorkeur om een liefdes- of vriendschapsrelatie met iemand op te bouwen. Het draait om de objectieve acceptatie van de ander wanneer deze zich onaangemeld aan mij voordoet. Naastenliefde is de grondslag voor de mensenrechten, mbt de rechten van de kwetsbaren en de (nood)lijdende ander. Stelling: De naastenliefde is een gebod omdat ze tegennatuurlijk is. Onwaar, Het gebod dat de ander, als (nood)lijdende, ook recht heeft op mijn liefde omvat een app`el. Dit appel is geen ‘niet anders kunnen’ maar een ‘anders kunnen’ dat niet mag. Het app`el kan nog altijd genegeerd worden. Toch zit er in ieder van ons een kwetsbaarheid wat ons gevoelig maakt voor (het 12
lijden van) de ander. Het app`el kan enkel hopen en beroep doen op de menselijke vrijheid als goede wil. Helaas borrelt vanuit onszelf vaak onverschilligheid en verwerping op. Maar daarom hoeft naastenliefde niet tegennatuurlijk te zijn. Stelling: De parabel van de Barmhartige Samaritaan leert ons alles over de ethische verhouding tussen mensen. Onwaar, De parabel zegt niets over het belang van structurele verantderingen zodat er minder slachtoffers vallen. Men vangt de gewonden wel op maar doet niets aan de oorzaak zelf. De parabel zegt ook niets over het risico van een neerbuigende beleving van barmhartigheid. Er bestaat immers het risico dat liefdadigheid ervoor zorgt dat mensen hulpeloos en afhankelijk blijven. En tot slot stelt de parabel geen probleem over de verhouding tussen barmhartigheid en rechtvaardigheid. slides Over de fundamenten van de ethiek(16): [...] • Het zegt niets over het belang van structurele veranderingen zodat er geen/minder slachtoffers vallen (risico van ”goedkoop altruisme”) • Het zegt niets over het risico van een paternalistische en neerbuigende beleving van barmhartigheid (risico van liefdadigheid die mensen hulpeloos en afhankelijk houdt) • Het stelt het probleem van de verhouding tussen barmhartigheid en rechtvaardigheid niet aan de orde. [...] Stelling: De parabel van de Barmhartige Samaritaan presenteert de Samaritaan waar de parabel naar genoemd is als een model van totale barmhartigheid. Onwaar, Totale barmhartigheid zou betekenen dat de Samaritaan de man helemaal zelf zou verzorgd hebben. Tot in het oneindige. De Samaritaan echter, helpt de man tot in een herberg, en delegeert de zorg dan naar de waard. De Samaritaan zijn primaire doelen verdwijnen niet. Zijn verantwoordelijkheid in eerste persoon verdwijnt niet. Stelling: Gelovige wetenschappers zijn volgens het kloofmodel eigenlijk schizofreen want je kan niet tegelijk een goede wetenschapper en een goede gelovige zijn. Onwaar, Volgens het kloofmodel kunnen wetenschap en religie volledig apart leven en niet met elkaar integreren. Daarom kan een wetenschapper dus wel beiden geloven omdat ze niet overlappend zijn. Ze behandelen twee verschillende domeinen. Stelling: Wie vandaag een harmonie tussen geloof en natuurwetenschap nastreeft, bevordert volgens Taede Smedes eigenlijk het conflict tussen beide. Waar, Volgens Smedes vormt integratie vrijwel altijd een procrustesbed, waarbij of de theologie, of natuurwetenschap op maat wordt gesneden om compatibiliteit met de andere helft te garanderen. Op die manier vervalt men in een conflictmodel. slides Geloof en wetenschap (14): [...] Ook voor Haught geldt uiteindelijk wat Taede Smedes over integratie in het algemeen zei: ”het besef dat een hedendaagse integratie toch vrijwel altijd een soort procrustesbed vormt, waarbij of de theologie of natuurwetenschap op maat wordt gesneden om compatibiliteit met de andere helft te garanderen”(publiekslezing in het voorjaar van 2008) [...] Stelling: Volgens het differentiemodel moeten gelovigen rekening houden met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Waar, Het is 1 van de 4 stappen van de open dialoog tussen de gelovige en de wetenschapper. De gelovige moet kennis nemen met de resultaten van de wetenschapper. Stelling: Volgens het differentiemodel zijn de resultaten van wetenschappelijk onderzoek irrelevant voor het geloof. Onwaar, Volgens de stappen voor een open dialoog tussen gelovige en wetenschapper, moet de gelovige kennis nemen met de resultaten van de wetenschapper en mag hij niet zomaar wetenschappelijke inzichten tegenspreken. Stelling: Taede Smedes is een aanhanger van het kloofmodel want hij verdedigt een complete “boedelscheiding” tussen beide. 13
Onwaar, Smedes is wel voorstander van een boedelscheiding tussen geloof en wetenschap maar toch dekt dit zijn postitie niet volledig omdat ze te weinig genuanceerd is. Hij vindt niet dat de oerknaltheorie en christelijke scheppingsleer incompatibel zijn of elkaar uitsluiten maar verzet zich tegen een identificatie ervan. Hij stelt dat ze elkaar niet hoeven uit te sluiten en dat er een verbinding tussen beide kan zijn. Er is een resonantie tussen de moderne oerknaltheorie en de christelijke scheppingsvoorstelling (resonantie om aan te geven dat er iets mee trilt). Hierdoor wordt een zeker verwantschap tussen beide aangegeven maar niet meer dan dat. Slides: Geloof en wetenschap (14): [...] Ook voor Haught geldt uiteindelijk wat Taede Smedes over integratie in het algemeen zei: “het besef dat een hedendaagse integratie toch vrijwel altijd een soort procrust[e]sbed vormt, waarbij of de theologie of natuurwetenschap op maat wordt gesneden om compatibiliteit met de andere helft te garanderen” (publiekslezing in het voorjaar van 2008) [...]
14
3
Korte open vragen
Welke twee belangrijke misvattingen over identiteit bestaan er volgens Paul Verhaeghe? Waarom zijn het misvattingen? 1. Een identiteit is biologisch vastgelegd. Dit is fout omdat identiteit een constructie van onze omgeving is. 2. Een identiteit is onveranderlijk, diep in mij verborgen. Die constructie kan gevoelige wijzigingen ondergaan in functie van die omgeving. Bovendien zit zij niet diep in ons, maar bestaat zij uit vier typische verhoudingen tegenover belangrijke anderen: • ik t.o.v. de ander van het andere geslacht • ik t.o.v. de ander van de andere generatie • ik t.o.v. de ander-gelijke • ik t.o.v. mezelf Geadopteerd kind door een Vlaams koppel. Het kind zal een Vlaamse verhouding hebben en niet de verhouding van zijn afkomst. Het is dus niet bepaald door de genen, maar door de omgeving. Het is dus wel daadwerkelijk veranderlijk. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Wij koesteren twee belangrijke misvattingen over onze identiteit. De eerste is typisch hedendaags: identiteit zit hem in de genen, in de hersenen en is dus grotendeels biologisch gedetermineerd. De tweede sluit daar bij aan: mijn identiteit is een essenti¨ele en dus grotendeels onveranderlijke kern die ergens diep in mij verborgen ligt, en dat min of meer vanaf mijn geboorte. Beide opvattingen zijn fout, [...] Wat leert adoptie ons volgens Paul Verhaeghe over identiteit? Adoptie toont ons dat iemands identiteit ook, en zelfs veel, afhangt van de omgeving waarin die persoon opgroeit. Het leert ons dus dat identeit veranderlijk en een constructie van de omgeving is en niet in ons zit. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Mijn identiteit is een constructie van dergelijke verhoudingen tegenover de ander. Het woord constructie impliceert dat ik iemand anders had kunnen worden, mocht het constructieproces anders verlopen zijn. Het meest overtuigende bewijs daarvoor is adoptie. Een kind geboren uit Indiase ouders maar als baby geadopteerd en opgevoed door Vlaamse ouders, wordt een Vlaamse volwassene. Begrijp: zij zal die typisch Vlaamse verhoudingen uitbouwen, niet de Indiase. Vervang Vlaamse ouders door Hollandse en je krijgt weer een andere constructie. Ook het omgekeerde geldt, en dat is een veel moeilijker gedachtenexperiment. Beeld u even in dat u, als Nederlandse baby, geadopteerd werd door een moslimkoppel en opgevoed in Soedan. Uw identiteit zou er helemaal anders uitzien, dat wil zeggen, u zou heel andere verhoudingen aannemen tegenover die belangrijke anderen. [...] Welke drie evolutionaire karakteristieken heeft de mens volgens Paul Verhaeghe verworven? 1. We behoren tot de sociale diersoorten. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] De belangrijkste bepaling daarvan is dat wij tot de sociale diersoorten behoren, niet tot de solitaire. Aristoteles wist dat al toen hij de mens benoemde als een zo¨ on politicon, een dier dat deel uitmaakt van de polis (stadstaat). [...] 2. We zijn een hi¨erarchische diersoort. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Een tweede evolutionair bepaald kenmerk sluit daar onmiddellijk bij aan: wij zijn een hi¨erarchische soort, een groep bestaat nooit uit gelijke individuen, maar bevat altijd een sociale stratificatie. [...] 3. We beschikken over twee verschillende gedragsclusters: ´e´en gericht op samenleving en ´e´en gericht op autonomie. Waarvan er ´e´en dominant is.
15
Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Frans de Waal (2009) heeft heel mooi en heel overtuigend aangetoond dat primaten twee verschillende gedragsclusters kunnen vertonen. De ene cluster is gericht op samenwerking en delen, de andere op autonomie en nemen. In de eerste kunnen we de basis vinden voor solidariteit, in de andere voor ego¨ısme. [...] Onze identiteit is volgens Paul Verhaeghe het resultaat van twee processen. Welke? Wat houden ze in? Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Om daar duidelijkheid in te krijgen, moet ik ingaan op de twee processen die aan het werk zijn binnen de constructie van onze identiteit, meer bepaald identificatie en separatie. [...] 1. Identificatie: Identificatie is het proces waarin we ‘onszelf’ worden door ons te spiegelen aan onze omgeving. We zijn een spiegeling van onze omgeving (Normatief). We hebben allemaal ongeveer een gemeenschappelijke identiteit, dit komt doordat anderen zeggen wat het bv is om een man te zijn. Hierdoor is het sterk deterministisch, we kunnen wel nog onze identiteit kiezen, maar alleen maar uit de gegeven verhalen. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Identificatie heeft dezelfde etymologische grond als identiteit, met name het Latijnse idem, gelijk. Wij worden ’onszelf’, tussen aanhalingstekens, door zoveel mogelijk te gelijken op de spiegel die ons voorgehouden wordt. De moderne wetenschappelijke benaming voor identiteit is dan ook spiegeling of ‘mirroring’. [...] 2. Separatie: Separatie is het proces waarin we ‘onszelf’ worden door ons af te zetten tegen onze omgeving. Onder separatie verstaan we de mogelijkheid om te kiezen voor andere invullingen van onze identiteit, gebaseerd op alternatieve verhalen. Dit is geen volstrekte determinatie, maar ook geen absolute onafhankelijkheid. Deze relatieve keuzevrijheid impliceert echter een mate van verantwoordelijkheid voor de gemaakte keuzes. Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Het separatieproces en het bijbehorend streven naar autonomie zijn even belangrijk voor onze identiteit als de identificatie, omdat we daarmee een eigenheid ontwikkelen door ons af te zetten en actief een keuze te maken. [...] Dirk De Wachter pleit voor een beetje ongelukkig zijn. Waarom doet hij dat? Wat is er dan mis met gelukkig willen zijn? Welke paradox stelt De Wachter vast met betrekking tot de manier waarop mensen omgaan met geluk en ongeluk? Het obsessief bezig zijn met geluk, zoals onze consumptie maatschappij dat doet, is ongezond. Hij, als psychiater, merkt op dat mensen niet meer om kunnen gaan met ongelukkig zijn. Met gelukkig zijn op zich is niets mis, het is de ziekelijke obsessie die een probleem vormt. De paradox is dat geluk onze verdienste is maar ongeluk een ziekte die genezen moet worden (bv. antidepressiva pillen). Hij wil dat we leren om een beetje ongelukkig te zijn. Het doel is een goed leven lijden, en als we dit doen, dan komt daar geluk bij. Dirk de Wachter: Pleidoor voor een beetje ongelukkig zijn.: [...] Wij willen zo nodig zo gelukkig zijn, dat is een probleem. Dat is niet meer normaal hoe gelukkig wij willen zijn. [...] Dirk de Wachter: Pleidoor voor een beetje ongelukkig zijn.: [...] Geluk is een verdienste De illusie van de maakbare mens, dat is de meritocratie. We hebben ook merite, we hebben verdiensten aan het geluk. En de gelukkigen onder ons, die kloppen zich op de borst, die staan vooraan op de speedboot van de snelle maatschappij. Die zijn bruingebrand, omringd door langbenige blondines en zij zeggen: kijk eens, ik heb het zelf gedaan. Mijn geluk is mijn verdienste. [...] Dirk de Wachter: Pleidoor voor een beetje ongelukkig zijn.: [...] De meeste pati¨enten aan wie ik vraag ‘hoe is het met u?’ reageren raar. Wat vraagt die man nu, wat een rare vraag. Die psychiaters zijn toch rare mensen, ‘hoe is het met u?’ Het gaat natuurlijk slecht met mij, anders was ik hier niet. Geef mij een pil en vlug. Dan kan ik mij goed voelen en terug in de wereld doordenderen alsof er niets aan de hand is. De pillenmaatschappij lijkt de prijs te zijn die we betalen om de illusie van het geluk hoog te houden. Het lastige van pillen is dat ze werken, tijdelijk, een beetje. Ze kunnen
16
inderdaad de illusie soms nog wat hoog houden. Ik zie zeer veel succesvolle mensen, niet pati¨enten, die dankzij deze pillen kunnen doen alsof ze niet pati¨enten zijn. Het is een merkwaardige paradox. [...] Wat zegt Dirk De Wachter over identiteit vandaag? Dirk de Wachter argumenteert dat we op weg zijn naar een maatchappij die gekwetst gehecht is. Hij beschrijft hoe onze identiteit iets extern wordt. Hetgeen aan de buitenkant te zien valt. Een identiteit wordt iets licht, zonder fundament, dat omvergeblazen kan worden bij de minste verschuiving in de situatie. Dirk de wachter: ‘Het belang van identiteit’: [...] Het belang van identiteit Ik denk dat we dreigen te gaan naar een maatschappij die gekwetst gehecht is. Waar hechting een probleem wordt. [...] Mensen verliezen hun identiteit. Wie ben ik, waar kom ik vandaan? [...] Dat lijkt erg te schuiven. Onze identiteit is het beeld, is dat hoe we gezien worden in de beeldcultuur, in de reclamecultuur. Onze identiteit is ons brilmontuur. Onze identiteit is onze modieuze kledij. Onze identiteit is dat wat de buitenkant toont en als die buitenkant schuift, door onze gezondheid, door onze economische minder goede situatie, dan verliezen we heel onze identiteit. Gehechte identiteit bestaat uit een soort beworteling, uit een soort vastheid, uit een soort zeker zijn. Dat niet zomaar makkelijk omver geblazen wordt als er een beetje ongelukkig zijn opdaagt. Dat is altijd weer de kern van de zaak. [...] Volgens Dirk De Wachter zorgt de hedendaagse samenleving ervoor dat we allemaal verlatingsangst hebben. Hoe hebben we dit aannemelijk proberen te maken? Relaties worden meer een kwestie van afspreken en onderhandelen en zijn gebaseerd op persoonlijke interesses/hobby’s/etc... Er zijn steeds minder omganspatronen om op terug te vallen. Hierdoor worden relaties instabieler. Zodra er iets beter is kunnen we gewoon naar de volgende gaan. Toenemende verlatingsangst is hiervan een ultiem gevolg. Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij (27-29)‘: [...] Binnen relaties kunnen we steeds minder terugvallen op vastliggende omgangsnormen samenleven wordt meer en meer een kwestie van afspreken en onderhandelen: • “Relatief vastliggende en vanzelfsprekende voorstellingen over ‘een goed huwelijk’ of ‘een goede vriendschap’ schragen niet langer de wederzijdse (rol)verwachtingen. De concrete interactienormen worden veeleer doorheen gedurig wederzijds overleg letterlijk gemaakt of geconstrueerd.” • “Het stijgende ‘maakkarakter’ van sociale relaties” = de verschuiving van een bevelshuishouding naar een onderhandelingshuishouding: “In sexueel [sic] en ook wel in ander maatschappelijk verkeer is voor mensen de bewegingsruimte toegenomen, maar onder de nieuwe beperkende voorwaarde dat betrokkenen hun omgang regelen in onderling overleg en naar wederzijdse toestemming. Daardoor worden deze verhoudingen tussen mensen verscheidener en minder voorspelbaar, minder onderworpen aan regels die het resultaat voorschrijven.” • M.a.w. waarden, normen, gedeelde opvattingen en rolpatronen moet voortdurend overlegd worden. • Gevolg = toenemende verlatingsangst (stelling 1 van DW) ← relaties zijn meer gebaseerd op wat we hebben en doen, minder op wie we zijn (cf. “liefde is een werkwoord”, “investeren in je relatie”) [...] Volgens Dirk De Wachter zorgt de hedendaagse samenleving ervoor dat we allemaal instabiele en intense relaties hebben. Hoe hebben we dit aannemelijk proberen te maken? Objectieve factoren gaan minder en minder een rol spelen in onze relaties terwijl persoonlijke factoren (meningen, interesses, ...) meer en meer een rol spelen. Hierdoor worden relaties intenser. Zodra deze subjectieve omstandigheden veranderen kunnen daarom ook de relaties plots instorten. Op deze manier worden relaties bovendien instabieler.
17
Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij (26)’: [...] Grotere sociale (keuze)vrijheid: van “stabiele sociabiliteit” naar “vlottende socialiteit”: • “Bij het aangaan van vriendschaps-, vrijetijds- of liefdesrelaties spelen persoonlijke affiniteiten een almaar grotere rol. ‘Groepsvorming gebeurt in toenemende mate op grond van “subjectieve” factoren,’ . . . ‘Gedeelde culturele interesses en aspiraties . . . , eerder dan gegeven “objectieve” factoren als werk of buurt, breng[en] mensen tegenwoordig samen’. . . ” • M.a.w.: onze relaties worden intenser (cf. stelling 2 van DW) • Gevolg: onze relaties worden instabieler (cf. stelling 2 van DW): “Wanneer het ‘ge¨ındividualiseerde individu’ zich niet langer kan vinden in een liefdes-, huwelijksof vriendschapsrelatie, gaat z/hij vaak op zoek naar anderen bij wie men zich wel ‘thuis voelt’. Het zich binnen de leefwereld afspelende sociale leven krijgt hierdoor een meer vlottend en minder duurzaam karakter.” [...] Volgens Dirk De Wachter zorgt de hedendaagse samenleving ervoor dat we ons allemaal afvragen wie we zijn, wat we hier doen en waartoe het allemaal eigenlijk dient. Hoe hebben we dit aannemelijk proberen te maken? Omdat er geen universeel geldende waarheden en geen funderingen meer zijn (pluralisme), zijn er geen voorgegeven antwoorden meer op de vraag wie we zijn. We worden nu alleaal geconfronteerd met de vraag ‘Wie ben ik’, ‘Wat doe ik hier?’, ‘Waartoe dient het allemaal?’. Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij (23)’: [...] • Gevolgen voor het individu: Er zijn geen voorgegeven antwoorden meer op de vraag wie we zijn = “Ver-onzeker-ing” van onze identiteit (OT, p. 66): • Individualisering/detraditionalisering/het einde van de grote verhalen er zijn geen vaste referentiekaders meer en dus geen voorgegeven antwoorden op de vragen wie we zijn en wat onze plaats is in de maatschappij en de wereld • Pluralisering → confrontatie met andersheid en met de particulariteit van ons eigen verhaal (onze visie = een bepaald en beperkt perspectief, er zijn andere perspectieven die eigen legitiem blijken te zijn. . . ) we worden allemaal geconfronteerd met de vraag ‘wie ben ik?’, ‘wat doe ik hier?’, ‘waartoe dient het allemaal?’ = stelling 3 van DW [...] Volgens Dirk De Wachter vertonen we allemaal kenmerken van impulsiviteit. Hoe hebben we dit aannemelijk proberen te maken? Om te ontsnappen aan een zeer veranderlijke en onstabiele identiteit, gaan we op zoek naar een onmiddellijke identiteit. Een van de twee strategi¨een hiervoor is deze van de kick-cultuur waar we onszelf overleveren aan intense ervaringen waarbij de ervaringshonger steeds toeneemt. De postmoderne mens is steeds op zoek naar het nieuwe dat specialer en straffer moet zijn dat het vorige. Het gewone, normale en alledaagse is niet voldoende en wordt niet verdragen. Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (34,35)’: [...] Toenemende ervaringshonger: • = de postmoderne mens wil (en moet!) beleven, ervaren, genieten, plezier maken, voelen dat hij/zij leeft (= de “genotscultuur” of “kickcultuur”) • Kan de postmoderne mens nog verlangen? Of moet het allemaal “nu” en “onmiddellijk”? • De postmoderne mens is altijd op zoek naar het nieuwe, datgene dat hij/zij nog niet meegemaakt heeft (en dat moet steeds straffer en specialer zijn) • De postmoderne mens verdraagt het gewone, het banale, het alledaagse maar moeilijk
18
• DW besluit: We vertonen allemaal kenmerken van impulsiviteit (= stelling 4) [...] Volgens Dirk De Wachter is zelfdestructie een eigenschap van onze samenleving. Hoe hebben we dit aannemelijke proberen te maken? We zitten in een tijd waarin het oppervlak, het uiterlijk steeds belangrijker wordt, de lichaamscultuur. Het lichaam wordt getraind en versierd op allerhande mogelijkheden (fitness, piercings, bodybuilding, plastische chirurgie,. . . ). Dit alles om ervoor te zorgen dat we erbij horen. Wie er niet bij hoort, valt uit de boot en om dit te vermijden, zijn we zelfs bereid over de grens te gaan van de automutilatie. Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (36)’: [...] Toenemende lichaamscultuur: • = het lichaam wordt getraind, versierd, veranderd om erbij te horen & uit te drukken wie men is/wil zijn (fitness en bodybuilding, tatoeages en piercings, plastische chirurgie en esthetische operaties) • Visie van De Wachter: onze doorgedreven lichaamscultuur brengt ons dicht bij of zelfs over de grens van de automutilatie → stelling 5: zelfdestructie is een kenmerk van onze samenleving [...] Volgens Dirk De Wachter zijn we allemaal affectlabiel. Hoe hebben we dit aannemelijk proberen te maken? Identiteit is een oppervlaktestructuur geworden en ontbreekt een basis, een geraamte. Zodra de omgeving veranderd, dreigt de identiteit in te storten. We zijn daardoor allemaal affectlabiel. Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (32)’: [...] Gevolg: onze identiteit drijft zeer veranderlijk (flu¨ıde, vloeiend, instabiel) te worden: [...] → stelling 6 van DW: we zijn allemaal affectlabiel. [...] Volgens Dirk De Wachter hebben we allemaal last van zinloosheid en leegte. Hoe hebben we dit aannemelijk proberen te maken? E´en van de gevolgen van de pluralisering is ori¨entatieverlies. Het wordt moeilijker om ons te situeren in een groter en overkoepelend geheel. Bovendien veroorzaakt de keuzestress een toenemende onzerheid bij de mensen. Zingeving wordt uiteindelijk steeds meer een probleem. Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (24)’: [...] Ori¨entatieverlies = het wordt moeilijker om zich te situeren in een groter en overkoepelend geheel → zingeving/-vinding wordt steeds meer een probleem = stelling 7 van DV: We hebben allemaal last van zinloosheid en leegte. [...] Volgens Dirk De Wachter leven we in een tijd die doordrenkt is van onaangepaste agressieregulatie. Hoe hebben we dit aannemelijk proberen te maken? Vanuit de mediacultuur komt er een geweld op als gevolg van zinloosheid en machteloosheid. Er is angst en de mensen willen zich beschermen. Het geweld is dan een verzet tegen machteloosheid. Bijvoorbeeld: Een gezinsdrama dat totaal onverwacht was door de omgeving. Veroorzaakt plots een spoor van geweld, en voordien leek dit zo onwaarschijnlijk. Bijvoorbeeld: Kinderen hebben weinig ruimte om hun energie kwijt te spelen (geen veilige straten om te spelen, ...) → extreem geweld
We denken dat het ons niet zal overkomen maar voorbeelden (De Gelder, Breivik,. . . ) tonen aan dat onhandelbare woede bij gewone mensen, uit gewone buurten voorkomt. Helaas zorgt het overaanbod aan voorbeelden ervoor dat we eraan wennen. We staan niet meer stil bij hoe ernstig het probleem wel niet is omdat door gewennig onze grenzen stillaan uitgebreid worden. Ten tweede is er de overgang van onschuldig kattenkwaad naar hooliganisme. Het moet altijd meer en straffer: aan belleke trek is niets spannends meer aan. Bovendien hebben kinderen veel meer tijd waardoor ze ‘zomaar, voor de lol’ wat winkelruiten gaan inslaan. Als laatste stellen we de paradox die ons een vals gevoel van veiligheid geeft: geweld wordt steeds meer met zichtbaar geweld bestreden (blauw op straat, avondklok,. . . ). De paradox zit hem in het feit dat het net deze maatregelen zijn die geweld uitlokken. 19
Slides: ‘Wat kenmerkt onze maatschappij? (37)’: [...] En wat met stelling 8, “We leven in een tijd die doordrenkt is van onaangepaste aggressieregulatie”? • Hebben we daar wel last van? • Tegenvoorbeelden • Wat is er veranderd? 1. Televisie- en computercultuur als voedingsbodem 2. Van kwattenkwaad tot hooliganisme als extreme uitingsvorm zinloosheid 3. Machteloosheid als overheersend gevoel & geweld als paradoxaal antwoord [...] Volgens Dirk De Wachter vertonen we allemaal voorbijgaande, stressgebonden parano¨ıde/ dissociatiesymptomen. Hoe hebben we dit aannemelijk proberen te maken? De hypecultuur zorgt ervoor dat onze emotionele band met gebeurtenissen even vluchtig wordt als de hypes die ze aan de kaart brengen. We hebben geen oog meer voor de effectieve impact van een gebeurtenis maar hechten er belang aan naargelang hoeveel aandacht de media eraan besteed. Plots voelen we allemaal mee met een mooi in beeld gebracht oorlogsslachtoffer dat we twee dagen al weer vergeten zijn en vervangen hebben door een terroristische aanslag in het Midden- Oosten. Borderline Times (p. 183): [...] Sommige spontane emotionele reacties lijken gedissocieerde hypes: bepaalde gebeurtenissen worden enorm uitvergroot, en even snel als ze gekomen zijn, lijken ze ook weer verdwenen. [...] Wat kenmerkt volgens Paul Verhaeghe het neoliberalisme? Wat doet het neoliberalisme met het ego¨ısme? Welk moreel onderscheid maakt het neoliberalisme? Het geeft een herdefini¨ering van het ego¨ısme. Dat gebeurt in 3 stappen: 1. Het is een typisch menselijk kenmerk 2. Het is de hoogste vorm van rationaliteit 3. Ego¨ısme wordt een menselijke deugd Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] Binnen het neoliberalisme krijgen we dan ook een doelbewuste herdefini¨ering van het ego¨ısme. Dit gebeurde in drie stappen. Vooreerst wordt ego¨ısme voorgesteld als een typisch en dus normaal menselijk kenmerk, met uitspraken zoals: ’Iedere mens is in wezen een ego¨ıst, wie iets anders beweert, die liegt’ en ’Altru¨ısme is niets anders dan uitgesteld ego¨ısme.’ Ongeveer iedereen voelt zich daardoor aangesproken, omdat ongeveer iedereen inderdaad al ego¨ıstisch gehandeld heeft, en zich daarover schuldig voelt. De tweede stap is dat ego¨ısme naar voor geschoven wordt als hoogste vorm van rationaliteit: ’Een rationeel wezen denkt in eerste instantie aan zichzelf, dat is de beste strategie.’ Oef! We hoeven ons toch niet zo schuldig te voelen. Ten slotte wordt ego¨ısme herdoopt tot een menselijke deugd, want het precies dit ego¨ısme dat de vrije markt beter doet functioneren, en dat is uiteindelijk in het belang van iedereen. [...] Het moreel onderscheid tussen de moreel superieure mens (entrepeneur) en de immorele mens (degene die profiteert). Winaars vs. verliezers. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] Op grond daarvan kunnen we de ideale identiteit defini¨eren: de ’entrepreneur’, als de moreel superieure mens waarop de maatschappij berust. Hardwerkend en toch flexibel, rationeel en dus instrumenteel-ego¨ıstisch, effici¨ent en dus uit op meer winst. Daartegenover staat de immorele mens: ’Wie niet produceert, die profiteert’ (Decreus, 2013), met armoede als een symptoom van luiheid. Een neoliberale maatschappij evolueert vrij snel naar een dergelijke tweedeling: de winnaars bovenaan, die hun succes enkel te danken hebben aan hun eigen inzet en talent, de verliezers onderaan, wiens verlies hun eigen schuld is. Op de koop profiteren die verliezers van wat de hardwerkende entrepreneurs opgebouwd hebben, waardoor ze hun immorele
20
aard nog meer bevestigen. Daarmee ontstaat er meteen een nieuw schuldgevoel – ik ben een loser, en heb dat alleen maar aan mezelf te danken. [...] Wat wil Paul Verhaeghe duidelijk maken met de metafoor van het “call center”? Het aatal opties waartussen we door het neoliberale bestel kunnen kiezen is erg beperkt en wordt ons letterlijk gedicteerd. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] Dit kadert bij het belangrijkste en vermoedelijk ook het gevaarlijkste neoliberale idee: dat de huidige invulling van de vrije markt ons maximale individuele vrijheid zou opleveren en een minimum aan dwang. De facto is het omgekeerde meer en meer waar: de zogenaamde ’vrije’ markt dwingt ons in een keurslijf met heel beperkte opties. Ik maak graag de vergelijking met een call center, waar een zoetgevooisde stem ons haar keuzepalet oplegt: ’Voor optie x, kies 1, voor optie y, kies 2, voor optie z, kies drie’. Ik beschouw dit als een metafoor voor het neoliberale bestel: het aantal opties waartussen we kunnen kiezen, is niet alleen erg beperkt, bovendien worden ze letterlijk gedicteerd. [...] Ook is er geen centrale autoriteit meer die aanspreekbaar is en ter verantwoording kan geroepen worden; dit zorgt voor een gevoel van machteloosheid. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] Het call center als metafoor laat mij toe nog een ander kenmerk naar voor te schuiven: de anonimiteit, het verdwijnen van een centrale autoriteit die aanspreekbaar is en ter verantwoording geroepen kan worden als het verkeerd loopt. De verdwijning van een autoriteitsfiguur draagt sterk bij tot ons veralgemeend gevoel van machteloosheid. We weten niet meer naar wie we kunnen stappen met onze klacht, vandaar het succes van politieke goeroes die law and order beloven. [...] Welke drie argumenten biedt Paul Verhaeghe om te onderbouwen dat het neoliberalisme negatieve gevolgen heeft? 1. Het doet de loonspanning stijgen, wat zorgt voor een negatieve evolutie in bijna alle psychosociale gezondheidsindicatoren. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] Het eerste ligt op het ruime maatschappelijke vlak. Een neoliberale maatschappij doet de zogenaamde loonspanning, het onderscheid tussen de hoogste en laagste inkomens, sterk stijgen. Er is zeer overtuigend onderzoek dat dit vrij snel leidt tot een negatieve evolutie van ongeveer alle psychosociale gezondheidsindicatoren: hoe groter de sociale ongelijkheid, des te meer mentale stoornissen, tienerzwangerschappen en kindersterfte, agressie, zowel in de huiskamer als op straat, criminaliteit, drug- en medicatiegebruik enzovoort. [...] 2. Toenemend gevoel van onbehagen, het andere individu is een potenti¨ele bedreiging. Het zorgt voor individualisme dat veel eenzaamheid oplevert. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] Het tweede argument drukt zich vooral uit op het individuele vlak en geeft een verklaring voor het toenemend gevoel van onbehagen bij het zogenaamde ’vrije’ individu. Het neoliberale systeem gaat op een systematische manier alle sociale verbanden doorknippen. Het is het individu dat ge¨evalueerd wordt, dat al dan niet een bonus krijgt of een individuele trajectbegeleiding, enzovoort. Het andere individu is daarbij een potenti¨ele bedreiging en steeds een concurrent binnen een veralgemeende Rank and Yank gemeenschap (’Hoeveel ’likes’ heb jij op je facebookpagina? En hoeveel bezoekers op je blog?’). Een typisch gevolg daarvan is de exponenti¨ele toename van contracten, als uitdrukking van ons veralgemeend wantrouwen. Het doorgedreven individualisme levert vandaag heel veel eenzaamheid op, als pijnlijkste symptoom van onze tijd. Even terugkeren naar wat ik daarstraks zei over sociale diersoorten: een individu dat alleen zit, is ofwel ziek ofwel uitgesloten. [...] 3. Het zorgt voor rampzalige ecologische effecten.
21
Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] Tot slot het derde argument, waar er vandaag veel te weinig aandacht aan besteed wordt, met name de ronduit rampzalige ecologische effecten, met als laatste voorbeeld de CO-2 uitstoot. Het wordt ronduit cynisch als we zien hoe het neoliberale model dit denkt op te lossen: om de broeikasgassen te beperken, heeft men er een handeltje van gemaakt, met bijgevolg letterlijk aandelen in gebakken lucht. [...] Waarom is het volgens Paul Verhaeghe een misvatting te geloven dat meer markt zorgt voor meer democratie? Meer markt leidt tot minder democratie. Dit omdat de overheid het idee van vermarkting nagenoeg volledig heeft overgenomen. Hierdoor zal er steeds meer machtsongelijkheid ontstaan en het verdwijnen van autonomie wordt nog meer in de hand gewerkt. Zo zal men negatieve gevolgen van vrije markt met nog meer vrije markt willen oplossen. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] De oorzaak daarvan ligt in het feit dat de overheid het idee van de vermarkting zo ongeveer volledig overgenomen heeft, met als structureel gevolg de installatie van een toenemende machtsongelijkheid en het verdwijnen van de autonomie. [...] Waarom zorgt meer markt volgens Paul Verhaeghe voor meer regelgeving en procedures? Dit komt door de koppeling van overheid aan vrije markt, ze zijn volgens hem synoniemen geworden. De neoliberale versie van de vrije markt heeft het sociaal vertrouwen weggeveegd. We zijn een verzameling individuen die alleen uit zijn op hun eigen voordeel. We zien elkaar als concurrenten en denken alleen nog aan ons eigenbelang. Als resultaat hiervan is er een stijgend aantal regels en een toegenomen disciplinering nodig. Paul Verhaeghe over het neoliberalisme: [...] Vandaag hebben we veel te veel regelgeving – daar zijn we het wel over eens – en we leggen daarvoor de schuld bij de overheid. De oplossing wordt dan minder staat en meer vrije markt. Wat we daarbij niet zien, is dat de overheid ondertussen zo ongeveer synoniem is van de vrije markt, en dat precies die koppeling aan de basis ligt van de exponenti¨ele toename van regels. De neoliberale versie van de vrije markt heeft het sociaal vertrouwen weggeveegd en haar eigen uitgangspunt in toenemende mate gerealiseerd, met name een verzameling individuen die alleen uit zijn op hun eigen voordeel. Het antwoord daarop is een groeiend aantal regels, en vooral, een toenemende disciplinering van overheidswege. Dit wordt verkocht – soms letterlijk – onder het mom van responsabilisering. [...] Hoe sluit onze bespreking van Frans De Waal (begin van thema 3) aan op de bespreking van het neoliberalisme (einde van thema 2)? Hoe hebben we met andere woorden de overgang tussen beide thema’s gemaakt? Bij het neoliberalisme wordt ego¨ısme geherdefini¨eerd: het is een normaal menselijk kenmerk, het betreft de hoogste vorm van rationaliteit en het is een menselijke deugd. Ook in het artikel van De Waal wordt de mens en dier oorspronkelijk als rivaliserend gezien. Er wordt gesteld dat we enkel aan ons eigen gewin denken. Dit beeld domineert dan ook ons denken over de mens en sluit aan bij de neoliberalistische gedachte. Waarom kreeg het derde thema als titel “Kwetsbaar geluk” mee? ben helemaal niet zeker Het fundament van de verantwoordelijkheid in de 2de persoon is de raakbaarheid voor de (lijdende) ander. Het lichaam is door zijn kwetsbaarheid gevoelig voor wat een ander mens wordt aangedaan. Aan jouw de keuze je verantwoordelijkheid op te nemen, maar als je dit niet doet heb je ethisch kwaad gehandeld en heb je schuld. Ons geluk wordt sterk be¨ınvloed hierdoor en is dus erg kwetsbaar. Wat zijn volgens Frans De Waal de drie lagen van empathie? De Waal beschouwt empathie als een Russische matroesjka. De binnenste laag, het fundament, bestaat uit PAM (Perception-Action mechanism) en omvat het vermogen om de emotionele toestand van een ander over te nemen. Als tweede laag is er het vermogen om de gevoelens van een ander in te schatten en te beoordelen (sympathetic concern). Het belangrijkste voorbeeld hiervan is het geven van troost. Ten derde is er de empathische perspectiefname wat het begrijpen wat andere willen of nodig hebben inhoudt. Hierdoor zijn we in staat gericht te helpen. Wat is altru¨ısme en op welke manier is empathie hiervan het evolutionair fundament? 22
Altru¨ısme is het helpen van anderen zonder er zelf voordeel uit te halen. Bij empathie ziet men onmiddellijk voordeel voor zichzelf aangezien het helpt om te overleven. Dit zorgt ervoor dat empathie automatisch werkt. Automatisch zullen we, als we voordien obv empathie anderen geholpen hebben, in de toekomst ook nog anderen helpen. En dit hoeft dan niet per se altijd een voordeel voor onszelf op te leveren. Dus altru¨ısme zal later optreden nadat men automatisch empathie kreeg. Leg uit: “Het is niet omdat biologen het voortdurend over concurrentie hebben dat ze concurrentie aanbevelen” (Frans De Waal). Elk dier (waaronder de mens) is van nature uit rivaliserend, en de huidige neoliberare maatschappij haalt dit oerinstinct terug naar boven. Dit impliceert niet dat we dit ook moeten doen. Hier speelt empathie een belangrijke rol. Empathie zorgt ervoor dat we ons in kunnen leven met de medemens en ook kunnen handelen vanuit een altru¨ıstisch standpunt i.p.v een rivaliserend standpunt. De aanleiding voor het vertellen van de parabel van de Barmhartige Samaritaan is de vraag van een wetgeleerde. Om welke vraag gaat het hier? Waarom is dat een strikvraag? Hoe ontsnapt Jezus aan de valstrik? ”Wie is mijn naaste?”Het is een strikvraag omdat ’naaste’ een categorie opmaakt. En wie een categorie gebruikt, sluit automatisch anderen uit. De geleerde weet dus maw dat ”naaste”de uitsluiting van andere bevolkinsgroepen impliceert. Jezus ontsnapt als een ware actieheld door het begrip uit te leggen adh van het verhaal van de barmhartige samaritaan. Hierdoor wordt de vraag naar het object van de naastenliefde (”Wie is mijn naaste?”) vervangen door een vraag naar het subject van de naastenliefde. Wat wordt bedoeld met “het lichamelijk fundament van de intermenselijke ethiek”? De ethische betrokkenheid op de ander vind haar vertrekpunt in mijn lichaam dat door zijn kwetsbaarheid gevoelig is voor wat die andere mens aangedaan wordt. Intermenselijke ethiek heeft dus in de eerste plaats te maken met geraakt worden en raakbaar zijn voor het lot van de heel contrete ander. Het raakt ons letterlijk door merg en been. Onrecht treft ons niet geestelijk, los van ons lichaam, maar precies doorheen ons lichaam en zijn gevoeligheid (zowel zintuiglijk als zinnelijk). Wat is de ethische grondervaring? Zie p83 barmhartige samaritaan. De ethische verhouding met de ander begint niet als positieve beweging, maar eerder als een schokervaring. Iemand zo zien lijden roept dingen in je op. Je MAG de man niet laten liggen, maar eigenlijk KAN je het toch. Als ik beslis de man te laten liggen, besef ik dat wat dus in feite kan, eigenlijk niet mag. En dat is de kern van de ethische grondervaring. Waarom is de naastenliefde een gebod? Naastenliefde vertrekt vanuit de objectieve gegevenheid van de ander die zich onaangekondigd aan mij voordoet. Deze ‘uitwendige’ verschijning betekent voor mij een gebod om die ander in zijn ‘anders-zijn’ tegemoet te komen. Niet omdat ik er een subjectieve voorkeur voor heb maar omdat de ander een app`el in me oproept dat de anders als (nood)lijdende ook recht heeft op mijn liefde. Op welke manier maakt het verschijnen van de noodlijdende ander mij uniek? Door de uitverkiezing, door de verschijning van de (nood)lijdende ander, ontdek ik mijn eigneheid op een heel andere manier. Ik ben de unieke, niet door karaktertrekken, presataties en status tegenover de anderen maar omdat ik apart gesteld word. Hier en nu ben ik als enige uitverkoren en geroepen om de unieke noodlijdende ander nabij te zijn. Wat zijn de kenmerken van de barmhartigheid? • Zich toewijden aan het welzijn van de ander • De ander in zijn lijden en sterven niet alleen laten • Gratu¨ıteit, volstrekte asymmetrie of niet-wederkerigheid • Een in principe eindeloze beweging van steeds meer toewijding en inzet (roept uiteraard de vraag op naar de grenzen van de barmhartigheid) • Niet louter spiritueel, maar door en door aards en economisch een ethische herijking van de zelfontplooiing + eigen vermogen als mogelijkheids-voorwaarde van barmhartigheid In de hedendaagse bewerking van de parabel van de Barmhartige Samaritaan die tijdens de les getoond werd, wordt ons aangeraden iedereen lief te hebben alsof ze dood zullen zijn tegen middernacht. Hoe kunnen we dit begrijpen? 23
Als je iedereen ziet alsof ze gaan sterven, dan verwacht je niets terug van die persoon (want hij gaat sterven). Er wordt dus opgeroepen om altru¨ıstisch te handelen en je verantwoordelijkheid in 2e persoon op te nemen. Bespreek de grenzen van de barmhartigheid in verwijzing naar Genesis, hoofdstuk 12. Over de fundamenten van de ethiek(22): [...] Twee (complementaire) grenzen: • 1. De eigen persoonswaarde en integriteit als grens • 2. Verantwoordelijkheid in de derde persoon [...] 1. Niemand hoeft afstand te doen van zijn/haar menselijke waardigheid – ik mag er niet mee instemmen mezelf louter als middel te behandelen en zo mezelf te vernietigen (cf. Kants categorische imperatief). Niemand kan verplicht worden het beeld van god in zich vergeten. Wanneer Sara niet toestemt alles op te geven om Abraham te redden, is dit geen teken van ethische zwakte maar een weigering om haar eigen persoonswaarde op te geven. 2. Helemaal ingaan op het appel van ´e´en noodlijdende is onrecht doen aan de derden. Abraham brengt door Sara voor te stellen als zijn zus, de belofte aan god in gevaar. Sara moet haar ware status bekend maken indien ze de verantwoordelijkheid in derde persoon tov het volk wil behouden. Wat is de band tussen de parabel van de Barmhartige Samaritaan en Schindler’s List? In beide scenario’s vindt zich een alteriteitservaring plaats. De priester, de Leviet en de Samaritaan worden geconfronteerd, overvallen met iets onverwacht. Het stelt hun identiteit in vraag en lokt engagement uit. Hetzelfde geld in Schiendler’s List waarbij WOII iets is dat de mens te boven gaat, iets wat de grens overschreef. Denk aan het meisje in het rood midden in een zwart-wit film. Wat doet dat meisje tussen al die ellende? Dat klopt niet. Schindler werd geconfronteerd met de Joden die in ellende leven. Hij stelt zijn identeit volledig in vraag. Uiteindelijk lokt dit een engagement uit van zijn kant: hij koopt veel Joden vrij. Een ander verband is de verantwoordelijkheid in de tweede persoon. Schindler komt de ander (de Joden) tegen op zijn weg, dit gebeurt onverwacht en hij heeft de keuze: ofwel gaat hij naar huis met zijn geld (en neemt hij zijn verantwoordelijkheid niet op, dan is hij dus zoals de Leviet en de priester), ofwel beantwoordt hij het app`el van de noodleidende ander. Dit is ook wat hij uiteindelijk doet. Waarom werden tijdens de les fragmenten uit Schindler’s List getoond? Wat hebben we geleerd uit deze fragmenten? Ze werden getoond om het begrip alteriteitservaring aan te tonen. Schindler maakt zelf een alteriteits ervaring mee op het moment dat hij een klein meisje met rode jas ziet. Hij ziet haar als een uniek individu, niet als een nummer. Wat doet dat meisje in al die ellende vraagt hij zich af. Schindler stelde zich de vraag: ”Is dit wat ik wil?”Hij beslist om Joden vrij te kopen i.p.v geld te verdienen. Wat we hieruit leren is dat we gevoeliger moet worden voor alteriteitservaringen: leren zien/ervaren wat niet klopt en wat ons overkomt en er bovendien mee ingaan. Wat is de visie van Francis Collins op de verhouding tussen geloof en wetenschap? Collins is zelf een ‘believer’ en ziet geen conflict in het geloof in God en wetenschap. Hij gelooft niet dat je moet kiezen tussen ´e´en van de twee werelden maar dat we moeten geloven in een alternatief waarin je zowel een volledig gevormd gelovige als wetenschapper kan zijn. Als je als wetenschapper iets nieuws ontdekt, moet je vereerd zijn dat je iets kleins hebt te zien gekregen van wat al heel lang in ‘God’s mind’ is. Op deze manier probeert hij jongeren uit een gelovig gezin uit hun crisis te halen wanneer ze op school leren over evolutie ed. Hij probeert een harmonie te cre¨eren tussen deze twee begrippen zodat wetenschappers het geloof niet verwerpen in hun onderzoek. (Harmoniemodel) Slides: Geloof en wetenschap (9): [...] Eerste voorbeeld: de opdrachtverklaring en geloofsbelijdenis van de “BioLogos Foundation” (gesticht door Francis Collins, zie www.biologos.org): • “BioLogos invites the church and the world to the harmony between science and biblical faith as we present an evolutionary understanding of God’s creation.”
24
• “Properly interpreted, Scripture and nature are complementary and faithful witnesses to their common Author.” • “We believe that God typically sustains the world using faithful, consistent processes that humans describe as ‘natural laws’. Yet we also affirm that God works outside of natural law in supernatural events, including the miracles described in Scripture.” [...] Hoe probeert Stephen Jay Gould het conflict tussen geloof en wetenschap op te lossen? Slaagt hij in zijn opzet? Hij stelt dat geloof en wetenschap twee gescheiden, evenwaardige en complementaire ondernemingen zijn met elk een strikte taakverdeling. Er is dus geen conflict mogelijk tussen beide. Dit is het NOMAprincipe (Non-Overlapping Magisteria) waarbij de wetenschap geen religieuze of ethische conclusies mag trekken en religieuze uitspraken niet in mogen gaan tegen de wetenschappelijke inzichten. Toch is de verdeling niet even eerlijk want de wetenschap stelt dat we in een gesloten universum leven met gestelde natuurwetten waarbinnen er dus geen goddellijne intervensie mogelijk is. Op deze manier laat het NOMAmodel onvoldoende speelruimte voor een echte godsdienst. Het NOMA-model slaagt er niet in een harmonieuze samenhang te cree¨eren tussen de twee begrippen. Hij plaatst ze naast elkaar waardoor er een kloof ontstaat. Omwille van theologische redenen is een t´e grote afstand tussen geloof en weten niet wenselijk. Wat is de visie van Herman De Dijn op de verhouding tussen geloof en wetenschap? Formuleer een mogelijke kritiek op zijn visie. De Dijn stelt het kloofmodel waarbij er een onderscheid dient gemaakt te worden tussen de cognitieve en zingevende interesse. De cognitieve interesse omvat de wetenschappelijk rationaliteit. De zingevende interesse omvat religie en heeft niets te maken met het inzien van ware, controleerbare stellingen maar met in-waarheid-leven. Het draait niet om rationaliteit maar om redelijkheid. Maar zorgt dit model niet voor en t´e grote kloof tussen beide? Zorgt dit er niet voor dat elke dialoog op voorhand al zinloos wordt? slides Geloof en Wetenschap(8): [...] [1] Religie [heeft] niet primair te maken met het hebben van of met het zoeken naarde wetmatigheden in de werkelijkheid, ook niet met het zoeken naar de waarheidbetreffende het universum of betreffende de oorsprong van alles. Religie betreft in deeerste plaats een manier van leven waarin men bekwaam en bereid is zich ten minsteaf en toe op een bepaalde wijze te confronteren met [2] de beperktheid of eindigheidvan zichzelf, van zijn geliefden en van alles wat we de moeite waard vinden. Dieconfrontatie [...] vergt niet zozeer steeds dieper gravend wetenschappelijk onderzoek,maar de bereidheid tot [3] bepaalde houdingen, tot gepaste manieren van reageren,kortom tot een juiste manier van leven [...] Hoe probeert John F. Haught het conflict tussen evolutietheorie en christendom op te lossen? Formuleer een mogelijke kritiek op zijn poging. Haught is voorstander van het harmoniemodel. De evolutietheorie stelt ons in staat ons Godsbeeld uit te zuiveren. God is niet de ’almachtige en onbeperkt in de werkelijkheid ingrijpende heerser van het universum’. God is niet meer nodig dankzij de evolutietheorie. Hij heeft dit in gang gezet en blijft er verder van af. Omdat de evolutietheorie ons dwingt af te stappen van God als een almachtige heerser, vormt ze een zegen en geen bedreiging voor het christendom. Het is een herontdekking van de kern van het christendomn nl. een God die zich ’klein maakt’. Kritiek: als kritiek hierop kunnen we ons afvragen of het wel mogelijk is om darwinisme niet materialistisch te interpreteren. De darwinistische evolutietheroie is in wezen een poging om een materialistisch wereldbeeld te vormen, los van geestelijke factoren. Bovendien leidt integratie altijd dat theologie of wetenschap op maat wordt gesneden om de compatibiliteit met de andere helft te garanderen. Hoe denkt het differentiemodel over de verhouding tussen geloof en wetenschap? Het is geen absolute scheiding tussen geloof en wetenschap. De gelovige ziet de wetenschap als een uitdaging voor het eigen gelovige verhaal. Wetenschap is niet de vijand, niet de concurrent, ook niet de vreemde die voor het christelijke geloof volstrekt irrelevant is, maar een partner in de zoektocht naar een beter begrijpen van mens en wereld, ook spreken beide een andere taal en behoren de resultaten van de wetenschappelijke zoektocht tot een ander taalregister.
25
4
Synthesevragen
Schets de rode draad van het argument dat we doorheen de ganse cursus ontwikkeld hebben. eerste vraag is enorm vaag, kweenie als hij dit bedoelde, ma lijkt mij wel het belangrijkste, een deel is gekopieerd van een andere student. Religie voor wetenschappers houdt natuurlijk in dat de verhouding tussen religie en wetenschap aan bod moet komen. We hebben dan ook met dit onderwerp concreet de cursus afgesloten. Toch was het onderwerp impliciet doorheen de cursus aanwezig. • We konden besluiten dat ego¨ısme verankerd zit in de natuur van de mens. Doorheen de evolutie hebben de mensapen een hoger bewustzijn ontwikkeld waardoor empathie mogelijk werd. • De voor -en nadelen van de neoliberale maatschappij werden bestudeerd. Zo weten we bijvoorbeeld dat de verhoogde loonspanning leidt tot een negatieve evolutie van de psychosociale gezondheidsindicatoren. Zo kunnen we objectief besluiten dat een hogere loonspanning een slechte zaak is. • Nog een punt waarbij wetenschap impliciet aan bod is gekomen is bij identiteit. Aan de hand van tweelingen zien we dat mensen met identiek genetisch materiaal toch verschillende persoonlijkheden (identiteiten) ontwikkelen als ze in verschillende omgevingen opgroeien. Zo kan men objectief besluiten dat het erfelijk materiaal niet uitsluitend verantwoordelijk is voor de vorming van onze identiteit. • ... Conclusie: men gebruikt wetenschap om de religie te helpen sturen. Religie mag wetenschappelijke ontwikkelingen niet negeren, maar moet ze gebruiken. ⇒ differentiemodel Tijdens de lessen hebben we het proces van individualisering gebruikt als leessleutel om de hedendaagse samenleving te begrijpen. Bespreek dit proces. Wat houdt het in? Welke oorzaken heeft het en welke gevolgen voor onszelf als individu en voor onze relaties? Individualisering is een twee-staps proces: het bestaat uit detraditionalisering en vrijmaking. Detraditionalisering wijst erop dat we de vooropgelegde normen en waarden reflecteren en relativeren. Dit betekent niet dat tradities verdwijnen maar wanneer we ons eraan willen houden is dit onze eigen, vrije keuze. Bovendien verbreedt het spectrum aan keuzes enorm door vrijmaking. Wat je later als mens wordt, hangt steeds minder af van je omgeving en wordt je eigen keuze. Dit brengt wel met zich mee dat je verplicht bent om te kiezen, identiteitsconstructie wordt een plicht. Dit leidt ons tot een meritocratie waarbij je krijgt wat je verdient. Dit zorgt er echter voor dat de lat steeds hoger wordt gelegd wat ons leidt in een prestatiemaatschappij. Door individualisering is ook groepsvorming een keuze. Je kiest je omgeving bewust op basis van subjectieve factoren en waar je je niet thuis voelt, blijf je niet. Je socialiteit is geen vast begrip maar een vlottend iets. Bovendien beantwoorden relaties niet langer aan vooropgestelde rolverwachtingen. Onderlinge relaties worden steeds meer een onderling afgesproken begrip. Een ge¨ındividualiseerde leefwereld hoeft dus niet ego¨ıstisch te zijn. Er bestaan nog steeds overeenkomstige waarden en normen maar je leefwereld is een plaats van overleg. Bespreek het debat tussen Paul Verhaeghe en Paul De Grauwe. Leg hierbij onder meer uit waarom het nuttig kan zijn een onderscheid te maken tussen twee betekenissen van “neoliberalisme”. Paul Verhaege omschrijft neoliberalisme als een nieuw en dwingend narratief dat onze moderne maatschapij typeert. Het kernidee is dat effici¨entie het hoogste goed is. Effici¨entie verkrijgt men door concurrentie op te zetten tussen mensen (werknemers). Typisch gevolg hiervan is dat ego¨ısme beschreven word als de natuur van de mens en zelfs als een goede zaak. Ander gevolg is dat mensen verplicht worden om ’het te maken’, je bent zelf verantwoordelijk voor je succes. Paul Verhaege is ook sterk tegen dit neoliberalisme en omschrijft hoe het (deels) de oorzaak is van stijgende loonspanning, een gevoel van onbehagen en rampzalige ecologische gevolgen. Bovendien zorgt het neoliberalisme voor meer regelgeving. Paul de Grauwe is zelf economist en probeert het standpunt van Verhaege te relativeren: Neoliberalisme verschilt niet zo fel van wat we al lang kennen. Hij stelt dat de vrije markt nog steeds het beste systeem is om de economische verhouding tussen mensen te regelen. (maak hierbij wel de opmerking dat hij niet pleit voor volledig vrije mark: laissez faire, maar voor vrije markt met regelgeving). Dus ter samenvatting, neoliberalisme is volgens 26
• Verhaege: Liberalisme waarbij de politiek ondergeschikt is aan de markt. • De Grauwe: De samenleving moet zo georganiseerd worden dat iedereen zoveel mogelijk vrijheid heeft. → 2 definities Hoe kunnen we de inzichten van Frans De Waal en de parabel van de Barmhartige Samaritaan met elkaar in verband brengen? De parabel van de barmhartige Samaritaan probeert uit te leggen dat mensen barmhartigheid moeten tonen voor elkaar, Hun verantwoordelijkheid in de 2e persoon moeten opnemen. Maar kan men dit wel verwachten van de mens? Want volgens (Paul Verhaege’s versie van) het neoliberalisme is de mens van nature ego¨ıstisch en is dit ook een goede zaak. Mensen zullen dus van nature geen barmhartigheid tonen en hoeven dit ook niet te doen... Frans de Waal probeert te duiden dat dit helemaal niet waar is. De mens heeft een natuurlijk vermogen tot empathie. Dit komt ook voor bij chimpansees, wat aantoont dat het een valabele overlevingsstrategie is. Empathie is dus w´el een goede zaak. E´ en van de kernbegrippen van de cursus was het begrip “verantwoordelijkheid”. Leg uit hoe we dat begrip in de loop van de volledige cursus ontwikkeld hebben. Bij de vorming van onze identiteit speelt de omgeving een doorslaggevende factor. Zijn we daarom niet verantwoordelijk voor onze identiteit? Neen, als mens zijn we in staat onze eigen omgeving te wijzigen. Dit komt door ´e´en van de twee processen waarmee onze identiteit wordt opgebouwd: separatie. Hierdoor heeft onze individuele identiteit een uniek karakter. Wij zijn immers in staat o.b.v. zelfreflectie over onze eigen keuzes te bewust oordelen. Hierdoor dragen we erover een verantwoordelijkheid. Het neoliberalisme stelt dat we zelf verantwoordelijk zijn om ‘het’ te maken. Want vandaag is alles een kwestie van keuze en eigen inspanning. Wie faalt, heeft dit louter aan zichzelf te danken en is een profiteur. Zo werkt het neoliberalisme in op het schuldgevoel van de mens die ‘het’ helaas niet heeft kunnen maken. We hebben ook geleerd om dat we onze verantwoordelijkheid moeten opnemen op 3 verschillende manieren: • Verantwoordelijkheid in de 1e persoon: Verantwoordelijkheidsgevoel voor je eigen ontwikkeling. Zorgen dat je je handhaaft in het bestaan. Een beetje egocentrisme, om je eigen doelen(verhaal) na te streven. • Verantwoordelijkheid in de 2e persoon: Verantwoordelijkheidsgevoel voor een ander (in nood). Begaan zijn met de emotionele/fysieke welgesteldheid van een medemens. Letterlijk: mijn raakbaarheid voor de lijdende ander. Als je deze verantwoordelijkheid opneemt spreekt men van barmhartigheid. • Verantwoordelijkheid in de 3e persoon: Verantwoordelijkheidsgevoel voor de derde, die niet aanwezig is in tijd en ruimte. Voor de volgende generaties.
Paul Verhaeghe over identiteit: [...] Onze identiteit is zonder twijfel sterk gedetermineerd, maar er is geen totale determinatie. Wij zijn vermoedelijk de enige diersoort die op grond van reflectie over zichzelf bewuste keuzes kan maken. Dat betekent meteen dat elk van ons ook een bepaalde mate van verantwoordelijkheid draagt voor die keuzes. [...] In de cursus hebben we een onderscheid gemaakt tussen drie vormen van verantwoordelijkheid. Elke vorm van verantwoordelijkheid hebben we verbonden met een bepaalde invulling van vrijheid en een bepaalde invulling van schuld. Leg dit uit. Maak ook duidelijk hoe dit ons geholpen heeft het neoliberale begrip van vrijheid en schuld zowel ernstig te nemen alsook te nuanceren. • Verantwoordelijkheid in de 1e persoon: Verantwoordelijkheidsgevoel voor je eigen ontwikkeling. Zorgen dat je je handhaaft in het bestaan. Een beetje egocentrisme, om je eigen doelen(verhaal) na te streven. Het tegendeel van deze vrijheid = verslaving en obsessionele afhankelijkheid. Ernstige opvatting: Je bent verantwoordelijk voor je leven, je moet het in handen nemen. Nuancering:
27
– Mensen zijn niet steeds vrij, maar moeten vaak nog vrij gemaakt worden. – Mislukken is niet uitsluitend persoonlijke schuld, maar inherent verbonden met onze eindigheid • Verantwoordelijkheid in de 2e persoon: Verantwoordelijkheidsgevoel voor een ander (in nood). Begaan zijn met de emotionele/fysieke welgesteldheid van een medemens. Letterlijk: mijn raakbaarheid voor de lijdende ander. Als je deze verantwoordelijkheid opneemt spreekt men van barmhartigheid. Ernstige opvatting: We moeten streven naar oneindige barmhartigheid. Nuancering: Er moet een zekere grens worden getrokken: – De eigen persoonswaarde en integriteit moet blijven – De verantwoordelijkheid in de 3de persoon mag niet ten koste gaan van een noodlijdende ander. • Verantwoordelijkheid in de 3e persoon: Verantwoordelijkheidsgevoel voor de derde, die niet aanwezig is in tijd en ruimte. Voor de volgende generaties. Deze verantwoordelijkheid wordt echter begrensd door onze vrees. Wat ons beangstigd wijst ons wat echt belangrijk is, wat er op het spel staat en waarop we moeten letten. Niet: ”Wat zouden we graag hebben?” Wat zijn alteriteitservaringen? Waarom zijn ze belangrijk? Wat kenmerkt ze? Van welke andere, typisch hedendaagse ervaringen moeten we alteriteitservaringen onderscheiden? Maak in je antwoord gebruik van de fragmenten uit Schindler’s List die we tijdens de les bekeken hebben. Alteriteitservaring zijn ervaringen van een andersheid die onze identiteit in vraag stellen: ’Dit ben ik niet!’, ’Dit gaat mij te boven!’, ... Het andere overkomt ons en stelt ons eigen verhaal en zekerheden in vraag. We hebben als het ware geen volledige controle over de situaties. Het roept bovendien een zeker engagement op want je kan het niet negeren. Het zet aan tot herpositionering (vernieuwde identiteit) en actie. Het is belangrijk dat we alteriteitservaringen niet verwarren met kicks. In tegenstelling tot alteriteitservaringen, streven kicks naar een onmiddelijke identiteit. Je bent er zelf vrijblijvend naar op zoek gegaan en je bent bewust van wat het is, het is steeds meer van hetzelfde. Ook in de fragmenten van Schindler’s List, dat zich afspeelde ten tijde van WOII, is er sprake van een alteriteitservaring. Schindler wordt geconfronteerd met onvoorstelbare gruwelijkheden die hem te boven gaan. Hij kijkt ernaar en stelt zichzelf in vraag. In de film werd dit goed benadrukt door een klein meisje in het rood te plaatsen tussen al die ellende, gecombineerd met een andere muziekkeuze. Dit toont aan dat er dingen niet kloppen. Wat doet dat meisje tussen al die ellende? Dat klopt niet! Schindler onderneemt actie. I.p.v geld te verdienen, koopt hij Joden op om hun vrijheid terug te geven. Bespreek de verschillende modellen om de verhouding tussen geloof en wetenschap te denken die in de cursus besproken werden. • Conflict model: Hierbij botsen geloof en wetenschap tegen elkaar en moet er dus een keuze gemaakt worden. Ze kunnen gewoonweg niet samenleven. • Kloofmodel: Hierbij verschillen geloof en wetenschap zo grondig van elkaar dat ze eenvoudigweg niet met elkaar in conflict kunnen komen. Elk van hen heeft zijn eigen taal en taalregister. Wetenschappen proberen de realiteit te manipuleren/verklaren, terwijl zingeving, etiek en religie levensvragen proberen te beantwoorden. • Harmoniemodel: Hierbij kunnen geloof en wetenschap verzoend worden met elkaar. Ze leven samen als een geheel, een eenheid. • Differentiemodel: Hierbij is er geen conflict, scheiding of integratie, maar een ’open’ dialoog op basis van het constituieve verschil. De gelovige ziet de wetenschap als een uitdaging voor het eigen gelovige verhaal. Wetenschap is niet de vijand, niet de concurrent, ook niet de vreemde die voor het christelijke geloof volstrekt irrelevant is, maar een partner in de zoektocht naar een beter begrijpen van mens en wereld, ook spreken beide een andere taal en behoren de resultaten van de wetenschappelijke zoektocht tot een ander taalregister.
28
In de cursus hebben we het gehad over “resonanties” tussen geloof en wetenschap. Beantwoord hierover volgende vragen: • Wat wordt bedoeld met “resonanties” tussen geloof en wetenschap? • Op welk model om de verhouding tussen geloof en wetenschap te denken vormt het zoeken naar resonanties tussen geloof en wetenschap een aanvulling? Waarom? • Op welke resonantie tussen geloof en wetenschap zijn we tijdens de collegesuitgebreid blijven stilstaan? • Wat wordt bedoeld met “resonanties” tussen geloof en wetenschap? Resonantie is een muziekale term. Het betekent meetrillen. We leggen dit uit adh van een voorbeeld. Veel gelovigen (niet de creationisten, die zijn te hardcore) vinden dat het idee van de oerknal (afkomstig van de wetenschappers) resoneert met hun ’eerst was er niets, toen was er iets’-theorie. Ze geloven beiden andere dingen, maar ergens is er toch ”common ground”waar de twee groepen wat verwantschap hebben. Informatie uit fragment 6: Over de mogelijkheid van resonanties tussen geloof en wetenschap. (Vooral laatste halve pagina) • Op welk model om de verhouding tussen geloof en wetenschap te denken vormt het zoeken naar resonanties tussen geloof en wetenschap een aanvulling? Waarom? Harmoniemodel uitgesloten. Kloofmodel is te strikt denk ik. Differentiemodel zorgt voor een dialoog op basis van constitutieve verschillen. Het zoeken naar resonanties houdt beide kampen in ere. Er wordt niet getracht over te gaan naar een overkoepelende eenheidstheorie, wat belangrijk is voor het differentiemodel. • Op welke resonantie tussen geloof en wetenschap zijn we tijdens de colleges uitgebreid blijven stilstaan? iemand naar de les geweest? Ik vermoed dat ze the big bang en creatio ex nihilo hebben vergeleken?
29