INHOUD voorschriften
artikel 1 artikel 2
2 artikel 3 artikel 4 artikel 5 artikel 6 artikel 7 artikel 8 artikel 9 artikel 10 artikel 11 artikel 12 artikel 13 artikel 14 artikel 15 artikel 16 artikel 17 artikel 18
3 artikel 19 artikel 20 artikel 21 artikel 22
4 artikel 23 artikel 24 artikel 25 artikel 26 artikel 27
inleidende bepalingen
1
bepalingen bij de bestemmingen
6
begripsbepalingen wijze van meten
1 5
wonen tuin maatschappelijke doeleinden bedrijventerrein agrarisch bedrijf agrarisch gebied sport groene ruimte groen water verblijfsgebied verkeer nutsvoorzieningen beheers- en beschermingszone waterloop (dubbelbestemming) veiligheidszone lpg-installatie (dubbelbestemming) hinderzone agrarisch bedrijf (dubbelbestemming)
6 7 8 9 14 18 18 19 19 19 20 20 20 21 23 23
algemene bepalingen
24
slotbepalingen
27
algemene gebruiksbepaling bestaande afmetingen, afstanden en percentages algemene vrijstellingen dubbeltelbepaling
overgangsbepaling voor bouwwerken overgangsbepaling voor het gebruik procedurebepaling strafbare feiten titel
24 24 26 26
27 27 27 28 28
bijlage: staat van bedrijfsactiviteiten
de plankaart
plankaart met verklaring
tekeningnummer: 10350d
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
1
III
1 INLEIDENDE BEPALINGEN
1.1
In deze voorschriften wordt verstaan onder: het plan het bestemmingsplan Bedrijventerrein van de gemeente Tubbergen, vervat in de plankaart en bijbehorende verklaring met tekeningnummer 10350d en deze voorschriften; aan huis gebonden beroep het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op het terrein van de zakelijke, maatschappelijke, juridische, medische, kunstzinnige dan wel ontwerptechnische dienstverlening, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt; agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, glastuinbouw daaronder begrepen; agrarisch verwante nevenactiviteiten aan het agrarisch bedrijf verwante nevenactiviteiten, zoals agrarische hulpbedrijven, loon- en veehandelsbedrijven, vis- en wormkwekerijen, bijenhouderijen, gebruiksgerichte paardenhouderijen, hoveniersbedrijven alsmede dierenartspraktijken en dierenklinieken; bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde; bebouwingspercentage een in de voorschriften aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd; bedrijf een onderneming gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten; bedrijfsgebouw een gebouw uitsluitend bestemd voor de uitoefening van een bedrijf, met dien verstande dat dienstwoningen daaronder niet worden begrepen;
1 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
artikel 1 begripsbepalingen
bestemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
2
bestemmingsvlak een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met een zelfde bestemming; bijgebouw een gebouw dat een functionele eenheid vormt met een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw; bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats; bouwgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door bebouwing mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten overschrijdingen; bouwlaag een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kap; bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens de bepalingen van het plan bebouwing met een bouwwerk of bij elkaar behorende bouwwerken is toegelaten; bouwvlak een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak waarmee gronden zijn aangeduid waarop nader in de voorschriften omschreven bebouwing is toegelaten; bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; buitensportbeoefening op een terrein in open lucht beoefende sporten, zoals balsporten, hockey en atletiek; detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen
die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstwoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; grondgebonden agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf dat voor de bedrijfsvoering geheel of hoofdzakelijk gebruik maakt van de grond als agrarisch productiemiddel in de vorm van akkerbouw, veeteelt, tuinbouw, bosbouw en/of melkveehouderij; glastuinbouw een vorm van agrarische bedrijfsvoering, waarbij het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (nagenoeg) volledig plaatsvindt in kassen; gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; hoofdgebouw een gebouw dat op een bouwperceel zowel functioneel als qua vorm bepalend is voor de materiële inhoud van de bestemming; Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer besluit van 5 januari 1993 (Stb. 50) houdende de uitvoering van de hoofdstukken 1 en 8 van de Wet milieubeheer en hoofdstuk V van de Wet geluidhinder, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan; niet grondgebonden agrarisch bedrijf (dat deel van) een agrarisch bedrijf dat niet geheel van de grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, zoals varkens-, kalver- of pluimveehouderij of -fokkerij, eendenmesterij of -fokkerij, pelsdierhouderij, witlof- of champignonkwekerij; schuil- en melkstallen niet voor bewoning bestemde agrarische bedrijfsgebouwen die dienen voor beschutting van vee tegen weersinvloeden respectievelijk het kortstondig onderbrengen van vee tijdens het melken; prostitutiebedrijf een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvin-
3 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
volumineuze detailhandel detailhandel die vanwege de omvang van de verhandelde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, waaronder in ieder geval wordt verstaan het aanbieden van een volledig assortiment van bouw- en doehet-zelfproducten uit voorraad aan zowel vakman als particulier;
den van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice; seks- en/of pornobedrijf een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
4
subbestemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van gronden binnen een bestemmingsvlak, waarop ingevolge deze voorschriften eenzelfde subbestemming geldt; voorgevelrooilijn de bouwgrens welke op de plankaart als voorgevelrooilijn is aangeduid; vrijstelling een vrijstelling als bedoeld in artikel 15 lid 1 sub a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; Wet op de economische delicten Wet van 22 juni 1950 (Stb. K258), houdende vaststelling van regelen voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan; Wet op de Ruimtelijke Ordening wet van 5 juli 1962 (Stb. 286), houdende de vaststelling van nieuwe voorschriften omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan; Algemene wet bestuursrecht wet van 4 juni 1992 (Stb. 315), houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan; wijziging een wijziging als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; woning een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden; woningblok twee of meer aaneengebouwde woningen. 1.2
In deze voorschriften wordt mede verstaan onder: gebruiken het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
uitvoeren het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is; goothoogte van een gebouw vanaf het peil tot de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel; hoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot het hoogste punt van een bouwwerk: voor wat betreft gebouwen worden antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij niet meegerekend; inhoud van een gebouw tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren) en de dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen en boven peil; oppervlakte van een gebouw tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren) en boven peil; peil a voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang nabij een weg of pad ligt: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang vermeerderd met 30 cm; b in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang vermeerderd met 30 cm.
5 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
artikel 2 wijze van meten
2 BEPALINGEN BIJ DE BESTEMMINGEN
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
6
artikel 3 wonen 3.1
doeleinden De als “wonen” bestemde gronden zijn bestemd voor: a woondoeleinden beperkt tot het aantal bestaande woningen op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan in de subbestemmingen: V vrijstaande woningen; D dubbele woningen; waar deze als zodanig op de plankaart zijn aangegeven; b aan huis gebonden beroepen; c een kantoor als nevenfunctie, uitsluitend daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangeduid, waarbij de vloeroppervlakte van de kantoorruimte niet meer mag bedragen dan de op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaande vloeroppervlakte; met bijbehorende bebouwing, tuinen en erven en overige (on)bebouwde gronden.
3.2
bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: a voor hoofdgebouwen geldt dat: 1 deze uitsluitend binnen de bouwvlakken mogen worden gebouwd; 2 de voorgevel in of maximaal 3 m achter de voorgevelrooilijn dient te worden gebouwd; 3 de afstand van een woning of woningblok tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minimaal 3 m dient te bedragen, met dien verstande dat deze afstand 0 m mag bedragen aan die zijde waar dat noodzakelijk is voor dubbele woningen; 4 de goothoogte maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte mag bedragen; 5 de hoogte maximaal 9 m mag bedragen; b voor bijgebouwen geldt dat: 1 deze zowel aangebouwd als vrijstaand mogen worden gebouwd; 2 de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen buiten het bouwvlak per woning maximaal 50 m2 mag bedragen, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50 bedraagt; 3 de goothoogte maximaal 3 m mag bedragen; 4 de hoogte minimaal 1 m lager is dan de hoogte van het hoofdgebouw; 5 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minimaal 1 m dient te bedragen;
6
3.3
vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 3.2: a onder a sub 1, 2 en/of 3 ten behoeve van erkers, afdaken, balkons, entreeportalen en veranda’s, met dien verstande dat : 1 de overschrijding van de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mag bedragen; 2 de hoogte van erkers, afdaken, entreeportalen en veranda’s maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw mag bedragen; 3 de breedte van erkers, afdaken, balkons, entreeportalen en veranda’s maximaal 3/5 deel van de breedte van de betreffende gevel van het hoofdgebouw mag bedragen; 4 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minimaal 2 m dient te bedragen; b onder b sub 2 ten behoeve van een praktijkruimte, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen buiten het bouwvlak maximaal 80 m2 mag bedragen, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50 bedraagt; c onder b sub 5 ten behoeve van een vermindering van de afstand tot 0 m; d onder b sub 6 ten behoeve van een vermindering van de afstand van een bijgebouw tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan tot maximaal 2 m.
3.4
wijziging Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de bestemming te wijzigen in de bestemming "bedrijventerrein", met inachtneming van de volgende voorwaarden: a de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad; b het wijzigingsplan dient financieel uitvoerbaar te zijn; c het bepaalde in artikel 6 is van overeenkomstige toepassing.
artikel 4 tuin 4.1
doeleinden De als “tuin” bestemde gronden zijn bestemd voor tuin en erf, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
7 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
c
de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan minimaal 4 m dient te bedragen; voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 2 m mag bedragen, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouw zijnde, die worden geplaatst vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan waarvan de hoogte maximaal 1 m mag bedragen.
4.2
bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 4.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen worden gebouwd, met een hoogte van maximaal 2 m, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouw zijnde, die worden geplaatst vóór de voorgevel van het hoofdgebouw als bedoeld in artikel 3.2 onder a en het verlengde daarvan, waarvan de hoogte maximaal 1 m mag bedragen.
4.3
vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 4.1 en 4.2 ten behoeve van erkers, afdaken, balkons, entreeportalen en veranda’s als bedoeld in artikel 3.3 onder a , met dien verstande dat het bepaalde in artikel 3.3 onder a sub 1 tot en met 4 in acht dient te worden genomen.
4.4
wijziging Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de bestemming te wijzigen in de bestemming "bedrijventerrein", met inachtneming van de volgende voorwaarden: a de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad; b het wijzigingsplan dient financieel uitvoerbaar te zijn; c het bepaalde in artikel 6 is van overeenkomstige toepassing.
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
8
artikel 5 maatschappelijke doeleinden 5.1
doeleinden De als "maatschappelijke doeleinden" bestemde gronden zijn bestemd voor maatschappelijke doeleinden in de subbestemmingen "duivenclub" en "scouting" daar waar deze als zodanig op de plankaart zijn aangegeven, met bijbehorende bouwwerken en (on)bebouwde gronden, met uitzondering van (een) dienstwoning(en).
5.2
bouwen Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 5.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: a gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd; b de hoogte van gebouwen mag maximaal 6 m bedragen; c de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen: − erfafscheidingen 2 m; − overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m.
artikel 6 bedrijventerrein doeleinden De als "bedrijventerrein" bestemde gronden zijn bestemd voor: a bedrijven in de subbestemmingen: 1&2 bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten; 3a bedrijven tot en met milieucategorie 3a van de staat van bedrijfsactiviteiten; 3b bedrijven tot en met milieucategorie 3b van de staat van bedrijfsactiviteiten;
9 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
6.1
waar deze als zodanig op de plankaart zijn aangegeven, met dien verstande, dat op deze gronden tevens zijn toegestaan in de subbestemmingen fi fineer- en plaatmaterialenbedrijf; na natuursteenbewerkingsbedrijf; ra radiatorenbedrijf; uitsluitend daar waar deze als zodanig op de plankaart zijn aangegeven, met dien verstande dat: − op gronden met de subbestemming 3a, voor zover gelegen binnen een afstand van 50 m uit het bouwvlak binnen de bestemming "wonen" bedrijven die in de staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid met "x" niet zijn toegestaan; − op gronden met de subbestemming 3b, voor zover gelegen binnen een afstand van 100 m uit het bouwvlak binnen de bestemming "wonen" bedrijven die in de staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid met "x" niet zijn toegestaan; − de gezamenlijke oppervlakte van bouwpercelen maximaal: − 5.000 m2 per bedrijf mag bedragen in Tubbergen en Geesteren, − 2.500 m2 per bedrijf mag bedragen in Albergen, dan wel de op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan bestaande grotere gezamenlijke oppervlakte; b daar waar op de plankaart de subbestemming "ta" is aangegeven uitsluitend een tankstation (met LPG) waarbij het afvulpunt op de op de plankaart aangeduide locatie aanwezig mag zijn; c het aantal bestaande dienstwoningen op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan behorende bij ter plaatse gevestigde bedrijven, uitsluitend daar waar op de plankaart de aanduiding "d" is aangegeven en met dien verstande, dat per aanduiding maximaal één dienstwoning is toegestaan; met bijbehorende bouwwerken, (parkeer)voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
10
6.2
bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 6.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
b c d e
f
gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande, dat daar waar op de plankaart de aanduiding "d*" is aangegeven uitsluitend dienstwoningen zijn toegestaan; de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens dient minimaal 3 m te bedragen; de hoogte van gebouwen mag maximaal de op de plankaart aangegeven hoogte bedragen; de inhoud van een dienstwoning mag maximaal 750 m3 groot zijn; bij een dienstwoning zijn bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat: 1 deze zowel aangebouwd als vrijstaand mogen worden gebouwd; 2 de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen per dienstwoning maximaal 50 m2 mag bedragen; 3 de goothoogte maximaal 3 m mag bedragen; 4 de hoogte minimaal 1 m lager is dan de hoogte van het hoofdgebouw; het bebouwingspercentage mag maximaal 70 bedragen;
11 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
a
g
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
12 h
6.3
de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen: − bedrijfsinstallaties 10 m; − erfafscheidingen 2 m; − overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m; ondergronds bouwen is toegestaan tot een diepte van 10 meter onder peil.
vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: a artikel 6.1 onder a voor het toestaan van een bedrijf dat niet is vermeld in de staat van bedrijfsactiviteiten, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 het bedrijf kan voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk worden gesteld aan een bedrijf behorende tot de toegestane milieucategorieën van de staat van bedrijfsactiviteiten; 2 de aard en de activiteiten van het bedrijf mogen ook overigens niet leiden tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving; b artikel 6.1 onder a voor het toestaan van een bedrijf dat in de staat van bedrijfsactiviteiten is aangeduid met "x" op gronden met de subbestemming 3a, voor zover gelegen binnen een afstand van 50 m uit het bouwvlak binnen de bestemming "wonen", mits de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving, waarbij met name wordt getoetst aan de milieuaspecten geur, stof en gevaar; c artikel 6.1 onder a voor het toestaan van een bedrijf dat in de staat van bedrijfsactiviteiten is aangeduid met "x" op gronden met de subbestemming 3b, voor zover gelegen binnen een afstand van 100 m uit het bouwvlak binnen de bestemming "wonen", mits de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving, waarbij met name wordt getoetst aan de milieuaspecten geur, stof en gevaar; d artikel 6.1 onder a, ten behoeve van: − detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen, waarbij de veiligheidsaspecten in acht moeten worden genomen; − detailhandel van in eigen bedrijf vervaardigde goederen als ondergeschikte nevenactiviteit van de bedrijfsactiviteit, tot een maximum van 10% van het bruto verkoopvloeroppervlak, doch nimmer meer dan 75 m2; − detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto’s, boten, caravans, keukens, badkamers, grove bouwmaterialen, bouwmarkten met een maximum oppervlakte van 1.500 m2 en landbouwwerktuigen; − tuincentra; − individuele meubeltoonzalen met een maximum oppervlakte van 1.500 m2 verkoopvloeroppervlak per zaak;
f
g
h
6.4
artikel 6.1 onder a, ten behoeve van: − bouwmarkten; − meubeltoonzalen; groter dan 1.500 m2, met dien verstande dat hieraan voorafgaande een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten is vereist; artikel 6.1 onder c voor het toestaan van meer dienstwoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 aangetoond dient te zijn dat de dienstwoning vanuit bedrijfseconomisch oogpunt noodzakelijk is; 2 de dienstwoning is uitsluitend toegestaan daar waar op de plankaart de aanduiding "d" is aangegeven en met dien verstande, dat per aanduiding maximaal één dienstwoning is toegestaan; artikel 6.2 onder f voor het toestaan van een bebouwingspercentage van maximaal 80, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 de stedenbouwkundige structuur in de omgeving alsmede de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden aangetast; 2 de bereikbaarheid van gebouwen voor hulpdiensten dient gewaarborgd te blijven; 3 voorzien dient te blijven in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein; artikel 6.2 onder h voor het toestaan van een grotere hoogte voor bedrijfsinstallaties, zoals silo's, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 de hoogte mag maximaal 25 m bedragen; 2 de stedenbouwkundige structuur in de omgeving alsmede de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden aangetast.
wijziging Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan te wijzigen ten behoeve van: a het verwijderen dan wel verplaatsen naar een andere locatie binnen het bestemmingsvlak van de op de plankaart aangegeven aanduidingen "d" en "d*", met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad; 2 het wijzigingsplan dient financieel uitvoerbaar te zijn;
13 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
e
b
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
14 c
d
het verwijderen dan wel het verplaatsen naar een andere locatie van een LPG-afvulpunt met niet meer dan 30 m ten opzichte van de op de plankaart tot “afvulpunt” aangeduide locatie, waarbij de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden niet onevenredige mogen worden geschaad; het veranderen van de op de plankaart aangegeven grenzen van de subbestemmingen 1&2, 3a en/of 3b uitsluitend in verband met de wijzigingen als bedoeld in de artikelen 3.4 en 4.4; het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bouwpercelen tot maximaal: 1 20.000 m2 per bedrijf in Tubbergen en Geesteren; 2 10.000 m2 per bedrijf in Albergen; met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 aangetoond dient te zijn dat de vergroting vanuit bedrijfseconomisch oogpunt noodzakelijk is; 2 de vergroting dient afgestemd te zijn op de aard en schaal van de omgeving alsmede van de in de omgeving aanwezige functies.
artikel 7 agrarisch bedrijf 7.1 7.1.1
7.1.2
doeleinden De als "agrarisch bedrijf" bestemde gronden zijn bestemd voor: a de uitoefening van het grondgebonden agrarisch bedrijf; b dienstwoningen behorende bij de agrarische bedrijven, uitsluitend daar waar op de plankaart de aanduiding "d"is aangegeven en met dien verstande, dat per aanduiding maximaal één dienstwoning is toegestaan, met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden. Tevens zijn deze gronden bestemd voor: a verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed and breakfast; b dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van de verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen en dergelijke, met dien verstande, dat de bebouwde oppervlakte ten behoeve van deze activiteit niet meer mag bedragen dan 50 m2; c kleinschalige kampeerterreinen, met dien verstande, dat geen stacaravans zijn toegestaan; met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
7.3
bouwen Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 7.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: a gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd; b de oppervlakte aan teeltondersteunende kassen mag maximaal 500 m2 bedragen; c de goothoogte en hoogte van bedrijfsgebouwen mag maximaal 6 m respectievelijk 12 m bedragen; d de goothoogte en inhoud van een dienstwoning maximaal 4 m respectievelijk 750 m3 mag bedragen dan wel de op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan bestaande hogere goothoogte c.q. grotere inhoud; e de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen: − hooibergen, kunstmest- en voedersilo's 15 m; − overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m. vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: a artikel 7.2 onder b voor het vergroten van de oppervlakte aan teeltondersteunende kassen tot maximaal 1.000 m2, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 aangetoond dient te zijn de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de bedrijfseconomische noodzaak, de milieutechnische uitvoerbaarheid en de milieuhygiënische toelaatbaarheid; 2 de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad; b artikel 7.1 voor het toestaan van recreatief nachtverblijf in agrarische be-drijfsgebouwen (boerderijkamers), met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 de oppervlakte mag per agrarisch bedrijf maximaal 200 m2 bedragen; 2 de oppervlakte per boerderijkamer mag maximaal 50 m2 bedragen; 3 maximaal 15 slaapplaatsen per agrarisch bedrijf mogen worden gerealiseerd; 4 de gebouwen waarbinnen de boerderijkamers worden gerealiseerd mogen op maximaal 25 m afstand van het hoofdgebouw zijn gesitueerd; 5 de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad;
15 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
7.2
c
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
16
d
e
7.4 7.4.1
7.4.2
artikel 7.1 voor het toestaan van de verkoop van niet op het eigen bedrijf geproduceerde streekgebonden producten, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 sprake dient te zijn van kleinschaligheid en de basis van de verkoop wordt gevormd door producten die op het bedrijf zelf tot stand komen; 2 de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad; artikel 7.1.1 onder b voor het toestaan van twee huishoudens ten behoeve van inwoning, met inachtneming van de volgende voorwaarde: de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad; artikel 7.2 onder d voor het inpandig vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning, indien de oorspronkelijke bedrijfswoning qua constructie en uiterlijke verschijningsvorm deel uitmaakt van een bedrijfsgebouw, tot de gezamenlijke inhoud van de hoofdvorm van dat gebouw, met inachtneming van de volgende voorwaarde: de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad.
wijziging Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan te wijzigen ten behoeve van: a het wijzigen van de bestemming in de bestemmingen "wonen", "tuin" en/of "bedrijventerrein"; b het wijzigen van de bestemming ten behoeve van een manege of een tuincentrum; c het toestaan van sociale, culturele, kunstzinnige, medische, therapeutische, algemeen maatschappelijke en/of met het buitengebied samenhangende dan wel daarop gerichte educatieve (buitengebied)functies, waaronder begrepen expositieruimten, natuur- en landschapseducatie en natuur- en landschapsbeheer; d het toestaan van kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van pensions en vakantieappartementen ondergeschikt aan de woonfunctie; e het toestaan van binnenopslag, met inbegrip van opslag van kampeermiddelen; f het toestaan van agrarisch verwante nevenactiviteiten. De bevoegdheid als bedoeld in artikel 7.4.1 kan alleen worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende voorwaarden: a de nieuwe activiteiten/werkzaamheden dienen te worden uitgeoefend binnen de bestaande bebouwing; b het aantal (dienst)woningen dient beperkt te blijven tot het op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp-wijzigingsplan bestaande aantal (dienst)woningen; c de infrastructuur mag als gevolg van de wijziging niet onevenredig zwaar worden belast, waaronder in ieder geval wordt begrepen een
e
17 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
d
onevenredige toename van de verkeersaantrekkende werking dan wel de bestaande verkeershinder; de belangen van in de omgeving en/of ter plaatse aanwezige functies en waarden mogen niet in onevenredige mate worden geschaad; het wijzigingsplan dient financieel uitvoerbaar te zijn.
artikel 8 agrarisch gebied 8.1
doeleinden De als "agrarisch gebied" bestemde gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het grondgebonden agrarisch bedrijf, met bouwwerken in de vorm van schuil- en melkstallen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, en (on)bebouwde gronden.
8.2
bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 8.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: a de oppervlakte van schuil- en melkstallen mag per agrarisch bedrijf maximaal 50 m2 bedragen; b de hoogte van schuil- en melkstallen mag maximaal 3,5 m bedragen; c de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 2 m bedragen.
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
18
artikel 9 sport 9.1
doeleinden De als “sport” bestemde gronden zijn bestemd voor de buitensportbeoefening met bijbehorende bebouwing en onbebouwde gronden, met uitzondering van (een) dienstwoning(en).
9.2
bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 9.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: a gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd; b de goothoogte en hoogte van gebouwen mag maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte en hoogte bedragen; c in afwijking van het bepaalde in artikel 6.2 onder a mogen gebouwen zoals fietsenstallingen, onderhoudsruimten en opslagruimten voor spelmaterialen ook buiten de bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat: 1 de hoogte maximaal 3 m mag bedragen; 2 het bebouwingspercentage van het bouwperceel, voor zover gelegen buiten de bouwvlakken, maximaal 5 mag bedragen; d de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen: − lichtmasten, ballenvangers 10 m; − overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m.
artikel 10 groene ruimte
10.2
doeleinden De als "groene ruimte" bestemde gronden zijn bestemd voor semiagrarische doeleinden in de vorm van weide en grasland, wandel- en fietspaden, waterlopen en –voorzieningen (al dan niet ondergronds) met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, voorzieningen en (on)bebouwde gronden. bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 10.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepaling: uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 2 m.
artikel 11 groen 11.1
doeleinden De als "groen" bestemde gronden zijn bestemd voor: a plantsoenen, groenstroken en overige aanplanten, wandel- en fietspaden, waterlopen en –voorzieningen (al dan niet ondergronds) en uitritten; b één clubgebouw ten behoeve van de ijsbaan daar waar op de plankaart de aanduiding "ijsbaan" is aangegeven; met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
11.2
bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 11.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: a de oppervlakte en hoogte van het clubgebouw als bedoeld in artikel 11.1 onder b mogen maximaal 100 m2 respectievelijk 4,5 m bedragen; b de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 2 m bedragen.
artikel 12 water 12.1
doeleinden De als "water" bestemde gronden zijn bestemd voor: a de aan- en afvoer van water alsmede de waterberging, b een ijsbaan daar waar dat als zodanig op de plankaart is aangegeven; met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, voorzieningen (al dan niet ondergronds) en (on)bebouwde gronden.
19 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
10.1
12.2
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
20
bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 12.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepaling: bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 2 m.
artikel 13 verblijfsgebied 13.1
doeleinden De als "verblijfsgebied" bestemde gronden zijn bestemd voor wegen, wandel- en fietspaden, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen, waterlopen en –voorzieningen (al dan niet ondergronds), met een functie voor zowel verblijf als voor verkeer gericht op aangrenzende en nabijgelegen bestemmingen alsmede voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en (on)bebouwde gronden.
13.2
bouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 13.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal: − speelvoorzieningen 4 m; − lichtmasten en verkeersborden 8 m; − overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m.
artikel 14 verkeer 14.1
doeleinden De als "verkeer" bestemde gronden zijn bestemd voor wegen en wandelen fietspaden ten behoeve van doorgaand en overig verkeer, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, bermen, uitritten, waterlopen en –voorzieningen (al dan niet ondergronds) en overige (on)bebouwde gronden.
14.2
bouwen Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 14.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepaling: uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 2m.
artikel 15 nutsvoorzieningen 15.1
doeleinden De als “nutsvoorzieningen” bestemde gronden zijn bestemd voor openbare nutsvoorzieningen, waterlopen en –voorzieningen (al dan niet on-
dergronds), met bijbehorende bouwwerken en (on)bebouwde gronden. bouwen Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 15.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: a gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd; b de hoogte van gebouwen mag maximaal 3,5 m bedragen; c de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 3 m bedragen.
artikel 16 beheers- en beschermingszone waterloop (dubbelbestemming) 16.1
doeleinden De als "beheers- en beschermingszone waterloop (dubbelbestemming)" bestemde gronden zijn mede bestemd voor het beheer en de bescherming van de waterloop, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
16.2
bouwen In afwijking van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 15 is bouwen uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 16.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen: a gebouwen zijn niet toegestaan; b de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 2 m bedragen.
16.3 16.3.1
vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 16.1 ten behoeve van het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 15. Een vrijstelling als bedoeld in artikel 16.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van de beheerder van de waterloop.
16.3.2
16.4 16.4.1
16.4.2
aanlegvergunning Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 16.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren: a het vergraven, afgraven en egaliseren van gronden; b het aanbrengen van diepwortelende beplantingen; c het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen. Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer
21 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
15.2
16.4.3
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
22 16.4.4
of de veiligheid van de waterloop en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen. Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van de beheerder van de waterloop. Een aanlegvergunning is niet vereist voor: a andere-werken, die behoren tot het normale onderhoud en beheer; b andere-werken, die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
artikel 17 veiligheidszone lpg-installatie (dubbelbestemming)
17.2
doeleinden De als "veiligheidszone LPG-installatie (dubbelbestemming)" bestemde gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van het vulpunt van de LPGinstallatie. bouwen In afwijking van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 15 mogen op de in artikel 17.1 bedoelde gronden geen nieuwe woningen en geen nieuwe gebouwen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen worden gebouwd.
artikel 18 hinderzone agrarisch bedrijf (dubbelbestemming) 18.1 18.1.1 18.1.2
18.2
doeleinden De als "hinderzone agrarisch bedrijf (dubbelbestemming)" bestemde gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van het leefmilieu. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 15 zijn op de onder 18.1.1 bedoelde gronden geen arbeidsintensieve bedrijven, publieksaantrekkende activiteiten, voedingsmiddelenindustrie en voedingsmiddelenopslag toegestaan. vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 18.1.2, mits aangetoond wordt dat ter plaatse een aanvaardbaar leefmilieu kan worden gerealiseerd.
23 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
17.1
3 ALGEMENE BEPALINGEN
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
24
artikel 19 algemene gebruiksbepaling 19.1
Het is verboden de grond en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming.
19.2
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: a een gebruik van gronden als stort- en opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud; b een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; c een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; d detailhandel, met uitzondering van detailhandel die is toegestaan in of krachtens deze voorschriften; e een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seks- en/of pornobedrijf dan wel een prostitutiebedrijf, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan in of krachtens deze voorschriften; f alsmede ten aanzien van de bestemming "sport": een gebruik van gronden en bouwwerken voor motorsportdoeleinden en gemotoriseerde modelsport, zoals modelvliegtuigen en –auto's.
19.3
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in artikel 19.1, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
artikel 20 bestaande afmetingen, afstanden en percentages 20.1
In die gevallen dat afstanden op de dag van de terinzagelegging van het ontwerpplan minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze bestaande afstanden in afwijking daarvan als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
20.2
In die gevallen dat goothoogten, hoogten, oppervlakten, bebouwingspercentages en/of inhoud op de dag van terinzagelegging van het ontwerpplan minder c.q. meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze bestaande goothoogten, hoogten, oppervlakten,
bebouwingspercentages en/of inhoud in afwijking daarvan als minimaal c.q. maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
25
artikel 21 algemene vrijstellingen
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
26
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de voorschriften van het plan ten behoeve van de volgende punten: a het afwijken van de voorgeschreven goothoogte, hoogte en oppervlakte van gebouwen, percentages, afstand tot bouwperceelsgrenzen en overige maatvoering, eventueel met overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maatvoering, het beoogde stedenbouwkundig beeld niet wordt geschaad en er geen dringende redenen zijn die zich hiertegen verzetten; b het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen op de plankaart, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien dit uit oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is, het beoogde stedenbouwkundig beeld niet wordt geschaad en er geen dringende redenen zijn die zich hiertegen verzetten en mits die afwijking ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 5 m bedraagt; c het bouwen van bouwwerken van openbaar nut voor zover deze, indien het gebouwtjes betreft, geen grotere inhoud hebben dan 50 m3 en geen grotere hoogte dan 4 m.
artikel 22 dubbeltelbepaling Grond, welke eenmaal in aanmerking is of moest worden genomen bij het verlenen van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van een andere aanvraag buiten beschouwing.
4 SLOTBEPALINGEN
23.1
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat, dan wel nadien wordt gebouwd of kan worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en dat afwijkt van dit plan (bestemming en/of voorschriften) mag, behoudens onteigening, gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd.
23.2
Bij een gedeeltelijke vernieuwing en/of verandering als bedoeld in artikel 23.1 mag geen nieuwe afwijking van het plan ontstaan noch een bestaande afwijking naar de aard en de omvang worden vergroot.
23.3
In geval een bouwwerk tenietgaat ten gevolge van een calamiteit mag het bouwwerk in afwijking van het bepaalde in artikel 23.1 en 23.2 geheel worden vernieuwd, mits: a de bouwaanvraag binnen 1 ½ jaar na het tenietgaan geschiedt; b de bouwgrens aan de wegzijde zo mogelijk in acht wordt genomen.
23.4
De bouwvergunning kan slechts worden geweigerd in verband met onteigening, indien de gemeenteraad voor de dag, waarop de aanvraag is ontvangen, een onteigeningsbesluit heeft genomen.
23.5
Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in artikel 23.1 en 23.2 voor wat betreft de vergroting van de inhoud van de afwijkende gebouwen van 10% van de oorspronkelijke inhoud op het in artikel 23.1 genoemde tijdstip en met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde, mits deze vergroting niet reeds eerder krachtens deze overgangsbepaling heeft plaatsgevonden.
artikel 24 overgangsbepaling voor het gebruik 24.1
24.2
Een gebruik van de onbebouwde gronden en/of de opstallen, dat op het tijdstip van het van kracht worden van het plan bestond en dat afwijkt van de bestemming en/of de voorschriften mag worden voortgezet of gewijzigd, mits het gewijzigde gebruik niet naar aard en omvang wordt vergroot. Het bepaalde in artikel 24.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
artikel 25 procedurebepaling
27 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
artikel 23 overgangsbepaling voor bouwwerken
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
28
25.1
Een besluit omtrent het verlenen van vrijstelling wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of mondeling hun zienswijze kenbaar te maken aan burgemeester en wethouders.
25.2
Op de voorbereiding van een besluit omtrent wijziging van het plan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
artikel 26 strafbare feiten Overtreding van het bepaalde in artikel 16.4.1 en 19.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 20 van de Wet op de economische delicten.
artikel 27 titel Dit plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan Bedrijventerrein van de gemeente Tubbergen.
STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN OMSCHRIJVING
AFSTAND
CAT .
01 0125
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Fokken en houden van overige dieren: 4 - maden, wormen e.d. 5 - bijen KI-stations
100 x 30 50 x
3b 2 3a
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN Vis- en schaaldierkwekerijen 1 - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 2 - visteeltbedrijven
100 x 50 x
3b 3a
14 144
WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D. Zoutwinningbedrijven
100
3b
15 151
100 x 100 x 50 x
3b 3b 3a
100 x 100 x
3b 3b
100 x 100 x
3b 3b
30 100 x 100 x
2 3b 3b
100 x 50 x
3b 3a
100 x
3b
100 x
3b
1593 t/m 1595 1598
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Slachterijen en overige vleesverwerking: 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken 5 – loonslachterijen Groente- en fruitconservenfabrieken: 1 – jam 2 - groente algemeen Zuivelproducten fabrieken: 3 - melkproducten fabrieken v.c. < 55.000 t/j Consumptie-ijsfabrieken Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 1 - v.c. < 2500 kg meel/week 2 - Brood- en beschuitfabrieken Banket, biscuit- en koekfabrieken Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 2 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: 2 - theepakkerijen Soep- en soeparomafabrieken: 1 - zonder poederdrogen Vervaardiging van wijn, cider en andere niet gedistilleerde, gegiste dranken Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
30 100
2 3b
17 171
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels
100
3b
0142 05 0502
1532, 1533 1551 1552 1581
1582 1584
1585 1586 1589.2
29 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
SBICODE
172
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
30
173 174, 175 176, 177
18 181 182 183
19 192 193 20 2010.1 2010.2 202 203, 204 205 21 2112 212 2121.2
22 221 2221 2222 2222.6 2223 2223 2224 2225 223 23
Weven van textiel: 1 - aantal weefgetouwen < 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Houtzagerijen Houtconserveringsbedrijven: 2 - met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken Timmerwerkfabrieken Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Papier- en kartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u Papier- en kartonwarenfabrieken Golfkartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproductie en zetten Overige grafische activiteiten Reproductiebedrijven opgenomen media AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT/KWEEKSTOFFEN
100 50 50 50
3b 3a 3a 3a
50 30 50 x
3a 2 3a
50 x 50 x
3a 3a
100 x
3b
50 100 x 100 30
3a 3b 3b 2
50 x 100
3a 3b
100
3b
10 100 100 30 10 30 30 30 10
1 3b 3b 2 1 2 2 2 1
Smeeroliën- en vettenfabrieken
24 2442
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN Farmaceutische productenfabrieken: 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 2 - verbandmiddelenfabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 1 - zonder dierlijke grondstoffen Fotochemische productenfabrieken Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
2462 2464 2466 25 2512 2513 26 261 2615 262, 263
2661.2 2662 2663, 2664 2665, 2666 267 2681 2682 28 281 284 2851
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Loopvlakvernieuwingsbedrijven: 1 - vloeropp. < 100 m2 Rubber-artikelenfabrieken VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALKEN GIPSPRODUCTEN Glasfabrieken: 1 - glas en glasproducten, p.c. < 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Kalkzandsteenfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken Betonmortelcentrales: 1 - p.c. < 100 t/u Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: 1 - p.c. < 100 t/d Natuursteenbewerkingsbedrijven: 1 - zonder breken, zeven en drogen Slijp- en polijstmiddelen fabrieken Minerale productenfabrieken n.e.g. VERVAARD. VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Constructiewerkplaatsen: 1 - gesloten gebouw Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: 1 - algemeen 2 - scoperen (opspuiten van zink) 3 - thermisch verzinken 4 - thermisch vertinnen 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 6 - anodiseren, eloxeren
100 x
3b
50 x 30
3a 2
100 x 100 x 50 x
3b 3b 3a
50 x 100 x
3a 3b
100 50
3b 3a
50 100
3a 3b
100 100 x
3b 3b
100
3b
100 x
3b
100 50 100 x
3b 3a 3b
100 100 x
3b 3b
100 100 100 100 100 100
3b 3b 3b 3b 3b 3b
x x x x x
31 sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
2320.2
7 - chemische oppervlaktebehandeling 8 – emailleren 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 11 – metaalharden 12 - lakspuiten en moffelen Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
100 x 100 x 100 x
3b 3b 3b
100 x 100 x 100 x 100
3b 3b 3b 3b
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken: 1 - p.o. < 2.000 m2
100
3b
30 30
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS Kantoormachines- en computerfabrieken
50
3a
31
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Accumulatoren- en batterijenfabrieken Elektrotechnische industrie n.e.g.
100 x 50
3b 3a
50
3a
50 x
3a
30
2
100
3b
50 x 100 x
3a 3b
100 x 100 100
3b 3b 3b
100 x 30
3b 2
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
32 2852 287 29 29
314 316 32 321 t/m 323 3210 33 33
34 343 35 351
352 354 355 36 361 362
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMAPPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. Fabrieken voor gedrukte bedrading VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS Auto-onderdelenfabrieken VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: 1 - houten schepen 2 - kunststof schepen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: 1 - algemeen Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie n.e.g. VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Meubelfabrieken Fabricage van munten, sieraden e.d.
363 364 365 366
Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
40
PRODUCTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 1 - < 10 MVA 2 - 10 - 100 MVA 3 - 100 - 200 MVA Gasdistributiebedrijven: 3 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 4 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 1 - stadsverwarming 2 - blokverwarming
30 50 50 50
2 3a 3a 3a
40
40
40
41 41
30
2
50 100 x
3a 3b
30
2
100 x
3b
100 x 30
3b 2
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: 2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of s Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 1 - < 1 MW 2 - 1 - 15 MW
50 x
3a
30 100
2 3b
45 45
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats
50
3a
50
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
30
2
100 10 50 x 30 30
3b 1 3a 2 2
30 30 100 x 50 x 30
2 2 3b 3a 2
30
2
30
2
41
501, 502, 504 5020.4 5020.4 5020.4 5020.5 503, 504 51 5121 5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Grth in akkerbouwproducten en veevoeders Grth in bloemen en planten Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën Grth in dranken
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
33
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
34
5135 5136 5137 5138, 5139 514 5151.1 5151.3 5152.2 /.3 5153 5154 5155.1 5156 5157 5157.2 /.3 5162 517
60 6021.1 6023 6024
Grth in tabaksproducten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen
30 30 30 30
2 2 2 2
Grth in overige consumentenartikelen Grth in vaste brandstoffen: 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied Grth minerale olieproducten (excl. brandstoffen) Grth in metalen en -halffabrikaten
30
2
100 x 100 x 100 x
3b 3b 3b
Grth in hout en bouwmaterialen Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur Grth in chemische producten Grth in overige intermediaire goederen Autosloperijen Overige groothandel in afval en schroot
50 50 100 x 30 100 100
3a 3a 3b 2 3b 3b
Grth in machines en apparaten Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.)
30 30
2 2
100 100 100
3b 3b 3b
50
3a
603
VERVOER OVER LAND Bus-, tram- en metrostations en -remises Touringcarbedrijven Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
61, 62 61, 62
VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
10
1
63 6311.2
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: 2 - stukgoederen Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)
100 x 10
3b 1
Expediteurs, cargadoors (kantoren)
10
1
64 641 642 642
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven TV- en radiozendstations (zie ook tabel 2: zendinstallaties)
30 10 30
2 1 2
71 711 712
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven 30 2 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personen50 3a auto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 50 3a Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 30 2
6322, 6323 634
713 714
73 731
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
30
2
74 747 7481.3
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales
50 30
3a 2
75 7525
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN Brandweerkazernes 50
90 9000.2 9000.2 9000.3
MILIEUDIENSTVERLENING Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Afvalverwerkingsbedrijven: 2 - kabelbranderijen 4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 5 - oplosmiddelterugwinning 7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval Composteerbedrijven: 2 - gesloten
92 921, 922 9261.2 9261.2
CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Studio's (film, TV, radio, geluid) Overdekte kunstijsbanen Kunstskibanen
93 9301.1 9301.1 9301.2 9301.3 9303
OVERIGE DIENSTVERLENING Wasserijen en strijkinrichtingen Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Begrafenisondernemingen: 1 - uitvaartcentra 3 - crematoria
9305
Dierenasiels en –pensions
de gebruikte afkortingen zijn: < > cat. e.d. n.e.g. o.c. p.c. p.o. v.c. u
kleiner dan groter dan of gelijk aan categorie en dergelijke niet elders genoemd opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak verwerkingscapaciteit uur
3a
50 x 50 x
3a 3a
100 x 50 x 100 x 30
3b 3a 3b 2
100 x
3b
30 100 x 30
2 3b 2
50 50 30 30
3a 3a 2 2
10 100 x
1 3b
100 x
3b
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
9000.3
35
d j
dag jaar
x
bedrijven als bedoeld in artikel 5
sab•arnhem | bestemmingsplan bedrijventerrein |
36
de grootste afstanden zijn: categorie 1: categorie 2: catgorie 3a: categorie 3b:
0 of 10 m 30 m 50 m 100 m