Conrad op het INTERNET www.conrad.nl
HANDLEIDING Versie 06/09
Elektronisch slot
Code : 646323 zilverkleurig Code : 751501 wit
Deze handleiding is een integraal deel van het product. De handleiding bevat belangrijke informatie over het gebruik. Zorg dat deze instructies worden nageleefd, ook wanneer u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat u die steeds kunt raadplegen!
Opmerking van de uitgever Deze handleiding is een uitgave van de firma Conrad, 59800 Lille/Frankrijk. Alle rechten voorbehouden, met inbegrip van de vertalingen. Elke reproductie, onder welke vorm dan ook (bijv. fotokopieën, microfilm of op elektronische wijze) is enkel toegelaten na voorafgaande, schriftelijke toestemming van de uitgever. Elke reproductie, zelfs gedeeltelijk, is verboden. Deze handleiding stemt overeen met de toestand van het product op het moment dat deze handleiding werd gedrukt. Technische gegevens en wijzigingen voorbehouden zonder voorafgaande aankondiging.
© Copyright 2001 Conrad. Gedrukt in de EG.
XXX/06-09/JV
1. Opmerkingen over deze handleiding Lees deze handleiding aandachtig door voor u uw HomeMatic elektronisch slot in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zodat u die steeds kunt raadplegen! Wanneer u dit product doorgeeft aan derden moet u ook deze handleiding meegeven. Gebruikte symbolen: Opgelet! Er wordt op een gevaar gewezen.
Tip. Deze paragraaf bevat belangrijke, extra informatie!
2. Veiligheidsinstructies KeyMatic is een technisch systeem dat om verschillende redenen kan uitvallen. Om die reden moeten bij het gebruik van dit apparaat de volgende instructies worden nageleefd: · Gebruik enkel sluitcilinders met nood- en gevaarsfunctie. Die kunnen langs buiten worden vergrendeld/ontgrendeld met een andere sleutel wanneer er een sleutel op de binnenkant zit. · Neem de sleutel die bij het slot hoort steeds mee of bewaar die op een plaats die in noodgevallen bereikbaar is. De firma eQ-3 AG is zelf aansprakelijk in het kader van de verantwoordelijkheid van de fabrikant voor het KeyMatic-systeem. De firma kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgschade die ontstaat uit het gebruik van het systeem of van een ander voorwerp. Het apparaat is enkel bedoeld voor binnengebruik; vermijd elke blootstelling aan vocht, stof, rechtstreeks zonlicht of warmtestraling.
3. Werking 3.1 Beschrijving van het product Dit draadloos deursluitsysteem is bedoeld voor het vergrendelen/ontgrendelen van het cilinderslot van de deur m.b.v. een motor. Daarbij wordt de deursleutel in de sluitcilinder gedraaid m.b.v. een motoraandrijving die op de sluitcilinder is gemonteerd, zodat het vergrendelings/ontgrendelingssysteem op precies dezelfde manier beweegt als bij het normaal sluiten met een sleutel. Het vergrendelen en ontgrendelen gebeurt draadloos op afstand (868,3 MHz), zowel binnen als buiten.
2
23
Binnen kunt u het systeem bedienen via de toetsen op het bedieningspaneel of via een mechanisch draaibaar handwiel voor noodsituaties.
9. Onderhoud en reiniging Het apparaat is in principe onderhoudsvrij; u hoeft het daarom nooit te openen. Wanneer u de behuizing opent, betekent dit automatisch dat de garantie vervalt. Voor het reinigen van het apparaat kunt u een borstel of een zachte, droge doek gebruiken. Gebruik nooit bijtende middelen of chemische producten: het oppervlak van de behuizing kan daardoor worden aangetast. Controleer regelmatig of het product technisch volledig in orde is (bijvoorbeeld of de behuizing niet is beschadigd). Wanneer er van uitgegaan moet worden dat een risicoloos gebruik niet langer mogelijk is, moet u het apparaat uit bedrijf nemen. Om het apparaat te beveiligen tegen onbedoeld opnieuw inschakelen moet u de batterijen verwijderen. Een risicoloos gebruik is mogelijk niet langer gegarandeerd wanneer: • op het apparaat duidelijk zichtbare beschadigingen aanwezig zijn • het apparaat niet langer normaal functioneert • het apparaat gedurende lange tijd in slechte omstandigheden was opgeslagen • het apparaat werd blootgesteld aan zware omstandigheden tijdens transport. Wanneer u het deursluitsysteem gedurende een lange periode niet gebruikt (bijvoorbeeld bij bewaring) moet u de batterijen verwijderen om schade door lekkende batterijen te vermijden.
10. Technische kenmerken Draadloze frequentie: Bereik in vrij veld: Voeding: Beveiligingsklasse: Behuizing: Kleur behuizing: Scherm: Afmetingen: Gewicht:
868,3 MHz 100 m 3 x AA IP20 ABS wit, zilver- of bronskleurig LCD 9 x 12 mm, (symbolen en 14-segmentweergave) 124 x 64 x 57 mm 280 g
Levensduur van de batterijen:
0,5 jaar (bij gemiddeld 8 sluitprocedures per dag, met alkalinebatterijen van hoge kwaliteit)
Wij raden sterk aan om een sluitcilinder met nood- en gevaarsfunctie te gebruiken. Op die manier kunt u de deur ook langs buiten openen met de bijbehorende sleutel, onafhankelijk van het sluitsysteem. Zowel de handzender als het sluitsysteem zelf werken op batterijen zodat u niet afhankelijk bent van de aanwezigheid van een stopcontact in de buurt van de deur. De montage is mogelijk zonder het deurblad te beschadigen (extra bevestigingsgaten om het systeem op het deurbeslag aan de binnenzijde of op het binnendeurblad te schroeven, zijn echter ook aanwezig). Het systeem is uitgerust met een LCD-scherm waarop u het systeem programmeert en waarop statusmeldingen worden weergegeven zodat de gebruiker steeds op de hoogte is van de status van het systeem. De weergave op het scherm wordt ondersteund door de in optie verkrijgbare KeyMatic signaallampjes die worden aangebracht op de binnendeur (achter glas) of op/in de deur. Deze signaallampjes geven de gebruiker meer informatie over de status van het systeem. Bovendien wordt de status ook akoestisch weergegeven. De status van het systeem kan enkel visueel, enkel akoestisch of als combinatie van beide worden aangegeven. Om ervoor te zorgen dat het systeem steeds in functionele toestand is, worden tijdig waarschuwingen (in duidelijke taal) gegeven over bijna lege batterijen, zowel van de handzender als van het sluitsysteem. Ondubbelzinnige symbolen en meldingen in duidelijke taal staan garant voor een snel overzicht van alle toestanden, zowel tijdens het configureren als in bedrijf.
Instructies voor recyclage: Dit apparaat mag niet bij het huisvuil worden gegooid! Elektronische apparaten moeten in overeenstemming met de richtlijn voor het recycleren van elektrische en elektronische apparaten naar het plaatselijke verzamelpunt voor selectieve ophaling worden gebracht.
22
3
8.1.3 Openen van de deur Deze functie is enkel mogelijk wanneer de voorspanning van de deurafdichting groot genoeg is om de deur een beetje open te duwen nadat het deursluitsysteem de deurschoot heeft ingetrokken. Deze functie is enkel mogelijk via de handzender of via de centrale. Op de deur komt deze actie overeen met het naar beneden duwen van de klink. Druk gedurende +/- 1 seconde op de toets "deur openen" op de afstandsbediening. Druk op de toets "deur openen" op de afstandsbediening. Op het LCD-scherm knippert het symbool "ontgrendelen" en het deursluitsysteem trekt de deurschoot in. Dankzij de voorspanning van de deurafdichting wordt de deur een klein beetje geopend. Daarna keert het systeem terug naar de neutrale stand en het symbool "ontgrendelen" stopt met knipperen.
8.2 Noodfunctie Wij raden sterk aan een sluitcilinder met nood- en gevaarsfunctie te gebruiken. Daarmee kunt u de deur zowel buiten als binnen, en onafhankelijk van elkaar, openen en sluiten.
Draadloos deursluitsysteem: 1 – Bevestigingsgaten voor vastschroeven op sokkel 2 – Handwiel voor noodbediening 3 – Setup-knop 4 – Knop "ontgrendelen’’ 5 – Display 6 – Knop "vergrendelen"’ 7 – Deksel batterijvak 8 – Aansluitingen op de onderkant van de KeyMatic
Met een gewone sluitcilinder kunt u de deur langs buiten niet meer openen wanneer aan de binnenkant een sleutel in het slot zit. Bij een defect of bij lege batterijen kan de deur in dat geval niet meer worden geopend zonder geweld te gebruiken! Er zijn twee mogelijkheden om het slot manueel te vergrendelen/ontgrendelen: · Met het handwiel aan de binnenkant: in ruststand is het deursluitsysteem losgekoppeld, d.w.z. mechanisch van de sleutel gescheiden. Door aan het handwiel van het deursluitsysteem te draaien kan het slot worden vergrendeld of ontgrendeld; ook het openen van de deur is mogelijk. De werking van het handwiel is net hetzelfde alsof u een "gewone" sleutel zou gebruiken. Het deursluitsysteem moet zich in ruststand bevinden (de motor beweegt niet). · Met een sleutel aan de buitenkant: hiervoor is een sluitcilinder met nood- en gevaarsfunctie nodig, omdat anders de sleutel die aan de binnenkant op het slot zit, het activeren van de sluitcilinder blokkeert. Wanneer een sluitcilinder met nood- en gevaarsfunctie wordt gebruikt, kan het slot langs buiten worden ontgrendeld of vergrendeld. Bovendien kan de deur met de sleutel worden geopend. Het deursluitsysteem moet zich in ruststand bevinden (de motor beweegt niet).
Sokkel 1 – Bevestigingsschroeven voor het vastzetten op de sluitcilinder 2 – Bevestigingsgaten voor vastschroeven op het deurblad
4
21
8.1 Normale werking
3.2 Omvang levering
8.1.1 Vergrendelen
· · · ·
Hierna wordt de bediening aan het apparaat beschreven. De bediening via een afstandsbediening of via de centrale verloopt identiek; op het scherm wordt enkel een ander getal of een ander cijfer weergegeven (zie vorig hoofdstuk). Druk op de toets "vergrendelen" op het deursluitsysteem (onderste knop). Op het scherm wordt de melding "M" weergegeven.
De deurschoot wordt in de vooraf vastgelegde vergrendelpositie geplaatst en het symbool "vergrendeld" ( ) wordt weergegeven. Na het beëindigen van deze procedure weerklinkt aan het deursluitsysteem een lange bevestigingstoon. Wanneer het slot intussen binnen aan het handwiel of buiten met een sleutel werd gedraaid, wordt het systeem uit veiligheidsoverwegingen niet in positie "vergrendeld" geplaatst, maar wordt het in plaats daarvan tot aan de aanslag in de richting "vergrendeld" gedraaid. Een geklemd slot wordt eventueel (nadat vooraf manueel aan het handwiel of met een sleutel werd gedraaid) als aanslag "vergrendeld" herkend. In dat geval is het mogelijk dat het symbool "vergrendeld" ( ) op het scherm wordt weergegeven en dat het akoestische bevestigingssignaal weerklinkt hoewel het slot nog niet volledig is vergrendeld. Wanneer deze storing zich enkel voordoet tijdens normaal bedrijf (bijvoorbeeld door temperatuurschommelingen) kunt u dit probleem mogelijk oplossen door te proberen het systeem opnieuw te vergrendelen.
Draadloos deursluitsysteem met bevestigingssokkel en 2 houtschroeven Inbussleutel voor het monteren van de bevestigingssokkel en het draadloos deursluitsysteem. 3 batterijen (Mignon/AA/R6) (voor draadloos deursluitsysteem) Gebruiksaanwijzing
4. Algemene informatie over het HomeMatic-systeem Dit apparaat maakt deel uit van het HomeMatic domoticasysteem; het functioneert volgens het draadloos tweerichtings BidCoS®- protocol. Alle apparaten worden in standaardconfiguratie geleverd. Bovendien kan de werking van het apparaat m.b.v. een programmeerunit en software worden geconfigureerd. Voor meer informatie over de werking en over welke extra functies mogelijk zijn in het HomeMatic System in combinatie met extra componenten moet u de afzonderlijke configuratiehandleiding of het HomeMatic System-handboek raadplegen. Alle technische documenten en updates kunt u steeds terugvinden op onze website www.HomeMatic.com.
5. Algemene informatie over de draadloze werking De draadloze transmissie gebeurt niet-exclusief; d.w.z. dat storingen niet uitgesloten zijn. Andere storingen kunnen worden veroorzaakt door schakelingen, elektrische motoren of defecte elektrische apparaten. Het bereik in gebouwen kan sterk afwijken van het bereik in het vrije veld. Naast het vermogen van de zender en de eigenschappen van de ontvanger spelen ook omgevingsinvloeden zoals de luchtvochtigheid of de kenmerken van het gebouw een belangrijke rol.
8.1.2 Ontgrendelen Hierna wordt de bediening aan het apparaat beschreven. De bediening via een afstandsbediening of via de centrale verloopt identiek; op het scherm wordt enkel een ander getal of een ander cijfer weergegeven (zie vorig hoofdstuk). Druk op de toets "ontgrendelen" op het deursluitsysteem (bovenste knop). Op het scherm wordt de melding "M" weergegeven. Na het beëindigen van deze procedure weerklinken aan het deursluitsysteem twee korte bevestigingstonen.
6
6. Montage 6.1 Vereisten voor de deur en voor de gebruikte sluitcilinder Vereisten voor de deur: Dit deursluitsysteem kan enkel worden gebruikt bij deuren waarvan het slot en de grendel licht lopend bewegen en niet klemmen. Opgelet! Deuren waarvan het slot enkel kan worden ontgrendeld/vergrendeld door aan de deur te trekken, de deur op te tillen of tegen de deur te duwen, zijn niet geschikt voor dit deursluitsysteem!
19
• Let er vooral bij houtdeuren op, dat die door de weersomstandigheden kunnen vervormen waardoor die niet altijd geschikt zijn voor dit deursluitsysteem. De krachten die nodig zijn om een vervormde deur te ontgrendelen of te vergrendelen zijn te hoog voor dit deursluitsysteem. • Vergewis u ervan, voor u het systeem plaatst, dat de deur bij alle mogelijke weersomstandigheden gemakkelijk kan worden ontgrendeld/vergrendeld. Test dit door het slot te vergrendelen/ontgrendelen, enkel door het draaien van de sleutel in het slot en zonder dat u de deurklink gebruikt. Stel eventueel de deurscharnieren en/of de sluitplaat in het deurkader zo in dat vergrendelen/ontgrendelen met de sleutel alleen kan gebeuren, zoals hierboven beschreven. • Om de deur met het KeyMatic-systeem te kunnen openen moeten de deurafdichtingen volledig intact zijn, zodat de deur na het volledig ontgrendelen van het slot alleen al door het uitzetten van de deurafdichting lichtjes wordt geopend. Vereisten voor de sluitcilinder: Het deursluitsysteem wordt rechtstreeks op de sluitcilinder gemonteerd. Het systeem activeert de cilinder via de bijbehorende, op het slot geplaatste sleutel. Om die reden moet u er steeds voor zorgen dat de sluitcilinder aan de binnenzijde van de deur 8-15 mm uit het deurbeslag steekt. Bepaal de afmetingen van de vereiste sluitcilinder aan de hand van de volgende afbeelding. Bij de keuze van de sluitcilinder zijn beide afmetingen "binnen" (binnenafmeting van de cilinder) en "buiten" (buitenafmeting van de cilinder) belangrijk. Meet dus telkens (inclusief deurbeslag) vanaf de bevestigingsschroef van de cilinder in het slotbeslag en tel bij de binnenafmeting 8-15 mm bij om de geschikte standaardmaat te vinden. Voorbeeld: U meet een buitenafmeting van 40 mm en een binnenafmeting die ook 40 mm bedraagt. Het gaat hier dus om een 40/40-cilinder. Om op deze sluitcilinder een KeyMatic-systeem te kunnen plaatsen, heeft u de volgende standaardmaat nodig: een 40/50-cilinder. Dit betekent dat de cilinder aan de binnenkant 10 mm uitsteekt. Als accessoire is een sluitcilinder met geïntegreerde led verkrijgbaar.
Wanneer de nieuwe master-afstandsbediening vooraf al op een andere geheugenplaats was geprogrammeerd, wordt die automatisch gewist/opnieuw vrijgegeven. Monteer het systeem opnieuw en pas het deursluitsysteem volledig opnieuw aan het gebruikte slot aan.
7.4.3 Apparaat in fabrieksinstelling resetten Om het apparaat in de fabrieksinstelling te resetten moet u als volgt te werk gaan: · Demonteer het deursluitsysteem van de deur: draai de bevestigingsschroeven van de sokkel los. · Druk gedurende +/- 2 seconden op de Setup-knop. Op het scherm verschijnt "X". · Wanneer u toegang heeft tot de master-afstandsbediening, drukt u nu op een willekeurige toets die in de KeyMatic is geprogrammeerd. De "X" verdwijnt. · Wanneer u geen toegang heeft tot de master-afstandsbediening, draait u nu het handwiel tien omwentelingen in de richting van "vergrendelen". De "X" op het scherm verdwijnt. · Draai het handwiel 10 omwentelingen in de richting van "vergrendelen". · Op het scherm wordt de keuze van de draairichting weergegeven (het deursluitsysteem is nu gereset in fabrieksinstelling en moet opnieuw aan het gebruikte deurslot worden aangepast). Monteer het systeem opnieuw en pas het deursluitsysteem volledig opnieuw aan het gebruikte slot aan.
8. Bediening De bediening van het deursluitsysteem kan op drie verschillende manieren gebeuren:
Volgens de voorwaarden van de inboedelverzekering mag de sluitcilinder aan de buitenzijde van de deur niet uitsteken zodat hij niet uit de deur kan worden getrokken. De cilinder moet ofwel in hetzelfde vlak liggen als het deurbeslag (dat niet langs buiten gedemonteerd kan worden) of moet met een klinkplaat zijn afgedekt. De sluitcilinder moet voorzien zijn van een nood- en gevaarsfunctie. Dit betekent dat de deur langs buiten met een tweede sleutel moet kunnen worden geopend, ongeacht het feit of er aan de binnenkant een sleutel in het slot zit of niet.
· Bediening aan het apparaat · Bediening via een HomeMatic draadloze handzender/afstandsbediening · Bediening via de HomeMatic centrale Op het scherm van het deursluitsysteem wordt de uitgevoerde actie (vergrendelen, ontgrendelen of openen) weergegeven. Bovendien wordt het type van de laatste bediening weergegeven. M 1–K C
Bediening via de toetsen van het apparaat Bediening via een HomeMatic afstandsbediening. Het getal of het cijfer geeft de geheugenplaats van de gebruikte afstandsbediening aan. Commando van de HomeMatic centrale
Door kort op een toets van een geprogrammeerd toetsenpaar te drukken, kunt u de deur vergrendelen en ontgrendelen; door lang op de toets "ontgrendelen" te drukken kunt u de deur openen.
6
19
Met de gewiste afstandsbediening kunt u het deursluitsysteem niet langer bedienen. Wanneer een verloren of gestolen afstandsbediening wordt teruggevonden, kunt u die opnieuw in het systeem aanmelden met de procedure die hierboven is beschreven. Omdat een afstandsbediening niet kan worden gekopieerd is er geen enkel probleem om die gewoon opnieuw verder te gebruiken.
Veel sluitcilinders mag u niet zelf vervangen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij grote wooncomplexen die zijn uitgerust met speciale sluitcilinders. In die gevallen past uw sleutel niet op de deur van de buren, maar de conciërge kan met een "universele sleutel" wel alle deuren openen. Vraag bij twijfel aan de verhuurder of eigenaar of u de sluitcilinder mag vervangen of niet.
Tijdens het wissen worden enkel geprogrammeerde geheugenplaatsen weergegeven. Wanneer er geen enkele afstandsbediening is geprogrammeerd (toestand bij uitlevering) of wanneer enkel de master-afstandsbediening is geprogrammeerd, wordt op het scherm de melding "MASTER" weergegeven. Het wissen van de master-afstandsbediening (geheugenplaats "1") is hier niet mogelijk.
7.4 Andere instellingen 7.4.1 Regelen van de bevestigingstoon Voor de bevestigingstoon van het deursluitsysteem zijn verschillende instellingen mogelijk. U heeft de keuze uit vier verschillende toonhoogtes en de optie "toon uit". Voor het instellen van de bevestigingstoon gaat u als volgt te werk: · Druk op de kleine Setup-knop. · Wanneer "X" op het scherm verschijnt, meldt u zich aan door op een willekeurige toets op de master-afstandsbediening te drukken. Daarna wordt de volgende bevestigingstoon geselecteerd en ter controle uitgestuurd (de toets of het toetsenpaar moet in de KeyMatic zijn geprogrammeerd). Wanneer u de optie "toon uit" selecteert, weerklinkt als bevestiging voor de instelling een uiterst korte toon. · Wanneer u deze procedure nogmaals uitvoert, wordt de volgende bevestigingstoon geselecteerd.
7.4.2 Vervangen van de master-afstandsbediening Wanneer u de master-afstandsbediening verliest of wanneer die defect is, kan een andere afstandsbediening als de master-afstandsbediening worden geprogrammeerd. Om dat te doen moet u als volgt te werk gaan: · Demonteer het deursluitsysteem van de deur: draai de bevestigingsschroeven van de sokkel los. · Druk gedurende +/- 2 seconden op de toets "ontgrendelen". · Op het LCD-scherm verschijnt "X"; de symbolen voor draadloze ontvangst en "ontgrendelen" knipperen. · Draai het handwiel 10 omwentelingen in de richting van "vergrendelen". · Op het scherm wordt geheugenplaats "1" weergegeven (het selecteren van een andere geheugenplaats is niet mogelijk!). · Zet de afstandsbediening in configuratiestand en druk kort op een toets van het toetsenpaar dat u wilt programmeren.
18
Afstanden bij de sluitcilinder 1 – Deur binnenbeslag 2 – Klinkplaat 3 – Bevestigingsschroef sluitcilinder in insteekslot 4 – Sluitcilinder A Binnenafmeting B Buitenafmeting C Binnenafmeting + uitstekend gedeelte (8 tot 15 mm, 10 mm is ideaal)
7
6.2 Vervangen van de sluitcilinder · · · ·
Open de deur. Steek aan de binnenzijde van de deur een sleutel in de sluitcilinder. Draai de bevestigingsschroef volledig los (1) – (2). Draai de sleutel een beetje naar links of naar rechts (tegen de klok in of met de klok mee) tot u de sluitcilinder uit het slot kunt trekken (3). · Het plaatsen van een nieuwe sluitcilinder gebeurt in omgekeerde volgorde.
Voor het programmeren van een andere afstandsbediening of een ander toetsenpaar begint u opnieuw van voren af aan. Op het scherm wordt de volgende vrije geheugenplaats weergegeven (van 1-K). Wanneer er geen vrije geheugenplaatsen meer zijn, wordt een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven ("FULL") en wordt de procedure afgebroken. U kunt tot 30 toetsen en tot 20 verschillende afstandsbedieningen programmeren. De geheugenplaats die op het scherm wordt weergegeven verwijst naar een afstandsbediening. Wanneer op een afstandsbediening verschillende toetsenparen werden geprogrammeerd, wordt dit ook enkel aangegeven met een geheugenplaats (voor de afstandsbediening). Wij raden aan om de afstandsbedieningen te markeren; noteer bijvoorbeeld aan de binnenkant van het batterijvakdeksel een nummer of een letter. Wanneer u afstandsbedieningen aan anderen doorgeeft, kan het nuttig zijn om te noteren wie welke afstandsbediening in zijn bezit heeft. In geval van verlies kan dan eenvoudig de juiste afstandsbediening worden geblokkeerd (of, om precies te zijn: de geheugenplaats en de toewijzing aan de afstandsbediening worden in het systeem gewist). De masterafstandsbediening herkent u bij gebruik onmiddellijk aan de "1" die op het scherm van de KeyMatic wordt weergegeven. De master-afstandsbediening mag nooit aan anderen worden doorgegeven, omdat enkel via de master-afstandsbediening andere afstandsbedieningen kunnen worden aangemeld of gewist. Bij verlies van de master-afstandsbediening of wanneer die defect is, moet u de procedure volgen die in hoofdstuk 7.3.2 is beschreven om de masterafstandsbediening te vervangen. 7.3 Wissen van geprogrammeerde afstandsbedieningen
6.3 Montage van het deursluitsysteem
Draai de schroeven voor de bevestigingssokkel links en rechts op het deursluitsysteem los (1)
8
Druk gedurende +/- 2 seconden op de onderste knop "vergrendelen". Wanneer u nu opnieuw lang op de knop "vergrendelen" drukt (de toets +/- 2 seconden ingedrukt houden) wordt de procedure voor het wissen afgebroken zonder dat een geheugenplaats werd gewist (bijv. wanneer u de toets per ongeluk hebt ingedrukt). Wanneer u na het oproepen van het menu gedurende drie minuten geen enkele toets op het systeem meer indrukt, wordt het menu automatisch beëindigd zonder dat een geheugenplaats wordt gewist. Ga voor het programmeren als volgt te werk: · Op het LCD-scherm verschijnt "X"; de symbolen voor draadloze ontvangst en "vergrendelen" knipperen. · Neem nu de master-afstandsbediening en druk op een willekeurige toets die in de KeyMatic is geprogrammeerd, tot de "X" verdwijnt en de eerste geheugenplaats wordt weergegeven. · Selecteer nu op het systeem zelf met de toetsen "vergrendelen" en "ontgrendelen" de geheugenplaats die u wilt wissen, bijvoorbeeld "3". Om de geselecteerde geheugenplaats te wissen, drukt u kort op de kleine Setup-knop op het deursluitsysteem. Wanneer het wissen correct werd uitgevoerd, wordt de procedure beëindigd met drie korte signalen.
17
Programmeren van het eerste toetsenpaar op de master-afstandsbediening:
Neem de bevestigingssokkel uit het deursluitsysteem. Let erop dat de moeren in de bevestigingssokkel moeten blijven.
Druk gedurende +/- 2 seconden op de bovenste knop "ontgrendelen" om het programmeren te starten. Nadat het systeem correct werd geprogrammeerd, wordt de procedure afgesloten door op een willekeurige toets te drukken, of automatisch nadat er gedurende 20 seconden geen toets werd ingedrukt. Het beëindigen van de procedure wordt aangegeven door een pieptoon en de melding "M" op het scherm. Op het LCDscherm wordt geheugenplaats "1" weergegeven. De symbolen voor draadloze ontvangst en "ontgrendelen" knipperen; het deursluitsysteem is klaar om te worden geprogrammeerd. Voer nu de volgende procedure uit: · Zet de afstandsbediening in configuratiestand en druk kort op een toets van het toetsenpaar dat u wilt programmeren. Met het toetsenpaar dat u nu heeft geprogrammeerd, kunt u de deur sluiten en ontgrendelen door kort op de toets te drukken. Door lang op de toets "ontgrendelen" te drukken kunt u de deur openen. Via dit eerste geprogrammeerde toetsenpaar moet u zich aanmelden voor andere programmeerstappen.
Programmeren van een andere afstandsbediening of een ander toetsenpaar: Druk gedurende +/- 2 seconden op de bovenste knop "ontgrendelen" om het programmeren te starten. Op het LCD-scherm verschijnt "X"; de symbolen voor draadloze ontvangst en "ontgrendelen" knipperen (de procedure voor het programmeren kan worden afgebroken zoals hierboven beschreven). Druk nu op een willekeurige toets op de master-afstandsbediening die in de KeyMatic is geprogrammeerd, tot op het scherm een vrije geheugenplaats (bijv. "2") wordt weergegeven in plaats van "X".
Plaats de bevestigingssokkel (2) op het uitstekende gedeelte van de sluitcilinder (deurblad (1)).
Tijdens het aanmelden licht de apparaat-led van de master-afstandsbediening rood op!
Om een nieuw toetsenpaar of een afzonderlijke toets te programmeren, moet u de afstandsbediening in configuratiestand zetten en kort op een toets van het toetsenpaar of op de individuele toets die u wilt programmeren, drukken.
Bevestig de sokkel met de schroef (1) boven- en onderaan op de sluitcilinder. In sommige gevallen kan de sokkel bovendien met twee houtschroeven op de deur worden bevestigd (2).
Toetsenparen die zijn geconfigureerd als "UIT/AAN"-toetsen worden geprogrammeerd met de functies vergrendelen/ontgrendelen. Wanneer u lang op de "AAN"-toets drukt, wordt de deur geopend.
Wanneer u die twee schroeven echter vastzet, worden het deurblad of het deurbeslag beschadigd. In huurwoningen kan dit betekenen dat u de beschadigde deur moet vervangen of dat uw borg wordt ingehouden. Normaal gezien volstaan de beide zijdelingse schroeven boven- en onderaan om de bevestigingssokkel te bevestigen.
16
9
Druk kort op de Setup-knop. De verplaatsing naar de geprogrammeerde positie "ontgrendeld" wordt gestart. Op het LCD-scherm verschijnt "4"; dit verwijst naar het vierde menupunt (instelling "houdtijd voor deurschoot"). Het ontgrendelen-symbool knippert. U kunt nu de houdtijd van de deurschoot voor de functie "deur openen" instellen. Houd er wel rekening mee dat het batterijverbruik zal toenemen wanneer u een langere houdtijd instelt.
Houdtijd: Druk kort op de toets "ontgrendelen". De houdtijd wordt verlengd (+/- 2,5 sec).
Druk kort op de toets "vergrendelen": korte houdtijd Na deze instellingen moet u kort op de Setup-knop drukken. Nu worden alle instellingen opgeslagen, het deursluitsysteem ontgrendelt het slot en plaatst het in neutrale stand.
Op het scherm worden de symbolen "ontgrendeld" en "M" weergegeven. De basisinstellingen zijn nu correct ingesteld.
Steek de sleutel in de sluitcilinder, ontgrendel het slot en plaats de sleutel in de neutrale positie (dit is de positie waarin u de sleutel uit het slot kunt trekken). Plaats het deursluitsysteem over de sleutel en monteer het volledig op de bevestigingssokkel. Zet het systeem vast met de twee inbusschroeven (M3 * 14 mm) die u bij het begin hebt losgedraaid. Zet de beide schroeven volledig vast met de meegeleverde inbussleutel, maar gebruik daarbij geen geweld. De schroeven mogen enkel "handvast" worden aangedraaid, omdat het systeem anders zou kunnen kantelen waardoor het niet meer goed functioneert (zodat de deur bijvoorbeeld langs buiten met een sleutel slechts moeizaam kan worden geopend).
7.2 Programmeren van afstandsbedieningen en toetsen Bij uitlevering is geen enkele afstandsbediening van het deursluitsysteem geprogrammeerd. Een draadloze bediening is derhalve nog niet mogelijk. De eerste afstandsbediening die wordt geprogrammeerd is automatisch de "master"afstandsbediening. Voor deze afstandsbediening is geheugenplaats "1" gereserveerd. Voor alle andere teachprocedures (ook van andere toetsen op de masterafstandsbediening) heeft u de master-afstandsbediening nodig!
Open de deur. Dit is nodig om het systeem toe te laten om tijdens de initialisatiefase de eindaanslagen van het slot probleemloos te kunnen detecteren.
10
15
6.4 De batterijen plaatsen of vervangen
Positie "ontgrendeld": Druk kort op de toets "ontgrendelen". Het systeem wordt 90° in de richting van "ontgrendelen" verplaatst (deze verplaatsing kan verschillende keren worden uitgevoerd).
Druk kort op de toets "vergrendelen". Het systeem wordt 90° in de richting van "vergrendelen" verplaatst (deze verplaatsing kan verschillende keren worden uitgevoerd).
Druk kort op de Setup-knop. Op het LCD-scherm verschijnt "3"; dit verwijst naar het derde menupunt (instelling "vergrendeld").
Nu start de initialisatieverplaatsing in de richting "vergrendeld". Deze procedure wordt, in tegenstelling tot de initialisatieverplaatsing voor het ontgrendelen, slechts een keer uitgevoerd. Ook hier is een aanpassing in stappen van 90° mogelijk (wanneer bij het sluiten slechts "1x vergrendelen" gewenst is). Hierdoor worden de batterijen gespaard en verloopt het vergrendelen/ontgrendelen sneller.
Positie "vergrendeld": Druk kort op de toets "ontgrendelen". Het systeem wordt 90° in de richting van "ontgrendelen" verplaatst (deze verplaatsing kan verschillende keren worden uitgevoerd).
Ontgrendel het batterijvak aan rechterzijde van het deursluitsysteem en neem het deksel weg. Verwijder eventueel de lege batterijen. Plaats drie nieuwe batterijen (Mignon/AA/LR6) en houd daarbij rekening met de correcte polariteit. Plaats het deksel van het batterijvak en vergrendel het. Wanneer u het deursluitsysteem voor de eerste keer in bedrijf neemt, start het systeem na het plaatsen van de batterijen met een controle van de basisinstellingen. Die basisinstellingen zijn absoluut noodzakelijk bij de eerste inbedrijfstelling zodat het deursluitsysteem correct kan functioneren. Ga tijdens het instellen correct en nauwgezet te werk; enkel op die manier is een optimale werking gegarandeerd. De basisinstellingen moeten opnieuw worden ingesteld wanneer het deursluitsysteem op een andere sluitcilinder of op een andere deur wordt gemonteerd. Verwijder en/of vervang lege batterijen onmiddellijk om te vermijden dat ze gaan lekken.
Druk kort op de toets "vergrendelen". Het systeem wordt 90° in de richting van "vergrendelen" verplaatst (deze verplaatsing kan verschillende keren worden uitgevoerd).
Bij een lage batterijspanning wordt op het LCD-scherm een knipperend batterijsymbool ( ) weergegeven. Bovendien laat het apparaat na elke uitgevoerde basisfunctie drie waarschuwingssignalen horen. Vervang de batterijen. De instellingen blijven bewaard. Houd bij het plaatsen van de batterijen rekening met de correcte polariteit. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid brandwonden veroorzaken. Draag daarom in dat geval steeds geschikte veiligheidshandschoenen.
14
11
U mag batterijen nooit kortsluiten of in het vuur werpen: explosiegevaar!
7.1.1 Selecteren van de draairichting Test het slot en de sluitcilinder op uw deur met het handwiel om vast te stellen in welke richting u de deur moet vergrendelen (de grendel komt tevoorschijn).
Probeer nooit batterijen te demonteren! Normale batterijen kunnen niet worden opgeladen. Explosiegevaar! Wanneer u het deursluitsysteem gedurende een lange periode niet gebruikt (bijvoorbeeld bij bewaring) moet u de batterijen verwijderen om schade door lekkende batterijen te vermijden. Vervang steeds de volledige set van drie batterijen, en gebruik enkel batterijen van hetzelfde type/merk.
Met de onderste toets schakelt u de draairichting naar "links". De streepjes op het LCD-scherm draaien naar links en geven op die manier de draairichting "naar links" aan. Met de bovenste toets schakelt u de draairichting naar "rechts". De streepjes op het LCD-scherm draaien naar rechts en geven op die manier de draairichting "naar rechts" aan. Selecteer de gewenste draairichting door kort op de bijbehorende toets te drukken.
Gebruik nooit batterijen en accu's door elkaar. Opgelet: wanneer de deur tot dusver nog niet was geopend moet u dat nu doen, zodat de eindaanslagen later correct worden gedetecteerd.
7 Inbedrijfstelling 7.1 Aanpassen van het deursluitsysteem aan het gebruikte slot Het controleren en invoeren van de basisinstellingen gebeurt normaal gezien automatisch tijdens de eerste inbedrijfstelling. Het moet volledig worden uitgevoerd (d.w.z. alle menupunten). Elk menu kan worden afgebroken door lang op een willekeurige toets te drukken. Wanneer gedurende ongeveer 3 minuten op geen enkele toets werd gedrukt, worden alle menu's afgebroken (laat daarom tussen de menu's niet teveel tijd verstrijken). Om het controleren en invoeren van de basisinstellingen manueel te starten (bijvoorbeeld wanneer sinds het plaatsen van de batterijen meer dan 3 minuten zijn verstreken of wanneer u het apparaat op een andere sluitcilinder wil monteren) drukt u gedurende +/- 2 seconden op de ronde "Setup"knop. Wanneer op dat ogenblik al een master-afstandsbediening is geprogrammeerd, moet u zich voor het wijzigen van de basisinstellingen via de master-afstandsbediening aanmelden. Tijdens het aanmelden licht de apparaat-led van de master-afstandsbediening rood op.
Om het instellen van het systeem te vergemakkelijken wordt hierna elke configuratiestap beschreven, met bijbehorende schermmelding en met vermelding van de knop op het deursluitsysteem waarop u moet drukken. Bij het begin van de controle/instelling wordt "1" op het scherm weergegeven. Dit verwijst naar de eerste Setup-stap (zie hieronder). Bovendien verschijnt het symbool "vergrendeld" ( ) en daarna het draaiende richtingssymbool.
12
Druk kort met een voorwerp met scherpe punt op de ronde Setup-knop. U gaat nu naar het volgende menupunt. Op het LCD-scherm wordt "2" weergegeven; dit verwijst naar de tweede Setup-stap.
7.1.2 Positie "ontgrendeld"/"vergrendeld", houdtijd voor de deurschoot Wacht op de eerste initialisatiefase. Het systeem wordt verschillende keren tot tegen de aanslag in de richting "ontgrendelen" verplaatst. De deurschoot moet in dat geval volledig zijn ingetrokken. Op het einde van deze procedure wordt het systeem naar de gedetecteerde positie "ontgrendeld" verplaatst. U kunt deze instelling aanpassen in stappen van 90°, afhankelijk van de functie van het systeem. • Wanneer het systeem overwegend als deuropener wordt gebruikt, moet u de instelling verder in de richting van "ontgrendeld" verschuiven om de tijd voor het intrekken van de deurschoot tot een minimum te beperken. • Wanneer het systeem overwegend wordt gebruikt voor vergrendelen en ontgrendelen moet u de instelling verder in de richting van "vergrendeld" verschuiven om de verplaatsingsafstand en daarmee ook het batterijverbruik zo klein mogelijk te houden. Dit is bijvoorbeeld zinvol voor deuren die ook aan de buitenzijde voorzien zijn van een deurklink.
13