Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Stichting de Pijler - Spreekuur Nieuwsbrief – 13/09 (6 september 2013) WWB: Hoe zit het precies? Vermogensbegrip in de bijstand en de krediethypotheek Datum: 8-8-2013 Uit regelmatig terugkerende helpdeskvragen blijkt dat gemeenten soms worstelen met het vermogensbegrip in de bijstand en de krediethypotheek. We zetten de zaken nog even voor u op een rijtje. De WWB kent twee soorten vermogen: het vermogen in de eigen woning en het overige vermogen. Het vermogen in de woning (artikel 50 jo. artikel 34 lid 2 onderdeel d WWB) is de som van de waarde ervan, verminderd met de op die woning rustende schulden. Hierbij moet worden opgemerkt dat alleen rekening kan worden gehouden met het aan belanghebbende (en zijn gezin) zelf toekomende vermogen. Zijn er meer eigenaars, die niet betrokken zijn bij de bijstand van belanghebbende, dan wordt de waarde van de woning voor zover het hun vermogen betreft, niet in aanmerking genomen. Vermogen van personen die niet bij de bijstand zijn betrokken kan immers geen invloed hebben op het recht op bijstand van een derde. Het overige vermogen (artikel 34 lid 3 WWB) is de som van de (overige) bezittingen minus de (overige) schulden. Beide vermogensbestanddelen worden onafhankelijk van elkaar beoordeeld. De reden hiervan is dat de beide vermogens een ander beoordelingsdoel dienen. Het vermogen in de woning is bepalend voor de vraag in welke vorm de bijstand moet worden verstrekt. Het overige vermogen is bepalend voor de vraag of er recht bestaat op bijstand. Pas als recht is vastgesteld moet vermogen in woning worden beoordeeld Als het overige vermogen meer bedraagt dan het buiten beschouwing te laten vermogen dan bestaat er geen recht op bijstand, ook als er sprake is van een eigen woning waarop meer schulden rusten dan die woning aan waarde vertegenwoordigt. In dat geval komt men helemaal niet meer aan de beoordeling van het vermogen in de woning toe. Pas als is vastgesteld dat er recht bestaat op bijstand dient het vermogen in de woning te worden beoordeeld. Als van de belanghebbende niet kan worden gevergd dat hij de door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning verkoopt of er een extra hypotheek op vestigt, wat in de regel zo is, moet het college bijstand verstrekken. Vertegenwoordigt de woning een waarde gelijk aan of hoger dan het bedrag genoemd in artikel 34 lid 2 onderdeel d WWB, dan is het college verplicht deze bijstand in de vorm van een geldlening te verstrekken. De wet geeft aan het college niet de bevoegdheid om eventueel negatief overig vermogen in mindering te brengen op de waarde van de woning. Zekerheid kan worden gesteld als hypotheek of pandrecht Als het college verplicht is de bijstand in de vorm van een geldlening te verstrekken, kan het daaraan de verplichting verbinden dat er een zekerheid wordt gesteld (artikel 48 lid 3 WWB). Deze zekerheid kan worden gesteld in de vorm van een hypotheek of pandrecht. Het college zal van deze bevoegdheid meestal gebruikmaken. Voldoet belanghebbende niet aan deze verplichting dan heeft het college twee mogelijkheden. Omdat de belanghebbende niet voldoet aan deze aan de geldlening verbonden verplichting, wordt de lening ineens opeisbaar en kan hij worden teruggevorderd met toepassing van artikel 58 lid 2 onderdeel b WWB. Het college kan de bijstand ook afstemmen. De gemeentelijke afstemmingsverordening moet daar dan wel de mogelijkheid voor bieden. Toekenning bijstand weigeren als hypotheek vestigen niet lukt? Kan het college toekenning van bijstand weigeren als het om wat voor reden niet lukt een hypotheek te vestigen? Naar mijn mening niet - het recht op bijstand is immers al vastgesteld. Het college moet de bijstand toekennen en wel in de vorm van een geldlening, als aan de voorwaarden van artikel 50 WWB wordt voldaan. De bevoegdheid om een hypotheek te vestigen is slechts ter zekerheid van de aflossing van deze geldlening, niet om het recht te verzekeren. Bron: mr. Sasha Brakel / KluwerSchulinck
Meer cao-afspraken over werk arbeidsgehandicapten na sociaal akkoord Datum: 8-8-2013 Het sociaal akkoord dat kabinet, vakbonden en werkgeversorganisaties in april sloten, leidt tot meer cao-afspraken om arbeidsgehandicapten stage- en arbeidsplaatsen te bieden. In 31 procent van de na het sociaal akkoord afgesloten cao‟s staat zo‟n afspraak. Eerder was dat slechts in 20 procent van de cao's het geval.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Dat stelt werkgeversvereniging AWVN in de maandelijkse voortgangsrapportage over het cao-seizoen. Geest sociaal akkoord voelbaar in onderhandelingen AWVN verwacht dat het aantal afspraken over jongeren en andere groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt de komende maanden verder zal stijgen. Volgens de werkgeversvereniging is de geest van het sociaal akkoord in de cao-onderhandelingen voelbaar, soms wordt expliciet verwezen naar het akkoord. Quotum wettelijk vastgelegd In het sociaal akkoord spraken werkgevers en overheid af de komende 14 jaar in totaal 125.000 arbeidsgehandicapten aan werk te helpen. Daarnaast wordt een quotum met jaarlijks te behalen aantallen wettelijk vastgelegd. Dat quotum wordt geactiveerd op het moment dat het aantal afgesproken banen niet tot stand komt. Dan komt er alsnog een wettelijke plicht voor bedrijven om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Bron: AWVN.nl
'Amsterdammers in de bijstand moeten massaal vrijwilligerswerk gaan doen' Datum 8-8-2013 Werklozen in Amsterdam moeten massaal vrijwilligerswerk doen. Zo doen ze iets terug voor de samenleving, maar komen ze ook sneller aan het werk. Dat staat in een initiatiefvoorstel van de VVD. De liberalen denken zo ook een oplossing te hebben gevonden voor de vraag naar vrijwilligers, die de komende jaren fors zal toenemen.. De werkloosheid in de stad is snel opgelopen: van 6,8 procent van de beroepsbevolking in 2010 tot 9,4 procent begin dit jaar. Ook het aantal mensen met een bijstandsuitkering is behoorlijk toegenomen, tot ongeveer veertigduizend. De VVD wijst erop dat tegelijkertijd de vraag naar vrijwilligers fors zal toenemen, zeker als de bezuinigingen op de zorg hun beslag krijgen. 'Die twee dingen willen we met elkaar verbinden,' zegt VVD-gemeenteraadslid Marianne Poot. 'We denken dat veel Amsterdammers het leuk vinden iets nuttigs te doen voor anderen, maar het is ook bewezen dat mensen die in een arbeidsritme zitten, gemakkelijker weer aan het werk komen. Bovendien kunnen ze best wat terugdoen totdat ze een nieuwe baan hebben gevonden.' De VVD vindt dat de Dienst Werk en Inkomen werklozen al bij de inschrijving moet stimuleren vrijwilligerswerk te doen en ze een cursus moet aanbieden om te bekijken welk werk ze leuk vinden en zouden kunnen doen. 'Uit onderzoek blijkt dat de meeste werklozen geen bezwaar hebben tegen vrijwilligerswerk, maar dat ze wel willen kunnen kiezen.' Bron: Parool.nl
FNV: "Verlaging zelfstandigenaftrek zal zzp’ers hard treffen" Datum: 9-8-2013 FNV Zelfstandigen is ongerust over het voornemen van het kabinet om te snijden in fiscale regelingen voor zelfstandig ondernemers. Vele duizenden zullen in de bijstand komen, waardoor de bezuiniging niets oplevert. FNV Zelfstandigen, belangenbehartiger van ruim 15.000 zelfstandigen in de sectoren Bouw, Diensten, Groen, Handel, ICT, Industrie, Vervoer en Zorg, is bezorgd over de gevolgen van de kabinetsplannen om te snijden in de fiscale voordelen voor zelfstandige ondernemers. Volgens het kabinet worden werkgevers nu te veel verleid om werknemers te ontslaan om ze vervolgens als zelfstandige ondernemer in dienst te nemen. Dat wil het kabinet nu tegengaan door te bezuinigen op de ondernemersfaciliteiten. Lastenverzwaring niet op te brengen Als de belastinghervorming wordt doorgezet zal een grote groep zelfstandige ondernemers met een jaarinkomen van rond de €20.000 de voorgestelde lastenverzwaring van €200 en later €300 per maand niet kunnen opbrengen.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Bezuiniging levert niets op UPDATE 14 augustus: De FNV becijferde na een ondervraging van 1400 ondernemers dat 9 procent overweegt met het bedrijf te stoppen. Het aantal zzp'ers is de afgelopen jaren gegroeid naar bijna 800.000. Als bijna de helft van de eenmansbedrijven die er over denkt de deuren te sluiten dat echt doet en als kostwinner bijstand aanvraagt, dan kost dat 32.000 uitkeringen. De sociale diensten zijn dan 509 miljoen euro kwijt, blijkt uit berekeningen van Trouw. Het kabinet denkt juist 500 miljoen te besparen. Kortom: de bezuiniging levert niets op. Beter opdrachtgevers aanpakken „Deze belastinghervorming zal ervoor zorgen dat een grote groep zelfstandige ondernemers met een lage omzet het financieel niet overleeft. Het verbaast ons dan ook dat het kabinet de groei van het aantal zelfstandig ondernemers wil beperken door te bezuinigen op de zelfstandigenaftrek, in plaats van de opdrachtgevers aan te pakken die met schijnconstructies werken‟, aldus Josien van Breda-Hoekstra, beleidsadviseur bij FNV Zelfstandigen. Speciale aandacht „Met name de groep zelfstandige ondernemers die de afgelopen jaren hun omzet steeds zag dalen wordt hierdoor benadeeld. Wij willen dan ook dat deze groep speciale aandacht krijgt waardoor zij hun onderneming draaiende kunnen houden en geen beroep hoeven te doen op voorzieningen zoals de bijstand.‟ Bron: FNV
Asscher: kabinet komt met investeringspakket Datum: 15-8-2013 Het kabinet komt op Prinsjesdag met een investeringspakket in de strijd tegen de oplopende werkloosheid. Vicepremier en minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher zei dat woensdag in reactie op werkloosheidscijfers van het CBS en het CPB. Asscher is in afwachting van de eerste banenplannen vanuit verschillende economische sectoren, waarvoor hij een potje heeft van 600 miljoen euro om de plannen mede te financieren. Asscher zei te hopen op een snel plan vanuit de bouwsector. Het kabinet wil volgens hem mensen zo veel mogelijk aan het werk houden, anders overbrengen naar een andere baan en daarnaast de hoge jeugdwerkloosheid aanpakken door nieuwe banen te creëren voor jongeren. Werk moet prioriteit zijn voor Nederland en kabinet ,,De harde klap van de recessie houdt aan. Gelukkig laat het CPB ook zien dat er dit en volgend jaar herstel aankomt. Maar het is een hard gelag voor mensen die hun baan kwijtraken. Werk moet de belangrijkste prioriteit zijn voor Nederland en voor het kabinet. Dat moeten we terugzien in de begroting, met een investeringspakket'', aldus Asscher. Hij hoopt erop dat Nederland kan aansluiten bij het voorspoedige economisch herstel in Duitsland. ,,We weten dat Nederland daarvan uiteindelijk meeprofiteert via de export, maar we weten ook dat het nog wel even duurt.'' Bezuinigingen kunnen dempend effect hebben Asscher erkent dat de bezuinigingen met een hoogte van 6 miljard euro - waarover het kabinet nog knopen door moet hakken - een ,,dempend effect'' kunnen hebben op de economische groei volgend jaar. Toch denkt hij dat de Nederlandse economie volgend jaar kan groeien, als het kabinet bij het op orde brengen van het begrotingstekort de juiste balans weet te vinden. ,,Dat betekent zo min mogelijk lastenverzwaringen en waar dat onvermijdelijk is, doen we dat op een manier die de economie heel laat, die werkgelegenheid behoudt en economische groei mogelijk maakt.'' Aantrekkende vraag naar uitzendkrachten lichtpunt Asscher noemde de aantrekkende vraag naar uitzendkrachten en de groeiende orderportefeuilles bij Nederlandse bedrijven lichtpunten in de ramingen van woensdag. Bron: ANP
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Uitkeringsfraude vaker opgespoord Datum: 12-8-2013 Uitkeringsgerechtigden die frauderen, lopen vaker tegen de lamp. Door grondiger te controleren hebben gemeenten ongeveer een kwart meer bijstandsfraude opgespoord dan enkele jaren geleden. Daarnaast worden bijstandsfraudeurs vaker verklikt en ze verraden zichzelf meer via sociale media als Facebook en Twitter. Een woordvoerster van directeur Christien Bronda van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) van Amsterdam, tevens de vicevoorzitter van de Nederlandse koepel van sociale diensten (Divosa), meldde dit maandag 12 augustus 2013. Steeds meer opsporen Dat gemeenten steeds meer opsporen komt voor een deel doordat ze moeten bezuinigen en daarom beter handhaven. Ook hebben ze betere risicoprofielen ontwikkeld, waardoor ze zich bijvoorbeeld meer op cliënten richten die eerder hebben gefraudeerd. Verder worden aanvragen vaker afgewezen na controle van de gegevens. Amsterdam In 2010 waren er in Amsterdam 367 strafrechtelijke fraudeonderzoeken. Aan ten onrechte uitgekeerde uitkeringen vorderde de gemeente dat jaar 3,36 miljoen euro terug. Vorig jaar was het aantal gestegen naar 560 onderzoeken en verdubbelde het ontdekte fraudebedrag naar 6,26 miljoen. Kliklijn Ook zijn mensen in deze economisch zware tijden bereid fraudeurs aan te geven. De Amsterdamse kliklijn leverde vorig jaar 750 serieuze meldingen op, en in de eerste 7 maanden van dit jaar 390. Fraudeurs verraden op sociale media bovendien zichzelf doordat daar blijkt dat ze toch werk hebben of dat ze te vaak op vakantie zijn. Stijging totaalbedrag fraude Gemeenten verstrekken jaarlijks circa 4 miljard euro aan bijstandsuitkeringen en toelagen. Volgens Divosa toont onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit 2012 aan dat gemeenten in 2011 67 miljoen euro aan fraude vaststelden, 14 miljoen meer dan in 2010. Dat komt neer op 1,67 procent van het totale uitkeringsbudget. Daling gemiddeld fraudebedrag De stijging hield daarbij gelijke tred met de stijging van het aantal bijstandsgerechtigden. Dat aantal is inmiddels nog verder omhoog gegaan: van 316.000 begin 2010 naar 365.000 begin dit jaar. Belangrijk is volgens Divosa dat het gemiddelde fraudebedrag zakt doordat controlediensten er korter op zitten. Bron: ANP
WAJONG: 100.000 jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen Datum: 15-8-2013 Eind 2014 zijn er ongeveer 240.000 mensen met een Wajong-uitkering en daarvan hebben er 100.000 geen arbeidsvermogen. Zij behouden hun Wajong-uitkering ook na 1 januari 2015. Dat schrijft staatssecretaris Klijnsma in antwoord op kamervragen van de SP. Klijnsma baseert zich daarbij op ramingen van het UWV. Wajongers zullen, conform de afspraken in het sociaal akkoord, worden herbeoordeeld op hun arbeidsvermogen. Hoe de beoordeling van het zittend bestand precies zal worden vormgegeven wordt nog nader uitgewerkt. Wanneer blijkt dat iemand met een Wajong-uitkering nog arbeidsvermogen heeft, gaat hij tot de doelgroep van de Participatiewet behoren en kan hij voor ondersteuning terecht bij de gemeente. Ook het moment waarop mensen overgaan naar gemeenten wordt nader uitgewerkt in overleg met de VNG, het UWV en de sociale partners, aldus de staatssecretaris. Ze schrijft verder dat het voor de mensen die het betreft van belang is dat deze overgang zorgvuldig zal plaatsvinden. Belang sociaal akkoord benadrukt Klijnsma benadrukt in haar antwoorden nogmaals het belang van het sociaal akkoord. De meerwaarde daarvan is volgens haar dat de sociale partners zich nu ook hebben verbonden aan de doelstelling om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Werkgevers stellen zich (oplopend tot 2026) garant voor 100.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Daarnaast stelt de overheid zich garant voor 25.000 extra banen voor deze groep.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Bron: Rijksoverheid.nl
Asscher: ‘Extra persoonlijke dienstverlening tot Werk.nl voldoet’ Datum: 23-8-2013 Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op donderdag 22 augustus de antwoorden op vragen van SP aan de Tweede Kamer gestuurd. De SP stelde de vragen naar aanleiding van het onderzoek van FNV naar het functioneren van werk.nl. De boodschap van de minister is dat UWV tot in 2015 bezig is met het ontwikkelen van de digitale dienstverlening. De website werk.nl wordt „verbouwd terwijl de winkel open is‟. In de beantwoording reageert Asscher op de resultaten van het FNV-onderzoek naar het functioneren van werk.nl. Hij haalt in zijn reactie het onafhankelijke onderzoek van UWV aan naar de klanttevredenheid. Ook daaruit blijkt volgens de minister dat de dienstverlening verder moet worden verbeterd. Het verbeteren van de website heeft de hoogste prioriteit, benadrukt Asscher. UWV werkt continu aan de verbetering van de werking en toegankelijkheid van de digitale dienstverlening. Flexibeler Asscher geeft verder aan achter de invoering van de digitale dienstverlening te staan. Hij schrijft in de brief over de halvering van het budget voor UWV WERKbedrijf en de ingrijpende aanpassing van de organisatie. Volgens de minister kan UWV door de digitale dienstverlening met minder capaciteit een adequate ondersteuning aan werkzoekenden en werkgevers blijven bieden. Asscher: „Een bijkomend voordeel van de digitale dienstverlening is de snelheid waarmee UWV in staat is het grote aantal aanvragen voor een WW-uitkering af te wikkelen. De keuze voor digitale dienstverlening is een beleidsmatige keuze, waar de regering nog steeds achter staat.‟ Aanvullende dienstverlening Asscher gaat in zijn brief ook in op de aanvullende dienstverlening aan klanten in geval van storingen: „UWV biedt deze aan door telefonisch bereikbaar te zijn en klanten per post formulieren op te sturen. Daarnaast zorgt UWV gedurende de ontwikkeling van de digitale dienstverlening voor aanvullende dienstverlening. Ik heb UWV extra middelen toegekend waarmee UWV uitkeringsgerechtigden elke dinsdagmiddag persoonlijke ondersteuning biedt op de vestigingen. Binnenkort wordt deze mogelijkheid verder uitgebreid. Tot 2015 kunnen WW-gerechtigden dan iedere middag op de vestigingen terecht voor persoonlijke ondersteuning. Hiervoor zal UWV 130 medewerkers werven onder werkzoekende jongeren.‟ Bron: UWV
Participatiewet: Geld blijft zorgpunt Datum: 25-8-2013 De financien van de nieuwe Participatiewet zijn de grootste bron van zorg voor gemeenten. De vergoedingen voor de sociale werkvoorziening, het budget voor begeleiding en re-ïntegratie: overal is minder geld voor beschikbaar. En ook voor de snelle instroom van een nieuwe groep Wajongers krijgen gemeenten geen extra middelen. Niet helemaal gerust Er staat veel goeds in de wet, vindt de VNG. Zoals een ontschotte financiering, de loonkostensubsidie en de quotumregeling die als „stok achter de deur‟ dient indien werkgevers niet genoeg banen creëren. Maar helemaal gerust lijkt de VNG ook niet op de plannen van staatssecretaris Jetta Klijnsma (Pvda, Sociale Zaken). Dat hebben ze haar via een consulatieronde op het conceptwetsvoorstel laten weten. Subgroep „Met de uitwerking van de voorziening beschut werk blijft het kabinet nog ver weg van de door gemeenten gevraagde één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt‟, aldus gemeenten. „Op deze manier gelden voor een subgroep toch weer afwijkende voorwaarden en wordt het voor gemeenten moeilijker om een samenhangende benadering met een doorlopende participatieladder te ontwikkelen.‟ Minder geld En dus ook voor wat betreft de financiële consequenties zijn gemeenten het nog niet zo zonnig in. De vergoeding die het rijk betaalt voor de lonen van de Sw‟ers wordt afgebouwd. Gemeenten draaien op voor het gat dat ontstaat. Daardoor zal er minder geld beschikbaar komen voor begeleiding van werkzoekenden. En omdat de Sw-
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
sector ook nog eens gaat krimpen, blijft er nauwelijks geld over voor de re-ïntegratie van werklozen, vreest de VNG. Ze voorspelt financiële problemen voor een groot aantal gemeenten. Wajongers Tussen 2015 en 2017 zullen alle Wajongers herkeurd worden. Het deel dat „arbeidsvermogen‟ heeft, gaat dan onder de Participatiewet vallen. Verwacht wordt dat gemeenten daardoor zo‟n 140 duizend nieuwe „klanten‟ erbij krijgen. Gemeenten moeten expertise opbouwen voor deze groep maar krijgen geen geld om de snelle extra instroom af te handelen of om deze expertise op te bouwen. Achterblijven Bedrijven hebben weliswaar toegezegd om de komende jaren extra banen te creëren voor mensen uit de Participatiewet, maar volgens gemeenten is de kans groot dat dit niet snel genoeg gaat. „Het ziet ernaar uit dat het aantal garantiebanen in de eerste jaren van de Participatiwet achterblijft bij het aantal mensen dat er een beroep op moet doen‟, aldus de VNG. Werkkamer Inmiddels zijn gemeenten samen met sociale partners wel van start gegaan in het zogeheten Werkkameroverleg. In juli, na het VNG congres weigerden gemeenten nog plaats te nemen in het overleg, omdat er te veel onduidelijk was over de voorwaarden. Maar na enige verduidelijking van Klijnsma, wil de VNG nu toch met de gesprekken van start gaan. In de Werkkamer zal onder meer bepaald worden hoe de regionale werkbedrijven eruit komen te zien. Hamming en Van Es Namens de gemeenten zitten onder anderen wethouder Andreé van Es van Amsterdam en de voorzitter van de commissie Werk en Inkomen Jan Hamming in het overleg. Aan de kant van de sociale partners zitten vertegenwoordigers van de vakbonden, MKB-Nederland en werkgeversorganisatie VNO-NCW aan tafel. Bron: Binnenlands Bestuur
FNV: gelijk loon voor gelijk werk Datum: 21-08-2013 De brandbrief van minister Asscher in de Volkskrant van zaterdag 17 augustus stelt dat het 'code oranje' is en dat malafide praktijken en uitbuiting van werknemers urgent aangepakt moeten worden, ook in Europees verband. Nu hoort de bestrijding van malafide praktijken natuurlijk al tot de verplichting van de lidstaten. Als ze dat goed zouden doen, zouden werknemers uit een andere lidstaat niet goedkoper zijn dan Nederlandse werknemers. Want het Europese recht bepaalt dat werknemers uit andere lidstaten recht hebben op hetzelfde loon, dezelfde sociale premies en dezelfde arbeidsvoorwaarden als hun Nederlandse collega's. Toch komt het nog veel te vaak voor dat Jan, Janek en Jose voor hetzelfde werk ongelijk loon verdienen. Had de minister dan niet gewoon beter moeten handhaven? Bureau Handhaving cao Voor de FNV is gelijk loon voor gelijk werk het uitgangspunt. Daarom hebben we in het sociaal akkoord met de minister afgesproken dat er een Bureau Handhaving cao komt. Sociale partners gaan toezien op naleving van caoafspraken in verschillende sectoren, want doorgeschoten flexwerk, schijnconstructies en andere ontduiking van de cao komen nog veel te vaak voor. Het is daarom zonder meer positief dat de minister 'gelijk werk voor gelijk loon' bovenaan de agenda zet. Bescherming schiet tekort Maar waar werknemers beschermd worden door het vrij verkeer van werknemers, vallen zelfstandigen en werknemers in dienst bij buitenlandse uitzendbureaus daar niet onder. Een zelfstandige is geen werknemer, maar dienstverlener en heeft geen minimumloon, pensioen of uitkering bij ziekte. Daarmee is een dienstverlener uit een ander lidstaat - door de grote loon- en welvaartsverschillen tussen de EU-lidstaten - vaak goedkoper dan een Nederlandse zelfstandige, en veel goedkoper dan een werknemer in Nederland. En daarbovenop kennen we het fenomeen schijnzelfstandigheid. Werknemers uit een andere lidstaat die zogenaamd als zelfstandige werkzaam zijn, maar in werkelijkheid gewoon werknemer blijken te zijn. De rechter kan achteraf controleren, maar het malafide tussenbureau kijkt wel beter uit dan een zaak voor de rechter te laten komen. Scheelt voor wie kwaad wil toch een aardige duit. Een malafide praktijk, waartegen Asscher hard moet optreden.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Buitenlandse uitzendkrachten hoeven het eerste half jaar enkel het minimumloon of het minimale cao-loon te krijgen. In plaats van normale Nederlandse sociale premies betalen werkgevers bijvoorbeeld de veel lagere sociale premies uit het land waar het uitzendbureau gevestigd is. En die verschillen zijn groot. Geen 'malafide' praktijk het is toegestaan -en toch komt uitbuiting dan snel om de hoek kijken. Ook hier zou de minister wat aan kunnen en moeten doen. Uitwassen aanpakken Uitwassen in het vrij verkeer van werknemers, personen en diensten moeten dringend aangepakt worden. Bulgaren en Roemenen zijn vaak aan het werk via het vrij verkeer van diensten. Zzp'ers (echte en 'onechte') kunnen zich 'probleemloos' melden op de Nederlandse arbeidsmarkt. Zij kunnen hun eigen tarieven stellen en hoeven zich niet te houden aan cao-bepalingen. Met name het gerommel met allerlei uitzendconstructies en zogenaamde zelfstandigen leidt tot grote verstoringen op de arbeidsmarkt. Hoewel een en ander officieel niet onder het 'vrij verkeer van werknemers' valt, wordt het erg moeilijk om door de bomen het bos te zien. Men ziet een toename van arbeidsmigranten uit de MOE-landen en een toename van misstanden. Dat wordt niet opgelost door een 'grenzen dicht debat', al was het alleen maar omdat dat enkel de werknemers betreft. In plaats daarvan moet de aandacht gaan naar het structureel aanpakken van uitbuitingsconstructies. In Nederland en in heel Europa moeten de (Europese) regels voor handhaving versterkt worden. Uiteindelijk brengt het dus schade toe aan de economie. Daarom pleit de FNV voor gewoon goed werk voor iedereen. Bron: FNV
Schuldhupverlening: Voldoet de gemeente aan hun informatieplicht? Doorlooptijd in de schuldhulpverlening Datum: 28-8-2013 In de schuldhulpverlening heeft u als gemeente de wettelijke plicht de schuldenaar die zich bij u meldt met een verzoek om hulp te informeren over de „doorlooptijd‟ van zijn traject. Uw college geeft de verzoeker daarmee inzicht in het aantal weken tussen het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld - de intake - en het bereiken van het resultaat (artikel 4 lid 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening). In het vele gemeentelijke beleid dat mij ter oge komt zie ik echter vaak dat er niets of nauwelijks iets is opgenomen over die doorlooptijd. Ik vermoed dan ook dat veel gemeenten ermee worstelen hoe ze met deze verplichting moeten omgaan. Want hoe weet u als gemeente nu van tevoren binnen hoeveel tijd het resultaat van de schuldhulpverlening wordt behaald? U heeft toch geen glazen bol? Resultaat is niet altijd schuldenvrije toekomst Gemeenten denken vaak dat de informatieplicht over de doorlooptijd betekent dat ze de verzoeker inzicht moeten geven in de tijd die het kost totdat de schuldenregeling is doorlopen, en een schuldenvrije toekomst is bereikt. En dat terwijl vaak nog niet eens duidelijk is of er daadwerkelijk een schuldenregeling kan worden opgestart, omdat de schuldenaar bijvoorbeeld instabiel of verslaafd is, kampt met psychische problemen of te maken heeft met een echtscheiding die nog niet rond is. Dat kan natuurlijk niet, maar de wetgever vraagt dat ook niet van u. Die schrijft alleen voor dat er een inschatting moet worden gemaakt van de tijd tot het bereiken van het resultaat. De wetgever zegt daarover: “De doorlooptijd zal van schuldenaar tot schuldenaar verschillen. Het aantal weken dat verstrijkt tussen het moment waarop de hulpverlening start en het bereiken van een resultaat is immers bij uitstek de periode waarin het bieden van maatwerk aan de schuldenaar aan de orde is.” De wetgever heeft het in de toelichting over EEN resultaat, niet HET EINDresultaat. Dat het niet gaat om het ultieme resultaat blijkt ook al uit de wettekst zelf, die spreekt over het 'aantal weken'. Dat geeft al aan dat het niet nodig is dat u een inschatting maakt van het aantal maanden of jaren totdat het ultieme resultaat, de schuldenvrije toekomst, is bereikt. Noem aantal weken tot eerste resultaat Maak het uzelf dus niet te moeilijk: noem het aantal weken tot het eerste resultaat. Dat kan zijn het moment waarop u verwacht te beginnen met de schuldregeling, maar ook - zeker als dat niet te overzien is - het aantal weken totdat iemand uitgenodigd zal worden bij maatschappelijk werk of een gesprek krijgt bij verslavingszorg. Binnen de gemeente kunt u over die termijnen afspraken maken met de betreffende organisaties.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Wek geen valse verwachtingen Nog een tip: vertel de verzoeker de doorlooptijd ook niet te snel. Uitgaande van de wettekst zou u de doorlooptijd moeten noemen in het intakegesprek. Later noemen lijkt niet logisch; de periode loopt immers al vanaf de intake. Maar tijdens de intake heeft u nog helemaal niet duidelijk of iemand wel recht op schuldhulpverlening heeft. Om geen verwachtingen te wekken, is het verstandiger de doorlooptijd pas later te noemen, bijvoorbeeld in de toekenningsbeschikking. Bij het afgeven van die beschikking is immers een hoop meer duidelijk. Dan weet u ook beter welk traject u met de schuldenaar ingaat en of er bijvoorbeeld eerst nog andere stappen moeten worden genomen, zoals het aanpakken van een verslaving of het afwikkelen van een echtscheiding. Het benoemen van de doorlooptijd in de toekenningsbeschikking zou er zo uit kunnen zien: "Naar verwachting heeft u [AANTAL WEKEN DOORLOOPTIJD] na ons eerste gesprek op [DATUM INTAKE] het resultaat bereikt. In uw geval bestaat het resultaat uit: [VERWACHT RESULTAAT NOEMEN]." Bron: mr. von Weersch / KluwerSchulinck
Arbeidskorting verhoogd met 250 euro Datum: 28-8-2013 De arbeidskorting voor werkenden wordt volgend jaar verhoogd met 250 euro. Die lastenverlichting is onderdeel van het pakket maatregelen van het kabinet voor 2014. De maatregel kost het kabinet volgend jaar 785 miljoen euro, aldus bronnen rond de coalitie tegenover het ANP. De 6 miljard euro aan bezuinigingen wordt voornamelijk bereikt door een besparing van 1475 miljoen op de zorg, 1410 in de collectieve sector (onder meer bevriezen salarissen ambtenaren) en een totaal aan lastenverzwaringen van 2670 miljoen euro. Daarin zit onder meer de maatregel die stamrechten (het fiscaal gunstig apart zetten van een gouden handdruk) per 1 januari 2014 verbiedt. Dat levert het kabinet 830 miljoen euro op. Daarnaast wordt het mogelijk om de bestaande stamrechten op te nemen tegen een belastingtarief van 80 procent van het normale tarief. Dat levert de schatkist 1235 miljoen euro op. Besparing in zorg door aanpakken fraude en verkwisting In de zorg wordt volgend jaar 250 miljoen bespaard door het aanpakken van verkwisting en fraude, wordt 320 miljoen gesneden op de zorgtoeslagen en wordt 750 miljoen bespaard op de kosten voor geneesmiddelen. Verder wordt het mogelijk om 100.000 euro belastingvrij te schenken, mits de ontvanger het geld gebruikt voor een nieuw huis of een renovatie of verbouwing. Extraatje voor minima en huishoudentoeslag Minima krijgen in 2014 eenmalig een extraatje van zo'n 100 euro. Verder gaat het mes in de toeslagen voor bijvoorbeeld huur en zorg. Die worden vervangen door een huishoudentoeslag. Bron: ANP
Dekking arbeidsongeschiktheidspensioen bij baanwisseling Datum: 30-8-2013 Werknemers met een beperking die van baan wisselen behouden inkomensbescherming op basis van de pensioenregeling waarin ze deelnemen. Het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie hebben hierover afspraken gemaakt. Staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft de afspraken naar de Tweede Kamer verzonden. Lees de volledige brief op: http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/07/18/dekkingarbeidsongeschiktheidspensioen-bij-baanwisseling/dekking-arbeidsongeschiktheidspensioen-bij-baanwisseling.pdf Bron: Rijksoverheid
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Welke tegenprestatie kan een gemeente aan een bijstandsgerechtigde vragen? Datum: 30-8-2013 Van iemand die een beroep doet op de bijstand, kan een tegenprestatie naar vermogen worden gevraagd. In deze basisgedachte kunnen de meeste bestuurders zich wel vinden. Maar de vraag welke werkzaamheden de bijstandsgerechtigde dan uit kan voeren, is lastig te beantwoorden. Juridisch adviseur bij Stichting Stimulansz Erik Rutten weet wel raad met die vraag. De tegenprestatie bevindt zich binnen het spectrum van de onbeloonde werkzaamheden. Een vergelijking maken met een ander begrip uit dit spectrum, ˜Werken met behoud van uitkering", werkt verhelderend. Zo staat bij de tegenprestatie het maatschappelijk nut voorop, terwijl werken met behoud van uitkering de reintegratie van de betrokkene ten goede dient te komen. Werkzaamheden in het kader van de tegenprestatie mogen bovendien niet tot de reguliere arbeidsmarkt behoren, maar die bij werken met behoud van uitkering mogen dat wel. Verdringing Voor alle onbeloonde werkzaamheden geldt verder dat zij additioneel van aard dienen te zijn. Bij dit lastig te duiden criterium is het verstandig om voor ogen te houden dat de wetgever hiermee verdringingseffecten wilde voorkomen. Maar er zijn nog twee andere basiskenmerken van de tegenprestatie; ˜tijdelijkheid" en ˜beperkte omvang. Deze zorgen er samen al voor dat er bij de tegenprestatie van verdringing nauwelijks sprake zal zijn. Vrijwilligers Bij tegenprestaties gaat het kortom om kortdurende werkzaamheden, waarvoor anders ""als ze al zouden worden uitgevoerd" een groep vrijwilligers zou worden opgetrommeld. Wil een gemeente de tegenprestatie breed en succesvol in kunnen zetten, dan dient de intrinsieke motivatie van de betrokkene medebepalend te zijn. Het is wenselijk dat de gemeente de betrokkene daarbij faciliteert, bijvoorbeeld met een portfolio van mogelijke werkzaamheden. In die context is eigenlijk alles mogelijk. Bron: Stichting de Pijler
CG-Raad: Hervorming langdurige zorg rammelt nog steeds Datum: 23-08-2013 Patiënten- en gehandicaptenorganisaties hebben nog steeds grote zorgen over de hervorming van de langdurige zorg. Afgelopen woensdag voerden zij hierover overleg met staatssecretaris Van Rijn. De gemeenten krijgen de regie, maar de vraag is of zij wel op tijd klaar zijn voor hun nieuwe taken. Zeker omdat er tegelijkertijd ook fors bezuinigd wordt. Ook is er nog veel onduidelijkheid waar mensen aanspraak op kunnen maken. De angst is dat mensen tussen wal en schip vallen. De CG-Raad, Platform VG, NPCF, LPGGz, Per Saldo, MEE en LOC zijn pas laat door VWS betrokken bij de consultatie over de nieuwe Wmo, die per 1 januari 2015 ingaat. Met gevolg dat in het eerste voorstel de positie van burgers met een ondersteuningsvraag onderbelicht bleef. Na overleg met de PG-organisaties is het voorstel op een aantal punten wel verbeterd. Maar er blijven grote punten van zorg. Zo is nog steeds niet duidelijk hoe de samenhang tussen bijvoorbeeld WMO en AWBZ en Zorgverzekeringswet is. Kunnen mensen die gebruik maken van de AWBZ straks nog wel een beroep doen op WMO-voorzieningen zoals woningaanpassing en collectief vervoer? Krijgen mensen te maken met steeds wisselende zorgverleners van verschillende organisaties met als gevolg geen vertrouwde zorgverleners meer, steeds weer iemand anders in huis? PG-organisaties blijven benadrukken dat er geen mensen tussen wal en schip mogen vallen. Meer zelf regelen Bovendien zal door alle bezuinigingen de groep die nog aanspraak kan maken op ondersteuning aanzienlijk kleiner worden. In de nieuwe Wmo wordt ook een groter beroep gedaan op de eigen inzet en eigen betalingen. Dit terwijl de inkomenspositie van mensen met een beperking de komende jaren verslechtert door het afschaffen van financiële compensatieregelingen, zoals de Wtcg en belastingaftrek voor zorgkosten. Zorgvuldige invoering bij gemeenten Een ander punt van zorg is dat van gemeenten in korte tijd teveel gevraagd wordt. Ze moeten niet alleen voor een hele grote groep ouderen en mensen met een beperking ondersteuning gaan regelen. Ze worden per 1 januari 2015 ook verantwoordelijk voor de Jeugd- en Participatiewet. De PG-organisaties vrezen dat gemeenten dit allemaal niet binnen de gevraagde termijn voor elkaar krijgen met alle gevolgen van dien voor kwetsbare burgers.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Verbeteringen Zoals gezegd zijn er ook verbeteringen in het voorstel gemaakt op aandringen van de PG-organisaties. Zo is duidelijker vastgelegd wat men van de gemeente mag verwachten en volgens welke regels het „keukentafelgesprek‟ (onderzoek naar de hulpvraag) moet verlopen. Ook is het recht op een bezwaar- en beroepsprocedure bij de individuele maatwerkvoorziening ingebouwd. Verder is er de verplichting gekomen om per 1 januari 2015 in alle gemeenten cliëntondersteuning beschikbaar te hebben. En hebben mensen - onder bepaalde voorwaarden - recht op een pgb. De PG-organisaties zijn tevreden over deze aanpassingen in het voorstel, maar vinden de plannen op andere onderdelen nog niet solide. Regie bij mensen zelf De patiëntenorganisaties vinden dat er betere mogelijkheden voorhanden zijn om de langdurige zorg te organiseren. Gemeenten trekken nu in wezen aan de touwtjes. PG-organisaties hebben voorstellen gedaan om mensen de regie te geven, door echt te kiezen voor persoonsvolgende bekostiging. Dit voorkomt ook dat een fors deel van het budget opgaat aan uitvoeringskosten, zoals nu het geval is. Achterbanraadpleging Naar verwachting zal de conceptwet WMO 2015 op korte termijn naar de Raad van State worden gestuurd. Zodra het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer is gestuurd, zullen de CG-Raad en Platform VG een achterbanraadpleging organiseren om een breed gedragen reactie te kunnen opstellen. Bron: CG-Raad
Wet werk en zekerheid - Zekerheid gericht op werk Datum: 1-9-2013 Zekerheid gericht op werk - De rechtspositie van flexwerkers wordt versterkt. Werknemers met tijdelijke contracten kunnen bijvoorbeeld eerder aanspraak maken op een vaste aanstelling. - Het ontslagrecht wordt eerlijker en eenvoudiger. Alle werknemers krijgen na een dienstverband van minimaal twee jaar recht op een vergoeding die kan worden gebruikt voor omscholing naar ander werk. - De wettelijke maximale duur van de WW wordt tussen 2016 en 2019 stap voor stap teruggebracht van 38 maanden naar twee jaar. In cao‟s kunnen werkgevers en werknemers afspraken maken over aanvullingen. De WW wordt meer gericht op een snelle terugkeer naar de arbeidsmarkt. Dat staat in een wetsontwerp dat minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) met akkoord van het kabinet voor advies naar de Raad van State stuurt. Het wetsontwerp wordt, zoals gebruikelijk, pas openbaar als het, met het advies van de Raad van State, door de Koning naar de Tweede Kamer wordt verstuurd. De voorstellen van minister Asscher vloeien voort uit het sociaal akkoord dat kabinet en sociale partners in april van dit jaar sloten. Wat toen is afgesproken, heeft de minister nu in een wetsvoorstel uitgewerkt. Het gaat daarbij om aanpassingen van flexrecht, ontslagrecht en Werkloosheidswet. Meer zekerheid flexwerker Oneigenlijk gebruik van flexibele arbeidsvormen wordt aangepakt. Minister Asscher wil voorkomen dat werknemers tegen hun zin langdurig op basis van tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever moeten werken. Daarom komt hij bijvoorbeeld met het voorstel om werknemers met opeenvolgende tijdelijke contracten eerder aanspraak te geven op een vast contract. Niet na drie jaar, maar al na twee jaar. De minister vindt dat er te grote verschillen zijn ontstaan tussen flexwerkers en werknemers met een vast arbeidscontract. Hij wil die twee weer beter in balans brengen en flexwerkers meer zekerheid bieden. Omslag in ontslag Minister Asscher wil het ontslagrecht eerlijker maken en meer richten op het vinden van een nieuwe baan. De minister houdt vast aan preventieve toetsing en de wettelijke bescherming van werknemers tegen ongerechtvaardigd ontslag . Hij stelt voor een eind te maken aan de onrechtvaardige tweedeling, waarbij de ene werknemer met een gouden handdruk wordt ontslagen en de ander zonder enige vergoeding op straat wordt gezet. De minister stelt voor om alle werknemers, ook flexwerkers , na een arbeidsovereenkomst van ten minste
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
twee jaar recht te geven op een wettelijk genormeerde vergoeding. Deze transitievergoeding, die afhankelijk wordt van de duur van het dienstverband en gebruikt kan worden voor scholing, moet het werknemers makkelijker maken om naar een andere baan of een ander beroep over te stappen. Snel uit WW De maximale duur van de publiek betaalde WW wordt vanaf 2016 geleidelijk teruggebracht, zodat die in 2019 niet meer 38 maanden maar 24 maanden is. Minister Asscher kiest voor een activerende aanpak, waarbij het doel is om werklozen zo snel mogelijk weer uit de WW en aan het werk te helpen. De maatregelen gelden niet voor de huidige WW-gerechtigden. Voor oudere werknemers, die lastiger weer werk vinden, komen er overgangsmaatregelen. Minister Asscher verwacht dat de voorstellen binnen drie maanden voor parlementaire behandeling naar de Tweede Kamer kunnen. Ze maken deel uit van een gemeenschappelijke aanpak van kabinet en sociale partners om de arbeidsmarkt aan te passen aan de wensen en eisen van de 21e eeuw. Daarbij wordt gekozen voor een actievere aanpak van sociale partners en overheden om werkloosheid te voorkomen en mensen van werk naar werk te begeleiden, het liefst vóór ze in de WW komen. De minister wil de verbeteringen voor flexwerkers vanaf 1 januari 2015 invoeren. De veranderingen in ontslagrecht en WW wil hij, met oog op de huidige economische situatie, pas vanaf 1 januari 2016 in laten gaan. Werkgevers en werknemers hebben dan ook de tijd zich voor te bereiden. Bron: Rijksoverheid
Kindregelingen: eenvoudiger en effectiever Datum: 3-9-2013 Er komen minder regelingen voor ouders met kinderen. Nu bestaan er elf regelingen, in 2015 zijn dat er nog vier. Door de vereenvoudiging worden de regelingen effectiever en werken vanuit de bijstand lonend. Zo ontvangen alle alleenstaande ouders met een minimuminkomen voortaan dezelfde financiële ondersteuning. Hierdoor gaan alleenstaande ouders met kinderen erop vooruit als ze gaan werken tegen een minimumloon. Nu leveren deze ouders in als ze gaan werken. Het wordt ook duidelijker voor ouders wat het effect is van een verandering in hun situatie voor de overheidsbijdrage die ze ontvangen. De regering stuurt vandaag het wetsvoorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer dat dit regelt. Het wetsvoorstel versobert de regelingen ook. De minister bezuinigt 800 miljoen euro op een budget van 10 miljard euro. Ouders die het hardst een financiële bijdrage nodig hebben, worden zoveel mogelijk ontzien. Vereenvoudiging Na de vereenvoudiging zijn er nog twee regelingen voor inkomensondersteuning over, namelijk de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Daarnaast zijn er twee regelingen die ouders stimuleren om (meer) te gaan werken, de combinatiekorting en de kinderopvangtoeslag. Eindbeeld: 4 kindregelingen Inkomensondersteuning: - Kinderbijslag: inkomensonafhankelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderen - Kindgebonden budget: inkomensafhankelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderen, gedifferentieerd naar huishoudtype Participatiebevordering: - Combinatiekorting: fiscale tegemoetkoming voor extra kosten door combinatie werk en zorg voor kinderen - Kinderopvangtoeslag: specifieke compensatie voor de kosten van kinderopvang De ouderschapsverlofkorting, de aftrek levensonderhoud voor kinderen, de verschillende regelingen voor alleenstaande ouders en de gratis schoolboeken verdwijnen. De tegemoetkoming voor ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG), de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) en de regelingen voor alleenstaande ouders (de aanvulling op het minimuminkomen en de alleenstaande ouderkorting) worden opgenomen in bestaande regelingen met een vergelijkbaar doel.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Gelijke tegemoetkoming voor minimuminkomens: werken loont Vanaf 1 januari 2015 krijgen alle alleenstaande ouders met een minimuminkomen, uit werk of een uitkering, dezelfde tegemoetkoming in het kindgebonden budget voor de kosten van hun kinderen. Deze tegemoetkoming loopt af met het inkomen. Tot nu toe ontvangt een alleenstaande ouder in de bijstand hogere bijdragen van de overheid dan een alleenstaande ouder die werkt en het minimumloon ontvangt. Daardoor loont het voor deze ouders niet om te gaan werken. Een alleenstaande ouder met twee kinderen op de buitenschoolse opvang die vier dagen per week gaat werken tegen het minimumloon gaat er nu 1.000 euro op achter uit. Vanaf 2015 gaat diegene er niet langer op achteruit, maar er 2.100 euro per jaar op vooruit (zie afbeelding onder). Werken gaat dus lonen.
Versobering De kosten voor de regelingen bedragen in totaal ruim tien miljard euro. Het kabinet bezuinigt hier jaarlijks 800 miljoen euro op vanaf 2018. Door het verhogen van het kindgebonden budget voor ouders met lage inkomens wordt deze groep ouders zoveel mogelijk ontzien. De effecten op de koopkracht zijn onderdeel van het regeerakkoord. Het gaat niet om nieuwe koopkrachteffecten. Bij het regeerakkoord werd als uitgangspunt genomen dat de effecten van de bezuinigingen eerlijk verdeeld moesten worden en werken moet lonen. Als gevolg van het wetsvoorstel gaat het merendeel van de ouders er minder dan één procent op achteruit. Alleenstaande ouders met een minimumuitkering, die niet werken, worden relatief hard geraakt. Zij worden in het regeerakkoord gecompenseerd door ondermeer het verhogen van de belastingkorting. Dit heeft ook voor mensen in de bijstand een positief effect. Minister Asscher zal bij zijn begroting in augustus 2014 melden hoe de koopkracht van ondermeer de alleenstaande ouders eruit ziet en of er aanvullende maatregelen nodig zijn om deze ouders te ontzien. Bron: Rijksoverheid
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
DE OPFRISSER:
Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) Mensen met een chronische ziekte of een handicap hebben vaak extra kosten door hun aandoening. Zij kunnen een compensatie krijgen via de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Compensatie kosten bij chronische ziekte of handicap Met de volgende regelingen kunt u een vergoeding krijgen als u een chronische ziekte of een handicap heeft: - een algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten. Het CAK keert deze jaarlijks (vanaf december) uit; - korting op de eigen bijdrage voor de AWBZ en de Wmo. Het CAK verrekent de korting automatisch op de maandelijkse factuur; - inkomenscompensatie voor arbeidsongeschikten die 35% of meer arbeidsongeschikt zijn. Het UWV keert de tegemoetkoming uit. Er is ook een fiscale regeling voor specifieke zorgkosten. Hiervoor geeft u zelf de kosten op bij de aangifte van uw inkomstenbelasting.
Algemene tegemoetkoming Wtcg 2012 De algemene tegemoetkoming Wtcg is afhankelijk van uw zorgverbruik. En sinds 1 januari 2012 ook van de hoogte van uw inkomen. Als alle gegevens compleet zijn, krijgt u de algemene tegemoetkoming Wtcg 2012 aan het eind van 2013. Voorwaarden algemene tegemoetkoming Wtcg 2012 U moet in Nederland verzekerd zijn geweest voor ziektekosten in 2012. Voor uw inkomen en zorggebruik gelden de volgende regels: Inkomen Uw (gezamenlijk) inkomen mag in 2010 niet hoger zijn dan: - € 35.100 voor (echt)paren - € 24.570 voor alleenstaanden Krijgt een huishouden 2 of meer algemene tegemoetkomingen? Dan geldt een uitzondering. Zij verliezen maar 1 tegemoetkoming als zij de inkomensgrens overschrijden. Namelijk de hoogste tegemoetkoming. Of bij gelijke algemene tegemoetkomingen de tegemoetkoming van het oudste lid van het huishouden. Zorggebruik Uw zorggebruik wordt in 2012 aan de hand van de volgende criteria bepaald: - U had in 2012 een indicatie voor minimaal 26 weken AWBZ-zorg; - U had in 2012 minimaal 26 weken langdurige hulp bij het huishouden via de Wmo; - U heeft in 2012 langdurig geneesmiddelen afgenomen voor bepaalde chronische aandoeningen; - In 2011 startte u een behandeling voor bepaalde aandoeningen in een ziekenhuis; - U heeft in 2011 een behandeling gehad in een revalidatiecentrum; - U heeft in 2010, 2011, 2012 hulpmiddelen vergoed gekregen of laten repareren; - U had een indicatie voor het gebruik van een rolstoel in 2012; - U heeft in 2012 fysiotherapie of oefentherapie gehad voor bepaalde chronische aandoeningen; - U kreeg in 2012 96 of meer behandelingen voor fysiotherapie of oefentherapie. (Voor militairen en kinderen onder de 18 geldt een periode van 2 jaar voor 96 of meer behandelingen. Dus in 2011 en in 2012); - U heeft vanaf 1 januari 2012 hulpmiddelen vergoed gekregen van uw zorgverzekeraar die duiden op een langdurige aandoening. Meer informatie over de uitbetaling vindt u vanaf september 2013 op de website van het CAK.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Hoogte tegemoetkoming De hoogte van de algemene tegemoetkoming Wtcg 2012 hangt af van uw leeftijd en uw zorggebruik: Jonger dan 65 - hoge tegemoetkoming: € 494 - lage tegemoetkoming: € 296 65 jaar of ouder - hoge tegemoetkoming: € 346 - lage tegemoetkoming: € 148 Of u recht heeft op de algemene tegemoetkoming 2012, kunt u vanaf september 2013 nagaan op testwtcg.nl.
Betaal ik een eigen bijdrage als ik in een AWBZ-instelling verblijf? Woont u in een AWBZ-instelling en bent u 18 jaar of ouder? Dan moet u een eigen bijdrage betalen. De rest van de kosten wordt betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). U betaalt de eigen bijdrage aan het Centraal Administratiekantoor (CAK). Hoogte eigen bijdrage Er zijn 2 soorten eigen bijdragen voor zorg met verblijf: - Lage eigen bijdrage De eerste 6 maanden van uw verblijf in een AWBZ-instelling betaalt u de lage eigen bijdrage. Daarna hangt het van uw persoonlijke omstandigheden af welke bijdrage u betaalt. Dit lage eigen bijdrage is minimaal € 152 per maand en maximaal € 797,80 per maand. - Hoge eigen bijdrage De hoge bijdrage in een AWBZ-instelling is maximaal € 2.189,20 per maand. Bij de berekening van de hoge eigen bijdrage houdt het CAK er rekening mee dat u zak- en kleedgeld overhoudt. De hoogte van de eigen bijdrage hangt bovendien af van: - het aantal personen binnen uw huishouden; - uw verzamelinkomen en dat van uw partner; - uw AWBZ-indicatie. Hogere eigen bijdrage bij veel vermogen Het kabinet heeft per 1 januari 2013 de eigen bijdrage voor de AWBZ verhoogd voor mensen met eigen vermogen. CAK berekent eigen bijdrage Het CAK berekent uw eigen bijdrage voor 2013 op basis van uw inkomen over 2011. U ontvangt maandelijks een factuur met het bedrag dat u moet betalen. U kunt ook zelf berekenen hoe hoog uw eigen bijdrage is voor zorg met verblijf op de website van het CAK. Maar dit bedrag kan afwijken van het bedrag dat u uiteindelijk moet betalen. Moment waarop eigen bijdrage ingaat U betaalt de eigen bijdrage vanaf het moment dat u: -
in een instelling wordt opgenomen; de sleutel krijgt voor uw kamer in een zorginstelling; naar het verpleeghuis kunt (als u in het ziekenhuis ligt en wacht op een plek); 18 jaar oud wordt (als u al in een AWBZ-instelling verblijft).
Verblijf dat niet onder AWBZ valt Niet al het verblijf in een zorginstelling valt onder de AWBZ. Wordt u bijvoorbeeld opgenomen in een ziekenhuis, revalidatie-instelling of instelling voor de geestelijke gezondheidszorg? Dan komt het eerste jaar voor rekening van de Zorgverzekeringswet. Soms moet u daar een eigen bijdrage voor betalen. Vraag dit na bij uw zorgverzekeraar.
Stichting de Pijler Postbus 1121 6201 BC Maastricht
website: www.stichtingdepijler.nl email:
[email protected] telefoon: 043-3525793
Hoe werkt de extra tegemoetkoming uit de Wtcg voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten? Als u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt bent, komt u mogelijk in aanmerking voor een extra tegemoetkoming uit de Wtcg van € 342 netto. Deze extra tegemoetkoming staat los van de algemene tegemoetkoming uit de Wtcg die chronisch zieken en gehandicapten krijgen. Voorwaarden extra tegemoetkoming arbeidsongeschikten U komt in aanmerking voor de tegemoetkoming als u op 1 juli van het betreffende jaar: - minstens 35% arbeidsongeschikt was; - AWBZ-verzekerd was; - recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het UWV (WAO-uitkering, WIA-uitkering, Wajong-uitkering of WAZ-uitkering). Uitbetaling extra tegemoetkoming arbeidsongeschikten Als u recht heeft op de tegemoetkoming, betaalt het UWV deze automatisch aan u uit. De tegemoetkoming voor 2013 is € 342 netto en krijgt u in het derde kwartaal van 2013. Krijgt u uw uitkering via uw werkgever of een andere instantie dan het UWV? Dan ontvangt u de tegemoetkoming ook via uw werkgever of die andere instantie. De arbeidsongeschiktheidstegemoetkoming is niet inkomensafhankelijk. De algemene tegemoetkoming uit de Wtcg is dat wel.
Bron: Rijksoverheid