BOUWTECHNIEKEN Derde graad TSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2003 LICAP – BRUSSEL D/2003/0279/022
BOUWTECHNIEKEN Derde graad TSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2003 LICAP – BRUSSEL D/2003/0279/022 (vervangt het leerplan D/1993/0279/011A)
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
INHOUD 1
Lessentabel
6
2 2.1 2.2
Inleiding Impulsen Toelichting bij de lessentabel
7 7 7
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Situering van de studierichting Logisch curriculum TSO studiegebieden bouw en hout Studierichtingsprofiel en verticale samenhang Instroom en beginsituatie Vormingscomponenten Uitstroom
8 8 8 10 10 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Aandachtspunten De geïntegreerde proef Technisch tekenen, schetsen en CAD Integratie van de informatie en communicatietechnologie Welzijn op het werk en VCA
12 12 12 13 13
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken Organisatie Bouwtechnologie en tekenen Stabiliteit Realisaties bouw (fundamenteel gedeelte) Realisaties bouw (complementair) Stage
14 14 21 36 44 52 53
6
Evaluatie
54
7 7.1 7.2 7.3
Minimale materiële vereisten (nog niet verwerkt) Computerinfrastructuur Bouwtechnologie Realisaties bouw
55 55 55 56
8
Nuttige adressen
59
9
Bibliografie
61
10
Geïntegreerde proef: specifieke invulling bouwtechnieken
64
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
5 D/2003/0279/022
1
Lessentabel
Maximum: 36 uur Pedagogische vakbenaming
uur/week
Administratieve vakbenaming
Basisvorming en fundamenteel gedeelte Totaal
30
30
Aardrijkskunde
1
1
AV Aardrijkskunde
Bedrijfsbeheer (*)
1
1
TV Toegepaste economie
Frans
2
2
AV Frans
Geschiedenis
1
1
AV Geschiedenis
Godsdienst
2
2
AV Godsdienst
Lichamelijke opvoeding
2
2
AV Lichamelijke opvoeding
Nederlands
2
2
AV Nederlands
Wiskunde
2
2
AV Wiskunde
Vakken van het fundamentele gedeelte opgenomen in deze brochure Organisatie
2
2
TV Bouw
Bouwtechnologie en tekenen
6
6
TV Bouw
Realisaties bouw
7
7
Stabiliteit
7
5 PV Praktijk Bouw
0
2 PV Stage Bouw
2
2
TV Bouw
6
6
1
1
TV Bouw
3
3
3/0 3/0 PV Praktijk Bouw
Complementair gedeelte Maximum Aanbevelingen Bouwtechnologie en tekenen 1
Realisaties bouw
0/3 0/3 PV Stage Bouw Engels
2
2
AV Engels
(*) Voor Bedrijfsbeheer is een apart leerplan uitgewerkt. Er wordt slechts 2 uur aangeboden, daar er elementen uit bedrijfsbeheer terug te vinden zijn in het vak "Organisatie." Hierbij dient de checklist "Bedrijfsbeheer" - mededeling KI 50.01.03 van 6 november 1998 gehanteerd.
1
Zie toelichting punt 5.5
6 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
2
Inleiding
2.1
Impulsen
Impulsen die aan de basis lagen om het leerplan te herzien worden hieronder opgesomd. •
Vernieuwde visie op TSO en BSO die moet leiden naar een duidelijke profilering van de studierichtingen in het bijzonder: Bouw- en houtkunde (TSO) – Bouwtechnieken (TSO) – Ruwbouw en Ruwbouwafwerking (BSO). Actualisering: nieuwe technieken en technologieën, nieuwe normen en voorschriften, nieuwe inzichten. Door de wijze van formuleren dienen de leerplandoelstellingen het verwachte niveau zo duidelijk mogelijk aan te geven, zodat complexe en moeilijk hanteerbare taxonomieën worden vermeden. De verticale samenhang met het leerplan van de tweede graad. Zoveel mogelijk wegwerken van de versnippering in vakken van 1 uur. Het integreren van de tekenvakken en de aanverwante technisch-theoretische vakken. De afstemming van de technische vakken en de praktijkvakken verder implementeren. De optie van het VVKSO om in de nieuwe leerplannen het totale lestijdenpakket van de basisvorming en het fundamentele gedeelte van 32 uur op 30 uur te brengen, zodat het complementaire gedeelte kon uitgebreid worden tot 6 uur.
• • • • • • •
2.2 •
Toelichting bij de lessentabel
De basisvorming en het fundamentele gedeelte werden herleid tot een lestijdenpakket van 30 uur in plaats van 32 uur. Daardoor verminderde het tijdsbestek zowel voor "Bouwtechnologie en tekenen" als voor "Realisaties bouw" met één uur. We hebben dan ook een groter aantal leerplandoelstellingen en leerinhouden in uitbreiding geplaatst. Via het complementaire gedeelte kan men deze twee weggevallen uren wel aanbieden. Wat we aanbevelen. De benaming praktijk werd vervangen door "Realisaties bouw", naar analogie met andere leerplannen. De scholen die zich beperken tot de 7 lestijden uit het fundamentele gedeelte dienen de uitbreidingdoelstellingen niet aan te bieden. Wie opteert om 1 - 1 aanvullend op te nemen via het complementaire gedeelte dient de uitbreidingsdoelstellingen wel op te nemen. Gezien het merendeel van de leerlingen na hun studies op de werkvloer terecht komen adviseren we, via het complementaire gedeelte, twee extra uren "Realisaties bouw". Hiervoor werd een complementair leerplangedeelte uitgeschreven, zie 5.5. Er werd twee uur stage als verplicht opgenomen. Vakken uit het vroegere leerplan die nauw met elkaar in relatie staan zijn samengevoegd omwille van de samenhang. Bouwkundig tekenen is samengevoegd met de bijhorende technisch-theoretische vakken namelijk: constructie, topografie, materialen en labo, studie van de technische uitrustingen (elektrische installaties, sanitair en centrale verwarming, ...) en vormt aldus het samenhangend geheel: "Bouwtechnologie en tekenen" Sterkteleer, betonbouw en betontekenen werden geïntegreerd tot één geheel, namelijk: "Stabiliteit". Kostprijsberekening werd samengebracht met planning en organisatie, bouwadministratie en wetgeving. De inhoud is iets uitgebreid, ondermeer aspecten in verband met veiligheid. Het noemt: "Organisatie". Het advies voor 2 uur Engels in het complementaire gedeelte ligt in de lijn van het merendeel van de andere TSO-studierichtingen. Opmerking: daar er in grotere clusters wordt gewerkt, formuleren we een advies in verband met computerinfrastructuur, namelijk:
•
• •
• •
Minimum aantal uren te voorzien in het computerlokaal Bouwtechnologie en tekenen Stabiliteit Organisatie
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
ste
1 leerjaar 4 uur / week 1 uur / week
de
2 leerjaar 4 uur / week 2 uur / week 1 uur / week
7 D/2003/0279/022
3
Situering van de studierichting
3.1
Logisch curriculum TSO studiegebieden bouw en hout Hoger onderwijs
Derde graad 3de leerjaar
Weg- en waterbouwtechnieken
Derde graad 1ste en 2de leerjaar
Industriële bouwtechnieken
Bouwconstructie en planningstechnieken
Houtconstructie- en planningstechnieken
Bouwtechnieken
Bouw- en houtkunde
Houttechnieken
Bouwtechnieken
Bouw- en houtkunde
Houttechnieken
Tweede graad 1ste en 2de leerjaar
Studiegebied bouw
3.2
Studiegebied hout
Studierichtingsprofiel en verticale samenhang
3.2.1 Profiel van de studierichting de
de
De 3 graad "Bouwtechnieken TSO" is het logische vervolg op de 2 graad "Bouwtechnieken TSO". Het betreft dus in feite een cyclus van vier jaar. de
Na het beëindigen van de 3 graad "Bouwtechnieken TSO" behaalt de leerling de startkwalificatie van “bouwploegbaas”. Daarnaast is de afgestudeerde ook in staat om vervolgonderwijs van één cyclus aan te vatten, in het bijzonder voor opleidingen binnen de sector bouw. De opleiding laat toe om na ervaring het beroep van bouwaannemer uit te oefenen.
3.2.2 Profilering ten opzichte van de 2
de
graad
Bij het opstellen van de leerplandoelstellingen en leerinhouden werd vertrokken van vooropgestelde studieobjecten die de moeilijkheidsgraad globaal bepalen. Het studieobject dat in de tweede graad "Bouwtechnieken TSO" vooropgesteld werd is: “De ruwbouw van constructies van kleine omvang met een berg- en/of woonfunctie (een garage, een eenvoudige eengezinswoning, een loods, … )”. De moeilijkheidsgraad wordt mede bepaald door: • • • • • • •
de funderingen worden beperkt tot funderingen op staal; kelders komen niet aan bod; de klassieke spouwmuurconstructie; de dragende vloeren worden beperkt tot ter plaatse gegoten vloerplaten; de dakconstructies worden buiten beschouwing gelaten; er wordt abstractie gemaakt van trapconstructies, de kostprijsberekening wordt beperkt tot de materiaalkostprijs
Het studieobject dat bij het maken van dit leerplan voor ogen werd gehouden is: “Het uitvoeringsgericht voorbereiden van constructies uit de bouwsector (woningen en kleine appartementsgebouwen) en sturend meewerken aan de praktische realisatie.” 8 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Ten opzichte van de tweede graad komen de volgende elementen expliciet aan bod: • • • • • • • • • • • •
complexere funderingen, het huisrioleringsstelsel, kelderconstructies, dakconstructies en dakdoorbrekingen, gevelsamenstellingen anders dan spouwmuren, ruwbouwvoorzieningen voor het bevestigen van schrijnwerk, diverse vloerconstructies, trapconstructies, de studie van de technische installaties, de uitvoeringskostprijs dient berekend, de afwerking van de ruwbouw, ...
3.2.3 Profilering ten opzichte van aanverwante studierichtingen Onderstaand schema tracht het onderscheid met aanverwante studierichtingen te duiden. Dit onderscheid slaat uitsluitend op het fundamentele gedeelte. TSO Bouw- en houtkunde
Varianten van projecten als studieobject •
• •
TSO Bouwtechnieken
De uit te voeren projecten als studieobject •
• •
BSO Ruwbouw Ruwbouwafwerking
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
via technisch tekenen en schetsen drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept van constructies uit de bouwsector te begrijpen en varianten te bestuderen, de conceptuele kenmerken van constructies uit de bouwsector toelichten, sturend optreden om de uitvoering van constructies uit de bouwsector mogelijk te maken.
via technisch tekenen en schetsen drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept van constructies uit bouw of hout te begrijpen en de uitvoering voor te bereiden, om de gevraagde kwaliteitscriteria te bereiken de noodzakelijke uitvoeringsrichtlijnen formuleren, meewerken aan de uitvoering en leidinggevend optreden.
Het uitvoeren van projecten als studieobject • • •
schetsmatig twee en driedimensionaal communiceren om tot de gewenste uitvoering te komen, op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria gepast handelen, de uitvoering realiseren op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria.
9 D/2003/0279/022
3.3
Instroom en beginsituatie
Zoals reeds vermeld is de tweede graad TSO "Bouwtechnieken" is de logische vooropleiding. De tweede graad TSO "Bouw- en houtkunde" kan ook als relevante vooropleiding worden beschouwd. De volgende vormingscomponenten worden als voorkennis beschouwd: • • • • •
praktische vaardigheden en inzichten bij het voorbereiden en realiseren van kleine bouwconstructies, de basis van theoretische mechanica en elektriciteit, basisvorming in verband met fysica, begrippen en kennis van basismaterialen en elementaire constructietechnieken, basisvorming in verband met technisch tekenen, schetsen en CAD.
3.4
Vormingscomponenten
Het samenspel van kennis, vaardigheden, attitudes en zelfevaluatie; waardoor adequaat handelen in een bepaalde situatie mogelijk wordt; wordt in de vakliteratuur vaak "competentie" of ook "beroepsvaardigheid" genoemd. Begrippen die ook in dezelfde richting wijzen zijn vormingscomponenten, globale leerplandoelstellingen, specifieke eindtermen, ... Voor het opstellen van het leerplan werd vertrokken van globale competenties die van een "bouwploegbaas" worden verwacht. Deze globale competenties hebben we hieronder vertaald in wat wij vormingscomponenten noemen.
3.4.1 Vormingscomponenten in verband met kennis en vaardigheden • •
• • • •
• • • •
Via technisch tekenen en schetsen drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept (voorstel van de ontwerper) te begrijpen. Aan de hand van een bouwdossier (bouwplannen, beschrijvingen en opmetingen), een bouwconstructie van gewone omvang uitvoeringsgericht voorbereiden en opvolgen (planning, organisatie, prijsoffertes, kostprijsberekening, maken van aanvullende uitvoeringstekeningen, ...). De werking van de topografische instrumenten kennen en inzicht verwerven op het vlak van topografische technieken om gebouwen en constructieonderdelen op het terrein te kunnen uitzetten. De conceptuele kenmerken van bouwconstructies begrijpen en de impact op de uitvoering herkennen en toelichten. De basistechnieken bij het realiseren van bouwknooppunten bij constructies van kleine omvang kunnen uitvoeren en bij probleemsituaties oplossingen voorstellen. Meewerken aan de uitvoering van bouwwerken en/of de uitvoeringsaspecten op een correcte manier aan derden doorgeven rekening houdende met: - de gestelde eisen van de ingenieur, architect (inplanting, vormgeving, stabiliteit, kostprijs, afwerking, ...) - de vigerende regelgeving (bouwwetgeving, welzijn op het werk , basisveiligheid, ...) - de kenmerken en verwerkingsvoorschriften van materialen - de kenmerken en gebruiksvoorschriften van gereedschappen, machines en hulpmiddelen. Voldoende voorkennis hebben in verband met de vigerende bouwwetgeving om deze voor, tijdens en na de werkzaamheden correct toe te passen. De te volgen administratieve procedures tijdens het bouwproces kennen en toepassen (bouwadministratie). De mogelijkheden van Informatie en Communicatie Technologieën (tekstverwerking, rekenblad, Internet, CAD, specifieke programma's, ... ) toepassen in de context van de beroepsactiviteiten. Contacten leggen en communiceren met bedrijfsleiders, inzicht verwerven in de structuur en de werking van een bedrijf en rekening houden met de eisen die de bedrijven aan de werknemers stellen.
10 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
3.4.2 Vormingscomponenten in verband met attitudes Kennis en vaardigheden op zich zouden weinig of geen waarde hebben indien ze niet zouden samengaan met attitudes (houdingen). Er dient dus tijdens het vormingsproces ook voldoende aandacht besteed aan een brede waaier van attitudes. Attitudes waar we in het kader van dit leerplan bijzondere aandacht voor vragen zijn: • • • • • • • • • • •
kwaliteits- en prijsbewust handelen, voortdurend aandacht hebben voor het naleven van de vigerende regelgeving, vertrouwen op eigen inzichten, creatief zijn bij het bedenken van praktische oplossingen, bereid zijn om te organiseren en te plannen en voortdurend bij te sturen, bereid zijn om informatie te raadplegen en documentatie op te zoeken, rekening houden met normen, afspraken, voorschriften, …, bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden (flexibiliteit en creativiteit), bereid zijn om in team een project te realiseren, verantwoordelijkheid nemen, leidinggevend optreden en besluitvaardig zijn, op basis van zelfevaluatie de eigen inzichten en werkzaamheden bijsturen.
3.5
Uitstroom
Het slagen in deze studierichting betekent het behalen van het diploma secundair onderwijs. Daarenboven kan men ook het aanvullende getuigschrift van bedrijfsbeheer behalen. We verwijzen hierbij naar de checklist "Bedrijfsbeheer" - mededeling KI 50.01.03 van 6 november 1998.
3.5.1 Logisch vervolgonderwijs De verdere studies die het meest voor de hand liggen zijn: •
TSO derde graad derde leerjaar, studierichtingen: - bouw - constructie en planningstechnieken - industriële bouwtechnieken - weg- en waterbouwtechnieken Hoger Onderwijs: basisopleidingen van één cyclus - studiegebied onderwijs, initiële opleiding tot leraar secundair onderwijsgroep 1, optie hout-bouw - studiegebied industriële wetenschappen en technologie, opleiding bouw met opties bouw of vastgoed - studiegebied architectuur, opleiding architect-assistent of opleiding interieurvormgeving
•
3.5.2 Arbeidsmarkt Na het beëindigen van de derde graad “bouwtechnieken” zijn de tewerkstellingsmogelijkheden onder meer: • • • • • •
bouwploegbaas zelfstandig aannemer bediende op een bouwkundige of stedenbouwkundige dienst verkoper van bouwmaterialen in het onderwijs als technisch leraar (na nuttige ervaring en GPB-opleiding) ...
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
11 D/2003/0279/022
4
Aandachtspunten
4.1
De geïntegreerde proef de
De geïntegreerde proef vormt een belangrijk onderwerp van het 2 leerjaar. Deze proef is enerzijds bedoeld als onderdeel van evaluatie, maar maakt anderzijds ook deel uit van de vorming, de opleiding. Voor de concretisering van de geïntegreerde proef verwijzen we naar: • • •
de omzendbrief van 25 juni 1999 punt 8 “Evaluatie en bekrachtiging van de studies”, naar het algemene kader in verband met de geïntegreerde proef van het VVKSO, naar het vademecum in verband met de geïntegreerde proef specifieke invulling “studiegebied bouw”, (als bijlage 1 opgenomen)
4.2
Technisch tekenen, schetsen en CAD
De hoofddoelstelling die wordt beoogd is: "Op een gestructureerde wijze cognitieve en psychomotorische tekentechnische vaardigheden verwerven om het ruimtelijk inzicht en ruimtelijk voorstellingsvermogen te vergroten. Deze vaardigheden hebben als doel om conceptuele varianten van bouwconstructies voor te stellen en de realisatie ervan toe te lichten." Technisch tekenen is de taal van de technicus. Deze communicatievorm wordt gekenmerkt door getekende voorstellingen en/of genormaliseerde symbolen. Bij technisch tekenen in de bouw maakt men veelal het onderscheid tussen drie vormen: schetsen, traditioneel (manueel) tekenen en CAD. Onder schetsen wordt verstaan: “De tekentechnische vaardigheid om op een vlugge en eenvoudige manier, al dan niet met de losse hand, waarnemingsbeelden en verbeeldingsbeelden te concretiseren.” In de context van dit leerplan betekent dit: een schets maken bij het geven van technische uitleg, het schetsmatig toelichten van een uitvoeringsdetail, het maken van een situatieschets, schetsen ter verduidelijking van een werkingsprincipe, … Onder traditioneel tekenen wordt verstaan: “Het maken van gedetailleerde uitvoeringstekeningen(plannen) met behulp van onder meer tekentafel, lat, passer, potlood en pen, ...” Onder CAD wordt verstaan: “Het gebruikmaken van typische soft- en hardware om tekeningen te maken en te materialiseren.” Het beschikken over schetsvaardigheden is absoluut noodzakelijk. Het verwerven van technisch inzicht is immers vrijwel onmogelijk zonder gebruik te maken van schetsen. Daarenboven wordt bij het geven van technische toelichtingen schetsen veelvuldig gebruikt. De CAD-vaardigheden die verworven dienen te worden staan in functie van het vooropgestelde studierichtingsprofiel. Globaal kunnen we dus stellen dat de leerlingen CAD als hulpmiddel kunnen toepassen in de context van uitvoeringsgerichte probleemstellingen, zoals: • • • • •
tekenen om problemen te ontdekken en oplossingen te zoeken vóór, tijdens en na de uitvoering, tekenen om informatie te verkrijgen die nodig is voor de uitvoering (maten, hoeveelheden, …), tekenen van uitvoeringsdetails en aanvullende uitvoeringstekeningen, varianten van uitvoeringen voorstellen, tekeningen aanpassen en aanvullen in functie van de voortgang van de werken.
Het traditioneel tekenen komt als dusdanig als doelstelling niet meer aan bod. Een aantal vaardigheden en inzichten bij het traditioneel tekenen vinden echter nog transfereerbare toepassingen in de praktijk. Denk onder meer aan het afschrijven van een lagenmaat, het uitzetten van loodrechte elementen, het uitzetten van constructies en constructieonderdelen, het vervaardigen van een mal, … Deze inzichten en vaardigheden de kwamen al in ruime mate aan bod in de 2 graad.
12 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
4.3
Integratie van de informatie en communicatietechnologie
Naast CAD dienen de mogelijkheden van informatie- en communicatietechnologie voortdurend toegepast in de context van alle vakken en in het bijzonder deze van het fundamentele gedeelte. We verwijzen onder meer naar: • •
tekstverwerking: documentatie aanvragen, technische informatie verzamelen en verwerken, … rekenblad: berekenen van materiaalhoeveelheden, berekenen van materiaalkostprijs, plannen en opvolgen van de eigen werkzaamheden, … Internet: opzoeken van informatie, downloaden van relevante bestanden, contacten leggen via e-mail, … Informatie (catalogi, producteigenschappen, enz.) opzoeken op informatiedragers; typische software binnen de bouwsector kunnen gebruiken: planningsprogramma’s, programma’s voor sterkteberekeningen, typische bouwgerichte tekensoftware, ...
• • •
4.4
Welzijn op het werk en VCA
In het kader van de certificatie VCA2000/03 moet elke werknemer een opleiding basisveiligheid volgen. De verplichte opleiding is gebaseerd op de plicht om te voorzien in informatie en vorming, zoals bepaald wordt in het K.B. van 27 maart 1998 over het welzijnsbeleid tegenover werknemers. Deze vorming komt overeen met vraag 4.2 van VCA2000/03. Dit is dus een verplichte vraag om het VCA-certificaat te behalen, namelijk: “Zijn alle operationele medewerkers (langer dan 3 maanden in dienst) in het bezit van een VCA-erkend diploma, certificaat of attest dat niet ouder is dan 10 jaar (gerekend vanaf de examendatum)?” In dit leerplan werden de betreffende doelstellingen en inhouden opgenomen. Voor de modaliteiten om het attest te behalen, verwijzen we naar de bevoegde organisaties en instanties.
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
13 D/2003/0279/022
5
Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogischdidactische wenken de
De meeste leerlingen hebben een 2 graad TSO ‘Bouwtechnieken" of "Bouw- en houtkunde’ gevolgd. Ze hebben dus al een vooropleiding in verband met bouwtechnologie, bouwkundig tekenen en praktijk. Bij het opstellen van dit leerplan werd met dit gegeven dan ook rekening gehouden. Er werden slechts een paar onderwerpen als herhaling opgenomen. Bij het formuleren van de doelstellingen wordt vaak het werkwoord "toelichten" gebruikt. In de context van dit leerplan begrijpen we hieronder waarneembare en dus ook evalueerbare uitleg geven. Deze uitleg kan zowel verbaal, via schetsen, via tekenen, via (ver)wijzen naar, … gegeven worden. Anders gezegd houdt dit dus in: via diverse middelen van communiceren antwoord bieden op vragen in verband met: wat, hoe, waarom, wanneer, … en dit in een bouwtechnische context. De leerplandoelstellingen en leerinhouden die als uitbreiding werden opgenomen zijn aangeduid met (U) en staan cursief.
5.1
Organisatie LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het bouwteam en hun verantwoordelijkheden 1
De taken en verantwoordelijkheden van de leden van het bouwteam globaal omschrijven.
Taken en verantwoordelijkheden: opmaken en indienen van documenten • 10-jarige aansprakelijkheid • aanbesteding • toezicht • oplevering en afrekening • aanstellen van de veiligheidscoördinator •
Administratieve handelingen en documenten 2 3
4
Vooraleer de werken aan te vatten controleren of de bouwlijn is uitgezet. Vooraleer de werken aan te vatten controleren of de vereiste documenten aanwezig zijn en voldoen aan de voorschriften. Gemeentelijke verordeningen in verband met de werfinrichting opvragen en naleven
Bouwlijn Bouwvergunning Aannemingscontract en aanbestedingsdossier Gemeentelijke verordeningen
Organisaties en federaties 5
Informatie in verband met de meest relevante organisaties en federaties opzoeken en hun functie en doelstelling omschrijven.
14 D/2003/0279/022
Normalisatie organismen Controleorganismen Beroepsorganisaties en federaties Wetenschappelijke en technische centra Vlaamse openbare, wetenschappelijke instellingen Andere relevante organisaties
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu 6
Documenten in verband met ruimtelijke ordening en stedenbouw inzichtelijk raadplegen.
Ruimtelijke ordening zuivering van afvalwater • gemeentelijke verordeningen, … • Stedenbouw stedenbouwkundige diensten • stedenbouwkundige vergunning en attesten • bouwaanvraag: liggingsplan, omgevingsplan, • inplantingsplan, algemene plannen,)
Bestekken 7 8
De noodzaak, de soorten en de inhoud van bestekken omschrijven. De inhoud van type bestekken interpreteren in functie van de opdracht.
Algemeen (type) bestek en bijzonder bestek Administratieve en technische bepalingen
Gunning van opdrachten 9 10
De verschillende soorten opdrachten omschrijven. De procedures voor het gunnen van opdrachten toelichten.
Overheidsopdrachten en privé-opdrachten Wijzen van gunnen aanbesteding • offerte-aanvraag • onderhandse overeenkomst • … •
Aannemingsovereenkomsten en contracten 11
12
De verschillende manieren hoe een aannemingsovereenkomst (-contract) kan worden afgesloten omschrijven. Contractuele begrippen in verband met aannemingsovereenkomsten toelichten.
Aannemings- en onderaanemingsovereenkomsten volgens totale prijs • volgens prijslijst • volgens relatief forfaitaire prijs • gemengde opdracht • in regie • Contractuele begrippen borgsom • voltooiingswaarborg • uitvoeringstermijn • opvolging en oplevering • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
•
13
14
de
De administratie in verband met opvolging, controle en oplevering van de werken toelichten. Het belang van juiste prijsafspraken in functie van verrekeningen onderkennen.
3 graad TSO Bouwtechnieken
vorderingsstaten verrekeningen prijsherzieningen eindafrekening
...
Oplevering voorlopige • definitieve • stilzwijgende •
15 D/2003/0279/022
Erfdienstbaarheden 15
16
Het begrip erfdienstbaarheid aan de hand van een paar concrete voorbeelden toelichten. De specifieke bepalingen in verband met de gemene muur omschrijven.
Specifieke erfdienstbaarheden doorgang • zichten en lichten • gemene muur •
Veiligheid in de bouw - Welzijn op het werk 17 18
De voorschriften in verband met basisveilig- Basisveiligheid - VCA-attest - Interne preventiedienst heid kennen in functie van het VCA-attest Regelgeving In opdracht, voor concrete, eenvoudige en KB over het welzijn op het werk • relevante gevallen, de vigerende regelgeving ⋅ toepassingsgebied en definities opzoeken en toelichten. ⋅ arbeidsveiligheid ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
•
•
bescherming van de gezondheid psychosociale belasting ergonomie arbeidshygiëne interne maatregelen betreffende leefmilieu
KB betreffende de mobiele bouwplaatsen ⋅ ⋅ ⋅
veiligheidscoördinator veiligheids- en gezondheidsplan coördinatiedagboek
Verzekeringen (U)
Aansluitingen en nutsvoorzieningen 19
De voorschriften en liggingsplannen opvragen bij de nutsmaatschappijen en deze voorschriften toelichten in functie van de uitvoering.
Aansluitingen en nutsvoorzieningen elektriciteit • aardgas • watervoorziening • riolering •
Organisatiestructuren van bedrijven 20 21
Organisatiestructuren van een bouwbedrijf omschrijven De relatie tussen de diverse structuuronderdelen toelichten.
Administratieve planning • calculatie • aankoop • commerciële afdeling • ... • Uitvoerende
Kostprijs en aanbiedingsprijs Begrippen 22 23 24
De definitie omschrijven van directe en indirecte kosten. De factoren die van invloed zijn op de aanbiedingsprijs opsommen en toelichten. Het onderscheid formuleren tussen waarschijnlijke en werkelijke kostprijs.
•
• • • • •
16 D/2003/0279/022
directe kosten ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
materiaalkostprijs materieelkostprijs arbeidskost onderaannemingskost
indirecte kosten: algemene en specifieke bouwplaatskosten algemene ondernemingskosten risico en winstcoëfficiënten waarschijnlijke kostprijs - werkelijke kostprijs BTW
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Berekenen van de directe kosten 25
26
27
De materiaalhoeveelheden bepalen op basis van ter beschikking gestelde documenten en volgens geldende afspraken. De materiaalkostprijs van enkelvoudige materialen opzoeken en van samengestelde materialen bepalen. De totale materiaalkostprijs berekenen.
Materiaalkostprijs enkelvoudige en samengestelde materialen • materiaalhoeveelheden • documenten • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
•
uitvoeringsplannen beton- en wapeningsstaat tabellen voor grondverzet ...
geldende afspraken ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
standaardmeetmethode meetstaten overmaten, afronden verbruiksnormen netto hoeveelheden verliescoëfficiënten ...
Berekenen van de arbeidskost 28
De tijdsnorm bepalen en de begrippen rendement en productie toepassen. Het aantal manuren per eenheid berekenen op basis van uit te voeren hoeveelheden en tijdsnormen. De arbeidskost als product van manuren en uurloon bepalen Het begrip gemiddeld uurloon toelichten en voor een bepaalde ploeg berekenen. De impact van de sociale lasten op het gemiddelde uurloon toelichten.
Arbeidskost manuren •
33
De materieelkostprijs voor het direct toewijsbare materieel bepalen op basis van gebruikseenheden en tarieven.
De materieelkostprijs gebruikseenheden • tarieven •
34
Onderaannemingskosten analyseren om de eventuele bijkomende kosten in te schatten.
Onderaannemingskosten en eventuele bijkomende kosten
29
30 31 32
⋅ ⋅ ⋅ ⋅
• •
hoeveelheden tijdsnormen rendement ploegrendement
gemiddeld uurloon (bruto) sociale lasten
Berekenen van de indirecte kosten 35
36
De factoren die van invloed zijn op de bouw- Bouwplaatskosten plaatskosten opsommen, beschrijven en toe- • beïnvloedende factoren passen. ⋅ werfinrichting ⋅ transport Diverse methoden voor het verrekenen van ⋅ financiering de bouwplaatskosten opsommen, toelichten verrekening van de bouwplaatskosten • en toepassen. ⋅ ⋅
37
De factoren die de algemene kost beïnvloeden opsommen en verduidelijken.
Algemene ondernemingskosten fiscale lasten • financiële lasten • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
op arbeidsuren per post vast percent van de directe kostprijs
kosten klein gereedschap afschrijving van gebouwen, meubilair, … kosten voor telecommunicatie …
17 D/2003/0279/022
Winst - BTW - Betalingen - Nacalculatie 38 39
De diverse wijzen om de winstmarge te verrekenen kennen. Factoren die de winstmarges kunnen beïnvloeden aanduiden (U)
Winst winstmarge • ⋅ ⋅ ⋅
•
toeslag per gepresteerd manuur vast percentage op de directe kostprijs variabel percentage van de directe kostprijs
invloedsfactoren (U) ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
bedrijfsbeleid op lange termijn de conjunctuur streekgebonden invloeden concurrentie
40
De geldende BTW-tarieven opzoeken en de diverse voorwaarden verwoorden.
BTW tarieven • voorwaarden •
41 42
Toelichten hoe de betalingen gebeuren. Betalingen Toelichten hoe de prijsverrekeningen worden • per afgewerkt onderdeel vorderingsstaat • opgevolgd. Nacalculatie dagrapporten • prijsherzieningen • … • Meetstaten
43 44
45
Een meetstaat opstellen volgens de standaardmeetmethode. Op basis van prijsoffertes een aanvaardbare prijsvergelijking maken volgens de geldende regels. Een prijzenborderel opstellen en invullen.
Standaardmeetmethode gedetailleerde meetstaat samenvattende meetstaat prijzenborderel
• • •
Gevallenstudie 46 47
Van een eenvoudig bouwproject de kostprijs of aanbiedingsprijs berekenen. Een prijsvergelijking maken van de onderaannemingskosten.
18 D/2003/0279/022
Aanbiedingsprijs Verkoopprijs Prijsvergelijking van onderaannemingskosten
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Planning en organisatie 48
Taken als onderdeel van een opdracht definiëren.
Taakdefinitie materialen • materieel • personeel •
49
Een eenvoudig bouwwerk opdelen in taken.
Analyse van de opdracht
50
Van een eenvoudig bouwwerk, onderverdeeld in taken, de taakanalyse uitvoeren.
Analyse van de taken relaties • ⋅ ⋅ ⋅
• •
koppelingen aanvang en einde wachttijden
tijdstuur benodigde middelen ⋅ ⋅ ⋅
materieel materialen personeel
51
Van een eenvoudig bouwwerk de planning voorstellen in een balkendiagram in kalenderdagen en op basis hiervan het kritieke pad afleiden.
Balkendiagram (Ganttkaart) Kritieke pad
52
Een netwerkplanning van een eenvoudig bouwwerk opbouwen (genereren) en interpreteren.
Netwerkplanning opbouw • start en einde ten vroegste • speling • kritieke pad •
53
Vanuit een balkendiagram de afgeleide plan- Afgeleide planningen ningen opstellen. personeelsplanning • materieelplanning • planning van de leveringen • financiële planning (U) •
54
Op basis van de afgeleide planningen het balkendiagram aanpassen.
Afvlakken van de planning in functie van personeel • in functie van beschikbaar materieel • in functie van materiaallevering en stock • in functie van de financiële middelen (U) •
55
De technieken toelichten voor het opvolgen van de planning in functie van de vordering van de werken.
Werkopvolging en tijdslijn
56
Bij het plannen en organiseren gebruikmaken van specifieke software.
Software voor planning en organisatie
Gevallenstudie 57
de
In team en onder begeleiding de voorbereiding, de planning en organisatie van een eenvoudig bouwproject uitvoeren.
3 graad TSO Bouwtechnieken
Planning en organisatie Werforganisatie toegankelijkheid • veiligheidsvoorzieningen • plaats van de werfkeet • stapelruimtes • bouwplaatsmachines • ... •
19 D/2003/0279/022
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN •
•
•
•
•
• • • •
•
Basisdocumenten als wetteksten, typebestekken, algemene bestekken… ter beschikking stellen. Deze onder begeleiding lezen en interpreteren. Via begeleide ICT-opdrachten informatie opzoeken betreffende bouwrichtlijnen en andere regelgeving die betrekking hebben op de uitvoering van een project. Bezoeken van een kleinere bouwfirma. De planning, calculatie en werfopvolging laten toelichten binnen het kader van deze bedrijfsgrootte. Bezoeken van een grotere bouwfirma met aandacht voor de plannings- en de calculatiediensten. De werfopvolging en het belang van een coördinatiedienst laten toelichten. Verschillende bronnen laten raadplegen in verband met materiaaleenheidsprijzen, uurnormen, uurlonen, indexen, … De bekomen informatie laten gebruiken in realistische voorbeelden. Een klein project uitwerken, gaande van bouwtoelating tot gedetailleerde kostprijsbepaling. (materiaal, arbeid, materieel, onderaanneming, BPK, AOK) en uitvoeringsplanning. Bij het opstellen van de uitvoeringsplanning deze koppelen aan de kostprijsbepaling met behulp van planningssoftware. Maak bij het opstellen van meetstaten en het berekenen van kostprijzen gebruik van bestaande calculatieinstrumenten: vooraf opgestelde modellen, specifieke software, rekenbladen, …
20 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
5.2
Bouwtechnologie en tekenen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Projectief tekenen, schetsen, en waarnemingstekenen en CAD 1
2
3 4
5 6 7 8 9
Van volumes de vlakken, snijlijnen en snijpunten kunnen herkennen en deze kunnen situeren. Een eenvoudig bouwvolume opmeten, schetsen, bematen en van informatie voorzien. Een controlemeting kunnen uitvoeren De mogelijkheden van CAD - 2D efficiënt kunnen toepassen in functie van de opdracht. Een 3D tekening kunnen bekijken vanuit verschillende oogpunten en deze printen. Een schaaltekening lezen. Van bouwplannen bijkomende aanzichten, doorsneden en details tekenen. Uit bouwplannen lengten, oppervlakten en volumes afleiden. Weten dat een CAD-tekening diverse gegevens en informatie bevat
Bestaande toestand Opmetingstechnieken • Controlemetingen • Eenvoudige lengtemeetinstrumenten. Schetsen en waarnemingstekenen lijnen vlakken en volumes • opmetingsschetsen • notitietechnieken • CAD – 2D basisfuncties: tekencommando’s, • aanpassingscommando’s. organisatie en instellen van tekeningen. • plotinstellingen - plotten. • CAD – 3D assenstelsels • views • plotinstellingen – plotten • Tekenopdrachten: aanzichten, • doorsneden, • maataanduidingen, • details: knooppunten en doorboringen. •
Betontechnologie 10 11 12
13 14
15
16
17 18
de
De verschillende bereidingswijzen omschrijven en toelichten De verschillende karakteristieken kunnen opsommen en toelichten. Op basis van de verwerkingsmiddelen, de gebruiksomgeving, betondekking en verwerkingsomstandigheden de bestelkarakteristieken kunnen vastleggen. Het belang van de vastgelegde betonsterkte kennen. De factoren die de verwerkbaarheid van het te storten beton beïnvloeden kunnen opsommen en verklaren. De verschillende beschermingsmiddelen tegen weersomstandigheden kunnen opsommen en toelichten De hulpstoffen en toeslagstoffen die de kenmerken van de verse betonspecie en het verharde beton beïnvloeden opsommen en toelichten. Proefmonsters aanmaken, het onderzoek toelichten en de resultaten interpreteren. Samenstelling van speciale betonsamenstellingen / betonsoorten kunnen weergeven en het toepassingsgebied omschrijven.
3 graad TSO Bouwtechnieken
Bestelkarakteristieken (conform NBN) Bereiding van beton betoncentrale • op de werf • Verwerking storten en verdichten • pompen en spuiten • Beschermen Hulpstoffen en toeslagstoffen plastificeerder • bindingsvertrager • luchtbelvormer • … • Proeven op beton Betonspecie • ⋅ ⋅
•
Abramskegel Schoktafel
Verhard beton ⋅ ⋅ ⋅
drukproef sclerometer …
Speciale betonsoorten architectonisch beton • vezelversterkt beton • spuitbeton / pompbeton • … •
21 D/2003/0279/022
Funderingstechnieken 19
20
21 22 23 24 25
26
27
Het belang van het grondonderzoek onderkennen en de belangrijkste begrippen omschrijven Het belang van het raadplegen van het grondonderzoek en het controleren of het funderingsadvies wordt gevolgd erkennen. De gewapende funderingen op staal toelichten. De verschillende diepfunderingen opsommen De uitvoeringswijzen van diepfunderingen schetsmatig kunnen toelichten Een funderingsplan lezen. De noodzaak van de verankering van de structuur aan de funderingspalen onderkennen en deze verankering uitvoeringsgericht kunnen tekenen. Een funderingsplan kunnen tekenen vertrekkende van de grondplannen en dit voor een opgelegd funderingstype. Knooppunten detailleren
Grondonderzoek: sonderingen • boringen • Grondonderzoekgegevens grondsoorten • lagenopbouw • sondeerdiagram • … • Gewapende funderingen op staal strokenfundering • plaatfundering • zoolfundering • … • Diepfunderingen fundering op putten • paalfundering • slibwanden • verankeringen • … • Funderingsplannen en uitvoeringsdetails
Kelders 28 29
30 31 32 33 34
Problemen en technische oplossingen bij het graven van bouwputten kunnen toelichten De kruipkelder kunnen definiëren, het doel omschrijven en constructieve details kunnen uittekenen. De kelder kunnen definiëren en het doel omschrijven. Verschillende uitvoeringsmethoden kunnen omschrijven en toelichten. Waterdichtingstechnieken kunnen omschrijven en toelichten. Drainagetechnieken kunnen omschrijven en toelichten. Uitvoeringsdetails kunnen tekenen
22 D/2003/0279/022
Bouwputten bemalingen beschoeiingstechnieken Kruipkelders Kelderconstructies algemene technische eisen • uitvoeringstechnieken: vloerplaten, wanden, pre• fabkelders, … waterdichting: waterdicht beton, soepele dich• ting, … drainagetechniek • Factoren die de opbouw van de kelderconstructies beïnvloeden grondwaterspiegel • tijdelijke grondwaterspiegel • grondsoort • ... • Uitvoeringsdetails verluchting • muuraanzet • fundering naast kelder • ... • • •
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Bovenbouwconstructies Elementaire bouwfysica 35
36
37
38
39
40
De meest relevante begrippen in verband met bouwfysica kennen om deze inzichtelijk toe te passen bij technische toelichtingen. Materialen en constructies, op basis van technische documentatie, interpreteren op hun isolerende (vocht, warmte, geluid) eigenschappen. De eisen in verband met isolatie in de regelgeving opzoeken en deze in praktische situaties toelichten. De k-waarde van een scheidingswand berekenen en op basis hiervan het isolerende vermogen inschatten. Op basis van schematische voorstellingen van het temperatuursverloop en het dampverloop in een wand, bepalen of er gevaar voor condensatie optreedt, de plaats bepalen en oplossingen om condensatie te vermijden voorstellen. Verschillende wandsamenstellingen, vloeren en plafondsystemen met elkaar vergelijken in relatie met hun isolerend vermogen en de kenmerken op basis van bouwfysische inzichten toelichten.
Thermisch isoleren en condensatie algemeen
•
•
•
⋅ ⋅ ⋅
thermisch isoleren comfortklimaat isolatiematerialen
Isolatieberekening ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Lambda-, R- en k-waarde warmtetransmissie, temperatuursverloop warmteaccumulatie plaatsing thermische isolatie ontstaan van koude bruggen
Vochthuishouding ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
dampdichtheid dampspanning vochtdiffusie dauwpunt en condensatie plaatsing thermische isolatie dampscherm
Bouwakoestiek algemene kenmerken van geluid • geluidsabsorptie: lawaaibestrijding binnen een • lokaal lucht- en contactgeluidsisolatie: lawaaibestrijding • tussen lokalen materialen en specifieke uitvoeringsmethoden • absorberend vermogen van materialen en • constructies
Muurconstructies 41
42
Rekening houdend met bouwfysische eisen de opbouw en de uitvoering van muurconstructies, via detailtekeningen, toelichten. De uitvoering van knooppunten, via detailtekeningen, toelichten.
Bouwfysische eisen vochtisolatie • ventilatie • thermische isolatie • vermijden van koude bruggen • Muurconstructies buitenmuren • ⋅ ⋅
spouwmuur meerlagige massieve buitenwanden
•
binnenmuren Knooppunten aansluiting ondergronds- en bovengrondsmet• selwerk muuropeningen (lateien, dorpels, …) • opleggingen • aansluiting op balken en kolommen • … •
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
23 D/2003/0279/022
Dragende vloerconstructies 43
44
45
46
De belastingen die op een vloerconstructie inwerken onderkennen en in relatie hiermee de constructieve voorzieningen om deze op te vangen toelichten. In relatie met constructieve en bouwfysische eisen diverse vormen van het uitvoeren en opbouwen van vloerconstructies, op basis van ter beschikking gestelde of zelf te maken detailtekeningen, toelichten. De specifieke voor- en nadelen van diverse vormen van vloeropbouw onderscheiden.
Belastingen op vloeren mechanische • •
⋅ ⋅
vaste en veranderlijke gespreide en geconcentreerde
klimatologische (U) Constructieve eisen lastspreidend vermogen • stabiliteit • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
draagkracht draagrichting oplegging doorbuiging verankering
De uitvoering van de voornaamste knooppunten bij vloerconstructies via detailtekenin- • bergplaats van nutsleidingen gen of schetsen toelichten. Bouwfysische eisen vochtisolerend vermogen • thermisch isolerend vermogen • akoestisch isolerend vermogen • ... • Vloeren op vaste ondergrond vloeren in de woning • vloeren in residentiële gebouwen • terrassen • industriële vloeren • ... • Vrijdragende vloeren houten vloerconstructie • monoliete vloeren • prefabvloeren • semi-prefabvloeren • balkons • ... • Metalen draagvloeren (U) Knooppunten opleggingen • doorgangen • openingen • overkragingen • ravelingen • ... • Dakconstructies
47
48
49
In relatie met constructieve en bouwfysische eisen diverse vormen van het uitvoeren en opbouwen van dakconstructies, op basis van ter beschikking gestelde of zelf te maken detailtekeningen, toelichten. Plannen analyseren naar correcte maatvoering en de bijkomende maten voorstellen. De uitvoering van de voornaamste knooppunten bij dakconstructies via detailtekeningen of schetsen toelichten.
Dakopbouw draagstructuur • isolatie (vocht, thermisch, akoestisch) • bedekking • Constructieve en bouwfysische eisen stabiliteit • ⋅ ⋅
•
•
24 D/2003/0279/022
draagvermogen verankering
isolerend vermogen ⋅ ⋅ ⋅
koud dak warm dak omgekeerd dak
hemelwateropvang en -afvoer
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Soorten daken hellende daken • ⋅ ⋅ ⋅
•
• •
gordingendak keperspantendak …
platte daken ⋅ ⋅ ⋅
houten draagstructuur steenachtige draagstructuur ...
berijdbaar dak (U) groene daken (U) Knooppunten dakdoorbreking • dakaansluiting • dakranden • overlappingen • Buitenschrijnwerk 50
51
52
In functie van het soort buitenschrijnwerk en de vooropgestelde plaatsingsmethode de aansluiting en verankering met de ruwbouw, via detailtekeningen en schetsen, toelichten. Inzicht hebben in noodzakelijke constructieve voorzieningen voor het plaatsen van specifieke constructies. Detailtekeningen interpreteren en aanpassen aan specifieke situaties.
Soorten buitenschrijnwerk ramen • deuren • poorten • erkers • veranda's • ... • Aansluiting en verankering slagen • aansluitvoeg en afdichting • dorpels • lateien • muurblokken • ... • Plaatsingsmethode achter slag • blokraam • •
Specifieke constructies rolluikkasten en rolluiken • in helling geplaatste beglazing • lichtstraten • gordijngevels, • structuurgevels • koepels • zonnewering (U) • ... • Technische uitrustingen Residentiële elektrische installaties 53
de
Weten welke informatie de voorbereidende studie van een residentiële elektrische installatie dient te bevatten en deze informatie in functie van de uitvoering toelichten.
3 graad TSO Bouwtechnieken
Voorbereidende studie (tijdelijke) aansluitingen • distributie maatschappij • bijkomende eisen in aanvulling op het A.R.E.I. • Start van de bouwwerken (aardingslus) • afwijkingen ten opzichte van voorziene aanslui• tingen
25 D/2003/0279/022
54 55
Het situatieschema lezen en de implicaties in verband met de ruwbouw afleiden. De volgorde van de uit te voeren werken kennen en de bedoeling formuleren in de context van de opvolging van het bouwproces.
Situatieschema bouwplan • verdeelborden • schakelaars • wandcontactdozen • verbruikers • ⋅ ⋅ ⋅
dampkappen ventilatoren ...
Mogelijke implicaties op de ruwbouw voorziening van doorgangen • voorziening van openingen • voorzieningen voor specifieke verbruikers • voorzieningen voor inbouw • volgorde van de werkzaamheden • ⋅ ⋅ ⋅
plaatsen van aardingslus aanbrengen van leidingen plaatsen van inbouwelementen
Sanitaire installaties en riolering 56
57 58
59
60
De gebruikte uitvoeringstechnieken van de verschillende buissystemen, -materialen en beschermingsmethoden onderkennen. De juiste plaats van de afvoer van de sanitaire toestellen vastleggen op plan. De hoofdprincipes van een goede waterafvoer onderkennen en uitvoeringsgericht toelichten. Specifieke plaatsingseisen onderkennen en de constructieve voorzieningen aanduiden op plannen voor zowel horizontale afvoerbuizen als standleidingen en verzamelinrichtingen. Het rioleringsstelsel uittekenen, rekening houdend met het type aansluiting op het openbare rioleringsstelsel.
Wateraanvoer materialen • uitvoeringstechnieken • bescherming- en isolatietechnieken • waterbehandelingstechnieken • … • Waterafvoer bovengrondse afvoer •
•
⋅ ⋅ ⋅
materialen bescherming en isolatie uitvoeringstechnieken
rioleringstelsels ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
systemen materialen uitvoeringstechnieken toezichtvoorzieningen afvalwaterbehandeling
Openbaar rioleringsstelsel gescheiden • gemengd • open water • Klimatiseren en centrale verwarming 61
62
Op basis van plannen de plaats van de ventilatiekanalen, rookkanalen en leidingkokers afleiden in functie van de uitvoering van de ruwbouw. Essentiële verschillen tussen de verwarmingssystemen en de impact van elk systeem op de ruwbouwconstructie onderkennen.
26 D/2003/0279/022
Verwarmingssystemen centrale verwarmingssystemen • elektrische verwarmingssystemen • alternatieve en/of ecologische energiebronnen • Centraal klimatiseren luchtconditionering • rechtstreekse systemen • kanalisatiesystemen • ... •
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
63
De noodzaak tot ventileren, bepaald door ruimte, plaats en gebruik, onderkennen; het principe van trek (overdruk, onderdruk) kennen en de impact op de ruwbouwstructuur toelichten.
Ventilatievoorzieningen en kokers materialen • afmetingen • uitvoeringstechnieken • Schoorstenen materialen • afmetingen • uitvoeringstechnieken •
Trappen en liften 64
65
66
67
68
69
Van trappen de onderdelen en constructieve voorzieningen herkennen, benoemen en hun functie in het geheel toelichten. In een concrete situatie de op- en aantrede, en alle geometrische kenmerken die daarvan afhankelijk zijn, berekenen en in tekening brengen. Constructieve maatregelen toelichten om een goede aansluiting te verwezenlijken met bordes en vloer. De plaatsing van de wapening bij een betonnen trap kunnen aanduiden op doorsnede en plan. De impact van de verschillende soorten bekledingstechnieken en de vloer- en bordesafwerking op ruwbouwafmetingen onderkennen. Detailtekeningen van liften lezen in functie van de uit te voeren ruwbouw.
Trappen Ontwerpregels en berekening •
•
•
•
⋅ ⋅ ⋅
algemeen ontwerpregel trapverdrijvingen (harmonische methode)
constructie van trappen in functie van de materialen ⋅ ⋅ ⋅
hout staal beton
de trapvormen en de draagstructuur ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
rechte steektrap kwartdraaitrap spiltrap prefabtrappen met specifieke montagesystemen (U)
bevestiging van trapleuningen
Liften (u) liftschacht • technische ruimte • ... •
Ruwbouwafwerkingstechnieken Bepleisteringen 70
71
72
De uitvoering en de algemene kenmerken van binnen- en buitenbepleisteringen toelichten. De impact op de vereiste wandkenmerken op de samenstelling van de wand en op de materiaalkeuze met eigen woorden uitleggen.
De uitvoering van natte binnenbepleistering beschrijven en de gestelde eisen kennen.
Soorten en materialen binnen- en buitenbepleisteringen • natte en droge bepleisteringen • Kenmerken thermisch • akoestisch • klimatologisch • mechanisch • brandweerstand • Natte bepleistering uitvoeringstechnieken • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
•
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
nazicht van het te bepleisteren oppervlak voorbehandeling topografische werkzaamheden aanmaak van de materialen aanbreng-en afwerkingstechnieken nazorg
controle van de eisen ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
vlakheid hoekafwerking hechtvermogen ...
27 D/2003/0279/022
73
De uitvoering van droge binnenbepleistering beschrijven en de gestelde eisen controleren.
Droge binnenbepleistering uitvoeringstechnieken • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ •
kleven of bevestigen op bestaande muren of plafonds draagstructuren voor scheidingswanden met droge bepleistering topografische werkzaamheden bevestigingstechnieken afwerkingstechnieken
controle van de eisen ⋅ ⋅ ⋅
vlakheid loodheid - horizontaliteit ...
Dekvloeren 74 75 76
De uitvoering van dekvloeren toelichten en de gestelde eisen controleren. De termijnen nodig voor gedeeltelijke en/of volledige in gebruik name kennen. Dekvloeren met speciale eigenschappen beschrijven (U)
Gewone dekvloeren dekvloertypes • ⋅ ⋅ ⋅
•
dekvloerspecie ⋅ ⋅
•
• •
•
hechtend niet hechtend zwevend samenstelling (cementgebonden - anhydrietgebonden) aanmaak
dekvloer opbouw ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
onderlagen scheidingslaag uitvlaklaag dikte vloerverwarming voegen en naden
uitzet- en aanbrengtechnieken uitvoeringseisen ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
na te leven peilen helling vlakheid mechanische eisen minimale en homogene dikte hechting
ingebruikname ⋅ ⋅
droogtermijnen termijnen voor ingebruikname
Speciale dekvloeren (U) gietvloeren • nagelbare • harsgebonden • ... • Vloer- en wandtegels 77
78
79
De kwaliteit van de meest gebruikte vloer- en wandtegels onderkennen in functie van slijtvastheid, contactgeluid, gladheid, ... Situaties onderkennen waar de verschillende vloerbedekkingen kunnen worden aangewend in relatie met de draagstructuur of de ondergrond. De verschillende uitvoeringstechnieken bij het aanbrengen en afwerken van vloer- en wandtegels uitvoeringsgericht beschrijven en aanduiden op detailtekeningen.
28 D/2003/0279/022
Vloer- en wandtegels materialen • ⋅ ⋅ ⋅
•
•
steenachtig materiaal houtachtig materiaal soepele materialen
plaatsingstechnieken ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
voorbereiden van de ondergrond topografische werkzaamheden aanbrengen (mortelbed of gelijmd) legmotieven voegen
afwerktechnieken ⋅
opvoegen de
3 graad TSO Bouwtechnieken
⋅ •
plinten
uitvoeringseisen ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
peilen helling vlakheid hechting
Gevelbekledingen (U) 80
81
De verschillende uitvoeringstechnieken bij Gevelbekledingen het aanbrengen van gevelbekledingen uitIn steenachtig plaatmateriaal • voeringsgericht beschrijven en aanduiden op ⋅ natuursteen detailtekeningen. ⋅ kunststeen ⋅ keramisch materiaal (tegels, pannen, ...) Steun- en bevestigingstechnieken voor onin houtachtig materiaal • dersteunen en ophangen van gevelbekledinbeplatingen ⋅ gen in natuursteen, geveltegels, composietbeplankingen ⋅ platen,… toelichten . in metaal • ⋅ ⋅
aluminium zink
• •
82 83
Diverse technieken voor het bekleden van gevels uitvoeringsgericht toelichten. Specifieke eisen gesteld aan buitenbepleistering onderkennen en de plaatsingstechnieken zonder en met isolatie toelichten.
in composietmateriaal … Steun- en bevestigingstechnieken ophanghaken in RVS • vaste en regelbare winkelhaken • verstevigingsijzers, verlengstukken • betonankers, chemische ankers • … • Gevelafwerkingen bepleisteringen • beplatingen • impregnatie- en beschermingsmaterialen • ... •
Binnenschrijnwerk 84
Technische documentatie van binnenschrijnwerk raadplegen en de impact op constructieve voorzieningen in de bouwstructuur toelichten..
Constructies binnenramen en –deuren • rolluik- en gordijnkast • lichte scheidingswanden • verplaatsbare en demonteerbare wanden • verlaagde plafonds • Constructieve voorzieningen openingen en toleranties • bevestigingen •
Brandbeveiliging 85
de
De belangrijkste begrippen en de maatregelen die men dient te treffen in functie van brandbeveiliging toelichten.
3 graad TSO Bouwtechnieken
Maatregelen compartimentering • brandwerende elementen • evacuatie mogelijkheden en tijd • … •
29 D/2003/0279/022
Speciale technieken (U) 86 87
88
89
90
Inzien aan welke klimatologische invloeden een voegconstructie dient te weerstaan. De gebruiksmogelijkheden van de verschillende voegmaterialen onderkennen in specifieke uitvoeringssituaties. Detailtekeningen maken van zettings- , uitzettings- en compressievoegen in kelderconstructies, in buiten- en binnenwanden, in vloeren en daken, en de oplossingen toelichten in functie van materiaalgebruik, draagstructuur en afwerking. Op basis van technische documentatie en uitvoeringstekeningen de uitvoering van niet traditionele bouwconstructies toelichten. De voornaamste materialen en uitvoeringstechnieken kennen, kunnen beschrijven aan de hand van documentatie materiaal en deze in relatie brengen met de traditionele bouwtechnieken.
Voegconstructies Afdichting tegen regen en wind •
•
•
⋅ ⋅ ⋅
lucht- en waterafdichting afdichtingsprincipes materialen en afmetingen
Constructievoegen ⋅ ⋅ ⋅
materialen uitvoeringstechnieken toepassingsvoorbeelden
Krimp-, zettings, compressie- en uitzettingsvoegen
Niet traditionele bouwconstructies moduul, modulering, standaardisatie, prefabrica• tie systeembouw • prefab-montagebouw • ⋅ ⋅
•
•
• •
stabiliteitsvoorzieningen specifieke verbindings- en verankeringsmaterialen en –technieken
skeletbouw ⋅ ⋅ ⋅
houtskeletbouw staalskeletbouw betonskeletbouw
wandpaneelbouw ⋅ ⋅ ⋅
betonpanelen architectonisch beton vezelcement
elementen- en doosbouw (casco) ecologisch bouwen 1
Renovatietechnieken (U) 91
92
93
Inzicht hebben in de gevaren die inherent zijn aan verbouwingswerkzaamheden en te treffen maatregelen voorstellen om deze tot een minimum te beperken. Te treffen constructieve oplossingen voorzien in functie van stabiliteit, openingen, scheuren. De moeilijkheidsgraad van herstellings- of versterkingstechnieken bij dak-,vloer- en wandconstructies inschatten en toelichten.
Verbouwingswerkzaamheden onderkappen • muur- en vloeropeningen • sloopwerk • renovatie van daken • ... • Problematiek van: zettingscheuren • stabiliteitscheuren • ... •
1
Deze uitbreiding slechts aanbieden in relatie met een analoge keuze binnen het complementaire gedeelte "Reaisaties bouw"n namelijk doelstelling 56.
30 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Topografische werkzaamheden Algemeenheden 94 95
96
De begrippen topografie en geodesie toelichten. De gehanteerde kegelvormige projectie van Lambert toelichten en de beperktheid en uitbreiding van deze projectie schetsen. Meetgegevens in schets en/of tekening, volgens richtlijnen noteren en lezen.
Topografie en geodesie begrippen en benamingen • vergelijkingsvlak en geoïde • onderscheid tussen landmeten en waterpassen • Gehanteerde kaartprojectie in België kegelprojectie van Lambert • uitbreiding naar UTM • Symbolen en tekens voor topografische plans
Uitzetten en opmeten van rechte lijnen 97 98 99 100
101 102
Hulpmiddelen en meetmaterieel correct hanteren in functie van een opdracht. De vereiste nauwkeurigheid van meetmaterieel kennen. Het gepaste meetgereedschap kiezen in functie van de opdracht. Verschillende werkwijzen om een lijn uit te zetten toelichten en de gepaste werkwijze in functie van de situatie en opdracht toepassen. Een afstand opmeten in een vlak en een hellend terrein, zonder en met hindernissen. Fouten eigen aan de werkwijze van de lengtemeting toelichten en bepalen; oplossingen kennen en toepassen om deze fouten te vermijden.
Hulpmiddelen en meetmaterieel jalon, jalonhouder en jalonrichter • meetpennen • meetband, -lint, -veer • meetwiel • elektronische afstandsmeters • nauwkeurigheid van meetmaterieel • Uitzetten van rechte lijnen tussenbakenen • vooruitbakenen • achteruitbakenen • zijdelings invluchten • snijpunt bepalen van 2 rechten • Opmeten van rechte lijnen rechtstreeks opmeten • onrechtstreeks opmeten • meten in vlak en hellend terrein • nauwkeurigheid van enkelvoudige en dubbele • meting nauwkeurigheid van lengte kleiner dan lengte • meetband Nauwkeurigheid van lengte groter dan lengte • meetband
Uitzetten van rechte hoeken 103 104
de
Gebruik van topografische toestellen toelichten om rechte hoeken uit te zetten. Op het terrein loodlijnen neerlaten en oprichten.
3 graad TSO Bouwtechnieken
Topografische toestellen in functie van rechte hoeken dubbel pentagoonprisma en valstok • theodoliet (zie verder) • hoeklaser (U) • Oprichten van loodlijnen Neerlaten van loodlijnen
31 D/2003/0279/022
Uitzetten van cirkelbogen 105 106 107 108 109 110
Geometrische kenmerken van een cirkelboog toelichten. Raaklijnensnijhoek opmeten met eenvoudige hulpmiddelen. De diverse werkwijzen om hoofdpunten uit te zetten toelichten. Met behulp van rechthoekige coördinaten hoofd- en detailpunten uitzetten. Kwartpijlmethode toepassen om detailpunten uit te zetten. Bogenspiegel gebruiken om detailpunten uit te zetten.
Geometrische kenmerken van een cirkelboog rechtstanden • raaklijnensnijhoek (snijpunt al dan niet toegan• kelijk) straal • hoofdpunten • detailpunten • Uitzetten van cirkelboog met behulp van rechthoekige coördinaten • kwartpijlmethode • bogenspiegel of curvigraaf •
Opmeting van een terrein 111
112
Een juiste opmeetmethode kiezen en uitvoeren voor het opmeten van terreinen met beperkte omvang. CAD gebruiken om meetwaarden te verwerken tot een plan en om de oppervlakte van het terrein te bepalen (U)
Terreinen met beperkte omvang meetlijnen • methoden: coördinatenmethode en lijnenver• band kaartering • oppervlaktebepaling • diagonaalmeting als controle •
Opmeten en uitzetten van een gebouw en bouwplannen (zie ook praktijk) 113 114 115 116
Algemene begrippen toelichten en aanduiden op een plan. Juiste inplanting en omvang van een bestaand gebouw opmeten. CAD gebruiken om meetwaarden in een plan om te zetten. Op basis van een inplantingsplan een gebouw van kleine omvang uitzetten.
Inplanting van en het gebouw zelf hoofdpunten ten opzichte van het referentiestel• sel details opmeten • Uitzetten van een gebouw volgens de bouwplannen perceelsgrenzen • rooi- en bouwlijn • inplantingcoördinaten van het gebouw • brugjes of bouwplanken •
Topografische toestellen 117 118
119 120
Gemeenschappelijke onderdelen van topografische toestellen toelichten. De noodzakelijke voorwaarden omschrijven, waaraan de topografische toestellen dienen te voldoen om horizontaal en verticaal te stellen. Een as horizontaal/verticaal stellen. Een vlak horizontaal stellen.
32 D/2003/0279/022
Gemeenschappelijke onderdelen statief • lenzen • onderdeel met en zonder voetschroeven • bovendeel met kijker • richtkijker, vizieren en kruisdraden • doosniveau • buisniveau • elektronisch niveau • compensator • Horizontaal en verticaal stellen van vlakken en assen horizontaal stellen van een as • verticaal stellen van een as • horizontaal stellen van een vlak •
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Hoogtemetingen 121
122 123 124 125 126 127 128 129 130
131 132 133
Basismethodes en de orde van nauwkeurigheid om hoogtemetingen uit te voeren, toelichten. Een automatisch waterpas toestel correct instellen en aflezingen verrichten. Correcte werking van een automatisch waterpastoestel controleren en regelen. Opsteleisen toelichten om zoveel mogelijk fouten te elimineren. Correct opstellen van meetbakens voor hoogtemetingen. Classificatie van lasers in functie van veiligheid en gebruik toelichten. Lasertoestel correct opstellen en hulpmiddelen hanteren om aflezingen te verrichten. Basisbegrippen die voorkomen bij hoogtemetingen toelichten. Verschillende manieren van waterpassingen toelichten. Referentiepeil en hoogte ten opzichte van referentiepeil bepalen, overzetten en aanduiden. Waterpassingen uitvoeren in functie van het gestelde doel. Waterpasstaat invullen en uitrekenen met eventuele vereffening van de sluitfout (U). Hulpmiddelen die de nauwkeurigheid van de waterpassing optimaliseren toelichten en hanteren.
Methodes en hun nauwkeurigheid geometrische hoogtemetingen • trigoniometrische hoogtemetingen • barometrische hoogtemetingen • Waterpasinstrumenten slang en flesjeswaterpas • instellen van een waterpastoestel met compen• sator regelingseisen • opsteleisen • controleren en elimineren van fouten (U) • aflezen en opstellen van meetbakens • Lasertoestellen classificatie van laserstralen • soorten lasertoestellen • regelings- en opsteleisen • hulpmiddelen: ontvanger, vizierplaatje, flexilat, … • Begrippen vloer- , meter- en referentiepeil • TAW • hoogtelijnen (U) • Waterpassingen overbrengen van referentiepeil • bepalen van een hoogte ten opzichte van een • referentiepeil bepalen van hoogteverschil • doorgaande waterpassing met waterpasstaat • kringwaterpassing met waterpasstaat, sluitfout • en vereffening van sluitfout (U) kringwaterpassing met zijslagen en waterpas• staat hulpmiddelen: meetpuntnagels, straatpot, … •
Hoekmetingen 134 135 136 137 138 139
de
Opbouw en onderdelen van een theodoliet toelichten. Theodoliet correct opstellen, hanteren en aflezen. Soorten hoeken, hoekstelsels en omzetting tussen verschillende stelsels toelichten . Horizontale hoek via gewone hoeksmeting opmeten. Verticale hoek opmeten. Verticale en horizontale uitlijning toelichten en uitvoeren voor prefab-elementen.
3 graad TSO Bouwtechnieken
Theodoliet opbouw en onderdelen • opstel- en regelingseisen • centreren boven of onder een punt • begrippen: kippen en doorslaan • Hoeken sexagesimale en decimale graden • horizontale hoek • verticale hoek: zenithoek, nadirhoek, … • Hoekmeting gewone horizontale hoeksmeting • verticale hoeksmeting • Horizontale en verticale uitlijning
33 D/2003/0279/022
Totaal station (U) 140 141 142
Totaal station correct opstellen en hanteren. Basismetingen uitvoeren met een totaal station en bekomen meetwaarden verwerken. Landmeetkundige toepassingen uitvoeren met totaal station en de verkregen meetwaarden verwerken met behulp van CAD.
Opbouw en opstelling Basisfuncties lengtemeting • hoogtemeting • hoeksmeting • Toepassingen detailmetingen: opmeten van terreinen • gevelmetingen • coördinaatmeting • uitzetten van ontwerpkarakteristieken •
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN •
•
•
•
•
•
•
•
• •
•
•
•
•
•
•
•
Verwijzing naar NGI (Nationaal Geografisch Instituut) en GIS (Geografisch Informatie Systemen) is van groot belang bij de toelichting over kaarten, plannen, … Theoretisch gedeelte moet systematisch verduidelijkt en ingeoefend worden in praktische oefeningen en toepassingen. Theoretische achtergrond is en blijft belangrijk, maar het kunnen toepassen in de praktijk is het belangrijkste. Bepaalde theoretische kennis kan door gestuurde oefeningen, ervaringsgericht aangeleerd worden: horizontaal meten van lengten bij hellend terrein, … De klemtoon bij het aanbrengen van de leerstof ligt op het inzichtelijk verwerken. Dit betekent dat er meer aandacht dient te worden besteed aan de wijze waarop een meting wordt verricht of een probleem wordt opgelost dan de juistheid van de meting of de correctheid van de verkregen resultaten. Daarbij dient steeds de attitude aanwezig te zijn om aan procesmatige zelfevaluatie te doen. De eindevaluatie van de leraar dient steeds in dit kader te worden toegelicht. Voor elke meetopdracht moet de juiste keuze van meetmaterieel en –methode in functie van nauwkeurigheid en efficiëntie een doel op zich vormen. De aanschaf van een totaal station wordt sterk aangeraden daar het eveneens als theodoliet kan fungeren en zo een extra investering vermijdt, het past in het kader van nieuwe ontwikkelingen en de snelle opgang van dit meettoestel in de praktijk. Voor modernere toestellen kan steeds beroep gedaan worden op externe gespecialiseerde firma’s. Deze tonen graag hun nieuwste toestellen met hun kunnen. CAD aanwenden zowel voor het bepalen als het verwerken van digitale terreingegevens. Besteed ook aandacht aan de toepassing van nieuwe ontwikkelingen. Audiovisuele hulpmiddelen vormen een onmisbaar didactisch hulpmiddel. Benadruk het feit dat 'de juiste oplossing' niet bestaat maar dat elke oplossing voor- en nadelen heeft. Elk constructiedetail moet dus worden beredeneerd uitgaande van materiaalkwaliteiten, technisch uitvoerbare oplosbaarheid en kostprijsbewustheid. Men moet met andere woorden steeds zelfstandig elke voorgestelde oplossing beoordelen op zijn deugdelijkheid. Alle voorgestelde oplossingen dienen rekening te houden met de voorschriften, de normen en de typebestekken. Maak zoveel mogelijk gebruik van didactische modellen, foto's, dia's en detailtekeningen ter ontwikkeling van het voorstellingsvermogen. Het aanleggen van een documentatiemap is een absolute noodzaak. Het is aangewezen om te verwijzen naar het BB/SfB systeem. Moeilijk te verkrijgen documentatie dient door de leraar zelf te worden aangevraagd en aan de leerlingen ter beschikking gesteld. Het uitbouwen van een documentatiecentrum is daarbij ten zeerste aan te bevelen (gebruik van Internet is hier noodzakelijk). Het gebruik van stalen en monsters ter visualisering en toelichting van technische documentatie is vanzelfsprekend. De leerlingen beeldend materiaal (foto’s, tekeningen, ...) laten opzoeken van de verschillende soorten raam- en deuroverspanningen en aan de hand daarvan het verband laten opzoeken tussen de aard van de overspanning, de functie en de eigenschappen. Laat aan de hand van foto’s, dia’s van muuropeningen de mogelijke oorzaken van fouten, gebreken of schade opzoeken.
34 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Laat de leerlingen zelf technische kenmerken, constructieoplossingen, uitvoeringsvarianten, de inrichting van de werkplek, … toelichten met behulp van schetsen. Het aanleren van een CAD-pakket wordt het best gekaderd in de context van uitvoeringsgerichte en conceptuele probleemstellingen. Laat de leerling veel zelf ontdekken, maak hierbij gebruik van handleidingen, instructiefiches, de helpfunctie, … De klemtoon mag niet liggen op “het CAD-pakket op zich” maar wel “in welke mate past de leerling efficient de mogelijkheden toe, in welke mate vertoont hij/zij zelfredzaamheid”. Voorkennis en inzicht verwerven betreffende de kenmerken van materialen wordt het best bereikt door de leerlingen technische documentatie te laten interpreteren en toelichting te laten geven hoe de materialen dienen verwerkt te worden tot bouwelementen. Besteed voldoende aandacht aan de relationele verbanden tussen de verschillende bouwfasen en factoren die het bouwproces beïnvloeden. Leer via groepsgesprekken constructieve oplossingen op hun waarde beoordelen, rekening houdend met de comforteisen gesteld door de bouwheer en esthetische eisen gesteld door de ontwerper. Hanteer bij het bespreken van de technische installaties modeldossiers en besteed aandacht aan het aanwenden van de correcte symbolen.
•
•
•
•
•
•
•
•
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
35 D/2003/0279/022
5.3
Stabiliteit de
De meeste leerlingen komen uit de 2 graad TSO en kregen via het vak mechanica de basiskennis in verband met dynamica en statica. Een aantal leerplandoelstellingen en leerinhouden dienen dus als herhaling opgevat. De hoofddoelstelling die met dit vak wordt beoogd is voldoende inzicht verwerven op het vlak van stabiliteit om: • • •
vooropgestelde stabiliteitsvoorzieningen te begrijpen en bij de uitvoering correct toe te passen, stabiliteitsvoorzieningen in te schatten en grove fouten te duiden, zeer eenvoudige dimensies te begroten.
Daar een aantal leerlingen uitstroomt naar hoger onderwijs van één cyclus wordt ook in zekere mate aandacht besteed aan theoretische benaderingen en berekeningen.
5.3.1 Algemene sterkteleer LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Massa - kracht - gewicht - moment
1
1
De begrippen massa, versnelling, kracht en gewicht toelichten en hun onderlinge relatie weergeven.
Massa absolute volumieke massa • schijnbare volumieke massa • volume • Kracht en gewicht relatie met massa en versnelling (Wet van New• ton) eenheden • kenmerken van krachten • gewicht en aardversnelling •
2
Het begrip moment omschrijven, de grootte en de draaizin bepalen. Een bepaald moment vervangen door een koppel van krachten waarvan ofwel de tussenafstand ofwel de grootte van de kracht gekend is.
Verband tussen kracht en moment en de uitwerking van een koppel krachten begrip moment • grootte van het moment • zin van het moment (draaizin) • koppel van krachten •
3
Rekenwaarden van de sterkte van materialen en belastingen Algemeenheden 4
5
1
De begrippen uiterste grenstoestand en gebruiksgrenstoestand aan de hand van concrete voorbeelden omschrijven. Het begrip ontwerptoestand toelichten.
Hou bij dit gedeelte rekening met wat reeds in de 2
36 D/2003/0279/022
de
Grenstoestanden de uiterste grenstoestand • de gebruiksgrenstoestand • Ontwerptoestand
graad aan bod kwam en verworven is. de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Sterkte van materialen 6
De karakteristieke sterkte van materialen omschrijven en de rekenwaarden voor de sterkte bepalen met behulp van tabellen. De karakteristieke belasting omschrijven en de rekenwaarde van de belasting bepalen met behulp van tabellen.
7
Materiaalkenmerken (materiaalcoëfficiënt) karakteristieke sterkte • rekenwaarde van de sterkte van materialen • Belastingen (belastingscoëfficiënt) karakteristieke belasting • rekenwaarde van belastingen •
Belastingen 8 9
10
11
12
Het begrip belasting toelichten en symbolisch voorstellen. Diverse belastingen onderscheiden naar hun verandering in tijd, hun verandering in ruimte, hun spreiding. Van een vlakbelasting (plaat) overgaan naar een lijnbelasting (balk) naar een puntbelasting (kolom). Het eigen gewicht van het draagsysteem en van de niet-dragende onderdelen met behulp van ter beschikking gestelde tabellen bepalen. Met behulp van ter beschikking gestelde tabellen de gebruiksbelasting bepalen.
Het begrip belasting directe belasting • indirecte belasting • symbolische voorstelling • Indeling van belastingen naar verandering in de tijd • ⋅ ⋅ ⋅
•
•
permanente veranderlijke accidentele
naar verandering in ruimte ⋅ ⋅
plaatsgebonden vrije belastingen
gelijkmatig en niet gelijkmatig verdeelde ⋅ ⋅
eigen gewicht niet dragende onderdelen
Lastendaling vlakbelasting • lijnbelasting • puntbelasting • Gebruiksbelastingen Basisvoorwaarde 13
De basisvoorwaarde omschrijven en deze in functie van het veiligheidsaspect toelichten.
Rekenwaarde belasting < rekenwaarde sterkte van de materialen
Uitwendig evenwicht 14
15
16 17
1
Omschrijven dat zowel belastingen als reactiekrachten uitwendige krachten zijn die op een lichaam inwerken. De krachten die een lichaam in uitwendig evenwicht houden, herkennen en weten dat deze 'reactiekrachten' worden genoemd. Het aantal onbekende krachten in een verbinding bepalen. Symbolisch de verbindingen en daarin de onbekende krachten voorstellen.
1
Uitwendige krachten belastingen • reactiekrachten •
Verbindingen van een lichaam met de omgeving een volmaakte inklemming • een vast steunpunt (scharnierpunt) • een beweegbaar steunpunt (roloplegging) •
de
Hou bij dit gedeelte rekening met wat reeds in de 2 graad aan bod kwam en verworven is. de
3 graad TSO Bouwtechnieken
37 D/2003/0279/022
18 19
20
Toelichten waarom de belastingen aan drie evenwichtsvoorwaarden dienen te voldoen. De begrippen isostatisch en hyperstatisch omschrijven in relatie met het aantal onbekenden en de evenwichtsvergelijkingen. Voor éénvoudige isostatische gevallen de evenwichtsvergelijkingen opstellen en de onbekende uitwendige krachten (reactiekrachten) bepalen.
Uitwendige evenwichtsvoorwaarden van krachten inwerkend op een lichaam in een plat vlak (evenwichtsvergelijkingen) evenwicht van verticale krachten • evenwicht van horizontale krachten • evenwicht van de momenten • Isostatische en hyperstatische verbindingen Reactiekrachten van isostatische balken balk op twee steunpunten • •
⋅ ⋅
zonder overkragingen met één en twee overkragingen
aan één zijde ingeklemde balk
Inwendig evenwicht 21 22
De inwendige krachtwerking in normaaldoorsnede voorstellen en toelichten. De grootte van de inwendige krachten in normaaldoorsnede voor eenvoudige isostatische gevallen bepalen.
Krachtwerking in normaaldoorsnede normaalkrachten • dwarskrachten • buigmoment • wringmoment • tekenafspraken • Berekening van krachtwerking in normaaldoorsnede balk op twee steunpunten •
•
23
24
Voor eenvoudige isostatische belastingsgevallen het verloop van de dwarskracht en het moment berekenen en grafisch voorstellen. Op basis van de grafische voorstelling van het verloop van dwarskrachten en momenten de plaats van de minima en de maxima afleiden.
⋅ ⋅ ⋅
zonder overkragingen met één overkraging met twee overkragingen
aan één zijde ingeklemde balk
Dwarskrachten en momenten het functieverloop van dwarskrachten en mo• menten de dwarskrachten- en momentenlijn • maxima en minima • Belastingsgevallen bij een balk op twee steunpunten balk met 1 puntbelasting in het midden • balk met een gelijkmatig verdeelde lijnbelasting •
De relatie kracht - spanning - vervorming 25
Het begrip spanning omschrijven en in formulevorm uitdrukken.
Spanning in functie van kracht en oppervlakte
26
Het begrip rek omschrijven en in formulevorm uitdrukken.
Rek in functie van verlenging
27
De relatie "spanning-rek" in grafiek voorstellen en toelichten
Spanningrek-diagram voor staal elastische en plastische zone • Wet van Hooke • elasticiteitsmodulus • elasticiteitsgrens • breukspanning •
28
Relatie leggen tussen de naamgeving van de verschillende soorten spanningen en de manier hoe de krachten op een bepaalde doorsnede inwerken. Schematisch de verschillende spanningen aangeven.
Soorten spanningen normaalspanning •
29
38 D/2003/0279/022
• •
⋅ ⋅
trekspanning drukspanning
schuifspanning wringspanning
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Lijntraagheidsmoment en traagheidsstraal 30
31
Het lijntraagheidsmoment en de traagheids- Het lijntraagheidsmoment en de traagheidsstraal straal van vlakke figuren uit tabellen afleiden en de impact op de stabiliteit toelichten. Het lijntraagheidsmoment en de traagheidsstraal van een rechthoekige doorsnede berekenen. Enkelvoudige vlakke buiging
32
33 34 35
De vervorming en het spanningsverloop van een doorsnede van een op buiging belaste balk tekenen. De buigingsformule in functie van het weerstandsmoment toelichten. Van rechthoekige doorsneden het weerstandsmoment berekenen. Voor profielen het weerstandsmoment uit tabellen afleiden.
Verloop der normaalspanningen hypothese van Bernouilli • ligging van de neutrale lijn • Buigingsformule Weerstandsmoment rechthoekige doorsneden • metalen profielen •
Vervorming 36 37
De toelaatbare vervorming bepalen aan de hand van ter beschikking gestelde tabellen. De vervorming in het midden berekenen aan de hand van ter beschikking gestelde formules voor een gelijkmatig verdeelde lijnbelasting en een puntbelasting.
Toelaatbare doorbuigingen in gebruiksgrenstoestand De vervorming bij isostatische balken op twee steunpunten zonder overkragingen.
Centrische en excentrische druk 38
39
De begrippen centrische en excentrische Centrische druk druk omschrijven en hun onderscheid duiExcentrische druk den. De relatie aangeven tussen een excentrische drukkracht en een centrische drukkracht plus een moment. Knik
40
Inzien dat knik een instabiliteitsverschijnsel is Knikverschijnsel en de beïnvloedende factoren toelichten. kniklengte • slankheid • Afschuiving
41
Inzien dat bij een balk die op buiging belast is De schuifspanning in een balk op buiging belast schuifspanningen optreden. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN Demonstratief de evenwichtsvoorwaarden aangeven. Beklemtoon de belangrijkheid van het al of niet in rekening brengen van de oppervlaktekenmerken van een lichaam (waarop de krachten inwerken) in functie van de lastendaling. Inzicht in de oplossingsmethodiek is zeer belangrijk. Daarom dient men: - eenvoudige gevallen in detail te behandelen en ingewikkelde gevallen tot eenvoudige te herleiden, - toetsen met open boek te voorzien en per afgerond geheel, Oefeningen dienen materiaalgebonden en situatiegebonden te worden geconcretiseerd. Beperk de theoretische benadering tot het allernoodzakelijkste. Maak tijd vrij voor begeleide oefeningen. Oefeningen maken als huiswerk hebben pas dan effect, indien ook de uitkomst wordt meegegeven (stimulering van het zoekproces naar de juiste oplossing).
• •
•
• • •
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
39 D/2003/0279/022
5.3.2 Stabiliteitstudies van eenvoudige betonconstructies LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Kenmerken van beton en betonstaal 42
De maximale toelaatbare rek uit een rekdrukdiagram afleiden.
Karakteristiek rek-drukdiagram Maximale toelaatbare rek
43 44
De bezwijkspanning van beton bepalen. Het begrip kruip toelichten in functie van stabiliteitsberekeningen.
Bezwijkspanning van beton materiaalcoëfficiënt • kruipcoëfficiënt •
45
De sterkteklassen van betonstaal toelichten en de genormaliseerde diameters kennen.
Betonstaal sterkteklassen (BE 500 en BE 220) • genormaliseerde diameters •
Berekenen van balken bij enkelvoudige buiging 46
Voor het berekenen van enkelvoudige buiging in uiterste grenstoestand de verschillende hypothesen omschrijven. De hypothese van Bernouilli schematisch voorstellen.
Aangenomen hypothesen • vlakke dwarsdoorsneden blijven vlak na vervorming (Bernouilli) • verwaarlozen van de trekweerstand van het beton o • uitputting van het staal bij 10 /oo o • stuikrek van het beton is maximum 3,5 /oo • oppervlakte van beton wordt in drukzone niet verminderd met de wapeningsdoorsnede
48
Inzien dat de neutrale lijn op 7/27 van de hoogte (vanaf de plaats van de wapening tot de meest gedrukte vezel = d) is gelegen.
De ligging van de neutrale lijn
49
Voor gevallen waarbij, en het beton, èn het staal werkt in een uiterste grenstoestand, de optimale hoogte bepalen en hieruit de uitvoeringshoogte afleiden.
De betonhoogte optimale hoogte • uitvoeringshoogte • vuistregel •
50
Voor gevallen waarbij, en het beton, en het staal werkt in een uiterste grenstoestand, de staalsectie berekenen, een geschikte wapening kiezen. De begrippen verankering, verankeringslengte, schorsing en overlapping kennen en hun bedoeling toelichten De betondekking bepalen.
De langswapening minimale staalsectie • staaldiameter en aantal staven • schikking • verankering, schorsing en overlapping • Betondekking
De schuifspanning als trekspanning onder een hoek van 45° opvatten en in relatie brengen met de uitvoering van dwarskrachtenwapening. Onder begeleiding vanuit berekeningsresultaten de spoed afleiden.
De dwarswapening minimum wapening • beugels en spoed • hellende staven •
47
51
52 53
54
40 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Centrisch gedrukte kolommen zonder knikgevaar 55 56
57
De minimum afmeting bepalen opdat er geen Doorsnede en wapening van kolommen zonder knikknikgevaar zou optreden. gevaar De brutobetondoorsnede berekenen in functie van de rekenwaarde van het beton en het staal en het staalpercentage. Weten dat men meestal 1 % gebruikt als wapeningspercentage en dit voor een concreet geval uitrekenen. Het berekenen van platen
58
Omschrijven wanneer een bouwelement als plaat dragend in één richting kan worden beschouwd.
59
Van een plaat dragend in één richting de Platen dragend in één richting hoogte bepalen, de staalsectie berekenen en • hoogte en betondekking een geschikte wapening kiezen. hoofd- en verdeelwapening • geprefabriceerde wapeningsnetten • Eenvoudig wapeningsplan van platen
Voorwaarde opdat een plaat in één richting zou dragen omschrijving • sterkte-eisen • vervormingseisen •
Berekenen van funderingen 60 61
Een strokenfundering dimensioneren, een geschikte wapening kiezen. Een funderingszool dimensioneren en de geschikte wapening kiezen (U).
Aangenomen hypothese aanname van een gelijkmatig verdeelde • vlakbelasting van de grond onder de fundering Strokenfundering rekenwaarde van de lijnbelasting • breedte en hoogte • de hoofdwapening en verdeelwapening • betondekking • Funderingszool rekenwaarde van de puntbelasting • lengte, breedte en hoogte • de hoofdwapening • betondekking •
Wapeningsplannen, beton- en wapeningsstaten 62 63 64
65
Vanuit een zelfgemaakte studie, onder bege- Wapeningsplannen leiding, het wapeningplan uittekenen. constructie-elementen • ⋅ platen Wapeningsplannen lezen en deze toelichten ⋅ kolommen in functie van de uitvoering en de stabiliteit ⋅ balken De nodige gegevens om beton- en buigsta⋅ wanden ten op te maken bij het maken of lezen van ⋅ trappen tekeningen onderkennen ⋅ funderingen Vanuit wapeningsplannen de betonstaat en ⋅ ... wapeningen wapeningsstaat opstellen. • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
conventionele voorstellingen hoofdwapening (overlappingen, verankering, schorsing, ...) dwarswapening (beugels, hellende staven, ...) verdeelwapening constructiewapening bijlegwapening
41 D/2003/0279/022
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
wachtstaven transportwapening gepuntlaste wapeningsnetten wapeningslagen krimpnetten ....
Betonstaat Wapeningsstaat Standaardmeetmethode
5.3.3 Overspanningen met metalen profielen (U) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
66
Op basis van gegeven rekenspanning, toelaatbare vervorming en af te leiden maximummoment het minimumprofiel bepalen en een geschikt profiel kiezen.
67
Op basis van belasting, overspanning en maximum toegelaten doorbuiging, geschikte profielen uit tabellen kiezen.
Profielen rekenspanning • toelaatbare vervorming • maximummoment • minimumdoorsnede • materiaalkenmerken en handelsmaten • Profielen belasting • overspanning • doorbuiging • materiaalkenmerken handelsmaten •
5.3.4 Houten draagconstructies (U)
68
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Op basis van belasting, overspanning en maximum toegelaten doorbuiging een eenvoudige draagconstructie in hout dimensioneren aan de hand van tabellen.
Dimensioneren van houten draagconstructies belasting • overspanning • doorbuiging • hart op hart afstand • materiaalkenmerken handelsmaten •
5.3.5 Dragend metselwerk en kerende wanden
69
70
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De constructieve voorzieningen in functie van stabiliteit en het vermijden van scheurvorming bij dragend metselwerk toelichten. De uitvoering van grondkerende muren toelichten in functie van de stabiliteitsvoorzieningen.
Dragend metselwerk karakteristieke sterkte van de materialen • ongewapend en gewapend metselwerk • lateien in gewapend metselwerk • ringbalken • bewegingsvoegen • verbinding dragend metselwerk en vloeren • verankering met de dakstructuur • Grondkerende wanden
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN •
• •
Laat de leerlingen de kenmerken van materialen, gereedschappen en machines opzoeken op technische fiches, op door firma’s uitgegeven cd-rom’s en op Internet. Laat deze technische informatie met behulp van de computer verwerken tot een verzameling eigen documentatie. Demonstratief dienen de evenwichtsvoorwaarden te worden aangetoond. De bestudering van de schikking van de wapening gebeurt altijd aan de hand van concrete situaties. De toelichting van de beton- en wapeningsplannen helpen het probleem te concretiseren.
42 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Bij de besprekingen houdt men ook rekening met de uitvoeringsconsequenties en de nodige supplementaire voorzieningen die moeten worden getroffen. Het is aan te bevelen in de theoretische lessen een klein project te nemen waarin platen (doorgaande – dragend in één richting – overkragingen ...), balken, kolommen, strokenfunderingen en funderingszolen ... zijn verwerkt. Dit project zou dan ook in de lessen van betontekenen kunnen worden uitgetekend. Voor de geïntegreerde proef kan men enkele kleine opdrachten geven, zich beperken tot één of twee platen, balken, kolommen, funderingsstroken, funderingzolen ... Eenvoudige bekistings- en wapeningsplannen tonen, specifieke voorstellingen toelichten in relatie met de architectuurtekeningen. Bij de bespreking van de verschillende bekistingsplannen steeds van de architectuurplannen vertrekken en het verschil in benadering toelichten. Bij betontekenen gebruikt men in tegenstelling met Nederland de Amerikaanse projectiemethode. Wijzen op afmetingen van beugels, minimum breedte, overlappings- en beëindigingsaanduiding ... Het stapsgewijze zelf uittekenen van wapeningsplannen is zinvol als didactische methode om wapeningsplannen te leren lezen.
•
•
•
•
•
• • •
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
43 D/2003/0279/022
5.4
Realisaties bouw (fundamenteel gedeelte)
Bij het realiseren van constructieonderdelen en bouwknooppunten ligt de klemtoon op het ervaren van de mogelijke problemen en het ontdekken van oplossingen.
5.4.1 1
1
Overkoepelende doelstellingen en leerinhouden Plannen, uitvoeringstekeningen en werkopdrachten lezen om deze uit te voeren.
Uitvoeringstekeningen en plannen schaal en schaalfactor • genormaliseerde en symbolische aanduidingen • 2-D en 3-D voorstellingen • legenda • Werkopdrachten - Bestekken
2
Vóór, tijdens en na de uitvoering via schetsen de uitvoering toelichten.
Uitvoeringsschetsen
3
Meetkundige constructies, in functie van de uitvoering van bouwconstructies, tekenen.
Meetkundige constructies loodlijnen (oprichten, neerlaten) • hoeken (uitzetten, verdelen) • lijnstukken (uitzetten, verdelen) • regelmatige veelhoeken (uitzetten) • evenwijdige lijnen (uitzetten) • bogen • ⋅ ⋅
•
cirkelboog, segmentboog, spitsboog, korfboog, tudorboog (U)
raaklijnen en raakcirkels
4
Materialen oordeelkundig uitkiezen in functie van de opdracht en beschikbaarheid.
Materialen soorten • fysische kenmerken • verwerkingsvoorschriften • toepassingsgebied •
5
De hoeveelheid en de aard van geleverde materialen met de leveringsbon vergelijken en afwijkingen rapporteren.
Leveringsbon materiaalkenmerken • materiaalhoeveelheden • zichtbare gebreken •
6
Maatafwijkingen vaststellen en de impact op uitvoeringsmaten onderkennen.
Maatafwijkingen
7
Voor de eigen werkplek de diverse bouwDe werkplek werkzaamheden plannen en organiseren met • organisatie aandacht voor veiligheid en efficiëntie. inrichting • In functie van de vordering van de werken de materialen en gereedschappen klaar zetten.
8 9
Op basis van plannen de eigen werkzaamheden uitzetten.
Topografische werkzaamheden
1
De cluster 'overkoepelende doelstellingen' beschrijft leerplandoelstellingen en leerinhouden die van toepassing kunnen zijn op alle fasen die volgen en dus voortdurend aandacht vragen.
44 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
10
Controlemetingen uitvoeren en indien nodig bijsturen.
Controlemetingen voor de uitvoering • tijdens de uitvoering •
11
De eigen en gemeenschappelijke gereedschappen, machines en hulpmiddelen oordeelkundig klaarzetten, controleren, gebruiken, onderhouden en wegbergen in functie van de opdracht en volgens de gestelde eisen.
Gereedschappen en machines klaarzetten en wegbergen • controle • onderhoud • gebruik • machinefiches • toepassingsgebied •
12
Bij het aanmaken en verwerken van materialen de voorschriften van de producent en leverancier naleven. Materialen oordeelkundig opslaan en stapelen. Maatregelen nemen om op een milieuvriendelijke wijze met materialen om te gaan.
Materialen aanmaken en verwerken • voorschriften van leverancier en producent • opslageisen • beschermingseisen • stapeltechnieken: stabiliteit, bereikbaarheid, • toegankelijkheid hergebruik, afval, verlies • duurzaam materiaalgebruik • levenscyclusanalyse van bouwmaterialen •
15
Seintekens en aanwijzingen geven en opvolgen.
Seintekens en aanwijzingen
16
De elementaire voorzieningen van een EHBO-kit gebruiken.
EHBO-kit
17
De van toepassing zijnde voorschriften in Welzijn op het werk verband met welzijn op het werk naleven, na- Basisveiligheid latigheden onderkennen, deze rapporteren Bouwplaatsreglement en bijsturen.
18
Onder toezicht en volgens voorschrift stellingen monteren en demonteren.
Stellingen
19
Tijdens en na het uitvoeren van de werkzaamheden, in team, de constructie en het constructieproces evalueren en op basis daarvan voorstellen tot bijsturen formuleren.
Productevaluatie Procesevaluatie
13 14
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN Laat voor iedere oefening die wordt uitgevoerd door de leerlingen een dossier opmaken, waarin volgende items vervat te zijn: uitvoeringstekeningen • materiaalstaat • de kostenraming , inclusief loonkost (2 leerjaar) • volledige werkvoorbereiding : uitschrijven werkfasen, aanvullende detailschetsen,… • Dit dossier wordt op de werkplek/werf bijgehouden. Laat van iedere werkdag een “dagboek der werken” opstellen (cf. een dagboek der werken). Praktijkoefeningen bieden de kans bij uitstek voor het aanleren van het lezen van plannen.Vertrek bij de praktijkoefeningen van degelijke en volledige uitvoeringsplannen. Laat van deze tekeningen vaak aanvullende uitvoeringsschetsen maken, dit bevordert sterkt het tekeninglezen. Men kan vertrekken van plannen van bestaande gebouwen of plannen hanteren die de leerlingen ook gebruiken in het kader van de geïntegreerde proef. Creëer in de werkplaats de mogelijkheid om de leerlingen te laten schetsen. Er dient voortdurend bijzondere aandacht besteed te worden aan voorschriften in verband met het welzijn op het werk (basisveiligheid). Door dit op een geïntegreerde wijze aan te bieden verhoogt men de kans op het behalen van het VCA-attest. Leg vaak het verband tussen een goed ingerichte werkplek, het rendement, de netheid.
•
• • •
• •
•
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
45 D/2003/0279/022
• •
• • • • •
Leg zoveel mogelijk het verband naar wat in de andere vakken besproken werd. Gebruik bij de bespreking van materialen en gereedschappen videomateriaal en stel vooraf een vragenlijst op. Schenk voortdurende aandacht aan het werken volgens verantwoorde werkvolgorde. Doe zoveel mogelijk beroep op de zelfwerkzaamheid van de leerlingen, zowel individueel als in team. Laat de leerlingen in team vaak hun eigen werkzaamheden beoordelen. Organiseer diverse werfbezoeken en dit in de diverse fasen van het bouwproces. Al naar gelang de infrastructuur van de school zal men voor bepaalde technieken beroep dienen te doen op specifieke opleidingcentra, bedrijven of stageplaatsen.
5.4.2
Wat aan de bouw voorafgaat LEERPLANDOELSTELLINGEN
20
21
22
LEERINHOUDEN
In team een bouwplaats inrichten en inzien Bouwplaatsinrichting dat een goede werfinrichting, een goed werfverkeer en correct behandelen van materiaal ongevallen voorkomt. Op basis van plannen bouwconstructies op Traceren van bouwlijnen het terrein inplanten en uitzetten. Uitzetten in grondplan fundering • riolering • Uitzetten van peilen waterpastoestel • horizontale laser • Via controlemetingen de uitgezette punten en Controlemetingen peilen controleren, de oorzaken van fouten opsporen en de nodige correcties uitvoeren. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
• •
• • •
Breng een bezoek aan een stedenbouwkundige dienst en milieudienst. Laat schetsmatig inplantingsplannen optekenen met de aanduiding van de noodzakelijke referentiepunten, de begrenzingen, oriëntatie, maatvoering. Laat bij vrijwel alle oefeningen de leerlingen zelf de referentiepeilen overbrengen. Illustreer werforganisatie en het inplanten van het gebouw met behulp van videobeelden. Organiseer een bezoek aan een werf in de fase van inrichting. Laat de leerlingen waar mogelijk eens meehelpen. Het meehelpen aan het inrichten van een bouwplaats is een onderwerp dat ook best aan bod kan komen tijdens de stageperiodes.
46 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
5.4.3
Grond-, funderings- en rioleringswerkzaamheden , kruipruimten en kelders LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
23
Op basis van plannen een fundering op staal Fundering op staal (een gedeelte ervan) op het terrein uitzetten • strokenfundering 1 en uitvoeren (U). zoolfundering • plaatfundering •
24
De voorzieningen, in verband met de nutsVoorzieningen voor nuts- en afvoerleidingen en afvoerleidingen, tijdens het aanleggen van de fundering bepalen.
25
Onderdelen van een huisriolering op basis van een plan uitzetten en volgens voorschrift plaatsen.
Huisriolering tracé • hellingen - afschot • dieptepeilen • doorbrekingen in de fundering • grondaanvulling en verdichting • buizen en hulpstukken • controlekamers • regelputten • septische putten • draineringen • ... •
26
Onderdelen (in het bijzonder de knooppunten) van een kelderconstructie en een kruipkelder uitvoeren.
Kelderconstructies knooppunten • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
•
aansluiting op de fundering aansluiting keldermuur - keldervloer aansluiting op de bovenbouw dichting van vloer en wand verluchtingskokers keldergat (U)
uitvoeringstechnieken ⋅ ⋅
systeembekisting en wapening metselwerk
Kruipruimten PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN Maak gebruik van didactische modellen en van bestaande eenvoudige funderings- en rioleringsplannen. Laat de leerlingen documentatie van onderdelen van huisrioleringen (folders, cd-rom, Internet,…) opzoeken, raadplegen en verwerken. Laat van alle materialen en onderdelen concrete voorbeelden zien of bezoek een verkoopszaal. Bespreek samen met de leerlingen, op basis van documentatie en audiovisuele middelen, de technische voorschriften en uitvoeringstechnieken. Maak gebruik van videomateriaal om de grond-, funderings- en rioleringswerkzaamheden te illustreren. Organiseer een bezoek aan een bouwwerf tijdens de grond- en funderingswerkzaamheden. Een aantal vaardigheden kan men ook aanleren door deze bovengronds te laten uitvoeren. Voor grond- en rioleringswerken kan men een tijdelijk zandbed aanleggen. Bezoek een bouwwerf in de uitvoeringsfase van kelders. Laat de leerlingen de uitvoering van de knooppunten bij kruipruimten en kelders via schetsen toelichten. Illustreer de uitvoering van kelders aan de hand van videobeelden, foto's.
• •
• •
• • • • • • •
1
Kwam reeds in de tweede graad aan bod. Dit werd echter opnieuw opgenomen omdat men rioleringswerken, muur- en keldercontructies niet los van de funderingsproblematiek kan behandelen. de
3 graad TSO Bouwtechnieken
47 D/2003/0279/022
5.4.4
Opgaand metselwerk, gevelwerk en knooppunten LEERPLANDOELSTELLINGEN
27
28
Op basis van uitvoeringsplannen de knooppunten van te metselen constructies, zelfstandig of in team uitzetten, uitvoeren en afwerken. Eenvoudige prefab-elementen verwerken in de constructie.
LEERINHOUDEN Metselwerk van binnen- en buitenmuren uitvoeringstechnieken • ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
•
•
•
•
mortelvoegen binnen- en buitenmuren lijmvoegen bij binnenmuren gewapend en niet gewapend metselwerk rechte en gebogen muren
uitzetten ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
traceren van de bouwlijnen referentiepeilen en hoogtes stellen van profielen uitpassen van strekkenlagen en koppenlagen ...
knooppunten ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
aansluiting op de fundering raam- en deuropeningen (rechte en gebogen) sponningen vermijden van koude bruggen warmte en vochtisolatie aansluiting op de dragende vloerconstructies gevels en topgevels aansluiting op de dakconstructie
prefab-elementen ⋅ ⋅ ⋅
dorpels sierlijsten schoorsteenkanalen
afwerking ⋅ ⋅ ⋅
voegen meegaand voegen borstelen
29
Overspanningen oordeelkundig stempelen en schoren bij muuropeningen in nieuw en bestaand metselwerk.
Stempelen en schoren
30
Siermetselwerk volgens uitvoeringstekening uitvoeren. Het verse metselwerk beschermen tegen klimatologische en mechanische invloeden.
Siermetselwerk
31
Beschermingsmaatregelen klimatologische invloeden (vocht, vorst, uitdro• ging) mechanische invloeden (stoten, winddrukken, • windzuiging)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN •
•
•
•
• •
•
Vergelijk een bouwplan (bouwaanvraag) of uitvoeringsplan met een detailplan en wijs op de verschillende maatvoering. Gebruik verschillende steensoorten en steenformaten, zodat de leerlingen de noodzaak van het uitleggen van stenen ervaren. Laat de leerlingen een bestaande constructie of constructieonderdeel schetsen en daarop de verschillende delen aanduiden en noteren. Toon het belang aan om de eigen constructie voortdurend te controleren en daarbij, naast het juiste gebruik van de diverse controlegereedschappen, vooral de ogen en een juiste houding te gebruiken. Laat de nodige materiaalhoeveelheden, voor de eigen oefening, steeds op voorhand berekenen. De juiste plaatsingswijze van de profielen ten opzichte van de op te trekken constructie eerst demonstreren en nadien steeds zelf laten uitvoeren. Laat de leerlingen geregeld technische documentatie opzoeken. Gebruik deze documentatie vervolgens als basis om materialen en uitvoeringstechnieken toe te lichten.
48 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
5.4.5
Overspanningen, ondersteuningen en vloerconstructies LEERPLANDOELSTELLINGEN
32
Op basis van een bekistingsplan en bijkomende uitvoeringsplannen de bekisting, in team, volgens de gestelde eisen uitvoeren.
LEERINHOUDEN Bekistingen bekistingsplannen • bekistingsmethoden • ⋅ ⋅ ⋅
•
•
traditioneel systeembekisting (monteren - demonteren) verloren bekisting
constructielelementen ⋅ ⋅ ⋅
wanden balken kolommen
gestelde eisen ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
stabiliteit vormvastheid dichtheid afmetingen en vorm veiligheid ...
33
Een bekisting klaarmaken voor het storten van beton.
34
Op basis van een wapeningsplan en de knip- Wapeningen en plooistaat een wapeningskorf en wapesoorten • ningsnet volgens voorschrift realiseren. ⋅ wapeningskorven ⋅ wapeningsnetten Volgens voorschrift de wapening in de bekisuitvoeringstechnieken • ting plaatsen.
35
Schoonmaken voor storten reinigen • bevochtigen • ontkistingsolie • zichtbare gebreken •
⋅ ⋅
•
betonstaalvlechten betonstaallassen (U)
plaatsing van de wapening ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
betondekking en afstandshouders ondersteuningen verankeringen overlappingen
36
Het beton volgens voorschrift aanmaken.
Vervaardigen van beton samenstellende delen en hun volumeverhoudin• gen mengen • Voorschriften plasticiteit • homogeniteit • hulpstoffen •
37
De homogeniteit en plasticiteit van vers beton controleren en waar nodig bijsturen. De controle van het verharde beton voorbereiden.
Controle van vers beton: homogeniteit • plasticiteit • maken van proefkubussen •
Het beton volgens de gestelde eisen verwerken.
Verwerken van beton werkzaamheden •
38 39
⋅ ⋅
•
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
storten spreiden
eisen ⋅ ⋅ ⋅
verdichting bescherming afwerking en nabehandeling
49 D/2003/0279/022
40
Volgens voorschrift stempels en schoren verwijderen, ontkisten en recupereren.
Ontkisten ontkistingstijd • ontkistingsvolgorde • stapelen, sorteren, recupereren •
41
In team prefab-elementen plaatsen. (U)
Prefab-elementen (U)
42
Andere bouwelementen in de bekisting integreren.
Te integreren bouwelementen voegsystemen • verankeringsystemen • doorgangen •
43
Gebreken na het ontkisten vaststellen, de oorzaak toelichten en de tekorten bijwerken.
Mogelijke gebreken holten • grindnesten • betonresten •
44
Uit resultaten van drukproeven, de kwaliteit van het verharde beton toelichten; eventuele oorzaken van fouten rapporteren.
Controle van de betonkwaliteit druksterkte • holten • ... •
45
In team de gebruikte werkvolgorde evalueren, de goede en de zwakke punten rapporteren en suggesties tot bijsturen formuleren.
Werkvolgorde
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN •
• • • •
• •
Schenk voldoende aandacht aan de keuze van de juiste houtafmetingen, paneelmaten, spijkers, andere bevestigingen, ... Aandacht schenken aan de juiste volgorde van de bewerkingen. Juist stapelen en onderhouden van de bekistingsonderdelen. Eventueel bezoek aan een vlechtcentrale. Toon aan dat het ontkisten met het oog op maximale recuperatie, zowel economisch als op het vlak van milieu een positieve invloed heeft. Werfbezoeken tijdens de betonverwerking. Maak veelvuldig gebruik van audiovisuele middelen om de werkzaamheden bij het uitvoeren van dragende constructies toe te lichten.
50 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
5.4.6
Dakconstructies en dakdoorbrekingen LEERPLANDOELSTELLINGEN
46
De knooppunten van een dakdoorbreking volgens de gestelde eisen uitvoeren met inbegrip van een gedeelte van het dakwerk en de dakbedekking De inwerking van water op de uitgevoerde constructie controleren, tekorten rapporteren en voorstellen tot verbetering formuleren.
47
LEERINHOUDEN Dakconstructies plat dak • hellend dak • ... • Dakdoorbrekingen schoorsteen (rookkanaal) • dakkapel (U) • Knooppunten en eisen aansluiting dakconstructie op de onderbouw • waterdichte aansluitingen doorbreking - dakcon• structie vermijden van koude bruggen • afvoer van het hemelwater • veiligheidsvoorschriften bij dakwerken •
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN Maak, in functie van de impact op de uitvoering, een duidelijk onderscheid in specifieke taken voor de metselaar, de timmerman en de dakdekker. Besteed ruime aandacht aan veiligheidsvoorschriften bij het werken op hoogte. Maak gebruik van didactische modellen van dakvormen, dakstructuren, dakopbouw en dakdoorbrekingen. Benadruk de belangrijkheid van de vochtproblematiek en de koude bruggen rond iedere dakdoorbreking. Laat de leerlingen op basis van uitvoeringstekeningen van dakdoorbrekingen de plaats van de vochtwerende laag aanduiden. Vertrek bij de praktische opdrachten steeds vanuit detailtekeningen.
•
• • • •
•
5.4.7
Trappen in steenachtig materiaal LEERPLANDOELSTELLINGEN
48
Een rechte steektrap (met bordes) in beton uitvoeren.
49
De dichtheid van de bekisting en de aansluiting met de ruwbouw controleren, tekorten rapporteren en bijsturen. Gebreken na het ontkisten vaststellen, de oorzaken opzoeken en bijwerken.
50
LEERINHOUDEN Rechte steektrap in beton bekisting van de trap • wapening van de trap • storten van beton • ontkisten van de trap • Zichtbare fouten aan de bekisting
Gebreken na het ontkisten vorm • afmetingen • grindnesten • … •
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN Breng een bezoek aan een betoncentrale, vlechtcentrale, fabrieken en werven waar diverse soorten van bekistingen van trappen worden vervaardigd. Laat, in verband met oplegtechnieken van prefab trappen, via technische documentatie (folders, Internet, …) alle mogelijkheden opzoeken. Laat de leerlingen de bekisting en de wapening schetsen met aanduiding van alle mogelijke benamingen.
•
•
•
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
51 D/2003/0279/022
5.5
Realisaties bouw (complementair)
Indien de school opteert om in het totaal meer dan 8 uur praktijk aan te bieden, dan dient men naast de uitbreidingsdoelstellingen uit het fundamenteel gedeelte ook een aanbod te kiezen uit onderstaande modules. Daar het een complementair gedeelte betreft kan de school uiteraard ook andere modules aanbieden. Bij de keuze houdt men rekening met de regionale noden. Men kan ook de optie nemen om, binnen de klasgroep, gedifferentieerd te werken. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Funderingen op putten en palen 51
Op basis van plannen meewerken aan de werkzaamheden bij fundering op putten en palen.
Fundering op putten Fundering op palen
Lijmen van gevelstenen 52
Gevelconstructies uitvoeren met gelijmde voegen
Gelijmd gevelmetselwerk
Ruwbouwafwerkingstechnieken 53
De basistechnieken voor het aanleggen van een dekvloer uitvoeren.
54
De basistechnieken voor het aanbrengen van vloer- en wandtegels uitvoeren.
Dekvloeren dekvloerspecie • plaatsingstechnieken • Vloer- en wandtegels plaatsingsmethoden • versnijden en verzagen • uitzetvoegen • afwerking •
Complexere trapconstructies 55
Complexere trapconstructies uitvoeren
Trapconstructies verdrijven van trappen • draaitrappen en spiltrap • prefabtrappen • ... •
Renovatietechnieken 56
Het uitvoeren van enkele renovatietechnieken
Renovatietechnieken onderkappen • openingen in bestaande muren • sloopwerk • ... •
Terrassen en opritten 57
Het aanleggen van terrassen en opritten.
52 D/2003/0279/022
Terrassen en opritten
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
5.6
Stage LEERPLANDOELSTELLINGEN
1
2 3 4
5 6 7 8
9
10 11 12
13
Contacten leggen en communiceren met bedrijfsleiders. Inzicht verwerven in de structuur en de werking van een bedrijf. Kennismaken met bedrijfscultuur. Praktische afspraken maken met een werkgever.
LEERINHOUDEN Contact met bedrijfsleiders solliciteren contractuele afspraken Bedrijfsorganisatie
• •
Bedrijfscultuur Werkuren Verplaatsing Veiligheid en kledij Samenvatten en neerschrijven van de dag- Stageschrift taak. Stageverslag Samenwerken met werkgevers en werkTeamwerk nemers. De in de school verworven competenties in Transfer school - bedrijf de praktijk toepassen. Praktische vaardigheden verwerven die op Andere machines school niet kunnen gerealiseerd worden. Nieuwe technieken Andere materialen De eisen die de bedrijven aan de werkneEisen mers stellen ervaren. Arbeidsritme • Rendement en efficiëntie • Naleven van de voorschriften • Flexibiliteit • Zich leren inpassen in het methodisch en Methodisch en procesmatig handelen procesmatig handelen in een bedrijf. Onderscheid ervaren tussen opleidingsOnderscheid opleiding - bedrijf sfeer en bedrijfssfeer en zich bijsturen. Tijdens de stage zijn zwakke en sterke Levenslang leren kanten ontdekken en daaruit zijn bijkomende nood aan opleiding inzien. De noodzaak van de kennis van basisvei- Basisveiligheid ligheid op de werkvloer ervaren. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN Liefst niet meer dan één leerling per bedrijf. Eén stagebezoek door de vakleraar per week per leerling is een minimum. Duidelijke afspraken met de stagebedrijven vooraf zullen nodig zijn om de stage een surplus te laten geven in de opleiding van de leerling. Contactavonden tussen bedrijven, de stagiairs en gehele schoolstructuur dragen bij tot de kwaliteitsverbetering van de stages. Na de stage is een grondige evaluatie van de stagebedrijven op gebied van begeleiding, veiligheid, aangebrachte meerwaarde, ... , aangewezen. Om de leerlingen zoveel mogelijk verschillende onderdelen van het bouwproces te kunnen laten meemaken is het soms nodig om hem op wisselende werven te plaatsen. Het bedrijf aan de stagiair een stagepeter laten toewijzen. Dit is een werknemer die over de nodige werfen opleidingservaring beschikt, die de stagiair wegwijs maakt en op de werkvloer begeleidt. Bespreek de evaluatie van de stage met de leerlingen in de klas en laat de leerlingen hun ervaringen uitwisselen. Het is aangewezen om de leerplandoelstellingen en leerinhouden in verband met basisveiligheid af te werken vooraleer de leerlingen op stage gaan.
• • •
•
•
•
•
•
•
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
53 D/2003/0279/022
Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kan u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (
[email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer. Langs dezelfde weg kan u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren.
6
Evaluatie
De evaluatie dient meer om de leerling te oriënteren en vooruit te helpen dan om hem belerend terecht te wijzen. Bij de eindevaluatie worden zowel algemeen vormende, theoretisch-technische en de technisch-praktische componenten en hun samengaan in rekening gebracht. De geïntegreerde proef maakt hier ook deel van uit. De prestaties van de leerlingen dienen globaal gewaardeerd te worden en vanuit de meeste diverse standpunten benaderd. Er dient op een evenwichtige wijze rekening gehouden te worden met zowel het proces als het product. Bij de evaluatie worden de cognitieve, de psychomotorische aspecten en de attitudes in een verantwoord evenwicht in rekening gebracht, dit in overeenstemming met het profiel van de studierichting.
6.1.1 Procesevaluatie De procesevaluatie kan gebeuren: • • •
aan de hand van een opvolging van de door de leerling geleverde prestaties waarin de neerslag (verwerking, reflectie en kritiek) ligt van het verwerkingsproces; door een regelmatige individuele begeleiding van de leerling die moet leiden naar zelfevaluatie; langsheen de verschillende opeenvolgende oefeningen en opdrachten waaraan het inzicht en de persoonlijke vorming van de leerlingen kunnen getoetst worden.
Enkele indicaties in verband met procesevaluatie: • • • • • •
gaat de leerling gestructureerd tewerk, ontwikkelt de leerling zelfredzaamheid bij het gebruik van CAD-software, wordt van de mogelijkheden van het CAD-pakket efficiënt gebruik gemaakt, voert de leerling de proefmeting volgens voorschrift uit, gaat de leerling bij het opmeten logisch en zorgvuldig te werk, voert de leerling spontaan controleberekeningen uit.
6.1.2 Productevaluatie De productevaluatie kan gebeuren: • •
in de vorm van rechtstreekse communicatie: individuele gesprekken, groepsbesprekingen en overleg, als onrechtstreekse communicatie: bespreking van het werk van de leerling, onderlinge vergelijkingen en tegenstellingen,…
Enkele indicaties in verband met productevaluatie: • • • • •
is de tekening conform de normen, is de maataanduiding eenduidig, is het resultaat van de berekening correct, is het constructiedetail correct getekend, …
54 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
7
Minimale materiële vereisten
De uitrusting en de inrichting van de lokalen, in het bijzonder de werkplaatsen en, de vaklokalen en de laboratoria, dienen te voldoen aan de technische voorschriften betreffende arbeidsveiligheid van de Codex over “Het welzijn op het werk”, van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB) en van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
7.1
Computerinfrastructuur
Deze studierichting dient te beschikken over aangepaste computers, software en randapparatuur. Onderstaande tabel geeft het minimum aantal uren aan waarbij men over één computer per leerling dient te beschikken. Minimum aantal uren te voorzien in het computerlokaal
1ste leerjaar
2de leerjaar
Bouwtechnologie en tekenen
4 uur / week
4 uur / week
Stabiliteit Organisatie
2 uur / week 1 uur / week
1 uur / week
Voor de andere vakken uit het fundamentele gedeelte is het absoluut noodzakelijk om geregeld over computerinfrastructuur te beschikken, inclusief een verbinding op Internet.
7.2
Bouwtechnologie
Voor de technische vakken uit het fundamenteel gedeelte dient een ruimte voorzien met de mogelijkheid om plannen, technische documentatie, normen en richtlijnen, materiaalmonsters, … op te bergen. De mogelijkheid voor diverse audiovisuele projecties dient voorzien.
7.2.1 Topografisch materieel De volgende topografische uitrusting dient voorzien in een relevante hoeveelheid in functie van het aantal leerlingen: •
jalons
•
jalonhouders
•
jalonrichter
•
stel meetpennen
•
meetbanden
•
elektronische afstandsmeter (U)
•
dubbelprisma + valstok
•
bogenspiegel
•
slang- en flesjeswaterpas
•
waterpastoestel(len) + nivelleerbaken(s)
•
theodoliet
•
totaal station (U)
•
horizontale lazer en hulpmiddelen
•
bouwplankjes
•
vouwmeters
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
55 D/2003/0279/022
7.2.2 Uitrusting voor testen en onderzoek Allerlei stalen van materialen en bijhorende technische documentatie •
zeven
•
precisie meetlatten
•
betonkubussen
•
schoktafel
•
betonmenger
•
werktafels
•
triltafel
•
maatbekers / kommen en schalen
•
weegtoestel (digitaal)
•
sclerometer
•
teststicks – Ph -waarde, sulfaten, chloriden, nitraten
•
klein gereedschap : truweel, borstels, sleutels, …
7.2.3 Didactische uitrusting •
Videomateriaal in verband met de diverse uitvoeringstechnieken
•
Voorbeelden van bouwplannen
•
Schaalmodellen en didactische borden
7.3
Realisaties bouw
De hoeveelheid van de als gemeenschappelijk aangeduide uitrustingen dient geïnterpreteerd te worden in functie van het aantal leerlingen.
7.3.1 Individueel per leerling •
Gereedschapskoffer
•
Klauwhamer
•
Schietlood
•
Groot truweel
•
Waterpas 60 cm lang
•
Dubbele vouwmeter en potlood
•
Klein truweel
•
Reilat
•
Spaarbord
•
Voeger 10 mm
•
Winkelhaak 30 x 60 cm
•
Veiligheidsschoenen
•
Voeger 12 mm
•
Steenbeitel
•
St.-Jozefzaag
•
Metselpriemen en draad
•
Profielblokjes
•
Vlechttang
•
Staalborstel
•
Veiligheidsbril
•
Bekistingsgordel en nagelzak
•
Pleistertroffel
•
Handborsteltje
•
Werkhandschoenen
•
Veiligheidshelm
•
Werkpak
•
Moker
56 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
7.3.2 Gemeenschappelijk klein gerief •
Kruiwagens
•
Puntbeitel
•
Schoppen
•
Schuurbord
•
Borstels
•
Koevoet
•
Reilatten
•
4 kleine spanvijzen
•
Mortelkuipen
•
Slaglijnmolen
•
Aluminium profielen - profiellatten
•
Plooiijzers
•
Metselaarsschragen en steigerplanken
•
Paramentijzer
•
Schoren
•
Steekpasser
•
Balkklemmen
•
Veiligheidsbril
•
Kolomkransen
•
Oorbeschermers
•
Handschaar
•
Winkelhaak minimum 1 m x 1 m
•
Steenkorven
•
Gerief om kleine elektrische en mechanische defecten te herstellen (steeksleutels, universeeltang, schroevendraaiers)
•
Stel steeksleutels, tangen, schroevendraaiers
•
Spade
•
Grote zeef voor zand
•
Emmers
•
Ladders (aluminium) enkel en dubbel
•
Meetband
•
Werkbanken voor bekisters + plooiplaten
•
Prismakruis
•
Wartel
•
Vernevelaar
•
Signalisatie
7.3.3 Gemeenschappelijke machines •
Mortelmolen
•
Afkortzaag
•
Betonstaalschaar
•
Steenzaag watergekoeld
•
Transpallet
•
Klopboormachine en boren
•
Zaagmachine voor hout
•
Handslijpmachine
•
Boorhamer
•
Systeemstelling
•
Waterpastoestel of horizontale laser
•
Elektrische schroefmachine
•
Trilnaald
•
Halfautomatisch lastoestel (*)
•
Buig/Knipmachine
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
57 D/2003/0279/022
7.3.4 Gemeenschappelijke materialen •
Gevelsteen in diverse formaten
•
Plaatmateriaal
•
Snelbouwstenen
•
Nagels, schroeven, pluggen in alle soorten
•
Zand en zavel
•
Vlechtdraad
•
Granulaten
•
Ontkistingsolie
•
Cement (grijs, wit)
•
Aardingslus
•
Kalk
•
Pannen en leien
•
Mortelolie
•
Lood en afwateringsprofielen
•
Bekistinghout in alle afmetingen
•
Onderdakplaten
•
Betonstaal in verschillende diameters
•
Schouwelementen
•
Isolatiematerialen (thermisch, hygrisch)
•
Onderdelen voor huishoudelijke rioleringsstelsels
•
Muurhaken
•
Cellenbetonblokken en lijm
•
Muurwapening
•
Natuursteen
•
Materiaal voor verloren bekisting
•
Prefab lateien
•
Systeembekisting (*)
•
Afstandhouders voor betonwapening
(*) voor deze uitrusting kan beroep gedaan worden op de uitrusting van andere studierichtingen of dient men beroep te doen op externe opleidingscentra.
7.3.5 Uitrusting complementaire gedeelte Het is evident dat men in functie van de eventuele gemaakte keuzes uit het complementaire gedeelte voor de hiervoor noodzakelijke materiële uitrusting dient te zorgen.
58 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
8
Nuttige adressen
BIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie) Brabançonnelaan 29 1040 BRUSSEL Tel. 02 520 22 33 Website: http://www.bin.be/NL/index.htm E-mail:
[email protected] Cobosystems nv Excelsiorlaan 57 1930 ZAVENTEM Tel. 02 725 31 61 Fax 02 725 44 01 E-mail:
[email protected] KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieurs Vereniging) Desguinlei 214 2018 ANTWERPEN Tel. 03 216 09 96 E-mail:
[email protected] Website: http://www.ti.kviv.be/critto FVB (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid) Koningsstraat 45 bus 4 1000 BRUSSEL Tel. 02 210 03 33 Website: http://www.fvbffc.be/ NAVB (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in de bouwnijverheid) Sint-Jansstraat 4 1000 BRUSSEL Tel. 02 552 05 00 Website: http://www.navb.be Nationale federatie voor de houthandelaars Centrum Galerij - blok 1 - 5de verdiep Kleerkopersstraat 15/17 1000 Brussel Tel. 02 229 3260 Fax 02 229 32 64 E-mail:
[email protected] Website: http://www.nfh.be (bevat linken naar nagenoeg alle relevante organisaties) NACEBO (Nationale Centrale van de Bouw) Spastraat 8 1000 BRUSSEL Tel. 02 238 06 05 Website: http://www.nacebo.be/ Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden Tervurenlaan 463 1160 BRUSSEL Tel. 02 773 16 80
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
59 D/2003/0279/022
VCB (Vlaamse Confederatie Bouw) Lombartstraat 34 - 42 1000 BRUSSEL Tel. 02 545 56 00 Fax 02 545 59 00 Website: http://www.vcb.be VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) Leuvenseplein 4 1000 BRUSSEL Tel. 02 219 42 99 Fax 02 219 81 18 E-mail:
[email protected] Website: http://www.vlor.be VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) A. Van De Maelestraat 96 9320 EREMBODEGEM Tel. 053 72 64 45 Website: http://www.vmm.be/ VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs) Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL Tel. 02 507 07 30 Fax 02 511 33 57 E-mail:
[email protected] Website: http://www.vsko.be (doorklikken naar Secundair Ondewijs) WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) Maatschappelijke zetel Violetstraat 21-23 1000 BRUSSEL Tel. 02 502 66 90 E-mail:
[email protected] Website: http://www.bbri.be/wtcb.htm
60 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
9
Bibliografie
Een bibliografie is onderhevig aan veranderingen. Hiermee dient rekening gehouden. We verwijzen in het bijzonder naar het documentatiecentrum van het FVB en het WTCB en naar de mogelijkheden van Internet.
Hieronder is een lijst uitgewerkt door de leden van de leerplancommissie. De reeks Ruwbouwmethodes - FVB - Wat aan de bouw vooraf gaat - De directe omgeving van het huis - Grondwerk, funderingen en ingegraven constructies - Rioleringsnetten en ingegraven reservoirs - Opgaande muren en gevelmuren - Platte en hellende daken - Dragende vloeren - Schoorstenen, ventilatie en kokers - Trappen - ... Basisveiligheid VCA Provincie Antwerpen Veiligheidsinstituut ISBN 90-6625-029-1 (derde druk 2001) Vademecum voor de jonge bouwvakker FVB D/1698/2000/10 Tabellenboek bouwkunde Ten Hagen Stam uitgeverij ISBN 90 44 00096 9 Dragend metselwerk Ontwerp, berekening en uitvoering volgens Eurocode 6 Oscar Pfeffermann ISBN 9067 168300 Bouwkunde Jellema-Meischke-Müller uitgeverij Waltman - Delft Inleiding tot grondmechanica en funderingen Ir. J. Ritzen uitgeverij Die Keure - Brugge Betontechnologie Ir. J. Ritzen - Ir. R. Smet Die Keure - Brugge Centrale Verwarmingssystemen - Elektrische Huisinstallatie H. Langaskens Die Keure - Brugge ISBN 90 5751 179 6 De Warmte van mijn Huis uitgeverij. W.T.C.B. ism VRT Open School
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
61 D/2003/0279/022
Cobosysystems en Cobodata (algemene bouwdocumentatie) Bertelsmann Verlag Excelsiorlaan 57, Zaventem Gewapend beton Van Hooymissen, Spegelaere,...) ISBN 90 382 0412 4 Handboek voor de dakafdichter FVB D/2000/1698/33 Hout vademecum Kluwer Technische Boeken ISBN 90 201 14344 Waterwegwijzer voor architecten VMM Vlaamse Milieu Maatschappij D/2000/6871/002. Watt met elektriciteit Deel 1 Standaard uitgeverij ISBN 90 02 17685 6 Gebakken producten en glas 3 Bouwmaterialen Story – scientia D 1971/0009/34 Van aanvang tot eindoplevering 3 Die keure Het thermisch isoleren van spouwmuren. FVB D/1994/1698/19 Het thermisch isoleren van daken. FVB D/1996/1698/01 Aansprakelijkheid voor bouwschade: scheuren in Nieuwbouw Die keure ISBN 90 62000 827 5 Aansprakelijkheid voor bouwschade: schade aan naburige gebouwen ISBN 90 6200 731 7 Berekenen van gewapend beton in de grenstoestanden ir J. Ritzen ISBN 90-6200-570-5 Krachten in evenwicht Waarom de dingen niet omvallen J.E. Gordon Aramith Uigevers ISBN 90 6834 029 8 Memento 2000 (materiaalkenmerken, stabiliteit,..) gratis uitgave Inter - Beton Vlechtwerk voor gewapend beton WTCB TV 217
62 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Sterkteberekenen 2 Hout, Staal , Steen ing B. Van Leusen ISBN 90-401-0351-1 Praktisch Landmeten ir R. Jonkers ISBN 90-212-3091-7 Praktisch landmeten A.M. Sluys ISBN 90 11 013636 Bouwmeten 1 ing I. Zondag ISBN 90-401-0427-1 Bouwmeten 2 ing I. Zondag ISBN 90-401-0163-9 Verstandig bouwen en renoveren Editie Antwerpen Livios (www.livios.be) Waterwegwijzer voor architecten Een handleiding voor duurzaam watergebruik VMM D/2000/6871/002
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
63 D/2003/0279/022
10
Bijlage 1: GIP - specifieke invulling bouwtechnieken
1
Visie op de studierichting
Na het beëindigen van deze studierichting behalen de leerlingen enerzijds de startkwalificatie van bouwploegbaas en anderzijds zijn ze voldoende voorbereid om vervolgonderwijs van het korte type aan te vatten. Daar een bouwploegbaas de tussenpersoon is tussen de ontwerper (architect, ingenieur) en de ploeg die het werk dient uit te voeren, is de volgende globale competentie een vereiste: “Het herkennen, het kunnen toelichten en het verwerken van de ontwerpaspecten om te komen tot praktische bouwrealisaties”. Deze studierichting biedt daarom een technische en praktische vorming eigen aan de bouwnijverheid met accenten zowel op uitvoerende als leidinggevende aspecten. Na een periode van praktische ervaring is afgestudeerde in staat om aan de hand van een tekening, beschrijving en meetstaat, een eenvoudig bouwwerk uit te voeren en/of richtlijnen te geven aan derden om het werk correct uit te voeren.
2
Opvatting van de geïntegreerde proef
De geïntegreerde proef wordt best opgevat de studie van een eenvoudig bouwwerk (bijvoorbeeld een eengezinswoning, een klein appartementsgebouw, een winkel, een werkplaats, klein openbaar gebouw, ... ). De bouwwerken kunnen zich zowel in de nieuwbouw als in de vernieuwbouw situeren. Vanuit een bestaand aanbestedingsdossier (bouwdossier) worden de opdrachten omschreven. Er wordt hierbij gezocht naar raakpunten tussen de vormingscomponenten uit de praktische, de technischtheoretische en de algemene vorming. De geïntegreerde proef is ook een ideale gelegenheid om de vakoverschrijdende eindtermen in de vorming te integreren.
3
Opdracht en inhoud
Inhoudelijk dienen alle opdrachten uiteraard in de lijn te liggen van de doelstellingen vermeld in het leerplan. 3.1.1
Opdracht
Met als basis van een concreet aanbestedingsdossier van een bouwconstructie worden een aantal concrete opdrachten (individueel en/of groepswerk) omschreven, namelijk: $
opdrachten in verband met de voorbereiding van de uitvoering,
$
opdrachten voor de praktische realisatie van één of meerdere onderdelen (knooppunten),
$
het opmaken van de presentatie van het geheel.
64 D/2003/0279/022
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
Bijlage 1
3.2
Inhoud
3.2.1
Inhoud van het dossier in verband met de voorbereidende studie
De voorbereiding van de uitvoering omvat een dossier dat onder meer kan bestaan uit: $
De studie van de uitvoeringsplannen van het aanbestedingsdossier: controleren op juiste maatvoering, ontbrekende maatvoering toevoegen, materiaalgebonden maatvoering bepalen, voorstellingen schetsen, supplementaire doorsneden maken, bepalen van opgelegde referentiepeilen, een studie van de draagstructuur, ...
$
Technische uitvoerings- en detailtekeningen: studie van het rioleringsstelsel, knooppunten van platen en wanden, van openingen en ondervangwerk, van plaatsen met grote kans op het ontstaan van koude bruggen, legplan van vloerplaten, trapstudie van gewapend beton, bekistingsplannen, ...
$
De materiaalstudie: fysische en mechanische eigenschappen vergelijken, lezen van een technische materiaalfiche, afleiden van de materiaalhoeveelheden, opmaken van een lijst van het nodige materiaal en materieel, ...;
$
De kostprijsberekening: het opmaken van steekkaarten per post, het maken van een directe kostprijs.
$
De planning- en organisatie: een studie van de globale werfinrichting, een netwerkplanning van de belangrijkste ruwbouwposten, uitwerken van een balkendiagram of Gantt-kaart, samenstellen van de ploegen voor het uitvoeren van de diverse ruwbouwwerkzaamheden en over een beperkte periode een afvlakking maken.
$
...
3.2.2
Inhoud van de praktische realisatie
De praktische realisatie(s) kan (kunnen) onder meer bestaan uit: $
topografische werkzaamheden,
$
de uitvoering van één of meerdere bouwknooppunten zoals: − − − − −
3.2.3
een trap in gewapend beton, een dakdoorbreking, een onderdeel van een spouwmuur, een complexe bekisting, … De presentatie van het geheel
Op het einde van het schooljaar dient de leerling zijn realisatie, binnen een kort tijdsbestek, aan de jury voor te stellen. Deze voorstelling gebeurt via een mondelinge presentatie eventueel ondersteund met dia's, foto's, videobeelden, schetsen, tekeningen, ...
4
Evaluatie
In de loop van het schooljaar gebeuren tussentijdse evaluaties. Het is aan te bevelen om, per jaar, één tussentijdse evaluatie te voorzien met de jury. Deze evaluaties kunnen eventueel leiden tot bijsturing of bijkomende detailopdrachten. De eindevaluatie mag niet beperkt worden tot het beoordelen van de presentatie, het dossier en praktische realisatie. De eindevaluatie en beoordeling dient gebaseerd op het volledige proces en mag zich niet alleen beperken tot één momentopname op het einde van het schooljaar. De evaluatie dient uiteraard vooral te worden gefocust op de hoofddoelstellingen eigen aan de studierichting.
de
3 graad TSO Bouwtechnieken
65 D/2003/0279/022