Eén, twee, in de maat, Anders wordt God…
7 februari 2016 0. Muziek 1. Welkom Goede morgen allemaal, op deze carnavalsochtend. Zomaar een paar vragen: wat hebt u vanmorgen gegeten? Yoghurt met mueslie en superfoods, of een stuk fruit, een snee brood of een gebakken ei met spek? En hebt u vanmorgen al in de keuken gestaan om eten klaar te maken voor straks? En welke pannen hebt u gebruikt? Pannen waarin u het eten klaar kunt maken met vrijwel geen boter of olie? En hebt u vanmorgen misschien op de hometrainer gezeten? Heb je een rondje gewandeld, gefitnest? Houdt u zich daarbij aan de regels? Terwijl op dit moment er mensen die aan het bijkomen zijn van een avond carnavallen of zich aan het voorbereiden zijn op de carnavalsoptocht: carnaval als laat de touwtjes maar vieren, heb ik hier het thema: Eén, twee, in de maat, anders wordt God… Ik vind dit wel een mooi thema zo aan de vooravond van het vasten, als afsluiting van de kerstperiode en de afslankmaand januari. Ik werd tot dit thema geinspireerd door een artikel in Trouw van 11 december vorig jaar, dus net voor kerst. Het lijken misschien wel dingen waarvan u in eerste instantie denkt: waar gaat dit over? Krijgen we nu les in goed en slecht eten, wel of niet bewegen? Ik wil het met jullie niet over goed of fout hebben? Wel wat doet jou goed? Gewoon zo in het dagelijks leven, je leefpatroon? En wat heeft dat met God te maken? We lezen daarbij uit het boek Leviticus en de brief van Paulus aan de Galaten. Ik wens ons allen dan ook een goede viering toe… 2. 3. 4. 5.
Aansteken paaskaars Gebed nr. 15 blz. 11 Lied: blz. 136 bovenaan Altijd aanwezige cd 44-04 Lezing uit Leviticus hoofdstuk 11
Het boek Leviticus is het boek van de priesters. Hier worden de tien woorden van de wet uitgewerkt tot een complete godsdienst met allerlei voorschriften. Over wat heilig is en wat niet. Over wat je van God wel mag en wat niet. Dieren die wel en dieren die niet gegeten mogen worden 1 De Heer zei tegen Mozes en Aäron: 2 "Geef de Israëlieten de volgende regels over de dieren die ze mogen eten: 3 Jullie mogen alle dieren eten die gespleten hoeven hebben, als die dieren ook herkauwen. En de hoeven moeten helemaal gespleten zijn. 4 Kamelen mogen jullie dus niet eten. Zij herkauwen wel, maar hebben geen gespleten hoeven. Ze zijn onrein voor jullie. 5 Ook geen konijnen. Zij herkauwen wel, maar hebben geen gespleten hoeven. Ze zijn onrein voor jullie. 6 Ook geen hazen. Zij herkauwen wel, maar hebben geen gespleten hoeven. 7 Ook geen varkens. Hun hoeven zijn wel helemaal in tweeën gespleten, maar ze herkauwen niet. Ze zijn 1
onrein voor jullie. 8 Jullie mogen het vlees van deze dieren niet eten. En als je een dood dier vindt, mag je het niet aanraken. 9 De volgende waterdieren mogen jullie eten: alle dieren in de zeeën en rivieren die vinnen én schubben hebben. 10 Maar alle waterdieren die geen vinnen of geen schubben hebben, moeten jullie walgelijk vinden. 11 Jullie mogen ze niet eten. En als jullie een dood dier vinden, mogen jullie het niet aanraken. 12 Alle waterdieren die geen vinnen of geen schubben hebben, moeten jullie walgelijk vinden. 13 De volgende vogels moeten jullie walgelijk vinden en mogen jullie niet eten: arenden, haviken en zeearenden, 14 gieren, alle soorten kraaien, 15 alle soorten raven, 16 struisvogels, alle soorten uilen, koekoeken, 17 alle soorten sperwers, aalscholvers, 18 kauwen, roerdompen, pelikanen, 19 ooievaars, alle soorten reigers, hoppen en vleermuizen. 20 Alle insecten moeten jullie walgelijk vinden. 21 Maar alle insecten die springpootjes hebben, mogen jullie wél eten. 22 Dat zijn dus alle soorten sprinkhanen. 23 Maar alle andere insecten moeten jullie walgelijk vinden. 24 Daarvan worden jullie onrein. Als je een dood dier aanraakt, ben je tot de avond onrein. 25 Als je een dood dier opraapt, moet je je kleren wassen en ben je tot de avond onrein. 6. Overweging I In het artikel van Trouw praten Peter Nissen en Erik Borgman, twee theologen Borgman over onze obsessie met Michelinsterren, slowfood en vergeten groenten. En zij vragen zich af : Vanwaar deze extreme aandacht voor voedsel? Wat bezielt ons? Erik Borgman, reageert nuchter en luchthartig. "Kijk, we moeten toch ergens aan doodgaan. Dat is onvermijdelijk. Maar als dus blijkt dat je ziek bent geworden door eigen schuld, doordat je ongezond hebt gegeten, dan is dat tegenwoordig dubbel zo erg. We hebben een diepe angst voor verkeerd voedsel. We hebben risicomijding tot in het absurde doorgetrokken. "Als je je leven inricht op het vermijden van risico's, dan worden ze vervolgens juist allesbepalend en nemen de macht over. Natuurlijk is het belangrijk om gezond te eten. Maar de nadruk die er tegenwoordig op wordt gelegd is een soort reinheidsfanatisme, een verlangen naar zuiverheid dat zelf weer iets ongezonds heeft." Ook Peter Nissen verbaast zich regelmatig over 'onze enorme preoccupatie met gezond, goed en verantwoord eten'. Volgens hem is het onderdeel van een breder fenomeen. "We zoeken compensatie nu de morele codes van de klassieke religies zijn weggevallen. We willen richtlijnen over hoe we goed moeten leven. Het liefst van tvkoks die ze met gezag aan ons opleggen. Bijna panisch verlangen we naar regels: hoe we goed moeten eten, dat we veel aan beweging moeten doen. Het is opmerkelijk hoe ontvankelijk we zijn voor stemmen die ons met gezag opleggen hoe we moeten leven. Op deze manier compenseren we de religie en ook de autoriteit die ons ontvallen is. Je hebt zelfs tv-zenders waar de hele dag kookprogramma's op zijn. Het is een nieuwe 2
cultus geworden. Ik vind het dan ook interessant om op te merken dat veel bijvoeglijke naamwoorden die we bij eten gebruiken een religieuze lading hebben: eten is 'zalig', 'hemels' of zelfs 'goddelijk'. Dezelfde woorden gebruiken we bij slapen en bij seks. Zonder die dingen zouden we ophouden te bestaan. Ze gaan over levenskracht en vitaliteit. Het zijn de vitale basisbehoeften die blijkbaar het besef oproepen dat ze heilig zijn." 7. Lied: blz. 123 onderaan Over de Eerbied cd 22-01 8. Overweging II: Paulus’ brief aan de Galaten: De vrijheid die we in Christus hebben h.11 1 Leef dus in de vrijheid die Christus ons gegeven heeft. Laat je niet opnieuw tot slaven maken van wetten en regels. 2 Ik zeg jullie: als jullie je laten besnijden omdat jullie je aan de wet van Mozes willen houden, kan Christus jullie niet redden. 3 Ik zeg het nog eens heel duidelijk: iedereen die zich laat besnijden, moet zich ook aan alle andere regels van de wet van Mozes houden. 4 Jullie denken dat jullie kunnen worden vrijgesproken van schuld door je aan de wet van Mozes te houden. Maar dan hebben jullie niets aan Christus! Want Hij vergeeft niet omdat je dat verdient met je goede gedrag, maar omdat je op Hem vertrouwt. 5 Maar door Gods Geest weten wíj zeker dat we zullen worden vrijgesproken van schuld, omdat we geloven. 6 Want als je bij Christus hoort, maakt het helemaal niets meer uit of je besneden bent of niet. Maar alleen geloof is belangrijk, geloof dat zichtbaar wordt door liefdevolle daden. Overweging II Te streng? Zowel Borgman als Nissen vergelijkt onze hedendaagse focus op gezond en lekker eten met de bijbelse 'reinheidswetten' en ze sluiten zich aan bij de relativering die met name Paulus daarbij maakt: 'leg jezelf niet opnieuw een juk op'. Zijn we te streng voor onszelf? Borgman: "Ik associeer het vooral met angst. Het is dezelfde obsessie met onrein eten die de apostel Paulus relativeert. De angst dat als je slecht eten binnen laat komen, je ermee besmet raakt. Dat het kwaad dan de baas over je wordt. "Ik pleit er dus niet voor om maar ongezond te gaan leven, maar de focus op gezondheid kan tot een nieuwe, vreemde moraliteit leiden. Ik heb weleens gezegd: Het is een ketterij om te denken dat ons lichaam net zo strak moet worden ingeleverd als we het gekregen hebben. Leven laat nou eenmaal z'n littekens achter, je slijt aan het bestaan. "Maar tegenwoordig mógen we bijna niet meer ongezond zijn. In onze moderniteit willen we alles graag beheersen. Tegelijk zijn we kwistig met het stellen van de schuldvraag. Mensen die te dik zijn of die roken worden daar keihard op afgerekend. Daarvan zeg ik: maar zo denkt Onze Lieve Heer daar niet over. We zijn allemaal aangeraakt door de dubbelzinnigheid van het leven. 3
Dubbelzinnigen en zuiveren Nissen: "Nee, ik zeg niet dat dronken worden of roken deugden zijn. Sommige dingen moeten we eigenlijk niet doen, maar ja, we hebben allemaal zo onze zwakheden. Hou in de gaten dat jij hoe dan ook bij de 'dubbelzinnigen' hoort en nooit bij de 'zuiveren'. We leven niet van verstandigheid."
Ook al variëren de voedselvoorschriften tussen de verschillende religies sterk, toch zie ik er deze gemene deler in: dat eten niet vanzelfsprekend is . Nissen: "In vergelijking met de morele codes van pakweg vijftig jaar geleden valt natuurlijk met name de gerichtheid op het lichaam op. Vroeger ging het over meer geestelijke idealen en waarden, nu over lichamelijke. "Ik vind de aandacht voor het lichamelijke een belangrijke correctie op de exclusieve focus op het geestelijke. Als vroeger iets lekker was, was het genot en dus verdacht. "Maar onze gerichtheid op het lichaam draagt wel opnieuw het risico van eenzijdigheid in zich. Je moet het lichaam niet gaan losmaken van het transcendente. En ook nu draait het blijkbaar nog steeds om beheersing. Ik denk aan al die mensen die ik op zondagochtend zie joggen, terwijl ik naar de kerk fiets. Die zichzelf in kleurrijke pakjes lopen te pijnigen. Het zijn de welbekende ascetische praktijken waarmee het lichaam gedisciplineerd moet worden."
Nissen: "Eten heeft te maken met vitaliteit, met het geheim van het leven. Ook al variëren de voedselvoorschriften tussen de verschillende religies sterk, toch zie ik er deze gemene deler in: dat eten niet vanzelfsprekend is. De regels en de rituelen eromheen vormen een onderbreking van de vanzelfsprekendheid. De zorg waarmee eten bereid wordt, getuigt van een spirituele praktijk. Of dat je, voor je op de maaltijd aanvalt, even samen stil bent, aandacht hebt voor het feit dat je te eten hebt en er samen van gaat genieten." 9. Lied: Water van de reiniging blz. 150 onderaan cd 28-02 10.Voorbeden 11.Collecte met muziek 12.Lied: voor ieder van ons een plaats aan de tafel blz. 166 cd 48-17 13.Gebed van brood en beker Tafelgebed 04, blz. 91 14.Onze Vader 15.Delen van brood en wijn met muziek in het brood is het graan, de akker, In het brood is de wassende maan, De brandende zon, In het brood is de boer die ploegt. De hand van de bakker, In het brood is de Bron en Proef ik het Geheim van de Ene in het Al.
4
16.Slotgedachte Leven voor de vuist weg (Wislawa Szymborska) Leven voor de vuist weg. Voorstelling zonder repeteren. Lichaam zonder passen. Hoofd zonder overleg. De rol die ik speel, ken ik niet. Ik weet alleen: hij is van mij, mag niet geruild. Waar het stuk over gaat, moet ik maar raden op het toneel. Beroerd voorbereid op de eer van het leven, kan ik het opgelegde tempo nauwelijks aan. Ik improviseer, hoewel ik walg van improviseren. Bij elke stap struikel ik over mijn ondeskundigheid. Mijn manier van doen riekt naar de provincie. Mijn instincten zijn die van een dilettant. De plankoorts die mijn excuus is, vernedert me nog meer. Verzachtende omstandigheden ervaar ik als wreed. Woorden en reflexen kun je niet terugtrekken, te veel sterren om te tellen, een karakter dat je als een jas al rennend dichtknoopt — ziedaar de treurige gevolgen van dat overhaasten. Als je maar voor één woensdag bijtijds kon oefenen, tenminste één donderdag een keertje mocht herhalen! Maar nee, daar komt de vrijdag al met een mij onbekend scenario. ‘Is dat fatsoenlijk?’ vraag ik (met schorre stem, want ik mag achter de coulissen niet eens mijn keel schrapen). Het is een illusie te denken dat het maar een vluchtig examen is, dat in een provisoire ruimte afgelegd wordt. Nee. Ik sta te midden van de decors en zie hoe stevig ze zijn. Word getroffen door de precisie van de vele rekwisieten. Het draaimechanisme van de vloer werkt al een poos. Zelfs de grootste toneellampen branden allemaal. Nee, geen twijfel aan dat dit de première is. En dat wat ik ook doe, voor altijd verandert in wat ik heb gedaan. (Bron: Einde en begin, verzamelde gedichten, Meulenhoff, vertaling: Gerard Rasch) 5
17.Mededelingen 18.Lied: Dit Ene weten wij blz. 186 onderaan cd 45-20 19.Zegenwens
6