Wat is een burn-out? Wat is een burn-out Tien procent van de werkende bevolking in Nederland heeft last van burn-out verschijnselen. Mensen met een sociaal beroep, zoals leerkrachten en verpleegkundigen, zijn het meest kwetsbaar voor een burn-out. Dit omdat mensen met een sociaal beroep emotioneler zijn ingesteld. Ze trekken zich meer van dingen aan. Veel mensen denken dat burn-out hetzelfde is als overspannenheid. Dit is echter niet zo. Het verschil ligt in de ernst van de opgebrandheid. Overspannenheid ontstaat na een korte periode van overbelasting en stress, en is meestal rechtstreeks te koppelen aan een stressvolle situatie (zoals echtscheiding of extra drukte doordat een collega tijdelijk weg is). Overspannenheid zit minder diep dan een burn-out en is sneller te genezen. Burn-out komt ook vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Hierin gaan we dieper op in bij het kopje ‘Wat gebeurt er in het lichaam’. Van alle vrouwelijke werknemers tussen de 15 en 64 jaar had 12% te maken met burn-out klachten. Bij de mannelijke werknemers in dezelfde leeftijdscategorie was dat 14%. Een burn-out betekent letterlijk opgebrand. En dit is in werkelijkheid ook zo. Iemand die een burn-out krijgt, heeft jarenlang voordat de diagnose burn-out werd vastgesteld, zijn lichaam en geest uitgeput. Een lange tijd van overbelasting, frustraties en stress zijn hier meestal vooraf gegaan. Elk persoon zal wel eens last van stress hebben, maar iemand met een burnout zit echt diep in de put en is zo uitgeblust dat rust niet genoeg is om weer in balans te komen. Je zal weer de balans moeten vinden tussen familie, carrière, gezondheid en sociale contacten (zie afbeelding 1) .En dus tussen werk en privé.
afbeelding 1
Een burn-out groeit geleidelijk. De persoon ziet het pas in als het te laat is. Hij merkt het doordat hij zo uitgeput is dat hij opeens niet meer kan. Een burn-out gaat pas over als de oorzaak weg is. Dat betekent dat als een persoon bijvoorbeeld een burn-out heeft gekregen door zijn werkomstandigheden, hij of zij een andere baan moet zoeken. Dit is niet in alle gevallen zo, maar met de ergste vorm van burn-out is dit wel de beste oplossing om er definitief van af te komen.
Oorzaken waardoor het aantal mensen met burn-out toeneemt De laatste jaren is het aantal personen die een burn-out krijgt toegenomen. Er zijn verschillende verklaringen voor te geven waardoor het aantal is toegenomen. -
-
Doordat mensen zich steeds meer aan willen passen en mee willen doen met anderen, hebben ze meer sociale verplichtingen dan vroeger. Het systeem van sociale zekerheid wordt minder. Dit zorgt voor de afhankelijkheid van een persoon. De gezondheidszorg is gericht op het wegnemen van klachten en veel minder op het functioneren op de werkplek. Artsen en hulpverleners weten vaak weinig van het werk en de gang van zaken daar rondom heen. De arbeidswerkzaamheden is de laatste jaren verschoven van lichamelijk naar geestelijk. Steeds meer mensen moeten in hun werk met andere mensen samenwerken en veel geestelijk denkwerk doen.
Jongeren met een burn-out Steeds meer jongeren in Nederland krijgen een burn-out. Dit in het begin van hun carrière. Dit is dus een echte risicogroep aan het worden, terwijl tien jaar geleden mensen onder de 35 jaar nog de meest stabiele leeftijdsgroep was. Jonge werknemers lopen zelfs meer risico op een burn-out dan oudere werknemers. Dit komt niet omdat de werkdruk groter wordt, maar doordat het privéleven drukker wordt, waardoor ze op het werk minder aankunnen. Hierbij speelt sociale media een grote rol. Vooral op Facebook worden de hoogtepunten gedeeld, zoals feestjes, vakanties en sportprestaties. Als de jongeren dit zien, willen ze niet achterblijven en het ook gaan doen. Waardoor ze zichzelf meer privé eisen gaan stellen. Als ze dan ook nog op het werk een stapel werk hebben, kunnen ze het niet meer aan.
Symptomen burn-out De kenmerken van een burn-out kan je verdelen in drie verschillende groepen; lichamelijke klachten, psychische klachten en gedragsproblemen. De mensen die een burn-out krijgen, zijn vaak harde werkers met een groot plichtsbesef. Omdat ze graag hun best doen luisteren ze niet naar de symptomen van hun lichaam. Ze gaan gewoon door en negeren hun vermoeidheid, concentratieproblemen en andere voortekenen van stress. Als de burn-out zich echt openbaard, voelen ze zich continue moe. Ze kunnen hun geest en lichaam niet meer ontspannen.
Lichamelijke klachten Spierklachten (rugpijn, nekpijn, hoofdpijn). Maag/darmklachten (buikpijn, maagzuur , winderigheid) (zie afbeelding 2) Allergische klachten (eczeem, benauwdheid). Griepklachten (hoesten, verkoudheid, verminderende weerstand). Op een lange termijn vergroot stress de kans op hart- en vaatziekten.
Psychische klachten Ongezonde stress kan zich op de volgende terreinen uiten: denken, emoties, relaties, zelfbeeld en gedrag. Hieronder geven we van iedere uiting een paar voorbeelden.
afbeelding 2
Denken Je concentratie vermogen is verminderd. Je kan je moeilijk concentreren op bijvoorbeeld teksten. Je gedachten dwalen af. Doordat je niet gefocust bent op dingen ben je meer vergeetachtig of chaotischer. Je hebt je taken niet meer op een rijtje en dat zorgt voor verwarring. Daarnaast ben je continu bezig met je problemen. Ook ben je bang om beslissingen te nemen. Je denkt dat je alleen maar verkeerde keuzes maakt. Ten slotte ontwikkel je meer negatieve, angstige en afstandelijke gedachten. Zoals ‘ik ben waardeloos’, ‘dit komt nooit meer goed’ en ‘iedereen zoekt het maar uit’. Emoties Je voelt je gespannen en onrustig. Daardoor raak je erg vermoeid en kan je moeilijk tot rust komen. Ongezonde stress kan op lange termijn zorgen voor angst- of depressie klachten. Je hebt ook veel last van emotionele uitbarstingen en stemmingswisselingen.
Relaties Je interesse in mensen, werk en hobby’s neemt af. Je neemt afstand van je omgeving en wordt cynischer. Ook schaam je je voor je kwetsbaarheid en verminderde functioneren. Je hebt vaak last van schuldgevoelens tegenover je vrienden, familie en collega’s. Zelfbeeld Je twijfelt aan jezelf en aan wat je wel en niet kan. Daardoor denk je dat je niet meer in staat bent om bepaalde dingen uit te voeren. Door problemen in het denken maak je mogelijk meer fouten en dat versterkt je idee dat je niet goed bent in je werk. Je voelt je dan ook sneller machteloos.
Gedragsproblemen Je stelt bepaalde taken, vaak moeilijke, steeds vaker uit. Als die taken toch volbracht moeten worden ga je harder werken met het idee dat je slecht functioneren ingehaald moet worden en dat de stress dan sneller over zal zijn. Door het harde werken, wat je niet meer aan kan, maak je meer fouten in je werk. Daardoor word je minder betrokken bij werkzaamheden. Om te ontspannen ga je misschien meer alcohol drinken, roken of gebruik je andere middelen daarvoor, bijvoorbeeld drugs of medicijnen. Je eetpatroon wordt ook ongeregeld. Je eet te weinig omdat je er geen tijd voor en valt heel veel af, of je komt veel aan doordat je last krijgt van eetbuien om de stress voor je gevoel te verminderen. Tenslotte heb je ook slaapproblemen, daardoor voel je je vaak lusteloos en futloos.
Overige symptomen
Je merkt dat je overstuur raakt van onbelangrijke zaken. Je hebt de neiging om overdreven te reageren op situaties. Je raakt snel overstuur. Je merkt dat je erg ongeduldig bent. Bijvoorbeeld wachten op het stoplicht, lift of stilstaan in een file. Je bent erg prikkelbaar. Je vind het moeilijk om je gewone dagelijkste dingen te doen. (zie afbeelding 3) Je kan moeilijk tot rust komen als iets je overstuur heeft gemaakt. afbeelding 3 Je vind het erg vervelend als je gestoord wordt als je ergens mee bezig bent. Je bent nerveus. Je hebt totaal geen geduld als iets je hindert terwijl je iets wilde gaan doen. Je bent onrustig. Een ander zijn/haar mening belangrijker vinden dan die van jezelf. Geen fouten durven maken. Je kunt jouw wereld niet veranderen door je gedacht er niet over te veranderen. Meegaan met wat andere mensen doen, ook al wil je het zelf niet. Op den duur houd je geen principes meer over. Het niet loslaten van je overtuigingen. Je eigen geluk in de weg staan door je zorgen te maken over dingen waar je geen enkele invloed op hebt. Het slechte onthouden en het goede vergeten. Steeds met het verleden bezig zijn.
De fases van een burn-out Een burn-out ontwikkelt zich volgens een vast patroon. Het groeit geleidelijk. Het bestaat als het ware uit 3 fases. Eerst is er een lange periode van het langzaam ziek worden, daarna volgt de uitputting. In de fase van de uitputting wordt meestal hulp gezocht. Uiteindelijk volgt een periode van herstel. De duur van de periode van herstel is bij iedereen anders, het hangt af van hoe lang iemand zichzelf overbelast heeft en hoe diep die persoon in de put zit.
Fase 1: ziek worden Een burn-out begint meestal met het gevoel ‘tegen de klok te moeten werken’. De persoon merkt dan dat hij/zij zich meer moet inspannen voor hetzelfde resultaat. De tegenzin om naar het werk te gaan groeit. Hij neemt steeds meer werk mee naar huis. Hij krijgt steeds meer ruzie op het werk en er ontstaan ook spanningen thuis. Ook wordt degene ontevreden met het werk dat hij levert. Hij stelt steeds hogere eisen aan zichzelf en kan het werk helemaal niet meer loslaten. Hij gunt zichzelf geen ontspanning meer, ondanks dat het zich steeds uitgeputter gaat voelen. Hij gaat slechter slapen en meer fouten maken. Ook gaat hij zich vijandig gedragen en andere mensen vermijden. De eerste lichamelijke klachten treden op. De persoon gaat zich verzetten, is minder betrokken bij het werk en krijgt een houding van ‘het kan me niet schelen’. Hij luistert slecht en schuift de schuld voor eigen fouten in andermans schoenen. Hij blijft vaker ziek thuis.
Fase 2: uitputting De persoon meldt zich ziek, omdat hij niet meer kan en wil werken. Hij denkt erover om ontslag te nemen. Hij is onverschillig over de werkgever. Doordat de klachten steeds heftiger worden gaat de persoon naar de huisarts. De persoon krijgt depressieve klachten en wil eigenlijk alleen nog maar slapen. Voor de vorm zal het zich toch weer op zijn werk melden, maar snel daarna volgt onvermijdelijk een terugslag. De persoon piekert veel over beroepskeuze, werkgever en eigen capaciteiten. Het piekeren maakt de situatie er niet veel beter op. Hij weet niet goed meer wat hij moet doen met zijn leven. Hij is somber en depressief. Degene kan in deze fase ook agressief worden of angststoornissen krijgen.
Fase 3: Verbetering en herstel De persoon beseft dat hij uitgeput is. Hij moet vanaf nu veel energie steken in het beter worden. Hij let goed op zijn eigen grenzen en probeert zich niet te forceren door weer te hard te gaan werken. Als hij zich hieraan houd moet het langzaam weer beter gaan worden. De persoon spreekt met de werkgever af wanneer hij weer gaat beginnen, meestal op het begin met halve dagen of minder werkopdrachten. Soms beslissen mensen in deze fase om een andere functie of werkgever te zoeken. De patiënt moet wel oppassen om niet te overmoedig te worden door de langzame verbetering. Hij moet het langzaam aan weer gaan oppakken. Eenmaal weer aan de slag moet de persoon wennen aan een nieuwe werkwijze of nieuwe werkgever. Hij moet grenzen leren stellen en dat niet altijd even makkelijk. Voor een goede herstart is steun van collega’s en managers heel fijn.
De meeste mensen schrikken zo van een burn-out dat ze wel oppassen dat het hen niet nog eens overkomt. Andere mensen lopen na een periode van herstel weer in dezelfde burn-out val, omdat ze niks aan hun werkhouding en manier van denken hebben gedaan. Normaal gesproken blijven ze nog een tijdje onder behandeling of blijven ze nog een aantal maanden praten met een psycholoog.
1
Afbeelding 4 geeft de verschillende dingen aan tussen de 3 fases. Afbeelding 4.1 is gebaseerd op het ziek worden. Afbeelding 4.2 is gebaseerd op de uitputting en afbeelding 4.3 heeft te maken met verbetering en herstel. In de eerste fase is er voldoende draagkracht om de last te dragen. In fase twee is er wel draagkracht genoeg maar bezorgt het een te grote last. En in fase 3 bij herstel is er een gewone last maar minder draagkracht. Het is moeilijk om die draagkracht weer op te bouwen na een burn-out.
2
3 afbeelding 4
Verschil tussen burn-out, stress, overspannenheid en depressie Burn-out Om nog een keer duidelijk kort uit te leggen wat een burn-out nou precies is en wat de symptomen zijn. Een burn-out betekent emotioneel, lichamelijk en psychisch uitgeput zijn met alle klachten en gevolgen die vermeld zijn. Dus letterlijk het ‘opgebrand’ zijn. Dagelijkse dingen als koken of boodschappen doen lukken niet meer en zelfs het beantwoorden van een telefoontje kan teveel moeite zijn. Een kleine gebeurtenis kan de druppel zijn die de emmer doet overlopen en dan is het mis (afbeelding 6). Je kunt de moed niet opbrengen om je bed uit te komen en je kunt om niets in huilen uitbarsten om er vervolgens ook niet meer mee te kunnen stoppen. Je kunt niet meer goed functioneren en meedraaien in het gewone dagelijkse leven, werken kost te veel moeite en het gezin onderhouden is ook teveel. Burn-out is een term die vaak gebruikt wordt, ook in situaties waarbij het eigenlijk geen burn-out is. Wanneer iemand last van stress heeft en erg neerslachtig is, wordt in sommige gevallen gesproken over een burn-out, terwijl dit niet zo hoeft te zijn. Er kan ook sprake zijn van stress, overspannenheid of van een depressie. De klachten lijken erg veel op elkaar en kunnen elkaar overlappen. Het is dus niet makkelijk om de juiste diagnose te stellen. Maar als we kijken naar de gevallen stress, overspannenheid en depressie zie je dat er toch wat verschillen zijn.
Stress stress betekent letterlijk spanning. het is een natuurlijk fenomeen wat het lichaam in paraatheid brengt en je scherp en oplettend maakt. Het is dus niet per definitie slecht, maar het moet alleen niet teveel zijn en te lang aanhouden. Het grootste verschil tussen stress en een burn-out is de tijdelijke duur van stress en het feit dat stress je energieniveau verhoogd. Je bent oplettend en direct klaar om te reageren, terwijl bij een burn-out je energieniveau daalt.
Overspannenheid Een situatie van overspannenheid ontstaat wanneer de spanningsklachten zo hoog oplopen of zo lang duren dat normaal functioneren moeilijk of zelfs onmogelijk wordt. De klachten die iemand ervaart bij overspannenheid en burn-out verschillen niet veel. Het werk of het onderhouden van het gezin kun je even niet meer aan. Het grootste verschil met een burn-out zit in de duur van de herstelperiode. Meestal is een periode van een aantal weken voldoende om weer te herstellen en in balans te komen. Bij een burn-out is die herstelperiode vaak langer.
afbeelding 5
Depressie Wanneer er sprake is van een depressie hebben we het over een echte stemmingsstoornis die gekenmerkt wordt door een langdurige depressieve stemming. Deze stoornis kan eenmalig, terugkerend of chronisch zijn. De klachten die voorkomen bij een burn-out lijken veel op die van een depressie. Zo zijn mensen die depressief zijn vaak somber en lusteloos. Daarnaast hebben ze ook vaak last van schuldgevoelens en een laag gevoel van eigenwaarde. Het is lastig om deze 2 ziektes van elkaar te onderscheiden op het gebied van klachten. Toch zijn er ook verschillen in klachten. Wanneer iemand depressief is, spelen deze klachten op alle vlakken in het leven tegelijk een rol. De persoon wordt nergens meer blij van. Bij een burn-out daarentegen is er meestal sprake van voornamelijk werk spanning, waarbij het nog wel mogelijk is om blij te worden van andere dingen van het leven. Bij een depressie is er duidelijk sprake van een stemmingsstoornis, terwijl bij een burn-out vooral sprake is van een energiestoornis. Iemand die depressief is kan zelfs zelfmoordgedachten hebben. Deze gedachten komen bij mensen met een burn-out niet of veel minder voor. afbeelding 6
Het is belangrijk om goed te kijken naar de oorzaak van de klachten om de juiste diagnose te kunnen stellen. Bij een burn-out speelt overbelasting (afbeelding 6) een grote rol, terwijl een depressie kan ontstaan zonder dat er sprake is van overbelasting. Bij depressie speelt erfelijkheid een grotere rol dan bij burn-out.
Wat gebeurt er in het lichaam Zoals er al eerder is gezegd, treden er verschillende symptomen op tijdens de burn-out. Onder andere zwetende handen, hartkloppingen, malende gedachten en extreme vermoeidheid. Dit komt doordat het lichaam dan de stress niet goed meer kan controleren. Het hormoon cortisol speelt hierbij een grote rol. Dit hormoon zorgt er bij gezonde mensen voor dat ze in noodsituaties snel kunnen reageren en daarna weer kalmeren. Maar bij werknemers met een burn-out is het hormoon van slag. Het stress hormoon moet het lichaam blijvend in staat houden van oplettendheid, zodat het elk moment kan vechten of vluchten, dat het uiteindelijk uitputting als gevolg heeft. Ook heeft het hormoon cortisol effect op het geheugen, het afweersysteem en de emoties. Deze worden ook verstoort tijdens burn-out door dus het cortisol. Zodra de hersenen gevaar aanvoelen, gebeurt er gelijk iets in het lichaam. Onze hersenen kennen nauwelijks onderscheid tussen ‘grote’ en ‘kleine’ stress. Er worden door de bijniermerg hormonen afgescheiden: adrenaline en noradrenaline. Hierdoor komt je lichaam in een opperste staat van paraatheid, om te kunnen vechten of vluchten. (zie afbeelding 7) afbeelding 7
Ook versnelt je hartslag, zodat er meer bloed naar je spieren stroomt. Je ademhaling wordt sneller en oppervlakkiger, zodat je spieren meer zuurstof krijgen. Je bloedvaatjes trekken samen om geen bloed te verspillen en het zweetgehalte neemt toe. Na zo’n stressvol voorgeval komt je lichaam weer tot rust, het adrenaline niveau wordt binnen een paar uur weer normaal. De problemen ontstaan als je langdurig onder stress komt te staan en je lichaam doorlopend overstroomt van adrenaline. Als je de adrenaline productie verhoogd, dan wordt het overbelast en is je lichaam niet meer in staat om je lichaam tot rust te brengen. Het lijkt alsof je lichaam niet meer in lagere versnelling kan komen. Als er te veel adrenaline in je bloed zit, dan kan het lichaam dus niet meer terug in rust stand. (zie afbeelding 7) Het lichaam ontwikkeld dus verschillende klachten, dit zijn signalen van het lichaam om je terug te laten trekken om te herstellen.
Redenen om wel in burn-out te raken Het liefst wil je natuurlijk geen burn-out, het is om dankbaar te zijn als het je niet overkomt. Maar gek genoeg zijn er ook redenen waarom een burn-out ook positief is. 1: je leert naar je lichaam luisteren 2: je leert je grenzen kennen en respecteren 3: je gaat opzoek naar je diepste passies 4: je ervaart meer voldoening in je werk en in je leven (zie afbeelding 8) 5: je ontwikkeld meer zelfvertrouwen 6: je ontwikkelt medeleven voor mensen die hetzelfde mee maken 7: je komt in balans en tot bloei
afbeelding 8
Tips bij burn-out Accepteer je klachten. Ze zijn niet voor niets ontstaan. Luister dus ook goed naar de signalen die je lichaam afgeeft. Je hebt tijd nodig om te herstellen, neem daar dan ook de tijd voor. Haasten heeft geen zin, geduld is een schone zaak en heel belangrijk in het geval van een burn-out. Er zijn altijd mensen die je kunnen helpen als je er zelf niet uitkomt of als je terugvallen hebt. Ook al denk je dat je het zelf wel op kunt lossen, dit is niet altijd het geval en vaak zeker niet bij een burn-out. Denk vooral veel aan je eigen belangen. Jij bent degene die een probleem heeft en daar zo snel mogelijk vanaf wil komen. Zet jezelf op de eerste plaats. Je wil voor andere mensen zorgen, maar doe dat pas nadat je het voor jezelf hebt gedaan. De anderen redden zich ook wel zonder al jou hulp. Jij moet rust nemen.
Hoe ontstaat een burn-out? Een burn-out ontstaat vaak door werkstress. Mensen hebben te veel taken om te volbrengen op hun werk en dat kunnen sommigen niet aan. Deze mensen stellen te hoge eisen aan zichzelf. Ze durven vaak geen ‘nee’ te zeggen, werken tegen hun zin in en voelen zich niet gewaardeerd. Een burn-out kan ook ontstaan door vermoeidheid. Door het drukke leven nemen mensen te weinig rust voor zichzelf. Als je een hele dag gewerkt hebt en je bent heel moe ga je slapen, maar soms sta je op met nog wat vermoeidheid. Je gaat de dag door met dat beetje vermoeidheid wat je nog hebt van de vorige dag. Na je lange en zware werkdag ben je weer heel moe. Je gaat slapen, maar de dag daarna sta je weer op met een beetje vermoeidheid. In het weekend kan je je herstellen, maar als je in het weekend ook moet werken of sociale verplichtingen hebt kom je ook niet tot rust en ga je de nieuwe week in met nog een beetje meer vermoeidheid. Zo stapelt de vermoeidheid zich beetje bij beetje op totdat je accu leeg is. Je bent opgebrand. Vanaf dan heb je een burn-out. Maar omdat een burn-out zo langzaam ontstaat hebben mensen het vaak niet door dat ze zich teveel inspannen en te weinig rust nemen. Achteraf gezien zeggen de meeste mensen die een burn-out hebben gehad dat ze het wel aan zagen komen. Ze waren bijvoorbeeld iedere dag moe, hadden weinig zin om iets te doen, hadden weinig concentratie en werden vergeetachtig. Deze signalen worden vaak genegeerd totdat het punt bereikt is dat iemand gewoon niet meer verder kan. Dat punt noemen we een burn-out. Er gaat dus een heel proces voor een burn-out af voordat je het echt merkt. Je kan het vergelijken met een elastiek. Een elastiek kan je ver uitrekken, maar op een gegeven moment knapt het.
Risicogroepen Volgens verschillende studies en onderzoeken worden bepaalde risicogroepen aangewezen. We gaan hier uitgebreid de risicogroepen bespreken.
Geslacht Het blijkt dat mannen vaker een burn-out hebben dan vrouwen. In 2010 had 12% van de vrouwen tussen de 15 en 64 jaar een burn-out en mannen in dezelfde leeftijdscategorie 14% (zie afbeelding 9). Uit deze cijfers kun je natuurlijk niet opmaken dat mannen over het algemeen kwetsbaarder zijn voor een burn-out dan vrouwen, omdat het verschil in percentage nihil is. Dat zie je ook in de volgende afbeelding. Daaruit blijkt dat in sommige jaren de vrouwen iets kwetsbaarder zijn voor een burn-out. Kortom, je kan niet vaststellen welk geslacht het gevoeligst is voor een burn-out.
afbeelding 9
Mannen Mannen hebben een veel kleiner sociaal netwerk dan vrouwen. Daardoor hebben mannen ook minder problemen onder elkaar. Mannen praten ook niet veel over hun gevoel, dat komt omdat dat niet zo aangeboren is. Mannen maken zich veel minder druk over (dagelijkse) dingen dan vrouwen. Ook denken mannen dat als ze over hun gevoel praten ze zeuren, zich aanstellen of aandacht zoeken. Mannen hebben weinig inlevingsvermogen. Ze moeten dat zich bewust aanleren omdat dat niet in ze zit. Ook heeft het verschil tussen mannen en vrouwen te maken met de hersenen. Mannen produceren meer testosteron dan vrouwen wat betekend dat de rechter hersenhelft beter gestimuleerd wordt. In de rechterhersenhelft wordt ervoor gezorgd dat je afbeelding 10 abstract, creatief en onpersoonlijk kan denken. Mannen zijn dus als het ware in hun hoofd minder chaotisch en denken minder over persoonlijke dingen na dan vrouwen. Vrouwen kunnen behoorlijke problemen maken, maar mannen kiezen integendeel voor de actieve aanpak. Mannen kijken vaker positief tegen dingen op en lossen problemen vaak met een rationele manier op. Ze reageren hun agressie en frustratie lichamelijk af, bijvoorbeeld door te sporten. Mannen krijgen vaak een burn-out door onprettige werksituaties met conflicten. Kortom door langdurig onder teveel onverwerkbare spanning te staan. In afbeelding 10 zie je dan ook dat werk het grootste probleem is bij mannen.
Vrouwen Vrouwen zijn in principe het tegenovergestelde van mannen. Vrouwen hebben een groot sociaal netwerk. Bij mannen bestaat dit netwerk vaak uit familie en enkele vrienden. Vrouwen hebben in tegendeel familie, veel vriendinnen, collega’s en mensen uit de buurt, bijvoorbeeld je buren. Deze kring kan vrouwen erg goed doen. Als ze stress hebben of ze niet lekker in hun vel zitten kunnen ze hun problemen kwijt aan hun vriendinnen. Natuurlijk kunnen vrouwen ook goed positieve dingen bij elkaar uiten, zoals succes op het werk of een nieuwe relatie. Deze gesprekken werken vaak stress verlagend. Ze kunnen hun problemen ‘kwijt’. Ook dat mannen heel onpersoonlijk denken is bij vrouwen heel anders. Vrouwen zijn vaker en sneller emotioneel, gespannen of verdrietig. Deze emoties doen zich ook vaak voor in het grote sociale netwerk van de vrouw. Vrouwen voelen ook meer druk dan mannen. Dit hoeft niet altijd te eindigen in een burn-out. Vrouwen raken vaak gestrest door relationele problemen, problemen op het werk en door niet meer bij een bepaalde groep te horen. Vrouwen zijn dus erg gevoelig voor de sfeer in hun leven. Hormonen spelen ook een rol. Bij vrouwen spelen er bij spanning en stress meer hormonen op dan bij mannen. Dit heeft gevolgen voor hun psychisch en lichamelijk evenwicht. Het hogere oestrogeenniveau bij vrouwen laat het langer duren tot een stressreactie stopt. Vrouwen geven ook vaak zelfverwijten en uiten vaker hun emoties. Ze hebben het gevoel dat ze harder moeten werken dan anderen, met name mannen, om serieus genomen te worden. Vrouwen hebben ook veel meer functies dan mannen. Ze zijn werkneemster, ‘vrouw van’, ‘moeder van’, ‘dochter van’, ‘vriendin van’ en ‘familie van’. Dat zorgt voor extra stress want vrouwen willen er altijd voor iedereen zijn.
Leeftijd Op een leeftijd van 30 à 40 jaar hebben de meeste mensen een burn-out. Over het algemeen blijkt dat een burn-out bij werkende jongeren niet zo vaak voor komt. In de leeftijdscategorie 15-25 hebben 1 op de 10 mensen een burn-out. In de leeftijdscategorie 25-55 komt burn-out vaker voor, namelijk 1 op de 7 werknemers. Tegenwoordig krijgen mensen op een steeds jongere leeftijd een burn-out. Er zijn zelfs kinderen die ermee moeten kampen.
Kinderen Kinderen hebben het ook druk. Ook al zou je dat op het eerste gezicht niet zeggen. Ze moeten naar school, hebben het druk op hun sociale netwerken zoals Hyves, MSN, Twitter, Facebook en Whatsapp. Ze beginnen er steeds vroeger aan. Daarnaast hebben ze nog veel tijd met hun vriendjes en vriendinnetjes en de meeste hebben op zaterdag ook nog een sport waarvoor ze doordeweeks ook moeten trainen. Sommige kinderen kunnen met deze drukte omgaan. Er wordt op een steeds jongere leeftijd meer van het kind verwacht. Te beginnen op school. De maatschappij wordt alsmaar veeleisender waardoor de lat hoger wordt gelegd. Er moet gepresteerd worden. Niet alleen op school, maar ook sport wat vaak niet alleen meer te ontspanning is of voor het plezier, maar ook voor de prestaties die geleverd moeten worden. De burn-out klachten van kinderen verschillen niet veel met die van volwassenen. Dat kan je zien in het volgende schema.
Lichamelijk
Psychisch
Gedrag
Doorlopend moe / oververmoeid Vaak en aanhoudend hoofdpijn Slaapproblemen Vaak en aanhoudende buikpijn Gebrek aan eetlust
Agressief en prikkelbaar Angstig Lusteloos Slechte concentratie Onzekerheid Minder zelfvertrouwen Faalangst Laag zelfbeeld Geen zin om te spelen Geen zin om op te staan Geen zin in sport en/of hobby’s Geen zin om naar school te gaan Verslechterende schoolprestaties
Geen zin om te spelen Geen zin om op te staan Geen zin in sport en/of hobby’s Geen zin om naar school te gaan Verslechterende schoolprestaties
Ook pesterijen op school en online, scheiding van de ouders, financiële problemen of ziekte kunnen veel stress opleveren bij een kind. De ouders hebben ook veel invloed op het kind. Als zij zich gestrest gedragen en de stress verbaal uiten krijgt het kind dat allemaal mee. Bij het kind kunnen dan dezelfde klachten ontwikkeld worden. Een goede weerstand is belangrijk bij een kind. Dat kan niet alleen helpen bij lichamelijke aspecten, maar ook tegen psychische druk. Daarbij hoort een stabiele leefsituatie. Daarbij hoort voldoende slaap, beweging, regelmaat en een gezond eetpatroon. Ook speelt het opleidingsniveau bij het krijgen van een burn-out. Eerst zie je een schema over hoe de niveaus zijn ingedeeld. Daaronder staat de hoeveelheid burn-outs bij een bepaald niveau.
Hoog
Wetenschappelijk onderwijs HBO
Middelbaar
MBO HAVO VWO
Laag
VMBO MAVO Basisonderwijs Geen opleiding
Zo zie je hier dat op het hoge opleidingsniveau meer burn-outs voorkomen. Bijna 15% van de hoog opgeleide in 2010. Onder de laag opgeleide mensen komt er aan 13% burn-out voor. De middelbaar opgeleiden kampen met de minste burn-outs met 12%. Dat onder de hoog opgeleiden 15% aan burnouts voorkomt komt omdat zij erg veel stress hebben vanwege het vele en moeilijke werk. Ze moeten hard werken om bij te blijven en dat kan velen teveel worden.
Bij burn-out spelen persoonlijkheid, de werkomstandigheden en het soort werk een belangrijke rol:
Persoonlijkheid Ieder mens heeft andere normen en waarden. Mensen met een burn-out nemen die normen en waarden heel hoog op, ze stellen veel eisen aan zichzelf. Zij vinden dat ze die eisen ook moeten volbrengen. Als iets te moeilijk wordt gaan ze toch door, ze kunnen geen nee zeggen. Vaak zijn deze mensen ook heel perfectionistisch. Ze willen zichzelf bewijzen tegenover zichzelf en anderen en dat door alle eisen te voldoen. Ze denken niet meer aan hun eigen belangen en zetten zichzelf op de laatste plek. Hier raak je mentaal uitgeput van en wordt je snel emotioneel. Maar deze mensen kunnen die emotie niet goed uiten.
Werkomstandigheden Op het werk kunnen ook veel problemen ontstaan. Bijvoorbeeld een lange tijd heel veel werk, een slechte band met je collega’s waardoor ze je niet steunen, een baas die veel eisen stelt of conflicten op het werk. Dit brengt veel onzekerheid en stress met zich mee. Je wil je baas natuurlijk niet teleurstellen dus je draagt een grote verantwoordelijkheid.
Werk Mensen die in hun werk te maken hebben met andere mensen, zoals patiënten, klanten of leerlingen krijgen vaker een burn-out dan anderen. In dit werk kom je in aanraking met andere mensen en dus ook met hun problemen, emoties en gedrag. Sommige mensen trekken de problemen naar zich toe en voelen zich daar niet prettig over. In dit werk kom je steeds dezelfde problemen tegen, patiënten met onoplosbare problemen, ontevreden klanten of lastigvallende leerlingen. Als je iedere keer weer met deze problemen moet ‘dealen’ stapelt dat zich steeds meer op. Dus een groot risico op een burn-out. Ook kan je een baan hebben die eigenlijk te hoog gegrepen is voor je. Maar doordat je eisen aan jezelf en anderen blijft stellen ga je door en door. Banen met grote tijdsdruk, zoals deadlines, kunnen ook iemand teveel worden. Het levert erg veel stress op. In afbeelding 11 zie je hoeveel procent van de mensen die in een bepaalde bedrijfstak werken een burn-out krijgen. afbeelding 11
Het ontstaan van de term burn-out De term burn-out werd halverwege de jaren zeventig door de Amerikaanse psychiater Herbert Freudenberger geïntroduceerd. Hij constateerde dat jonge en bekwame hulpverleners in de verslaafdenzorg na enkele jaren in een depressieachtige toestand belandden. De werknemers kregen een groeiend gevoel van onmacht. In de weekenden en vakanties werd die toestand minder. Dan waren de werknemers tijdelijk verlost van het zien van de verslaafden zie zij vooral uit idealistische problemen probeerden te helpen. Ronald Gorter kan dat gevoel van machteloosheid zich goed voorstellen. Hij promoveerde dit jaar van de Universiteit in Amsterdam op een onderzoek naar burn-out onder tandartsen. 'Tijdens mijn vervangende dienstplicht en studie psychologie heb ik in een psychiatrische kliniek gewerkt. Verwachtingen als dat het jou wel zal lukken om mensen beter te maken, kunnen erg tegenvallen. Dat bepaal jij immers niet, hoe graag je dat ook wilt. Gebrek aan controle is bij uitstek een voedingsbodem voor burn-out. Irreële verwachtingen vormden bij de tandartsen uit mijn onderzoek eveneens een belangrijke reden voor het ontwikkelen van burn-out.' Aldus Ronald Gorter. Christina Maslach, een Amerikaanse psychologe ging verder op het werk van Freudenberger. Zij ontwikkelde de eerste vragenlijst om een burn-out vast te stellen. Deze vragenlijst heeft de naam ‘de Maslach Burn-out Inventory’. Deze lijst is ook in het Nederlands vertaald. Uit deze lijst komen drie kenmerken van een burn-out naar voren: emotionele en fysieke uitputting; een gedepersonaliseerde, cynische houding; een gevoel van sterk verminderde competentie in het werk. Op deze drie aspecten zijn onderzoekers en hulpverleners zich dan ook gaan richten.
Daarop zegt Gorter: 'Dat wil niet zeggen dat het alleen om deze drie dimensies zou gaan, maar vooralsnog is er geen beter meetinstrument. Ik verwacht dat ons begrip van burn-out de komende jaren wel wat zal verschuiven, dat burn-out bijvoorbeeld ook buiten de context van het werk zal worden onderzocht.'
Overgevoelige oren Overgevoelige oren blijken een signaal te geven voor een burn-out. Overgevoelige oren worden ook wel hyperacusis genoemd. hyperacusis is overgevoeligheid voor externe geluiden. Het is geen ziekte, maar een symptoom. Bij hyperacusis hoor je geluiden heel goed. Muziek, getik en gezoem maakt je gek. De hersenen verwerken de geluiden anders en worden als onverdraaglijk ervaren. Wat er precies gebeurt in de hersenen dat weten we niet, maar Zweedse onderzoekers stellen dat emotionele uitputting een grote rol speelt. Ze onderzochten 348 volwassenen en constateerden dat mensen die hoog scoren op burn-out symptomen geluiden snel pijnlijk luid noemen. De proefpersonen moesten een aantal stresstestjes doen en ze schreeuwden al om stilte. Vooral bij vrouwen bleek het geluid snel te prikkelen. De Zweden adviseren om je te laten onderzoeken op burn-out als je je bij de dokter meldt met hyperacusis.