1-2
Proef tuin nieuws Tweewekelijks vakblad • Hasselt X • P 602 479 • Jaargang 23 • 4 januari 2013
Glas
13
Vollegrond
21 Bijlage
Inhoud 2012
PREI-AANBOD 2013 VERSE MARKT Bleubell F1: • Blauw – donker grijze kleur • Opgerichte bladstand • Goede pelbaarheid • Zeer uniform • Oogst eind dec. – half feb.
INDUSTRIE Vroege herfst: • Oarsman Late herfst: • Banbury (TZ 9249) • Lincoln (TZ 3137) • TZ 2162
U kunt ons ook vinden op AGRIFLANDERS (Hal 3, standnummer 3442) van 10 t.e.m. 13 januari 2013
132049PN1301Demagri.indd 1
132049PN1301
VERDERE INLICHTINGEN: MAARTEN LALEMAN 0495 72 18 71
19/12/12 09:47
1-2
Inhoud
Proef tuin nieuws Sectornieuws
10 Inagro vraagt aandacht voor een betere bodembescherming
27 28 30 32
Rassenproef radicchio rosso en suikerbrood vroege teelt 2012: Beperkte rassenkeuze Rassenproef courgette vroege teelt in plastic serre 2012: Bestuivingsproblemen ondermijnen productie Rassenproef prei vroege herfstteelt 2012: Goede opbrengst en kwaliteit Rassenproef kropsla versnijderij voorjaarsteelt 2012: Snelste rassen geven beste resultaat
Kleinfruit
Biologische teelt
12 Kleinfruit actueel
34 Rassenproef prei vroege herfstteelt 2012: Standaardrassen bevestigen 36 Uitgebreid aanbod rassen plukspinazie voor beschutte teelt
5
Sectornieuws
MAP4 9
CVBB en VLM ondertekenen actieprogramma
Algemeen
Glas 13 14 15 18
Glas actueel Het Nieuwe Telen Alternatieve methode voor afrijpen van tomaten Rassenproef krulandijvie voorjaarsteelt 2012: Modelras Zidane overtuigt niet
Vollegrond 20 21 24 26
Witloof 38 Witloof actueel 39
Agenda
Rassenproef bloemkool januarizaai verse markt 2012: Kwakkelend voorjaar nefast voor groei Rassenproef zomerbloemkool industrie (eerste vrucht) 2012: Toch goede opbrengst na moeizame start Vergelijking opkweekmethodes voor vroege- en zomerteelt prei: Trayplanten sneller en sterker Rassenproef vroege teelt prei 2012: Weinig verschillen
Colofon TWEEWEKELIJKS VAKBLAD Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver Nationale Proeftuin voor Witloof, Herent Dienst Landbouw- en plattelandsbeleid provincie Antwerpen Landbouwdienst provincie Vlaams-Brabant Landbouwdienst provincie Limburg Provinciaal Proefcentrum voor Groenteteelt Oost-Vlaanderen, Kruishoutem Inagro, Rumbeke-Beitem Proefcentrum Hoogstraten, Meerle Departement Landbouw en Visserij, Brussel Boerenbond & Landelijke Gilden, Leuven Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten, Heverlee Met medewerking van de Vlaamse overheid
Proeftuinnieuws nummer 3 verschijnt op 25 januari.
Redactieraad
Reclameregie
Lidmaatschap
C. Van Ceulebroeck (voorzitter), E. Berckmoes, P. Bleyaert, K. Blum, S. Darwich, B. Debussche, L. Delanote, M. Mertens, V. Neefs, A. Schenk, T. Van Delm, N. Vergote
Boerenbond - Mediaservice Diestsevest 40, 3000 Leuven Tel. 016 28 63 33 - Fax 016 28 63 39 e-mail :
[email protected] Tarieven beschikbaar op aanvraag
Proeftuinnieuws, tweewekelijks vakblad voor de groente- en kleinfruitteler, is het ledenblad van Proeftuinnieuws vzw. Lidmaatschap door overschrijving van het overeenstemmende bedrag op rekeningnummer 733-2381340-20 van Proeftuinnieuws vzw, of door lidmaatschap bij een van de partners. Overname of vermeerdering van artikels uit Proeftuinnieuws is enkel na schriftelijke toestemming toegestaan. De auteurs zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van hun tekst. Uw naam en adres zijn opgenomen in een gedeponeerd ledenbestand van Proeftuinnieuws vzw. U kunt steeds inzage in, verbetering van of - zo nodig verwijdering van de gegevens vragen. ISSN 0777-9844
Administratie en redactie Redactie : V. Neefs & K. Blum Diestsevest 40, 3000 Leuven Tel. 016 28 63 04 - Fax 016 28 63 49
[email protected] e-mail administratie :
[email protected]
Verantwoordelijke uitgever
Vormgeving Drukkerij Steylaerts Hellegatstraat 5, 2590 Berlaar
Druk Drukkerij Hendrix nv Kiezel Kleine-Brogel 55, 3990 Peer
W. Baets p.a. Duffelsesteenweg 101, 2860 Sint-Katelijne-Waver
2010
Beste lezer, Zoals elk jaar moeten we opnieuw met verwondering vaststellen dat het jaar of het teeltseizoen weer voorbij is ‘gevlogen’. Opmerkelijke dingen die zich het afgelopen jaar hebben voorgedaan zullen ons nog even bijblijven, maar snel wordt wat voorbij is vergeten en blijft alleen de herinnering. Op het einde van het jaar wordt traditiegetrouw een balans opgemaakt en trachten we zoveel mogelijk lessen te trekken uit het voorbije (teelt)seizoen. Het afgelopen jaar heeft misschien niet alle verwachtingen ingelost, maar des te meer is het van belang een goede planning op te maken voor het komende jaar op basis van de ervaringen die in het verleden werden opgedaan. We willen echter niet te lang stilstaan bij wat voorbij is en ons richten op wat komen gaat. Er is trouwens een spreekwoord dat zegt: “Wie kijkt naar het verleden, staat met zijn rug naar de toekomst”. Namens de voltallige bestuursploeg wil ik in de eerste plaats een woord van dank richten aan onze medewerkers voor het vele redactionele werk dat het afgelopen jaar werd verricht. Mede dankzij hun inzet is Proeftuinnieuws een gerenommeerd en vooral technisch vakblad voor de hele sector. Daarbij vermeld ik ook graag alle auteurs die een redactionele bijdrage hebben geleverd. Ook zij zijn mede verantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van Proeftuinnieuws. Ook al onze adverteerders die via Proeftuinnieuws hun boodschap hebben gebracht aan de sector, wil ik namens het bestuur danken en een succesvol 2013 toewensen. In opvolging van de besluiten van de lezersenquête werd een nieuwe website gemaakt, waaraan momenteel de laatste hand wordt gelegd. Deze nieuwe website oogt in elk geval zeer aantrekkelijk en zorgt ervoor dat we meer en meer kunnen inspelen op het digitaal aanleveren van informatie. Artikels en informatie zullen op een vlotte manier toegankelijk worden. Iedereen die een abonnement heeft op Proeftuinnieuws zal binnenkort worden aangeschreven om zich te registreren zodat kan worden ingelogd op onze nieuwe website. Mag ik daarom met aandrang vragen om bijzondere aandacht te schenken aan deze brief zodat het registreren op de website op een vlotte wijze kan verlopen? Naast de vernieuwing van de website werd ook het vakblad zelf in een nieuw kleedje gestoken. Een aangepaste lay-out zorgt ervoor dat Proeftuinnieuws meer dan ooit herkenbaar zal zijn en uitnodigt tot lezen. Mede dankzij het werk van redactie en redactieraad wordt veel aandacht besteed aan de inhoud, de planning en de opmaak van de artikels. De themanummers zijn zodanig gekozen dat alle teelten en actuele teeltproblemen aan bod komen in de loop van het jaar. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan de hele problematiek rond het MAP. Net als in 2012 voorzien we hiervoor een vaste rubriek in Proeftuinnieuws. We trachten alle actualiteiten rond de mestproblematiek te bundelen zodat de sector op de hoogte wordt gehouden van de acties die worden uitgewerkt door de diverse onderzoekscentra. Via vlot leesbare reportages en interviews uit het bedrijfsleven brengen we de dagelijkse actualiteit tot bij u in de huiskamer. U zal merken dat de aanpassingen die binnen Proeftuinnieuws worden doorgevoerd de aantrekkelijkheid van dit vakblad meer dan ooit zullen vergroten. Vernieuw uw abonnement dan ook tijdig zodat u zonder problemen van het nieuwe aanbod binnen Proeftuinnieuws gebruik kunt maken. In naam van de redactie en het bestuur van Proeftuinnieuws wil ik al onze lezers een welgemeend gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar toewensen, zowel in familiale kring als op professioneel vlak. Dat 2013 moge brengen wat 2012 is vergeten! Ward Baets Voorzitter Proeftuinnieuws
|4|
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
sectornieuws
Mechelse Veilingen en coöbra stellen nieuwe coöperatie voor:
Op donderdag 6 december 2012 hebben de tuinders-aandeelhouders van de Mechelse Veilingen en Coöbra de fusie tussen hun groente- en fruitveilingen goedgekeurd. Coöbra was al het resultaat van een fusie in 2011 van Tuinbouwveiling Brava met Greenpartners. Met een feestelijke voorstelling aan de vennoten van de Mechelse Veilingen en Coöbra werd op vrijdag 14 december de naam van de nieuwe fusieveiling bekend gemaakt. De nieuwe coöperatie zal vanaf 1 januari operationeel zijn onder de naam BelOrta. De naam BelOrta legt een duidelijke link naar de tuinbouw waarbij 'bel' verwijst naar Belgisch en de lokale verankering van de tuinders maar tegelijk ook staat voor mooi. 'Orta' staat voor horticultuur, de teelt van groenten en fruit. De centrale 'O' in het logo symboliseert de samenwerking tussen beide veilingen, het samenvoegen van de know-how. Kwaliteit, degelijkheid en dynamisme worden de pijlers waarop de nieuwe coöperatie zal steunen.
De grootste coöperatieve groenteveiling van België én Europa De nieuwe coöperatieve veiling telt 1.145 actieve leden-producenten en hiermee wordt BelOrta met voorsprong de grootste coöperatieve groenteveiling van België én Europa. Het merendeel van de leden is gevestigd in de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en OostVlaanderen, maar ook in de aanpalende regio’s in Wallonië, Nederland en zelfs Duitsland telt BelOrta actieve leden-tuinders. Met een omzet van ruim 300 miljoen euro is BelOrta goed voor 37% van de omzet van de Belgische groenteen fruitveilingen. Ruim 70% hiervan wordt geëxporteerd. De nieuwe fusieveiling staat zeer sterk in glas- en vollegrondsgroenten, witloof, bio en fijne/vergeten groenten.
Voordelen voor tuinders en kopers Met deze marktgerichte fusie zal een groter schaalvoordeel en een beter afzetplatform voor de tuinders kunnen worden gerealiseerd,
zodat iedereen beter gewapend is ten opzichte van de ontwikkelingen die zich afspelen bij de buitenlandse concurrenten. Op deze wijze wil de fusieveiling opnieuw een faire prijs realiseren voor haar producenten. Niet alleen voor de tuinders maar ook voor de vele kopers biedt deze fusie voordelen. Door het uitgebreide productenaanbod kunnen de kopers aan ‘one stop shopping’ doen, wat ook voor hen besparend en efficiëntieverhogend werkt. Vandaag de dag zijn kwaliteit en voedselveiligheid een belangrijk verkoopselement. Door deze fusie zal de kwaliteitsbewaking nog beter en doeltreffender zijn. Naast Flandria blijven ook de commerciële merken bestaan zoals Top, Specialty Street, ‘Mechelse’ en BRAVA Witloof. BelOrta is the best of both worlds! Een combinatie van de sterke klok en het optimale logistieke proces van de Mechelse Veilingen en de open-minded pro-actieve houding van Coöbra. Directeur Chris De Pooter van Mechelse Veilingen en directeur Filip Fontaine van Coöbra, die samen de leiding van de fusieveiling op zich nemen, onderstrepen dat het om een marktgerichte fusie gaat, waarmee optimaler wordt ingespeeld op de snel veranderende vraag. “We moeten ons verenigen om zo sterker te staan ten opzichte van de ontwikkelingen die zich afspelen bij onze buitenlandse concurrenten”, zegt voorzitter Leo Baestaens van Mechelse Veilingen, die ook voorzitter wordt van de nieuwe fusieveiling. “Het gaat om het inkomen en het voortbestaan van onze tuinders.” Bron: Mechelse Veilingen
Veiling Hoogstraten verkoopt meer dan 30 miljoen kg aardbeien Woensdag 28 november 2012 werd op Veiling Hoogstraten de 30 miljoenste kg aardbeien verkocht. Nooit eerder werden er zoveel aardbeien in één jaar gecommercialiseerd. De verhoogde aanvoer staat in contrast tot de eerder matige prijsvorming van het afgelopen jaar. Veiling Hoogstraten verkoopt de aardbeien van de eigen leden en die van collega veiling CLTV uit Zundert. Deze laatste is goed voor nagenoeg een derde van het aangeleverde volume. De verraste teler die deze mijlpaal leverde was Jos Lanslots uit Merksplas. De aardbeien werden aangekocht door Clafru bvba, één van de belangrijke aardbeienkopers op Veiling Hoogstraten. Deze recordaanvoer bevestigt de waarde van Hoogstraten® als belangrijke speler op de Europese aardbeienmarkt. Bron: Veiling Hoogstraten
Aardbeienteler Jos Lanslots wordt gefeliciteerd door Gaston Opdekamp, directeur van Veiling Hoogstraten.
|5|
REO Veiling viert 70ste verjaardag
60% van de openluchtgroenten in Vlaanderen in deze provincie geteeld. Dat heeft ook een enorme boost gegeven aan de ontwikkeling van de agrovoedingsindustrie in deze regio”, aldus de minister-president.
Naar een actieve marktbenadering
Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche, minister-president Kris Peeters, REO-voorzitster Rita Demaré, West-Vlaams gedeputeerde voor Landbouw Bart Naeyaert en REO-directeur Paul Demyttenaeres tijdens de viering van 70 jaar REO Veiling
70 jaar geleden werd in het West-Vlaamse Roeselare in volle oorlogsperiode de samenwerkende vennootschap ‘Coöperatieve Leveringsplaats Roeselare’ opgericht. “Via de vennootschap wilden telers hun product samen naar de markt brengen om zo meer marktmacht te creëren. 70 jaar later blijft deze doelstelling overeind, terwijl de naam ondertussen al lang is gewijzigd in REO Veiling”, zei REO-voorzitster Rita Demaré vorige maand op de jubileumviering. De REO Veiling vierde die dag niet alleen 70 jaar coöperatie, maar ook 60 jaar veilen via een klok, 30 jaar simultaan veilen én 15 jaar veilen via thuiskoop. Redenen genoeg om te feesten dus. "Ondertussen is het veilinglandschap gewijzigd. Door fusies en overnames vermindert het aantal veilingen. Daarom moet er tussen de Vlaamse veilingen, maar evenzeer over de landsgrenzen heen, gezocht worden naar nieuwe vormen van samenwerking. In het kader van een verder gaande samenwerking tussen telersverenigingen in Europa richten de
Bretoense en Vlaamse groenteveilingen Freshcoop op. Via deze organisatie, waar REO een stichtend lid van is, wordt toenadering gezocht tussen telersverenigingen over de landsgrenzen heen. Een concreet voorbeeld van deze samenwerking is trouwens het elektronisch termijnverkoopsysteem dat op dit ogenblik door de LAVA-veilingen wordt uitgetest", aldus de voorzitster. “70 jaar na de oprichting lijkt de REO Veiling niet meer op die eerste organisatie van een kleine groep telers. De infrastructuur is hypermodern, de afzet gebeurt niet meer op markten in de buurt, maar via markten over heel de wereld en de kleine groep telers is uitgegroeid tot een groep van 2.900 leden-producenten die een omzet realiseren van 180 miljoen euro”, looft minister-president Kris Peeters de verwezenlijkingen sinds de oprichting van de coöperatieve in 1942. "De REO Veiling was de voorbije decennia een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling van de groenteteelt in heel West-Vlaanderen. Ondertussen wordt
De REO Veiling keek niet alleen terug op het verleden. In september 2011 werd immers een werkgroep opgericht die als opdracht kreeg om na te denken over de toekomst van de veiling en een nieuwe beleidsvisie uit te tekenen. In deze visie kiest de REO Veiling voor een coöperatief integratiemodel: een model waarin de veiling het actieve knooppunt is tussen de producent en de markt. De kracht van samenwerken met collegaveilingen rond het Flandria-keurmerk wordt ook herbevestigd, maar de werkgroep dringt wel aan om dit Flandria-label te verdiepen en te versterken. “Op die manier kan Flandria terug een ijkpunt worden op de Europese markt. REO is bereid hierin een voortrekkersrol op te nemen”, zegt directeur Paul Demyttenaere. Een andere pijler in de beleidsvisie is een meer gepersonaliseerde marktbenadering met respect voor de coöperatie. “Het dynamisme en de groei van onze leden-producenten vragen daarom. De commerciële afdeling van de REO Veiling krijgt als belangrijke opdracht te werken aan klantgerichte marktconcepten”, aldus Demyttenaere. Als orgelpunt van de viering van 70 jaar REO Veiling mochten West-Vlaams gedeputeerde voor Landbouw Bart Naeyaert, Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche en REO-directeur Demyttenaere in debat gaan over de uitdagingen voor de tuinbouw in West-Vlaanderen. Grond, energie- en watervoorziening, de mestwetgeving en generatiewissels werden daarbij als belangrijkste knelpunten aangehaald. Bronnen: REO Veiling en Vilt
Vlaamse en Bretoense groenteproducenten gaan samenwerken Donderdag 29 november werd in Leuven een nieuwe 'transnationale unie van producentenorganisaties' voor groenten en fruit boven de doopvont gehouden. De nieuwe organisatie kreeg de roepnaam Freshcoop, en brengt Vlaamse en Bretoense tuinbouwers samen. Minister-president Kris Peeters, tevens bevoegd voor Landbouw, reageert alvast zeer tevreden: "Ik ben verheugd dat de Vlaamse tuinbouwers allianties zoeken over de grenzen heen, en hun krachten bundelen met collega’s uit Bretagne. Op die manier zullen onze Vlaamse telers zich beter kunnen positioneren op de Europese markt." De nieuwe transnationale producentenorganisatie vertegenwoordigt vier Vlaamse en zeven Franse producentenorganisaties, samen goed voor bijna 6.900 telers, en een gezamenlijke waarde van verkochte productie van ruim 900 miljoen euro. In deze nieuwe organisatie ontmoeten twee grote, bekende labels elkaar: Flandria en Prince de
|6|
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Bretagne. Ondertussen is aangekondigd dat er bij producentenorganisaties uit een aantal andere lidstaten interesse is om op termijn eveneens aan te sluiten. Vlaams minister-president Peeters ziet de rol van deze nieuw opgerichte transnationale producentenorganisatie, die Vlaanderen als thuisbasis heeft gekozen, als een piloot- en voorbeeldproject van de transnationale samenwerking op zulke grote schaal. Om dergelijke samenwerkingsverbanden in de toekomst nog vlotter te laten starten, zal hij de Europese Commissie met aandrang vragen om op korte termijn duidelijkheid te verschaffen over enkele hinderpalen omtrent de oprichting en erkenning van dergelijke organisaties. Bron: Persmededeling van het kabinet van de Vlaamse minister-president
De drie goede voornemens van VLAM voor 2013 Allereerst wil VLAM een duurzame relatie met de consument aangaan. Die consument anno 2013 zoekt naar authenticiteit en verwacht dat ook van zijn producten. Campagnes als Responsibly Fresh, Vlees van hier en Vis van het seizoen spelen hierop in, steeds met een duidelijke focus op het lokale aspect. Ten tweede wil VLAM in 2013, zonder de kernmarkten te vergeten, ook inzetten op prospectie buiten de Europese Unie: voor vlees gaat VLAM naar China en Australië, voor groenten en fruit naar het Midden-Oosten en voor sierteelt naar Zuid-Rusland. Tot slot wil VLAM na heel wat jaren te focussen op hoeveel, nu voor marktonderzoek meer ingaan op het waarom. Door de motivatie van de consument te achterhalen, kan VLAM nog gerichter campagnes voeren. Dat het niet bij goede voornemens blijft, bewijst de voorbereiding die VLAM in 2012 maakte. Ze vernieuwden de beleids- en beslissingsorganen, actualiseerden de missie, visie en algemene strategie, de exportcel zette volop in op prospectie, en het gloednieuwe VLAM-panel staat in de startblokken. Daar kunnen ze in 2013 volop de vruchten van plukken. Lees het volledige programma voor 2013 per sector op http://www.vlam.be/what/program_nl.phtml?id=103. Bron: VLAM
De opleiding agro- en biotechnologie van KATHO blies 25 kaarsjes uit
Mestbeleid stelt scherp op probleemregio’s Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege heeft in overleg met de landbouw- en milieuorganisaties beslist om in 2013 een bijkomend areaal ‘focusgebieden’ af te bakenen. De afbakening van de ‘focusgebieden’ is een illustratie van de gebiedsgerichte aanpak van het mestbeleid. In de focusgebieden, gebieden waar de waterkwaliteitsdoelstellingen onvoldoende worden gehaald, moeten land- en tuinbouwers extra inspanningen doen om duurzaam te bemesten. Er gelden voor hen gradueel verlaagde nitraatresidudrempelwaarden. Doel is om via deze aanpak de waterkwaliteit sneller te verbeteren. Deze afbakening gebeurt elk jaar opnieuw op basis van de kwaliteit van zowel het oppervlaktewater als het grondwater. Voor 2013 wordt er bijkomend 44.000 ha van het landbouwareaal als focuszone aangeduid. In Vlaanderen staat dit jaar in totaal 305.500 ha als focusgebied gemarkeerd. Focusgebieden die twee jaar na elkaar een goede waterkwaliteit hebben, hoeven het statuut van focusgebied niet langer te dragen. Aangezien pas dit jaar een eerste evaluatie plaatsvond, kunnen gebieden met een verbeterde waterkwaliteit alleen een bonus opbouwen om eventueel volgend jaar (als de waterkwaliteit goed blijft) het statuut van focusgebied te verliezen. In 2012 werd voor 34.000 ha aan bonus opgebouwd. Bron: Persmededeling van Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur
LARA 2012 focust op duurzaamheid
De professionele bacheloropleiding agro- en biotechnologie van KATHO campus Roeselare bestond afgelopen jaar 25 jaar en dat moest gevierd worden. Met de start van het graduaat land- en tuinbouw in 1987 werd tegemoet gekomen aan de vraag van de sector naar hoger agrarisch onderwijs in de West-Vlaamse landbouwprovincie. Er werd gestart met 63 eerstejaarsstudenten. Op vandaag telt de opleiding 613 studenten, verspreid over zes afstudeerrichtingen: agro-industrie, biotechnologie, dierenzorg, groenmanagement, landbouw (met keuze dier of plant) en voedingsmiddelentechnologie. De afstudeerrichtingen dierenzorg en groenmanagement worden ook in afstandsonderwijs aangeboden. Ondanks alle veranderingen bleef er één constante: er werd en er wordt een praktijkgerichte opleiding aangeboden met een sterke kruisbestuiving met het werkveld. Via theorie en practica worden studenten de nodige competenties aangereikt om al in hun tweede jaar op stage te gaan. De afgelopen 25 jaar werd voortdurend de vinger aan de pols gehouden op het gebied van nieuwe tendensen en ontwikkelingen in het werkveld. Dit leidde niet alleen tot het ontstaan van nieuwe afstudeerrichtingen, maar ook tot de ontwikkeling van een expertisecentrum agro- en biotechnologie dat vier onderzoeksdomeinen telt: biotechnologie, dier, groenmanagement en voeding. In functie van toegepast wetenschappelijk onderzoek worden meer en meer studenten betrokken bij het expertisecentrum om samen met de docenten te zoeken naar oplossingen voor vragen uit het bedrijfsleven.
Midden vorige maand heeft Vlaams ministerpresident Kris Peeters het Landbouwrapport 2012, kortweg LARA, voorgesteld. Net zoals de vorige drie uitgaven, bevat het LARA opnieuw een schat aan informatie over de Vlaamse landen tuinbouw, het beleid en de keten. De focus ligt ditmaal volledig op duurzaamheid. Het rapport brengt de duurzaamheid van de verschillende land- en tuinbouwsectoren in kaart op economisch, ecologisch en sociaal vlak en het schetst, rekening houdend met de context, de innovatie en de eerste aanzetten tot transitie. Het Landbouwrapport 2012 is te raadplegen en te bestellen op www.vlaanderen.be/landbouw/lara.
Bron: KATHO
Bron: Beleidsdomein Landbouw en Visserij
|7|
Nieuws uit de bedrijfswereld GreenWatt bekroond door Franse ministerie van Ecologie Iets meer dan een jaar na de opening van de eerste biogas-centrale in Frankrijk –bij fruitproducent Boyer in Moissac (Tarn & Garonne)– wordt GreenWatt, de Belgische pionier in multifasen-biomethanisatie, geprezen door het Franse ministerie van Ecologie, Duurzame Ontwikkeling en Energie (MEDDE) en door het Franse agentschap voor milieu en energiebeheer (ADEME) voor zijn technologisch model dat zowel rendabel, vernieuwend als duurzaam is. Boyer was de eerste die geïnvesteerd heeft in deze nieuwe procestechnologie waarbij organische bio-afbreekbare materialen worden omgezet in warmte en elektriciteit, alsook in bio-mest. In samenwerking met deze klant kreeg het bedrijf uit Louvain-la-Neuve onlangs de prijs 'Entreprises & Environnement' (Bedrijven & Milieu) in de categorie zuinige en duurzame technologieën op het befaamde Pollutech-
salon. Het salon vormt een uniek kruispunt van onderzoek en innovatie op vlak van duurzame ontwikkeling. “Wij zijn bijzonder trots en verheugd om beloond te worden voor dit project dat sinds oktober 2011 zo sterk is gegroeid”, verklaart Philippe Mengal, CEO van GreenWatt. “Dit toont langs de ene kant het belang, de gedrevenheid en het unieke karakter van ons business model; langs de andere kant bewijst dit een bewustwording van de industrie en de bevoegde instanties op vlak van de strategische waarde van organisch afval, alsook de heilzame rol van biomethanisatie in economische en duurzame ontwikkeling.” π
Biobest kondigt wereldwijde prijsstijging aan Al meer dan 25 jaar focust Biobest zich op de kwaliteit en betrouwbaarheid van haar producten. Deze producten hebben in belangrijke
mate bijgedragen aan een meer duurzame gewasbescherming in de tuinbouw en de productie van veilig en gezond voedsel. Door voortdurende investeringen in efficiënte productietechnologieën en innovaties, was Biobest doorheen de jaren steeds in staat aanzienlijke prijsdalingen in de markt op te vangen. Toch ziet het bedrijf zich vandaag gedwongen een wereldwijde prijsstijging door te voeren vanaf 2013. Dit als gevolg van gestegen grondstofprijzen, arbeidskosten, transportkosten en de kwaliteitscontrole, met daarbovenop de kosten verbonden aan de steeds uitbreidende registratievoorwaarden opgelegd door de overheden. Biobest zal blijven investeren in productieverbeteringen. Deze zullen het bedrijf toelaten de tariefverhoging tot een minimum te beperken vandaag en in de toekomst. Biobest blijft zich ook verder inzetten voor kwaliteit en innovatie. π
Mediaservice wenst u een succesvol 2013!
|8|
131762GK1301MediaService.indd 1
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
13/12/12 10:52
MAP4
CVBB en VLM ondertekenen actieprogramma De Bedrijfsadviesdienst (BAS) van de VLM en het CVBB hebben elk een duidelijk afgelijnd takenpakket in de begeleiding van land- en tuinbouwers rond duurzame bemesting. De samenwerkingsovereenkomst, die begin vorige maand op het Proefcentrum voor Sierteelt werd ondertekend, onderstreept de complementaire werking van beide instanties en voorziet in een concreet actieprogramma. Dat moet leiden tot een efficiëntere aanpak van de mestproblematiek.
VLM focust op mestprobleem op bedrijfsniveau De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) is betreffende de mestproblematiek onder meer bevoegd voor bedrijfsadvies aan land- en tuinbouwers en de handhaving van de mestwetgeving. Omdat deze twee taken moeilijk samengaan –de ene is begeleidend, de andere controlerend– werden ze eerder dit jaar binnen de VLM gescheiden. "Op die manier kunnen de begeleiding en de controle van de landbouwers transparant en onafhankelijk werken", zegt Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege. "De dienst bedrijfsbegeleiding van de VLM, de zogenaamde BAS-cellen, focust bij de bedrijfsbegeleiding op het aanpakken van het mestprobleem op bedrijfsniveau. De BAS-medewerkers maken op vraag van de land- of tuinbouwer een prognose van de mestbalans van het bedrijf en begeleiden hem bij de opmaak van een bemestingsplan en een bemestingsregister."
Deze BAS-cellen werden opgericht tijdens het vorige mestactieplan (2007-2010). "Er werd in die periode zwaar ingezet op kennisverwerving om die begeleiding te kunnen doen", zegt Toon Denys, gedelegeerd bestuurder VLM. "De landbouwers ervoeren deze begeleiding als goed, maar op een bepaald moment vroegen ze naar een meer praktijkgerichte begeleiding. En daarom is binnen MAP4 een extra component voorzien voor begeleiding op afstand van de controlerende instantie, maar binnen de sector zelf: het CVBB. Wie anders kan de telers beter begeleiden dan de praktijkcentra? Zij hebben niet alleen de nodige kennis in huis, maar ze hebben ook het vertrouwen van de telers, wat essentieel is om de nodige stappen vooruit te kunnen zetten. Naast de werking van het CVBB blijft de VLM een belangrijke functie behouden, want dankzij de verzamelaanvragen, mestaangiftes, documenten van mesttransport... heeft de VLM een integraal beeld van de meststromen op bedrijfsniveau, zij het weliswaar uit helikopterperspectief", aldus Denys.
De overeenkomst wordt ondertekend door Toon Denys, gedelegeerd bestuurder VLM en Bart Naeyaert, voorzitter van het CVBB in aanwezigheid van Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur.
CVBB blijft vertrouwenspersoon Het CVBB, het Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting, werd eind 2011 opgericht in het kader van het flankerend beleid dat de Vlaamse overheid voert inzake het Mestdecreet (MAP4). Het CVBB heeft drie belangrijke opdrachten meegekregen: de oprichting en begeleiding van de waterkwaliteitsgroepen, de opvolging van een netwerk van referentiepercelen en de begeleiding van land- en tuinbouwers inzake duurzame bemesting. Het kabinet Leefmilieu maakt sinds 2012 jaarlijks 2,5 miljoen euro vrij voor de werking van het CVBB. Het CVBB is er voor de land- en tuinbouwers. Daarom loopt de werking van het CVBB volledig via de praktijkcentra. Als partner van de telers voert het CVBB geen controles uit. In zones met overschrijdingen van de MAP-meetpunten gaan de CVBB-medewerkers via de waterkwaliteitsgroepen en individuele begeleiding van de bemesting samen met de betrokken telers op zoek naar oplossingen voor het waterkwaliteitsprobleem. Het CVBB focust bij de begeleiding van land- en tuinbouwers vooral op perceels- en teeltspecifieke aspecten.
Complementair "De werking van de VLM en die van het CVBB zijn complementair, de ene vult de andere aan. Ik zou dan ook graag willen dat het CVBB en de BAS-cellen van de VLM in vertrouwen met elkaar kunnen samenwerken, dat ze naar elkaar doorverwijzen wanneer de andere de meest voor de hand liggende actor is", benadrukt Denys. Daarom sluiten beide partijen een samenwerkingsovereenkomst waarin niet alleen afspraken zijn vastgelegd, maar dat ook voorziet in een concreet actieprogramma. "MAP4 en de uitvoering ervan is een moeilijke zaak", zegt CVBB-voorzitter Bart Naeyaert. "Het loopt niet vanzelf. De mestwetgeving en al wat erbij komt kijken maakt de sector onzeker over zijn toekomst. Een jaar na de oprichting van het CVBB zijn er al 150 waterkwaliteitsgroepen opgericht en liggen er 450 referentiepercelen aan waarvan binnenkort de eerste resultaten worden verwerkt." Het Voortgangsrapport is duidelijk: de waterkwaliteit verbetert, maar niet snel genoeg. In het winterjaar 2011-2012 werd er nog in 28% van de MAP-meetpunten een overschrijding van de nitraatnorm vastgesteld, terwijl dat cijfer volgens de Europese doelstelling in 2014 nog maximaal 16% mag bedragen. VLM en CVBB kunnen leren van elkaar om op die manier sneller vooruitgang te boeken.
V. Neefs
|9|
Algemeen
Inagro vraagt aandacht voor een betere bodembescherming Onze bodems zijn in gevaar! Met deze belangrijke boodschap werd op de slotstudiedag van het grensoverschrijdend project PROSENSOLS de aandacht gevestigd op een problematiek die helaas vaak wordt onderschat. De kwaliteit van de Europese bodems is de laatste decennia zorgwekkend achteruitgegaan: afdekking, erosie, verlies aan organisch materiaal, achteruitgang van biodiversiteit, verzilting... beïnvloeden op meerdere manieren onze bodem. Zonder gezonde bodems kan er niet productief worden geboerd en het duurt vele jaren vooraleer een gedegradeerde bodem terug gezond is.
Een gezonde bodem is niet alleen belangrijk voor de landbouwers, maar heeft ook invloed op de hele omgeving en dus ook op jou en mij. Wat kan je doen om de kwaliteit van de bodem te behouden, om verdichting van de bodem te vermijden, om afspoeling van de vruchtbare bouwvoor te beperken en om verlies aan organisch materiaal en een daling van de biodiversiteit te verhinderen? Het project PROSENSOLS geeft antwoorden op de vele vragen rond bodemdegradatie. De voorbije jaren streefde PROSENSOLS naar het behoud van de kwaliteit van onze bodems door het op touw zetten van verschillende informerende, sensibiliserende en proefondervindelijke acties op het terrein.
Bevorderen van bodemvriendelijke landbouwpraktijken Voor een divers en internationaal publiek van meer dan honderd landbouwers, beleidsmakers en onderzoekers werd op 22 november 2012 het Interregproject PROSENSOLS afgesloten met de slotstudiedag 'De Bodem leeft!'. Net als voorgaande jaren werd ook dit jaar gewerkt rond een bepaalde bodemthematiek. Na groenbedekkers (2009), bodembescherming (2010) en bodemcompactie (2011) werd in 2012 dieper ingegaan op het thema organisch materiaal en biodiversiteit. Organisch materiaal is essentieel voor het goed functioneren
Ploegloos boeren resulteert op lange termijn in een verbetering van de bodemstructuur.
De Bodem Kit
van de bodem. Indien goed onderhouden, herbergt de bodem een grote diversiteit aan organismen die belangrijke functies vervullen: ontbinding van organisch materiaal, humificatie, aanbrengen van voedingselementen, bodemstructuur… De slotstudiedag werd ingeleid door Mia Demeulemeester, directeur van Inagro. De belangrijkste resultaten en aanbevelingen vanuit het project werden voorgesteld door Annelies Pollentier, projectleider van PROSENSOLS, gevolgd door de voorstelling van de ‘Bodem Kit’ en diverse presentaties rond het thema organisch materiaal en biodiversiteit. Naast de organisatie van vier grensoverschrijdende thematische studiedagen werd gedurende het project ook een zeer uitgebreid scala aan lokale initiatieven georganiseerd door één of meerdere partners van PROSENSOLS. Denken we hier bijvoorbeeld aan een demonamiddag rond de inwerking van groenbedekkers via niet-kerende bodembewerking, een demonamiddag waarbij het voordeel van een bedekte bodem werd aangetoond aan de hand van een regenvalsimulator, een infonamiddag rond wilgenteendammen…
Sensibiliseren van boer en burger Om de landbouwer te helpen de bodem te herwaarderen, beter te leren kennen en te evalueren werd de Bodem Kit ontworpen. De Bodem Kit is een werkinstrument dat bestaat uit 29 theoretische en praktische fiches, gerealiseerd dankzij de kennis en de ervaring van de projectpartners uit Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk. Deze gids brengt diverse eigenschap-
| 10 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Wilgenteendammen en aardappeldrempeltjes kunnen tijdelijke afstroming verhinderen.
pen aan bod die nuttig zijn voor een goed beheer van de landbouwbodems. Naast het stimuleren van de landbouwer om zelf aan de slag te gaan en zijn bodem te evalueren wordt ook het brede publiek aangesproken rond de problematiek van bodemdegradatie. In het kader van PROSENSOLS werd een rondreizende interactieve tentoonstelling ontwikkeld die ook in 2013 en 2014 doorheen heel Vlaanderen zal blijven rondreizen. Aanvullend werden een experimentenkoffer, verschillende didactische werkpakketten en vormingsmomenten voor leerkrachten gerealiseerd.
De impact van verschillende landbouwpraktijken op de bodem In de drie projectregio’s (Vlaanderen, Wallonië en Noord-Frankrijk) bestaat er een sterke gelijkenis in de teeltrotaties en de landbouwpraktijken en wordt men dus geconfronteerd met bodemdegradatie. Om de meerwaarde van een gezonde bodem te benadrukken werden praktijkgerichte demonstratievelden aangelegd rond verschillende thema’s: groenbedekkers, ploegloze teelttechnieken, compactie, grasbufferstroken en grasgangen, aardappeldrempeltjes, wilgenteendammen en bodemvruchtbaarheid. Van ieder proefveld werd een proefverslag opgemaakt en grensoverschrijdend werden verschillende posters gerealiseerd waarop de algemene bevindingen en resultaten per thema werden samengevat. Wie de resultaten in detail wenst te bekijken kan terecht op de website www.prosensols. eu. Voor wie met bodemzorg aan de slag wil, geven we alvast enkele nuttige tips:
Groenbedekkers helpen de bodem op zijn plaats te houden: het nut van een bodembedekker is veelvuldig. Bodembedekkers zorgen voor het behoud van een goed verluchte en niet afgedichte bodemstructuur en verrijken de bodem op organisch gebied. Bodembedekkers beschermen de bodem in de winter tegen erosie en afvloeiingen (zelfs tot 90%), door het verminderen van de verslemping van de bodem en het verhogen van de infiltratie. Ook de verliezen van voedingselementen door uitspoeling naar diepere lagen worden beperkt. Grasstroken houden het water en sediment tijdelijk op: op plaatsen waar het water geconcentreerd wordt afgevoerd, ontstaan bij hevige regenbuien vaak geulen of ravijnen. Om dit te voorkomen, is het aangewezen op die plaatsen gras te zaaien. Praktijkervaringen leerden dat met oog op het onderhoud van dergelijke grasstroken een breedte van minimum 6 meter is aangewezen. Ploegloze teelttechnieken, een variabel gegeven: de toename van organisch materiaal en de goede doorworteling van de bodem resulteren op lange termijn in een verbetering van de bodemstructuur. Voor het toepassen van ploegloze teelttechnieken is het van het grootste belang om het veld op te gaan en de bodem te evalueren vooraleer tot actie over te gaan. Een weekje wachten in natte omstandigheden kan immers onnoemelijk veel verschil uitmaken qua bodemstructuur. Aardappeldrempeltjes en wilgenteendammen weerstaan gemiddelde onweders: aardappeldrempeltjes en wilgenteendammen zijn zachte hydraulische maatregelen die toegepast kunnen worden om tijdelijke afstroming te verhinderen. Beide maatregelen volstaan
echter niet bij periodieke afstroming en kunnen daarom best gecombineerd worden met andere acties zoals beperking van de perceelslengte, grasbufferstroken… Bodemvruchtbaarheid geeft slechts resultaten op lange termijn: een driejarige proefopstelling is te kort om een meerwaarde te verkrijgen op de bodem door toevoeging van bodemverbeterende middelen. Als eindconclusie van het project PROSENSOLS kan gesteld worden dat een goede, gezonde bodem een niet-hernieuwbare hulpbron is waar men zorg voor moet dragen. Er zijn ondertussen al veel stappen genomen in een gezond bodembeheer, maar ook in de toekomst moet nog verder werk worden gemaakt van een goede bodemkwaliteit. Het project PROSENSOLS heeft al verschillende facetten aangehaald die nog verder kunnen worden uitgediept, denken we maar aan organisch materiaal, bodemleven, verdichting… Het project PROSENSOLS mag hierin dus zeker geen eindpunt zijn.
Ter info Om de kennis die werd opgedaan in kader van het project PROSENSOLS niet verloren te laten gaan, blijft de website www.prosensols.eu nog drie jaar voortbestaan. Op deze website zijn alle proefresultaten, artikels, presentaties en infobrochures terug te vinden die gerealiseerd werden in het kader van het project. Zou je graag een Bodem Kit hebben? Neem dan contact op met Annelies Pollentier, tel. 051/27 33 83,
[email protected].
A. Pollentier Inagro, Rumbeke-Beitem
| 11 |
Kleinfruit actueel Doorteelten Het najaar van 2012 was donker en tamelijk koud, in tegenstelling tot het najaar van 2011. Toen was het zeer warm en licht in het najaar, tot zelfs in november en december. De plantingen van begin augustus zijn half december koud gelegd. In de plantingen van half augustus is geoogst tot half december en minstens twee weken nagestookt. In de serres die na 15 augustus werden geplant heeft men nog geoogst tot Kerstmis-Nieuwjaar. Heb je nog tot Nieuwjaar geoogst, dan zal je waarschijnlijk moeten nastoken tot 15 à 20 januari. Je beschikt pas over voldoende hergroei (productiepotentieel) wanneer de topbloem gemiddeld 0,7-1 cm lang is en er voldoende wortelherstel is. Beperk de watergift zodat de wortels extra gestimuleerd worden om te groeien. In de late plantingen (15 augustus en later) waren er in de tweede helft van november en december behoorlijk wat kwaliteitsproblemen, met name het openscheuren van de vruchten en dan in het bijzonder de kleine vruchten. De planten waren gewoonweg te zwaar belast met nog te veel vruchten onder de lichtarme omstandigheden in die periode. Het lichtere plantmateriaal dat de voorbije maand werd ingepakt, is duidelijk beter geschikt voor de late plantingen van volgend najaar. ■
Clery opgeplant op 17 december
Aardbeien onder glas Nieuwe plantingen Het nieuwe jaar is ingezet en ook in de aardbeiensector is het nieuwe seizoen weer aan de gang. Eind vorig jaar zijn er heel wat afdelingen vers opgeplant. Ook dit jaar is er weer een uitbreiding van deze teeltvorm. De eerste Clery werd 10 december al opgeplant en de laatste tussen Kerstmis en Nieuwjaar. De meeste Clery is echter midden december opgeplant. Sonata werd rond de jaarwisseling opgeplant, evenals hier en daar een afdeling met Elsanta. De vroegste plantingen zijn al goed aan de groei en de wortelvorming en strekking zijn al aan de gang. Uiteraard verliep dit alles eerder langzaam door het koude, maar vooral donkere weer in december. Het stookregime van de nieuwe plantingen wordt bepaald in functie van de energiebron (aardgas of olieproducten), het kastype en de doelstellingen van de teler. Gemiddeld stookt men naar 8°C ’s nachts en naar 12 tot 16°C overdag, naargelang de buitentemperatuur en de lichthoeveelheid. Bovendien wordt er met een lichtverhoging gewerkt. Een tweetal weken na het planten werd de cyclische belichting opgestart. Deze blijft aangeschakeld tot er een gewaslengte van 10-15 cm is bereikt. Bij Sonata mag men gerust nog iets langer doorgaan met belichten.
Aardbeien onder plastic De substraatteelten onder plastic zijn nagenoeg allemaal op de grond gezet. Begin december kenden we een eerste winterprik met temperaturen tot -9°C. De teelten op de stellingen zijn deels naar de koelcel gevoerd voor overwintering. Meer en meer worden de stellingteelten uitgetrokken en in het voorjaar vers opgeplant. Bij vorst onder -2 tot -3°C moet je de planten afdekken. Na de vorst moet je de afdekking zo snel mogelijk verwijderen, de tunnels zo goed mogelijk luchten en extra behandelen tegen koprot. Met water moet je nu zuinig zijn. Te droge potten of bakken kan je nu beter manueel bijsturen. Wortelziekten vragen maandelijks een behandeling.
D. Vinckx, N. Druyts, K. Lavrysen & D. Vermeiren Voorlichtingsteam Aardbeien PCH
Het ideaal bespuiten van uw aardbeien, tomaten, frambozen, ... Zelfaangedreven en gearticuleerde spuitmachine MAB® Extra smal (ca. 80) - korte draaicirkel - Benzine of diesel Tank van 150, 200, 400 l. 2 of 4 wielaandrijving. Talrijke referenties in België. Aangepaste financierings - en betalingsvoorwaarden. Okkaziemateriaal en mogelijkheid tot overname. Alain Sonneville
131751PN1301
F - 59 232 VIEUX BERQUIN France Tel 00.33.3.28.42.70.26 GSM 00.33.6.07.37.45.23 www.jams-agri.com www.autranetmab.com mail :
[email protected]
Bezoek ons op Sival: 15, 16 en 17 januari te Angers (Fr)
| 12 |
131751PN1201Jams.indd 1
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
19/12/12 10:20
Glas Actueel
Volwassen paprikasnuitkever (Bron: Bayer CropScience)
Paprikasnuitkevers gesignaleerd bij onze noorderburen In Nederland is in 2012 de paprikasnuitkever gevonden, de Anthonomus eugenii ook wel de pepper weevil genoemd. De kever staat op de Europese lijst van de quarantaine-organismen en daardoor is iedere EUlidstaat verplicht introductie en verspreiding van dit insect tegen te gaan. De eerste vondst dateert van vorige zomer bij twee Nederlandse naburige bedrijven. Ondanks alle getroffen maatregelen bij onze noorderburen was er ook een vondst eind augustus en nog een eind oktober. Hieruit kunnen we besluiten dat deze kever zich niet gemakkelijk laat uitroeien. Vermits sommige Belgische tuinders een Nederlands opkweekbedrijf kiezen (mogelijk met een productiegebied in het Westland) vinden we het als proefstation onze taak om zoveel mogelijk informatie over dit insect te verspreiden.
Levenscyclus De ovale eitjes zijn eerst wit, nadien geel en maar een halve millimeter lang. Het vrouwtje legt haar eitjes bij voorkeur in kleine pas gezette vruchtjes die nog aan de plant hangen. In tweede instantie legt ze haar eitjes in afgevallen vruchten of bloemknoppen. De larve groeit in de vrucht, is hoofdzakelijk wit en doorloopt drie larvestadia. Na het derde stadium volgt de verpopping. Eens de pop een volwassen snuitkever (2 tot 3,5 mm lang, 1,5 tot 1,8 mm breed) is geworden, boort deze een gaatje door de vruchtwand en komt zo naar buiten. De mannelijke volwassen kevers produceren een feromoon dat beide geslachten aantrekt. Het bevruchte vrouwtje legt ongeveer 340 eitjes in één maand tijd. Bij warm weer duurt de levenscyclus twee weken. Volgens de literatuur komen zes tot acht levenscycli per jaar voor (in een buitenteelt).
Waardplant De paprikasnuitkever komt niet alleen op het paprikagewas voor maar op alle nachtschadigen, dus ook op tomaat en meerdere onkruiden.
Scouting Bij de wekelijkse scouting is het belangrijk om voedingsstippen/eilegplaatsen te detecteren. Dit zijn kleine ronde gaatjes die in het blad, in de bloemblaadjes, op de bloemknop en in de vrucht kunnen voorkomen en ook bruine vlekjes op vruchten.
Bestrijding Alleen de volwassen exemplaren zijn te bestrijden vermits het ei, de larvestadia en de pop zich in de vrucht bevinden. Daarom is scouting dus zeer belangrijk. Op de website van het proefstation (www.proefstation.be) kan je een informatiefolder donwloaden met meer gegevens. Bij vragen kan je steeds iemand van het proefstation contacteren.
L. Van Herck Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
Installatie van scherming, verduistering en luchting
Diverse werkzaamheden Installatie scherming en verduistering zowel vlak als in tentdakvorm alsook renovatie van oude installaties Twingevels • Rolgevels • Dekrol schermen • Onderhoud en herstellingen van luchting te ijsoffer r p s i t a Gr
119629VN805
Volwassen paprikasnuitkever op een paprikabloem (Bron: NVWA Hygiëneprotocol paprikasnuitkever augustus 2012)
Je kan gele lijmplaten ophangen in het gewas (ter hoogte van de kop van de plant) en er zijn ook feromoonvallen verkrijgbaar bij leveranciers van biologische bestrijdingsproducten.
Sammy Van Bellingen Lindestraat 21 • 9042 Desteldonk 0032 476 29 99 84 • Fax 0032 9 330 56 62
[email protected]
www.sammyvanbellingen.be | 13 |
Glas Eerste grote semi-gesloten serre in Nederland
Het Nieuwe Telen Tijdens de laatste Horti Fair in Amsterdam werden er opvallend veel noviteiten genomineerd die voortborduren op ‘Het Nieuwe Telen’. Vijf bedrijven in kassenbouw en klimaatsturing stelden hun nieuwe technieken of hun vernieuwde aanpak op dit vlak voor. Over de andere interessante noviteiten kon je al meer lezen in de vorige editie van Proeftuinnieuws. Het was de laatste tijd relatief stil rond ‘Het Nieuwe Telen’, maar op de Horti Fair bleek dat de principes van de gesloten kas niet allemaal in de steek werden gelaten. Achter de schermen werden de positieve punten weerhouden en ging men op zoek naar verbeteringen. “De focus van de genomineerde noviteiten is gericht op besparing van energie en verhoging van de efficiëntie, productie en kwaliteit. De tuinbouw blijft verder ontwikkelen en ook bij innovatie signaleren we door het hoge investeringsniveau meer samenwerking tussen verschillende bedrijven,” constateert voorzitter van de vakjury Geert van Oosterhout.
gebruik van een warmtepomp en mechanische luchtontvochtiging. Volgens de eerste berekeningen is het concept terug te verdienen in zeven jaar. Voor meer technische informatie ga je best naar www.energiek2020.nl en zoek vervolgens op Next Generation SemiGesloten Kas. www.avag.nl of www.energiek2020.nl
Modulair inspelen op de markt
10 m³ aardgas per m² besparen per jaar De persprijs werd toegekend aan de Next Generation Semi-Gesloten Kas van een consortium van AVAG-bedrijven. Dat is een concept dat werd uitgewerkt door de deelnemende bedrijven en WUR Glastuinbouw. Een prototype werd afgelopen zomer geïnstalleerd bij tomatenkwekerij Lans in Rilland in een afdeling van 4.000 m². Onderzoeker Feije de Zwart voert de monitoring van de proef uit. Na de winterperiode zal men de eerste praktijkresultaten kunnen vergelijken met de vooropgestelde simulaties. Het uitgangspunt van de nieuwe kas is dat dankzij de ontvochtigingsinstallatie de kas in de winter helemaal gesloten kan blijven. Dezelfde installatie kan in de zomer duurzame energie verzamelen. De Zwart legt uit: “De afdeling is ingericht met een luchtbehandelingssysteem waarmee de kas kan worden ontvochtigd met gesloten ramen. Door het sluiten van de kas in de winter zou er 4 m³ aardgas kunnen worden bespaard en de warmtepomp in combinatie met zowel een kleine wkk als een kleine aquifer geeft daar bovenop nog eens 6 m³ besparing. Dat is samen 10 m³ aardgas per m² per jaar. Bovendien kan de kwaliteit van het product naar een hoger niveau getild worden door de beter regelbare ontvochtiging.” De Next Generation Semi-Gesloten Kas bereikt zo met beperkte meerinvesteringen een verlaging van 20 tot 30% van het energieverbruik door het
| 14 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Ook KUBO blijft geloven in het semi-gesloten telen en blijft daarom investeren in verbeteringen van de bestaande Ultra-Clima kas. “Wij hebben sinds 2008 al 104 ha geplaatst van de Ultra-Clima kas. Maar het blijft vooral ver buiten onze landsgrenzen aanslaan: Amerika, Mexico, Australië, Turkije, Frankrijk… In Nederland is er wel veel belangstelling, maar door de negatieve ervaringen met de volledig gesloten kas en het moeilijke investeringsklimaat door de crisis staat men op de rem. Pas dit jaar hebben we in Nederland een serre van 10 ha gebouwd,” aldus Henk van Tuyl. Ondertussen stellen ze versie 3 voor: de luchtbehandelingskast werd geoptimaliseerd. Twee radiaal ventilatoren werden vervangen door één grote radiaal ventilator waardoor de kast en ook de corridor konden worden verkleind. www.kubo.nl
Bij Maurice Kassenbouw kan je voortaan een verwarmingsbuis in de luchtslurven laten plaatsen, zodat je lucht met een hogere temperatuur dan de kaslucht gelijkmatig in de serre kan blazen.
Verwarmingsbuis in luchtslurven Maurice Kassenbouw stelde op de beurs in primeur zijn noviteit voor: de installatie van een verwarmingsbuis in de luchtslurven. Zo is het nu mogelijk om in de Air & Energy kas niet alleen te ventileren maar ook te verwarmen met het slurfsysteem. Door het gebruik van de naverwarmer in de slurf kan lucht met een hogere temperatuur gelijkmatig in de serre worden geblazen. Het gevolg is een gelijkmatige kastemperatuur en een grote verwarmingscapaciteit met een aanvoertemperatuur van 40°C. Lagetemperatuurverwarming verhoogt het rendement van stookinstallaties en is ook voordelig bij toepassingen van rest- en aardwarmte. www.kassenbouw.com
Kassenbouwer Van der Hoeven stelde op de beurs geen nieuwe technieken voor, maar wel het ModulAIR-concept. Met dit principe passen zij een kas stap voor stap aan aan de vereisten van de plant, de lokale eisen met betrekking tot het klimaat en de beschikbaarheid en de kosten van energie of elektriciteit. Zo wordt per gebied en per project de beste maatoplossing gekozen. In sommige gebieden kan alleen ontvochtiging voldoende zijn om goede resultaten te behalen, waar in andere gevallen de koeling essentieel is. Ook hiermee spelen ze in op vragen van de markt, die op dit moment vooral van buiten de Benelux komen. www.vanderhoeven.nl
SuprimAir kas Als vijfde en laatste in de rij van het nieuwe telen stelde Certhon zijn nieuwe kas voor: de SuprimAir kas. In deze kas zijn de laatste technische innovaties op verschillende gebieden geïntegreerd. Het is een systeem dat koelt en verwarmt, ontvochtigt en bevochtigt. Ook in dit systeem zijn er luchtslurven onder de teeltgoten en een kopgevelcorridor met verwarmingsblokken en ventilatoren. Op deze manier kan de ideale temperatuur en relatieve luchtvochtigheid gecombineerd worden met een laag energieverbruik en lagere ziektedruk. Deze kas is vooral aangewezen in droge en warme klimaten. www.certhon.nl
K. Blum
Glas voor dezelfde concentratie maar de dosering wordt over negen nachten gespreid. Een timer wordt ingesteld van 16.00 uur tot 9.00 uur zodat de generator tijdens de dag uit staat. Dat geeft de mogelijkheid om te kunnen luchten indien nodig. ’s Nachts zijn de huidmondjes bij tomatenplanten meestal gesloten waardoor langs hier geen product A het blad zou kunnen binnendringen. We vermoeden dat het gewas zo minder snel zou kunnen verdorren en dat dit een positief effect heeft op de houdbaarheid van de groene delen van de trossen. Na een korte opwarmingsperiode start de dosering van product A. Het toestel blijft product A genereren zolang het setpoint (in dit geval 2,0 ppm) niet door de sensor wordt gedetecteerd.
Alternatieve methode voor afrijpen van tomaten
Resultaten Concentraties en verdeling
Een nieuw proefmiddel, een gasvormige verbinding, kan ingezet worden om de afrijping van tomaten op het einde van de teelt te versnellen (product A). De stof wordt door een toestel uit ethanol gegenereerd. Bij contact met het gewas stimuleert dit de veroudering van de plant en het rijpen van de vruchten. Dat biedt mogelijkheden om het einde van de tomatenteelt te versnellen op een ethefonvrije manier. De proef gebeurde onder proefontheffing in één van de nieuwe, kleinere afdelingen (500 m2) van het Proefcentrum Hoogstraten (PCH). Vanaf 31 oktober 2012 werd gedurende negen nachten tussen 16.00 uur en 9.00 uur product A via een toestel gedoseerd. De gewenste luchtconcentratie werd ingesteld op 1,3 ppm terwijl het setpoint op 2,0 ppm werd gezet. De afrijpingssnelheid, vruchtkwaliteit, gewasachteruitgang, residugehaltes en werkelijke concentraties aan product A werden vergeleken met een afdeling waar standaard ethefon werd toegepast. Soupless, geënt-getopt op Emperador, was het cultuurras in beide afdelingen.
Positieve Duitse resultaten november 2011 Begin dit jaar verscheen er in de Duitse vakpers een artikel over product A dat in de serre werd gebruikt om de rijping van de laatste tomaten te garanderen. De dosering van product A gebeurde niet door een generator maar met behulp van gasflessen. Tijdens de proef doseerde men tussen 5 à 10 ppm en tussen 10 à 13 ppm gedurende respectievelijk 45 en 48 uur. Men besloot dat een concentratie van 10 ppm meer dan genoeg was. Verder schreef men dat dit soort techniek in Duitsland geen perspectieven zal bieden omdat hiervoor net zoals in België geen toelating voor de tomatenteelt bestaat.
Geleidelijk aan bouwt de concentratie aan product A zich binnen de afdeling op richting 1,3 ppm. Pas wanneer de sensor meer dan 2,0 ppm registreert, stopt het toestel met doseren. Dat heeft tot gevolg dat de concentratie binnen de afdeling na enkele uren hoger dan 2,0 ppm zal liggen. Uit metingen blijkt dat de concentratie ’s morgens rond 10.00 uur tussen 2,5 en 3,0 ppm ligt. De concentratie blijft onveranderd ongeacht de hoogte van staalname. Dat geeft aan dat deze stof zich zeer goed verspreidt binnen de serre. Net voor de aanvang van de proef ligt het gehalte van product A in beide afdelingen verwaarloosbaar laag. Als controle wordt de concentratie van de buitenlucht gemeten (10 ppb). Tijdens de proef zien we het gehalte ook in de afdeling met ethefon een beetje oplopen (Tabel 1). De waarden liggen hier na vijf dagen rond 0,25 ppm wat tien keer minder is. We nemen aan dat de met ethefon behandelde planten zelf een bepaalde hoeveelheid van dit gas produceren en vrijgeven maar deze gehaltes hebben echter onvoldoende impact op de afrijpingssnelheid.
Product A wordt ter plekke gegenereerd uit ethanol Het toestel genereert product A en waterdamp uit ethanol dankzij een katalysator en warmte. Met behulp van een sensor kan product A gecontroleerd worden gedoseerd. Enkel de aardappelteelt geniet in België een erkenning voor het toepassen van product A als kiemremmer (erkenningsnummer 10087P/B). De toepassing ervan in andere groenteteelten is (nog) niet toegelaten. Tijdens een vorig onderzoek in Nederland werd een concentratie van 1,3 ppm gedurende 4,5 dagen gehanteerd. Op het PCH kiezen we
Tabel 1. - Gemeten concentraties aan product A in ppm, gaschromatografisch bepaald door VCBT Tijdstip meting
Afdeling met product A
Afdeling ethefon en onbehandeld
Buiten
Hoogte staalname 0,5 m
6,0 m
0,5 m
0,03
0,09
0,08
2,61 2,96 3,4 (1) 0,6 (1) 2,82 3,0 (1) 1,6 (1)
2,50 2,98
6,0 m
Voor aanvang van de proef
31/10/2012 Tijdens de proef
2/11/2012 5/11/2012
7/11/2012
8.30 uur 8.30 uur 8.30 uur 15.00 uur 8.30 uur 8.30 uur 15.00 uur
0,27 0,8 (1) 0,4 (1)
0,20
0,01 0 (1) 0 (1)
2,81 0,1 (1) 0,3 (1)
0 (1) 0 (1)
(1) Gemeten door sensor
| 15 |
Product A Posieve controle: Ethefon Negaeve controle: onbehandeld
A) Resultaten eerste tros van alle planten
Vruchten (%)
100 80 60 40 20 0
Start 31/10/2012
+ 2 dagen
+ 5 dagen
+ 7 dagen
+ 9 dagen
+ 12 dagen
+ 14 dagen
+ 9 dagen
+ 12 dagen
+ 14 dagen
B)) Planten a te met et ttwee ee ttrossen: osse : resultaten esu tate ttweede eede ttros os
Vruchten (%)
100 80 60 40 20 0
Start 31/10/2012
+ 2 dagen
+ 5 dagen
+ 7 dagen
C)) Planten met drie trossen: resultaten derde tros 100 Vruchten (%)
80 60 40
Residuloos en beperkte invloed op de vruchtkwaliteit
20 0
Start 31/10/2012
+ 2 dagen
+ 5 dagen
+ 7 dagen
+ 9 dagen
+ 12 dagen
+ 14 dagen
+ 5 dagen
+ 7 dagen
+ 9 dagen
+ 12 dagen
+ 14 dagen
D)) Totaal over alle trossen 100
Vruchten (%)
80 60 40 20 0
Start 31/10/2012
+ 2 dagen
Oogstrijp
Oranje
Breaker
Onrijp
Figuur 1. - Afrijpingssnelheid: overzicht van het percentage breakers, rode, oranje en groene vruchten per object en per telling gedurende twee weken (proef gestart op 31/10/2012)
Verband tussen plantbelasting en afrijpingssnelheid Vanaf de start en tijdens de proef worden meer dan 5.000 tomaten elke twee dagen beoordeeld op hun kleur. De bekomen data maken het mogelijk de afrijpingssnelheid van de drie behandelingen (onbehandeld, ethefon en product A; drie balkjes per tijdstip in Figuur 1) met
elkaar te vergelijken. We maken een verschil tussen enerzijds planten met nog twee trossen aan de plant en anderzijds planten met drie trossen. Grafiek A in Figuur 1 toont aan dat de eerste ofwel de oudste tros aan de plant geen problemen met de afrijping vertoont, in geen enkele van de drie behandelingen. Na een week zijn alle trossen klaar voor oogst.
Evolutie van de rijping: na negen dagen zijn in de objecten behandeld met ethefon en product A alle vruchten klaar voor de oogst.
| 16 |
Bij de planten waaraan nog twee trossen hangen ligt dit al anders voor de tweede ofwel de jongste tros. Deze tros is pas na twaalf dagen geschikt voor de oogst (grafiek B in Figuur 1). De jongste tros van de partij in het onbehandelde object rijpt duidelijk een stuk moeizamer. Hetzelfde resultaat zien we bij planten met drie trossen (grafiek C in Figuur 1). De jongste of derde tros van de onbehandelde planten rijpt niet goed door en is na twee weken niet geschikt voor de oogst. Als men ethefon of product A toepast, zijn na negen tot twaalf dagen alle trossen klaar voor oogst. De vruchten die met product A worden behandeld, rijpen even snel af als de vruchten behandeld met ethefon. Opmerkelijk is de snelle achteruitgang van het gewas bij een behandeling met product A. De verouderingseigenschappen van het gas hebben duidelijk hun effect niet gemist op de groene delen van de plant (zie foto pagina 17 onderaan). Na een week beginnen de bladeren te vergelen en enkele dagen later zijn de onderste bladeren volledig verwelkt en verdroogd.
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Tijdens de proef werden per object op twee tijdstippen een twintigtal trossen voor een houdbaarheidsproef geoogst. De eerste oogst gebeurde bij aanvang van de proef, de tweede oogst twaalf dagen na de start van de behandelingen. Op dag drie en dag tien na elke oogst werden met behulp van een Durofel-meter de hardheidsmetingen uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat er geen verschillen tussen de drie behandelingen zijn vast te stellen. Ondanks de verouderende werking van product A behouden de vruchten hun stevigheid net zo goed als de onbehandelde tomaten. Evenmin zien we verschillen in de concentratie aan opgeloste stoffen. Gemiddeld hebben de vruchten van de drie behandelingen een Brix-waarde van 3,9. Deze waarde ligt net iets lager dan het jaargemiddelde voor het ras Soupless (Brix 4,2). De toepassingen van product A en ethefon hebben wel een invloed op de kwaliteit van de vruchten. Er is een duidelijk verschil te zien tussen de kleur van de behandelde vruchten en de kleur van de onbehandelde vruchten. Deze laatste hebben problemen met het doorkleuren en laten dikwijls groene kragen
Luchtstaalname voor bepaling van de concentratie product A
langs het vruchtkroontje zien. Vruchten uit de behandelde partijen kleuren nagenoeg altijd mooi rood (Tabel 2). Vruchten afkomstig van onbehandelde planten zijn net iets doffer dan vruchten die met product A of met ethefon werden behandeld omdat ze meer krimpscheuren vertonen. Opmerkelijk is dat 32% van de ethefon-tomaten bewaarstip vertonen.
De vrees voor een snellere verdroging van de groene delen van de trossen bij een behandeling met product A is bij een correcte dosering onterecht. Slechts een minimale afname van de frisheid van de groene delen is bij deze tomaten tijdens de bewaring vast te stellen (Tabel 2). Gele kronen komen in geen van de drie objecten voor. Bij de drie objecten zitten
Tabel 2. - Resultaten bewaarproef en vruchtbeoordeling, scores van 1 (slecht) tot 10 (goed) Object
Onbehandeld Ethefon Product A
Kleur
Krimpscheurtjes
Glans
Frisheid groene delen
Oogst 1
Oogst 2
Oogst 1
Oogst 2
Oogst 1
Oogst 2
Oogst 1
Oogst 2
6,4 7,2 6,4
4,0 7,0 7,8
5,0 6,4 6,3
4,8 5,4 6,4
6,2 6,2 7,4
7,0 7,6 8,0
8,2 8,4 8,2
8,4 8,2 7,8
Oogst 1: bij aanvang van de proef; Oogst 2: 12 dagen na aanvang van de proef
na de bewaarproef even weinig losse vruchten. Tussen de geoogste vruchten van de behandelde objecten liggen soms rotte vruchten. De partijen uit de met product A behandelde afdeling bevatten de meeste rotte vruchten (3,6% van de geoogste vruchten). Ook bij de andere twee objecten komt vruchtderving voor, maar dan in mindere mate: 0,5% van de vruchten bij de onbehandelde planten en 1,1% van de vruchten met ethefon. Bij een correcte berekening en toepassing van ethefon moet de teler zich geen zorgen maken over het residugehalte. Tijdens deze proef bleek dat de vruchten van de ethefonbehandeling een residugehalte van 0,38 ppm hebben. Het residugehalte van de tomaten behandeld met het gasvormige product A is zoals verwacht niet meetbaar (< 0,05 ppm).
Besluit Deze preliminaire proef omtrent het afrijpen van tomaten op een alternatieve manier demonstreert dat deze methode dezelfde resultaten geeft als een standaardbehandeling met ethefon. Hierbij is de afwezigheid van ethefonresidu op de vruchten een belangrijke meerwaarde voor het aangeleverde product. Het is nu aan de sector om de erkenning van product A en deze methode rond te krijgen.
D. Pinxteren & R. Moerkens Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
Effect van product A (midden), ethefon (rechts) en niet behandelen (links) op het gewas
| 17 |
Glas Rassenproef krulandijvie voorjaarsteelt 2012
Modelras Zidane overtuigt niet Krulandijvie is door zijn goede houdbaarheid een populaire groente om te verwerken in versneden voorverpakte slamengelingen. Een goede krop krulandijvie is vrij van rand, is goed gevuld en heeft een mooi wit-geel hart. In deze proef worden enkele krulandijvierassen met elkaar vergeleken. Welke is de beste keuze voor een teelt onder glas in het voorjaar? Proefopzet en teeltverloop De proef werd aangelegd als een gerandomiseerde blokkenproef in vier parallellen. Er werd gezaaid in 5 cm perspotten op 6 maart en geplant op 2 april 2012. Van 7 tot 17 mei werd er drie keer per nacht gebroesd gedurende drie minuten. Op 18 mei werden de kroppen afgedekt. Er werd geoogst op 22 en 23 mei. De
rassenproef werd gevolgd door een bewaarproef, hiervoor werden de rassen na oogst gedurende acht dagen bewaard bij 8°C, waarna een beoordeling volgde.
Rassenbespreking Daisy (Clause): had een uitgesproken contrast tussen de bleke hartbladeren en de donkere
Tabel 1. - Gewasbeoordeling. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Ras
Uniformiteit
Veldvulling
Contrast
Fijnheid hart
Vulling hart
Daisy Emily Glory Korbi RZ Magaly Milady Ophely Primafine Serafine TH20 TH21 Zidane Gemiddelde 1= 9=
7,5 abc 8,4 a 6,5 c 7,5 abc 8,0 ab 8,0 ab 7,8 abc 7,3 abc 7,8 abc 7,4 abc 7,6 abc 6,8 bc 7,4 heterogeen uniform
5,8 de 8,8 ab 6,3 d 7,3 bcd 9,0 a 9,0 a 8,0 abc 6,8 cd 6,3 d 6,0 de 4,6 e 6,0 de 6,3 slecht goed
9,0 7,0 8,0 7,0 8,0 7,5 7,0 8,0 7,0 7,0 8,0 7,0 7,3 geen veel
7,0 5,0 7,0 7,0 5,0 4,0 3,0 6,5 7,0 7,0 7,5 8,5 6,6 zeer grof zeer fijn
7,0 5,0 7,0 7,0 5,0 5,0 4,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 6,5 hol gevuld
Tabel 2. - Oogstbeoordeling. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Ras
Daisy Emily Glory Korbi RZ Magaly Milady Ophely Primafine Serafine TH20 TH21 Zidane Gemiddelde 1= 9=
| 18 |
Stukgewicht (g)
Natrand
Droogrand
Smet
Schot
523 de 681 ab 491 e 631 bc 753 a 725 ab 684 ab 514 e 623 bcd 460 e 459 e 543 cde 547
3,0 9,0 7,0 5,3 7,3 7,4 7,3 5,4 7,6 7,4 8,0 5,3 6,8 veel geen
8,3 a 8,3 a 8,0 a 6,1 b 8,5 a 7,9 a 8,4 a 7,6 ab 8,0 a 7,9 a 7,6 ab 7,9 a 7,9 veel geen
8,0 8,3 7,3 6,8 8,0 7,1 7,8 7,3 8,0 7,0 7,6 7,5 7,5 veel geen
9,0 a 9,0 a 7,0 b 9,0 a 9,0 a 9,0 a 9,0 a 9,0 a 6,7 bc 6,0 c 9,0 a 3,3 d 7,2 veel geen
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
buitenste bladeren. Scoorde goed op droogrand en schot, maar had een minder goede veldvulling. Daisy had een goede houdbaarheid, maar het kropgewicht was aan de lage kant. Emily (Clause): was heel uniform op het veld en had een goede veldvulling. De fijnheid en vulling van het hart waren minder goed, ook de fijnheid van de onderkant van de krop kon beter. Zowel droogrand als schot werd bij Emily bijna niet gezien. Bij de opbrengstbeoordeling sprong dit ras er duidelijk uit, zowel kropgewicht als houdbaarheid waren uitstekend. De diameter van het gebleekte hart was groot bij dit ras. Glory (Clause): slechte uniformiteit en veldvulling. Voor droogrand was dit ras niet gevoelig, helaas werd er wel veel schot vastgesteld. De kropbeoordeling van dit ras was goed, maar dit werd teniet gedaan door een erg laag kropgewicht. Korbi RZ (11-406 RZ) (Rijk Zwaan): uniform ras met een iets minder goede veldvulling. Korbi haalde een goede score voor schot, maar toonde een vrij hoge gevoeligheid voor droogrand tijdens deze teelt. Korbi had een mooie fijnheid aan de onderkant van de krop, de diameter van de bleking was eerder aan de kleine kant. Ook het kropgewicht was eerder laag. Magaly (CLX1183) (Clause): toonde op het veld zowel een goede veldvulling als uniformiteit. De fijnheid en vulling van het hart waren echter slecht. Het kropgewicht van dit ras was heel hoog en ook de houdbaarheid was uitstekend, maar de onderkant van deze kroppen was niet mooi fijn. Milady (Clause): toonde een uitgesproken contrast tussen bleek en donker blad, maar de fijnheid en vulling van het hart waren hier duidelijk minder goed. Ook de fijnheid aan de onderkant van de krop was slecht, wel had dit ras net als Magaly een hoog kropgewicht. De
Tabel 3. - Kropbeoordeling. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Ras
Snijvlak (mm)
Bleking (mm)
Fijnheid onderkant
Holling snijvlak
Bakvulling
Daisy Emily Glory Korbi RZ Magaly Milady Ophely Primafine Serafine TH20 TH21 Zidane Gemiddelde 1= 9=
21,3 ab 21,5 abc 20,6 ab 19,1 a 25,0 c 23,1 bc 22,4 abc 22,8 bc 22,2 abc 19,6 ab 20,1 ab 22,1 abc 21,5 groot klein
33,6 bcde 42,0 a 36,5 abcd 34,3 bcde 39,5 ab 39,8 ab 36,1 abcd 30,1 de 33,0 cde 36,3 abcd 28,9 e 35,1 bcde 33,3
7,0 bc 6,5 cd 8,0 a 8,0 a 6,0 d 6,0 d 6,0 d 7,0 bc 7,0 bc 8,0 a 7,4 ab 8,5 a 7,3 zeer grof zeer fijn
9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 slecht goed
6,5 b 8,0 a 7,0 b 6,8 b 8,0 a 8,0 a 8,0 a 6,8 b 7,0 b 6,4 b 6,4 b 7,0 b 6,9 slecht goed
Tabel 4. - Opbrengstbeoordeling. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend.
houdbaarheid was dan weer minder goed dan van Magaly. Ophely (CLX1161) (Clause): scoorde slecht voor vulling en fijnheid van het hart, ook de onderkant van de kroppen was niet mooi fijn. Het ras toonde wel een goede uniformiteit en veldvulling. Het kropgewicht van dit ras was hoog en het ras kende ook een goede bewaarbaarheid. Ophely leek niet gevoelig voor rand en schot. Primafine (Enza): toonde een duidelijk contrast tussen bleke hartbladeren en de donkere buitenste bladeren. Primafine toonde weinig schot, maar hier en daar werd wel wat rand gezien. De veldvulling van het ras was minder goed. De diameter van het gebleekte hart was eerder klein en ook het kropgewicht was laag. De houdbaarheid van het ras was wel goed. Serafine (Enza): had een slechte veldvulling, maar wel een fijn en goed gevuld hart. Het ras toonde wel wat schot, maar scoorde goed voor rand. De diameter van het gebleekte hart was bij Serafine eerder kort en ook de fijnheid van de onderkant was niet zo goed. Het kropgewicht van dit ras was middelmatig. TH20 (Gautier): had een slechte veldvulling, het ras toonde ook heel veel schot. Het kropge-
Ras
Daisy Emily Glory Korbi RZ Magaly Milady Ophely Primafine Serafine TH20 TH21 Zidane Gemiddelde 1= 9=
Kropgewicht (g)
523 de 681 ab 491 e 631 bc 753 a 725 ab 684 ab 514 e 623 bcd 460 e 459 e 543 cde 547,4
% oogstbaar
75,0 ab 100,0 a 83,8 ab 73,8 ab 86,3 ab 86,3 ab 85,0 ab 68,8 ab 76,3 ab 85,0 ab 100,0 a 53,8 b 78,1
wicht was erg laag. De kroppen van TH20 zagen er op zich wel goed uit, zowel de onderkant als het hart van de kroppen waren mooi fijn. TH21 (Gautier): had net zoals TH20 een mindere veldvulling. TH21 scoorde wel beter op schot, maar leek wel wat gevoeliger voor rand. De diameter van de bleking was hier erg klein en ook het kropgewicht was heel laag. Zidane (Enza): toonde een minder goede uniformiteit en veldvulling. Zidane had wel een goed gevuld en fijn hart. Ook de onderkant van de kroppen was mooi fijn. De diameter van de bleking was niet erg groot en ook het kropgewicht was wat aan de lage kant. Het ras scoorde goed voor rand, maar toonde in deze proef erg veel schot.
Besluit Na evaluatie van de verschillende rassen, kunnen enkele rassen geselecteerd worden die het tijdens deze periode beter doen dan de concurrenten. Emily, Ophely, Magaly en Milady scoren erg goed tijdens deze proef. Deze ras-
Houdbaarheid
6,5 ab 7,3 ab 6,5 ab 5,9 ab 7,5 a 5,0 b 7,0 ab 6,3 ab 7,0 ab 7,5 ab 7,1 ab 6,0 ab 6,8 slecht uitstekend
Schot (%)
0,0 a 0,0 a 65,6 b 0,0 a 0,0 a 0,0 a 0,0 a 18,8 a 6,3 a 100,0 b 9,4 a 97,5 b 38,6
sen hebben naast een hoog kropgewicht, een grote diameter van de bleking. Overigens zijn ze niet gevoelig voor zowel rand als schot en kennen ze, met uitzondering van Milady, een goede houdbaarheid. Een minpuntje aan deze rassen is de minder goede fijnheid en vulling van het hart. De andere rassen die opgenomen werden in deze proef, hebben meteen een opmerkelijk lager kropgewicht dan deze vier rassen. Een aantal rassen kent problemen met rand of schot, waardoor zij meteen minder waardevol zijn tijdens deze periode. Opvallend is het resultaat van het ras Zidane in deze proef. Zidane, dat anders gezien wordt als het modelras voor krulandijvie, overtuigt in deze proef niet. De oorzaak van het lage kropgewicht en de grote hoeveelheid schot werd niet gevonden, wel toonde Zidane een mooie fijnheid en goede vulling van de krop.
S. Crappé & K. De Clercq Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem
| 19 |
Vollegrond Rassenproef bloemkool januarizaai verse markt 2012
Kwakkelend voorjaar nefast voor groei
Belangrijke parameters voor deze teeltperiode van bloemkool zijn de weerstand tegen hartloosheid, de vroegheid en uiteraard de kwaliteit van de kool. Tabel 1. - Proefopzet
Proefopzet en teeltverloop
Proefnemer
Inagro
Proeflocatie
Rumbeke - Beitem
Bodemtype
zandleem
Voorvrucht
kuilmaïs + snijrogge
Zaaidatum
16/1/2012
Opkweekmethode
4 cm perspotten in serre bij plantenkweker
Plantafstand (cm)
70 x 60
Bemesting
700 kg/ha ammoniumnitraat 27% in bandbemesting tijdens planten
De proef werd afgedekt met een agryldoek van 29 maart tot en met 22 mei. Kort na het verwijderen van de acryldoek werd nog bijbemest omdat de gewasstand van het gewas heel slecht was. Dit was wellicht te wijten aan stikstofgebrek door de vele neerslag tijdens de teelt. Van de rassen Adelanto, Clipper en SK4-618 waren er daarom geen bruikbare gegevens beschikbaar. Deze rassen worden dan ook niet vermeld in de rassenbespreking. Door de ontbrekende gegevens werd er geen statistische verwerking uitgevoerd. De proefresulta-
25/5/2012: 395 kg/ha kalknitraat (15,5%) Plantdatum
29/3/2012
Oogstdatum
van 5/6 tot 29/6/2012
Tabel 2. - Gewas- en koolkenmerken Ras
Gewaskenmerken
CLX 33007 Delias Divita E51.257 Hermon Kerdous Overlord Sevilla Stabilis Gemiddelde 1= 9=
bladmassa
bladgrootte
8,0 7,0 7,0 7,0 7,5 7,0 7,0 7,0 7,0 7,2 weinig
8,0 7,0 7,0 7,0 7,0 8,0 7,0 8,0 7,0 7,3 klein
veel
groot
Koolkenmerken
groeiwijze
uniformiteit
vorm
kleur
vastheid
grofheid
schift
losse gekloven bloemhoofdjes
7,0 8,0 7,0 8,0 7,0 8,0 6,0 8,0 7,5 8,0 6,0 8,0 6,5 7,5 7,0 8,0 7,0 8,0 6,8 7,9 open heterogroei geen gesloten uniform
7,1 6,6 7,0 7,3 6,5 7,2 7,6 7,6 7,7 7,2 platovaal hoogrond
7,8 7,7 7,5 7,7 7,7 7,9 8,1 7,8 8,0 7,8 geel
8,1 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0 los
7,4 6,7 7,5 6,3 6,7 6,9 7,8 6,9 7,5 7,1 grof
9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 veel
7,5 7,8 8,0 8,0 7,5 7,6 8,4 8,2 8,3 7,9 veel
wit
vast/ gesloten
fijn
geen
geen
holle stammen
doorwas
8,9 8,6 9,0 9,0 8,8 9,0 9,0 8,9 9,0 8,9 veel
9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 veel
9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 veel
geen
geen
geen
ten moeten dus eerder demonstratief worden benaderd.
Rassenbespreking De bespreking gebeurt in volgorde van vroegheid. Divita (Rijk Zwaan): 68 groeidagen. Heel goed ogend en heel uniform gewas. Iets plattere kool. Hoogste percentage Flandria-kwaliteit. E51.257 (Enza): 71 groeidagen. Heel goed ogend en heel uniform gewas met bleke en effen bladeren. Dit ras heeft een meer open groei en een iets grovere kool. Matig percentage hartloze planten. Delias (Enza): 73 groeidagen. Heel goed ogend en heel uniform gewas met effen bladeren. Iets plattere en soms wat gekloven kool met iets lossere onderste krans. Matig percentage boorders en vreemde planten. Kerdous (Seminis): 74 groeidagen. Heel goed ogend en heel uniform gewas met donkere, grote en sterk gekrulde bladeren. Vertoont een meer open groei. Matig percentage boorders en ongroeizame planten. CLX 33007 (Clause): 75 groeidagen. Heel goed ogend en heel uniform gewas met veel en gro-
Tabel 3. - Opbrengstgegevens Ras
CLX 33007 Delias Divita E51.257 Hermon Kerdous Overlord Sevilla Stabilis Gemiddelde
50 % oogst (dagen na planten)
Oogstspreiding (dagen)
Aantal oogstbeurten
75 73 68 71 76 74 88 77 81 76
12 8 3 6 9 10 9 9 10 8
5 4 2 3 5 5 4 5 5 4
(1) Opbrengst marktbare bloemkool (klasse : Extra, I, II en III).
| 20 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Stuk-gewicht (g/kool) (1)
963 998 1.001 1.043 1.155 1.140 1.336 1.071 1.286 1.110
Sortering naar aantal (%) marktbaar
niet marktbaar
Extra
I
II
III
rot
boorders
hartloos
ongroeizaam
afgestorven
vreemde plant
18,1 12,5 63,9 47,2 45,8 69,4 75,0 40,3 66,7 48,8
29,2 44,4 33,3 38,9 27,8 22,2 18,1 26,4 13,9 28,2
20,8 29,2 0,0 11,1 13,9 2,8 1,4 12,5 11,1 11,4
16,7 8,3 2,8 0,0 6,9 0,0 4,2 9,7 5,6 6,0
5,6 0,0 0,0 0,0 2,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,9
4,2 2,8 0,0 0,0 1,4 2,8 0,0 4,2 0,0 1,7
5,6 0,0 0,0 2,8 0,0 0,0 0,0 4,2 0,0 1,4
5,6 0,0 0,0 0,0 2,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,9
0,0 0,0 0,0 0,0 1,4 2,8 1,4 2,8 0,0 0,9
0,0 1,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2
Vollegrond Rassenproef zomerbloemkool industrie (eerste vrucht) 2012
Toch goede opbrengst na moeizame start
In deze rassenproeven onderzochten we de gebruikswaarde van diverse bloemkoolrassen voor een zomerteelt voor aanvoer in roosjes aan de verwerkende industrie. De belangrijkste kenmerken in dit segment zijn de vlotte groei, de productie, de roossortering en -kwaliteit (vorm en vastheid), een zo kort mogelijk oogsttraject en gewaskenmerken zoals zelfdekkendheid, gevoeligheden voor ziekten en andere aandoeningen. te bladeren. Kool soms lichtjes gekloven. Hoog percentage boorders en rotte, ongroeizame en hartloze planten. Laagste opbrengst, laagste stukgewicht en laagste percentage Flandriakwaliteit. Hermon (Seminis): 76 groeidagen. Heel goed ogend en heel uniform gewas met iets meer bladeren. Vertoont een iets meer gesloten groei. Iets plattere, soms wat gekloven kool. Matig percentage boorders, rotte, ongroeizame en afgestorven planten. Sevilla (Bejo): 77 groeidagen. Tamelijk goed ogend en heel uniform gewas met grote en donkere bladeren. Mooi hoogronde, soms wat gekloven kool met weinig losse bloemhoofdjes. Hoog percentage boorders en hartloze planten. Matig percentage afgestorven planten. Stabilis (Rijk Zwaan): 81 groeidagen. Heel goed ogend en heel uniform gewas met donkere bladeren. Mooi hoogronde en witte kool met weinig losse bloemhoofdjes. Overlord (Clause): 88 groeidagen. Goed ogend en uniform gewas met iets donkere bladeren. Vertoont een iets meer open groei. Mooi hoogronde, witte en fijne kool met weinig losse bloemhoofdjes. Meest vaste onderste krans. Matig percentage afgestorven planten. Hoog percentage Flandria-kwaliteit en hoogste stukgewicht.
Proefopzet en teeltverloop De proef in Hooglede kon door de aanhoudende regen van half april tot half mei pas laat (op 17 mei) worden uitgeplant. Dat gebeurde op een zandleembodem met als voorvrucht aardappelen gevolgd door raaigras waarvan één snede werd gemaaid en afgevoerd. De klimatologische omstandigheden waren voor deze teeltperiode na het planten redelijk gunstig. De twee laatste rassen konden niet worden geoogst omdat er geen mogelijkheid was om te beregenen. Door het inzetten van vogelafweer kon voorkomen worden dat de kolen door houtduiven werden aangevreten. De proef werd tijdelijk afgedekt met netten. De proef van het PCG in Aalter-Poeke werd gezaaid op 16 februari en ook pas geplant op 22 mei, ruim vijf weken later dan voorzien. Enkel de vroegste planting van de eerste vrucht kon op de proeflocatie tijdig –nog net voor de regen– worden geplant. Deze proef heeft dus lang op het bedrijf gestaan waardoor bij de meeste rassen sletige en oude planten werden geplant. Het plantmateriaal werd behandeld tegen koolvlieg en valse meeldauw en verschillende keren bijbemest met kalknitraat of potasnitraat. Na het uitplanten zijn de omstanTabel 1. - Proefopzet
Besluit Door de vele neerslag in het voorjaar verliep de proef in moeilijke omstandigheden. Dit is te merken aan het laag gemiddelde stukgewicht (1.110 gram). Gezien deze omstandigheden is het niet aangewezen om één of meerdere rassen uit deze proef naar voor te schuiven.
L. Vanquickenborne & D. Callens Inagro, Rumbeke - Beitem
Proefnemer
PCG
Inagro
Proeflocatie
Poeke
Hooglede
Grondtype
leem
zandleem
Voorvrucht
uien
aardappelen en raaigras (eerste snede geoogst)
Zaaidatum
16/2/2012 (trays)
23/2/2012 (trays)
Plantdatum
22/5/2012
17/5/2012
Plantafstand
70 cm x 43 cm
60 cm x 60 cm
Oogstdatum
26/7 tot 17/8/2012
1/8 tot 28/8/2012
Herhalingen
3
3
Aantal rassen
13
13
digheden goed geweest en verliep de teelt vrij normaal. Er werd beregend voor de oogst maar voor de vroegste rassen in deze proef werd er waarschijnlijk net te laat gestart waardoor de kwaliteit iets minder was. De oogstperiode was lang voor de hele proef en voor de latere rassen werd er tussendoor nog bijbemest.
Rassenbespreking De rassen worden besproken in volgorde van hun vroegheid (gemiddelde genomen over de twee proeflocaties). SK4-618 (Sakata): 73 groeidagen (ras enkel op het PCG). Slecht ogend en weinig uniform gewas met weinig en openstaande bladeren. Weinig zelfdekkend. Minder witte, minder vaste en bonkige kool, gevoelig voor schift en gekloven kolen met veel holle stammen. Graterige onderzijde en gevoelig voor roodverkleuring. Eerder moeilijk te snijden. Hoge opbrengst. P254 (Gautier): 74 groeidagen. Goed ogend en matig uniform gewas met weinig talrijke en openstaande bladeren, matig zelfdekkend. Minder witte maar vaste kool met vaste onderste krans, gevoelig voor kloven en holle stronken. Moeilijk te snijden. Gemiddelde opbrengst. Fortaleza (Seminis): 75 groeidagen. Minder goed ogend en matig uniform gewas met eerder kleine bladeren. Hoogronde, vrij witte en matig vaste kool met vaste onderste krans. Vaste roosjes met korte steel. Gemiddelde opbrengst in Hooglede maar laagste opbrengst op het PCG. Balboa (Bejo): 76 groeidagen. Goed ogend en uniform gewas met gemiddelde bladmassa en matig zelfdekkend. Iets plattere, vrij witte, vaste en iets bonkerige kool. Harde en vaste roosjes met een iets groenere inwendige kleur. Gemiddelde opbrengst. Moby Dick (Clause): 76 groeidagen. Goed ogend en uniform gewas met veel en grote
| 21 |
Seoul
Raoul (1) Raoul (1)
SK4-618
< 4 cm
Seoul
4-6 cm
SK4-618
< 4 cm
Seoul
Raoul
P254
Seoul
P254 P254
Moby Dick Moby Dick
Moby Dick
Liberty
2-4 cm
4-6 cm
P254
Liberty
Fortaleza Fortaleza
6-8 cm
bladeren. Matig zelfdekkend. Kool met vrij veel losse bloemhoofdjes. Minder mooi gevormde en minder vaste onderste krans met korte roosstelen. Gemiddelde opbrengst. David (Syngenta): 77 groeidagen. Goed ogend en uniform gewas met gemiddelde bladmassa. Goed zelfdekkend. Vaste kool met vaste onderste krans en roosjes met een iets groenere inwendige kleur. Gemiddelde opbrengst. Liberty (Clause): 77 groeidagen. Goed ogend en uniform gewas met grote bladeren. Vrij witte en eerder bonkige kool met vrij veel losse bloemhoofdjes en wat schift. Roosjes van gemiddelde kwaliteit. Gemiddelde opbrengst. Bejo 2841 (Bejo): 79 groeidagen. Goed ogend en uniform gewas met gemiddelde bladmassa. Goed zelfdekkend. Vrij hoogronde, gemiddeld vaste en weinig bonkige kool. Roosjes van gemiddelde kwaliteit. Gemiddelde opbrengst. Cercy (Rijk Zwaan): 79 groeidagen. Goed ogend, uniform gewas met gemiddelde bladmassa en bladgrootte. Vrij witte, mooi gevormde en vaste kool. Minder harde roosjes en iets minder mooi gevormde onderste krans. Gemiddelde opbrengst. Seoul (Nickerson-Zwaan): 79 groeidagen. Zeer goed ogend en uniform gewas met talrijke en grote bladeren. Mooi witte en vaste kool met vaste onderste krans. Weinig holle stronken. Harde en vaste roosjes met mooie inwendige kleur. Hoogste opbrengst bij Inagro en gemiddelde opbrengst op het PCG. Clarina (Syngenta): 82 groeidagen. Goed ogend en uniform gewas, goed zelfdekkend. Vrij hoogronde, effen, witte en gemiddeld vaste kool met vaste onderste krans. Roosjes met langere stelen. Gemiddelde opbrengst.
2-4 cm
Raoul
Liberty Liberty
Fortaleza Fortaleza
Faraday Faraday
David David
Clarina
Cercy Cercy
Clarina
Bejo 2841 Bejo 2841
afval > 8 cm
6-8 cm
Moby Dick
David David
Karnak (1)
Clarina Clarina
Karnak (1)
Cercy Cercy
Freebel
Bejo 2841 Bejo 2841
Freebel
Balboa Balboa
afval > 8 cm
Balboa
90 80 70 60 100 50 90 40 80 30 70 20 60 10 500 40 30 20 10 0
Balboa
Roosjes (gewichts%) Roosjes (gewichts%)
Roosjes (gewichts%) Roosjes (gewichts%)
100 90 > 8 cm 6-8 cm 4-6 cm 80 70 60 100 50 90 40 > 8 cm 6-8 cm 4-6 cm 80 30 70 20 60 10 500 40 30 20 10 Figuur 1. - Roossortering Inagro (verhouding naar gewichts%) 0 (1) deze 100 rassen hadden een te lange groeiduur en werden niet geoogst
Figuur 2. - Roossortering PCG (verhouding naar gewichts%)
Tabel 2. - Gewas-, kool- en rooskenmerken (gemiddelden van Inagro en PCG) Ras
Gewaskenmerken
Balboa Bejo 2841 Cercy Clarina David Faraday Fortaleza Freebel Karnak Liberty Moby Dick P254 Raoul Seoul SK4-618 Gemiddelde 1= 9=
| 22 |
bladmassa
uniformiteit
zelfdekkendheid
6,7 6,9 6,7 6,7 6,9 7,3 6,8 6,9 7,1 7,1 7,5 5,9 7,1 7,3 4,9 6,8 weinig veel
7,0 7,4 7,2 7,3 7,1 7,7 6,9 7,3 7,5 7,4 7,3 6,3 7,5 7,5 5,9 7,1 slecht goed
6,7 7,2 6,8 7,1 7,2 7,2 6,4 7,1 4,9 6,9 6,4 6,2 6,6 6,9 5,7 6,6 slecht goed
Koolkenmerken groeiwijze
vorm
6,5 6,7 6,5 7,5 6,6 7,7 6,6 7,7 6,8 7,0 6,8 6,8 6,5 8,0 6,8 7,5 7,1 6,5 7,0 6,7 7,0 5,4 7,3 7,0 7,3 6,8 7,2 5,3 5,8 6,5 7,2 open platovaal gesloten hoogrond
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Rooskenmerken
kleur
vastheid
vastheid onderste krans
bonkigheid
losse bloemhoofdjes (Inagro)
gekloven
holle stronken
schift
vorm onderste krans
7,1 6,9 7,1 7,3 6,8 7,0 7,1 7,2 7,2 6,8 6,6 7,5 7,7 6,0 7,0 geel wit
7,7 7,3 7,7 7,6 7,8 7,2 7,3 7,5 7,6 7,5 7,9 7,5 7,7 7,2 7,5 los vast
7,7 7,6 7,3 8,3 8,1 5,9 8,4 8,2 7,6 6,4 8,1 8,1 8,4 7,5 7,7 los vast
7,0 8,0 7,4 8,2 7,6 7,2 7,7 7,4 6,8 7,4 7,7 7,2 7,7 5,9 7,4 sterk weinig
9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 7,7 7,2 9,0 9,0 8,7 veel geen
9,0 9,0 9,0 8,8 9,0 7,7 9,0 8,6 9,0 9,0 7,6 8,9 8,7 5,2 8,5 veel geen
8,7 9,0 8,7 9,0 9,0 8,7 9,0 8,6 9,0 9,0 7,8 8,5 8,8 4,9 8,5 veel geen
8,7 9,0 9,0 9,0 9,0 9,2 8,7 8,8 8,3 8,0 9,0 8,5 9,0 7,5 8,7 veel geen
7,8 7,8 7,3 8,3 7,7 7,5 8,5 7,5 6,8 8,0 8,5 7,8 slecht goed
steellengte inwendige kleur
7,2 7,2 7,1 6,9 7,3 6,8 7,4 7,2 7,2 7,4 7,0 7,3 7,2 7,2 7,2 lang kort
6,5 6,7 6,9 6,7 6,6 6,9 7,1 7,1 6,9 6,7 6,9 7,9 7,4 6,9 7,0 Groen wit
hardheid
losse roosjes
8,0 7,5 7,0 7,7 7,5 7,5 7,3 7,3 7,7 7,8 8,0 7,6 zacht hard
7,8 7,3 7,2 7,5 7,2 7,8 7,3 7,2 7,2 7,3 7,8 7,4 los vast
Tabel 3. - Opbrengstgegevens Inagro. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Ras
Bolproductie (ton/ha) (1)
Roosproductie (ton/ha) (2)
Stukgewicht bol (gram) (1)
Balboa
31,0 a
28,6 bc
1.166 a
Stukgewicht roosjes (gram) (2)
Oogst (%)
Vroegheid (50% oogst) (dagen na planten)
Oogstspreiding (0 - 95%) (dagen)
1.029
96
82
17
Bejo 2841
31,6 a
29,8 abc
1.206 a
1.071
94
89
18
Cercy
31,0 a
29,8 abc
1.186 a
1.073
94
89
21
Clarina
29,5 a
27,8 c
1.147 a
1.002
93
90
19
David
30,6 a
27,3 c
1.158 a
982
95
85
20
Fortaleza
29,9 a
28,7 bc
1.165 a
1.032
93
83
14
Freebel
28,0 a
31,4 ab
1.183 a
1.131
85
92
22
Karnak (3)
-
-
-
-
-
-
-
Liberty
32,3 a
28,7 bc
1.192 a
1.035
98
87
20
Moby Dick
31,2 a
27,7 c
1.199 a
997
93
82
12
P254
32,0 a
30,1 abc
1.202 a
1.083
96
84
19
Raoul
-
-
-
-
-
-
-
Seoul
32,1 a
32,4 a
1.194 a
1.167
97
89
23
Gemiddelde
30,8
29,3
1.182
1.054
94
86
17
(3)
(1) Behaalde opbrengsten op volledig veldje; (2) Behaalde opbrengsten op de 10 versneden kolen; (3) Deze rassen hadden een te lange groeiduur en werden niet geoogst
Tabel 4. - Opbrengstgegevens PCG.
Ras
Bolproductie Roosproductie (ton/ha -20%) (1) (ton/ha -20%) (1)
Stukgewicht bol (gram) (1)
Stukgewicht roosjes (gram)
Oogst (%)
Vroegheid (50% oogst) (dagen na planten)
Oogstspreiding (0-90%) (dagen)
1.039
916
98
69
5 11
Balboa
26,4
23,3
Bejo 2841
23,4
21,0
952
856
97
69
Cercy RZ
25,7
22,7
1.030
909
98
69
9
Clarina
24,3
21,7
998
889
95
73
8
David
26,1
22,9
1.043
915
99
69
5
Faraday
24,0
21,3
1.013
897
95
74
13
Fortaleza
23,4
20,9
944
841
98
67
4
Liberty
25,6
22,7
1.050
933
96
68
7
Moby Dick
25,9
23,2
1.029
920
98
69
5
P254
25,5
22,9
1.046
939
96
65
4
Raoul
25,5
23,1
1.024
928
98
77
15
Seoul
25,6
22,6
1.025
906
98
69
11
SK4-618
28,1
25,2
1.132
1.016
98
65
3
Gemiddelde
25,4
22,6
1.025
913
97
69
8
(1) Er werden voor de opbrengstgegevens geen significante verschillen tussen de rassen vastgesteld.
Faraday (Syngenta): 83 groeidagen (ras enkel op het PCG). Goed ogend, uniform en goed zelfdekkend gewas. Vrij witte maar minder vaste kool, licht gevoelig voor doorwas en kloven. Minder harde en onderaan meer losse roosjes met langere steellengte. Lage opbrengst. Freebel (Seminis): 83 groeidagen (ras enkel op Inagro). Goed ogend en uniform gewas met zeer donkere en grote bladeren. Vrij witte kool met vaste en zeer mooi gevormde onderste krans. Hoog percentage boorders en ongroeizame planten. Laagste oogstbaar percentage. Gemiddelde opbrengst. Raoul (Nickerson-Zwaan): 86 groeidagen (enkel op het PCG, niet geoogst op Inagro). Goed ogend en uniform gewas met opgerichte bladeren. Mooie witte en gemiddeld vaste kool met vaste onderste krans en weinig losse onderste roosjes. Vrij korte roossteeltjes. Vrij hoge opbrengst. Karnak (Sakata): niet geoogst (ras enkel in proef op Inagro). Zeer goed ogend en uniform gewas met veel en zeer grote bladeren. Sterk opgerichte groeiwijze maar zeer slecht zelfdekkend.
Besluit Op beide plaatsen kon door de aanhoudende neerslag de eerste vrucht bloemkool pas een zestal weken later dan voorzien worden uitgeplant, zodat werd vertrokken met vrij oud plantmateriaal. Ondanks deze minder goede start, werd toch een goede gewasontwikkeling bekomen. Ondanks de vroegere plantdatum in Hooglede, kwam de oogst op deze locatie toch nog een tweetal weken later op gang dan in Poeke. In Hooglede was ook de oogstduur beduidend langer. De vroegste rassen SK4-168 en P254 vielen naar kwaliteit en oogstgemak wat tegen. Fortaleza en David scoorden met hun vrij goed gevormde en vaste onderste krans van roosjes kwalitatief zeer goed. De opbrengst van Fortaleza viel in Poeke wat tegen. Moby Dick en Liberty scoorden gemiddeld. Bij de halfvroege rassen scoorde vooral Seoul op beide locaties zeer goed: dit ras combineerde een goede opbrengst met zeer mooi gevormde, vaste en harde roosjes. Ook Bejo 2841 en Cercy waren productief maar de rooskwaliteit scoorde iets minder goed. Bij de latere rassen scoorden Freebel en Clarina eveneens zeer goed naar zowel opbrengst als rooskwaliteit. Raoul en Karnak lijken beloftevol maar hebben wel beduidend meer groeidagen nodig.
D. Callens & L. Vanquickenborne Inagro, Rumbeke-Beitem
R. Winnepeninckx & L. De Reycke Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem
| 23 |
Vollegrond Vergelijking opkweekmethodes voor vroege en zomerteelt prei
Trayplanten sneller en sterker
Bij de teelt van de vroegste prei is een snelle weggroei met een goede productie en een goede kwaliteit van belang. Het plantmateriaal kan vanaf de start een belangrijk verschil maken bij de weggroei en zo een vervroeging van de teelt geven. Voor de vroegste teelten wordt er in Vlaanderen naast de binnenlandse serreplanten al meerdere jaren gebruik gemaakt van losse planten opgekweekt in het buitenland, vooral in Portugal en Marokko.
Proefopzet en teeltverloop Op het PCG werden in 2012 twee proeven aangelegd waarin plantmateriaal werd vergeleken. In een eerste proef werden losse serreplanten opgekweekt in België vergeleken met losse planten opgekweekt in Marokko en trayplanten opgekweekt in Spanje. Deze proef werd uitgevoerd met de variëteiten Krypton en Megaton. Tabel 1. - Overzicht van de objecten Variëteit
Planttype
Herkomst – opkweek
Vroege teelt (proef 1)
Krypton
Megaton
losse plant
België - Depraeter – serre
losse plant
Marokko – Lenders – Via Depraeter
trayplant
Spanje – Babyplants
losse plant
België – Depraeter – serre
trayplant
Spanje – Babyplants
Late zomerteelt (proef 2)
Krypton
Megaton
losse plant
België – Depraeter – serre
trayplant 459
Spanje – Babyplants
trayplant 322
Spanje – Babyplants
losse plant
België – Depraeter – serre
trayplant 459
Spanje – Babyplants
trayplant 322
Spanje – Babyplants
Of buitenlandse trayplanten nog voordelen kunnen bieden in een latere zomerteelt werd in een tweede proef onderzocht. Hiervoor werden de traymaten T459 en T322 vergeleken met binnenlandse losse serreplanten bij de rassen Krypton en Megaton. Het groeiseizoen van 2012 verliep behoorlijk moeilijk. In de maanden april, juni en begin juli viel er veel neerslag, zeker in het westen van Vlaanderen. Veel vroege prei heeft in 2012 vroegtijdig schot vertoond door de moeilijke groeiomstandigheden. Bij het interpreteren van de resultaten moet hiermee rekening worden gehouden.
Tabel 2. - Teeltverloop Vroege teelt (proef 1)
Late zomerteelt (proef 2)
Plantdatum
28/3/2012
4/5/2012
Agryldoek leggen
29/3/2012
Agryldoek verwijderen
8/5/2012
Oogstdatum
13/7/2012
31/8/2012
3 rijen/gewent 40 cm x 10,9 cm
3 rijen/gewent 40 cm x 10,9 cm
pH en % C
6,5 en 2,1
5,9 en 1,9
Grondsoort
zand
zand
Plantspecificaties
Krypton in de vroege teelt op 25 juni 2012: serreplanten (links), Marokkaanse losse planten (midden) en Spaanse trayplanten (rechts)
| 24 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Resultaten Vroege teelt De prei in de vroege teelt werd afgedekt met vliesdoek om extra vervroeging te krijgen. Bij het planten bleken de serreplanten nog te fijn te zijn. De buitenlandse planten waren duidelijk groter en steviger en hadden een groot wortelvolume, zowel de losse planten als de planten in tray. De wortels van de buitenlandse losse planten waren redelijk lang terwijl de in tray opgekweekte planten vooral dikke wortels hadden. De trayplanten werden los aangeleverd en zaten lichtjes krom in de doos. Ze waren in Spanje uit de trays gehaald. De trayplanten scoorden het best. Ze zorgden voor een snellere groei met een hogere productie. De serreplanten gaven een lagere opbrengst. De buitenlandse losse planten gaven een hogere opbrengst dan de serreplanten en scoorden ook op kwaliteit beter. Er waren geen verschillen in lengte wit. De prei van alle buitenlandse planten had een langere schacht.
Late zomerteelt De prei in deze proef kende een goede weggroei en een normaal groeiverloop. Ook voor deze teeltperiode waren de planten lichtjes
Opbrengst (ton/ha) Opbrengst (ton/ha)
50 45 50 40 45 35 40 30 35 25 30 20 25 15 20 10 15 5 10 05
Krypton 0 serreplanten Krypton losse wortel serreplanten losse wortel
+4 cm +4 3-4cm cm 3-4 cm cm 2-3 -22-3 cmcm -2 cm
Krypton Krypton Marokkaanse trayplanten Krypton losse planten Krypton Marokkaanse trayplanten losse planten
Megaton Megaton serreplanten trayplanten Megaton losse wortel Megaton serreplanten trayplanten losse wortel
Figuur 1. - Opbrengst en sortering vroege teelt 80
Opbrengst (ton/ha) Opbrengst (ton/ha)
80 70 70 60 60 50
+4 cm 3-4 cm +4 cm
50 40
3-4 cm cm 2-3 -2 cm 2-3 cm
40 30 30 20
-2 cm
20 10 10 0 Krypton Krypton Tray Krypton Tray 0 serreplanten 459 322 Krypton losse wortel Krypton Tray Krypton Tray serreplanten 459 322 losse wortel
Megaton serreplanten Megaton losse wortel serreplanten losse wortel
Megaton Megaton Tray 459 Tray 322 Megaton Megaton Tray 459 Tray 322
Figuur 2. - Opbrengst en sortering zomerteelt
Tabel 3. - Gewasbeoordeling vroege teelt. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Object
Krypton serreplanten losse wortel
Uniformiteit
Bladkleur
Bladinplanting
Internodium
Vastheid schacht
Lengte overgang (cm)
6,0 b
4,0 b
6,2 b
7,5 a
6,0 b
6,1 b
Krypton Marokkaanse losse planten
7,3 ab
7,0 a
7,2 ab
5,7 b
7,5 ab
7,7 ab
Krypton trayplanten
8,4 a
7,3 a
7,3 ab
6,3 b
8,5 a
8,6 ab
Megaton serreplanten losse wortel
6,3 ab
7,2 a
8,0 a
7,2 a
7,0 ab
6,6 b
Megaton trayplanten
7,9 ab
7,7 a
6,5 ab
6,0 b
6,8 ab
11,9 a
7,2
6,6
7,0
6,5
7,2
1=
heterogeen
bleek
vlak
lang
zacht
9=
uniform
donker
opgericht
kort
vast
Gemiddelde
8,2
Tabel 4. - Gewasbeoordeling zomerteelt. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Object
Uniformiteit
Bladkleur
Bladstand
Sleet
Krypton serreplanten losse wortel
6,5 b
7,5 a
7,3 a
6,2
5,8 c
7,8 a
Krypton Tray 459
7,8 ab
7,3 a
7,0 ab
6,0
7,8 ab
7,3 ab
Krypton Tray 322
7,7 ab
6,7 ab
7,3 a
5,8
8,0 ab
7,6 ab
Megaton serreplanten losse wortel
6,8 b
6,2 ab
6,5 bc
7,0
7,0 b
6,7 b
Megaton Tray 459
7,2 ab
6,5 ab
6,8 abc
6,5
8,0 ab
6,8 ab
Megaton Tray 322
8,5 a
5,2 b
6,3 c
6,0
8,6 a
7,3 ab
Gemiddelde
Gewasvolume
Schoningsgemak
6,9
7,0
7,0
6,5
6,7
6,8
1=
heterogeen
bleek
neerhangend
veel
klein
slecht
9=
uniform
donker
opgericht
geen
groot
goed
krom, wat het planten wat bemoeilijkte. In de objecten met de snelst groeiende prei (trays) bleek het oogstmoment te laat. Voor de bepaling van het oogsttijdstip werd gekeken naar de referentie, namelijk de binnenlandse serreplanten. In deze proef bleek dat Spaanse trayplanten, in vergelijking met Belgische serreplanten, ook voor een late zomerteelt voordelen kunnen opleveren. De vervroeging, of productieverhoging op dezelfde oogstdatum, en het uniformer gewas zijn voornamelijk te wijten aan de snelle weggroei na het planten. De grootste traymaat gaf een hogere opbrengst en een grovere sortering dan de kleinere traymaat. Of trayplanten voor de late zomerteelt een meerwaarde kunnen geven ten opzichte van buitenlandse planten met losse wortel dient in volgende proeven te worden bevestigd. De grootste traymaat is moeilijk te planten in ponsgaten van 28-32 mm. Het is wenselijk om ponspinnen met een grotere diameter of een kleinere traymaat te gebruiken. Of trayplanten makkelijk te planten zijn met een schijvenplanter (zoals Gregoire) moet ook nog worden onderzocht.
Besluit Spaanse trayplanten gaven in het moeilijke teeltjaar 2012 een goed resultaat. Ook de Marokkaanse losse planten scoorden in de gegeven teeltomstandigheden redelijk goed en beter dan de serreplanten. Het gaat om resultaten van een eerste, nat en weinig groeizaam proefjaar. Deze resultaten moeten zeker nog worden bevestigd. In 2013 zal een proef aangelegd worden waarin meerdere planten van verschillende herkomst, zowel trayplanten als losse planten met elkaar worden vergeleken.
R. Winnepeninckx Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem
Info - Het volledige proefverslag verschijnt binnenkort op www.proefcentrum-kruishoutem.be.
| 25 |
Vollegrond Rassenbespreking Krypton (Nunhems): stond mooi uniform op het veld met een sterk opgericht en donker gewas. Dit ras schoonde vlot en vertoonde weinig bladbreuk. De lengte van de overgang bleef beperkt en de houdbaarheid was goed. Goede opbrengst en hoogste percentage Flandria. Striker (Bejo): was voldoende uniform. Het gewas was een beetje neerhangend met een voldoende donkere bladkleur. Schoonde goed maar vertoonde toch vrij veel bladbreuk. De overgangskleur was kort. Opvallend was de betere houdbaarheid. Hoogste opbrengst in deze proef. Duraton (Nunhems): was het minst uniform in deze proef en vormde een vrij neerhangend gewas. De schacht was vrij lang en had een vrij lange overgang. Goede opbrengst. Volta (Seminis): was mooi uniform en voldoende donker met een goed opgericht gewas. De schakeling was groot wat een langere overgang en iets minder Flandria-kwaliteit opleverde. Goede opbrengst.
Rassenproef vroege teelt prei 2012
Weinig verschillen
Voor de vroegste teelten prei is het van belang om voor snelgroeiende variëteiten te kiezen welke over goede productkwaliteiten en een goede schottolerantie beschikken. Voor deze proef werden buitenlandse planten met losse wortel gebruikt. 40 35
Proeflocatie
PCG - Kruishoutem
Bodemtype
zand
pH en % C
6,1 en 2,1
Plantafstand
3 rijen per gewent, 10,9 cm in de rij
Zaaidatum
onbekend, opkweek Marokko
Plantdatum
28/3/2012
Agryldoek leggen
29/3/2012
Agryldoek verwijderen
8/5/2012
Oogstdatum
13/7/2012
Opbrengst (ton/ha)
Tabel 1. - Proefopzet en teeltverloop
30 Klasse 2
25
Klasse 1
20
Flandria
15 10 5 0 Krypton
Striker
Duraton
Volta
Figuur 1. - Opbrengst en kwaliteitssortering Tabel 2. - Gewas- en productkenmerken. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Ras
Uniformiteit
Kleur blad
Bladstand
Sleet
Bladinplanting
Internodium
Schoningsgemak
Bladbreuk
Knobbelvorming
Houdbaarheid
Lengte schacht (cm)
Krypton
7,3 a
7,0
7,8 a
8,3
7,2
5,7 ab
7,0
7,7
8,4
6,7 ab
27,2
7,7 b
5,3
Striker
6,0 b
6,4
6,0 b
8,2
6,0
6,7 a
5,8
5,5
7,8
8,0 a
27,1
6,3 b
4,1
Duraton
5,8 b
5,8
6,3 b
8,5
6,8
4,3 ab
5,5
6,3
8,0
7,0 ab
30,1
9,0 ab
1,7
Volta
7,2 a
5,8
7,5 a
8,3
6,5
3,0 b
6,3
6,5
7,3
6,0 b
29,2
11,6 a
3,4
28,4
8,6
3,6
6,6
6,3
6,9
8,3
6,6
4,9
6,2
6,5
7,9
6,9
1=
Gemiddelde
heterogeen
bleek
neerhangend
veel
vlak
verlengd
slecht
veel
veel
slecht
9=
uniform
donker
opgericht
geen
steil
kort
goed
geen
geen
goed
Besluit De verschillen in deze proef zijn klein en alle opgenomen rassen voldoen voor deze teeltperiode. De opbrengsten lagen dicht bij elkaar. Er werden geen statistische verschillen tussen de rassen waargenomen. In de praktijk liggen de opbrengsten meestal een stuk hoger doordat
| 26 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
er dichter wordt geplant. Voor deze vroege teelt was het beter geweest om vier in plaats van drie rijen per gewent te planten (30 x 10,9 cm in de plaats van nu 40,5 x 10,9 cm). Op vlak van productkwaliteit was vooral de ruime schakeling bij een aantal variëteiten opvallend. Vanwege de uniformiteit, de opgerichte bladstand en de korte overgang komt Krypton als
Lengte overgang Lengte pit (cm) (na doorsnijden) (cm)
betere naar voor. Striker voldoet goed en valt daarenboven op door zijn goede houdbaarheid. Volta bleek duidelijk langer en ruimer geschakeld dan normaal, met als gevolg een langere overgangskleur.
R. Winnepeninckx Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem
Vollegrond Rassenproef radicchio rosso en suikerbrood vroege teelt 2012
Beperkte rassenkeuze
Leonardo werd in deze proef als standaardras in de teelt van radicchio rosso vergeleken met het nieuwe ras Lava. In de rassenproef suikerbrood scoorde Virtus beter dan Uranus in deze vroege teelt. Radicchio rosso
Tabel 1. - Proefopzet en teeltverloop voor de rassenproef radicchio rosso en suikerbrood Proeflocatie
PSKW – Sint-Katelijne-Waver
Bodemtype
lemig zand
pH en % C
6,2 en 2,0
Proefplan
blokkenproef in 4 parallellen
Opkweekmethode
5 cm perspot
Plantafstand (cm)
4 rijen per gewent en 32 cm in rij
Leonardo
Zaaidatum
20/2/2012
Plantdatum
14/3/2012
Oogstdatum
8/6/2012
Tabel 2. - Gewaskenmerken radicchio rosso. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Ras
Uniformiteit
Aantasting smet
Bolrot
5,5 a
6,0 a
4,5 a
Lava
7,0 a
7,0 a
6,0 a
1=
heterogeen
veel
veel
9=
uniform
geen
geen
Tabel 3. - Kropkenmerken radicchio rosso. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Ras
Kleur
Bolgrootte
Bolvorm
Bolvastheid
Graterigheid onderzijde
Grootte snijvlak
Schot
Leonardo
5,5 b
5,0 b
5,0 b
6,5 b
7,0 a
8,0 a
5,5 a
Lava
7,5 a
7,0 a
8,0 a
7,5 a
7,5 a
7,0 b
5,5 a
1=
bleekgroen
klein
slecht
los
open
groot
lang
9=
donkerrood
groot
goed
vast
gesloten
klein
kort
Rassenbespreking Leonardo (Bejo): gewas met redelijk grote bollen die vrij vast zijn. Leonardo is iets lichter van kleur en het snijvlak is opvallend klein. In deze vroege teelt was er vrij veel wegval door rot. Lava (Bejo): opvallend donkerrode en grote bollen. De bol is mooi rond, zeer vast en de onderzijde is mooi gesloten.
Besluit Bij deze vroege teelt van radicchio rosso werd met Lava een beter resultaat bekomen dan met Leonardo. Lava was zwaarder, donkerder van kleur en toonde iets minder bolrot. Dit resultaat vraagt zeker nog om bevestiging. Vooral omdat het wat betreft gewicht en bolrot net omgekeerd is dan bij de late teelt van 2011.
Suikerbrood Rassenbespreking
Tabel 4. - Oogstgegevens radicchio rosso. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Ras
Gemiddeld gewicht (gram/stuk)
Oogstbare kroppen (%)
Oogstbaar (%)
Wegval (%)
8/6/2012
20/6/2012
schot
rot
Leonardo
263 b
83 a
73 a
27 a
1 a
16 a
Lava
365 a
87 a
77 a
23 a
11 a
2 b
Besluit
Tabel 5. - Gewaskenmerken suikerbrood. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Ras
Virtus Uranus
Uniformiteit
Aantasting smet
6,7 a
8,0 a
4,0 b
Tabel 7. - Oogstgegevens suikerbrood. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Ras
8,0 a
Gemiddeld gewicht (gram/stuk)
Oogstbare kroppen (%)
vreemd
Wegval (%) rand
1=
heterogeen
veel
Virtus
697 a
91 a
9,0 a
9,0 a
9=
uniform
geen
Uranus
791 a
70 a
5,0 a
30,0 a
Tabel 6. - Kropkenmerken suikerbrood. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Ras
Virtus (Bejo): zeer uniform gewas met een mooi gevormde en grote krop. De broek is zeer mooi gesloten en sterk op inwendig rand. Uranus (Bejo): duidelijk minder uniform gewas met een zeer grote krop. Uranus vormde in deze vroege teelt zeer veel rand. De kroppen zijn minder mooi gevormd en sterk op schot.
Kleur
Kropgrootte
Kropvorm
Vastheid
Graterigheid onderzijde
Grootte snijvlak
Schot
Inwendig rand
Virtus
6,0 a
7,0 b
7,0 a
6,0 a
8,0 a
8,0 a
7,0 b
6,0 a
Uranus
7,0 a
8,0 a
4,3 b
6,3 a
6,0 b
8,0 a
8,0 a
3,0 b
1=
bleekgroen
klein
slecht
los
open
groot
lang
veel
9=
donkerrood
groot
goed
vast
gesloten
klein
kort
geen
Suikerbrood (groenlof) wordt geoogst in hoge veilingbakken. De kroppen moeten vast in een bak liggen en het aantal stuks varieert van zes tot twaalf in een bak. In deze vroege teelt heeft Virtus zeer goed voldaan. Dit ras is zeer uniform en sterk op inwendig rand. Uranus daarentegen was duidelijk minder uniform en vertoonde zeer veel inwendig rand.
L. De Rooster & O. Bes Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
Deze proeven werd uitgevoerd met de financiële steun van de Mechelse Veilingen en de Europese Unie, in het kader van GMO.
| 27 |
Vollegrond Rassenproef courgette vroege teelt in plastic serre 2012
Bestuivingsproblemen ondermijnen productie In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van de verschillende rassen groene courgette voor een vroege teelt in een plastic serre voor levering op de verse markt. De belangrijkste parameters voor dit segment zijn de aanwezigheid van een voldoende aantal mannelijke bloemen, de sterkte tegen witziekte en uiteraard het aantal vruchten en hun kwaliteit. Tabel 1. - Proefopzet Proeflocatie
Rumbeke - Beitem
Grondtype
zandleem
Voorvrucht
braak
Zaaidatum
16/3/2012
Plantdatum
6/4/2012
Plantafstand
145 cm x 69 cm
Oogstdatum
16/5 tot 23/7/2012
Proefopzet en teeltverloop De opkweek verliep vrij goed. Bij het planten op 6 april had het gewas al een derde blad. Op 27 april werd katoenluis vastgesteld. Deze plaag werd succesvol bestreden met Plenum. Een week later werden sluipwespen als natuurlijke vijanden ingezet (Aphidus colemani en Aphidus ervi) die tot het einde van de teelt goed werk afleverden. De ontwikkeling van het gewas kwam traag op gang door de minder gunstige weersomstandigheden. Dat had ook een duidelijk effect op de ontwikkeling van de mannelijke bloemen. Hierdoor verliep de bestuiving heel slecht met veel spitse vruchten en een slechte productie tot gevolg. Pas vanaf half juni kwam de productie goed op dreef. De eindproductie was in deze proef dus eerder aan de lage kant. Witziekte was pas tegen het einde van de teelt vrij sterk aanwezig.
Tabel 2. - Gewas- en vruchtkenmerken. Gemiddelden gevolgd door dezelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Ras
Aantasting door echte meeldauw (Erysiphe cichoracearum)
Cora Cassiopee L1006 Milos Mirza Tosca Vitulia Gemiddelde 1= 9=
Rassenbespreking De bespreking gebeurt alfabetisch. Cora (Clause): goede gewasstand, weinig zijscheuten in het begin van de teelt. Weinig
10/7/2012
10/8/2012
7,8 8,0 8,0 7,1 7,8 8,2 6,8 7,7
6,0 6,8 6,2 6,3 6,2 6,8 5,8 6,3
abc ab ab bc abc a c
a a a a a a a
veel aantasting geen aantasting
Steellengte
Bloemlitteken
Kromheid
6,0 5,8 4,4 8,0 5,8 5,4 6,8 6,0 kort lang
7,0 8,0 6,0 6,0 7,0 7,0 6,0 6,7 groot klein
8,0 8,0 8,0 7,0 8,0 9,0 6,0 7,7 krom recht
Tabel 3. - Bloeiverloop van de vrouwelijke en mannelijke bloemen Ras
Aantal mannelijke bloemen/100 planten
Cora Cassiopee L1006 Milos Mirza Tosca Vitulia Gemiddelde
| 28 |
Aantal vrouwelijke bloemen/100 planten
16/5
23/5
30/5
6/6
13/6
20/6
27/6
4/7
10/7
18/7
16/5
23/5
30/5
6/6
13/6
20/6
27/6
4/7
10/7
18/7
68 8 0 15 36 36 0 23
16 12 8 15 12 24 12 14
8 4 20 25 4 4 60 18
4 0 0 0 0 0 0 1
36 4 4 0 0 4 28 11
16 0 4 5 0 0 16 6
8 12 4 5 8 4 16 8
24 4 0 35 4 28 20 16
20 4 16 15 4 4 20 12
12 0 0 0 8 4 8 5
56 64 48 45 68 72 44 57
44 64 28 85 60 52 60 56
68 56 60 90 52 76 84 69
76 68 96 75 72 68 84 77
60 80 48 95 36 76 92 70
68 80 88 40 92 88 76 76
52 40 52 55 12 40 64 45
44 44 60 85 52 32 52 53
56 44 48 80 60 64 84 62
32 40 24 15 36 28 56 33
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Tabel 4. - Oogstgegevens en vruchtkwaliteit. Gemiddelden gevolgd door dezelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Ras
Aantal vruchten (%) marktbaar
krom
misvormd
te spitse
met een kleurafwijking
misbloei
groeischeuren
Plukverloop 50% stuks
Opbrengst (aantal marktbare/are)
Cora
60,2 a
1,1 a
0,4 b
38,4 b
0,0
0,0
0,0
27/6
2.103 c
Cassiopee
57,3 a
0,1 b
0,5 b
42,2 b
0,0
0,0
0,0
29/6
2.459 a
L1006
56,0 a
0,0 b
1,8 a
42,0 b
0,0
0,2
0,0
29/6
2.351 ab
Milos
47,2 b
0,0 b
0,5 b
52,3 a
0,0
0,0
0,0
3/7
2.019 c
Mirza
50,2 b
0,1 b
0,6 b
49,1 a
0,0
0,0
0,0
1/7
1.979 c
Tosca
60,1 a
0,0 b
0,7 b
39,1 b
0,0
0,1
0,1
27/6
2.191 bc
Vitulia
49,2 b
0,4 b
0,8 ab
49,5 a
0,1
0,0
0,0
3/7
1.959 c
Gemiddelde
54,3
0,2
0,8
44,6
0,0
0,0
0,0
-
gevoelig voor witziekte. Vrij rechte, vrij donkergroene, licht conische, vrij lange en matig dikke vruchten met weinig versmalling in de nek en vrij klein bloemlitteken. Vruchtvorm varieerde naargelang de oogstperiode. Matige productie, vooral in het eerste kwartaal. Behoorlijk hoog percentage marktbare vruchten. Significant meer kromme vruchten. Vrij goede vruchtkwaliteit na bewaring. Goed en vrij regelmatig aanbod mannelijke bloemen. Cassiopee (Clause): goede gewasstand. Weinig gevoelig voor witziekte. Vrij rechte, vrij donkergroene, licht conische, vrij lange, matig dikke vruchten zonder versmalling en klein bloemlitteken. Vrij goede productie. Eerder laag en onregelmatig aantal mannelijke bloemen. Licht kwaliteitverlies na bewaring. L1006 (Gautier): goede gewasstand. Weinig gevoelig voor witziekte. Vrij rechte, vrij donkergroene, bijna cilindrische, matig lange, matig dikke vruchten zonder versmalling en matig klein bloemlitteken. Eerder korte vruchtstelen. Vrij goede productie. Eerder laag aanbod mannelijke bloemen. Milos (Syngenta): goede gewasstand en heel vegetatief gewas met een opvallend gesloten kop wat de oogst bemoeilijkte. Nauwelijks zijscheuten. Iets gevoeliger voor witziekte. Lichtjes kromme, vrij donkergroene, vrij conische,
2152
matig lange, eerder smalle vruchten met een versmalling in de nek en matig klein bloemlitteken en een opvallend langere vruchtsteel. Matige productie. Vrij goede vruchtkwaliteit na bewaring. Behoorlijk aanbod mannelijke bloemen. Mirza (Clause): behoorlijke gewasstand met typisch gedrongen gewas. Weinig gevoelig voor witziekte. Donkergroene, vrij rechte, licht conische, matig lange en matig dikke vruchten met een lichte versmalling in het midden en vrij klein bloemlitteken. Matige productie. Goede vruchtkwaliteit na één week bewaring. Eerder laag en onregelmatig aanbod mannelijke bloemen. Tosca (Clause): iets minder goede gewasstand. Minst gevoelig voor witziekte. Opvallend rechte, vrij donkergroene, licht conische, eerder korte en matig dikke vruchten zonder versmalling en vrij klein bloemlitteken. Eerder matige productie maar wel relatief hoog percentage marktbare vruchten. Vrij goede vruchtkwaliteit na bewaring. Vrij onregelmatig en eerder laag aanbod mannelijke bloemen. Vitulia (Syngenta): goed ogend gewas met ijle kop, die de oogst vergemakkelijkt. Gevoeligst voor witziekte. Iets krommere, minder groene, vrij conische, vrij lange en eerder smalle vruchten met een versmalling van de nek tot het midden en matig klein bloemlitteken. Ma-
tige productie. Na bewaring problemen met huidgladheid en vastheid vruchttop. Behoorlijk aanbod mannelijke bloemen.
Besluit De eerste maand van de productie was heel slecht door een slechte bestuiving en een minder ontwikkeld gewas. Dit was nefast voor de totale opbrengst van alle rassen. De best producerende rassen waren Cassiopee en L1006, gevolgd door Tosca. Alle andere rassen gaven eerder een lage opbrengst. Het aanbod mannelijke bloemen is een belangrijk gegeven voor de ontwikkeling van mooie vruchten. Vooral Cora en Vitulia en in minder mate Milos hadden meestal een voldoend aanbod van mannelijke bloemen. De overige rassen hadden regelmatig onvoldoende mannelijk bloemen. Vitulia was iets gevoeliger voor witziekte dan de overige rassen. De kwaliteit van Milos, Mirza en Tosca was na bewaring heel goed, Cassiopee en Vitulia doorstonden de bewaarproef iets minder goed.
F. Jans & D. Callens Inagro, Rumbeke-Beitem
Plantenkwekerij DE KOSTER
Plantenkwekerij DE KOSTER - Eeckhoutweg 7, 1785 Brussegem-Merchtem - www.plantenkwekerijdekoster.be - Tel. 02 460 27 87
| 29 |
Vollegrond
Rassenproef prei vroege herfstteelt 2012
Goede opbrengst en kwaliteit Het aanbod van hybriden voor de vroege herfstteelt van prei is redelijk uitgebreid. De gebruikswaarde voor levering op de verse markt van nieuwe rassen wordt systematisch uitgetest in veldproeven. Belangrijke parameters voor deze teeltperiode zijn het opbrengstpotentieel in combinatie met de weerstand tegen gewassleet en bladbreuk bij machinale oogst, het behoud van een donkere bladkleur en het schoningsgemak. Ook de weerstand tegen ziekten en plagen, in deze teeltperiode vooral roest, purpervlekkenziekte en trips, zijn van belang. Tabel 1. - Proefopzet en teeltverloop
Rassenbespreking
Proefnemer
PCG
PSKW
Inagro
Proeflocatie
Kruishoutem
Sint-Katelijne-Waver
Meulebeke
Grondtype
zand
lemig zand
zandleem
Zaaidatum
16/3/2012
7/3/2012
17/3/2012 in plastic koepelserre
Zaaiplaats
kleine plastic tunnel
in plastic serre
Plantdatum
1/6/2012
7/6/2012
15/6/2012
Plantsysteem
3 rijen per gewent
3 rijen per gewent met Basrijs schijvenplantmachine
ruggenteelt
Plantafstand
40,5 x 10,9 cm
58 x 11,5 cm
50 cm x 10 cm
Oogstdatum
19/10/2012
parallel 1 en 2 24/9/2012 en parallel 3 30/10/2012
23/10/2012
Aantal blokken
3
3
4
Aantal rassen
11
11
10
De bespreking gebeurt alfabetisch. Belton (Nunhems): zeer uniform en zeer sterk opgericht gewas met brede bladeren. Vlot te pellen schacht met gesloten snijvlak, weinig knobbel maar gevoelig voor bruine schachtstrepen en lange overgang. Goede houdbaarheid. Zeer gevoelig voor Fusarium. Sterk tegen roest en papiervlekkenziekte. Gemiddelde opbrengst. Callahan (Nickerson-Zwaan): tamelijk uniform gewas met eerder smalle bladeren en gevoelig voor bladbreuk. Minder gesloten schacht met wat knobbel en vlaggen. Minder goed houdbaar. Zeer gevoelig voor roest. Lagere opbrengst.
Tabel 2. - Voornaamste gewas- en oogstkenmerken op Inagro, PCG en PSKW Ras
Oorsprong gegevens(1) Belton Callahan Celcius Delmas F91 Krypton Levis Mercurian Poulton Surfer Walton Gemiddelde 1= 9=
Uniformiteit
Bladstand
Bladkleur
1
1
1
7,9 6,9 7,3 7,2 6,2 7,8 7,5 7,3 7,5 7,5 7,8 7,3 heterogeen uniform
8,1 7,1 6,9 7,2 5,8 7,6 6,9 7,9 6,4 8,0 6,8 7,1 neerhangend opgericht
Bladbreuk
Gewassleet
Schoningsgemak
Schachtsluiting
Knobbelvorming
Snijvlak blad
Lengte schacht (cm)
Overgang (cm)
Houdbaarheid
Bladbreedte
Vastheid
1
1
1
2
1
1
1
1
4
5
6,9 7,0 7,0 7,3 6,8 5,8 6,5 7,1 7,9 7,5 8,5 7,1 bleek
7,0 6,0 6,8 7,3 6,8 7,8 7,3 7,8 7,2 7,4 7,4 7,2 veel
7,4 7,4 7,3 7,5 6,8 7,1 7,0 7,4 7,2 7,8 7,7 7,3 veel
7,4 7,0 7,1 5,9 5,5 8,2 7,7 6,4 7,1 6,6 7,3 6,9 slecht
7,4 6,5 7,2 7,4 7,3 7,2 7,2 7,5 6,5 7,5 7,2 7,2 open
7,5 6,5 6,8 6,4 6,2 8,1 7,3 6,8 7,2 7,6 7,8 7,1 knobbel
27,0 25,7 25,1 22,9 25,8 27,2 25,4 24,3 24,3 25,0 25,7 25,3 -
11,7 10,6 9,6 7,4 10,7 12,1 10,4 8,8 8,7 9,5 10,8 10,0 -
6,7 5,7 5,8 6,1 6,5 6,0 6,3 5,7 6,5 5,8 6,7 6,2 slecht
donker
geen
geen
goed
-
-
goed
8,1 7,8 7,9 7,5 7,5 8,0 7,4 7,5 7,6 7,1 7,9 7,7 opengekruld gesloten cilindrisch gesloten
bruine schachtstrepen
Fusarium
trips
2
4
1
6
1
7,5 6,3 6,0 5,8 6,0 7,2 7,0 7,2 7,3 6,7 6,7 smal
7,7 7,6 7,5 6,8 7,4 7,7 7,3 7,3 7,8 7,8 7,8 7,5 zeer los
9,0 8,0 9,0 8,3 7,8 8,1 8,8 8,2 9,0 8,2 8,7 8,5 veel
6,1 7,5 8,6 7,4 7,6 8,4 7,7 7,8 7,9 8,4 7,7 7,7 veel
9,0 9,0 8,3 9,0 9,0 9,0 9,0 8,3 9,0 9,0 8,0 8,8 veel
8,0 7,9 7,6 7,8 7,7 7,9 6,8 8,2 7,9 8,2 8,7 7,9 veel
breed
zeer vast
geen
geen
geen
geen
(1) 1 = gegevens Inagro, PCG en PSKW; 2 = gegevens Inagro en PCG; 3 = gegevens Inagro en PSKW; 4 = gegevens PCG en PSKW; 5 = gegevens Inagro en 6 = gegevens PCG
| 30 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
Gevoeligheid voor roest
Tabel 3. - Opbrengstgegevens Inagro. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (p = 0,05). Ras
Netto-opbrengst (ton/ha)
Belton Callahan Celcius Delmas F91 Krypton Levis Mercurian Poulton Surfer Gemiddelde
47,6 44,0 51,1 43,7 50,2 50,8 51,3 50,4 51,8 45,7 48,7
Kwaliteitssortering (%)
a a a a a a a a a a
Flandria
klasse 1
industrie
industrie
< 2 cm
Sortering naar gewicht (%) 2 - 3 cm
3 - 4 cm
> 4 cm
Marktbaar (%)
Schot (%)
Afval (%)
Wegval (%)
83,5 84,5 93,7 83,1 93,8 92,7 94,8 92,3 92,3 96,1 90,7
12,2 9,2 4,2 11,7 5,2 6,2 4,1 5,0 5,1 2,6 6,5
4,3 6,3 2,1 5,2 1,1 1,1 1,1 2,7 2,6 1,4 2,8
4,3 6,3 2,1 5,2 1,1 1,1 1,1 2,7 2,6 1,4 2,8
8,3 5,8 9,8 10,2 6,0 5,8 4,0 8,0 6,9 4,8 7,0
24,5 23,0 20,1 17,2 18,2 10,4 14,5 15,9 16,0 35,5 19,5
62,4 62,4 63,8 65,1 73,2 79,0 76,5 69,5 72,6 58,3 68,3
0,5 2,5 4,2 2,3 1,5 3,8 3,9 3,8 1,9 0,0 2,4
93,8 89,6 94,4 89,3 92,7 86,7 89,6 93,8 99,8 91,8 92,1
0,0 0,0 0,0 0,2 1,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2
3,1 2,0 0,9 2,2 1,3 2,7 0,4 2,4 0,2 1,1 1,6
3,1 8,4 4,7 8,2 4,4 10,7 10,0 3,8 0,0 7,1 6,0
Tabel 4. - Opbrengstgegevens PCG. Gemiddelden gevolgd door dezelfde letter zijn niet significant verschillend (p = 0,05). Ras
Netto-opbrengst (ton/ha)
Flandria
Kwaliteitssortering (%) klasse 1
klasse 2
< 2 cm
Sortering naar gewicht (%) 2 - 3 cm
3 - 4 cm
> 4 cm
Marktbaar (%)
Schot (%)
Afval (%)
Wegval (%)
Gemiddeld stukgewicht (g)
Belton F1 Callahan Celcius Delmas F91
52 52 53 52 57
a a a a a
85 75 86 89 76
15 25 14 11 22
0 0 0 0 1
0 1 0 1 0
24 22 21 20 16
76 73 78 78 82
0 4 1 1 2
96 93 97 98 99
0 0 0 1 1
0 0 0 0 0
4 6 3 1 0
356 368 364 352 380
Krypton F1 Levis Poulton F1 Mercurian Surfer Walton F1 Gemiddelde
59 60 54 50 58 55
a a a a a a
77 77 89 90 90 71 82
23 23 11 10 10 26 17
0 0 0 0 0 3 0
1 0 0 0 0 0 0
15 12 18 23 14 14 18
83 84 82 75 86 85 80
2 4 0 1 0 1 1
96 99 98 94 99 96 97
0 0 0 0 0 0 0
0 0 1 1 0 1 0
3 1 1 5 1 3 3
409 402 366 353 389 375 374
55
Celcius (Seminis): uniform gewas met smalle bladeren en iets gevoeliger voor bladbreuk. Eerder ruwe schacht met wat Fusarium en zeer weinig bruine schachtstrepen. Minder goed houdbaar. Goede opbrengst. Delmas (Syngenta): uniform gewas met smalle en vrij donkere bladeren. Iets lossere, ruwere en minder vlot te pellen schacht met korte overgang. Sterk tegen Fusarium. Lagere opbrengst. F91 (Gautier): eerder heterogeen en neerhangend gewas met smalle bladeren, gevoelig voor Tabel 5. - Opbrengstgegevens PSKW. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (p = 0,05) Ras
Belton Callahan Celcius Delmas F91 Krypton Levis Poulton SG1683 Surfer Walton Gemiddelde
Nettoopbrengst (ton/ha)
41,6 39,6 45,2 40,3 45,1 52,9 47,6 40,6 41,2 47,9 32,5 43,1
bcd d bcd d bcd a abc d cd ab e
Sortering naar gewicht (%) < 2 cm
2 - 3 cm
3 - 4 cm
18 23 19 17 15 11 11 29 24 14 45 21
43 35 28 46 35 24 29 31 38 34 34 34
38 43 54 36 50 65 60 40 37 52 21 45
sleet en bladbreuk. Eerder gele en slecht pelbare schacht met knobbel. Vrij hoge opbrengst. Krypton (Nunhems): zeer uniform en sterk opgericht gewas met al blekere, weinig bladbreuk gevoelige en bredere bladeren. Zeer vlot pelbare, zeer cilindrische, zeer gladde en witte schacht met weinig bruine schachtstrepen, mooi gesloten snijvlak maar met langere overgang. Hoge opbrengst. Levis (Syngenta): uniform en iets bleker gewas. Vlot pelbare en iets ruwere schacht. Gemiddelde schachtkenmerken. Gevoelig voor trips en voor purpervlekkenziekte. Hoge opbrengst. Mercurian (SG1683) (Syngenta): uniform en sterk opgericht gewas, weinig gevoelig voor bladbreuk. Iets minder vlot te pellen schacht met soms wat Fusarium en wat knobbel. Minder goed houdbaar. Gemiddelde opbrengst. Poulton (Nunhems): uniform en iets minder opgericht gewas met donkere en bredere bladeren. Zeer vaste maar iets minder gesloten schacht met korte overgang. Sterk tegen papiervlekkenziekte. Gemiddelde opbrengst. Surfer (Bejo): uniform en sterk opgericht gewas met vrij donkere bladeren, weinig gevoelig voor sleet. Iets minder vlot te pellen, cilindrische en gladde schacht, weinig gevoelig voor bruine schachtstrepen maar met iets meer opengekruld snijvlak. Sterk tegen Fusarium. Goede houdbaarheid. Hoge opbrengst.
Walton (Nunhems): zeer uniform en minder opgericht gewas met zeer donkere en weinig sleetgevoelige bladeren. Vlot te schonen schacht zonder knobbel. Goed houdbaar. Sterk tegen papiervlekkenziekte en tegen trips. Lagere opbrengst.
Besluit De proef op het PSKW werd beduidend vroeger geoogst dan de proeven van Inagro en PCG. Op het PSKW werd de beste opbrengst bekomen met Krypton. Dit groeikrachtig zomerras behoorde ook tot de productiefste rassen in de proeven van Inagro en het PCG, maar op deze locaties met langere teeltduur gaven ook Levis, Celcius en zelfs Poulton een goede tot zeer goede opbrengst. Celsius en Poulton waren ook beduidend donkerder van bladkleur. Surfer scoorde dit jaar eveneens goed. Het nieuwe Mercurian en ook Belton, Callahan, Delmas en vooral Walton gaven een lagere productie.
D. Callens & L. Vanquickenborne Inagro, Rumbeke-Beitem
L. De Rooster Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
R. Winnepeninckx & L. De Reycke Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem
| 31 |
Vollegrond Rassenproef kropsla versnijderij voorjaarsteelt 2012
Snelste rassen geven beste resultaat
In het voorjaar is een zekere en snelle productie belangrijk naast het aandeel gele hartbladeren en het ontrolgemak. Beide laatste criteria bepalen in hoge mate het rendement in de versnijderij. De houdbaarheid is naast de roodverkleuring een belangrijk aandachtspunt.
Rylane
Bl: 1-28 + Nr 0
LMV: 1
Safari
Bl: 1-28 + Nr 0
LMV: 1
Bl: 1, 4-22, 25, 28+ Nr 0 + Pb
LMV: 1
Bl: 1-20, 22-28 + Nr 0
Bl: 21, Fol: 1
Santoro RZ Servis Speranzia
Bl: 1-28 + Nr 0
Subyana RZ
Bl: 1-28 + Nr 0 + Pb
Volubis
LMV: 1
Bl: 1-28 + Nr 0
Rassenbespreking 43-129 RZ (Rijk Zwaan): stond vrij uniform op het veld met een redelijke veldvulling en behoorlijke kropsluiting. De kroppen gaven een doffe indruk. De broek was mooi gevormd en goed gesloten. Het ontrollen verliep goed niettegenstaande het vrij gerimpelde hartblad. Goed groeikrachtig ras met relatief goede stukgewichten en een goede opbrengst ‘taux de blanc’. Almagro (43-74 RZ) (Rijk Zwaan): viel in deze proef wat tegen qua groeikracht en uniformiteit. Amalizia (Vilmorin): gaf een uniform gewas met een zeer goede kropsluiting. De broek was mooi gevormd en goed gesloten. Scoorde met een mooie bleke hartkleur. De stukopbrengst en de opbrengst ‘taux de blanc’ waren goed. Gisela (Rijk Zwaan): stond uniform op het veld met een weinig gesloten krop maar een zeer mooi gesloten onderzijde. De stukopbrengst in
| 32 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Verkoopbaar (%)
LMV: 1
Taux de blanc < 9 cm Niet bruikbaar
Figuur 1. - Opbrengstgegevens en rendement
Taux de blanc > 9 cm Verkoopbare kroppen
Volubis
LMV: 1
Bl: 1-28 + Nr 0
Subyana RZ
Bl: 1-28 + Nr 0
Radiosa
Speranzia
Lobela
LMV: 1
Servis
Bl: 1-28 + Nr 0
Santoro RZ
Bl: 1-27 + Nr 0
Grafitti
Safari
Bl: 1-28 + Nr 0
Gisela RZ
uit maar dat werd deels goedgemaakt door een hoog aandeel gele hartbladeren. Safari (Gautier): leverde een vrij uniform gewas met een behoorlijke veldvulling en een goede kropsluiting maar een iets matter blad. De licht graterige onderzijde vertoonde regelmatig zijscheuten. De stukgewichten waren vrij goed, maar de bruikbare opbrengst viel iets lager uit. Santoro (Rijk Zwaan): gaf een behoorlijk uniform gewas met een magere veldvulling door zijn iets beperktere groeikracht. De kroppen waren nog niet goed gesloten en hadden een vrij matte bladglans. De opbrengst was relatief gezien behoorlijk maar het percentage te kleine kroppen was wel hoog. Door het hoge aandeel bruikbare massa en ‘taux de blanc’ bleek de bruikbare opbrengst nog behoorlijk. Servis (Sanac): gaf een minder uniform gewas met een beperkte veldvulling. De onderzijde vertoonde sporadisch wat zijscheuten. Haalde in verhouding een behoorlijke opbrengst maar in combinatie met het middelmatige aandeel hartbladeren viel de opbrengst voor de versnijderij wat tegen. Speranzia (Vilmorin): viel op door het zeer uniforme gewas en de goede veldvulling. Een goede bladkleur, een goede kropsluiting en een graterige onderzijde waren kenmerkend. Haalde goede stukgewichten. De opbrengst
Rylane
Amalizia
Radiosa
LMV: 1
Lobela
Bl: 1-28 + Nr 0
Grafi
LMV: 1
Almagro
Gisela RZ
Intermediair
Bl: 1-28 + Nr 0 + Pb
Amalizia
High resistant
43-129 RZ
Almagro
Resistenties
43-129 RZ
Ras
deze proef was zeer goed evenals de bruikbare opbrengst. Graffiti (Vilmorin): viel op door de sterk glanzende en iets donkerdere kroppen. Graffiti gaf een behoorlijk uniform gewas met een vrij goede kropsluiting. De onderzijde was licht graterig en er kwamen af en toe wat zijscheuten voor. De hartkleur was iets donkerder. De stukopbrengst was in deze proef zeer goed, de bruikbare opbrengst viel iets lager uit. Lobela (Enza): gaf een behoorlijk uniform gewas maar een iets mindere veldvulling vanwege de iets tragere groei. Lobela leverde kroppen met veel glans en een vrij graterige onderzijde. Het ontrollen verliep makkelijk (statistisch niet significant verschillend), mede dankzij het weinig gerimpelde hartblad. Radiosa (RX1877) (Seminis): vormde het op één na meest uniforme gewas met de beste veldvulling en een goede kropsluiting. Gaf wel een iets mattere krop met een graterige onderzijde. Radiosa haalde de hoogste stukopbrengst en een zeer goede bruikbare opbrengst met een bleke inwendige kleur. Rylana (Seminis): gaf een behoorlijk uniform gewas maar door de tragere groei stond het veld minder gevuld. De vrij matte kroppen waren al zeer goed gesloten maar hadden een graterige onderzijde. Het stukgewicht viel laag
Opbrengst (kg/100 stuks)
Tabel 1. - Overzicht van de rassen en hun resistentiepatroon (Bl = Bremia lactucae (witziekte); Nr = Nasonovia ribisnigri (groene slaluis); Pb = Pemphigus bursarius (wollige slawortelluis); LMV = Lettuce mosaic virus (slamozaïekvirus) en Fol = Fusarium oxysporum f.sp. lycopersi (Fusarium Wilt)
Bruikbaar groen
Tabel 2. - Gewaskenmerken. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Ras
Uniformiteit
Veldvulling
Bolomvang
Bladkleur
Kropsluiting
Kropvulling
Bladglans
Droogrand
Smet
Bremia
43-129 RZ
6,7 abc
6,7 abc
5,8
5,7
6,0 abc
5,8
5,3 d
9,0
6,7
9,0
Almagro
5,0 c
3,7 c
4,0
6,7
6,3 abc
4,7
5,3 d
9,0
8,5
9,0
Amalizia
7,3 ab
6,0 abcd
7,3
6,3
7,3 a
6,2
7,3 abc
9,0
7,8
9,0
Gisela RZ
7,3 ab
7,2 abc
6,7
5,7
5,3 bc
7,3
6,3 abcd
9,0
8,3
9,0
Grafitti
6,7 abc
6,7 abc
5,7
7,7
6,7 abc
6,2
8,0 a
9,0
6,3
9,0
Lobela
7,0 abc
5,8 bcd
6,3
7,0
7,0 ab
4,7
7,7 ab
8,3
8,2
9,0
Radiosa
7,8 a
8,4 a
7,7
6,3
7,0 ab
5,0
5,7 cd
9,0
7,7
9,0
Rylane
6,5 abc
5,0 cd
6,5
5,3
7,3 a
5,3
5,7 cd
8,3
7,0
9,0
Safari
6,7 abc
6,7 abc
6,2
6,7
6,7 abc
5,3
5,7 cd
9,0
7,3
9,0
Santoro RZ
6,3 abc
4,8 cd
5,3
5,7
5,3 bc
6,7
5,7 cd
9,0
8,0
9,0
Servis
5,3 bc
6,0 abcd
5,7
6,3
6,0 abc
5,7
7,3 abc
9,0
7,8
9,0
Speranzia
8,2 a
8,2 ab
6,5
7,0
7,0 ab
5,7
7,0 abcd
9,0
8,0
9,0
Subyana RZ
4,8 c
6,5 abc
6,0
6,7
5,0 c
6,3
5,3 d
9,0
7,5
9,0
Volubis
5,0 c
5,0 cd
6,0
5,3
7,0 ab
4,7
6,2 bcd
9,0
6,3
9,0
6,5
6,2
6,1
6,3
6,4
5,7
6,3
8,9
7,5
9,0
1=
heterogeen
slecht
klein
bleek
open
hol
mat
veel
veel
veel
9=
uniform
goed
groot
donker
gesloten
gevuld
glanzend
geen
geen
geen
Gemiddelde
Tabel 3. - Kropbeoordeling. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend. Ras
Graterigheid
Zijscheutvorming Grootte snijvlak
Krophoogte
Ontrolgemak
Kleur hart
Rimpeling blad
Roodverkleuring inwendig
voor de versnijderij was behoorlijk. Subyana (Rijk Zwaan): gaf in deze proef een heterogeen gewas met doffe, niet goed gesloten kroppen. De stukopbrengsten en de opbrengst voor de versnijderij was goed. De hartbladeren waren iets donkerder. Volubis (Sanac): viel in deze proef wat tegen. Een heterogeen gewas dat beduidend meer groeidagen nodig had dan enkele andere rassen. Gaf gladde, mooi bleke hartbladeren. Het stukgewicht was laag maar het percentage hartbladeren was wel hoog. Dit ras heeft potentie indien hogere stukgewichten worden gesneden.
Besluit Gisela komt het best uit deze proef. Dit is voornamelijk dankzij de goede stukgewichten en het rendement voor de versnijderij. Ook Radiosa doet het in dit eerste proefjaar voortreffelijk met de hoogste stukgewichten en veel gele hartbladeren. Santoro haalt wat lagere stukgewichten maar maakt zeer veel goed door het hoge percentage ‘taux de blanc’ waardoor het rendement voor de versnijderij net onder Gisela eindigt. Ook Graffiti haalt hoge stukgewichten maar het rendement voor de versnijderij valt lager uit. Enkele rassen konden door de vrij vroege oogst niet volledig uitgroeien waardoor hun resultaten wat tegenvielen.
43-129 RZ
7,8 ab
9,0 a
6,7
7,3 ab
7,3
5,5 ab
4,7 bc
9,0
Almagro
6,3 abc
9,0 a
7,7
8,5 a
7,0
4,0 b
4,5 c
9,0
Amalizia
7,7 abc
9,0 a
6,2
7,3 ab
5,0
7,3 a
7,0 ab
8,7
Gisela RZ
8,2 a
9,0 a
5,7
6,7 ab
6,0
6,2 ab
5,5 abc
9,0
Grafitti
6,3 abc
8,0 ab
5,7
7,0 ab
7,2
5,8 ab
6,7 ab
8,3
Lobela
6,2 bc
9,0 a
6,2
7,8 ab
8,0
6,2 ab
7,7 a
7,7
R. Winnepeninckx
Radiosa
5,2 bc
8,7 ab
4,7
5,7 b
7,3
6,7 a
6,2 ab
8,3
Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem
Rylane
5,3 abc
9,0 a
6,5
7,3 ab
7,2
7,0 a
7,0 ab
8,3
Safari
5,8 abc
7,0 b
6,3
7,0 ab
7,8
6,7 a
7,2 ab
8,7
Santoro RZ
7,0 abc
9,0 a
7,3
8,2 a
6,0
6,5 ab
5,7 abc
9,0
Servis
6,3 abc
8,3 ab
6,7
7,7 ab
5,5
5,8 ab
5,7 abc
9,0
Speranzia
5,0 c
9,0 a
6,3
6,3 ab
7,3
6,0 ab
6,8 ab
7,3
Subyana RZ
7,5 abc
9,0 a
6,7
7,7 ab
8,0
5,2 ab
6,3 ab
9,0
Volubis
5,7 abc
9,0 a
7,7
8,2 a
8,0
6,8 a
7,7 a
9,0
6,5
8,7
6,4
7,3
7,0
6,1
6,3
8,6
Gemiddelde 1=
open
veel
groot
hoog
moeilijk
groen
gerimpeld
veel
9=
gesloten
geen
klein
laag
makkelijk
bleek
glad
geen
Info - Het volledige proefverslag verschijnt binnenkort op www.proefcentrum-kruishoutem.be.
| 33 |
Biologische teelt Rassenproef prei vroege herfstteelt 2012
Standaardrassen bevestigen In de biologische preiteelt is de rassenkeuze het voornaamste instrument ter beheersing van ziekten en sleet. In de vroege herfst zijn vooral roest en de houdbaarheid in het veld bepalende factoren. Daarnaast dienen zich ook de eerste biologische hybriderassen aan.
Tabel 1. - Teeltverloop en teeltverloop Proeflocatie
Inagro - Beitem
Bodemtype
zandleem
Proefplan
blokkenproef in 4 parallellen
Zaaidatum
15/3/2012
Opkweekmethode
in plastic tunnel in potgrond
Bemesting
2/6/2012: 30 ton/ha vaste rundermest
Voorteelt
grasklaver
Plantdatum
6/6/2012
Plantafstand
70 x 10 cm, vlakvelds
Onkruidbestrijding
mechanisch
Gewasbescherming
20/8/2012 Xentari 5/9/2012 Tracer
Oogst
6/11/2012
Teeltverloop De preiplanten werden op het biologisch proefbedrijf te Beitem opgekweekt en uitgeplant. De prei werd op 15 maart gezaaid in een plastic tunnel in een laag potgrond. Op 6 juni werd in vlakvelds geponste gaten geplant. De plantafstand bedroeg 70 cm tussen de rijen en 10 cm in de rij. Na het planten werd er meteen aangegoten. Alle planten kenden een goede weggroei. In de proef werden negen rassen opgenomen. Alle rassen waren hybrides. Voor één ras was
Hoge aantallen preimot in de feromoonval verantwoordden een bespuiting met Xentari en Tracer.
biologisch zaaizaad beschikbaar. Voor de andere rassen werd uitgegaan van gangbaar niet chemisch behandeld zaaizaad. De voorvrucht was een éénjarige gras-klaver maaiweide. Er werd voorzien in een basisbemesting van 30 ton biologische runderstalmest. Tussentijdse staalname gaf aan dat bijbemesting tijdens het seizoen niet nodig was. De onkruidbestrijding gebeurde door middel van schoffelen en aanaarden al dan niet in combinatie met vingerwieders en de octopuswiedhark. De octopuswiedhark werkt ook agressief op de preiplanten. De ervaring leert dat stevige prei hiervan goed herstelt. Vanwege de hoge druk werd er tweemaal gespoten tegen preimot. Er gebeurde geen enkele ziektebestrijding. Voor wat betreft de weersomstandigheden was 2012 een rotjaar. Tot eind juli was het aanhoudend nat. Alle werkzaamheden moesten tussen de buien door gebeuren. De omstandigheden waren niet steeds optimaal. Vanaf half augustus tot eind september was het aanhoudend droog. Hierdoor liep de prei groeiachterstand op ten opzicht van andere jaren. Er werd één keer 25 mm beregend. Vanaf begin oktober werd het opnieuw nat. In vergelijking met voorgaande jaren werd er iets meer purpervlekkenziekte waargenomen. Als gevolg van de natte zomer, was er eind juli ook papiervlekkenziekte in het gewas aanwe-
Veel regen tijdens de open velddag weerhield de talrijk opgekomen telers niet om de rassenproef in het veld te gaan bekijken.
| 34 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
zig. Dit groeide volledig uit. De aantasting door roest was gemiddeld. De waarnemingen inzake ziekte en gewaskenmerken in het veld gebeurden half oktober. Door omstandigheden kon echter pas begin november worden geoogst. Voor de vroegste rassen was dit te laat. Met 30 à 35 ton voor de standaardrassen werden gemiddelde opbrengsten gerealiseerd.
Rassenbespreking Antiope (S&G) kent een goede gewasontwikkeling in het veld, heeft een donkere bladkleur en is behoorlijk gezond. De roestaantasting blijft beperkt tot het oudere blad of de bladtoppen. De opbrengst (33 ton/ha) en de sortering zijn goed. In de bak heeft Antiope een goede presentatie. Callahan (Nickerson-Zwaan) startte gelijk met de andere rassen, maar kon verder niet gedijen. Half oktober toonde Callahan een slechte gewasstand met veel sleet en een hoge aantasting door roest en purpervlekkenziekte. De opbrengst blijft steken op 27,5 ton/ha. Duraton (Hild Samen/Nunhems) is een vlot groeiende prei met een eerder bleke bladkleur. De weerstand tegen ziektes is goed. Duraton haalt dankzij een grove sortering een erg hoge opbrengst (41,4 ton/ha), maar presenteert eerder matig in de bak. De kleur is te bleek en de schacht is te lang voor de verse markt. Duraton biedt wellicht meer perspectief voor de industrie. Julita (Vitalis) was in deze proef duidelijk voorbij zijn optimum waardoor de prei al erg onderhevig was aan sleet. De weerstand tegen roest en purpervlekkenziekte is onvoldoende. De opbrengst is met 31,5 ton/ha nog redelijk. Krypton (Nunhems) is een nieuw ras dat eerder aanleunt bij de zomerprei. Krypton kent een vlotte gewasontwikkeling en een opgerichte gewasstand in het veld. De bladkleur is bleek in vergelijking met de andere rassen. Krypton haalt een hoge opbrengst (40 ton/ha) met een grove sortering en hield ondanks de te late oogstdatum nog goed stand in het veld. De
Tabel 2. - Opbrengst en gevoeligheid voor sleet, ziekten en trips. Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (Duncan, p = 0,05). Zaadhuis
Bio
Marktbare opbrengst (kg/ha)
Stand
Sleetgevoeligheid 13/10/2011
14/10/2012
14/10/2012
Aantasting door roest
purpervlekken 14/10/2012
Algemeen uitzicht in de bak
papiervlekken
trips
28/7/2012
14/10/2012
Antiope
S&G
NCB
33.018 cd
7,0 a
7,3 a
7,6 ab
8,0 a
8,0 a
6,0 bc
7,3 ab
Callahan
Nickerson Zwaan
NCB
27.530 e
5,0 c
3,8 c
4,4 e
5,8 d
6,0 bc
5,3 cd
5,0 de
Duraton
Hild Samen GmbH
NCB
41.411 a
7,1 a
6,1 b
8,0 a
7,9 a
5,3 c
6,5 ab
5,8 cd
Julita
Vitalis Biologische Zaden
BIO
31.500 d
5,8 bc
4,5 c
3,6 f
5,8 d
5,5 bc
5,3 cd
4,5 e
Krypton
Nunhems
NCB
40.024 a
7,0 a
5,5 b
5,4 d
6,8 c
6,3 b
6,5 ab
5,1 de
Levis
S&G
NCB
36.045 b
5,9 bc
5,9 b
6,3 c
6,6 c
7,6 a
4,5 d
6,5 bc
Poulton
Nunhems
NCB
35.693 b
6,9 a
7,6 a
7,3 b
7,9 a
7,8 a
6,5 ab
8,0 a
Surfer
Bejo Zaden BV
NCB
34.491 bc
6,5 ab
7,3 a
7,3 b
7,5 ab
7,5 a
7,3 a
7,4 a
Walton
Nunhems
NCB
32.479 cd
7,0 a
7,4 a
6,4 c
7,0 bc
7,3 a
7,3 a
7,5 a
34.688
6,5
6,1
6,2
7,0
6,8
6,1
6,3
Gemiddelde 1=
zeer slecht
veel sleet
zeer veel
zeer slecht
9=
zeer goed
geen sleet
geen
zeer goed
weerstand tegen purpervlekkenziekte en roest is een aandachtspunt. Krypton lijkt daarentegen sterk tegen trips. De presentatie in de bak is matig, als gevolg van de bleke bladkleur en de lange schacht. Levis (Syngenta) is een groeikrachtige prei met een goede gewasontwikkeling in het veld. Ondanks de late oogstdatum, bleef de sleet dit jaar aanvaardbaar. Het blad is evenwel vrij bleek, is matig gevoelig voor purpervlekkenziekte en roest en toont vooral ook veel tripsschade. De opbrengst is met 36 ton/ha zeer goed. De presentatie in de bak is aanvaardbaar. Poulton (Nunhems) toonde een goede gewasstand in het veld. Het blad is donkergroen en vrij smal. Poulton heeft in deze proef weinig last van sleet of bladziekten. De opbrengst is met 35,7 ton/ha zeer goed. Ook de presentatie in de bak is zeer goed. Surfer (Bejo) kende een vlotte gewasontwikke-
ling in het veld. De bladeren zijn donkergroen en opgericht. Surfer toont zich sleetvast en weinig ziektegevoelig. De opbrengst is met 34,5 ton goed. Ook in de kist wordt een goede kwaliteitsscore gehaald. Walton (Nunhems) is een vlotte groeier met een breed en donkergroen blad. Dit brede blad is gevoelig voor schade tijdens het rooien en marktklaar maken. Er werd iets meer purpervlekkenziekte en roest vastgesteld ten opzichte van de beste rassen. Walton haalt een goede opbrengst (32,5 ton/ha) en presenteert mooi in de kist.
Besluit Antiope, Poulton en Surfer vormen in deze proef samen de kopgroep. Het gewas was vrij gezond en bleek goed houdbaar in het veld ondanks de late oogstdatum. De opbrengst is
goed en presenteert mooi in de kist. Walton lijkt net iets gevoeliger voor bladziekten en bladbreuk maar voldoet nog goed. Deze rassen bevestigen hiermee hun resultaten uit voorgaande jaren. Levis en Krypton waren in deze proef voorbij hun optimum, maar lenen zich wellicht goed voor de oogst in september. Krypton en Duraton bieden dankzij hun hoge opbrengstpotentieel en goede houdbaarheid in het veld ook perspectief voor levering aan de industrie. Callahan en Julita voldeden in deze proef niet. Zowel in opbrengst als in kwaliteit bleven deze rassen achter.
L. Delanote & J. Rapol Inagro, Rumbeke-Beitem
Loonwerken onder glas Nivelleren met laser Aanleg & renovatie van grassportvelden en manegebodems
Jef Meeus Achterlo 9 2520 Ranst Tel (03) 485 67 01 Fax (03) 475 03 02 www.jefmeeus.be
[email protected]
Erkend ophaler voor afval Afvalcontainers van 8 tot 40 m3 Recyclage van steenwolmatten en versnipperd kruid Algemeen vervoer met containers, dieplader, kipwagen, onderlosser
129276PN1141
Ras
| 35 |
Biologische teelt
Uitgebreid aanbod rassen plukspinazie voor beschutte teelt Spinazie is een gewas dat uiterst geschikt is om te telen in koude kas of plastic koepel. De groente is behoorlijk vorstbestendig. Het belang van de groeiwijze verschilt naargelang het gewas gesneden of geplukt wordt. Binnen de biologische teelt stelt zich tevens het probleem dat slechts beperkt of niet kan worden behandeld tegen schimmelziekten zoals wolf (Perenospora farinosa). Spinaziegewas oogstklaar
Proefopzet en teeltverloop De voornaamste ziekte bij spinazie is wolf dat een grijs schimmelpluis op de onderkant van het blad vormt. Van deze ziekte zijn verschillende fysio’s bekend, waar de beschikbare rassen al dan niet resistent tegen zijn (Tabel 1). De evolutie van de fysio’s gaat heel snel dus ook het rassenaanbod wijzigt regelmatig. Om de kwaliteit, opbrengst en resistentie na te gaan van de verschillende rassen die op dit ogenblik op de markt zijn, werd een oriënterende rassenproef plukspinazie aangelegd. Deze gerandomiseerde blokkenproef werd aangelegd in vier parallellen. Er werd in 4 cm perspotten gezaaid op 23 december 2011. Vervolgens werd er op 18 januari 2012 geplant op een afstand van 18 x 27 cm. Er werd drie maal geplukt: op 5 april, 18 april en 7 mei. De voorgaande teelt was veldsla.
Rassenbespreking Wanneer de productieresultaten met elkaar vergeleken worden blijken er geen significante verschillen te zijn in totale productie. Bij het vergelijken van de verschikkende plukken onderling, blijkt er wel een significant verschil te zijn. Het tijdstip waarop de topproductie wordt bereikt, verschilt dus van ras tot ras. Tijdens de Tabel 1. - Overzicht van de rassen in deze proef en hun resistentiepatroon
teelt was er geen wolfaantasting. Visueel konden vele van de opgenomen rassen van elkaar onderscheiden worden door een andere groeiwijze, kleur en bladvorm. Apollo (Sakata) behaalde bij de derde pluk een significant hogere opbrengst ten opzichte van de meeste andere rassen. De eerste pluk echter was dit een significant lagere opbrengst. Het moment van hoogste productie was dus duidelijk iets later in deze teelt. Apollo kenmerkte zich door een smal, donker kort blad met korte steel. Het sterk blinkende gewas kende een opgerichte rozetgroei en was in goede gezondheid. Er was weinig uitval en schot aanwezig. Voor wat betreft het aantal bladeren per plant, de bladstevigheid, houdbaarheid en aanwezigheid van geel blad, scoorde dit ras gemiddeld. Corvette (Vitalis) had een iets lagere productie. Dat kwam voornamelijk door een iets zwakkere eerste pluk. Ook de tweede pluk was lager dan het gemiddelde. Zowel bij de gewasbeoordeling op het einde van de teelt als bij de beoordelingen tijdens de eerste pluk, scoorde dit ras gemiddeld. De bladeren waren eerder smal in vergelijking met de andere rassen. Het gewas groeide gemiddeld tot plat tegen de grond. El Duro (Syngenta) had een opbrengst die iets Tabel 2. - Productiegegevens en gewasbeoordeling Ras
Totale productie (gram/m²)
Aantal bladeren/ plant
Uitval
Schot
Apollo
4.290
7,6 ab
9,0 a
8,1 a
Corvette
3.978
7,0 ab
7,8 abc
6,9 ab
El Duro
4.463
7,3 ab
6,4 c
7,8 a
El Toro
5.301
8,5 a
6,5 c
4,6 c
Ranchero
4.594
6,6 b
6,9 bc
5,1 bc
Ras
Zaadhuis
Bio/NCB
Resistenties wolf
Apollo
Sakata
NCB
Corvette
Vitalis
Bio
fysio's 1-12, behalve 10 fysio's 1-11
El Duro
Syngenta
NCB
fysio's 1-12
Racoon
4.754
7,7 ab
8,3 a
7,8 a
El Toro
Syngenta
NCB
fysio's 1-12
Renegade
5.006
7,2 ab
8,4 a
7,4 a
Ranchero
Vitalis
NCB
fysio's 1-11
Revere
5.068
7,1 ab
8,5 a
7,3 a
Racoon
Rijk Zwaan
Bio
fysio's 1-12
Squirrel
4.246
8,3 a
9,0 a
3,4 c
Bejo
Bio
fysio's 1-7 + 11
Gemiddelde
4.633
7,5 7,8
6,5
Revere
Bejo
NCB
fysio's 1-11
1=
veel
veel
Squirrel
Rijk Zwaan
NCB
fysio's 1-10
9=
geen
geen
Renegade
| 36 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
lager dan gemiddeld was. De laatste pluk bleef beperkt. De houdbaarheid was eerder beperkt. Het ras vertoonde een beperkte aanwezigheid van schot. Toch was de gewasgezondheid iets minder en was er behoorlijk veel uitval. De eigenschappen van het blad (breedte, stevigheid en kleur) scoorden gemiddeld. Het blad oogde vrij groot en het gewas kende een eerder platte groeiwijze. El Toro (Syngenta) behaalde een goede opbrengst. Dat was te danken aan de eerste pluk. De derde pluk was duidelijk kleiner dan bij de overige rassen. Deze opbrengst werd behaald door het hoge aantal brede en grote bladeren per plant. De bladeren waren stevig, puntig en behoorlijk oneffen; de houdbaarheid was goed. De kleur van het blad was gemiddeld. De gezondheid van het gewas was echter minder goed. Er was behoorlijk veel uitval en schot aanwezig op het einde van de teelt. De groeiwijze van het gewas was behoorlijk plat tegen de grond. Ranchero (Vitalis) scoorde gemiddeld naar opbrengst. De lagere opbrengst tijdens de derde pluk, werd gecompenseerd door een iets hogere trend in gewicht tijdens de tweede pluk. De planten hadden het minst aantal bladeren vergeleken met de andere rassen. De bladstevigheid, -breedte en -kleur waren gemiddeld. Het blad was afgerond aan de top. Er was behoorlijk wat uitval aanwezig en ook het optreden van schot was niet verwaarloosbaar. De houdbaarheid en gewasgezondheid scoorden gemiddeld. Het gewas kende een gemiddelde tot opgerichte groeiwijze. Racoon (Rijk Zwaan) vertoonde een positieve trend in productie. Tijdens de eerste en de derde pluk was de opbrengst gemiddeld tot hoog. Tijdens de tweede pluk vertoonde de productie een iets lagere trend. Het iets bredere blad had een gemiddelde houdbaarheid, was iets minder stevig en was duidelijk bleker van kleur. Deze twee laatste eigenschappen zijn mogelijks te wijten aan een late eerste pluk en gulle watergift. De top van het blad was af-
gerond. Het gewas vertoonde een beperkte uitval en schot. De algemene gewasgezondheid was gemiddeld. Het gewas oogde mooi dicht begroeid; de groeiwijze was gemiddeld tot opgericht. Renegade (Bejo) behaalde een gemiddeld tot hoge totale productie, voornamelijk door de eerste en tweede pluk. Regenade had brede, grote, ronde en effen bladeren. Het aantal bladeren per plant, de stevigheid en houdbaarheid van de bladeren was gemiddeld. Het gewas was ook op het einde van de teelt nog
BOEREN BUREN PLAN
in goede gezondheid; er waren weinig planten uitgevallen of opgeschoten. Het gewas oogde iets bleker dan gemiddeld. Het dichtbegroeide gewas kende een gemiddelde tot opgerichte groeiwijze. Revere (Bejo) vertoonde een positieve trend bij de totale productie. Bij elke pluk kon systematisch iets meer worden geoogst dan gemiddeld. De iets smallere bladeren van Revere waren minder stevig dan vele andere rassen. Het aantal bladeren per plant, de houdbaarheid en de bladkleur waren gemiddeld. De bladeren waren behoorlijk klein, oneffen en puntig en kenden een opgerichte groei. Het gewas was ook op het einde van de teelt nog in goede gezondheid; er was quasi geen uitval aanwezig en ook de schotgevoeligheid was eerder beperkt. Squirrel (Rijk Zwaan) had een gemiddelde totale opbrengst. Alleen bij de laatste pluk was deze iets lager dan bij vele andere rassen. Het ras had, zoals Apollo, zeer smalle bladeren. Het aantal bladeren per plant was echter wel heel hoog in vergelijking met de andere rassen in de proef. Typerend aan de bladeren was dat deze lang opgericht, puntig en effen waren. De bladeren hadden tevens een lange steel en kenden een heel erg opgerichte en hoge groei. Squirrel was op het einde van de teelt
WIN 2500 EURO
nog in goede gezondheid. Er was geen uitval aanwezig. Het ras vertoonde echter een hoge schotgevoeligheid. Het gewas kleurde behoorlijk donker. Bladstevigheid en houdbaarheid scoorden gemiddeld.
Besluit Er is een grote verscheidenheid in het rassenaanbod naargelang gewasstand, kleur en vorm van het blad. Er kan geen uitspraak gedaan worden voor wat betreft wolfresistentie daar deze schimmelziekte niet voorkwam tijdens de proef. Regenade, Revere en Racoon scoren het best in deze proef. Deze rassen behalen een goede opbrengst; de schotgevoeligheid en uitval blijven beperkt. Racoon is theoretisch het meest resistent; Renegade daarentegen mist enkele belangrijke fysio’s in zijn resistentie. Revere zit qua theoretische resistentie tussenin. Ook El Toro heeft een goede opbrengst maar faalt als het gaat om gewasgezondheid, uitval en schotgevoeligheid. Apollo, Corvette, El Duro, Ranchero en Squirrel scoren gemiddeld en hebben elk hun voor- en nadelen.
J. Dewitte Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem
Ben jij een buur van een leuke boer of een boer met leuke buren? Dan is dit iets voor jou! Boerenburenplan mikt op lokale verenigingen, sociale organisaties, jeugdbewegingen, scholen… en de boeren uit hun buurt. Denk samen na wat jullie voor elkaar kunnen betekenen en werk een verfrissend project uit. Download het deelnemingsformulier op www.cera.be/special/boerenburenplan en bezorg het ons voor 1 februari 2013. Post je idee op Facebook ‘Boerenburenplan’ en win een leuke prijs! Een initiatief van:
Buren gaan de boer op. Jij toch ook?
Het Innovatiesteunpunt is een initiatief van Boerenbond in partnerschap met Cera
In samenwerking met:
| 37 |
Witloof actueel
Perceelskeuze voor witloofteelt
Temperatuurmeting met hooistokvoeler
Bewaring witloofwortels Jaarrond witloof telen is onmogelijk zonder koeling en bewaring van de witloofwortels. Voor een optimale bewaring van de wortels moet je de temperatuur in de frigo’s regelmatig controleren. Het is zeer belangrijk om naast de actuele temperatuur, ook de evolutie van het inkoelen te volgen. Een eerste meting gebeurt best vier tot zes weken na het vullen. Met een tussenperiode van zes à acht weken kan daarna een tweede meting gebeuren. Verdere metingen gebeuren dan opnieuw na een week of acht, of vroeger, in functie van het inkoelgedrag van de verschillende partijen. In 2012 waren de temperaturen vóór en tijdens de rooi laag, in tegenstelling tot de voorgaande jaren. De wortels gingen dus niet te warm de frigo’s binnen. De inkoeling verloopt bijgevolg vlot. Begin januari is de streefwaarde in de kern van de pallox 0°C. Wanneer de gemiddelde temperatuur in de kern hoger is dan 0,5°C, dan kan je de insteltemperatuur best nog wat verlagen. Bij negatieve temperaturen is het aangewezen de insteltemperatuur te verhogen om vorstschade te vermijden. Wortels met een lagere stikstofinhoud, zoals nu het geval is (zie Witloof actueel van Proeftuinnieuws nummer 21 van 2012), zijn hier immers gevoeliger voor. Belangrijk is de temperatuur regelmatig te meten zodat je op het juiste moment kan bijsturen. Voor meer informatie kan je terecht op het nummer 0478/28 09 62 of 051/27 32 92 (dienst voorlichting Witloof van Inagro). Een goede koeling is belangrijk voor de bewaring van de witloofwortels, maar vergt ook veel elektrische energie. Met de stijgende energieprijzen van de laatste tijd begint het kostenplaatje van de koeling meer en meer door te wegen. In de brochure ‘Energie en koeling op witloofbedrijven’, op www.enerpedia.be of bij Inagro en de NPW kan je meer informatie vinden over mogelijkheden om energie te besparen. Omwille van de energiebesparing hebben verschillende telers ondertussen de thermostatische expansieventielen in de frigo’s vervangen door elektronische. Daardoor krijgt de koelcel een grotere koelcapaciteit. Door die grotere inkoelcapaciteit in combinatie met de vlotte inkoeling dit jaar moet je extra opletten voor vorstschade. Als de frigo ingesteld blijft zoals voordien, kunnen de wortels te snel inkoelen. Ook hier is de boodschap: meten is weten. Voor een goede bewaring is het ook belangrijk het uitdrogen van de wortels te beperken. Dit kan door de wortels regelmatig te bevochtigen of door ze te bewaren in meer gesloten containers voorzien van plastic diepvrieszakken. Door het inhoezen wordt de inkoelsnelheid vertraagd. Kisten van 1 m³ houden het minste risico in. Kisten van 1,5 m³ kunnen ook, maar bij kisten van 2 m³ loopt de inkoeling dan zo traag dat het af te raden is deze in te hoezen. Bij volledige afsluiting wordt in de zak bovendien een klimaat gecreëerd met een te hoge CO2-concentratie, met verstikking van de witloofwortels tot gevolg. Een matige CO2-verhoging is wel positief voor de opbrengst en de sortering. Daarom worden de zakken best geperforeerd en de onderste hoeken afgesneden zodat ook het dooivocht kan weglopen. ■
| 38 |
Proeftuinnieuws 1-2 | 4 januari 2013
De teelt van witloof vereist een eerder stikstofarme bodem. Indien de stikstofvoorraad in de bodemlaag 0-90 cm te hoog is, wordt de afrijping van de witloofwortels verhinderd. Daarom is het van belang de stikstofvoorraad in de bodem te kennen op de drie niveaus, vóór je met de teelt van witloof start op een perceel. Hiertoe is het noodzakelijk een stikstofanalyse uit te voeren. Op basis van de resultaten van deze analyse kan worden bepaald of het perceel al dan niet geschikt is voor de teelt van witloof. Je kan dan op een verantwoorde manier bemesten en een geschikt ras kiezen in functie van de voorraad in de bodem en de behoefte van de plant. De geschiktheid van een perceel voor het telen van witloofwortels wordt in belangrijke mate beïnvloed door zijn voorgeschiedenis. Zo moet je onder meer rekening houden met de voorteelt aangezien deze niet alleen een invloed kan hebben op de stikstofnalevering, maar ook op de ziektedruk. Gebeurt de voorteelt niet in eigen beheer, dan is het nuttig om je te informeren over de toegediende bemesting en de grootte-orde van de opbrengst op het perceel. Om een idee te hebben van de geschiktheid van de gronden voor de witloofwortelteelt 2013 raden we je aan om in de periode januari - maart een stikstofgrondstaal te laten nemen, eventueel in combinatie met een standaardgrondontleding. Op basis van de voorgeschiedenis van het perceel en de bodemanalyse wordt een geschiktheidsindex en bemestingsadvies berekend voor de teelt van witloofwortels. Bij interesse graag een seintje naar de dienst voorlichting Witloof van Inagro. ■
Rassenkeuze
Op demonstratiemomenten kunnen verschillende rassen worden vergeleken.
Bij het begin van het nieuwe teeltseizoen is het belangrijk om even stil te staan bij de rassenkeuze van het witloof. Dit kan onder meer door ervaringen uit te wisselen met collega-telers, zoals op demonstratiemomenten van rassenproeven, studieavonden en beurzen. Binnenkort zal ook de nieuwe rassenlijst witloofhybriden 2013 beschikbaar zijn. Wees hierbij wel indachtig dat de groeiplaats van de wortels een belangrijke invloed kan hebben op de uiteindelijke kropopbrengst en -kwaliteit.
T. De Marez, C. Vanderschelden & K. Vermeulen Inagro, Rumbeke-Beitem
Agenda Vakgroepwerking & kringen
proeftuinwerking
Antwerpen
Studiedag 'Gecontroleerd telen op basis van plantgedrag en energieverbruik'
Infovergadering MAP4 MAP4 is alweer halverwege. Hoog tijd voor een tussentijdse update! Vanaf begin 2013 zullen er een aantal wijzigingen worden doorgevoerd in de MAP-regelgeving voor de tuinbouw. Het uitvoeringsbesluit groenteadvisering legt een aantal nieuwe verplichtingen op. Deze zullen vooral voor de openluchttuinders gevolgen hebben omdat een bemestingsverbod wordt ingevoerd voor groenten uit groep I en II. Bemesting zal enkel onder voorwaarden mogelijk blijven door verplichte staalnames en een verplicht bemestingsadvies. Het Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting (CVBB) heeft ondertussen ook bijna een eerste werkjaar achter de rug. De drie betrokken praktijkcentra in de provincie Antwerpen werken samen om het aantal rode MAP-meetpunten terug te dringen. Hiertoe worden deze rode meetpunten en bijkomende meetpunten stroomopwaarts ervan intensief opgevolgd en wordt gezocht naar de oorzaken van de overschrijdingen. Als tweede opdracht volgt het CVBB ook referentiepercelen op die geregeld worden bemonsterd op nitraatresidu en die meer informatie zouden moeten verschaffen over de onvoorspelbare invloed van het klimaat. Tot slot biedt het CVBB ook individuele bedrijfsbegeleiding aan. Ondertussen worden ook de resultaten van de nitraatresiducampagne 2012 stilaan duidelijk. Om alle tuinders de kans te geven op de hoogte te blijven van deze actualiteiten omtrent MAP4 organiseren de Provinciale Vakgroep Openlucht Groenten Antwerpen van Boerenbond, het Proefstation voor de Groenteteelt (Sint-Katelijne-Waver), het Proefcentrum Hoogstraten, het Landbouwcentrum voor Voedergewassen (Geel), het CVBB en ADLO een algemene infovergadering op dinsdag 5 februari 2013 om 20.00 uur op het Proefstation voor de Groenteteelt in SINT-KATELIJNE-WAVER. Alle tuinders van de provincie Antwerpen ontvangen nog een persoonlijke uitnodiging met een concrete agenda. π
Om duurzaam groenten te telen, dienen we bewust om te gaan met het energieverbruik in de serre. Tegelijkertijd moet er ook oog zijn voor de opbrengst en de kwaliteit van het aangeboden product. Alleen op deze manier kan de rendabiliteit van de glasgroenteteelt in Vlaanderen worden gegarandeerd. Het SmartKas-project speelt hierop in door het aspect van energiebesparing door middel van geconditioneerd telen te integreren met optimalisatie van productie en vruchtkwaliteit door fytomonitoring. Dit alles wordt toegelicht door onderzoekers en ervaringsdeskundigen tijdens deze studiedag, die plaats vindt op donderdag 17 januari op het tomatenbedrijf Tomaline, Veldstraat 1A in 9120 BEVEREN.
Programma - 10.30 uur: Ontvangst - 11.00 uur: Bezoek geventileerde kas Pijl lv - 12.00 uur: Lunch - 13.00 uur: Aanvang studienamiddag • Verwelkoming, H. Marien (Thomas More Kempen) • Glastuinbouwprojecten in Vlaanderen, K. Holmstock (ADLO) • Glastuinbouwzone Melsele: Netwerk(en) loont!, M. Van Poucke (POM Oost-Vlaanderen) • Doelgericht klimaatregelen, A. de Koning (HortiMaX) • Het lezen van plant-taal met sensoren, K. Steppe (UGent) • Ervaringen met energiebesparende technieken, H. Jasperse (PRIVA) • Geventileerde kassen: energiebesparing in de praktijk, D. Pinxteren (PCH), L. Wittemans (PSKW) en M. Coomans (VITO) • De plant als energie-efficiënte werknemer, J. Hanssens (UGent) en H. Marien (Thomas More Kempen) • Slotwoord, J. Desmedt (VITO) - 16.45 uur: Receptie Deelname is gratis en kan door in te schrijven vóór 10 januari via info@ proefstation.be of tel. 015/30 00 60. π
andere Agriflanders Gent
Serre afbreken?
12-12-2012 11:28:20
Wij plaatsen containers en geven geld voor uw oud glas. Tel. 03-2391780
125991PN1014
Proeftuinnieuws1/8.indd 1
Van donderdag 10 t.e.m. zondag 13 januari 2013, telkens van 9.00 tot 18.00 uur, vindt in FLANDERS EXPO (Maaltekouter 1, 9051 Sint-DenijsWestrem) de 8ste editie van de Vlaamse landbouwbeurs Agriflanders plaats. De vorige edities kenden steeds een groot succes. Ruim 320 exposanten en 80.000 bezoekers maken van Agriflanders dé beurs van en voor de Vlaamse landbouw. Tijdens de beurs worden heel wat studiedagen en seminaries gegeven. De toegangsprijs bedraagt € 11, met verminderingskaart € 6 en voor kinderen tot 12 jaar is de beurs gratis. Meer info? www.agriflanders.be π
| 39 |