O, 3LOGÏCA t
WOORDEN VAN GUUS BETLEM JR
m
MUZIEK VAN MIEP ALGRA
Luchtig eHHnthwigch
™'
1 IMl
.. .~,#
bloMWBeKom,
AbUu-mitioUt iiietl(4«»iwjifenJMtBlt2eh«mVef..ba..2eMa
daitze echte
nw? j y ^J
s^nf
■i J .IJ
^^
^^
m
i
■^
l"11 I I I I I ' ' I | || |
|
opmhh&Mt Heel|e.we»M,vocjr o. ver., dag;
m m
| I I
t
r ^ .' J I J J J .11J
s i J. J rr
Zeg je: „Hoor eens even, vrouwtje. Met die kou en met dien tocht. Zou ik graag- zien, dat je nu eens 'n Fijne warme jumper kocht . . ." Wel, dan zie je haar verschijnen Met éen . . . warme bontjas aan. Maar... een jurkie zonder mouwen... „Nou ? Vind je t niet beeldig staan ?"
^^
J j I
Hr
KöfHt ze meteen
rïT2
i'ill'i h J l|
P
^
i J 4uj
T2
Tf^ï
j^^
Onlangs zag ik nog- zoo'n vrouwtje. Racend in haar Amilcar, 'n Tachtijf kilometervaartje. Och, U kent dat wel, nietwaar? Plots een schreeuw, en boven alles Hoog een arm met streep-manchet... Remmend, knarsend stèat de wagen. Ver voorbij den dienderspet ....
s
^
£ 5
f
„Dame, U rijdt bijna tachtig. Da's te hooge snelheid, hoorl 't Spijt me, maar 'k moet U bekeuren. Of hebt U 'n excuus ervoor?" „Ja," zegt 't meiske, schuchter blozend, „Ja, m'n rem werkt bijna niet. 'k Dacht: ik zal wat harder rijden Vöör d'r 'n ongeluk geschiedt IF'
■
'V^^'SON "O PIOT 7 PLACE DE LA MADELEINE. PAR?3s ■
Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd in 7(500
Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE Red. en Adm. Galaewater 22 Leiden. Tel. 700 Postrekening 41880
VerschUnt wekelUks — Piflt per kwartaal f. 1.05.
■■
.-
|
RE NAT F,
mäsi O. T H.
.
■
■
;
■■
EEN VROUW KAN NIET GELUKKI
VROUWEN MET CHARME
DE HOUTHAKKER VAN ST0 FÉLIX
NN
EEN BOEIEND. COMPLEET VERHAAL
IC E PS
DOOR
D'ALVAREZ
iliiiiMiiiriiuiiiir
ul
ALS ZIJ GEEN MOOIE HANDEN HEEFT HET WEEKBLAD MET KRACHT EN CHARME
u
Hoe voelen Uw handen zich in gezelschap ? Wees gerust. Ook U hebt mooie handen, als U ze geregeld met Ponds verzorgt. Pond's houdt ze zacht. Pond's houdt ze blank. Zoo heerlijk blank, dat het lijkt of ze slanker zijn. Het is eenvoudig een kwestie van masseeren met Pond's reinigende en verzachtende Cold Cream, 's avonds en zoo noodig overdag. 's Morgens gebruikt U een weinig Vanishing Cream, een fijne, droge cream, die de huid tegen het weer en tegen vuil beschermt en die haar bovendien een fluweelige matheid geeft. Op deze eenvoudige manier verzorgen duizenden schoone en begaafde vrouwen haar handen - met de 2 Pond's Creams. Een luxe, die ieder zich kan permitteeren.
OOK?
PER KWARTAAL 13 Mos.
fl.3=r
EEN GRATIS PROEFNUMMER OP AANVRAGE BUREAU NOORDEINDE 10 LEIDEN
■1
DRAAGT ZORG VOOR UW CHARME, SPAART UW JAP01V, Transpiratie kan de meest elegante vrouw overvallen. Zij treedt onder de armen op, bederft het toilet en verspreidt een vernederenden geur. Odorono geeft U het onfeilbare middel om dit te voorkomen en om Uw smettelooze japon volkomen droog te houden onder Uw armen. Past eens per dag, onverschillig op welk oogenblik, de nieuwe zachte Odorono (kleurloos) toe, speciaal samengesteld voor hen die een gevoelige huid hebben en die lichtelijk transpireeren. Hebt U last van een bovenmatige transpiratie, gebruikt dan, slechts tweemaal per week, voor U slapen gaat, de gewone Odorono (robijnkleurig). Past toe •«" laat drogen ~* Teegt af.
POND'S COLD CREAM
2
MODELLEN GEVRAAGD zoowel mnl. als vrl., voor uitbreiding' van bekende reclamefotostudio te Amsterdam. Brieven liefst met foto, die op verzoek teruggezonden wordt, onder No. 104 Bur v. d. blad.
Dr. H. NANNINO's Zetpillen tegen Aambeien werken pünstillend en genezen in korten tijd de ontstoken slijmvliezen. De
Bij
De nieuwe ontharingscrème Odorono, een vervolmaakt product, aangenaam en gemakkelijk in het gebruik, die noch in de tube, noch op de huid verhardt, completeert de verzorging Uwer oksels.
alle firma's die toiletartikelen verkoopen : f. 1.- — en f. 1,80. Stuurt 6 postzegels van 6 cent, met navolgende coupon, aan de Globe Trading Co., Singel 44, Amsterdam, voor het verkrijgen van monsters.
^JvtytedüVO*^
«NUeve ml| mensiers Oderene ts deen taskamen, tsgen Inwisseling waa 6 jesl«eflels vu f MBt, hlerbll Ingeslolen.
„Nee, ik weet niet welke maat van boorden hij heeft, maar ik kan met mijn vingers juist zijn hals omspannen."
Mum Adres
;
VANISHING CREAM
Gevangenisbezoeksier: „Hoe ben je hier gekomen, man?" Veroordeelde : „Door een ongelukkigen samenloop van omstandigheden, mevrouw." Bezoekster : „Hoezoo ?" Veroordeelde : „Ja, kijkt u eens, dame ; dat kwam zoo. Ik belde ergens aan om den gasmeter te controleeren en ongelukkig genoeg was er net een controleur !"
ODORONO OVERTOLLIG HAAR
CREAMS
;
maakt het inbrengen zeer gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten h f 1.75 per doosje van 12 stuks.
een kwartiertje en we zijn al in St. Félix." „Als ik maar wat te drinken had," klaagde de lord. „Ik mis mijn ochtendapéritif zoo vreesebjkl" „Dat krijg je ook wel," beloofde monsieur Verstraeten. „Ik heb dit tochtje al meer gemaakt en als ik me met hèèl erg vergis, dan staat er, waar dit pad het wagenspoor kruist, een cafétje." Dit "vooruitzicht was blijkbaar voldoende om lord Osmon den moed te geven overeind te krabbelen. Ze klommen nog een vijftig meter verder op het steenige pad en bevonden zich toen op een punt, waar een blijkbaar zonder eenige kennis van zaken aangelegd dwarspad, bestemd voor de karren, die de uit de rotsen gehouwen steenen naar het dal vervoerden, het smalle weggetje kruiste. Op
_
■mm
iiinm
HIIIIIIIIII
IIMIIIIIIMI
'■"■•i
iiiiiiimiiiiiiiiiiiin
ti
iiiiiiiiuiiiuiiuii
iiiiiiiiii
korten afstand vóór hen was een klein gebouwtje zichtbaar met een rood dak, waar monsieur Verstraeten zijn vriend glimlachend op wees. „Het Café du Ravinl" zei hij. „Niet veel bijzonders te krijgen, geloof ik, maar een fleschje Dubonnet zal ons niet vergiftigen." Lord Osmon lachte nu ook, tenminste bijna. „Ik zal het er in ieder geval mee kunnen doen," verklaarde hij. „Je hebt gelijk, veel zaaks lijkt het Café du Ravin mij ook niet, maar als we er een ongeopende flesch kunnen bemachtigen ..." „Dat zal wel gaan," viel monsieur Verstraeten hem vol vertrouwen in de rede. Eenige minuten klimmen bracht hen bij het café. Het was klein, onzindelijk en weinig aanlokkebjk. Toch diende het
die met Harry Kendali de hoofdrol speelt in Rich and Strange", een B.i.P.-film, die Alfred Hitchcock tot productieleider heeft.
- 3
2 H
k kan niet meer," zuchtte lord 0smon A ä J! , terwijl hij zich op een SS hoop steenen aan den kant van den weg neerliet en voorzichtig zijn voorhoofd begon te betten met een hchtblauwen zijden zakdoek, waarbij hij er angstvallig voor waakte, dat zijn geverfde wenkbrauwen niet vochtig werden. „Het is dwaasheid! Ik heb pijn in mijn knieën, pijn in mijn maag en , pijn in mijn rug. Daar ben ik niet voor hier gekomen! Waar is de auto?" Lord Osmon sprak, als hij boos was, altijd heel slecht Fransch en dien morgen was hij boos. Het klauteren langs smalle, steile rotspaadjes, waarbij hij soms zijn weg door doomige struiken had moeten banen, en het naar beneden kijken van groote hoogten, hetgeen hem altijd duizelig maakte, was een onderneming geweest, welke hem danig prikkelbaar en uit zijn humeur gebracht had. Hij was voor een dergelijken tocht noch gekleed, noch gebouwd. Het gezicht van Marianne, die blootshoofds en lachend voor hem stond, alsof een dergelijke excursie voor haar absoluut geen inspanning doch louter vermaak was, irriteerde hem, evenals trouwens monsieur Verstraeten, hun gids en gastheer, die met een groote sigaar in zijn mond opgewekt het pad opklauterda, waarvan lord Osmon zoo juist had verklaard, dat het alleen maar voor geiten en idioten bestemd was. „Ik doe geen stap verder!" verklaarde lord Osmon resoluut. „Arme oompje," zei Marianne. „Ik had heelemaal vergeten, dat u niet gewend was aan dergelijke tochten. U hadt in Zwitserland moeten wonen, net als ik. — Maar het panorama, — u moet toch toegeven, dat het panorama schitterend is!" Het oordeel van den lord over het uitzicht kwam in slecht Fransch en moest alle vereerders der natuur als een blasphemie in de ooren hebben geklonken. Zelfs monsieur Verstraeten, die aan heel wat gewend was, wat het heftig temperament van zijn vriend betrof, keek hem verbaasd aan. „Ja," zei de ander, die dit merkte, „als ik mij wat beter voel, zal ik mijn excuus wel maken. Op het oogenblik kan ik niet anders zeggen, dan dat ik het uitzicht uit den salon van mijn hotel prefereer boven dit." Bij deze laatste woorden maakte hij een gebaap met zijn arm, dat de heele wereld scheen te moeten omvatten. „We hebben niet eens meer een kilometer te loopen," verklaarde monsieur Verstraeten. „Ik geloof, dat we vlak achter dat boschje pijnboomen op den grooten weg uitkomen, en daar zal, zooals ik je heb gezegd, onze auto op ons wachten. Kom, kerel, nog maar
iiiiiiiiiiiirtiiiui
Uooidat hu de deur geopend had, wist hu het echler reeds. Toen hu ze weer sloot — mis. schien slechts twee seconden later — transpireerde zun voorhoofd dikke droppels Alle kleur was uit zUn £ezlcht geweken en het bloed scheen uit zUn lichaam weéSeuloeld. Hu wankelde achteruit en zocht steun aan de toonbank. Monsieur Verstraeten was een moedig man, en hl) hersrelde zich spoedig, maar toch hugdê hu toen hu zich naar zUn auto haastte, die een eind verder op hem wachtte. „Ru me direct naar het raadhuis van St. Felix," beval hu den chauffeur.
' ' '
'
■
zich door middel van een vuurrood uithangbord aan als een gelegenheid waar „Wijnen en Ververschingen" te krijgen waren. Er stonden drie ijzeren tafeltjes met bij elk een paar stoelen op het terras, maar nergens was een teeken van leven te bespeuren. De deur stond open en Marianne en lord Osmon volgden hun gids naar binnen. Er was niemand achter de kleine toonbank, niemand in het kleine, vierkante vertrek met den withouten vloer en de ruwe banken langs de wanden. Er stonden echter wel flesschen op de planken achter de toonbank, en op de laatste stond zelfs een half geledigd glas brandewijn. Monsieur Verstraeten, verhief zijn stem zóó luid, dat de glazen rinkelden. „Hallo!" riep hij. Geen antwoord. „HalloI Hallo!" riep lord Osmon, ongeduldig. En toen, woedend weer en daardoor slecht Fransch sprekend: „Is er dan niemand om ons te bedienen ?" Marianne ondervond het stilzwijgen op zijn woorden als een angstige, dreigende beklemming. Ongerust keek zij om zich heen. Ze wachtten nog een oogenblik, waarbij lord Osmon zijn ongeduld nauwelijks bedwingen kon, en toen operfde monsieur Verstraeten de deur van de kamer achter de toonbank en keek naar binnen. Het was een soort keuken, met een steenen vloer, waarop in het midden een paar stoelen en een tafel stonden. Een bos uien, een stuk rookvleesch en een geplukte vogel hingen aan den zolder. Op de tafel stonden een paar schalen en borden, maar overigens viel uit niets op te maken, dat het vertrek kortgeleden bewoond was geweest. Monsieur Verstraeten verhief zijn stem nog eens, echter wederom zonder resultaat, opende toen een andere deur, en stond aan den voet van een steile, donkere trap. Hij riep naar boven: „Hallo! Is er dan niemand thuis?" Maar hij kreeg geen antwoord en keerde verbaasd naar zijn metgezellen terug. „Er is niemand te bekennen," zei hij. „Kijkt u eens buiten," stelde Marianne voor. Het cafétje, dat op een soort plateau lag, was in een open ruimte van het bosch gebouwd. Op korten afstand stond een laag schuurtje. Ook hier was echter geen levend wezen te bekennen en toen zoowel de lord als monsieur Verstraeten andermaal hadden geroepen met stemmen, die denken deden aan het gelui van een brandklok, keerden zij teleurgesteld naar Marianne terug om haar te vertellen, dat zij nergens een levend wezen konden bespeuren. „De heele boel is verlaten!" zei monsieur Verstraeten, terwijl de lord niets zeggen kón, omdat hij bang was, dat er een verwensching over zijn lippen zou komen, iets wat hij in het bijzijn van Marianne liever vermeed. „Ik zag in een dorpje, waar we door gekomen zijn, dat ze bezig waren aanstalten te maken voor een of ander feest," zei Marianne. „Misschien zijn de bewoners daarheen gegaan, of is de man in het bosch aan het werk." Lord Osmon glimlachte. Hij had de etiketten staan bestudeeren achter de toonbank.
.
„In ieder geval is er een flesch Dubonnet thuis," zei hij. „Geef dien uitstekenden kurketrekker van jou eens, vriend Verstraeten! We zullen onszelf maar bedienen en het geld voor onze vertering achterlaten." Ze trokken de flesch Dubonnet, die lord Osmon van de plank had gehaald, open, vonden een drietal dikke wijnglazen en zetten zich toen met zijn drieën qeer aan een der tafeltjes op het terras vóór het Café du Ravin. Marianne had een zucht van verlichting geslaakt, toen zij uit de sombere gelagkamer weer in het heldere zonlicht waren gekomen. „Wat is het daarbinnen droefgeestig," zei ze huiverend. „Het is er zoo leeg, zoo stil..." „Ja, het is hier eenzaam," gaf monsieur Verstraeten toe, terwijl hij de glazen volschonk. „Hoewel er niemand is, moeten we hun toch dankbaar zijn, dat ze de deur hebben opengelaten," zei de lord, terwijl hij van zijn wijn dronk. „Ik heb nog nooit Dubonnet geproefd, die een beteren smaak had. — Vertel me eens, Verstraeten, hoe lang moeten we nog springen en klimmen en klauteren, vóór, we bij den auto zijn?'" „Niet meer dan een halven kilometer," verzekerde de aangesprokene hem. „Een eindje verderop is een pad, dat direct naar den hoofdweg leidt. We zullen dat nemen, dan zijn we zóó bij den auto. En dan is het nog maar een paar minuten tot St. Félix. En dan... krijg je een fijne lunch!" Lord Osmon zuchtte tevreden en schonk zijn glas nog eens vol. Marianne, die haar leege glas had neergezet, bewoog zich onrustig op haar stoel, alsof
■ ,- .,,.,_.. v
ze het liefst maar direct weggegaan zou zijn. „Heb je honger?" vroeg monsieur Verstraeten haar. Het meisje schudde haar hoofd. „Neen, maar ik vind het hier vreeselijk onbehaaglijk. Ik kan er niets aan doen, doch ik heb sinds we hier ge-komen zijn, opeens een angstig voorgevoel gekregen." . Lord Osmon deed zeer sympathiek, maar voelde zich volkomen op zijn gemak en scheen niet van zins zich te haasten. Hij stak een sigaret op en leunde achterover op zijn stoel. „Ik begrijp het," mompelde hij. „Een verlaten cafétje midden in een woest bosch! Gelegenheid zoowel als omgeving uitstekend geschikt voor een drama. Ik heb eens een verhaal gelezen, dat..." Hij zweeg plotseling en liet de sigaret uit zijn hand vallen. Monsieur Verstraeten sprong op. Marianne, die was opgestaan en hoogstens een meter van hen vandaan stond met haar gezicht naar het huis, leek een standbeeld geworden. Haar gezicht zag aschgrauw en de kreet, welke de beide mannen zoo had doen schrikken, was over häär lippen gekomen. Ze wees met een bevenden vinger naar het raam boven de deur. „Ik zag een gezicht daar!" riep ze uit. „Er was daar iemand in de kamer!" Monsieur Verstraeten had zich het eerst hersteld. „Nou, dat is toch niets verschrikkelijks," zei hij. „Misschien ligt er iemand ziek op die kamer. Was het een vrouw of een man?" „Dat weet ik niet!" antwoordde Marianne bijna zwakjes. „Het was. ...
©m§ PyZZILi=IHI©iOi Ditmaal eens een puzzle, waarvoor zelfs onze scherpzinnigste puzzlaars al hun vernuft noodig zullen hebben. Teeken een vierkant, dat g-e door drie horizontale en drie verticale lijnen in zestien vierkante vakjes verdeelt. De moeilijkheid is nu, om in elk vakje een getal van twee cijfers te zetten, zóó, dat de som der getallen in de vier horizontale, in de vierverticaleeninde beide diagonale rijen steeds dezelfde is, of men de teekening onderstboven houdt of niet. Bij de in de vakjes te plaatsen cijfers kan men 3, 4 en 5 niet gebruiken, omdat deze, onderstboven gezien, geen cijfer meer vormen; een 6 wordt echter omgekeerd een 9, en een 9 een 6, en een Zeen?. De cijfers 1, 8 en 0 blijven natuurlijk omgekeerd hetzelfde. Teneinde onze puzzlaars nog wat op weg te helpen, verraden we, dat de som der getallen steeds 179 moet zijn. Oplossingen a.u.b. in te zenden vóór 6 October aan ons adres: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op envelop of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: Ons Puzzle-hoekje No. 401. 5 -
•
■
Men kan Tiet antwoord op deze puzzle desgewenscht tegelijk inzenden met dat op onze Wekelijksche Vraag, doch men gelieve in dit geval beide oplossingen op een apart velletje papier te schrijven en beide van volledigen naam en adres te voorzien. Hieronder volgt de oplossing van de puzzle, voorkomende in No. 398 van ons blad. Het Grieksche kruis wordt op de volgende manier in vijf stukken geknipt, waarna men er een vierkant van legt. (Er zijn evenwel ook andere oplossingen mogelijk).
Winnaar van den hoofdprijs werd de heer Rf. van Dongen te Eijgelshoven (L). Een troostprijs werd toegekend aan: den heer P. de Geus, Dordrecht; mejuffrouw H. A. Stilting, Gouda; den heer C. I. H. Berns, Rotterdam.
^mm^
IPsflÄÄR HET CARNAVAL. 3 b rd
Ar
CasS on rijden in een
rf rnil i ? -? A lu « ouderwetsche Londensche hansom naar het Carnaval terwijl Anthony Asqulth, de zoon van Lord Asquith, hun zegt, hoe zif zich 6 dP R P ct.H T^hobben te gedragen. Een aardige scène tijdens de opname In de B.I.P.-studios te Welwyn voor de film „Carnaval", die naar den bekenden roman van uompton Mackenzie wordt gedraaid.
het was aUeen maar een gezicht." „je schijnt er nogal van geschrokken te zijn vervolgde monsieur Verstraeten. „Kom zitten, Marianne, en rf^nl ^V611 half glaasJe, wiJn- Ik zien ' of .. eenS f gaan klik?n.omJ* zien, ot er misschien iemand is, die hulp noodig heeft." Mananne wankelde, ofschoon zij een moedig, en in het geheel met zenuwachtig meisje was, naar haar stoel en
Ik zag duidelijk heel veel zwart haar doch het gezicht zelf kon ik niet zoo' goed onderscheiden. Maar de oogen waren verschrikkelijk 1" „Neen toch?" plaagde monsieur Verst "eten goedig. „Hadden ze misschien een litteeken ?" Marianne stond op. „Toe, laten we alsjeblieft weggaan," verzocht ze. „Ik kan er niet melr over praten. Ik kan u slechts één ding ver-
haar w^tn?" KK Iiand'udie 0,ldankS t/nH ,wl1. .tot , zelfbeheersching ontzettend beefde haar glas opnemen, dat haar oom half vol had geschonken. Monsieur Verstraeten verdween door de
fekeren: er is daar iets verschrikkehjks gebeurd. Ik voel het! Kom, ga mee, monsieur Verstraetenl" „Natuurlijk gaan we direct," was het antwoord. ,Tien francs zal wel ge-
1J
minUten
later
n0eg
zijn .francs
VOor
de
flesch
keerde terïr' Keerde hii hij terug. ,;Er is slechts één kamer boven," verklaarde hij, „en daar is niemand. „Maar ik heb toch iemand gezien," protesteerde Marianne. Hij liep een paar meter achteruit en keek naar het raam, terwijl hij zijn sigaar aanstak die was uitgegaan. „Nu, er is nou niemand meer," verzekerde hij het meisje. „Er is slechts
^ Dubonnet, d fl is. Ik zal het geld onder het ghïs leggen, ziet u? Nou, we gaanl Nog een paar honderd meter tusschen de boomen door en dan vergeten we dat nare café, nietwaar, Marianne?" besloot hij hartelijk „Ik hoop," mompelde Marianne, toen ze weer naar het pad liepen dkt ze eenigen tijd geleden hadS vertaten
fem.nH11161'^11 gT kaSt 0f 1°°' Waarirl iemand zich zou kunnen verbergen. Er zyn twee bedden - ze zien er allebei uu alsof er kort_ geleden xn is geslapen - maar er is geen levend wezen
"dat ik h^ zal kunnen vergetenï" ' Lord Osmon glimlachte. Kom kom g kind," riep hij. „je bent ved t'e ï?-' voelig en te emotioneel. Van alles lat iemand materieel ongemak kan b'ezor-
tien
en wa
11 11, niets aan gelooven ^ Unt me 0P ^ WOOrd gen ' trek ^ *kwellen geiooven. " verbeeldingen je!' en - dergel'ke Kijk geJ Mananne keek hem recht in de luklcig, onfe auto!" ' g Wat Va?1 haar Wijn nSn SeHij wees naar boven. Aan het eind zichzelf ^ WaS Weer meeSter OV€r Van het Pad werd de hoofdweg zicht b aar en daar stond de aut0 di DPTi'tc „ H.^ ^dat. k t T, • ^ . > en monSleur hpA f • '■ } J^et gezlcht Verstraeten had gehuurd voor hun 161113110 dat een da OU ^tSt^ vToeg'ze ' dle ^ ^ ÏT^' ■ lucg ze. had een auto zoo'n ^ groot^^ gevoel^oit van „Ik zeg met, dat je iemand bent, geluk bij lord Osmon opgfwekt die geesten ziet," antwoordde mon„We zijn dus goed gefooTen" ver sieur Verstraeten. „Het eenige wat ik klaarde Lnsieur8 Verstoepen ' S" zeg^is, dat er niemand te bekennen eens, hoe de zon schijnt I Daar "S \ir ■ , , hen we in het bosch haast niets van „Maar je moet toch kunnen zeggen, gemerkt. - Over twintig minuten Mananne, viel nu haar oom in, „of lunchen we op het terras van Sn rit fen man zaCgV.Van een Vr0UW of van 5ek^d ^taurant in St. FéZ, een man zag? . MananneI Laten we nu dat café en „ik geloot, dat het t gezicht van zijn geestverschijning J g vereetenI" ve een jongeman was," antwoordde rgeteni Mananne, „maar het kan eigenlijk net De geestverschijning was niet zoo zoo goed van een nmsje zijn geweest. gemakkllijk te vergelen. Marianne be
gaf zich, vergezeld door monsieur Verstraeten, dien avond van het Casino naar haar hotel, toen ze, terwijl ze langs het Café de Paris hepen, opeens den arm van haar metgezel greep. „Kijk eensl" riep ze, met een stem die beefde van ontroering, „kijk eens; die jongen daar aan dat tafeltjeI" De blikken van monsieur Verstraeten volgden de richting waarin zij wees. De jongeman was zeker een opvallende figuur in de omgeving, waarin hij zat. Zijn kleeren, ofschoon gloednieuw, zaten slobberig om zijn. lichaam en waren van de soort, zooals boeren ze bij feestdagen dragen. Zijn hoed stond achter op zijn hoofd en ofschoon hij breedgerand was, zooals in de streek gebruikelijk was, kon hij toch niet de massa zwarte haren verbergen, die den jongeman een bijna groteske gezichtsuitdrukking verleenden. De tint van zijn huid was bruin, verbrand door de zon, zooals van alle menschen, die veel in de buitenlucht zijn. Zijn oogen waren groot en heel donker, maar er blonk niet het genoegen in van den boer, die uit is en zich in de stad vermaakt. Ze keken niet naar de menschen, die voorbij gingen; ze keken niet naar de boomen of de bloemen op het plein vóór het terras van het café, waarop hij zat, noch keken zij naar de flesch wijn die halfgelegdigd vóór hem op tafel stond. Ze schenen naar iets te kijken, dat, zoo het eens bestond, slechts heel in de verte bestond. „Dat is het gezicht," zei Marianne heel beslist. „Dat is het gezicht dat ik vanmorgen achter hét raam boven de deur zagl" De vingers van haar linker hand " sloten zich vast om den arm van monsieur Verstraeten, die er vriendelijkbeschermend zijn hand op legde. „Ik geloof, dat die jongen je zenuwen danig in de war heeft gebracht," zei hij terwijl. „Ik zal naar hem toe'gaan en eens een praatje met hem maken. Ga even zitten en wacht een minuutje op me." Marianne fluisterde een bevestiging en liet zich op een der banken neer, die op regelmatige afstanden langs den boulevard stonden. Monsieur Verstraeten stak over en sprak den jongen aan. „Ben jij uit het Café du Ravin bij St. Féhx?" vroeg hij. „Deze dame, die je daar ziet zitten, en ik zijn daai: vanmorgen geweest." De jongen staarde zijn ondervrager eenige oogenblikken met open mond en een angstige uitdrukking in de oogen aan. Hij gaf echter geen antwoord. „We konden er niemand vinden," vervolgde monsieur Verstraeten, zoo langzaam en duidelijk mogelijk sprekend. „Er is toch niets bijzonders ge-" beurd?" De jongen stiet een stortvloed van onverstaanbare klanken uit. Monsieur Verstraeten luisterde, doch zonder er
*?mw
een woord van te verstaan. Klaarblijkelijk sprak de jongen . een dialect, dat net zoo weinig op beschaafd Fransch leek als Hottentotsch. Hij draaide zich daarom min of meer verbouwereerd om en begaf zich naar Marianne. „Die jonge schaapherder praat een eigen taaltje," zei hij. „Ik versta hem net zoo min als ik een aap kan verstaan. Hij scheen het niet prettig te vinden, dat ik hem aansprak, maar ik begrijp niets van hetgeen hij heeft gezegd." „Hij zal het dialect van de Italianen hier spreken," zei Marianne. „Laat ik het eens probeeren." Samen gingen zij naar hem toe. Marianne sprak hem uiterst langzaam en vriendelijk aan, maar de jonge boer schudde slechts zijn hoofd, schonk zijn glas vol en dronk het leeg. Toen bleef hij sm zitten en deed ' net alsof hij DEIN OGS OE FDILL . niet meer hoorde, dat zij iets tegen hem De castagnetten klapperen, de guitaren tokkelen en de glazen gaan hoog tijdens deze zei. Opeens werd Marianne zich bewust scene voor de film Carmen", waarin Marguerite Namara, Tom Burke en Leste Matthews van een vreeselijk voorgevoel. Ze greep de hoofdrollen vertolken. Dr. Malcolm Sargent en een speciaal symphonie-orkest zorgen haar metgezel bij den arm. voor de muziek bij deze film. „Kom mee," verzocht ze. „Hij geeft niet graag hebben toegegeven, dat hij man, en hij herstelde zich spoedig. tóch geen antwoord. Hij doet, alsof hij half luid sprak alleen om zijn eigen Maar toch hijgde hij toen hij zich naar me niet begrijpt, ofschoon ik geloof, stem te hooren, en tóch was het ongezijn auto haastte, die een eind^verder dat hij me heel goed verstaat. Kom twijfeld waar, dat het onaangename op hem wachtte. mee." voorgevoel van den vorigen avond was „Rij me direct naar het raadhuis „Ik geloof, dat dit het beste is," teruggekeerd en hem in nóg sterkere van St. Félix," beval hij den chaufverzekerde monsieur Verstraeten. „Hij mate beheerschte. Hij duwde de deur feur . .. is niet goed bij zijn hoofd, denk ik; open. Het half geledigde glas brandeIn het raadhuis — een klein gemaar in ieder geval is het onze zaak wijn stond nog op de toonbank. De -bouwtje aan de grens van het dorp— niet." open plaats op ds plank, waarvan zij werd monsieur Verstraeten "direct door de flesch .Dubonnet hadden weggeZe liepen verder. De jongeman keek den gendarme, die aan de deur stond, nomen, was er ook nog. Hij wierp de deur, hen sufferig na en schonk zich nog in een klein kamertje gelaten met wit die naar de keuken voerde, open en een glas wijn in. Tien minuten later, gepleisterde muren en een rij banken, riep: „Hallo daar!" toen monsieur Verstraeten alleen langs waarin een erg officieel uitziend manhet café terugkeerde, was zijn stoel Geen antwoord. Hij ging naar boven netje met een zwart baardje aan een leeg. De jongeman was weg. en bekende zich terwijl beschaamd, dat lessenaar verschillende papieren zat te „In ieder geval," mompelde monhij eigenlijk liever niét ging. De slaapteekenen. Met verbazing in zijn oogen sieur Verstraeten, die eveneens een onkamer was net zoo leeg als den vorigen keek hij naar zijn bezoeker, die hijgend aangenaam voorgevoel niet kon onderdag. Er was geen gelegenheid om zich vóór hem bleef staan en een onsamendrukken, „is het niet ónze zaak!" ergens te verbergen — geen ander verhangend verhaal deed. trek. Toen hij naar beneden ging, kwam „Comment, monsieur?" vroeg de bur. Niettegenstaande monsieur Verstraeten hij echter tot de ontdekking, dat het gemeester. twee keer had verklaard, dat wat er voor den eigenaar van het gezicht dat Monsieur Verstraeten herstelde zich, Marianne had gezien, heel goed mogeook in het Café du Ravin was gebeurd, en had nu geen moeite meer om den het in geen geval hun zaak was, was lijk was geweest om door de achterander te doen begrijpen, wat er aan de deur naar buiten te gaan en in het het toch nauwelijks tien uur van den hand was. volgenden morgen, toen hij uit zijn bosch te verdwijnen, hetgeen hoogstens „Er is • een vrouw vermoord in een auto stapte, dien hij op het Plein van eenige seconden in beslag zou hebben klein cafétje, aan den zoom van het genomen. Monte Carlo had gehuurd en moeibosch," vertelde hij. zaam het steenachtige pad volgde naar Hij 'keerde terug naar de keuken. De burgemeester plukte zenuwachtig het Café du Ravin, waar zij den vorigen Hier zag hij voor den eersten keer, aan zijn baardje. De gendarme, die dag de flesch Dubonnet hadden gedat er vlak naast den schouw een deur in een hoek van het vertrek had zitten dronken en waar Marianne het gezicht was, die misschien toegang gaf suffen, schrok op. „Vertel verder, monhad gezien. Er kwam geen rook uit tot een kamertje of een kast. Hij ging sieur," verzocht de burgemeester. den schoorsteen en monsieur Verstraeten er heen en schoof den grendel weg, Monsieur Verstraeten vertelde wat hij uitte onwillekeurig een uitroep van verwelke er voorzat. Voordat hij de deur gehad gezien. De burgemeester luisterde bazing, toen hij op het tafeltje bij de heel open had, wist hij het echter reeds. een en al aandacht. Dat was eengroote open deur de half geledigde flesch Toen hij ze weer sloot — misschien dag — eerst des morgens de aangifte Dubonnet zag staan en onder zijneigen slechts twee seconden later — transvan een kippendiefstal, en nu een 'glas de tien francs zag liggen. pireerde hij op zijn voorhoofd dikke dropmoord. Hij begon aanteekeningen te „Voorbijgangers zijn hier zeker pels. Alle kleur was uit zijn gezicht gemaken van hetgeen monsieur Verstraeschaarsch," mompelde hij. „Het lijkt \yeken en het bloed scheen uit zijn ten verklaarde. Hij was heel vriendelijk, me heel zonderling, dat degeen, die het lichaam weggevloeid. Hij wankelde achmaar officieel. Het lukte hem echter café alleen liet, de deur niet heeft teruit en zocht steun aan de toonbank; niet om de nieuwsgierigheid te verbergesloten. Misschien in haast weggezag een flesch brandewijn staan, greep gen, die het nieuws in hem had opgegaan 1" ze, sloeg den hals er af en dronk... wekt. Het was sinds den eersten dag, Monsieur Verstraeten zou misschien Monsieur Verstraeten was een moedig dat hij als burgemeester van St. Félix was opgetreden, zijn hartewensch geweest, een dergelijk gróót geval te mogen meemaken. „Ik zal zelf met u meegaan naar het Café du Ravin, monsieur," zei hij opstaand. „Misschien kan er nog wel [VervolÊ op pagina 2 O)
PÜROL rijk aan geneeskracht
- 6
- 7 «n
'Hu»ii'
HET WIEUWE IMNSSEIZOEIN DOOR COR KLINKERT,
J)
anskunst is geen kwestie van mode. hoewel zij, evenals de modekunst, elk seizoen nieuwigheden brengt, naar welker komst elk dansliefhebber verlangend uitziet. Inderdaad weet elkeen, dat, alvorens een dans-repertoire voor een nieuw jaar wordt aangekondigd, tal van voorbereidende besprekingen gehouden zijn door de betrokken danstechnici. Eerst krijgen we, in alle werelddeelen, een soort shows: Amerika presenteert nieuwe snufjes, welke met belangstelling gadegeslagen worden door „toevallig" aanwezige Engelsche deskundigen. Deze komen in hun land terug, vertellen wat ze gezien hebben, en dcmonstreeren een en ander voor bevriende vakgenooten. Onder dezen zijn er altijd wel eenigeri geneigd, uit het import-artikel iets nieuws te maken, dat geschikt is voor de beschaafde Europeesche balzalen. Er wordt muziek geschreven (als die er nog niet is) ; de soms exotische passen worden bestudeerd met betrekking tot rhythme, indeeling in dansfiguren, gemakkelijke instudeering en aanpassing aan de heerschende opvattingen. Eindelijk komt dan dê dag, waarop de nieuwe creatie zal vertoond worden voor het officiecle Comité van de Engelsche „Imperial Society", dat voor het Britsche Rijk de seizoenprogramma's vaststelt. In negen van de tien gevallen blijkt dan de „Schlager" (waarover intusschen reeds heel wat geheimzinnigs geschreven is en waarvan véél goeds voorspeld werd) absoluut niet in den smaak te vallen en wordt definitief terzijde geschoven. Deze uitspraken van de Imperial Society hebben beteekenis voor de geheele wereld. Inderdaad heeft de Engelsche danswereld zoo geleidelijk aan den" naam gekregen van onovertrefbaar té zijn, zoodat men in alle landen gaarne het oordeel der Engelsche dansleeraren als beslissend accepteert. Toch gebeurt het ook wel eens, dat een dans er komt, ondanks de afzijdigheid van de Imperial Society. Maar die kansen zijn uiterst gering en het zou wel degelijk een • buitengewone dans moeten zijn, die aldus insloeg, nadat de Engelschen er hun veto over uitgesproken hebben. Willen we dus weten, wat dit jaar waarschijnlijk zal gedanst worden, dan behoeven we slechts de leden van de Imperial Society te raadplegen. Dit jaar hebben ze geen gemakkelijke taak gehad, want heel wat nieuwigheden heeft men willen introduceeren. Dezen keer ging het niet zoozeer om nieuwigheden in den bestaanden dansstijl, dan wel om nieuwe aanpassingen van oude, bekende dansfiguren. Ten opzichte van enkele dansen heeft men bovendien een veranderd standpunt ingenomen. In een vorig artikel schreef ik reeds, dat sommige Engelschen, (waaronder zeer vooraanstaande danstechnici), tot de conclusie gekomen zijn, dat men den waltz opnieuw moet gaan dansen volgens de oude opvatting. Het gaat hier om het onderscheid tusschen den gehcelen draai en den drie-kwart draai; er wordt thans beweerd, dat het natuurlijke rhythme van den waltz verloren gaat, als men slechts een drie-kwart draai voltooit in plaats van een geheelen. Hierop
DJ^SLEERAAR
terug te komen is overbodig en kortheidshalve verwijs ik naar mijn vroeger gegeven toelichting hierover. Ook ten opzichte van den tango is er sedert eenigen tijd een groote kentering gekomen. Wie herinnert zich den tijd nog, joen door koningen en keizers de tango verboden werd aan hun hovelingen, omdat men dien dans als onwaardig beschouwde? Welnu, voor het eerst is de tango thans dit jaar officieel toegelaten als ,,de" dans op het koninklijk bal in Buckingham Palace. Ongetwijfeld zal deze officieele erkenning er in niet geringe mate toe bijdragen, de populariteit van den tango tijdens het komende seizoen te vergrooten. Tenminste, indien de tango nog een officieele erkenning noodig had om opgang te maken. Want let wél: bijna gelijktijdig met deze (voor Engelschen althans) zoo waardevolle aanmoediging, bereiken ons van overal ter wereld berichten, die aantoonen, dat het juist de Spaansch-Cubaansche dansmotieven zijn, die dit jaar den boventoon voeren. Vooral een nieuwe Cubaansche dans, de „Rumba", trekt de aandacht en zal ongetwijfeld dezen winter graag gedanst worden. De „Rumba" gelijkt in vele opzichten op den bekenden Amerikaanschen „Bump", doch is (in den vorm, dien de Engelsche dansleeraren er aan gegeven hebben) in werkelijkheid een mengsel geworden, waarin fox trot, tango en de oude Maxixe handig door elkaar zijn geweven. Toen het bekende deuntje van de „Peanut Vendor" voor het eerst gehoord werd, beweerde een bekende dansmuziek-expert, dat het zóó iets was, dat men noodig heeft om de danszalen in de goede stemming te brengen. En meteen begonnen alle muziekbands Cubaansche dansliedjes te bestudeeren. Het resultaat is eenvoudig geweest, dat we een massa fox trots op Cubaansch rhythme gekregen hebben — en ook langs dezen weg kreeg de belangstelling voor den eigenlijken Rumba nog een duwtje. Jammer genoeg is die belangstelling verkregen ten koste van wat we reeds hadden. Meer dan ooit dreigt thans verwarring tusschen de verschillende vormen van fox trotmuziek. Inderdaad is de bekende quick step zoo zachtjes aan op weg, om zich compleet in den slow op te lossen. Het kon ook niet anders, want zelfs bekende Engelsche dansexperts moesten erkennen, dat aan verwarring niet te ontkomen is, vooral omdat de bands niet weten, aan welk tempo ze zich precies moeten houden. Het betreurenswaardig gevolg is, dat er bij sommige dansleeraren in Engeland neiging bestaat om zich van den quick step te vervreemden. Er zouden dan nog slechts drie standaarddansen overblijven, of juister: drie verschillende typen, namelijk de wals, de fox trot en de tangoRumba. Waarschijnlijk zal het (zooals ik
NpfllPIIC en overspannen, onrustig llCI ¥CUO en slapeloos. Men gebruike hiertegen de zenuwstillende en zenuwsterkende
Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten
- 8
onlangs reeds schreef) wel degelijk die richting opgaan, maar toch valt dit aan één kant te betreuren: in" het type van den fox trot zijn toch wel degelijk twee verschillende vormen van dansen denkbaar, een langzaam en een vlug tempo. Er is dan ook volstrekt geen reden om een van beide af te schaffen, zoolang we niet anderzijds een noodige aanvulling van het dansrepertoire krijgen. Doch voorloopig zien wij die aanvulling nog niet komen. Zelfs de zooeven genoemde Imperial Society heeft, behalve dan haar erkenning van den Rumba, dit jaar besloten géén nieuwe dansen te introduceeren. Daar deed ze goed aan, want let wel, de laatste jaren zijn wc overweldigd door pogingen tot het „maken" van nieuwe dansen. Alsof nieuwe dansen konden gemaakt worden! Telkens leden die pogingen jammerlijk schipbreuk, zonder dat ze ook maar het minste voordeel gebracht hadden. Integendeel weerhielden ze het dansend publiek er van, zich eindelijk eens ernstig te gaan bezighouden met het beter dansen van het weinige, dat blijvende waarde heeft gekregen. En toch moet het dien kant op. Wil men het volle genot van den dans hebben, dan dient men naar een hooger peil te streven en mag men in geen enkel geval met iets minders genoegen nemen. Het is dan ook m. i. zeer juist gezien van de Nederlandsche dansleeraren, dat ze dit jaar besloten hebben zich gezamenlijk, in hun danslessen, te gaan bezighouden met het aanleeren van een meer volmaakten dansstijl. Weliswaar zullen ze, ter aanvulling van wat elke dansamateur reeds zoo ongeveer kent, een aantal nieuwe figuren aanleeren, waardoor meer variatie mogelijk wordt, maar het moet elkeen goed duidelijk zijn, dat men binnen afzienbaren tijd niet meer op een dansvloer kan komen, wanneer men slechts een dansje ergens van een bevriend danspaar afgekeken heeft. Hierdoor leert men hoogstens den vorm van een dansfiguur kennen; maar den inhoud er van, den stijl en de fraaiheid wordt men niet meester. Deze moeten grondig geleerd worden. Doet men dit niet, dan zal men spoedig tot de conclusie komen, dat er nog een oneindig verschil bestaat in denzelfden dans, naar gelang hij vertoond wordt door een geoefend of een ongeoefend danser. Vooral wordt dit het geval, nu we hier herhaaldelijk gelegenheid gehad hebben, te zien dansen met inachtname van het zoogenaamde „tegengestelde lichaamsdraaien", of „contrary body movement". Alleen reeds door deze enkele technische "toepassing verandert een dans geheel en al. Wat zonder tegengestelde lichaamsbeweging een kunstmatige beweging was, wordt er een zwierige verplaatsing door. Niet ten onrechte pleitte ik reeds anderhalf jaar geleden voor een beter aanleeren van een en ander. Jammer genoeg achtte men het toen nog niet de moeite waard. Echter schijnt men thans algemeen van de noodzakelijkheid doordrongen, zoodat zelfs het demonstratie-gedeelte op ons vakcongres dit jaar grootendeels aan het „contrary body movement" gewijd was. Laten we hopen, dat men de beteekenis van dit feit algemeen zal erkennen. Het zal een belangrijke stap voorwaarts beteekenen.
,
,
,
, , " -*—^—
^^—"—"
I
I
De kwalen
en ihpbSltSBII
waartegen
waarop
I
ni
Hoofdpijn
1
slapeloosheid
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM
Een
bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tydschriften.
BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S
Gezichtsneuralgie tandpijn •»
È I'
Stijve hals
CfvMoohl
Rheumatiek
„Het is belachelijk en heel verkeerd om kinderen gebrekkige baby-taal te laten spreken en die niet te verbeteren," verklaart een dokter. — Toch is het altijd makkelijk, wanneer men in de tram kaartjes moet nemen en men heeft zijn zoontje van veertien jaar bij zich, dat op zijn duim zuigt en „Da-da!" tegen den conducteur zegtl
„Heb je eun ongeluk gehud?" „Ja. Ik heb mijn v^ouw leeren chauffeeren. En jij?" „Ik weigerde m'n vrouw te leeren chauffeeren." {Guttierrez)
„Louise heeft een zeer moeilijke rol in het volgende stuk." „Moeilijk? Zij heeft geen woord te zeggen." „Nu, is er soms iets moeilijkers?" (Het Weekblad)
„Een goede sandwich is, naar mijn meening, een kunstwerk," vertelde een bekende kok in een interview. — Wij zullen het onthouden en in 't vervolg de sandwiches aan de stations-restauraties met denzelfden eerbied beschouwen, dien wij voor de oude meesters hebben. Een abonné vraagt ons, welke de tien gelukkigste jaren in het leven eener vrouw zijn. — Gewoonlijk die tusschen de negenentwintig en dertig jaar. „Hoe kan men iemand beletten te snurken als hij slaapt?" — Zet in zijn kamer een baby, die tandjes moet krijgen! „Er zijn menschen, die er altijd plezier in hebben het postwezen belachelijk te maken en met modder te gooien," lezen wij. — Nu weten wij, waar het postwezen de modder vandaan haalt, die het in de inktpotten doet.
Ï
Op een groot stoomschip werd dezer dagen een tentoonstelling van moderne schilderijen en beeldhouwwerk gehouden. — wij begrijpen echter heel goed, dat het alleen het rollen en stampen van het schip was, dat een paniek onder de passagiers veroorzaakte. Een patiënt in een ziekenhuis te Londen beweert, dat de behandeling met hoogtezon hem inspireert tot het schrijven van gedichten. — Er zijn echter gevallen te over aan te wijzen, waarin de hoogtezon zeer heilzaam heeft gewerkt.
in ALLE
,,Indien Willem Smit zich thans alhier bevindt, wordt hij verzocht, zuh onmiddellijk naar Amsterdam te begeven, waar zijn schoon moeder ernstig zii k Hp!."
Voetgewrichtspijn
i»i«ïi»»«rN
Tilly: „Je man heeft aan Frits verteld, dat hij een hondenleven had." Sylvia: „Ja, hü komt thuis met moddervoeten, maakt het zich Bemakkelijk op het haardkleedje, wacht tot hij eten krijgt en gromt." ^ (The Humorist)
Opgvwundeit passagier in vlicptvig: „Er is een man overboord gevallen. Gauw! Gooi hem een parachute toe!" (The Passing Show)
ALLE
APOiriEKm
Spreek vanuit Uw huiskamer of slaapkamer met bezoekers of leveranciers aan de voordeur.
APOTHEKEM PROSPECTI ETC. ZENDT GAARNE
SOcEhT
ÖOcEnT
N.V. PH. J. SCHUT, AMSTERDAM (C), KEIZERSGRACHT 684
Pharm. &. Chem. Groothandel A. J. Ameije, Prinsengracht 1111, Amsterdam - 10
il
TEL. 36582-43377
o ^
t^ - f- ^ ■
v
^
J
BIJ DEN TEEKENÄÄR WAM HE3RE5 GUUS DETLEM Jr.
DOOR
WAM HESKES
Men noemt Laren wel eens het schildersdorp. Het zijn echter niet alleen kunstschilders, die zich, ten behoeve van hun werk, te Laren hebben gevestigd — er zijn er ook, die het aardige plaatsje hebben uitverkoren om te gemeten van de fraaie natuur, het ongerepte landschap en de verdere voordeelén van het buitenwonen. Onder hen behoort Wam Heskes, de bekende teekenaar, die ons door zijn typische, humoristische illustraties reeds menig oogenblik heeft geboeid en onze aandacht vastgehouden. Ter afwisseling wil ik u dan ook een en ander vertellen van het werk van dezen artist. Wam Heskes, geboren te Delft, verhuisde spoedig naar Rotterdam, waar zijn vader hoogleeraar was aan de Handelshoogeschool. Reeds in zijn eerste jeugdjaren openbaarde zich bij den jongen het bewonderenswaardige talent om grappige caricaturen te maken van zijn vrienden en leeraren, waarmede hij onder zijn kornuiten natuurlijk groot succes oogstte. Na het beëindigen van deze eerste schooljaren, wenschte zijn vader hem
te doen opleiden tot teekenleeraar, waarin Wam evenwel al heel weinig lust had. Hij had een groot, vèèl te groot vertrouwen in zijn „kunst" en meende daarom op eigen beenen te kunnen staan. Het was dan ook reeds spoedig daarna, dat Heskes naar Italië vertrok, waar hij dacht in korten tijd naam te zullen maken. Maar het kwam helaas heel anders uit, dan hij had verwacht. De jaren in Italië waren de moeilijkste van zijn leven. Maar ook misschien de aangenaamste I Hij leerde er de armoede kennen, speelde viool langs de straten, zong in cabarets, en deed van alles om aan den kost te komen, totdat... hij er eindelijk in slaagde eenige zijner werken geplaatst te krijgen I Teruggekomen in Hollancf, trok zijn werk de aandacht, en langzaam maar gestadig verbeterde zich de positie van dezen kunstenaar-in-zijn-genre. Totdat hij — thäns — de hoogte heeft bereikt, die hij aanvankelijk dacht zoo gemakkelijk te kunnen bestijgen. „De Blauwe Vogel" heet de villa, waar Heskes zich thans met de zijnen heeft gevestigd, en inderdaad schijnt hier de bekende vogel een bezoek te hebben gebracht en een beetje van zijn legendarisch geluk te hebben achtergelaten ... Hoofdzakelijk kennen wij Heskes als den illustrator van tijdschriften, dagbladen en boeken, en juist omdat wij hem zóó kennen, leek het mij aardig den lezers eens iets te doen zien van het werk dat wij niét zoo kennenI Daar zijn dan in de eerste plaats de portretteekeningen, die in hooge mate bewonderenswaardig zijn. Het „Jongensportret" is een prachtige, gave uitbeelding van het eigenaardig Indische jongenstype met de sprekende donkere oogen. Even mooi is het portret van de groote actrice Greta Lobo-Braakensiek, die ons helaas te vroeg is ontvallen. Ook dit is een kranig voorbeeld van het „fijnere" werk van den teekenaar. Van
ANNA PAWLOWNA
■^^^^B^W
.
HET HOFJE
,> ., 'Èm^SL B ''>•'// ^sK' ;
1
m^\ ' •iIv^. -1
■
•!
^ ■
*' -
»
.
■
** jHOTB^HB
E:!l • 1 "
Jj
'■■• ' £'■
-
■ i
J1
GRETA LOBO-BRAAKENSIEK IN „MUZIEK"
lateren datum is het portret van wijlen Anna Pawlowna, de eens zoo beroemde danseres, wier tragedie ons nog versch in het geheugen ligt. In zijn verdere zoogenaamde „vrije" werk — waarmee ik bedoel het werk, dat niet in opdracht werd gemaakt — troffen mij voorts onmiddellijk de geweldig sterke contrasten, daarin weergegeven. Het is óf sterk humoristisch, waarbij dan elk belachelijk onderdeeltje door den teekenaar wordt opgemerkt en in caricatuur weergegeven, óf diep-emstig en getuigend van een serieuzen, ja, zelfs min of meer melancholischen aard. Een middenweg bestaat niet voor Heskes. Dit komt sterk tot uiting in zijn illustratie van het „Familiefeest", waarin hij, met zijn onnavolgbaren speurzin, onmiddellijk het grappig-humoristische heeft ont-
dekt van een dergelijk familiegebeuren in de kleinere plaatsjes. Een zeldzaam mooi 'staaltje van teekenkunst is voorts „Het Hofje", waarbij we uit de in aandacht gespannen gezichten der drie oudjes het voor hen ongetwijfeld groote en gewichtige nieuws volkomen meevoelen. Aardig zijn voorts ook de „dierenprenten", waarin Heskes volkomen het karakter en wezen van de menschen weet vast te leggen, terwijl hij ook daarin weer den humor sterk doet spreken. De Blauwe Vogel.. . Ook over „De Blauwe Vogel" wil ik het nog even hebben, en wel omdat een groot deel van het intérieur der woning een onderdeel uitmaakt van het werk van Heskes, als... kunstnijveraar. Een onderdeel, waarmee slechts weinigen kennismaken, wat ongetwijfeld jammer is. De hall, een aardig zitje met ronde banken, uitloopend in twee kastjes van ongelijke grootte ... een typische lamp, alles het werk van Heskes. Maar bovenal trekt hier de aandacht het prachtige gebrandschilderde raam, eveneens geheel door hem vervaardigd. Wanneer men dat ziet, moet men het wel betreuren, dat Heskes door zijn geweldig drukken werkkring geen tijd kan vinden, zich hierin meer te bekwamen of te specialiseeren. Ook de kinderkamer is een juweel van artisticiteit, vol aardige muurbeschilderingen, grappige gordijnen naar eigen ontwerp en, ook hier weer, een eigen gefabriceerde lamp in stijl. Zoo werkt Wam Heskes in vrijen tijd in zijn Blauwen Vogel, totdat. .. het „échte" werk hem weer wegroept naar andere steden, andere streken. .. Laren, Augustus 1931.
HET FAMILIEFEEST
JONGENSPORTRET
EEN VAN HESKES' BEKENDE DIERENPRENTEN
- 13 -
- 12 —
.,.'
■
■
.-.
,
;
■
>
F1LM-ENTHOUSIASTEN C. 5. £e GOUDA. U meent den éenor WiétricK. Het is dezelfde zanger, die ook in de Emil Jannings-film „Lieveling der Goden" zong. W. v. H. £e AMSTERDAM. Oscar Karlweiss wooné Podbielsky Allee 40, Berlijn. A. B. £e DORDRECHT. Lew Cody is een filmarüst, die reeds jaren succes oogst. Hij filmt thans voor de Metro-Goldwyn" Mayer. G. 5. v. d. H. te ROTTERDAM. Nooit meer dan drie vragen tegelijk s.v.p, Greta Garbo beantwoordt haar brieven zelf. U kunt haar in het Duitsch, Zweedsch of Engelsch schrijven. Haar adres is MetroGoldwyn«Mayer-5tudios, Culver-City, Californië. Zij gaat de film voorloopig nog niet verlaten I Rolverdeeling van films nemen wij in deze rubriek niet op, evenmin vermelden wij het geboortejaar der artisten. Voor ons is de hoofdzaak, heeft zij of hij talent. M. d. L. te AMSTERDAM. Meldt ons even, welke foto U wilt ontvangen. C. J. R. te ZAANDAM. De revuedirecteur Louis Bouwmeester woont te Rijswijk. J. A. te GOUDA. Het adres van Greta Garbo is Metro-Goldwyn-Mayer-Studios, Culver-City, Californiê. Dank voor Uw vriendelijk briefje. TH. C. P. te SCHIEDAM. Dina Gralla, Opitzstrasse 8, Berlijn. Harold Lloyd, 5451 Marathon Street, Hollywood. Brigitte Helm, Kochstrasse 6—8, Berlijn. Dina Gralla en Brigitte Helm moet U in het Duitsch, Harold Lloyd in het Engelsch schrijven, H. M. te HENGELO. In ons land bestaan geen filmscholen. Spreekt U vlot de moderne talen? Het zenden van foto's heeft absoluut geen doel. C. G. te ROTTERDAM. Wendt U om inlichtingen tot: N.V. Paramountfilm», | Keizersgracht 399, Amsterdam.
Der kHeiiee (äDeitem^proinct J (HET SLIPPERTJE)
P
Binnenkort zal de Ufa een film-comedie in ons land uitbrengen, waarvan onlangs de première te Berlijn een uitbundig succes mocht oogsten. De hoofdrol speelt de populaire filmster Renate Müller, regie voerde Reinhold Schünzel. We brengen op deze pagina reeds thans eenige foto's uit „Der kleine Seitensprung".
MIJN NEEF JANSSEN had een verkoudheid opgeloopen, zoo'n echte hardnekkige najaarsverkoudheid. „Je hebt 't leelijk te pakken kerel," beklaagde hem een collega. ,,Wat doe je er aan ?" „Vandaag doe ik, wat Pieters mij aanraadde," antwoordde mijn neef grimmig. „Morgen is het Hendriks zijn dag en overmorgen komt De Bruin aan de beurt. Als ik Zondag niet beter ben en ik leef nog, zal ik jouw middel probeeren. Wil je het misschien even op dit kaartje schrijven ?" De man 'was uit het water gehaald en scheen dood. Toeschouwer: ,,Wij moeten kunstmatige ademhaling toepassen. Er bestaan zes verschillende manieren." Drenkeling (zijn oogen openend) : „Als cognac één van die manieren is, hoef je je over de andere vijf niet bezorgd te maken." „Kijk pappa, ik heb zelf een viool gemaakt." „Prachtig, hoor jongen ! En waar heb je de snaren vandaan gehaald?" „Uit de piano." „Je ziet er zoo zorglijk uit. Wat is er aan de hand ?" „Onze kleine Jan heeft financieele moeilijkheden." „Wat een nonsens ! Het kind is nog geen jaar !" „Ja, maar hij heeft een kwartje ingeslikt !"
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag honderd negen en dertig. Welke zinspreuk stond er in het wapen van Prins Willem I van Oranje ?
/
Antwoorden op bovenstaande vraag gelieve men in te zenden op een briefkaart, waarop duidelijk staat vermeld : Vraag honderd negen en dertig, vóór 14 October (abonné's in overzeesche gewesten vóór 14 November) aan ons adres : Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Onder de inzenders van goede antwoorden verloten wij een hoofdprijs van / 2.50 en vijf aardige troostprijzen.
MENSCMEN ACHTER.
TRALIES <& **
100% DaiT5GHSPREKEND
&EN FELLE AANKLACHT TEGEN HET AMEÜIKAANSQUE GEVANQBNIS W£ZEN.
M^TRO-OOLPWYNMAYER — 14 -
IM
i
siik
Rechter: „Hebt U de inbraak uitgevoerd, zooals ik het zooeven heb geschilderd ?" Verdachte: „Neen, maar Uw techniek lijkt mij ook niet kwaad'. . . ."
Douane: „Heeft iemand iets aan te geven ?" Man (opgewekt) : „Ja„ ik heb een koffer met damesjaponnen." Douane: „Waarom hebt U er zoo'n pleizier in om ze aan te geven ?" Man: „Ik ben reiziger in damesconfectie en U bent de eerste in zes weken, die mij vraagt, mijn monsters te laten zien." „Arthur, lieveling, wil je een heel kleinen wensch van mij vervullen ?" „Natuurlijk, liefste. Hij kan niet klein genoeg zijn." Dochter: „Vader, ik heb geld noodig voor mijn uitzet." Vader: „Maar lieve kind, ik wist niet eens, dat je verloofd was !" Dochter: „Mijn hemel, vader! Leest U dan geen kranten ?" Millionnair: „Mijn zoon, vergeet nooit vriendelijk te zijn tegen de armen." Zoon: „Hoezoo, vader?" Millionnair: „Je kunt nooit weten. Ze kunnen op een goeden dag rijk worden." „Hoe vind je het pianospel van deze jongedame ?" „Ware liefdadigheid." , ,Hoe dat zoo ?'' „De linkerhand weet niet wat de rechter doet." Een jonge Schot (men weet, dat Schotten bekend zijn om hun zeer groote zuinigheid, om niet te zeggen gierigheid) kwam zijn vriend tegen. „Wat kijk jij sip, kerel !" „Och, laat mij met rust." „Maar hoor nu eens ! Ik ben je oude, trouwe vriend. Je kunt het mij toch wel vertellen ?" „Nu, luister dan maar. Sedert tien jaar ben ik lid van een voetbalclub, die al 46 jaar bestaat. We hebben zeven duizend leden en toch is de vereeniging gisteren op de flesch gegaan." „Maar waarom dan toch ?" „We zijn den bal kwijt geraakt." Twee oude vrijsters hadden een druk gesprek — natuurlijk over de mannen. ,,Wat zou jij het meest van een echtgenoot verlangen : verstand, geld of verschijning?" vroeg de een. „Verschijning," snibde de ander. „En hoe eerder hoe liever." - 15 -
Mi*,;
;
„Ja, stel je even voor! Ik zou trouwen met Erika, de dochter van dien bankier. Maar de geheele familie verzette zich tegen het huwelijk." „Maar wat zei het meisje er zelf van ?" „Nu, die hoort toch ook tot de familie ?" Verliefde jongeling: „Ik zou urenlang hier in den maneschijn met jou kunnen zitten en in je mooie oogen kijken. Heb je mij niets te zeggen, liefste ?" Het meisje : „Slechts dit eene, schat : je zit op mijn taschje." De onderwijzer leidde de klas door het Rijks Museum en vertelde over de oude Hollandsche schilders. „Met één veeg kon Rembrandt een glimlachend gelaat veranderen in een boos gelaat," weidde hij uit. „Dat kan me moeder ook," zei een klein jongetje. Winkeljuffrouw (tot pasgetrouwd vrouwtje, dat een paraplu —■ een huwelijkscadeau — wil ruilen, daar de knop haar niet bevalt) : „Het spijt mij, mevrouw, maar deze paraplu is niet in onzen winkel gekocht." Mevroimtje : „Maar dat kan niet anders ! De naam van uw firma staat hier binnen in I" Winkeljufjrouw: „Ja, maar dat is alleen ons etiquetje voor het opnieuw overtrekken."
DE OPLOSSING Vraag honderd zeven en dertig. Ex libris beteekent letterlijk : uit de boeken ; het is een merkteeken, dat men in zijn boeken aanbrengt, waarna men er zijn naam aan toevoegt. De volgende abonné's werden de winnaars van de uitgeloofde prijzen. Hoofdprijs : de heer W. Hagethorn te Schiedam. Troostprijzen : mevrouw E. de Soet te Den Haag ; de heer A. Bloos te Dordrecht ; de heer N. J. Cerfontaine te Winschoten; mej. N. v. d. Driest te 's Heer Arendskerke ; mej. C. Wienkamp te Amsterdam
DE PRIVÉ-SECRETARESSE met RENATE MULLER
De schlager dèr schlagers FILMA - AMSTERDAM
'
Iff
EPnST LUBIT5CN P )DUCTIE DER PAPA! In de hoofdrollen: Nicki . Maurice Chevalier Franzi Claudette Colbert Prinses Anna Miriam Hopkins Max Charles Ruggles Koning Adolph XV G«orge Barbier 'TK TT icki, eerste luitenant in het OostcnI Nil riJ^sche le8er — van vóór den oorJL u. log — heeft schulden, veel vriendinnetjes en een goed humeur. Door zijn vriend Max ontmoet hjj de violiste Franzi, met wie hy al spoedig uitstekend bevriend is. Koning Adolph van Flausenthurm en zijn dochter Anna gaan op" bezoek bij keizer Franz Joseph. De koning krijgt onderweg een telegram, dat de keizer hem niet aan het station kan ontvangen, daar hij naar een vee-tentoonstelling moet. Adolph is zwaar beleedigd, vooral als onderweg een vcetrein zijn trein passeert. Hij is dan ook bij zijn aankomst te Weenen in een heel slecht humeur. Nicki salueert voor de vorstelijke personen, doch knipoogt en glimlacht tegen Franzi, die aan de overzijde van de straat staat te kijken. Anna meent, dat die knipoogjes voor haar bestemd zijn en klaagt over Nicki bij haar vorstelijken vader, die er „werk van maakt". De Oostenrijksche militaire autoriteiten beloven satisfactie voor die beleediging, doch Adolph is een goedige dikzak, die het'den
ngen offkier niet al te kwalijk neemt. Hij itbiedt hem by zich. Nicki is geheel uit t veld geslagen als zijn kameraden hem rtellen, jlat hij op audiëntie bij koning dolph moet komen. Om zich er uit te dden, verklaart Nicki in het bijzijn van dolph's hofhouding, dat die knipoogjes derdaad voor prinses Anna bestemd waren, ndat zij het mooiste meisje is, dat hy ooit zien heeft. Anna vat al gauw liefde voor den jonn luitenant op, en haar vader dryft de rloving van Nicki en zijn dochter door. ranzi had zooiets wel zien aankomen. Zij rzet zich niet tegen het huwelijk, doch 3lgt het bruidspaar naar het vor'stendometje Flausenthurm, waar Nicki, de echt>noot-tegen-wil-cn-dank, zijn bruid reeds p den huwclijksavond vergeet, als hij Franzi haar orkest in een biertuin ontdekt. Anna laat Franzi arresteeren en bij zich omen. Franzi bemerkt dadelyk, waarom [icki nooit van de prinses zal kunnen houZij is te bedeesd, haar kleeren geven ^en gunstigen indruk van haar charme en ij huilt te veel. Franzi brengt daar verndering in. Anna's heele garderobe wq^dt an kant gedaan en als Nicki zijn Anna weer iet, moet hij eerst een paar flinke slokku. Dgnac nemen om van zijn verbazing te be-MIRIAM HOPKJM«; omen. De metamorphose is compleet CLACIDETTP 'ranzi heeft het veld moeten ruimen vóor^^j. ^ e nieuwe prinses Anna. ^"ERr
i
M
-!
"wir' , '■?- "■-,
■
s1- '
«*- ^^mÊÊbT _ .
%.
"TWftfWglljflfr
0! CÊNE UIT ..
*
m?
Ljgm....
!
K""^'^. ■ ■
^^ ymm9*
*5*»~r-
R»
^g
i
ttrS&ji M s
j ~ivÊ^
•^ *m0»Ti ,.
/
-JTL-,^-1'mir *
:• S '4- t
^^^^^ -
'■
■
; f'
■■■
v
'
•
■
■.
■
^
■■
ALS HET LEVEN EEN TRAGEDIE WORDT JEAN JACQUES ROUSSEAU. Het toeval in zijn leven. — Zijn zelfbekentenissen.
ging van de justitie uit (1766), waardoor hij genoodzaakt was uit Parijs te vluchten. Hij werd uit Bern en Mótier-Travers verdreven, terwijl ook zijn geboortestad haar poorten voor hem sloot. Hierdoor voelde hij zich nergens meer veilig, zelfs bij zijn beste vrienden niet. Hij begon aan vervolgingswaanzin te lijden, waardoor de laatste jaren van zijn leven, ondanks de glorie en de oprechte vriendschapsbetuigingen, die hem ten deel vielen, recht smartelijk zijn geweest. Hij stierf, niet meer geheel normaal, in 1778, bij zijn vriend markies de Girardin te Ermenonville.
In 1744, na verschillende malen in de liefde gedoold te hebben, ontmoette hij in Parijs Theresa Levasseur, een keukenmeid, die le2en noch schrijven kon, Jean Jacques Rousseau behoort tot maar met wie hij, ondanks den grooten de zeldzame schrijvers, die van direct en afstand, die hen intellectueel scheidde» invloed op de geschiedenis zijn geweest, tot aan zijn dood toe een gelukkige ver[aVy00r een gr00t deel die geschiedenis bintenis had. Zelf verklaard«; hij van hebben helpen maken. Zijn ,,Con trat haar : „Ze kon niet eens de twaalf maanSocial", dat grooten invloed heeft den van het jaar achter elkaar opzeggen ; uitgeoefend op verscheidene staatsrechevenmin kon zij de cijfers uit elkaar telijke theorieën, heeft men wel eens houden, hoezeer ik ook mijn best deed, den „Bijbel der Fransche Revolutie" ze haar te leeren. Ze kon geen geld tellen, genoemd. In dit werk toch, en vooral in noch kon zij den prijs ergens van berede verklaring, dat ,,de mensch vrij kenen. Het woord, dat haar in de gedachgeboren, doch overal in ketenen geslagen ten kwam, wanneer zij iets wilde zeggen, is", vonden de Jacobijnen, cfe terroristen De meeste kennis omtrent Rousseau's was precies het tegengestelde van hetder Fransche Revolutie, hun inspiratie karakter en leven hebben wij ontegen- geen zij bedoelde. Vroeger legde ik een terwijl Robespierre, hun leider en slaafsch zeglijk; te danken aan zijn „Confesvolgeling van Rousseau's theorieën, zijn sions", de mémoires, waarin hij met verzameling aan van de woorden en zinnen, die zij gebruikte, om er mijn hoofd verloor toen hij d/" stellingen van weergalooze openhartigheid zijn karakter zijn meester in practijk*wilde brengen en tot in de kleinste détails onthult en ont- vrienden mee te vermaken, bij wie haar quid pro quibus (verkeerde wijze van daartoe stroomen onschuldig bloed vergoot leedt. Het eigen leven te beschrijven uitdrukken) -spreekwoordelijk werd. Rousseau — ,,dên deugdzamen Jean behoorde tot de liefhebberijen der intelJacques" noemt een van zijn biografen lectueelen van Rousseau's tijd, maar Maar deze vrouw, die zoo beperkt was hem — werd in 1712 te Genève geboren als terwijl men over het algemeen slechts de wat haar intellect betrof, en, indien men zoon van een schoenmaker. Na aanvan- uiterlijkheden van zijn leven releveerde mij het woord vergeven wil, zóó dom, kon mij in de moeilijkste omstandigheden kelijk opgeleid te zijn voor notaris en en die met allerlei romantische voorlater voor graveur, was het louter een vallen versierde, dolf de schrijver der uitstekenden raad geven." Bij Theresa had Rousseau vijf kintoeval, dat zijn levensloop anders be„Confessions" zonder eenige» schroom deren, die bij, direct bij hun geboorte, stemde en hem tot den zwerver maakte tot in het diepst van zijn ziel, om er die hij tot aan zijn dood toe gebleven is' alles uit naar boven te brengen, zelfs aan de zorgen van het VondelingenTehuis overdroeg, welke verregaande Den veertienden Maart 1728, dus toen hetgeen in de verborgenste schuilhoeken hij zestien jaar oud was, had hij met sluimerde en het prijs te geven aan de. onnatuurlijke handelwijze hij op zijn gebruikelijke sentimenteele wijze aldus twee vrienden in de omgeving der stad openbaarheid, zonder er rekening mede trachtte goed te praten : een wandeling gemaakt. Daar hij wist te houden, of hij zich hierdoor belachelijk „Nooit in zijn heele leven kan J. J. dat de poorten precies om acht uur en zelfs gehaat zou maken in de oogen werden gesloten en daarna niemand der wereld, zonder er ook maar iets aan een man zonder gevoel of een onnatuurmeer werd binnengelaten, droeg hij er toe te voegen, dat hem sympathie of lijke vader zijn geweest. Ik mag mij hebben vergist, maar het is onmogelijk, dat angstvallig zorg voor, niet te laat te zijn bewondering zou kunnen bezorgen. Uit ik ook maar in eenig opzicht mijn gevoel Het «toeval wilde echter, dat de soldaat, die dien bewusten avond de wacht had,' nederigheid kwam deze meedoogenlooze verloor. Indien ik de redenen voor mijn zelfontleding niet voort; dit is ten minste omdat hij naar zijn meisje moest, dé moeilijk aa«i te nemen, waar hij zélf daad opgaf, dan zou ik misschien te veel zeggen ; daar zij mij op een dwaalspoor poort iets vroeger sloot. Rousseau, die verklaart, dat hij „steeds heeft gedacht reeds vlakbij was, hoorde het geknars en nóg denkt, dat hij, alles wel beschouwd, hebben gebracht, zouden zij het ook anderen kunnen doen. Daarom wil ik de der scharnieren en zette het op een een van de beste menschen is." Tegen- jonge menschen, die mij zullen lezen, loopen, in de hoop, nog op tijd te zijn. over deze zelfoverschatting staan echter met aan hetzelfde gevaar blootstellen. Het fatale oogenblik kwam echter, toen weer bekentenissen als deze : Ik zal mij tevreden stellen met te hij nog slechts twintig schreden verwij,,Mijn passies zijn buitengewoon hevig • derd was en de ongeduldige minnaar wanneer ik onder hun invloed ben, kan verklaren, dat mijn vergissing hierop wilde, hoe Rousseau ook schreeuwde en niets mijn onstuimigheid evenaren ; ten neerkomt : ik liet mijn kinderen door de gemeenschap opvoeden omdat ik zélf smeekte, de poort niet meer openen ! opzichte van beleid, achting, vrees of Dit was de derde keer, dat Rousseau fatsoen ben ik dan een absolute vreem- niet de middelen bezat hen groot te voor een nacht buiten de stad gesloten deling ; geen schaamte kan mij weer- brengen. Door hén voor te bestemmen tot arbeiders en boeren, liever dan hen was en daar zijn ruwe leermeester hem houden, geen gevaar mij intimideeren. met een flmke straf had bedreigd, indien Soms ben ik zoo vervuld van één enkel avonturiers en fortuin-jagers te laten mj weer eens een nacht niet thuis kwam, ding, dat al het andere ter wereld mij worden, meende ik te handelen als een besloot de jongen heelemaal niet meer geen gedachte waard schijnt. Neem mij eerlijk burger en een goed vader. Sinds dien tijd heeft mijn gewetensterug te gaan. Er niet aan denkend zijn echter in mijn kalme oogenblikken en wroeging mij meermalen gezegd, dat ik ouders of zijn leermeester te waarschuik ben de traagheid en verlegenheid in verkeerd heb gedaan, maar mijn verwen, aanvaardde hij, geheel onvoorbe- eigen persoon ; om één woord te zeggen, stand heeft mij in dit opzicht heelemaal reid, zonder geld en zonder eenig ander een kleine bezigheid te verrichten, lijkt met gewaarschuwd, waardoor het zelfs bezit dan de kleeren, die hij aanhad, op mij een onoverkomelijke arbeid; alles dien Zondagavond zijn zonderlingen doet mij opschrikken en maakt mij mogelijk was, dat ik vaak den hemel heb gedankt omdat ik hen op deze wijze zwerftocht, die hem door half Europa bang ; het gegons van een vlieg doet mij voor het lot van hun vader heb behoed, zou voeren en eigenlijk pas met zijn reeds huiveren ; ik schaam mij dan dood, een halve eeuw later, zou eindigen. zóó erg en ben zóó bang, dat ik mij maar waarmee zij zeker zouden zijn bedreigd van het oogenblik af, dat ik genoodzaakt Nadat hij drie jaar te Turijn bij een het liefst voor iedereen zou verbergen." zou zijn geweest hen te verlaten." rijke weduwe als lakei in betrekking Op een andere plaats in zijn „ConfesRousseau kwam in een tijd, die ziek was geweest, vinden we hem in 1741 te sions' erkent Rousseau, een leugenaar was van overbeschaving, met werk van Parijs, waar hij de academie vruchteloos en een dief te zijn. Hij vertelt, hoe hij het trachtte te overreden een nieuwe schrijf- duldde, dat een jonge vrouw zwaar leed zedelijke strekking en een sterk deïstisch karakter, waardoor hij brak met de heerwijze voor muziek, die hij had uitgevoor een vergrijp, waaraan hij zich had schende meeningen zijner tijdgenooten. vonden, te accepteeren. schuldig gemaakt en dat hij, toen hij door In met geringe mate is het echter aan de Zijn eerste roman ,,La nouvelle Heeen rijke weduwe werd onderhouden, hartstochtelijkheid zijner taal te danken, loise" verscheen in 1756 en bezorgde hem met meer stal, „daar alles wat zij bezat, dat hij „school" maakte en hierdoor niet een groot succes ; ,,Emile", het boek van ook vart mij was en er dus niets overbleef alleen de geschiedenis van Frankrijk, doch de opvoeding, lokte echter een vervol- om te stelen". ook die van geheel Europa hielp maken. — 18 -
-
MENSCHEN DIE ZICH VOOR HET GOEDE INTERESSEEREN LEZEN ONS BLAD ADVERTEERT DUS IN DIT WEEKBLAD VRAAGT ONZE ZEER BILLIJK GESTELDE ADVERTENTIETARIEVEN.
Godfried de Groot ^an £uykenstraat 2a Amsterdam Telef. 28474
ADM. OALGEWATER 22, LEIDEN
Het was nu zeker en beslist de laatste kus. Zij stonden, elkaar omarmend, in de vestibule. Zoo vond kleine Jopie ze. „ü!" zei hij. „We probeerden wie van ons het langst was," legde de jongeman een weinig verward uit. ,,O, u bent wel tien centimeter langer," constateerde het kereltje. „Maar Alice is zoowat tienmaal rooder."
TREKKING 1. klas 21 en 22 October
Pruissische Staatsloterij Totaal bedrag der prijzen in 5 klassm over de
113 Millioen RM. Hoogste prijs in het gelukkigste geval:
Specialiteit in T^oderne en ^Trtistiebe foto's
Een Millioen Reichsmark
J^en sie de vele reproducties van ons weih in „Het Weefeblad" Cinema ffl Theater
Hoofdprijzen:
500000
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE 99
300000 200000 100000
INHOXA"-ARTIKELE HET MELKDIÈET VOOR DE HUID
il
's Morgens en 's avonds gebruikt voor het wasschen van het gezicht, zult U spoedig bemerken.
dat Uw teint gezond. Uwe huid zacht, gaaf ei ■ stevig wordt en kleine huidaan' doeningen verdwijnen.
14 1/8 lot Dubbel 11 12 5.a R.M. 80.— 40.20.- TO".6.- 3.~ a Gld. 48. 24.12.— Porto en lijst 50 Pfg. of 30 ets extra. Q P U llf A Q 7 Staatl. Lotteri OUnVVHnL. Einnahme
BERLIN
Neue Königstrasse 86. Postcheque conto: Berlin 31150. Telegram-adres GLüCKSGOTT Berün
/
Betalingen kunnen ook Reschieden aan: N.V. HUGO KAUFMANN & Co's Bank, Viigendam S-MO, Amsterdam, voor rekening van B. SCHWARZ, Berün.
19 -
^^^™ ■
'.■■■■'
{Vervolä van pagina 7) een gendarme in uw auto zitten.. . Laat het raadhuis open tot ik terugkom," beval hij aan een ondergeschikte, die door hem was binnengeroepen. „Vertel me nog eens precies wat u hebt gezien, terwijl wij er heen rijden, monsieur!" verzocht hij daarop aan monsieur Verstraeten. Deze vertelde het weinige dat hij wist opnieuw. Op zijn vragen gaf de burgemeester van zijn kant hem welwillend antwoord. „Het café," vertelde deze, „wordt gedreven door een zeer respectabel, goed mensch, Louis Picard geheeten. Hij woont er met zijn vrouw, de vrouw, die zonder twijfel het slachtoffer is, en zijn neef, een jongeman, van wien we nooit veel goeds hooren. De vrouw heeft, naar we hebben vernomen, een spaarduit je, en de neef weet dat. Drie dagen geleden kreeg Picard bericht uit Marseille, dat er een familielid aldaar van hem was overleden. Ik weet dit toevallig, omdat hij mij is komen vragen, hoe hij het beste naar Marseille kon reizen. Hij is Maan-
dagmorgen vertrokken. Hij liet zijn vrouw en zijn neef alleen achter. U kunt wel nagaan, wat er is gebeurd." Monsieur Verstraeten zuchtte, omdat hij een goedhartig man was, en omdat het vallen van het mes der guillotine een verschrikkelijk gezicht is wanneer er een mensch onder ligt. Maar hij had slechts zijn plicht gedaan toen hij den burgemeester was gaan waarschuwen. En hij wilde ook verder zijn plicht doen. „Gisterenavond," zei hij daarom, „zat de jongeman, die klaarblijkelijk de neef van Louis Picard is, op het terras van het Café de Paris te Monte Carlo. Hij werd mij aangewezen door de jongedame, die verklaarde, dat het zijn gezicht was, dat zij achter het raam had gezien." De burgemeester knikte ernstig. „Moord is een misdaad," zei hij, „die onder het volk hier niet zeldzaam is. Wanneer ze gedronken hebben en naar geld verlangen, is bloedvergieten niets voor hen. Ik weet het, monsieur," voegde hij er somber aan toe. Ze waren hun bestemming genaderd. De burgemeester en de gendarme be-
IfresH^'ttytvt&t t*
Daar ben ik . . . De nieuwe medewerker aan dit blad. Petrus Pruttelaar. Ik heb de gewoonte om duidelijk te zijn, wanneer ik me voorstel. De meeste menschen verstaan nog niet eens de kunst om d'r eigen naam te zeggen, "Wanneer ze met een ander mensch in aanraking komen. Weet je wat je in den regel hoort:, m'nheer Brebrebrebe. . . of zoo iets. Daarom zeg ik duidelijk en langzaam Pe-trus Prut-te-laar. Onlangs ontmoette ik een ouwen heer. Zoo'n doovc kwartel. Die liet me zoowaar drie maal m'n naam in z'n ooren brullen. En weet je wat die ijzeren pot toen aan het slot deed? Hij lachte. „Grappig, hè m'nheer," zei-ie zoetsappig. ,,Als ik nou niet zoo doof was, zou ik durven bezweren, dat u Pruttelaar gezegd had. Zoo'n gekke naam!" Ik heb m'n hoofd omgedraaid, om te voorkomen, dat ik hèm z'n nek zou omdraaien. Alsof Pruttelaar geen goed-Hollandsche van is. Bestaan er in ons land nog namen, die meer voorkomen dan de mijne? Negentienden van alle Nederlanders zijn Pruttelaars. Vraag het den inspecteurs van de belastingen maar. D'r is zelfs een Professor Pruttelaar op dit gebied. Zeggen ze. Ik lees alleen dit weekblad. Geen andere kranten. Toch is d'r mijns inziens geen grootere stommiteit dan om tegen de belastingen te pruttelen.. Ten eerste omdat het toch niks geeft. En ten tweede. . . . omdat je altijd de kans loopt dat ze door je gepruttel te weten komen, hoeveel of je te weinig hebt opgegeven. Over een jaartje is dat gevaar ook voorbij. Want als de malaise zoo doorgaat, dan hebben wc over 1931 aan H. M. de Belasting alleen maar de waarheid te zeggen. Inkomen: nul komma nul en we vragen d'r „het bedrag voor
noodig levensonderhoud" niet af te trekken, doch ons netjes per giro toe te zenden. Inkomsten overheidsuitkeering! Inplaats van bslasting. Doch laat ik op m'n apropos terugkomen. Ik was me zelf aan het voorstellen: Petrus Pruttelaar. De redactie heeft me volgens haar zeggen, om een nader onderhoud aangezocht, omdat ze m'n buitengewone snuggerheid had ontdekt. Hoe? 't Was uitgekomen, dat ik de man was, die elke week aan de redactie van m'n plaatselijk blaadje per vragenbus de oplossing van de prijsvragen vroeg, die in dit Weekblad zoo rijk beloond worden. Doodeenvoudige geschiedenis. Ze vragen in C. ö T. wat is een Encyclopaedie. Zal ik m'n kop breken om den rijksdaalder of een van die „mooie cadeaux" te winnen. Laat de redactie van de Walerveldsche Dagbode dat doen. Zij deed het geregeld. En ik heb al vijf maal een postwissel gehad, eenmaal een lotje van de J. I., waarop ik een haarkam heb getrokken, welke, zooals ge uit m'n portret kunt opmaken, een nuttig bezit voor mij is." „En wat wou u nou van me?" vroeg ik den redacteur, die me tot een bezoek had uitgenoodigd. „U bent Petrus Pruttelaar." „M'nheer," zei ik. „Mijnheer Petrus Pruttelaar. Goed, pruttel. Pruttelaar!" „M'nheer Pruttelaar," zei ik. „Pruttelaar pruttel," zei hij. Toen snapte ik hem. „Ik pruttel niet op commando," zei ik. „Hoeft ook niet," zei hij weer, „u kunt het tegen betaling doen." Toen werd ik nijdig. En ik bulderde: „Mensch, erger me niet!" „Eureka," riep de onverbeterlijke redacteur. „Uw rubriek is gevonden. M'nheer Petrus Pruttelaar, u is benoemd als redacteur van Het Weekblad, en uw rubriek is „Mensch erger je niet"." Toen zei ik A-C. En hij bood nvg een kop T. Het Weekblad C. en T. Het leve!
.
.■■..■■■■■."■
■■■■,■■■
^
.■
•
-
■■.■...*.'
:--.;■
gaven zich naar het kleine kamertje. Monsieur Verstraeten bleef buiten wachten. Hij zag het verschrikkelijke liever niét meer. Het duurde bijna een uur, eer zij zich weer bij hem voegden. De burgemeester had zijn opschrijfboekje in zijn hand. „Alles is duidelijk," verklaarde hij. „De spaarduitjes van de arme vrouw zijn verdwenen! Vanavond, of morgen vroeg op zijn laatst, zal de jongeman in onze handen zijn. Wilt u mij alstublieft uw naam en adres geven, monsieur? U wilt toch wel getuigen?" „Natuurlijk," beloofde monsieur Verstraeten. „De jongeman," vervolgde de burgemeester, „zal hoogstens twee dagen van het gestolen geld profiteeren — dan zal hij in de eenzaamheid over zijn misdaad kunnen nadenken. Later wel, misschien ontkomt hij wel aan de guillotine, omdat hij nog jong is...." Monsieur Verstraeten keek naar het raam boven de deur. De stilte, die heerschte, werd ■ door niets verbroken. De gendarme, die de deur had gesloten, zette zich buiten op een der stoelen. „Louis Picard komt met den laatsten trein thuis," merkte de burgemeester op, toen zij terugreden. „Een treurige thuiskomst, monsieurI" „In ieder geval nog beter dan wanneer hij onvoorbereid was thuisgekomen en de deur had opengedaan, zooals ik deed," zei monsieur Verstraeten huiverend, hoewel de zon hoog aan den hemel stond. Het beklagenswaardigste gezicht in de kale kamer met de gepleisterde muren van het raadhuis op den eersten morgen van het onderzoek, leverde Louis Picard, de houthakker, op. De tranen stroomden .langs zijn bruin verweerd gezicht, toen de burgemeester de eerste, vriendelijke woorden tot hem richtte. Hij was eens, men kon het hem nog duidelijk aanzien, een flinke, kaarsrechte man geweest. Nu. scheen hij echter ineengekrompen, verslagen, door de verschrikkelijke tijding, welke men hem bij zijn thuiskomst had medegedeeld. " „Uw vrouw had wat geld, Louis Plca rd?" vroeg de burgemeester hem. „Marie was een zuinige vrouw," kwam het antwoord met bevende lippen. „Ze probeerde altijd wat over te leggen." „Weet u hoeveel zij had?" „Ze heeft het me nooit verteldI" „Wist uw neet — de jongeman tusschen de gendarmes daar, de jongeman, dien u alleen bij uw vrouw liet — wist hij het?" „Dat weet ik niet," antwoordde Louis Picard. „Wel had hij altijd geld J a noodig." % s „U is naar Marseille geweest om een bloedverwant te begraven?" „Ja, mijnheer."
OEVRAAOD EEN 2e HANDSCHE
KOFFER-KINO LIEFST „DE VRIJ" AANBIEDING ONDER No. 401 VAN DIT BLAD
J
■,'
■
■
■•
-,:.■
„U dacht, dat u uw vrouw wel alleen kon laten met dien jongeman, waarvan wij weinig goeds hebben gehoord, alleen met uw vrouw, op zoo'n eenzame, afgelegen plaats?" „Ze was zijn tante," antwoordde Louis Picard snikkend. „Hoe kon ik denken, dat hij zooiets verschrikkelijks zou doen ?" KON ZIJN SOKKEN NIET AANKRIJGEN Had een half uur noodig' om op te staan. Al vijftig' jaar rheumatiek. Vijftig' jaar verdroeg deze man uit Dordrecht ' zijn pijnen toen ontdekte hij, dat hij er in een paar maanden af kon zijn. Uit den brief, dien hij schrijft, kunt U zien, dat zijn rheumatiek zeer ernstig was. „Van mijn lie tot mijn 60ste jaar werd ik steeds door hevige pijnen gekweld. Mijn werkzaamheden brachten mede, dat . ik 's morgens heel vroeg op moest, maar het gebeurde vaak, dat ik alleen voor het uit bed komen meer dan een half uur noodig had. Verder moest ik net als een kind geholpen worden om mijn sokken aan te trekken enz. Thans, na het gebruik van slechts 3 flesschen Kruschen, beveel ik het uit dankbaarheid voor mijn genezing iedereen, die aan dezelfde kwaal lijdt, ten zeerste aan." J. F. Dordrecht. II moet de rheumatiek dooden, voordat het U neervelt. Zorg dat de rheumatiek U niet steeds erger in zijn klauwen krijgt, zoodat Uw gepijnigde gewrichten U ten slotte noodzaken het bed te houden. Zoek de grondoorzaak van Uw rheumatiek, NU, en neem maatregelen die oorzaak te verwijderen. Rheumatiek is het gevolg van een teveel aan urinezuur in het lichaam. Twee bestanddeelen in Kruschen hebben het vermogen urinezuur op t? lossen. Andere bestanddeelen van dit zout helpen de natuur, deze opgeloste kristallen door de natuurlijke kanalen te verwijderen. Verder zijn er weer andere zouten in Kruschen, die gisting van het voedsel in de ingewanden voorkomen en houden daarbij niet alleen d^ vorming van urinezuur tegen, doch ook van andere lichaamsjfiften, die de gezondheid ondermijnen. Onthoudt dus, dat het „de kleine, dagelijksche dosis" Kruschen is, die Uw lichaam bevrijdt van urinezuur en Xl verre houdt van de ketenen der rheumatiek. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten è ƒ 0.90 en ƒ 1.60 per flacon. Nu is het de meest geschikte tijd, dit alles eens zelf te ondervinden — op 't oogenblik kunt U Kruschen Salts probeeren op onze kosten. Want door heel Holland zijn onder de apothekers en drogisten duizenden flacons Kruschen verdeeld, die verpakt zijn met een gratis proefflacon. U kunt deze gratis proefflacon gebruiken zonder de gewone flesch Kruschen te openen. En als U na deze proef niet volkomen tevreden bent, kunt U de jfroote flesch terugbrengen bij den winkelier, waar U haar kocht en hij zal U Uw ƒ 1.60 (Uw geheele uitffave) zonder omwegen terugbetalen. Maar vergeet niet, dat de gratis proefflacon alleen verpakt is bij de groote maat van ƒ 1.60 en dan nog slechts voor een beperkten tijd. Gaat dus naar Uw apotheker of drogist, voordat hij deze groote proefpakken uitverkocht heeft. Hollandsche verpakking waarborgt echtheid
De burgemeester boog zich over zijn papieren. Monsieur Verstraeten, die naast hem zat, keek naar den dunnen bundel zonlicht, die zijn weg gevonden had door de stoffige ruiten en precies op het gezicht van den jongeman tusschen de gendarmes viel. Marianne, die eveneens door den burgemeester was gevraagd aan zijn tafel te zitten, schreef iets op een stukje papier en gaf dit aan monsieur Verstraeten. Deze keek er naar en gaf het toen aan den burgemeester, die het met saamgeknepen lippen aandachtig las. Daarna staarde hij eenige oogenblikken peinzend voor zich uit... „Louis Picard," vroeg hij plotseling, en het was aan den toon van zijn stem duidelijk merkbaar, dat zijn houding tegenover den houthakker een verandering had ondergaan, „Louis Picard, wäär heb je in Marseille gelogaord ?" De aangesprokene hief zijn hoofd op, en staarde zijn ondervrager niet-begrijpend aan. „Ik vroeg je, waar je in Marseille hebt gelogeerd?" herhaalde de burgemeester geprikkeld. Louis Picard haalde zijn schouders op. „Dat weet ik niet meer," zei hij. „Ik herinner me alleen, dat het een klein hotelletje vlak bij het station was" „Weet je niet mèèr?" vroeg de burgemeester dringend. De ander schudde koppig zijn hoofd. „Is dat niet zonderling, Picard ?" „Het was in de buurt van het huis waar mijn neef was gestorven," antwoordde de ander nu driftig. „Ik zou het ribg wel kunnen vinden, maar ik heb den naam vergeten." De burgemeester zweeg even; zijn voorhoofd fronste zich. Toen, opeens, schoot zijn rechter arm naar voren en riep hij met groote stemverheffing uit: „Of sta je daar soms te liegen, Picard ? Sta je zoo te liegen, omdat je zélf, voordat je dien Maandagmorgen wegging, je vrouw vermoordde en haar spaarduitjes stal, wat geld - aan dien halfidioten jongen gaf en hem overhaalde kleeren te koopen en naar Monte Carlo te gaan om zoodoende de verdenking op hèm te laden ? Hoé heb je
BEZOEKT HET
EFÄSTA" TIHiimEIS TE DEN HAAG hem gesuggereerd, dat hij den moord heeft gedaan ... ? Louis Picard, je bent niét naar Marseille geweest I Zeg op, waar ben je geweest? Antwoord, Picard ..." De houthakker rees half op. Zijn oogen schenen plotseling met bloed doorloopen. Hij slikte verscheidene keeren, maar kon geen woord uitbrengen. Een gendarme trad het vertrek binnen en fluisterde den burgemeester iets in het oor. „Laat. haar direct binnenkomen I" zei deze. Louis Picard keek angstig naar de deur. Een vrouw betrad, binnengeleid door den gendarme, het vertrek. Ze keken elkaar aan, lang en doordringend, de man en de vrouw, en iedereen in het vertrek begreep opeens klles. Als een wrekende Nemesis stond de vrouw hoog opgericht in de kamer. Haar oogen gloeiden als vuur, en als blikken werkelijk kónden dooden, had Louis Picard zeker op staanden voet zijn leven gelaten. Er klonk een afschuwelijke kreet door het vertrek. Niet van den man, niet van Louis Picard, die absoluut niet in staat was ook maar één woord uit te brengen, wiens handen druk in de lucht gebaarden en die vocht tegen een bezwijming — maar van den jongen, die tusschen de beide gendarmes stond. ,Zijn onverschilligheid was verdwenen. Een zonderlinge, bijna verhelderde blik lichtte in zijn oogen ... „Moederl" schreeuwde hij. „Ja, kind, ik ben het, je moeder!" antwoordde de vrouw. „Moeder, ik hèb tante niet gedood!"
VACAnTIE-HERinMERmG
-21
^'■'
NIEUWS UIT DE STUDIOS
„HOE ZALIG ALS DE JONGENSKIEL
riep de jongen. „Ik heb het niet ge daan .. . Ik . .." :,Neen, kind," antwoordde de vrouw, ..jij kunt het niet gedaan hebben, want die schooier daar is de moordenaar van mijn zusterl" Haar beenige hand wees dreigend naar Louis Picard. „Hier, hier is het geld, dat hij van haar gestolen heeftI Hij bracht het me eergisteren, zoogenaamd, omdat zijn vrouw het niet langer veilig vond het bij haar thuis te bewaren I Daarom vroeg hij, of ik het onder mijn berusting wilde nemen ..." Bij de laatste woorden wierp te vrouw een bundel bankbiljetten op de tafel van den burgemeester... Louis Picard hing half bewusteloos op zijn stoel. Hakkelend stamelde hij een bekentenis Toen tikte een gendarme hem op zijn schouder. Het voorloopig onderzoek was afgeloopen. Louis Picard werd weggeleid . . . Een half uur later zoowat zat de burgemeester met zijn beide gasten bij een flesch zoeten wijn in zijn mooiste kamer. Hij was erg in zijn schik over de wending, die de zaak had genomen. „Dergelijke drama's zijn onder de laagste klassen van de bevolking hier heelcmaal geen zeldzaamheid," vertelde hij. „Louis Picard hield, zooals nu achteraf blijkt, eigenlijk van de zuster van zijn vrouw, maar hij trouwde Marie, een weduwe zonder kinderen, maar ' met wat geld. De rest van de geschiedenis is u bekend. U heeft gehoord van zijn vrouws zuster, die in Nice woont, hoe hij deze bijna iedere maand bezocht en trachtte haar het hof te maken. Voor het oog van de wereld hield hij van zijn vrouw, maar ondertusschen beraamde hij plannen om haar uit den weg te ruimen en zich van haar geld meester te maken, in de hoop dan met haar zuster te kunnen trouwen. Deze, dit dient erkend, wist echter heelamaai niets van zijn afgrijselijk voornemen. Hoe wist u echter, monsieur," zoo wendde hij zich tot monsieur Verstraeten, „nog vóórdat de zuster van
de vermoorde vrouw verscheen, dat de jongen niet de moordenaar was, maar dat Picard net zoo lang met hem had geredeneerd, dat hij het in zijn simpelheid .geloofde ?" Monsieur Verstraeten schudde zijn hoofd. „Ik wist het niet," antwoordde mj, „maar deze jongedame hier. Hét briefje, dat ik u gaf, en waarin stond, dat de jonge onschuldig was, kwam van haar." De burgemeester maakte een buiging voor Marianne. „Dan zou ik wel eens willen weten," zei hij, „hoe de jongedame aan de schuld van den jongen is gaan twijfelen ?" Marianne keek heel ernstig. „Door iets in zijn oogenl" antwoordde ze, rillend bij de herinnering aan het oogenblik, waarop zij het gezicht achter het raam boven de deur had gezien. „Door iets, wat er in was, en door iets, wat er niét in was." De burgemeester keek haar vragend aan. „Ik kan het u niet nader verklaren," zei Marianne daarom. „Ik zou er slechts één naam voor weten: vrouwelijke inJ tuïtie!" De burgemeester knikte begrijpend. Hij hief zijn glas op en boog eerst voor Marianne, en toen voor monsieur Verstraeten. „Door iets in zijn oogen," zei hij terwijl. „Wel, ik heb eens in een leeken-commentaar op onze wetten betreffende het voorloopig onderzoek gelezen, dat de geboren rechter van instructie een instinct voor de waarheid dient te bezitten. Mademoiselle, ik geloof, dat u door uw intuïtie het als rechter van instructie verder zoudt kunnen brengen dan heel wat geleerde criminalisten..." Marianne glimlachte, maar zweeg. Ook monsieur Verstraeten zei niets. Hij dacht aan het mes van de guillotine, dat nu neer zou vallen op den hals' van Louis Picard, den houthakker van St. Félix.
Heelemaal zwart was ze niet. Want Douglas, de groote Louis Douglas, wiens roem aan zijn optreden is voorafgegaan, en zijn medewerkers zijn café-aulait-achtig, al behooren ze tot het geslacht, dat de Amerikanen „onze zwarte broeders" noemen. Al behandelen ze hen ook allesbehalve broederlijk. Jazz-liefhebbers konden profiteeren van de neger-revue. Het orkest was subliem. Den heelen avond speelt het. Alles uit 't hoofd, 't Zwart van de orkestleden wordt niet vermengd met het wit der muziekbladen. Wanneer je je oogen dicht houdt, geloof je niet, dat het heele orkest uit slechts vijf leden bestaat, zooals iedereen, die zijn oogen wel open had, kon constateeren. De drummer vooral is een phenomeen op zijn gebied. Het contact met de spelers is eveneens perfect. Als bijv. een der spelers met wijd-open mond een lied schreeuwt en daarbij de vreemdste klanken aan zijn strottenhoofd schijnt te ontlokken, bemerkt niemand in de eerste oogenblikken, dat niet de „zanger", doch het orkest deze geluiden voortbrengt. De spelers ook zijn in hun soort uitstekend. De mannelijke leden van den troep beschikken over een voeten-techniek, die verbaast; en daarbij een rhythme, zooals slechts weinig Europeesche danseurs dit hebben. De stemmen zijn over het algemeen typisch Neger, zooals we dat van gramophoonplaten kennen, doch in vele opzichten beschaafder. Louis Douglas, de leider, die tevens de mannelijke hoofdrol vervult, beschikt niét over een buitengewoon geluid, hetgeen wel van Francis Mores gezegd kan worden, die zelfs als opera-zanger lang geen slecht figuur zou slaan. Bijzonder goed is ook Louise Hopkins. Doch het viertal, dat het „Neger-vokaal-quartet, de Jubilee Singers" vormt, spant verreweg de kroon. Zij Üjken in de wijze van hun samenzingen eenigszins op de Revellers, doch verdet hebben ze met hen niets gemeen. Ook de zeven girls leggen van goede training en kundigheden getuigenis aL L. E. K. Jr.
Wij hebben altijd beweerd, dat Radox de poriën van Uw huid reinig-t en Uw teint verbetert, zooals niets anders dit kan doen. Nu bieden wij U aan deze bewering te toetsen — zonder kosten voor U. Wij hebben onder de apothekers en drogisten door heel Holland duizenden pakken Radox verdeeld, die eik verpakt zijn met een gratis proefpak. U kunt dit gratis pakje gebruiken zonder het gewone pak Radox te openen. En als U na deze proef niet volkomen tevreden bent, breng dan het groote pak terug naar den winkelier, waarvan U het kocht. Hij zal U Uw ƒ1.25 (Uw geheele uitgave) zonder omwegen terugbetalen. In elk pak Radox is een boekje, waarin de Radox huidverzorgingsmethode duidelijk wordt uitgelegd. Maar vergeet niet, dat het gratis proefpakje slechts voor beperkten tijd verkrijgbaar is. Gaat dus direct naar Uw apotheker of drogist, voordat hij deze groote proefpakken uitverkocht heeft. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten è ƒ T.25 per pak. Een pak is toereikend voor verscheidene weken. Imp.: N.V Rpwntree Hnd. Mij., Keizersgracht 124, A dam-C. Voor Indië verkrijgbaar bij de Firma J. van Gorkom & Co., Djocja, en hare filialen.
In nummer 399 van ons blad schreven wij onder een foto van de bekende coloratuurzangferes Jeanne Bacilek: Mevrouw Bacilek, die steeds medegespeeld heeft in de aardige kinderoperettes van haar leerares, mevrouw Hopman-Kwast, is voornemens deze nu zelf te gaan opvoeren. — Het blijkt, dat deze zin aanleiding tot misverstand kan zijn. Daarom zij hier medegedeeld, dat het niet de bedoeling is van de zangeres om deie/fde operettes te spelen, doch alleen operettes op te voeren op de manier zooals haar leerares mevrouw Hopman-Kwast, dit deed, doch met eigen koor, eigen muziek, eigen costuums en eigen parlando.
nder regie van den kunstenaar Genina is een rolprent vervaardigd, getiteld „Mitternachtsliebe". De hoofdrollen spelen Daniella Parola, Mademoiselle Gael, Peter Batscheff en Hans Adalbert von Schlettow. Voor de Ufa-toonfilm "York" werden de volgende artisten geëngageerd: Werner Krauss (speelt de titelrol), Rudolph Forster, Grete Mosheim (de eenige vrouwenrol) , Hans Rehmann, Gustav Gründgens, Theodor Loos, Raoul Asian, Waker Janssen, Friedrich Kayssler, Günther Hadank, Otto Wallburg, Eduard von Winterstein, Carl Götz en Paul Otto. Regie voert Gustav Ucicky. Door de Berliner Tonfilm Manufaktur werd Olga Tschechowa voor de titelrol in de toonfilm „Natalie van Servië" geëngageerd. De Echo-Film te Berlijn heeft drie nieuwe filmmänuscripten aangekocht. Onder regie van Victor Trivas is de toonfilm „Niemandsland" vervaardigd. De bekende roman „Friedemann Bach" van A. E. Brachvogel zal door de Deutscher Kunstfilm G.m.b.H. worden verfilmd. Regie voert Arzen von Cserépy; de hoofdrollen spelen: Olga Tschechowa, Ciaire Rommet, Iwa Wanja, Erna Offency, Toni Ebaerg. Otto Gebühr, Eugen Klopfer, Hans Stuwe
Met Fritz Schulz, Hans Moser, Georg Alexander, Trude Berliner, Ida Wüst en Adele Sandrock in de hoofdrollen, is onder regie van Georg Jacoby de bekende operette „Verjüngter Adolar" (Muziek Walter Kollo) verfilmd. Charley Chaplin is van plan in 19311932 twee speelfilms en acht kluchten te vervaardigen. Deze tien films zullen alle met toon worden opgenomen. Charley zal zelf regie voeren. De kluchten worden door den regisseur D'Arrast in scène gezet. Onder regie van Richard Oswald zal Paul Abrahams nieuwste operette „Die Blume von Hawai" verfilmd worden. De firma Greenbaum zal een vervolg vervaardigen op haar succes-film „De PrivéSecretaresse". Deze film zal getiteld zijn: „De Secretaresse trouwt". Paul Henckels is, na zes weken te Boedapest gefilmd te hebben, weer te Berlijn aangekomen. Ernst Stahl Nachbaur zal onder regie van Eric Charell in de Ufa-toonfilm „Het congres danst" de rol van Napoleon I vervullen. Erika Glässner zal een vrouwelijke hoofdrol in de Ufa-toonfilm „Der Hochtourist" vervullen. De mannelijke hoofdrol speelt Otto Wallburg. De hoofdrollen in de toonfilm „Der Draufgänger", die onder regie van Richard Eichberg wordt vervaardigd, spelen Hans Albers, Martha Eggerth, Gerda Maurus en Senta Söneland.
LOUIS DE VRIES, die ook dit jaar wederom als gast bij de Kon. Ver. ,,Het Nederlandsch Tooneel" zal optreden, viert 18 October zijn 60sten verjaardag.
fe
-22 —
m*
(foto Reint Sasfiu/y, BloemendaelJ. — *J
—
«^...^•v
i^m -
■
■
.
■
■
■
.
■
.
EEN VERRÄ3SEND 3LOT ON3 TWEEDE COMPLETE VERHAAL Toen Mrs. Edward Weatherby uit ik u heb laten schrikken en ik zal kunnen worden, maar ik zou mij dagehaar auto stapte, die haar van probeeren, het niet weer te doen, op lijks ergeren aan zijn manieren, of liever den schouwburg naar haar woning voorwaarde, dat u verstandig bent." aan het ontbreken er van. En overigens: had gebracht, bemerkte zij, dat er licht Hij sprak met de hoffelijke gemijn tegenwoordig beroep heeft óók brandde in de werkkamer van haar makkelijkheid, die den beschaafden zijn goede zijde. Ten eerste is het) man. Waarschijnlijk was hij dus thuismensch kenmerkt en Mrs. Weatherby opwindend en avontuurlijk. Mijn leven gekomen. was dan ook niet bij machte iets anders hangt aan een zijden draad en vroeg Zij hep haastig de stoep op en verte doen dan wachten tot hij was uitof laat ga ik toch mijn ondergang baasde zich, dat Edward haar niet reeds gesproken. tegemoet. Ik weet bijvoorbeeld op het He tegemoet kwam, zooals zijn gewoonte " b ik de eer kennis te maken met oogenblik niet precies, wa't ik doen was. Zij hep naar zijn kamer en opende Mrs. Edward Weatherby?" vroeg hij. zal. Ik kan natuurlijk het eenvoudigste de deur. De kamer was donker. Eigen„Ja," antwoordde zij. „Wat wilt u ? kiezen en vertrekken, want u zoudt mij aardig! Waarschijnlijk had hij juist op Wie bent u? Waar is mijn man?" dat toch niet kunnen beletten. Maar u het oogenblik, dat zij uit den auto „Dat weet ik niet," beantwoordde zoudt om hulp kunnen roepen en dan kwam, het licht uitgedraaid en was hij haar laatste vraag. „Wilt u miszou ik overhaast de vlucht moeten hij naar boven gegaan. Het was echter schien zoo vriendelijk zijn binnen te nemen, hetgeen ik beneden mijn waarmets voor Edward, om niet op haar komen en de deur te sluiten?" digheid acht." te wachten 1 Zij bespeurde, ondanks het beleefde, „Vindt u wèl, dat het met uw waarZij staarde in het donker en gevolg verzoekende óók iets gebiedends in zijn digheid overeenstemt, om een dame met gevend ^an een plotselingen impuls, toon. een revolver te dreigen?" draaide zij het licht aan. „U bent iets vroeger teruggekomen „Och, dat had ik vergeten I Weest u Een groote, vreemde man stond voor dan ik verwachtte," vervolgde hij. maar niet bang; ze is niet eens gehaar. Hij had een revolver in de hand „Maar wie bent u dan?" laden. Daar houd ik heelemaal niet van, en keek haar kalm en ernstig aan. „Ik ben een man, die geen enkele want men kan nooit weten wanneer „Ik had niet verwacht, dat er een vrouw kwaad zal doen, tenminste niet zoo'n ding afgaat." dame zou binnenkomen," zei hij verontwanneer ik er niet toe gedwongen Mrs. Weatherby glimlachte. Toen schuldigend. „Het doet mij leed dat word. Overigens... ben ik een inzei zij peinzend: „Het is toch merkbreker," vertelde hij met een onverwaardig! Hier- sta ik midden in den schillige luchthartigheid, als zei hij: „Ik nacht in mijn eigen huis te praten met ben tandarts of effectenhandelaar." een inbreker." „InbrekerI" stootte Mrs. Weatherby Plotseling strekte zij haar hand uit verschrikt uit. naar het schelleknopje. „Ja zeker. U kwam alleen wat te vroeg „Ik zal het personeel wekken, dat is thuis, zooals ik u al zei. Ik had het het beste," verklaarde zij. nog niet verder gebracht dan dit." Hij „Dat doet u niét," antwoordde hij, wees op een artistiek Chineesch kastje, terwijl hij haar doorborend aanzag. dat in een hoek van het vertrek stond. [Vervolg op pagina 26} Ik heb het alleen nog maar opengebroken en ik had geen tijd meer om te zien, wat er in was." Zij ademde verlicht op. Gelukkig had hij dus het geheime vakje niet gevonden, waarin zij den briljanten armband had opgeborgen, het laatste geschenk van Edward, dat zij eenige dagen geleden van hem had gekregen. „U heeft dus pech gehad," merkte zij spottend op. De wetenschap, dat hij niets wist van het kostbare sieraad, maakte haar overmoedig. „Dat nu juist niet," pareerde de man. „Ik heb in elk geval het genoegen gehad, u te leeren kennen." Mrs. Weatherby richtte zich beleedigd op. „U doet beter, heen te gaan. Eigenlijk is het mijn plicht, de politie te waarschuwen, maar ik zal het niét doen, omdat ik mij niet goed kan voorstellen, Ga met Uw Toccos cigadat u werkelijk een misdadiger bent!" rette om als met Uw besten „Zeker, het is uw plicht," beaamde wijn. Zij verdient 't, omdat de vreemdeling. „Maar plichten zijn dikook haar kwaliteit zoo uit wijls erg vervelend. Bovendien, het kan munten door zorgzou erg jammer zijn, als u de politie vuldige behandeling. De waarschuwde — ik vermoed, dat ik Toccos Cigarette, in bliker een jaar of vijf door zou krijgen." ken van 50 en 100 stuks, „Waarom kiest u niet eer. of ander kan voor onbeperkten tijd eerlijk beroep? Kunt u dat niet?" VANAF „O, ongetwijfeld, mevrouw. Maar dat haar volle oorspronkelijke levert zoo weinig op. Ik heb een goede aroma blijven behouden. opvoeding genoten en ben gewend op Alvana Cy. ct. Alléénimporteurs: grooten voet te leven. Ik zou best Plein 8a Den Haag chauffeur bij. een of anderen parvenu
2
MOLLY LAMONT, een Zuldamerlkaansche schoonheid, vervult haar eerste star-rol In „House Full".
MÄLY DEL5CHÄFT, DIE OPTREEDT IN „MEINE FRAU, DIE HOCHSTAPLERIN".
rForo
UPA)
■
een inkomen noodig van vijf duizend pond per jaar en dit is de eenige manier, waarop ik het mij kan verS -; schaffen. Ik besteel alléén diegenen, voor wie het geen groot verlies beteekent." Mrs. Weatherby dacht aan haar armband. «o" „Hoe kunt u dat altijd weten?" vroeg zij. „Alles wat ijc steel, is altijd verzekerd. In werkelijkheid ben ik zélfs een soort weldoener. Bedenkt u eens, hoeveel werk ik noodzakelijk maakl De politie, de verzekeringsagenten, kortom, allerlei personen zouden volkomen overbodig geworden zijn als er geen menschen zooals ik bestonden." „En toch bent u niet meer of beter dan een gewone dief." Privé- onder riekt „Dat ontken ik ook heelemaal niet." dagelijks „Het spijt mij zoo voor u." Mrs. Weatherby voelde werkelijk een Cursus lessen innig medelijden met dezen man. Zij October-ttUxart wilde iets goeds, iets begrijpends tegen hem zeggen, maar wist niets te bedenken. Eindelijk bracht zij uit: En^ekcii« en hol„Ga nu wegl Heusch, het moet. Als lanosche leeroren iemand u hier vindt..." Hij zuchtte en ging naar de deur. Prospectus wordt „Vaarwel," riep zij hem nog na. op aontroge„Vaarwell" zei hij fluisterend. __ goarne ycrslrdtt Zij hoorde de voordeur in het slot ^^ vallen en bleef onbeweeglijk staan. De wonderlijke ontmoeting had meer indruk op haar gemaakt, dan zij zichzelf wilde bekennen. hoekTnonon Plotseling dacht zij aan het amsterdamx. Chineesche kastje, dat zij totaal verTel. 36047 geten had. Voor zoover zij kon zien, had hij alleen het slot opengebroken. Zij liep langzaam op hat meubel toe (Vervolg van pagina 24) en opende het geheime laatje. Het was leeg! „Maar neemt u eens aan, dat ik het wèl deed/' opperde Mrs. Weatherby, Toen Edward Weatherby een half pogend tijd te winnen, om haar beuur later thuis kwam, vond hij zijn sluit te nemen. vrouw in tranen voor het Chineesche ,,Pardon, mevrouw, ik moet u hierin kastje in zijn werkkamer. tegenspreken. Ik vergis mij nooit, wan„Mijn armbandI" was alles wat hij neer ik het karakter van een vrouw beuit haar kon krijgen. Hij vatte aanvanoordeel. Na alles, wat u thans van mij kelijk niet, wat zij bedoelde, tot hij in weet, — bovendien heb ik u verteld, het geheime laatje keek en plotseling dat ik ongewapend ben — zult u mij begon hij iets te begrijpen. Doch niet aan de politie overleveren." Edward Weatherby was een man, die .,U waagt veel," vond Mrs. het leven aanvaardde, zooals het was. Weatherby. Hij nam de zaak rustig op en poogde „Misschien hebt u gelijk. Maar ik zijn vrouw over het verlies te troosten. vrees de gevolgen niet, want mijn leven „Huil niet, kindje," zei hij, terwijl is een aaneenschakeling van waaghal-« hij over heur verwarde haren streek, zerijen." „ik zal een anderen voor je koopen. Er klonk een ernstige ondertoon in Wat is er eigenlijk gebeurd ?" zijn stem en plotseling beval Mrs. Hortend en stootend vertelde zij hem Weatherby: „Gaat u nu weg. Ik zal hetgeen er was voorgevallen, er vooral u niet in handen van de «verheid laten den nadruk op leggend, dat de inbreker vallen, want ik heb medelijden met u er niet als een gewone dief uitzag. en ik wilde, dat u een eerlijk beroep „Maar hoe is hij in 's hemelsnaam koos. Wilt u mij niet beloven, uw leven in huis gekomen ?" heelemaal.opnieuw te beginnen?" „Ja, daar heb ik heelemaal niet aan Hij lachte kort en bitter. „Dat is gedacht. Hoe kän hij er in gekomen een mooie vraag! Maar ik houd er zijn?" geen illusies op na. Die weelde kan ik Samen doorzochten zij het geheele mij niet permitteeren. Ik ben er altijd huis en vonden eindelijk een ingedrukte op voorbereid, dat ik iedere minuut ruit in het souterrain. voor mijn ondergang kan staan. Ik heb „Ik. ben blij toe," sprak Edward
m
IN 'ÏWIÏII PJ&sJKlRD (IM WEISSEN RÖSSL) Tn „Carré" te Amsterdam is eindelijk het witte paard aangekomen. Dit is echter niet een circus-paard, zooals men allicht, de traditie getrouw, in dit gebouw zou verwachten, neen, dit witte paard is een zangspel in drie bedrijven, bewerkt naar het blijspel van Blumenthal en Kadelburg. Hans Müller verzorgde den tekst, (die helaas in het Nederlandsch zeer leelijk klonk), Ralph Benatzky, Robert Gilbert en Robert Stolz componeerden de werkelijk meesleepende muziek. Dit zangspel is onder regie van Oct. van Aerschot met zeldzanio pracht ten tooneele gebracht en waar dit werk meer revue dun 1
DqnSinstituut
vu\!k
lcidschckadel02
GEBRUIK STIEDS
IID€ZAM 26 -
MARION DAVIES zooals zij verschijnt In haar nieuwste M. G. M.-fllm die door Robert Z. Leonard wordt geregisseerd.
Weatherby veriicht tot zijn vrouw, „dat het alles nog zóó is afgeloopen. En het is maar goed, dat je de politie niet hebt trachten te waarschuwen, want dan zou hij misschien geweld hebben gebruikt." „Ik begrijp het niet," zuehtte het vrouwtje. „Hij was volkomen in mijn macht en deed een beroep op mijn edelmoedigheid. Hij zäg, dat ik medelijden met hem had en onderwijl moet hij den armband in zijn zak hebben gehad 1" Edward Weatherby lachte ■ cynisch. „Ja, en dat was juist zijn truel Nu zie je weer eens, dat je je niet door mooie praatjes en smeekbeden moet laten beïnvloeden I" Den volgenden morgen zaten zij samen aan het ontbijt, toen het dienstmeisje binnenkwam en Mrs. Weatherby een pakje overhandigde. Zij opende het en bleef sprakeloos op den inhoud staren. In haar hand hield zij een étui en daarin lag haar armband, waaraan een klein stukje papier was bevestigd. „Na uw edelmoedigheid kan ik het niet houden," las zij. „Heb ik het niet gezegd?" riep zij verheugd uit. „Het was geen gewone inbreker. Ik wist dadelijk, dat hij een ridderlijk man wasl" Maar Edward Weatherby bewaarde het stilzwijgen. Hij meende de zaak te begrijpen. Waren de briljanten in den armband niet een onberispelijke imitatie geweest?! Zij waren, hoewel niet echt, toch prachtig en slechts een vakman kon het verschil constateeren. En hij verdiepte zich in de vraag, of de „inbreker" een ridderlijk man was geweest of....een vakman!
LOUIS DAVIDS.
ELSE D'HEUREUSE-GRASSAU.
operette is, speelt de aankleeding een belangrijke rol. Nu, men kon zijn oogen den kost geven: dansen en costuums waren eerste klas, evenals de decors.' Van alle medespelenden kan dit helaas echter niet gezegd worden. De vrouwelijke hoofdrol, Josepha Vogelhuber, waardin van „Het Witte Paard", >vas in handen van Else d'Heureuse-Grassau. Ze zag eruit om te stelen, haar stem heeft echter aan glans ingeboet. Louis Davids was de chef-kellner Leopold Brandmeyer; zijn humor was onweerstaanbaar. Jacgues van Bijlevelt, Harry Collin, Oct. van Aerschot, John Schiltnuizen, Jo Remy, Cisca Cremer en Corry Vonk waren goed op dreef. Daarentegen waren Pola Cortez en Mirzl Jäger niet tegen hun taak opgewassen; de eerste heeft geen stem, den tweede hadden wij hetzelfde gewenscht. Een extra woord van lof voor de prestaties van den kapelmeester H. Davids. Het orkest was het hoogtepunt van den avond! E. W.
ALS VERSTERKINQSniDOEL N.V. AMSTEROAMSCHE CHININE-FABRIEK
FINALE TWEEDE BEDRIJF. — 27 -
^"
•,,--
- .- <•
k
». ■
v
SFEER EN OMGEVING Menig ke keer heb ik uitvoeringen bijgewoo gewoond, als bezoeker of als lid der Ji Jury voor den een of anderen wedstrijd, waarbij de opvoering van een stuk goed was, waarbij zoowel het individueele als het samenspel te loven viel en waarbij de rolkennis uitstekend was. Men zou dus hieruit mogen condudeeren, dat ik een bijna ideale opvoering van dilettanten meemaakte. En toch keerde ik, en mèt mij zeker vele anderen, onvoldaan huiswaarts. Waaromi" Waaraan ligt dit? Het antwoord is vrij eenvoudig: de sfeer, de juiste sfeer, waarin het stuk gespeeld moest worden, kon niet benaderd worden. Evenmin de omgeving. Ziehier een belangrijk struikelblok van vele vereenigingen of haar regisseurs. Dit verklaart tevens, dat zooveel vereenigingen met vrij veel succes een volksstuk ten tooneele kunnen brengen, maar falen indien zij een zoogenaamd ,.society"-stuk opvoeren. Men speelt bijvoorbeeld een Engelscb stuk'. Het maakt betrekkelijk weinig uit of dit nu een blijspel of drama, een comedic of tooneelspel is. Zoodra het doek opgaat, moet men reeds onmiddellijk - de Engelsche omgeving als het ware „ruiken". Een Engelsche kamer is nu eenmaal anders dan een Hollandsch binnenhuisje. Vooral bij Engelsche stukken speelt dit zoon groote rol. Onze buren aan de overzijde van het Kanaal wonen in een land vol „tradities", tradities, welke zoowel het huis, hun omgeving, als hun persoon en hun karakters kenmerken. En indien de regie niet bij machte is deze kenmerkende eigenschappen ook in de omgeving van het stuk (dus in de tooneelaanklecding) en in de karakters van de medespelende personen (Engelsch, al spreken zij in het Nederlandsch) te doen spreken, dan verliest het stuk, en daarmee de opvoering, veel aan waarde. Men heeft mij op bovenstaande opmerkingen wel geantwoord: „Maar wij spelen het stuk toch in het Nederlandsch!" Natuurlijk, om de eenvoudige reden, dat U het niet in de Engelsche taal kunt spelen, of omdat het publiek de strekking van het stuk dan niet zou kunnen volgen. Dit verandert echter niets aan het feit, dat het stuk in Engeland speelt, dat het geschreven is door een Engetschman, dat de voorkomende karakters Engelsche personen zijn. Dat dus de geheele sfeer en omgeving, en ook elke individueele rolweergave, daar volkomen mee in overeenstemming moet zijn. U zult mij toch onmiddellijk toegeven, dat een Nederlandsche schrijver een soortgelijk stuk (met dezelfde strekking) heel anders uitgebeeld zou hebben! Hier zit dus de moeilijkheid, welke voor elk vertaald stuk blijft bestaan. Nu zullen de meeste, of althans vele regisseurs van onze amateurvereenigingen wel Engeland, Dqitschland enzoovoort hebben bezocht en zich dus door eigen waarneming en^anschouwing eenigszins op de hoogte hebben kunnen stellen. (Rusland is weer wat verder, vandaar dat zonder zeer deskundige leiding het op-
(Zie vervolè derde holom)
DE HÄÄGSCHE WISSELBEKERWEDSTRIJD Wat zal het nieuwe speelseizoen ons brengen? De data der uitvoeringen zijn vast gesteld, de stukken voor de „premières" gekozen, de repetities nemen een aanvang! Ook de Haagsche Wisselbekerwedstrijd van ons blad gaat weer beginnen; wij zijn gereed! Tot ons genoegen mochten wij constateeren, dat de wedstrijd blijkbaar het vorige seizoen in den smaak is gevallen, want hoewel er van de deelneemsters van het vorige jaar één niet meer in den strijd zal terugkeeren, schreven twee nieuwe vereenigingen wèl in. De wedstrijdvoorwaarden zullen gelijk zijn aan die van den vorigen keer, op één uitzondering na. Van het bestuur van een der deelnemende vereenigingen ontvingen wij namelijk een voorstel om het betreffende artikel zóó te wijzigen, dat door iedere vereeniging niet meer met twee uitvoeringen, doch slechts met één zal uitgekomen worden. Daar wij in denzelfden geest ook van andere zijde een dergelijk voorstel ontvingen, hebben wij dit aan de verschillende besturen voorgelegd en zijn wij overeengekomen, het artikel dienovereenkomstig te wijzigen. Ongetwijfeld zal de strijd dit jaar belangrijk worden en niettegenstaande wij de prestaties van het meerendeel der vereenigingen kennen, zouden wij ons toch niet gaarne aan een voorspelling willen wagen. Laten wij hopen, dat wij opvoeringen te genieten zullen krijgen, die voldoen aan de eischen van het goede dilettantisme, dus geen uitblinkers, maar mooi samenspel, waardoor het tijdroovende werk voor de juryleden, die allen hun medewerking wederom hebben toegezegd, beloond zal worden. De Jury bestaat weer uit de dames: Marie van Eijsden-Vink, Willy Corsari en de heeren Eduard Veterman, J. J. Vurtheim Gzn., C. J. Pieters en Henri A. van Eysden Jr. Deelnemende vereenigingen zijn: A.D.O. D.V.S., „Het Tooneel", V. H. ö P., O.H.B., T.O.V., W 5. Mogen wij de Besturen der deelnemende vereenigingen er nog aan herinneren, tijdig de data der opvoeringen op te geven en eveneens een exemplaar van het op te voeren stuk zoo vroeg mogelijk in te zenden? Aan het werk dus en ... . veel succes! HENRI A. VAN EIJSDEN Jr.
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM
voeren van oorspronkelijke Russische stukken voor dilettanten vrijwel onmogelijk is.) En toch weten zoo weinig vereenigingen de juiste sfeer te brengen. Misschien dat deze paar regels voor u een vingerwijzing inhouden. Speelt u een volgenden keer een vertaald stuk, tracht dan, als uw eigen regie twijfelt, iemand te vinden die beter op de hoogte is en die u van advies kan dienen, die eenige repetities kan bijwonen en met wien U de tooneelaanklecding bespreken kunt en de kleeding der spelende figuren, welke al even belangrijk is. Ik schreef laatst eens in een mijner verslagen: „Het stuk speelde niet bij Jack Temple, doch bij Jaap Tempel" en verder: „Hier was geen butler aan het woord, doch een gewone Hollandsche huisknecht". Zie, waarde lezer, zulke dingen zijn jammer. De opvoering in kwestie was in het geheel niet slecht, ik zou haast zeggen, integendeel, maar de sfeer en omgeving, waarin gespeeld werd, waren zóó in strijd met 't stuk zelf, dat er zeer veel van de waarde der betreffende opvoering verloren ging. Bij oorspronkelijke Hollandsche stukken bestaat deze moeilijkheid niet in diezelfde mate. De stukken van Heijermans bijvoorbeeld zijn zeer geliefd bij ons volks-amateurtooneel en werkelijk heb ik verschillende uitvoeringen medegemaakt, die meer dan goed waren. De sfeer en omgeving werden juist getypeerd en gebracht; men voelde: de spelers bewogen zich gemakkelijk en pasten zich uitstekend aan. Ook een Nederlandsch „society"-stuk brengt echter zijn eigenaardigheden en moeilijkheden mede. Fabricius zegt in zijn ^Onder een dak" o.a. „Een hoed te dragen maakt nog geen Heer". En dit is juist. Ik heb de bewijzen gezien, dat een Amsterdamsche vereeniging een goede opvoering van een volksstuk gaf, en dat dezelfde vereeniging, met dezelfde medewerkers een ander, eveneens oorspronkelijk Nederlandsch stuk gaf, dat echter in de betere kringen speelde. Er kwam niet veel van terecht!! Zeer zeker had goede regie hier wel wat, maar toch (ineens) niet alles kunnen bereiken. Dat gaat zoo gauw niet. Men denke daarbij alleen maar aan de uitspraak. Engel in „Het Zevende Gebod" is voor een volksvcreenigings-kracht gemakkelijker te brengen dan de rol van Jeanne in .fEemina", enzoovoort. Het bekende Hollandsche spreekwoord „Schoenmaker houd je bij je leest" is hier heusch van toepassing, en slechts na, veel vóórstudie onder deskundige ' leiding mag van dezen gulden regel worden afgeweken. Het bovenstaande maakt de keuze van stukken weliswaar nóg moeilijker, maar dit is nipt te verhelpen. Als criterium voor den regisseur of het bestuur bij de samenstelling van het repertoire komt dus ook wel degelijk de vraag in aanmerking: „Kunnen wij dit stuk brengen, niet alleen wat de rolbezetting, maar ook wat de sfeer en omgeving, waarin het gespeeld moet worden, betreft ?'' Wij herhalen tenslotte ons aanbod, dat wij steeds bereid zijn tot het geven van advies. In dit speciale geval zal het echter wel noodig zijn, dat dan een exemplaar van het te spelen stuk aan ons opgezonden wordt.
■
,
,
'
"" *
.
ßOE^ Brent keek hem van onder half toegeknepen oogleden aan. „Als dit wèl het geval was, hoe zou je het lek. dan kunnen verklaren?" vroegr hij. „Welk lek?" vroeg de ander vluchtig. „Het verschil tusschen wat we tot nog toe uit het oer hebben gekregen sinds ik hier ben en wat we er eigenlijk uit behoorden te halen?" „Hoeveel denkt u, dat dat is, mr. Brent?" vroeg de ander zoetsappig. „In ieder geval verscheidene dollars per ton, en het maakt juist het verschil uit tusschen een verlies en een behoorlijke verdienste van een maand werken. Het is ongeveer net zooveel amalgama als " Hij zweeg en lachte kort. „Ik hoef jou eigenlijk niets van amalgama te vertellen," zei hij toen. „Dat doet u ook niet, mijnheer," zei Parfitt, die een kleur kreeg. „De kwestie is eigenlijk, dat het te kort reeds net zoo lang duurt als de molen werkt," zei hij. „Dat is dus reeds langer dan een jaar. Ik weet niets van de eerste dagen der mijn, maar jij wèl, en daarom zou ik wel eens willen weten of jij niet weet, waar het aan liggen kan?" Parfitt bracht zijn lange vingers samen en probeerde een geleerd gezicht te zetten. ' „Volgens mij kan er maar één reden zijn. En dat is de tegenwoordigheid van vreemde metalen of mineralen in het kwarts, waardoor het amalgama minderwaardig wordt." „Wat denk je precies?" „Niets bepaalds, maar arsenicum bijvoorbeeld zou de reden kunnen zijn." Brent schudde zijn hoofd. „Ik heb proeven genomen om te kijken of er arsenicum in zat, maar ik heb niets gevonden." „Het kan best zijn, dat het niet èltijd in het oer zit, zoodat u het toevallig niet kunt hebben gevonden." „Dat is mogelijk," gaf Brent toe, „maar zeer onwaarschijnlijk." Parfitt maakte een berustend gebaar. „Anders zou ik geen reden weten. Het spijt mij ook, mijnheer, omdat ik hoor, dat de nieuwe directeur komt. Ik zou graag een goed figuur tegenover hem slaan." Brent keek op. „Wie heeft je dat verteld?" „Dorothy; ze zei, dat u het haar verteld hadt." Brent lachte. „Dat heb ik ook, maar ik heb het den laatsten tijd zoo druk gehad, dat ik het vergeten had. En hij brengt een jongedame mee — ik geloof tenminste, dat zij jong is." „Blijven ze hier lang, mijnheer? „Dat weet ik niet; dat zal geheel van mr. King afhangen." „Heeft hij verstand van mijnen?" vroeg Parfitt, met goed voorgewende onverschilligheid.
„Zelfs dät weet ik niet, maar hij vertegenwoordigt de nieuwe eigenaars en is dus een belangrijk personage." Parfitts groote hoofd maakte een dubbelzinnige beweging. „Nou, in ieder geval is het een goed ding, dat er veel oer uit de mijn komt. Hij heeft alle reden om met de Victrix in zijn schik te zijn." Toen zei hij, en het klonk, alsof het hem eigenlijk ontviel: „Er is iets, mr. Brent, dat ik u al sinds een paar dagen heb willen vragen." „Ja, wat is het?" „Ik wilde u vragen, of mijn dochter niet iets kan doen om uw hut wat geriefelijker te maken. Ik bedoel, dat ze haar af en toe eens kan opruimen en schoonmaken, of eens een paar gordijntjes maken of enfin, zoo die dingen doen, die het werk van een vrouw zijn." Brent had zooiets niet verwacht en het trof hem aangenaam. „Het is heel vriendelijk van je, maar zou ze er zelf wel idee in hebben?" „Natuurlijk; ze heeft het me zelf vaak genoeg gezegd, maar ze wilde er met u liever niet over spreken. Omdat ze het eenige meisje in het kamp is, begrijpt ze, dat ze erg voorzichtig dient te zijn." „Dat is heel goed gezien van haar, en ik ben er blij toe om. Als ze af en toe den boel in mijn hut eens wat wil opknappen, zal ik haar graag haar gang laten gaan. Het is een feit, Parfitt, dat wij mannen gauw slordig worden wanneer er geen vrouw bij ons is, die er een oogje op houdt en er eens. wat van zegt. Daarom heb ik jou ook zoo benijd sinds ik hier gekomen
ben. Maar misschien," voegde Brent er aan toe, „zul je haar wel niet lang meer hebben." De voorman van den molen kreeg een kleur van plezier. Hij had naar een dergelijke verklaring een vischje uitgegooid en het geluk was hem gunstiger gezind geweest, dan hij had durven verwachten. Hij feliciteerde zichzelf, omdat hij zoo handig was geweest Dorothy's naam te noemen, want het meisje zelf had nooit gezegd, dat zij iets voor Brent wilde doen. Misschien, dacht haar vader, zouden de honderdzestig dollar, die hij haar gegeven had, werkelijk hun interest opbrengen. „Ja," antwoordde hij zoetsappig, „u moet weten, dat ik mezelf al vaak genoeg heb verbaasd, dat ik haar heb kunnen houden. Ik geloof, dat er één man in het kamp is, die meer dan blij zal zijn, indien hij haar krijgen kon, om maar niet eens te spreken over al die anderen in Cobalt!" Brent lachte en knikte. „Dat geef ik je graag toe, maar zoolang als de zaak nog niet verder is, lijkt het mij maar het beste geen namen te noemen. En ik zou het erg prettig vinden, als dat amalgama vanavond ongeveer een centimeter dik was. Goedendag!" Aldus werd, in het diepst van het bosch, in een kleine gemeenschap, het aloude drama geënsceneerd van liefde, verlangen, ridderlijkheid en menschelijk streven, en naar deze gemeenschap was onderweg het niets daarvan vermoedende meisje, dat nu Sylvia Dart heette. Toen zij in Montreal van
Regisseur Sam Wood slaat de ontwikkeling gade van een dramatische scène tusschen Joan Crawford en Marie Prevost voor een nieuwe M.G.M.-film. De camera-mannen staan in gespannen afwachting om het tafereel, zoodra het zijn hoogtepunt zal hebben bereikt, vast te leggen.
C. J. PIETERS. 28 —
- 29 -
üèaÊs^ï.
.^^______
boord g-ing- en met King naar het groote Iiotel reed, waar hij een kamer voor haar huurde, die uitzicht g-af op de groote Kathedraal van St. Pieter, terwijl hij voor zichzelf een kamer aan den anderen kant van 't hotel en een verdieping lager gelegen, besprak, begreep zij ten volle, dat de teerling was geworpen en dat zij zich van haar kant niet meer vergissen mocht. Hij had er haar op allerlei manieren toe gekregen een onmogelijke rol te spelen, en ze was vastbesloten om ze te spelen met al de levendigheid, handigheid en moed waarover zij beschikte. Reeds had zij geleerd zijn blikken zonder angst te doorstaan, en wanneer zij er aan dacht, dat zij in haar nieuwe positie zooveel te aantrekkelijker voor hem was geworden, dan boezemde haar dit geen enkele' vrees meer in. Ze verbaasde zich over de hulpmiddelen, die ze in zichzelf had ontdekt en waarvan ze tot dan toe geheel onkundig was geweest. Ze begreep volkomen, dat deze vermetele reis van haar in de oogen der wereld slechts voor één uitlegging vatbaar was; ze begreep heel goed, dat het gevolg er van op de een of andere wijze beslissend voor haar heele verdere leven zou zijn, en dat zij Kings wil moest breken als ze wilde voorkomen, dat hij haar veroverde. Maar ze zag niet op tegen de krachtproef, die van haar gevergd werd. King bewees een bewonderenswaardige gids te zijn. In de paar uren, die zij tot hun beschikking hadden alvorens zij naar het Westen vertrokken, maakten zij een tocht door de oude stad en bewonderden het panorama, dat zich voor hen uitstrekte, toen zij op den top van den berg stonden, waaraan Montreal haar naam ontleent. Voor hen uit stroomde de breede St. Lawrence-River naar den verren horizon, waar zij zich scheen te verdeelen in duizenden meren en kleinere stroomen. Terwijl zij er naar keken, vroeg King haar, of zij er iets voor voelde een groot gedeelte van de reis te water af te leggen. „Het komt zoowat op hetzelfde neer," zei hij, „alleen zal de tocht over het meer ongeveer een dag langer duren. Ik heb zelf nooit die route genomen, maar iedereen zégt me, dat ik het doen moet. Je zou Engeland in een van die meren kunnen stoppen," voegde hij er glimlachend bij, „en dan zou het een eiland zijn." Sylvia probeerde zich zooiets dergelijks voor te stellen, maar het lukte haar niet. „Ik geloof, dat het prachtig zal zijn. Vindt ü het niet erg?" „Neen, ik zou zelf liever den tocht te water doen. Mag ik u gelukwenschen?" „Waarmee?" „Wel, als ik het zeggen mag, dan geloof ik, dat u er de laatste dagen veel beter uitziet." „Ik voel me ook beter," antwoordde ze opgewekt.
Ilk zal vanavond beslist nog naar de sociëteit moeten...
„Dat is prachtig nieuws. Maar mag ik vragen waarom?" „Wilt u het werkelijk weten?" „Het interesseert me zeer." „Dan, eerlijk, geloof ik, dat het is omdat ik lang niet meer zoo bang voor u ben." Hij lachte hartelijk. „Ik heb nooit gewild, „Duizend mijl?" vroeg ze verbaasd. dat u bang voor me was." „Ja, en het grootste meer van alle moe„O," antwoordde ze eenigszins geërgerd, ten we nog oversteken — het Lake Supe„neemt u me niet kwalijk. Ik moet me dan rior. De rivier, waarop we nu varen, stroomt a! heel erg hebben vergist." er in uit." Onwillekeurig kwam hij een stap nader. „Maar wat wordt er van al dat water?" Nooit nog, dacht hij, was ze zoo onweer„Het gaat bij wijze van Niagara-waterstaanbaar geweest als op dat oogenblik en vallen bij Montreal en Quebec in zee. Wat nooit nog had hij zich zoo onzeker van wij op het oogenblik doen is niets anders zichzelf gevoeld. Hij begon op een nieuwe dan de St. Lawrence opvaren tot aan haar manier naar haar te verlangen; zijn liefde oorsprong." scheen minder materieel, meer geestelijk te Sylvia begreep eigenlijk niet veel van zijn geworden. De liefde van een nieuwen hetgeen hij zei; ze kon er zich geen voorman voor een "nieuwe vrouw. Hij begreep stelling van maken. Nooit had zij durven niet, hoe dit kwam en waarom zij minder droomen van dergelijke afstanden. Toen genaakbaar scheen naarmate zij hem beherinnerde zij zich, dat dit de reis was, geerenswaardiger leek. Toen opeens merkwaarvan Brent had verwacht, dat zij ze te hij, dat zij tegen hem glimlachte. alleen zou maken. Zou hij zich wel hebben „Ik vraag me af," zei hij, „of u op weg kunnen indenken, wat dit beteekende? bent een groot actrice te worden." „In welke richting ligt de Victrix?" „Dank u voor het compliment," antvroeg zij. woordde ze. „Misschien is het omdat ik King wees naar het Westen. „Vijf of overtuigd ben, het goed te móeten doen, zeshonderd mijl naar dien kant, 'niet zoo dat ik zoo'n goed begin maak." erg ver meer in vergelijking met hetgeen Op deze woorden vond hij niet direct een wij achter ons hebben. En over een uurtje antwoord. gaan wij het Lake Superior al op." Dien avond vertrokken zij, bereikten den Het gebeurde zooals hij zei. Ze kwamen volgenden middag het begin der groote in een reusachtige sluis, waar de boot meren en gingen aan boord van een kolangzaam naar een hooger gelegen waterlossaal groote boot, die minstens even veel oppervlakte werd gebracht, terwijl Sylvia comfort bood als de „Mondania". De uitop dek stond en geheel in het tooneel om gestrektheid van den waterplas maakte een hoar heen opging. De twee jonge steden grooten indruk op Sylvia, die van meren lagen hier vlak tegenover elkaar, de een geen andere voorstelling had dan van de Canadeesch, de ander Amerikaansch, terpoelen en plassen, die zij in Engeland had wijl tusschen hen in de groote watervallen, gezien. Het meer waarop zij nu voeren waarmee het Superior-meer haar kolossale scheen geen eind te hebben. Uur na uur watermassa loost, een daverend geweld ploegden zij voort onder het schitterend maakten. De lucht scheen van het geluid blauwe uitspansel, zonder ergens land te te trillen; een diep, zacht gerommel als van zien, en niet voor den volgenden ochtend een verren donder. Van kust tot kust strekbereikten zij den anderen oever. Ze waren ten zij zich uit, één reusachtige stortvloed, laag en zwaar beboscht en terwijl zij er waarover de wateren van het grenzenlooze langs voeren zag Sylvia hier en daar wat Westen zich met onweerstaanbare kracht hutten bij elkaar liggen, die bestemd waren heen stortten. Prachtig waren de kleurbinnen weinige jaren uit te groeien tot schakeeringen in het vallende en bruisenrijk bevolkte nederzettingen. De hemel was de water, dat soms in millioenen paarse, hoog en blauw, de lucht helder, prikkeroode, gele en groene droppels scheen uitlend en scherp, en het gansche wijdeen te spatten. Het overweldigende van dit sche tafereel, dat als het ware een tafereel, het zware, soms bassende geluid voorafbeelding was van haar toekomst, imen de kleurenpracht, maakten een diepen poneerde haar ten zeerste. Eindelijk voer indruk op Sylvia, een indruk, die haar de de boot een breede rivier op. eerste uren steeds bij bleef. Ze wendde zich tot King, die naast haar Daarna voeren zij weer verder, de onderover de verschansing leunde. gaande zon tegemoet. Weer het onmete„Dit is zeker bijna het eind van de reis," lijke uitspansel, weer de spiegelgladde opzei ze. pervlakte van het meer, dat zich tot in de „Neen, we zijn nu ongeveer halverwege. oneindigheid scheen uit te strekken. Waar u nu is, bevindt u zich op ongeveer duizend mijl van zout water verwijderd."
B QQCUEM
^at beteekent dat? niet een haar hier wel haren hier en haren daar 1 Eon 0 In ndlj fei f.-Cl. zoV ais er c ui «en rt-n ziln. \ erd iet over ; (UI ■V,Tl i-s Uc ei lit1 irt-noot i OüKt 2 In vrouw: het b« h'M n ppo •dlK tot t Nli UW verlt di n I1 ucl ti« hanr d VOT Sll 11, in.
Wat beteekent dat ? Ergens aan de grens van Tibeth, in de buurt van Kiayukan, op een heuvel over de groote noordelijke rivier moet hij eindigen. Bij een klein plaatsje aan de kust van den Stillen Oceaan duikt hij op, klimt over rotsen en bergen, vaak haast steil omhoog tot aan de hoogste toppen, kronkelt zich als een draak gelijk tot in liet onbekende ergens aan de grens van Tibeth. Dat is de Chineesche muur, het geweldige 4000 kilometer lange bouwwerk. Eén millioen menschen heett er aan gewerkt.
Kopitein W. verloor in enkele jaren zijn haar geheel en a!- Opmerkzaam gemaakt op Silvikrin gebruikte hij dit en herwon zijn vol haar. Dit bevestigt Prof. Dr Polland's vaststelling, dat Silvikrin uitgeputte haarwortels tot nieuwen groei kan brengen.
Het doel? Bescherming tegen vijandige volkeren. Het resultaat? Nog staat hij, doch wat haat hij in dezen modernen'tijd, temeer waar hij niet wordt onderhouden? Zijn geschiedenis dwingt als het ware tot een vergelijk met ons hoofdhaar. 75—100.000 haarwortels brengen jaarlijks circa 1 kilometer haar voort. Dit is een geweldig bouwwerk der natuur. Het dool? De hoofdhuid, de hersenen en het centraal zenuwstelsel te beschermen tegen den invloed van het weer. Het resultaat? Wat baat de verbazende hoeveelheid van haarwortels, wanneer hun functie door onvoldoend en verkeerd onderhoud wordt belemmerd on het haar wordt verwaarloosd? Niet steeds is verwaarloozing de oorzaak van haarverlies. Ziekten van de hoofdhuid, ziekten van het lichaam, zooals griep, verkoudheden, storingen van de innerlijke afscheiding vooral zijn evenvele oorzaken, dat liet haar dunner wordt ca tenslotte uitvalt
Pe filmster Foy Holz (dochter v. d. letterkundigen Dr. Holz) zegt: Mijn haar glanstals zijde. is geurig, valt niet uit en is gemakkelijk te kappen dank zij Silvikrin
Mevr. Tr. Flo : Door Uwe zakelijke argumenten overtuigd, gebruik ik Silvikrin. Het houdt mijn haar gezond en weelderig. Ik beveel het overal aan.
Hè, moet Je nu al weer weg? Waarom?
De ergste vijand echter is de roos. De roos ontstaat door een ziekelijke vergrooting der vetklieren. Steeds heviger wordt de kwaal. Witte schilfers bedekken weldra de kleoding en het haar begint uit te vallen. Wasschen met water en zeep helpt slechts tijdelijk. Hoe kan het anders. De ziekte moet genezen worden. Niet met spiritus, of middelen, die do poriën nog meer verstoppen en de teero weefsels slechts prikkelen en do kwaal verergeren. De haarwortels willen nog wel haar voortbrengen, o ja, zij zijn ijverig genoeg, maar bun goede wil baat niet als zij niet door de verharde hoofdhuid, die meestal nog met een laagje vet (roos) is bedekt, kunnen heenkomen! Tenslotte geven zij het op, zij kunnen niet meer en dan wordt de hoofdhuid kaal, de haarwortels verzwakken, verschroniiielen en sterven fcnslotte, de hoofdhuid wordt hard. Dat is het einde on dan is geen redding meer mogelijk.
Nadat ik tevoren alle andere middelen tevergeefs had geprobeerd, heb ik thans door Silvikrin nieuw prachtig haar gekregen, dat gezond doorgroeit. Van de foto's kunt U naar goeddunken gebruik maken, schrijft ons de heer W.
MUN
PIEPA
Laat het nooit zoover komen, hoewel het ook meestal dan nog niet te laat is, wanneer tenminste de haarwortels nog toeken van leven geven. Bestrijdt Uw haaruitval. roos kale plekken, hevige jeuk van de hoofdhuid en kaalhoofdigheid met Silvikrin. het beste dat de wetenschap kent.
30 —
31 ^^^_-__-___M__
Kaai! Met bitterheid wordt de foto van enkele jaren geleden bekeken. Maak de foto opnieuw waar. — Silvikrin brengt U Uw haar terug.
Eeuwen en eeuwen hebben de geleerden van de goheele wereld gezocht naar een middel tot herstel van den haargroei. Thans is de vermaarde geleerde Dr. Weidner er in geslaagd zijn theorie tot werkelijkheid te maken, uit gezuiverd gezond menschenhaar een oplossing te bereiden, en deze houdbaar te maken. Deze vinding: Silvikrin genaamd, bevat dus alle stoffen, die noodig zijn, om aan don verzwakte, uitgeputte haarwortels nieuwe voeding te geven en ze levendig on gezond te maken. Zij bestrijdt verder krachtdadig do roos on do verharding van de hoofdhuid en verwijdert deze -kwalen geheel. Dat is van geweldige heteekonis. Professoren en Doctoren zoggen: Wanneer iedereen, dio met zijn haar sukkelt, Silvikrin gebruikt, dan behoort kaalhoofdigheid spoedig tot het verleden. Ondervind zelf welk een woldadigen, heerlijken en levenopwekkenden invloed Silvikrin op Uw hoofdhaar en hoofdhuid hoeft. Wanneer U lijdt aan roos, vermindering van den haargroei, kale plekken, kaalhoofdigheid, wanneer U 's morgens mot bezorgdheid de vele haren in Uw kam bemerkt (een teeken dat Uw haar ziek is), wacht dan geen dag langer, maar vraag volledige gratis inlichtingen over Silvikrin on het iKiekje „Ons Hoofdhaar", waarin op onderhoudende wijze de vinding van Dr. Weidncr is beschreven. I.ant U monsters zonden van Silvikrin zonder verplichting. Laat U duidelijk maken, waarom Uw baar Silvikrin noodig beeft en boe U liet kunt redden, maar doe het nu. Spoedig kan bet te laat zijn. Zend slechts onderstaundon bon op. Zend geen geld. U ontvangt alles gratis.
Aan Laboratorium Silvikrin RIIN Verlaatslraat 52-56, Rotterdam UWIl Als lezer van verzoek ik U. mij zooals in Uw advertentie aangeboden, gratis en franco te zonden: 1. Hot boekje „Ons Hoofdhaar"; 2. Een monster Silvikrin-Shampoon voor twee hoofdwassebingen; 3. Een monster Silvikrin-Haarwater; 4. Ueoordeclingen van Doctoren Naam: Straat:
Plaats: Indien Uw adrea oii den bon ni'-t duideltik leesbaar ja sehrlif het dan s.v.p. noH eens up een afzonderUJk stuk papier. Beiden in open enveIüPP« verzenden en met l'^ cent f rankeeren.
I.Q3 ff^ f^ l i&Jx
BOJ DOOR
eer JLBVBN
WOORDEN EN MUZIEK VAN HERMAN STENZ
Voorspel. Wiooljjk^
mßf
si e
^m mm
Sohstm -tfi-
5^
■
fe
'k5tAhier voor if met OM« di^b.je E n't
g g f
i
| _ T I_ T r "
r ^
Sg
■*•
Iied.je^ d
P
*
I
■
Zin. ge*
m
FH EATER
/•/t.
3 ^
J
wij hiermttejftt.weM Vnxzïïjk, lM4i.ti( M4i.tig ,2or.|e. .loo/j.' JA, liet lied i£ in ons le.veMVAnfiet alJer.groot5tö|e. ^ ^
Kom, schep vreugde in het leven En bekijk het met 'n lachl Zit niet altijd vol met zorgen. Moreen komt.er weer 'ndag. Laat Uw liedje blij weerklinken. Leutig moet het liedje zijn: 't Is de vreugde van het leven En de beste medicijn I
■
^
f
ïbae
mmm
Refrein:
Weg met alle kleine levenszorgen. Heden zingen wij een vroolijk liedl Wat er kome op den dag van ^morgen. Daaraan denken wij toch heden [niet!
Doe als wij, m'n lieve menschen, Zing 'n liedje bii het werk. Want dat maakt den arbeid lichter En ge voelt U eens zoo sterk. Wie maar neerzit bij de pakken. Zich begraaft in z'n verdriet. Die zal nimmer leeren weten Welk 'n kracht er schuilt in 't liedl
lAISON ODIOT 7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd m 7690
i"
Specialiteit voor geschenken in zilvet en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE jNo. 402 Red. en Adm. Galgewater 22 Leiden. Tel. 700 Postrekening 41880
Verschijnt wekelUks - PrU« per kwartaal f. 1,05.
LIL DAGOVER
10 October (FOTO UFA)