C 225/46
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
Advies van het Comité van de Regio's — Actief ouder worden: innovatie — slimme gezondheid — hogere levenskwaliteit (2012/C 225/05)
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
— roept de Europese Commissie op, in aansluiting op het Europees Jaar 2012 een Europees Burge meestersconvenant inzake democratische veranderingen in het leven te roepen om lokale en regionale overheden die oplossingen op het gebied van innovatie, slimme gezondheid en beter leven ter onder steuning van actief en gezond ouder worden willen promoten, bijeen te brengen; dit convenant zou administratieve en financiële ondersteuning moeten krijgen; — deelt het beeld van het Samenwerkingsverband voor het Europees Jaar 2012 van een maatschappij voor alle leeftijden waarin iedereen in staat wordt gesteld actief aan de samenleving deel te nemen en dezelfde rechten en kansen te genieten in alle fasen van hun leven, ongeacht leeftijd, geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, sociale of economische status, seksuele geaardheid, licha melijke of geestelijke gesteldheid, of de behoefte aan zorg; — beklemtoont dat het van belang is dat ouderen en hun verzorgers actief geraadpleegd en betrokken worden bij het in kaart brengen van hun behoeften, het uitwerken van oplossingen en het evalueren van prestaties. Met een dergelijke op participatie gerichte aanpak wordt de sociale inclusie bevorderd en ervoor gezorgd dat de diensten zo nauw mogelijk aansluiten bij de feitelijke behoeften van de afnemers; — beveelt de Europese Commissie aan om de lokale en regionale overheden een actievere rol toe te kennen bij de beoordeling van de sociale effecten van de verschillende initiatieven ten behoeve van actief en gezond ouder worden; dit om te waarborgen dat de gevolgen voor oudere mannen en vrouwen in de dagelijkse praktijk adequaat worden beoordeeld.
27.7.2012
NL
27.7.2012
I.
Publicatieblad van de Europese Unie
Algemeen rapporteur
De heer Arnoldas ABRAMAVICIUS (LT/EVP), burgemeester en gemeenteraadslid van Zarasai
Referentiedocument
/
INLEIDING
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
1. Verwelkomt het initiatief van het Deense Voorzitterschap om subnationale overheden te betrekken bij de dialoog op EUniveau over de vraag hoe de demografische uitdaging het hoofd geboden kan worden en hoe de kansen die een vergrijzende bevolking biedt, optimaal benut kunnen worden. Zoals in het advies van het CvdR over het opvangen van de gevolgen van de vergrijzing in de EU (1) en in het verslag van het Europees Parle ment over het Europees Jaar 2012 (2) reeds gesteld is, beschik ken lokale en regionale overheden in veel lidstaten over essen tiële bevoegdheden op de drie gebieden waarop het Europees Jaar van actief ouder worden en van de solidariteit tussen de generaties betrekking heeft: werkgelegenheid, deelname aan de samenleving en zelfstandig leven. 2. Het CvdR benadrukt dat het aanpakken van de uitdagin gen op het gebied van de vergrijzing een van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie is. Aangezien de lokale en regio nale overheden de behoeften van burgers van nabij zien en verantwoordelijk zijn voor het verlenen van het merendeel van de diensten die ouderen nodig hebben om hun oude dag waardig door te kunnen brengen, dienen zij rechtstreeks betrok ken te worden bij al het overleg op EU-niveau over ouder worden: dit is van cruciaal belang om de doelstellingen van Europa 2020 te bereiken en zou ook bijdragen tot de sociale, economische en territoriale cohesie. 3. Het CvdR verwelkomt het Europees innovatiepartnerschap voor actief en gezond ouder worden, dat beoogt een breed scala aan stakeholders op alle niveaus te mobiliseren om de gezonde levensduur van de EU-burgers met twee jaar te verlengen, en herinnert eraan dat de lokale en regionale overheden beschikken over essentiële bevoegdheden op de drie gebieden die de pijlers van het innovatiepartnerschap vormen: preventie, screening en vroegtijdige diagnose; zorg en behandeling; en actief ouder wor den en zelfstandig leven. 4. Het CvdR deelt het beeld van het Samenwerkingsverband voor het Europees Jaar 2012 van een maatschappij voor alle leeftijden waarin iedereen in staat wordt gesteld actief aan de samenleving deel te nemen en dezelfde rechten en kansen te genieten in alle fasen van hun leven, ongeacht leeftijd, geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, sociale of economische status, seksuele geaardheid, lichamelijke of geeste lijke gesteldheid, of de behoefte aan zorg. 5. Het CvdR pleit voor een positieve benadering van ouder worden en deelt de visie dat innovatie de dienstverlening aan onze vergrijzende bevolking kan verbeteren. Er moet wel wor den beklemtoond dat innovatie niet slechts omwille van de verandering nagestreefd dient te worden; innovatie is eerder (1) CdR 212/2009. (2) Kassler, P7_TA(2011) 0332.
C 225/47
een waardevol aandrijfmechanisme om de kwaliteit en kostenef ficiëntie van de maatregelen om aan de toenemende en zich ontwikkelende behoeften te beantwoorden in tijden van finan ciële beperkingen te verbeteren. 6. Het CvdR is van mening dat het door de economisch en financiële crisis dringender dan ooit is om de manier waarop onze samenleving functioneert, fundamenteel te herzien en ons tot het uiterste in te spannen om iedereen – jong en oud – in staat te stellen een actieve rol op de arbeidsmarkt en in hun gemeenschap te spelen en zo lang mogelijk onafhankelijk te leven. De vergrijzing kan het best worden benaderd door een impuls te geven aan leeftijdvriendelijke gemeenschappen, waarin openbare ruimte, vervoer, huisvesting en plaatselijke diensten worden opgezet vanuit de behoeften van alle generaties en waarin solidariteit en samenwerking tussen generaties gestimu leerd wordt. Dergelijke gemeenschappen zijn doorgaans ook milieuvriendelijker en leiden tot een grotere sociale cohesie en een grotere sociale participatie van andere kwetsbare groepen. 7. Het CvdR beklemtoont dat het van belang is dat ouderen en hun verzorgers actief worden geraadpleegd en betrokken bij het in kaart brengen van hun behoeften, het uitwerken van oplossingen en het evalueren van prestaties. Met een dergelijke op participatie gerichte aanpak wordt de sociale inclusie bevor derd en ervoor gezorgd dat de diensten zo nauw mogelijk aan sluiten bij de feitelijke behoeften van de afnemers. 8. Het CvdR wijst erop dat het „zilveren economie”-concept in verschillende delen van Europa zijn intrede heeft gedaan; dit concept houdt in dat er een breed scala aan producten en diensten wordt ontwikkeld voor het toenemende aantal ouderen met behoefte aan gezondheidszorg en verzorging, mobiliteits beperkingen en beperkingen bij hun dagelijkse activiteiten. De zilveren economie heeft zich inmiddels uitgebreid tot andere marktsegmenten, zoals wellness, fitness, vrije tijd, reizen, cul tuur, communicatie, entertainment en toegang tot nieuwe tech nologieën. Tal van kleine en middelgrote ondernemingen en bedrijvenclusters in diverse lidstaten specialiseren zich ook in innovatieve technologie voor ouderen, zoals op het gebied van domotica, dat geweldige groeimogelijkheden biedt. Ook moeten er weliswaar gespecialiseerde producten en diensten komen voor mensen met specifieke behoeften, maar het is wel zo dat de meeste ouderen het liefst gebruik willen kunnen maken van gewone goederen en diensten. Daarom zou er een bredere aan pak bevorderd moeten worden op basis van het concept „De sign for All”, waarbij de behoeften en verwachtingen van oude ren en mensen met beperkingen gemainstreamd worden, en daarnaast gespecialiseerde nicheproducten voor zeer specifieke behoeften worden ontwikkeld. 9. Het CvdR wijst op de tendens dat steeds meer lokale en regionale overheden kijken naar sociale innovatie en oplossin gen op basis van ICT om de kwaliteit en kostenefficiëntie van hun gezondheidsdiensten en langdurige zorgverlening in zowel steden als landelijke gebieden te verbeteren, daar waar dergelijke
C 225/48
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
oplossingen ertoe kunnen bijdragen ouderen essentiële diensten te verlenen tegen kosten die voor de overheid en de burger beter te dragen zijn. Dergelijke initiatieven vergen echter een zekere hoeveelheid investeringen en acties die door andere be stuurslagen uitgevoerd moeten worden om de overstap te ma ken van proefprojecten naar grootschalige modellen die op na tionaal niveau of elders in de EU ingevoerd kunnen worden. Op dit gebied hebben de lokale en regionale overheden alle steun die zij van hun nationale regering en van de EU kunnen krijgen, hard nodig. 10. Het CvdR benadrukt dat er weliswaar veel voorbeelden zijn van innovatieve maatregelen op lokaal niveau ter onder steuning van actief en gezond ouder worden en dat sociale incubatoren vaak lokale initiatieven zijn, dicht bij de behoeften waarin zij willen voorzien, maar dat een aanpak op projectbasis niet altijd de aangewezen manier is om een kritieke massa en betaalbaarheid op lange termijn tot stand te brengen. Er bestaat behoefte aan een overkoepelende strategische visie om een in clusieve en ondersteunende omgeving te creëren. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het sociale-innovatieproject van de Deense gemeente Fredericia, waarbij wordt getracht de zelfredzaamheid van ouderen die hulp inroepen voor hun dagelijkse activiteiten, door middel van preventie, rehabilitatie, technologie en sociale netwerken te behouden of te herstellen. Hun benadering is gebaseerd op een paradigmaverschuiving: oudere mensen wor den niet meer als „hulpeloze” patienten maar als „burgers met hulpbronnen” beschouwd. Dit initiatief werd als proefproject gesteund door het Deense Ministerie van Financiën en dient voortaan als model voor andere Deense gemeenten. 11. Het CvdR benadrukt dat de vergrijzingsproblematiek een sterke genderdimensie heeft en dat daarom extra aandacht moet uitgaan naar de gevolgen van de huidige hervormingen op het gebied van sociale bescherming en van de bezuinigingen op de sociale dienstverlening (met name kinderopvang en ouderen zorg) voor de inzetbaarheid van vrouwen en voor de loonen pensioenverschillen tussen man en vrouw. De zorg voor hulpbehoevende verwanten zal namelijk meer terechtkomen op de schouders van mantelzorgers – voor het merendeel vrou wen – en zij zullen in te toekomst te maken krijgen met een grotere kans op armoede en sociale uitsluiting indien er niets aan deze onevenwichtigheden wordt gedaan. Stress en over belasting in de zorgsector – waarin hoofdzakelijk vrouwen werkzaam zijn – kunnen in de toekomst ook nieuwe problemen voor oudere vrouwen opleveren. II.
AANBEVELINGEN VAN HET CVDR AAN DE RAAD EN DE EUROPESE COMMISSIE
12. Het CvdR meent dat er een betere coördinatie moet komen tussen de verschillende niveaus die zijn betrokken bij het ontwikkelen van oplossingen voor actief en gezond ouder worden en wijst erop dat een hogere mate van multilevel gover nance op dit gebied noodzakelijk is. Lokale en regionale over heden zouden niet slechts als uitvoerende partijen moeten wor den beschouwd, maar moeten bij het gehele besluitvormings- en evaluatieproces worden betrokken. 13. Het CvdR meent dat een echte meerwaarde gecreëerd zou worden indien de EU een kader zou scheppen dat overhe den en actoren op alle niveaus in staat stelt van elkaars erva ringen te profiteren, succesvolle initiatieven in kaart te brengen
27.7.2012
en van mislukkingen te leren zodat wordt voorkomen dat steeds dezelfde fouten worden gemaakt, en hen helpt om hun beperkte hulpbronnen te investeren in innovatieve oplossingen die doel treffend zijn gebleken. 14. Het CvdR adviseert het Comité van de Regio's toe te laten als lid van de stuurgroep van het Europees innovatiepart nerschap voor actief en gezond ouder worden, om ervoor te zorgen dat de lokale en regionale overheden adequaat vertegen woordigd worden in het besluitvormingsproces van het partner schap en om het CvdR in staat te stellen een multipliereffect te sorteren door een breed scala aan lokale en regionale overheden te mobiliseren om deel te nemen aan de uitvoering van het partnerschap – deze overheden beschikken immers over be voegdheden op alle zes belangrijkste actiegebieden. 15. Het CvdR steunt het in het kader van het Europees Innovatiepartnerschap voor actief en gezond ouder worden ge dane voorstel om een Europees netwerk van leeftijdsvriendelijke omgevingen op te zetten en is verheugd over de inspanningen van het AGE Platform Europe en de Wereldgezondheidsorgani satie om de aanzet te geven tot een dergelijk netwerk. Het CvdR beveelt aan dat er EU-middelen worden uitgetrokken om een dergelijk EU-netwerk in nauwe samenwerking met de WHO te kunnen ontwikkelen. 16. Het CvdR stelt voor dat de Commissie zich toelegt op kennis over hoogbejaarden; onder de verschillende actoren be staat behoefte aan meer kennis over deze groep, die deels nog nieuw is. Er moet onderzoek worden gedaan om de doeltref fendheid en kosteneffectiviteit te beoordelen van gezondheids bevorderende en preventieve maatregelen tijdens de gehele le vensduur in het algemeen en tijdens de laatste levensfase in het bijzonder. Ook moet nader worden onderzocht hoe ouderen die moeilijk te bereiken zijn, gemotiveerd kunnen worden om hun leefgewoonten en leefstijl te veranderen. In statistieken en on derzoek moeten ook gegevens over hoogbejaarden opgenomen worden. De onderzoeksresultaten dienen verspreid te worden onder degenen die in de praktijk met ouderen werken. 17. Het CvdR roept de Europese Commissie op, in aanslui ting op het Europees Jaar 2012 een Europees Burgemeesters convenant inzake democratische veranderingen in het leven te roepen om lokale en regionale overheden die oplossingen op het gebied van innovatie, slimme gezondheid en beter leven ter ondersteuning van actief en gezond ouder worden willen pro moten, bijeen te brengen; dit convenant zou administratieve en financiële ondersteuning moeten krijgen. 18. Het CvdR wijst erop dat de primaire bevoegdheden op het gebied van actief ouder worden weliswaar bij de lidstaten en hun lokale en regionale overheden berusten, maar dat de Euro pese Unie wetgeving kan uitvaardigen m.b.t. het functioneren van de interne markt teneinde belemmeringen van het vrije verkeer van personen uit te weg te ruimen, het vrije verkeer van diensten te bevorderen en een adequate consumentenbe scherming te waarborgen. De ratificatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap door de EU schept nieuwe wettelijke verplichtingen: de EU moet ervoor zorgen dat mensen met een handicap en zwakke ouderen in staat zijn hun recht op vrij verkeer uit te oefenen en net als
27.7.2012
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
andere burgers volledig deel te nemen aan het economische en sociale leven van hun gemeenschappen. Dit vergt optreden van de EU om een gecoördineerde reactie op EU-, nationaal en lokaal/regionaal niveau te waarborgen. Bovendien kan de EU de uitwisseling van ervaringen tussen landen vergemakkelijken en een impuls geven aan „zachte” maatregelen, zoals gedrags codes, om een optimale implementatie van de in de EU-ver dragen verankerde fundamentele vrijheden te ondersteunen.
19. Het CvdR neemt er kennis van dat Europese Commissie voornemens is een wetgevingsvoorstel inzake toegankelijkheid in te dienen en benadrukt dat er behoefte is aan een EU-rechts kader om alle essentiële goederen en diensten in de hele EU toegankelijk te maken en gelijke spelregels voor alle bedrijven, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, te creë ren. Dit rechtskader dient echter wel proportioneel te zijn en mag niet tot extra bureaucratische lasten voor het mkb leiden. Ook zouden er EU-normen vastgesteld moeten worden om het bedrijfsleven te ondersteunen en een efficiënte interne markt tot stand te brengen van goederen en diensten die op de gehele bevolking zijn afgestemd. Er zou gezorgd moeten worden voor een toezichtsysteem om de naleving van de voorschriften te waarborgen, voor actieplannen voor nationale, regionale en lo kale overheden en voor ondersteuning van lokale actoren en het lokale mkb.
20. Het CvdR herinnert eraan dat een adequaat rechtskader voor overheidsopdrachten op EU-, nationaal en lokaal niveau van het grootste belang is om ervoor te zorgen dat openbare investeringen de toegankelijkheid voor alle burgers bevorderen. Daarnaast zou toegankelijkheid een essentiële voorwaarde voor het verkrijgen van EU-financiering moeten worden (steun via de structuurfondsen, voor projecten of voor onderzoek) en moet er ondersteuning komen om minder ontwikkelde regio's te helpen aan de EU-wetgeving en -normen te voldoen. Er zou ook ge dacht moeten worden aan financiële stimuleringsmaatregelen ter verbetering van de toegankelijkheid, met name voor overheden om bestaande gebouwen en woningen aan te passen en om investeringen in innovatieve oplossingen te ondersteunen.
21. Het CvdR benadrukt dat de belangrijkste wetgevings maatregelen geflankeerd moeten worden door initiatieven om mensen bewust te maken van de huidige situatie. Deze initia tieven zouden gericht moeten worden tot lokale en regionale overheden, fabrikanten, leveranciers en dienstverleners en de mensen in het algemeen. Maatregelen op het gebied van onder wijs en opleiding zijn van belang om de toegankelijkheid te verbeteren en de ondersteunen; het is een belangrijke vereiste dat ingenieurs, architecten, webdesigners, aannemers, steden bouwkundigen enz. goed opgeleid zijn om toegankelijkheids aspecten te mainstreamen en universal design toe te passen.
22. Het CvdR herinnert eraan dat een leven lang leren en vrijwilligerswerk in belangrijke mate bijdragen aan actief en gezond ouder worden. Volwasseneneducatie en vrijwilligerswerk door ouderen moet op EU-, nationaal en lokaal niveau worden ondersteund om mensen te helpen langer aan het werk te blij ven, ook na hun pensioen actief te zijn en langer zelfstandig te blijven leven.
C 225/49
23. Het CvdR adviseert dan ook dat de doelstellingen van het Europees Jaar 2012 van actief ouder worden en van de solida riteit tussen de generaties en die van het Europees innovatie partnerschap voor gezond en actief ouder worden in alle rele vante toekomstige EU-financieringsinstrumenten worden onder gebracht, met inbegrip van de structuurfondsen, en dat de aan vraagprocedures voor de lokale en regionale actoren worden vereenvoudigd. Het CvdR is verheugd over de Europese Dag van de Solidariteit tussen de generaties, die juist in het Europees Jaar 2012 van betekenis is en die generatieoverschrijdende pro jecten tussen scholieren en ouderen bevordert en daarmee een belangrijke bijdrage aan de dialoog tussen de generaties levert. 24. Het CvdR is verheugd dat er in 2014 een kennis- en innovatiegemeenschap (KIG) opgezet zal worden dat gericht is op innovatie voor gezond leven en actief ouder worden, en adviseert het het Europees Instituut voor innovatie en techno logie alles in het werk te stellen om lokale en regionale over heden en lokale/regionale actoren bij de implementatie van deze KIG te betrekken. 25. Het CvdR beveelt de Europese Commissie aan om de lokale en regionale overheden een actievere rol toe te kennen bij de beoordeling van de sociale effecten van de verschillende initiatieven ten behoeve van actief en gezond ouder worden; dit om te waarborgen dat de gevolgen voor oudere mannen en vrouwen in de dagelijkse praktijk adequaat worden beoordeeld. 26. Het CvdR herinnert eraan dat actief en gezond ouder worden een van de hoofddoelstellingen van Europa 2020 is, die wordt ondersteund door diverse vlaggenschipinitiatieven (nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen, platform tegen ar moede, digitale agenda) en een breed scala aan EU-financierings trumenten ter beschikking van de lokale en regionale overhe den, zoals ook staat in de brochure van het Comité van de Regio's, de Europese Commissie en het AGE Platform „How to promote active ageing in Europe - EU support to local and regional actors” published in September 2011 as a contribution to the EY2012” (3). 27. Het CvdR stelt dan ook vast dat de voorgestelde initia tieven geen problemen lijken op te leveren wat de naleving van de in de EU-verdragen vastgelegde beginselen van subsidiariteit en evenredigheid betreft. III.
UITDAGINGEN
28. Het CvdR herinnert eraan dat wordt aangenomen dat er in de periode tot 2060 in de EU-27 sprake zal zijn van een afname van het aantal jongeren met 9 % (4) en van de omvang van de beroepsbevolking (15-64 jaar) met 15 %. Bovendien zal het aantal ouderen naar verwachting met maar liefst 7 % toe nemen. Deze demografische veranderingen hebben verschillende oorzaken, zoals de lagere vruchtbaarheidscijfers, de toegenomen leeftijdsverwachting, de totale netto migratie en de vergrijzing van de babyboomgeneratie die na de Tweede Wereldoorlog werd geboren. Het is overduidelijk dat deze demografische ten densen significante economische, sociale en budgettaire gevol gen voor het nationale en het regionale/lokale niveau zullen (3) http://bibli.reseauope.net/opac_css/index.php?lvl=author_see&id=264 (4) Bron: Eurostat-statistieken over bevolkingsstructuur en vergrijzing.
C 225/50
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
hebben. In de studie van het CvdR over actief ouder worden: lokale en regionale oplossingen (5) worden de gevolgen treffend weer gegeven: het arbeidsaanbod en de werkgelegenheid zullen afne men, hetgeen een zware wissel zal trekken op de economische groei, terwijl de vraag naar diensten door ouderen zal stijgen. Bovendien zal de overheid naar verwachting steeds meer moe ten uitgeven om de vergrijzende bevolking een kwalitatief hoog waardige dienstverlening te kunnen bieden en ook nog de ge zondheidszorg voor en pensioenen van het toenemende aantal ouderen te financieren. De meeste lokale en regionale overheden hebben echter te maken gekregen met drastische budgettaire beperkingen, waardoor zij nu al de grootste moeite hebben om dynamische en moderne sociale diensten van adequaat ni veau te verlenen.
29. Het CvdR beklemtoont dat er tusen landen en regio's enorme verschillen bestaan qua levensverwachting van mannen en vrouwen, gezonde levensduur, mediane leeftijd en afhanke lijkheidsratio. Voor bijna alle 281 regio's van de EU-27 wordt een vergrijzing voorspeld. Slechts in zeven regio's zal de medi ane leeftijd naar verwachting niet stijgen in de periode tot 2030: Wenen in Oostenrijk, Hamburg en Trier in Duitsland, Sterea Ellada en Peloponnesos in Griekenland en West Midlands en North Eastern Scotland in het VK (6). De afhankelijkheidsratio was in 2008 aan het ene uiterste bijna drie keer zo hoog als aan het andere uiterste (26,8 % tegenover 9,1 %). In 2030 zal het verschil bijna vier keer zo groot zijn (37,3 % tegenover 10,4 %) (7). Dit betekent dat de regio's zich niet allemaal in dezelfde situatie bevinden wat de vergrijzing betreft. In com binatie met de huidige economische crisis worden sommige lokale en regionale overheden dan ook harder getroffen dan andere.
30. Er zijn enorme verschillen tussen regio's en landen wat de staatsschuld aangaat; een aantal landen heeft de broekriem zo strak moeten aanhalen dat zij mogelijk niet meer kunnen profiteren van EU-steun uit de structuurfondsen of de gemeen schappelijke programma's inzake ouder worden.
31. Het CvdR herinnert aan zijn advies over Adequate, houd bare en zekere Europese pensioenstelsels (8), waarin het erop wijst dat de lokale en regionale overheden altijd de grootste werk gever uit de publieke sector zullen zijn en overheidspensioenen dus cruciaal blijven voor het veiligstellen van de pensioenrege lingen. De pensioenen zullen echter steeds meer worden aange tast door budgettaire maatregelen en hervormingen. Er dient dan ook rekening te worden gehouden met het feit dat de lokale en regionale overheden ervoor moeten kunnen zorgen dat alle oudere vrouwen en mannen over een behoorlijke in komen beschikken en de nodige hulp en zorg krijgen. Het CvdR pleit er al langer voor om het macro-economische toezicht ook een sociale dimensie te geven, zodat de gevolgen van de bezui nigingen worden afgezwakt. (5) www.cor.europa.eu/pages/DocumentTemplate.aspx?view=detail&id= e2251011-b374-4b8b-996d-05ccfb2a33e2 (6) Eurostat, regional EUROPOP 2008. (7) Ibid. (8) CdR 319/2010.
27.7.2012
32. In zijn advies over Gezond ouder worden in de informatie maatschappij (9) merkt het CvdR op dat ICT-oplossingen de pro ductiviteit van de sociale diensten en de gezondheidszorg ten goede kunnen komen, tenminste als de behoeften van ouderen in aanmerking worden genomen. Het wijst er hier nogmaals op dat de lokale en regionale overheden moeten worden betrokken bij nationaal en EU-onderzoek naar ICT-oplossingen voor ouder worden; in veel gevallen zijn het immers deze overheden die als eerste gebruik zullen maken van de bevindingen van dit onder zoek.
33. Het CvdR herhaalt echter dat de lokale en regionale overheden de doelstelling van actief en gezond ouder worden niet in hun eentje kunnen realiseren. Om resultaat te boeken moeten zij de nodige wettelijke, financiële en structurele onder steuning krijgen, en zijn dus maatregelen nodig op nationaal én EU-niveau. Om bv. in alle regio's ICT-initiatieven ter ondersteu ning van innovatie, slimme gezondheid en een beter leven te kunnen ontplooien zijn structurele investeringen op EU- en nationaal niveau vereist, zodat de breedbandtoegang kan wor den uitgebreid; daarnaast moet er EU-wetgeving komen om de toegankelijkheidscriteria en de interoperabiliteitsnormen te har moniseren.
34. Het aantal voorwaarden om in aanmerking te komen voor steun uit de structuurfondsen blijft stijgen, net als de boekhoudkundige, financiële en auditprocedures. Dat heeft tot gevolg dat projecten steeds vaker gericht zijn op meetbare re sultaten, terwijl het aantal innovatieve en risicodragende projec ten afneemt; de resultaten van deze laatste zijn immers moeilij ker in cijfers te vatten en laten langer op zich wachten. In de praktijk wordt sociale innovatie in veel gevallen bemoeilijkt door factoren die vaker wel dan niet verband houden met het regelgevend klimaat en de auditcultuur. Overigens is dit een problematiek die niet beperkt blijft tot de structuurfondsen maar waar tal van andere EU- en nationale financieringsinstru menten mee te maken krijgen.
35. Er moet verandering komen in de manier waarop de structuurfondsensteun wordt gebruikt: de voorwaarden moeten uitgaan van concrete resultaten, zodat de inspanningen om de meerwaarde en doeltreffendheid van de fondsen te vergroten, niet teniet worden gedaan. In Denemarken en Zweden zijn dergelijke procedures, waarbij feitenmateriaal moet worden aan gereikt, al ingevoerd, zodat aan de hand van een reeks indica toren kan worden nagegaan of en in hoeverre resultaat is ge boekt. Die informatie kan dan worden verwerkt en gebruikt om de kwaliteit en kostenefficiëntie van de door de overheid ver strekte en gefinancierde diensten te verbeteren. De regering van het VK heeft onlangs social-impact bonds ingevoerd. Deze op resultaten gerichte overeenkomsten zijn bedoeld om nieuwe investeringen aan te trekken, wat zowel de individuele burger als de gemeenschap ten goede zal komen. Op grond van deze overeenkomsten worden particuliere investeringen gebruikt voor de financiering van projecten van dienstenaanbieders die hun sporen al hebben verdiend. Worden de sociale resultaten beter, (9) CdR 84/2007.
27.7.2012
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
C 225/51
dan staat de overheid in voor de winst van de investeerders. Is er echter geen verbetering merkbaar, dan verdienen zij hun investering niet terug (10).
zonder hulp te redden. Van alle EU-lidstaten heeft Zweden de beste participatiegraad voor oudere werknemers en oudere vrou wen.
IV.
40. Maar terwijl een belangrijke rol is weggelegd voor de lokale en regionale overheden als afnemers van goederen en diensten, met name via openbare aanbestedingen waarmee zij politieke druk kunnen uitoefenen om een positieve benadering van „ouder worden” te promoten, moet er iets worden gedaan aan de versnippering van de bestaande en nieuwe markten voor innovatieve oplossingen ter ondersteuning van actief en gezond ouder worden, teneinde een echte eengemaakte markt voor de zilveren economie tot stand te brengen en schaalvoordelen mo gelijk te maken voor openbare inschrijvers en consumenten. Met de komende Europese toegankelijkheidsakte zal worden getracht de belemmeringen aan te pakken voor de totstandko ming van een EU-markt waar lokale/regionale innovatieve op lossingen gemakkelijker kunnen worden gemodelleerd en op grotere schaal naar andere EU-regio's kunnen worden geëxpor teerd. Kleine en middelgrote ondernemingen zijn koplopers op het gebied van innovatie en staan dichter bij de lokale markten. Zij bieden vaak een gepersonaliseerde dienstverlening en passen zich aan de behoeften van de consumenten aan. Zij zouden gebaat zijn bij duidelijke regels en normen die hen toegang geven tot de hele EU-markt en die de interoperabiliteit met andere goederen en diensten vergemakkelijken, voor een opti maal resultaat.
KANSEN
36. Het CvdR wijst erop dat landen waar de toegankelijk heidsnormen voor de bebouwde omgeving, het vervoer en de ICT van een hoog niveau zijn, tevens de landen zijn met de hoogste participatiegraad van zowel oudere vrouwen als oudere mannen, en met de beste prestaties als men kijkt naar de „ge zonde levensjaren”-indicatoren. Het zijn ook deze landen die de hoogste participatiegraad van vrouwen en personen met een handicap kennen, en die het best scoren op het gebied van gendergelijkheidsindicatoren (inkomensverschillen tussen man nen en vrouwen, pensioenkloof tussen mannen en vrouwen, enz.) Dit toont aan dat een proactieve bevordering van een leeftijdsvriendelijke lokale omgeving de economie niet belem mert, maar juist ten goede komt aan de samenleving en de economie in het algemeen. Een dergelijke omgeving maakt het leven er voor iedereen gemakkelijker op en bevordert de arbeidsparticipatie van vrouwen, oudere werknemers en per sonen met een handicap, en een actieve en productieve bijdrage van gepensioneerden aan hun gemeenschap. Bovendien wordt ervoor gezorgd dat informele zorgverleners hun werk en zorg taken gemakkelijker kunnen combineren. 37. Het CvdR is ingenomen met het feit dat honderden lo kale en regionale overheden uit de hele EU reeds deelnemen aan het programma voor leeftijdsvriendelijke steden van de Wereld gezondheidsorganisatie, en dat sommige lidstaten nationale pro gramma's hebben opgezet om de lokale en regionale overheden daarbij te steunen. 38. Gezien het toenemende aantal ouderen dat aan Alzhei mer en andere vormen van dementie lijdt, is het CvdR ingeno men met het initiatief van sommige lokale en regionale over heden om een Alzheimervriendelijke leefomgeving te creëren, teneinde een betere integratie van oudere dementiepatiënten en hun informele zorgverleners in de gemeenschap mogelijk te maken. 39. Het CvdR benadrukt dat de totstandkoming van een op de gehele bevolking afgestemde leefomgeving en de ondersteu ning van het zelfstandig wonen van personen met een handicap of beperking kosteneffectief blijkt te zijn. Ervaringen in Zweden laten zien dat de dalende hulpvraag gedurende de afgelopen 15 jaar niet kan worden verklaard door verbeteringen van de ge zondheid, omdat er geen bewijzen zijn dat de gezondheid van ouderen tijdens die periode zou zijn verbeterd in Zweden. De meest waarschijnlijke verklaring voor de gedaalde behoefte aan ouderenzorg is gelegen in de betere toegankelijkheidsnormen voor huisvesting en vervoer, en de betere toegang tot assisten tietechnologie, waardoor het voor ouderen gemakkelijker is zich
V.
CONCLUSIES
41. Door te zorgen voor de ontwikkeling van toegankelijke en ondersteunende lokale omgevingen die op het concept „de sign for all” zijn gebaseerd, wordt bijgedragen tot langere be roepsloopbanen voor vrouwen en oudere werknemers, net als tot een lagere vraag naar zorg en bijstand voor de snel groei ende groep ouderen. Het CvdR is ervan overtuigd dat het EUoptreden ter ondersteuning van actief en gezond ouder worden en van de solidariteit tussen de generaties een impuls zal zijn voor innovatie en groeipotentieel overal in de EU. Tevens zal het economische voordelen opleveren voor zowel openbare als particuliere spelers, op lokaal, nationaal en EU niveau. 42. Het CvdR kan zich vinden in de aanpak die het Deense voorzitterschap inzake veroudering voorstaat. Om via sociale innovatie een antwoord te bieden op de vergrijzing van de samenleving is het van het allergrootste belang dat de EU een gemeenschappelijk kader schept waar het potentieel van sociale innovatie in de toekomst volledig wordt benut. Dankzij een gemeenschappelijk EU-kader ter ondersteuning van sociale in novatie zou het voor sociale innovatoren in de hele EU inder daad eenvoudiger worden om actie te ondernemen, financiering te krijgen, aan netwerkvorming te doen en hun ondernemingen uit te breiden.
Brussel, 4 mei 2012 De voorzitter van het Comité van de Regio's Mercedes BRESSO
(10) http://www.socialfinance.org.uk/work/sibs