Post in - 66949
Ministerie van Economische Zaken, % Landbouw en Innovatie > Retöuradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Aan geadresseerden QG E M i-* - ::: N -7 ('- Vvt (2 ç; |4 r L . - u- .. # 1+-! .4 +/786N O 17 .. . % %.. . 2 2 J!.I.!..! 2212 :| j| :|. b>'. | |.% |' '. ||| i ;pë!:- ' |''.... ......'. î. ..''.. ...' . ..... ..t . .i.t..:.- .... . . .. . .. . .... .. .. . .. .t..- .. . ..... - - .. ...... |. .. j||||| .. .... .. ....... .||.|F. (-./'ï.-.: pi'ë -' ' 1..'.'.. ;. , ' ' . .;.' tï '.'. ,' | j tàà-'' . , .-. . . t . ' '* ' 7| .g & : .. j y ... .ù ë 7 j'.j ..< k .. . . ? . g. ..--,..--...--.....'- .,. . .. .....-....-.-.L: -..---.--. ,,-- ..-.-.-...-.-.- -. n o f p. h, . tq ..i ; ..è ( Jo : y | -1 1..- k .ç , .. . , ;. t . . , j v. z. ; ;( ..œ.- .. .-.. . ... | Direttie Reqio en Ruimtelijke Etonomie Directoraat-Generaal Natuur & Ruimte Prins Clauslaan 8 2595 AJ Den Haag Postbus 20401 2500 EK Den Haag |w.|jksoverheid.nl/eieni T o'm 888 32 80 F 070 888 32 90 www.mineleni.nl onze referentie 286562 Bijlagen 1 Datum 26 juli 2012 Betreft Zienswijze BO aanvra|g vergunning Nb-wet 19989 gebruik baanvak Budel-Wee/ Bijgaand zend ik u een aanvraag voor een vergunning voor het gebruik van het baanvak Budel-Weeo op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbwet 1998). De aanvraag is ingediend door ProRail. Hierbij stel ik u op grond van artikel 44, derde Iid, van de Nb-wet 1998 in de gelegenheid, binnen 8 weken na d.d. 26 juli 2012, uw zienswijze met betrekking tot de bijgevoegde aanvraag kenbaar te maken. Indien binnen deze termijn geen reactie van u is ontvangen, zal bovenstaande aanvraag met de ons dan ter beschikking staande gegevens worden afgedaan. |e heer D.A. Figee, beleidsmedewerker Nb-wet 1998 bij de directie Regio en Ruimtelijke Economie (teI.: (070) 8883294), is belast met de behandeling van deze aanvraag. Met eventuele vragen kunt u bij hem terecht. FIOO' Chtend, ' . Hussainali e sondersteuner Nb-wetteam Regio en Ruimtelijke Economie Pagina 1 van 1 PD0C01/286562
.
Post in - 66949
* Pxoaail Memo Aan Ministerie EL&I v| Directie Regio en Ruimtelijke Economie T.a.v. Mr. S. Figee Postbus 61 11 5600 HC Eindhoven Leended Makkinga Datum Bijlageln) Onderwerp 11 juli 2012 3 Nbwet-vergunning op grond van adikel 19 d Tele|onnummer Faxnummer E-mail 030 235 75 96 030 235 50 34
[email protected] Geachte he|r Figee, Bijgaand zoals besproken bijgaand een drietal dœumenten ten behoeve van de aanvraag op grond van artikel 19d (Natura zooo/ebieen) voor het gebruik yan het baanvak Budel-Weed zoals in het ond|taande o|çhreven. De |anvrager is ProRail B.V., houder van de |heerconce|ie als bedoeld in adikel 16 van de Smorwegwet en |heerder van het baanvak Budel-Weed. Aanleiding vxr de aanvraag zijn de uitspraken van de Raad van State van 25-2-2012 (zaknrs 200800675/1/Q en 2008œ511/1) waarin werd |paald datook hettuekomsùg gebruikvan het in d als een projed in de âin van de baànvak Budel-Weed mœt worden chouw Natuurbesche|ings|t. Naar aanleiding van deze uhpraken heeo overleg met t| en uw ministerie plaats gevonden alwaar deze aanvraag het gevolg van is. Belang en ProRail B.V, is aldus gelegen in het kunnen gebruiken (het plaaî laten vinden van |inverkœr) van het baanvak Budel-W|d. ' Het plangebied is omschreven op pagina 11, 12 en 13 |n het dœumqnt *Hd gebruik van de spoorljn Budel-weed en de e'ecten op Natura zox-gebied Weeder- en Budele*ergen& |ngselven, van lojuli 2012. Bijlagen b-lj dit dœumentzijn de doœmenten gêluid langs spoorlijn Budel-wrrt bij Natura zœo-gebied van dbvision van 28 oktober 201QP en Resul|ten Ndepœitieberekeningen pood-lln Budel-weed van ArTodis van 1 de-mber 2010*. Zoals gesteld beèeq de aanv|ag het gebruik van het baanvak Budel-Weed (de' adiviteë). Onder gebruik wordt verstaan het gebruik van het baanvak door èeinverk|c De gebœi|intensi|it van het baanvak waarmœ in deze pas|nde b|deling gerekend is exnt |h|ven op pagina 9 van het eerder genoemde dœument vah lojuli 2012. Ik wil er |dœkkelijk op wijzen dat dit gebruik het maximaal |eorefsche gebruik van het baanvak is zoâls dat thans op grond en de eluidwefgeving is tœqesàan en geenszins het gebruik van het baanvak Budel-Wœrt dat ProRail g B.v. voorziet ProRail B.V. kah niet aangeven wat het daa|e|elijke gebruik van het baanvak Budel-wœdzalzijn. V| dejaardienskerdeling zol3zijn ProRail |ans geen œpacitei|aanv|gen voor het baanvak bekend. Het is echter aqd mœeldk dat er een zogenaamde ad hœ œpaciteiîaanvràag voor het baanvak Budel-Wœdwodt gedaan dœr een spoo-œondememing zodat Prorail gehouden is om binn.n vijf dœen na on|angst van deze aanvraag te beslissen op die aanvraag. Het belang en ProRail bij het verlenen van de vergunning ex adikel 19 d van de Naïu|Khe|ingswet is dan œk primair gelegen in het kunnen
.
Post in - 66949
Proaail afhandelen van een ad hod œp||i|aanvœag voor het gebruik van het baanvak Budel-Weed indien deze ingediend zou worden. lk zlû uw be|tissing op de aanvpag zoals in het bovensàande omschreven gaamv tegemoet en ben tot hqt gev|çluv||adë ere toetich|hg gaame bereid. ù-'.- '-''''''Y |X *' d x è O.XC 0 # *| , ...w.... Chief Legal OTlcer ProRail 2/2
.
Post in - 66949
|' I fIII I 1111 I111ll I 11 d q 1 d f .. Het gebrulk van de spoorlljn - . -. . . nu e . eer.t vil u u uctun ., .,, , p ..- - p - ..rl - 1 * & .. nu - ..- -,,- : -.....& kyt ;j, o p $ al jjy x jjyjjj tj sgs A ja y .:..'.'. ( '.......'' W<%YMœ>:-%M:MMMNKY#|Y*&>## o =. 'j . ....: .. . . .. . . . . . : G.F.J. smit 'j. ( ! ë Bureau Waardenbu/g bv Atlvisetl|'s voor ecologie & milietl
.
Post in - 66949
Het gebfuik van de spootlijn Bqdel-Weed en de effeden op Nytklra zooo-gebied Weqrtet- en Budèlèrbergen & Ringselven Passende beoordeling Natuurbeschetmingswet 1998 G- F.J, Smit VoprkaR: Roodborgt|puit - Fpto Maditt Bontq Bufea: Waarde|bufg bv o ja : kjyo (î'=-cg,#.,,w*te.k ('>! - swa.s *-|1 w|qs we|ite; w*w,|x.:1 opdrachtgevet: ProRait 10 jt|rf 2017 rappoft nr, 09- 170
.
Post in - 66949
Status uitgave; Rapport nr.; Datum u Itgave: T'itel: eindrappod :9-170 1 (1 nu I i 20 12 Het gebruik van de spoorlijn Budel-wee/ en de effecten op Natura zooo-gebled Weerter- en Budelerbergen & Ringselven Passende beoordeling Natuurbescbermings|/et 1998 drs, G.FJ- Smit 36 09-460 drs. G FJ. Smit ProRail Postbus 2038, 3500 GA Utrecht Bestelnr: 5DU-0003006733 Subtitel: ja m enstel I er: Aaréal pagina's incsusief billag|o: Projed rIr.: Proledleid erl Naam en adres opdrachtgever: Referentie opdrachtgever: Akkoord voor uitgqve: Paraaf .. Bureau waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmeöe voor schaöe weske voçdvloest ult toepassingen van de resultaten van wer|aamheden of andcre gegevens verkregen van Bufeau Waardeqburg bv; opdrachtgever vrllwaart Bureau waardenburg bv voor aanspraken van defden en vcrband met deze toepassing. ç) Bureau Waardenburg bv / F'roRail Dtt rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachfgever hierboven aangegeven en is zljn vigendom. N|ets uit dit rappoë mag worden verveelvoudlgd en/cf openbaar gemaakt worden d-m.v. druk, fotokopie, mlcrofilm of op welke acdett wijze dan ook zonde? voorafgaande scbfdelijkc toeœemmîng van de opdrachtgever hierb|ven aangqgqven en Btlre|u wa|denburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toedemming worden gebruikt voor enlg' ander werk datl waarvoor het is yervaardi|d. Het àwaliteltsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIQED gece/lftceerd overeenkomstig BRL 9990:2001 / ISO 9001:20ç1. drs- C.F.J. Smit Team Ieîder (' Bureau Waardenburg bv Advîseurs voor ecolog| & mitieu Postbe! 36 ,5 4100 K Culemborg Telefoon 0345 - 512710, Fax 0345 - 51049 e-mail
[email protected] webslte; www.bu-.nl 2
.
Post in - 66949
Voorwoord Het baanvak Iigt in Natura zooo-gebied Weeder- en Budelerbergen & Ringselven. Doordat het gebruik van het baanvak enige tijd heeû stilgelegen door juridische procedures over onderhoudswerkzaamheden h|eft de Raad van State op 25 februari 2009 (zaaknrs. 200800675)1/r2 en 20080051 1/1) uitgesproken dat ook het toekomstige gebruîk van het baanvak Budel-Wëed moet worden beschouwd als project in de zin van de Natuurbeschermingswet 1998 (kortweg: ''Nbwet''), Bij het in gebruik nemen van het baanvak zal rekening gehouden moeten worden met de mpgelijke effeden op de instandhoudingsdoelen, zoals beschreven in het ontwerpbeslu|t waarin dit gebied op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 is aangewezen. ProRail hceft Bureau Waardenburg opdracht verstrekt om een ondecoek uit te voeren naar mogelijke effeden van de ingreep op het Natura zooo-gebied Weeder- en Budelerbergeo & Ringselven. Dit rappo/ is te beschouwen als de passende beoordeling van de habita|oets. In dit rapport wordt verslag gedaan van de hevlndëngen. In de conclusies wordt zngegaan op de vraag of er een reële kans is op significante effeden en of er vewolgstappen, zoals nadere ondecoeken of een vergunningaanvraag noodzakelijk is. Het projed is uitgevoerd volgens het Kwaliteitshandboek van Bureau Waardenburg. Het kwaliteitsmanagementsysteem is ISO gecedificeerd. Voor een kwantitatieve onderbouwing van mogelijke effeden zijn, voor de verschillende in deze rapportage besproken scenariofs' geluidcontouren opgesteld door dBvision en stikstofemissies bepaald door Arcadis. Vanuit ProRail werd de opdracht begeleid door de heer D. Korving. 3
.
Post in - 66949
Iôhoud 5
.
Post in - 66949
1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel ProRail is voornemens om na een gebruikspauze het trajed Budel-Weed weer in gebruik te nemen. Dit gebruik van het spoor is altijd beperkt geweest, markafhankelijk en heefl daarmee in essentie een onregelmatig karakter. Het baanvak van het trajed Budel-Weed Iigt in Natura zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven. Doordat het gebruik varl het baanvak enige tijd heeft stil gelegen, is in februari 2009 door de Raad van State uitgesproken dat het opnieuw Iaten rijden van treinen moet worden beschouwd als prcjed in de zkn van de Natuurbeschermingswet 1998 (kodweg: ''Nbwet''). AI$ het projed negatieve effeden heeft op het genoemde gebied, is een vergunning op grond van de Nbwet vereist. Ook kunnen maatregelen om negatieve effeden te voorkomen, te verminderen of te compenseren nodig zijn. Voor eên nadere uitleg van het wettelijk kader, zie bijlage 1 . De voorliggende rapportage beschrijft de resultaten van een passende beoordeling van de habita|ods (in dit rappod: Natura zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven), De centrale vraag van dit rapport îs: bestaat er een reële kans op significante negatieve effeden op beschermde natuurgebieden of kan het optreden van significant negatieve effeden met zekerheid worden uitgesïoten? De uitkomsten van het onderzoek kunnen als volg't zijn: - Er treden effeden op, maar deze zijn zeker niet significant', voor het plan/projed is een vergunning nodig. - Er treden effeden op, deze zijn mogelijk (of zelfs zeker) significant en niet (voldoende) te mitigeren; voor het plan/projed is een vergunning nodig, die kan worden aangevraagd ja het doorlopen van de ADc-toets (zie Bijlage 1). 1-2 Aanpak passende beoordeling De passende beoordeling geefl een inschating van de effecten en een beoordeling van het al dan niet significant zijn van die effecten op beschermde natuurgebîeden, in het Ikht van de instandhoudingsdoelen. Het onderzoek vindt plaats op grond van: - Bronnenonderzoek - Expeejudgement. - Modelberekeningen geluid en stikstof
.
Post in - 66949
Bronnenondecoek Het bronnenocderzoek gaat uit van bestaande en beschikbare gegevens, Voor een adueel overzicht van het voorkomen van relevante habitaëpen en soorten die in de regio voorkomen, is gebruik gemaakt van het Ontwerpbexluit Weerter- en Budelerbergen & Ringselven' ecologische profielen-documenten, het ConceptBeheerplan Weerter- en Budelerbergen & Ringselven (versêe 9 augustus 2009) en beschikbare aduele informatie over broedvogels op de website van Provincie Limburg gegevens van Provincie Noord-Brabant. Expert judgement Het oriënterend onderzoek is niet gebaseerd op exped judgement toegepast om de bëjdrage van Ieefgebied voor relevante soorten te beoordelen. uitgebreid veldondecoek. Daarom is het plangebied aan het (potentîeel) Toetsing De effeden van de ingreep zijn getoetst aan de instandhoudingsdoelen voor het Natura zooo-gebied . Deze zijn ontleend aan het Ontwerpbesluit Weerter- en Budelerbergen & Ringselven. Het betrefï met name de kwalificerende soorten boomleeuwerik, nachàwaluw en roodborstapuit. Modelberekeningen geluid en stikstof Voor de fadoren geluid en stikstof was behoefte aan concrete cijfers om conclusies kwantitatief te kunnen onderbouwen. Voor de vcrschîllende in deze rapportage besproken scenarios, zijn daarvoor geluidcontouren opgesteld door dBvision en stikstofemissies bepaald door Arcadis. Deze rapportage geeft antwoord op de volgende vragen: Wat zijn de instandhoudingsdoelen voor Natura zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven? (Par. 2.3), - Wat is de Iigging van het plangebied ten opzichte van de habitampen, de leefgebieden van soorten of andere natuurwaarden waarvoor de betre|ende natuurgebieden zijn aangewezen? Welke functies heeft het plangebied en zijn invloedssfeer voor deze beschermde natuurwaarden? (Par. 2 .3, 2.4, 2 .5) Welke effecten op beschermde natuufgebieden heeft de ingreep? (Hoofdstuk 3) Zijn mitigerende maatregelen noodzakelijk om de effecten te vermijden of te verminderen? (Hoofdstuk 3) Wat zijn de effecten van het plan/projed als deze worden beschouwd in samenhang met andere adiviteiten en plannen, met andere woorden, wat zijn de cumulatieve effeden? (Par. 3.5) Moet voor het project vcrgun ning worden aangevraagd (Par. 4.2)? Moet voor de vergunningsaanvraag een nadere toetsing dan wel nader onderzoek worden uitgevoerd (Par. 4.2)? Het plangebied betref't het trajed Budel-Weee voor zover dit het Natura zooo-gebied kruist (zie 2. 1 ). 8
.
Post in - 66949
1.3 Vporgenomen Ingreep Door ond.erh|udswèrkzaamheden (ve|angîng dwalrggers en ballastbed) is de hoofdspoo|eg BudelWeed kwalitt|ef op voldoende nivêau gebfxcht om deze weer veilig en betrouwbur te kunnen berjden. Daar het onderhoudswerk betreft, Is er geen e|ra fundlonalisesf/|p|çiteit aan hét baanvèk toegevoegd. Belangrjk vcor de toetsing is de hntveelhèi,d trelppassagàs die te verwachteà kalt in b ik van hd spour is echfkr altijd beperkt geweest, 1$ het gèbled, Het g: ru marktafhankelijk vn heeû daafm|e fn essentie een onregelmatlg karakter. Op bajis van de beschouwlàgr met betrekking tot de maximaal tèelaàtbare iùtènsite|qn öp batis van de Wkt geluidb|ndet (Akoestièh ondvrzoek Btîdel - Wkett; DèBvision 8 ma|tt 2:07) worden dtie. scenasio's onderxheîdec, te weten: 1. per weèk; 51 gèederentrèinen, eîtlt/tend In de dagpèrbde (û70Q 19.00 uur); 2. per week: 6 goe/erentreinen overdag en 25 te de avondperipde (19.44 - 23.:0 uur); 3. p|r wèekt 5 goederentfelnen 's nachts (23.00 - (|7.0(/ ttur) . Het gaAt om treltwn per week In belde rkhtingen samen. Ekrl |ein btst|At uit eerl diesellok met 20 wagens9
.
Post in - 66949
2 Plangebied en Natura zooo-j|bied Weeder- en Budelerbergen & Ringselven 2.1 Het plangebled De spoodijn Budel-Weeâ is onderdeel van het Nèderlandse hoofdspoprwegennet. De sponrlijn wosit gebruikt door (goqderenltrèinen, hoewel dat gebruîk nlet intensief .is. Het plangebied bestaat uit het tracé Bndel-Weeâ, spoorbed inclus|ef berm, voor zover dit het Vogel|chtlijngebfed krufst alj onderdeef và.n het Natura zooo-gebled Weerteren Budelesbergen K Ringselven (Flguur 1). Het grenst aqn wqerszijden aan bospercelen en heidé van het deelgebied Weerter- en Budebrbergen,, Dit deelgebied wordt aan de noordzijde begrensd door de A2 en in het zuiden door de Zuid- Willemsvaa|. Bulten het Natura zooo-gebied grenst het spoor aan landbouw, de bebouwing van Budel-schoot in het westen en Induœrieterrein De Kempen In het opsten. 11
.
Post in - 66949
spoortalud Het spoodalud bestAat ult een schrale grazige begroeiing afgewîsseld met heide. Het vormt o.a. een gesclilkt Ieefgebied voor reptielen (informatie 1. Janssen Ravon Werkgroep Monitoring). Aan de oostkant, buiten het Natura zooo-gebied, Iigt ten noorden van het spoor een waterplas met verblijfsrecreatie. Recent onderhoud Over een Iengte van zeven kilometer zijn spoorstaven en dwarsliggers (de bielzen waarop de spoorstaven rusten) vervangen. Ook het ballastbed (het spoorgrind) is vernîeuwd. Tevens werden de overwegen Heuvelweg en Landpad vernleuwd. Hierbij is dê bestrating van de overwegen verbeterd (info: ProRaII.n!). Weerter- en Budelerbergen & Ringselven (Bron: Concept Beheerplan). Dobr middel van het ontwerp-aanwijzingsbesluit d.d. 15 december 2006 î$ Weerteren Budelerbergen & Ringselven door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedsetkwaliteit (tNV) Mngewezen als spedale beschermingszone onder de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijh. De deelgebieden Weederbbsr Ringselven en Kruispeel zijn aangewèzen als Habîtatrichtlijngebied en Hugterheide, Weerter- en Budelerbergen en Laurabossen als Vogelrichtlijnjebiei. Figuur 2. Tracé Budel- Weert doorkruist Vogelrichtlilngebied (blauw) en Iigt buiten Habitatrîchtlifngebied (groen). Weefter-. en Budelerbergen & Ringselven heeft een totale oppe|lakte van 3.179 hectare, waarvan 2 .049 ha als Vogelrichtlijngebied, 956 ha als H|bitatrichtlijngebied en 12
.
Post in - 66949
174 ha voor beide richtlijnen is aangewezen (het zijn bruto-oppervlakten omdat geen rekening is gehouden met niet op de kaaft maar wel tekstueel uitgesloten delen). Het Natura zooo-gebivd Iîgt in het westen van Midden-Limburg, in het zuidelijk punje van Noord-Brabant. Het natuurgebied is globaal gelegen tussen de Brabantse plaatsen Budell-Dorplein en -schoot) en Maarheeze e| de Limburgse plaatsen Weert en Nederweeâ. In het zuiden wordt het begrensd door de landgrens met 8elglë De deelgebîeien Weederbos, Hu|erheide, Weerter- en Budelerbergep, Ringselven Kruispeel en Laurabossen liggen in de gemeenten Cranendonck, Nederweert en Weert. Weerter- en Budelerbergen Het gebied Weerter- en Budelerbergen Iigt op een zandrug en bestaat hoofdzakelijk uit naaldbos, in het noordoosten afwissqlend çoofbos en een centraal gelegeh stuifzanden droge en natte h eideterrein met enkelé vennetjes. Hier komt schaarse begroeiing voor rriet verspreid Iiggende boomgroepen en soliîaire bomen. Dit heide- en stnigandterrein wordt grotrndeels gebruikt als militair oefenterrein en behotlit hierdoor deels zijn openheid die voor de aangewezen broedvogels van belang is. Na de jaren 70 is het militair gebruik afgenomen en is bos aangeplant waardoor het gebied geleidelijk verboste. 2.3 Instandhnudingsdoelen en kernopgaven De Weerter- en Budelerbergen, als onderdeet van het Natura zooo-gebied, vormen een uitgestrekt bos- stuifzand- en he|degebied. Het gebied heeft een höge diversiteit aan broedvogels en hun habitat. Het bestaat voornamelijk uît naaldbossen met Grève den en open terrein met droge en natte heide, stuifzanden en enkele vennen. Open terreinvogels van heide zijn goed vedegenwoordigd . Zo komen Geelgors, Zwade en Groene specht, Boompieper, Nachàwaluw, poomleeuwerik en Roodbors|apuit veelvuldig voor. Reptielen en amfibieën die er voorkomen zijn Heikikker, Levendbarende en Zandhagedis. Daarnaast komen diverse Iibellen- (42 soorten) en vlindersooden voor (Felix & Eichhorn, 2009). Ook komen er zeldzame en bedreigde Ioopkeversoorten, krekels en sprinkhanen voor. De Agrarische gronden rondom Bakewell bestaan uit akkers en (natle) weilanden. Daarnaast liggen er (broeklbösjes en enkele poelen waar diverse amfibieën voorkomen waaronder de Kamsalamander en diverse Iîbellensooden. (Bron: Concept Beheerplan). lnstandhoudingsdoelen Habita|pen H31 30 Uitbreidlng van oppervlakte en verbetering van kwaliteit Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot het Liûorelleklia uniflorae en/of lsoe to- Nanojuncetea (Zwakgebuferdç vennen). 817210 * Behoud van oppe|lakte en verbetering van kwaliteit Kalkhoudende moerassen met Cladîum mariscus en soorten van het Caricion davallianae (Galigaanmoerassen). H91D0 * Uitbreiding van oppervlakte en verbetering van kwaliteit Hoogveenbossvn (Veenbossen). 13
.
Post in - 66949
De met een asterisk aangegeven habita|pen zijn zogenaamde prioritaire habitaëpen (zîe bijlage 1). Instandhoudingsdoelen soorten H1149 Behoud van omvang en kwaliteit van het leefgebied voor behoud populatie van de Kleine modderkruiper. 811166 Behoud van omvang en kwaliteit van het Ieefgebied voor behoud populatie van de Kamsalamander. H1831 Uitbreiding van omvang en verbete/ng van kwaliteit van zijn biotopp voor uitbrelding van de populatie Drijvende waterweegbree Instandhouiingsdoelen broeivogels A224 Behoud van omvang en kwaliteit van het Ieefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 20 paren van de Nachtzwaluw. A246 Behoud van omvang en kwaliteit van het Ieefgebied met een dsaagkracht voor een populatie van ten minste 65 paren vàn de Boomleeuwerik. A276 Behoud van omvang en kwaliteit van het Ieefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 20 paren vart de Roodborstapuit, Kernopgaven Voor het bereikcn van de instandhoudingsdoelen zïjn in het Doelendocument (ministerie van LNV, 2006) de volgende kernopgaven geformuleerd: Kwaliteitsverbetering (ook Iatere successiestadia) van Zwakgebuferde vennqn (H3130) me/e als habitat voor Gevlekte witsnuitlibel (H1042) en Geoorde fuut (A008). Vergroting areaà Stuifzandheiden met struikhei (H2310)' Binnenlandse kraaiheibegroeiingen (H2320), Droge heide (H4030) en Zandverstuiving (H2330) en verbeteren van de kwaliteit deor vergroting van de variatie in struduur en ontwikkeling van geleidelijke overgangen met bos, mede ten behoeve van vogelsooden als Duinpieper (A255), Korhoen (A107), Nachkwaluw (A224), Draaihals (A233) en Tapuit (A277). Sense of Urgenq Voor dit gebied geldt geen Sence of Urgency ten aanzien van waterkwaliteit en/of beheer. (Bron: Concept Beheerplan). 2.3 voorkomen van habita/ypen H3130 Zwakgebuferde venpen Het habitatîpe zwakgebuferde vennen komt voor in het Weeâerbos, bij het Ringselven, Kruispeel en Laurabossen. Langs het spoor Iiggen geen zwakgebu|erde Veonen. Voor uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit van habitaëpe H31 30 zwakgebu|erde vennen zijn maatregelen noodzakelijk in de externe waterhuishouding 14
.
Post in - 66949
en interne waterhuishouding en interne herstelmaatregeleh. De potenties voor uitbreiding van dit habitaëpe zijn goed in het Weederbos (KIWA 2007). Recente herstelmaatregelen zijn hier succesvol. De situatie rond het Ringselven is echter zeer ongunstig. Voor een duurzaam herstel is, naast hydrologische maatregelen, een voo|gaande dalen van (stik|ofldepositie noodzakelijk (Bron: Concept Beheerplan). Huidige fundie plangebied voor beschermde habita*pen Het plangebied (spoor en spoorberm) heeft geen betekenis voor habita|pe Zwakgebuderde vennen en biedt daarvoor ook geen reële ontwikkelingsmogelijkheden. H7210 Galigaanmoerassen Galigaan komt ten noorden van de Kempenweg voor. Het Ringselven herbergt een grote aaneengesloten soodenarme galigaanvegetatie. Hier is galigaan afhankelijk van kalkinvloeden door kanaalkwel. In De Hoort komt galigaan voor. In de Kruispeel worden de vennen omgeven door een ijle galigaanvegetatie die eveneens onder invloed van (kanaallkwel staat. Galigaan is kwetsbaar voor verdroging, achterstallig maaibeheer en zeer gevoelig voor stikstofdepositie. Recent uitgevoerde herstelmaatregelen hebben beirekking op verwijderen van bosopslag. Verdere maatregelen zijn gericht op verbetering van de waterhuishouding en waterkwàfiteit (Bron: Concept Beheerplan) Huidige funàie plangebied voor beschermde habitadypen Het plangebied (spoor en spoorberm) heeft geen betekenis voor habitaëpe Galigaanmoeraçsen en biedt daarvoor ook geen reële ontwikkelingsmog|lijkheden. H91 D0 Hoogveenbossen Het habitaëpe komt voor in het Weederbos en de Kruispeel. In het Weerterbos komt het in kleine oppe|lakten op diverse locaties voor. In de Kruispeel komt het aan beide zijden van de Tungelroysche beek voor, maar voornamelijk in het zuidelijke deel, In het Weerterbos wordt ten behoeve van dit habitat geleidelijk het grondwaterpeil opgezet en worden afwaterîngsSloten gedempt of niet meer onderhouden zodat ze op een natuurlijke wijze dicht gaan. De mogelijkheden voor herstel en uitbreiding Iiggen In het Weederbos en de bossen Iangs het Ringselven, inclusief De Hoort. Maatœgelen moetec gericht zijn op het vasthouden van kwel en (gebiedseigenlgrondwater. Voor een duurzaam herstel is naast hydrologische maatregelen, een voodgaandc dalen van (stikstofldepositie noodzakelijk (Bron: Concept Beheerplap). Hutdige functie plangebied voor beschermde habita|pen Het plangebied (spoor en spoorberm) hee| geen beyekenis voor habitaëpe Veenbossen en biedt daarvoor ook geen reële ontwikkelingsmogelijkheden. 15
.
Post in - 66949
2.4 VoerkoMen van soorten Klelne modderkruiper Waarnemlngen zijn bekend van de Oude Graaf (Weeâerbos), de boveflloop van de Tungelroysche beek (Kruispeel) en van het Ringselven. De aanwezigheid van roofvissen en slibvorming vormen een bedreiging voor de kleine modderkruiper. De kleine modderkru|per komt in de regio algemeen voor en is nlet bedreigd. Om deze soort te behouden is het wenselijk om de waterkwaliteit in beide beken en het Ringselven te verbeteren.voor een goede uitwisseling vân de genenpool moet migratie vanuit en naar de Sterkselse Aa mogelijk worden gemaakt, (Bron: Concept Beheerplan) Htlidke fundie plangebied voor kleine modderkruiper Het plangebîed (spoor en spoorberm) heeft geen betekenis voor klelne mndderkruiper. Er is geen Ieefgebied in of nabij het spoor en er zijn in de direde omgeving van het spoûr geen reële ontwikkelingsmogelijkheden. Kamsalamander De Kamsalamander komt vermoedelijk in het Ringselven, (nclusief De Hoort, voor. Daarnaast is de soort in drie poelen ten westen van het Bakewells Peelke waargenomen. In het Weerterbos is de sood vooralsnog niet waargenomen. Wel in het oostelijker lîggend 't Vlasven dat slecht circa e e n tilometer van het Weerterbos ligt. Verdroging, vetsiippering en verlanding (achterstallig onderhoud) vormen een bedreiging voor de soort. Middels het uitvoeren van een poelenplan, het terugzeken van bos rondom poelen en het waarborgen van beheer zijn inmiddels maatregelen in uitvoering gericht op het verbeteren van de instandhouding van de soort blnnen en buiten het Natura zooo-gebled. (Bron: Concept Beheerplan) Huidige funàie plangebied voor kamsalamander Het plangebied (spoor en spoorberm) heeft geen betekenis voor kamsalamander. Er is geen Ieefgebied in of nabij het spoor en er zijn in de direde omgeving van Inet spoor geen reële ontwikkelîngsmogelijkheden. Wel kan het (droge) spoorbed een barrière kormen voor uitwls|eling fussen populaties ten noorden en zuiden van het spoor. Dit Staat echter bij salamanders Ios van het gebruik van het spoor, daar de dieren goed in staat zijn onder de spoorstaven door te kruîpen . Drijvende wate-eegbree Van drijvende waterweegbrèe zijn geen recente waarnemîngen bekend. Drijvende waterweegbree is een soort van onder andere zwakgebu|erde vennen, en kan profiteren van maatregelen die ten gunste van dit habitaope worden uitgevoerd. (Bron; Coccept Beheerplan) 16
.
Post in - 66949
Huidige fundie plargebied voor driivende waterweegbree Het plangebied (spoor en spoorberm) heeft geen betekenis voor drijvende waterweegbree. Er zijn in de direde omgeving van het spoor geen reële ontwlkkelingsmogelijkheden. 2.5 Voorkomen van broedvogels Nachàwaluw De nachàwaluw is een zeldzame soort van struduurrijke heidegebieden met geleidelijke ovesgangen naar open tot halfopen bossen op zandgrond met brede zandvlakten of paden. Nachàwaluwen worden vooral op de militaire oefenterreinen in de Laurabossen en Weerter- en Budelerbergen op heidevelden, open terrein en op zandpaden aangetrofen. Ook daarbuiten komt de soort in Iage aantallen voor. Het aantal broedparen Iigt op het niveau van de doelstelling. Het huidige beheer van Defensie, Natuurmonu|enten en het Brabants en Limburgs Landschap is afgestemd op de nachàwaluw, De instandhouding Iijkt daarmee gewaarborgd. (Bron: Concept Beheerplan) Huidige functie plangtbied voor broedvogels Het plangebied (spoor en |poorberm) heeft geen betekenis voor de nachàwaluw. In de 2 kilometerhokken van Provincie Limburg waarin het tracé figt zijn recent 8 (van de ruim 20) territoria van nachàwaluw vastgesteld. Eén hiervan Iigt op mînder dan 100 meter van het spoor, de overlge liggen op meer dan 100 meter van het spoor. In het Brabantse deel zijn binnen een strook van 500 meter van het spoor geen nachàwaluwen waargenomen. (Bron: Natuurgegevens Provincie Limburg, Provincie Noord-Brabant) Boomleeawerik De boomleeuwerik is een vogel van zandige gebieden met verspreid staande bomen en struiken zoals halfopen heidevelden en randen van zandverstuivingen. Deze soort komt voor in de deelgebieden Weederbos, Weeder- en Budelerbergen en Laurabossen , De hoogste dichtheden worden gevonden op het militair oefenterrein in de Weeder- en Budelerbergen, ten zuiden van de Geuzendijk. in de overige gebieden met geschikt biotoop zijn broedparen talrijk aanwezig. Het aantal broedparen Iigt op het niveau van de doelstelling. Het is belangrïjk dat de heide open blijft. Het huidige beheer van terreinbeherende instanties voorziet hierin. De instandhouding Iijkt daarmee gewaarborgd, (Bron: Concept Beheerplan) Huidige fundie plangebied voor broedvogels Het plangebied (spocr en spoorberm) heeft geen betekenis voor de boomleeuwerik. In de 2 kilometerhokken van Provincie Limburg waarin het tracé lîgt zijn recent 6 (van de ruim 65) territoria vastgesteld. Eén hiervan ligt op minder dan 100 meter van het spoor, de overige Iiggen op meer dan 100 meter van het spoor. In het Brabantse deel van hqt 17
.
Post in - 66949
Iangebied zijn binnen een strook van 500 meter van het spoor twee territoria p den van het spoor op een afstand van minder àan vastgesteld. Beide Iiggen ten zui binnen loo meter van het spoor. Eén van deze terrîtoria Iig't binnen het Natura 2000ebied. (Bron: Natuurgegevens Provincie Limburg, Provincie Noord-Brabant) Roodbors|puit De roodborsûapuit is een broedvogel van open gebieden met een ruige vegetatje en verspreide opslag van struiken en bomen of hoog opschietende kruiden zoals heidegebieden en structuurrijk (overhoekjes, greppels, etc) agrarisch gebied. De roodbors|puit komt in en aan de randen van deelgebieden Weederbos en bossen voor. In Weerter- en Budelerbergen Iigt hlt zwaadepunt, met tientallen Laura territoria.. Het aantal broedparen ligt boven het niveau van de doelstelling. pok het naastgelegen agrarisch gebied is geschikt voor deze soort. Het is belangrijk dat de heide open blijf't. Het huidige beheer van terreinbeherende iostanties voorziet hierin. De instandhouding Iijkt daarmee gewaarborgd . (Bron: concept Beheerplan) Huidige fundie plaogebied voor broedvogels Het plangebied (spoor en spoorberm) heeft geec betekenis voor de roodborstapuit. In de 2 kilometerhokken van Provincie Limburg waarin het tracé Iigt zijn recent 2 (van meer dan 50) territorîa vastgesteld. Eén hiervan Iigt op mînder dan 100 meter van het spoor, de acdere Iîgt op meer dan 100 meter van het spoor. Ih het Brabantse deel van het plangebîed zijn binnen een strook van 500 meter van het spoor vief territoria vastgesteld. twee Iiggen ten zuiden van het spoor buiten het Natura 2000gebiedlBron: Natuurgegevens F'rovincie Limburg, Provincie Noord-Brabant) 18
.
Post in - 66949
3 Efeden 3.1 Mogelijke effeden en de invloedsfeer van het projed De volgende mogelijke effecten van het projed worden in dit rapport beschreven en hieronder toegeliiht. - Verstorîng door beweging, Iicht en geluid In de gebruiksfase. - Achteruitgang van kwaliteit van het habitat of Ieefgebied ten gevolge van de emîssie van schadelijke stoffen naar lucht, water en/of bodem. - Verlies van samenhang van het Ieefgebied oftewel versnippering. - Sterïte. Toekomstig gebruik Het gebruik van het spoor is altijd bepeskt geweest, is mardafhankelijk en heeû daarmee in essentie een ônregelmatig karaktec Bij het e|edenonderzoek Is uitgegaan van de drîe scenario's genoemd in par. 1 .3. Geluid Uit de geluidsberekeningen voor de drie scenario's blijkt dat de 42 de kAx,ax.-contour (voor gevoeligste soorten) bij scenario 1 op een afstand van maximaal 74 meter Iigt (dBvision 2010, tabel 6). Bj de ândere scenario's iigt de contour dichterbij de spoorlijn. Tevens is de tijdsduur bepaald dat het geluidsniveau een drempel van 47 dB overschrijdt binnen een strook van 600 m van het spoor. Op grotere afstand daalt de overschrijding snel tot nu! (dBvision 2010, figuur 8). De waasde 47 dB is de drrmpel voor de gevoeligste soorten in de nachtperiode. Er is op basis van de berekeningen uitgegaan dat per passage gedurende 60 sec de 47d8 grens wordt overschreden. Dit treedi bij scenario 1 (maximaal vervoer) maximaal 0,5 % van de tijd Dp. De piekniveaus zijn niet afhankelijk van de intensiteit van het verkeer, maar wel van de afstand tot de spoörlijnl. op 600 meter Iigt de piek voor alle drie de scenario's op 52 (IB (dBvision 2010, tabel 7). Tabe/ 3. 1 Overzicht verstoringswaarden geluid voor de dn'e scenario's zoals berekend door dBvision Qp|tp, Scliariù Afstànd Overschrijding Piek op 600 ri ' spoor 42 de 47 dB è Ar $ . 5i treirièn pei Wèek, 44 in ' 0,5% 52 àB alleen overda k 30 treineà jer week 54 m 0 3% 52 de *# 25 overda + 5 's avpnds (0,1 % 's |vondj) 3. j tièiien per Wett, 25 m 0,1 k, 6) de in de nacht. ' Geluid langs spoorlijn Budel-weert bij Natura za|gebled. Rapport dBvislon, E. Waterman, 28 oktober 2010. 19
.
Post in - 66949
Emissies van schadelfjke stoffen naar Iucht' water enlof bodem. Het projed zal Ieiden tot een Iokale toename van de atmosferische stikstofdepositie en depositie van zware metalen. Dit kan leiden tot verlies van kwaliteit van habita|ypen en Ieefgebieden van soorten. De bijdrage van het spoorverkeer aan de stikkofemissie is afhankelijk van het aantal spoorbewegingen, Bij de drie scenario's (par. 3.1) zal dit afnemen van scecario 1 (51 treinen per week) naar scenario 3 (5 treinen per week). De stikstofdepositie op het Natura zooo-gebied Weerter en Budelerbergen & Ringselven is door Arcadis voor scenario 1 in beeld gebrachtz. Scenario 1 is het zogenaamde 'worst case' scenario, met 51 dieseltrelnen pèr week. Als dit scenario een significant e'fïèd op Natura 2000 heeft, dan zijn effeden van de andere twee scenario's ook uitgesloten. De stikstofdeposftie op Natura zooû-gebied bedraagt maximaal 17,7 mol N/ha/jaar, Deze depositiewaarde wordt gevonden op korte afstand van het spoor. Uit de contouren blijkt dat de stikstofdepositie snel afneemt met de toenemen/e afstand. Op circa 1 km van het spoor bedraagt de stikstofdepositie minder dan 0,5 mol N/ha/jaar, De gemiddelde stikstofdepositie-toename in 'Weerter en Bu/elerbergen & Ringselven' bedraagt 0,7 mol N/ha/jaar. De extra stikstofdepositie is zeer gering, maar het draagt in het Natura zooo-gebied lokaal bij aan de bestaande stikstofovermaat in de bodem. Het gemiddelde effed valt weg in de foutenmarge van ecologische modellen (Arcadis 2010). Het baanvak Budel-Weed is niet geëlektrificeerd zodat op dat baanvak geen bovenleiding en podalen aanwezig zijn. Verontreiniging door zware metalen is bij spoorwegen afkomstig van bovenleidingen en portalen en bestaat vooral uit koper en zink. Buiten een zone vanaf 20 meter van het midden van een spoorlijn is koperdepositle niet meer meetbaar (Hille Ris Lambers et a/. 2007). Effeden die ecologisch van betekenis zijn, zijn door het ontbreken van bovenleiding en portalen uit te sluiten. Samenhang / versnl'ppering Het spoor doorkruist het Natura zooo-gebied en vormt een barrière voor grondgebonden dieren, met uikondering van de kamsalamander, die goed in staat is om onder de spoorstaven door te kruipen (zie par 2.4, blz 16).'' Sterfte zij gebruik van het spoor kan steffte onder dieren optreden als gevolg van aanrijdingen. 2 Resultaten N-depositiewrekeningen spoorlijn Budel-weert. MEMO Ir. E.P.A.G. scbouwenlrg, 1 december 2010, Arcadis. 20
.
Post in - 66949
3.2 Effeden op habitattypen De voor de habitaëpen Zwakgebu|erde vennen en Hoogveenbossen geformuleerde doelen zijn gerkht op uitbreiding en vefbetering van kwaliteit. Voor Galigaanmoerassen geldt een behoudsdoelstelling' Het oppervlak potentieel habitat wordt niet door de ingreep beïnvloed. Het plangebied heeft geen betekenis voor deze habitaëpen. De spoodaluds zijn droog en grenzen aan droge gronden die geen feële ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor deze habëta|pen, Het projed heef't dan ook geen effed op de uitbreidingsdoelstellingen voor habitaëpen. De verbeterlng van de kwaliteit van de genoemde, vochtige tot natte, habîta|pen is primair afhankelijk van maatregelen op het gebied van waterhuishouding en beheer. Daàrnaast speelt stikkofdepositie een rol. De huidige stikstofdepositie' de achtergrondwaarde, Ii'g't voor de regio van het plangebied rond de 2500 mol/ha/jr (Bron: Totale stikkofdepositîekaaâ 2007 Milieu en Natuur Planbureau). Dit betekent een sterke overschrijding van de kritische deposltiewaarden. Voor Zwakgebu|erde vennen is dit 410 mol/ha/jn voor Galigaanmoerassen 1 100 mol/ha/jr. en Hoogveenbossen 1800 mol/ha/jr, De bijdrage van het spoowerkeer aan de stikkdfemissie is strikt Iokaal, beperkt tot het spoor en direde omgeving. De aanwezige (potentiële) habitats bevinden zkh op ruime afkand van het spoor, varïërend van enkele honderden meters tot meêrdere kilometers. Uit modelberekeningen blijkt dat de te verwachten toename bij het meest kritische scenario (scenario 1) op Iocaties van de habitaëpen uitqrs't gering is. Voor Hoogveenbossén is de berekende toename maximaal 0,15 mol N/ha/jaar. Voor Zwakgebugerde kennen en Galigaanmoerassen is dit 0,24 mol N/ha/jaar respedievelijk 0,30 mol N/ha/jaar. Voor alle drie de habitaëpen is dit een betekende toename van minder dan 1 promille van de kritische depositiewaarde. Deze verandering is dermate gering dat ze wegvalt in de foutenmarge van de ecologische modellen en in het niet valt bij de jaarlijkse fluduaties in stikstofdepolitie (Arcadis 2010). Reële effeden als gevolg van het spoo|erkeer op s|kstofdepositie en daarmee op de verbeterdoelstellingen van kritische habitaëpen van het Natura zooo-gebied zijn voçr alle drie de scenario's uitgesroten. . Het projeà heeft geen eûeà op instandhoudingsdoelen voor habita*pen. Sknifiœnte effeden op de drie hab|'ta|ypen ziin uit te sluîten. Dit geldt voor alle .3 de sœnario's. Omdat er geen effeden geacht. op instandhoudingsdoelen zijn wordt mitigatie niet nodig 21
.
Post in - 66949
3.3 Effeden op soorten van Bijlage 2 HR De voor kleine modderkruiper en kamsalamander geformuleerde doelen zijn gericht op behoud van omvang en kwaliteit Ieefgebied. Voor drijvende waterweegbree geldt een uitbreidingsdoelstelling. Het is echter onduidelijk of het Natura zooo-gebled potentles heeft voor deze soort. Het qppervlak Ieefgebied van kleine modderkruiper en kamsalamander wordt niet door de ingreep beïnvloed . Het plangebied heeft geen betekenis voor deze soorten. Het spoortalud vormt een barrière voor de kamsalamander. Dit heeû met name te maken met de opbouw en samenstelling van het spoorlichaam. Het aantal treinbewegingen is daarbij niet wezenlijk van belang. De barrièrewerking kan via faunapassages worden verzacht. Daar het aantal treinbewegingen niet wezenlijk van belang is zal de ingebruikname van het spoor geen effed hebben op de huidige omvang en kwaliteit van het leefgebied voor kamsalamander. Het projed heeft dan onk geen effed op de behoudsdoelstellingen voor kleine modderkruëper en kamsalamander. Het oppervlak potentieel habitat voor drijvende wate|eegbree wordt niet door de ingreep beïnvloed (zle 3.2). Het plangebied heeft geen betekenls voot dit habitat. De spoodaluds zijn droo: en grenzen aan droge gronden die geen reële ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor dit drijvende wate-eegbree. Het projed heeû dan ook geen effed op de uitbreidingsdoelstellingen voor drijvende waterweegbree. * Het projed heeft geen eîieà op instandhoudingsdoelen voor kleine modderkruiper en kamsalamander en driivende wate|eegbree. Significante eflèden op de do'e soorten ziin uit te sluiten. Omdat er geen effeden op instandhoudingsdoelen zijn wordt mitigatie nîet nodig geacht. 3.4 Effeden op broedvogels De voor nachkwaluw, bôomleeuwerik en rondbors|apuit geformuleerde doelen zijn gerkht op behoud van omvang en kwaliteit leefgebied Bj scenario's 2 en 3 is sprake van verstoring 's nachts, bij 1 alleen overdag. De treinbewegingen overdag en s nachts kunnen verstoring opleveren voor broèdvogels, Door het onregelmatige karakter van treinbewegingen zal er geer sprake van een snelle gewenning zijn. In het algemeen wordt voor broedvogets een waarde van 45 de aangehouden , bij geluid als gevolg van treinverkeer boven deze waarden treden meetbare effeden op, op dichtheden broedvogels (TuIp et a/. 2002). Voor het trajed Budel-Weed Iigt bij maximaal gebruik van het spoor (scenario 1) de verstoringsafstand voor de gevoeligste soorten op circa 75 meter van het spoor. 22
.
Post in - 66949
Binnen deze afstand kan verwacht worden dat 1 % van de territoria van kritische vogelsooden doôr het geluid zal verdwijnen (dBvision 2010). De pïekbelasting treedt in maximaal 0,5% van de tijd op. Er is sprake van verstoring van kritische broedvogels door geluid als het minder dan 80-90% van de tijd stil is. Bij scenario 1 , het meest ongunstige scenario' wordt de drempelwaarde van 45 de overschreden. Dit treedt op circa 51 min per week binnen een strook van 600 m aan weerszijden van het spoor, dat wil zeggen 0,5 zo van de tijd. oit percentage is dusdanig Iaag, dat mag worden aangenomèn' dat broedvogels die communiteren met geluid, daarin niet verstoord worden, Het is namelijk 99,5 % van de tijd stil, Op grotere afstand van de spoorlijn is het percentage dat het stil is nog hoger (dBvision 207 0). Het plangebied, spoorbed inclusief berm heef't geen betekenis als broedgebied voor de nachàwaluw, boomleeuwerîk en roodbors|apuit. De aantallen territoria binnen 500 meter van het spoor zijn zeer beperkt. In de direde nabijheid van het spoor, binnen 1 00 meter, zîjn recent van elke sood één tot drie territoria vastgesteld . Deze territoria Iiggen in de kritische zone van scenario 1 waarbij vvrwacht kan worden dat 1 % van de territoria zal verdwijnen . Voor de drie aanwezige territoria betekent dit dat het effed te ve|aarlozen is. In het slechtgte geval zal een enkel broedpaar als gevolj van verstoring door treînverkeer naar elders uitwijken. De kans hierop is bij scenario 1 groter dan bij scenario 3. Defensie gaat bos kappen waardoor extra open terrein en daarmee uitbreiding van broedbiotoop voor de 3 soorten ontstaat. Daarmee Is voor deze Soorten in het Natura zooo-gebied alternatief broedgebied aanwezig op grotere afstanden van het spoor. Dit betekent dat als een broedpaar Iast heeft van geluid het in principe mogelijk is dat deze k|est voor een verder gelegen broedlocatie. Effeden op aanta|len broedvogels in het Natura zooo-gebied en hun instandhoudingsdoelen zijn dan ook uit te sluiten. De bosrandzone Iangs het spoortalud kan als dagrustplaats fungeren voor de nachtzwaluw en op de taluds kunnen roodbors|apuit en boomleeuwerik foerageren. Voor deze soorten zijn rustplaatsen en foerageergebieden in het Natura zooo-gebied in voldoende mate aanwezig. lndien één of meerdere vogels in de boomgroepen rustend aanwezig zijn of op het talud foerageren en door een passerende trein verstoord raken, kunnen deze eenvoudig naar êen rustplaats of foerageerplek elders op de heide vliegen. De verstoring is tijdelijk en zeer plaatselijk. Gelet op de korte tijd van het optreden van piekbelastingen (0,5% van de tijd) zijn effeden op broedvogels uit te sluiten . De pppulaties van de drie sooden Iigt op of instandhoudingdoelstelling. Door beheersmaatregelen verbeteren. Daar als gevolg van het projed g'een aantallen broedvogels zullen optreden, zijn effeden sluiten. boven het niveau van de zal de instandhouding verder negatieve effecten op de huidige op instandhoudingsdoelen uit te 23
.
Post in - 66949
@ Het proled heeft geen effeà op instandhoudingsdoelen voor nachtwaluwç boomleeuwerik en roodborsRapuit. Significante effeàen op de drie soortnn zijn uit te sluiten. Dît geldt voor alle .9 de scenarioks. Omàat er geen efïeden op instandhoudingsdoelen zjn wordt mîtigatie niet nodig geacht. 3.5 Cumulatieve effeden Als gevolg van het project tfeden er beperkte veranderingen op in stikstofdepogitie en geluld. Deze veranderingen zijn beperkt tot een relatief korte afstand van het spoor. De verandering in stikkoftepoSitie leidt niet tot meetbare ef-fecl|n op beschermde habitaëpen|, de bijdrage aan de achtérgronddeposîtie is verwaarloosbaar. Het project zal dan ock geên reële bijirage Ieveren aan mogelîjke anderè ptojedeù die in samenhang kunnen Ieiden tot een significant efïed. De verandering in geluid Ieiit niet tot reële effeden van ecologische betekenis op broedvogels. Gelet op de beperkte (tijdelijk en lokale) verandering omtrent geluid als gevolg van de ingebruikname van het spoor zal alleen van cumulatieve effeden sprake zijn als andere projeden een substantiële negatieve bijdrage leveren . Er zijn geen relevante projeden/adiviteiten bekend die in samenhang met onderhavig projed kunnen Ieiden tot signîficante effeden op de sooften, hun Ieefgebied en de habitaëpen . 3 Leldraad bepling si|ificantie Naderè ultleg van het begrip 'significante gevolgen' uit de Natuurbeschermingswet. Steuqpunt Natura 247%, 2|110. 24
.
Post in - 66949
4 Conilusies en aanbevelingen 4.4 Conclusies # * @ Het projed heeft geen e|ed op insundhoudingsdoelen voot habit|pen. Significante vffeden op de drie habita|pen zljn u'it te sluiten. Dit geldt voor alle 3 de sçenario's. Het projed heeft geen effed op indzndhoudingsdoelèn vopr kleine modderkruiper en kamsalamander en drijvende waterweegbree. Sljnisœmte eseden op de déie soorten zljn ult te slulten. Het projed heeft g|en effed op înstandhoudinç|doelen voor nachîwaluw, boomleeuwerik en roodbbrmapuit. Sign#ionte effeden op de drie soorten zijn uitte sluiten. Dit geldt voor alle 3 de scena|o's. Op grond van de In àit rappod gepresenteerde objedeve gegevens zijn negatieve effeden als gevolg van de ingreep op de instandhoudingsdoelen uit te sluiten. Hoewel er sprake is van negatieve Effeden (extrâ WlkœofdeposYe, gelùtd) zîjt| .deze z|ker niet signifi|nt. 25
.
Post in - 66949
5 Literatqur, bronnen Arcadis, 201||. Resultaten N-depositieberekeningen spoorlijn Budel-Weed, MCMO lr. E.P.A.G. Schouwenberg, 1 december 2010, Arcadis. Boddeke, P.H.N., H.J. Steendam, F. valn der Vliet & G.F.J. (red) Smît 2006. Natuudoets aanleg Tweede Coentunnel, Inventarisatie beschermde soorten en e|ectenbeoordeling in het kader van de FIor4- en faunawet. Rapport 061 10. Bureau Waardenburg bv, Culemborg. dBvisionl 2010. Geluid Iangs spoorlijn Budel-Weed bïj Natura zooo-gebied. Rapport dBvision 28 oktober 2010, dBvision Utrecht. Felix, R.P.W.H. & K.A.O. Eichhorn, 2009, Contept Flpra en fauna-inventarisatie toozerheide. VaatpjAnten, Iibellen, dagvlinders & sprinkhanen ëozzerheide Budel-Dorplein 2008. Natuurbalans - Limes Divergens in opdracht van Natuurmonumenten, Nijmegen. In: Provincie Limburg 2009. Hille Ris Lambers, 1. , F.L.A. Brekelmans, R. Lensink & G.F.J. smit, 2007. Verkenning van effeden van gebruik van infrastruduur op Natura 2000- gebieden. Verkenning van effeden van wegen, spoorwegen en kanalen als gevolg van bestaani gebruik, beheer en onderhout en autonome ontwikkeling. Rappot't 07-124. Bureau Waardenburg bv, Culemborg. KIWA 2007. Knelpunten- en kansenanalyse. Natura zooo-gebied 138 - Weeder- en Budelerbergen & Ringselven. Kiwa Water Research/EGG-consult. Provincie Limburg 2009. Concept-Beh|erplan Weerter- En Budelerbergen & Ringselven. ten Brink, D.J., G.F.J. Smit & M. valh der Valk, 2009b. Verbreding A2 Knoopunt Leenderheide - Valkenswaard en de effeden van Nox op Natura 2000gebied Leenderbol, Groote Heide en de Plateaux. Passende beoordeling Natuurbeschermingswet 1998. R|pport 09-056, Bureau Waardenburg, Culemborg. ten Brink D.J., G.F.J. Smit & S. Teeuwissen/ 2009a. Verbreding A2 's-Hedogenbosch Eindhoven. Deel B: Passende beoordeling Natuurbeschermîngswet 1998, de effeden van Stikkofdepositie op Natura zooo-gebled Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek. Rappot't 09-1 23, Bureau Waardenburg, Culemborg. Tulp , I.r R. Reijnen, C. ter Braak, E. Waterman, P.J.M. Bergers, S. Dirksen, R. P.H. Snep & W. Nieuwenhuizen, 2002. Effed van treinverkeer op dichtheden vân weidevogels. Rappod 02-034. Bureau Waardenburg bv, Culemborg. Overige bronnen Geluidskaad: hûp://www.prorail.nl/internetresources/geluldskaad/geluidkaaö,htm Emissies: Compendium voor de Leefomgeving www.compendiumvoordeleefomgeving,nl Natuurgegevens Provlncie Limburg: http://www.limburg.nl/nl/html/qlgemeen/beleid/ natuur/Natuurgegevens/natuurgegevens.asp Natuurgegevens Provincie Noord-Brabant:
[email protected] Totale stikstofdepositiekaad 2007 Milieu en Natuur Planbureau 27
.
Post in - 66949
Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden in het kort .het wettelljk kader en de toepassing op ruimtelijke ingrepen en beheer beschreven. Het geeft weer hoe de wettelijke toetsingskaders door Bureau Waardenburg worden gehanteerd bij het opstellen van eeologische beoordelingen. De bescherming van natuur in Nederland is vastgelegd in Europese en nationale weten regelgeving, waarin een onderseheid wordt gemaakt tussen soo/enbescherming en gebiedsbesche|ing. De soodcnbescherming is in Nederland verankerd in de Flora- en faunawet, de gebiedsbescherming in de Natuurbeschermingswet 1998. Tevens wordt kort ingegaan op de betekenis van Ecologische Hoofdsàuduur bij ecologische toetsingen. Natuufbeschermingswet 199845 De Natuusbeschermingswet 1998 (kodweg: Nbwet) vormt de ihvulling van de gebiedsbescherming van de Vogelrichtlijn en de Hzbitatrichtlijn en heeft als dovl het beschermen en inkandhouden van bijzondere gebieden in Nederland. Aanwilzing van gebieden De Nbwet kent verschillende soorten beschermde gebieden. De belangrijkke zîjn de Natura zooo-gebieden (oftewel Vogel- en Habitatriltlijngebieden oft|wel Speciale Beschermingszones) en de beschermde natuurmonumenten. De aanwijzingsbèsluiten van deze gebieden bevatten een kaart en een toelichting, waarin de instandhoudingsdoelstellingen staan verwoord (zie www.minlnv.nl). In de ''oude'' aanwijzingsbesluiten van Staats- en Beschermde natuurmonumenten worden de natuurwetenschappelijke waardê en het natuurschoon als grond voor de bescherming aangevoerd. Deze meer abstrade waarden blijven van kracht in de nieuwe Natura zooo-gebieden , voor zover zij voormalige Staats- of Beschermde natuurmonumenten omvatten. Deze waarden dienen bij toetsirgen nader te worden geconcretiseerd . Natura zooo-gebîeden Voor Natura zooo-gebieden dient een beheerplan te worden opgesteld. Daarin staat o.a. welke maatregelen nodig zijn om de natuurdoelen te halen en welk (bestaand en toekomstig) gebruik al dan niet vergunningplichtig is. Voor een groot aantal gebieden is een beheerplan in een ver gevorderd stadium van voorbereiding. Voor het uitvoeren van projeden en handelingen' die negâtieve effeden kunnen hebben op Natura zooo-gebieden en die niet nodtg zijn voor of verband houden met het beheer. is een vergunning nodig. Van negatieve effecten is sprake als, gelet op de instandhoudingldoelen, een habitaëpe of Ieefgebied van soorten verslechted of 4 Hierbij is in hlangtljke mate gebruik gemaakt van de brochure Algemene handre|king natuurbeschermingswet 1998' (LNV, ztx)5a, Algemene qandreiking Natuurbescherminowet 1998, Ministerie van LNV, Den Haap) 5 op 1 februari 2|0,9 is een wetswijziging van kracbt geworden. De strekkingdaaw|n is |n deze |ragraaf verwerkt. 29
.
Post in - 66949
söorten significant worden verstoord. Deze beseherming geldt alleen voor de habitaëpen en soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Projeden çn handelingen die de natuurlijke kenmerken van het Natura zooo-gebied aantasten zijn in ieder geval vergunningplichtig. Bij een beslult om een plan (bijvoorbeeld bestemmingsplan, streekplan, waterhuishoudingsplan) vast te stellen, moet rekening worden gehoudqn met de effeden op Natura zooo-gebieden en met het beheerplan. Ook adîviteiten buiten het Natura zooo-gebied kunnen vergunningplichtig zijn als die adiviteiten negatieve e|eden op de instandhoudingsdoelen voor het gebied (kunnen) veroorzaken. Dit wordt de 'externe werking' van de bescherming genoemd. Besuand gebruik Bestaand gebruik volgens de Nbwet is gebruik dat bestond op 1 oktober 2005 en sindsdien niet of niet in betekenende mate is gewijzigd. Voor de raad van state rijkt de vraag of het gebruik al bestond op het (eerste) moment van aanwijzen (als Vogelrichtlijngebied) of aanmelden (als Habitatrichtlijngebied) overigens relevanter. bestaand gebruik dat zeker geen significante gevolgen kan hebben voor een Natura zoço-gebied kan vergunningvrij worden voolgezet. Als signifionte effedèn niet kunnen worden uïtgeslotcn is een vergunning nodig' tenzij in het beheerplan anders is bepaald. in het bebeerplan moeten dan maatregelen zij voorzien om de effeden te beperken of te nîet te doen. Habita|oe| Een vergunning kan pas worden afgegeven nadat een 'habita|oets6' het bevoegd ezag de zekerheid heeft gegeven dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet g worden aangetast. beze is verwoor/ in art. 19d t/m 19j van de Nbwet. de 'oriëntatiefase' - voorheen ook wel 'voodoets' genoemd - wordt ondecocht of In een adiviteit, gelet op de înstandhoudingsdoelstellingen. mogelijk schadelijke gevolgen heeft voor een Natura zooo-gebied en zo ja of deze gevolgen significant kunnen zijn. De gevolgen moeten worden beoordeeld in samenhang met die van andere plannen en projecten ('cumulatieve effeden). Indien de oriëntatiefase uitwijst dat er geen efïeden zijn, zijn er vanuit de Nbwet geen vertere verplichtingen of beperkïngen voor de uitvoering van de adiviteit, Wel kan het verstandig zîjn om met het bevoegd gezag in overleg te treden, om te bezien of men zich in de conclusies van het uitgevoerde onderzoek kan vinden. Als er wel effeden (zoals verslechtering of verstorlng) zijn, maar die zijrt zèker niet slgnifitant, dan kan het bevoegd gezag vragen om een nadere toetsing. In zo'n nadere toetsing worden de effeden gespecificeerd. Daarbij hoeft dan niet meer naar cumulatieve effeden te worden gekeken. Het bevoegd gezag beoordeelt of de effeden dbaar zijn of niet. Aan de vergunning kunnen beperkende voorwaarden aanvaar (mitigatie en compensatie, zie onder) worden verbonden. Als er een kans is op signîfionte effecten volgt een 'passende beo4rdeling'. De assende beoordeling is veel uitgebrelder. Op basis van de beste wetenschappelijke P 6 De termerl habitatYêts |n Oriëntatiefqsê Stêan niet ln de Wet. De pasGende beoordeling welt 30
.
Post in - 66949
kennis dienen de effeden op de habltats en houdend met cumulatîeve effeden. Als de passende beoordeling uitwijst dat aantasting van de natuurlijke kenmerken is uitgesloten, dan kan de vergunning worden verleend, Aantasting van de natuurlijke kenmerken is praktisch gesproken uitgesloten als er geen significante effeden zjn in het licht van de instandhouingsdoelstellinger . Als significante effeden niet kunnen worden uitgesloten, dan mag vergunning alleen worden verleend alS er voldaan is aan alle drie onderkaande-ADc-cr|eria: soorten te worden ingeschat, rekenlng Er zijn geen geschikte Alternatieven. Er is sprake van Dwîngende redenen van groot openbaar belang, waaronder redenen van sociale en economische aard. Er is voorzien in exade en tijdige Compensatie. Als er sprake is van aantasting van een gebied dat is aangewezen ter bescherming van prioritaîr natuurlijk habitaëpe of een prioritaire soort, dient eerst door de minister van LNV aan de Europese Commîssie advies te worden gevraagd. Bovendien is het aanta! redenen va.n groot openbaar belang beperkt. Cumulatl'eve effeàen Volgens de Natuurbeschermingswet 1998 tart. 19d Iid 1) àvbet - zonder vergunning verboden om handelingen te verrichten die op zich zelf of ''in eombinatîe met andere rojeden of plannen sîgnifi|nte effeden kunnen hebben '' . In iiet onderzoek naar P cumulatieve effeden, wordt het effed van het onderhavige plan of projed in combinatie met andere ingrepen in beeld gebracht. De basis hîervoor is art. 6 van de Habitatrichtlijn, die van toepassing is op alle Natura zooo-gebieden. ''Voor elk plan of projed dat niet dired verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, maar aëonderlijk of in combinatie met andere plannen of projeden significante gevolgen kan hebben voor zo'n gebied, wordt een passende beoordeling gemaakt van de gevolgen voor het gebied, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied.'' Het werkdocument ''Toepassing begrippenkader'' (Ministerie van LNV, 2007) stelt voor om het begrlp cumulatïe als volgt te definiëren: ''De effeden van de voorgestelde eigen adiviteit op de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura zooo-gebfed in combinatie met de effeden van andere adiviteiten en plannen '' , Met andere woorden: in een studie naar de cumulatieve effeden dienen a//e adiviteiten (bestaand gebruik, nieuwe projeden) en plannen te worden betrokken, die op dezelfde instandhoudlngsdoelstellingen negatieve effeden kunnen hebben als het eigen projed. Het doet daarbij in beginsel niet ter zake of er een kerband is tussen het eigen projed en de andere adiviteiten en plannen, of dat de effeden tijdelijk zijn of (naar ve-achting) slechts beperkt van omvang zijn. Significantie Voor een invulling van het begrip significantie volgen wij de 'Leidraad sign|ffontie' van het Steunpunt/Regiebureau Natura 2000. Van signifi|nte effeden kan sprake zijn als 31
.
Post in - 66949
ten gevolge van menselijk handelen het verwezenlijken van de instandhoudingsdoelen sterk wordt bemoeîljkt of onmogelijk wordt gemaakt. Dat is in ieder geval zo, als het oppervlak van een habitaëpe of een Ieefgebied of de kwaliteit van habitaëpe of I tie Iager wordt dan genoemd in de instandleefgebied of de omvang van een popu a houdingsdoelen in het aanwijzingsbesluit, Beschermde natuurmonumenten Het toetsingskader voor beschermie natuurmonumenten procedure en de speelruimte van het bevoegd gezag beoordeling minder strikt en door het instandhoudingsdoelen vaak ook minder eenduidig. is vergelijkbaar, echter de wijken op enigszins af, De otntbreken van concrete Zorgplicht Adikel 191 Iegl aan icdereen een zorgplicht voor beschermde natuurgebieden op. Deze zorg houdt in ieder geval in dat ieder die weet of redelijkerwij; kan vermoeden iat een handeling nadelige gevolgen heeft, verplicht is die handeling achterwege te Iaten of, als dat redelijkerwijs nîet kan worden gevergd, eventuele gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. De nadelige handelingen hebten betrekking op de instandhoudingsdoelen in het geval van een Natura zooo-gebied en op de wezenlijke kenmerken in het geval van een beschermd natuurmonument. Ecologische Hoofdstructuur De Ecologixhe Hoofdstruduur (EHS) heeft als doel om van de bestaande en nieuwe natuur een goed functionerend netwerk te maken. Het ruimtelijk beleid voor de CHS is gericht op êbehoud , herstel en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden' van de EHS. Op plannen, projeden of handelingen binnen de EHS is conform de Nota Ruimte het 'nee, tenzij'-regime van toepassfng. Ruimtelijke ingrepen in de EHS met significant negatieve effeden op de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied zijn in beginsel niet toegestaan. Tenzij er voor de ingreep geen reële alternatieven zijn èn er sprake is van redenen van groot openbaar belang. De initiatiefnemer is verplicht om de negatieve effeden te mitigeren (voorkomen of beperken) en de restschade te compenseren. De wezenlijke kenmerken en waarden zijn de huidige en potentiële waarden! gebaseert op de catuurdoelen voor het gebied. De natuurdoelen word|n door de provîncies vastgelegd, meesta! in natuurdoelîpen of beheeëpen per perceel. Literatuur LNV, 1993. Structuurschema Groene Ruimte: het Iandelijk gebied de moeite waard. Ministerie van LNV, Den Haag. LNV, 2004. Beslu|t Rode Iijsten flora en fauna. Ministerie van LNV, Den Haa|. LNV, 2005a. Algemene Handreiking Natuurbeschermingswet 1998. Ministerie van LNV, Den Haag. LNV, 20056. Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschesmde dieren en planten! Ministerie van LNV, Den Haag, 32
.
Post in - 66949
Freriks, A.A. (red.), 20û9. Wetteksten Natuurbeschermingsrecht. Versie 19 februari )009. Berghausen Pont, Amsterdam. 33
.
Post in - 66949
Bijlage 2 Gegevens Broedvogels 35
.
Post in - 66949
* #-@ Geluid Iangs spoorlij: Budel-Weed bij Natqra zooo-gebied datum 28 oktober 2010 status de|nitief, versie 1 .0 opd|chtgever ProRail afdeling Bedrijfsstrategie œntactpersoon: de heer mr. L.C. Makkinga uw referentle Opdrachtnummer: 5DU-3016319 opdrachtnemer dBvision Groenmarktstraat 39 3521 AV Utrecht TeI: 030 2970391 E-mail:
[email protected] Website! w|-dBvision.nl onze referentie Elly Waterman onderzoek uitgevoerd door Edwin Verheijen, Tom van Tilburg, Elly Waterman auto|satie Elly Waterman auteur Edwin Verheijen referent @ 2010 dBvision Niets u|t deze uitgave mag worden vermenîgvurdigd en/of openbaar gemaakt door middei van druk, fotokopie mlcrofilm pf op welke andere wifze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van dBvfsion. Indien dit rap|rt in Càpdracht werd uëgegeven, wordt voor de rechten en verplichtingen van de opdrachtgever en opdochtnemer verwezen naar de RVOI - 2001 (artikel 17) dan we! de Asbetre|ende terzake tussen de partilen gesloten overeenkomst, Het ter inzage geven van deze dBvîsion uitgave aan direct belanghebbendên Is toeges|an.
.
Post in - 66949
* #-* Samenvatting Dit rapport bevat gegevens teneinde te bepalen of er in de toekomst Iangs de spoorlijn Budel - Weert sprake kan zijn van verstoring door het geluid van goederentrelnen over dit traject. Het gaat daarbij specifiek om het Natura zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven. De aanleiding van dit onderzoek is een uitspraak van de Raad van State over de beslissing van minister van LNV dat het toekomstig gebruik van de spoorlijn Budel-Weed niet meegewogen behoefde te worden bàj de beoordellng in het kader van de Natuurbeschermingswet van het in begin 2007 uitgevoerde groot onderhoud aan deze spoorlijn. De Raad van State was het niet eens met de minister van LNV dat het mogelijke gebruik van deze spoorlijn niet meegewogen behoefde te worden bij de beoordellng in het kader van de Natuurbeschermingswet van dit onderhoud. Daarom worden in dit rapport geluldberekeningen voor het gebrulk van deze spoorlijn gepresenteerd. Omdat het toekomstig |ebruik niet bekend is, Zijn drie varianten Voor mogetijk toekomstig Ve|oer doorgerekend: * Variant 1. 51 treinen per week, alleen overdag @ Variant 2. 30 treinen per week, 25 overdag en 5 's avonds * Variant 3. 5 treinen per week in de nacht. Uit de rekenresultaten b|ijkt dat de 42 dB LAo.z4uur-contour op een afstand van maxîmaal 74 meter ligt bij variant 1. Bij de andere varianten Iigt de contour dichterbij de spoorlijn. Tevens is de tijdsduur bepaald dat het geluidsniveau een drempel van 47 de overschrijdt. Dit blijkt maximaal 0,5 Oé van de tijd op te treden bij de variant met maximaal vervoer (variant 1). Tenslotte is een overzicht gegeven van de optredende piekniveaus. Deze zijn niet afhankelijk van de intensiteit van het verkeer, maar we! van de afst|nd tot de spoorlijn. Bij dit rappod behoren shape files met geluidcontouren, die per e-mail aan ProRail ter beschikking zijn gesteld. Geluid Iangs spûorlijn Budel - Weert bj Natura zooo-gebied - desnitief, versïe 1.0 2 / 19
.
Post in - 66949
#-* Inhoudsopgave Sàmenvattpng Inhoudso/gave 1 l |l|i|i| 61 2 Vetstoring vap vogels door railverkeersgeluid 2.1 Weidevogels 2.2 Broedvogels 3 Uitgangspunten voor de geluidberekeningen 3.1 Sëuatie spoorlijn 3.2 Toekpmstig vervoer 3.3 Spelheid 3.4 Bovenbouw 3.5 Geluidsscbermen 3.6 Hoogteligging 3.7 Omgeving 4 Resultaten geluidcontouren 5 ResMltaten tijdsduur en pleknlveau 5.1 Akoestische achtergrond 5.1.1 Tijdsduur boven drempelwaade 5.1,2 Piekgeluid 5.2 Rekenmodel 2 3 4 6 6 7 8 8 8 10 10 10 10 10 11 5.3 Resultaten - bepaling tijdsduur 5.4 Resultaten - bep|ling piekgeluid 13 13 13 13 14 15 16 6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies 6.2 Aanbevelingen Literatuur 18 18 18 19 Geluid Iangs spoorlljn Budel - Weed bij Natura zooo/ebied - de|nitief, versle 1-0 3/19
.
Post in - 66949
* @-* 1 Inleiding Langs de spoorlijn Budel-Weed ligt het Natura zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven, zoals in de figuur hieronder aangegeven. Deze bpoorlijn wordt momenteel niet of zeer sporadisch gebruikt, met uitzondering van het gedeelte tussen de Belgische grens en de zinkfabriek bij Budel. Figuur 1 Spoorlijn Budel-Weed (spoorlijn vrijwel oost-west) door het Nâtura zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & Rlngselven. De geluidco|touren ziln van de spoorlijn Eindhoven-Weed-Roermond voor hetlaar 2007. De gekl|urde contoualakkqn zijn van buiten naar binnen: 40-42, 42-45, 4547, 47-50 en >50 dB(A) LAeq,z4uur op 1 meter boven maaiveld. Bron: eerder onderzoek E11. Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State over de beslissing van minister van LNV dat het toekomstig gebruik van de spoorlijn Budel-Weed niet meegewogen behoefde te worden bij de beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet van het in begin 2007 uitgevoerde groot onderhoud aan deze spoorlijn, is het van belang om voor het Natura zooo-gebied te beschikkçn over de geluidgegevens. De Raad van State was namelijk van h t uitgevoerde onderhoud het mogetijke toekomstige gebruik mening dat in het kader van e van deze spoorlijn wel meegewogen moet worden in het k|der van de Natuurbeschermingswet. In dit rapport worden de geluidgegevens gepresenteerd. Deze gegevens zijn met name erop gericht om de eventuele verstoring van vogels in dit gebied in kaart te brengen. Voor het bepalen van het toekomstige gebruik is uitgegaan vap het theoretische maximale vervoer dat volgens de Wet geluidhinder hier is toegestaan zodat de geldende grenswaard|n niet worden overschreden. dBvision heeft eerder in opdracht van ProRall getuidcontouren berekend voor alle andere Natura zGoo-gebieden in Nederland (23. Uit dat eerdere onderzoek volgt de gqluidsbelasting van de spoorlljn Elndhoven-Weed-Roe|ond op dlt gebied. Daaruit blijkt in de toekomst, na Geluïd Iangs spoorlijn Budel - Weert bij Natura zoœ-gebied - de|nitief versie 1.0 4/19
.
Post in - 66949
ë#-@ @ uitvoering van het Programma Hoogfrequent spoor (PHS) het gelnidsbelast oppervlak af te nemen. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de inzet van stil materieel. Dit is een trend in geheel Nederland. Bovendien blijkt dat uit dit onderzoek dat het gqbied deels al is belast door spoo|eggeluid, al is dat op een andere locatle dan het trajed Budel - Weert. Tabel 1 Geluldsbelast oppe-lak in het Natura zooo-gebied door de spoorlijn EindhovenRoermond. Er zijn |ee goederen scenario's voor PHS doorgerekend die op dit traject geen verschil opleveren. jkg optpfvtqky Gqlpidsbel|si pppvtklàk op km scenarip Gebied in kmz 150 i 447 ) 245 1 242 1 240 ï' j :|| 4:||. . |. t:| ) -1 ? |. :5|.. |. t||f''. . ,.|..... t|jk'... . . .|.ë. 1||:, ,.|......|' .. . '!è . |......,.|. .:1|. . . ,, . . .1 -|1... .! |. . '. -1.. .. . .. . 2006 1,71 it $ï54. , )' à#14 à 4,36 15 jé. 9.. . . , . . ... ...... . . - .,. . , t 200-/ 31 ,79 1 ,01 .jl 1,,5..,. ! ( 1..(,9,S., j 2. ,.8,.4. jè 3. ,5..,2 PH.|ORI.N' 9 ' 's.' 2,:, . ) (1 r8'2'' 'î 1.' .q?.6, tj. 1!i. 'j j 2. ,35 1, 2. ,9.8 pys-qiyos; 0,82 ( l,cs l 'f,e1 j 2,35 t 2,99 '.''..... . Geluid langs spoorlqh Budel - Weert bij Natura zœo-gebied - defini|ef, versie 1.|| 5/19
.
Post in - 66949
#- * 2 .verstoring van vogels door railverkeersgeluid Voor de verstoring van vogels door geluid van spoorwegen zijn twee studies van belang. Een studie van Bureau Waardenburg e.a. (3) en een Duitse studie (4). 2.1 Weidevogels In opdracht van ProRail (destijds Railinfrabeheer) is het effect van spoo|eggeluid op de dichtheden van weidevogels in kaart gebracht (3). Daarult is een dosis-e|ed relatie vastgesteld tussen het LAeq,z4uurop 1 meter hoogte boven maaiveld en het aantal aanwezige territoria van de vogelsooden in onderstaande tabel. Tabel 2 Vogelsooden waarvoor het effect van treingeluld is onderzoçht door Tulp e.a, (31 soortgroêp soort Nedçrlandse njpm wetenschappelûjke naam steltlopers grutto kievit scholekstet tureluut water|nip wulp Nnlolê Iinîosà Val|ellus vaaellus Haet||atopkls onttalegus Tdnza totalïtls Gallinano gallit|azo Nutnenius atqaata Alla.s Q-lypeata zrms queçquedtll? watewogels slobeend zomedalihg zangvogels gele kwikstaart MoLacilla çlava flava graspieper Alîthus pralensis veldleeuwerik Alaçtda alvells/s In het genoemde onderzoek is de volgende conclusie opgenomen: Voor een aantal soorten (grutto, veldleeuwerik en zomedaling) en Goodsgroepen (alle weidevogels, steltlopers) is een significant negatîef verband gevonden tussen geluidsbelasting en dichtheid. De betrouwbaarheidsintewallen zijn echter erg groot en gevonden waarden moeten vooral gezien worden als Indlcatle voor de ordegroooe dan als absolute getallen. Aanbevolen wordt dan ook om in de toepassing de betrouwbaarheidsintewallen steeds mee te berekenen. Voor grutto's Iigt het immissieniveau waarbp een e|ect in dichtheid waarneembaar is op 45,4 dB(A), voor de veldleeuwerik op 42,4 dB(A) en voor de zomedaling op 48,9 dB(A). Voor slobeend en graspieper was het verband net niet signiscant, voor de overige sooden is er geen verband aangetoond. Op grond van deze studie zijn de geluidcontouren van de spoorlijn Bud|l-Weed berekend in LAeq.auur op een hoogte van 1 meter boven maaiveld. Deze dosismaat is andets dan Lden die in de Wet geluidhinder wordt gebruikt voor onder andere woningen. Het verschil is met name dat in de Lden stra|actoren gelden voor geluid in de avond- en nachtperiode. Geluïd langs spoorlijn Budel Weed bij Natura zooo-gebied - definitlet versie 1.:) 6/19
.
Post in - 66949
#-@ 2.2 Broedvogels Het Duitse rapport (41 bevat een overzicht van allerhande studies voor de geluide|ecten van weg- en railverkeer op broedvogels. Daarblj is het hierboven genoemde Nederlandse ondeczoek als één van de bronnen gebruikt. Het Duitse rapport noemt als conclusie voor railverkeersgeluid, dat broedvogels die communiceren met geluid, daarin niet verstoosd worden als het 80% van de tijd stil is. Een uitzondering geldt voor de roerdomp. Voor deze vogelsoort geldt dat het 90% van de tijd stil moet zijn. Daarbij geldt een drempelwaarde die per soort verschilt. Die drempelwaarde bedraagt voor de gevoeligste sooden 47 dB(8) In de nachtperiode. T|bel 3 Het kritische geluidsniveau voor het vinden van een partner voor broedvogels langs wegen, uit 141. Geadviseèrd wordt deze drempelwaarden ook langs spoorlilnen te gebruiken. Tab. 14: Clbetsicht uber kritistâe s|allpegel Klr dle P|dneëndung von Bmtvögeln |n |trarlen Art kfliaus|rsc-tl-qql ld.,(.n . |àtatlq-du|l-ulse|-,d,.i/aolltè.|r .(..(: i ( Pollheimèr & Ffthâ|zoo| Mûllqt à lllràer àogi w|chtefkdnlg 47 dBtA) nacéiis , Raufu|k|gz 47 d:(A) qqchts . ziegenmelker 41 détà) nacbts . . . . . . . . . . . .. . ê . ' î. ' ' '''' '.'è ' ' ' ' ' ' ' '' Gro|: RohrdomMel 52 dB(A) tag: Hirwnen 2*2 zwqrgdomme! 4.. sa defmtags | - . . Rohrsch|tl 52 dB(A) Kg| j .t. 'f 52 dB(A) tags t orosselroh|ângbr j j ' j I.i T'Qpfeltelle t 52 dB(A)'tag& ! Wàchtep 52 dé(A) taqs Mûller & Illoer 2001 à . . . ' . . <. '...- .' ' . œ... .... . . > . . ...' < .. ', . '. >'' ..*'' . .; . ' ' .'! .' ' '' '. . ' '. .' -.- .'. è. . .1.: ''' ' . ' ' ''. B i r k171. u h n .' 52 d B (.A' ) tag r. R â' t I 1 9 7. 9 . . .... . . .. . . .. . ,. . . . . . ' . ... .. ï' ' Auerhu',o sztelAlsxs Rati |ax, Lecar|q t|e, vdftberg zoo. yj Hohltaklb: k. 58 d'B(A. ) 1|% * In dit rapport is daarom ook voor de spoorlijn Budel-Weed bepaald hoeveel prpcent van de tijd het stil is langs de spoorlijn. Genoemde drempelwaarde wordt daarbij ge'fnterpreteerd als een piekniveau. Geluld langs S'poorlijn Budel .-. Weert bij Natura zooo-gebied - desnîtief, versie 1.0 7/19
.
Post in - 66949
x. j' ' I Iiùgnnz|nllntnn llanr dn nc''-'==---|--'---d & A * 1* ' . q . a a - * n- w % % œ '. w z ouu w. w'œ- v vl . . . , rJ |< JA * r ...'a ) .c-ï'-m- . - .-1 é = p :y. # è k g â; r éé'é. . - . . . De spoorliln Bu e - ee Is Qe'l verlengde van een elglsche spoorllln. Vanulî Selglo rllcî In - . - . .. - .. -- . . . . - . . . . . . . . . . . . . . , . . . , . ., .-..z o *+l.- :=.. .. ... , ... . . . ..F 2nf,Ql êrrln|n' Q-trolnon rxor 11/|::::+. ror çlolaûlr%n /9 lnonmnêlo%znn nor lr/ap'l,'l r.ëprînrin 61 511 e.Ix.œ œ w'w, Luu vw-'/ K| 'œ * œœ ë œ rncl I rhul 1 In t. I IGK|I I t !, I % ) h ., .A.- I . .- .. F op ôêh . . . =. 2 - - I - - - -t - 2 ï 'œ.œx=. kwws . , -. . . T w 1 -ç 1 Mw <* . - - - - o 'e t I 'u u u 1: ..1 ..â... ...n - .. n .- . en -ï A a > r- = rs nn .. ..-- - .. l . /9&ç-.â.. .. :o . .-.d q... g. ..ï I Cat. 5 = 0, 12 5 x Ioc-s) / (7 dagen X 12 uur) . l 11 Ir'lntanzf'tz'lt hl' Ol'at /1 u '? 63 7 fléln Mrannnq / /%65 rlanen x' is I 11 lrl œ 0 .1 1 0
.
Post in - 66949
#- * In dat onderzoek is bepaald hoeveel trelnen er maximaal kunnen rijden Zonder dat verder ohderzoek naar geluidsmaatregelen volgens het Bgh nodig is. Het betreft dus varianten voor alleen de vervoersaanvraag. Het resultaat van deze berekeningen is afhankelijk van het spoorgebruik In de dag, de avond en de nachtperiode. Hierbij is uitgegaan van de gemiddelde treinlengte: 20 goederenwagens en 2 locomotieven. Ult het onderzoek blijken de maxima voor het aantal treinen gemiddeld per week zoals weergegeken in onderstaande tabel, voor drie scenario's. Opgemerkt wordt dat niet het aantal treinen per week, maar het aantal wagens perjaar van belang is voor de toetsing aan het Bgh. Dat wil zeggen de maximaal aantal treinen x het gemiddeld aantal bakken per trein : 52 weken is feit|lijk maatg|vend voor de toetslng. Tabel 4 Maximaal aantal treinen gemlddeld per week |innen de geluidgrens van het Beslult Iqidhlnder en eluidbelasting|n op wpnirl en in de kltql| Etmaal omschrijving Maxlmaal è Hamonte-eg Parallelweg | Heuvel 20 i :' periode aantal 1:3 49/51/53 y trelnen Toets: Toets: Yoets: ë (. gqmiddeld max. 58,1 de max. 55,5 de max. 55,5 de ! r wpek Q Dag Variant 1. Geen 51 58,1 5|,2 u3,u trëinen in avond- en nacht eriode C Dag en kariant 2. Maximaal in Dag: 5 58,1 55,2 5à,5 avond avond uitgaande van . Avond: 25 de aangevraagde 5 i ' trelnen in de E dagperiode. Geen treinen in de ' nachtperiode. r jj j ja 4 j Nacht Variant b. ùeen à 68,1 , , treinen in d|g- en avond eriode Net zoals in (1) wordt in dit rapport uitgegaan van 20 goederenwagens per trein met twee locomotieven. Dit Ieidt tot de volgende treinintensiteiten voor de dag, avond en nacht. Tab|l 5 TçeinintensKeiten in bakkvn per uur voor blide dtht!n en samen j Bakken ner uur Zinkf-Weed BaKken per uur grens-zink variant categorie oag àvonà Nacht oag àùùrid sacht 1 tdagj 4 (goed) 12,14 0 ' U 13,8| . 0 ) 2,63 s (Ioc) i 21 0 0 1 33 0 0,18 .. ï . . . . : ! . . . . .. . . . . 2 4 (goed) 1,1à ,7,86 0 i,t' 4 17,86 2,63 è( (dag+av) j j j jg c () :4 j yg () ja 6 (loc) , 1 : , ' , ja () 4 4: ( 3 (nacit) k (goed) 0 0 1,79 1, , Iocj 0 ù b,18 0,12 b 0,36 5(. Geluid langs sgoorlijn Budel - Weert bij Natura zoooëebied - desnitief, versie 1.0 9/19
.
Post in - 66949
#-@ 3.3 Snelheid Er is uitgegaan van een treinsnelheid van 40 km/uur over het gehele baanvak. 3.4 Bovenbouw Voor de bovenbouw is uitgegaan van doorgelast spoor op betonnen dwarsligg|rs in ballastbed. De bovenbouw op dit traject is in 2007 vernieuwd. Oorspronkelijk Iag hier het lawaaiiger voegenspoor met houten dwarsliggers. De in het rekenmodeî ingevoerdb bovenbouw is in overeenstemming met door ProRail geleverde gegevens over de bovenbou-ewanging (51. 3.5 Geluidgschermen Er zijn geen geluidsschermen of geluidswâllen Iangs de spoorlijn in het Natura zooo-gebied. 3.6 Hoogteligging Er is aangenomen dat de spoorlijn ligt op een talud op 1 meter hoogte boven Taaiveld. Dit is het standaarduitgangspunt als gegevens niet bekend zijn. Uit figuur 6 blijkt dat deze aanname ter hoogte van de overwegen niet onjuist Is. 3.7 Omgeving De bodem in de omgeving van de spoorlijn in gemodelleerd als akoestisch zacht. Dat is volgens het Reken- en Meetvoorschriq Geluidhinder de manier van modelleren van een natuurlijke bodem zoals grasland of bosgebied. Dit tkpe bodem absorbeert het geluid enlgszins. Geluld langs spootljn Budel - Weert bil Nattlra zoooëebied - definiïef, versi: 1.0 10/19
.
Post in - 66949
#- @ 4 Resultaten geluidcontouren Met het so|rqpakket RINGS zijn de geluidcontouren in LAeq,z4uœ. berekend. Dit is gedaan voor de drie varianten genoemd in paragraaf 3.2: * Variant 1. 51 treinen per wepk, alleen overdag * Variant 2. 30 treinen per week, overdag en 's avonds * Variant 3. 5 treinen per weqk in de nacht. Voor de geluidontour die voos verstorlng van weidevogels wôrdt gebruikt, dq L|q.z4uur, is het niet van belang of de treinen overdag dan wel 's avonds rijdqn. Daârom wordt verwacht dat variant 3 het stllste zal zijn en varlant 1 hqt mû|st Iuidruch|g. Dit blijkt dan ook uit de Iigging van de geluidxntouren, die hieronder is gèpre|enteerd. Tabel 6 Af|t|n| eluldcpn|ur4p in k ,z4uu, tps h|rj 4 o|rll n. Variant 50 de 47 de '' 45 d| Q de ! àà àé ' ' '' ' ' ' ' ' . ' ' ' ' ' . '' .. . . ' ' . .' . . . ....|...|. .' . '' ' . . ' ' . . . . ' |....|' ' . ' ' . ' . . . . . . .' 1 24 m ;$ m 47 m q 14 iù @ 9: in 2 20 m 26 m 36 m è 84 Ji i 71 H1 12 17 m 29 m )$ iù te in 3 op Figuur 3 geeft de ligging we|r van de geluidcontouren voorvariant 1 ten opzichte van de omgeving van de bpnotlijn , E t4àè|o .. , ',( ||ï.. . . . . ' ' |' '' . : . |' . . . i |* ( ' Là, f-wua.rm.j è-ëys (. ;'ry. . t k .j . . . vy; ( k , | #w , al j ...., . . || )|||,,|| |.|l . . . . . ''.:...tE..,E,..ë ... '. ..)y.... .2).... .,.. , ... ,. ... .-,. . . .' ' ' ||.||.: |: . ( ;' ' ' . |' . '' . ! ' '' ' ' ' -' . E ' E . . E ' .' . - . . .' . . . . . . . . .' . . . . . . . . .' . |;' '; '|'.,. ' |. .. ' ' ' ... ' '' .. . . ..|'|'|' . ' ' of X j . .. . . ' ' j... j .. ' ' .' . .l. .' . |' . : . |' ||. .' . '' ' ' ' , .' ' . : . . |.' . : . ' |' . .' .' , . . ..' k. | . , ' ' ' . . : |' |k ( .. : , ||' ' . . ' ..|. . . . .?' ||| ||||||j . ' ' |' . :' . ' ' ' : , . . . . . , ' : ' ' .' . ||||||.. j . . . ' . . . '' . . . |' ' ' . ,' . . '''.|. : .' . . ,. : .'||.( ( . '; .| .. L..ç ' . . . . . .. .. . ,..;|;|ë|. . . . . ( à) : ( : ' . '' . .: |( .|' . ' . . . .| . . ' :' ' |' . . ' .' . |' , |: ( . . : : : . . . ' . . .. . . . ' . . .. ! ' . .; |' .' . . . , || || . . . g '' |! ||y ..' : : ,' ? . ( .' . . . ... ' .' ( . . . . |' . ' |' ( |' | . .' : ' LL' . . . . (|è(;;.... . .:.. . .. .. .,.. . '' '' . . . ' . ' | . .'ï | )' . .. .. .. ||q ||. ïl. |ï. ' , . '' . 2 .(. .. .. . . . |fl. . .. .. .. , | |. . .. .. . . ., . è(..)..... ....) . . . . . . ... ,-. ... |'.||||-. . .. . .' '.$.. . . . .) . ..'. --k '.. . ' . .... q '. . . .. . . ï , . .....:( é . . .. . . .|. . .||. .: y|: . ., . |( j||.. . . . .::. |||. . . .. .. ; .. '. |;.|.(| ..:.|.... ..; . .. | '.|.. r ..,.. j. (.: ,y. '.., . ., ! '. . , ..,: !|p|: ||. ,||(... .,)(r);|ëEy ( .. . .. . .. .; .,|||| j |j.. . ... . '..ï..ï'..| ? ,- . -||.| |.ç:'||' ; ' ' . -|-',bL. . .. . . .. L.....|. :; ..à, Lï-èï.| ,...|.,..l..-:.è.;- . ... . '. ' . . .. .. ... . jf' ë ù ,, , q jy .. iék . ' ( .: . . , . * . . . . i . j ' . . . . ' ' . . : é .' . ||? . |' . . . . .' . ' ' .' .' . : . * .: || . |' . . |' . ' '' :' ' ' ' . ' ,.ç|: . .' . g E g . . . . . ( , ( . 'j| |' ' ' . ,|?.' y : . . ' , . ||1 ( | ' '|' .' . . . . .E. y . ( . . . .. . ||| .ë., |.....|.|...... . ( . . . ( .. . .. . ; . .. . j . .. : ' | . .. ' . .è. ' l |.i..1.. l . .. ' ' ; . ..'' 1:/ E : Y . . jj; ...! t .. .. Figuur 3 ugglng geluideontou|n voor variant 1. bltleg Ieg|nda: In het donkergroene gebled is degeluldsbelasting tussen xc en . ds- in |et Iiuhtgroene tussenxc en is ete. De geluidcontouren Iopen volledig parallel aan de spoorlljn, omdat alle parameters die van belang zijn voor de geluidsuitstraling constant zijn (dat wil zeggen' aantal wagens, snelheid, bovenbouw, hoogteligging en afscherming). 11/19 Geltlid langs spcœliln Budel - Weert bl Natura zoooëebied û defini|ef. versio 1.0
.
Post in - 66949
#o* In figuur 4 wordt de berekende contour voor variant 1 vergeleken met de geluldcontour voor 2007 Iangs de spoorlijn Eindhoven - Weert. De contouren Iangs Budel - Weert liggen aanzlenlijk dichterbij de spoorlijn, omdat de verkeerslntensiteit hler veêl Iager is. ..... 2007 Iangs de Kpoorlijn Eindhoven - Weert + 1 2/ 1 9 Geluid iangs spooflijn Budel - Weert bij Natura zooo-gebied - definitiet versie 1.0
.
Post in - 66949
F| #-* * 5 Resultaten tijdsduur en piekniveau In dit hoofdstuk zijn de resultaten van geluidberekeningen opgenomen die kunnen dienen aan de toetsing volgens de methodiek van het Duitse onderzoek aan vogels (41. Daarnaast heeft het ministetie van LNV de wens geuit om over informatie te beschikken over het piekniveaus die tijdens de passages optreden. Eerst wordt ingegaan op de akoestische achtergrond en de gebruikte rekenmethodiek, Zoals aangegqven In hoofdstuk 2 is uitgegaan van de meest gevoelige sooden. Voor deze soorten geldt een drempelwaarde van 47 dB(A). Er is berekend hoe veel uur per week deze drempelwaarde wordt overschreden. Anders dan in hoofdstuk 4, gaat het in dit hoofdstuk niet om een z4-uursgemiddeld geluidniveau LAeq,auur maar om de instantane geluidniveaus die tijdens een treinpassage optreden. 5.1 Akoestische âchtergrond 5.1.1 Tijdsduur boven drempelwaarde De tijdsduur dat het geluid van een treinpassage boven een bepaald geluidniveau is, hangt in het algemeen af van: 1. het treintype en het bovenbou|ype, in dit geval 20 bakken categorie 4 en 2 bakken categorie 5 (de Iocomotieven) op voegloos spoor met betonnen dwarsliggers,' 2. de treinlengte (in dit geval zijn de 22 bakken per trein van elk 15 m samen 330 m lang. Bij de geluidmeetposten van ProRail is namelljk vastgesteld dat goederenbakken (inclusief locomotieven) in Nederland een gemiddelde Iengte van 15 m hebben ë6j)', 3. de rijsnelheid (40 km/ul; 4. de afstand tot het spoor. Bij deze vraag (bepaàl de tijdsduur van de overschrijding van een drem|lwaarde) spelen korte geluldspieken tijdens de passage geen sol van betekeni|, zoals het geluid van een vlakke plaats op één van de treînwielen. Het gaat om het gemiddelde geluidniveau gedurende de passage van de trein. 5.1.2 Piekgeluld Het tijdsverloop van het gelùidnivqau bij treinpassages vedoont veel variatie op een waarneemposi|e Zeer dicht blj het Spoor. Bij de passage van een draaistql is het geluidniveau kod, tpisch 1 of 2 seconden, zo'n 5 tot 10 de hoger dan tussen de passage van twee draaistellen. Dit Zjn de pieken in de bovenste curve van figutlr 5. Vanaf afstanden van enkele tientallen meters is echter reeds een Vrij egaal verloop, zoals blijkt uit de onderste curve In figuur 5. De maximale piekgeluiden Iiggen dan typlsch slechts 1 of 2 de boven het gemiddelde geluidniveau van de passage. Dit kan anders zijn als de trein gedeeltelijk uit stille wagens bestaat. Dan is er pas op afstanden van meer dan 100 m een egaal verloop, afhankelijk van dq vraag of de stille wagens gegroepeerd zijn. Bij de berekeningen in het kader van dit onderzoek wordt uitgegaan van standaard (fawaaifge) goederenwagens. In de toekomst zal er op nationaal en Europees niveau sprake zijn van Geluid Iangs spoorlijn Budel - Weert bij Natura zooo-geied - deflnitiet versie 1 .0 13/19
.
Post in - 66949
#-* een steeds grotere instroom van stil materieel. Uitgangspunt voor projqcteh van PrçRail is, op grond van een brief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (71, dat in 2020 80% van het goe|erenmaterieel stil is. Dit uitgangspunt is in onderhavig onderzoek niet meegenomen, omdat uitgegaan wordt Man een ''worst case'' benadering met het hklidige materieel. Voor de situatie op het tracé Budel-Weed worden de piekniveaus op basis van de gemiddelde passageniveaus (LAeq.vp) bepaald, waarbij 5 de opgeteld wordt voor afstanden van 10 tot 25 m, en 3 dB voor afstanden tussen 25 en 75 m, en 2 dB voor afstanden van meer dan 75 m tot hel spoor. 7 5 m afsta tot het spoor .... .,5 |B . . - - - - .. . ..* **' - %. # % #' * . e 6 $ ) Lp(t3.A % dB(à)! -..* 50 m afstand tot het spoor ' (-. |6 % ê' e -( tij d Isec) Figuur 5 Typisch tijdsverloop van het geluidnlveau van een goederenpassage. 5.2 Rekenmodel Voor de bepaling van de geluidsniveaus is een akoestisch rekenmodel op basis van Standaard Rekenmethode 2 gemaakt. Het gebruikte sof|arepakket was Winhavik met het vigerende Haskoning rekenhart. Daarbij Is een spoorhoogte van 1 m ten opzichte van de omgevlng (met akoestisch zachte bodem) aangehouden, wat in dit natuurgebied redelijk representatief is, zie onderstaande figuur. Er Iiggen geen relevante waterpadijen in het Natura zooo-gebied. De plas bij het recreatiegebied is hier niet relevant. . . . . . . . . : . . . .' . . . . . ( . |' . . : . . ' . : . . ' . . . . . . . . ( . . . ' |' . : . : . ' |' . ' . . : : . : |' ( . |' ( . E . : : E . E . . . ( . . . . . . : . . . . . ( . . . . . . . . . . . .' . . . . . . .' . : . . .' E .' . . . . .' . . . . .' : . .' . . . . .' . : : : . : ( . . : . g . : . ( . . . ( : . : . . . . . ( . . . ( .' . |. . . . . ( .' . : : |' |', g |' . |' ! j . . |' : .( ' : j : . E E E : : . || |' ( : . . ( |* . ' . : . . . : . ' g ' . . . . . . ' . . E . ' . . . . ' . . . . . . . .' . . . .' : ( . . : : . . . ..'. . . . . ( . . . . . . . . . g . : ' |' . ( . . . . . ,' ( . . ,' ' . j . ' . . : . . g k ' . ( : . : |' . . . . . |' : . . . .'. | . . . |'. . . . . |( . : : |. .|'|. E . : . ( . . : : : . ' . . . . . . . .|.. frêi'' ' . ' . ,;t.. 1, r . . . ' .ïL Overgang Reintj'esweg Overgang Trancheeweg Figuur 6 Gbogle Streetview bij twee overwegen In het traject Qudel - Weert Het SRMz-rekenmodel rekent de uurgemiddelde geluidbelasting uit. Dat betekent dat , om het geluldniveau LAeq tldens de passage te bepalen, een (zeer Iange) goederentreln Geluid fangs spoorlijn Budel - Weert bij Natura zooo..gebied - de|nitief, versie 1.0 14/19
.
Post in - 66949
:|,@ gemodelleerd moet worden die een uur lang passeed voorbij het waarneempunt. Hiertoe worden N bakken/uur van categorie 4 gemodelleerd met een snelheid van 40 km/u, waarbij N zo gekozen wordt dan een uur lang bakken voorbij blijven rljden, dus: 3600 snelheld baklengte àé waarbij de sn|lheid in km/u opgegeven wordt, en voor de baklengte 15 m wordt aangenomen. De goederentreinen die mogelijk gaan rijden over het traject Budel-Weed zijn qchter niet onelndig Iang, maar circa 330 meter. Dlchtbij de spoorbaan, tot een afstand van circa 165 m (zichthoek 128 graden), heeft de treinlengte geen invloed op de LAeq. Op grotere afstanden gaat de treinlengte wel een rol spelen bij het passageniveau. In het rekenmodel wordl dit gerepresenteerd door een spoorbaanlengte van 300 m voor categorie 4 aan te houden gevolgd door 30 m voor categorie 5. 5.3 Resultaten - bepaling tijdsduur Voor de bepaling van de tijdsduur boven de drempelwaarde van 47 dB(A) is, vooral op grotere afstanden, ook het aanzwellen en uitdoven van het geluidniveau tijdens een treinpassage van belang. Dit kan in het rekenmodel als volgt worden bepaald. In het rekenmodel worden waarneempunten op regelmatige onderlinge âfstand geplaatst, parallel aan het spoor, zie figuur 7. De onderlinge afstand wordt zodanlg gekozen dat de trein er 10 seconden over doet deze afstand te overbtuggen. Het geluidniveau In elk waarneempunt representeed nu het passageniveau op het moment dat de trein zich op een |epaalde positie op het spoor bevindt. . . ' . . .. . . . . . . .. . ' '. ' . . ' .. '. j . . ' : ' y . ' ' ( ( . ' y.; t afstand tot ; het spo|pr ; 1 ...* .4.... ! 10 s IQ s 10 B 10 s ! I Figuur 1 Bepaling Wdverloop passage met behulp van een SRMZ rekenmodel. Door dit voor verschillende afstanden van waameempunten tot het spoor te doen, wordt het verloop als functîe van de afstand verkregen. Dit is in figuur 8 afgebeeld. Het verloop is enigszins ongelijkmatig, doordat op hele declbellen afgeronde waarden uit het rekenmodel zijn afgelezen. Duidelijk zichtbaar is het verhoogde geluidniveau als gevolg van de twee Iocomotieven. Deze verhoging is vooral op korte afstand van het spoor nadrukkelijk aanwezig. Geluid Iangs spoorlijn Budel - Weeît bI) Natura zooomebled - definitiet versie 1.0 15/19
.
Post in - 66949
#- * 75 , ' ''' ' ' 50m ' ||| ||| .. ... . . .. ..-...........-........ ... .- -...- - ... ........ .. ..- .. . ..- . .... . .. .. . . .. .. . . .. . .. .. . . . .. ....'. ... . ...- ... . . . ...... .'. .... - ' ''. ''' -'.'' ' ' ' '' ' ''' ' '.'.' ' . '. '' '' ,. ''' ' . ''' ' ''' ''..'''' ' ' '''' ' .' ' '''' ''''''''' ' . ' ' '' ,|| |||| |||| |#||ë1 '' ' .---.--.-. :ëj (:j (;j ry-l . jj| tjj . -... ....... .... -. ....... . .... - . . .. .. . . .. .. . . . .. .. .. . ... ..., ... . .. . . . jj| j| jg| j.y.j .5 ; ; m |gcm ''-----'- . . .. - .. . . ..... . . .. ....- .. .. . . . .... -.. , . ... . ... ' . ... . . . ...-.... .. ... ..... ..' ... .........-. . .. '. ..... ......... .. ....-.... - ... - ..... ||||. |||| |||| |'||'| .. 1| jj| . ,-,.....- -.--.,--. .....-... -......... .......... .. . ..-. . . . ...... . . - -.-.. - ..------- -- .. . .. ;; .. .. . .. . . < . ..- ' , . j|ûom X... 50 . . . '-.---,..- -.''.. ..''. ' ''- ''' ' ----'- 1500m N. U' ' . ? * : -**-----*--*--- *.-* *-*- -**+-- ' ' ' J ||||| |||, |||| .. -. -....| ...... .. ... .. ... ..... .... .> -. ... . . = .... . .. .... .. ... .. - . ..... .. '.. ... '. . '' .'' . .-' . ''' ''.' ''' ''.' ''.' '.> ..' '....' . '.''.'î..' . '' ''. ''.'' '.'.'' ' ''''' ''''''''' '''' '= 'ï.'. . . ''''.' ''''''= ' ''''' '' ' ''' '''' '''* *,'''''''''' ''''''''' ''''' ''''' '' ' '' '!''''' ' '' '' '' '' '' '''' ' ''''' '''' |M. N:. 25 -..... -.- . . x ..... .>,.-. . ..y. . ...:- y. y .'0- . -100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100 passagetijd Isecl Figuur 8 Gesimuleerd tpjdsverloop van het geluid van een passage van een goederentreih: bqstaande uit 20 wagens met 2 Iocomotieven, als fundle van de afstand tot het |ppor. Uit de figuur blijkt dat de tijdsduur boven 47 de eerst enigszins toeneemt met de afstand, en dan vrij snel afneemt naarmate het maximale passageniveau de 47 de nadert. Bij afstanden van 50 m tot 500 m varieert de tijdsduur boven 47 dB van 50 tot 70 seconden. Bij afstapden tussen 500 en 850 m neemt de tijdsduur boven 47 de vervolgens af tot 0 seconden. Voor de bepaling van de tijdsduur boven 47 de wordt uitgegaan van 60 sqconden overschrijdin; per passage, tot een afstand van 600 m. Hieruit volgt de conclusie voor het project Budel-Wéed: Bij de maximale intensiteit van 51 go#derentreinen per week Wariant 1) wordt het drempelniveau van 47 dB(A) circa 51 minuten per week overschreden, binnen eén strook van 600 m aan weerszijden van het spoor. Aangezien een week 7x24x60 = 10080 minuteh heeft, wordt dit nàveau 0,5% Van de tijd overschreden. Tussen 600 en 850 m afstand van het spoor neemt dit percentage af naar 0%. In de twee andere scenario's rijden er minder treinen en zijn er evenredig lagere percentages. 5,4 Resultaten - bepaling piekgeluid Hbt plekgeluid wordt berekend op basis van LAeq-niveau van de passage met daarbovenop een afstandsafhankelijke correctiefactor voor fluctuaties (zie paragraaf 5.1 .2). De resultaten zijn weergegeven In onderstaande tabel en grafiek. Deze resultaten zljn ona|ankelijk van het aantal treinen dat per week passeed. Er is dus geen verschil in piekgeluid tussen de ondecochte varianten. 16/19 Celuid Iangs spoorliln Budef - Weert bij Naturd zoco-gebied - do|nitief, vefsie 1,0
.
Post in - 66949
è * èè . P Tabel 7 Plekniveau LAmax bij passage v|n een goqderentrein afhankelijk Map de afstand L dB A correcti: de LAmax de A Mfqlapà rp te 2 42 1506 43 2 is lzot 4/ ? 49 880 4| a |9 te 50 î 52 650 52 ? 54 5Q0 94 à 56 :09 37 2 59 399 67 2 69 100 ë -/4 3 $7 50 àz 5 87 15 0 200 400 600 800 1000 1200 afdnnd tot de spoorliin (m1 Figuur 9 Pl|kplveau In LAmax als functie van de afstand tot de spoorlijn Geluid kangs spoorljn Budel .-weert blj Natura zooolobied - definitlf. varsie 1.0 17/19
.
Post in - 66949
*; #-@ i 6 Cohclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies In dit onderzoek zijn de geluidcqntouren berekend in een mogetijke theoretische toekomstige situatie Iangs de spoorlijn Budel - Weert. In de meest ongunstige situatie die is doorgerekend, variant 1 met 51 tseinen per week, Iigt de contour voor de meest gevoelige weidevogel (42 de voor de veldleeuwe|k) op een afstand van 74 meter van de spoorlijn. Voor de grutto Is deze afstand bij 45 dB(A) 47 meter. Genoemde afstanden zijn drempelwaarden voor verstoring. Bij deze afstanden is het effect van het spoo|eggeluid juist merkbaar, en kan verwacht worden dat 1% van de territoria van deze vogelsooden door het geluid zal verdwijnen. Op kleinere afstand tot de spoorlijn wordt het effect groter, volgens de dosis-efed relaties opgenomen in (3J. Daarnaast is de tijdsduur dat geluidverstoring van broedvogqls kan optreden bepaald volgens de methodiek uit het Duitse ondecoeksrappod (41. Voor de meest ongunstige variant is geconcludeerd dat het drempelniveau van 47 dB(A) circa 51 minuten per week wordt overschreden, binnen een strook van 600 m aan weerszijden van het spoor, dat wil zeggen 0,5 % van de tijd. Dit percentage is dusdanig Iaag, dat mag worden aangenomen dat broedvogels die communiceren met geluid, daarin niet verstoord worden. Het is namelijk 99,5 % van de tijd stil. Op grotere afstand van de spoorlijn is het percentage dat het stil is nog hoger. Tenslotte zijn in tabel 7 de piekniveaus van een passerende goederentrein opgenomen. Deze piekniveaus zijn niet a|ankesijk van het aantal treinen per week over de spoorlijn. 6.2 Aanbevelingen Het geluidsniveau Iangs de spoorlijn is Iaag vergeleken met dat van andere spoorlijnen, blj de varianten voor het mogelijke vervoer die in deze studie zijn enderzocht. Mocht dit toch Ieiden Sot een theoretische verstoring van vogels, dan verdient het aanbeveling onderstaande aspecten te onderzoeken. Vlak langs de spoorlijn ligt in dit gebied ook de zinkfabriek (zie figuur 2). Het verdient aanbeveling om te bekijken of de geluidsbijdrage van deze fabriek het toekomstig geluid van de spoorlijn mogelijk overstemt. Mogelijk zijn de vogels in dit gebied al verstoord door het geluid van de zinkfabriek, en voegt het spoo|erkeer geen extra verstoring toe; 2. Dezelfde overweging geldt voor het geluid van Kempen Airpod en het recreatietetrein aan de oostzijde van het gebied; 3. In dit onderzoek zijn naast het gemiddelde (equivalente) geluidsniveau, LAeq,z4uur OOk piekniveaus van passerende treinen gepre|enteerd. Deze kunnen dicht bij de spoorlijn zeer hoog zijn. Uit het Duitse onderzoek (4) is niet gebleken dat vogels Iangs stille spoorlijnen wegblijven door de hoge piekniveaus. Het verdient aanbeveling om te onderzoek of incidenteel optredende pieken, in dit geval maximaal 50 keer per week voor variant 1, en 5 keer per week voor variant 3, relevant zijn voor vogelverstoring', 4. Tenslotle verdient het aanbeveling om te onderzoeken hoe de vogelstand is ter hoogte van de spoorlijn Eindhoven - Weed. Langs die spoorlijn is de veëeersintensiteit van zowel goederen- als reizigerstreinen veel hoger dan in elk mogelijk toekomstscenario voor de spoorlijn Budel - Weert. Ook de snelheid van de treinen is daar hoger. Geluld Iangs spoorlijn Budel .- Weert bij Natura zoooëebied - de|nitief, versie 1.0 18/19
.
Post in - 66949
#-* # Literatuur (1) Akoestisch onderzoek, dBvision rapport PRO017-09-12, 8 maart 2007 (21 Spoo|eggeluid in Natura zooo-gebieden, dBvision rappod PR0023-02-04, 22 januari 2010 (3) E|ect van treinverkeer op dichtheden van weidevogels, Bureau Waardenburg, 1. Tulp e.a., rapport nr. 02-034, 12 juni 2002. (4) Vögel und Verkehrslàrm, Kieler Institut fûr Landscha|sökologie. Citeeditel.' Garnlel, A., Daunicht, W.D., Mierwald, U, & U. Ojowski (2007): Vögel und Verkehrslârm. Quantifizierung und Bewâlfigung entscheidungserheblicher Auswirkungon von Verkehrslârm auf die Avifauna. Schlussbericht November 2007. - FuE-vorhaben, 02.237/2003/LR des Bundesministeriums fur Verkehr, Bau- und Stadtentwlcklung. 273 S.. - Bonn, E5) Gegevens van ProRail, Protocol 00055, Project: Vervangen dwarsliggers Budel Weed, Projectnummer: M - 002526. Ontvangen van ProRail op 7 september 2010, (6) Analyse van de metingen van de geluidmeetposten Iangs het spoor, dBvision-rappo| PRO020-01-36, 11 februari 2008 (7â Brlef over stil materieel van de directeur Spoo|e|oer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, drs. J.A. Jacobs, aan de voorziqer van de Raad van Bestuur van ProRail, drs. B.J. Klerk, d.d. 14 juli 2009, kenmerk VENW/DGMO-2009/6263. Geluld Iangs spoorlijn Budel - Weeft bij Nattlra zoX-gebied - def nitief versie 1.0 19/19
.
Post in - 66949
çl lçtïrastruztuur . W/dter. Mlîîeu . Gebovwen ARCADIS NED|RLAND BV Utopialaan 40-4| Postbes 1018 5200 BA 's-Heegenbosch Tel 873 68|9 211 Fax 073 6144 606 w|.a|âdisnl MEMO onderwerp: Rêsultaten N-depositleberekenl-ngm spœrlijn Budel-Weert 's-Hedogenbosch, 1 december 2010 Vant Ir, E.P.A.G. S|ouwœèqrg Projednummer; 802043.000108 opgesteld dlmr; lr. E.P.A.G. Schouwenberg/ lng. A. Boukich Ons kënmerkt 075211442:0.1 Kopieën âan: Afdeling; Divigie M&.R Den Bosch Aan: D. Korving - Pmltail DIVISIE MILIEU & RUIMTE 1 Inlei di ng * Prolêail wil in de toekomsf mogeljk bqperkt goederenvervoer laten plaatsv|den over de spoorljh d Brabant) en Weert (Limburg). tttssen de plaatsen Budel (Noor De spoorlijn loopt doox het Natttra zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & R|gselven. In dit Natttra zo|-gebied Eggen habitat|n die gqvoelig zijn voor verzuring en vennestE|g door depositie van stikstof. Door ee.n uitspraak van de Raad van Statè is l>rtmail genoo|aakt de onderhoudswer|a|eden én het daarop volgende treinverkeer als project te toetsen al de Namurbes|ermingswet 1998. Het hier beschreven onderzoek richt zich op de s|stofdeposi|e van het hiervoor beschreven project op het Natttra zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & Wngselyen. Voor dit projed is al een voortoets opgesteld (Smit, 2009). In deze voortoets zijn drie seenario's beschxeven, waarvan één is |tgewerkt. De beschouwde spoorljn eh de ligging van Natura zooo-gebied zjn in al'beddùv 1 weergegeven. De stAstofdeposiuè op de Natura zo|-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven is voor scenario 1 in beeld gebracht. Scenario 1 is het zogenaamde zvsrst-case scenario, met 51 diesdke|en per week. Als dit scenario geen si ' 'cant effect op Natura 2000 heeft, dan zijn effecten van de andere i ' k uit eslolen. twee scenar o s oo g Onder de Crigis- en herstelwet is een toename van de s|stofdepositie op gebieden met sdkstofgevoehge habitattypen rtiet zonder meer toegesta|. Bij een overschrijding kttlmên op voorhand geen si|iïicant negatleve effecten worden dtgesloten. Er is dan een Passende Beoordel|g noodzake|jk om na te gaan of er signihcant negatieve dfecten zullen optreden. Pagina 1/12
.
Post in - 66949
I 11 I 11 I MœœKœ.* IIœI| In p' = . . .- . . . = . - aœ =. - & Q-- :. : è' . : : . . . u . : . , '''|é à . j. . , . .. . ..; .. j| |) . ., .r . : : . ' ? '|V.. ) : : . . ë 1| . ,!.: .j h j.( .'à :; |. JJIIJ 1|1 |11 I 7I J1 1 .1 ;g #A .; . . .i . . . $ ' . . . I 11 I er 1 lri 1 . ..;..ù |.è . ...., 'f . .. . .,. ... ... .. 11 |lzl|| jll 1|1| z!ll |1| | '' Lœ-'-1 ' ( ' ou| ayawjg |.. J'' - - 1k, 1. l -(, çé * èj % * 'ù t:,k 1 ,kx.- 1 111 1 ||i :1111: |ài à .1I.1II| | Illfli nu axœ-nlln|h|lll- If 1-(7 =. EJA S|UVDFU t At t t ut = f''ul kanin x|a| hni nnaxm'aanhmlllrr uao aandnzon|xnln| nn hfë rf nlnnù B11d21.l1r@2# f al 7 l'mh en n. = - ..- - .. - . .JJI.. .- D - t-.- C.-.-- n|. - . ..<.u4 ' - .....- - |J -.- &1 |'!N .| uva-xrk ryl|s|ovr| ej rlo.t -ksz-t-c =..-.-.- ...... x:l-x|-a- ?'xl.o ï 4.. l kll.s nmxnnlnvrwnm F
.
Post in - 66949
M*5 . .' . ë . . . . . . ë . . |. . . |,||:|||'. ||||- r . - - . ë - y j y y - E y' ë |' j j . E |' ) -' y y r : - ë , . E . . ë . ë ë |r . y y - ; - . ë |' - |' |' |! - j -|' ë . . . E -E . j . - |' . . - - y .k' p |' . |' - j . ( ë ! . ,' |' ,' |' ||.r . . -. |' . ë . . . . y . . . . i - ë . . r ; . ë |' y ë . ||' ë E . . , . ë . . E . . - . . . E - - - . - . ë . y . ( - . - t' y |' . . y' y . .||'. - ë - . y y . r j .( j . . . . . yë. ë .. . ë . . . |y . ë . g . . r .. . . - . . |' |. . . . .'.|' g . . |' . . . . ||' ( - ë y . . . -' |' -' . - j g . :' . - ; E . j y . - y : |' E . |. , . j |' E )' .' j |- . r . ; ë' E y q |' y - y r -' y y |' .' - . r . . ë ë' j -' y . ë ë . y- . |' . . r . .|' |' |' q . ( |' . ë k r' . j . . ë j . r -' . - . E . . . . -' r . - |' . |' |' -' r' --' -' . - ï' . ë . . g . -ë . ë . . . |' . :' . |.'è- (. r ë ë . . |t' . . . y' y' r . - |' y |- -' j g |j |. y |' ë||'. . y ||' |ë r- ||' y y ( j |. |j j :' |' ,' q - |( j |' - -' |' :' ë - |' . ||' -' ë |' ||. |' . |' y j . - . r |y .' ë ( j )k'-' r' .' ; y |, . ||' .' r ||('. ë i . ||' ( |' ' r ||' |(. . j - - . . . . . . . t|q ë . . -' . . . ë |ë |' |' y . . . - . j - ë E y r' j y . y E ë . . ë . E j . - g . ' |' - - - ; . . E j |' ,y' |' ë ë E . ë . y E ë' |ë. . -' i . . ë . ||' ë -' -i. E ' . j |ë |' |- y |j . . . . y |-. . |' r |j . r yy . |' |r y r . . . j |r y j ë -E|l |) |' ; ( j . j . k |' j j - ë j - q r y j . y . -|' F' ë |r . . |' |.( |y. . r ; r ë |.. ë -- ;. - E - !' ë ë |' ë' |. r (y .' |' . ,, . ' j |' . y r |. . ë |' |' |.'-ë ,y . ; ||-E r |'t' ë j |' .k|'E . y ||' |' |||'|' j y |q E |||' ||y . ë |' . ë j |E ||' |'ë |- - ë ||' E |||ë |||||' E ||.. ë |' - |||y ( |' |' E |' - ||' è ! . |||' E r' |r |ë j ||' j |' |' :' |' . |y ||'|| |q ||ë - |' ,- : |' |r'. |||' - ' ' . ||||||||||| |||||1| E ||||'-è ' ' |* ||-||||** ' ' '|||l ' ' |. |* |||||||'i ||||l||'|| è ' è ' - |' |! ' . ë è |' i ( y j E| . ; |' j - y j - y èë - j |' . j . |'- ë. . |'|' . .. |-' . j . . - . ( . è . . |' ë . E . j |'. ë . |E ë ; . .. . j r y ( |' y' y . .'E (|' ! j . . . - y y' y ( |- . . : . ë - . j . . . ë. - '. . .|' .. . (' E . . . - ë ë . . . . y . . -. ë .. ë ' ( j .'. .. ë . ,'. . y . . r ; . . . q .y ..' . y y' y '- . . . . y .. . - . ) . .. |r y r ) .. . |' . . . |'ë |q |' |y y ë. -y. y y . y y .'- ë |'|' j i |'- - ; .. ' . . - ë ë ) .-|'E E . . . y|y;'|;'|. y y . y . j . y . - r .y - r Ey. |-y |' y |'. .y . .y y . ) |.y y y . |' . .y . y :'. j j |' . .. j . .. .. y y j. |'.'- j j j .-'r ë-' y . j .r' -- y', . ëy )')')' y|'- . . r- ( . '. . |' . .2 . |.|- . ë. r . ë ë y . -. q '( . E q -y ?'. . - .. ë . y . . |' . . . . . E .' . . , . -' (. . . . : ë à('. - |' . E . . . )' . è r E ë' . ë . q E . |' .'q E . g r . . . . . . . . . . ë . |. ë . q -E . - . r . . E 'ë . .. . . |. . E . . '.. . . - . .' ë. ' . . y . . - . . . . t' . . . . i y' ë ' ' (' - . . . -' . ë ; )'. |'ë . ; E . |,,|'. . 1, è . ë ë ë ë' |-.i . - . -y ë . è y i g |' -' . . |;- |j ( . |' .y !. ||'. y . k . ||'. - |.y . . -. ; ja ||.|. ||'|| |' |:. ,' : . |..-' ë .. j ||y || - |'. -i. ë j ë , |j ( - y |' . ||;- |'; - j ë |' è -'ë ë E.' |' y |! ('|) j .|' j r ë j |'E |'- . || |q| y y ë j |'|jë -è-è t'|'- j |' ë . j iy. y '|ë|E j |j |-'. . . j . |'|' ë ë |' 'y è ë - |-' |j|'. . - . |||k. . |! q . '' ë ë |': |. ! . .ë|'. è . ( || . ë ëj ë |'. ||'|'- |- . ; ( ë j ( ë ) ( r ||': |'è. E j ; q è . y . |.- j r ë - |ë . i . |' |' ' |' ièy |r p ' |' E - i . è ||'E |' . ! |q ) ë q y l j |1 E l i . |* è || ||;y . ( y y| -y j ||'. Ej @ |' |' ) |-|è|è . |'j y -y j y y || |jy Er y |; - y j |' . y r -. ||'y (|' ë ; j y .|' . ( |'. - . y |I|j |ë|ë . j ||'j . j |y. - . ; |èë ë |ë,| |'. - y j ë |.j ë |'. ||'y . . j ||'. |y.j-' y .. k |' r |' |'|'- . ||ëy |lg;-' - |' - ''y |' . y |j-' y y y -|' j |'. l'y ||j|i |'. . |' . t' j ë ||' ë |E .. iy -' -|'i || |' |g. k . ( |' |k ë . E |-|- ||'y . y y E |; r $.- y j || y |.'|ë ! q r |(. i ë ' |'-'. j ë |ry|'|| |'. y r ||' |.|||'. ||'- . ) ( |' |' j |r- |'. - ë |Ey r - |' Er |; ||ë.' . y j r ( . ë -. ||'. y . j E g |'; y .|' j |' --''- . . ||E j |.y è |'- -- | ' |y. ||' |'- r t -- -'y 7 )' ||'- j ë|j E. r |j. E. |E-|'. r y -. ; |'. ||'( |-j . || q . ,'; ; '- - |' i||' ' ' -' '|ii'iii| ' ' . . - ' ' 'il||||li |- |. .- . i''|''|. . . . |. '. -' ' '' '|. ' è ' ' ' ' . 'i'rrt!. -' i' - 'è )'' è |- -. ' )' - - te - è ë . -' -' . q . - . . ë ( . . . - . . - er - - . . - è' . -. ; . - .' - ë - r . . . . - ë - - i - - . - ë . - . . ë )' |' . p - ë ë ; ë. . . . . - . ë , . ; . ( - . . - ë . q ë r . - . ; -' ,' -' - të. ë i . ë. . . ----' . - . - - . - . ... - - | ë . ,' . . - . - . ë -' .' . .' - . ë - . - ; - . - ë . . |' -- ë ë -. , . . q ;' ..',y- ë . ë - . - . r . ë #' . ë ; . ë ë è' )' ë - . - ;è;è ë -.. . . . - - - . ë . - - . ; ë .' . . . . -' . - .' . -' - . . - . . ,. . . . . . . . . . . .'. . . ;-' - . . - ë . . . ë ë . . - k' . . . ë . - - . . . . . . r' . . .' r' . ..' . . . .' ë . . - ë - ) .. ë r - . ,- ; - - . - . - ,' . - .-' ë . ë t ë ë - . - è. ë '' ; . ,' )'. . . . ë - - . ë - - - : r- . - ; . . . -'. . t..' . . . . . r . :' :' . - . -' .' - -' . t' ë è' ë . . . -'- . - . t' i è'- . --. - - t: -. ! . - - . - - (p' . |' . '' . .. - -' )' . i r ,. - . .'. . |' . r )' ë - ||. . - - ..' - - ë i ë ; . - . - : )' - . .' t|', - ë rë ë . . . ë ë ë ë . - ; ë - - ë - -ë - lt - - ;' - ë |(. r' . : - |r| ë t;. |' . ë . ) t|'. | . -' ë j' ë -' |t |' t, - ë . - !|'.. -.' . )t-ë ë - - p |' - ë è' è è' . -..- );| p.ë| . |' | ; . . -' i . )))#'-'- .-.. -. .. ;?'- -' i è . |! || . r ||'. .. r r . ë r |è. |.' | r ).i è : 'è - |'- r' ! ë ,' - |i- . . - -. ë :' ë ë : ë ë ,' yy'. - t' p)i r . . . ).' - - - ; ë' :-'h. - - -' . ; . . .' . . .' . ! . . ë. . . -'. . . ë . - - . ë -' )' ,' . . ë' . . .' : te - - . te q . : - r . - ë ë ë '' - t, . . . . - ! |.. ë t' - . ë . ë - . . ë - rè . - ë |' . .. --.' ë - :' . . )' . . - : . ;' i . t:. . -'. . ; - -,' . è' .' .. .. . rl'i . . . -.. --. . r . .'. .' )' r' . - - . . . . ; -' . .' . ë . - . . . --' y.- - r . . .. ,. -' -|'. . - .. - - . . -. . |' ë - . ; . - .' - . ë )' |- . . ë r . i ,: - |''.' . . i ( è . . |. |'|' ' ' . '|||i |||,||||| ' ë ||| .ë . |' ( : ! . . ! E ; ||' i (' - |* ' ; è . - . ! . |' ' E . E - |' ..' E . ' |' @ |' E ) |i . l . ë - |). |' |'.' ' ( - |:' . - ( - -. ( ; ! ' ' ( . ; . - ! E || . |' |' |. ; . ( ;||' ë . |' . . . |ë . .' ë . . . |' . . . . -' . . . . - ë q . . . t' ' . . q ..:' ,;' . ..,||--.|. -|...| ...|,|, |,|||..|. .' . .' . . -|' |r ..-|..'. . . . . . . aàxaj onjaj y sèj.gj ddej| uepjjapeja Yojayj N te Seort trein locs wagôns Gewicht Gqwicht Netto Iading g|wlcljt ge#rljf )@,N t Tolaal Se|cht r lege t|mldiéso P treln Diesellcc wagcn perwaqon E wagnns |ge: trélsi è gemtddetde lréih , |yqçyn t|q tcn tun lee tonr tpp ** rqq lpp b#ak|p tçp ** Bt|llç Dlepltfelq 1 of 2 |Q 119 45 56,82 900 ?.936 1 .010 ( 2.146 Ccntatneq è. Dlq?eltœin 1 20 110 27,5 30,00 5ç0 1.072 6|0 1 182 * op basis |wicht Iege wagon bulk 46 ton en contalner 27.5 ton ** op llasis bul: 100% |ladl|sgraad contalners 87% œadingögraéd * Gegevens Rallicn ** op basis bulk 60% beladen: Kntalners 98% beladeà . ' . ' . .' . y ' . E . .' . ' . ' . . . . . : . ' : ' .' . |' . : . ( ' . . . . ' . : ( . ' ' ( . . ; ' |' ' . |' || ( |. ' . : || . . '|' |y |' : y ! |j ' . : : ' . ( |y |' : j . |: y ||' : |' . |' j ', |' |' :. . j j |y ||y |! ' . ; |j . j |j|g || |g |y |||. ||* |y ! |' ' | . ( j |'. |' |y .' |' |j |' |. || j |' j . ( j . g g j j |j ( . . j ( j ( : ( j j j : j j . j y ( |' ; j j |j || j j ||j j |' E| g j |' j j y |.|| ||. |' q : . |' j |' j |' y ||* |' ' j y . ||. || . || j || |. '. |' .' j |' j y :'. . |' |' ( . |' || |. |' |' |' |||'. |' . . . : |' . |. (|j j y . '''' g . : . |* : ' ë ( |' g y . j j j |. |' . . E j '. g ; . , '|' ' |y| |' j E . |||' ( |' y q |y|j ( |' . ( '|j : |' . |' j |' j . |' j |j. . ( y |' . |' ( j ||| :: y |' j E |' q j |' j |' . jy' . |jj E : ij ( |j |' r |' ( : j .. y : j j j ||j. ( |'|' j |' j ( |j ( E ( |( . .|' E j . ( ( . r ' . j |'' g g : y . ( ! . . ( |?' ( : j . ' |' . ' j |' . ' . '|' ( . . . j . |. g ' i y . . :'' |(. |.' ' : . | . |' j |' . |k |' |( . |' j . y y ' . r . ë |j l . |' ' ( ||E . ||| ( . . i ) |' || j || : q |j : ( |j |'. j j j :j |'||'|y. y |,||j. : || ( |' ' j j : |j ( ||j ||' ( |E j j ||' ( || : |' |.||g ( || ( y '||' ' ! j . ..|||||'|- )|||||è. .|. .' . |||.. . .||||||. . |||è ) .|.. .'. |.. . ...'. |' |||||||'k' '...-.||.. . . i||||-.. . E|.-. . . ?..ïk.-... .. :.. . - . ! |- -L...ë.. . . , . - ;. ... . --...;.... t..-.,,... .E .ë . . ,ï. ., ... ...-. . .....r ... -. -.( ; - . . . .- ;-.3ï;ï..3 . E.... - . - .,.?..,:.. . ..... ;...... .. .. ..; ,.....-... - . ...ï, . . .ë. ...-. r .. . .ë.,E ..ï j.. .. . ë... !ï..-. . ..è. ...-.... ..è.... )i... E..;.... . ....... ,..,--.. ,E.-,--,t. . 50/4 teelrt Enqrglû vW|klefetör emissle (die|4à) veriërùtk NOx Nox Ml/km|èkk IMP *rq|qek Bulk. dieselvetn srtàà 1,|30 ï$,6 '..'''' contalner dlèselfreln 3.709 1.630 11 t| De bdasting van Natura zooo-gebled Weerter- en Budeler|rgen & Wrtgselven vanwege de ieselkein| is beareketxd md beltull| van een verspreidl'ngsmodd. De kerspreid|'ngsbcxeke|gen zljn Gtgevoexd met behulp van de pc-appkcafe OPS-PrO versie 4.2 (MNP/RIVM, september 2œ9). Ons |nmerk: 075211|:0.1 Pagina 3/12
.
Post in - 66949
œ œ KI 11 |II f :I :. - l Q navoço|x*|aovomxxl#alon - -1-..-- ç hT- o--..n.o-no .-J-Q..,I flh/|-w ...r>.=MA---r-.n4*>M1.|.a-oao*a| -'07 ..- - .--x. . Vam n - - . . . . .-'ïI-2 sgvsrnènrpnsl|r nl1-Nn11l/nililil-rrlnlrlq Wloro4ç'T- Tp|Fllnaal l z -' mtlln II'M I|ZU . . * *.: # # I & ïp |pWAkïn||W||l lvt'mflt!n om Knrre HlGTaTlta M n nel HDtltll'. tJl ut Uultutuvls L'zzltvt uttt ur SDXSFnIDPPO|I|P Slrl mp? |P lopmflmfm CICI |151 l 1 1 1 A eldlne 7. stlkstofd ' 'eeon'tou.ren . :. k . . : . ). ; : .,.....y ..è..... .. : .. . . . . . . . . . .. j 4.:.. .. h ' ' : à . . . . . .. : t).. . . . . ..( ? . .. . ' .' ): |1 ||' '.| .) .. ' ' ).ë .E . .t iè.ç : , : . . j ::y ,t, ,.(j j . . ..y ,: .j . . . . . . . .. .4. .. . ' . . . . . . t. . . : .. .|:.|E . . ....|||. à .. .. . E.|| : .. ï. . ,.,... . . , . . jày ! . . . ..: . . :. j . : |è|. . . . .. . ' |.||. . .. ' ? . '' ' '. . . t . .., . . .' . . . . . . é. . . . I I 11 J. 111 1111 . , . y o|a ...à 't ' . . . . ' .' oorayxaaw| y.. j î : . ' :. ' XJ . . . . ' . ... . k .: .. . . . .. . ' .. ., -*. . pli u . .. = U-.7L.é. ..' . é ' . . .. . . . . . . . . | .. : : |||| || ? ::.. . . . . .. . ? . : . . . .. ....ë . . .,:..... ......k.... .. . |||||. ||||E . |||7 |,||||p. .r I(' :l'''''' . .+ ' t . : 11 . . . . . . . . . . . . . . . ||. . . . |::|.,| |.' ||j || 4.* 1 * œ dpyjégjmjr takgj jjtgjjt gjjq . . ||N j: : || | kj .. ... ,...... . . . . ' . . '. . . ' . .. . . . . . . . . . ' '' ' . . . . . . . . . . . . . . ' ' ' . '' l . . ... . . .' . ' ' è ' ' . ' . ' ' ' ' ' ' ....... Pœ-|.-# A , Y * . . % N . - . # # 1 . .. .. . -. . Y ' - .ï - - ! .Y .. .- . X ! -. - .. .... .X..X m..W # '= œ ' ' ' . >'' 11 1 1 11- 1 1 1 1 . - I 7 1 1 1 I I 116111f1 .. 1 ë 1 l1jI I I 11 1 1 I 1111 I 1111 11 11 11iII I 11111 I IIIf bedraagt 1350-2200 mol N.ha-î.jaarl (A|terçonddeposide 2010). In ondersta|de tabel staat een overzicht van de a|gewez|habiht|p| |het Natura z|o-gebled en de bijb|or|de kitisclle deposiuewaarden Gr|tfsche deposluewaard|volg|s varx Doàben & van Hinqberp 2008). Ons kenmerk: 075211|710.1 Pag|na 4/12
.
Post in - 66949
Mœl: ' . |' |. . .|,.||' ||,| | . . |,||.. . . .' j . . .|. ,|. ,|, ||.|.'. .|,|,,.' ||| |' ' .' |. . . . , .,.|,.' |.|||,||'' .| || . |||||. .|. . . . . ..' ,' . . . . .' ' . , .' . . |. . . . . .' |||||||'. . . |||||||| . , . |. |' . |||| |. |||,| |||.| ||||| .' . ||||| |. j |' |' . |. . .' ,' . .. . . . ||| . . .. . . ' ' . |. .' . . . ' . . . . g ||||||| ||||||||| |. ||||||||| ' .' ' |' ' .'|' |. , ; |' j . j . . ' ,' ' . . . g . . j . g ,' j . |j. gj . . , |' . g |' . g j . . . . . . |' j |' j |' j j . |' |' |' |' . . j . . . j . j. . |g j |' |' ' . , . j |g |' g :|' |j . || |' |j .j . j g . . j ||| |' j .y. . j . |j j . . j . |j | . : j j . g g . . | . |j: . .|' g . | j || j g |' |' j j . j |j j |' ' . . j .j |' j |' : j j g j j j . .j j | g j |. . j . . j . . |' || j |' . . j |'. g |' . . j . |. g |, j || . |. . ||j|j |' . . || ' . |* ||||'. j . ; ||. . || |: |' . |j |' ' .. .. . |.|j j ||.g j . . . j || . . g y || |' . |' ( j .. |j j g j . j . |j j j j . j. j . | |' |' . |' j . y j :||' |'. |' j j . |j . '|j . ..|'. . j |. || . j j j .' ..|' |' j |' |.| . . . . . j '..'t)... è|... . ..|... .. .,....!..' |.. ..!. ë.7|.,..... . ,7|,.. ''... .>... .,|. (..'! . |....t-.,,R,t........r |||)tyë(.)ty.;,jty).)y,...y..y,rt.....y,.'y.j.u).yy..,)r.|yk.........,,(j)..,)g;).jjr(.-r,).,.,,.,.....try.sy-. .œy.. -|..,.,.,,..y......,.........ëq...,q,..-......,ï.yt. ..,,.. y..,.,..qM.(ë,.y.......,?)...,.,|....(.,....y-,;.,..,..ë:.r..-.y.-.,r.-.y...-..j..g.,..ë.,.))y.,;.y.y|,y.rj..j).yj-..(yjyj.)yj....-ytë)jyë,,g,gjg..-,. )))))j;):) ) .;.).. .)u ..... ï'.i ...., t .... ë....è..è...'.:ëë...,....).....ë. ë ... ..,t.) .. ... .ë..- . . .,.. .. , ... ,. . ,,,,.,à.,, . .. . . ,.. , . ... . .. . . ..y ... . , . . . . .. .. . r Code Naam van het habîtatWpe Kïîtizche deposîtie çmol N/ha/jri Ge|eilkheiàsktaste 1-13130 Z|kgebu#erde vennen 410 Zeer gevoelig H7210 ($,11 qanmqqçasqen 1100 Zqer |voeli '..'...''' 891|70 Itlpp veehùosen 1800 Geyneli Tabe.l 4 laat zien dat de achtergronddeposi|e in 2010 in het gebied hoger is dan de kdtî-sclte depositiewaarden van |ee van de drie aangewezen habita|pen (H3130 en H7210). Voor het habitat|pe H91D0 geldt dat in grote delen van het Nahtra z|o-gebied de ktitische depositie al ovêrsc|eden wordt. 5. Effectbeoordell-ng Eff ten hebben een signifiè|t negadef effed als deze het behalen van |t||oud|gsdoelMelll'ngen ec voor Natura zooo-gebied| belemmèren of uiîluiten. Sigt|eante effecten als gevolg van s|stofdepo|tie ziyn op voorhand |et uit te slulte.n, als de depositie de kz'itisd'e deposl|ewa|de oversdujdt en het |tiatief extra depositie veroorza|L Dit is het geval wanneer de spoorlijn weer in gebruik ge|onlen v|ordt. Hierdoor is het noodzAeljk een zogenaamde Pa|ende Beoordehng in het kader van de Nammbescherml'ngswet 1998 uit te voeren, om de effecten op de hst||oud|gsdoelstelll'ngen nader te onderzoeken. Hierbij moet ook rekertil:g worden gehouden dat andere factoren ook van |vloed op het behalen van de inst||oudl'ngsdoelstel|ngen. Voorbedden van dergêljke factoren zijn wateeeilea waterkwa|teit, acammlatie van stikstof en fosfaat in de bodem en de dynnmiek van het terrein. Soms zijn dergeljke factoren domlnant ten opzichte van de invloed van stikstof uit de lucht. Een overscMjing van de kritische deposi|ewa|de betekent dus niet atttoma|ch een sigrdicant negatief effect. Om de effecten van de s|stofdepoëde op de |st||oud|gsdoelstelll'ng| van het Natura 2000gebied vast te stellen, is het noodzake|jk de (mogeljke) toename van s|stofdeposide op de locaties van de habitattypen vast te stellen of dé kdtjsche depositiewarden worden overs|eàen. In Bijlage 1 t/m 3 wordt de ligging vatè de habi|tt|en wœrgegev|. In bijlage 4 Vm 6 staat stostofdeposi|e als gevolg van het Hda|ef wœrgegeven. De toename van s|stofdeposi|e op de locaties van de habitattypen blijkt uiterst gering. Voor Veenbossen is er een maximale toename vén %15 mol N.ha'l.jaarl, voor Zwakgebufferde vem:e'rl een maximale toename van 0,24 mol Nhadjaarl en voor Galigaa|oerassen een maximale toename van 0,30 mol N.ha-l.jaar'l. Aangezien de kdtische depositiewaarden al worden overs|reden leidt dit tot een toename van de oversc|jding. De extra stAstofdeposi|e is zeer gering, maar het draagt in de genoemde Natura zooo-gebieden bij aan de bestaande s|s|fove|aat in de bodem.Het effect valt weg in de foutenmarge van ecolossche modellen. Dit betekent dat er ecologisch gezien gee.n zichtbare of meetbaze effecten optreden. Het effect is ve-aazloosbar. Ook valt het in het niet bij de jaarlijkse |uctuatîes in sWstofdeposide (ongeveer 100 mol.ha'l.jaar'l; mond. med. Dlm H. van Dobben, Ze ook Nattllm en Ml'lleucompendium uit: ARCADIS, 2008a). Ons kenmerk: 075211442:0.1 Pagina 5/12
.
Post in - 66949
Opgemerkt dient te worden dat het hier gaat om de effecten van een worst-case scenazio. De toename van s|stofdeposide bij andere scenario's zal nog veelklehor zijn. 6 Conclusie * * Mgeb|œname van de spoorljn Budel-Weert (uitgâande vah een worst Case scenario) leidt tot een toename in stostofdeposi|e voor Natura zooo-gebied 'Weerter- en Budelerbergen & R|gselveën'. Deze toename is voomameljk dicht bij de spoorljn. De s|stofdeposi|e neemt snel af met de afstand tot de spoorljn. * De a|tergronddepo|tie overschjdt momenteel reeds de tkritische stikstofdeposi|ewaardo van de aanwezige gevoelige habitattypen in het Nahtra zooo-gebied. * De toename van de depositie op de habitatîpen billrler| het nafura zoœ-gebicd is eçhter uiterst gering. Voox Veenbossen is er een maximale toename van 0,15 mol N.ha-l.jaar-l, voor Zwakgebtzfferde vertl'te-lz een maximale toename van 0,24 mol N.ha-l.jaar-l en voor Galigaa|xrassen een maximale toename van %30 mol N.ha-l.jaar-l. . Het effect is te gering om te kunnen meten. Het effect valt weg in de fout|marge van ecolo|sche modellen. Dit betekent dat er ecologisch gezien geen zichtbare of meetbare effecten opfreden. Het effect is verwaarloosbaar en zeker niet si|ficant. * De effeden zijn bepaald voor een worst case scenario. De toename van st|stofdeposi|e van de andere scenario's zullen nog veel kleiner zjn, Aangezien voor het worst case scenado geen |igh|cante êffec-tûvz te verwachten zijn, is het niet noodzak|jk de andere scenario's ook door te rekenen. 7. Literatuut * ARCADIS, 2008a, BeoordeMg Nox depositie |er#ecentrales Nuon en RWE in het Eemshavengebied, in opdracht van RWE en Nuon. * Dobbea H.F. vaa Hinsberg, A. van, 2008, Overzicht van kz'itisrAe deposi|ewaarden voor stikstof, toegepast op habitatt|en en Natura zooo-gebied|, Alterra rapport 1654, Alteyraz Wagen|gen. * Smit, 2009. Het gebruik van de s'pogrlijn Budel-Weert en de effecten op Natura zooo-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringsdvenw Oriëntatiefase Na|urbesche|gswet 1998. Bureau Wa|denburp Ctllemborg in opdracht van ProRail. rapport nr. 09-170, Ons kenimelir 075211442:0.1 Pagina 6/12
.
Post in - 66949
Mœls Bijlage 1: ligging habitattypen (1) Ons kenmerk: 0752114*:0.1 Pagina 7/12
.
Post in - 66949
11 |1 11 11 I 11 | 111 111 I 11| I 11 I II I ç .(::''.....'' .( .. : . * œ ........ ..:...... %: %x g aC a : p +, s. ... j x j s, -a j :js:j:: p v j .1 , s x . y .j. . ,| . < Pp j , m g j j ! ? . , ! j .j sj 1. .1,: j .j j ù . 4 4 a J ,x ....';''.'.'. ' -. ' ' . o. . .|. ||||||||||| . |||||''-| ', |'. '. ---'- '- ', - y . ''. ( ''. i. l -. à-'-. . ''-'. .. -- ; ||||'. ||||||||||| |||||||||| : Q œ >' 1 Q :. ( d ç œ = *
.
Post in - 66949
Mœls Bjlage 2: ligging habitattypen (2) Ons kenmerk: 075211442:0.1 Pagina 8/12
.
Post in - 66949
u D r = œ û) c > O = G
.
Post in - 66949
Mœls Bijlage 3: ligging habitattypen (3) Ons kenm|rk: 07521 1442:0.1 Pagina 9/12
.
Post in - 66949
U) kù X r E û) (J û > O Q.
.
Post in - 66949
Mœl5 Bijlage 4: stikstofdepositie (1) Ons kenmerkê 075211442:0.1 Pagiha 10/12
.
Post in - 66949
|. |... '|. . . . '|. . '||. . . . . . |;..'|. . . .|| |k ï.' |.||... .. .. ...|.. . . '...k'ï' ...||. ...,..|.. r...'||:.. .|:. . :.. C . .. .. .. . . . . .|, . . .. '|||E. ï|..,. ...... . |. ..-,. . '' . . . . . ....'.. .,..,|||' . -,...vb.|.. ,...... ...:......,...,7... .. ..ï..ï. ,ïï-z..ï..ï'..ï..'L.:..L..|....t,.'.|...|. '.,||, ',|'ç., .7....:. '' . . . . ,4||||.. . ... . .. . .. ..,...... . ...'...(|.:':;.,..|. |||||''''. à-..;.:|q. ...:...;..E.|..|.t:..zF :...; |||||.|.. :. .: :., ... . . . . . .... ..F,...k:. .-.:||.. .t||.. . itj |....:.||ks||..:...5:.....t ).ï.... ...:'t.;..,|' -s.-. ' '' * ..& 2 N'.=. 4. . r| 1 Q . .. . CXNN'|N . WIXKANYYMWM|W||YYYZNW V V|M|NAWNYW 2%XY%VVM%%%%%%W%%%%%%%%%+u**M
I*a R In 1 * z '- ' uf.lx-=.. . I ç I '!m .. .... . |, L> |'' '''''' |.''.'' .'ïiïï|j .':.':.:.?ë'''' 'à'):è'(.' '|(|l.'('' ||2| ||'::|':E::EE:.:E!'|.j:|'||5'(|.ë'E|E' |5|| ||||| |||'|||||:|....'.L'|q;'. ||* '|''..?' | ||||l '''''' ' .)': '''' . ||''||,' |* ' (. ' ||.|. '|L'.' ..:.. ' ||;.'.t ' ' ||' . ! '. ': .. . ' .r . LL| ||. . '':.|.. '''|' ' |.. ' | ..|||. , .' ..*.|:... ''ï |:s |.'.|.. *'..|.... . . :. |.. |.. '|. ''||''|' ,'. '|. '' |'. . ''.;.||| ' ||. |.. ' .|f..|.|.. ' ||'|' '|' . . ''.':.j':' .iE.: ')E.E.: 'è' ' '''' |'' .|| ' ' . . |||.. ' ' .' !' ||||'.t ! | ||è . . '' . .; '.ë .' *'|'.2;*.,...|;'.::.:6'| . . ' . || ...'..':.'...... E.'p.y...| ....::.f .... :L |. E...:,.....:k..;. ..|:IE.|;'.|.| |.| |.,';..|.....ô.|.,., ï.|i |. à|||'. |r |:||||.|....| :.:..; .| z.|.'L.t'E .?..||. |||p '|' ...'.''... .. .... . .)5,.....|| : |:|.|. '. 'f .. ' .: .. :. .|ï|à .. . . E .. . '. . . . ..... ,. .... . .. |||:. . :.:.. . . . . |.,,. . ... |. ,.. .. . . .. . . : ' . . . . .:....., ..,J.....: . .ïE...:.'.|.|'E''' ..... ' . . ' . E.:. ; i||.. ' ' ..' ,è.,|.|||. .E' . ...)... . ' :. '. '.j!.. .', ' . E? . ....è'... |.. . |..... r |= = -j - j ît -.. J I 11 I I 1 J. a I ||| . ... :..||||| |..i.. |. |... ||.:.| ||||| . .|..||| ||| |||.i. .s...|||.. || ::.||L: . .....k| . |r. ... g |r|. ' . ..è . ||..ï.sï <|..... .....a. |||f. |,. .J . . . . ...'k ..||. .. . . ....:;: ..,.. . . . .. . . . .. |...|.L:i |....:... . . ..:... .. . |... . . r. l': ... .: |:..è. . , .. . :.:::. ); ..... ..L. .||. . *|||||||. ||. |.. ; .. . .||1 k, 7 . . . .. ( ||| ,J|| .. |... .. . ||.'%||||| |1 |L.... '||. , r. : |1 I é ' - '*
.
Post in - 66949
Mœls Bijlage 5: stikstofdepositie (2) Ons kenmerk: 075211442:0.1 Pagina 1 1/12
.
Post in - 66949
.
Post in - 66949
Mœl5 Bijlage 6: stikstofdeposito Ons kenmerk: 0752114*:0.1 Pagina 12/12
.
Post in - 66949
.
Post in - 66949
.