Bestuursverslag 2014
1
Inhoudsopgave VOORWOORD VERANTWOORDING 1 INSTELLINGSGEGEVENS Basisgegevens stichting PCOK Juridische structuur Bestuurskantoor Schoolgegevens stichting PCOK Directiegegevens stichting PCOK Kernactiviteiten 2 BESTUUR EN GOVERNANCE Bestuursstructuur en –filosofie Verslag van de toezichthouders Het intern toezicht Vergaderingen en activiteiten Raad van Beheer Overige activiteiten toezichthoudend (deel van het) bestuur Rechtstreeks benaderd door ouders Honorering Continuïteit Toekomst Tot slot 3 PERSONEEL EN ORGANISATIE Visie Doel strategisch beleidsplan Organisatiestructuur Personeelsopbouw 2014 Personeelsverloop 2014 Verdeling personeel / leeftijd Ziekteverzuim 2014 Afhandeling van klachten GMR 4 ONDERWIJS Visie Doel strategisch beleidsplan Tevredenheidsonderzoeken 2014 Identiteit Onderwijsconcepten Opbrengstgericht werken Leerlingaantallen Veilige school Cito-resultaten 5 KWALITEITSZORG Visie Doel strategisch beleidsplan Strategisch beleidsplan Inspectiebezoeken Intern kwaliteitssysteem Interne begeleiding Kwaliteit personeel / functiemix Passend Onderwijs
4 5 6 6 6 6 6 7 7 8 8 8 9 10 11 11 11 11 11 11 12 12 12 13 14 16 17 18 20 20 21 21 21 22 23 23 23 24 25 26 29 29 29 30 30 30 30 30 31
2
6 FINANCIEEL BELEID Visie Doel strategisch beleidsplan Financiën op de balansdatum Samenvatting financiële informatie Begroting 2015 Continuïteitsparagraaf WIA Treasury Ontslaguitkeringen 7 HUISVESTING EN BEHEER Visie Doel strategisch beleidsplan Ontwikkelingen in 2014 8 PR Visie Doel strategisch beleidsplan Meervoudige publieke verantwoording / stakeholderbeleid Verbonden partijen 9 DE PCOK IN DE TOEKOMST Plannen Risico’s Ontwikkelingen
32 32 32 33 33 35 36 40 40 40 41 41 41 42 43 43 43 43 43 44 44 44 44
3
VOORWOORD Voor u liggen het bestuursverslag en de jaarrekening van de stichting PCOK. De stichting PCOK is voortgekomen uit de Vereniging voor Protestants-Christelijk Onderwijs te Katwijk en bestaat sinds 11 januari 2008. De stichting PCOK staat voor hoogwaardig basisonderwijs, waarbij de christelijke identiteit wordt beleefd en beleden. Vanuit die overtuiging werken jaarlijks rond 190 leerkrachten aan goed onderwijs aan zo’n 2.100 leerlingen. In het bestuursverslag legt het bestuur van de stichting verantwoording af over het gevoerde beleid. Dit verslag ligt ter inzage voor alle belangstellenden. Bovendien wordt het gepubliceerd op de website van de stichting: www.stichtingpcok.nl .
Namens het bestuur van de stichting PCOK,
Mevrouw J.M van Rijn, voorzitter
M. van der Bent, waarnemend secretaris
Het bestuur van de stichting PCOK wenst u veel aandacht en leesplezier toe. Vragen en opmerkingen kunt u mailen naar het bestuur via het e-mailadres:
[email protected].
4
VERANTWOORDING Dit jaarverslag is in opdracht van het stichtingsbestuur van de stichting PCOK opgesteld door R.P.R. Venema MES RDO®, directeur- bestuurder van de stichting PCOK. Het jaarverslag is geschreven om verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid en om onze stakeholders en partners te informeren. Daarom zal ook een digitale versie van dit verslag via onze website openbaar gemaakt worden. Daarnaast zal er een publieksversie worden gemaakt voor belangstellenden. Onze stakeholders zijn: De ouders van onze leerlingen De (G)MR De personeelsleden in dienst van de stichting De Rijksoverheid De gemeente Andere subsidieverstrekkers Onze partners zijn onder andere: De stichting peuterspeelzalen (PCPK) De stichting Peuterkring KOK kinderopvang Stichting PCPO Duin- en Bollenstreek De Stichting Hervormde Scholen Katwijk (HSK) PCBO Rijnsburg Van Ree Accountants De Besturenraad De PO-raad Het Andreas College (VCVO) De Rabobank Samenwerkingsverband WSNS Katwijk/Rijnsburg/Valkenburg (KRV) Samenwerkingsverband Duin- en Bollenstreek 28-12 Elk hoofdstuk wordt ingeleid door de stichtingsvisie en –missie, passend bij het onderwerp. Zodoende wordt een verbinding aangebracht tussen de stichtingsdoelen en de verantwoording van het gevoerde beleid.
5
1 INSTELLINGSGEGEVENS Basisgegevens stichting PCOK Bezoekadres PCOK: Postadres PCOK: Bestuursnummer: Telefoon: Internet: Email: Bankrelatie: Aantal scholen: Aantal leerlingen
Abeelplein 40 2225 NH KATWIJK Postbus 2023 2220 BA KATWIJK 40508 071-408 25 04 www.stichtingpcok.nl
[email protected] NL55 RABO 0331 7336 33 7 + 1 nevenvestiging 2.076 (1/10/2014)
Juridische structuur De stichting is sinds 11 januari 2008 een statutair vastgelegde stichting met als grondtaak het in stand houden en bevorderen van één of meer scholen voor protestants-christelijk onderwijs. De stichting heeft als voedingsgebied Katwijk aan Zee en Katwijk aan den Rijn. De stichting is juridisch eigenaar van de schoolgebouwen. De gemeente is economisch eigenaar.
Bestuurskantoor Op het bestuurskantoor zijn per 31/12/2014 2 personen werkzaam met een totale werktijdfactor (WTF) van 1,750. Daarnaast is een bouwkundig adviseur op dinsdagochtend en woensdagmiddag werkzaam. Dit betreft geen vast contract maar een inhuur van een zzp’er. De samenstelling van het personeel op het bestuurskantoor is als volgt: Naam R.P.R. Venema MES RDO® Mevrouw D. Heemskerk-Kralt G. Bezemer
Functie Directeur-bestuurder Personeelsconsulent / HRM
WTF 1,0 0,75
Bouwkundige
geen
Schoolgegevens stichting PCOK Onder de stichting PCOK ressorteren 7 scholen en 1 nevenvestiging op 9 locaties. De Duinroos bestaat uit de hoofdvestiging Duinroos Zanderij en de nevenvestiging Duinroos Otto Baron. Daarnaast kent de Christelijke Opleidingsschool twee locaties, te weten: de hoofdlocatie aan de Parklaan 118 en de dislocatie aan het Abeelplein 38.
Brin 04PA 07LH 07LT 08VM 12PI 12PI02 13CU 13ID
Schoolgegevens 31/12/2013 Naam Gaspard de Colignyschool Farèlschool Christelijke Opleidingsschool Marnixschool De Duinroos, locatie Zanderij De Duinroos, locatie Otto Baron Willem van Veenschool Sjaloomschool
6
Directiegegevens stichting PCOK De dagelijkse leiding van de scholen is in handen van een directeur, waarbij op alle scholen (behalve op de Sjaloomschool) een adjunct-directeur werkt. Samen met de intern begeleider vormen ze het managementteam van de school. In een enkele situatie (met als reden de schoolgrootte) worden ook bouwcoördinatoren betrokken bij de beslissingen binnen het managementteam. Brin 04PA 07LH 07LT 08VM 12PI 12PI02 13CU 13ID
directeur Mevrouw C.O.E. Westerbeek Mevrouw A. van Waardhuizen Mevrouw B. van der Woude R.M. Hartvelt J. van Rietschoten J. van Rietschoten Mevrouw M. Drijfhout Mevrouw J. de Jong
adj.-directeur J.M. Vooijs G. Straatsma M.D. Pronk Mevrouw J.H. Molenaar – de Wit Mevrouw G. Zwaan – van Vliet Mevrouw A. Kragt R.J. Jansen Geen
Kernactiviteiten De kernactiviteit van de PCOK is het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig primair onderwijs. Onze scholen staan open voor alle leerlingen, ongeacht hun gezindte. Daartoe heeft het bestuur in de strategische notitie ‘De PCOK op koers’ meerjarenbeleid uitgezet en wordt gestuurd op meetbare resultaten. Dat betekent onder andere dat in het kader van de ontwikkeling van ons personeel de invoering van bekwaamheidsdossiers en de persoonlijke ontwikkeling voorop staan. Vanzelfsprekend is de leerlingzorg een belangrijk speerpunt. De doelen voor de komende vier jaar zijn gespecificeerd in het Bestuurlijk toetsingskader. Het strategisch beleidsplan wordt in 2015 herzien.
7
2 BESTUUR EN GOVERNANCE Bestuursstructuur en –filosofie De stichting PCOK heeft in 2014 een stichtingsbestuur, bestaande uit 7 personen. Van deze 7 personen zijn 6 leden belast met een toezichthoudende taak en is 1 belast met het dagelijks bestuur; zijnde de directeur-bestuurder, de heer R.P.R. Venema. Samen vormen ze de Raad van Beheer. Daarmee wordt ook functioneel voldaan aan de Wet Goed Onderwijs-Goed bestuur en aan de code Goed Bestuur die is ontwikkeld door de PO-raad. Deze code wordt volledig onderschreven door de stichting en conform de geldende afspraken uitgevoerd. In het schema zijn de onderlinge verhoudingen gedefinieerd als interne toezichthouders (de nonexecutives of het algemeen bestuur) met algemeen toezichthoudende taken en de dagelijks bestuurder (de executive), die de dagelijkse leiding van de stichting heeft. Wat is een one-tier board? Een one-tier board is een éénlaags (monistisch) bestuursmodel en in dit model maken de toezichthouders deel uit van het bestuur. In een stichting komt er dan dus één algemeen bestuur waarin zowel de directeur-bestuurder als de toezichthouders zitten. Er wordt in de one-tier board onderscheid gemaakt tussen uitvoerende bestuurders (de directeurbestuurder) en niet-uitvoerende bestuurders. Alleen een niet-uitvoerende bestuurder mag de taak van voorzitter van het bestuur vervullen. Een dergelijk bestuur wordt de Raad van Beheer genoemd.
Verslag van de toezichthouders Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES: Artikel 3, lid 5: ‘Indien een onderwijsinstelling een interne toezichthouder heeft, wordt aan het jaarverslag een verslag toegevoegd waarin deze verantwoording aflegt over zijn handelen en van de resultaten van dat handelen.’ Bestuurlijke schandalen in maatschappelijke ondernemingen, zoals ziekenhuizen, woningbouwcorporaties en onderwijsinstellingen, hebben geleid tot meer aandacht voor het functioneren van de betrokken toezichthouders. In de discussies over falend toezicht wordt benadrukt dat de interne toezichthouders de maatschappelijke kerntaak en waarde van de organisatie moeten bewaken, zich dienen te verantwoorden en daarover communiceren met de directe belanghebbenden. Het toezichthoudend (deel van het) bestuur van stichting PCOK is zich bewust van deze aandacht en verantwoordt zich via dit jaarverslag over de uitvoering van het toezicht in 2014. In 2015 zal de interne toezichthouder zich ook in gesprekken met directe belanghebbenden verantwoorden: ouders en personeel in periodieke themabesprekingen en het jaarlijkse overleg met hun vertegenwoordiging in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad.
8
Het intern toezicht Het toezichthoudend (deel van het) bestuur toetst als intern toezichthouder het beleid en het functioneren van stichting PCOK aan de vastgestelde missie, visie en de uitgezette koers. Het dient goedkeuring te verlenen aan voorgenomen beslissingen van het uitvoerend deel van het bestuur op het gebied van strategie, organisatie, investeringen en prestaties. Dit is vastgelegd en uitgewerkt in zowel een ‘intern toezichtkader’ als een ‘bestuurlijk toetsingskader’, waarin is vastgelegd welke informatie het bestuur nodig heeft om het toezicht goed te kunnen uitoefenen. Daaraan gekoppeld is een meerjarige agenda voor de Raad van Beheer. Deze in 2014 geïntroduceerde werkwijze zal in 2015 verder worden doorontwikkeld/geëvalueerd en bijgesteld. Voorts treedt de Raad van Beheer op als de werkgever van de directeur-bestuurder, staat deze met raad en daad terzijde en fungeert als een kritisch klankbord. Ontwikkelpunt is om ook in de Raad van Beheer meer periodiek het eigen functioneren te evalueren, zowel technisch-inhoudelijk als wat betreft het persoonlijk en als team functioneren. De in 2014 gehouden zelfevaluatie die ging over het functioneren als team heeft erin geresulteerd dat de Raad van Beheer voortaan voorafgaand aan het overleg met de directeur-bestuurder een vooroverleg in eigen kring houdt. Deze verandering wordt door het bestuur steeds positiever gewaardeerd. Samenstelling Raad van Beheer De Raad van Beheer bestaat statutair uit ten minste vijf en ten hoogste zeven personen. De leden van het bestuur worden door het bestuur zelf benoemd, aan de hand van een uitgewerkte profielschets. De leden worden in beginsel benoemd voor een periode van vier jaar, met de mogelijkheid van herbenoeming voor maximaal vier jaar. Een rooster van aftreden regelt de wisselingen in de samenstelling van de Raad van Beheer. Geconstateerd is dat bij de eerstvolgende vacature(s) de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) het recht heeft 1 bindende voordracht te doen. Omdat tegelijkertijd het bestuur zelf zijn nieuwe leden benoemt, is het een optie in overleg met de GMR te besluiten om de wervingsprocedure gezamenlijk te doen, met behoud van ieders verantwoordelijkheid. Een wervings- en selectieprocedure zal daartoe worden opgesteld. De Raad van Beheer bestaat op 31/12/2014 uit 7 leden. De huidige samenstelling is als volgt: Naam Ir. J.W. Dubbeldam Mevrouw A. Ravensbergen-Driebergen A. de Witte M. van der Bent Mevrouw A.C. PostHogewoning Mevrouw J. van Rijn R.P.R. Venema
functie Waarnemend voorzitter secretaris
algemene taak Toezichthouder
penningmeester
Toezichthouder
Lid, Bouwzaken Lid
Toezichthouder Toezichthouder
Lid Directeurbestuurder
Toezichthouder Uitvoerend bestuurder
Toezichthouder
specifieke taak Voorzitter remuneratiecommissie Lid remuneratiecommissie Voorzitter auditcommissie Lid auditcommissie
9
Het rooster van aftreden: dit is in 2014 niet formeel vastgesteld. Naam Ir. J.W. Dubbeldam Mevrouw A. Ravensbergen-Driebergen A. de Witte M. van der Bent Mevrouw A.C. PostHogewoning Mevrouw J. van Rijn R.P.R. Venema
1e benoeming
2e benoeming
Aftredend op 1 augustus 2015 Overleden op 14 januari 2015 1 augustus 2016 1 augustus 2016
1 juni 2003
n.v.t.
n.v.t.
De leden van het toezichthoudend (deel van het) bestuur zijn onafhankelijk ten opzichte van medeleden, de directeur-bestuurder en andere deelbelangen van de organisatie. De leden hebben de volgende relevante nevenfunctie(s): Naam Ir. J.W. Dubbeldam Mevrouw A. Ravensbergen-Driebergen A. de Witte M. van der Bent Mevrouw A.C. PostHogewoning Mevrouw J. van Rijn R.P.R. Venema
Nevenfunctie(s) Voorzitter Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Katwijk/Rijnsburg/Valkenburg (in liquidatie)
Lid kerkenraad Hervormde Gemeente Katwijk, lid bouwcommissie Hervormde Gemeente Katwijk, lid college van kerkrentmeesters Hervormde Gemeente Katwijk Geen geen Voorzitter kerkenraad PKN-gemeente Noordwijkerhout
Vergaderingen en activiteiten Raad van Beheer Het toezichthoudend (deel van het) bestuur heeft in 2014 10 keer een reguliere vergadering gehouden. Daarnaast is er 3 keer een themavergadering gehouden met als thema’s: Identiteit Passend Onderwijs Good Governance / inrichting bestuursmodel In 2014 verleende het toezichthoudend (deel van het) bestuur goedkeuring aan het jaarverslag en de jaarrekening 2013, alsmede aan de begroting 2015. Hoewel de definitieve gegevens van het ministerie nog ontbraken is het zeer aannemelijk dat de begroting 2015 sluitend is. Gedurende het jaar 2014 heeft het bestuur zich onder meer door beleidsrapportages, financiële tussenrapportages en de managementletter van de accountant op de hoogte laten brengen van relevante interne en externe ontwikkelingen. De afname van de leerlingaantallen, de structurele aandacht voor de kwaliteitszorg (opbrengstgericht werken) en het behouden van een basisarrangement voor alle scholen zijn voor het bestuur tekenen dat PCOK goed op koers zit. In de reguliere vergaderingen is gesproken over de thema’s ICT, Passend Onderwijs en Good Governance. De voorzitter voerde periodiek overleg met de directeur-bestuurder.
10
Overige activiteiten toezichthoudend (deel van het) bestuur Het toezichthoudend (deel van het) bestuur heeft door tijdgebrek in 2014 geen overleg met de GMR gehad, wel met de schooldirecteuren. Daarnaast gaven leden acte de présence bij de kerstmarkt en bij de opening van het schooljaar, in september 2014. In 2015 zal wel met de GMR gesproken worden (gepland op 29 januari 2015).
Rechtstreeks benaderd door ouders In het verslagjaar is het bestuur tweemaal rechtstreeks benaderd door ouders naar aanleiding van een incident op één van de scholen. Het ene incident betrof een klacht over de begeleiding van twee kinderen, het andere incident betrof de aanmeldingsprocedure naar het voortgezet onderwijs (zie ook pagina 15 van dit verslag).
Honorering De werkzaamheden van zowel het toezichthoudend als het uitvoerend bestuur in 2014, en met name de voorzitter, vergen veel tijd en zijn zeker niet van vrijblijvende aard. Desondanks is zoals in eerdere jaren geen ‘honorering’, behalve de jaarlijkse vacatiegelden (€ 275,- p.p.), toegekend. Naar het oordeel van het bestuur past een honorering ook niet bij de schaalgrootte van de schoolorganisatie en het feit dat ook andere vrijwilligers zich inzetten. In 2015 zal de raad van beheer opnieuw een besluit nemen over een eventuele tegemoetkoming in de kosten, dan wel een op te nemen budget voor continue scholing.
Continuïteit In het kader van de verplichte paragraaf in het jaarverslag over de continuïteit van de organisatie dient het toezichthoudend (deel van het) bestuur in zijn verslag aan te geven op welke wijze het de directeur-bestuurder ondersteunt en/of adviseert over de beleidsvraagstukken en de financiële problematiek. Hierover kan worden gezegd dat in de vergaderingen alle relevante beleidsvraagstukken systematisch aan de orde worden gesteld en dat het toezichthoudend (deel van het) bestuur actief heeft geadviseerd en ondersteund bij de te maken keuzes. Datzelfde geldt voor de financiële aspecten van PCOK die in de vorm van begroting, meerjarencijfers en tussentijdse rapportages over het lopende jaar onderwerp van bespreking zijn met de directeurbestuurder in de vergaderingen van de raad van beheer.
Toekomst Het toezichthoudend (deel van het) bestuur zal zich in 2015 naast het reguliere werk, zoals de goedkeuring van jaarverslag en begroting en de monitoring van het strategisch beleidsplan, bezighouden met de ontwikkelingen op het gebied van het Passend Onderwijs, de toekomstvisie van de stichting, governance en werving en selectie van toezichthouders.
Tot slot Het toezichthoudend (deel van het) bestuur heeft zijn werkzaamheden in het verslagjaar 2014 met veel plezier verricht. Wij zijn erkentelijk voor de ondervonden openheid en plezierige gesprekken met de directeur-bestuurder en de medewerkers van PCOK. Voorts spreken wij onze waardering uit voor de inzet en capaciteiten van de directeur-bestuurder, leerkrachten en ondersteunende medewerkers. Katwijk, april 2015 Mevrouw J.M. van Rijn, Voorzitter Raad van Beheer
11
3 PERSONEEL EN ORGANISATIE Visie PERSONEEL: Op de PCOK-scholen werkt bekwaam personeel. Van ons personeel wordt verwacht dat ze in staat zijn een veilig leef- en werkklimaat te scheppen, voor de leerlingen, maar ook voor de collega’s. Van ons personeel wordt verwacht dat ze ten dienste staan van alle scholen die bij de organisatie horen, en dus breed inzetbaar zijn. Vanuit de acceptatie van specialisaties willen we horizontale en verticale mobiliteit bevorderen.
Doel strategisch beleidsplan Doel 1 Tevreden medewerkers door het bieden van een veilige en inspirerende werkomgeving Werknemers Bewijslast 80% van de medewerkers is tevreden op alle onderdelen van de enquête, 20% mag ontevreden zijn op onderdelen.
Doel 2 Personeel is bekwaam Leerkrachten en directieleden Bewijslast Iedere medewerker heeft een bekwaamheidsdossier en houdt dit actueel. Iedere medewerker heeft een POP. Uit de beoordelingsgesprekken blijkt dat ons personeel bekwaam is. We streven naar excellent personeel. (minimaal 10% heeft de beoordeling excellent)
Doel 1: In 2014 is een leerlingtevredenheidsonderzoek uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gepubliceerd op de website van de stichting PCOK. Elders in dit verslag (hoofdstuk 4) wordt nader ingegaan op de resultaten van dit onderzoek. De doelstelling ‘minimaal 80% van de leerlingen is tevreden’, is stichtingsbreed gehaald. Doel 2: Van elk personeelslid is een bekwaamheidsdossier aanwezig. De kwaliteit daarvan is in 2014 beoordeeld door de personeelsconsulent. Vooral op De Duinroos moet er nog hard gewerkt worden aan de verslaglegging van de gesprekken uit de cyclus. De persoonlijke ontwikkelingsplannen zijn op deze scholen niet compleet of ontbreken. Daarom kan nog niet beoordeeld worden of 10% van ons personeel de kwalificatie excellent heeft. In het kader van deze beoordeling zal er aan deze dossiervorming extra aandacht gegeven moeten worden. In 2014 zijn alle dossiers gedigitaliseerd zodat het sturen op de kwaliteit daarvan gemakkelijker gaat worden. Doel 3 Invoering functiemix (LB-functies) Leerkrachten LA Bewijslast Zie landelijke richtlijnen, per 1/8/2010 8% van personeel, vermeerderd met 8% per jaar tot aan 2014 (totaal 40 procent)
Doel 4 Groei / schaalvergroting door samenwerking of fusie Bestuur en werknemers van de PCOK bewijslast 4.000 leerlingen (max. 25 scholen) (Deze doelstelling blijft bestaan, maar is op dit moment inactief verklaard. Wanneer kansen zich voordoen, zal daarop worden ingespeeld.)
Doel 3: In 2010 is begonnen met het ontwikkelen van beleid ten aanzien van de LB-functies. Dit beleid is afgerond, de uitvoering daarvan nog niet. In 2014 is het streefcijfer van 32% niet gehaald. Er is nu een bezettingsgraad van 14,53% gemiddeld over de scholen (31/12/2014), een stijging van 2% ten opzichte van 2013. In 2014 zijn de functie-eisen hetzelfde gebleven. Wel is afgesproken dat er een terugkeergarantie van 1 jaar is voor nieuwe instromers.
12
Bestuur totaal Schaal LA LB TOTAAL
Dienstverb. 119 17 136
Colignyschool WTF 77,61 13,19 90,80
% WTF 85,47 14,53 100,00
Farèlschool Schaal LA LB TOTAAL
Dienstverb. 13 2 15
Dienstverb. 17 2 19
WTF 7,88 1,39 9,27
% WTF 85,00 15,00 100,00
Dienstverb. 13 3 16
WTF 7,44 0,46 7,90
% WTF 94,13 5,87 100
Schaal LA LB TOTAAL
Dienstverb. 25 2 27
WTF 17,85 1,03 18,88
% WTF 94,50 5,50 100,00
De Duinroos Zanderij en Otto Baron WTF 9,46 2,00 11,46
% WTF 82,55 17,45 100,00
Willem van Veenschool Schaal LA LB TOTAAL
Dienstverb. 11 1 12
Christelijke Opleidingsschool
Marnixschool Schaal LA LB TOTAAL
Schaal LA LB TOTAAL
Schaal LA LB TOTAAL
Dienstverb. 32 5 37
WTF 22,19 4,62 26,82
% WTF 82,77 17,23 100,00
WTF 5,62 1,55 7,17
% WTF 78,38 21,62 100,00
De Sjaloomschool WTF 7,15 2,12 9,27
% WTF 77,07 22,93 100,00
Schaal LA LB TOTAAL
Dienstverb. 9 2 11
Doel 4: Aan deze doelstelling is niet gewerkt, mede op basis van een lage urgentie. De wens is op de achtergrond aanwezig, maar zal langs de weg der geleidelijkheid en natuurlijk overleg worden nagestreefd. Wel is er informeel overleg geweest met de stichting HSK en de stichting PCPO Duin- en Bollenstreek.
Organisatiestructuur De PCOK is in 2008 een stichting geworden. Bij het oprichten van de stichting zijn de leden uitgeschreven. Het bestuur van de stichting heeft vanaf 11 januari 2008 de finale stem. De statuten en het huishoudelijk reglement regelen de interne organisatie. Op 5 juli 2013 zijn de statuten van de stichting gewijzigd. De wijziging behelst de omvorming naar de Raad van Beheer, waarbij de functie van algemeen directeur vervalt. Het bestuur heeft een functionele scheiding aangebracht in een toezichthoudend orgaan en een uitvoerend orgaan, in casu de functie van directeur-bestuurder. De heer Venema, tot aan 4 juli 2013 algemeen directeur, bekleedt vanaf 5 juli 2013 de functie van directeur-bestuurder. Daarmee blijft de dagelijkse leiding in handen van de directeur-bestuurder, die tevens, samen met het toezichthoudend deel van het bestuur, het bevoegd gezag vormt van de stichting. Vanuit deze functie heeft hij de bevoegdheden om alle voorkomende werkzaamheden uit te voeren. De directeur-bestuurder initieert en ontwikkelt in samenwerking met het directieberaad nieuw beleid. Dit beleid wordt getoetst aan de strategische doelen. De directeur-bestuurder stelt het beleid vervolgens vast.
13
Stichtingsbestuur, onderverdeeld in directeur–bestuurder (bevoegd gezag) en toezichthoudend bestuur.
7 basisscholen op 9 locaties, Collegiaal overleg in directieberaad, beleidsvoorbereiding en -uitvoering
GMR, advies en instemming
Slechts een aantal beleidsstukken behoeft de goedkeuring van het voltallig bestuur: 1. Strategisch meerjarenplan 2. Begrotingsbrief 3. Begroting 4. Treasurybeleid 5. Jaarrekening Daarna worden beleidstukken, waar nodig, aangeboden aan de GMR ter instemming en/of advisering. De directeur-bestuurder wordt in zijn dagelijkse bezigheden ondersteund door een personeelsconsulent. Daarnaast is een bouwkundig medewerker actief. Hij is echter niet in dienst, maar als zzp’er verbonden aan het bestuur. De directeur-bestuurder geeft leiding aan de directeuren. Die directeuren zijn integraal verantwoordelijk voor hun eigen school. Zij hebben ten aanzien van de beleidskaders verantwoording af te leggen aan de directeur-bestuurder. Daarnaast moet het schoolbeleid getoetst worden aan het algemeen beleid en de daarbij behorende beleidskaders. Bovendien moet de MR van de school op een aantal beleidsterreinen instemming dan wel advies geven.
Elke school heeft een eigen Medezeggenschapsraad, voor advies en instemming op schoolniveau
Bovenstaand sterk vereenvoudigd organogram laat de hiërarchische structuur van de PCOK zien. Het bestuur heeft de finale stem, waarbij instemming en advies van de (G)MR in alle lagen een rol speelt.
Personeelsopbouw 2014 Binnen de PCOK werkten in 2014 (stand per 31/12/2014) 181 personen. Binnen de stichting PCOK kennen we de volgende functies: leerkrachten (LA), senior leerkracht (LB) adjunct-directeuren (AA, AB) en directeuren (DA, DB, DC). Daarnaast is er onderwijsondersteunend personeel actief: onderwijsassistenten (schaal 4), klassen-assistenten (schaal 7) en schoonmaakpersoneel (schaal 1). Op het bestuurskantoor zijn daarnaast de volgende functies aanwezig: directeur-bestuurder (DD) en een personeelsconsulent (schaal 8). In de volgende tabel zijn de verhouding man/vrouw en de verdeling over de functies weergegeven.
14
Tabel 1: verdeling mannen en vrouwen (31/12/2014) Verdeling man / vrouw per salarisschaal per 31/12/2014
Schaal
Man / Vrouw
0001
Man Vrouw Subtotaal Man Subtotaal Vrouw Subtotaal Vrouw Subtotaal Vrouw Subtotaal Man Vrouw Subtotaal Vrouw Subtotaal Man Vrouw Subtotaal Man Vrouw Subtotaal Man Subtotaal Man Vrouw Subtotaal Man Vrouw Subtotaal
0003 0004 0007 0008 AB
DA DB
DC U
DD LA
LB
Totaal
Aantal Man/Vrouw 2 5 7 1 1 10 10 2 2 1 1 4 3 7 1 1 1 3 4 1 1 2 1 1 13 115 128 2 15 17 181
Totale WTF 0,9851 2,2410 3,1261 0,8000 0,8000 4,3851 4,3851 1,6223 1,6223 0,7500 0,7500 4,0000 2,5503 6,5503 1,0000 1,0000 1,0000 2,3984 3,3984 1,0000 1,0000 2,0000 1,0000 1,0000 10,8074 73,1912 83,9986 2,0000 11,3510 13,3510 121,9818
Gem. WTF 0,4926 0,4282 0,4466 0,8000 0,8000 0,4385 0,4385 0,8112 0,8112 0,7500 0,7500 1,0000 0,8501 0,9358 1,0000 1,0000 1,0000 0,7995 0,8496 1,0000 1,0000 1,0000 1,0000 1,0000 0,8313 0,6364 0,6562 1,0000 0,7567 0,7854 0,6739
15
Personeelsverloop 2014 Onderstaande tabel geeft de instroom en uitstroom weer van personeel in het jaar 2014. Tabel 2: Instroom personeel
Tabel 3: Uitstroom personeel 2014
Gemiddelde bezetting
Instroom gemiddelde bezetting
Instroom percentage
Instroom aantal medewerker s
04PA Gaspard de 07LH Farèlschool 07LT Chr. 08VM Marnixschool 12PIO Duinroos Otto 12PIZ Duinroos Zanderij 12CU Willem van 13ID Sjaloomschool 40508 PCOK Katwijk 04PA Gaspard de 07LH Farèlschool 07LT Chr. 08VM Marnixschool 12PIO Duinroos Otto 12PIZ Duinroos Zanderij Willem van 13ID Sjaloomschool 40508 PCOK Katwijk 04PA Gaspard de 07LH Farèlschool 07LT Chr. 08VM Marnixschool 12PIO Duinroos Otto 12PIZ Duinroos Zanderij Willem van 13ID Sjaloomschool 40508 PCOK Katwijk 04PA Gaspard de 07LH Farèlschool 07LT Chr. 08VM Marnixschool 12PIO Duinroos Otto 12PIZ Duinroos Zanderij Willem van 13ID Sjaloomschool 40508 PCOK Katwijk
Totaal periode 12,5460 12,3712 23,6136 17,9929
2014 Gemiddelde bezetting
10,1409 24,1769 12,4044 10,4184 123,6 543
123,6543 0,1709 0,0201 0,2539 0,0090
Uitstroom gemiddelde bezetting
0,0572 0,0009 0,0660 0,0025 0,580 4
0,5804 1,36 0,16 1,08 0,05
Uitstroom percentage
0,56 0,00 0,53 0,02 0,47
0,47 4 1 2 3 1 2 5 1
19
19
Uitstroom aantal medewerkers
04PA Gaspard de 07LH Farèlschool 07LT Chr. 08VM Marnixschool 12PIO Duinroos Otto 12PIZ Duinroos Zanderij Willem van 13ID Sjaloomschool 40508 PCOK Katwijk 04PA Gaspard de 07LH Farèlschool 07LT Chr. 08VM Marnixschool 12PIO Duinroos Otto 12PIZ Duinroos Zanderij Willem van 13ID Sjaloomschool 40508 PCOK Katwijk 04PA Gaspard de 07LH Farèlschool 07LT Chr. 08VM Marnixschool 12PIO Duinroos Otto 12PIZ Duinroos Zanderij Willem van 13ID Sjaloomschool 40508 PCOK Katwijk 04PA Gaspard de 07LH Farèlschool 07LT Chr. 08VM Marnixschool 12PIO Duinroos Otto 12PIZ Duinroos Zanderij Willem van 13ID Sjaloomschool 40508 PCOK Katwijk
Totaal Periode 12,5460 12,3712 23,6136 17,9929 10,1409 24,1769 12,4044 10,4184
123,654 3
123,654 3 0,1009 0,0392 0,0849 0,1356 0,0849 0,3372 0,0000 0,2053
0,9880
0,9880 0,80 0,32 0,36 0,75 0,84 1,39 0,00 1,97
0,80
0,80 1 1 1 2 1 3 0 1 10
Bij de instroom wordt geen onderscheid gemaakt tussen de instroom van vast, structureel personeel en van de vervangers. Per saldo is het aantal personeelsleden gestegen van 179 naar 181 personeelsleden (zie tabel 4).
16
Verdeling personeel / leeftijd De verdeling man/vrouw over de leeftijden is hieronder weergegeven (per 31/12/2014). Daaruit blijkt, in lijn met het landelijk beeld, dat de groep vrouwen sterk is vertegenwoordigd en dat een grote uitstroom tussen nu en 10-12 jaar is te verwachten. De meeste leerkrachten in de categorie 50-65 zitten in de categorie 55-64. Er zijn geen FPU-deelnemers meer (geboren voor 1/1/1950) en de komende 3 jaar is er geen uitstroom wegens pensionering te verwachten, mede door de gewijzigde pensioenleeftijd. Wel moet de stichting PCOK op termijn rekening houden met een relatief grote uitstroom vanaf 2017. Tabel 4: Leeftijdsverdeling man / vrouw per 31/12/2014
Leeftijdscategorie 15 tot 25 jaar
Classificatie
Classificatieomschrijving
OOP
Onderwijs Ondersteunend Personeel Onderwijzend Personeel
OP 25 tot 35 jaar OOP OP
Onderwijs Ondersteunend Personeel Onderwijzend Personeel
35 tot 45 jaar DIR OOP OP
Directieleden Onderwijs Ondersteunend Personeel Onderwijzend Personeel
45 tot 55 jaar DIR OOP OP
Directieleden Onderwijs Ondersteunend Personeel Onderwijzend Personeel
55 tot 65 jaar DIR OOP OP 65+ jaar Totaal
Directieleden Onderwijs Ondersteunend Personeel Onderwijzend Personeel
Vrouw
Man
Totaal
0 4
0 0
0 4
3 0 4
0 0 1
3 0 5
32 0 2 0
4 0 1 1
36 0 3 1
27 0 2 9
2 0 2 1
29 0 4 10
28 0 4 5
2 0 4 0
30 0 8 5
34 0 156
9 0 25
43 0 181
17
Leeftijdscategorie 15 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
65+ jaar Totaal
Vrouw 0 4 3 0 4 34 0 2 0 27 0 2 9 28 0 4 5 34 0 156
Man 0 0 0 0 1 2 0 1 1 2 0 2 1 2 0 4 0 9 0 25
Totaal 0 4 3 0 5 36 0 3 1 29 0 4 10 30 0 8 5 43 0 181
Ziekteverzuim 2014 Binnen de PCOK wordt het ziekteverzuim scherp in de gaten gehouden. Elke zes weken is er een Sociaal Medisch Overleg (SMO) op het bestuurskantoor, waarbij alle langdurige of bijzondere ziektegevallen worden besproken. Deze gesprekken worden geleid door mevrouw D. Heemskerk, personeelsconsulent, en worden bijgewoond door de betreffende directeur en de bedrijfsarts, de heer Frederik Ronkes. De arbeidsdeskundige, mevrouw Eva Vester-Vles, is op afroep beschikbaar op basis van een 0-urenovereenkomst. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe het ziekteverzuim binnen de PCOK is. Het verzuimpercentage van 3,74 over 2014 is lager dan het voorgaande jaar (4,96) en lager dan het laatst bekende landelijke cijfer (2013: 6,44) Tabel 5: Ziekteverzuimpercentage Organisatorische eenheid PCOKKAT – PCOK Katwijk 04PA – Gaspard de Colignyschool 07LH – Farèlschool 07LT – Chr. Opleidingsschool 08VM – Marnixschool 12PIO – Duinroos Otto Baron 12PIZ – Duinroos Zanderij 13ID – Sjaloomschool DEFAUL1 – Default STAFPOK – Bestuurskantoor Totaal
Totaal 0,72% 7,02% 1,72% 5,48% 5,18% 0,85% 5,54%
3,74%
18
De daling is gerealiseerd door een goede begeleiding van ziek personeel en voortdurende aandacht voor het welbevinden van ons personeel. Daarnaast is er een nieuw ziekteverzuimplan in gebruik genomen en wordt er vanuit het bestuurskantoor meer gemonitord. Directeuren krijgen tijdige begeleiding bij (dreigend) ziekteverzuim.
Tabel 6: Ziekmeldingsfrequentie Uit bovenstaande tabellen en grafieken kunnen de volgende conclusies getrokken worden. 1. Gemiddeld is het ziekteverzuimpercentage over 2014 gezakt van 7,34 (2012) via 4,96 (2013) naar 3,74%. 2. De verschillende scholen scoren zeer verschillend. 3. Er zijn vier scholen met een relatief hoog verzuim en een lage tot gemiddelde ziekmeldingsfrequentie. De Farèlschool, de Marnixschool, De Duinroos locatie Otto baron en de Willem van Veenschool hebben te maken met enkele langdurige zieken, gezien de lage frequentie en het relatief hoge ziekteverzuimpercentage. De oorzaken liggen overwegend in de privésfeer. 4. Drie scholen hebben een laag verzuim en een gemiddelde ziekmeldingsfrequentie. 5. De Colignyschool, Duinroos locatie Zanderij en de Christelijke Opleidingsschool hebben in 2014 nauwelijks te maken gehad met langdurige ziekte.
Organisatorische eenheid Geslacht 04PA – Gaspard de Colignyschool Mannen Vrouwen Totaal 07LH – Farèlschool Mannen Vrouwen Totaal 07LT – Chr. Opleidingsschool Mannen Vrouwen Totaal 08VM – Marnixschool Mannen Vrouwen 12PIO – Duinroos Otto Baron Mannen Vrouwen 12PIZ – Duinroos Zanderij Mannen Vrouwen 13CU – Willem van Veenschool Mannen Vrouwen 0,65 13ID – Sjaloomschool Mannen Vrouwen Totaal STAFPOK – Bestuurskantoor Mannen Vrouwen Totaal Totaal Mannen Vrouwen
Totaal 1,33 0,77 0,86 1,00 0,85 0,86 0,77 0,57 0,60 0,48 0,65 0,39 1,06 1,33 0,83 0,67
0,50 0,99 0,93 0,00 0,00 0,00 0,78 0,76
19
Organisatorische eenheid PCOKKAT – PCOK Katwijk 04PA – Gaspard de Colignyschool 07LH – Farèlschool 07LT – Chr. Opleidingsschool 08VM – Marnixschool 12PIO – Duinroos Otto Baron 12PIZ – Duinroos Zanderij 13CU – Willem van Veenschool 13ID – Sjaloomschool DEFAUL1 – Default STAFPOK – Bestuurskantoor Totaal
Kort 0-8
Kort Middel
Lang Middel
0,44%
0,29%
0,59% 0,26%
0,15% 0,09%
6,28% 1,37%
0,34% 0,49%
0,43% 0,87%
2,74% 3,82%
0,71%
0,14%
0,56%
0,12%
3,99%
0,48%
2,39%
2,67%
0%
0%
2%
Lang >366
1,98%
3,14%
1%
Totaal
Meldingsfrequentie
Verzuimduur
0,72%
0,86
3,25
7,02% 1,72%
0,86 0,60
33,44 1,84
5,48% 5,18%
0,61 0,93
35,65 5,80
0,85%
0,87
2,56
7,81%
0,66
3,04
5,54%
0,93
9,75
3,74 %
0,76
11,28
Afhandeling van klachten In 2014 zijn twee klachten, via de geschillencommissie bij de directeur-bestuurder binnengekomen. Een klacht is, na een eerste schriftelijke reactie van de geschillencommissie, door de klager ingetrokken. Het betrof onvrede over de aanmeldingsprocedure en advies voor het voortgezet onderwijs. Er bleek onvoldoende grond en mogelijkheid om de klacht door te zetten. Een tweede klacht is door de ouders bij de geschillencommissie in behandeling gegeven. Het ging in deze klacht om onvrede over leerlingbegeleiding van één van de kinderen en onvrede over een uitgevoerd dyslexieonderzoek bij een tweede kind. Op 24 november zijn de twee punten in de geschillencommissie besproken. Op 19 december heeft de commissie uitspraak gedaan; in beide gevallen is de klacht ongegrond verklaard. Op advies van de geschillencommissie zal er in 2015 via een mediator een gesprek zijn, teneinde het wederzijdse vertrouwen weer op te bouwen.
GMR De directeur-bestuurder vergadert namens het bestuur 6-8 maal met de Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR). Tijdens deze vergaderingen worden nieuwe plannen en beleidsstukken gepresenteerd en besproken. De GMR heeft advies- en instemmingsrecht betreffende een aantal verschillende terreinen. In het kalenderjaar 2014 zijn de volgende onderwerpen besproken: Begrotingsbrief 2015 Begroting 2015 Bestuursverslag 2013 Jaarrekening 2013 Formatiebesluit 2014/2015 Inrichting Passend Onderwijs Protocol foto en film Protocol sociale media Aanpassing functiebouwhuis De toezichthouders uit het bestuur hebben in 2014 een algemeen overleg gevoerd met de GMR waarbij onder andere (in evaluatieve setting) over de informatiestroom en de algemene werkwijze is gesproken.
20
4 ONDERWIJS Visie MISSIE: De basisscholen van de stichting PCOK werken en willen blijven werken vanuit de protestantschristelijke levensovertuiging. Daarbij willen we onze pedagogische en onderwijskundige identiteit vormgeven door: vanuit respect en verdraagzaamheid een veilige werk- en leeromgeving te creëren, gebruik te maken van elkaars talenten, als uitgangspunt voor onderwijs op maat, maximale ontplooiing van kinderen na te streven door hoge eisen te stellen aan kennis(overdracht) vanuit het idee dat ‘kennis basis is voor bekwaamheid’.
Doel strategisch beleidsplan Doel 1 Onderwijsconcept: onderwijs zorg op maat Alle leerlingen Bewijslast Laatste inspectierapporten van de scholen Alle scholen hebben een basisarrangement.
Doel 2 Gedegen onderwijs Alle leerlingen Bewijslast Prestaties leerlingen op langere termijn, gemeten aan de hand van het interne kwaliteitsinstrument. Resultaten inspectierapporten en interne kwaliteitsinstrumenten laten zien dat het onderwijs goed is. Dat houdt de volgende ambities en resultaten in: Eindtoetsen (Cito) van de scholen liggen (binnen de schoolgroep) hoger dan het verwachte gemiddelde niveau. Tussentijdse Cito-toetsen (5 meetmomenten van de inspectie) liggen een half percentiel-punt hoger dan het landelijk gemiddelde. Scholen streven naar het predicaat ‘excellent’. Dit geldt voor de scholen die vier jaar achtereenvolgend de voor hun scholengroep geldende bovengrens scoren.
Doel 1: Is in 2014 verder uitgewerkt, het basisarrangement is voor alle scholen gehandhaafd. Doel 2: Is gerealiseerd. Alle scholen hebben in 2014 hun basisarrangement behouden. Doel 3 Onderwijsconcept: onderwijs zorg op maat (vervolg) Alle leerlingen Bewijslast Uit de oudertevredenheidsenquête blijkt dat 80% van de ouders vindt dat de talenten van hun kind maximaal worden ontplooid. Uit de tevredenheidsonderzoeken blijkt dat minimaal 80% van de ouders en leerkrachten (en evt. leerlingen) tevreden is over de schoolorganisatie en wijze van leidinggeven.
Doel 4 Identiteit levend houden Ouders, leerkrachten, leerlingen, directies en bestuursleden Bewijslast Voortdurende aandacht voor identiteit door: Schoolgids Personeelsvergadering (2x per jaar) Thematische ouderavonden Activiteiten voor leerlingen
21
Doel 3: In 2014 is er een leerlingtevredenheidspeiling gehouden. Op pagina 19 wordt daarover gerapporteerd. Doel 4: De identiteit wordt in de schoolgids toegelicht. De activiteit voor de leerlingen is uitgevoerd. In 2014 zijn een thematische directiedag en een thematische bestuursvergadering gehouden. Doel 5 Onderwijsconcept: onderwijs zorg op maat (vervolg) Aanbod begaafde leerlingen Bewijslast In 2015 is er een plusklas ingericht waar de begaafdere leerling gedurende drie of meer dagdelen per week plus-lessen ontvangt. Dit aanbod is een uitdagend aanbod dat uitstijgt boven de huidige kerndoelen.
Doel 6 Onderwijsconcept: onderwijs zorg op maat (vervolg) Niveau 4 van zorg gerealiseerd: (basisdocument SWV 28-12; ‘groene schema’) Alle leerlingen Bewijslast Alle scholen hebben in 2013 een beschreven school-ondersteuningsprofiel waarin de zorgcapaciteit beschreven staat. De zorgcapaciteit voldoet aan niveau 4 van het ‘groene schema’: ‘Schoolnabije zorg: individuele zorg binnen de eigen school, op eigen niveau, doelgericht met (hoge) rendementsverwachting’.
Doel 5: Er is nog geen start gemaakt met een centrale plusklas. Wel zijn enkele scholen bezig met een eigen plusklas (Marnixschool en Christelijke Opleidingsschool). In 2013 is een werkgroep gestart met de voorbereidingen voor het aanbod aan de begaafde leerling. Binnen de stichting PCOK en het samenwerkingsverband (SWV) nemen diverse leerkrachten deel aan scholing betreffende het omgaan met de begaafde leerling. De werkgroep ‘Begaafde leerling’ zal in het voorjaar van 2015 met een eindrapport en aanbevelingen komen. Doel 6: In 2012 hebben alle scholen een start gemaakt met hun schoolondersteuningsprofiel. Dit is in 2013 afgerond en (samen met het invoeringsplan Passend Onderwijs) vormt dit de basis voor het (inmiddels gerealiseerde) ondersteuningsplan voor de hele stichting PCOK en het gehele SWV. Alle scholen laten zien dat ze aan niveau 3 van zorg voldoen. De ontwikkeling naar niveau 4 en 5 is nadrukkelijk in gang gezet.
Tevredenheidsonderzoeken 2014 In 2014 is een leerlingtevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Daarbij is als doelstelling dat minstens 80% van de leerlingen tevreden moet zijn. De resultaten zijn hieronder in tabellen en grafiekvorm weergegeven. Het integrale rapport ligt ter inzage op het bestuurskantoor en is gepubliceerd op de website. Het leerlingtevredenheidsonderzoek laat op alle beleidsterreinen een gunstig beeld zien: de eindcijfers van elke school liggen boven de 80% norm, met een variatie van 81% tot 86,5%. De scholen scoren dus allemaal voldoende tot goed.
22
Uitslagen leerlingtevredenheidsonderzoek: Tabel 7: Eindcijfers
School Christelijke Opleidingsschool Duinroos – Otto Baron Duinroos – Zanderij Farèlschool Colignyschool Marnixschool Sjaloomschool Willem van Veenschool Totalen
2012 3,45 3,17 3,47 3,39 3,30 3,30 3,26 3,57 3,36
2014 3,35 3,46 3,37 3,29 3,28 3,38 3,24 3,36 3,34
% 2014 83,75% 86,50% 84,25% 82,25% 82,00% 84,50% 81,00% 84,00%
Bench 3,31
3,31
+/+0,04 +0,15 +0,06 -0,02 -0,03 +0,07 -0,07 +0,05 +0,03
Legenda: Rood: = laagste score Helder groen: = hoogste score 80% = 3,2 Conclusie: alle scholen scoren gemiddeld over alle beleidsterreinen boven de norm van 80%.
Identiteit In 2014 is de identiteitscode gehandhaafd. Deze wordt gebruikt bij de benoemingen van nieuw personeel en tijdens de oudergesprekken. Er is geen ouderavond georganiseerd. In 2014 zijn verschillende momenten gebruikt om de identiteit een meer doorleefde plek binnen de scholen te geven. In april is een studiedag gehouden voor alle directieleden, in het voorjaar van 2014 is ook een bestuursvergadering gewijd aan een heroriëntatie op onze christelijke identiteit. Vanuit de gedachte dat we samen op reis zijn, is de christelijke identiteit een levende houding geworden. De huidige code is nog niet vervangen, maar de heroriëntatie is wel gestart. Belangrijk aspect daarbinnen is dat we geen statisch document willen, maar dat de christelijke inspiratie in de totale organisatie zichtbaar wordt. Scholen worden uitgedaagd om hun eigen merkbelofte, hun eigen verhaal, met de stakeholders te delen.
Onderwijsconcepten Het onderwijskundige beleid is aan de school. Scholen binnen de PCOK krijgen de kans om zich autonoom te ontwikkelen op onderwijskundig gebied. Daartoe heeft de directeur van de school mandaat. Dit houdt in dat de keuze van het onderwijsconcept is voorbehouden aan directie en team. Tot op heden werken alle scholen met het leerstofjaarklassensysteem. Dit systeem past binnen de gekozen missie van de scholen en bij de leerling-populatie. Er is in 2014 geen specifieke ontwikkeling op gang gebracht, gericht op aanpassing van het onderwijsconcept. Wel is er veel aandacht gekomen voor de positie van de intern begeleiders en remedial teachers in het kader van het zorgconcept van de school. Ook de inspectie heeft daar veel aandacht voor gehad. Daarmee is de lijn van 2011 voortgezet.
Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken, werken aan de leerresultaten, heeft een aantal onderliggende kenmerken: 1. Analyse van de resultaten moet door zowel directie, IB’ers als leerkrachten worden uitgevoerd. 2. De leerkrachten zijn de spil: hun instructiegedrag staat centraal en moet, waar nodig, verbeterd worden. 3. In de scholen is een systeem van collegiale consultatie doorgevoerd. 4. De leerlingen behalen hoge resultaten. 5. De leerlingen krijgen voldoende tijd om te leren. 6. De directeur is meer zichtbaar in de klas en stuurt op leerkrachtgedrag.
23
Deze doelen zijn door de schooldirecties verwerkt in hun eigen handelen; ze maken deel uit van het handelingsrepertoire van de school. Wel moet opgemerkt worden dat de collegiale consultatie, zowel op schoolniveau als op stichtingsniveau, nog nadere uitwerking en aandacht behoeft. In 2014 heeft de inspectie een basisarrangement toegekend aan de scholen, mede op basis van de goede zorgstructuur en het gedegen onderwijs. De directies zijn nadrukkelijker en meer in de klas aanwezig. In alle scholen wordt de kwaliteit van het lesgegeven geobserveerd en gemonitord. Daar waar extra ondersteuning nodig is, wordt die gegeven. Er is in 2014 geen bestuursbezoek vanuit de inspectie geweest. De inspectie oordeelde dat, gezien de goede resultaten, daar geen aanleiding toe bestond. Een belangrijke ontwikkeling die in 2014 verder is uitgewerkt, is het concept van het handelingsgericht werken. Binnen de klassensetting zullen leerkrachten, meer dan vroeger, zich moeten focussen op de vraag: ‘Wat heeft dit kind, in deze situatie, nodig?’ Dit vraagt van de leerkracht een nieuwe focus; uitgaan van de mogelijkheden van het kind in plaats van uitgaan van het leerstofaanbod. Scholing en ondersteuning wordt vanuit het SWV geregeld. In 2014 zijn experimenten uitgevoerd op De Duinroos en de Sjaloomschool met de zogeheten expertteams (pools van deskundigen in de scholen om leerkrachten te ondersteunen). Deze teams zijn bij de start van Passend Onderwijs in augustus 2014 omgezet in de werkeenheden, waarbinnen een groep deskundigen op school de overleggen voeren met betrekking tot kinderen die veel extra zorg behoeven. Daartoe heeft het SWV ook een groeidocument ontwikkeld, dat als procesbeschrijving een inkijk geeft in het onderwijsproces van een individuele leerling. Een goed bijgehouden groeidocument is voorwaarde voor een (Toelaatbaarheidsverklaring (TLV, nodig voor de instroom in SO / SBO).
Leerlingaantallen Tabel 8: Leerlingtelling en –prognoses 04PA 07LH 07LT 08VM 12PI02 12PI 13CU 13ID
Colignyschool Farèlschool Chr. Opleidingsschool De Marnixschool Otto Baron De Duinroos Willem van Veenschool Sjaloomschool
2013 201 201 425 292 165 445 209 153 2091
2014 208 203 420 276 153 449 214 147 2070
plus/min 7 2 -5 -16 -12 4 5 -6 -21
24
Prognoses lln
04PA
07LH
07LT
08VM
12PI00
12PI0 2
13CU
13ID
TOTAAL
lln. 1/10/2015 4 t/m 7 jaar, totaal >8 jaar, totaal Gewicht 1.2 Gewicht 0.3 Gewicht 0.0
213
201
421
289
448
152
210
140
2074
109
94
212
148
224
60
115
70
1032
104
107
209
141
224
92
95
70
1042
1 33 179
6 26 169
1 42 378
2 49 238
8 72 368
7 20 125
5 27 178
7 31 102
37 300 1737
lln. 1/10/2016 4 t/m 7 jaar, totaal >8 jaar, totaal Gewicht 1.2 Gewicht 0.3 Gewicht 0.0
223
198
422
294
448
147
210
140
2082
113
93
222
150
224
57
115
57
1031
110
105
200
144
224
90
95
83
1051
1 34 188
6 26 166
1 42 379
2 49 243
8 72 368
7 20 120
5 27 178
7 22 111
37 292 1753
lln. 1/10/2017 4 t/m 7 jaar, totaal >8 jaar, totaal Gewicht 1.2 Gewicht 0.3 Gewicht 0.0
213
196
422
292
448
145
209
140
2065
109
98
216
149
244
56
90
55
997
104
98
206
143
244
89
119
85
1068
1 34 178
7 25 164
1 42 379
2 49 241
8 72 368
8 20 117
3 27 179
6 22 112
36 291 1738
lln. 1/10/2018 4 t/m 7 jaar, totaal >8 jaar, totaal Gewicht 1.2 Gewicht 0.3 Gewicht 0.0
203
194
422
304
448
142
202
140
2065
109
104
214
155
224
54
90
55
1005
94
90
208
149
224
88
112
85
1050
1 35 167
6 25 163
1 42 379
2 49 253
8 72 368
8 20 114
3 27 172
5 22 113
34 292 1729
De totale aantallen leerlingen binnen de PCOK laten een daling zien tot aan 2018. Doorgaande krimp valt dus te verwachten.
Veilige school In 2013 is de veiligheid in en rondom de school maatschappelijk in de belangstelling komen te staan. De stichting PCOK heeft op alle scholen BHV’ers die jaarlijks bijscholing ontvangen. Daarnaast zijn er preventiemedewerkers actief en is er een veiligheidsplan. In 2014 zijn er twee klachten bij de bestuurder of Raad van Beheer binnengekomen met betrekking tot onveilige situaties (fysiek en emotioneel/pedagogisch).
25
De eerste klacht betrof een leerling die, volgens de ouders, onvoldoende begeleiding op school ontving. Met name het gedrag werd niet voldoende begeleid. Uiteindelijk heeft de klacht geleid tot een overplaatsing van de leerling. De tweede klacht betrof onvoldoende ventilatie in een groepslokaal voor een leerling met astmatische klachten. Deze klacht heeft geleid tot schoonmaak van de aanwezige luchtbehandelinstallatie en een meting (zuurstof / CO2) door de GGD. In 2015 worden nadere maatregelen besproken. De toestelkeuring is weer in 2014 uitgevoerd en waar nodig zijn herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Onder leiding van mevrouw Heemskerk (P&O) hebben overleggen plaatsgevonden met de preventiemedewerkers en zijn er ontruimingsoefeningen georganiseerd. De scholen zijn zich meer bewust van fysieke en emotionele veiligheid van leerkrachten en leerlingen. Alle scholen maken gebruik van de zogeheten Kanjertraining, een gedragssysteem dat niet alleen de pesters aanspreekt maar ook de grote groep omstanders. Gepeste leerlingen worden weerbaarder gemaakt.
Cito-resultaten Uitstroom in groep 8 in 2014 vergeleken met uitstroom groep 8 in 2013 De leerlingen van de groepen 8 van de stichting PCOK behalen, kijkend naar de uitstroom, goede resultaten. Zoals in onderstaande tabel te zien is, heeft er op een aantal (zes) scholen in 2014 een hogere uitstroom plaatsgevonden dan in 2013. Dit geldt met name voor de Colignyschool, de Farèlschool, de Christelijke Opleidingsschool, De Duinroos Zanderij, De Duinroos Otto Baron en de Sjaloomschool. Met name de uitstroom van de Colignyschool is in vergelijking met 2013 buitengewoon goed te noemen. Op de Marnixschool en de Willem van Veenschool was de uitstroom in 2014 lager dan in 2013. Bij de Marnixschool was de uitstroom in 2014 fors lager dan in 2013. Alle scholen hebben een basisarrangement. Tabel 9: Uitslag Cito-eindtoets t.o.v. inspectienorm Op of boven de bovengrens (goed) Op of boven het landelijk gemiddelde (voldoende) Op of boven de ondergrens (voldoende) ! Onder de ondergrens (onvoldoende) 2012/2013 Gaspard de Coligny 532,5 De Farèlschool 530,5 Christelijke Opleidingsschool 535,2! Marnixschool 537,9 De Duinroos Zanderij 533,9! De Duinroos Otto Baron 533,9 Willem van Veenschool 535,5 Sjaloomschool 534,9
2013/2014 537,6 533,0 ! 563,4 533,9 ! 534,6 536,2 534,4 ! 535,0
Leerresultaten in 2014 De inspectie beoordeelt de leerresultaten tijdens de schoolperiode aan de hand van leerresultaten op grond van de volgende toetsen: Begrijpend lezen (BL) in groep 6. Technisch lezen (TL) in groep 3 en groep 4. Rekenen en wiskunde (RW) in groep 4 en groep 6. In tabel 10 is te zien hoe de scholen in 2014 hebben gescoord. Bij de DMT is te zien dat de meeste toetsen boven de inspectienorm gescoord worden. Er wordt 3 keer 25% boven de inspectienorm gescoord (COS, De Duinroos Zanderij, De Duinroos Otto Baron). Er wordt 5 keer onvoldoende gescoord (Colignyschool M3, Farèlschool M4, De Duinroos Otto Baron E4, Willem van Veenschool M3+M4). Er ontbreken 4 toetsmomenten (Coligny E3+E4, Marnixschool M3, De Duinroos Otto Baron E3.) Op de Willem van Veenschool wordt voor technisch lezen een verbeterplan opgesteld.
26
Opvallend is de goede en stabiele score in de hele stichting voor het vak rekenen. Er is maar eenmaal een onvoldoende score gehaald in dit kalenderjaar. Dit kan beschouwd worden, gezien het geheel, als een incident. Bij Begrijpend lezen scoren 4 van de 8 scholen voldoende in groep 6 (Colignyschool, Farèlschool, C.O.S., Marnixschool). Twee scholen scoren zelfs 25% boven de inspectienorm (De Duinroos Zanderij en de Sjaloomschool). Twee scholen scoren onvoldoende ( De Duinroos Otto Baron en de Willem van Veenschool).
* M E
25 % boven de inspectienorm Boven de inspectienorm Op de ondergrens (voldoende) Onder de inspectienorm (onvoldoende) Niet te scoren vanwege ontbrekende toetsmomenten Leerlingen adaptief toetsen Midden schooljaar 2013/2014 Einde schooljaar 2013/2014
Afname januari 2014 Afnamedatum juni 2014
Tabel 10: scores tussentijdse toetsen 2014 Begr. lezen Colignyschool M6 31,7 M3 E3 M4 E4 Farèlschool M6 26,9 M3 E3 M4 E4 C.O.S. M6 35,3 M3 E3 M4 E4 Marnixschool M6 28,0 M3 E3 M4 E4 De Duinroos Zand.
M6
32,8
De Duinroos Otto B.
M6
26,0
Willem v Veensch.
M6
30,0
Sjaloomschool
M6
33,3
DMT 19,2
Rekenen Wiskunde
28,5 50,4 57,4
M4 E4 M6 E6 M4 E4 M6 E6 M4 E4 M6 E6 M4 E4 M6 E6
50,04 58,9 93,3 98,6 54,0 70,0 89,2 93,4 49,5 68,0 89,1 96,0 47,9 63,4 90,0* 93,8
M3 E3 M4 E4 M3
27,4 37,5 54,8 65,0 29,9
M4 E4 M6 E6 M4
55,4 67,7 90,5 94,0 52,2
E3 M4 E4 M3 E3 M4 E4 M3 E3 M4 E4
52,2 52,8 19,9 31,0 57,4 59,8 19,2 40,2 56,3 52,2
E4 M6 E6 M4 E4 M6 E6 M4 E4 M6 E6
61,4 86,3 89,8 60,5 73,2 86,9 91,7 52,9 64,6 87,4 90,0
48,9 24,8 39,3 48,0 56,9 34,3 38,8 55,3 62,5
27
Op de scholen wordt gewerkt met goede methoden, er wordt waar mogelijk gedifferentieerd en we hebben te maken met ‘good practice’ op de werkvloer. Daarnaast wordt er op allerlei gebieden gewerkt vanuit de analyse om vandaaruit vast te kunnen stellen wat er moet gebeuren (interventies/verbeterplannen). Vervolgens worden deze plannen uitgevoerd en geëvalueerd, waarna er wordt bijgesteld. Het is duidelijk dat het handelingsgericht werken en het opbrengstgericht werken hun vruchten afwerpen binnen de PCOK!
28
5 KWALITEITSZORG Visie ONDERWIJS: Op de scholen wordt geïnvesteerd in hulp en begeleiding van leerlingen die extra zorg behoeven en waarin veel aandacht is voor onderwijs op maat. Onderwijs dient plaats te vinden binnen een veilige leeromgeving waarbinnen uitdaging en zingeving (realistisch en eigentijds) bij het verwerven en toepassen van kennis centraal staat. Naast kennisoverdracht wordt een zelfstandige leerhouding van de leerling nagestreefd om de leerling zo goed mogelijk toe te rusten tot bekwame wereldburgers.
Doel strategisch beleidsplan Doel 1 Contact met achterban vergroten en PCOK als geheel profileren Ouders, aspirant-ouders en leden van de Stichting Bewijslast Iedere ouder krijgt een schoolgids als hij/zij zijn/haar kind aanmeldt op school (meegegeven op eerste schooldag)
Doel 2 Oudertevredenheid vergroten dan wel stabiliseren Ouders van leerlingen Bewijslast 80% van de ouders is tevreden op alle onderdelen van de enquête, 20% mag ontevreden zijn op onderdelen
Doel 1: Is in ontwikkeling, in 2015 zal er een thema-avond rond het stakeholdersbeleid worden georganiseerd. Doel 2: Is gerealiseerd; wel moet daarbij de opmerking gemaakt worden dat er bij de ouders behoefte is aan contactavonden en informatie via de website. Deze activiteiten kunnen dan ook deel gaan uitmaken van de planning voor de komende jaren. Doel 3 Beleid op herkenbaarheid en bekendheid Belanghebbenden en belangstellenden bij en voor de PCOK Bewijslast Aanwezigheid bovenschools communicatie- en PR-plan, vertaald naar schoolniveau. Ontwikkeling van een flyer (model Z-card).
Doel 4 Versterken van de onderlinge betrokkenheid Werknemers van de PCOK Bewijslast Intern bulletin PCOKé is aanwezig; dit geeft informatie betreffende ontwikkelingen van scholen (G)MR, bovenschools management en bestuur. Ontwikkeling van een web-based applicatie als kennisdelingspunt of virtuele ontmoetingsplek voor leerkrachten.
Doel 3: Is gedeeltelijk gerealiseerd. Communicatieadviesbureau Anja de Zeeuw heeft concept-teksten aangeleverd voor de site www.scholenopdekaart.nl en is benaderd om een bovenschools communicatie- en PR-plan te schrijven. Dit bovenschools plan is in 2014 gereedgekomen en zal in 2015 verder inhoud krijgen (uitvoeringsfase). Ook is een begin gemaakt met het stakeholdersbeleid. Dit komt als themabespreking in 2015 op de agenda van de Raad van Beheer. Doel 4: In 2014 is met de uitgave van een ‘afgeslankte’ vorm (E-zine) van het personeelsbulletin gestart. De doorontwikkeling van de website is opgepakt, in 2015 volgen wellicht nadere acties.
29
Strategisch beleidsplan Het huidige strategisch beleidsplan moet in 2015 worden herzien. Daartoe is in 2014 een start gemaakt met een nieuw bestuurlijk toetsingskader (BTK). In dat toetsingskader zijn ambities neergelegd waaraan de scholen moeten gaan voldoen. Daarmee geeft het BTK ook richting aan het nieuwe strategisch beleidsplan. Ook kan dit plan niet worden losgezien van de toekomst en de ambities die de PCOK richting de toekomst heeft. In 2014 is daarom een toekomstvisie beschreven. Deze wordt in 2015 verder besproken en met de achterban gedeeld.
Inspectiebezoeken In principe wordt jaarlijks het stichtingsbestuur bezocht door de inspectie. In oktober 2012 heeft dit bezoek voor het laatst plaatsgevonden. Daaruit bleek dat de inspectie in grote mate tevreden is over de resultaten van de scholen. 2014 hebben alle scholen van de PCOK een basisarrangement. Zie ook de paragraaf over de Cito-resultaten (pagina 26 e.v.)
Intern kwaliteitssysteem Uit de interne analyses blijkt dat het gebruikte kwaliteitsinstrument, dat in 2008 is ingevoerd, niet meer voldoet. De stichting heeft de ambitie uitgesproken om in 2015 een nieuw (digitaal) instrument te gaan gebruiken, dat nauw aansluit bij de reeds gebruikte analyse-instrumenten op schoolniveau (ParnasSys en Cito). ParnasSys geeft sinds 2013 de mogelijkheid om via Ultimview eigen kwaliteitsanalyses te maken. Dit instrument is nog in ontwikkeling. In 2014 is een kwaliteitsmedewerker aangetrokken die per 1 februari 2015 haar werkzaamheden zal beginnen. Gedurende anderhalve dag per week zal zij aanwezig zijn om de directies en de IB’ers te ondersteunen bij de invoering en implementatie van een kwaliteitssysteem, en zal ze scholen ondersteunen bij het op orde houden van de onderwijskwaliteit.
Interne begeleiding Op de scholen van de PCOK werken intern begeleiders aan de zorg. Zij zijn verantwoordelijk voor het zorgsysteem en de begeleiding en coaching van leerkrachten. Steeds meer richten onze intern begeleiders zich op de leerkracht in plaats van de leerling. De leerkracht is de spil in de extra zorg. Niet de handelingsplannen buiten de klas (remedial teaching), maar de handelingsplannen in de klas krijgen de nadruk. Daarom is vanuit het SWV KRV geïnvesteerd in het handelingsgericht werken. Daarbij staat niet de diagnostiek van de leerling centraal, maar de handelingsmogelijkheden van de leerling. Er wordt gefocust op welke hulp de leerling nodig heeft en niet op de beperkingen van de leerling. Dat betekent dat we in de komende jaren (ook met betrekking tot de invoering van Passend Onderwijs) grote aandacht gaan geven aan de leerkrachtvaardigheden (in relatie met het handelingsgericht werken). Daardoor staat dus de klassieke rolverdeling tussen remedial teaching en interne begeleiding steeds meer ter discussie. De taak van de remedial teacher zal verdwijnen. Het is de leerkracht die de extra hulp (vanuit het gedachtegoed van handelingsgericht werken) in de klas moet geven. Daarbij wordt de leerkracht ondersteund door de intern begeleider. De hulp in de school moet zich uitstrekken tot op het niveau van het verkrijgen van een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV).
Kwaliteit personeel / functiemix Het personeel van de stichting PCOK levert goed werk. De resultaten van de scholen zijn goed en ouders zijn over het algemeen tevreden (op een enkele uitzondering na). Er is weinig verloop en weinig sprake van conflicten. De conflicten die er zijn geweest in 2013 zijn alle opgelost door interventie van de school en eventuele begeleiding van ouders of leerkrachten.
30
De invoering van de functiemix levert vertraging op (zie ook pagina 12 en 13.) Enerzijds is er relatief weinig belangstelling, anderzijds zijn (volgens de bonden) de interne kwaliteitseisen te hoog. Het beleid functiemix moet dus herzien worden. Dit is in 2013 met de GMR besproken. De belangrijkste eis, (naast excellent leraarschap en kennis van een specifiek beleidsterrein) is en HBO+-werk- en denkniveau. De opleidingseis is komen te vervallen. In 2014 is er een terugkeergarantie in een LA–functie opgenomen (gedurende een vaststaande, in tijd begrensde periode) in het beleid van de stichting PCOK. Uiteindelijk is het doel om de middelen die beschikbaar gesteld worden voor de inschaling van personeel in de LB-functies, ook daarvoor aan te wenden. Overigens blijkt uit landelijk onderzoek door de PO-raad dat de landelijke invoering van de LBfuncties ook vertraging oploopt. Het gemiddelde ligt nu rond de 20%. Ook de PO-raad constateert dat extra inzet om de 40% te halen noodzakelijk is.
Passend Onderwijs De leiding van het samenwerkingsverband SWV Duin- en Bollenstreek is in 2014 in handen van de heer Dick Rasenberg, algemeen directeur a.i. Mevrouw T. Tjalma, directeur oud-SWV Duin- en Bollenstreek, en de heer J. Duivenvoorden, zorgcoördinator oud-SWV Katwijk/Rijnsburg/Valkenburg, zijn beiden lid van het managementteam. Het bestuur is onderverdeeld in een dagelijks bestuur (de heren drs. G. Ekkelenkamp, voorzitter, en R.P.R. Venema MES RDO®, secretaris) en een algemeen bestuur, de resterende bestuursleden. De ambitie was om in 2014 de formele scheiding aan te brengen tussen bestuur en toezichthouders. Die ambitie is niet gerealiseerd. De aansturing van een SWV is wezenlijk anders dan die van een onderwijsstichting of –vereniging. Alle bestuurders / toezichthouders hebben ook de dagelijkse leiding over een deelnemende organisatie. Daarmee zitten bestuurders / toezichthouders vrijwel altijd met een dubbele verantwoordelijkheid.
31
6 FINANCIEEL BELEID Visie FINANCIËN: De PCOK is een financieel gezonde organisatie, waardoor we in staat zijn om in te spelen op de ontwikkelingen vanuit de overheid en te investeren in: o personeel, o leermiddelen, o veiligheid, facilitering en uitstraling van de gebouwen.
Doel strategisch beleidsplan Doel 1 In control status t.a.v. financieel beheer. Kwantiteit en kwaliteit interne verslaggeving nog onvoldoende. Bewijslast Begroting en tussentijdse cijfers minimaal per kwartaal in beeld. Vergelijkende cijfers met begroting en historische resultaten.
Doel 2 Gezonde financiële huishouding, waarbij de verplichtingen een juiste verhouding vertonen met de inkomsten. 82% personele verplichtingen 18% overige budgetten Bewijslast De verhouding dient te voldoen aan een gezonde bedrijfsvoering. De verplichtingen moeten in verhouding staan met de inkomsten. Wanneer dit tot frictie leidt, en daarmee tot risico’s, is de streefverhouding: 82% personele verplichtingen 18% overige budgetten
Doel 1: In 2014 is weer veel tijd en aandacht geweest voor de control-status van het bestuur. Met het Andreas College is in het verleden een beleid ontwikkeld om de interne organisatie van de afdeling FA en PSA beter te borgen. De afdeling FA stelt kwartaalrapportages op, waarbij de controller een analyse maakt van de onder- en overschrijdingen, zodat er goed inzicht ontstaat in de uitputting van de budgetten. Doel 2: Dit doel is nog niet gerealiseerd. Tussentijdse beslissingen op grond van krimp en groei, zorgen voor een wisselend beeld. Wel wordt de vacaturestop gehandhaafd en wordt per geval een beslissing genomen. Daarbij spelen, naast financiële ook onderwijsinhoudelijke argumenten een rol. De verhouding is aangepast naar 85%-15%. Doel 3 Het weerstandsvermogen is gemiddeld over de komende 5 jaar 8-12 % van de totale omzet.
Bewijslast Vaststelling vermogen op 31/12 of via softclosings (dus ook balans opmaken)
Doel 4 Begrotingen van de scholen laten over een periode van 5 jaar een gemiddelde 0-lijn zien. Begrotingen zijn sluitend, met een totaal aan rentabiliteit van 0,9% (zgn. solidariteitsheffing). Bewijslast De 0-lijn, bij inkrimping van weerstandsvermogen een rentabiliteit tussen 0,5% en 1 %. Het weerstandsvermogen bedraagt tussen de 12% en 18%.
Doel 3: Het weerstandsvermogen is eind 2013 door de toevoeging van de middelen uit het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) sterk gestegen. In de begroting 2014 was daarom een negatief exploitatieresultaat voorzien. Door de lagere lasten (onder andere minder aan LB –functies uitgegeven dan begroot) en incidentele meevallers (vergoeding afstoting dislocatie Kameleon) is de
32
exploitatie van 2014 met positieve cijfers afgesloten. Daardoor is het weerstandsvermogen weer boven de grens uitgekomen (37%; eigen vermogen / totale baten). Doel 4: Het weerstandsvermogen is sterk gestegen, en ligt nu boven de bovengrens. Hiertoe zullen in de komende jaren via een verantwoorde inzet maatregelen getroffen worden om het weerstandsvermogen te verlagen.
Financiën op de balansdatum Vanaf 2008 is er een traject ingezet om de control-status te vergroten. Daar zich in 2011 een incident heeft voorgedaan is die control-status onder druk komen te staan. Inmiddels (2014) zijn de begroting en de maandrapportages weer betrouwbaar.
Samenvatting financiële informatie Overzicht kengetallen Binnen het primair onderwijs (PO) zijn er afspraken gemaakt over de wijze waarop schoolbesturen hun financiële positie, aan de hand van een aantal kengetallen, kunnen analyseren, toetsen en bewaken. Met behulp van de onderstaande kengetallen en hun ontwikkeling in de tijd kunnen alle belanghebbenden binnen en buiten de PCOK, waaronder ook de Onderwijsinspectie, het financieel beleid van de PCOK volgen en toetsen. Sinds 1 september 2013 geldt er voor het PO een nieuw financieel continuïteitstoezicht. De financiële indicatoren (opgenomen in het onderstaand overzicht) voor de jaarlijkse risicoanalyse zijn daarbij uitgebreid en aangescherpt. Wanneer onderstaande indicatoren niet gehaald worden kan er een inhoudelijke analyse door de inspectie volgen. Overzicht kengetallen
* Indicator
Realisatie
Realisatie
Begroting
Meerjarenperspectief
inspectie
2013
2014
2015
2016
2017
83%
83%
83%
83%
83%
6,4%
1,2%
-2,0%
-0,2%
0,3%
Weerstandsvermogen
34%
37%
35%
35%
34%
(eigen vermogen / totale baten) Kapitalisatiefactor (balanstotaal minus gebouwen en terreinen / totale baten)
43%
46%
44%
44%
43%
Solvabiliteit II (eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen)
≤ 30%
Rentabiliteit
< 0%
(netto resultaat/totale baten)
laatste 3 jaar
Liquiditeit (current ratio) (vlottende activa / kortlopende schulden)
≤ 1,0
3,7
3,9
3,6
3,8
3,9
Personele lasten / totale rijksbijdragen
≥ 0,95
80%
87%
89%
86%
86%
Personele lasten / totale baten
≥ 0,90
76%
83%
88%
86%
85%
* betreft indicatoren financieel continuïteitstoezicht van de inspectie per 1 september 2013 De jaren 2015 t/m 2017 zijn gebaseerd op de begroting 2015 en het meerjarenperspectief 2016-2018 waarbij de prognosecijfers voor 2014 zijn vervangen door de werkelijke cijfers 2014. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. In het algemeen kan vastgesteld worden dat de
33
solvabiliteitspositie als positief mag worden beoordeeld en ruim boven de 30%-norm is die de inspectie als ondergrens hanteert. Liquiditeit (current ratio) De liquiditeit, de financiële situatie beoordeeld op korte termijn, is verbeterd en gestegen naar 3,9 in 2014. Rentabiliteit De rentabiliteit hangt af van het resultaat over het boekjaar. Door het positieve resultaat over 2014 is het rentabiliteitspercentage uitgekomen op 1,4. Het meerjarenperspectief van de PCOK is erop gericht om de rentabiliteit binnen de gestelde kaders te houden. Wanneer de rentabiliteit van de laatste 3 jaar negatief is zal de inspectie een inhoudelijke analyse kunnen uitvoeren. Het is daarom van belang om een sluitende begroting te realiseren. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan of de instelling in staat is financiële tegenslagen in de toekomst op te vangen. Als gevolg van het positieve resultaat in 2014 is het weerstandsvermogen verder toegenomen van 34% naar 37%. Voor de komende jaren is het van belang het weerstandsvermogen op peil te houden. Personele lasten/totale rijksbijdragen De inspectie heeft voor de verhouding van de personele lasten t.o.v. de totale rijksbijdragen een signaleringsgrens van 0,95. De PCOK blijft onder deze signaleringsgrens. Personele lasten/totale baten De inspectie heeft voor de verhouding van de personele lasten t.o.v. de totale baten een signaleringsgrens van 0,90. De PCOK blijft onder deze signaleringsgrens. Kapitalisatiefactor In opdracht van het ministerie heeft de commissie-Don een rapport uitgebracht inzake de financiële situaties van scholen. In dit rapport zijn normen aangegeven zodat inzichtelijk kan worden gemaakt hoe de financiële situatie is van een school. Het gebruikte kengetal is de kapitalisatiefactor. Dit kengetal meet het bezit van de school ten opzichte van de totale baten. Bij de beoordeling van de vermogenspositie van scholen wordt door het ministerie de kapitalisatiefactor gesplitst in drie onderdelen namelijk : 1. Spaarliquiditeit: om de materiële vaste activa te kunnen vervangen dient een deel van het kapitaal als spaarliquiditeit te worden aangemerkt. 2. Transactieliquiditeit: om de kortlopende schulden te kunnen betalen is transactieliquiditeit nodig. 3. Bufferliquiditeit: de bufferliquiditeit is nodig voor het afdekken van de (overige) risico’s. Het belangrijkste onderdeel van de kapitalisatiefactor is de bufferliquiditeit. De inspectie hanteert een ondergrens van 0% en een bovengrens van 5%. Deze bovengrens is een algemeen uitgangspunt. Onder andere de PO-raad geeft aan dat een individuele risicoanalyse en daarvan afgeleide bufferliquiditeit van een schoolbestuur is te prefereren boven deze algemene bovengrens. Exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat van de stichting is over 2014 € 110.787,= positief. Het resultaat is ontstaan door meevallende personele lasten en incidentele baten. Er is minder dan begroot uitgegeven aan de LB-functies en is er een groeitelling geweest. Bovendien is er bezuinigd op
34
structurele kosten (FTE en lager investeringsniveau) en is er een restrictief inkoopbeleid door de directies gevoerd.
Begroting 2015 In januari 2015 is de begroting 2015 gepresenteerd. Deze ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: 2015 2016 2017 2018 04PA Gaspard de € -65.124 €-34.229 €-21.935 €-19.460 Colignyschool 07LH Farèlschool €-64.295 €-73.775 €-81.427 €-19.460 07LT Chr. €-27.617 €43.770 €56.630 €74.294 Opleidingsschool 08VM Marnixschool €-30.509 €.20.550 €-803 €8.276 12PI De Duinroos €1.256 €-80.027 €-123.149 €-148.929 13CU Willem van €-10.636 €-15.828 €-20.751 €-40.933 Veenschool 13ID Sjaloomschool €-64.212 €-92.615 €-112.508 €-128.942 TOTAAL €-261.137 €-273.254 €-303.943 €-339.058 Bestuur €63.846 €252.144 €329.416 €374.021 TOTAAL €-197.291 €-21.110 €25.473 €34.963 GENERAAL De bovenstaande schoolresultaten zijn de cijfers bij ongewijzigd personeelsbeleid. Personele maatregelen De cijfers in bovenstaande tabel laten zien dat, bij onveranderd beleid, er ernstige tekorten op de personele begroting optreden, bij vrijwel alle scholen. Bij drie scholen (De Duinroos, Sjaloomschool en Farèlschool) heeft dat te maken met krimp. Vooral de kleinere groepen 1 tot en met 4 zorgen voor een inkomstendaling (onderbouwleerlingen krijgen een hogere bekostiging). Daarom zullen de volgende (met de individuele directies) besproken maatregelen uitgevoerd worden (bij tekorten per school): (voortzetting beleid vanuit de vorige schooljaren) 1. 2.
3.
4.
De scholen maken formatieoverzichten voor de komende jaren, waarbij ook het combineren van klassen tot de mogelijkheden moet behoren. De vacaturestop blijft gehandhaafd: ook bij tussentijds vertrek van leerkrachten is overplaatsing binnen de stichting noodzakelijk. Dit wordt beschreven in het overplaatsings- en mobiliteitsbeleid. Dit kan ook in de loop van een schooljaar worden toegepast. a. Tijdig wordt vacatureruimte gemeld bij de directeur-bestuurder. Uitvoering van overplaatsings- en mobiliteitsbeleid, waarbinnen de mogelijkheden bestaan om personeel al dan niet verplicht over te plaatsen, in een pool te plaatsen of extern te plaatsen. a. Na de zomervakantie, bij de start van een nieuw schooljaar (2015-2016), zal er zo nodig personeel worden overgeplaatst. Wanneer na deze bezuinigingen de prognoses aantonen dat er nog niet op de 0-lijn kan worden ingezet, zullen personeelsleden in de zogeheten vervangingspool worden opgenomen. De loonkosten worden dan overgenomen door (of moeten gedeclareerd worden bij) het Vervangingsfonds (VfPf). Het effect daarvan is dat er grotere (combinatie)groepen moeten worden gecreëerd. Plaatsing in de pool is aangevraagd bij het Vf en toegekend; daarbij zal stichtingsbreed gekeken worden naar mogelijke kandidaten. Openvallende lesplaatsen worden gevuld door personeel van scholen met een ernstig personeelsoverschot; ten tijde van dit schrijven zal dat gaan om de Sjaloomschool, de Farèlschool en De Duinroos. a. Het Vervangingsfonds vergoedt de loonkosten van de poolers, wanneer het Vf toestemming voor die pool heeft gegeven. Wanneer de loonsom van de bezettingsgraad van de poolers lager is dan 98% zal het Vf het verschil tussen de daadwerkelijke bezettingsgraad en 98% terugvorderen.
35
Alle scholen zullen in een centraal opgesteld format hun bezuinigingsmaatregelen en een inventarisatie van de risico’s beschrijven. Materiële maatregelen De normale exploitatiebegroting staat onder druk. Enerzijds is er een exploitatietekort, dat alleen kan worden opgevangen door inkrimping (interne overplaatsing bij natuurlijk verloop en ontslag) van personeel, anderzijds moeten dotaties aan het weerstandsvermogen (onder andere voor groot onderhoud) verhoogd worden. Voor de jaren 2015 en daarna zullen de doordecentralisatie en de motie-Van Haersma Buma van grote invloed zijn op de Meerjarenonderhoudsplanning (MOP) en de elementen binnen de MOP. Efficiëntie van centrale contracten (onder andere voor kopieerapparatuur, inmiddels gerealiseerd) is op dit moment de enige manier om verder te bezuinigen op de materiële exploitatie, naast een zeer terughoudend inkoopbeleid. Inschakelen van de Onderwijs Inkoop Groep1 (www.onderwijsinkoopgroep.nl) is inmiddels gedaan; de lopende contracten zijn opnieuw uitonderhandeld. In 2015 zal een start gemaakt worden met de centrale uitrol van ICT-(rand-)apparatuur. WinSys (www.winsys.nl) zal de scholen voorzien van draadloze toegang en geleidelijk zullen alle scholen overstappen naar LiveSCHOOL; een private cloudoplossing.
Continuïteitsparagraaf De in deze paragraaf benoemde ontwikkelingen en cijfers zijn vooralsnog voorlopig. Doordat de lumpsumsubsidie voor 2015 nog niet definitief bekend is, zijn ontwikkelingen die geschetst worden slechts indicatief. In de komende jaren, wanneer de subsidiebedragen bekend zijn, kunnen definitievere plannen gemaakt worden. Voorlopig zal een restrictief beleid gevoerd worden. Wel wordt in 2015 weer extra geïnvesteerd in leerkrachten voor de aanvangs- (zogeheten 0-)groepen en aan de ophoging van de voorziening voor groot onderhoud. Kengetal
werkelijk
prognose
prognose
prognose
(stand 31/12)
20142
2015
2016
2017
- Management/Directie
6,3984
6,3984
6,3984
6,3984
- Onderwijzend personeel
97,3496
101,5000
100,5000
99,5000
- Overige medewerkers
16,5031
16,5031
16,5031
16.5031
- Bestuursbureau
1,7500
2,0978
2,0978
2,0978
122,0011
126,1515
125,1515
124,1515
Personele bezetting in FTE
Toelichting 1. Ontwikkelingen in de personele bezetting, inclusief voorgenomen aanpassingen in de formatieomvang a. De leerlingaantallen van de stichting PCOK zijn de laatste jaren stabiel geweest. Er zijn lichte fluctuaties geweest die konden worden opgevangen binnen de bestaande begroting. Er is geen gebruikgemaakt van RDDF-plaatsing (RDDF = risicodragend deel van de formatie). Wel is de afgelopen jaren een vacaturestop gehandhaafd. In de komende jaren is een lichte krimp voorzien. b. Noodzakelijke invulling van opgevallen plaatsen is altijd in overleg met de directeurbestuurder besproken en waar nodig geaccordeerd.
1
De Onderwijs Inkoop Groep inventariseert via een audit de mogelijkheden tot besparingen door centrale inkoop. De gerealiseerde besparingen in het 1e jaar worden gedeeld, daarna zijn de besparingen voor de stichting en wordt er een vaste fee betaald. 2 Bron: You-force; R-ON-12800-a Personeelssterkte, stand 31/12/2014
36
c.
d.
e.
Op twee scholen moet de komende jaren de verhouding tussen personele kosten en de materiële kosten op 85%-15% gebracht worden. Dat betekent dat er óf overplaatsing van personeel gaat plaatsvinden óf dat personeel in een vervangingspool wordt ondergebracht. In de komende jaren zijn de leerlingprognoses (zie tabel 8) minder gunstig. In de gemeente Katwijk wordt ook krimp voorzien waardoor ook binnen de Stichting PCOK minder werkgelegenheid zal optreden. Deze daling zet naar alle waarschijnlijk per 1/10/2014 in. Reëel is dat in 2012 10% minder kinderen is geboren dan in 2011. In 2016 zal er dus ook in ieder geval 10% minder instroom te verwachten zijn. Door de toevoeging van de middelen uit het Herfstakkoord en het Nationaal Onderwijsakkoord (bestuursakkoord NOA) is RDDF-plaatsing de komende twee jaar niet te verwachten. De jaren daarna zal dat een reële optie zijn, daar de natuurlijke uitstroom (mobiliteit) nagenoeg 0% is. Door de ophoging van de pensioenleeftijd en de lage aantallen leerkrachten in de leeftijdscategorie 62 jaar en ouder is de natuurlijke uitstroom relatief laag. Voor 2015 wordt een tijdelijke stijging van personeel verwacht. De extra inkomsten uit 2013 en 2014 (en de positieve resultaten over die laatste jaren) vormen een mogelijkheid om formatieve fricties op te lossen. In 2016 en 2017 is extra personeel opgenomen als gevolg van de extra middelen in de lumpsum die vanuit NOA worden toegevoegd. Dit is slechts indicatief, daar in de begrotingen van de jaren 2015 en 2016 de definitieve cijfers kunnen worden opgenomen.
De verwachte leerlingaantallen, zie ook tabel 8 op pagina 24 Kengetal werkelijk werkelijk prognose
prognose
prognose
prognose
(stand 31/12)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Leerlingaantallen
2093
2070
2074
2082
2065
2055
Toelichting: De totale aantallen leerlingen binnen de PCOK laten vanaf 2013 een daling zien tot aan 2018. Doorgaande krimp valt dus te verwachten. De prognoses zijn dan ook slechts indicatief. Meerjarenprognose van de balans en de staat van baten en lasten Balans per 31/12 (in euro's x 1.000)
werkelijk
prognose
prognose
prognose
2014
2015
2016
2017
Materiële vaste activa
1.315
1.342
1.294
1.226
Financiële vaste activa
450
450
300
300
Vorderingen
641
641
641
641
Liquide middelen
2.526
2.302
2.479
2.572
4.932
4.735
4.714
4.739
Eigen vermogen
3.523
3.326
3.305
3.330
Voorzieningen
594
594
594
594
Kortlopende schulden
815
815
815
815
4.932
4.735
4.714
4.739
Activa
Passiva
37
Toelichting 1. De financieringsstructuur a. De materiële vaste activa zullen de komende jaren ongeveer gelijkblijven. b. Als gevolg van de aflopende deposito’s zullen de financiële vaste activa in 2016 afnemen. c. De voorzieningen (groot onderhoud et cetera) dalen bij ongewijzigd beleid. Gezien de ontwikkelingen (doordecentralisatie van onderhoudsmiddelen) zal de voorziening ‘groot onderhoud’ in de komende jaren steeds belangrijker worden. De voorziening groot onderhoud wordt beïnvloed door de mutaties van het meerjarenonderhoudsplan. In het komende jaar zullen aan de hand van het meerjarenonderhoudsplan de verwachte uitgaven voor de komende jaren berekend worden. De jaarlijkse dotatie en de uitgaven zijn vooralsnog in de berekening als constante factor meegenomen. 2. Het huisvestingsbeleid voor zover dit niet van gemeentewege wordt geregeld a. De stichting PCOK zal voor wat betreft de huisvesting geen belangrijke ontwikkelingen doormaken, anders dan de eerder genoemde doordecentralisatie. De stichting bezit geen vastgoed. Wel is de stichting in overleg met de gemeente Katwijk om te komen tot verduurzaming van de gebouwen (zonnepanelen, LED-verlichting et cetera). b. Door de verwachte leerlingdaling op termijn wil het bestuur van de stichting PCOK graag in overleg treden met het collegebestuur in Katwijk, om in gezamenlijkheid te kijken hoe de gebouwen het meest efficiënt gebruikt kunnen worden. Deze samenwerking is nog niet concreet op gang gekomen. 3. Mutaties van reserves, fondsen en voorzieningen a. De dotaties aan de voorziening groot onderhoud zullen in de komende jaren verhoogd worden om in evenwicht te komen met het nieuwe meerjarenonderhoudsplan voor het binnen- en buitenonderhoud. Om deze extra kosten te kunnen opvangen is door de raad van beheer besloten om een bestemmingsreserve te vormen en hiervoor € 1.000.000 ten laste van de algemene reserve te brengen. b. Vanuit de algemene reserve zal het bestuur in 2015 ook een bedrag beschikbaar stellen voor investeringen in ICT. In dat kader zal nog worden bepaald ten laste van welke kostenplaats(en) de afschrijvingslasten komen. c. De algemene reserve zal binnen de daarvoor geldende marges gebracht worden. Dat betekent dat de scholen in 2015 gebruik kunnen maken van de middelen uit het NOA en het Herfstakkoord om fricties op te lossen. Daartoe dient de directie van de school een onderbouwd voorstel in bij de directeur-bestuurder. Staat van baten en lasten (in euro's x 1.000)
werkelijk
prognose
prognose
prognose
2014
2015
2016
2017
9.186
9.492
9.566
9.671
91
43
18
18
Overige baten
328
88
51
51
Totaal baten
9.604
9.623
9.635
9.740
Personeelslasten
7.982
8.429
8.273
8.322
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies
Afschrijvingen
232
219
214
216
Huisvestingslasten
429
505
504
505
Overige lasten
888
702
700
707
9.855
9.691
9.750
Totaal lasten
9.532
Saldo van baten en lasten
73
-232
-56
-10
Financiële baten en lasten
38
35
35
35
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
111
-197
-21
25
38
Toelichting 1. De verwachte aantallen leerlingen: De daling van het leerlingenaantal heeft als gevolg dat er minder financiën beschikbaar komen. Echter, door de toevoeging van de middelen uit het bestuursakkoord zullen de effecten van de leerlingdaling (uitgaande van de juistheid van de prognoses) in de komende drie jaar (tot en met 2018) goed opgevangen kunnen worden. Een belangrijke ontwikkeling is wel dat de middelen voor de leerlinggebonden financiering (‘rugzak’) door het nieuwe samenwerkingsverband (SWV) beheerd gaan worden. Het financiële beleid van het samenwerkingsverband Duin- en Bollenstreek 28-12 heeft na augustus 2016 een directe invloed op de begroting van de stichting. (Het SWV garandeert continuering van de rugzakmiddelen tot en met juli 2016). Het basisbedrag van de bekostiging vanuit het SWV zal toenemen van € 50,- per leerling per jaar naar € 100,- per leerling per jaar (2017). 2. De komende jaren zijn er voldoende middelen voorzien om het onderwijs binnen de stichting PCOK vorm en inhoud te geven. Personele ingrepen zullen beperkt zijn (scholen met een ernstig tekort op de begroting zullen tot overplaatsing, dan wel personele bezuinigingen moeten komen). Door de toevoeging van de middelen uit het bestuursakkoord zullen ook in de jaren na 2014 voldoende middelen aanwezig zijn. De inzet van deze middelen zal in het bestuursformatieplan 2015 / 2016 en volgende jaren beschreven worden. 3. In de afgelopen jaren is op gemeentelijk niveau regelmatig op overeenstemming gericht overleg (OOGO) gevoerd. Dit overleg wordt in de komende jaren gecontinueerd, voor wat betreft huisvesting en leerlingontwikkelingen. De huisvestingsproblematiek richt zich vooral op het zo goed mogelijk onderhouden van de gebouwen en de gemeentelijke verantwoordelijkheid daarin. De focus zal in 2015 gericht zijn op het veranderende onderwijs (meer op maatwerk gericht). Daardoor zijn inpandige aanpassingen van de gebouwen in de toekomst wellicht weer noodzakelijk. Overleg met de gemeente heeft tot op heden niet geleid tot aanpassing van de verordening, waardoor er nog geen omschrijving en kwantificering van het begrip ‘renovatie’ is opgenomen. Dit is wel van cruciaal belang omdat (gezien de financiële middelen van de gemeente Katwijk) vervangende nieuwbouw niet mogelijk zal zijn. 4. De ontwikkelingen binnen de gemeente Katwijk rondom duurzaamheid zullen we nauwlettend volgen. Investeringen in bijvoorbeeld zonnepanelen en LED-verlichting kan in samenwerking met de gemeente (renteloze lening) wellicht gerealiseerd worden. Wel is de stichting PCOK kritisch ten aanzien van de leveranciers en zal de stichting moeten voldoen aan de geldende regels vanuit de nieuwe aanbestedingswet uit 2013. Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem 1. De stichting PCOK heeft in maart 2014 een risicoanalyse gemaakt van niet alleen de financiële risico’s, maar ook bestuurlijke en andere risico’s. Deze rapportage geeft het bestuur inzicht in de mogelijke risico’s en de impact daarvan. In het operationeel beleidsplan wordt aandacht besteed aan deze risico’s en zo nodig worden acties voorbereid. Concreet benoemd zijn de volgende risico’s: a. Basiskwaliteit scholen op orde houden b. Afstemming tussen personeelsbezetting en leerlingaantallen c. Leerlingontwikkelingen (krimp) d. Fluctuaties in bekostiging e. Verhouding uitgaven materieel / personeel f. Beheer gebouwen In de risicoanalyse zijn de nodige beheersingsmaatregelen benoemd. Deze risicoanalyse en de daarbij behorende beheersingsmaatregelen worden met enige regelmaat in de vergaderingen van de Raad van Beheer besproken, conform het geldende bestuurlijke toetsingskader. 2. In overleg met het administratiekantoor is in 2013 / 2014 een evaluatie uitgevoerd voor wat betreft de werkzaamheden. Besloten is om een nieuw service level agreement (SLA) overeen te komen. Daarnaast is in 2012 de interne controle aangepast en op schrift gesteld.
39
Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Zie de interne risicoanalyse (pagina 44).
WIA De stichting PCOK heeft in 2008 besloten om eigen risicodrager te worden in het kader van de WIA-wetgeving. Het ziekteverzuim was laag en het risico dat een personeelslid een WIA-uitkering nodig zal hebben is daarmee zeer beperkt. Wel is een zogeheten stop-loss-verzekering afgesloten om kosten meer dan 2% van de personele kosten af te dekken. Daarmee wordt het risico voor de stichting beperkt. In 2014 draagt de stichting voor vier personen uitkeringslasten. In het algemeen probeert de st. PCOK die uitkeringslasten te beperken. Door begeleiding bij ziekte en vroegtijdig ingrijpen zijn de inspanningen gericht op terugkeer op de eigen werkplek, of begeleiding naar werk buiten de stichting. In niet alle gevallen is dat mogelijk.
Treasury De stichting PCOK hanteert een Kadernotitie Financiële Bedrijfsvoering. In deze kadernotitie is het treasurybeleid opgenomen. Dit is een samenvatting van het uitgewerkte beleid. Kern daarvan is dat de treasurycommissie een restrictief beleid hanteert waarbij, wanneer er belegd wordt, een defensieve positie wordt ingenomen. Op 31 december 2014 bezit de stichting geen aandelen, obligaties of ledencertificaten. Er is een bedrag van € 450.000 belegd in termijndeposito’s, met een looptijd variërend van 1 tot 25 jaar.
Ontslaguitkeringen In 2014 zijn twee personeelsleden gedwongen ontslagen. In alle gevallen waarin dit speelt wordt overleg gevoerd met de afdeling Juridische Zaken van de Besturenraad (nu: Verus), ten einde via bilateraal overleg tot een goede oplossing te komen. Wanneer er sprake zou zijn van rechten (ontslagvergoeding) volgens de vigerende wet- en regelgeving wordt daaraan tegemoet gekomen. De hoogte van eventuele uitkeringen is dan altijd onderwerp van onderhandeling. In 2014 is dat een totaalbedrag geweest van € 23.000,- bruto. In 2014 is met drie personen overeenstemming bereikt om (via een vaststellingovereenkomst) vroegtijdig afscheid te nemen. De ontslagdata liggen in 2015. Daarmee is een totaalbedrag gemoeid van € 28.500,- bruto.
40
7 HUISVESTING EN BEHEER Visie HUISVESTING: We streven naar scholen met voldoende capaciteit voor alle leerlingen, zodat er geen gebruik gemaakt hoeft te worden van dislocaties. We willen elke school voldoende outilleren voor eigentijds onderwijs, met voldoende werkruimtes. We willen de staat van onderhoud minimaal op het huidige (peildatum: 1/8/2004) niveau houden. We zoeken naar continuering van partnerschap met de peuterspeelzalen en voor- en naschoolse opvang. De speelruimtes voor de leerlingen dienen veilig en volledig gefaciliteerd te zijn.
Doel strategisch beleidsplan Doel 1 Staat van onderhoud scholen op peil houden Gebruikers gebouwen Bewijslast Peil 2004 Peil 2004
Doel 2 Afstoten dislocatie Gebruikers dislocaties Bewijslast 1 dislocatie (2004) 0 dislocaties (2008)
Doel 1: Wordt aan gewerkt en blijft actueel. Huidige staat van onderhoud is goed, waarbij de laatste jaren vooral de focus heeft gelegen op de constructie en de veiligheid van de gebouwen. Er is minder geld beschikbaar geweest voor onder andere de schilderwerkzaamheden. Er in 2014 minder geïnvesteerd in groot onderhoud dan door de directies van de scholen is aangevraagd. Ook in 2014 is het beleid rondom voorrang aan constructie en veiligheid voortgezet. Daarom zal in 2015 en de volgende jaren extra onderhoud gepleegd moeten worden, waarbij, naast de genoemde veiligheid en constructie, ook onderhoud met betrekking tot schilderwerk, vervangen van linoleumvloeren et cetera voorop staan. Ook is in 2014 gebruik gemaakt van huisvestingsaanvragen die via de gemeente lopen (voor gevelrenovatie 3 scholen; kozijnen Otto Baronschool en het schoolplein van de Marnixschool). In 2015 zal de doordecentralisatie van huisvestingsmiddelen een feit zijn. In 2014 is daarom ook (in overleg met de gemeente) gewerkt aan de 0-meting. Uiteindelijk is overeengekomen om een kwalitatieve meting toe te passen die ingaat op de functionaliteit van het gebouw. Daarmee proberen we ook een antwoord te geven op het begrip ‘renovatie’. Deze kwalitatieve meting zal in 2015 uitgevoerd worden. Doel 2: Is niet gerealiseerd en zal ook in de toekomst niet gerealiseerd kunnen worden (tenzij door grote krimp). De dislocatie Kameleon is in 2013 weliswaar afgestoten maar de leerlingen zijn gehuisvest in een (veel kleinere) andere dislocatie. Het betreft hier vier groepen van de Christelijke Opleidingsschool. Doel 3 Veilige scholen, alle arbo-wetgeving is correct ingevoerd Gebruikers gebouwen Bewijslast Oordeel externe inspectie en interne veiligheidscoördinatoren 100% veilig Doel 3: De scholen hebben de wetgeving correct ingevoerd. Speeltoestellen en gymnastieklocaties worden jaarlijks gecontroleerd en elke school heeft BHV’ers opgeleid. Daarnaast werkt er binnen elke school een arbo-coördinator die onveilige situaties rapporteert aan de directie, zodat tijdig maatregelen kunnen worden genomen.
41
Ontwikkelingen in 2014 De directeuren van de scholen zijn bevoegd tot het doen van kleine uitgaven in verband met normaal onderhoud. Deze uitgaven zijn begroot en mogen in principe de begroting niet overstijgen. Naast het regulier onderhoud wordt planmatig onderhoud uitgevoerd. Daartoe heeft de bouwkundig medewerker een meerjarenonderhoudsplanning ontwikkeld.
42
8 PR Visie PUBLIC RELATIONS: We willen actief naar buiten treden en herkenbaar zijn We willen de maatschappelijke functie van de school en de open relatie met de ons omringende gemeenschap gestalte geven.
Doel strategisch beleidsplan Doel 1 Beleid op herkenbaarheid en bekendheid Belanghebbenden en belangstellenden bij en voor de PCOK Bewijslast Aanwezigheid bovenschools communicatie- en PR-plan, vertaald naar schoolniveau. Ontwikkeling van een flyer (model Z-card)
Doel 2 Versterken van de onderlinge betrokkenheid Werknemers van de PCOK Bewijslast Intern bulletin PCOKé is aanwezig; dit geeft informatie betreffende ontwikkelingen van scholen (G)MR, bovenschools management en bestuur. Ontwikkeling van een webbased applicatie als kennisdelingspunt of virtuele ontmoetingsplek voor leerkrachten.
Doel 1: Zie het hoofdstuk 5 over kwaliteitszorg. Doel 2: Eind 2014 is het bovenschools communicatieplan gereed gekomen. Daarnaast wordt de PCOKé weer uitgegeven in de vorm van een E-zine. In 2013 is een nieuwe website ontwikkeld, waarbinnen de sociale media ook een rol spelen. Nagegaan zal worden of daarbinnen in 2014 ook een virtuele ‘ontmoetingsplek’ (forum) voor leerkrachten kan worden ontwikkeld. Dit is niet gerealiseerd.
Meervoudige publieke verantwoording / stakeholderbeleid Het bestuur van de Stichting PCOK heeft zich in het verleden gebogen over de meervoudige publieke verantwoording. Dit heeft tot op heden nog niet geleid tot een beleidsplan. In dat beleidsplan moet worden vastgesteld welke partijen tot de stakeholders gerekend kunnen worden en aan wie welke informatie ter hand wordt gesteld. Deze publieke verantwoording maakt onderdeel uit van de bestuurlijke cyclus. In 2014-2015 zal daarom beleid ten aanzien van dit onderwerp ontwikkeld worden. Inmiddels heeft de directeur-bestuurder een beleidsplan geschreven, dit zal in de vergaderplanning van de Raad van Beheer als onderwerp (themabespreking) worden toegevoegd.
Verbonden partijen De Stichting PCOK heeft in het kader van de jaarrekening geen relatie met een verbonden partij, waarbij de stichting PCOK een beslissende zeggenschap in het financiële en operationele beleid heeft. De stichting PCOK heeft wel een bijzondere band met samenwerkingsverband Duin- en Bollenstreek 28-12. Het samenwerkingsverband verzorgt, in overleg met de onderliggende schoolbesturen, ondersteuning en coördinatie bij en van de specifieke leerbehoeften van kinderen. Voor meer informatie is de website van het samenwerkingsverband toegankelijk; www.onderwijsduinenbollenstreek.nl. Daarnaast bestond in 2014 nog een band met het oude samenwerkingsverband SWV Katwijk/Rijnsburg/Valkenburg. Dit samenwerkingsverband is in 2014 opgegaan in het nieuwe SWV Duin- en Bollenstreek 28-12.
43
9 DE PCOK IN DE TOEKOMST Plannen De stichting PCOK heeft in 2010 voor de periode 2010-2015 een strategisch beleidsplan vastgesteld. Dit beleidsplan borduurt voort op het oude en is aangepast aan de nieuwe inzichten van bestuur en rijk. In 2015 zal een nieuw beleidsplan worden gemaakt. Wel is in 2014 een nieuw bestuurlijk toetsingskader (BTK) ontwikkeld, waarin een aantal resultaatverplichtingen zijn opgenomen voor de komende vier jaar.
Risico’s De plannen van de stichting PCOK kunnen worden uitgevoerd wanneer er sprake is van een gelijkblijvende of stijgende subsidie. Deze overheidssubsidie staat in tijden van algemene bezuinigingsmaatregelen onder druk. Zo zijn verschillende subsidies inmiddels weggevallen en wordt een bezuiniging op Passend Onderwijs (en daarmee op de zorgbudgetten van de scholen) voorzien. Budgetten staan daarmee ernstig onder druk. Ook een leerlingdaling zal in de toekomst onvermijdelijk zijn: de Besturenraad heeft voor onze regio een krimp van 3% voorzien tot aan 2015. Daarom heeft de stichting PCOK drie maatregelen opgenomen die de control-status moeten vergroten. 1. De directies moeten sturen op een personeel/materieel-verhouding van idealiter 82% / 18%. 2. De directeur-bestuurder zal een begroting opstellen voor de komende vier jaar, waardoor tijdig negatieve ontwikkelingen kunnen worden gesignaleerd en er tijdig kan worden ingegrepen, wanneer nodig. Dit is in 2013 gerealiseerd voor de jaren 2014–2017. Deze zal waar nodig herzien worden. 3. De vacaturestop blijft gehandhaafd. 4. In 2014 is een risico-inventarisatie gemaakt.
Ontwikkelingen Door de afspraken die eind 2013 gemaakt zijn (Nationaal Onderwijsakkoord en het Herfstakkoord), komen er voor de jaren 2015 en volgende nieuwe budgetten vrij. In 2014 zijn fricties binnen de scholen incidenteel opgelost door de besteding van het batige saldo 2013. Op het moment van schrijven van dit verslag is nog niet duidelijk welke budgetten in 2015 beschikbaar komen. Dat houdt ook in dat de stichting nog geen helder inzicht heeft in de mogelijke personeelsformatie of meerjarenbegroting. Daarom is vooralsnog een voorzichtige begroting noodzakelijk.
44
45