§1: De nederlanden komen in verzet tegen Filips II Wat wilden Karel V en Filips II bereiken?
Op politiek gebied wilden ze dat de macht van de regering in Brussel vergroot werd
Edelen Edelen kregen minder macht en ze hadden geen bestuursfunctie meer
Grote ontevredenheid onder
Rijke burgers
De invloed van rijke burgers werd kleiner
1566: verbond der edelen
Op godsdienstelijk gebied wilden ze dat alle mensen katholiek werden
Arbeiders en ambachtslieden
Katholieken Het merendeel van de bevolking was katholiek. Katholieken vonden dat protestanten te zwaar gestraft werden.
Ze hadden het vaak moeilijk door de lage lonen. Toen de oogsten mislukte en ze geen eten konden kopen, hielp de regering ze niet
1566: beeldenstorm
Reactie Filips II: Alva met 3 opdrachten Opstandelingen
Straffen
Zorgen dat er alleen katholieken zijn
Een sterke centralisatie invoeren
Maatregelen
Erg zwaar straffen. 2 edelen onthoofd als voorbeeld
Protestanten worden opnieuw strenng vervolgd
Nieuwe belastingen invoeren zonder enige vorm van overleg met de gewesten
§2: de tachtigjarige oorlog Eerste inval van Willem van oranje in de nederlanden Watergeuzen veroveren den Briel
De staten van Holland benoemen Willem van oranje tot stadhouder
Requensens volgt alva op als landvoogd
Unie van Utrecht
Requensens sterft
Pacificatie van Gent
Parma wordt landvoogd Willem van oranje vermoord Spanjaarden veroveren Antwerpen
Unie van atrecht Unie van Utrecht erkent Filips 2 niet langer als landvoogd Maurits krijgt de leiding over het leger van de opstandige gewesten
De republiek ontstaat: ons land afhankelijk Maurits verovert Breda
Slag bij Nieuwpoort
Het twaalfjarig bestand
Frederik Hendrik verovert steden in noord-Brabant, Limburg en ZeeuwsVlaanderen
Einde tachtigjarige oorlog
§3: gevolgen van de tachtigjarige oorlog
De aparte plaats van de republiek in Europa
Op politiek gebied
• Was een staat zonder vorst
• De gewesten waren zeer zelfstandig
• De macht was in de handen van burgers
• Hadden een vorst aan het hoofd
• Gecentraliseerd bestuur
• Macht in handen vorst (in Engeland parlement)
Op godsdienstig gebied
• Calvinisme officiële godsdienst
• Andere godsdiensten waren toegestaan, maar mochten hun godsdienst niet in het openbaar uitoefenen
• Katholicisme officiële godsdienst
• Andere godsdiensten niet toegestaan
§4: macht en mensen in de republiek Het gewest Holland heeft de meeste invloed Doordat het gewest Holland 58% van alle uitgaven van de nederlanden betaalde, was het belangrijk en kon het zijn zin doordrijven in de staten-generaal. Het gewest Drenthe had een eigen bestuur, maar mocht geen afgevaardigden naar de staten- generaal sturen, omdat het maar 1% van de uitgaven betaalde en het daarom niet belangrijk was. De generatiteitslanden hadden geen eigen bestuur, maar werden door de staten-generaal bestuurt. Bijna iedereen was er katholiek.
Regenten hebben bijna alle macht in handen Regenten waren de bestuurders van de gewesten,steden en de staat. Ze worden patriciërs genoemd en behoren tot het patriciaat. Het bestond uit edelijken en niet-edelijken. In Holland hadden de niet-edelijken de meeste macht. Ondanks de verschillen vormden regenten een sterke groep die ervoor zorgde dat niemand anders in hun groep kon komen
Vaak conflicten tussen stadhouders en raadpensionarissen Tussen raadpensionarissen en stadhouders bestond vaak onenigheid om de macht in de republiek. Stadhouders wilden meer macht, raadpensionarissen wouden deze niet geven. Als het erge ruzie werd, kwam er een stadhouderloos tijdperk. De stadhouder kon meer macht krijgen als er oorlog was, want hij was de legeraanvoerder
De bevolkingslagen in de republiek
Veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking Veel mensen in de republiek vonden de bevolkingslagen die er waren heel normaal. Maar niet iedereen dacht er zo over. De calvinistische kerk vondt dat je door zuinigheid en hard werken in een hogere laag moest kunnen komen. Aan het begin van de 17e eeuw was het nog mogelijk om naar de gegoede burgerij te klimmen. In de loop van de 17e eeuw werd het steeds lastiger, doordat de verschillen groter werden.
De plaats van de vrouw in de samenleving
Bevolkingslaag Plaats in het gezin Plaats buitenshuis
Wel belangrijk
Hoefden niet te werken
Geen huishoudelijk werk
Regenten
Wel belangrijk
Geen huishoudelijk werk
Hoefden niet te werken, soms Gegoede burgerij
na overlijden man bedrijfje
overnemen
Moesten wel werken,
Wel belangrijk
meehelpen in het bedrijf van de
Wel huishoudelijk werk
man
Kleine burgerij
Wel belangrijk
Moesten wel werken, vaak in
Wel huishoudelijk werk de nijverheid
Gewone volk
§5: de gouden eeuw
De 17e eeuw is de gouden eeuw in Nederland. Tijdens de gouden eeuw werd de republiek heel welvarend. Dit had verschillende oorzaken:
• De productie en uitvoer van zuivelproducten worden vergroot:
• Meren werden drooggemalen en zorgden voor nieuwe grond
• Akkers werden beter bemest, waardoor de productie steeg
• Boeren gingen zich specialiseren
• Landbouwproducten die men niet zelf verbouwde, haalde men uit andere landen
• Hollanders worden de vrachtvaarders van Europa en Amsterdam werd de stapelmarkt van Europa
• Amsterdam lag gunstig op de zeeroutes tussen de Oostzee en de
middelandse zee
• Hollanders en Zeeuwen beschikten al vanaf de 15de eeuw over een grote
vloot
• Ze hadden in de eerste tijd weinig last van concurrentie uit andere landen
• Antwerpen was door het sluiten van de Schelde uitgeschakeld
• De republiek beheerst de handel in koloniale producten
• Hollanders hadden in de gouden eeuw overal in de wereld
handelsposten,waardoor goederen doorstroomden naar de republiek
• De VOC werd opgericht. Die handelsonderneming verdreef Engelse en
Portugese kooplieden uit gebieden in Azië
• De WIC werd opgericht. De WIC vervoerde spullen vanuit noord- en zuid
Amerika naar de republiek, inclusief slaven
• In de republiek ontstaat een bloeiende nijverheid
• Voor handel waren schepen nodig. Daardoor waren er veel
scheepswerven en zeilmakerijen
• Veel goederen die naar Amsterdam werden gebracht, werden daar
bewerkt
• In de republiek werden veel voorwerpen gemaakt waar in de republiek
vraag naar was
De welvaart gold vooral voor regenten, de gegoede burgerij en de bovenlaag van de kleine burgerij.
De republiek werd in de 2e helft van de 17e eeuw economisch minder belangrijk
• Engeland en Frankrijk hadden veel problemen. In 1600 hadden ze die opgelost
• Zij gingen toen hun handel en nijverheid beschermen
• Ze gingen zelf steeds meer handel drijven
§6: over godsdienst, wetenschap, schilderkunst en literatuur
Beperkingen voor katholieken Wat katholieken niet mochten:
Wat katholieken wel mochten :
• Kerken, scholen of kloosters • Katholiek zijn
hebben
• Bijvoorbeeld schuilkerken hebben, maar wel tegen • Godsdienst openlijk uitoefenen
betaling
• Bestuursfuncties hebben
• Katholieke boeken drukken
Waarom hadden ze redelijk veel vrijheid?
• Veel bestuurders wilden geen vervolging
• Er waren veel katholieken
Beroemde wetenschappers • Hugo de groot. Hij ontsnapte in 1621 uit slot Loevestein. Hij klom in een boekenkist er wordt naar buiten gedragen.
• Christiaan Huygens. Hij deed aan wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde. Hij was zo beroemd, dat de Franse koning Lodewijk XIV hem in dienst nam
• Boerhaave. Hij was een zeer befaamde arts
• Antonie van leeuwenhoek. Hij was belangrijk in de biologie en de ontwikkeling van de microscoop
Beroemde schilders • Rembrandt van rijn
• Frans hals
• Jan steen
• Johannes Vermeer
• In elke stad werkten veel schilders
Die groei van schilders had oorzaken:
• Veel mensen gingen schilderijen kopen: stadsbesturen en bestuurders van wezen- en armenhuizen. Ook gegoede burgers, rijke ambachtslieden en winkeliers wilden schilderijen.
schilderijen mochten niet groot zijn en moesten elementen van hun omgeving bevatten
Beroemde schrijvers Er waren vooral veel schrijvers in de eerste helft van de 17e eeuw
• Pieter Cornelis
• Z. Hooft
• Jacob cats (meest gelezen schrijver)
• Joost van den Vondel
mensen vonden dat boeken niet alleen voor het plezier waren , maar dat je er ook iets van moest kunnen leren. Ruim de helft van de mensen in de republiek konden niet lezen in de 17e en 18e eeuw.
Vrijheid van de drukpers Wat boekdrukkers wel mochten:
Alles wat niet verboden was
Wat boekdrukkers niet mochten:
Boeken maken over het katholieke geloof en waarin kritiek over leiders instond