vonnls RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C1131536855 I KG
ZA
13-249
MWEB
Vonnis in kort geding van 18 maart 2013 in de zaak van de stichting
STICHTING OSTEOPOROSE CASEFINDING NEDERLAND, handelend onder de naam OSTEOPOROSE MEDISCH CENTRUM, gevestigd te Rotterdam, eiseres bij dagvaarding vanT maart 2013, advocaten mr. K.D. Meersma en mr. R. Chalmers Hoynck van Papendrecht te Amsterdam, tegen de vereniging
TROS, gevestigd te Hilversum, gedaagde, advocaten mr. H.A.J.M. van Kaam en mr. R. Kldters te Amsterdam,
Partijen zullen hiema OMC en Tros genoemd worden.
1.
De procedure
Ter terechtzitting van l5 maart 2013 heeft OMC gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, met dien verstande dat zij de vordering strekkende tot de afgifte van een verklaring voor recht ter zitting heeft ingetrokken. Tros heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en pleitnota's in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht om vonnis te wijzen' In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op l8 maart 2013 de beslissing gegeven en is aan partijen meegedeeld dat de uitwerking van die beslissing zal volgen op 5 april 2013. Het onderstaande vormt de uitwerking van de beslissing. rdirecteur OMC) Ter zitting waren aan de zijde van OMC aanwezig Tevens waren aan de met mr. Meersma en mr. Chalmers Hoynck van Papendrecht' zijde van OMC aanwezig
Cノ 13ノ
536855/KG ZA 13‐ 249 MW/EB
18 maart 2013
Aan de zijde van Tros waren aanwezig mr, Van Kaam en mr, Kl6ters, met A. Hertsenberg (presentatrice Radar), K. valk (redacteur Radar) en mr. A. van Trigt, bedrijfsjurist.
2. 2.1.
De feiten
oMC specialiseert zich in de diagnostiek en behandeling van patienten met osteoporose met behulp van een zogeheten Dexa-scan (een ,is
botscan).
directeur van OMC.
2.2.
In 2007 heeft OMC een vergunning aangevraagd op grond van de Wet op het bevolkingsonderzoek voor een project van getrapte-screen-ing op osteoporose in huisartsenpraktijken, dat al sinds 2002liep. OpZZ ilrtotrc,2007 heeft de Gezondheidsraad aan de Minister van voiksgizondheid, welzijn en Sport advies over die aanvraag uitgebracht. Dat advies bevat voor zove*u, b"lung d. volgende
passage:
E zijn volgens de aanvraag tot nu toe 372 praktijken (huisartsenpraktijken, vzr.) betrokken bij dit project. Hierbij zijn 143.ooo vragenrijsten aan praktiikingezetenen verstuurd op basis van een eerste risicoselectie en zijn er bijna 35 ooo botdichtheidsmetingen gedaan (...). ocN (oMC, vzr.) benadert huisartsen in geheel Nederland via mailing en inteinet en wil in het vervolg jaarlUks met 300 huisertsen afspraken maken over de screening. (... "(...)
),,
De vergunningsaanvraag is afgewezen. Dit heeft geleid tot aanpassing door OMC van haar werkwijze. De werkwijze is nu als volgt. 2^?.-
^
t.
vennootschap die aan OMC is gelieerd (Epidemiologie Rotterdam -e91 hiema: Epidemiologie) benadert Beheer B.V., huisartsen en licht ze voor over osteoporose en de mogelijkheid van diagnose bij risicogroepen in hun praktijk. De enig aandeelhouder van Epidemiologie is Jonker MedicA A Managemint
].1.
Consultants B.V., een vennootschap van de
heer
Laaistgenoemde is
tevens directeur van Epidemiologie.
2.3.2.
Indien een huisarts belangstelling toont, assisteert Epidemiologie de huisarts bij een mailing aan pati€nten in de risicogroep. Indien gewenst levert zij daartoe een standaardmodel van een briefaan en is zij behulpzaam bij de verzending daarvan. In die brief wordt uitleg gegeven over osteoporose en wordieen aantar risiiofactoren genoemd die van invloed zijn op het ontstaan daarvan. verder luidt die brief, voor zover van belang: " (...) Mocht u naar aanreiding van bovenstaande voorrichting menen mogerijk een verhoogd risico op osteoporose te hebben, dan kunt u uw risico door mij laten bepalen, door de ingevulde antwoordstrook toe te sturen in de bijgevoegde antwoordenvelop. u ontvangt dan spoedig een speciale vragenlijst welke u ingevuld terugstuurt. op grond van uw antwotrden kan ik dan uw osteoporose-risico inschatten. Mocht u inderdaad een verhoogd risico blijken te hebben, dan is er een medische indicatie om de botdichlheid bij u te laten meten door middel van een DEXA-scan. (...). Het betreft hier geen bevolkingsondezoek. De koslen
C/13/536855/KG ZA 13-249 MW/EB 18 maart 2013
voor het maken van een Dexa-scan vallen, met uitzondering van uw eigenrisico, onder de vezekerde zorg. (...) Ook als u in het verleden een DEXA-scen heeft gehad, of langer dan 2,5 jaar medicatie voor Osteoporose gebruikt wordt u uitgenodigd om te reageren.',
2.3.3, Als de patiEnt daarom vraagt, ontvangt hij de Vragenlijst Risicofactoren Osteoporose. Epidemiologie verwerkt de gegevens van deze door de patiEnt ingewlde vragenlijst en rapporteert daarover aan de huisarts. Indien naar aanleiding van de ingevulde vragenlijst is vastgesteld dat bij een pati€nt een verhoogd risico op osteoporose bestaat, verwijst de huisarts de patient door naar OMC voor het maken van een Dexa-scan. OMC verwerkt vervolgens de gegevens van de botscan en rapporteert daarover aan de huisarts.
2.4.
Ten overstaan van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda is een procedure gevoerd tussen OMC en CZ, de mrgverzekeraar van een aantal pati€nten dat bij OMC een Dexa-scan heeft laten maken. In die procedure vorderde OMC van CZ betaling van haar declaraties uit hoofde van door haar verleende zorg. CZ had geweigerd die declaraties te voldoen omdat volgens haar de huisartsen hun poortwachterfunctie niet voldoende hadden vervuld en de door OMC verleende zorg daarom niet verzekerd was. Bij voruris van 27 september 2012 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er vooralsnog van moet worden uitgegaan dat de huisartsen hun poortwachterfunctie hebben vervuld en CZ veroordeeld tot betaling van de declaraties. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingestetd. Die procedure loopt nog.
2.5.
Tros is een publieke omroepvereniging. Zij zendt onder meer het consumenten televisieprogramma Radar uit. Het programma wordt gepresenteerd door mw. A. Hertsenberg (hiema ook wel afgekort met de initialen AH). Tros Radar biedt tevens een platform voor discussie en commentaar op haar website
. Op die website kunnen ook oude afleveringen van het programma worden bekeken.
2.6.
Op25 januari 2013,28 januai20l3 en 1l februari 2013 heefteen redactiemedewerker van Radar contact gehad met de directeur van OMC, dhr. in verband met een reportage over OMC, zowel per telefoon als per e-mail. Op 25 januari 2013 heeft deze redactiemedewerker eveneens contact gehad met de advocaat van OMC. Uit de als producties 2, 4, 5 en 6 door Tros overgelegde transcripties van de gesprekken met dhr. en e-mailcorrespondentie blijkt dat de redactiemedewerker onder meer aan dhr. heeft gemeld dat Radar brieven heeft ontvangen van pati0nten die zich afvragen hoe de rolverdeling tussen OMC en de huisartsen is en dat dit onderwerp van de reportage zal zijn. Tevens blijkt uit genoemde producties dat dhr. in deze voorfase inhoudelijk heeft gereageerd op de vraag naar de rolverdeling.
2.7.
In de uitzending van maandag I 1 februari 2013 heeft Radar aandacht besteed aan OMC. Het item bestaat uit de weergave van fragmenten uit een
C/13ノ 536855/KG
ZA 13‐ 249 MW/EB
18 maart 2013
interview met vier mensen uit Sleen (hierna afzonderlijk aangeduid als Stef, Karin, Liesbeth en EIs en gezamenlijk als: 'de vrienden uit Sleen') afgewisseld met fragmenten uit een interview met dr. P. Elders (huisarts, onderzoeker aan het VUmc en auteur van de richtlijn osteoporose van het Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG), hiema ook wel afgekort als Dr. PE). Daarna heeft mw. Hertsenberg in de studio dhl geihterviewd. Hieronder zal de inhoud van de uitzending worden weergeven, voor zover relevant voor de beoordeling van het geschil.
AH: "Je ontvangt een brief met
het vezoek om een scan te ondergaan om te zien bolontkalking hebt. De huisarts heeft jouw naam doorgegeven.,, Els: "Dit heeft niks meer te maken met zorg voor mensen, dit heeft te maken met commercie."
stef: 'Misbruik/gebruik maken van de vertrouwensrelatie die er
ofje
is tussen een patient en een
arls. "
Karin: "lemand van de partUen die zit te liegen, of die van de huisarts of die van het osteoporose stichting."
Dr. PE: "(... ) dus als je die groep op grote schaal gaat ondezoeken ga je medicaliseren en overbehandelen." AH: "Stef, Karin, Liesbeth en Els hebben gehoor gegeven aan een oproep om zich te laten onderzoeken op osteoporose (...)" Karin: "(...) ze wekken in het eerste % van de brief wekken ze op dat het wel een bevolkingsonderz oek is en dan stiaat er met hele kleine lettertjes dat dat het niet is.,, AH: 'Om duidelijkheid te krijgen besluiten we als kleindochter te bellen naar een van de huisartsen. We krijgen een medewerker aan de t€lefoon., Medewerker huisarts: "Ja wij hebben gegevens aangeleverd, de adressen van de patidnten zeg maar aangeleverd en de vragenliist loopt allemaal via het Osteoporose Medisch Centrum en daar is het weer naar teruggestuurd zeg maar en aan de hand daarvan zijn ze uitgenodigd." Radar: 'Nog een keer voor mijn duidelijkheid: dus de huisarts die heeft het patienten bestand aan het medisch centrum gegeven, het medisch cenlrum heeft de vragenlijst gestuurd?"
Medewerker huisarts: "Ja, " Radar: "en als zij een score hadden van 4 of meer - ja
- heeft het medisch centrum de huisarts verzocht om die Dexa-scan te laten doen.,' Medewerker huisarts: "Ja, klopt, ja." AH: "Reden temeer om de vragenlijst voor te leggen aan petra Elders (...) De vrienden uit Sleen vragen zich af of bij hen een botdichtheidmeting wel nuttig is." Liesbeth: "Het enige wat ook gevraagd werd of mijn moeder of een van de ouders oolt iets heeft gebroken. Dan was mijn moeder 82 en toen brak zij haar heup. En dat was duidelijk de aanleiding voor hen om mij op te roepen.' Dr. PE: 'Als je geen andere risicofactor hebt en alleen maar een moeder met een heupfractuur dan is dat geen aanleiding voor een Dexa-scan en dan zijn dus de risicofactoren een beetje opgerekt. En als ik nou naar die vragenlijst kijk dan heb ik ook de indruk dat dat het geval is, want de vragen die gesteld worden die worden allemaal net wat ruimer, bijvoorbeeld: in de richtliin (NHG-richtlijn, vzr.) staat dus ats iemand ouder is dan 50 en je hebt wat gebroken dan is dat aanleiding zeker als je net wat gebroken hebt is dat aanleiding om echt wat te gaan doen. Meteen. En een van die vragen die gesteld wordt is:
C/13/536855/KG ZA 13‐
249 MW/EB
18 maart 2013
heeft u op volwassen leeftiid iets gebroken. Nou, dat is opgerekt, want je bent volgens mij volwassen vanafje 18', he, dus ik kan daar nlet goed mijn vingers achter krijgen, want er staat nergens als vraag hoe oud was u nou precies toen u wat brak. En als die mensen dus naar aanleiding van die vragenlijst niet een onderhoud met de arts hebben gehad dan kan het niet anders dan dat er een beetje grof gewogen is.', AH: ,Grootschalig screenen op osteoporose heeft dus niet zoveel zin. En toch is het gebeurd. ln de uitnodigingsbrief staat dan wel dat het niet om een bevolkingsondezoek gaat, maar ls dat ook zo? (... ) In 2007 heeft de eigenaar van het OMC onder de naam Osteoporose Casefinding een vezoek ingediend bij het Ministerie en de Gezondheidsraad om een bevolkingsonderzoek te mogen starten om grootscheeps te gaan screenen op osteoporose bij huisartsenpraktijken. Dit is toen afgewezen omdat het niet voldeed aan de eisen van de NHG+ichtlijnen en aan de criteria voor wetenschappelijke deugdelijkheid.', Dr. PE: "En waarom is ie toen afgewezen, omdat gewoon de Gezondheidsraad zei het is onvoldoende bewezen voor die mensen in dat grijze gebied, die mensen met licht verhoogd risico, die mensen met die scoretabel van 4 ofje daar wel goed aan doet om op grote schaal die meting te doen. (..,)" AH: "Er zijn dus twee manieren waarop je als bedrijf de Dexa-scan mag gebruiken. Dat is via een bevolkingsondezoek of via een verwijzing van de huisarts. Een vergunning voor bevolkingsondezoek heeft het OMC niet dus is de veMijzing van de huisarts heel essentieel. En dat verklaart dan toch wel de opmerkelijke tip op hun website om de scan vergoed te krijgen van de zorgvezekeraar. Zo is onder het kopje ,vragen van uw zorgvezekeraar' duidelijk dat jij als patient attud degene moet zijn die het initiatief heeft genomen en zich tot de huisarts heeft gewend met een hulpvraag. En een ding is zeker, in het Drentse Sleen op eigen venoek zouden ze nooit een botontkalkingsonderzoek hebben gedaan." AH: "Maar wat belaal je eigenlijk voor de OMC Dexa-scan?"
Stef: .€ 272 voor even over zo'n scan gehaald te worden.,,
AH: "Maar daar kreeg-ie wel een mooi advies voor." Stef: 'Ja ik vond het leuk die brief met losliggende snoertjes, verlichting op donkere plekken en je moest genoeg buiten komen, melk drinken, afstapjes, vitamine D, zonlicht. Nou voor € 272 vind ik dat een leuk advies wel." Dr. PE: "Nou, ik vind dat heel veel geld. lk snap ook niet goed het doel, ik maak veel Dexascans mee en door het ondezoek weet ik ook precies wat het kost. En volgens mij is de prijs van een Dexa-scan met alle aanvullende ondezoeken daarbii, want tegenwoordig doe je vaak aanvullend onderzoek, zou toch niet meer dan iets van € 150,00/€ 160,00 moeten kosten." AH: "Het OMC rekent dus bijna het dubbele voor de scan en het bijbehorende onderzoek. Petra Elders herkent onmiddellijk de uitnodigingsbrief voor het osteoporose ondezoek die de vrienden in Sleen hebben gehad." Dr. PE: "Op een moment kreeg ik via een kennis zo'n brief zoals u net voorhield kreeg ik in handen en dat heb ik toen doorgestuurd naar de lnspectie (voor de Gezondheidszorg, vzr.). lk heb dus een ofriciele klacht ingediend van volgens mii wordt hier de Wet bevolkingsonderzoek overtreden en ... met loestemming van degene die die brief had gekregen en toen is de lnspectie tot de bodem gaan uitzoeken en die hebben toen de huisartsen die dat programma hadden opgesteld geordonneerd om daarmee op te houden, omdat ze inderdaad de Wet bevolkingsonderzoek hadden overtreden."
Cノ 13/536855/KG
ZA 13‐
249 MW/EB
18 inaart 2013
zit
AH:
"Bij mij in de studio directeur van het OMC (...). En ik wil eerst nog even iets zeggen over de vragenlijst in het filmpje. Dat is niet de vragenlijst die huisartsen gebruiken of die mensen invullen voordat ze door de huisarls naar het OMC worden verwezen, het is de risicotest zoals die staat op de website van het OMC. Dat wil ik even gezegd hebben. (... ) De Wet op het bevolkingsondezoek in Nederland zegt Als ondezoek op initiatief van een arts of een instantie gedaan wordt - en u bent een instentie- dat niet plaatsvindt naar aanleiding van klachten van een patient dan is het bevolkingsondezoek. Dus u doet
bevolkingsondezoek. (...) Wij hebben zowel de NHG natuurlijk gesproken maar ook de Nederlandse Zorgautoriteit en die bevestigen beide dat een Dexa-scan ongeveer€ 150,00 kost. Biiu€.272,00.'
2.8.
Op 28 februari 2013 heeft een redactiemedewerker van Radar de ingevulde vragenlijst van Liesbeth, waarover Radar na de uitzending de beschikking heeft gekregen, per e-mail aan dr. Elders toegezonden met de vraag of Liesbeth op basis van haar antwoorden voor een botscan had mogen worden uitgenodigd.
2.9.
Nog diezelfde datum heeft dr. Elders per e-mail als vol6 gereageerd: "(...) Als ik deze vragenlUst onder ogen had gehad, had ik nog sleeds gezegd dat bii mij de indruk bestaat dat de risicofactoren om op te roepen wat opgerekt zi,n en ik zou een voorbeeld hebben gegeven. Oat voorbeeld zou echter een ander voorb€eld zijn geweest dan het voorbeeld dat ik tijdens de uitzending heb genoemd. Als ik de vragenlijst goed interpreteer betreft het iemand van 63 jaar met een ouder met een heupfractuur. Oat zin 2 risicopunten. De NHG richtlijn die toen geldig was (er is nu een nieuwe richtlijn) adviseerde op te roepen bij 4 punten of meer. Deze vragenlijst vormt geen aanleiding om iemand op te roepen voor een DH(A meting."
2.10.
Een briefvan de advocaat van het Nederlands Huisartsen Cenootschap aan de advocaat van OMC van 14 februari 2013 luidt, voor zover van belang: "(... ) De Osteoporose Risicotest (alsmede de door u toegestuurde vragenlijsl risicofactoren osteoporose) van uw cliente is(zijn) niet in overeenstemming met en voldoet(n) niet aan de NHc-Standaard Fractuurpreventie. (.. . )"
3.
Het geschil
3.1. OMC vordert na vermindering van eis, samengevat: I) (ingetrokken); II) Tros te bevelen om in de eerstvolgende televisie-uitzending van Tros Radar
IIl)
na betekening van het vonnis bij aanvang van de uitzending in een neutrale presentatie de rectificerende mededeling te doen die onder II van het petitum van de dagvaarding staat vermeld, dan wel een andere mededeling die de voorzieningenrechter passend acht; Tros te bevelen om op de webpagina's trosradar.nl en forum.www.trosradar.nl, alsook op andere websites van Tros en Radar, alsook in de eerstvolgende editie van het magazine RADAR+ de onder III van het petitum van de dagvaarding weergegeven rectificatie te plaatsen, althans een rectificatie die de voorzieningenrechter passend acht;
C/13ノ 536855/KG
ZA 13‐ 249 MW/EB
18 maar1 2013
IV)
V) VD VII)
Tros te bevelen om het beeldmateriaal van de uitzending van Radar d.d. I I februari 2013 te verwijderen en verwijderd te houden vin het intemet en voor zover zij daartoe niet zelf in staat is, de beheerders van de websites waarop het beeldmateriaal te vinden is te verzoeken het beeldmateriaal te verwijderen, onder toezending van het bewijs van die aanschrijving aan de advocaat van OMC; Tros te bevelen zich te onthouden van het doen van verdere oruechtmatige uitingen jegens OMC; Tros te veroordelen tot betaling van een dwangsom voor iedere dag dat zij in strijd handelt met de onder II, II en IV gevorderde geboden en verboden; Tros te veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Tros voert verweer. Op de stellingen van partijen zal, voor zover van belang, hiema worden ingegaan.
4. 4.1.
De beoordeling
Omdat in dit geval sprake is van een procedure waarin een voorlopige voorziening wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel l27a lid I en lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden - buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van 6dn ofbeide partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
4.2.
Volgens OMC zijn meerdere uitlatingen en beweringen in het Radar programma van maandag I I februari 2013 onjuist, diskwaliciferend enlof misleidend. De vorderingen van OMC strekken tot beperking van het in artikel l0 lid I van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) neergelegde grondrecht van Tros op vrijheid van meningsuiting. Het belang van Tros is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opinidrend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Dat recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen, in dit geval OMC (artikel l0 lid 2 EVRM). Het belang van OMC is erin gelegen dat zij niet wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen die haar goede naam aantasten. Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen en beweringen over OMC in het programma Radar oruechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag of dat het geval is, dienen de - in beginsel gelijkwaardige - rechten van partijen tegen elkaar te worden afgewogen, waarbij alle terzake dienende omstandigheden van het geval van belang zijn.
C/13/536855/KG ZA 13-249 MW/EB 18 maart 2013
4.3.
In de bestreden uitzending van l1 februari 2013 wordt de medische dienst die OMC aanbiedt besproken. Volgens OMC wordt ten onrechte de indruk gewekt dat zij geen doeltreffende zorg levert, dat zij zonder vergunning bevolkingsondezoek doet en dat zij aanzienlijk meer kosten in rekening brengt dan andere zorgaanbieders. Hieronder zal eerst worden onderzocht ofdat inderdaad het geval is en of in voldoende mate wederhoor is toegepast, waama zal worden besproken of daaruit volgt dat Tros onrechtmatig jegens OMC heeft gehandeld door het programma uit te zenden.
4.4.
In de uitzending leidt mw. Hertsenberg het onderwerp in met de woorden: "Je onfiang! een brief met het verzoek om een scan le ondergaan om le zien ofje botontkalking hebt. De huisarts heeft jouw naam doorgegeven. " Met OMC is de voorzieningenrechter van oordeel dat de eerste zin van deze mededeling onjuist is. Uit de tekst van de briefblijkt dat het niet gaat om een oproep van OMC aan de ontvanger van de briefom een botscan te ondergaan, maar een aanbod van de huisarts van de ontvanger van de briefaan hem ofhaar om, indien hij of zij daar behoefte aan heeft en er een medische indicatie is, een botscan te maken. Weliswaar is gebleken dat bij een aantal pati€nten de indruk is ontstaan dat het om een oproep ging en bevat de slotzin van de briefeen expliciete uitnodiging aan een bepaalde groep patienten, maar dit maakt de brief nog niet tot een oproep.
4.5.
Anders ligt het voor de tweede zin. In het programma heeft een medewerker van Radar, zich voordoend als een familielid van een pati€nt, gebeld met de huisartsenpraktijk van die pati€nt. Telefonisch heeft een medewerker van de huisartsenpraktijk te verstaan gegeven dat in het kader van de voorbereiding van de betreffende brief de patiEntgegevens aan OMC waren doorgegeven. OMC stelt dat de door de medewerker van de huisarts gedane mededelingen onjuist zijn, maar - wat daar ook van zij - dat neemt niet weg dat die mededelingen wel zijn gedaan. Bovendien is Epidemiologie, een nauw aan OMC gelieerde ondememing, de huisartsen behulpzaam bij de voorbereiding en verzending van de mailings, waaronder - naar de voorzieningemechter begrijpt - ook de eerste briefvan de huisarts aan de patiiint. OMC heeft hiertegen ingebracht dat de patiEnten zich bij het retoumeren van de vragenlijst ermee akkoord verklaren dat Epidemiologie de gegevens verwerkt en aan de huisarts rapporteert, maar dat gebeurt pas in een laler stadium. Het feitenmateriaal dat de programmamakers bij het maken van het item ter beschikking stond, bood dan ook voldoende steun voor de mededeling dat de huisarts de naam van de pati€nt aan OMC had doorgegeven.
4.6.
De'vrienden uit Sleen'en dr. Elders hebben in de uitzending hun mening over de werkwijze van OMC gegeven: "Dil heeft nil<s meer le maken met zorg voor mensen, dit heeft te maken mel commercie,
"
"MisbruiAgebruik maken van de vertrouu'ensrelalie die er is tussen een een arls. "
palie
erl
C/13ノ 536855/KGZA
13-249 MW/EB
18 maalt 2013
"Iemand van de partijen zit te liegen, of die van de huisarts of die van de osteoporose stichl ing. " ".,. dus alsje die groep op grote schaal gaot onderzoeken, gaje medicaliseren en dus overbehandelen. " Met OMC is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze uitlatingen zonder meer diskwalificerend zijn voor oMC. Niet alle diskwalificerende uitlatingen zijn echter onrechtmatig. Het recht op vrije meningsuiting omvat immers mede het recht op het geven van informatie die kan kwetsen, schokken of verontrusten.
4.7.
In de uitzending wordt gemeld dat'de vrienden uit Sleen' gehoor hebben gegeven aan een oproep om zich te laten onderzoeken op osteoporose. Voor deze mededeling geldt dat die onjuist is voor zover wordt gesproken van een oproep. Verwezen wordt naar hetgeen hiervoor onder 4,4 reeds is overwogen.
4.8.
OMC stelt verder dat de programmamakers Karin hebben laten zeggen dat er sprake is van'kleine lettertjes'. Hiermee hebben zij volgens OMC de onjuiste indruk gewekt dat het de bedoeling is geweest om de patidnt op het verkeerde been te zetten en ervan te overtuigen dat het zou gaan om een onderzoek waarmee de volksgezondheid zou worden gediend. Deze stelling wordt verworpen. Ten eerste is er vooralsnog geen aanleiding om te veronderstellen dat Karin de uitlating niet spontaan heeft gedaan, maar dat deze is uitgelokt door de programmamakers. Verder wordt, terwijl deze uitlating wordt gedaan, de brief getoond en ingezoomd op de zin waarin staat dat het niet gaat om een bevolkingsonderzoek. De kijker kan daardoor zelfvaststellen dat die zin middenin de tekst van de brief staat - en dus niet op een verscholen plekje en dat de lettergrootte van die zin dezelf
4.9.
Volgens OMC is in de uitzending in onvoldoende mate rechtgezet dat Tros
aan dr. Elders een verkeerde vragenlijst heeft voorgelegd. Onbetwist is dat de
vragenlijst waarop dr. Elders in het programma reageert, niet de Vragenlijst Risicofactoren Osteoporose is die aan de patiCnt wordt toegezonden, maar de Osteoporose Risicotest die op de website van OMC staat. Mw. Hertsenberg heeft dat voorafgaand aan het studio-interview ook vermeld, maar OMC acht dat onvoldoende. Zij is van mening dat door het gebruik van de onjuiste vragenlijst de reactie van dr. Elders van nul en generlei waarde is en dat mw. Hertsenberg dat duidelijk had moeten maken. Bovendien wordt volgens OMC in de uitzending ten onrechte de indruk gewekt dat de vragenlijst ondeugdelijk is, omdat Liesbeth alleen op grond van de heupfractuur van haar moeder zou zijn uitgenodigd voor een Dexascan.
Ten aanzien van de vragenlijst wordt het volgende overwogen. De door Radar geinterviewde pati0nten beschikten niet meer over de door hen ingevulde vragenlijsten. De programmamakers hebben daarom gebruik gemaakt van de Osteoporose Risicotest die op de website van OMC staat. Deze lijst wijkt af van de
C/13ノ 536855/KG
ZA 13‐ 249 MW/EB
10
18 maart 2013
Vragenlijst Risicofactoren Osteoporose die aan de pati€nten is gestuurd. Deze laatste vragenlijst bevat namelijk meer en andere vragen en op het eind de vraag ofde patidnt wil worden uitgenodigd voor een botdichtheidmeting. Daaruit trekt OMC de conclusie dat indien de juiste vragenlijst zou zijn gebruikt, zou zijn gebleken dat de Dexa-scans steeds op verzoek van de patiEnt zijn gemaakt, Daarmee zou volgens OMC iedere grond aan de reportage zijn komen te vervallen. Hierin volgt de voorzieningenrechter OMC niet. Zoals hiervoor onder 4.4 al aan de orde is gekomen, heeft een aantal patiEnten op de vragenlijst aangegeven te willen worden uitgenodigd voor een botscan omdat zij de indruk hadden dat de uitnodiging niet vrijblijvend was. Daarmee kunnen vraagtekens bij de hulpvraag worden gesteld, waarover hiema meer. Dat de vragenlijsten van elkaar verschillen, wordt niet van doorslaggevend belang geacht. OMC hanteert immers beide vragenlijsten naast elkaar om het risico op osteoporose te kunnen bepalen. Bovendien heeft dr. Elders naderhand verklaard dat haar reactie niet wezenlijk anders zou zijn geweest indien haar dejuiste vragenlijst zou zijn voorgelegd, omdat volgens haar ook in dejuiste vragenlijst sprake is van opgerekte criteria. Daarbij komt nog dat het NHG heeft verklaard dat de juiste vragenlijst evenmin in overeenstemming is met de NHGStandaard Fractuurpreventie. Ten aanzien van de suggestie dat Liesbeth uitsluitend op basis van de heupfractuur van haar moeder is uitgenodigd voor een botscan, geldt nog het volgende. Uit de e-mail van dr. Elders blijkt dat zij op basis van de door Liesbeth gegeven antwoorden tot twee punten komt en niet tot vier, de drempel voor een uitnodiging voor een botscan. OMC stelt wel dat in het geval van Liesbeth sprake was van meer risicofactoren dan alleen de heupfractuur - en natuurlijk haar leeftijd - maar zij heeft dat niet aannemelijk gemaakt.
4.10.
In reactie op een fragment van het interview met dr. Elders concludeert mw. Hertsenberg dat grootschalig screenen op osteoporose niet zoveel zin heeft, maar dat het toch is gebeurd. Zij vervolgt met de stelling dat in de uitnodigingsbriel dan wel staat dat het niet om een bevolkingsonderzoek gaat, maar dat de vraag kan worden opgeworpen ofdat wel zo is. Volgens OMC is deze mededeling onjuist omdat geen sprake is van screening op grote schaal. In dit verband wordt het volgende overwogen. Dat OMC aan screening (het verrichten van onderzoek) doet, staat wel vast. Verder stond ten tijde van het maken van de uitzending vast dat OMC tot en met oktober 2007 (met de oude werkwijze waarbij de uitnodigingsbrief meer als een oproep was geformuleerd, waarover hiema meer) 35.000 Dexa-scans heeft uitgevoerd onder 372 huisartsenpraktijken en dat het destijds de ambitie van OMC was om jaarlijks met 300 huisartsen afspraken te maken over de screening. Vast stond tevens dat, nadat een vergunningsaanvraag van OMC voor het venichten van bevolkingsonderzoek in 2007 was afgewezen, zij haar werkwijze heeft aangepast in die zin - kort gezegd - dat de uitnodigingsbrief niet langer als een verzoek is geformuleerd, maar als een aanbod. Na aanpassing van haar werkwijze heeft OMC haar werkzaamheden hervat. De gemiddelde huisartsenpraktijk heeft een groot aantal pati€nten. Volgens de eigen stellingen van
C/13/536855/KG ZA 13-249 MW/EB
ll
18 maa■ 20:3
OMC hebben de huisartsen 227o van de voorgelichte patienten naar haar verwezen voor het maken van een Dexa-scan. Al met al is derhalve een groot aantal patienten door OMC op osteoporose onderzocht. Een en ander strookt ook met het streven van OMC om osteoporose - volgens haar de vierde volksziekte - te bestrijden. Voor de mededeling dat op grote schaal is gescreend, bestond dan ook voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal.
4.11.
In de uitzending wordt verder aandacht besteed aan het feit dat op de website van OMC onder het kopje 'vragen van uw zorgverzekeraar' de tip staat dat de patiEnt, wil hij de scan vergoed kijgen, aan zijn verzekeraar moet melden dat het initiatiefvoor de scan bij hem ofhaar heeft gelegen en dat hij of zij zich met een hulpvraag bij de huisarts heeft gemeld, dit terwijl 'de vrienden uit Sleen' uit eigen beweging nooit een Dexa-scan zouden hebben aangewaagd, Volgens OMC is deze mededeling onjuist, ten eerste omdat de tip op haar website strookt met de door haar gevolgde procedure, waarbij het initiatiefvoor de Dexascan bij de pati€nt ligt en ten tweede omdat 'de vrienden uit Sleen' wel degelijk uit eigen beweging hebben gevraagd om een Dexa-scan. In deze zienswijze volgt de voorzieningenrechter OMC niet. Zoals hiervoor onder 4.10 reeds is overwogen, is de stelling dat het initiatiefvoor de botscan niet bij de patidnt - en dus ook bij de 'vrienden uit Sleen' - ligt maar bij OMC verdedigbaar, omdat de uitnodiging weliswaar door de huisarts wordt ondertekend, maar OMC, althans de nauw aan haar gelieerde ondememing Epidemiologie de motor achter de mailings van de huisartsen is. Epidemiologie benadert immers actief de huisartsen en is hen behulpzaam bij het aanschrijven van de patienten. Bovendien blijkt dat de uitnodigingsbrief soms door pati€nten wordt opgevat als een oproep omdat zij een aanbod van de huisarts niet als geheel vrijblijvend ervaren, zodat de vraag gerechtvaardigd is in hoeverre sprake is van een hulpvraag van de pati6nt.
4.12.
In de uitzending meldt dr. Elders dat zij naar aanleiding van (naar de voorzieningenrechter begrijpt) zo'n briefals 'de vrienden uit Sleen' hebben ontvangen, bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna ook wel: de Inspectie) een klacht heeft ingediend dat OMC de Wet op het bevolkingsonderzoek overtrad en dat de Inspectie heeft geconstateerd dat inderdaad sprake was van overtreding van de Wet op het bevolkingsonderzoek. Volgens OMC is hiermee ten onrechte het beeld gecrederd dat de huidige werkwijze van de betrokken huisartsen en OMC in strijd is met de Wet op het bevolkingsonderzoek en dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg hiertegen al heeft opgetreden. Gebleken is dat de klacht die dr. Elders bij de Inspectie heeft ingediend, betrekking had op de werkwijze van OMC en de betrokken huisartsen in 2006. Voor die werkzaamheden had OMC in 2007 een vergunning in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek aangevraagd, maar die is afgewezen. Nadat de Inspectie die activiteiten van OMC een halt had toegeroepen, heeft zij haar werkwijze aangepast. Over de huidige werkwijze van OMC loopt geen klacht bij de Inspectie. Deze uitlating van dr. Elders blijkt dus niet te kloppen. Het is echter niet zo dat een
Cノ
13/536855/KG ZA 13-249 MW/EB
12
18 maart 2013
uitlating van een derde pas mag worden uitgezonden als die opjuistheid is gecontroleerd. Het brengen van nieuws door middel van interviews, bewerkt of niet, is een van de belangrijkste middelen van de pers bij het vervullen van haar rol als "publieke waakhond". Maatregelen ter beperking van de verspreiding van uitspraken van een andere persoon kan de bijdrage van de pers aan het publieke debat in sterke mate hinderen. Een dergelijke maatregel kan dan ook slechts worden overwogen indien daar zeer sterke redenen voor zijn. Dat is hier niet het geval. Overigeni is de vergissing van dr. Elders begrijpelijk, omdat de uitnodigingsbriefzoals die voorheen luidde, gelijkenis vertoont met de huidige uirnodigingsbrief.
4.13.
Aan het begin van het studio-interview met dhr. heeft mw. Hertsenberg gezegd, waarbij duidelijk was dat zd een tekst oplas: "Als onderzoek op initiatiefvan een arts ofeen instanlie gedaan v,ordt dat niet plaatsvindt naar aanleiding van klachlen van een patiCnt, dan is het bevolkingsonderzoek, dus u doet bevolkingsonderzoek. " Volgens OMC heeft mw. Hertsenberg, de presentatrice van het programma, door deze tekst voor te lezen van papier ten onrechte de indruk gewekt dat zij de wettekst voorlas. Dit is volgens OMC van belang omdat in de wettekst het woord .klachten' niet voorkomt en osteoporose niet met klachten gepaard gaat. Gebleken is dat mw. Hertsenberg een fragment heeft voorgelezen uit de inleidende opmerkingen bij de Wet op het bevolkingsonderzoek, en wel uit het deel waarin de hoofcllijnen van de wet worden geschetst. De programmamakers hebben deze tekst dan ook niet verzonnen, zoals OMC stelt, maar deze is afkomstig uit een gezaghebbende bron. De reden dat niet gekozen is voor de wettekst zelf maar voor een toelichting daarop, is volgens Tros dat de wettekst te ontoegankelijk is om aan de gemiddelde kijker snel duidelijk te maken wat een bevolkingsonderzoek precies is. Die keuzevrijheid hadden de programmamakers naar het oordeel van de voorzieningenrechter.
4.14. OMC is van mening dat de programmamakers melding hadden moeten maken van de uitspraak van de voorzieningenrechter te Breda, waarin is geoordeeld dat de huisartsen die met OMC hadden samengewerkt hun poortwachtersfunctie naar behoren hadden vervuld en dat daarom sprake was van verzekerde zorg. Naar de voorzieningenrechter begrijpt, stelt OMC zich op het standpunt dat uit die uitspraak blijkt dat het initiatief voor de Dexa-scans niet bij OMC heeft gelegen, maar bij de huisartsen en dat daarom geen vergunning voor haar werkzaamheden is vereist. OMC is van mening dat de reportage onevenwichtig is doordat deze uitspraak niet is genoemd. Tros voert als verweer dat de uitspraak in het programma niet is genoemd omdat het niet ging om een principidle beslissing van de rechter over de vraag ofeen vergunning vereist is voor de werkzaamheden van OMC, maar om de incasso van een geldvordering en dat het bovendien ging om een voorlopig oordeel van een voorzieningenrechter, waartegen hoger beroep is ingesteld. Vooropgesteld wordt dat de pers in beginsel de vrijheid heeft om - rekening houdend met de rechten van derden - haar berichtgeving zo in te kleden als zij
C/13/536855ノ KG ZA 13‐ 249
MW/EB
!8 maart 2013
wenst. Aan OMC kan worden toegegeven dat indien deze uitspraak _ waarmee de programmamakers bekend waren in de uitzending zou zijn ginoemd, enit zou zijn geboden aan de stelling dat h'et initiatielvoor de Deia-scans 1gge1e91vight bij oMC ligt. Aan de andere kant-betrof de piocedure in Breda een geldvordering, waarin de vraag naar de geoorloofdheid van de werkwijze van OMCop grond va"n de wet op het bevolkingsonderzoek niet centraal stond] Bovendien i, rioier u.ro.p ingesteld tegen dat vonnis' Ten tijde van het maken van de reportage konden dan ook de nodige vraagtekens worden geplaatst bij de betekenis van hit vonnis van de voorzieningenrechter te Breda voor dJ geoorroofdheid van de werkwijze uan ouc.
4.15. De laatsre bezwaren vaL Of!!]eeen de uitzending betreffen de uirlatingen met de strekking dar de kosten die OMC i-n rekening brenfr buitensporig zouden zijn. Stef, C6n van .de vrienden uit Sleen,,
h";t "
rieldt ii de uitzenaini aut" €,272,00.in rekening wordt gebracht om ,.even over zo,n scan te worden gehaald,,. De reactie van dr' Elders daarop is dat vorgens haar een Dexa-scan met aanvulende onderzoeken niet meer dan ongeveer € l5O- i € 160,00 zou moeten kosten. Vervolgens concludeert mw. Hertsenberg met de woorden dat OMC Uiina tret dubbele voor een Dexa-scan en het bijbe-horende onderzoek rekent. Dit klopt volgens oMC niet. Zij steltiat haar tarieven maittconform zijn en in veel gevallen zelfs lager. De kosten waamaar Radar en dr. Elders verwijzen, zijn votgen, OMC.vermoedelijk afkomstig vande DBC zorgproducten tariefapiticatie ale " beschikbaar is via de website van de Nederrand-se Zorgautoriteit. biaarin staat voor een losse Dexa-scan een wettelijk vastgesteld tarief vir 1in 2012) € 104,56. OMC stelt dat zij niet een rosse De*uo"* u*bi"dt, maar aat ,rj in a" *""rt. !"rutt"n in -waarvan aanvulling op de scan ook idn ofmeer polikrinische consirten aanbiedt, de prijs niet.wettelijk is vastgestctrt. V.olgens OMC blijkt uit;e DBC zorgproducten tariefapplicatie dat de kosten die zij voor deze extra consulten rekent onder het landelijk gemiddelde liggen. In dit verband geldt het volgende. De eerste twee uillatingen zijn gedaan door derden en.met-elkaar verenigbaar. De stelling van m*. H-".ts"nieig, dat oMC bijna het dubbele rekent voor een Dexa-scan, is gJaseerd op die uitlatirilen. De programmamakers mochten zich vertaten op de mening van dr. Eldirs, omdat zij bij uitstek deskundig is op het gebied van de Dixa-scan en-de kosten daarvan. Bovendien heefr oMC onvordo_ende aannemelijk gemaakt dat zij exrra zorgverleent ter waarde van bijna € 170,00. In de uitzending wordt alleen meiding gemikr van een advies om losliggende snoeren en donkerJoekjes te vermijd"rrii und"r"
algemeenheden.
4.16. oMC stelt dat Tros haar onvoldoende
mogelijkheid tot het rechtzetten van de fouten in de berichtgeving heeft geboden en daizij ook voor het overige onvoldoende mogelijkheid tot het geven *""-r*oord heeft gekreg-en. OMC stelt in dat verband dat weliswaar aan haar directeur "", e"n uuntul u.ui"n i."roo.!"r"ga ter voorbereiding van het studio-interview, maar dat de uiteinderijligesterd" heel anders luidden. verder stelt oMC dat zij pas kort voor de uiizeiding in de gelegenheid is gesteld om de reportage te b.kilk"n .n dat er op dat rnorlnt
u-
;;;";"
g".,
= U ロ ー ー ー ロ ロ ー ー ー ー ー ー ー ー ー ー
31篇 ::irKGZA13-249 Mw/EB
14
editOr rncer beschikbaar was,zOdat er niets meer aan de repOrtagc kOn wOrden
geWJZigd.
絆欄 樹i
鮮恥 leadlilillll:‖
li][│:器 I11::r
)die wcrkwIJze.Verder is Onbetwist dat de tet een week is uitgesteld in verband met
(ant van het verhaal zOu kunnen dOen.Dat ieci van de v00rzieningenrechter is
趾l凝鮮T棚静 ∬ lti] de vragcn niet allcmaal vOOrafaan OMc
oc had TrOs niet
den beantwOOrd ofde uitzending
ふ鵠 l麗 盤1瞥 乱滞g Of ::ど
職 脚 薦 搭 椰ぬ l欄螺難轡靴 1轍 搬 鱗鞘 撫 s
mw.Hertsenberg,de keuze van
t in dc uitzending zjn gemonteerd de
″ 蹴胤躙 携蠍藩
d♂ e
節訛ど 認∬ f[蹴rォ譜 ξ 鳳電 躙尋狙:霊ittt臨∬ W lЬ
l`11:ざ ::i」
KG ZA 13‐ 249
Mw/EB 15
het programma, in onderringe samenhang bezien, worden niet onjuist of misleidend
4.19. ondanks de constatering dat Radar ten aanzien van de eerste brief aan de pati€nt onjuiste informatie tr""n-veot.ett, tr, *rden dat Radar zich had moeten onthouden van de suggestie dat OMC fi Eif Uevottingsonderzoek verrichr zonder de daarvoor benoit"igd;;;;;#r-g';i" rugg"rti. dar voor oMC niet de zorgverrening centraal.staat, maaf commercieer gewin. Het beschikbare rertenmateriaar biedt voldoende grondsrag uoo, t*-ijr"1.'or"r de werkwijze van OMC en Radar heeft zich dan ook aan dJzr.ia" a" mogen scharenr Dit leidt tot de conclusie dat Tr, "u, "*l"i heeft gehandeldJegens ortai' o" vorderingen wo.d"n dan
,rliir.ga
ooi:tft'#;ltn,"tig
4.20._ Wel wordt
aan Tros in ovcrweging gegeven om
bij het beschikbaar stellen t"J g"r"n or", hrt feir dar, ""i;"';;id.i;ki; inde uitzending door de presentarri". ,i,.J?g"*ga, de eersre brief niet ::9:n 9* zonder tussenkomst van een arts oproept voor een Uotaail. van de uirzending op
4.21. OMC zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeetd. De kosten a* de -ijd" - '-- "vrev'uwsr\ i"ioo, op, - griflierecht e SSS,O0 - salaris S 16.00
;_-T;;";;
advocaat Totaal € 5. De beslissing
t
/05p0
De voorzieningenrechter
5.1. 5.2.
weigert de gevraagde voorzieningen, veroordeelt OMC in de proceskosten, aan de zijde van Tros tot op heden
begroot op € 1.405,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voonaad,
Dit voruris is gewezen door
q.^y. u*
E. van Bennekom, griffier,
9:or.r: l8 maart 2013.
typel cB
c酬 :山
"n
Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan in f,.t op"ri*r-ujig"rp.or,"n op
< t