TSO TWEEDE GRAAD Eerste leerjaar
vak(ken)
TV TOEGEPASTE ECONOMIE (HT): ♦ handelseconomie en registratie ♦ handelsrekenen
WW-s
2000/007 (vervangt 94066, 96213)
8 u/week 6 u/week 2 u/week
1
1e leerjaar, 2e graad: toegepaste economie: handelseconomie en registratie
1.1
Visie op het vak
6u/week
Deze studierichting is in de eerste fase een voorbereiding op een loopbaan die zich vnl. richt op de profitsector. De lessen ‘handelseconomie en registratie’ laten de leerlingen toe inzicht te verwerven in het handelsleven. In de lessen ‘handelseconomie’ worden de diverse aspecten van het economisch leven uitgediept en wordt tevens kennis gemaakt met het gebruik van de hierbij gangbare handelsdocumenten. Via de lessen ‘registratie’ wordt het bijhouden van de wettelijke boekhouding verklaard en wordt het verband tussen de studie van de handelsdocumenten en de boekhouding aangetoond. Bij het opstellen van dit leerplan werd rekening gehouden met het ‘onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor boekhouding’ (SERV) en met het beroepsopleidingprofiel van ‘boekhouder’ (VLOR).
1.2
Bepaling van de leerlingengroep en beschrijving van de beginsituatie
In het eerste leerjaar van de tweede graad TSO kunnen als regelmatige leerlingen worden toegelaten: de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van de eerste graad met vrucht hebben beëindigd of zij die houder zijn van een getuigschrift van de eerste graad van het secundair onderwijs, behaald via de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap over een programma tweede leerjaar van de eerste graad; de regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd, onder de volgende voorwaarde: gunstig advies van de toelatingsklassenraad; de regelmatige leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs, onder de volgende voorwaarden: a) gunstig én gemotiveerd advies van de toelatingsklassenraad; b) de minister van onderwijs of zijn gemachtigde als dusdanig beslist op aanvraag van de directeur van de betrokken instelling voor voltijds gewoon secundair onderwijs. Voorwaarden inzake overgangen gedurende het schooljaar. Zonder afbreuk te doen aan voorgaande bepalingen is tot en met 15 januari toegelaten: de verandering van onderwijsvorm en/of studierichting binnen hetzelfde leerjaar. Voor uitzonderlijke gevallen kan de minister van onderwijs of zijn gemachtigde afwijken van voornoemde datum op aanvraag van de directeur van de betrokken instelling; deze aanvraag veronderstelt een positieve stellingname van de tot dan begeleidende klassenraad. Een specifieke voorkennis van handelseconomie en registratie is niet vereist. De leerlingen van het tweede jaar van de eerste graad, basisoptie handel, hebben reeds een initiatie gekregen in de handelseconomie.
1.3
Doelstellingen
1.3.1
Algemene doelstellingen
Het vak ‘handelseconomie en registratie’ betekent voor de leerlingen een grondige kennismaking enerzijds met het boeiend economische leven, anderzijds met de registratietechnieken van de ondernemingsverrichtingen. Het doel van de ‘handelseconomie’ is de leerlingen kennis en inzicht te verschaffen in het economische mechanisme met zijn entiteiten en instellingen. De ‘registratie’ richt zich tot de grondbegrippen van het boekhouden en de studie van de primaire balans- en resultaatrekeningen.
2
In beide deelvakken dienen de leerlingen de volgende vaardigheden te verwerven: analytisch en kritisch vermogen; hanteren van de documenten; reken- en cijfervaardigheid; sociale en communicatieve vaardigheden; vaardigheid in het zien van details. Gelet op de component ‘talen’ moeten zij bijzondere aandacht besteden aan een correct taalgebruik. In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat zij onder begeleiding de volgende attitudes1, die gericht zijn op de vereiste beroepshoudingen, ontwikkelen en nastreven: accuratesse: erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig te voltooien; leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen; resultaatgerichtheid: gedreven naar einddoel van de activiteit toewerken; zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen durven aanpakken; zin voor orde, netheid en nauwkeurigheid: erop gericht zijn nauwkeurig, net en met zin voor orde te werken; zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen.
1.3.2
Leerplandoelstellingen
Deel 1: handelseconomie. Ad 1 De basisbegrippen kunnen omschrijven en concretiseren. De eenvoudige economische kringloop kunnen opbouwen; de functionele samenhang tussen de elementen kunnen weergeven. De macro-economische grootheden kunnen omschrijven. Ad 2 De inkomensvorming en de inkomensbesteding t.o.v. elkaar kunnen situeren. De inkomensvorming uit arbeid kunnen omschrijven op grond van dienstverband versus zelfstandige, types van vergoeding en koopkracht. De verschillende bestanddelen van het loon (salaris) kunnen omschrijven. De loonberekening (salaris) kunnen uitwerken via eenvoudige en praktische cijfervoorbeelden . Het onderscheid kunnen maken tussen goederen- en geldkapitaal. De opbrengsten ervan kunnen omschrijven. Enkele spaar- en beleggingsvormen kunnen toelichten (incl. voor- en nadelen). De elementen van de inkomensbesteding kunnen ordenen. Het begrip consumptie kunnen omschrijven. Het spanningsveld tussen inkomen en behoeften kunnen toelichten. De noodzaak van de belastingen kunnen aantonen. Het overzicht kunnen geven van de soorten van belastingen (eenvoudig). Schematisch het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen kunnen aantonen. De diverse inkomsten bij de personenbelastingen kunnen opsommen, omschrijven en concretiseren. De werking van de personenbelasting op een algemene wijze kunnen aantonen. Het begrip sparen kunnen omschrijven. Het waarom van de beleggingen van de spaargelden kunnen inzien. Enkele bepalende factoren bij beleggingen kunnen opsommen.
1
De weergegeven omschrijving is in functie van de beroepshouding.
3
Ad 3 Het onderscheid tussen ondernemingen en bedrijven kunnen formuleren en concretiseren. De bedrijfskolom begripsmatig kunnen omschrijven en opbouwen. De eenmanszaak kunnen situeren t.a.v. de handelsvennootschap. De bijzonderste ondernemingsvormen op basis van hun kenmerken kunnen omschrijven. De sectoren (incl. de quartaire sector) kunnen aangeven; het relatieve belang ervan kunnen onderkennen. De toenemende betekenis van diensteneconomie en de servicebedrijven kunnen inzien. Ad 4 De voornaamste functies van de handel kunnen schetsen. De handel kunnen indelen. De rechten en plichten van de handelaars kunnen omschrijven. Ad 5 De begrippen kunnen ordenen en omschrijven. De verkoopsvoorwaarden kunnen opsommen en toelichten. De noodzaak en functie van de documenten kunnen aantonen (bestelformulieren/aankoopdocumenten/verkoopdocumenten). De documenten kunnen herkennen, rangschikken en de voornaamste kunnen invullen en/of opstellen. Ad 6 De betalingsdocumenten kunnen herkennen en invullen. De werking ervan schematisch kunnen weergeven. De rol van de financiële instellingen kunnen toelichten. De betalingstechnieken kunnen opsommen, omschrijven en hanteren. Ad 7 Het begrip krediet begripsmatig kunnen omschrijven en het belang ervan kunnen aantonen. De courante kredietvormen begripsmatig kunnen omschrijven en de werking ervan kunnen toelichten. De mogelijke gevaren voor de kredietnemer kunnen inzien. De bescherming van de kredietnemer kunnen aantonen. Ad 8 De verzekeringen begripsmatig kunnen omschrijven; het belang ervan kunnen aantonen. De basisterminologie kunnen verklaren en met voorbeelden illustreren. De soorten van verzekeringen schematisch kunnen weergeven. Ad 9
♦ ♦ ♦
Ad 10
♦ ♦ ♦
Didactische uitstappen in groepsverband kunnen voorbereiden onder begeleiding van de leerkracht. Een overzichtelijk en eenvoudig verslag kunnen opstellen en bespreken onder begeleiding van de leerkracht. Didactische uitstappen kunnen evalueren.
Een economisch thema naar keuze als vakoverschrijdend leren kunnen benaderen onder begeleiding van de leerkracht. of Het onderscheid kunnen toelichten tussen welvaart en welzijn. Het belang van de vrijetijdsbesteding voor de mens kunnen aantonen.
4
Deel 2: registratie. Ad 1 Het begrip boekhouden kunnen omschrijven en de noodzaak ervan kunnen toelichten. Enkelvoudig en dubbel boekhouden kunnen situeren binnen de wettelijke verplichtingen. Ad 2 De enkelvoudige boekhouding met haar dagboeken kunnen bijhouden. Ad 3 De betekenis van de inventaris kunnen schetsen; een inventaris kunnen opstellen. De aantekening en de aanwending van vermogen in de onderneming kunnen verduidelijken en hieruit het passief en actief kunnen afleiden. De balans kunnen afleiden uit de inventaris; de vergelijking kunnen maken tussen beide. De wijzigingen in actief en passief op de balans kunnen weergeven. De balans kunnen rubriceren. De beginbalans kunnen uitsplitsen in rekeningen; de grootboekadministratie kunnen bijhouden. Het MAR begripsmatig kunnen omschrijven en structureren. De werking met balansrekeningen kunnen toelichten. Het boekjaar volgens een opgegeven rekeningstelsel kunnen openen. De rekeningen periodiek centraliseren en de eindbalans kunnen opstellen op basis van de rekeningen. Het resultaat begripsmatig kunnen invullen. De werking van de resultaatrekeningen kunnen afleiden uit de werking van de rekening Kapitaal. De resultaten kunnen groeperen volgens hun aard. De werking met resultatenrekeningen kunnen toelichten. De rekeningen kunnen situeren in het MAR. De proef- en saldibalans kunnen hanteren als controle-instrument en oorzaken van fouten kunnen opsporen. De functie van het journaal kunnen verklaren. Het journaal kunnen hanteren. Ad 4 De terug te vorderen en te betalen BTW kunnen omschrijven en situeren in het MAR. De aangegeven rekeningen kunnen verrekenen en boekhoudkundig verwerken. Ad 5 De rekeningafschriften kunnen controleren en boekhoudkundig kunnen verwerken. De betalingen aan leveranciers kunnen uitvoeren en boekhoudkundig verwerken. De aangegeven balansrekeningen kunnen omschrijven, situeren in het MAR en boekhoudkundig kunnen aanwenden. De courante verrichtingen i.v.m. wisselbrieven boekhoudkundig kunnen verwerken. Ad 6 De aangegeven resultatenrekeningen kunnen omschrijven, situeren in het MAR en boekhoudkundig kunnen aanwenden. Aankoopfacturen i.v.m. voorraden en kosten en inkomende creditnota’s kunnen controleren en boekhoudkundig verwerken. Verkoopfacturen en uitgaande creditnota’s kunnen controleren en boekhoudkundig verwerken.
5
1.4
Leerinhouden
Deel 1: handelseconomie. 1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.2 1.2.1 1.2.2
Inleiding en situering. Basisbegrippen. Economie en behoeften. Goederen en diensten. Produceren en consumeren. Arbeidsverdeling en ruil. Economische kringloop. Entiteiten. Begrippen: Nationaal Inkomen en Nationaal Product.
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3
Gezinnen. Inkomensvorming. Inkomen uit arbeid. Inkomen uit kapitaalsverstrekking. Inkomensbesteding. Consumptie. Belastingen. Sparen en beleggen.
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Ondernemingen en bedrijven. Onderscheid. Bedrijfskolom. Ondernemingsvormen. Bedrijven: indeling naar functie en sectoren.
4 4.1 4.2 4.3
Handel en handelaar. Functies. Indeling. Verplichtingen en rechten van de handelaar.
5 5.1 5.2 5.3
Kopen en verkopen. Van prijsaanvraag, prijsofferte tot bestelling. Verkoopvoorwaarden. Documenten.
6 6.1 6.2
Betaling. Rechtstreekse betaling. Onrechtstreekse betaling (via financiële instellingen).
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Krediet. Begrip en belang. Kredietvormen. Valkuilen voor de kredietnemer. Bescherming van de kredietnemer.
8 8.1 8.2 8.3
Verzekeringen. Begrip en belang. Verzekeringscontracten en –partijen. Soorten van verzekeringen.
9 9.1 9.2 9.3
Didactische uitstappen. Voorbereiding. Rapportering en bespreking. Evaluatie.
10
Verdiepings- en /of uitbreidingsmogelijkheid naar keuze van de leerkracht.
6
10.1
Verdiepingsmogelijkheid. Voorbeelden: - inkomensvorming en besteding in de niet-geïndustrialiseerde landen; - vergelijken van kosten bij diverse financiële instellingen; - bedrijvencentrum; - geïntegreerde oefening i.v.m. de documenten; - OCMW; - werknemersparticipatie; - inspelen op de socio-economische actualiteit; - ICT (informatie- en communicatietechnologie); - leerlingentijdschrift; -…
10.2
Uitbreidingsmogelijkheid. Welvaart en welzijn: - onderscheid. - belang van de vrijetijdsbesteding.
Deel 2: registratie. 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding. Situering. Wettelijke verplichtingen. Onderscheid enkelvoudige en dubbele boekhouding.
2
Enkelvoudig boekhouden.
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
Basisbegrippen van het dubbel boekhouden. Inventaris. Vermogen. Balans. Wijzigingen actief en passief. Balansvoorstelling in rubrieken. Van beginbalans tot rekeningen. Algemeen Rekeningstelsel (MAR). Balansrekeningen (begrippen en boekingsregels). Van rekeningen tot eindbalans. Resultatenrekeningen: begrip, indeling, boekingsregels, situering in het MAR. Proef- en saldibalans. Journaal.
4
Verrichtingen met BTW-rekeningen.
5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3
Studie van en verrichtingen met balansrekeningen. Liquide middelen. Commerciële schulden en vorderingen. Handelsdebiteuren en Leveranciers. Te innen wissels en te betalen wissels. Tussenrekeningen: Wissels ter disconto en Wissels ter incasso.
6 6.1 6.1.1
Studie van en verrichtingen met resultatenrekeningen. Bedrijfsverrichtingen. Aankopen en verkopen van handelsgoederen (incl. creditnota, handelskortingen en aan- en verkoopkosten). Aankopen van diensten en diverse goederen. Bezoldigingen. Financiële verrichtingen. Financiële kosten: betaalde intresten. Financiële opbrengsten: ontvangen intresten. Uitzonderlijke verrichtingen.
6.1.2 6.1.3 6.2 6.2.1 6.2.2 6.3
7
1.5
Minimale materiële vereisten
Een uitgerust leslokaal met bord, prikbord, kast (voor documentatie en tijdschriften), rekenmachine en een overheadprojector. Bij voorkeur kan gebruik gemaakt worden van een vaklokaal economie. De leerlingen beschikken over een leerboek/werkboek of cursus en hanteren een beperkt rekeningstelsel.
1.6
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
Dit leerplan geldt voor een lestijdenpakket van 25 weken op schooljaarbasis. De verkenning van het economische leven wordt aangebracht via de goederen- en de geldstroom. Uitgaande van de economische kringloop kan methodologisch aangetoond worden dat in de relatie tussen de economische entiteiten (gezinnen, ondernemingen) een zekere technische ordening (o.a. handelsdocumenten, betalingen) noodzakelijk is. Deze technische elementen sluiten aan bij de praktische benadering van de leerstof in het TSO. De algemene doelstellingen van de handelseconomie kunnen slechts bereikt worden via het actualiteitsprincipe. In deze context kan een begin gemaakt worden met een actualiteitsmap en/of met de invoering van een leerlingentijdschrift. Goed voorbereide didactische uitstappen leveren eveneens een waardevolle bijdrage tot het actualiteitsprincipe. Tussen de twee deelvakken worden voortdurend relaties gelegd (zie bijvoorbeeld belastingen, kopen en verkopen en verrichtingen met de BTW-rekeningen). De theorie bij de registratie wordt beperkt en eenvoudig gehouden. De T-vorm (balans en rekeningen) wordt als een permanent werkinstrument gehanteerd, om het overzichtelijk en snel boekhoudkundig verwerken te bevorderen. Het journaal wordt opgevat als de techniek om de boekhoudkundige betekenis van de verrichtingen schriftelijk vast te leggen. Het gebruiken van de correcte rekeningnamen is een noodzaak. Steeds zal gewezen worden op fouten tegen de vakterminologie. Het rekeningstelsel fungeert als leidraad. Teneinde een zekere vrijheid voor de leerkracht in dit leerplan in te bouwen kan hij opteren voor de verdiepingsmogelijkheid, die bij voorkeur als vakoverschrijdend leren wordt benaderd. Volgens de plaats die het vakoverschrijdend leren krijgt in het pedagogisch schoolprofiel van het schoolwerkplan kan dit op verschillende wijzen gebeuren: integratie binnen het vak economie; multidisciplinaire benadering: gezamenlijk thema binnen een beperkt aantal vakken (themaonderwijs); interdisciplinaire benadering: doorbreken van de vakken en werken met een alternatief roostersysteem (projectonderwijs); transdisciplinaire benadering: integratie in het hele schoolgebeuren. Indien de leerkracht zich onvoldoende vertrouwd voelt met deze onderwijsmethode kan hij opteren voor het uitbreiden van de leerstof met ‘welvaart en welzijn’.
1.7
Evaluatie
Per rapportperiode: 5 à 6 bondige toetsen (10 à 15 minuten) en minimum 1 herhalingstoets over de verworven kennis en inzichten. Geregeld mondelinge toetsen als controle en herhaling of als aanknoping bij de nieuwe les. Individuele of groepstaken worden onder de vorm van opdrachten geregeld gehanteerd. De vermelde vaardigheden worden tijdens de oefeningen procesmatig geëvalueerd en bijgestuurd. De tekorten inzake kennis, inzicht en vaardigheden t.a.v. bepaalde leerstof items dienen gedurende het schooljaar geremedieerd te worden onder meer via bijkomende toepassingen en/of inhaallessen.
8
In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat ze de aangegeven attitudes ontwikkelen en nastreven. 1.8
Bibliografie
BELLON, L. en SCHELLENS, L., EURO 1 Novum, Deurne, 1999. ROMBOUTS, G., VERBERCKT F., Didactiek van de handels- en economische wetenschappen De Sikkel, Oostmalle, 1996. VERBERCKT, F. (red.), VAN DEN BROECK, N. en GEUENS, P., Optimum 2.1 De Sikkel, Oostmalle, 2000. Blikopener, leerlingentijdschrift N.V. Keesing, Keesinglaan 2-20 , 2100 Deurne, tel. (03)36 05 300. Centrum voor informatie in assuranties de Meeûsplantsoen, 29, 1000 Brussel. Didacta, Brussel, Departement didactiek EHSAL Stormstraat 2, 1000 Brussel, tel. (02)210 16 31. Economische didactiek IDEA/UFSIA, Antwerpen. Info Economie UG, Hoveniersberg 4, 9000 Gent, tel. (09)264 35 33. Troef, leerlingentijdschrift VEV, Brauwersvliet 5 B4, 2000 Antwerpen, tel. (03)202 44 07.
9
2
1e leerjaar, 2e graad: toegepaste economie: handelsrekenen
2.1
Visie op het vak
2u/week
Deze studierichting is in de eerste fase een voorbereiding op een loopbaan die zich vnl. richt op de profitsector. De bedoeling van de lessen ‘handelsrekenen’ is dat de leerlingen op een correcte manier handelsberekeningen kunnen uitvoeren, begrijpen en toepassen. Om de aanschouwelijkheid te vergroten worden waar mogelijk handelsdocumenten gebruikt om de gegevens nodig voor de berekeningen te verschaffen. De nadruk ligt op de ontwikkeling van de cijfer- en rekenvaardigheid. De leerlingen leren in het vak ‘handelsrekenen’ een juiste en geordende werkmethode hanteren. Binnen het vak worden verbanden gelegd worden met leerstofitems van het vak ‘handelseconomie en registratie’.
2.2
Bepaling van de leerlingengroep en beschrijving van de beginsituatie
In het eerste leerjaar van de tweede graad TSO kunnen als regelmatige leerlingen worden toegelaten: de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van de eerste graad met vrucht hebben beëindigd of zij die houder zijn van een getuigschrift van de eerste graad van het secundair onderwijs, behaald via de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap over een programma tweede leerjaar van de eerste graad; de regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd, onder de volgende voorwaarde: gunstig advies van de toelatingsklassenraad; de regelmatige leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs, onder de volgende voorwaarden: a) gunstig én gemotiveerd advies van de toelatingsklassenraad; b) de minister van onderwijs of zijn gevolmachtigde als dusdanig beslist op aanvraag van de directeur van de betrokken instelling voor voltijds gewoon secundair onderwijs. Voorwaarden inzake overgangen gedurende het schooljaar. Zonder afbreuk te doen aan voorgaande bepalingen is tot en met 15 januari toegelaten: de verandering van onderwijsvorm en/of studierichting binnen hetzelfde leerjaar. Voor uitzonderlijke gevallen kan de minister van onderwijs of zijn gemachtigde afwijken van voorgenoemde datum op aanvraag van de directeur van de betrokken instelling; deze aanvraag veronderstelt een positieve stellingname van de tot dan begeleidende klassenraad. De leerlingen van het tweede jaar van de eerste graad, basisoptie handel, hebben reeds een initiatie gekregen in ‘handelseconomie’.
2.3
Doelstellingen
2.3.1
Algemene doelstellingen
Met het leerplan ‘handelsrekenen’ wordt beoogd de leerlingen kennis en inzicht te laten verwerven in de technieken van het handelsrekenen. Het leerplan ‘handelsrekenen’ bevat bovendien de volgende streefdoelen: de vaardigheidstechniek beheersen bij het uitwerken van de toepassingen; het ordelijk en nauwkeurig werken bevorderen; een correcter en sterker afgebakend inzicht in de praktische verschijnselen van het handelseconomische leven verkrijgen. Zij dienen deze technieken te herkennen en gepast te kunnen aanwenden in het handelsleven. De leerlingen dienen de volgende vaardigheden te verwerven: cijfer- en rekenvaardigheid;
10
communicatief vaardig zijn; hoofdrekenen; methodisch kunnen werken; ordelijk en nauwkeurig werken; rekentechnische hulpmiddelen kunnen gebruiken; schrijfvaardigheidtechniek; snel en correct kunnen werken; zien van details. In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat zij onder begeleiding de volgende attitudes, die gericht zijn op de vereiste beroepshoudingen, ontwikkelen en nastreven: accuratesse: er op gericht zijn binnen een bepaalde tijd een taak nauwkeurig te voltooien; leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen; resultaatgerichtheid: gedreven naar einddoel van de activiteit werken; zelfstandigheid: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen kunnen aanpakken; zin voor orde en nauwkeurigheid: erop gericht zijn nauwkeurig, net en met zin voor orde te werken.
2.3.2
Leerplandoelstellingen
Ad 1 De correcte resultaten op de snelste en eenvoudigste wijze kunnen berekenen. Een getal kunnen splitsen in evenmatige delen. De regel van drieën kunnen opstellen en de onbekende grootheid kunnen berekenen. Ad 2 De verhoudingsgetallen kunnen opstellen en de evenredige delen kunnen berekenen. De evenredige verdeling kunnen toepassen. Ad 3 Het percent van het honderd kunnen berekenen op de eenvoudigste wijze en kunnen toepassen op praktische gevallen. De kortingen, de winst en het verlies kunnen uitdrukken in percenten van het gewicht, van de in- en verkoopprijs. Ad 4 De algemene intrestformule kunnen opstellen en toepassen. De intrest kunnen berekenen volgens de methode van de standvastige deler. Ad 5 Het disconto kunnen berekenen. Het agio kunnen berekenen en de nota van disconto kunnen opstellen. De bepaalde en gemiddelde vervaldag kunnen omschrijven en berekenen.
2.4
Leerinhouden
1 1.1 1.2 1.3
Verkorting of vereenvoudiging van de rekenkundige bewerkingen. Methode van verkort rekenen. Evenmatige delen. Regel van drieën.
2 2.1 2.2
Evenredige verdeling. Verdelingen. Vennootschapsregel.
11
3 3.1 3.2
Percent en per mille. Percent van het honderd: evenmatige delen. Berekeningen uit de praktijk. Kortingen op het gewicht. Kortingen op de prijs. Verlies en winst (verhoging - winstpercentage).
4 4.1 4.2
Handelsintrest. Algemene deler. Standvastige deler.
5. 5.1 5.2 5.3
Disconto. Discontoberekening. Bepaalde en gemiddelde vervaldag. Opstellen van discontonota.
2.5
Minimale materiële vereisten
Een uitgerust leslokaal met bord, prikbord, kast (voor documentatie en tijdschriften) en een overheadprojector. Elke leerling dient over een zakrekenmachine te beschikken.
2.6
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
Dit leerplan geldt voor een lestijdenpakket van 25 weken op schooljaarbasis. Het vak ‘handelsrekenen’ mag niet als een losstaand deelvak worden behandeld. Zoveel als mogelijk zullen de leerstofitems gelinkt worden met het vak ‘handelseconomie en registratie’. Bij de toepassing van het leerplan mag niet enkel de klemtoon worden gelegd op de inhoudelijke aspecten ervan. Vooral het aankweken van een correcte manier van aanpakken is van essentieel belang. De leerkracht moet de leerlingen een juiste en geordende werkmethode aanleren. Zonder dit automatisme komen de algemene doelstellingen van het leerplan ‘handelsrekenen’ niet tot hun recht. Dit vereist dat de leerlingen in staat zijn: een duidelijke presentatie te geven aan het cijferwerk; de cijferbewerkingen in een logische volgorde te plaatsen; de uitkomsten bij de toepassingen te beoordelen (i.c. de handelseconomische verantwoording). Aansluitend dient de leerkracht zich te bezinnen over een optimaal bordgebruik: logische schikking en synthetisch overzicht. De methodologische opvatting van de programma-inhoud bevat drie basisuitgangspunten: het gedeelte rekenen is de noodzakelijke werkbasis voor het aanbrengen van de leerstof; de uitwerking van de toepassingen mag gebeuren met de elektronische rekenmachine; de voorbeelden en toepassingen situeren in een handelseconomische context. In functie van de voortgang in de leerstof en het niveau van de klas zal het soms noodzakelijk zijn om de frequentie van bepaalde toepassingen op te drijven. In feite moet de leerkracht streven naar een passende frequentie bij elk type van toepassing en vooral zoeken naar een geschikte moeilijkheidsgradatie. Met het oog op het stimuleren van de belangstelling van de leerlingen zullen de voorbeelden en toepassingen maximaal aansluiten op de praktijk. In deze optiek is het bijvoorbeeld aangewezen gebruik te maken van actuele renteschalen bij de studie van de rente en het disconto.
12
2.7
Evaluatie
Per rapportperiode: 1 à 2 bondige toetsen (10 à 15 minuten) en minimum 1 herhalingstoets over de verworven kennis en inzichten. Geregeld mondelinge toetsen als controle en herhaling of als aanknoping bij de nieuwe les. Het staat de leerkracht vrij klastaken te geven, terwijl huistaken de vorm aannemen van het verder afwerken van toepassingen en opdrachten. Bij de examenvragen zijn theorievragen niet aangewezen. De vragen dienen zodanig aangepast te zijn dat de theoretische kennis erin betrokken is. Met het oog op het handelseconomische inzicht zullen de toepassingen geen gewilde wiskundige ingewikkeldheid vertonen. In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat ze de aangegeven attitudes ontwikkelen en nastreven.
2.8
Bibliografie
HUYBRECHTS, N., Handelsrekenen De Sikkel, Oostmalle, 1995. LUWEL, A., Inleiding tot de didactiek der economische wetenschappen Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, Antwerpen, 1968. ROMBOUTS, G. EN VERBERCKT , F., Didactiek van de Handels- en Economische Wetenschappen De Sikkel, Oostmalle 1996.