Weblog Pieter Visser, vrijwilliger bij Conquest for Life Johannesburg Arrivé! (30/08/09) Maandagochtend 06:00 uur, de wekker gaat! Ik heb er zin in om aan de slag te gaan! In een oude Ford Fiesta laveren we tussen de ochtendspits door naar het hoofdkantoor. Omdat deze gelegen is in de wijk Westbury (tik maar eens in op google maps), zijn we elke ochtend minstens een halfuur onderweg. Wat ik erg goed vind aan CFL is dat we elke ochtend gezamenlijk beginnen en de taken worden verdeeld, waarna iedereen uitvliegt naar zijn/haar project op een van de bijkantoren (lees: aanpgepaste huizen) of in de gevangenis, danwel op kantoor blijft. Maandag gelijk maar goed begonnen: ‘s ochtend ben ik met 2 andere stafleden naar 3 primary en/of secondary schools geweest (men heeft hier hetzelfde scholensysteem als in bijv. Amerika, inclusief de uniformen. Primary is van 6 - 13 jr. en Secondary is van 13 18 jr. , mits ze voortijdig niet met schoolgaan stoppen). Het programma van CFL wat we hier gedaan hebben is het Just for Kids programme. Hier vallen zo’n 40 scholen uit verschillende wijken en townships binnen. Het is gericht op life skills als discipline, waarde van familie, oppikken van kansen etc. Bekijk het echter wel speels, dus als een oefening of spelletje waarbij het thema wordt aangehaald als de oefening fout gaat (foutscore na 1 week: 100%). Erg leuk, erg vermoeiend. Om geen gras te laten groeien over mijn kennismaking met Johannesburg, zijn we ‘s middags naar Soweto gegaan, de grootste sloppenwijk van Afrika. Hier wonen ca. 1 mio. mensen (plus nog ettele tienduizenden ongeregistreerde inwoners uit met name omringende landen als Zimbabwe). De criminaliteit is hier jaren aan de orde van de dag geweest, maar je kunt zien dat deze wijk zich gestabiliseerd heeft. Althans, dit is mijn indruk na een week. Het blijft echter wel een (groot) stuk van Jo’burg met stoffige wegen, overwegend brakke huizen en sloppen, overal straatverkoop en een werkloosheidspercentage die de omvang van een gemiddelde Afrikaanse vrouw ver overschrijdt. Op dit kantoor is (net als op de meeste andere lokaties van CFL) ‘s middags altijd het aftercare en het diversion programme. De aftercare is een opvang na schooltijd van kinderen van de primary school. De ene keer komen 4 kinderen, de andere keer 15. Allemaal moeten ze eerst hun huiswerk maken, waar wij ze in begeleiden. Het contact met de kinderen maken is niet zo moeilijk, dit kan vaak wel met wat gekdoenerij, handen-en-voetenwerk en natuurlijk in het Engels of zelfs wel in het Afrikaans. Het begint lastig te worden bij de kleintjes van een jaar of 5, die soms alleen nog maar Zoeloe of Tswana (2 van de 11(!) officiele talen in ZA) spreken. Dat tonggeklik is echt mondbrekend voor een Fries, dus ik zal me nog eens moeten buigen over hoe we die taalbarriere gaan overbruggen. Na het huiswerk of als de kinderen geen huiswerk hebben, maken ze tekeningen, doen ze reken- of taalspelletjes, maken wij raadsels met ze of kan er gedanst worden. Het diversion programme richt zich op de kinderen van de secondary school en kent dus een meer volwassen aanpak. Hier wordt echt gesproken over de belangrijke dingen in een leven en wordt geprobeert een verdere bewustwording te kweken over de toekomst. Ik hoop hier in de komende weken meer mee te kunnen doen. Maar goed, waar waren we, pas tot de maandagavond volgens mij. Dinsdagochtend ben ik met 2 andere stafleden naar Orange Farm geweest, dit is een stad c.q. wijk ten Zuiden van Johannesburg en is gelijk ook een stuk landelijker. D.w.z. nog relatief veel onverharde wegen, kippen op de weg en vrouwen met bagage op hun hoofd. Toch was het erg interessant en leuk om hier te werken. ‘ s Ochtends was het nog wat rustig, dus toen hebben we het klaslokaal(tje) opgeruimd (resultaat: een halve emmer stof/zand). Ook had ik rustig de tijd om met mijn ‘collega’s’ wat meer over Afrika te praten en vragen te stellen over dingen die hier normaal zijn. Inmiddels is mijn ZA kennis over het proces van criminaliteit, besnijdenissen en huwelijk(schatt)en weer een stukje breder geworden. Omdat Orange Farm op een uur rijden van het hoofdkantoor ligt en we daarna nog moesten eten (wat wel erg fijn was omdat het een verjaardagsmaal was vanwege Glen zijn verjaardag) en daarna nog weer naar het huis in Roodepoort moesten, viel ik in slaap bij het aanraken van mijn kussen..
1
Woensdag. Dag 5 alweer in Johannesburg. Na de meeting op het kantoor en wij opweg waren naar een school voor het JFK programma kwamen we een vrouw tegen die roerloos langs de weg lag. Ik gelijk teruggrijpen op mij veiligheidstraining en vragen aan mijn CFLbuddies voor die dag of het niet een valsstrik is van een aantal mensen om onze bus (CFL heeft ook een groter 12 persoon busje) te overvallen. Dit was volgens hun niet zo, wat achteraf ook bleek. De vrouw zei een epilepsie-aanval gehad te hebben, maar stond vervolgens wel vrij vlot op om gelijk ook aan te geven dat ze thuis kinderen had en zelf ook nog geen eten had gehad. En na een paar dextrootjes die ik nog van mijn moeder had meegekregen en 20 rand (kleine 2 euro)die ze van een van de stafleden kreeg, was ze toch alweer redelijk in beweging gekomen… Leerzaam gevalletje dus..
2
Hollen & stilstaan (07/09/09) Ondanks alles wat ik nu al geschreven heb, was deze week ook weer een hele leuke. Ik leer de ‘collega’s’ steeds beter kennen en zelfs de kinderen herkennen mij op straat, wat heel misschien ook wel een beetje met die aparte kleur van mij te maken heeft (trouwens, ik heb nu ook al een aantal albino’s gezien, maar als je het over ‘apart’ wilt hebben…). Op de aftercare vloog deze week een meisje mij om de hals toen ze begin van de middag weer binnenkwam, dat maakte de aanwezigheid van mijn griep voor de rest van de dag goed. De (kleinere) kinderen schijnen de blonde haren op mijn armen en de stekeltjes op mijn hoofd op de een of andere manier nogal interessant te vinden. Ook heb ik het idee dat de (oudere) kinderen het tijdens de Just for Kids-activiteiten op de scholen wel leuk vinden, al ben ik wel streng vind ik zelf (één waarschuwing en daarna nokken). Qua activiteiten heb ik het idee dat we er nog wel meer uit kunnen halen, maar niks overhaast. Komt tijd, komt raad. Ook merk ik dat mijn huisgenoot, ondanks dat ik wel wat aan hem moest wennen, een goede gesprekspartner is. Hij is Zuid Afrikaans (Zoeloe) en ook vrijwilliger bij CFL en verder ook gewoon modern en heeft ook al een aantal internationale reizen gemaakt, wat gespreksstof biedt. Woensdag dus gewoon lekker zitten praten. Donderdag was een hele ‘gekleurde’ dag. Tijdens de JFK (Just for Kids) eerst een blankenschool bezocht, toen een school voor kinderen met een verstandelijke beperking (lekker gevoetbald) en daarna een echte sloppenwijk-school met lekker maffe leraressen die mij voor ik wegga het Zoeloe bijgebracht willen hebben Het is overigens nog wel duidelijk te zien dat er een soort van verschil is tussen de verschillende kleuren. Ik sta er hier absoluut ‘blanco’ in, maar een blankenschool is doorgaans toch wat beter georganiseerd, heeft meer faciliteiten en is netter dan een zwarte- of gekleurde school waar de kinderen net wat losbandiger zijn, en de gebouwen (soms stukken) slechter. (blank, zwart, gekleurd klinkt misschien wat bot, maar zo is het hoe de Afrikanen het hier zelf noemen.) Gisteren ben ik voor het eerst in Johannesburg-stad geweest omdat ik samen met Joshua (ook staflid en zoon van Glen, 18 jaar en binnenkort vader) een hele papierwinkel naar het Department of Social Services moest brengen. Wij met nog 15 anderen in een 11 persoonsbusje richting de stad: wat overweldigend zeg. Het is gewoon of je in London rondloopt. Oké, het is het allemaal net niet door de vele oude auto’s en armen die er ook rondlopen, maar de glazen kantorencomplexen en dure auto’s domineren toch. Zó apart. Mijn motivatie omtrent het ontwikkelingswerk stokte op dat moment ook even in een lagere versnelling. Op de terugweg heb ik dit daarom maar even op een rijtje proberen te zetten: Johannesburg is het zakelijke hart van Zuidelijk Afrika, een enorm grote stad, ook veel internationale invloeden, veel ‘nieuwe’ rijken (dit zijn m.n. de blacks/coloreds, waarvan de rijken niet veel geld delen. De meeste subsidiestromen van CFL komt bijv. ook nog steeds bij de blanken vandaan. Als je het hebt over sociale gelijkheid, geldt grofweg (ik wil niet generaliseren) weer het tegenovergestelde), etc. Het bezoekje aan het kantoor van Sociale Zaken kan ik gelukkig korter samenvatten dan de duur van het bezoek: bureaucratisch. En toen was het alweer zaterdag, de 3e alweer in Jo’burg. Ik wilde vanochtend gewoon even lekker aan dit weblog werken, maar er was vannacht ingebroken op de terrein waar de kampeerboerderij staat, op ongeveer drie kwartier rijden van de stad. Dus ik samen met Joshua daar heen. Er bleek geen stroom meer te zijn omdat van een aangrenzende elektriciteitspaal de koperen leiding gestolen was. Omdat dit in een mooie uitgestrekte, maar afgelegen omgeving ligt, vind er helaas wel vaker vandalisme plaats. David, de (erg verlegen) branchmanager van de campsite (hij woont moedertjeziel alleen naast de kampeerboerderij) vertelde dat in april van dit jaar hij op een namiddag in de boerderij overvallen werd en hij en zijn toen toevallige bezoeker aan handen en voeten werden vastgebonden terwijl er een pistool op hun gericht was. De buit was ‘slechts’ een televisie en wat andere elektronica. Toch deed hij er niet heel erg moeilijk over; op zo’n manier van dat het er allemaal bij hoort… De rit van en naar deze plek was trouwens wel erg fijn. Even de stad uit geweest en gelijk in (het begin van) de Afrikaanse natuur geweest. Ook even flink
3
aan het fotoknippen geweest. Best lekker, even als Jan de Toerist uit het raampje hangen met je camera. Tenslotte nog een beetje economie (kwam ineens nog bovendrijven). Ook de economische recessie is de merken in Afrika, waarvan ik binnen CFL natuurlijk het meeste merk. Er komen gewoon minder gelden binnen van NGO’s (Non Governmental Organizations), ontwikkelingshulporganisaties, bedrijven en particulieren. Daarom staan bepaalde programma’s ook even on hold (o.a. jonge moeders-project), maar wordt er ook erg zuinig met middelen als kopieerpapier, koffie en benzine omgegaan. Daarentegen liggen er wel plannen om voor het hoofdkantoor een andere (grotere en meer multifunctionele) accommodatie aan te kopen. Het worden dus nog spannende tijden.
4
Afrikaanse Taferelen (14/09/09) De gevangenis was even wennen, niet in de laatste plaats omdat ik wederom (in het zwembad ook al) weer de enige was met een blanke snuit. Ook van de kant van de gevangenen wordt er wel even gekeken, maar niet op een bedreigende manier. Bij vertrek had ik zelfs nog even een gesprek met een 16-jarige jongen (het was het deel waar de jeugd zat) die nu 2½ jaar had gezeten en volgende maand vrij komt en je merkt dat het erg fijn gevonden wordt dat er iemand is die hun serieus neemt en met hen praten wil. Aan de andere kant heb ik nu ook al gezien dat ik zelf wel enige afstand wil houden en ook dat ik alert moet zijn op gunsten die gevraagd gaan worden. Maar goed, de activiteit was geslaagd, alleen erg warm (op binnenplaats van de gevangenis). Het clubje van ca. 12 jongens moesten een oefening doen waarbij ze gearmd in een cirkel over een lijn op 1 m hoogte moesten zien te komen zonder deze aan te raken. Leerpunten hierbij waren samenwerking en leiderschap. Achteraf is het leuk om te zien dat een paar toch erg enthousiast van zoiets raken, terwijl een ander het niet echt snapte en stil blijft. ’s Middags had ik weer een heel ander publiek, namelijk de jonge kinderen tijdens de aftercare. Ik had een opdracht voorbereid waarbij de kinderen een blad kregen met daarop afbeeldingen van verschillende kerken op de wereld en een leeg blad waarop ze hun eigen kerk konden produceren. Daarnaast had ik nog een wereldkaart van internet uitgeprint waarmee we na de kleursessie de landen van de verschillende kerken opzochten. Echter bleek de topografische kennis van de kinderen (6 – 12 jr.) nog niet veel verder dan Zuid Afrika te strekken. Dat, terwijl iedereen toch elke keer weer zijn hand opstak (ja, deze kids hou ik nog wel redelijk onder controle) met daarbij een antwoord die vaak 8.000 km of verder aan het juiste antwoord voorbij ging. Nederland als onderwerp dus nog maar even in de wacht zetten. Dinsdag ben ik op het kantoor in Westbury geweest, wat een ‘vrij normale’ werkdag was. ’s Ochtends naar een school voor de JFK en ’s middags de aftercare. Volgende week is hier vakantie (met o.a. erfenisdag, is een landelijke feestdag, moet alleen nog even uitvinden waar het precies om draait) en gaan wij een paar dagen met de kinderen van de aftercare van alle kantoren naar de boerderij in Vereeniging. Glen heeft gevraagd of ik het programma wilde maken, dus daar moet ik komende week nog even flink mee aan de slag. Daarnaast heb ik komende week ook een soort training wat gebruikt kan worden voor het VOC-programma (Victim-Offerder-Counselling, ofwel bemiddeling tussen slachtoffer en geweldpleger). Weer genoeg te doen dus! Morgen ga ik weer naar de gevangenis, dus het is wederom een avondje vroeg naar bed!
5
Vliegende weken (21/09/09) Pieter gaat op training voor conflictbemiddeling; conflict in de zin van huiselijk geweld, openbaar geweld of ander oneffenheden in de samenleving die zich op het randje van de deurdrempel van het huis van vrouwe Justitia bewegen. Want daar gaat het bij deze vorm van ‘gedragherstellende’ programma’s om. Er wordt gekeken naar alternatieven voor het domweg berechten en opsluiten. Randvoorwaarde is wel dat het een delict moet zijn waarbij er nog enige speling op de rechterlijke uitspraak zit (een man die zijn vrouw vermoord heeft, kan niet in aanmerking komen). Het wordt ‘restorative justice’ genoemd en de programma’s zijn de eerdergenoemde VOC (Victim Offender Conferencing) en FGC (Family Group Conferencing). Deze laatste is feitelijk een gewone VOC, maar omdat huiselijk geweld hier nog zo vaak voorkomt (uiteraard zie ik daar van buiten af niks van), is er een specialisatie in het leven geroepen. In het kort worden alle betrokkenen (man, vrouw, vrienden, politie, buurvrouw, etc) uit een geweldssituatie betrokken om de zaak te bespreken. Het gaat er niet om wie gelijk heeft en wie niet en ook niet zo zeer om spijtbetuiging, maar om verantwoordelijkheden die de betrokkenen moeten nemen. Als ‘facilitator’ hiervan is het zaak om het proces tijdens de sessie(s) te sturen, een bijzonder moeilijk karweitje. Donderdag, op de laatste dag van de training hebben we dit met een rollenspel geoefend en ik zou graag een voorbeeld geven, maar het kent zoveel aspecten en nuances, waardoor ik dat maar even voorbij laat gaan. Mijn collega-Afrikanen leken zich in de eerste instantie moeilijk over te kunnen geven aan een rol, maar als het spel eenmaal draait en alle bro’s, howzit’s en oude vrouwtjes nagedaan worden, is het een levendig en spontaan geheel. Echt lachen! Ik merk dat ik de training van afgelopen week erg boeiend vond en hier (in ieder geval in Afrika) wat mee wil doen. Toch loopt de man met de hamer ook in Jo’burg rond, waardoor mijn hoge energieniveau ook wel wat getemperd wordt. Zeker nadat ik vrijdag weer om 05h00 uit de veren moest om dit keer naar de gevangenis in Leeuhof (in Vereeniging) te gaan. Ten opzichte van Leeukop is deze gevangenis grauwer, maar zijn de boeven (of eigenlijk soms nog boefjes) over het algemeen een stukje gemotiveerder. Het thema – net als maandag overigens – was alcohol en drugs misbruik. Aan geen van allen hoefden we een verdere toelichting te geven over wat dit was en konden we los gaan met enkele eyeopeners en discussiestukken. Het gaat er om dat wij niet komen te vertellen wat fout is, maar dat ze zelf gaan nadenken. De reacties zijn enerzijds positief, maar anderzijds vind ik ze zo nu en dan nog te sociaal wenselijk. Oftewel, ik heb niet het idee dat ze die dingen ook echt zullen laten als ze eenmaal weer aan de andere kant van de dikke muren staan. Wat me nu trouwens ineens weer te binnen schiet is het binnenplein op maandagochtend van Leeukop. De vorige keer dat ik daar was, werd iedereen ‘gelucht’, maar omdat er zondag net vechterij was geweest, was iedereen opgesloten. Van het beeld van al die gevangenen die met hun handen door de tralies toekeken, schrok ik wel. Gekomen met de taxi, terug met de trein, dit keer richting Soweto. Dit is Afrika’s grootste township en je moet Soweto zien als een aparte wijk van Johannesburg met nog eens 2,3 mio. inwoners (naast die 5,7). Al staan er ook best mooie en grote huizen in Soweto en zag ik er vrijdag ook de nieuwe Audi A4 cabriolet, ik zag ook de kilometers lange rijen sloppen. Veel van de mensen die hier in wonen, wachten op een huisje van de overheid (zie ook fotoserie vorige weblog), maar dit is een zeer omvangrijk project en kost veel tijd. Het gebeurt waarschijnlijk niet meer, maar als iemand mij zou vragen naar de hoogtepunten van afgelopen vrijdagmiddag, dan zou ik zeggen: “de kip en de huiswerkbegeleiding”. Oei, oei, oei, wat kun je toch lekkere kip halen bij die omgebouwde zeecontainers in Soweto. Kosten: een derde van NL prijzen. Smaakt daarom nóg beter! Met volle maag weer aan de slag met de aftercare. Er was echter maar één meisje. Ze had wel huiswerk mee, dus hadden we alle ruimte om daar eens naar te kijken. Ze (Ruth) zat in de 3rd grade (= 8 jaar) en had volgens mij toch wel pittig huiswerk (zoals 30 ÷ 7), waar ze zelf ook niet echt uitkwam. Daarom eerst maar een verhaaltje verteld. Een keizer gaf eens een heel leuk
6
feestje, er waren wel 30 taarten, en eigenlijk maar 7 mensen. Toch wilde de keizer dat iedereen evenveel taart kreeg, dus hoeveel taarten zou iedereen krijgen? Vervolgens 30 taarten uittekenen en telkens groepjes van 7 taarten maken. Uiteindelijk was het optellen van als die groepjes en het verdelen van die resterende 2 taarten niet zo moeilijk meer en de overige 9 opgaven zijn op eigen houtje gemaakt. Wat een kick! In de loop van de middag stroomden de andere kinderen ook binnen en om half 5 stuurde ik na de nodige rondjes woordenpuzzel weer 14 kinderen naar huis.
7
Over cultuur & vergissingen (06/10/09) Het kamp zelf overigens was keigaaf. Er waren uiteindelijk 13 kids van de aftercare mee en 2 stafleden, bestaande uit Otteley voor al het keukengeweld en ondergetekende voor al het spelletjesgeweld. Dit betekende ’s ochtends om 7 uur eraf en ochtendgymnastiek en de rest van de ochtend na het ontbijt vaak spelletjes in themavorm (zeskamp, Olympische spelen, etc), wat overigens bijzonder dicht bij het scoutingidee ligt, wat ik in NL deed (de kenners onder jullie weten wel wat ik bedoel). ’s Middags was de tijd dan vaak voor het zwembad gereserveerd. Dit verdient overigens wel een kleine toelichting, want ik zie de tekstballonnen al boven je hoofd: “die jongen deed toch een ontwikkelingshulpproject?” Het zwembad was een betonnen kuip boven de grond zoals je die ook wel bij de boven de grond bij de boeren in NL op het erf ziet. Toch moet ik wel zeggen dat ik deze week wel een aantal keren mezelf afgevraagd heb wat voor project dit nou precies is. De kinderen lopen er behoorlijk goed gekleed bij en als de thee niet naar wens was, werd dat ongezouten duidelijk gemaakt. Ook hadden we een snoepkraampje in de boerderij waar de kids met geld van thuis lollies etc konden kopen. Begrijp me niet verkeerd, ik gun het ze van harte, maar ik vroeg me af waar het stukje ‘hulp’ zat in deze. Uiteindelijk is het allemaal wel verklaarbaar. Zuid Afrikanen proberen zich over het algemeen zo goed mogelijk te kleden met de kleren die ze hebben (in tegenstelling tot mezelf, die gewoon elke dag uit bed in dezelfde korte broek met sandalen stapte). Ook is het de normaalste zaak van de wereld hier om onderweg op straat bij een van de ontelbare straatkraampjes een zakje popcorn of snoepjes te kopen voor een paar centen. Voor maaltijden geldt hetzelfde principe als de kleding. De hulp zit ‘m in het van de straat houden van deze kids en ze tijdens het kamp een ervaring van leuke activiteiten en lekker eten te bieden die ze thuis niet hebben. Eigenlijk kan wat mijn cultuurschok betreft deze situatie wel een stuk breder getrokken worden. Ik schreef al eerder dat ik het meeste moeite heb met de armoede en de rijkdom die hier door elkaar heen leeft. Zelf kostte het me ook veel energie om toch wat meer in het deel van de ontwikkelingshulp te blijven. Dit varieerde van bezoeken en gesprekken met de locals zelf tot het weigeren te kopen van een pak melk wat een westerse prijs heeft. Toch ben ik er nu achter gekomen dat je niet aan de moderne, dure en materialistische samenleving hier ontkomt. Het was ongeveer maandagochtend half 11 toen dit lampje aanging. Inmiddels heb ik me er maar wat bij neergelegd en accepteer ik dat ik zo nu en dan maar gewoon met de Westerse flow mee moet gaan. Het was in ieder geval ook wel weer een opluchting. Tot zover mijn cultuurschok ontleed. Terug naar het kamp! ’s Middags de kids dus zwemmen, maar ik ging vaak even horizontaal liggen omdat het niet meevalt in je eentje 9 meiden en 4 kereltjes de hele dag bezig te houden. Ze lijken lief, maar het zijn echte slopers! Op een middag zijn we ook even een stuk de omgeving ingewandeld, toen David (de vrij eenzame beheerder van de boerderij, waarmee ik overigens veel interessante gesprekken (deels in het Afrikaans) mee heb gehad over zijn way of life) op het idee kwam naar een struisvogelboerderij te gaan. Zo gezegd zo gedaan. Kinderen blij, wij blij. Zij moe, wij moe. Lelijke beesten overigens, met die aparte snuit en a- motorieke loop. Zondag was de vijfde dag van het kamp. De dag waarop ze eindelijk wat makkelijker snel stil waren en de dag waarop we na een zondagsschool van dominee Visser en de evaluatie (ze vonden nota bene dat ik teveel activiteiten met ze heb gedaan!) alweer vertrokken richting Johannesburg; we zaten die week in Vereeniging op 45 km ten Zuiden van Johannesburg. Zondagsmiddag na thuiskomst nog maar even mijn hardloopschoenen aangetrokken om mijn hoofd even te legen voordat de werkweek weer begon; al lieten mijn bovenbenen maandag flink weten dat ze het niet eens zijn geweest met het heuvellandschap in Roodepoort… Afgelopen week was het vakantie, althans voor het onderwijs. Voor ons betekende het overigens ook een rustige week, want: geen schoolbezoeken voor het Just for Kids programma en geen aftercare. Maandag en dinsdag dus kantoordag. Ik ben bezig geweest om les- c.q. speelmateriaal van de verschillende locaties te bundelen in één map waarin iedereen activiteiten uit kan putten. Voor jullie idee, dit is grofweg van maandag tot en met vrijdag resp. computerles, arts & culture, mathematics & science, life skills / reading & writing
8
en tenslotte socializing. Nu ik dit zo opschrijf, valt me trouwens alweer op dat ik al een beetje aan het ver-engelsen ben. Overdag praat ik de hele dag Engels en maak notities in het Engels, maar ik merk ook dat ik ’s avonds gewoon nog steeds denk in het Engels. Alleen als ús mem belt, gaat de knop weer om Zo rustig als maandag en dinsdag verliepen, zo rustig leken de dagen er na ook te worden. Maar alweer had ik het mis. Laat je nooit foppen door de Afrikaanse zoete inval. Allereerst heb ik de afgelopen dagen flink aan mijn rechtsgestuurde rijvaardigheid gewerkt door elke dag op en neer te rijden van en naar Orange Farm. Joshua, die elke dag mee ging, werd een beetje zenuwachtig van al die politiecontroles op de wegen rond Johannesburg. Niet in de laatste plaats omdat hij geen rijbewijs heeft. Op een paar hartkloppingen na (die taxibestuurders hier spelen met het verkeer!), hebben we zonder schade elke dag de 90 km weten te doen. Op het kantoor heb ik samen met Joshua een paar diversion-programma’s gedaan (soort persoonlijk ontwikkelingsprogramma voor jeugd van ca. 15 – 25 jaar die door óf familie óf justitie verwezen is). Het thema deze week was angermanagement & decisionmaking. Omdat het niveau op zich goed te doen is bij deze jongeren, zit de uitdaging hem het meest in het inzicht geven in de boodschap en het zelf kunnen toepassen door het individu. Ik zie op de scholen bijvoorbeeld ook dat er veel gestampt wordt, maar dat inzichten en het kunnen toepassen daardoor minder ontwikkeld is (in ZA wordt nota bene het OBE – Outcome Based Education toegepast; een methode waar het initiatief vooral bij de leerling zelf ligt en in landen als Groot Brittannië al mislukt is). En ook bij de diversion-jongeren wil ik proberen te voorkomen dat ze een simulatie van een conflict met precies dezelfde woorden als ik net heb uitgelegd, spelen.
9
De pro’s & de contra’s uit de afgelopen 3 weken (26/10/09) De vorige keer was ik vol enthousiasme net naar de kerk geweest. Een goede oplader voor die week, want ‘mijn’ programma’s begonnen met het starten van de scholen ook weer (het was die week daarvoor vakantie geweest, met kamp etc, weet je nog?). De afgelopen weken heb ik mij echt kunnen richten op de scholenbezoeken (Just for Kids) en aftercare, op het kantoor in Westbury. En dat is lekker, want zo begin je langzamerhand een band op te bouwen met de schoolklassen, de leraren, de kinderen op de aftercare, maar ook met de kapper en de dame van het winkeltje naast het kantoor bestaat inmiddels een wederzijdse (h)erkenning op straat. Ik voel me dan ook steeds beter op mijn gemak in de townships (pro’s). Alleen Johannesburg stad wordt ik nog steeds een beetje zenuwachtig van, maar dat komt wellicht ook omdat ik er nog niet echt vaak geweest ben. Wat de kids betreft was vooral de laatste week een geslaagde week. Het thema voor de scholen was ‘creating a non-violent behaviour for yourself’. Voor de oerhollanders: de kinderen werden aan het nadenken gezet over gewelddadig gedrag in hun eigen omgeving (bijvoorbeeld pesten op school) en wat ze binnen hun eigen cirkel van invloed hier aan kunnen doen. Vaak na de inleiding en het peilen van het niveau deed ik het ‘I love you’-spel als ijsbreker. Het is simpel: in een cirkel staat één iemand in het midden die tegen een klasgenoot zegt: “I love you, baby”, waarop de ander zonder te lachen moet antwoorden “I love you too baby, but I just can’t give you a smile”. Lacht het kind wel, dan is het zijn/haar beurt. Een spel wat tot veel hilariteit leidde, maar ook erg doeltreffend is. Het zegt namelijk iets over hoe goed je in staat bent je eigen gevoel te beheersen. In dit voorbeeld gaat het om een plezierig iets, maar het geldt natuurlijk ook als je kwaad bent en je wellicht een gewelddadige situatie aan het veroorzaken bent. Daarna vaak nog één of twee activiteiten, zoals reactiespelletjes of African Lions (soort tikkertje, maar dan optillen i.p.v. tikken; slaat erg aan bij de jeugd hier!). En na drie kwartier dan weer snel door naar de volgende school. Het is namelijk altijd weer een beetje race tegen de klok. Op een gegeven moment hadden we - Nozipho (vrijwillige, afgestudeerde, sociaal werker) en ik een dag de auto mee, maar toen ik er die middag achter kwam dat de auto’s bij CFL niet verzekerd zijn vanwege de geldproblemen, heb ik bij Glen (directeur) aangegeven dat ik die verantwoordelijkheid niet kán en wil nemen. Nu splitsen Nozipho en ik op de drukke dagen en doe ik 3 scholen alleen, wat erg druk kan zijn. De ene school is de ander niet en op de scholen waarop de kinderen het ergst zijn, zijn de leraren dat vaak ook. Zo kwam ik woensdag alleen op een school gelegen naast sloppen (geen vooroordelen, maar zo is het gewoon), en de leraar was zo blij dat ik er was, dat hij gelijk zijn collega ook maar een tweede klas naar mij liet sturen. De leraren, waren natuurlijk daarna 3 kwartier niet te vinden. Over het algemeen lukt het aardig de controle erin te houden, maar met 60 elfjarigen, is het lastig orde houden én het thema te behandelen. Ik doe dan maar gewoon een groepsspel en stel mijn doel voor die school voor dat moment even flink naar beneden bij, niet in de laatste plaats omdat er ook nog wat energie over moet blijven voor de aftercare in de middag. Deze groep van 20 gehaaide en blèrende geluidinstallaties proberen ook steeds weer de grens van ‘Sir’ of ‘Mister Pieter’ op te zoeken. Al met al dus weinig rust nu ik een wat vaster takenpakket heb (contra’s). Aan het einde van de middag laat ik dan ook altijd de zwaartekracht even volledig zijn gang gaan als ik in mijn bureaustoel plof. Echter, dan moet ik nog wel altijd even snel een rapportje over de dingen van die dag in elkaar zetten: iets waar ik eerst het nut niet echt van zag, maar wat in een organisatie waarin veel vrijwilligers werken wel nodig is. Voor jezelf is het overigens ook wel weer een goede reflectie en je kunt weer even trots zijn op wat je allemaal hebt gedaan, want dat vergeet je op drukke dagen wel eens. Ik zie ook dat ik veel plezier heb in het pedagogische veld, maar of dit (zeker gezien de korte tijdsspanne tot zover) nog een vervolg gaat krijgen, laat ik nog lekker helemaal open…
10
Korte update! (09/11/09) Ik ben dit verhaal maar begonnen met een titel die ervoor moet zorgen dat de lengte van woorden te overzien blijft (Ik heb weer een paar leuke nieuwtjes. Met de Just for Kids gaat het steeds lekkerder. Zoals ik in mijn vorige belevenissenverslag al schreef, beginnen de kinderen mij en ik hun steeds beter te kennen (anderzijds heb ik wel regelmatig dat ik echt niet weet wie mij nu weer groet op straat, omdat ik elke week wel zo’n 400 kids tref. Dan maar gewoon ‘Haaai, how are you’ terugroepen). Ik ben er achter gekomen dat het goed geweest is dat ik in de eerste weken niet te soepel en te vriendelijk met de kids tijdens de programma’s ben geweest. Daardoor zijn ze nu redelijk in toom te houden en kan ik nu wat relaxter met ze om gaan. Ook zie ik dat ik vooral bij de jongere groepen, dus de grades 4 en lager (tot 10 jaar) soms de boel de boel even moet laten als ze niet in een cirkel gaan zitten voor een activiteit die ik met ze wil doen. Dan gewoon starten met degenen die wel willen en de rest volgt (redelijk gegarandeerd) in de komende 10 minuten daaropvolgend wel. Wat overigens ook even apart genoemd moet worden is de gehandicaptenschool die ik elke donderdag bezoek (check de foto’s). De lifeskills activiteiten die ik normaal doe, zijn hier niet echt aan de orde, maar het is wel erg interessant om met deze kinderen om te leren gaan. Het is echt per kind weer verschillend hoe je deze het beste kunt benaderen. Vaak probeer ik een spelletje te doen waarbij samenwerking centraal staat, zoals bijvoorbeeld een woord aan elkaar door fluisteren (laatst bijna een keer de hele cirkel van 12 kids rond zonder fouten!!). Maar ook dansspelletjes zijn ze niet vies van. Met of zonder rolstoel, alle Afrikanen zijn behoorlijk bewegelijk. Ook de kids van de Aftercare krijg ik steeds beter in de tang, mede doordat ik soms gewoon de boel de boel laat. Toch kan het er nog steeds erg veranderlijk aan toe gaan. Zo had ik bijvoorbeeld donderdag een week geleden een super strakke, gezellige en harmonieuze middag met ze. Leuke dingen gedaan, de omgang met elkaar was fijn en aan het einde deed iedereen keurig zijn schoonmaakklusje. De vrijdag echter begon het goed en ik probeerde een aantal nieuwe spelletjes, maar ineens besloten een paar kids dat ze niet meer gingen meedoen en al helemaal niet meer gingen luisteren. Toen ik een van hen vroeg naar hun vrij respectloze gedrag kreeg ik een grote mond en de boodschap dat ze direct naar huis ging (dat assertieve leren ze wel van hun oudere zussen of nichtjes). Daaropvolgend ging er nog een, en nog een, en nog een, om blijkbaar een standpunt te maken tegen ‘Sir Pieter’. Ik heb ze toen niet tegengehouden en iedereen naar huis gestuurd. Maar de volgende maandag kwamen de kleine raddraaiertjes allemaal keurig hun excuses aanbieden en was alles weer koek en ei. Soms moet de druk dus even wat opgevoerd worden om daarna weer door dezelfde deur verder te kunnen… Toch was het wel weer erg druk al met al. Vooral het lopen van school naar school en dan weer 3 kwartier volop gaan met de klassen, nekt me soms wat. Ook drukte, niet in de laatste plaats, vanwege mijn voorbereiding op 2 presentaties op ‘ons’ c.q. Conquest for Life’s Youth at Risk Camp. Achteraf bleek dit wel goede drukte te zijn geweest. Het Youth at Risk (jongeren in de knel) Camp wordt georganiseerd voor jongeren uit de minder goede wijken uit Johannesburg e.o. tussen de 16 en 25 jaar die óf niet meer naar school gaan óf geen werk hebben en dus overdag vaak op straat zijn; vaker wel dan niet met drugs en alcohol misbruik in aanraking komen; vaak al een of meerdere malen een relatie met vrouwe justitia hebben gehad; en vaak is het vertrouwen in henzelf ook redelijk weg geëbd. Dit kamp is in CFL’s boerderij in Vereeniging en duurt 3 weken. Op deze manier worden de jongeren echt even uit hun eigen ‘comfortzone’ weggehaald en kan een ieders bovenkamer weer even op standje ‘back to earth’ gezet worden. Het was woensdag en donderdag mijn beurt op ze bij te spijkeren over resp. assertive communication en substance abuse (drugs & alcohol). Woensdag heb ik geprobeerd ze vooral de verschillen tussen agressief, passief en assertief communiceren te laten zien, manieren van assertief communiceren laten zien (zoals duidelijkheid, openheid, specifiek, gevoel van begrip tonen, gevoel van begrip vragen, gevoel benoemen, feedback geven/krijgen, ‘nee’ durven zeggen, et cetera). Later hebben we dit
11
geoefend in een rollenspel over o.a. geld lenen aan een vriend, iets wat veel voorkomt in de praktijk hier. Met name het tonen van gevoelens en assertief praten met ouderen/je meerdere bleek erg wennen voor de groep van overwegend mannen. Dit heeft met name met cultuur te maken, al was mijn cursusmateriaal wel van Zuid Afrikaanse komaf. Omdat ik er 2 dagen was, bleek ik dus ook slapen. Een van mijn collega’s was vertrokken en er moest ook iemand bij de jongelui op de slaapzaal slapen om een oogje in het zeil te houden. En ondanks dat iedereen lekker gemotiveerd meedeed en vriendelijk tegen mij deed, was het ook wel lichtelijk spannend om tussen al die potentiële criminelen te liggen. Potentieel, want kamp of geen kamp, van sommigen kan ik nu helaas wel zien dat hun laatste justitiële proces nog niet geweest is. Ook was er de dag er voor een telefoon gestolen en een paar T-shirts (en ik had mijn telefoon en camera mee…) Enfin, de volgende dag (na een wel zeer stevige ochtendgymnastiek welke de heren zelf verzorgden) weer fris verder. Op mijn inleidende vraag wie wel eens dronken was geweest en wel eens drugs had gebruikt, kreeg ik een uniform ‘Yes’ te horen. Ook gebruiken een aantal alcohol en drugs op een ‘vrij regelmatige’ basis, vaak met de reactie dat ze morgen wel kunnen stoppen als ze dat zouden willen. Opvallend was echter dat ze maar weinig wisten over wat het nou echt met je lichaam (m.n. op lange termijn) deed. Dit dus per drugssoort met ze doorgenomen. Ook hebben we een groepsgesprek gehad over voorbeelden van gevolgen (naast lichamelijk: geestelijk, financieel, sociaal, carrière, spiritueel, familiair), waarbij de inbreng van voorbeelden ruim voldoende was. Tenslotte heb ik ze een brief laten schijven aan hun beste vriend of moeder, waarin ze schreven over hun persoonlijke trots en idealen en waarom drugs en alcohol hier niet bij passen (zie de foto’s voor enkele brieven). Beide sessies waren erg succesvol. Ik heb echt het idee dat ik hier wat heb kunnen doen. De jongeren waren erg gemotiveerd om wat te doen, de onderwerpen sprake hun duidelijk aan en zelf had ik ook schik in het presenteren aan deze groep. Al met al waren het dus twee erg leuke dagen, waarbij ik zelf ook weer heel wat bijgeleerd heb over het leven van deze jongeren de Zuid Afrikaanse cultuur. Wat je al niet kunt doen in 36 uur. De terugreis lekker geslapen in de auto. Daarmee houdt de afwisseling voor de afgelopen week nog niet helemaal op. Vandaag (zaterdag) hield de gehandicaptenschool waar ik eerder al over schreef haar jaarlijkse wandeltocht met een soort braderie erbij, waar wij voor gevraagd waren te helpen. Deze tocht – welke door de actieborden met ‘disability is not inability’ (‘een beperking is nog niet een onmogelijkheid’) – makkelijk verward zou kunnen worden met een protestmars, was 6 km lopen door de wijk en door een winkelstraat. Onze taak was om links en rechts van de stoet er wat voor te zorgen dat de leerlingen van de school ook ín deze bonte stoet bleven. Politie en al was geregeld en onderweg kwamen er ook steeds meer politiewagens bij voor escorte (blijkbaar was het de keuze tussen donuts of dit). Na de tijd was er een springkussen, een braaistand (BBQ), enkele dansoptredens door de kids zelf (check ook foto’s) en een loterij (waarvoor de enige Hollander in de tent de trekking moest doen).
12
Bericht vanuit de achtertuin (25/11/09) Genoeg over het weer, laten we het over andere en wellicht iets belangrijkere zaken hebben. Er zijn weer twee weken voorbij: respectievelijk één week van dynamiek en één van rust. Vlak na het schrijven van mijn vorige weblog ben ik week naar het Youth at Risk camp geweest. Deze keer met een lastig onderwerp voor mij als blanke die vrij recentelijk naar ZA is gekomen, namelijk diversiteit in de samenleving. Nou is Nederland ook wel divers, maar dit staat in schril contrast met de gemengde samenleving van ZA. Kijk alleen maar naar de 11 verschillende talen, of de mensen om me heen op straat (binnen een straal van 100 meter gegarandeerd: zwarten, blanken, kleurlingen, Indiërs, Chinezen en helaas, toeristen). Daarom leek het mij ook geen goed idee om de jongeren daar te vertellen wat het is, etc (afgezien van een paar kernpunten) en heb ik de sessie lekker interactief gemaakt. Iets wat achteraf niet anders had gehoeven. Vooral het bediscussiëren van een aantal stellingen verliep erg geïntrigeerd. Stellingen als: ‘a church makes the differences between people smaller’, ‘it would be good that people would speak an more uniform language like English’, ‘poor people are poor because of their own fault’ en ‘homosexual people are wrong’ namen elk tenminste een halfuur in beslag voordat iedereen zijn zegje erover had gedaan (uiteraard eerst wel even uitgelegd in welke context de stellingen bekeken moest worden en dat het geen feiten zijn). De reacties waren telkens erg divers en soms uiteenlopend. Om toch enigszins een idee van de rode draad te geven: net als Friezen zijn de Afrikaners toch ook erg trots op hun hun eigen talen en verkiezen dat boven uniformiteit. De meeste jongeren vinden wel dat de werkloze Zuid Afrikaners lui zijn, niet de kansen pakken die ze aangereikt wordt, maar ook negatief beïnvloed worden door hun omgeving. Dit, in tegenstelling tot de meeste Zimbabwanen en Mozambiquanen die vaak wel de mindere baantjes willen oppakken die de Zuid Afrikaan niet oppakt. Ook schijnt er de gedachte te bestaan dat de armen snel anderen de schuld geven en dat bijv. de overheid meer moet financieren. De jongeren waren het dan ook niet eens met de xenofobie (rassenhaat) welke vorig jaar mei in de townships oplaaide. Homosexualiteit is duidelijk nog een stuk minder geaccepteerd in de samenleving hier dan in NL. Sommigen vinden het meer een modetrend en aandachttrekkerij, de ander is ervan overtuigd dat God het zo niet wil en dat het een aanval van de duivel is. Eén jongen zei dat hij op z’n 12e ook homo was geweest, maar nadat hij ‘in de bergen was geweest’, was hij weer genezen (noot: vooral in de plattelandsgebieden gaan nog vaak jongeren een aantal maanden naar de bergen toe om gevormd te worden, iets spiritueels wat hier vrij normaal is). In NL zouden we waarschijnlijk gezegd hebben dat hormonen in de pubertijd gewoon parten spelen. Aan het einde van de dag heb ik ze iedereen nog een reisadvies betreffende diversiteit laten schrijven voor ene Miguel uit Colombia (met een knipoog naar mijn broer Michiel die ergens in Zuid Amerika rondwandelt). Ik dacht: ‘wat een kans: 25 Afrikaanse jongeren over hun idee van een multiculturele samenleving laten schrijven’. Big value for (no) money In de vrije tijd na de training heb ik ook nog even fijn met de jongeren kunnen praten over van alles en nog wat en ook hebben ze me een beetje Zulu en Zutu geleerd (lekker klikken met die tong). Ondanks dat ik niet zou blijven, ben ik de nacht toch maar gebleven en de volgende dag lekker langzaam met de taxi (die prop-maar-vol-busjes) weer terug naar Westbury gegaan. De rest van de week stond in het teken van de scholenbezoeken afronden en werken aan rapporten. Ja, rapporten worden in veelvoud gemaakt bij Conquest for Life, naar mijn idee wel een beetje té, maar goed, dat is company policy waarvan ik natuurlijk weinig zeggen kan. Wat mij meer bezig hield verderop in de week was het vertrek van mijn collega en huisgenoot Duncan. Het liep al een tijdje niet lekker tussen hem en Glen (directeur). Glen beschuldigde hem vaak (onterecht) van zaken en uiteindelijk heeft hij hem maar ‘gewoon’ weggestuurd. En wegsturen betekende ook per direct uit het huis vertrekken. Vanaf vorige week donderdag is hier dus één slaapkamer leeg, iets wat ik jammer vind omdat hij altijd interessante praatjes over het land en de cultuur kon vertellen. Ook jammerlijk voor hemzelf natuurlijk. Dat hij zonder echte redenen (van wat ik gezien heb) de laan uitgestuurd is…
13
Daarmee kom ik ook gelijk bij mijn eigen belevenissen met Glen. Wat ik tot zover nog niet echt op het weblog heb gedeeld, maar wat sinds de tweede maand van mijn project – de eerste maand was ik nog nieuw en was hij ook iets gereserveerder – speelt is dat hij er vaak wel een onbegripvolle en agressieve manier van communiceren op na houdt, iets wat in de eerste instantie ook niet echt representatief is voor het Zuid Afrikaanse idee van ‘Ubuntu’ (vriendschap). Hij is bij vlagen ook wel vriendelijk, behulpzaam of humoristisch, maar het grootste deel van de dag foetert hij op Jan en alleman om en kan hij weinig tegenspraak hebben. In het begin was ik niet zo vatbaar voor, ook al zag ik wel wat er gebeurde, maar langzaam aan vind ik het meer frustrerend worden dat ik elke keer weer zijn communicatie op inhoud moet beoordelen, me vervolgens inhoud en op een later moment (als hij weer ‘on speaking terms’ is) een vraag of mededeling weer voorzichtig onder de aandacht ga brengen. Zeg maar, een vlotte babbel is er niet echt bij. Gelukkig zijn de andere collega’s er ook nog (die overigens hetzelfde ervaren).
14
Ironie bestaat (18/12/09) Door de week bleek - nu de vakantie er hier toch echt wel zichtbaar aan staat te komen (scholen ging 11 december dicht, maar veel leerlingen kwamen sinds begin december al gewoon niet meer. En sommige leraren ook niet) – dat de werkdruk tot een dieptepunt daalde. Op zich was er nog wel het een en ander te doen (rapporten afmaken, artikelen schrijven voor NL media (o.a. voor ‘Vandaar’), e-mails schrijven aan mijn overzeese sociale leven, de resterende aftercare kids bezig houden en alvast voorbereidingen treffen voor komend jaar). Toch kwam er maar weinig door mijn handen heen; juist omdat ik overal té veel tijd voor had. Grappig eigenlijk, de eerder drie maanden van het project hollen en stilstaan en de afgelopen maand een werkritme van likmevessie. Eind vorige week kwam het pas weer wat op gang. Het kamp waar ik eerder over schreef, is helaas niet doorgegaan. Dit jaar was het eigenlijk voor het eerst dat CFL 200 rand (= €19) kampgeld vroeg, waardoor veel ouders afhaakten en het deelnemersaantal te klein was (een deprimerende 3) om het kamp te draaien. In de afgelopen week ben ik vooral bezig geweest met het komende jaar: eerst een plan geschreven over de programma’s, de betrokkenheid van het kind en de ouders, de financiën en het specifieke Arts & Culture program waar we meer mee willen doen. Daarna per kind een dossier gemaakt, compleet met scorecard. Met laatstgenoemde wil ik proberen ze een duwtje in de rug te geven om extra hun best te doen in het luisteren, de nauwkeurigheid, hun aanwezigheid en bijv. het schoonmaken van hun eigen ravage aan het einde van elke middag. Uiteraard eeuwige roem en een presentje voor degene met de meeste punten aan het einde van de maand. De week was toch ook wel weer een beetje verrassend. Vanwege het toen nog aankomende kamp ben ik weer de townships Westbury en het naastgelegen Newclare in geweest om navraag te doen bij de ouders en wederom kwam ik niet geheel ongeschokt van sommige woonsituaties weer terug. Mensen hier wonen niet met vader, moeder en paar kinderen, maar vaak woont oma er ook bij in, is vader misschien overleden en is ook een werkloze oom daar te vinden. Iedereen heeft wel een dak boven zijn hoofd en ook wel een televisie, maar hoe het er verder bij staat is soms schrijnend. Tijdens de aftercare die week heb ik trouwens nog een hele grappige middag gehad (dat ik dit überhaupt openbaar ga maken op internet). Er waren maar een paar kinderen en één meisje wilde graag juf spelen, dus wij een klasje opzetten, boeken op tafel en luisteren maar. Het geheel werd ook voorzien van passende maatregelen voor een (in dit geval) blanke leerling die niet wilde luisteren. Het was echt super leuk en ik moet zeggen, ik kreeg het idee heel dicht bij de beleving te komen van een kind in de klas, waardoor ik zag dat ik zelf wellicht wel eens teveel mijn eigen spelletjes en oefeningen doordruk in de klas en dat als er niet geluisterd wordt, individueel aanspreken gewoon altijd het beste is.
15
Een alledaagse dag… (25/01/10) Rond half 7 wordt ik vaak wel gewekt door de andere mensen die in ditzelfde huis wonen. Niet veel later sta ik er ook altijd op en ga me wassen. Omdat ik de jongste in huis ben, moet ik altijd wel even op de anderen wachten. Het is weer het einde van de maand en een goed ontbijt heb ik de hele week nog niet echt gehad. Vanochtend delen we daarom een kom met dunne pap. Op weg naar school kom ik al veel bekenden tegen. Dit is altijd leuk omdat iedereen elkaar vaak hartelijk begroet en ik er naar uitkijk om later in de morgen spelletjes met hun te doen. Als de bel van de school gaat, wacht juffrouw De Meyer al op mij en de kinderen uit groep 3. Eerst wordt er een verhaal uit de bijbel voorgelezen; het gaat over een man die Jonas heette en opgegeten werd door een walvis. Ik geloof het verhaal wel, maar snap niet hoe hij er weer levend uit kon komen. Daarna wordt er gerekend. De sommetjes zijn best moeilijk, want de getallen zijn zo groot dat ik het niet op mijn handen kan tellen. Omdat het toch niet wil lukken, probeer ik een kleurpotlood van Kghomotso die schuin tegenover mij zit te pakken, maar de juf ziet dit en schreeuwt luid tegen mij. Ik voel me niet zo goed meer. Die sommen willen niet lukken en omdat alle andere 40 kinderen in de klas veel te druk zijn, komt juf ook niet uitleggen hoe het nu moet. Was ik maar veel slimmer. Als er op de deur geklopt wordt en een paar kinderen ‘yeah’ beginnen te roepen, weet ik ook ineens weer dat het vrijdag is en we spelletjes gaan spelen met sir Peter van Conquest. Snel rennen we naar het speelveld, terwijl de sir nog met juf De Meyer staat te praten. Vandaag wil hij iets vertellen over hoe we op elkaar moeten passen. Soms snap ik niet wat hij zegt, want hij praat wel een beetje vreemd. Hij zegt dat als we altijd eerst moeten nadenken of we iets zelf ook stom zouden vinden voordat we dat bij een vriendje of vriendinnetje doen. Daarna spelen we nog Fire around the mountain, zingen ‘Let me see your funky chicken’ en we doen tikkertje met de hele groep. Na een uur houden we alweer op. De sir gaat nog met de juf praten omdat Tumi en Deago met elkaar wilden vechten. Uit school ga ik met mijn zussen Anah en Koketso naar de aftercare bij Conquest. Het is maar een klein stukje wandelen; eerst voorbij de winkel van de Moslim mensen omhoog lopen, dan door het grasveldje en als we de brug bij het treinstation over zijn, zijn we bij Conquest. Ik ben hongerig, maar vaak krijgen we bij de aftercare wel brood. Ik hoop dat er niet zoveel kinderen zijn, want dan krijgen we altijd meer eten. Ik vind het niet eerlijk, want Nicky krijgt altijd geld mee van haar moeder om chips van te kopen op straat en ze krijgt bij de aftercare net zoveel brood als ze mij geven. Sir Peter is er ook altijd bij de aftercare. Ik hoop dat we vandaag niet weer brood met die rode jam krijgen en ik ga vragen of we mogen computeren. Ik weet precies op welke computers dat leuke spelletje met die flipperkast zit. Ik zie dat Peter alweer brood met jam aan het smeren is. Jammer, maar ik heb ook honger, dus ik ga vragen of ik hem kan helpen en dat mag, als ik daarna alle borden ook weer opruim. Als hij later al onze namen genoemd heeft om te kijken wie er vandaag is, verteld hij dat we vandaag iets over Arts & culture gaan doen. Als ik vraag of we niet kunnen computeren, zegt hij dat ik vergeten ben dat als hij aan het vertellen is, wij stil moeten blijven en dat computeren immers altijd op maandag is. Ik vind de sir stom. Hij praat vreemd en doet vaak spelletjes die hij wil doen. Eerst gaan we nog het detective spelletje spelen. Ik kom ook aan de beurt en door met mijn ogen te knipperen zonder dat de detective het ziet, pak ik wel 6 mensen. Daarna gaan we in groepjes zitten. Ik zit aan de blauwe tafel en we moeten een tekening inkleuren van allemaal dieren en dan opschrijven wat voor dier het is. Ik kleur het wel in, maar schrijf niks op. Daar heb ik geen zin in, want ik ben zo moe van school. Als het bijna 4 uur is, moeten we allemaal schoonmaken. Ik zit bij Sukeyna, Kelebogile en Jason in het groepje en we moeten vandaag de prullenbakken legen. Ik ga eerst naar Otteley, want zij is heel aardig, en daarna naar meneer Steyn. Die zit altijd achter zijn computer en praat heel luid over de telefoon. Omdat wij als eerste groepje klaar zijn, gaat de sir nog met ons touwtje springen. Hij snapt niet zoveel van het liedje dat wij zingen als je moet springen, maar hij kan wel heel hard draaien. Als we naar huis lopen, wil ik snel over de brug, want laatst stond daar een man die heel gek
16
tegen ons deed en allemaal vreemde dingen zei. Thuis is het donker, want wij wonen achter een winkel en daar zijn geen ramen. Mijn moeder heeft alleen de televisie aan, want anders is de stroom te duur zegt ze altijd. Ik heb geen vader, want die is vroeger dood gegaan omdat hij heel erg ziek was. Mijn moeder zegt dat heel veel mensen in Zuid Afrika die ziekte hebben. De papa van mijn zussen leeft nog wel, maar ik weet niet waar hij woont. Vanavond eten we pap. We krijgen vaak eten van mijn tante die naast ons woont. Ik vind pap met tomaten erg lekker. Na het eten moeten we mijn moeder helpen met de vloer schoonmaken en afwassen. We spelen ’s avonds nooit op straat, want dan rijden er allemaal grote jongens heel hard rond in auto’s met luide muziek. Morgen is het zaterdag. Ik hoop dat het dan niet regent en we naar het zwembad kunnen… Agnecia Rammeledi (8 jaar)
17
‘What doesn’t kill you, makes you stronger’ (15/02/10) Dat is mijn motto zo’n beetje wel geweest in de afgelopen weken. Lees er maar over in deze update van alle belevenissen na het weblog van 11 januari. O, wat het laatste weblog trouwens betreft, kreeg vaak dezelfde vraag of het stukje over Agnecia (weblog van 25 januari) nou door haar zelf of door mij geschreven was. Nou, het is een zogenaamd life-story. Geschreven door mij, door de ogen van haar. Zij is een van de aftercare kinderen die ik het beste ken en waarvan ik de thuissituatie ook redelijk weet. Goed, chronologische volgorde werkt altijd nog het beste, dus daar gaat ‘ie dan. Ik eindigde de vorige keer met de eerste werkdag weer bij CFL, dat de frisse moed er weer lekker in zat, maar dat Glen (directeur) zijn streken tijdens de vakantie nog niet verleerd was. Anno februari 2010 is dat helaas nog steeds zo. Toch waren de afgelopen 5 weken ook weer erg leerzaam en interessant. Positief is wel dat in de laatste week van januari de scholenbezoeken (zgn. Just for Kids/Youth 2 Youth) weer startten en ik gelijk merkte dat dit mij erg goed deed. Voor de vakantie had ik al redelijk wat voorbereidingen hiervoor kunnen treffen en het contact met de leraren weer en de (nieuwe) klassen is erg leuk en de kids zijn ook (over het algemeen) lekker gemotiveerd. Ook begon de aftercare vanaf toen weer vol te lopen, waardoor de dagen alweer omgevormd werden van moe door suf werk te doen naar moe door leuk werk te doen. Even een paar high lights uit de afgelopen weken: het weerzien de collega’s, ‘mijn’ kinderen, de leraren en locals; het bevorderen van het zelfvertrouwen van kinderen door ze positief over henzelf in de klas te laten vertellen; een detective spelletje wat uren door de aftercare kids gespeeld kan worden (detective moet moordenaar vinden die mensen met knipperende ogen ombrengt); Glen die op mijn verzoek zal werken aan de organisatiesfeer (maar dat bijtijds ook compleet lijkt te vergeten); ochtenden waarop je leerlingen echt wat nieuws leert; de leuke berichten of fijne telefoongesprekken vanuit NL (of Colombia, Michiel); het maken van Valentijnskaartjes met de aftercare en het succesvol toepassen van een score-kaartje voor de aftercare kids (voor bijv. aanwezigheid, samenwerking, luisteren, schoonmaken, etc) waarmee degene met de meeste punten aan het einde van de maand een prijsje wint (fotoboekje, kettinkje of poster, werkt super!).
18
De sprint naar de eindstreep (15/03/10) Om te beginnen eerst maar weer even een greep uit de Aftercare en de Just for Kidsscholenbezoeken. De scorecard voor de aftercare motiveerd de kids nog steeds erg goed, vanwege de hitte in de afgelopen weken hebben we een paar leuke middagen met waterspelletjes achter rug (aan water in dít deel van ZA geen tekort), we zijn lekker aan het schminken geweest en ook de praatpop Roger die ik van mijn vrienden uit NL had meegekregen, heeft zijn debuut eindelijk gemaakt (nu genoeg jongere kids in de aftercare). Overigens op een heel succesvolle manier; voor sommige kids was het levensecht en ik vraag me ook echt wel een beetje af of ze nou wel zo goed hebben geslapen na die middag omdat Roger de kids wel een verbale correctie gaf als ze praatten als hij ook aan het woord was… De impact van het scholenbezoek hoeft ook niet ver gezocht te worden. Ik ken maar een paar namen van alle kinderen die ik elke week zie, maar andersom wordt ik elke dag door Jan en alleman begroet. Uiteraard is het het leukste als ze dan weer over de spelletjes/vaardigheden beginnen die ik ze heb proberen te leren. Het uit Nederland geïmporteerde African Lions (Hollandse Leeuwen) is nog steeds erg populair bij de kids (en ook bij mij - veelal aan het einde van de week - want dit spel is voor de spelleider vrij rustig). Afgelopen donderdag hebben we trouwens nog de hele ochtend een cameraploeg van de SABC (De Zuid Afrikaanse NOS) mee gehad op pad. Het werk van Conquest komt in een documentaire op TV. Ook heb ik inmiddels de film ontvangen van de Universiteit waar ik eerder al over schreef. Best grappig om je omgang met de kinderen en het eigen (gebrekkige) Engels even terug te zien. En als ik straks weer thuis ben en na 56 keer mijn verhaal verteld te hebben, daar even genoeg van heb, kan ik mooi deze film laten zien, want het is precies een samenvatting van hoe een dag voor mij er uit zag.
19