Advies Commissie Gelijke Behandeling inzake de berekening van de omvang van pensioenen onder artikel 12c Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGB) (Dossiernummer: 2004-0153) 9 december 2004 CGB-advies/2004/09
op het verzoek schrift van 27 mei 2004 van ...........................................................................................................................................................................................
gevestigd en kantoorhoudend te ....................................................................................................................................................................
, verzoekster
verschenen in de persoon van ............................................................................................................................................................................................
en ............................................................................................................................................................................................
Kleinesingel 1-3 | Postbus 16001 | 3500 DA Utrecht | T 030 888 38 88 | F 030 888 38 83 | E
[email protected] | W www.cgb.nl
1 Procesverloop 1 . 1 Bij het voornoemde verzoekschrift heeft verzoekster, een pensioenverzekeraar, de Commissie Gelijke Behandeling, hierna: de Commissie, verzocht om advies over de vraag of de beschikbare premieregeling die zij voornemens is aan te bieden in overeenstemming is met artikel 12c van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGB), zoals deze bepaling zal luiden met ingang van 1 januari 2005. 1.2
Desgevraagd heeft verzoekster bij brief van 21 oktober 2004 nadere informatie verstrekt.
Tijdens een bijeenkomst op 28 oktober 2004 heeft de Commissie verzoekster een aantal nadere vragen gesteld en heeft verzoekster haar adviesaanvraag mondeling toegelicht. 1.3
2 Feiten 2 . 1 Verzoekster voert een product voor collectieve pensioenregelingen op basis van een beschikbare premie, waarbij met de beschikbare premie aanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen worden verzekerd. 2 . 2 Artikel 12c is gewijzigd bij Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen), Stb. 2000, 625. Deze wijziging houdt onder meer in dat er voor mannen en vrouwen gelijke pensioenuitkeringen moeten zijn bij beschikbare premieregelingen. Aangezien deze wetswijziging per 1 januari 2005 in werking zal treden, heeft verzoekster haar product overeenkomstig deze nieuwe regeling aangepast.
3 Toelichting op en motivering van het verzoek 3 . 1 Tot voor kort hanteerde verzoekster bij haar onder 2.1 genoemde pensioenregeling voor mannen en vrouwen eenzelfde premie, die leidde tot een lagere pensioenopbouw voor mannen dan voor vrouwen. Met het oog op het nieuwe artikel 12c, tweede lid, aanhef en onderdeel b, WGB stelt verzoekster op basis van een staffel voor de mannelijke verzekerden een staffel voor de vrouwen vast, die op basis van objectieve uitgangspunten leidt tot gelijke pensioenuitkomsten voor mannen en vrouwen. Voor de mannelijke deelnemers wordt uitgegaan van de door het Ministerie van Financiën afgegeven staffel “ouderdomspensioen in combinatie met een direct ingaand bereikbaar nabestaandenpensioen”, 28 april 2003, nr. CPP2003/308M (Staffelbesluit). Vervolgens wordt per leeftijdscohort van vijf jaar het gemiddeld percentage van de mannelijke verzekerde vertaald naar een gemiddeld percentage voor de vrouwelijke verzekerde, dusdanig dat binnen deze leeftijdscohorten gelijke pensioenen voor man en vrouw worden verkregen. 3 . 2 De staffel voor de vrouw is van toepassing gedurende de contractstermijn. Bij iedere wijziging van tarief zal op basis van de objectieve uitgangspunten een nieuwe staffel voor de vrouwelijke verzekerden worden vastgesteld, zodat bij verdere pensioenopbouw het gelijkheidsbeginsel gestand wordt gedaan. In het reglement zal hiervoor een bepaling worden opgenomen. 3 . 3 De objectieve uitgangspunten die verzoekster hanteert zijn onder meer de uitgangspunten die ook worden gehanteerd bij het creëren van een beschikbare premiestaffel conform de regels van het Ministerie van Financiën.
Commissie Gelijke Behandeling
De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: • Carrièrepatroon tot 35 jaar: 3% jaarlijkse salarisaanpassing 35-45 jaar: 2% jaarlijkse salarisaanpassing 45-55 jaar: 1% jaarlijkse salarisaanpassing 55-65 jaar: geen salarisaanpassing; • Franchise bedraagt de minimale franchise en blijft gelijk (2004: ¤ 11.367,-); • Rendement bedraagt 4%; • Aanvangssalaris op 15-jarige leeftijd bedraagt ¤ 15.000,-; • Het uitruilbare nabestaandenpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. 3 . 4 Op basis van deze uitgangspunten wordt voor de volgende leeftijdscohorten vanuit de mannenstaffel en de aangeboden tariefsvoorwaarden de vrouwenstaffel gegenereerd, dusdanig dat per leeftijdscohort een gelijk pensioen wordt verkregen: 15-19; 20-24; 25-29; 30-34; 35-39; 40-44; 45-49; 50-54; 55-59; 60-pensioendatum. De percentages worden afgerond op twee decimalen. 3 . 5 Als voorbeeld wordt bij de pensioenleeftijd van 65 de ministeriële staffel voor de man als volgt vertaald naar de staffel voor de vrouw:
Leeftijd
Percentage man
Percentage vrouw
15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
7,60% 9,00% 10,80% 12,80% 15,20% 18,20% 21,80% 26,20% 31,30% 37,30%
7,45% 8,18% 10,25% 11,80% 14,23% 17,15% 20,27% 24,25% 29,18% 35,87%
Rekening houdend met bovengenoemde uitgangspunten leidt doorrekening van deze staffel tot de volgende aanspraken op ouderdomspensioen op de pensioendatum, waarbij het nabestaandenpensioen 70% van het vermelde ouderdomspensioen bedraagt.
3.6
Nieuwe deelnemer
Te bereiken aanspraak
Man 15 jaar met aanvangssalaris € 15.000,Vrouw 15 jaar met aanvangssalaris € 15.000,-
€ 14.429,€ 14.428,-
Man 25 jaar met aanvangssalaris € 20.000,Vrouw 25 jaar met aanvangssalaris € 20.000,-
€ 13.324,€ 13.320,-
Man 35 jaar met aanvangssalaris € 25.000,Vrouw 35 jaar met aanvangssalaris € 25.000,-
€ 10.373,€ 10.369,-
Man 45 jaar met aanvangssalaris € 50.000,Vrouw 45 jaar met aanvangssalaris € 50.000,-
€ 15.414,€ 15.414,-
Man 55 jaar met aanvangssalaris € 75.000,Vrouw 55 jaar met aanvangssalaris € 75.000,-
€ 12.009,€ 12.010,-
Commissie Gelijke Behandeling
3 . 7 In verband met het hanteren van vijfjarige premiestaffels voor zowel mannen als vrouwen en het feit dat actuariële tarieven voor mannen en vrouwen verschillen en niet bij elke leeftijd dezelfde verhouding kennen, zullen de verschillen bij toe- en uittreding buiten de genoemde leeftijden op de grenzen van de diverse leeftijdscohorten iets toenemen. Ook dan blijven de verschillen echter zeer marginaal. 3 . 8 In de polis wordt opgenomen welke pensioenaanspraak op het moment van afsluiting is gegarandeerd. In de praktijk zal dit niet leiden tot exact de aangegeven verschillen in pensioenaanspraak tussen mannen en vrouwen, omdat de uiteindelijke pensioenaanspraak mede afhankelijk is van het carrièrepatroon van de deelnemer.
Verzoekster is van mening dat de hiervoor beschreven methode van afzonderlijke staffels voor mannen en vrouwen met leeftijdscohorten van vijf jaar in combinatie met directe verzekering van pensioenen, voldoet aan het gestelde in artikel 12c, tweede lid, aanhef en onderdeel b, WGB zoals dat luidt vanaf 1 januari 2005. De oorsprong van het verschil is namelijk de afronding van de beschikbare premiepercentages op twee decimalen achter de komma en het feit dat de verzekerde bedragen, die jaarlijks worden aangepast, in hele euro’s luiden. De verschillen in pensioenbedragen per jaar zijn bovendien niet groter dan 0,25%, wat wil zeggen dat de pensioenbedragen voor mannen en vrouwen voor ten minste 99,75% aan elkaar gelijk zijn. 3.9
3 . 1 0 Alternatieven, een methode van afzonderlijke staffels voor mannen met leeftijdscohorten van vijf jaar en vrouwen met jaarlijks wisselende percentages, of een methode van afzonderlijke staffels voor mannen en vrouwen met jaarlijks wisselende percentages, leiden niet of nauwelijks tot kleinere verschillen in pensioenaanspraken, omdat ook daarbij de afrondingsverschillen zich voordoen. Ook bij tussentijdse toe- en uittreding blijven de verschillen marginaal. Een bijkomend nadelig aspect van éénjarige staffels is dat daarbij de premie voor de vrouwelijke deelnemers bij met name de lagere leeftijden erg fluctueert, doordat per jaar een gelijk premievrij pensioen dient te worden verkregen. In een aantal situaties wordt dan een premie beschikbaar gesteld die boven het maximaal toegestane percentage uitkomt. Het jaar daarop daalt de premie dan weer enorm. Bij vijfjarige staffels vindt veel meer uitmiddeling plaats, waardoor dit wordt voorkomen.
4 Beoordeling van het verzoek Ter beoordeling ligt de vraag voor of de door verzoekster gehanteerde staffels in overeenstemming zijn met het gewijzigde artikel 12c WGB, zoals deze bepaling zal luiden vanaf 1 januari 2005.
4.1
4 . 2 Ingevolge artikel 12b WGB kunnen ook anderen dan de werkgever worden aangesproken op de naleving van het gelijkebehandelingsbeginsel. Op grond van dit artikel kan een pensioenverzekeraar, zoals verzoekster, te zijner tijd worden aangesproken op de naleving van het gestelde in artikel 12c WGB. Verzoekster heeft er daarom belang bij te weten of haar product, dat zij aan werkgevers aanbiedt, in overeenstemming is met het gestelde in artikel 12c WGB. Verzoekster is derhalve ontvankelijk in haar verzoek. 4.3
Artikel 12c, tweede lid, aanhef en onderdeel b, WGB luidt vanaf 1 januari 2005 als volgt:
“Indien het pensioen wordt berekend of mede wordt berekend op grond van de geldelijke bijdrage van de werkgever ten behoeve van de aan diens onderneming verbonden persoon blijft de omvang van de geldelijke bijdrage van de werkgever voor de toepassing van artikel 646 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en van de artikelen 1a en 12b buiten beschouwing. En wordt die geldelijke bijdrage zodanig vastgesteld dat naar het inzicht op het tijdstip van vaststelling, de omvang van de pensioenen voor mannen en vrouwen gelijk wordt getrokken.” 4 . 4 In bovenstaand artikel wordt bepaald dat de pensioenuitkering voor mannen en vrouwen bij beschikbare premieregelingen gelijk dienen te zijn. Hieraan wordt onder meer voldaan indien de werk-
Commissie Gelijke Behandeling
gever de premie zodanig vaststelt dat - althans op het moment van de vaststelling van de premie - de pensioenuitkering voor mannen en vrouwen gelijk is. Om te beoordelen of verzoekster met haar nieuwe product aan het bepaalde onder 4.4 voldoet, gelden de volgende overwegingen. 4.5
4 . 6 Verzoekster hanteert afzonderlijke staffels voor mannen en vrouwen met leeftijdscohorten van vijf jaar. Voor mannelijke deelnemers wordt uitgegaan van de onder 3.1 genoemde fiscale staffel. Vervolgens wordt per leeftijdscohort van vijf jaar het gemiddelde percentage voor de mannelijk verzekerde vertaald naar een gemiddeld percentage voor de vrouwelijk verzekerde en wel zodanig dat binnen deze leeftijdscohorten gelijke pensioenuitkeringen voor mannen en vrouwen worden opgebouwd. Dit leidt tot nagenoeg gelijke pensioenaanspraken, zoals uiteengezet onder 3.5 en 3.6, die in de polis worden gegarandeerd.
De gehanteerde berekeningsgrondslagen leidden tot nagenoeg gelijke gegarandeerde pensioenaanspraken voor mannen en vrouwen. De onderlinge verschillen zijn zeer gering en zijn in casu terug te voeren op afrondingsverschillen als gevolg van het hanteren van actuariële berekeningen. Daarmee voldoet verzoekster in feite aan het bepaalde in artikel 12c WGB, zoals deze luidt vanaf 1 januari 2005. Verzoekster handelt derhalve niet in strijd met artikel 12b WGB.
4 .7
5 Advies De Commissie Gelijke Behandeling spreekt als haar advies uit dat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . geen verboden onderscheid maakt op grond van geslacht bij de door haar gehanteerde staffels.
Commissie Gelijke Behandeling