P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
00
ALGEMENE BIJZONDERE VOORAFGAANDELIJKE BEPALINGEN
00.01
ALGEMENE TECHNISCHE VOORWAARDEN
00.01.10
Voorschriften en bescheiden
00.01.11
Verwijzingen naar normen
p. 1 / 80
Voor de verwijzingen naar normen en technische specificaties zoals opgenomen in dit bestek geldt dat deze steeds moeten gelezen worden alsof er “of gelijkwaardig” achter staat. Voor de verwijzingen naar meerde standaarden wordt volgende volgorde in acht genomen ; - Nationale normen waarin Europese normen zijn omgezet (NBN EN, NEN EN etc.) - Europese technische goedkeuringen (ETA, ETAG) - Gemeenschappelijke technische specificaties - Internationale normen (ISO) - Andere door de Europese normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen - Nationale normen (NBN) - Nationaal technische goedkeuringen of technische spesificaties (STS) De inschrijver kan de gelijkwaardigheid van zijn producten met passende middelen aantonen aan de aanbestedende overheid. Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie. De beoordeling hiervan komt toe aan de aanbestedende overheid.
00.01.12
Voorschriften betreffende de materialen (volgens index 00.3).
De materialen zijn nieuw en beantwoorden aan de technische voorschriften van de afleveringen en normen. Behoudens andersluidende voorschriften in het bestek moet de aannemer instaan voor de levering van de bouwmaterialen, het afladen ervan en het opslaan op de bouwplaats. Monsters
Waar uitdrukkelijk in lastenboek vermeldt zal de aannemer bij zijn inschrijving vermelden van welke herkomst en kwaliteit de door hem te gebruiken materialen zijn. Later zal, op verzoek van het bestuur, een monster dienen afgegeven te worden. Keuring van materialen
De tot de aflevering toegelaten materialen, zullen derwijze op de bouwwerf gestapeld worden, dat hun afmetingen, hoedanigheid en hoeveelheden gemakkelijk kunnen nagegaan worden. De materialen zullen tijdig aangevoerd worden zodat de keuringsproeven voor het verwerken kunnen gedaan worden. De aannemer is ertoe gehouden de leidende ambtenaar te verwittigen dat aangevoerde materialen aflevering klaar zijn en zullen gekeurd worden voor het plaatsen.
00.01.13
Afgekeurde werken en materialen
De werken welke niet worden uitgevoerd volgens de regels van de bouwtechniek of niet overeenstemmen met de lasten en voorwaarden van de aanneming, deze die afwijken van de aanduidingen van de plannen alsook de materialen die werden verwerkt en die de vereiste vormen, afmetingen en hoedanigheden missen, zijn door de aannemer te verwijderen of af te breken en vervolgens te herbouwen of te herplaatsen. Indien de aannemer geen gevolg hieraan geeft, heeft het werkbestuur het recht de werken stil te leggen. De kosten van de uitvoering, van ingebrekestelling en van vaststelling zijn ten laste van de aannemer.
P04700
00.01.14
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 2 / 80
Verantwoordelijkheid
De aannemer is verantwoordelijk voor alle schade welke hij rechtstreeks of onrechtstreeks zou toebrengen gedurende de uitvoering van zijn werken. Hij zal op zijn kosten en gevaar dadelijk alle herstellingswerken uitvoeren en alle ongevallen vergoeden welke gedurende de uitvoering van zijn werken zouden voorkomen. Hij zal zich gedragen naar de algemene plaatselijke gebruiken en naar de politie- en gemeentereglementen. De toestand van de bouwplaats dient door de aannemer te worden genomen zoals hij zich voordoet en deze toestand mag voor hem geen aanleiding vormen tot latere gebeurlijke klachten of vergoedingen. De inschrijver wordt geacht zich ter plaatse overtuigd te hebben van de omvang, de uitgestrektheid en de aard van de uit te voeren werken. Hij verstaat zich met de gebuureigenaars en regelt alle betwistingen, geschillen, schade of andere vorderingen van dezen. De aannemer blijft verantwoordelijk voor alle materiaal en materialen, voor uitvoering van de werken ter plaatse gebracht en veilig opgesteld. Eventuele schade door de aannemer toegebracht zal op zijn kosten hersteld worden. Vanaf de voorlopige oplevering is de aannemer aansprakelijk voor de stevigheid van de werken en voor de goede uitvoering van de werkzaamheden, in overeenstemming met de artikelen 1972 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek.
00.01.15
Veiligheid
00.01.15b
Veiligheid volgens plan in bijlage
PM
nr 1 Zie bijlage 1 veiligheids- en gezondheidsplan In overeenstemming met het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele werkplaatsen vindt de aannemer in bijlage 1 van dit bestek de bepalingen en specificaties van de 'veiligheidscoördinator ontwerp' die van toepassing zijn op dit project terug. Door de stad Antwerpen zal een 'veiligheidscoördinator verwezenlijking' aangeduid worden die instaat voor de coördinatie betreffende veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van de bouwwerken. Deze zal regelmatig de voorgeschreven vergaderingen bijeenroepen, de nodige formaliteiten verrichten en bij het einde van de werken de voorgeschreven documenten opmaken. De aannemer zal zijn volle medewerking verlenen en handelen volgens de richtlijnen van de veiligheidscoördinator verwezenlijking. Meetcode
Kosten voor de veiligheidsvoorzieningen zijn te verrekenen in de posten waarop ze betrekking hebben
00.02
UITVOERING VAN DE WERKEN
Beschermd monument
Het betreft een gebouw dat, samen met zijn interieur, wettelijk beschermd werd als monument. De aannemer neemt alle nodige voorzorgen om beschadigingen te voorkomen en zal de werken op een verantwoorde manier uitvoeren. De werken en de installaties zullen met de meeste zorg uitgevoerd worden om zo geen schade aan de bestaande gebouwen en binnen afwerking te veroorzaken. De inschrijver dient hiermee rekening te houden bij zijn prijsbepaling. Beschermd landschap
Het Schoonselhof is in zijn geheel beschermd als een beschermd landschap. De aannemer neemt alle nodige voorzorgen om beschadigingen te voorkomen en zal de werken op een verantwoorde manier uitvoeren. De werken en de installaties zullen met de meeste zorg uitgevoerd worden om zo geen schade aan de bestaande beplantingen in het bijzonder de bomen.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 3 / 80
De inschrijver dient hiermee rekening te houden bij zijn prijsbepaling.
00.02.10
Beschrijving van de werken
00.02.11
Uit te voeren werken
Deze aanneming omvat in grote lijnen volgende uitvoeringen : Het graven van de leiding sleuven Het maken van de onderboringen onder de weg. Het leggen van alle leidingen volgens plan Het plaatsen van alle wateraansluitingen Het aansluiten van water, gas leidingen aan de bestaande nutsleidingen in de gebouwen. Het binnen brengen van de laagspanningskabels in de bestaande gebouwen Het plaatsen van watervoorzieningen op de velden Het aansluiten op een drainage van de watervoorzieningen op de velden Het plaatsen van de (druk)rioleringsleidingen. Het plaatsen van de pompputten en alle bijhorigheden zoals. Bedieningen elektrische aansluitingen putdeksels etc. Het aansluiten en aanpassen van de bestaande riolering naar de ontspanningsput voor de straataansluiting. Het verwijderen van het gasmeterlokaal Het verwijderen van de bestaande watermeterput Deze aanneming omvat eveneens: Het dichten van alle sleuven Het inzaaien van alle beschadigde grasperken Het herstellen van alle opgebroken verhardingen In deze aanneming zijn volgende werken NIET inbegrepen: Verwijderen van gasmeter en aansluiting gasleiding Verwijderen van watermeter Volgende posten zijn opgenomen als opties Supplement voor boomkaders rond watertappunten i.p.v. boordstenen.
00.02.20
Organisatie van de werken
00.02.21
Verloop van de werken
1. 2.
3. 4.
5.
6.
7.
Het is het bestuur toegelaten alle middelen aan te wenden om het verloop van de aanneming te volgen en te controleren. Het bestuur behoudt zich het recht voor om, zonder tussenkomst van de aannemer, op het tijdstip zoals het dit zal beslissen, andere voltooiingwerken in het gebouw te laten uitvoeren die niet in deze aanneming begrepen zijn. De onderaannemers zullen de vordering der werken regelmatig volgen om op de gepaste ogenblikken hun medewerking te kunnen verlenen om zonder tijdverlies de gehele aanneming te kunnen afwerken. De aannemer dient de werkzaamheden te staken indien er omstandigheden optreden die de stabiliteit van het gebouw of de aangebrachte werkvoorzieningen in gevaar zou kunnen brengen. (Wij denken onder meer aan hoge windsnelheden +60km/u) Indien de aannemer werken uitvoert met open vlam dient hij de nodige blusmiddelen te voorzien. De aannemer dient minimum 30 minuten voor hij de werf verlaat de open vlam te doven. Voor het uitvoeren van brandgevaarlijke werken is het aanvragen van een vuurvergunning verplicht en dienen de opgelegde voorschriften te worden gevolgd. De aannemer voorziet de nodige collectieve (e.g. valbeveiliging, …) en individuele maatregelen om de veiligheid van zijn werknemers en derde te vrijwaren. Hij ziet tevens streng toe op de draagplicht van de nodige PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen) Om de veiligheid van de werknemers op de werf te garanderen en om het bestuur toe te laten rechtstreekse opdrachten te geven aan de werknemers moet er in elke werkploeg ten minste een
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 4 / 80
persoon zijn die het Nederlands kan verstaan De aannemer is ertoe gehouden een planning der werken op te stellen. Deze planning dient bij de aanvang der werken aan de ontwerper voorgelegd, welke wijzigingen kan bevelen. De hoofdaannemer zal de werken voortzetten volgens het door hem opgemaakte schema waarover de leidende ambtenaar zijn goedkeuring gegeven heeft. Hij zal ervoor zorgen dat tijdens de uitvoering der werken de werking van de Stadsdienst of school welke in het gebouw gevestigd is, niet in het gedrang komt of zo weinig mogelijk gehinderd wordt. Hij zal zich daartoe, na overleg, steeds schikken naar de voorstellen van het bestuur inzake de volgorde der uit te voeren werken zonder dat hij beroep kan doen op enige vergoeding. Specifiek wat schoolgebouwen betreft, zal de aannemer de aanneming uitvoeren gedurende periodes dat de schoolactiviteit beperkt is (bv. schoolvakantieperiodes). Hij zal de nodige schikkingen treffen en toelatingen verkrijgen om gedurende bedoelde periodes te kunnen werken. Wanneer een aannemer niet aan zijn verplichtingen voldoet aan de gemaakte afspraken aangaande de planning en de hinder van personen in het gebouw, behoudt het bestuur zich het recht voor deze te schorsen zonder dat de aannemer recht heeft op een vergoeding. Wanneer een aannemer van een der bijkomende bouwvakken niet aan zijn verplichtingen voldoet met in het bijzonder het regelmatig voortzetten der werken, behoudt het werkbestuur zich het recht voor om die bepaalde werken door een andere aannemer te laten uitvoeren. De aannemer zal overleg plegen met andere aannemers om een vlot verloop van de werken mogelijk te maken. Hij zal hen en het werkbestuur tijdig waarschuwen wanneer hun tussenkomst gewenst is. In ieder geval blijft de hoofdaannemer verantwoordelijk voor de goede coördinatie op de werf. Hij zal de nodige initiatieven en preventieve maatregelen treffen (o.a. tijdig voorleggen van de nodige technische documentatie van de materialen die hij wenst te gebruiken, zowel voor de hoofd- als voor zijn diverse onder aannemingen). Hij zal de werf in functie van de door het bestuur gegeven richtlijnen en/of bevelen, op een zo rationeel mogelijke manier organiseren. De aannemer is verantwoordelijk voor elke verstoring van een werf wanneer blijkt dat hij verzuimt de gepaste initiatieven te treffen in functie van de gekende en bijgekomen lastvoorwaarden. Ter controle van de werken wordt een dagboek der werken bijgehouden en dagelijks ingevuld door de aannemer die op de werfvergadering vraagt aan de leidinggevende ambtenaar deze te ondertekenen. Het dagboek moet steeds ter beschikking zijn op de werf op een tijdens de opstartvergadering vastgestelde plaats. Het dagboek zelf wordt aangeleverd door de aannemer.
00.03.10
ALGEMENE RICHTLIJNEN
De aanbestedingsplannen worden ten titel van inlichting verstrekt, wat betreft de in art. 00.01.11 beschreven normen en voorschriften. De plannen van de inschrijvers worden geacht conform te zijn aan deze voorschriften. Na de aanbesteding zal de voorgestelde bieding ter advies aan de verschillende instanties voorgelegd worden; onder andere aan de Brandweer, wat betreft de keuze van de materialen i.v.m. brandweerstand enz. Voor de gunning zullen de nodige aanpassingen door de aannemer verricht worden en dit zonder bijkomende vergoedingen. Attesten, vooral op het gebied van brandweerstand van materialen, zullen na de uitvoering voorgelegd worden. De gebouwen worden opgevat volgens de algemene richtlijnen van de hierbij horende plannen. Deze indeling dient gerespecteerd te worden. De juiste afmetingen van de bouwelementen kunnen echter aangepast worden aan het door de aannemer voorgestelde bouwsysteem of constructiesysteem. Onderhavig hoofdstuk omvat de algemene bepalingen en de criteria betreffende kwaliteit waaraan de verschillende constructie-elementen van het gebouw moeten verantwoorden en de bijzondere technische voorwaarden betreffende de materialen waarvan het gebruik door het bestuur is toegelaten en mogelijk is in dit voorgestelde gebouw. Het is de inschrijver toegelaten andere materialen en constructie-elementen voor te stellen op voorwaarde dat deze ten minste aan de voorschriften beantwoorden die van toepassing zijn op de constructie-elementen die in onderhavig bijzonder bestek voorkomen Iedere door de aannemer voorgestelde afwijking zal aan het bestuur voorgelegd worden. De aannemer wordt
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 5 / 80
geacht te werken volgens eigen opvatting en verantwoordelijkheid. In dit verband is het hem toegestaan voorstellen in te dienen welke verbetering in vorm en uitvoering vertegenwoordigen.
00.04
TE OVERHANDIGEN DOCUMENTEN
00.04.10
Documenten
Alle plannen, documenten en studies zijn door bekwame en verantwoordelijke personen opgesteld en ondertekend. De erelonen (ook voor eventuele meerwerken), evenals alle andere studiekosten zijn in de eenheidsprijzen van materialen en werken te begrijpen. Volgende aanwijzingen dienen op de plannen voor te komen: De benaming van de aanneming met volledig adres, naam en voornamen en handtekening van de inschrijver evenals het telefoonnummer; Naam en adres van de ingenieur voor de plannen die hem aanbelangen en zijn handtekening; De nr. van het dossier eigen aan de firma, de nr. van het plan; Aard van het plan, schaal, datum. Richtlijnen aangaande de digitale tekeningen
Tekeningen worden geleverd in DWG formaat. Bij de tekeningen, worden ook de verwijzingen (attachments, X-refs, afbeeldingen, enz.), fonts, niet standaard lijntypes, plotinstellingen enz. meegeleverd door bv. gebruik te maken van “e-transmit”, (pack and go voor oudere Autocad versies). Tekeningen worden gemaakt op schaal 1/1, De standaard tekeneenheid is mm of cm. Verschaalde tekeningen in het model worden niet aanvaard. Printvoorbereidingen en verschalingen worden aangemaakt in de “Lay-out” met een duidelijke en herkenbare naamgeving. Overbodige lay-outs worden verwijderd. Lay-outs mogen ontdaan zijn van logo’s en kenmerken van het bedrijf of bureau die ze heeft opgemaakt of die de opdracht heeft gegeven. De gebruikte CAD-lagen (layers) zijn bij voorkeur gebaseerd op de BB/SFB codering. Indien anders worden herkenbare laagnamen gebruikt en een verklarende tabel bijgevoegd Alle digitale tekeningen die niet in autocad gemaakt werden worden ook in PDF formaat aangeleverd met het oorspronkelijke papierformaat (zoals ze werden afgedrukt). Bij vragen over de technische hoedanigheden van de aan te leveren tekeningen kan men contact nemen met Quinten Waterschoot tel 03/338 22 56. Richtlijnen aangaande de digitale documenten
Met uitzondering van de tekeningen worden alle digitale documenten aangeleverd in een PDF formaat bij voorkeur op formaat A4. Alle documenten die overhandigd worden in papieren versie dienen ook digitaal aangeleverd te worden.
00.04.11
Voor de aanvang van de werken
00.04.11a
Documenten te leveren volgens keuringsplan
PM
nr 2 Alle in het keuringsplan opgenomen documenten proeven en testresultaten worden op de hierin opgenomen tijdstippen voorgelegd ter goedkeuring. Alle inbreuken ten aanzien van het keuringsplan kunnen aanleiding geven tot ingebrekestellingen. Volgende opsomming is niet limitatief. - uitvoeringsplannen van, riolering, water, gas elektriciteits leidingen, op schaal groter dan 1/500; - CE attesten van alle te leveren toestellen met inbegrip van een volledig technisch dossier waarin de van toepassing zijnde normen zijn opgenomen. De voorafgaandelijke documenten worden als volgt aangeboden:
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 6 / 80
- één exemplaar van de CD rom of DVD rom of USB drager voor de digitale documenten. Meetcode
De kosten eigen aan deze post worden verdeeld over het geheel van de aanneming
00.04.11b
Plaatsbeschrijving
GP
nr 3 Algemeen
Opmaken van een "Tegensprekelijke staat": De werken kunnen slechts worden aangevat nadat de aannemer door zijn toedoen een tegensprekelijke staat heeft laten opmaken betreffende de toestand der plaatsen waar de werken moeten worden uitgevoerd. De staat dient opgemaakt te worden door een erkend deskundige. De aannemer zal de afgevaardigde van het bestuur, belast met het toezicht, ten minste drie dagen vooraf op de hoogte stellen van de datum en het uur van het opstellen van deze tegensprekelijke staat. Deze staat wordt door alle betrokken partijen ondertekend. De afgevaardigde van het bestuur zal tekenen "voor gezien". Eén exemplaar van deze staat zal aan het bestuur worden overgemaakt. Alvorens te beginnen met de eigenlijke werken zal de aannemer de passende pleegvormen in acht nemen en zich met de betrokken personen verstaan met betrekking tot de maatregelen en voorzorgen die kunnen genomen worden om schade te voorkomen. Indien er, als gevolg van wat voorafgaat, geschillen of moeilijkheden ontstaan, dan zal de aannemer deze eerst oplossen alvorens tot de uitvoering der werken over te gaan. Alle hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de aannemer. De hieronder opgegeven omvang der plaatsbeschrijvingen is niet limitatief. De aannemer bepaalt zelfstandig en onder volle eigen verantwoordelijkheid de omvang der invloedssferen voor mogelijke schade zowel binnen als buiten de gebouwen en zal in functie hiervan de plaatsbeschrijvingen laten opmaken. Steeds in dubbel, voor eensluidend verklaarde afschriften Toepassing
Foto document met voor alle leidingtracées; toestand van het wegdek toestand van het maaiveld toestand van beplanting in de omgeving (binnen de spiegel van bomen en struiken) toestand van op te breken verhardingen Meetcode
Globale prijs
00.04.12
AS BUILT DOSSIERS
GP
volgnr. 4 Algemeen
Het as built dossier wordt als volgt aangeboden: Drie exemplaren van alle papieren documenten, één exemplaar van de CD rom of DVD rom, of USB drager voor de digitale documenten. Het as-built dossier wordt opgeborgen in één of meerdere gekartonneerde kaften waarvan het model door de leidende ambtenaar is aangenomen. Op de voorzijde van de kaften worden volgende vermeldingen aangebracht: Het besteknummer, het voorwerp van de opdracht, datum aanvang en voltooiing van de werken de leidinggevende ambtenaar, de namen en de contactgegevens van de hoofdaannemer en de werfverantwoordelijke(n), Cd rom’s en /of DVD rom’s worden opgeborgen in een stevige verpakking zoals een hoesje of een doosje die beschadiging van de data laag moet voorkomen. Op de voorzijde van de verpakking worden dezelfde
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 7 / 80
bovenvermelde gegevens aangebracht. Op de binnenzijde van de verpakking word de inhoudsopgave van elke dataschijf aangebracht. Op de dataschijf zelf wordt minstens de projectnaam, het besteknummer en een verwijzing naar de verpakking vermeld zodat schijfjes steeds aan de juiste doosje of hoesje kan gelinkt worden. Meerdere schijfjes worden genummerd met vermelding van het totaal aantal schijfjes. Bv.: 1/4. De transparanten wordt in één of verscheidene gesloten rollen geleverd, die zo stevig zijn en zulke afmetingen bezitten dat elke beschadiging van transparanten vermeden wordt. De aannemer moet bij voltooiing van de werken en ten laatste een maand na de voorlopige oplevering, volledige as - built dossiers indienen. Inhoud
Algemeen - Alle berekeningsnota’s - Een lijst van de onderaannemers met alle contactgegevens aangevuld met een lijst van artikelnummers welke door deze onderaannemer werden uitgevoerd. - De Nederlandstalige gebruikshandleidingen van alle bedieningscentrales, borden, toestellen en systemen - Onderhoudsschema’s - In voorkomend geval, de attesten van fabrikanten, leveranciers of onderaannemers van bepaalde in het bestek voorziene systemen, waaruit blijkt dat de geplaatste systemen voldoen aan de door de fabrikanten, leveranciers of onderaannemers opgestelde installatievoorschriften. Grondverzet - bodembeheer rapport conform art 184 en art 196 van Vlarebo en wordt geleverd bij de asbuiltdocumenten of verklaring over het gebruik van uitgegraven, niet-verdachte bodem in hoeveelheden kleiner dan 250 m³. - Kopij van transportdocumenten. Bouwkundig - De technische fiches, en hun voorbladen ter goedkeuring - Keuringsattest rioleringen - Kabelliggingsplannen Elektrische installaties - De reproducties van de as -built tekeningen - Eén draad schema’s elektrische installaties - Borden schema’s elektrische installaties. - De technische fiches, en hun voorbladen ter goedkeuring - Het keuringsrapport van de elektrische installaties opgemaakt door een erkend organisme; Andere technische installaties - De CE attesten van alle toestellen die vallen onder een CE keuring. - De technische fiches, en hun voorbladen ter goedkeuring Deze opsomming is niet limitatief en kan op vraag van de leidinggevende ambtenaar uitgebreid worden. Tevens bevat het een kopij van alle gevraagde documenten opgenomen in het keuringsplan in bijlage. Kabelliggingsplannen
Het referentiestelsel voor kabelligginsplans is Lambert 1972. Alle nieuwe kabelligginsplans worden dan ook in dit formaat opgemaakt. Als referentiekaart wordt er gewerkt met een lijst van voorkeuren, deze ziet er als volgt uit: GRB basiskaart, deze achtergronden kunnen bij de aanbestedende overheid bekomen worden. Ook is het mogelijk deze kaarten aan te spreken, via een webservice, die door het AGIV ontwikkeld wordt, de gebieden, waar er een GRB-kaart ter beschikking is vindt men terug op volgend adres Bij het ontbreken van een referentiekaart wordt er absoluut opgemeten. Voorschriften voor het bekabelingsplan
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 8 / 80
- het bematen van de ligging van alle aangelegde leidingen op een proper ontwerpplan op schaal 1/500, de bemating gebeurt per energie op een apart proper ontwerpplan; - bemating op die ontwerpplannen van de kabelmoffen, netafsluiters gas, sifons, enz.; - indien niet voorbereid op de ontwerpplannen, optekenen op die ontwerpplannen van detailschetsen van netafsluiters gas, sifons, isolerende voegen, complexe situaties zoals kruispunten, dwarsdoorsneden (bv. bij wegkruisingen of boringen); - de bemating dient minimum opgetekend te worden bij het begin (detail aankoppeling) en einde (detail eindafwerking) van elke leiding en verder tussenmaten om de 50m of bij afwijking van het rechtlijnig traject (bv. begin en einde boring, uitwijking voor onderzoeksschouw riolering, enz.); - invullen van de kabel- en buislijsten; - de leesbaarheid van de bemating en schetsen moet voldoende duidelijk zijn zodat er niet meer moet overgetekend worden en de opdrachtgever de bemating kan inscannen naar elektronische tekensystemen; - de blanco ontwerpplannen worden door de opdrachtgever aan de aannemer bezorgd. Naamgeving digitale documenten
De documeneten moeten digitaal worden aangeleverd met een naamgeving zoals hieronder beschreven. In dien er documenten gevraagd worden die niet passen in dit schema wordt overleg gepleegd met de leidinggevende ambtenaar. Post Interventie Dossier Omschrijving PID as-built plannen Bouwkunde Stabiliteit Elektriciteit HVAC Sanitair PID Technische Fiche PID Attesten
naamgeving digitale documenten dossiernr_straatnaam_huisnr_BK_plannr-aantal plannen dossiernr_straatnaam_huisnr_Stab_plannr-aantal plannen dossiernr_straatnaam_huisnr_EL_plannr-aantal plannen dossiernr_straatnaam_huisnr_HVAC_plannr-aantal plannen dossiernr_straatnaam_huisnr_SAN_plannr-aantal plannen dossiernr_straatnaam_huisnr_ TF_lastenboekverwijzing dossiernr_straatnaam_huisnr_AT_korte omschrijving
Meetcode
Globale Prijs (G.P.) De kosten eigen aan deze post worden verdeeld over het geheel van de aanneming. Zolang het bodembeheerrapport niet afgeleverd wordt een deel van de verschuldigde sommen ingehouden zoals beschreven in de respectievelijke posten voor grondverzet.
00.05
AANNEMINGSMODALITEITEN
00.05.10
aannemingsmodaliteiten - algemeen
PM
nr 5 Algemeen
De algemene en bijzondere voorschriften opgenomen in de technische bepalingen vormen een toelichting en/of aanvulling bij de bepalingen, zoals opgenomen in de Koninklijke Besluiten betreffende overheidsopdrachten, opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. Aan alle hieraan verbonden verplichtingen en aansprakelijkheden wordt door onderhavige richtlijnen geenszins afbreuk gedaan.
00.05.11 nr 6 Algemeen
algemeen - voorafgaand plaats bezoek
PM
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 9 / 80
Door het feit dat hij zijn offerte indient, erkent de inschrijver dat hij ter plaatse is geweest en zich op de hoogte heeft gesteld van de bestaande toestand van de bouwplaats, de ligging, de omgeving en de toegangswegen. De inschrijver wordt dientengevolge geacht zich volledig rekenschap te hebben gegeven van de omvang der aanneming en de moeilijkheidsgraad van de uit te voeren werken, m.b.t. :
de algemene coördinatie van de werken; de inrichting van de bouwplaats; de gemeentelijke voorschriften en nutsleidingen; de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen op de werf; de mogelijkheden tot de aanvoer en het stockeren van bouwmaterialen; het plaatsen van stellingen; de opstelling van aangepast materieel (graafmachines, kranen, …); de eventuele voorafgaande slopingswerken; de gebeurlijke aanbouw tegen en de bijhorende afwerkingen van scheidingsmuren of bestaande constructies, ...
00.05.12
algemeen - burgerlijke aansprakelijkheid
PM
nr 7 Algemeen
De aannemer is verantwoordelijk voor iedere schade die hij tijdens of door zijn werken zou toebrengen hetzij aan gebouwen, meubileringen, beplantingen, wegenis, enz., hetzij aan derden zowel aan hun persoon als aan hun goederen. Het betreft de volledige dekking van iedere schade, inzake de burgerlijke aansprakelijkheid tegenover derden, krachtens artikels 1382 en 1386 van het Burgerlijk Wetboek en de stoornissen van nabuurschap, gebaseerd op artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek. Inclusief gebeurlijke schade door trillingen, wegnemen of verzwakken van steunen, verlagen van de grondwaterstand, schade aan leidingen en kabels alsook de mogelijke impact op o.a. de elektriciteits-, telecommunicatie-, gas- en waterdistributie.
00.05.14
algemeen - keuringsattesten
PM
nr 8 Algemeen
TECHNISCHE GOEDKEURINGSATTESTEN Overeenkomstig de bepalingen van onderhavig bestek , wordt voor diverse materialen en/of systemen geëist dat zij beschikken over het BENOR merk, een doorlopende technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig (UEAtc, …), telkens wanneer dit gezien de aard van de werken noodzakelijk wordt geacht. Motivatie hiertoe zijn enerzijds de verhoogde kwaliteitsgaranties en anderzijds de controleerbaarheid op de werf. De architect en het opdracht gevend Bestuur zullen in elk afzonderlijk geval de overeenkomstigheid nagaan van het product of systeem met de tolerantiecriteria en specificaties van het bestek, en verifiëren de verenigbaarheid ervan met de aard van de toepassing. Meer info http://info.benoratg.org GELIJKWAARDIGHEID PRODUCTEN & UITVOERINGSWIJZE Overeenkomstig STS 100.2 - Leiddraad tot evaluatie van de gelijkwaardigheid van producten (experimentele uitgave), heeft de aannemer steeds het recht om als alternatieve oplossing voor de in het bijzonder bestek beschreven materialen, productspecificaties en/of uitvoeringsprocédés een gelijkwaardig product voor te stellen.
Dergelijke afwijking kan evenwel enkel toegestaan worden op grondslag van een voorafgaandelijk gelijkwaardigheidsonderzoek en keuring, overeenkomstig de clausules van STS 100.2. Desgevallend moet de tussenkomst en het advies van een erkend extern deskundige(-n) worden ingeroepen. Het voorstel dient een aangepast keuringsprogramma te omvatten moest dit nodig blijken. Dienaangaande zal steeds het BUtgb om advies gevraagd worden.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 10 / 80
Bij elk voorstel van een gelijkwaardige oplossing overeenkomstig STS 100.2 moet bij het voorstel bovendien aangegeven worden hoe het in het concept van het ontwerp en van de uitvoering kan geïntegreerd worden en met name hoe de aansluiting met de belendende bouwdelen en de integratie in het bouwproces verloopt, zo niet is het voorstel onontvankelijk. Deze integratie moet bovendien verenigbaar zijn met de tijdsplanning van het werk. Alle kosten verbonden aan het onderzoek blijven, onverminderd de eindbeslissing, volledig ten laste van de aannemer.
ORGANISATIES & INSTELLINGEN BIN
Belgisch Instituut voor Normalisatie - www.bin.be
BUtgb
Belgische Unie voor Technische Goedkeuringen in de Bouw (http://info.benoratg.org)
LIN/AOSO-ABS QC-AOSO
Departement Leefmilieu & Infrastructuur - Ondersteunende Studies & Opdrachten Q&C -http://qc.aoso.vlaanderen.be/nl/ig/aoso.html Administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten (lijsten STS, PVT, …)
BUCP
Belgian Union of Certification and attestation bodies for Construction Products www.bucp.be
BCCA
Belgian Construction Certification Association - www.bcca.be
MVI-DGV WTCB CEN
Ministerie voor Verkeer & Infrastructuur - Directie Goedkeuringen en Voorschriften Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf - www.wtcb.be European Commitee for Standardisation - www.cenorm.be
UEAtc
Union Européenne pour l’Agrement dans la Construction - www.ueatc.com
EOTA
European Organisation for Technical Approvals - www.eota.be (CE-markeringen)
00.05.15
algemeen - waarborgen
PM
nr 9 Algemeen
Overeenkomstig de algemene aannemingsvoorwaarden, zoals bepaald in artikel 84§2 van de bijlage aan het KB van 14/01/2013, is de aannemer, vanaf de voorlopige oplevering onverminderd zijn verplichtingen gedurende de waarborgtermijn, aansprakelijk voor de stevigheid van het werk, voor de goede uitvoering van de werkzaamheden en het behoud van de functies waarvoor het gebouw is bestemd, krachtens artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek. Overeenkomstig artikel 9 § 2 van het KB, kan van de algemene aannemingsvoorwaarden worden afgeweken en kunnen er, mits motivatie en specifieke vermelding in het bijzonder bestek, aanvullende waarborgen worden gevraagd. Onder vermeld wordt een beknopt overzicht gegeven van de standaard vereiste waarborgen (let wel : niet limitatief, het bestek zal dienaangaande uitsluitsel geven).
artikel 60.53 aanvoerleidingen & toebehoren - buizen / kunststof : de aannemer levert solidair met de leverancier een systeemwaarborg af van tien jaar, die elke mogelijke schade dekt, aan het geheel van de leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en sanitaire aftappunten, alsook de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw. artikel 65.43 leidingnet & toebehoren - buizen / kunststof : de aannemer levert solidair met de leverancier een systeemwaarborg af van tien jaar, die elke mogelijke schade dekt, aan het geheel der leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en sanitaire aftappunten, alsook de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw.
00.05.16 nr 10
KEURING
PM
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 11 / 80
Na de voltooiing van de werken legt de aannemer een proces verbaal voor van de controle van de elektrische installatie door een erkend keuringsorganisme. Uit dit proces verbaal moet blijken dat de elektrische installatie voldoet aan de regelgeving en geschikt is voor de aansluiting op het net van de stroom leverende maatschappij. Alle kosten die aan deze controle zijn verbonden, zijn ten laste van de aannemer, de leidende ambtenaar wordt voor deze keuring uitgenodigd. 1. Voorafgaande werken
01.01.
INRICHTEN VAN DE BOUWPLAATS
PM
nr 11 Een afsluiting zal ten allen tijde de toegang tot de werf of delen van het gebouw waaraan gewerkt wordt en de openbare veiligheid in het gedrang kan worden gesteld beletten aan personen welke niet bij het werk betrokken zijn. De toegang tot het gebouw zal evenwel te allen tijde mogelijk blijven. Maatregelen zullen worden getroffen om vallende stukken of materiaal op te vangen, zowel op de openbare weg als binnen de werf. De aannemer zorgt ervoor dat het gebouw te allen tijde beschermd is tegen wind, water en kou. Hij voorziet tijdens de duur der werken de nodige afsluitingen. Materiaal en opbouw ter goedkeuring voor te leggen. De afsluitingen zullen op de beste wijze worden geplaatst, zonder inmenging van het Bestuur. Deze werken worden als geheel in de bevoegdheid en vakkennis vallend van de aannemer, welke beschouwd wordt als werkende volgens eigen opvatting en verantwoordelijkheid en overeenkomstig de bepalingen van titel III van hoofdstuk II van het ARAB (ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ARBEIDSBESCHERMING) EN DE CODEX WELZIJN OP HET WERK (ALGEMEEN REGELEMENT OP DE ARBEIDSBESCHERMING) EN DE CODEX WELZIJN OP HET WERK. . en met inachtneming der plaatselijke bouwreglementen en politieverordeningen van kracht geworden d.d. 31.05.1986 en van toepassing op deze aanneming. De schuttingen zullen zuiver zijn, eenvormig van opbouw en kleuren en zullen op generlei wijze het stadsbeeld schaden. Tevens worden ze geacht te zijn behandeld met antigraffiti product en voldoende stevig om te weerstaan aan rukwinden. Besmeuring, aangebracht door eigen werklieden of derden zullen op verzoek van het bestuur worden verwijderd door de zorgen en voor rekening van de aannemer en dit telkenmale het nodig wordt geacht. Alle taksen, retributies en andere kosten voor het inrichten van de bouwplaats zijn inbegrepen in de respectievelijke posten en kunnen niet afzonderlijk aangerekend worden aan de het bestuur.. Voor signalisatie, het verkrijgen van parkeermogelijkheid voor dienstwagens en zo meer, zal de aannemer zelf instaan en zich hiervoor in verbinding stellen met de stedelijke politie, afdeling verkeer. Meetcode
Kosten te verdelen over het geheel van de posten waarop ze betrekking hebben en dit in evenredigheid met de belangrijkheid van de verschillende posten
01.01.50
Bouwwerf
01.01.51
Bouwwerf – inrichting
GP
nr 12 Algemeen
Het inrichten van de bouwwerf, ook in verband met de veiligheid, geschiedt overeenkomstig de voorschriften van art. 30 "Algemene maatregelen" van het typebestek VL 100. De aannemer zal met de leidende ambtenaar de hem nodige werf, opslagplaatsen en loodsen bespreken en ter plaatse afpalen. Hij zal er steeds voor zorgen dat zijn werklieden tijdens de uitvoering van de werken op de werf blijven en dat alle aanvoer en opstapelen van materialen daarop zal geschieden. Hij zal gedurende de werken alle toegang tot de werf op goed zichtbare wijze ontzeggen aan vreemden. De aannemer moet zijn werklieden lokalen ter beschikking stellen waar ze kunnen schuilen, hun kleren opbergen, zich verzorgen en schaften.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 12 / 80
De lokalen moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming. Het staat de aannemer vrij vaste werfketen en/of standplaats met mobiele werf keet op te richten op een vooraf door het bestuur goedgekeurde plaats. Indien de keet zal geplaatst worden op de openbare weg zal de aannemer zelf instaan en zich hiervoor in orde stellen. De nodige aandacht zal besteed worden aan het dragen van gepaste werk- en beschermkledij. Keet voor cement: Het cement zal gestapeld worden in een afzonderlijke, daarvoor bestemde keet, welke zal onderverdeeld worden in afzonderlijke delen voor het bergen van de verschillende soorten cement. Behoorlijk afgesloten privaten voor de werklieden en een afzonderlijk privaat voor de afgevaardigden van het bestuur moeten opgericht worden op een vooraf door het bestuur goedgekeurde plaats. De privaten en lavabo’s in het bestaande gebouw mogen gebruikt worden. In het bestaand gebouw zal een plaats ter beschikking gesteld worden waar een lokaal kan worden opgericht dat kan fungeren als vergaderzaal. Meetcode
Globale prijs Inclusief plaatsing, verwijdering, en alle toebehoren. De verlenging van de uitvoeringstermijn geeft geen aanleiding om deze prijs te herrekenen
01.01.70
Bouwplaats en omgeving
01.01.71
Plaatselijke toestand van de bouwplaats
PM
nr 13 Algemeen
Toestand en bereikbaarheid van het bouwterrein: Door het feit dat hij zijn aanbod indient, erkent de aannemer dat hij ter plaatse geweest is en volledig op de hoogte is van de volledige omvang der werken of levering, van de ligging, van de staat en de omgeving van het bouwterrein, van de mogelijkheid tot aanvoer van de bouwstoffen, van het nodige water voor al de noodwendigheden van de aanneming enz. De aannemer zal gebeurlijk hieromtrent overleg plegen met het werkbestuur. De toestand van de bouwplaatsen dient dus door de aannemer te worden aangenomen zoals hij zich voordoet en deze toestand mag voor hem geen aanleiding vormen tot latere gebeurlijke klachten of vergoedingen. Hij moet de nodige maatregelen voorzien en treffen voor het tijdig aanvoeren van de materialen op het werk, in welke staat ook de verkeerswegen zich bevinden en om het even welke wijze van vervoer dient aangewend. Bestaande leidingen: De aannemer dient alle in stand te houden rioleringen, welke zich binnen de grenzen van de bouwwerf zouden bevinden, op zulke wijze om te leiden, dat zij ongehinderd in bedrijf kunnen blijven. De aannemer zal zich met de bevoegde diensten in verbinding stellen wat betreft het wegnemen of verplaatsen van leidingen, kabels, datakabels, telefoon, radio en T.V.-distributie, spandraden, verlichtingstoestellen enz. op de openbare weg. In elk der gevallen dient vooraf de leidende ambtenaar te worden geraadpleegd. De aannemer verstaat zich met de gebuureigenaars en regelt alle betwistingen, geschillen, schade of andere vorderingen van dezen. De eventuele kosten betreffende voormelde werken zijn ten laste van de aannemer. Pro memorie: Daar de aannemer geacht wordt zich volkomen rekenschap te geven van de plaatselijke toestand van de bouwplaats, kan hij bij eventuele moeilijkheden in dit verband generlei redenen inroepen om vertraging te rechtvaardigen of om een prijsverhoging of een vergoeding te bedingen. Meetcode
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 13 / 80
Kosten te verdelen over het geheel van de posten waarop ze betrekking hebben en dit in evenredigheid met de belangrijkheid van de verschillende posten.
01.01.72
Bestaande wegverharding
PM
nr 14 Algemeen
De bestrating en wegverharding zowel op de openbare weg als op de bouwplaats zelf worden in goede staat onderhouden. Op deze wegen mogen geen materialen of afval gelegd worden en het verkeer mag niet belemmerd worden. Indien de aannemer met zwaar verkeer op de werf wenst te komen, dient hij de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om de wegverharding niet (nog meer)te beschadigen. Het eventueel tijdelijk uitbreken van wegverharding e.d. gebeurt door de aannemer. Na het beëindigen der werken herstelt de aannemer de private en openbare wegen in hun oorspronkelijke toestand. Alle herstellingen gebeuren door de aannemer en op zijn kosten. De aannemer dient zich te gedragen in overeenstemming met de geldende politieverordeningen. Meetcode
Kosten te verdelen over het geheel van de posten waarop ze betrekking hebben en dit in evenredigheid met de belangrijkheid van de verschillende posten
01.01.80
Bouwwerfopruiming
01.01.81
Vervoer van puin en gruis
PM
nr 15 Algemeen
Tijdens de uitvoering van de werken zal de aannemer er voor zorg dragen dat alle puin en vuilnis regelmatig van de werken verwijderd worden, zowel wat van zijn werken voorkomt, als wat dat van zijn eventuele onderaannemers afkomstig is. Hij zal er ook over waken dat de aannemers van elektriciteit, centrale verwarming, enz. de werf rein houden. Bij het beëindigen van de werken zal hij er voor verantwoordelijk zijn dat alle afvalmaterialen, vuilnis enz. van het werk verwijderd worden. Dit geldt ook voor de gronden, buiten de gebouwen, op de werf gelegen. Deze gronden dienen volledig te worden gezuiverd van alle puin, mortel- en betonresten, afval, enz. Na het beëindigen der werkzaamheden zal het gebouw volledig gekuist worden. Dit gebeurt voor de oplevering. Indien de aannemer verzuimt dit te doen, zullen deze werken door derden uitgevoerd worden. De kosten hiervoor zullen van zijn rekening afgetrokken worden. Het reinigen van het gebouw omvat een volledige kuisbeurt met inbegrip van aangepaste reiniging van de vloeren en de ramen. Verder dienen : -al de aan de aannemer ter beschikking gestelde lokalen degelijk gekuist; -al het puin en gruis ontruimd; -de bestrating, de toegangswegen, e.d. in hun oorspronkelijke staat hersteld; -het terrein rond het gebouw en op de werf degelijk gekuist. Meetcode
Kosten te verdelen over het geheel van de posten waarop ze betrekking hebben en dit in evenredigheid met de belangrijkheid van de verschillende posten
01.02.
BOUWRIJP MAKEN VAN HET TERREIN
01.02.30
Bescherming van bestaand wegenis en terreinen
De bestaande beplanting, infrastructuur en terrein bodemverdichting is waardevol. De aannemer heeft voorafgaand aan het opmaken van de offerte de kans gekregen het terrein te bezoeken zodat hij correct kan inschatten welke machines en materiaal hij gebruikt, en dit in overleg met de opdrachtgever. Het gebruik van
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 14 / 80
aangepaste machines, transportmiddelen en materiaal kan geen aanleiding geven tot meerkosten op de inschrijvingsprijzen. Indien rijplaten moeten gebruikt worden kan dit verrekend worden zoals opgenomen in de meetstaat. Werken in wortelzones van bestaande hoogstammige bomen:
Wortelzone wordt omschreven als de zone rond bestaande bomen (minimaal kroonprojectie+ 2m). Volgende maatregelen dienen te worden genomen wanneer bij grondwerken wortels (zowel fijne wortelpakketten als dikke gestelwortels) worden blootgelegd: sleuven in de wortelzone worden zoveel mogelijk recht uitgegraven. Indien nodig wordt gebruik gemaakt van een beschoeiing; wortels dikker dan enkele centimeters worden altijd gesnoeid met handgereedschap en dwarsop de wortel. Dikkere wortels worden bij voorkeur afgezaagd tot op een vertakking, net als bij taksnoei. De beste manier om afgravingen te doen binnen de zone met gestelwortels is door eerst handmatig een sleuf te graven. Daarbij worden alle wortels tot op de gewenste diepte met handgereedschap afgezaagd. De verdere afgraving weg van de boomzijde kan dan gebeuren met zwaar materieel zonder extra wortelschade voor de boom. Gestelwortels mogen nooit afgestoken worden met de kraanbak; in ieder geval wordt de bestaande maaiveldhoogte in de wortelzone zo veel mogelijk gehandhaafd. Dit betekent dat er geen afgravingen of ophogingen mogen worden uitgevoerd, tenzij uitdrukkelijk vermeld. Ook tijdelijke stockage van gronden, materialen en parkeren van voertuigen is ten allen tijde verboden; indien bij een afgraving toch wortels worden blootgelegd worden deze zo snel mogelijk en ten laatste op het eind van de werkdag afgedekt met minimaal 15 cm humusrijke grond. De kosten voor het aanvoeren van deze grond is een aannemingslast. Dit geldt ook tijdens vorstperiodes; in samenspraak met de aanbestedende overheid kunnen alternatieve gelijkwaardige beschermingsmaatregelen tegen verdroging worden toegepast (wijziging uitvoertermijn,begieten, afdekken met water- en luchtdoorlatend materialen zoals jute, geotextiel e.d.). Werken in kruinen en naast stammen van bestaande hoogstammige bomen: De stammen van bomen mogen niet worden beschadigd. Indien dicht bij de stam moet worden gewerkt, moet in samenspraak met opdrachtgever passende en afdoende bescherming worden aangebracht (planken rondom, hekwerk, …) De bestaande kruinen (alle takken) van bomen mogen niet worden beschadigd. De opdrachtnemer voorziet aangepast materiaal zodat werktuigen geen takken raken, breken of uitscheuren. Het zelf bijsnoeien van takken is ten allen tijde verboden. In samenspraak met de opdrachtgever wordt bepaald of snoei noodzakelijk is en wanneer die wordt uitgevoerd. De opdrachtgever zorgt zelf voor snoei door deskundige boomverzorgers.De aannemer moet alle maatregelen treffen die nodig zijn om de bestaande wegen en onverharde met machines te betreden zones te beschermen. Hij plaats de nodige rijplaten en eventueel matten om het terrein zo veel mogelijk te vrijwaren van beschadigingen. Alle beschadigingen die toch zouden worden veroorzaakt dienen hersteld te worden. De plaats waar rijplaten moeten worden gelegd wordt voorafgaandelijk besproken met leidende ambtenaar.
01.02.31
Bescherming van de bomen planten en heesters VH st
nr 16 Uitvoering
De aannemer zal de door de leidinggevende ambtenaar aangeduide bomen op gepaste wijze beschermen. Afhankelijk van de plaats en de te beschermen boom of heester kan deze bescherming volgende werken bevatten. Bescherming van de wortels door middel van kunststof matten en rijplaten. De wortelzone is de projectie van de kroon +2m Bescherming van de wortels en stam door het plaatsen van een beschutting om een te vrijwaren zone te garanderen Plaatsen van reflecterende banden Het beschermen van de stam tegen aanrijdingen met matten Het begieten van de te beschermen bomen of heesters Meetcode
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 15 / 80
Netto aantal bomen of heesters ongeacht de te nemen maatregelen
01.02.32
Leveren en plaatsen van rijplaten VH m
nr 17 Uitvoering
De aannemer zal de door de leidinggevende ambtenaar aangeduide wegenis beschermen met stalen of harde kunststof rijplaten met een minimum breedte van 1m breedte en 10mm dikte. De platen zijn ten minste even lang als de voertuigen die er over moeten rijden. Het materiaal en dikte van de rijplaten is afgestemd op het gewicht van de voertuigen die er over rijden. In de prijs is inbegrepen het leggen van de platen en het achteraf wegnemen van de platen. Meetcode
Netto aantal m te leggen rijplaat zonder rekening te houden met de overlapping van de platen
01.02.33
Leveren en plaatsen van neopreenmatten VH m
nr 18 Uitvoering
De aannemer zal de door de leidinggevende ambtenaar aangeduide plaatsen de rijplaten leggen op schuimrubberen matten. De matten hebben een minimum dikte van 20mm en een minimum breedte van 1m De matten worden zo geplaatst dat alle contact tussen het maaiveld en de rijplaten vermeden wordt. Meetcode
Netto aantal m te leggen matten zonder rekening te houden met de overlapping van de platen
01.03.10
WERKEN IN REGIE
Algemeen
De lager genoemde werken worden uitgevoerd in regie of door het ter beschikking stellen van personeel door de aannemer. De aannemer zal de leiding houden over zijn personeel en hen begeleiden bij de uitvoering van de werken. De wijze van werken en de volgorde waarop deze dienen uitgevoerd, zullen gebeuren in overleg tussen de aannemer en de leidende ambtenaar. In dit verband is het de aannemer toegelaten voorstellen in te dienen welke een verbetering in vorm en uitvoering zou vertegenwoordigen. De werken dienen uitgevoerd volgens de regels van het vak door bekwame vaklui, met de aard en de omvang van het werk bekend. Het ter beschikking stellen van het personeel zal geschieden op bevel van het bestuur met dien verstande dat de aangevraagde werklieden ter beschikking van het bestuur worden gesteld binnen de 24 uren na de aanvraag, zelfs na telefonische opdracht. Het bestuur mag indien noodzakelijk voor elk vak het maximum aantal werklieden vragen vereist voor de normale voortzetting van het werk maar is niet verplicht dit maximum ineens tewerk te stellen. Eenmaal tewerkgesteld mag de aannemer de arbeider niet vervangen of terugtrekken, tenzij na toelating of op bevel van het werkbestuur. Wanneer door het werkbestuur een arbeider of arbeidersgroep wordt teruggezonden, zal de aannemer hiervan 24 uren op voorhand verwittigd worden. De tewerkstelling geschiedt voor minimum één volledige werkdag. Ingeval één of meer van de tewerkgestelde werklieden door ziekte of betaald verlof of om welke reden afwezig is, moet de aannemer onmiddellijk de nodige bewijsstukken tot staving van de reden van afwezigheid voorleggen en onmiddellijk voor een plaatsvervanger zorgen. Alleen de prestaties op het werk of in de werkhuizen komen in aanmerking voor vergoeding.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 16 / 80
Alle sociale lasten, verzekeringen, enz. . . (verrichtingen en betalingen van RMZ), zijn ten laste van de aannemer en dienen door hem rechtstreeks geregeld. Indien wordt verondersteld dat de ter beschikking gestelde werklieden niet over voldoende stielkennis beschikken of blijken geven van werkonwilligheid, zullen zij onmiddellijk zonder vooropzeg weggezonden worden, zonder dat de mogelijke dag prestatie aanleiding geeft tot vergoeding. De ter vervanging gezonden werklieden zullen slechts vergoed worden vanaf het uur dat zij op de werf aankomen. Algemeenheden voor de werken in regie: Al de uit te voeren werken zullen qua volgorde en wijze van uitvoering door het bestuur met de aannemer besproken worden. De aannemer zal verder zijn werklieden in de uitvoering begeleiden. Tijdens de werken zal de aannemer alle nodige veiligheidsmaatregelen treffen om ongevallen te voorkomen, zowel voor zijn werklieden als voor het personeel in het gebouw werkzaam. Alle schade van gelijk welke aard, toegebracht aan het gebouw of zijn inboedel en veroorzaakt door of tijdens de uitvoering der werken, zal onmiddellijk door de zorgen van de aannemer op zijn kosten hersteld of vergoed worden. Het is de aannemer en zijn personeel ten strengste verboden zich in lokalen te bevinden waar geen werken dienen uitgevoerd. Materialen:
In principe worden alle benodigde materialen geleverd door de aannemer. Deze materialen worden ter plaatse verwerkt en zijn volgens de technische beschrijving en richtlijnen opgegeven door het werkbestuur. Voor de afrekening van deze materialen wordt een som opgenomen. De afrekening zal gebeuren op voorlegging van de aankoopfacturen van de aannemer. De opname zal steeds gebeuren in overleg met het bestuur. De aannemer zal steeds vooraf de aard en hoedanigheid van de nieuw aan te kopen materialen bespreken met de leidende ambtenaar. Indien nodig kan het bestuur een technische fiche vragen van de voorgestelde producten. Het is de aannemer toegelaten voorstellen in te dienen welke verbetering in vorm en uitvoering zou vertegenwoordigen.
01.03.11a
werken in regie – loodgieters VH uur
nr 19 Meetcode
Meetcode: prijs per werkman per uur, inbegrepen het meebrengen van het nodige gereedschap, . het voorzien van de eventueel nodige ladders, schragen, stellingen en/of toestellen. In de eenheidsprijs van de werkuren worden de onkosten van het gebruik van de gereedschappen, de slijtage, de verplaatsingskosten en afschrijvingen verrekend. Enkel gepresteerde uren op de werf komen in aanmerking.
01.03.11B
werken in regie – Ruwbouw VH uur
nr 20 Meetcode
Meetcode: prijs per werkman per uur, inbegrepen het meebrengen van het nodige gereedschap, . het voorzien van de eventueel nodige ladders, schragen, stellingen en/of toestellen. In de eenheidsprijs van de werkuren worden de onkosten van het gebruik van de gereedschappen, de slijtage, de verplaatsingskosten en afschrijvingen verrekend. Enkel gepresteerde uren op de werf komen in aanmerking.
01.03.11d nr 21 Toepassing
werken in regie - materialen
VS
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 17 / 80
Voor aankoop van materialen op vraag van het bestuur mits voorlegging van de aankoopfacturen. Onder ander voor aankoop van plantengoed voor het herstellen van beschadigde beplanting. Het planten zelf zal in eigen beheer worden uitgevoerd. Meetcode
materialen: Voorbehouden Som de netto aankoopsommen van voorgelegde facturen te verhogen met 10% voor onkosten en winsten van het bedrijf
01.04.
SLOPEN
Afbraakmaterialen
Al de op- en afbraakmaterialen worden eigendom van de aannemer en hij dient daarvoor zelf een verwerker of stortplaats te zoeken, behalve voor die materialen die het bestuur zelf wenst te behouden: - sloop en afbraakmaterialen van bouwwerken en constructies; - gronden voortkomende van het geschikt maken van de grond; - overtollige gronden voortkomende van de afgraving en de uitgraving, zowel van bouwwerken als wegenis, voor zover op de werf niet te herbruiken; - beschadigde en/of vernielde materialen; - afbraakmaterialen voortkomende van cementbetonverhardingen, betonstraatstenen, steenslag,; - …
Deze lijst is niet limitatief en omvat alle vrijgekomen materialen welke niet voorzien zijn om te herbruiken binnen deze aanneming met uitzondering van de materialen welke hergebruikt worden, t.t.z. de bouwelementen met een historische waarde, materiaalhergebruik zoals stenen, verhardingen van opritten welke kunnen herbruikt worden,…. Alle kosten (afbraak, uitgraven, laden, vervoeren, stortkosten, certificaten e.a.) zijn voor rekening van de aannemer. Tevens zal de aannemer de nodige stukken voorbrengen waaruit blijkt dat de afvalstoffen werkelijk naar deze verwerkers werden afgevoerd (weeg bons met vermelding van datum, plaats en uur van weging, gewicht van het afval, aard van het afval en nummerplaat van de vrachtwagen). Administratieve verplichtingen transport
De aannemer mag zonder geregistreerd te zijn als vervoerder van afvalstoffen, zijn afvalstoffen van de eigen werven, zelf naar een vergunde inrichting afvoeren (enkel voor afvalstoffen die vrij komen van de eigen activiteiten) De aannemer kan beroep doen op een geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of- makelaar voor het vervoer van de afvalstoffen of op een geregistreerde vervoerder. In dat laatste geval moet de aannemer zelf optreden als opdrachtgever van het transport en is hij verantwoordelijk voor het naleven van de voorwaarden voor het vervoer van afvalstoffen. Voor het inzamelen en vervoeren van gevaarlijk afval moet de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of- makelaar geregistreerd zijn bij OVAM voor deze gevaarlijke afvalstoffen. De aannemer staat in voor het opmaken van de vrachtbrieven (identificatieformulier afvalstoffen, aflevering bon, …) en het afleveren van de vrachtbrieven aan de aanbestedende overheid (uitgezonderd de regeling via een geregistreerd inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of-makelaar), en het aanvragen van de grondstoffenverklaringen en gebruikscertificaten
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 18 / 80
Enkel kleine hoeveelheden afvalstoffen mogen door de aannemer naar zijn centrale werkplaats worden gebracht, tenzij de aannemer vergund is voor deze activiteit
Het transport van afvalstoffen gaat vergezeld van een identificatieformulier voor (niet-) gevaarlijke afvalstoffen, samen met een verklaring van selectieve sloop/ontmanteling in het geval van puin (een kopie hiervan vergezelt elk transport). De aannemer mag deze documenten combineren tot één document mits het de gegevens van identificatieformulier en verklaring bevat. De aannemer legt het formulier voor het transport van puin voor aan de projectleider (de architect of de deskundige maakt de ‘verklaring van selectieve sloop/ontmanteling op) ter ondertekening. Een kopie van de grondstofverklaring of het certificaat (eenheidsregelement, compost) moet aanwezig zijn tijdens het vervoer van de materialen (volgens het Vlarema). De af- en aangevoerde afvalstoffen worden bijgehouden in een afvalstoffenregister, aangevoerde grondstoffen in een grondstoffenregister Alle bewijsstukken van transport en legale verwerking van de materialen en afvalfracties (afgiftebonnen, facturen, …) worden minstens maandelijks en, vóór de oplevering van de werken aan de opdrachtgever overhandigd. Voor het transport van gevaarlijk afval moeten aannemers met meer dan 10 werknemers een verzekeringscontract voor het vervoer van gevaarlijk afval hebben of moeten het vervoer uitvoeren in opdracht van een opdrachtgever met een verzekeringscontract, wanneer de aannemer gevaarlijk afvalstoffen van hun eigen werf afvoeren.
01.04.20.
selectief slopen en uitsorteren
Algemeen
Men moet bij voorkeur selectief slopen. Er is nog geen juridische definitie van het begrip "selectief slopen" maar men kan het wel als volgt omschrijven: Selectief slopen = het afzonderlijk demonteren en eventueel het verder uitsorteren op de werf zelf van afvalstromen welke gerecupereerd kunnen worden of welke schadelijk kunnen zijn voor mens en/of milieu.
De doelstelling van selectief slopen is tweeledig: - het hergebruik van de verschillende soorten materialen bevorderen; - milieuverontreiniging bij het slopen beperken door schadelijke afvalstoffen afzonderlijk af te voeren zodat deze schadelijke afvalstoffen andere, recupereerbare, afvalstoffen niet verontreinigen en in geschikte installaties verwerkt worden. Het belang van preventieve maatregelen, selectief slopen door: - het stortverbod voor onder meer ongesorteerde bedrijfsafvalstoffen opgelegd in het VLAREMA, - de terugnameplicht van verpakkingsafval opgelegd via het decreet van 21 januari 1997 tot goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de drie gewesten betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval, - de kostprijs voor het verwerken of verwijderen van niet-gesorteerde afvalstoffen. Materialen en afvalstoffen
De aannemer houd bij zijn inschrijver rekening met het hergebruik als grondstof, dat kan bepaald worden op basis van criteria volgens, een milieu hygiënische beoordeling, het keuringsattest, het eenheidsreglement of de grondstoffenverklaring, (en de einde-afval-verordening). Dit geldt specifiek voor de materialen die opgenomen zijn in de Vlarema lijst van bijlage 2.2, voor
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 19 / 80
alle andere materialen kan een grondstoffenverklaring aangevraagd worden De op de werf vrijkomende afvalstoffen moeten afgevoerd worden naar een daartoe vergunde inrichting. Bij de keuze van een geschikte verwerker dient men rekening te houden met de verwerkingshiërarchie voor afvalstoffen (bij voorkeur producthergebruik, vervolgens materiaalhergebruik, verbranden en tot slot storten). Belangrijk is dat het bouw puin zo zuiver mogelijk houdt. Dit betekent dat van in het begin, al voor de eventuele toewijzing van de werken, moet uitgaan van de principes van het selectief slopen. - bij de keuze van de geschikte verwerker dient rekening gehouden met de verwerkingshiërarchie voor afvalstoffen (bij voorkeur producthergebruik, vervolgens materiaalhergebruik, verbranding en storten) Het bouw puin kan, al dan niet via een voorafgaande uitsortering in een sorteerbedrijf, afgevoerd worden naar een vaste breekinrichting waar het puin wordt verwerkt tot gerecycleerde granulaten. Het puin kan verwerkt worden via een mobiele breekinstallatie/puinbreker. Bij tijdelijke breekactiviteiten op bouwwerven wordt het puin overgedragen naar de exploitant van de mobiele breekinstallatie. Verontreinigde stromen bouw puin kunnen bij daarvoor vergunde inrichtingen gereinigd worden. - inert afval (freesasfalt, betonpuin, natuursteenpuin, of mengsel van deze) kan afgevoerd worden naar een vergunde puinbreker - voor gemengd containerafval kan een vergunde sorteerinstallatie gecontacteerd worden. - Alle in Vlaanderen vergunde afvalstoffen verwerkende inrichtingen zijn raadpleegbaar op de OVAM-website. De vergunde puinbrekers zijn raadpleegbaar op de website van de vereniging voor mobiele brekers. Er wordt minstens uit gesorteerd op volgende fracties: - de steenfractie, waarbij ernaar gestreefd wordt om de verontreiniging minimaal te houden met een richtwaarde van maximaal 0,5 % of 1 % (naargelang beton- of metselwerkpuin) nietsteenachtig materiaal en maximaal 0,5 % organisch materiaal. - de restfractie af te voeren naar een vergunde recyclage-inrichtingen voor verdere sortering. (Vlarema lijst selectieve inzameling.) Metaal en houtafval mogen eventueel ook later uit gesorteerd worden, alle andere afvalstoffen moeten in principe zowel afzonderlijk worden ingezameld als worden opgehaald. Opslag en verwerking van gevaarlijke afvalstoffen Gevaarlijk afval wordt steeds op de werf gesorteerd Gevaarlijke afvalstoffen moeten volgens het materialendecreet steeds afzonderlijk van andere niet-gevaarlijke afvalstoffen en van elkaar ingezameld worden. Verpakkingsafval dat vrijkomt bij bouwwerken Er geldt een terugnameplicht voor éénmalige verpakkingen zoals kunststoffolies. De verpakkingsverantwoordelijke dient te voldoen aan deze terugnameplicht. Uitvoering
De wijze van selectief slopen wordt bepaald in samenspraak met de aannemer aan de hand van volgende parameters: - de wettelijke verplichtingen; nl. het invoeren van een ‘modelbestek voor sloopwerken’ voor de overheid; afvalbeheersingshiërarchie (materialendecreet, VLAREMA) met name preventie, hergebruik en recyclage; milieuhygiëne - de beschikbare ruimte
P04700
01.04.23.
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 20 / 80
selectief slopen en uitsorteren op de werf van bouw- en sloopafval GP
nr 22 Algemeen
selectieve sloop en sorteren van bouw- en sloopafval er wordt minstens uit gesorteerd op volgende fracties: - de steenfractie, waarbij ernaar gestreefd wordt om de verontreiniging minimaal te houden met een richtwaarde van maximaal 0,5 % of 1 % (naargelang beton- of metselwerkpuin) niet-steenachtig materiaal en maximaal 0,5 % organisch materiaal. - de restfractie af te voeren naar een vergunde recyclage-inrichtingen voor verdere sortering. Uitsorteren kan in volgende fracties (niet limitatieve opsomming): - de inerte steenachtige fractie (metselwerkpuin, betonpuin, dakpannen) - asbestcementplaten (afvoeren naar een vergunde categorie III-stortplaats); - de verschillende soorten gevaarlijk afval; - hergebruikbare kunststoffen; - houtafval; - metalen; - papier en karton; - asfaltpuin; - grond (het bodemsaneringsdecreet is hier van toepassing); - zeefzand (idem); - bitumineus dak afval; - rotswol; - polystyreenschuim; - vlakglas; - niet te herbruiken inert bouw- en sloopafval (afvoeren naar een vergunde categorie III-stortplaats); - de restfractie; … De aannemer staat in voor de nodige voorzieningen en ruimte op de werf om deze gescheiden inzameling te kunnen realiseren. De aannemer is verantwoordelijkheid voor de gescheiden inzameling van bouwafval. De aannemer staat in voor een regelmatige afvoer van de fracties naar vergunde sorteer- en recyclagecentra of eventueel stortplaatsen. De verzameling gebeurt in geschikte containers en/of andere voorzieningen. Op deze containers en voorzieningen moet door middel van stickers, belettering of andere kentekens duidelijk zichtbaar en blijvend aangegeven zijn waar welk afval thuishoort. De deelfracties die voortkomen uit de selectieve sloop, dienen op een legale wijze verwerkt te worden. Nuttige toepassing door recyclage via een vergunde sorteer- en/of breekinrichting geniet steeds de voorkeur op verwijdering (storten of verbranden). De sloopwerken moeten gepland en gefaseerd worden uitgevoerd. Vooraleer de werken aanvangen, zal de aannemer de planning ervan ter goedkeuring voorleggen. Het Bestuur houdt zich het recht voor hieraan correcties aan te brengen waarmede de aannemer moet rekening houden. Uitvoering
Het gebouw wordt verwijderd inclusief de fundering. De bouwputten kunnen aangevuld worden met grondoverschotten van de gemaakte sleuven of van grond gestockeerd op perk L Na uitvoering wordt het geheel ingezaaid volgens post 17.03.11 Toepassing
Slopen van gascabine / Onthaalpavilioen vloer voor het maken van de put / watermeterput Meetcode
Globale prijs
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 21 / 80
01.05.03 KEURING Na de voltooiing van de werken legt de aannemer een proces verbaal voor van de controle van de elektrische installatie door een erkend keuringsorganisme. Uit dit proces verbaal moet blijken dat de elektrische installatie voldoet aan de regelgeving en geschikt is voor de aansluiting op het net van de stroomleverende maatschappij. Tevens moet contact opgenomen worden met de distributienetbeheerder, voor het bekomen van een verklaring waarin hij aangeeft dat de aangepaste hoogspanningscabine voldoet aan de eisen gesteld in bijlage 7 van de C2-112. Alle kosten die aan deze controle zijn verbonden, zijn ten laste van de aannemer, de leidende ambtenaar wordt voor deze keuring uitgenodigd. 01.05.04 OPLEIDING De aannemer moet alle personen aangeduid door het bestuur op de hoogte te brengen van de volledige werking en bediening van de installaties en systemen en deze opleiding moet beëindigd zijn voor de voorlopige oplevering. De data voor deze opleiding(en) worden door de leidende ambtenaar bepaald in overleg met de eindgebruikers en / of het onderhoudspersoneel.
01.08.
VERWIJDEREN VAN AAN- EN AFVOERLEIDINGEN
Algemeen
De aannemer vult de checklist bedrijfsafval in. Zie ook bijlage xx file://\\SFS1\PO\07_00_Sjablonen\Ontwerpers\CHECKLIST_bedrijfsafval_IMJV.dot Omschrijving
Wegbreken van isolatie rond leidingen van allerlei maten en materialen, met inbegrip van alle bijhorende isolatiedelen en bevestigingsmiddelen. Inbegrepen : - het herstellen van beschadigingen aan te behouden constructiedelen; - het vervoer en storten van het puin buiten het stadseigendom.
01.08.20
Wegbreken van kranen en kleppen
Algemeen
De aannemer vult de checklist bedrijfsafval in. Zie ook bijlage 1 file://\\SFS1\PO\07_00_Sjablonen\Ontwerpers\CHECKLIST_bedrijfsafval_IMJV.dot Omschrijving
Wegbreken van kranen en kleppen van allerlei maten, modellen en in allerlei materialen, met inbegrip van alle bijhorende koppel- en verbindingsstukken, ongeacht de ophanghoogte. Inbegrepen : - het aanbrengen van dichtingsstoppen bij te behouden leidingen; - het verwijderen en storten van het puin buiten het stadseigendom.
01.08.21
Wegbreken van kraan of klep FH st
nr 23 Omschrijving
Wegbreken van kraan gemonteerd op betonnen paaltjes op de velden. Aard : afsluitkraan voor water. Uitvoering
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 22 / 80
De leidingen worden voorafgaandelijk gedemonteerd tot aan de asbest cement ondergrondse distributieleiding. De paal inclusief fundering en de aangebrachte verhardingen errond worden verwijderd, inclusief de funderingen en onderfunderingen. De bouwputten kunnen aangevuld worden met grondoverschotten van de gemaakte sleuven of van grond gestockeerd op perk L Na uitvoering wordt het geheel ingezaaid volgens post 17.03.11 Toepassing
Verwijderen van bestaande water voorzieningen op de velden Meetcode
netto weg te breken hoeveelheid zonder rekening te houden met de diameter
01.08.30
Wegbreken van leidingen
Algemeen
De aannemer vult de checklist bedrijfsafval in. Zie ook bijlage 1 file://\\SFS1\PO\07_00_Sjablonen\Ontwerpers\CHECKLIST_bedrijfsafval_IMJV.dot Omschrijving
Wegbreken van leidingen van allerlei maten en in allerlei materialen met inbegrip van alle bijhorende koppel-, verbindings- en bevestigingsstukken, ongeacht het aanwezig zijn van andere leidingen of constructiedelen. Inbegrepen : - het voorzichtig afkoppelen van de aangesloten toestellen; - het beveiligen van de te behouden delen en hun ophanging; - het aanbrengen van dichtingsstoppen bij te behouden leidingen; - het herstellen van beschadigingen aan te behouden constructie-delen; - het vervoer en storten van het puin buiten het stadseigendom.
01.08.37
Verwijderen van leidingen uit asbestcement VH m
nr 24 Omschrijving
Verwijderen van een leiding uit asbestcement. De ligging van de weg te breken leiding is bepaald in de post. Diameters: allerlei. Uitvoering
Op het verwijderen van elementen uit asbestcement zijn de bepalingen van art. 148 decis 2.5.9.5 van het ARAB (ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ARBEIDSBESCHERMING) EN DE CODEX WELZIJN OP HET WERK van toepassing. Hierbij zal men volgende richtlijnen naleven: - in het algemeen stofvorming voorkomen; - eventueel stof eveneens verwijderen door op te zuigen; - materialen bevochtigen. Toevoeging van een fixatieproduct in het water waarmede de materialen bevochtigd worden, kan in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn; - geschikte werktuigen gebruiken; - materialen één voor één verwijderen; - breken van de materialen vermijden; - indien verzagen nodig is, uitsluitend handwerktuigen en mechanische werktuigen met lage snelheden gebruiken; - de materialen niet gooien; - het afval dagelijks verzamelen en afzonderlijk opslaan; - tijdens het transport naar de stortplaats, de materialen bevochtigen of af te dekken.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 23 / 80
Het vervoer van het puin gebeurt op kosten van en door de zorgen van de aannemer naar een hiertoe erkende stortplaats. Inbegrepen : Ingeval van ingegraven leidingen: alle uitgravingen, aanvullingen, doorkappingen, enz... alsmede het aanvullen van de sleuven tot op de vereiste hoogte met drainerend zand in machinaal aangestampte lagen van 0,20 m. Ingeval van leidingen in kokers: het openen en opnieuw sluiten van de koker Ingeval van leidingen in opbouw: het opvullen van de ontstane openingen in muren, plafonds en vloerdoorgangen met aanwenden van alle daartoe benodigde materialen. Ingeval van leidingen in kruipruimten: het wegpompen van het aanwezige grondwater en het opvullen van de ontstane openingen in muren, plafonds en vloerdoorgangen met aanwenden van alle daartoe benodigde materialen. Ingeval van leidingen in verlaagde plafonds: het demonteren en her monteren van het verlaagd plafond. Toepassing
Verwijderen ingegraven waterleiding aan bestaande te verwijderen kranen Meetcode
Meetcode :
Netto te verwijderen lengte
01.08.37A
ingegraven leidingen VH m
nr 25 Meetcode
meeteenheid : m
02.
GRONDWERKEN
02.01.10
Ligging van ondergrondse leidingen
02.01.11
Peilen naar ligging van ondergrondse leidingen
Uitvoering
De opzoeking van de leidingen zoals deze voorkomen op de plannen van de verschillende busmaatschappijen of vergunninghouders. Met behulp van een graafmachine en een persoon die de schep van de graafmachine kan nazien, wordt laag per laag gegraven tot ongeveer een halve meter van de plaats waar de leidingen liggen volgens de plannen. De leiding wordt verder opgezocht door middel van manuele opgraving. Vervolgens wordt de correcte ligging aangeduid op de plannen. Na het opzoeken van de leidingen worden de gemaakte peilputten weer aangevuld met de aarde afkomstig uit de peilputten. Toepassing
Peilen naar ligging databekabeling op tracé van inkom naar Neerhoeve en Kasteel
02.01.12
Vaststelling van de aanwezigheid en ligging van ondergrondse leidingen PM
nr 26 Uitvoering
De aannemer vind hierbij een lijst met de te contacteren nutsmaatschapijen of vergunninghouders. Deze zijn verplicht hem de nodige inlichtingen en plannen te bezorgen binnen de 14d na aanschrijving. Zodra de aannemer te weten is gekomen welke ondergrondse leidingen er zijn brengt hij de leidinggevende ambtenaar alsook de ontwerper hiervan op de hoogte. De ontvangen stukken van de verschillende vergunninghouders dienen steeds ter beschikking worden gehouden op de plaats waar de werken plaatsvinden Te contacteren vergunninghouders of Kabel en leiding Informatieportaal (KLIP)
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 24 / 80
Alle districten www.klip.be Alle districten
: Fluxys contactpersoon aanvraag plannen Kunstlaan 31 Bart Van Lierde 1040 – Brussel tel. 02 282 74 66 tel. 02 282 72 11 fax 02 282 75 54 e-mail:
[email protected]
Alleen havengebied
: SABIC Pipelines b.v. Postbus 1163 6160 - BD - GELEEN (L) NEDERLAND tel. 00/31/46/472186 fax 00/31/46/476300
Alleen havengebied
: SOLVIC s.a. 5190 - Usine de Jemeppe-sur-Sambre tel. 071 78 60 01
Alle districten
: n.v. Air Liquide - Division Belge avenue Maurice Destenay 13 4000 - Liège tel. 04 232 93 61 41 fax 04 232 93 99 92
Alle districten
: NAVO Pijpleidingen Divisie Dienst Veiligheid Tarweschoofkazerne Parkstraat 36 3000 - Leuven tel. 016 24 86 11 fax 016 24 86 07
Meetcode
Globale prijs/Inbegrepen in post 01.01.51
02.02.
Bouwwerf – inrichting
GRONDWERKEN ALGEMEEN
Omschrijving
De post “grondwerken algemeen” heeft betrekking op alle graafwerken, noodzakelijk voor het verwezenlijken van de bouwputten en sleuven, tot op de vereiste diepte, alsook op alle weder aanvullingen rondom de gerealiseerde funderingen en/of de kelders van de op te richten gebouwen. In overeenstemming met de algemene en/of specifieke bepalingen van het bijzonder bestek, dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit te omvatten : - alle voorafgaande afgravingen, het ontzoden, het verwijderen van de teelaarde, de machinale nivelleringen; - het nauwkeurig uitzetten en controleren van de uit te graven zones en peilen van de bouwputten en/of sleuven; - het ter plaatse brengen en de installatie van het benodigde materieel, graafmachines, pompinstallaties, e.a.; - de uitgravingen, volgens de door de aannemer gekozen wijze van uitvoering, zowel machinaal als handmatig; - de omgang met uitgegraven bodem, volgens kwaliteit en bestemming, conform het bodemsanering decreet en het desgevallende grondverzetplan (in overeenstemming met post 02.02.41);
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 25 / 80
- het uitbreken en wegruimen van hindernissen of massieven met een volume kleiner dan 0,5 m3 (overeenkomstig post 02.02.50); - de ongeschonden vrijwaring, de eventuele verlegging of terugplaatsing van aangetroffen kabels en leidingen; - de instandhouding van bouwputten en sleuven om grondafkalving te voorkomen, d.m.v. stutten en schoren; - het droog houden van de bouwputten en sleuven, zowel ten gevolge van grondwater, als van neerslag; - het voorlopig opslaan op het bouwterrein van te recupereren grond en het afvoeren van alle overtollige grond; - de levering, de uitspreiding in lagen en de verdichting van alle voorziene weder aanvullingen of ophogingen. Let wel De grondwerken, afzonderlijk voorzien in deel 9 - omgevingswerken maken geen deel uit van deze post. De uitgravingen en weder aanvullingen voor de sleuven en/of putten van ingegraven rioleringselementen (leidingen, inspectieputten, …) zijn steeds inbegrepen in de eenheidsprijzen voor deze elementen (zie hoofdstuk 17). Aangepaste manuele graafwerken m.b.t. stut- & ondervangingswerken zijn inbegrepen in desbetreffende uitvoeringsposten (zie hoofdstuk 11). Uitvoering
Referentienormen SB 250 - Index III,5 - Ophogings- en aanvullingsmaterialen (2000) SB 250 - Index IV - Voorbereidende werken en grondwerken (2000) Aard van het terrein De aannemer wordt, door het feit van zijn inschrijving, geacht voorafgaandelijk kennis te hebben genomen van het terrein en de bodemgesteldheid, zodat er dienaangaande geen aanleiding bestaat tot het indienen van verrekeningen, behoudens de toegestane supplementen, meerwerken en/of vermoedelijke hoeveelheden, die expliciet in het bijzonder bestek en/of de samenvattende opmeting worden vermeld. De opdrachtgever zal instaan in voor het aanleveren van de benodigde informatie over de milieu hygiënische kwaliteit, die de aannemer in staat moeten stellen om zijn prijszetting te maken, rekening houdend met de wetgeving met betrekking tot het werken met uitgegraven bodem. Grondonderzoek - stabiliteitsstudie De kosten voor het grondonderzoek vallen behoudens andere bepalingen ten laste van de bouwheer. Als tijdens de uitvoering van de werken zou blijken dat de bodem niet de uit het onderzoek afgeleide of vermoede eigenschappen bezit, zal voor de hieruit voortvloeiende meer- of minderwerken een verrekening worden opgemaakt, volgens de in de offerte opgegeven eenheidsprijzen. Wijze van uitvoering - planning De graafwerken dienen, volgens de aard van het terrein en volgens noodwendigheid, machinaal dan wel handmatig, uitgevoerd te worden. Behoudens concrete aanwijzingen op plan en/of in het bijzonder bestek, mits alle voorschriften van onderhavig algemeen bestek nageleefd worden, en mits geen schade wordt aangebracht aan werken in uitvoering en/of aan bestaande bouwwerken, wordt de uitvoeringswijze overgelaten aan het initiatief van de aannemer, die er evenwel de volle verantwoordelijkheid voor draagt. Beschermingsmaatregelen - stutten - schoringen De aannemer zal zich, voor de aanvang van de graafwerken, per aangetekend schrijven informeren bij de gemeente waar de ondergrondse leidingen lopen, en of deze een risico kunnen inhouden bij de geplande werkzaamheden. De verplichtingen voor de aannemer, m.b.t. elektrische kabels worden verwoord in het AREI (artikel 192.02) en artikel 260bis (ARAB (ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ARBEIDSBESCHERMING) EN DE CODEX WELZIJN OP HET WERK). Het gaat hierbij o.a. over de voorzorgsmaatregelen die moeten getroffen worden bij werkzaamheden in de omgeving van een
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 26 / 80
ondergrondse elektrische kabel. Bij schade aan een ondergrondse kabel tijdens de uitvoering van de werken zal de aannemer hiervoor aansprakelijk worden gesteld. De werkzaamheden mogen geen schade aanrichten aan de aan de gang zijnde werken of aan de bestaande bouwwerken. De bodems van bouwputten en sleuven worden beschermd tegen elke schade door water of vorst. Iedere gebeurlijke schade valt ten laste van de aannemer. De aannemer treft alle nodige schikkingen (taluds, beschoeiingen, schoren) om het tot stand komen van afkalvingen tijdens de uitvoering van de werken te vermijden. Indien de graafwerken de stabiliteit van bepaalde constructies in het gedrang kunnen brengen, mogen deze pas aanvangen, na het plaatsen van doeltreffende stutten of schoringen en/of nadat de gebeurlijke onderschoeiïngen in metselwerk of beton voldoende gehard zijn. Afmetingen - dieptepeilen - bodemoppervlak De uitgravingen van de funderingssleuven en bouwputten worden steeds gerekend met rechte wanden en worden ook zoveel mogelijk verticaal uitgegraven. Wanneer evenwel wordt gevreesd voor inkalven gedurende de werken, worden de wanden in taluds uitgevoerd. Let wel : deze werken worden niet meegerekend in het volume van de graafspecie, waarvan de forfaitaire of vermoedelijke hoeveelheid wordt berekend volgens vaste regels. De funderingssleuven en bouwputten zullen worden uitgegraven volgens afmetingen die een ongehinderde uitvoering toelaten van alle funderingswerken, d.w.z. met voldoende werkruimte voor het stellen van bekistingen en wapeningen, alsook voor het aanbrengen van de eventueel voorziene bepleisteringen, berapingen of isolatiewerken op de wanden van het metselwerk. De werkruimte tussen de wanden van de bouwputten en deze van het bouwwerk bedraagt aan de basis tenminste 50 cm. De werkruimte tussen de sleuven en het ondergronds metselwerk bedraagt tenminste 20 cm (zie ook bijzonder bestek). Alle sleuven en bouwputten worden waterpas en zuiver uitgegraven tot op het niveau voorgeschreven door de architect. De funderingsaanzetten liggen daarbij minstens op vorstvrije diepte (80 cm) en tot op draagkrachtige grond. Zij dienen bovendien te voldoen aan de onderrichtingen van de ingenieur stabiliteit en eventuele stedelijke bouwverordeningen. Wanneer machinaal uitgegraven wordt, moet erop gelet worden om de bodem van de put of sleuf niet los te woelen. Dienaangaande wordt aanbevolen om niet tot op de voorgestelde diepte te graven en de sleuven en bouwputten, waar nodig, handmatig met de schop bij te werken. Bij toepassing van het bodemsanering decreet en grondverzetplan wordt selectief uitgegraven : wanneer blijkt dat er meerdere grondlagen voorkomen, dan moeten deze gescheiden uitgegraven worden (=selectieve uitgraving). Deze gescheiden lagen worden verder ook gescheiden behandeld (hergebruik, opslag, afvoer, …). wanneer verschillende milieu hygiënische kwaliteiten voorkomen of verschillende kadastrale werkzones voorkomen, dan dient de bodem die uitgegraven wordt en die gescheiden moet blijven, ook gescheiden uitgegraven worden (=selectieve uitgraving). In elk geval moet de bodem vlak en genivelleerd zijn. De bodem moet bovendien gezuiverd worden van alle organisch afval en puin, ijzer of andere materialen die harde plaatsen of inklinking kunnen veroorzaken; toppen van rotspunten dienen geslecht te worden; De aannemer mag de funderingswerken in geen geval doen uitvoeren noch de bouwput dempen, alvorens het akkoord van de architect betreffende de juiste diepte te hebben doen aantekenen in het werfdagboek. Verrekeningen De voorziene afmetingen en diepte van de funderingssleuven worden in principe vermeld op de plannen, in het bestek en de gedetailleerde meetstaat. Er worden hieromtrent geen wijzigingen of verrekeningen toegestaan, zonder het voorafgaandelijk akkoord en concrete aanwijzingen van de leidinggevende ambtenaar. In elke fase van de uitgraving kan de leidinggevende ambtenaar evenwel, wegens hoedanigheid van de blootgemaakte grond, eisen sleuven dieper of minder diep uit te voeren, dan op het aanvankelijk voorgeschreven niveau. Meer- of minderwerken die hieruit voortspruiten zullen worden verrekend in de diepte (niet in de breedte) en aan de eenheidsprijs voorzien in de offerte. Zonder uitdrukkelijke goedkeuring van de leidinggevende ambtenaar is het verboden de uitgravingen dieper uit te voeren dan voorzien. Indien dit toch zou gebeuren en/of bouwputten door toedoen van de aannemer beschadigingen hebben ondergaan, heeft de leidinggevende ambtenaar het recht een bepaalde aanvulling op
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 27 / 80
te leggen, waarbij de aannemer niet zal vergoed worden voor alle hieruit voortvloeiende supplementair uit te voeren grond- en graafwerken, aanvullingen, funderings-, metsel- en andere werken. Massieven - onvoorziene hindernissen Bij het uitvoeren van de grond- en graafwerken verwijdert de aannemer alle overtollige hindernissen (oude funderings- en metselwerkmassieven, oude rioleringsbuizen, rioleringsputten, en alle hindernissen zoals ingegraven puin, wortelstronken, …). Bij het vaststellen van bijzondere hindernissen of ernstige gebreken in de grond die de stabiliteit en/of het gebruik van de constructie nadelig kunnen beïnvloeden, zoals oude waterputten, slappe grondlagen of allerhande verontreinigingen, verwittigt de aannemer onverwijld de architect en/of het studiebureau, die verdere instructies zal geven voor het verwijderen van deze hindernissen, het oplossen of saneren van het gebrek. De werken voortvloeiend uit deze instructies worden achteraf verrekend na overeenkomst over de prijs. Indien de aannemer bij het graven van de bouwputten zou stoten op massieven of hindernissen, met een volume kleiner dan 0,5 m3 (waarvan het bestaan al dan niet kon worden voorzien voor het begin van de werken), dan worden deze elementen verwijderd, zonder enige meerprijs! Voor volumes groter dan 0,5 m3 per massief of hindernis, dient de aannemer, desgevallend, een afzonderlijke eenheidsprijs op te geven bij zijn inschrijving, waarbij hij rekening houdt met de diepteligging (zie post 02.02.60 verwijderen van massieven). Met betrekking tot de berekening van de eventueel toegekende supplementen voor het verwijderen van massieven, mogen deze pas worden afgevoerd na een tegensprekelijke opmeting van de hoeveelheden. Grondwaterstand - bronbemaling Er wordt uitsluitend in droge bouwputten gewerkt. De afvoer van oppervlaktewater en de eventuele verlaging van de grondwaterstand worden pas stopgezet wanneer de bouwconstructie voldoende tegendruk biedt en mits voorafgaandelijk akkoord van de architect. Het drooghouden van putten en sleuven wordt nader beschreven in post 02.01.40 bronbemaling. Afvoer van grond - stapelen van grond In overeenstemming met het bodemsanering decreet voert het Bestuur tijdens de ontwerpfase een milieuonderzoek op de af te graven werkzone uit. De resultaten van dit onderzoek worden toegevoegd aan het bestek en samenvattende meetstaat (zie post 02.02.40 grondverzet - algemeen), waarin de af te voeren grond kan worden ingedeeld volgens gebruiksmogelijkheden met betrekking tot de milieu hygiënische kwaliteit. Deze indeling moet de aannemer in staat stellen in te schrijven met een correcte prijs. In het bijzonder bestek kan desgevallend een vaksgewijze indeling van de af te graven grond worden omschreven, zodat een selectieve afgraving mogelijk wordt gemaakt. Eveneens kan worden aangegeven welk gedeelte binnen dezelfde kadastrale werkzone opnieuw dient te worden toegepast en waar de grond tijdelijk kan worden opgeslagen in afwachting van bemonstering of afzeven. Indien blijkt dat de uitgegraven grond niet onmiddellijk kan hergebruikt worden, zullen er afspraken worden gemaakt rond de afvoer naar reinigingscentra of tijdelijke opslagplaatsen. Alle niet geschikte of overtollige grond (met uitzondering dus van de hoeveelheden nodig voor de weder aanvullingen) wordt, behoudens andere bepalingen in het bijzonder bestek, automatisch eigendom van de aannemer, die daarover naar goeddunken, doch minstens volgens de bovenvermelde wettelijke bepalingen, beschikt. Voor bijkomende informatie kan men zich best wenden tot de VZW “Grondbank” of de VZW “Grondwijzer”. De benodigde hoeveelheid grond voor de weder aanvullingen en/of ophogingen wordt zorgvuldig geselecteerd volgens aard en zuiverheid (bv. teelaarde). Het stapelen van deze grond op het bouwterrein gebeurt in overleg met de opdrachtgever en de architect, op een plaats die voldoende verwijderd is van de buitenomtrek van het op te richten gebouw. Indien voor stapeling op het bouwterrein onvoldoende ruimte is, zal op voorstel van de opdrachtgever een alternatieve stapelplaats worden aangewezen en/of kunnen voorstellen tot mogelijke stapelplaatsen worden gegeven door de aannemer.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 28 / 80
De overtollige grond wordt, naarmate de vordering van de werken, van de bouwplaats verwijderd. Indien naderhand zou blijken dat teveel grond werd afgevoerd, zal deze opnieuw worden aangevoerd door en op kosten van de aannemer. Veiligheid
Overeenkomstig het veiligheids- & gezondheidsplan, zoals opgemaakt door de veiligheidscoördinatorontwerp en gevoegd bij het bijzonder bestek. Alle richtlijnen ter zake en concrete aanwijzingen van de veiligheidscoördinator-verwezenlijking zullen nauwkeurig worden opgevolgd. Toegangen tot de bodem van bouwputten worden behoorlijk aangelegd. Ze worden in goede staat onderhouden en moeten alle nodige veiligheid bieden. De opstelling van graafmachines gebeurt in overeenstemming met de voorschriften van het ARAB (algemeen reglement op de arbeidsbescherming) en de codex welzijn op het werk, de aanbevelingen van het NAVB en het veiligheids- & gezondheidsplan. Bij het graven van bouwputten en sleuven die gestut en beschoeid moeten worden, inzonderheid voor de putten en sleuven tegen een bestaand gebouw, zal de aannemer de architect voorafgaandelijk in kennis stellen van zijn stut- en beschoeiingontwerp, evenals van zijn uitvoeringsprogramma. Er dient daarbij rekening gehouden te worden met de aard van het terrein, de tijdsduur dat de sleuven openliggen, de helling van de bodemlagen en de wisselende toestanden onder invloed van de weersomstandigheden of het opwellend grondwater. Ook de diepte van de sleuven en de eventuele overbelasting die zich kan voordoen op de randen zijn van belang. Stutten die de belastingen moeten overbrengen moeten rusten op steunvlakken met goed verankerde verdelingszolen, om wegglijden of indringen te vermijden. Indien de architect, het studiebureau en/of veiligheidscoördinator-verwezenlijking dit zouden eisen, dient de aannemer waar nodig bijkomende veiligheidsmaatregelen te nemen, aangepaste middelen te gebruiken en/of zijn uitvoeringsplanning te herzien. Hieromtrent zullen geen verrekeningen worden aanvaard. Keuring
De aannemer verwittigt tijdig de architect en/of de ingenieur, om de uitgravingen te controleren en voert geen werken uit die een visuele controle door de architect zouden kunnen hinderen. De afmetingen van de bouwputten en sleuven, moeten het daarbij mogelijk maken alle werken gemakkelijk uit te voeren en te controleren. De ontwerper en/of de ingenieur stabiliteit controleert de diepte, de bodem en de afmetingen van de putten en de sleuven, alvorens de aannemer mag overgaan tot het betonstorten van de funderingen alsook het weder aanvullen. De toleranties in min of meer, op de peilen van een willekeurig profiel bedragen in grond maximaal 3 cm en in rotsachtige bodem maximaal 5 cm. Zo de eventuele gebreken, volgens de mening van de architect of ingenieur van die aard zijn dat ze de stabiliteit van de te bouwen constructies en de weerstand ervan in gevaar brengen, is de aannemer ertoe gehouden, op eigen kosten alle vereiste bijkomende grond-, funderings-, metsel- en andere werken uit te voeren.
02.02.30
sleuven - algemeen
Algemeen
Er wordt zeer bijzonder aan de aannemer herinnerd dat de voorschriften van de Koninklijke Besluiten, alsook de artikels van het AREI, die betrekking hebben op de diepte der uitgravingen, op de bescherming en de verbindingen der ondergrondse leidingen en op te nemen schikkingen bij het kruisen van buisleidingen en andere leidingen, stipt na te leven zijn. De minimum diepte der ontgravingen voor LS wordt op 0,60m gebracht. Alle kabeltrajecten dienen rechtlijnig te verlopen tussen de merkstenen.
02.02.32 nr 27 Omschrijving
sleuven - ondergrondse leidingen VH m³
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 29 / 80
Het betreft de nodige uitgravingen tot realisatie van de sleuven voor het plaatsen van de voorziene riolering, gas elektriciteiten en water leidingen funderingsniveau (gelegen zowel onder als boven het freatisch oppervlak), inclusief het ondersteunen van de buizen en de weder aanvullingen. Uitvoering
(Zie ook hoofdstuk 06. riolering) De uitgravingen voor leidingen gebeuren volgens de aanduidingen op het plan, rekening houdend met de vereiste hellingen en de nodige werkruimte. De breedte aan de basis van de sleuven is minstens gelijk aan de leidingdiameter verhoogd met 40 cm en garandeert een gemakkelijke uitvoering en controle. Waar de sleuf gegraven wordt in een zone met een stevige en te recupereren grasmat ( te bepalen door bestuur ) wordt gebruik gemaakt van een ontzodingmachine, de toplaag wordt gescheiden ontgraven van de onderlaag en op dezelfde wijze aangevuld binnen dezelfde werkdag. Alle te recupereren grond voor weder aanvullingen en/of ophogingen, wordt gestapeld binnen de bouwplaats op een door het Bestuur aan te duiden plaats. De overtollige grond kan gestapeld worden op perk L Aan de kruisingen met taxus haag ter hoogte van kasteel (4 keer 2 keer aan oostelijke zijde 2 keer aan westelijke zijde) worden de leidingen met de nodige omzichtigheid handmatig onderdoor gebracht. Toepassing
Sleuven voor alle leidingen Meetcode
Overeenkomstig de specifieke aanduidingen in het bijzonder bestek en/of de samenvattende opmeting wordt de meting als volgt opgevat : meeteenheid : per m3 Meetcode : meting van de theoretisch uit te graven rechthoekige doorsnede met breedte gelijk aan de leidingdiameter vermeerderd met 40 cm (20 cm aan iedere zijde van de buis).
02.02.40
grondverzet - algemeen
Algemeen
De uitgravingen en het grondverzet dienen te gebeuren in overeenstemming met de recentste wetgeving hieromtrent, met Vlarebo (het Vlaams Reglement betreffende de Bodemsanering). Voor het gebruik van uitgegraven bodem moet steeds voldaan zijn aan de bepalingen van hoofdstuk XIII van Vlarebo, de voorwaarden- en uitvoeringsbepalingen van het technisch verslag en de conform verklaring, alsook de van toepassing zijnde standaardprocedures en Codes van goede praktijk. Meetcode
Overeenkomstig de specifieke aanduidingen in het bijzonder bestek en/of de samenvattende opmeting wordt de meting als volgt opgevat : meeteenheid : supplement per m3 of per ton Belangrijke opmerking betreffende samenvattende opmeting - grondverzet De op te geven eenheidsprijzen omvatten enkel de supplementaire kosten per m3, voor de respectievelijke meerwerken verbonden aan het grondverzet, volgens opgegeven kwaliteit en bestemming van de uit te graven en/of aan te voeren bodem. De eenheidsprijzen voor de eigenlijke graaf- en/of weder aanvulling werken worden daarbij steeds afzonderlijk opgegeven, alsof het zou gaan om niet vervuilde bodem, in overeenstemming met de in het bijzonder bestek opgenomen posten binnen de hoofdstukken : 02grondwerken (afgraving terrein, bouwputten, sleuven), 06-rioleringen, 16-omgevingswerken. De gedetailleerde meetstaat en samenvattende opmeting m.b.t. de grondwerken zijn, bij toepassing van het grondverzet, dus tweeledig; waarbij de opgegeven hoeveelheden enerzijds de graafwerken en/of de weder aanvullingen betreffen en anderzijds de in overeenstemming met het grondverzetplan te hanteren volumes, uitgesplitst volgens bodemkwaliteit en bestemming. Zelfde bodemvolumes kunnen m.a.w. dubbel worden gerekend in de offerte, waarbij onder de post grondverzet enkel prijs mag gegeven worden voor de supplementaire kosten verbonden aan het grondverzet (hergebruik, afvoer, aanvoer, grondverbetering, …),
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 30 / 80
dus steeds exclusief de eigenlijke graaf- of weder aanvulling werken (zie respectievelijke wijze van meting voor deze posten!). Let wel De graafwerken voor rioleringselementen zijn standaard inbegrepen in de eenheidsprijs voor deze elementen (leidingen, inspectieputten, …). Voor het terug op peil brengen, alsook de weder aanvullingen van funderingssleuven worden de graafwerken beschouwd als een eenvoudige berging en verplaatsing van uitgegraven grond en niet extra in rekening gebracht (behoudens de op te geven supplementen in het kader van het grondverzet). De desgevallend aan te rekenen supplementen voor hergebruik als weder aanvulling, hebben hier dus enkel betrekking op de gebeurlijke meerwerken voor de selectieve uitgraving en berging van bodem volgens de respectievelijke werkzones, zoals aangeduid in het grondverzetplan. Per vordering wordt slechts 95% van de uitgevoerde hoeveelheid aangerekend. De resterende 5% is slechts betaalbaar nadat de aannemer een bodembeheersrapport aflevert.
02.02.60
verwijdering massieven
02.02.61
verwijdering massieven VH m³
nr 28 Omschrijving
Afhankelijk van de bestaande toestand moet er desgevallend, rekening mee gehouden worden, dat er oude funderingen, gewelven, putten en/of vroegere keldermuren zouden kunnen aanwezig zijn. Massieven kleiner dan 0,5 m3 worden daarbij niet in beschouwing genomen. De aannemer dient hier rekening mee te houden bij het opmaken van zijn bieding. Een gebeurlijke meerprijs voor massieven groter dan 0,5 m3, zal bovendien uitsluitend worden toegekend voor het volume van rotsen, metselwerk, beton- en andere massieven, welke enkel en ontegensprekelijk kunnen verwijderd worden met behulp van speciaal materieel. Let wel Oude funderingen en dergelijke, bestaande uit makkelijk machinaal uitgraaf baar verweerd metselwerk, e.a. kunnen onder geen beding in beschouwing worden genomen bij het toekennen van een gebeurlijk supplement voor het verwijderen van massieven. Een eventuele meerprijs wordt bovendien enkel in rekening gebracht voor zover deze werken niet opgenomen zijn in de artikels van de reeks 01.04. - Slopen van volledige constructies en ruwbouwelementen en/ Uitvoering
Vooraleer de aannemer een aanvang neemt met het verwijderen van de massieven dient hij tegensprekelijk te laten vaststellen, dat het wel degelijk gaat om hindernissen, groter dan 0,50 m3 per massief, welke bovendien moeten verwijderd worden met behulp van speciaal materieel. De massieven of gedeelten ervan worden verwijderd, zonder gebruik te maken van springstoffen. De aannemer neemt de nodige voorzorgen om grondafkalvingen en beschadigingen aan voertuigen en eigendommen te voorkomen en de veiligheid van personen te verzekeren. Naarmate de vordering van de werken, doch niet vooraleer een tegensprekelijke opmeting werd verricht, wordt het puin van de bouwplaats afgevoerd. De uitgegraven massieven en materialen worden eigendom van de aannemer en afgevoerd buiten de bouwplaats. Toepassing
Verwijdering van ondergrondse massieven in het leidingen tracé Meetcode
Overeenkomstig de specifieke aanduidingen in het bijzonder bestek en/of de samenvattende opmeting wordt de meting als volgt opgevat : meeteenheid : per m3 Meetcode : netto te verwijderen volume, de te verwijderen hoeveelheden worden tegensprekelijk opgemeten en als meerprijs op de respectievelijke uitgravingen aangerekend.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
02.06.
ONDERSCHOEIINGEN
02.06.10
Onderschoeiïngen met metselwerk
p. 31 / 80
Algemeen Materiaal
De metselmortel beantwoordt aan NBN B24-301 categorie C2, d.w.z. 300 kg cement per m3 droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand). De sterkteklasse van het cement wordt bepaald door de aannemer en in functie van de uitvoeringswijze en uitvoeringssnelheid. Toeslagstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar. Binding vertragers zijn niet toegelaten. De bepleisteringsmortel heeft de volgende samenstelling 400 kg cement sterkteklasse 30 per m3 droog zand (1 deel cement voor 3 delen zand ) Uitvoering
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401. Het metselwerk wordt uitgevoerd in afwisselende werkmoten van hoogstens 1,00 m lengte. De tussenruimte tussen de werkmoten bedraagt minstens twee maal de lengte van een werkmoot en wordt gevormd door ongeroerde grond of reeds ondervangen stroken. De verschillende werkmoten van het metselwerk worden in verband uitgevoerd en degelijk in elkaar verbonden. Eenmaal uitgevoerd moet het onderschoeiingswerk een doorlopend geheel vormen. Het onderschoeiingsmetselwerk wordt over zijn volledige breedte goed en degelijk aangedrukt tegen de onderkant van de zuiver gemaakte bestaande fundering. Eventuele achterliggende tussenruimte worden bij het metselwerk meegaand aangevuld en degelijk verdicht. Alle muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd met een dikte van 10 mm. Na voldoende droging wordt de bepleistering bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B46-101) à rato van minimum 200 g per m2 en per laag; beide lagen verschillen van kleur. Er mag slechts overgegaan worden tot het onder metselen van nieuwe werkmoten nadat het onderschoeiingsmetselwerk voldoende verhard is en mits de toelating van de ingenieur. Indien tegen het onderschoeiingsmetselwerk moet aangevuld worden zal dit ten spoedigste na uitvoering van elke moot geschieden nadat de bepleistering en bestrijking is aangebracht.
03.02.
METSELWERK IN FUNDERING
03.02.10
Metselwerk in fundering in contact met de grond
Algemeen Materiaal
Funderingsmetselwerk uit bouwelementen aangepast aan het modulestelsel volgens NBN B 04-001. De metselmortel heeft de volgende samenstelling : 300 kg cement met sterkteklasse 30 per m3 droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand). De bepleisteringsmortel heeft de volgende samenstelling 400 kg cement LK 30 per m3 droog zand (1 deel cement voor 3 delen zand). Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar; binding vertragers zijn niet toegelaten. Uitvoering
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401. Al het metselwerk zal met zorg, vol in de mortel, uitgevoerd worden, zodat alle voegen over de volle breedte der muren volledig gevuld zijn met mortel. Eveneens zal al het metselwerk in fundering aan de verticale betondelen worden verbonden door zogenaamde "spelden" van betonstaal van 6 mm doormeter, 30 cm doorstekend uit de bekisting, met haak aan beide uiteinden, op afstanden van maximum 0,50 m. Alle muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd met een dikte van 10 mm.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 32 / 80
Na voldoende verharding wordt de bepleistering bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B46-101) à rato van minimum 200 g per m2 en per laag; beide lagen verschillen van kleur. Er mag slechts overgegaan worden tot weder aanvulling nadat het funderingsmetselwerk voldoende gedroogd is en gekeurd door het Bestuur.
03.02.11
Funderingsmetselwerk uit baksteen in contact met de grond FH m³
nr 29 De volle bakstenen beantwoorden aan NBN B24-001 en index 02.11A van het typebestek 104. De gemiddelde druksterkte van de stenen bedraagt minstens 15 N/mm2. Perforaties in de stenen zijn niet toegelaten. Voor zichtbaar blijvend metselwerk worden stenen gebruikt met afmetingen ... Materiaal
Funderingsmetselwerk uit volle baksteen, naar model van bestaande stenen (18x8x5cm - lxbxh); Metselmortel met volgende samenstelling : 1 deel cement CEM III 42.5 voor 3 delen zand Bepleisteringsmortel met volgende samenstelling: 400 kg cement sterkteklasse 30 per m3 droog zand (1 deel cement voor 3 delen zand). Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar; binding vertragers zijn niet toegelaten. Bitumenemulsie als afstrijk laag. Verwerking
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401. Er mag slechts overgegaan worden tot weder aanvulling nadat het funderingsmetselwerk, de cementering en de bestrijking voldoende gedroogd is en gekeurd door het Bestuur. Toepassing
Metselwerk in onthaalpavilioen voor put Meetcode
cementering en teer laag inbegrepen. Nibe milieuklasse: 1a
03.03
TER PLAATSE GESTORT GEWAPEND BETON
03.03.10
Beton voor ter plaatse gestort gewapend beton met vrije samenstelling
Algemeen
De elementen uit beton voldoen aan de voorschriften van index 26 “ Ter plaatse gestort beton “ van het TB 104 - 1999/1. De geprefabriceerde elementen (breed platen, wandelementen,…) worden beschouwd als een uitvoeringsmethode, vrij gekozen door de aannemer (semi-prefabricatie). Niettemin worden ze onderworpen aan de voorschriften van index 25 “Geprefabriceerd beton” van het TB 104-1999/1 vervolledigd met PTV 212 (wandelementen). De voorschriften van de TV 223 “Vloeren” van het WTCB zijn van toepassing. Betonconstructies worden uitgevoerd volgens de bepalingen in NBN EN 13670. Materiaal
Specificaties volgens NBN B15-001 en NBN EN 206-1. Sterkteklasse : klasse C25/30 Gewapend beton Omgevingsklasse : EE1geen vorst/ EE2 vorst geen regen/ EE3 Vorst contact met regen EA1 (zwak chemische omgeving volgens tabel 2 van NBN 206-1 / EA2 (matig chemische omgeving volgens tabel 2 van NBN 206-1 / EA1 (sterk chemische omgeving volgens tabel 2 van NBN 206-1
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 33 / 80
Milieuklasse
X0 (beton binnen gebouwen met zeer lage luchtvochtigheid)XC1 (blijvend droog of blijvend nat)/ XC2 (nat zelden droog) / XC3 (Matig vochtig) /XC4 (Wisselend nat en droog) Blootstelling aan chloriden XD1 (blootstelling aan buitenlucht), XD2 (zwembaden en chloridehouden industrieel water), XD3 (Brugdelen en vloeren voor voertuigen) Blootstelling aan vorst/ dooicycli met of zonder dooizouten XF1(verticale oppervlakten blootgesteld aan regen en vorst) XF2 (Verticale betonoppervlakken voor wegconstructies) XF3 (Horizontale betonoppervlakten blootgesteld aan regen en vorst) XF4 (blootstelling aan direct contact met dooizouten en aan vorst) Chemische aantasting XA1 (zwak chemische omgeving volgens tabel 2 van NBN 206-1 / XA2 (matig chemische omgeving volgens tabel 2 van NBN 206-1 / XA1 (sterk chemische omgeving volgens tabel 2 van NBN 206-1 Consistentieklasse : Slump-zetmaat : S3 (zetmaat of slump = 100 tot 150 mm)/S4 (zetmaat = 160 tot 210)/keuze van de aannemer. Flow-spreiding : F3 (uitspreiding of flow = 420 tot 480mm). Bij stortklaar geleverd beton mag de consistentie van de betonspecie in geen geval gewijzigd worden door het toevoegen van water op de bouwplaats. De opgelegde consistentieklasse kan evt. bereikt worden door het toevoegen van een superplastificeerder. Granulaten : Bij voorkeur kunststeenslag volgens typebestek 250 7.1.1.1.B de afstemming van de granulaten gebeurd in overleg met de stabiliteitsingenieur en de leidinggevende ambtenaar korrelmaat 4/32. Uitvoering
De bekistingen voldoen aan de voorschriften van TV 100 van het WTCB. De toelaatbare maatafwijkingen voor het ter plaatse gestort gewapend beton zijn die van NBN B15-002 en van TV 127 § 2, 3 en 4 van het WTCB. Eventuele grindnesten of beschadigingen aan het niet zichtbaar blijvend beton worden uitgekapt, grondig gereinigd en zorgvuldig hersteld door middel van een adequate mortel. Herstellingen aan het zichtbaar blijvend beton worden niet aanvaard. Alle beton in aanraking met de grond wordt bestreken met 2 lagen met bitumen geactiveerde vernis a rato van minimum 200 gr per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur. De hoeken van kolommen, wanden en balken zullen door een hoeklat afgeschuind worden. Bij het storten van zichtbaar blijvend beton op zichtbaar blijvend metselwerk wordt, door tussenplaatsing van een weg neembaar latje, een voeg van 10 mm breed en 20 mm diep gemaakt, welke naderhand met het metselwerk mee opgevoegd wordt.
03.03.11
Ter plaatse gestort gewapend beton met gespecificeerde eigenschappen en weerstand tegen waterindringing (S)
Materiaal
Specificaties volgens NBN B15-001 en NBN EN 206-1. Sterkteklasse : klasse C25/30 Gewapend beton Omgevingsklasse : EE2 vorst geen regen Milieuklasse
XC1 (blijvend droog of blijvend nat Blootstelling aan chloriden XD1 (blootstelling aan buitenlucht Chemische aantasting XA1 (zwak chemische omgeving volgens tabel 2 van NBN 206-1 Consistentieklasse : Slump-zetmaat : keuze van de aannemer. Flow-spreiding : F3 (uitspreiding of flow = 420 tot 480mm).
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 34 / 80
Bij stortklaar geleverd beton mag de consistentie van de betonspecie in geen geval gewijzigd worden door het toevoegen van water op de bouwplaats. De opgelegde consistentieklasse kan evt. bereikt worden door het toevoegen van een superplastificeerder. Granulaten : korrelmaat 4/32. Wapening : boven en ondernet van 150/150/8/8 Spelden aan alle randen Dia 10 alle 15cm lengte per speld 500/140/500 + randstaaf Dia 16mm. Bij gebruik van superplastificeerder zal het beton met een zetmaat > 200 mm of een uitspreiding > 2,4 geweigerd worden. Uitvoering
Hernemingsvoegen in het beton worden tot het strikte minimum beperkt. De aannemer legt hiertoe vooraf een betonnering plan voor aan de leidend ambtenaar. Alle hernemingsvoegen, zowel horizontale als verticale, worden beveiligd door stalen platen, minimumbreedte 400 mm en minimumdikte 1,5 mm, in het midden van de hernemingsvoeg in gebetonneerd. Elke hernemingsvoeg wordt voor het verder betonneren op de meest grondige wijze gereinigd en voorzien van een hechtingsproduct. De betonstortingen tussen de hernemingsvoegen verlopen continu. De herstellingen van grindnesten, scheuren en andere beschadigingen in het beton en alle plaatsen waar zich waterinfiltraties voordoen worden vervolledigd door injecties in de diepte, zodat de weerstand tegen waterindringing verzekerd blijft. De uitvoeringswijze wordt vooraf aan de leidend ambtenaar ter goedkeuring voorgelegd. De bijkomende waterdichte bezetting op het binnen vlak van het beton is opgenomen in een post van de opmetingsstaat. Het beton waarop de waterdichte bezetting aangebracht wordt, wordt nooit glad bekist. De gladde bekistingen vernoemd in het architectuurdossier worden uitgevoerd met een bekisting uit of gelijkwaardig aan gebakeliseerde multiplexpanelen. Toepassing
Vloer van te maken put in onthaalgebouw Meetcode
De betonvolumes worden gemeten volgens § 0.3.3.2 van index 26 van het TB 104 - 1999/1. De aannemer rekent de kosten voor bekistings- en ontkisting mee in de eenheidsprijs van het beton. De kosten voor de bijzondere bekistingen (gladde, geribde, …) zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van het beton. De wapeningen is inbegrepen in deze post. Het bestrijken van het beton in aanraking met de grond evenals de eventuele stalen platen voor de hernemingsvoegen zijn begrepen in de eenheidsprijs van het beton. Indien ze op de aanbestedingsplannen vermeld worden is de uitvoering van uitsparingen en doorvoeropeningen (kokers, leidingen, …) inbegrepen; hiervoor wordt geen enkele mindering van betonvolume in rekening gebracht. Volgens de documentatiebladen van het Bestuur der Gebouwen reeks 7. In de eenheidsprijs is de uitvoering van uitsparingen en doorvoeropeningen begrepen, alsook de stalen platen voor de hernemingsvoegen. Nibe milieuklasse: 3b voor vloeren 5b voor wanden
03.03.11A
platen op volle grond, funderingsplaten, verbindingsplaten FH m³
nr 30 Meetcode
meeteenheid : m³
03.06. Algemeen
STALEN CONSTRUCTIEËLEMENTEN
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 35 / 80
(ofwel) Het uitvoeren van metalen constructies en het plaatsen van liggers en kolommen zullen gebeuren volgens de gegevens van het door de stad aangestelde studiebureau. (ofwel) Het uitvoeren van metalen constructies en het plaatsen van liggers en kolommen zullen gebeuren volgens de gegevens van het door de aannemer aangestelde studiebureau. Berekening en detailtekeningen zullen ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd worden. De kosten van de studie worden begrepen in de eenheidsprijs van de constructie-elementen. Alle verbindingen tussen de verschillende constructie-elementen zullen volgens de regels der kunst uitgevoerd worden. Alle metalen constructie-elementen zullen van elke roest gezuiverd worden en geschilderd worden in een laag grondverf op basis van zinkfosfaat, rekening houdend met een eventueel aan te brengen afwerklaag.
03.06.70
Constructies uit thermisch verzinkt staal
03.06.72
Roostervloer afdekking in thermisch verzinkt staal
GP
nr 31 Materiaal
Het te gebruiken staal zal overeenstemmen met de kwaliteit S235JR volgens EN 10025-2. . De mechanische en chemische eigenschappen, de kwaliteiten van de courante staalsoorten beantwoorden aan de voorschriften van dezelfde norm. De constructie dient gegalvaniseerd te zijn overeenkomstig NBN I 07-001 t.e.m. NBN I 07-008 en STS 36. De te verzinken producten dienen eerst ontvet te worden en d.m.v. beitsen ontdaan te worden van eventuele roest en walshuid. Daarna worden de achtergebleven zuurresten met water weggespoeld. Na de voorbehandeling worden de onderdelen gedurende een korte tijd ondergedompeld in een bak met vloeibaar zink bij een temp. van 445 °C tot 460 °C. De min. laagdikte is 100 micron. De verzinkte stukken dienen op hun kwaliteit te worden gecontroleerd door een erkend controle-organisme conform de normen NBN I 07-005 en NBN I 07-004. Het staafstaal waaruit de bouten en moeren zijn vervaardigd, zal beantwoorden aan de norm NBN 293. De mechanische eigenschappen van de bouten en moeren moeten voldoen aan de normen NBN E 27-011 en NBN E 27-015. Het merken van bouten en moeren moet voldoen aan de normen NBN E 27-001 en NBN E 27-002. . De berekening van de bouten gebeurt op afschuiving en lijf druk. Verbindingen waarbij de kracht wordt overgebracht d.m.v. wrijving zijn niet toegelaten. De bouten worden door de boutenfabrikant thermisch verzinkt en zijn van het type 8.8. Verzinkte bouten met hoge treksterkte dienen bij de montage op de bouwplaats met molybdeen-disulfiet ingesmeerd te worden. Laswerk overeenkomstig NBN F 51 - NBN 62 - NBN 207. Alle lasnaden zijn doorlopend. Specifiek: De roosters zijn geschikt voor een belasting van 300kg/m² en dragen in een richting. Maaswijdte draagstaafrichting 33.3mm Maaswijdte vulstaafrichting 33.3mm Draagstaafhoogte 25mm Draagstaaf dikte 2mm De overspanning van +/-2700mm wordt in 3 delen verdeeld. De uitsparingen voor de buizen worden uitgevoerd met randversterkingen Overspanning +/-1000mm De roosters worden gelegd in een gegalvaniseerd L profiel drager. De aannemer legt werktekeningen voor ter goedkeuring aan de leidende ambtenaar. Verwerking
Bij de montage moet ervoor gezorgd worden dat de constructie volkomen lood staat. Gedurende de montage moet de aannemer de stabiliteit van het geheel verzorgen b.v. door tijdelijke verbindingen. Deze hulpconstructies staan niet op de definitieve plannen en mogen ook niet in rekening worden gebracht.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 36 / 80
Alle kleine metalen elementen als ankers, bouten, draadstangen en alle mogelijke toebehoren voor het vervolledigen van de bouw, zullen in de prijs begrepen zijn. De galvanisatie zal overal intact zijn, alle bewerkingen worden in het atelier uitgevoerd voor de galvanisatie. Bij gebeurlijke bewerkingen na galvanisatie zorgt de aannemer er voor dat dit geretoucheerd wordt op een onzichtbare manier. Eventuele hoekaansluitingen zijn in verstek uit te voeren Specifiek: Alle verbindingen en bevestigingen dienen met de grootste zorg uitgevoerd te worden. Het geheel moet een stevig geheel vormen. Geen enkel rooster mag losliggen. Alle delen zijn ofwel gelast ofwel mechanisch bevestigd. Toepassing
Roostervloer voor afdekking put. Meetcode
Globale prijs
03.09
OPGAAND METSELWERK
03.09.10
Opgaand metselwerk
Algemeen Materiaal
Metselwerk samengesteld uit bouwelementen aangepast aan het modulestelsel volgens NBN B04-001. In de metselmortels worden hulpstoffen slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar; bindingsvertragers zijn niet toegelaten. Uitvoering
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401 en volgens de voorschriften van STS 22 - Deel 3. Op het einde van elke werkdag worden de bovenste lagen van het metselwerk afgedekt, deze bedekking moet de muur minstens 0,60 m beschermen, gerekend vanaf de top van de muur. Bij warm en droog weer moet het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid worden om uitdroging te voorkomen. Alle horizontale en verticale voegen worden vol gemetst. Het buitenspouwblad wordt verbonden met het binnen spouwblad door minstens 5 spouwhaken per m; de diameter, lengte, vorm en aantal wordt bepaald in functie van de spouwbreedte en de aard en afmetingen van de spouwisolatie. Metselwerken en betonkolommen worden om de 0,60 m mechanisch met elkaar verbonden. Voor zichtbaar blijvend metselwerk worden de passtenen gezaagd en niet gekapt, stenen die onregelmatig zijn van vorm of uitzicht zullen niet verwerkt worden. De nodige voorzorgen worden genomen om aan het metselwerk een verzorgd en niet besmeurd uitzicht te geven en dit te behouden.
03.09.12
Opgaand metselwerk uit geperforeerde baksteen
Materiaal
De geperforeerde bakstenen beantwoorden aan NBN B23-003; zij hebben minder dan 40 % holle ruimte (NBN 476). De gemiddelde druksterkte van de stenen bedraagt minstens 15 N/mm. Voor zichtbaar blijvend metselwerk worden bakstenen gebruikt met afmetingen: ***. Deze bakstenen mogen geen ijzer-, ijzerhoudende of kalkpitten bevatten die oppervlaktebeschadiging kunnen veroorzaken. Het zichtbaar blijvend oppervlak is glad De metselmortel beantwoordt aan: categorie M2 van NBN B14-001 of heeft de volgende samenstelling 300 kg cement sterkteklasse 32,5 per m³
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 37 / 80
droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand ). Het muur type en de muurdikte zijn bepaald in de post. De spouwankers zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal De diameter is minstens 3 mm. De lengte is derwijze dat zij dragen tot in het midden van het binnen spouwblad en van het parementvlak. Ze zijn voorzien van een druipplooi die zich in de luchtruimte van de spouw bevindt. Uitvoering
In het metselwerk wordt een wapening aangebracht die voorzien is in art. 03.09.71. In dit geval wordt alleen de mortelcategorie M2 toegelaten. Van het metselwerk dat naderhand gevoegd, bepleisterd of betegeld wordt worden de voegen uitgekrabd tot 1 cm achter het dagvlak. De muren en verticale aansluitvoegen worden meegaand gevoegd Toepassing
Volgende muurvlakken worden als zichtbaar blijvend metselwerk uitgevoerd en worden naderhand gevoegd: nieuwe metselwerkmuren links en rechts van bestaande schouw Meetcode
Meetcode Netto uit te voeren oppervlakte gemeten in het midden van de muur. Uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. Zijn inbegrepen in de eenheidsprijs: Verbindingswapeningen van niet ingebonden achterliggende of kruisende muren. Bevestigingsmiddelen van achterliggende muren aan het betonskelet. De spouwankers voor spouwmuren. De mortelbepleistering op de buitenzijde van het binnen spouwblad. De klossen voor de bevestiging van het schrijnwerk. Nibe milieuklasse: 1a
03.09.12C2a dikte 19 cm, niet dragend, binnen spouwblad FH m² nr 32 Meetwijze
netto gemeten inhoud.
06.01.
RIOLERINGSLEIDINGEN EN WACHTBUIZEN
06.01.10
Rioleringsleidingen
Algemeen Materiaal
De rioleringsleidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.1. Uitvoering
De buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05. Scherpe hoeken in de tracés zijn niet toegelaten. Samenvoegingen van leidingen gebeuren steeds onder een hoek van 45°. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel voor als tijdens het lossen als bij of na het plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend; de wanden worden zo nodig geschoord teneinde inzakkingen te vermijden. De plaatsing van de buizen tussen twee putten of toestellen zal gebeuren met rechte stukken en in helling en vangt aan bij het laagste punt. De buizen worden over hun volledige lengte op de voorziene fundering ondersteund. De breedte van de fundering is minimaal gelijk aan de buitendiameter van de buis plus 30 cm. Bij muurdoorgangen worden de leidingen vrij geplaatst volgens STS 35.10.82. Onder funderingsplaten en zolen worden de rioleringen in een koker gelegd zodat boven de buis min. 5 cm ruimte vrij blijft.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 38 / 80
De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen op leidingen, toestellen en putten. Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het bestuur een tekening van rioleringsstelsel zoals het is uitgevoerd. Deze tekening bevat de juiste ligging en de hoogtepeilen van de diverse leidingen, verzamelputten en aflopen. Grond van alle aard, voortkomende van de uitgraving van de rioleringen welke overtollig is of niet geschikt voor wede aanvulling op de bouwplaats wordt weggevoerd. Alle kosten voortvloeiend uit de wensen van de aannemer om de grond op een andere plaats te stokkeren of gebruiken zijn ten laste van de aannemer. Alle bepalingen van Vlarebo en Vlarea zijn van toepassingen en moeten in acht genomen worden door de aannemer. Behoudens voorafgaandelijk (oriënterend) bodemonderzoek zijn alle onderzoeken, testen en labokosten voor rekening van de aannemer en dienen in de eenheidsprijzen verrekend te zijn. Indien naderhand blijkt dat te veel grond werd weggevoerd wordt deze opnieuw aangevoerd door en op kosten van de aannemer. Nibe milieuclassificatie milieuklasse 2a
06.01.15
Rioleringsleidingen uit polyethyleen FH m
nr 33 Materiaal
Leidingsysteem in HDPE: hoge dichtheidspolyethyleen PE 50 waaraan antioxidantia, hulpstoffen en 2 à 2,5% koolzwart toegevoegd zijn Volumemassa > 0,940 g/cm (NBN T42-406) Voor de drukloze afvoeren van hemelwater en huishoudelijke en industrieel afvalwater. Het afvoersysteem kan al dan niet ingegraven binnen- of buitenshuis aangewend worden. De afvoerbuizen bezitten het BENOR- merk van overeenkomstigheid volgens NBN EN 1519 reeks 16 (PN3,2) en reeks 12,5 (PN4) Verplichte opdruk buizen: . fabrieksmerk . PE - afvoer - BENOR . nominale diameter en wanddikte . T42 - 112, reeksnr: 16 . week en jaar van fabricatie Het HDPE afvoersysteem (buizen, hulpstukken en putten) heeft een doorlopende technische goedkeuring van het Butgb onder het nummer ATG 1700. Geschikt voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater waarvan de temperatuur 95° C kan bereiken, zonder begrenzing, noch in hoeveelheid, noch in duur? Het systeem bestaat uit buizen en vormstukken tot DN 315 die met elkaar verbonden worden door lassen (spiegellas of elektrische lasmof) en door koppelstukken met dichtingsring (steekmof, uitzetmof) diameters: 110, 125, 160, 200, 250. De op het plan aangegeven kleinere secties mogen ook in dia 110 uitgevoerd worden en worden ook zo verrekend. Kenmerken HDPE buizen: glad, ondoorschijnbaar en zwart van kleur standaardlengte: 5m BENOR- merk van overeenkomstigheid volgens NBN EN 1519. de buizen zijn getemperd, hierdoor worden de interne spanningen weggenomen Kenmerken HDPE hulpstukken: glad, ondoorschijnbaar en zwart van kleur wanddikte bedraagt minimum deze van de buizen de hulpstukken tot en met diam. 160 zijn uit één stuk gespoten samengestelde hulpstukken worden in de werkplaats van de leverancier gemaakt de fabricatie gebeurt d.m.v. spiegellas- of extrusie-lasmachines. Uitvoering
De aanleg gebeurt volgens de plannen met min. helling van :
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 39 / 80
0,5 cm/m voor de buitenriolering 1,5 cm/m voor de binnen riolering De aansluithoek tussen 2 leidingen bedraagt max. 45°. Enkel voor regenwaterafvoer is 90° toegelaten. De moffen worden stroomopwaarts gericht. Geen enkele verbinding der buizen is toegelaten in de dikte der betonnen funderingszolen- of muren. Bij muurdoorgangen, onder funderingsplaten en -zolen, worden de leidingen vrij geplaatst volgens STS 35.10.82 d.m.v. doorgangkokers d.w.z. P.V.C.-buizen met een diameter 1 diameter groter dan de door te voeren buis. De leidingen worden in de sleuven geplaatst en gefundeerd op een zandbed met een dikte van 15 cm (figuur 2 van STS 35.45.12). De breedte van de fundering is minimaal gelijk aan de buitendiameter van de buis plus 50 cm. De diepte van de sleuf is afhankelijk van het niveau waarop de lozing moet gebeuren en van de helling die aan de leidingen moet gegeven worden. Ze mag echter niet kleiner zijn dan:1 meter voor buizen op plaatsen toegankelijk voor het verkeer 0,5 m voor andere buizen. Te diepe uitgravingen worden met gestabiliseerd zand opgevuld. De wederaanvullingen van de sleuven worden uitgevoerd met te verdichten zand voor binnen- en buitenriolering. Het wordt naast de buis in lagen aangebracht en zeer goed verdicht tot er geen volumewijzigingen meer optreden. Over een hoogte van 30cm boven de buis, wordt de aanvulling slechts verdicht aan beide zijden van de buis (niet meer recht boven de buis). Hierboven kan de sleuf met gewone aarde worden volgestort en verdicht over de volle sleufbreedte. Ter plaatse van de aansluiting op de nog te plaatsen standleidingen van fecaal- en huishoudwater van de verdieping (gesitueerd in de kruipkelder) zal een reinigingsstuk met af schroefbaar deksel, eveneens in hard polyethyleen en dichtingsjoint voorzien worden zodat controle mogelijk is. Toepassing
Gravitaire riolering van Wachthuis tot ontspanningsput en gravitaire aansluiting van pompput naar perceelsgrens. Meetcode
netto gemeten lengten gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of het toestel, alle nodige hulp- en passtukken, overgangsstukken, uitgravingen en aanvullingen inbegrepen in de eenheidsprijs. Nibe milieuclassificatie milieuklasse 1b
06.01.20 Kokerbuizen 4/09/2014
Algemeen Omschrijving
Het betreft ingemetselde of ingegraven buizen bestemd voor het doorvoeren van kabels of leidingen. Materiaal
De leidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.1 Uitvoering
De ingegraven buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05 op een diepte te bepalen door de leidende ambtenaar of volgens de aanduidingen op het plan onder het maaiveld of de buitenbevloeringen. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel vóór als tijdens het lossen als bij of na het plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend; de wanden worden zo nodig geschoord teneinde inzakkingen te vermijden. De plaatsing van de buizen tussen twee aansluitpunten of putten zal gebeuren met rechte stukken. De buizen worden over hun volledige lengte gefundeerd op een voldoende breed zandbed van 10 cm dikte en hierin verzonken (STS 35.45.12 fig. 2). In geval van gebundelde kokerbuizen worden de ruimten tussen de buizen eveneens opgevuld met zand. De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen, waarbij scherpe bochten vermeden worden. Bij de doorboringen van wanden worden maatregelen getroffen
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 40 / 80
om water insijpeling te vermijden. De wederaanvullingen van de sleuven mag slechts aanvangen na goedkeuring van de leidende ambtenaar. In de wachtbuizen bestemd voor kabels worden voorlopige, gegalvaniseerde stalen trekdraden geplaatst teneinde de kabeldoorvoer te vergemakkelijken. Vóór de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het kokerstelsel. Deze aanduidingen mogen tevens op het uitvoeringsplan van de rioleringen voorkomen.
06.01.21
Kokerbuis uit polyvinylchloride
Materiaal
De leidingen uit niet geplastificeerd PVC beantwoorden aan NBN T42-107 of NBN T42-108, reeks 25 / 20. De hulpstukken beantwoorden aan NBN T42-601 en addendum 1. De buizen zijn voorzien van een mof met elastische dichtingsring en afgeschuind spie-einde ofwel worden ze onderling verbonden door middel van een koppelstuk met dubbele mof en elastische dichtingsringen. De buizen met bijhorende koppel- en hulpstukken hebben een technische goedkeuring BUtgb of EUtgb of zijn Benor gekeurd. De diameter is bepaald in de post. Uitvoering
De wederaanvullingen van de sleuven worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen / te verdichten zand voor mager beton volgens NBN 589-103 / gestabiliseerd zand samengesteld uit 100 kg cement sterkteklasse 32,5 voor 1 m³ zand voor mager beton volgens NBN 589-103. De onderscheiden plaatsen met verschillende wederaanvulling worden onder "Toepassing" aangegeven. Toepassing
Aard van de aanvulling: Meetcode
Meetcode :
Netto te plaatsen lengte van de leidingen, gemeten volgens de aslijn. Er wordt een supplement aangerekend voor bochten + 0,20 m buis. In de eenheidsprijs zijn begrepen: de uitgravingen, de schoor- en stutwerken, de leidingen en hulpstukken, de verbinding met de aansluitputten, de muurdoorgangen, de wederaanvullingen, het vervoer van de overtollige grond buiten de bouwplaats, alle werken voor het voorlopig afvoeren van het oppervlaktewater, de tekening van het kokerstelsel.
06.01.21D
diameter 110 mm FH m
volgnr. 34 Meetcode
meeteenheid : m
06.02.
Bijzonder rioleringswerken
06.02.20
Draineringleidingen
Algemeen Omschrijving Het betreft een ingegraven draineringsysteem bestemd voor het permanent opvangen en afvoeren van grondwater en/of oppervlaktewater. Materiaal De draineringleidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.72. Het draineringsysteem wordt opgebouwd uit voerbuizen die geheel omringd worden met een filter met korrel- of vezelstructuur en
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 41 / 80
afgedekt met een draineermassief. In principe zijn de draineerbuizen vóór het leggen met filtermateriaal omhuld. Uitvoering De sleuven worden uitgegraven onder het onderste peil waarop het algemeen droog grondverzet wordt uitgevoerd of onder het peil waarop het grondwater of oppervlakte water permanent moet opgevangen of afgevoerd worden. De sleufbreedte is aangeduid in de post. De sleufwanden zijn verticaal en vlak. De sleufbodem is vlak en vertoont geen golvingen. Indien een fundering voorzien is helt deze af naar de onderste grens van het doorlatend gedeelte van de draineringleiding. De draineerbuizen worden rechtlijnig gelegd, van stroomafwaarts naar stroomopwaarts en onder voldoende helling om het draineerwater af te voeren. De opwaartse uiteinden worden afgesloten met duurzame gronddichte stoppen. Bochten worden uitgevoerd door de buizen in boogvorm te leggen of wanneer dat niet mogelijk is zonder afbreuk te doen aan de doorsnede en/of de voegen, worden geprefabriceerde bochtstukken aangewend. Wijzigingen in de dwarse doorsnede worden uitgevoerd d.m.v. geprefabriceerde verloopstukken. De aannemer verwezenlijkt alle onderlinge aansluitingen en de aansluiting op het rioleringsstelsel of de verzamelputten. De uitmondingen in verzamelputten worden uitgevoerd d.m.v. waterdichte buizen van minstens 0,50 m lengte. De draineerbuis en de waterdichte buis overlappen elkaar ten minste 20 cm. Hun verbindingen en de uitmondingen in de verzamelputten zijn gronddicht. De sleuven worden door bemaling droog gehouden vanaf het uitgraven tot en met het aanvullen. Vóór de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het draineringstelsel zoals het is uitgevoerd. Deze tekening bevat de juiste ligging en de hoogtepeilen van de diverse leidingen. Deze aanduidingen mogen tevens op het uitvoeringsplan van de rioleringen voorkomen.
06.02.21
Draineringleiding uit PVC
Materiaal De buizen uit hard PVC beantwoorden aan de bepalingen van ontwerpnorm NBN T42-113 en zijn cirkelvormig en hebben een gegolfde wand voorzien van perforaties. De nominale buitendiameter is bepaald in de post. De buizen zijn voorzien van een vezelfilter bestaande uit 4 mm kokosvezels (min. 750 g/m²) De korrelfilter is opgebouwd volgens STS 35.72.43.21 met opeenvolgende lagen: rolgrind 16/32, steenslag 2/8 en grof zand. Uitvoering De breedte van de sleuf bedraagt minstens 50 cm. De draineringbuizen worden gelegd met gesloten voegen. Het draineermassief wordt aangebracht tot op 0,50 m van de oppervlakte. Minimum diepte van de drainageleiding is 60cm maximum diepte van de drainage leiding is 90cm De wederaanvulling van de sleuven wordt uitgevoerd met aangedamde grond voorkomend van de uitgravingen Daar waar de drainageleidingen uitkomen in het talud bij de grachten worden deze voorzien van een PE eindstuk voorzien van een RVS rooster. Het eindstuk steekt minstens 80cm uit het talud en is in totaal minstens 2m lang Laagdikte van de wederaanvulling: 20cm Meetcode Meetcode Netto te plaatsen lengte van de leidingen, en hulpstukken, gemeten volgens de aslijn. In de eenheidsprijs zijn begrepen: de grondbemalingen, de uitgravingen, de schoor- en stutwerken, de buizen en hulpstukken, alle aansluitingen, de filter, het draineermassief, het geotextiel, de wederaanvullingen en de afvoer van de overtollige grond buiten het Staatsdomein, alsook de tekening van het draineringstelsel.
06.02.21b
diameter 80 mm VH m
nr 35 Meetcode meeteenheid
m
06.02.21c
Eindstukken PE diameter 100 mm FH st
nr 36
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
Meetcode meeteenheid
m
06.04.
PUTTEN EN GEULEN
p. 42 / 80
Algemeen
Alle werken worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater zijn begrepen in de eenheidsprijs van de betreffende putten. Het peil van de bodem van de putten wordt bepaald zodanig dat de put op zijn maximale capaciteit functioneert. De aan- en afvoerrioleringsbuizen worden waterdicht aangesloten op de putten. Er mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door de architect.
06.04.20
Prefab Inspectieputten
Algemeen Materiaal
De funderingsplaat wordt uitgevoerd in schraal beton met volgende samenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B 11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103. Uitvoering
Alle werken worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater zijn inbegrepen in dit artikel. De inspectieput wordt aangezet op een funderingsplaat die 10 cm buiten de putwanden reikt. Er mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling nadat de afgewerkte inspectieput gekeurd is door het Bestuur.
06.04.23
Prefab inspectieput uit polyvinylchloride
Materiaal
De prefab inspectieput bezit een technische goedkeuring Butgb of Eutgb. Het lichaam van de put is vervaardigd uit niet geplastificeerde Pvc-buizen beantwoordend aan NBN T 42108, reeks 25. De bodem van de put wordt vervaardigd uit PVC. Voor de aansluitingen worden PVChulpstukken gebruikt beantwoordend aan NBN T 42-601 en addendum 1, voorzien van lippendichtingen uit Styreen-Butadeen-Rubber (SBR). De prefab inspectieput wordt in de fabriek vervaardigd volgens de plaatsingsplannen te leveren door de aannemer. De bodem van de inspectieput is vlak. Putdiameter: 315 mm. De dikte van de funderingsplaat is 15 cm. De standaardhoogte van de put wordt luchtdicht verhoogd tot het gewenste peil doormiddel van een stuk buis van de corresponderende diameter. Uitvoering
De wederaanvullingen rond de inspectieput worden uitgevoerd met te verdichten gestabiliseerd zand, samengesteld uit 100 kg cement sterkteklasse 32,5 per m³ zand voor mager beton volgens NBN 589-103. Toepassing
Putten van wachtbuis tussen transfo en Neerhoeve Meetcode
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 43 / 80
Meetcode : Netto uit te voeren hoeveelheid volgens type en diameter. In de eenheidsprijs zijn de grondwerken en de fundering begrepen. Bij een inspectieput welke niet opgetrokken wordt tot het maaiveld is het afsluitdeksel inbegrepen.
06.04.23A2 toezichtput diameter 315 mm FH st nr 37 Meetcode
Netto hoeveelheid :
06.04.24
st
Prefab inspectieput uit polyethyleen
Materiaal
De prefab inspectieput bezit een technische goedkeuring Butgb of Eutgb. De prefab put wordt vervaardigd uit polyethyleen type MDPE (Medium Dichtheid Polyethyleen) en bestaat uit verschillende basiselementen die met elkaar verbonden worden door middel van extrusielas. Voor de aansluitingen op PE-buizen worden aangepaste PE-buisstukken voorzien of ingeval in combinatie met PVC-leidingen worden Benor gekeurde PVC-moffen met gefixeerde rubbermanchetten voorzien. De prefab inspectieput wordt in de fabriek vervaardigd volgens de plaatsingsplannen te leveren door de aannemer. De bodem van de inspectieput is voorgevormd en geprofileerd in de vloeirichting van de buizen. Putdiameter: 1000 mm. De dikte van de funderingsplaat is 15 cm. De standaardhoogte van de put wordt luchtdicht verhoogd tot het gewenste peil doormiddel van opzetstukken. De opzetstukken voor de put met diameter 1000 mm zijn voorzien van stijgtreden, geschrankt gemonteerd. Het laatste opzetstuk bezit een concentrisch verloop naar diameter 600 mm toe. Uitvoering
De wederaanvullingen rond de inspectieput worden uitgevoerd met te verdichten zand voor mager beton volgens NBN 589-103. Toepassing
Put als ontspanningsput voor gravitaire aansluiting Meetcode
Netto uit te voeren hoeveelheid volgens diameter. In de eenheidsprijs zijn de grondwerken en de fundering begrepen
06.04.24D
Prefab inspectieput uit polyethyleen diameter 1000 mm FH st
nr 38 Meetcode
Netto hoeveelheid :
06.05.
st
DEKSELS EN ROOSTERS
Algemeen
het betreft deksels met kaders op putten voor voetgangersverkeer. het kader of de omranding uit beton wordt in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel van de categorie M2 van NBN B 14-001 met volgende samenstelling: 300kg cement sterkteklasse 30 per m3 droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand).
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
06.05.10
Enkele putdeksels
06.05.11
Enkel putdeksel uit gietijzer FH st
p. 44 / 80
nr 39 Materiaal
Kader en deksel in gietijzer. De aanslag van het kader en van het deksel is uitgevoerd in dubbele tand- en groefvorm welke wordt ingevet om de dichtheid te verzekeren. Afmetingen: 395x395mm voor putten diameter 315mm. Proefbelasting: 6 ton. Betonrand wordt aangewerkt met bestaande vloer. Uitvoering
verwijdering van bestaande betonnen deksels op bestaande schepputten voor regenwaterafvoeren de prefabbetonrand wordt volgens voorschriften van de fabrikant geplaatst op de put het kader + deksel worden vervolgens volgens voorschriften van de fabrikant geplaatst op de prefabbetonrand Het gietijzer van deksel en kader wordt ontroest, geschilderd met 1 laag menieverf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van urethaan-alkydhars (cfr. omschrijving art. 15.06.17-buitenschilderwerken op blank staal en gietijzer o.b.v. urethaan-alkyd) Toepassing
Voor putten van wachtbuis tussen transfo en Neerhoeve en voor onderdoorgang wachtbuizen Meetcode
Meetcode randen
inbegrepen zijn de nodige schilderwerken en het vervaardigen of leveren van de beton
06.05.12
Enkel scharnierend putdeksel uit gietijzer FH st
nr 40 Materiaal
Kader en deksel in nodulair gietijzer. De kader is met beton gevuld volgens DIN 19584-6. De aanslag van het kader en van het deksel is uitgevoerd in dubbele tand- en groefvorm met dempende dichting. Afmetingenkader: 850x850mm met rond deksel zonder beluchtingsopeningen met een vrije opening van 600mm. Deksel met scharnierende opening Proefbelasting: 4 ton. Belastingsklasse D400 Betonrand wordt aangewerkt met bestaande vloer. Uitvoering
het kader + deksel worden vervolgens volgens voorschriften van de fabrikant geplaatst op de prefabbetonrand Het gietijzer van deksel en kader wordt ontroest, geschilderd met 1 laag menieverf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van urethaan-alkydhars (cfr. omschrijving art. 15.06.17-buitenschilderwerken op blank staal en gietijzer o.b.v. urethaan-alkyd) Toepassing
Putdeksel ontspanningsput en pompputten Meetcode
Meetcode randen
inbegrepen zijn de nodige schilderwerken en het vervaardigen of leveren van de beton
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
06.07.
VERZAMELPUTTEN
06.07.30
Pompputten
p. 45 / 80
Algemeen Materiaal
De pompputten beantwoorden aan STS 35.50.2 en 35.50.3. Uitvoering
Alle werken worden uitgevoerd in het droge. De graafwerken, het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater zijn begrepen in dit artikel. Het peil van de bodem van de put wordt bepaald zodanig dat de put op zijn maximale capaciteit functioneert. De aan- en afvoerleidingen zijn waterdicht aangesloten op de put. De put is voorzien van een verluchtingsysteem in overeenstemming met STS 62.5. De put wordt aangezet op een funderingsplaat welke min. 10 cm rond de put uitsteekt. Er mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het bestuur. Bij de voorlopige oplevering zal de pomp put gekuist zijn.
06.07.31
Pompput uit beton met automatische hevelinstallatie
PM
nr 41 Materiaal
Gas- en reukdichte geprefabriceerde put uit gewapend beton bestaande uit één element. Nuttige inhoud volgens berekeningsnota. Een berekeningsnota van de put wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. Op de put wordt een mangat met binnen afmetingen 60 x 60 cm gemetseld voorzien van een reukdicht deksel. Metselwerk mangat met volle baksteen 19 cm dik volgens NBN B24-001 en index 02.11A van het T.B. 104. Aan de bovenzijde wordt een omranding voorzien in licht gewapend beton voor het plaatsen van putkader en -deksel. bepleisteringsmortel van het mangat (binnen- en buitenzijde): waterdichte cementering, vrij van organische stoffen en oliën. na voldoende verharding wordt de bepleisteringmortel bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen à rato van min. 200 gr/m2 en per laag. de put wordt gefundeerd op een plaat uit schraal beton met volgende samenstelling: 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B11101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103, dikte: 15cm. aanvullingen rond put d.m.v. verdicht zand pompinstallatie: in de put zijn twee pompen te voorzien, niveausturing en bedieningsbord met alarmmelding. De pompen vormen een compact geheel, met gemeenschappelijke as, dat ondergedompeld kan werken. De pompen zijn uitgevoerd met een antiblokkeersysteem, samengesteld uit een open één kanaal waaier met nastelbare versnijdende bodemplaat die een verstopping vrije werking garandeert bij rioolwater met vaste en vezelachtige bestanddelen. Het pomphuis, de waaier en de bodemplaat zijn uit gietijzer. De motoren zijn driefasige kooianker motoren met een vermogen volgens studie van de fabrikant, ter goedkeuring voor te leggen in functie van het te verpompen debiet en de geldende reglementering. De motoren zijn voorzien van een koelmantel waarin het verpompte water rondcirculeert en voor de nodige verkoeling zorgt. Het verpompte water wordt, vooraleer de koelmantel in te stromen, door een op de waaier gegoten gekartelde ring versneden. De asdichting tussen pomp en motor gebeurt d.m.v. een dubbele asafdichting. Aan de pompzijde bestaat deze uit een draai zin onafhankelijke balgdichting met siliciumcarbid glijvlakken, temperatuur schokvast en bestand tegen abrassieven. Deze mechanische dichting draait in een oliebad waarin zich een sonde bevindt ter controle op waterindringing. Deze sonde wordt verbonden met het bedieningsbord en zal bij waterindringing in de oliekamer een alarmsignaal doorgeven. De as, bouten en moeren zijn in roestvrij staal.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 46 / 80
Het bedieningsbord is voorzien van een scharnierend voorpaneel, een hoofdschakelaar en zekeringen (automaten), stuurstroomzekeringen (automaten), sturing op 220V, magneto- thermische beveiliging, keuzeschakelaar hand-O-auto, getuigenlampen, urenteller, spanningsloos contact voor externe alarmmelding, automatische werking op basis van een pneumostatische niveau sturing, elektrisch schema. Installatie conform het ARAB (algemeen reglement op de arbeidsbescherming) en Codex welzijn op het werken het AREI. De installatie is voorzien van een schuifafsluiter met flenzen voor de toevoerleiding, inclusief aansluitmoffen. handpomp: bij het geheel wordt een handbediende membraanpomp geleverd teneinde de put bij panne te kunnen leegpompen. Uitvoering
de put wordt vorstvrij geplaatst volgens voorschriften van de fabrikant en volgens planaanduidingen de bodem van de uitgraving wordt bedekt met een zandlaag van 10cm. de putten worden volkomen horizontaal geplaatst, rekening houdend met het niveau van de in- en uitlaat. de zijdelingse aanvulling uitgevoerd in lagen van 20cm wordt uitgevoerd met zand zonder puntige of scherpe voorwerpen. Naarmate de verdichting vordert vult men de put gelijktijdig met zuiver water. Op deze wijze wordt de druk aan binnen- en buitenzijde van de put gelijk gehouden. de toestellen moeten zodanig geplaatst worden dat de toezichtluiken zich op het niveau van het maaiveld bevinden. De installatie wordt geplaatst door ervaren en gespecialiseerd personeel. Toepassing
pompput in functie van de diepte straatriolering in overleg met het bestuur Meetwijze
uitgravingen, aanvullingen, funderingsplaat, aansluiting van de leidingen, verluchtingsleidingen, mangaten en omranding in licht gewapend beton voor plaatsing kader en deksel dienen inbegrepen te zijn in de eenheidsprijs. Reukdicht deksel, pompinstallatie en elektrische voorzieningen inbegrepen in dit artikel.
06.08.
RIOLERINGSAANSLUITINGEN
06.08.10
Aansluiting op rioleringsstelsel
Algemeen Materiaal
De aansluiting wordt uitgevoerd met hulpstukken en bochtstukken uit hetzelfde materiaal als de aan te sluiten afvoerbuis. Uitvoering
Voor de uitvoering van de aansluiting zal de aannemer zich vergewissen van de ligging van de nutsleidingen. De aansluitopening heeft een gave doorsnede. Na de aansluiting mogen geen brokstukken achterblijven in de riolering.
06.08.11
Aansluiting op rioleringsstelsel binnen het domein
GP
nr 42 Uitvoering
Het werk omvat alle werken en materialen nodig voor aansluiting vanaf de standpijp tot aan de bestaande putten. Alle werken nodig om bestaande leidingen die behouden te vrijwaren van beschadiging door het uitvoeren van werken die begrepen zijn in deze aanneming. Toepassing Meetcode
De buizen worden gemeten onder de betreffende posten van de rioleringsleidingen.
P04700
08.
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 47 / 80
AAN - EN AFVOERLEIDINGEN
Alle sanitaire leidingen en hun plaatsing zullen beantwoorden aan de voorschriften van STS 62. Alvorens de werken aan te vatten moet de aannemer der sanitaire werken het tracé van de leidingen en de plaats van de toestellen of eventuele wijziging hieraan door de leidende ambtenaar laten goedkeuren. Schade aan het gebouw zal zonder enig recht op vergoeding worden hersteld. Omschrijving Levering, plaatsing en aansluiting van het geheel van sanitaire aanvoer- en afvoerleidingen, inclusief alle toebehoren noodzakelijk voor het optimaal functioneren van de sanitaire toestellen. De aannemer kan zich niet op een onvolledigheid van de plannen of het bestek beroepen om zijn leveringen en/of werken te beperken. Door het indienen van zijn offerte erkent de aannemer dat hij hiermee heeft rekening gehouden bij het opstellen van zijn eenheidsprijzen. Materialen
Alle materialen zijn nieuw en worden geleverd in een aangepaste verpakking met genormaliseerde codering om identificatie toe te laten. Alle gebruikte materialen zijn onderling verenigbaar. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het vermijden van elektrochemische koppels. In hun functie en plaatsing mogen de materialen geen negatieve invloed hebben op de goede en rendabele werking van de sanitaire installatie of gelijk welke component ervan (elektrolyse, putcorrosie, galvanische koppels). De aannemer zal pas overgaan tot de bestelling van de materialen na goedkeuring door het Bestuur van de materiaallijst en alle nodige technische documentatie in het Nederlands, attesten, monsters,… en vermelding van oorsprong. Bij levering op de werf wordt door de ontwerper de overeenstemming met de goedgekeurde materialenlijst nagegaan. Alle afgekeurde leveringen moeten onmiddellijk van de werf verwijderd worden. De goedkeuring van de leveringen houdt geen goedkeuring van de werken in. De aannemer is volledig verantwoordelijk en neemt alle nodige maatregelen voor het transport, de opslag en de verwerking van de materialen volgens de wettelijke voorschriften, de bepalingen van het bestek, de regels van goed vakmanschap en de voorschriften van fabrikant en leverancier. Uitvoering
ALGEMEEN De uitvoering voldoet aan de voorschriften van het Technisch Reglement van AquaFlanders en de technische voorschriften van Belgaqua, de plaatselijke waterverdeling maatschappij en De Watergroep. LEIDINGVERLOOP - DIMENSIONERING Het leidingverloop voor watertoevoer- en afvoerleidingen samen met de vereiste diameters zijn schematisch aangeduid op de plannen. Bij ontbreken van dergelijk schema en/of wanneer de aannemer het - i.v.m. het optimaal functioneren van de installatie - nodig acht hieraan wijzigingen door te voeren, zal - voor de aanvang van de werken - een (aangepast) hydraulisch schema ter goedkeuring worden bezorgd aan het Bestuur en de ontwerper. Het definitieve tracé van de leidingen wordt vastgelegd in overleg met de ontwerpers en de andere aannemers. DOORVOEREN - SLEUVEN Boringen, kapwerken en sleuven worden tot een strikt noodzakelijk minimum beperkt en mogen de functionaliteit van de bouwelementen niet beïnvloeden. De nodige uitsparingen worden zoveel mogelijk tijdens de ruwbouwwerken voorzien. Eventuele kruisingen, doorvoeren of andere moeilijkheden worden vakkundig opgelost in coördinatie met de diverse aanwezige ambachten. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van aangepast trillingsarm materieel (zagen, frezen, slijpen, boren, …). Doorboringen in zichtbaar blijvend metselwerk of betonelementen zullen steeds uitgevoerd worden met een gekoelde diamantboor of -schijf. Daarbij wordt erop toegezien geen wapeningen van het beton te beschadigen of bloot te leggen. Bij twijfel over de juiste locatie van de wapeningen raadpleegt de aannemer voorafgaandelijk de architect en/of de stabiliteitsingenieur.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 48 / 80
Sleuven in muren hebben een aangepaste sectie, zonder de stabiliteit in gevaar te brengen. Het horizontaal inwerken van leidingen in wanden met een dikte van of minder dan 9 cm en het inwerken in de holle ruimten van samengestelde wanden of vloeren is absoluut verboden, tenzij dit expliciet is beschreven in het bestek. Alle doorvoeringen worden zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buizen niet kunnen belasten. Bij een muur- of vloerdoorgang worden daartoe aangepaste beschermhulzen / doorvoermoffen rond de leidingen geplaatst, waarin de buizen vrij kunnen bewegen. Afhankelijk van de voorziene oppervlakteafwerking zullen de hulzen ca. 1 cm door de afgewerkte muren en de plafonds uitsteken en ca. 2 cm door de bovenzijde van de afgewerkte vloeren. Na het plaatsen van de leidingen moeten de gemaakte sleuven en doorgangen opnieuw worden gedicht, rekening houdend de voorziene oppervlakteafwerking van de omgevende wand. De dichting mag de uitzetting van de leidingen niet verhinderen. Zichtbare leidingen, hun bevestigingen en isolatie worden beschermd tegen bevuiling en beschadiging. Bij het voltooien van de installatie zorgt de aannemer voor een grondige reiniging ervan. BRANDWEERSTAND Er wordt rekening gehouden met eventuele bijkomende eisen betreffende brandveiligheid conform de basisnormen brand (KB 19/12/1997 en aanvullingen). Bij iedere doorgang van een leiding door een aanwezige brandcompartimentering wordt gebruik gemaakt van geattesteerde doorgangshulzen of van een kragensysteem met een brandwerende massa. Attesten dienen voorgelegd te worden bij de monsterkeuring. LUCHTDICHTHEID EN DAMPREMMENDE LAGEN Bij doorvoeren door de omhulling van het beschermd volume moet de continuïteit van de luchtdichte laag perfect en duurzaam verzekerd worden om de resultaten van een eventuele luchtdichtheidsproef niet negatief te beïnvloeden. Dit gebeurt in overleg met de architect. Doorvoeren door dampremmende lagen moet zorgvuldig aangewerkt worden en mogen de dampremmende prestaties niet verminderen. AKOESTIEK De leidingen moeten correct bevestigd worden om de voortplanting van trillingen te dempen en elk hinderlijk geruis bij waterafname te voorkomen. De aannemer dient daarom alle schikkingen te treffen om een stille werking van de installatie toe te laten: - Bij zwevende vloeren worden de doorvoeren voorzien een akoestische isolatie rond de buizen zodat de continuïteit van de akoestische vloerisolatie overal verzekerd blijft. - Alle contacten tussen de bevestigingsmiddelen en de leidingen worden vermeden door steunbeugels aan de binnenzijde te voorzien met een soepele elastische laag. - Het opvullen van de ruimte tussen doorvoerkokers en buizen met een aangepaste isolatie. - Voorzieningen treffen om waterslag uit te sluiten. - De watersnelheden te beperken om stromingsgeluiden verkleinen. SPOELING VAN DRINKWATERLEIDINGEN Elke installatie wordt na de drukproef grondig gespoeld met koud leidingwater met een snelheid van minstens 1 m/sec. De spoeling gebeurt progressief per leidingsectie vanaf de waterteller naar de aftappunten. De delen van de installatie die apart gespoeld worden moeten van elkaar afgesloten kunnen worden. Het koud waterleidingnet wordt gespoeld vóór het warmwaterleidingnet. Toestellen in het leidingnet (zoal waterontharders, thermostatische regelkleppen, waterverwarmers,…) worden afzonderlijk gespoeld volgens de voorschriften van de leverancier. Voor deze toestellen wordt een tijdelijke bypass voorzien tijdens het spoelen van de installaties. De controle gebeurt door het water aan de aftappunten te vergelijken inzake troebelheid en kleur met het water genomen aan de teller. Bij visuele verschillen wordt de betrokken leidingsectie opnieuw gespoeld. Indien na de spoeling de installatie nog geruime tijd ongebruikt blijft, moet het water in het leidingnet minstens één keer per week ververst worden. Keuring en markering
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 49 / 80
GELIJKVORMIGHEIDSKEURING De drinkwaterinstallatie dient te voldoen aan de voorschriften van de waterdistributiemaatschappij, het Technische Reglement van het AquaFlanders en de technische voorschriften van Belgaqua. Bij toepassing van het decreet betreffende water bestemd voor menselijke aanwending van 24 mei 2002 (Drinkwaterdecreet) dient de installateur de door hem uitgevoerde waterafvoer en sanitaire installatie te laten goedkeuren door een erkend organisme, aanvaard door de watermaatschappij. Deze gelijkvormigheidskeuring moet plaatsvinden voor de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen. Daartoe wordt een uitvoeringsplan van de waterafvoer, de sanitaire installatie en een lijst van de aan te sluiten toestellen opgemaakt door de uitvoerder. Voor de verschillende installaties dient een afzonderlijk attest te worden voorgelegd. Voor alle keuringen zal een keuringsattest zonder opmerkingen afgegeven worden. Het aanvragen en de kosten verbonden aan de keuring van de sanitaire installaties, en alle gebeurlijke onkosten verbonden aan veranderingen, die zouden worden opgelegd wegens disconformiteit met de reglementaire voorschriften, zijn volledig ten laste van de inschrijver. De vereiste gelijkvormigheidskeuringen dienen minimaal 30 kalenderdagen vóór de officiële einddatum van de werken ter beschikking gesteld worden van de bouwheer. Bij het ontbreken van de keuringsattesten binnen de vooropgestelde termijn is de aannemer verantwoordelijk voor alle eventuele bijkomende kosten m.b.t. de ontzegeling van verzegelde watermeters, die in dit geval verrekend zullen worden aan de tarieven van de netbeheerder. GETUIGERINGEN & KLEURCODES Bij collectieve installaties worden verplicht getuigeringen aangebracht volgens kleurcoderingen volgens NBN 69. Deze zijn inbegrepen in de prijs van de leidingen. - 1e kleur: functie fluïdum - 5 cm breed - 2e kleur: typerende eigenschap fluïdum - 2,5 cm breed - 3e kleur: bijkomende eigenschap fluïdum - 1,5 cm breed De kleuren worden ringvormig rond de leidingen of de isolatie geplaatst door middel van gekleurde kleefband met een tussenafstand van ca. 6 m en ter plaatse van elke aftakking en afsluitkraan en met tenminste 1 aanduiding per niveau of technisch geheel. De ringen worden naast elkaar aangebracht. Voor bluswater, gassen en stookolieleidingen moet de leiding over zijn volledige lengte in de basiskleur (1e kleur) geschilderd worden. Voor luchtkanalen volstaat een kleuraanduiding van een 10-tal cm hoog aan te brengen om de 3 m en op minstens 2 vlakken. Fluïdum Kleurcode WATER Koud - niet onthard Groen - wit - zwart Koud - onthard Groen - wit - grijs Warm (sanitair) - vertrek Groen - geel - rood Warm (sanitair) - terug Groen - geel - blauw Afvoer - riolering (onder vloer) Groen - zwart - zwart Afvoer - fecaliën Groen - zwart - bruin Afvoer - verluchting Groen - zwart - blauw Afvoer - huishoudelijk (grijs water) Groen - zwart - grijs Afvoer - regenwater (wit water) Groen - zwart - wit Verwarming (secundaire kring) - vertrek Groen - oranje - rood Verwarming (secundaire kring) - terug Groen - oranje - blauw Verwarming (primaire kring) - vertrek Groen - groen - rood Verwarming (primaire kring) - terug Groen - groen - blauw BLUSWATER Rood STOOKOLIE Vertrek Bruin - wit - rood Terug Bruin - wit - blauw GASSEN Aardgas Geel - bruin
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 50 / 80
LUCHTBEHANDELING Buitenlucht name Blauw - blauw Behandelde lucht (warm) - aanvoer Blauw - geel - rood Behandelde lucht (koud) - aanvoer Blauw - wit - rood Afzuiging omgevingslucht - afvoer Blauw - zwart - blauw Afzuiging recyclagelucht - afvoer Blauw - grijs - blauw KENPLATEN Bij collectieve installaties worden kenplaten aangebracht. Deze zijn inbegrepen in de prijs van de toestellen en leidingen. Elk toestel wordt aangeduid met onuitwisbaar gegraveerde kunststofplaatjes overeenkomstig de op de asbuilt plannen en schema’s voorkomende gegevens. Op alle leidingen worden kenplaatjes met benaming en kringnummer aangebracht met een tussenafstand van ca. 10 m en bij alle aftakkingen. De benaming en de nummering stemmen overeen met deze aangeduid op de as-built plannen en schema’s. De plaatjes worden onverliesbaar bevestigd.
08.01.10
Ingegraven waterleidingen
Algemeen
Het betreft leidingen geplaatst in volle grond en bestemd voor aanvoer van water. Materiaal
De waterleidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 62. Uitvoering
De leidingen worden geplaatst volgens STS 62.00.08. en de T.V. 114 (Sanitair Reglement) . Alle buizen welke beschadigd worden, zowel tijdens het lossen als bij het plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend. De leidingen worden over hun volledige lengte op de voorziene fundering ondersteund en geplaatst volgens zoveel mogelijk rechtlijnige tracés en derwijze dat de uitzetting van de buizen verzekerd is. De wanden van de sleuven worden zo nodig geschoord om afkalvingen te voorkomen. De leidingnetten hebben de kenkleuren volgens NBN ISO 14726-1 : rood voor warm-, blauw voor koud-, groen voor regenwater en signaalrood voor brandleiding. De kleur wordt aangebracht door middel van een doorlopend PVC lint dat op de buizen gekleefd wordt. Bij muur- en vloerdoorgangen worden de leidingen beschermd door aangepaste doorvoermoffen en waterdicht afgewerkt voor de buitenwanden. De installatie wordt beproefd op waterdichtheid bij een druk van minstens 1,5 maal deze van het net. Op het ogenblik dat deze druk bereikt is zal hij gedurende 2 uur volgehouden worden. Deze proeven worden gedaan door de aannemer met eigen materiaal en eigen personeel. Het Bestuur zal tijdig verwittigd worden van het begin van de proeven teneinde de controle uit te oefenen. De wederaanvullingen mogen slechts aanvangen na het uitvoeren van de controleproef en na goedkeuring door het Bestuur. Het leidingennet wordt aangesloten op de voeding. Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening op calque van het waterleidingsnet, zoals het is uitgevoerd met aanduiding van alle diameters en de aard der leidingen. De peilen van de diverse leidingen ten opzichte van het referentiepeil zijn tevens op te geven. Proeven
Vóór het aanbrengen van de dekvloer wordt per installatie verplicht een druktest uitgevoerd. De proef wordt uitgevoerd nadat het systeem een voldoende mechanische weerstand heeft opgebouwd (verharding van verlijmingen, afkoeling lassen,…) en bij een nagenoeg constante omgevingstemperatuur. De leidingen mogen pas na uitvoering van de drukproeven en de goedkeuring door het Bestuur worden ingestort. Beschrijving van de proef
Na ontluchting wordt de installatie onder een waterdruk gezet van 1,5 maal de nominale druk, de proefdruk mag niet meer dan 5 bar hoger zijn dan de nominale druk (15 bar bij PN10, 21 bar bij PN 16). Na 10 en 20 minuten wordt de druk terug op peil gebracht. De druk wordt gemeten na 30 en 60 minuten. Indien de druk
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 51 / 80
met minder dan 0,6 bar is gedaald wordt aangenomen dat het systeem geen merkbaar lek vertoont en kan de proef zonder verder pompen worden voortgezet. Indien na een volgende periode van 2 uur de druk met meer dan 0,2 bar is gedaald wordt het systeem als ondicht beschouwd en moet het lek worden opgespoord en verholpen. In geval van -buis in buis- systemen moet de montage toelaten een beschadigde binnenbuis, zonder breekwerken, bij middel van een trekkoppeling te vervangen. De ontwerper houdt zich het recht voor een demonstratie van een dergelijke vervanging te laten uitvoeren door de installateur op een willekeurig gekozen leidingelement, zonder dat hiervoor een meerkost kan worden aangerekend. Waarborgen
De aannemer levert solidair met de leverancier een schriftelijke systeemwaarborg af van tien jaar, vanaf de voorlopige oplevering, die elke mogelijke schade dekt, aan het geheel van de leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en sanitaire aftappunten, alsook de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw.
08.01.16
Ingegraven waterleiding uit polyethyleen
Materiaal
PE80 - drinkwater volgens NBN EN 12201, reeks 5 met BENOR-keurmerk. Maatvoering: SDR 11 (PN 12.5 bij VF=1,25) voor diameters 50, 63 en 75 en SDR 17 voor diameters 90, 110, 125 en 140 Buis voorzien van blauwe coex-strepen. Nominale buitendiameter : 50 / 75 / 90 / 110 / 125 / 140.mm. Uitvoering
De studie geleverd door het bestuur dient als basis voor de detailstudie door de aannemer geleverd en ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd. Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. Bij het opmaken van de studie wordt tevens rekening gehouden met de eisen van de waterverdelingsmaatschappij en de brandweer. Bij het bepalen van het tracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met het uitzetten van de buizen. De leidingen worden geplaatst op een diepte van minstens 0,80 m (vorstvrije diepte bovenkant buis) onder het definitieve maaiveld. De plaatsing is overeenkomstig de voorschriften van STS 62.06.1. De leidingen worden geplaatst op een zandbed van 10 cm dikte uit zand voor mager beton volgens NBN 589-103. De polyethyleen buizen mogen koud gebogen worden tot een straal groter dan R = 20 x diameter. Voor bochten met een kleinere kromtestraal wordt een speciaal bochtstuk gebruikt. De doorvoeringen door buitenmuren worden uitgevoerd met kunststof moffen, waterdicht afgewerkt. Voor de aanvulling van de sleuf worden de leidingen bedekt met een laag zand van 10 cm dikte. De wederaanvullingen van de sleuf wordt verder uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen. Boven de zandaanvulling wordt een blauw markeringslint met tekst waterleiding aangebracht. De onderscheiden plaatsen met verschillende aanvullingen worden onder "Toepassing" aangegeven. Toepassing
Aard van de aanvulling : Meetcode
Meetcode :
De leidingen worden gemeten volgens de aslijn. In de eenheidsprijs zijn begrepen: de uitgravingen, de schoor- en stutwerken, de muur- en vloerdoorgangen en de herstelling ervan, de dichtingsproeven, de wederaanvullingen en de tekening van het leidingennet. De studie is eveneens in de eenheidsprijs begrepen.
P04700
08.01.16e m
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 52 / 80
Ingegraven waterleiding uit polyethyleen buitendiameter DA 50 mm FH
nr 43 Meetcode
meeteenheid : m
08.01.16h m
Ingegraven waterleiding uit polyethyleen buitendiameter DA 90 mm FH
nr 44 Meetcode
meeteenheid : m
08.01.16i FH m
Ingegraven waterleiding uit polyethyleen buitendiameter DA 110 mm
nr 45 Meetcode
meeteenheid : m
08.01.16k FH m
Ingegraven waterleiding uit polyethyleen buitendiameter DA 140 mm
nr 46 Meetcode
meeteenheid : m
08.01.20
Ingegraven gasleidingen
REFERENTIENORMEN NBN EN 1555-1 - Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasvormige brandstoffen - Polyethyleen (PE) - Deel 1: Algemeen (2003) NBN EN 1555-2 - Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasbrandstoffen - Polyethyleen (PE) -Deel 2: Buizen (2003) NBN EN 1555-3 - Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasvormige brandstoffen - Polyethyleen (PE) - Deel 3: Hulpstukken (2003) NBN EN 1555-4 - Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasvormige brandstoffen - Polyethyleen (PE) - Deel 4 : Afsluiters (2003) NBN EN 1555-5 - Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasvormige brandstoffen - Polyethyleen (PE) - Deel 5: Geschiktheid voor de toepassing van het systeem (2003)
Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van buizen met aangepaste diameter volgens vereist debiet en bijhorende ATG (verplicht).
08.01.21
Ingegraven gasleiding uit staal
Materiaal
De leidingen worden uitgevoerd in staal en dienen te voldoen aan de laatste voorschriften van de NBN A25104 en DIN2440. Uitvoering
Lasvereisten : Het aantal lassen dient tot een minimum te worden beperkt.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 53 / 80
Voor het schilderen van de leidingen of het in dienst nemen ervan dienen zij onder een luchtdruk van 100 mbar te worden gebracht en dan afgezeept. De installatie mag pas na ontluchting in dienst worden gebracht. Alvorens de leidingen in dienst te nemen dienen zij in- en uitwendig gereinigd te worden. De uitwendige bescherming tegen corrosie dient uitgevoerd : aanbrengen van één laag menie aanbrengen van de afwerkingslaag, kleur volgens NBN 69 (okergeel). Bij doorgang door muren of vloeren dient de gasleiding beschermd te worden door een mantelbuis. De ringvormige ruimte tussen pijp en mantelbuis dient lucht- en/of waterdicht te worden opgestopt met een elastisch niet corrosief materiaal. Alle doorboringen zijn inbegrepen in de prijs van de leidingen, en ook het terug dichtmaken (voor regen, geluid, tocht, koude, …) van deze openingen. Dit zowel voor verbindingen buiten – binnen als binnen – binnen. Alle wanden die een brandwerende functie hebben worden op de juiste wijze opnieuw afgedicht. Ook de nodige beschermingshulzen, moffen, zijn inbegrepen in de kostprijs van de kabel en of leidingen. De leidingen dienen in lichte helling te worden geplaatst met op de laagste punten een sifon met aflaatstop, dit om eventueel condensatiewater te kunnen aflaten. Verder zullen de leidingen en toebehoren voldoen aan de Algemene Voorwaarden van de Gasleverende Maatschappij en aan de NBN D.51-003. De Aannemer zal van alle ingegraven leidingen een gedetailleerd en exact inplantingsplan opstellen met vermelding van: - de diameters - aard der leidingen - functie van de leidingen - plaatsingsdiepte - bijzonderheden van plaatsing - opsporen van de leidingen t.o.v. bestaande constructies (gebouwen, as van de straat, enz... en merkstenen of muurplaten). SPECIFIEKE GEGEVENS
Er wordt een overgangsstuk PE-staal voorzien bij het binnenkomen van het gebouw. Het verloop der leidingen wordt langs het grondvlak gemerkt door middel van muurplaten. De muurplaten zijn in geëloxeerde aluminiumlegering en van ronde vorm, met een diameter van 150 mm. Ze zijn voorzien van een bevestigingsdook. De hoogte van de vasthechting is 20 cm boven de afgewerkte vloer. In de platen wordt een tekst (zie specifieke gegevens) gegraveerd alsook één of meerdere pijlen die de richting van de leidingen aanwijzen. Toepassing
Algemeen, overal waar er nieuwe aardgasleidingen nodig zijn volgens plan, verschillende diameters ook vermeld op plan. De stalen leidingen (maximale diameter = 2”) die nodig zijn worden dus ook in deze post aangerekend. Aard van de overeenkomst : Vermoedelijke hoeveelheid (VH) Meetcode
Inbegrepen in lengtes PE
08.01.23
Ingegraven gasleidingen uit polyethyleen
Materiaal
HDPE gasbuizen zijn enkel geschikt voor ondergrondse toepassingen volgens NBN EN 1555. Zij mogen uitsluitend worden toegepast voor aardgas. Grondstof: PE 100. Maatvoering: SDR 17 Nominale buitendiameter 63 /110 mm. Uitvoering
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 54 / 80
De studie geleverd door het bestuur dient als basis voor de detailstudie door de aannemer geleverd en ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd. Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. Bij het opmaken van de studie wordt tevens rekening gehouden met de eisen van de waterverdelingsmaatschappij en de brandweer. Bij het bepalen van het tracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met het uitzetten van de buizen. De leidingen worden geplaatst op een diepte van minstens 0,80 m (vorstvrije diepte bovenkant buis) onder het definitieve maaiveld. De plaatsing is overeenkomstig de voorschriften van STS 62.06.1. De leidingen worden geplaatst op een zandbed van 10 cm dikte uit zand voor mager beton volgens NBN 589-103. De polyethyleen buizen mogen koud gebogen worden tot een straal groter dan R = 20 x diameter. Voor bochten met een kleinere kromtestraal wordt een speciaal bochtstuk gebruikt. De doorvoeringen door buitenmuren worden uitgevoerd met kunststof moffen, waterdicht afgewerkt. Voor de aanvulling van de sleuf worden de leidingen bedekt met een laag zand van 10 cm dikte. De wederaanvullingen van de sleuf wordt verder uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen Boven de zandaanvulling wordt een geel markeringslint met tekst GAS aangebracht. De onderscheiden plaatsen met verschillende aanvullingen worden onder "Toepassing" aangegeven. Toepassing
Aard van de aanvulling :
08.01.23d m
Ingegraven gasleiding uit polyethyleen buitendiameter DA 63 mm FH
nr 47 Toepassing
Aftakking voor Wachtlokaal(in berekeningsnota plantongebouw genoemd) Aftakking naar Neerhoeve voor bestaande aansluiting (gedeelte aan westkant) Meetcode
meeteenheid : m
08.01.23g m
Ingegraven gasleiding uit polyethyleen buitendiameter DA 110 mm FH
nr 48 Toepassing
Alle andere ondergrondse gasleidingen Meetcode
meeteenheid : m
08.01.24
Bolafsluiter met volle doorgang
Materiaal
HDPE afsluiter voor water PN16 /gas PN10 gasbuizen zijn enkel geschikt voor ondergrondse toepassingen volgens NBN EN 1555. Zij mogen uitsluitend worden toegepast voor aardgas. Grondstof: PE 100. Maatvoering: SDR 11 Nominale buitendiameter 40 /50 /63 /90 /110 mm. Verlengspindel voor bolafsluiter. waardoor de sleutel 70cm hoger komt te liggen.
Straatpot voor water/gas naargelang de toepassing Uitvoering
Volgens de richtlijnen van de fabrikant.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 55 / 80
De straatpotten in niet verharde oppervlakten worden gelegd op een bed van gestabiliseerd zand van 10 cm dikte. Samenstelling : 100 kg cement sterkteklasse 32,5 per m3 zand voor mager beton volgens NBN 589-103. een fundering uit mager beton van 10 cm dikte. De straatpotten in verharde oppervlakte worden in een mortelbed geplaatst op de wegfundering
08.01.24c
Bolafsluiter met volle doorgang DA50 FH st
nr 49 Toepassing
Water wachtlokaal, Water velden (4st) telkens voor en na de brug doorgang, Water Neerhoeve tijdelijke aansluiting westelijke vleugel, Water wachtlokaal Meetcode
meeteenheid : stuks
08.01.24d
Bolafsluiter met volle doorgang DA63 FH st
nr 50 Toepassing
Gas wachtlokaal, Meetcode
meeteenheid : stuks
08.01.24e
Bolafsluiter met volle doorgang DA90 FH st
nr 51 Toepassing
Water hydranten Neerhoeve, Water hydranten Kasteel Meetcode
meeteenheid : stuks
08.01.24f
Bolafsluiter met volle doorgang DA110 FH st
nr 52 Toepassing
Water Neerhoeve, Gas Neerhoeve, Gas Kasteel Meetcode
meeteenheid : stuks
08.01.25
Directionele drilling VH m
nr 53 Beschrijving
Het aanleggen van buizen door directionele drilling omvat: - het grondwerk voor een bouwput (vertrekput) tot op voldoende diepte, nodig om de leiding aan te leggen door onderboring, met inbegrip van het voorlopig stapelen van de uitgegraven grond, de nodige beschoeiing, het drooghouden van de werkput en het installeren, tewerkstellen en
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 56 / 80
wegnemen van alle nodige materieel (o.a. boorinrichtingen, enz.); - het leveren en het aanleggen van buizen door middel van directionele drilling en het verwijderen, afvoeren en storten van het mengsel grond-tixotropisch slib of gelijkwaardig op een geschikte stortplaats; - het grondwerk voor een bouwput (ontvangput) waarin de leiding moet uitmonden, met inbegrip van het voorlopig stapelen van de uitgegraven grond, de nodige beschoeiing, het drooghouden van de werkput, het installeren, tewerkstellen en wegnemen van alle nodige materieel; - de werken die van voornoemde werken afhangen en eventueel samengaan en voor zover ze niet in een afzonderlijke post worden voorzien in de samenvattende opmetingsstaat van de werken zoals: - de grondinjecties om iedere holte tussen het terrein en de leiding te voorkomen; - het injecteren van smeermiddel (tixotropisch slib of gelijkwaardig) om de wrijving te verminderen. Materialen
De materialen zijn: - buizen en hulpstukken in HDPE voor drukleidingen volgens Tybebestek 250 III-24.30.6. Wijze van uitvoering
De gedetailleerde beschrijving voor de directionele drilling (berekeningsnota’s, detailtekeningen, beschrijving) omvat o.a.: - de berekeningsnota’s van de leiding in volgende omstandigheden: - opgelegd op de tijdelijke steunen (verantwoording van de afstand tussen de steunen); - tijdens het intrekken (max. trekkrachten e.d.); - in definitieve fase (functie van de effectief aangewende kromtestraal); - de gedetailleerde beschrijving van het directioneel drilling-systeem met vermelding van o.a. plaatsbepalingssysteem, jet- of boorkop, het boren van de boorkop met eventuele spoelbuizen, het tixotropisch slib of gelijkwaardig ter ondersteuning van de geboorde opening, het eventueel ruimen van het boorgat, het doortrekken van de leiding; - de inrichting van de bouwplaats met vermelding van de bouwplaat begrenzing met afsluiting, inplanting van de werflokalen, opslagplaatsen voor materiaal en materieel, andere installaties e.d.; - de stortlocatie van het mengsel grond-tixotropisch slib of gelijkwaardig; - de wijze van aansluiten met de leiding aangelegd in open sleuf. Het aaneenlassen van de HDPE-buizen dient te geschieden door middel van spiegellasverbindingen overeenkomstig 7.1.2.3. De HDPE-leiding is voorafgaandelijk aan het intrekken op waterdichtheid te beproeven op minimum 0,6 MPa. Het boren steunt op het hierna vermelde principe. Een boorkop wordt in een draaiende en duwende beweging in de grond gedreven. Via de boorstangen wordt de boorvloeistof, een mengsel van water en tixotropisch slib of gelijkwaardig naar de boorkop gebracht. De vloeistof wordt onder hoge druk in de grond gespoten zodat een tunnel ontstaat. Door de boorkop in een bepaalde positie te richten kan men in elke gewenste richting boren. Om het verloop van de boring te kunnen volgen, wordt in de boorkop een zender geplaatst, waarvan de signalen aan de oppervlakte ontvangen worden. Die signalen geven de nodige gegevens in verband met diepte, horizontale afwijking, richting en positionering van de boorkop. Eenmaal de boring uitgevoerd, wordt de tunnel met behulp van een ruimer vergroot. Tegelijk wordt aan de ruimer de productiebuis gekoppeld, die dan doorheen de tunnel getrokken wordt. Wanneer de productleiding groter is dan de spoelbuis, moet een ruimer tussen de spoelbuis en de productiebuizen worden gemonteerd. Aangedreven door de boorinstallatie freest de ruimer de overtollige grond weg. De vrijgekomen ruimte wordt onmiddellijk vervangen door de productleiding. De diameter van de ruimer moet steeds overeenkomen met de diameter van de productleiding. Indien de diameterverhouding productleiding-spoelbuis te groot is, mag er worden voorgeruimd. Het boorgat mag dan in stappen worden vergroot. De vrijgekomen ruimte moet steeds met mengsel van water en tixotropisch slib of gelijkwaardig worden opgevuld. Tussen de ruimer en de productleiding moet steeds een wartel worden gemonteerd om de draaiende beweging van de spoelbuis/ruimer op te vangen, zodat de productleiding vrij van torsie kan worden ingetrokken.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 57 / 80
Controlemetingen: - het automatisch en continu opmeten van de drukken op de boorkop. De meetresultaten worden op grafiek (tijd - druk) weergegeven; - het automatisch en continu opmeten van de aangewende trekkracht. De meetresultaten worden op grafiek (tijd - trekkracht) weergegeven; - het automatisch en continu opmeten van het aantal meter ingetrokken leiding. De meetresultaten worden op grafiek (tijd - lengte) weergegeven. Toepassing
Alle onderboringen onder de wegen, aangegeven op de plannen Meetcode
Het maken van de vertrekput, het maken van de ontvangput, het doorboren van de boorkop met eventuele spoelbuis en het doortrekken van de leiding zijn inbegrepen in deze post. Alleen de effectief geboorde leidingen worden in rekening gebracht en uitgedrukt in m.
08.02.
NIET INGEGRAVEN AANVOERLEIDINGEN
Elke leiding moet steeds geledigd kunnen worden. Daartoe is een helling van 1 cm/m nodig en een aftapkraan op het laagste punt. De leidingen worden geplaatst met beugels minstens om de 1 meter in horizontale richting en om de 1,5 meter in verticale richting. Voor de aansluiting wordt de installatie beproefd op een druk welke overeenstemt met tweemaal de in het net bestaande druk. Deze keuring zal geschieden onder toezicht van de leidende ambtenaar.
08.02.20
Niet ingegraven gasleidingen
Algemeen
Uitvoering volgens bepalingen van 22.03 en volgende Materiaal
De aardgasleidingen beantwoorden aan de bepalingen van NBN D51-003. Uitvoering :
De leidingen worden geplaatst volgens § 3.4 van NBN D51-003. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel tijdens het lossen als bij het plaatsen worden vervangen. De leidingen worden gelegd volgens rechtlijnige tracés en derwijze ondersteund dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. De leidingnetten hebben de kenkleuren volgens NBN ISO 14726-1. In iedere ruimte wordt deze kleur aangebracht door middel van PVC banden. Het is niet toegelaten gasleidingen te plaatsen in ruimten of bouwelementen waarin zich een gasbel kan vormen omwille van zijn ontoegankelijkheid of onvoldoende verluchting van deze ruimten of bouwelementen. Bij muur- en vloeropeningen worden de leidingen beschermd door aangepaste doorvoermoffen. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt afgedicht met een aangepaste kit. Alle doorvoeringen worden geboord met een diamantboor. De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie. Na plaatsing en bescherming van de leidingen worden de sleuven aangewerkt met metselmortel. Het inwerken van leidingen in muren en wanden zal gebeuren zonder de stabiliteit in gevaar te brengen. De installatie wordt beproefd, op kosten van de aannemer door een erkend organisme, volgens § 3.6. van NBN D51-003 op een luchtdruk van 100 mbar, gedurende de tijd nodig voor het afzepen. Het attest van keuring wordt aan het Bestuur overhandigd. Voor de ingebruikname wordt de installatie ontlucht. De leidingen en bevestigingen worden voldoende beschermd tegen bevuiling. Het leidingennet wordt aangesloten op de voeding. Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het leidingennet zoals het is uitgevoerd met aanduiding van alle diameters, kranen en de aard van de leidingen.
P04700
08.02.21
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 58 / 80
Niet ingegraven gasleiding uit staal
Materiaal
De stalen pijpen voldoen aan de voorschriften van NBN A25-103, NBN A25-104. De fittings zijn van het type met versterkte rand en stemmen overeen met NBN E29-003. De lasfittings bezitten voldoende mechanische weerstand om bestand te zijn tegen de krachten waaraan zij worden onderworpen. De buizen zijn naadloos. Nominale diameters 40 / 80 / 100 mm. Uitvoering
De studie geleverd door het bestuur dient als basis voor de detailstudie door de aannemer geleverd en ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd. Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. Bij het opmaken van de studie wordt tevens rekening gehouden met de eisen van de distributienetbeheerder en de brandweer. De plaatsing gebeurt overeenkomstig de voorschriften van STS 62.02. De pijpen worden loodrecht op de hartlijn van de buis gezaagd of afgesneden met een aangepaste buissnijder tot het bekomen van een nauwkeurig rechte doorsnede. De buizen met diameter kleiner of gelijk aan ND 40 worden verbonden door schroefverbindingen. De buizen met diameter gelijk aan of groter dan ND 50 worden steeds gelast met acetyleen. Bij schroefdraadverbindingen wordt gebruik gemaakt van pasta en speciale afdichtingsmiddelen met uitsluiting van natuurlijke hennepvezels. Verbindingen met lange cilindrische schroefdraad evenals nippels met cilindrische schroefdraad zijn verboden. Bij lasverbindingen wordt bij richtingsveranderingen verplichtend gebruik gemaakt van lasfittingen. Ingewerkte leidingen worden beschermd door een omwikkeling met hechtende PVC folie / bekleding bestaande uit gepolymeriseerde producten of bitumen. De omhulde leidingen moeten volledig bestand zijn tegen corrosie van chemische en elektrolytische aard. De buizen worden bevestigd met beugels van gegalvaniseerd staal, aan de binnenzijde bekleed met een samendrukbaar materiaal. De bouten van de beugels zijn uit messing of cadmiumstaal. De beugels worden bevestigd met schroef en plug, of op rails in U-vorm van gegalvaniseerd staal bevestigd door minstens twee vijzen en pluggen. Wanneer verschillende leidingen evenwijdig lopen zullen de steunen gegroepeerd worden en gelijnd zijn. De verticale leidingen mogen niet glijden in hun bevestigingen. De maximale afstand tussen de bevestigingen bedraagt : horizontaal 1,50 m en verticaal 2,00 m. Toepassing
Leidingen tot bestaande aansluitpunten. Meetcode
Meetcode :
De leidingen worden gemeten volgens de aslijn. In de eenheidsprijs zijn begrepen : de leidingen en hulpstukken, de muur- en vloerdoorboringen, de moffen, sleuven en alle herstellingen ervan, de dichtingsproeven en de tekening van het leidingennet. De studie is eveneens in de eenheidsprijs begrepen. Nibe milieuclassificatie milieuklasse 3a
08.02.21F
Niet ingegraven gasleiding uit staal ND 40 mm VH m
nr 54 Toepassing
Aftakking onthaal gebouw van binnenkomen leiding tot tussenmeter G4 Meetcode
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 59 / 80
meeteenheid : m
08.02.21I
Niet ingegraven gasleiding uit staal ND 80 mm VH m
nr 55 Toepassing
Aftakking Neerhoeve van binnenkomende leiding tot tussenmeter G16 en aansluiting tot bestaande gasbuis. Kasteel van tussenmeter G25 en aansluiten tot bestaande gasbuis. Meetcode
meeteenheid : m
08.02.21J
Niet ingegraven gasleiding uit staal ND 100 mm VH m
nr 56 Toepassing
Aftakking Kasteel van binnenkomende leiding tot tussenmeter G25. Meetcode
meeteenheid : m
08.03.
KRANEN EN KLEPPEN
08.03.10
Afsluitkranen voor water
De nodige afsluitkranen worden geplaatst om de installatie in zijn geheel of gedeeltelijk te kunnen afsluiten. De kranen zullen aangepast zijn aan de diameter van de leiding die zij moeten afsluiten.
08.03.20
Afsluitkranen voor gas
Algemeen
Uitvoering volgens bepalingen van 22.03 en volgende
08.03.21
Overgang van PE naar staal gasleidingen
Uitvoering
Op de plaatsen aangeduid op plan zal er een put 1 x 1 x1 meter gegraven worden door aannemer van perceel Deze put is net op de plaats waar de bestaande stalen gasleiding het gebouw binnengaat. De werken omvatten het aansluiten van de nieuw aangelegde PE buis op de bestaande stalen buis. Het plaatsen en aansluiten door middel van lassen van een nieuwe ondergrondse gasafsluiter met ingebouwde overgang van PE naar staal van de juiste diameter aan beide zijden Toepassing
Op iedere plaats waar de nieuwe gasleiding aansluiting heeft aan een bestaand of toekomstig gebouw in nabijheid van de afsluiters.
08.03.21a
DA63 FH st
nr 57 Meetcode
meeteenheid : stuks
08.03.21b nr 58 Meetcode
DA110 FH st
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 60 / 80
meeteenheid : stuks
08.03.30.
Aflaatkranen voor water
Aan iedere afsluitkraan zal een aflaatkraan geplaatst worden. Toepassing
Op het uiteinde van ieder leiding traject komt een ondergrondse afsluiter. Uitvoering
Plaatsing volgens de richtlijnen van de fabrikant. Plaatsing van drainage in de kast via een uitsparing dia80mm in de kast. Aansluitingstukken water PE dia 28mm inbegrepen. Toepassing
Op iedere plaats waar de nieuwe drinkwaterleiding stopt, zoals aangeduid op plan. Meetcode
Netto aantal
08.03.31a
Vorstvrije watertappunten in RVS FH st
nr 59 Materiaal
Waterkraan Bovengronds RVS 316 Ondergronds RVS 304 Totale hoogte 1800mm tappunt op 1300mm boven maaiveld. Koker samengesteld uit twee plaatdelen naar een koker van 90x90mm. Ondergrondse techniekkast afmetingen 500x400x110mm waarvan de achterzijde demonteerbaar. In de ondergrondse technieken kast zit een standaard drukknop bediend driewegkraan met uitloopventiel. Een drukstang en een inwendige RVS waterleiding met diameter 10mm Boordstenen Type volgens beschrijving 16.05.12 Grind Gewassen maasgrind formaat 16/32 Dikte 20cm Uitvoering
Uitgraving volgens richtlijnen fabrikant. De overtollige grond mag afgevoerd worden naar perk L Plaatsen van het watertappunt volgens de richtlijnen van de fabrikant. Plaatsen van de boordstenen of boomranden volgens beschrijving 16.05.12 de boordstenen worden ten minste 5cm boven het maaiveld geplaatst. Aanvullingen met grond en maasgrind tot aan de bovenkant van de boordstenen of boomranden. Toepassing
Watertappunten op de velden Meetcode
Meetcode : Netto hoeveelheid De studie is eveneens in de eenheidsprijs begrepen.
P04700
08.03.31b
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 61 / 80
Supplement boomkaders ipv Boordstenen FH st
nr 60 Optie Materiaal
Boomrand uit vier prefab beton hoekelementen buiten afmetingen 120x120cm, Binnen afmeting 90x90cm. Hoogte 30cm. Elementen passen in elkaar met een tand en groef. dikte 15cm. Plaatsing volgens beschrijving boordstenen 16.05.12 Toepassing
Supplement voor het plaatsen van boomkaders type Dinant i.p.v. Type 1D2 boordstenen Meetcode
Dit behelst enkel de meerkost om boomkaders te plaatsen i.p.v. Type 1D2 boordstenen als kader voor rond de watertappunten.
08.03.50
Regeltoestellen
08.03.52
Meterstraat FH st
nr 61 Omschrijving Na de meter wordt, conform de reglementeringen van de waterleverende maatschappij, een meterstraat voorzien bestaande uit in deze volgorde een afsluitkraan, een keerklep, een spuier en een afsluitkraan en de nodige koppelingen. De uitvoering gebeurt in overleg met de betrokken waterverdeling maatschappij. De aannemer neemt tijdig contact op met de distributiemaatschappij om de installatie te laten keuren en de definitieve aansluiting conform de voorschriften van de maatschappij te laten uitvoeren. Voor de Hydranten en brandhaspel leidingen wordt er een bypass gemaakt over de watermeter met een verzegelbare kraan. Meting meeteenheid: per aansluiting Uitvoering De plaatselijke distributiemaatschappij is: Naam, adres en telefoon Aanvullende uitvoeringsvoorschriften (te schrappen door ontwerper indien niet van toepassing) Opstelling: wandplaat, voor een verzorgde opstelling van leidingen en collectoren. Toepassing Meterstraten volgens leidingschema
08.04.
ISOLEREN VAN LEIDINGEN
08.04.10
Isoleren van leidingen met schalen
08.04.11
Isoleren met schalen uit kunststof
De leidingen worden geïsoleerd met een flexibele isolatie uit synthetisch kunststofschuim met nagenoeg gesloten cellenstructuur. Het materiaal is bij brand zelfdovend en niet afdruipend. Zijn warmtegeleidingscoëfficiënt bedraagt 0,035WmK (bij 10°C). Alle leidingen, bochten en aftakkingen moeten geïsoleerd worden. Waar nodig volgens de voorschriften van de fabrikant, zal de isolatie gekleefd worden. Dikte 32mm
08.04.11G nr 62
Isolatie rond leidingen met kunststoffolie DA 50 mm FH m
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 62 / 80
Toepassing
Isoleren van waterleidingen onder de brug en in kelder kasteel naar velden Meetcode
meeteenheid : m
08.04.32I
Isolatie rond leidingen met kunststoffolie DA 110 mm FH m
nr 63 Toepassing
Isoleren van waterleidingen onder de brug en in kelder kasteel naar kasteel Meetcode
meeteenheid : m
08.04.50
Zelfregelend verwarmingssysteem
Algemeen
Elektrische gestuurde verwarmingselement.
08.04.51A
Zelfregelend verwarmingssysteem FH st
nr 64 Omschrijving
Elektrische thermostatisch gestuurd verwarmingselement. Materiaal
1) 2) 3) 4)
Nominaal voltage Nominale vermogen Beschermingsgraad Thermostatische regeling
230Vac 1000W IP24 of hoger Inschakeling +/-5°C uitschakeling +/- 7°C
Uitvoering
Aansluiting en plaatsing volgens de richtlijnen van de fabrikant Toepassing
Verwarmingselement in onthaalgebouw Meetcode
Netto aantal
08.04.60
Zelfregelend vorstbeschermingssysteem voor leidingen
Algemeen
Elektrische gestuurde verwarmingskabel voor het vorstvrij houden van sanitair en grijs water leidingen. Omschrijving
We onderscheiden 2 types afhankelijk van de buisdiameter en de isolatie dikte maak je een keuze van het systeem volgens onderstaande tabel. Buisdiameter isolatiedikte 15m 22 28 35 42 54 67 76 108 125 150 200 10 mm 61 62 62 62 62 62 62 15 mm 61 61 61 62 62 62 62 62 62 20 mm 61 61 61 61 61 62 62 62 62 62 25 mm 61 61 61 61 61 61 62 62 62 62 62 30 mm 61 61 61 61 61 61 61 62 62 62 62 62
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
40 mm 61 61 61 61 61 61 61 50 mm 61 61 61 61 61 61 61 Waarbij de thermische geleiding van de isolatie λ = 0.035W/mK
61 61
62 61
62 62
p. 63 / 80 62 62
62 62
Uitvoering
Het geheel bestaat uit een kabelvormig verwarmingselement, een omgevingstemperatuur sensor, een besturingseenheid en een aantal hulpstukken als daar zijn eind verbindingen, T verbindingen, 4 weg verbindingen, thermische beveiligingen.
08.04.61
Zelfregelend vorstbeschermingslint voor leidingen
Toepassing
Onder bruggen Meetcode
08.04.61A
Zelfregelend vorstbeschermingslint voor leidingen VH m
nr 65 Omschrijving
Elektrische gestuurde vorst beschermingskabel voor aan en afvoerleidingen met een temperatuur afgifte van 5°C. Materiaal
-
Nominaal voltage 230Vac Nominale vermogen afgifte 10W/m bij 5°C C type circuit onderbreker max. 16A een per 150ml Minimum buigradius 10mm Maximum continu blootstellingstemperatuur 65C Maximum blootstellingstemperatuur 85°C Afmetingen in mm +/- 13.7 x 6.2 Gewicht +/- 0.14kg/m Beschermingsgraad IP68 Kabelstroppen temperatuurbestendig en UV bestendig Aluminium tape warmte bestendig tot 150°C Speciaal stuk om in de isolatie in metalen bekleding rond isolaties door te voeren zonder beschadigingen Labelen elke 5m met opschrift Electrical Traced
Beschrijving 2 koper conductoren diameter 1.2mm gegoten in een zelf regelend verwarmingselement, waarrond een isolatie van gemodificeerd polyolefine zit. Daarrond zit een vertind koper weefsel, waarrond een isolatie van gemodificeerd polyolefine zit. Lengte berekening - Netto lengte 10m 2st voor DA110 en 10m voor DA50 westelijke brug - Nettolengte 10m DA50 oostelijke brug Afstand van brug tot plaats besturingseenheid +/- 46m 1 st vierwegconnectie voor oostelijke brug Uitvoering
Alle verbindingsstukken en circuit onderbrekers zijn inbegrepen in deze post en worden uitgevoerd volgens de richtlijnen van de fabrikant. Bevestiging kabel en verbindingselementen op polyethyleen leidingen door middel van aluminium tape. Ongeveer 55m tape per 50m buislengte Toepassing
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 64 / 80
Op waterleidingen ter hoogte van bruggen aan kasteel Meetcode
- Netto lengte 10m 2st voor DA110 en 10m voor DA50 westelijke brug - Nettolengte 10m DA50 oostelijke brug Afstand van brug tot plaats besturingseenheid +/- 46m - Lengte berekening; is netto buislengte met - + 0.3m per connectie - + 1m per T verbinding - + 1.2m per 4 weg verbinding 1 st voor westelijke brug
08.04.61B FH st
Elektronische thermostaat met oppervlakte voeler tussen –5°C en 15°C
nr 66 Omschrijving
Elektronische thermostaat met oppervlakte voeler met een temperatuur bereik tussen -5 en 15°C. Materiaal
Unit - Nominaal voltage - C type circuit onderbreker - Gewicht - Voedingskabel - Temperatuur instelling - Bevestegingsopties - Beschermingsgraad - Aansluitingen - Omgevingstemperatuur - Materiaal behuizing
230Vac (+10%, -15%), 50/60Hz max. 16A 250V 440g maximum 2.5mm² inwendig Muurmontage met 2 schroeven/ of op speciale montage beugel IP 65 1xM20 voor voedingskabel, 1xM25 voor verwarmingselement, 1xM16 voor sensor -20°C tot 50°C ABS
Temperatuur sensor - Lengte sensor kabel 3m - Diameter sensor kabel 5.5mm - Diameter sensor kop 6.5mm - Sensor materiaal PVC - Maximum blootstellingstemperatuur kabel 80°C - De lengte van de kabel kan verlengd worden tot maximum 100m met behulp van een 2 conductor leiding 1.5mm. Deze kabel moet beschermd worden als deze in kabelgoten of in de nabijheid van hoogspanningskabels wordt gelegd. Het bescherming van deze verlengkabels wordt verbonden met de aarding aan de kant van de controle eenheid. Parameters Groene led Rode led Rode led
verwarming kabel aan sensor onderbreking sensor storing
Uitvoering
Moet aangesloten worden op een apart circuit welke is uitgerust met een 30mA verliesstroom schakelaar voor maximale veiligheid en brandveiligheid. De programmatie en afstelling van deze unit is inbegrepen in deze post.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 65 / 80
Toepassing
1 per waterleiding per brugovergang Meetcode
- Netto aantal
08.04.61D st
Programmeerbare Elektronische thermostaat met alarm schakeling FH
nr 67 Omschrijving
Elektronische thermostaat met oppervlakte voeler. De thermostaat is uitgerust met een 25A controle relais (eventueel spanningsloos) en een vrij SPDT alarm relais. Alle parameters zijn afleesbaar op een LCD scherm en alle instellingen zijn gemakkelijk te programmeren. Deze eenheid kan rechtstreeks op de buis gemonteerd worden. Materiaal
Unit - Gebruik - Nominaal voltage - Intern stroomverbruik - C type circuit onderbreker - Gewicht - Voedingskabel - Temperatuur instelling - Bevestegingsopties - Beschermingsgraad - Aansluitingen - Omgevingstemperatuur - Materiaal behuizing -
zowel binnen als buiten 230Vac (+10%, -15%), 50/60Hz <14VA max. 16A 250V 440g maximum 2.5mm² inwendig Muurmontage met 2 schroeven/ of op speciale montage beugel IP 65 1xM20 voor voedingskabel, 2xM25 voor verwarmingselement, 1xM16 voor sensor -40°C tot 40°C Grijze polycarbonaat, deksel transparant
Temperatuur sensor - Type 3 kabel Pt 100 volgens IEC klasse B - Sensor materiaal silicone - Maximum blootstellingstemperatuur kabel 200°C - De lengte van de kabel kan verlengd worden tot maximum 150m met behulp van een 3 conductor leiding 1.5mm². Deze kabel moet beschermd worden als deze in kabelgoten of in de nabijheid van hoogspanningskabels wordt gelegd. Het bescherming van deze verlengkabels wordt verbonden met de aarding aan de kant van de controle eenheid. Output relais Controle relais Alarm relais
enkel polig enkele sprong relais, 25A bij 250Vac enkel polig dubbele sprong relais, 2A bij 205Vac, spanningsloos
Programmeerbare parameters - Temperatuur instelling 0°C tot +150°C - Lage temperatuur alarm -40°C tot +148°C - Hoge temperatuur alarm +2°C tot +150°C - Verwarming in werking bij temperatuur sensor defect Aan of Af - Volt vrije werking Ja of Nee - Parameters kunnen enkel geprogrammeerd worden als er geen stroom is (interne batterij) en worden opgeslagen in een permanent geheugen.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
Diagnose alarmen - Sensor alarmen - Temperatuur alarmen - Spanningsalarmen -
p. 66 / 80
Sensor kortsluiting/Sensor open circuit Lage temperatuur/ hoge temperatuur Te lage spanning voeding / Output voltage fout
Uitvoering
Moet aangesloten worden op een apart circuit welke is uitgerust met een 30mA verliesstroom schakelaar voor maximale veiligheid en brandveiligheid. De programmatie en afstelling van deze unit is inbegrepen in deze post. Toepassing
1 unit per brug Meetcode
- Netto aantal
08.05.
AFVOER- EN VERLUCHTINGSLEIDINGEN
08.05.10
Afvoerleidingen
Algemeen Omschrijving
Het betreft leidingen bestemd voor afvoer van afval- en regenwater, binnen het gebouw tot en met de aansluiting op de buitenriolering. Materiaal
De afvoerleidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 62. Uitvoering
De afvoerleidingen worden geplaatst volgens STS 62.00.08 en TV 94 en 114 (Sanitair reglement) en vorstvrij opgesteld. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel tijdens het lossen als bij het plaatsen worden vervangen. De afvoerleidingen worden geplaatst volgens rechtlijnige tracés en derwijze ondersteund dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. De opgehangen horizontale leidingen worden zo hoog mogelijk geplaatst. Bij muur- en vloerdoorgangen worden de leidingen beschermd door aangepaste doorvoermoffen. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt afgedicht met een aangepaste kit. Alle doorboringen worden uitgevoerd met een diamantboor. De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie. Na plaatsing en bescherming van de afvoerleidingen worden de sleuven aangewerkt met metselmortel. Het inwerken van leidingen in muren en wanden zal gebeuren zonder hun stabiliteit in gevaar te brengen. De inspectie elementen worden toegankelijk geplaatst en mogen geen obstructie vormen in de leidingen. Ze moeten toelaten de afvoerleiding volledig te inspecteren en te reinigen. Deze inspectie elementen worden minimum op de volgende plaatsen voorzien : op verticale leidingen bij iedere aansluiting per verdieping en bij de overgang naar een horizontale leiding, op horizontale leidingen minstens om de 12 m. De afvoerleidingen en bevestigingen worden voldoende beschermd tegen bevuiling. Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening op calque van het afvoernet zoals het is uitgevoerd met aanduiding van alle diameters en de aard van de leidingen.
08.05.14
Afvoerleiding uit polyethyleen
Materiaal
De buizen en verbindingsstukken beantwoorden aan de voorschriften van NBN T42-112 reeks 12,5 tot diameter 160 of reeks 16 vanaf diameter 200 en dragen het kenmerk PE-AFVOER.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 67 / 80
Buiten diameter : dia 110 /160 Uitvoering
De studie wordt door de aannemer geleverd en ter goedkeuring aan het Bestuur voorgelegd rekening houdend met een afvoersysteem : zonder verluchting Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. Bij het bepalen van het tracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met het uitzetten van de buizen, deze bedraagt 0,02 mm/m°C. De plaatsing is overeenkomstig de voorschriften van T.V. 114 en de richtlijnen van de fabrikant. De koppelingen en vertakkingen gebeuren door elektro-las of spiegellas volgens NBN T42-010 en met moffen en/of flenzen. Enkel voor het koppelen aan toestellen en leidingen uit andere materialen mogen schroefkoppelingen gebruikt worden. De buizen mogen niet gebogen worden. Voor iedere richtingsverandering wordt een bochtstuk gebruikt. Bij standleidingen is één vast punt of verankering per verdieping noodzakelijk. Bij verticale leidingen worden tussen twee vaste punten geleidingsbeugels aangebracht waarbij de grootste tussenafstand niet meer dan 15 maal de buisdiameter mag bedragen. Bij horizontale leidingen worden tussen twee vaste punten geleidingsbeugels aangebracht waarbij de grootste tussenafstand niet meer dan 10 maal de buisdiameter mag bedragen met een maximum van 2 m met aangepaste beugels met bout en moer. De beugels worden bevestigd met vijs pin, bout of draadstang en plug. Tussen twee vaste punten en minstens om de 6 m wordt een expansiestuk geplaatst. In de standleiding wordt per verdieping en zo laag mogelijk bij de vloer een expansiestuk geplaatst. Toepassing
Meetcode
Meetcode :
De leidingen worden gemeten volgens aslijn. In de eenheidsprijs zijn begrepen: de leidingen en hulpstukken, de muur- en vloerdoorboringen, sleuven en alle herstellingen ervan, de dichtingsproeven en de tekening van het afvoernet. De studie is in de eenheidsprijs begrepen. Nibe milieuclassificatie milieuklasse 3b
08.05.14F
Afvoerleiding uit polyethyleen DA 110 FH m
nr 68 Meetcode
meeteenheid : m
08.05.14H
Afvoerleiding uit polyethyleen DA 160 FH m
nr 69 Meetcode
meeteenheid : m
08.06.
PERSLEIDINGEN
08.06.10
Persleidingen
08.06.13
Persleiding in polyethyleen VH m
nr 70 Materiaal
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 68 / 80
PE100 - persriool volgens NBN EN 12201 met BENOR keurmerk. Maatvoering: SDR 17 (PN 10 bij VF=1,25)/ SDR 11 (PN 16 bij VF=1,25).. Buis voorzien van bruine coex-strepen. Nominale buitendiameter : 63 / 75 / 90 / 110 mm. Uitvoering
De studie wordt door de aannemer geleverd en ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd. Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. Bij het opmaken van de studie wordt tevens rekening gehouden met de eisen van de waterverdelingsmaatschappij en de brandweer. Bij het bepalen van het tracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met het uitzetten van de buizen. De leidingen worden geplaatst op een diepte van minstens 0,80 m (vorstvrije diepte bovenkant buis) onder het definitieve maaiveld. De plaatsing is overeenkomstig de voorschriften van STS 62.06.1. De polyethyleen buizen mogen koud gebogen worden tot een straal groter dan R = 20 x diameter. Voor bochten met een kleinere kromtestraal wordt een speciaal bochtstuk gebruikt. De doorvoeringen door buitenmuren worden uitgevoerd met kunststof moffen, waterdicht afgewerkt. Voor de aanvulling van de sleuf worden de leidingen bedekt met een laag zand van 10 cm dikte. De wederaanvullingen van de sleuf wordt verder uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen Boven de zandaanvulling wordt een groen markeringslint met tekst persleiding rioolwater aangebracht. Toepassing
Van pomputten tot ontspanningsput Meetcode
Meetcode :
De leidingen worden gemeten volgens de aslijn. De prijs is ongeacht de diameter die bepaald wordt door de aan te leveren studie. In de eenheidsprijs zijn begrepen: de uitgravingen, de schoor- en stutwerken, de muur- en vloerdoorgangen en de herstelling ervan, de dichtingsproeven, de wederaanvullingen en de tekening van het leidingennet. De studie is eveneens in de eenheidsprijs begrepen.
08.06.20.
Vuilwaterpomp met pompput
Algemeen
Gebouw 1 Kasteel Aansluiting op TAW 13.00m Vertrek TAW 11.00m Terreinniveau ter hoogte van vertrek TAW +/- 13.00m Afstand tot verzamelput aan straat 630m Buffercapaciteit riolering +615l Werkingsvolume +/-205l Dag capaciteit +/- 615l Maximaal pompdebiet 18l/sec Head löss 0.77m Gebouw 2 Neerhoeve Aansluiting op TAW 13.00 Vertrek TAW 12.80 Terreinniveau ter hoogte van vertrek TAW +/- 13.00m Afstand tot straat 590m
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 69 / 80
Buffercapaciteit riolering +5222l Werkingsvolume +/-870l Maximaal pompdebiet 14.5lsec Dag volume +/-2612l Boven opgegeven gegevens werden bepaald aan de hand van hieronder opgegeven waterverbruikers. waterverbruikers per pompput
Enkel wastafelkraan Wastafelmengkraan Douchemengkraan / shower Dubbel-dienstkraan ½” Wasmachine, vaatwasser WC-spoelbak Urinoirspoelkraan
liter/min liter/sec Kasteel Neerhoeve 10 0.17 2 2 12 0.2 5 10 20 10 10 10 15
0.33 0.17 0.17 0.17 0.25
2 1 1 10 3
16 5 1 15 7
Materialen
Elektrische schakelkast: Het laagspanningsgedeelte van het PS is uit te voeren volgens de standaard elektrische schema’s van Aquafin. Deze schema’s zijn modulair opgesteld en samen te stellen volgens behoefte. Voor de opbouw van de elektrische uitrusting wordt verwezen naar de elektrische schema’s. Volgende zaken zijn standaard voorzien voor een drukrioleringsunit: een algemene beveiliging transfo 400VAC/24VDC of 230VAC/24VDC een beveiliging tegen foutstroom per motorvertrek Mini PLC en communicatiemodule een analoge niveaumeting aansluiting voor telefoon- , GSM- of GPRS-modem of communicatie via vaste kabel Metalen kast Lamp op voorzijde van de kast voor storing en hoogwateralarm Droog meld contact pompstoring Pompen schakelen in wisselbedrijf Aansluiting hoogwatervlotter Instrumentatie Niveausturing door hydrostatische sonde: vereenvoudigd type d.w.z. zonder meetomvormer en met vast meetbereik (0-2mWK tot 0-5mWK, uitgang 0-10V of 4-20mA). Sondes worden zodanig opgehangen dat ze niet verschuifbaar zijn. Terugslagklep De terugslagklep is van het type balkeerklep. De balkeerklep wordt achter de voetbocht geplaatst of deze mag ook geïntegreerd zijn in de voetbocht. Afsluiter Er wordt een afsluiter voorzien in de stijgleiding. De afsluiter wordt uitgevoerd als een driedelige kogelkraan in RVS. De bediening gebeurt met een hefboom met voldoende lengte. Bij een 1+1 opstelling wordt er per pomp een afsluiter voorzien.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 70 / 80
Pompen Ten minste 1 geleidestang per pomp. Het gebruik van kabelgeleiding is niet toegestaan. Pompen met een vermogen < 6kW mogen geleverd worden met een minder dikke coating (nl. 80 µm) Twee pompen per pompput. Indien er enkel een net 3*230 V ter beschikking is, moet er geopteerd worden om een pomp te voorzien, die gevoed wordt door 3*230 V Eén reservepomp per pomp type (boven op de twee gemonteerde pompen) wordt afgeleverd door de aannemer bij oplevering Voedingskabel en aansluiting inbegrepen Wachtbuizen voor voedings en sturingskabels inbegrepen Pompen voorzien van versnijders inrichting en vertroppingsvrije kanaalwaaier Deksel Kader en deksel in nodulair gietijzer. De kader is met beton gevuld volgens DIN 19584-6. De aanslag van het kader en van het deksel is uitgevoerd in dubbele tand- en groefvorm met dempende dichting. Afmetingenkader: 900x900mm met rond deksel zonder beluchtingsopeningen met een vrije opening van 700mm. Deksel met scharnierende opening Proefbelasting: 4 ton. Belastingsklasse D400 Betonrand wordt aangewerkt met bestaande vloer. Het deksel mag niet luchtdicht afsluiten, het deksel zoals de meeste standaard deksels moet voorzien zijn van een kleine opening dat onder of overdrukken in de pompput voorkomt. Putten
Volgens beschrijving 06.07.31 Buffercapaciteit tussen de 615l en de 5220l Aansluitdiepte afhankelijk van riool aansluitingsdiepte Uitvoering
De aannemer legt voor het bestellen van de materialen een berekeningsnota voor waarbij de principes voor de berekening van de drukriolering van aquafin worden gehanteerd. Zie bijlage De hierboven opgegeven waardes moeten nagerekend worden door de uitvoerder. En getoetst worden aan de werkelijkheid. De enige uitgangspunten voor de effectieve berekening zijn de aanzetdieptes de aansluitdieptes de afstanden tot de aansluiting en het aantal verbruikspunten. De exacte inplanting van de punten zal bepaald worden tijdens de uitvoering en zijn slechts indicatief aangegeven op de plannen. De bedieningskast zal geplaatst worden in de kelder van de gebouwen op een plaats aan te duiden door het bestuur. De aannemer kan hierbij rekening houden dat er een maximale wachtbuislengte van 10m kan aangehouden worden en een maximale kabellengte van 15m.
08.06.21
Pompput kasteel
GP
nr 71 Toepassing
Pompput met toebehoren voor kasteel
08.06.22
Pompput Neerhoeve
nr 72 Toepassing
Pompput met toebehoren voor neerhoeve
GP
P04700
08.07.
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 71 / 80
GASINSTALLATIE
De gasinstallatie zal beantwoorden aan de norm NBN 435 "binnenhuisinstallatie voor aardgas". Ze moet ook beantwoorden aan de technische voorschriften van de plaatselijke gas verdelende maatschappij. De leidingenzijn uit te voeren in stalen buizen, type gas, beantwoordend aan de NBN 532.02. Zij zullen vorstvrij worden gelegd. Zij mogen nooit blootgesteld zijn aan een toevallige of blijvende mechanische kracht. Buizen die onder de grond worden gelegd zullen beschermd worden door denso plastiekbanden. Alle buizen zullen steeds beschermd worden door roestwerende verf. De bevestigingen tegen de muur zal geschieden door middel van pijpbeugels. De verbindingen worden verwezenlijkt met moffen en koppelingen met draad. Deze draad zal zuiver getrokken zijn. De dichting van de koppeling zal verzekerd zijn door gebruik van dichtingsband erkend door de gasmaatschappij. De leidingen zullen zoveel mogelijk rechtlijnig en rechthoekig geplaatst worden, afhellend naar sifons die geplaatst zijn op de laagste punten. Waar de buizen doorheen plafonds of wanden worden geleid, zullen mantelbuizen voorzien worden. De ruimte tussen buis en mantelbuis wordt met een plastische materie opgevuld. De installateur zorgt er tijdig voor dat de controle van de gasinstallatie kan geschieden. De indienstname van de installatie zal pas gebeuren na uitvoering van de dichtingsproef van de installatie. Na installatie zal in zijn geheel onderworpen worden aan de druk van het net. Als dicht wordt aanzien indien na 10 minuten observatie de literaanduiding van de gasmeter geen debiet vertoont.
08.07.01
Gasmeters
Algemeen
Uitvoering volgens bepalingen van 22.03 en volgende
08.07.01a
Gasmeter G4 FH st
nr 73 Materiaal
Geijkt Capaciteit: 6m³/uur Aansluiting: 3/4" Hartafstand aansluitingen: 220mm Ophangbeugel in gegalvaniseerd staal voor muurbevestiging Een kogelkraan voor en na de meter Uitvoering
Plaatsen van gasmeter op een plaats aangeduid door het bestuur in een toegankelijke lokaal op het gelijkvloers Toepassing
Tussengasmeter voor onthaalpavilioen Meetcode
Netto aantal
08.07.01b
Gasmeter G25 FH st
nr 74 Materiaal
Geijkt Capaciteit: 40m³/uur Aansluiting: 2"
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 72 / 80
Hartafstand aansluitingen: 400mm Inclusief aansluitkoppelingen Ophangbeugel in gegalvaniseerd staal voor muurbevestiging Een kogelkraan voor en na de meter Uitvoering
Plaatsen van gasmeter op een plaats aangeduid door het bestuur in een toegankelijke lokaal in de kelder Toepassing
Tussengasmeter voor Kasteel en Neerhoeve Meetcode
Netto aantal
14.09
BRANDBESTRIJDINGSINRICHTINGEN
Algemeen
Voor alle aansluitingen wordt een berekening gevraagd voor de aansluitingen conform NBN 671-1 wat de brandhaspels betreft en conform NBN 571 wat de hydranten betreft en conform het Koninklijk besluit dd. 7 juli 1994 (gewijzigd bij KB 19 december 1997 en bij KB van 4 april 2003) tot vaststelling van de basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
14.09.40
Hydranten buiten
14.09.41
Bovengrondse hydranten
Omschrijving
Hydrant conform NBN S21-019 Materiaal
Lichaam in gietijzer. Uitgangen met Guilleminkoppelstuk en blindkoppelstuk met ketting Bij een brutale schok kan het bovendeel juist boven de grond afbreken waarbij de afsluitkraan gesloten blijft. Automatische leegloopvoorziening. Zwenkbare neus 360° Uitvoering
Plaatsing kraan element in grind funderings bed. Plaatsing verticale schacht in gestabiliseerd zand. De aanvulling bestaat uit een mengsel van zand en cement. Het zand beantwoordt aan de voorschriften van index C.2.3.2 van het T.B. 150 : Zand voor onderfundering. Het cement behoort tot de sterkteklasse 32,5. Het cementgehalte bedraagt ten minste 100 / 150 kg per m3 niet verdicht zand. Plaatsing bovengronds deel op niveau van de verharding rondom. Bij plaatsing in onverhard oppervlak bovenste 20cm aangevuld met teelaarde. Meetcode
Meetcode : netto aantal st
14.09.41b
BH100 FH st
nr 75 Materiaal
Nominale diameter 100mm Hoogte bovengronds +/- 700mm
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 73 / 80
Uitgang 2x DN70 en 1x DN100 Bedieningssleutel 30x30mm bijgeleverd Toepassing
Bovengrondse Hydrant nabij brug tussen Kasteel en Neerhoeve (zie ook plan) Meetcode
Meetcode : netto aantal st
16.04
VERHARDINGEN VOOR BUITENAANLEG
16.04.60
Verhardingen voor buitenaanleg met keien en klinkers
Algemeen Uitvoering
Aanleggen verharding: Ontwerpvoorbeelden Onkruidwerende verharding CROW, 1997 Handboek wegenwerken en rioleringen De verhardingen worden aangelegd op een goed gesloten onderfundering of fundering. Indien onvoldoende gesloten moet vooraf fijn materiaal in de fundering of onderfundering getrild of gewassen worden tot een gesloten oppervlak. Wielsporen worden bijgewerkt en verdicht. Plassen worden gedempt en ongewenste materialen worden verwijderd. Na het bijwerken en onder profiel brengen van de onderfundering of fundering wordt de straat laag uniform en met een overdikte gespreid en afgestreken zodat na eventueel vast trillen van de stenen deze op het gewenste peil komen te liggen. Sluit de verharding op
16.04.61
Verharding met kasseien VH m²
nr 76 Omschrijving
Uitbreken en terug plaatsen van bestaande kasseiverharding daar waar nodig Materiaal
De te gebruiken kasseien zijn deze voortkomend van de afbraak, af te halen door de aannemer (achter de Neerhoeve). Bij levering dient een staal met keuringsattest voor de aanvang van de werken voorgelegd aan de aanbestedende overheid. Ze dienen te voldoen aan de EN 1342 en de PTV 842 en PTV 845 en de gebruikersklasse is minstens 5 (wegen en straten). De druksterkte wordt bepaald overeenkomstig proefmethode EN 1926. Ze voldoen aan de voorwaarde van het 3de, 4de of 5de formaat en hebben een grijze, rode, witte of bruine kleur. De drukvastheid bedraagt minimum 200 N/mm². Uitvoering
Uitbraak Op aanduiding van het bestuur dient de opdrachtnemer de door het bestuur aangeduide te behouden afgravings- en uitgravingsmaterialen op plaats van bestemming te nivelleren zonder bijkomende prijsvergoeding. Bv voor het plaatselijk afwerken en/of aanvullen van bermen. De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op de bepalingen van SB 250, meer in het bijzonder 2-6.2 en 4-1.1.2 i.v.m. op- en afbraakmaterialen die dienen opgeslagen te worden op de stapelplaats van de aanbestedende overheid of herbruikt te worden in het werk. Met ‘omzichtig’ opbreken wordt bedoeld dat de afbraakwerken zodanig worden uitgevoerd dat de herbruik waarde van het product volledig behouden blijft. Bestrating van in rijen te leggen kasseien
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 74 / 80
Beschrijving De bestrating omvat het in rijen plaatsen en vastzetten met ter plaatsen uitgebroken of geleverde kasseien op een zandcement bed. De te leveren kasseien dienen gelijkaardig te zijn aan het staal dat werd voorgelegd. De stenen worden in halfsteensverband loodrecht op de rijrichting geplaatst. Fundering Neerhoeve Het bed van bestrating is van zandcement volgens typebestek 250 9.1. De minimum en nominale dikte van het legbed bedraagt na verdichting 7,5 cm. Fundering kasteel en bruggen Betonsamenstelling : 200 kg cement sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B11-101 en 400 l zand voor beton volgens NBN 589-103. De dikte bedraagt 20cm. De fundering wordt aangelegd met de bestaande dwarshelling Het verwerken van het betonmengsel wordt niet toegestaan bij temperaturen lagen dan + 1°C, 's ochtends om 8 uur gemeten. Het spreiden en verdichten van het betonmengsel moet voltooid zijn vóór de binding van het cement. Voegen De zijvlakken van de kasseien sluiten dermate aaneen dat de voegen zowel in als tussen de rijen nergens breder zijn dan 15 mm en minimum 5 mm. Voegvulling neerhoeve Voegvulling met zand, split of porfiersteenslag 0/2. De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op deze paragraaf, meer bepaald het ‘vastzetten en bezanden van de bestrating’. De nodige voorzorgen zijn te nemen opdat bij het openstellen van de verharding geen zand of ander materialen op de bestrating aanwezig zijn en dat de voegen volledig gevuld zijn. Voegvulling kasteel en bruggen Gemodificeerde mortel volgens TB 250 3.1.2.2.cGEMODIFICEERDE MORTEL De gemodificeerde mortel is een cementgebonden mortel waaraan polymeren (niet reactief hars) toegevoegd worden teneinde de kleef- en hechtsterkte van de verharde mortel te verbeteren. Het gehalte aan droge stof polymeren moet tussen de 5 en de 20 % van het cementgewicht bedragen. De hoeveelheid cement bedraagt, tenzij speciale richtlijnen van de leverancier van het hars, minstens 450 kg per m³ droog zand. De consistentie is half vloeibaar. Het vullen van de voegen wordt uitgevoerd bij droog weer. Volgende bewerkingen worden na elkaar uitgevoerd: - het met perslucht uitblazen van het zand in de voegen, tot op 4 cm diepte; hierbij neemt de aannemer afdoende maatregelen om te voorkomen dat het weggeblazen zand de weggebruikers of de aangelanden zou hinderen; - het sproeien van water op de bestrating; - het in de voegen aanbrengen en invegen van gemodificeerde mortel tot ze volledig gevuld zijn. Hierbij moet het uitblazen het invegen minstens 20 m voorafgaan. De gemodificeerde mortel wordt ter plaatse bereid in een mengkuip; - het verwijderen van alle overtollige mortel, zodra de mortel in de voegen voldoende opgestijfd is, - door borstelen onder toevoeging van grof zand. Toepassing
Op te breken verhardingen ten noorden van neerhoeve (59m2), en ter hoogte van pompput en aansluitingen aan het Kasteel en bruggen(79.5m2) Meetcode
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 75 / 80
Netto hoeveelheid volgens aanduidingen op het plan worden aangerekend. Er zijn enkel verrekeningen in plus mogelijk als er bijkomende plaatsen zijn die niet aangeduid zijn op het plan.
16.05
LIJNVORMIGE ELEMENTEN VOOR VERHARDINGEN VAN BUITENLIJNVORMIGE ELEMENTEN VOOR VERHARDINGEN VAN BUITENAANLEG
16.05.10
Boordstenen voor buitenaanleg
Algemeen Uitvoering
De boordstenen, in rechte lijn geplaatst, wijken maximaal 0,5 cm af ten opzichte van de rechte. De boordstenen in een bocht geplaatst hebben een vloeiend verloop. De boordstenen worden gefundeerd op korrelbeton samengesteld uit 250 kg cement, sterkteklasse 32,5, en 800 liter granulaten. Het funderingsbeton heeft een dikte van minstens 15 cm en een breedte die minstens gelijk is aan de som van hoogte + breedte van de boordsteen. De hoogte van het steunbeton, ingeval van uitstekende boordstenen is gelijk aan 2/3 van de hoogte van de boordsteen en wordt voorzien onder een hoek van 45°. De nodige graafwerken en het vervoer van de overtollige grond, buiten het Staatsdomein is inbegrepen.
16.05.12
Boordsteen uit beton
Materiaal
De boordsteen uit getrild beton beantwoordt aan de bepalingen van NBN B21-411 en addendum. Boordsteentype en afmetingen (h x b) : ID2 200 x 100 mm voorzien van rechte kanten. Uitvoering
Alle hoek- en passtukken moeten verzaagd worden. De boordsteen wordt verhoogd uitgevoerd. Voor bochten met een straal kleiner dan 5 m worden stukken van 0,5 m / speciale stukken in boogvorm gebruikt. De boordstenen worden gevoegd met een voegmortel van de categorie M2 volgens NBN B14-001 als volgt samengesteld : 300 kg cement, sterkteklasse 32,5 per m³ droog zand hetzij 1 deel cement voor 4 delen zand. Gebruik bochttegels in bochten Toepassing
Boordstenen rond watertappunten
17.03
GRASMATTEN
17.03.10
Aanleg grasmatten
Algemeen Uitvoering
Op de aanleg van de grasmatten zijn de bepalingen van hoofdstuk K1 van het T.B. 150 van toepassing. Tussen het effenen en verkruimelen van de grond en het aandrukken van de grond mag hoogstens 1 week verlopen. Er worden geen grondbewerkingen uitgevoerd bij vorst, neerslag of wanneer de grond doorweekt is. Na de grondbewerkingen mogen de gronden niet meer betreden worden met machines die spoorvorming kunnen veroorzaken.
17.03.11 nr 77
Aanleg grasmat door bezaaiing VH m²
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 76 / 80
Materiaal
De soorten graszaden worden bij de zaadleverancier gemengd. Bij elke levering van graszaad is een certificaat van herkomst en echtheid gevoegd. De mengeling voor het gazon is samengesteld uit Koeleria macrantha 40% Poa pratensis 20% Festuca rubra trichophylla 15% Festuca rubra commutata 15% Lolium perenne 10% Uitvoering De aanleg van grasmatten door bezaaiing omvat: - het uitvoeren van de grondbewerkingen die noodzakelijk zijn om een effen grasmat te bekomen; het fijn profileren het licht verdichten met gepaste middelen het wegnemen van stenen met een afmeting groter dan 50mm het wegnemen van alle plantaardig afval (voor het profileren) nominale dikte van de afdekking bedraagt 20cm - het regelmatig openspreiden van het graszaad en het inwerken ervan; - het afranden van de grasmat. De bezaaiingen worden uitgevoerd volgens de bepalingen van hoofdstuk K.1.2 van het TB 250 à rato van 2 / kg graszaad per 100 m2. Langs de boorden wordt over een breedte van 50 cm, deze hoeveelheid verdubbeld. De aannemer neemt de nodige voorzorgen opdat het gras enkel gezaaid wordt binnen de grenzen van de voorziene oppervlakten. Het zaad wordt met aarde bedekt met behulp van de hark of door lichte egging. Hierna wordt de bezaaide oppervlakte gerold bij middel van een rol van ongeveer 150 kg per lopende meter velgbreedte. Het bezaaien van taluds met een helling steiler dan 6/4 gebeurt op een laag teelaarde, 10 cm dik, in voren die 2 cm diep zijn en op 10 cm afstand van elkaar liggen. De aannemer neemt, na het zaaien, alle mogelijke maatregelen om het normale regelmatig opkomen van het gras en de wortelvorming te verzekeren. Het gras wordt een eerste en een tweede maal gemaaid tot op 4 cm hoogte, telkens het gras minstens 10 cm en maximum 15 cm hoog is. Het maaien gebeurt met een grasmaaimachine die de jonge planten niet uitrukt. Het afgemaaide gras wordt onmiddellijk buiten het Stadsdomein verwijderd. Buitengewone herstellingswerken Om te voldoen aan de kenmerken van de uitvoering dient de aannemer de plekken in de grasmat waar 30 dagen na het zaaien geen normale opkomst merkbaar is, opnieuw in te zaaien met hetzelfde mengsel. Daarenboven herstelt de aannemer, na de tweede maaibeurt, de kale plekken in de grasmat en/of de plekken in de grasmat waar enkel vreemde gewassen zijn opgekomen. Controles De aanleg van grasmatten door inzaaien wordt onderworpen aan a posteriori uitgevoerde technische keuringen. Deze a posteriori uitgevoerde technische keuringen omvatten: - steekproefsgewijze of stelselmatige controles, naarmate de aanleg van grasmatten door inzaaien vordert, teneinde na te gaan of de uitvoering overeenkomstig de beschrijving is; - de controle van de dichtheid bij de definitieve oplevering overeenkomstig de kenmerken van de uitvoering. Toepassing
Inzaaien van gras na het terug dichten van de sleuven op plaatsen waar er onvoldoende dikke graszoden voorhanden zijn. Meetcode
Netto te bezaaien oppervlakte.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
22.03.
gasaansluiting
22.03.01
gasaansluiting FH st
p. 77 / 80
nr 78 Omschrijving
Het betreft alle noodzakelijke werken voor het bekomen van een aansluiting op het gasleidingsnet, in overeenstemming met de eisen van de gasdistributiemaatschappij, zoals het maken en dichten van sleuven, doorkappingen, opstelling van de meter, equipotentiaalverbindingen, enz... die niet in de factuur voor de aansluiting zijn begrepen. Enkel de kosten voor de aansluiting en in dienststelling, zoals aangerekend door de gasdistributiemaatschappij, zijn ten laste van de bouwheer. Meting
meeteenheid: per stuk Uitvoering
OPSTELLING - GASMETERS De voorziene plaatsing van de gasmeter voldoet aan de norm NBN D 51-003 en aan de voorschriften van de netbeheerder. Vooraleer een nieuwe binnen installatie onder gas te zetten dient de installateur de leidingen te reinigen. Het leidingnet wordt aangesloten op de voeding. Ze mag niet worden ingewerkt. Ze moet ten allen tijde bereikbaar blijven voor de personeelsleden van de verdeler. De installateur zal de binnen installatie afwerken tot op maximum 1 meter afstand van de gasmeter, d.m.v. een stuk buis met aangepaste buitendraad. De aansluiting mag niet onder invloed staan van een schadelijke kracht en ook niet in aanraking komen met een metaal of een product dat haar zou kunnen schaden. Indien de verdeler van oordeel is dat bijkomende veiligheidsmaatregelen moeten getroffen worden wegens het bestaan van bijzondere risico's of karakteristieken van de omgeving, zal de aannemer deze laten uitvoeren op eigen kosten. GASMETER BINNEN HET GEBOUW Bij plaatsing van de gasmeters binnenin het gebouw dienen volgende regels in acht worden genomen: de muurdoorvoer voor de gasleiding mag geen doorgang verlenen aan andere leidingen. Alle andere leidingen moeten op een afstand van minstens 20 cm blijven. Deze muurdoorvoer wordt water- en gasdicht afgesloten. het gedeelte van de dienstleiding binnen het gebouw moet zo kort mogelijk zijn; het binnen gedeelte van de stalen dienstleiding zal op het gebied van bescherming gelijkwaardig zijn aan het gedeelte buiten geplaatst. het gedeelte van de dienstleiding binnen het gebouw moet op een verticale muur wand bevestigd kunnen worden, minstens op plinthoogte en over zijn ganse loop zichtbaar, zonder nazicht, onderhoud of vervanging kan gebeuren zonder beschadiging van vloeren of muren. worden de gas- en elektriciteitsmeters in dezelfde nis geplaatst en zijn zij niet van elkaar gescheiden door een gasdicht tussenschot dan zal de gasmeter in het bovenste deel van de nis worden aangebracht. de aardgasleiding moet aangesloten worden op de equipotentiaalverbinding, dichtbij de gasmeter maar langs de kant van de binnen installatie. de minimum afstand tussen de gasmeter en elk warmt producerend toestel bedraagt 1,5 m. Volgens de bepalingen van de lokale netbeheerders dient gebruik gemaakt van een energiebocht.
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 78 / 80
GASMETER BUITEN HET GEBOUW In uitzonderlijke gevallen kan de gasmeter worden opgesteld buiten in een speciale kast, wanneer geen geschikte plaats binnen het gebouw gevonden wordt of wanneer de afstand tot de straat groot is. De kast wordt dan op privaat terrein zo dicht mogelijk bij de hoofdleiding en de rooilijn geplaatst.
22
HVAC
22.04.
gastoestellen
Omschrijving
Levering, plaatsen, aansluiten en in gebruik stellen van de verbruikstoestellen met alle toebehoren. Meting
meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materialen
REFERENTIENORMEN NBN EN 30-1-1 en NBN EN 30-1-2: Huishoudelijke gaskooktoestellen - Veiligheid NBN EN 30-2-1 en NBN EN 30-2-2 - Huishoudelijke gaskooktoestellen: Rationeel energieverbruik NBN D 04-002 - Elastomeren slangen met mechanische opzetstukken, bestemd voor het aansluiten van verplaatsbare huishoudelijke kooktoestellen gevoed met gas lichter dan lucht verdeeld door leidingen, met een maximale druk van 200 mbar Uitvoering
De aansluiting en plaatsing van de toestellen gebeurt overeenkomstig NBN D 51-003. De plaats van toestellen in vochtige ruimtes, waar een elektrische voorziening voor nodig is, dient te voldoen aan het AREI. Het ontluchten en in dienst stellen van de toestellen gebeurt door de installateur. Hij dient de goede werking van de toestellen na te kijken en een gebruiksaanwijzing te overhandigen aan de opdrachtgever.
61
ELEKTRICITEIT
61.30
Leidingen
61.31.04
Plaatsen van leidingen
Het plaatsen van kabels houdt eveneens in, dat de plaatsing van alle te voorziene kabelafdekkingen, waarschuwingslinten, merkstenen, enz., inbegrepen zijn in de opgegeven prijs. Indien de kabels geplaatst worden in zogezegde wachtbuizen, zal telkens een nieuwe trekdraad voorzien worden zodat later nog kabels kunnen bijgetrokken worden.
61.31.04a Plaatsen van kabels type EAXeCWB 8,7/15 (17,5) kV 1x50/16 mm in gegraven sleuf VH m nr 79 Uitvoering
Het plaatsen van de hoogspanningskabels gebeurd geheel conform de voorschriften van synergrid C2/112. Er wordt hierbij rekening gehouden met getwiste plaatsings de benodigde aarding van de kabels, de kruising van de mantels. 3st mono polaire kabel EAXeCWB 8,7/15(17,5)kV 1x50/16
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 79 / 80
Overlengte opgerold aan kant neerhoeve 18m Overlengte opgerold aan kant meetcellen 5m Toepassing
Kabel van meetcel naar transfo Meetcode
Netto uit te voeren lengte voor plaatsing van 3st mono polaire kabel
61.31.04c Plaatsen van kabels type EXAVB-F2 3X150mm²+1x90mm² in gegraven sleuf VH m nr 80 Toepassing
Kabel van ALSB Neerhoeve nabij transfo naar Kasteel Afstand: 225m Overlengte opgerold in kasteel 35m Overlengte opgerold aan kant neerhoeve 18m Vermogen: 95,06 kVA leidt tot 3x160A aansluiting.
61.31.04d
Plaatsen van kabels type EXVB - 3G2.5mm² in gegraven sleuf VH m
nr 81 Toepassing
Kabel van ALSB Onthaal tot MS cabine Afstand: 60m Overlengte opgerold in Onthaalpavilioen 3m Overlengte opgerold aan kant neerhoeve 4m Vermogen: 16A 220/240V
61.31.04e
Controlepunten voor het dempen van de kabelsleuf VH st
nr 82 Vooraleer de kabelsleuf wordt gedempt dienen een aantal controlepunten en handelingen uitgevoerd:
Het uittesten van de kabel; Het merken van de kabel met nummerplaatje; Het opmaken van een “as built” plan met aanduiding van de merkstenen en het juiste tracé en diepte van de kabel ten opzichte van vast beschikbare merkpunten (gebouwen, wegen, enz.).
P04700
Nutsleidingen, begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan
p. 80 / 80