> RACISME EN DISCRIMINATIE Verslag discussiesalon Inspraakdag 2015 Vlaams Parlement – maandag 2 maart 2015 (10u15 – 12u00)
Aantal deelnemers Luisteraars
Moderator: Verslag:
19 leerlingen 6 leerkrachten Naïma Cherkaoui en Hannah Vermaut (spelen een actieve rol in het salon) Spijbelambetenaar en Annemie van Gastel (Begeleider diversiteit in het GO!) Nieke (VSK) Lieselot (VSK)
Aanwezige scholen vandaag: Atheneum Brussel, Abdijschool van Zevenkerken Sint-Andries, Sint-Bavohumaniora Gent, SintAlbertuscollege Haasrode, Sint-Martinusscholen - Walfergem, Koninklijk Atheneum Koekelberg, Leiepoort - Sint-Hendrik Deinze, Francesco-Paviljoen Herentals, Sint-Jozefscollege Aalst, Koninklijk Atheneum Tielt, KTA II Tongeren, Leiepoort - Sint-Theresia Deinze, KTA Wollemarkt Mechelen, Hoger Instituut voor Verpleegkunde Sint-Elisabeth, Leiepoort - Sint-Vincentius Deinze, Koninklijk Atheneum Roeselare, Sint-Ursula-instituut Wilrijk, WICO Sint-Maria Neerpelt, KTA Brasschaat, Atheneum Plus Campus van Veldeke Hasselt, Stedelijk Kunstistituut Gent, KOSH Wolstraat, Ursulinen Mechelen, KA Emmanuel Hiel Schaarbeek, Imelda Instituut Brussel, Mater Dei Sint-Pieters-Woluwe, College O.-L.-V.-Ten-Doorn Eeklo & Atheneum De Tandem Eeklo.
Dit discussiesalon vond plaats op de Inspraakdag van de Vlaamse Scholierenkoepel. Op deze dag gingen 100 scholieren met elkaar en met beleidsmakers in gesprek over onderwijs(beleid). 1
Inleiding
Bij de Vlaamse Scholierenkoepel horen we dat discriminatie en racisme ook voorkomen op de schoolbanken. We gaan daarom hier dieper op in. De gesprekken die we met leerlingen voeren in dit discussiesalon hebben dir doelen. De Vlaamse Scholierenkoepel neemt deze meningen mee en zorgt ervoor dat ze bij de juiste personen belanden. De luisteraars hier aanwezig hebben allemaal een job in het onderwijs en kunnen op hun werk meer rekening houden met de meningen van leerlingen. Daarnaast kan je als leerling ook zelf heel wat dingen aanpakken. Dit kan via je leerlingenraad, die een directe lijn naar je directie zijn, maar ook op andere manieren. Vragen komen van:
Naïma Cherkaoui (Kindderrechtencoalitie. Behandelt rechten van kinderen en jongeren tot 18 jaar, zoals het recht om niet gediscrimineerd te worden. Jaarthema 2015: diversiteit en migratie)
Hannah Vermaut (Interfederaal Gelijke Kansencentrum, het centrum zet preventieve acties op om racisme en discriminatie te voorkomen en ontvangt mensen die dat meegemaakt hebben. Ze willen onderzoeken in welke mate er racisme en discriminiatie is in onze maatschappij. Hannah bereidt nu een onderzoek voor rond racisme en discriminatie in onderwijs
Luisteraars Annemie Van Gastel (begeleider diversiteit van het GO!, haar taak: leekrachten & directies gevoelig maken voor deze thematiek, naar hen luisteren en hen aanmoedigen om er rond te werken) en Najib Chakouh (Onderwijsbeleid stad Antwerpen. Heeft vroeger een inspiratiedag georganiseerd ‘de jongere centraal’).
pagina 2 > 6
2
Wat is discriminatie?
Wat is discriminatie voor leerlingen? Als iemand benadeeld wordt om een bepaalde reden, is dat discriminatie. Het afkeuren van anders zijn (bv. huidskleur, land van afkomst) is discriminatie. Een leerlingen uitstluiten, pesten, erover roddelen, hem/haar anders behandelen dan de anderen is discriminatie. Discriminatie gebeurt op basis van moedertaal, godsdienst, religie, accent, kledingsstijl, uiterlijk. Discriminatie en racisme is een gevolg van onze vooroordelen, die we vaak onbewust hebben over mensen. Dan gaan we mensen onderscheiden omwille van hun afkomst of anders zijn. En op basis daarvan gaan we hen soms fysiek of mentaal pesten, of ontstaan er bepaalde groeperingen. Mensen gaan groepen vormen op basis van gemeenschappelijke kenmerken. Wie dat kenmerk niet heeft, kan maar moeilijk bij die groep geraken. Leerlingen blijven vaak teveel in hun eigen ‘kring’ en zouden meer moeten mengen. Voor één jongen vindt discriminatie ook al bij inschrijving op scholen plaats: wanneer jongeren met minder kansen worden voorgetrokken bij de inschrijvingen, worden anderen gediscrimineerd. Mensen vormen groepen op basis van gemeenschappelijke kenmerken, maar wanneer is er dan sprake van discriminatie?
Er zullen altijd groepen gevormd worden, want het is onmogelijk om met z’n allen 1 grote groep te vormen. Het is pas discrimineren als iemand uitgesloten wordt van een groep omdat hij de foute kenmerken heeft.
Is discriminatie en racisme tussen leerlingen pesten?
Het begint met een discriminerende opmerking, maar kan al snel tot pesten leiden.
Racisme en discriminatie gaat over verschillen. Pesten komt vanuit een woede in een persoon: hij voelt zichzelf niet goed in zijn vel en zoekt een gemakkelijk slachtoffer. Pesten is een gevolg van discriminatie. We beginnen met mensen van elkaar te onderscheiden, er ontstaan verschillende groepen, sommige groepen of mensen voelen zich beter dan andere groepen of mensen en zo onstaat er pesten.
3
Racisme en discriminatie op school
Wordt er op jullie school gediscrimineerd?
Er wordt vooral gediscrimineerd tussen de verschillende richtingen (aso, tso, bso, kso ) en ook onder klassen binnen die richtingen De perceptie is: bso is lager en de leerlingen zijn dommer. Leerkrachten spelen ook een rol . Als je geen goeie punten hebt, dreigen ze met een overstap naar bso.
Leerkrachten discrimineren: ze behandelen jongeren met een ander geloof/allochtonen anders dan Belgen Leerkrachten vergelijken leerlingen (te) vaak.
Sommige opmerkingen van leerkrachten rond bv. seksualiteit of racistische uitspraken zijn kwetsend.
pagina 3 > 6
Ligt het probleem meer bij leerkrachten dan leerlingen?
Er is een grote generatiekloof. Leerkrachten zien bepaalde zaken nog als taboe, die dat voor leerlingen totaal niet meer zijn. Leerlingen vinden verschillen in bv. seksualiteit en afkomst veel minder een probleem en staan daar meer open minded tegenover.
Leerkrachten discrimineren niet altijd met woorden.
Leerlingen discrimineren ook.
De media spelen ook een rol bv. het verschil tussen moslims en terroristen wordt niet altijd even subtiel getoond. Er is een groot verschil: als leerlingen discrimineren, worden ze daarvoor bestraft. Leerkrachten niet.
Leerkrachten weten niet hoe ze moeten reageren, of hoe ze het moeten aanpakken. Dus negeren ze het.
Wat maakt het voor leerkrachten moeilijk om te reageren?
Leerkrachten schatten het fout in. Ze denken ‘het is maar wat plagen’, terwijl de leerling in kwestie zich echt gepest voelt. Leerlingen gaan bij een geval van discriminatie niet snel naar een leerkracht stappen. Omdat ze ervan uitgaan dat die toch weinig zullen doen. Ze zullen eerst proberen om het zelf op te lossen. De meeste gevallen van discriminatie of pesten doen zich voor tijdens de speeltijd. Er is vaak een verschil tussen wat ze zien (en waar ze dus een straf voor kunnen geven) en wat er werkelijk gebeurd is, of wat de context is. Dat maakt het moeilijk om de situatie in te schatten. Ze zijn bang dat ze het fout zullen aanpakken, of nog erger zullen maken.
Als een leerkracht reageert, dan komt het slachtoffer in de belangstelling te staan.
Wie naar een leerkracht stapt, wordt als laf beschouwd.
Als er zich een geval van discriminatie voordoet, moet de leerkracht dan straffen, of is er een andere oplossing?
Je kan ook naar de leerlingenbegeleider te stappen. Je kiest dan zelf of je de pesters erbij betrekt of niet. In plaats van leerlingen in de klas aan te spreken, wachten leerkrachten beter tot na de les, of gaan ze ermee naar het CLB. Niet iedereen hoeft te weten wat er is gebeurd. En ze hoeven ook niet te roepen, praten werkt ook.
Leerkrachten kunnen best samen met de leerlingen naar een oplossingen zoeken i.p.v. te straffen. Leerkrachten zouden beter opgeleid moeten worden om te leren omgaan met conflicten en welke rol zij daarin kunnen spelen. Ook op school zouden ze daar beter in begeleid moeten worden.
Mede-leerlingen kunnen ook een rol spelen bij gevallen van pesten of discriminatie bv. als vertrouwensleerling. Het komt er dan op aan dat leekrachten en vertrouwensleerlingen goed gaan samenwerken.
Hoe kan een school ervoor zorgen dat racisme en discriminatie niet gebeurt?
Pesten en discrimineren gebeurt heel vaak en het zal een heel lang proces zijn om daar verbetering in te krijgen. We moeten het probleem aanpakken nog voor het gebeurt. Voorkomen is beter dan achteraf verwerken of straffen.
pagina 4 > 6
Zowat iedereen is het ermee eens: de belangrijkste methode om discriminatie te voorkomen, is in gesprek gaan met leerlingen, op school en in de klas. o In die gesprekken wordt er gepraat over de actualiteit, en wordt de blik verruimd. o De link maken met de leefwereld van scholieren wordt gelegd. o Ook de gevolgen van discriminatie komen aan bod. o Het kan in de vorm van klasgesprekken, of een debat op school. o Het zou structureel aangeboden moeten worden, vanaf het eerste jaar, elke week. Sommige scholen/klassen doen dat al. o Op die manier kan je een open klimaat creëren & investeren in de groep. Als er zich dan mogelijke problemen voordoen, kunnen die sneller en beter besproken worden. o Het mag absoluut niet te schools. En graag op een interactieve manier.
Een ander idee is om activiteiten te organiseren die je met de klas doet, maar buiten de schoolcontext, zoals een inleefweek of samen sporten. Je leert elkaar op een andere manier kennen, het is een vorm van teambuilding, dat misschien als gevolg zal hebben dat er minder of niet gediscrimineerd wordt.
Dialoog zorgt voor een komma. Je leert verder kijken dan ‘Dit vind ik. Punt’. Of ‘Dit ben ik. Punt’. Je vraagt je af waarom iemand iets denkt of vindt. Je leert anderen en hun ideeën beter kennen en er meer voor open te staan.
Onlangs waren er de aanslagen op Charlie Hebdo, hoe ging jullie school daar mee om? Op sommige scholen wordt er heel hard ingespeeld op de actualiteit, op andere scholen gebeurt er vaak niets. Hieronder vind je een overzichtje van wat er in de scholen van de deelnemers aan dit discussiesalon werd ondernomen rond de aanslagen op Charlie Hebdo: Er werd niets ondernomen
Er werd zelfs niet over gesproken. Leerlingen horen enkel de mening van hun ouders en zouden op school ook andere meningen moeten kunnen horen.
Mooi gebaar, maar…
We hielen een minuut lang een potlood in de lucht met de hele school en verder niets. Het is een mooi gebaar. Maar het veel is belangrijker om er over te praten.
Er werd over niets anders gepraat …
… en uiteindelijk werd het een klasgesprek. Er ontstonden 2 groepen in de klas. Maar uiteindelijk luisterden we naar elkaar en besloten we dat moslims geen terroristen zijn.
Binnen de lessen PAV en zedenleer
In de lessen zedenleer is er veel aandacht voor actualiteit. Charlie Hebdo en IS kwam dus zeker aan bod. Het is belangrijk dat leerkrachten aanspreekbaar zijn een open houding hebben. Bij ons is er in de lessen zedenleer veel aandacht voor andere godsdiensten. Zo gaan wij bijvoorbeeld een moskee bezoeken, maar dat waren we sowieso al van plan. In het vak PAV hebben wij een week gepraat over IS, bekeken we filmpjes en hadden we een interviewopdracht
pagina 5 > 6
Op school
Actualiteit is belangrijk op school. Op een toets van geschiedenis kan er bijvoorbeeld altijd een vraag komen over de actualiteit. Op den duur word je dat gewoon, en haal je er je voordeel uit. Soms ontstaan er zelfs spontaan debatten. Rond Charlie Hebdo hebben we in verschillende lessen gedebatteerd. Het is een rijk debat geworden met veel respect. Dat komt omdat we debatteren al gewoon zijn.
Actua zou een vak moeten zijn. Sinds het over IS en Charlie Hebdo ging, is er over ebola niets meer gezegd, alsof dat nu opgelost is. Een wekelijks vak is misschien te veel.
Sommige leerlingen tonen totaal geen interesse in actualiteit als het aan bod komt. Als het een vak wordt, zullen ze er dan voor open staan en zullen ze erin geïnteresseerd zijn? 4
Advies voor minister Crevits
Hierboven kon je al lezen dat het gesprek aangaan volgens de aanwezige leerlingen de beste manier is om met discriminatie om te gaan. Niet enkel wanneer het zich voordoet, maar vooral om het te voorkomen. Hoe kan de minister de scholen hierin ondersteunen? Tijd voor gesprek rond brede actualiteit
Ruimte en tijd creëren voor leerkrachten om over de actualiteit te praten.
Verplicht maken voor alle scholen, zodat het actualiteit niet enkel aan bod komt als een leerkracht daartoe initiatief neemt. Aan bod laten komen in alle vakken, niet enkel in godsdienst of zedenleer. Een overkoepelende projectweek is ook een mogelijkheid.
Laat het over meer gaan dan enkel de actualiteit. Laat het breder kader zien.
Mogelijk maken om externen op school uit te nodigen, bv. een imam.
Opleiding en begeleiding leerkrachten
Leerkrachten beter ondersteunen, zodat ze uit zichzelf regelmatiger inpikken op de actualiteit.
Leerkrachten beter ondersteunen, zodat ze het debat durven aangaan. Leerkrachten beter ondersteunen, zodat ze hun rol beter kunnen opnemen als bv.gespreksleider van een debat of gesprek rond racisme of discriminatie Laat leerkrachten regelmatig een extra workshop of opleiding volgen.
Het begint op school
Een actieplan schrijven rond ‘iedereen is gelijk, maar toch verschillend’
Integratie bevorderen. Nu vormt bv. een OKAN-klas vormt vaak een contrast met de andere leerlingen of staat apart van de rest van de school. . 5
Samenvatting
Discriminatie en racisme zijn aanwezig op scholen. Er worden groepen gevormd op basis van gemeenschappelijke kenmerken zoals moedertaal, godsdienst, religie, accent en kledingsstijl. Wie die
pagina 6 > 6
kenmerken niet heeft, hoort er niet bij. Wanneer iemand daardoor uitgesloten, scheef bekeken of benadeeld wordt, is er sprake van discriminatie. Dat kan snel overgaan in pesten. Discriminatie gebeurt onder leerlingen, maar de rol van leerkrachten mag niet onderschat worden. Zij discrimineren ook. En bovendien weten ze vaak niet hoe te reageren als ze met discriminatie geconfronteerd worden. Als er zich een geval van discriminatie voordoet, is straffen niet de beste methode. De leerkracht gaat beter rustig in gesprek met de leerlingen. Daarin kunnen mede-leerlingen ook een rol spelen bijvoorbeeld als vertrouwensleerling. Maar nog beter is het om discriminatie en racisme te voorkomen. Ook daarvoor is een gesprek de beste methode. Een gesprek in de klas of in de school wanneer bepaalde belangrijke incidenten (zoals de aanlagen op Charlie Hebdo) zich voordoen, is belangrijk. Maar scholen zouden het daarbij niet moeten houden. Gesprekken rond actualiteit krijgen best een vast plaatsje in de school. Dan is er ook tijd om het bredere plaatje te behandelen rond bv. discriminatie en racisme. De minister kan helpen door scholen tijd en ruimte te geven om zulke gesprekken te organiseren. Ook kan de minister zorgen dat de leerkrachten beter opgeleid en ondersteund worden.