[140.
3—4]
Overeenkomsten met inlandsche vorsten in den Oost-Indischen Archipel. De vorst verklaart dit leen onder die voorwaarde te hebben aanvaard. Artikel 4. [140.
3.]
Gebied van
MANOKOE NEGORO
in Soerakarta.
NOTA VAN TOELICHTING. Den 2den September 1881 overleed liet in 1853 opgetreden hoofd van het Mangkoe Negorosch gebied in Soerakarta, pangerau ADIPATI AKIO MANGKOB NBQORO IV. Den oden van diezelfde maand is ziju oudste wettige zoon, die reeds bij het geheim besluit van den GouverneurGeneraal van Nederlandsch Indiö dd. 9 Mei 1869, litt. P , als opvolger in het bestuur was aangewezen, tot de waardigheid zijns vaders verheven onder de titels en namen van
pangeran ADIPATI ABIO PRABOS PBANG WEDONO , met
den rang van luitenant-kolonel, commandant van het legioen van MANGKOB NEGORO. De door hem afgelegde akte van verband is gelijkluidend aan die welke in 1853 door zijn vader werd gepasseerd. [140.
4.] POELOE LAWAN. CONTRACT met Poeloe Lawan.
De vorst van Poeloe Lawan noch zijn rijksgrooten zullen het rijk ooit aan eenige andere natie dan de Nederlandsche overgeven, noch met eenige andere mogendheid, hetzij oostersche of westersche, noch met eenigen onderdaan van zoodanige natie eenig verbond of eenige overeenkomst aangaan of briefwisseling houden, noch geschenken of zendelingen ontvangen van of zenden aan zoodimige mogendheid of onderdaan, noch toelaten dat zulks door of namens hunne kinderen of andere bloedverwanten of door of namens hunne onderdanen plaats vindt. Voorts verbinden zij zich om, wanneer zoodanige brieven aan hen worden gericht, daarvan dadelijk aan den resident van Sumatra's Oostkust kennis te geven. Artikel 5. Zoodra de Regeering zulks verlangt, wordt op voorstel van den tongkoe besar, vorst van Poeloe Lawan, en zijne rijksgrooten, door den resident de prins aangewezen die als troonopvolger optreedt. Deze aanwijzing wordt onderworpen aan de goedkeuring en bekrachtiging van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, zonder welke zij van geenerlei gevolg is. Bij gemis aan eenstemmigheid tusschen den vorst en zijne rijksgrooten onderling, of tusschen dezen en den resident van Sumatra's Oostkust, wordt de keuze van den tot troonopvolger aan te wijzen prins onderworpen aan de beslissing van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië. Artikel 6.
Bij overlijden van den vorst, of ingeval dat de vorstelijke zetel van het rijk van Poeloe Lawan door andere omArtikel 1. standigheden onvervuld mocht geraken, treedt de als troonopvolger aangewezen prins als vorst van het rijk op. Wij Sjarif ABOB BAKAR bin Said Sjarif ALMARHOEM ABDUL De aangewezen troonopvolger, die na het vacant raken RACHMAN SJAHAB OBDIN en zijn rijksgrooten, Intje SIEMBOOK van den troon van Poeloe Lawan dadelijk dan wel na de GALAR ENGKOB Radja LELA-POETRA, lutje SIDIK GALAR DATOK BANDA, Intje ITJOET GALAR DATOE LAXAMANA en vervulling zijner meerderjarigheid als vorst van Poeloe hadjie MOHAMAD BASIR GALAR DATOE KAMPAR , verklaren Lawan optreedt, zoomede de prins die, ingeval van overdat dit landschap behoort tot het grondgebied van Neder- lijden van den vorst, alvorens de aanwijzing van een troonlandsch Indië en dat wij mitsdien Z. M. den Koning der opvolger plaats vond, door de Regeering voor die waarNederlanden, vertegenwoordigd door den Gouverneur- digheid wordt gekozen, is gehouden om onmiddellijk na Generaal van Nederlandsch-Indië, als wettig opperheer zijne optreding aan den resident van Sumatra's Oostkust eene schriftelijke, geteekende en bezegelde verklaring te erkennen. zenden , waarbij hij belooft trouw aan Z. M. den Koning Wij beloven derhalve aan het Gouvernement van Neder- der Nederlanden aan Zijne Excellentie den Gouverneurlandsch-Indië en aan zijne vertegenwoordigers trouw, Generaal , als 's en Konings vertegenwoordiger in deze gegehoorzaamheid en onderwerping. westen , en waarbij hij verklaart «dat hij de vorstelijke waardigheid aanvaardt, onder dezelfde verplichtingen jegens Artikel 2. het Nederlandsch-Indisch Gouvernement als waartoe de Het gebied van het rijk van Poeloe Lawan wordt ver- overleden vorst en zijne rijksgrooten zich bij deze overstaan te zijn samengesteld uit de landen en eilanden: eenkomst hebbon verbonden. Deze verklaring moet binnen eene maand na de optrea. Het eigenlijke Poeloe Lawan, bepaald ten westen door Ranau Ranau Berkoeak nabij Goenoeng Sailan, ten ding vau den nieuwen vorst door dezen te Bengkalis voor noordoosten door Si Baras Baras nabij Tratah Boeloe, ten den resident plechtig worden beëedigd. noorden door Soengei Dajoen (Siak), ten oosten door Artikel 7. Soengei Balat (Siak) en ten zuidoosten door Soengei Danaij (Riouw) en ten zuiden door Si Bakal Berkoeak (Indragiri); Bijaldien de aangewezen troonopvolger gedurende zijn b. de eilanden Serapoong, Topang, Laboe, Penjaleian, minderjarigheid tot de vorstelijke waardigheid mocht gePoeloe Pandjang, Poeloe Sika loeang, Poeloe Sika ladie roepen worden, wordt tot aan het door den Gouverneuren Poelo Toggo. Generaal van Nederlandsch-Indië te bepalen tijdstip zijner meerderjarigheid, het vorstelijk gezag in het rijk van Voor het geval omtrent de grenzen en uitgestrektheid Poeloe Lawan uitgeoefend door een of meer personen van van het rijk Poeloe Lawan geschillen met de vorsten der het vorstelijk stamhuis, daartoe door den Gouverneuraangrenzende landschappen mochten bestaan, onderwerpen Generaal te kiezen en bij een daarvan uit te reiken akte zich de vorst en rijksgrooten van Poeloe Lawan hieromtrent in die waardigheid te bevestigen. onvoorwaardelijk aan de beslissing van het Gouvernement. Artikel 8. Artikel 3. Het rijk van Poeloe Lawan wordt als leen afgestaan aan Sjarif ABOE BAKAR bin Said Sjarif ALMARHOEM ABDUL RACHMAN SJAHAB OEDIN en aan zijn wettige opvolgers, onder de uitdrukkelijke voorwaarde van stipte en trouwe nakoming der in dit contract omschrevene verplichtingen.
Na de vervulling zijner meerderjarigheid treedt de troon» opvolger on middellijk als vorst op. Geen uitroeping, voorstelling aan het volk of bevestiging van den tot vorst verkozen prins is geldig, wanneer die niet geschiedt krachtens een door den Gouverneur-Generaal
[140. 4.] Overeenkomsten met inlandsche vorsten in den Oost-Indischen Archipel. onderteekende akte waarbij de keuze van dien prins wordt goedgekeurd en bekrachtigd. Artikel 9. Wanneer de vorst van Poeloe Lawan onverhoopt mocht komen te overlijden alvorens een troonopvolger is aangewezen, zul de rijksraad voorloopig het bestuur van liet landschap op zich nemen en onmiddellijk een voordracht tot vervanging van den vorst aan den resident van Sumatra's Oostkust inzenden, die daaromtrent de beslissing der Regeering inroept; zoodra deze ter kennis van den rijksraad is gekomen, geeft deze onmiddellijk het vorstelijk gezag over in handen van den door de Rpgeering aangewezen vorst. Artikel 10. De vorst en rijksgrooten van Poeloe Lawan zullen den resident van Sumatra's Oostkust als den vertegenwoordiger van het Nederlandsen-Indisch Gouvernement eerbiedigen en gehoorzamen, en mitsdien alleen met hem in overleg treden omtrent alle aangelegenheden op de wederzijdsche belangen betrekking hebbende. Wanneer door de Regeering te Poeloe Lawang een besturend ambtenaar mocht worden geplaatst, geschiedt dat overleg door tusschenkomst van dezen, tenzij bijzondere omstan ligheden het voor den vorst en zijnen rijksraad noodig maken zich direct tot den resident te wenden. Zij zullen zonder medeweten of voorafgaand overleg met den resident, aan het Nederlandsch-lndisch Gouvernement geen brieven noch gezantschappen afzenden. Artikel 11. De vorst en de rijksgrooten van Poeloe Lawan zullen met het Nederlandsch-lndisch Gouvernement steeds vrede en oprechte vriendschap onderhouden, en'dat Gouvernement waar noodig, op eerste aanvrage met alle in hun bereik zijnde midelen hulp verkenen door het leveren van ruenschen, wapenen en vaartuigen, en zulks tegen zoodanige vergoeding als het Gouvernement billijk zal achten. Zij verbinden zich evenzeer vrede en vriendschap te onderhouden met de vorsten der naburige of van andere tot het grondgebied van Nederlandsch-Indië behoorende rijken, en zullen mitsdien zonder voorkennis en toestemming van het Gouvernement van Nederlandsch-Indië tegen zoodanige vorsten geeno vijandelijkheden plegen, noch daartoe uitrustingen f voorbereidselen maken noch versterkingen binnen het lijk van Poeloe Lawan opwerpen. Versterl-i1 gen, die met voorkennis van het Nederlandsch In :ISC'I Gouvernement binnen het rijk mochten bestaan of ier opgericht worden, zullen op eerste aanzegging v» lat Gouvernement geslecht worden. Artikel 12. Aan het recht voori te allen tij tenaren ei Poeloe Lnv grooten w eerbiedige
l.rlandsch-Indisch Gouvernement blijft het i !en om, zulks nuttig of noodig oordeelende, één of meer Europeesche of inlandsche ambnoodige overige personeel in het rijk van te vestigen, belovende de vorst en derijksüe ambtenaren te eerbiedigen en te doen Artikel. 13.
Op weli Gouverne te legge: ten op tt alleen zt. ling en vloeien (1 stand vei tingen , schikkiiij gestrekt. ter plaat billijke *•> De tei reinen v •worden.
laati ook in het rijk van Poeloe Lawan het in het vervolg mocht wenschen bezetting terkingen op te werpen of etablissementen, zullen de vorst en de rijksgrooten niet nestaan, maar daartoe tegen billijke betaieding voor eventueel daaruit voort te van inkomsten, alle mogelijke hulp en bij' : terwijl zij voor elke van zoodanige bezetkingen of etablissementen kosteloos ter be't Gouvernement zullen stellen eene uitrondt ter grootte van één vierkante paal, ir keuze van het Gouvernement behoudens osstelling aan rechthebbenden. kkingvan het Gouvernement gestelde teruhoorlijk afgebakend en in kaart gebracht
Het Gouvernement belooft dergelijke gronden niet te vervreemden noch te verkoopen, maar die, wannee* ze niet meer voor het beoogde doel noodig mochten zijn, weder aan het leen toe te voegen. Artikel 14. De vorst en de rijksgrooten zullen met rechtvaardigheid regeeren, het welzijn des volks bevorderen , den landbouw, de nijverheid, de:i handel en de scheepvaart en alle overige wettige en nuttige bronnen van volksbestaan beschermen en bevorderen, in bescherming nemen en doen beschermen allen , die zich met vergunning van het Gouvernement binnen het rijk van Poeloe Lawan gevestigd hebben , of aldaar tijdelijk verblijf houden , alle handelaren, onderdanen van het Gouvernement, zoomede in hot algemeen alle handelaren zonder onderscheid, die in het rijk ten handel komen. Aan de handelaren van dat rijk worden met betrekking tot den handel op Java en op alle andere landen, onder het bestuur van het Nederlandsch-lndisch Gouvernement, wederkeerig dezelfde rechten verzekerd, die onderdanen van dat Gouvernement genieten, mits hunne schepen voorzien zijn van een door den vorst van Poeloe Lawan uit te reiken zeebrief of van een jaarpas, opgemaakt volgens de betrekkelijke voorschriften, welke stukken echter niet zullen worden uitgereikt dan in overeenstemming met den resident van Sumatra's Oostkust of den besturenden ambtenaar die hem te Poeloe Lawan vertegenwoordigt, die ze daartoe mede onderteekenen zal. Artikel 15. De vorst en rijksgrooten van Poeloe Lawan verbinden zich geene Europeanen en oostersche vreemdelingen buiten de havens van het rijk , hetzij met der woon, hetzij tijdelijk toe te laten , zonder vooraf verkregen toestemming van den resident van Sumatra's Oostkust. Wanneer de Regeering van Nederlandsch-Indië een Europeesch ambtenaar te Poeloe Lawan mocht plaatsen, zal die vergunning, voor zoover de oostersche vreemdelingen betreft, door dezen namens den resident worden verleend. Met betrekking tot hunne toelating en vestiging in het rijk van Poeloe Lawan, zijn de Europeanen en daarmede gelijk gestelde personen onderworpen aan dezelfde bepalingen als die, vastgesteld voor de toelating en vestiging binnen ons direct gebied in Nederlandsch Indië. Zoo de Regeering van Nederlandsch-Indië, gebruik makende van de haar bij art. 21 van dit contract toegekende bevoegdheid , om personen , niet behoorende tot de eigenlijke inheemsche bevolking in het rijk van Poeloe Lawan, tot hare directe onderdanen te verklaren, — mocht wenschen de oostersche vreemdelingen in afzonderlijke wijken te vereenigen, alwaar hun door den vorst en zijne rijksgrooten met toestemming der daarop rechthebbenden, gronden tot woonerven kunnen worden afgestaan, verbinden zich de vorst en rijksgrooten, in overeenstemming met den resident, de grenzen dier wijken aan te wijzen, en aan zoodanige vreemdelingen, die reeds volgens het eerste lid van dit artikel in het algemeen vergunning tot inwoning hebben verkregen, geen gronden ter bewoning, onder welken titel ook, buiten die wijken af te staan, zonder toestemming van den resident van Sumatra's Oostkust. Daar waar in 's lands belang de vestiging van oostersche vreemdelingen, hetzij voor de inning van verpachte middelen, hetzij om eenige andere redenen, in eeniggedeelte van het rijk van Poeloe Lawan door de Regeerir.g mocht worden noodig geacht, verbinden de vorst en rijksgrooten zich om den daarvoor benoodigden grond tegen billijke schadeloosstelling, zoo daartoe termen zijn , ter beschikking van de Regeering te stellen. Handelaren echter zullen in de havens van het rijk van Poeloe Lawan worden toegelaten en aldaar verblijf mogen houden zonder die voorkennis en toestemming, zoolang zij de orde en rust niet verstoren, zullende van hun meer dan drie maanden voortgezet verblijf in die havens, door den vorst en de rijksgrooten kennis moeten worden gegeven aan den resident van de Oostkust van Sumatra. Personen, die zich zonder verlof hebbeu verwijderd uit 'sGouvernements militairen of maritiemen dienst, voortvluchtige veroordeelden of misdadigers en dergelijken zullen
4
[140. 4.] Overeenkomsten met inlandsche vorsten in den Oost-Indischen Archipel.
^——^
m
BBBBBB—S—gg^
door den vorst vuu Poeloe Lavvan in geen geval binnen dat rijk geduld, maar onverwijld aan het Gouvernement uitgeleverd worden , indien zij zich daar vertoonen, en zulks ook zonder dat hunne uitlevering in elk voorkomend geval geöischt wordt. Artikel 16.
I
— — ^ —
II
vastgestelde of nader uit te vaardigen verordeningen en bepalingen betreffende de rechten , belastingen en verpachtingen en in het algemeen betreffende alle inkomsten van het Gouvernement, hoe ook genaamd, zullen ook van verbindende kracht zijn voor de ingezetenen zonder onderscheid van die plaatsen in het rijk van Poeloe Lawan , waar zoodanige inkomsten aan liet Gouvernement zullen worden afgestaan.
De vorst en de rijksgrooten zullen aun personen niet hehoorende tot de inheemsclie bevolking van het rijk van Artikel 20. Poeloe Lawan, geen concessiën tot ondernemingen vau landbouw of mijn-ontginning verleenen, noch aan zoodanige Alle Europeanen, die met toestemming van het Goupersonen gronden verhuren of verkoopen, dan na verkregen vernement. van Nederlandsch-Indië in het rijk van Poeloe toestemming van het Gouvernement. Lawan verblijf houden, en voorts alle personen zouder Zoodanige concessiën zullen steeds niet inachtneming onderscheid, gevestigd op het grondgebied der 111 dat rijk der algemeeue belangen vau Nederlandsch ludiö, waartoe bestaande of eventueel op te richten gouvernenients-etaook het rijk van Poeloe Lawan behoort, zooveel mogelijk blissementen, worden beschouwd als onderdanen van het worden geregeld in overeenstemming met de algemeeue ISederlandsch-Iudisch Gouvernement en staan onder het verordeningen, vervat in het Koninklijk besluit van 2 Sep- onmiddellijk gezag van den resident van Sumatra's Oosttember 1873, n". 13, en de ordonnantie van 9 November kust of diens ltetrokken vertegenwoordiger. 1873, en in de wet van 9 April 1870 en de Koninklijke besluiten van 20 Juli 1870, n°. 15, 16 April 1872, n°. 28, Artikel 21. en 3 December 1873, n°. 19, de ordonnantie van 27 DeHet Nederlandsch-Indisch Gouvernement heeft bovendien cember 1872 en het besluit van den Gouverneur-Generaal van dien datum, n°. 28, en met die bepalingen welke het recht om alle personen , niet behoorende tot de eigenlater door Z. M. den Koning der Nedelanden tot wijziging lijke iuheemsche bevolking, van welken landaard ook, of aanvulling dier besluiten mochten worden vastgesteld. gevestigd binnen het rijk van Poeloe Lawan , te verklaren Van zoodanige wijzigingen zal eventueel aan den vorst tot zijne directe onderdanen. en de rijksgrooten van Poeloe Lawan onverwijld kennis Artikel 22. worden gegeven, terwijl van de voormelde Koninklijke besluiten, zooals die zijn opgenomen in de Indische StaatsAlle in het Rijk van Poeloe Lawan gevestigde personen, bladen van 1873, u<>s. 217a en 217*, en van 1870, nos. 55 die ingevolge de beide voorgaande artikelen zijn onderen 118, 1872, nos. 116, 237a en 237J, en 1874, n°. 78, danen van het Nederlandsch-Indisch Gouvernement, zijn gedrukte Maleische vertalingen aan dit contract gehecht zijn. onderworpen aan de rechtspraak der rechtbanken en rechHet Nederlandsch-Indisch Gouvernement behoudt zich ters van dat Gouvernement. wijders het recht voor om voor zijn rekening mijn-ontDe in die categorie vallende personen , die verdacht van ginningen in het rijk van Poeloe Lawan te doen aanvangen eenig misdrijf of eenige overtreding binnen het rijk van en voortzetten, of wel het recht daartoe aan particulieren Poeloe Lawan zijn opgevat, worden door den vorst en de af te staan, een en ander behoudens billijke schadeloos- rijksgrooten aan den resident uitgeleverd. stelling aan de daarop rechthebbenden. Aan diezelfde rechtspraak zijn mede onderworpen onderDe vorst en de rijksgrooten van Poeloe Lawan beloven daueu van den vorst en de rijksgrooten van Poeloe Lawan, zoodanige ondernemingen steeds zooveel mogelijk te be- die zich te zamen met onderdanen van het Nederlandschvordereu. Indisch Gouvernement aan misdrijven of overtredingen Ook blijft aan het Gouvernement het recht voorbehouden schuldig maken, die misdrijven plegen jegens dat Gouom in de bosscheu van het rijk van Poeloe Lawan te allen vernement, zijne ambteDaren, militairen of andere ondertijde zooveel mast-, timiner- en brandhout te doen kappen danen of wel ten aanzien zijner eigendommen of die zijner dan wel op te koopen en uit te voeren, als het noodig onderdanen, die procedeeren in zaken van handel, nijverzal achten, en zulks zonder dat deswege door den vorst heid of in andere civiele gedingen, waarin onderdanen van an de rijksgrooten, onder welke benaming ook, eenige het Nederlandsch-Indisch (.Gouvernement betrokken zijn, opbrengst of betaling zal worden gevorderd; zullende en zij die zich schuldig maken aan misdrijven en overevenwel geen aankappingen plaats hebben zonder vooraf- ! tredingeii ten aanzien der aan het Gouvenement in genoemd gaand overleg met hen. | rijk afgestane of eventueel af te stane inkomsten. De ambtenaren van het Gouvernement zijn volkomen Artikel 17. bevoegd tot opsporing van bovenbedoelde misdrijven en De vorst en rijksgrooten van Poeloe Lawan verbinden overtredingen in het rijk van Poeloe Lawan begaan, en zich uitdrukkelijk om te zorgen dat geen belastingen of zullen daarin door den vorst en de rijksgrooten steeds heffingen dan die omschreven in de aan dit contract ge- zooveel mogelijk worden bijgestaan. De vorst en de hechte opgave, noch te hunneu behoeve, noch ten behoeve rijksgrooten zullen de vonnissen, in de bovenbedoelde gevan wien ook, hetzij in geld, in natura of in arbeid, vallen over hunne onderdanen uitgesproken, steeds eeronder welken vorm ook, van de bevolking wordeu gelieven. biedigen en binnen hun gebied naar behooren doen uitVoorts verbinden zij zich aan de bevolking geen andere voeren. lasten, hetzij door invoering van nieuwe belastingen of Artikel 23. op welke wijze ook op te leggen, zonder voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van het Gouvernement van De zorg voor de politie binnen het rijk van Poeloe Lawan Nederlandsch-Indië. berust voor het overige bij den vorst en de rijksgrooten, die dientengevolge aansprakelijk zijn voor de handhaving Artikel 18. vau rust en orde binnen dat rijk en zorg dragen voor de Het Gouvernement van Nederlandsch-Indië behoudt zich opsporing der misdrijven en overtredingen. het recht voor om tegen een met den vorst en zijn rijksVoor zooveel betreft de binnen dat rijk, onder hunne grooten overeen te komen schadeloosstelling, al zoodanige eigen door of van wege het Gouvernement aangestelde belastingen over te nemen, en die, hetzij voor eigen of eventueel aan te stellen hoofden, gevestigde Chineezen rekening te exploiteeren en de tarieven daarvan te wijzi- of andere oostersche vreemdelingen , zijn de vorst en de gen, hetzij die af te schaffen. rijksgrooten bevoegd met opzicht tot die politiezorg, de Het Gouvernement van Nederlandsch Indië heeft tevens hulp of tusschenkomst dier hoofden in te roepen. het recht om ten laste van zijne directe onderdanen in het rijk van Poeloe Lawan al zoodanige nieuwe belastingen Artikel 24. in te voeren als hetzelve noodig zal achten. Behoudens de in artikel 22 vermelde uitzonderingen zijn Artikel 19. alle in het rijk van Poeloe Lawan gevestigde personen, Alle door het Gouvernement van Nederlandsch-Iudië behoorende tot de inheemsche bevolking des rijks, onder-
[140.
Bijlagen.
4.]
Tweede Kamer.
Overeenkomsten met inlandsche vorsten in den Oost-Indischen Archipel. worpen aan de rechtspraak van den vorst en de rijksgrooten. Elk aan die rechtspraak onderworpen misdadiger wordt gestraft volgens de in liet rijk van Poeloe Lawan bestaande wetten en aloude landsinstellingen, met dien verstande evenwel, dat martelende of verminkende straffen, waarouder ook de straf van rottingslagen wordt begrepen , niet mogen worden toegepast. De vorst en zijne rijksgrooten verbinden zich om binnen zes maanden na deze overeenkomst aan den resident van Sumatra's Oostkust tene volledige opgave in te dienen van alle bij de wetten of gebruiken des landt strafbaar gestelde feiten en der daarop bedreigde straffen. Zij verbinden zich voorts om alle zoodanige straffen, die in strijd zijn met de beginselen der NederlandschIndische strafwetgeving, op aanzoek van den resident van Sumatra's Oostkust onverwijld overeenkomstig die beginselen te wijzigen, dan wel op zoodanige feiten, waarop thans straf is bedreigd, doch welke volgens die beginselen geen strafbare de ad daarstellen, ook voortaan geen straf meer toe te passen. De doodstraf noch de straf van dwangarbeid in of buiten den ketting voor langer dan één jaar mag worden ten uitvoer °-elegd dan nad.it de schuldige, met in achtneming der wegens de wetten en instellingen des rijks voorgeschreven rechtspleging, tot die straffen veroordeeld zij, en nadat de resident van Sumatra's Oostkust, aan wien het vonnis en alle overige tot de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder ook de ter terechtzitting opgeteekende getuigenverklaringen, ter inzage moeten worden toegezonden, de uitspraak zal hebben goedgekeurd. Wanneer de resident bedenkingen heeft tegen de voltrekking der doodstraf wordt de beslissing van den Gouvemeur-Generaal van Xederlandsch-Indië ingeroepen, aan welke beslissing de vorst en de rijksgrooten zich zullen onderwerpen. Door den directeur van justitie wordt de plaats aangewezen, waar een veroordeelde de hem opgelegde straf van dwangarbeid buiten het rijk Poeloe Lawan zal ondergaan. Den vorst en den rijksgrooten van Poeloe Lawan wordt de i»evoegdheid gelaten om personen, behoorende tot de inheemsche bevolking des rijks, wier verder verblijf in dat rijk gevaarlijk wordt geacht voor de openbare rust en orde, of die zich aan misdrijf schuldig gemaakt hebbende, om staatkundige redenen niet volgens de wetten en instellingeu des rijks kunnen worden terechtgesteld, uit het rijk te verbannen. In die gevallen wordt die verbanning gelast bij een door den vorst en de rijksgrooten uitte vaardigen vormelijk bevelschrift, waaraan nochtans geen gevolg kan worden gegeven , dan nadat de Gouverneur-Generaal van NtderTandacb ladiB de plaats zal hebber, aangewezen, alwaar de banneling verblijf zal houden. De vorst is gehouden om aan personen door dien maatregel getroffen een onderstand toe te leggen tot zoodanig bedrag als noodig is TOOT hen onderbond, ter beoordeeling van rlen Gouverneur-Generaal, ei. zulks tot dat zij een middel zullen hebben gevonden om door eigen arbei i in hun levensonderhoud te voorzien. Artikel 25. De rechtspraak binnen het rijk van Poeloe Lawan berust uitsluitend 1'ij den vorst en den rijksraad overeenkomstig 'slands instellingen. Aanmatiging ***> g e z a o wordt door hen tonder aanzien des peraoona gestraft met verbanning. De vorst en zijn rijksgrooten verbinden zich om wanneer door de Regeering een besturend ambtenaar te Poeloe Lawan mocht worden geplaatst, dezen bij de behandeling van strafzaken steeds in den rijksraad zitting te doen nemen , zullende hij echter alleen eene adviseerende stem hebben. Artikel 26. In het rijk van Poeloe Lawan zijn menschenroof, slavenhandel en in- en uitvoer van slaven verboden. De bezitters van slaven worden in hun bezit gehandhaafd. Handelingen der Staten-Generaal. Bijbigen. 1882-i8ci3.
Artikel 27. Het Gouvernement van Nederlandsch Indië behoudt zich evenwel het recht voor om de slaven binnen het rijk van Poeloe Lawan, tegen eene aan de eigenaars uit te keeren schadeloosstelling, vrij te koopen. Artikel 28. Aan iederen slaaf binnen het rijk van Poeloe Lawan wordt het recht toegekend om zich van zijn meester vrij te koopen tegen betaling van: f, 60 voor een slavin boven de 15 jaren oud; $ 40
»
» slaaf
>
» »
»
»
voor slaven en slavinnen beueden de 15 jaren oud , de helft. Artikel 29. Van de aanwezige slaven binnen het rijk van Poeloe Lawan op het oogenblik van de onderteekening dezer overeenkomst, zullen de vorst en zijne rijksgrooten een register doen opmaken en binnen eene maand na de bekrachtiging door Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal daarvan een exemplaar aan den resident van Sumatra's Oostkust ter hand stellen, welk register zal moeten inhouden: a. naam en voornamen van den meester of de meesters; b. doorloopend nummer . naam , geboorteplaats , gegiste ouderdom en geslacht der dienstplichtigen; c. bedrijf en geschatte waarde van ieder der dienstpliclitigeu; d. sedert wanneer in den toestand van onvrijheid en hoe daarin gebracht; e. aanmerkingen. Artikel 30. De vorst en zijne rijksgrooten verbinden zich om geene slaven , die van elders naar Poeloe Lawan de vlucht nemen , uit te leveren , dan na behoorlijk bewijs dut de opgeëischte persoon werkelijk slaaf is en met tengevolge van oorlog in slavernij is gebracht, en om voorts, wanneer dit laatste mocht blijken het geval te zijn , de uitlevering te weigeren en den gevluchten persoon zijne volle vrijheid te laten. Artikel 31. Ter verzekering der rechten van zoodanige personen, die zich tot waarborg van schuld als pandeling mochten hebben gesteld, beloven de vorst en de rijksgroot n van Poeloe Lawan te zullen waken en doen waken , dat zooveel mogelijk in hun rijk worden nageleefd de bepalingen door het Nederlandaeh-Iudiach Gouvernement met opzicht tot het Tnmdelingschap vastgesteld bij de ordonnantiën van 7 Juli 1859 (Staatsblad n°. 43) en 22 Juni 1872 (Staatsblad n°. 114) waarvan eene Maleiscl.e vertaling aan dit coi.tract is gehecht, te zullen tegengaan en doen tegengaan alle onwettige en onbillüke aanhouding van personen alspandeliugen, en voorts krachtig te zullen medewerken tot de trapsgewijze afschaffing van het pandelingschap voor zooveel dat nog binnen het rijk Poeloe Lawan mocht bestaan. Artikel 32. De vorst en de rijksgrooten van Poeloe Lawan verklaren dat van stonde af aan, Mn de eigenaars ran slaven en pandelingen de bevoegdheid wordt ontzegd om eigener autoriteit aan deze personen straffen op te leggen, doch zich die bevoegdheid zelf voor te behouden, en op genoemde slaven en pandelingen geen andere straffen toe te passen dan die, welke volgens 's lands iustellingen aan vrije lieden worden opgelegd, met uitzondering van het opleggen van boeten. Artikel 33. De vorst en zijne rijksgrooten verklaren mits deze op het
[140. 4.] Overeenkomsten met inlandsche vorsten in den Oost-Indischen Archipel dooden en verwonden dan wel het mishandelen van slaven , dezelfde straffen te zullen toepassen als dergelijke feiten worden gestraft, wanneer zij op vrije lieden werden gepleegd. Artikel 34. De vorst en de rijksgrooten van Poeloe Lawan zullen den zee- en rivierroof met alle in hun bereik zijnde middelen kractitdadig tegengaan en doen tegengaan en geen schuilplaats noch eenige andere hulp of medewerking hoegenaamd verleenen, noch toelaten dat die verleend worden aan zee- of rivierroovers, noch aan personen, die hun bekend zijn of aangewezen worden als zoodanig Indrijf uit te oefenen of daarin betrokken te zijn. Zij zullen degenen, die daaraan schuldig of medeplichtig bevonden worden , aan den resident van Sumatra's Oostkust uitleveren, dan wel hen volgens de wetten en instellingen des rijks doen terechtstellen, naar gelang die schuldigen of medeplichtigen onderdanen van het Gouvernement, dan wel van hen zijn. Artikel 35. De vorst en zijn rijksgrooten verbinden zich om aan alle schepen en vaartuigen, welke langs de kusten of langs de boorden der rivieren biunen het rijk van Poeloe Lawan in nood mochten vervallen, allen bijstand te verleenen, de schipbreukelingen te verzorgen en zich geene hunner goederen toe te eigenen, noch te gedoogen dat iemand, wie ook, zich die toeëigene. Zij verbinden zich om schepen en vaartuigen of goederen, welke aan bet strand of langs de rivieren binnen het gebied van hun rijk mochten stranden of komen aandrijven , of worden aangebracht, en welker eigenaren onbekend zijn, te bergen dan wel ten voordeele van belanghebbenden in het openbaar te verkoopen, indien die niet kunnen worden bewaard. Van het stranden van schepen en vaartuigen of aanbrengen van aan het strand of uit de rivieren opgevischte goederen zullen de vorst en de rijksgrooten onverwijld kennis geven aan den meest nabij zijnden ambtenaar van het Gouvernement. De vorst en rijksgrooten kunnen hulp en bergloon vorderen, die door hen zelven naar mate van de moeite worden begroot. Van die begrooting geven zij onverwijld kennis aan den resident van Sumatra's Oostkust. Belanghebbenden, die zich met deze begrooting bezwaard mochten achten, kunnen de beslissing van den GouverneurGeneraal van Nederlandsch Indië inroepen door tusschenkomst van den resident van Sumatra's Oostkust. Artikel 36. De vorst en de rijksgrooten van Poeloe Lawan verbinden zich de vaccine onder hunne onderdanen toe te laten en te bevorderen.
zich de vorst en zijne rijksgrooten binnen een jaar na de dagteekening dezer overeenkomst, bij uitspraak van den rijks» raad, na behoorlijk onderzoek uit te maken, aan welke personen en over welke uitgestrektheid erfelijk individueel bezit op den grond binnen Poeloe Lawan toekomt, en van die uitspraak onmiddellijk mededeeling aan den resident van Sumatra's Oostkust te doen. Van de af te stane gronden zal eene nader vast te stellen jaarlijksche pachtschat per bouw moeten worden betaald; van die pachtschat komt den vorst toe '/. , aan de gezamenhjke rijksgrooten •/, en aan de rechthebbenden op den grond '/iGeene door den vorst en zijne rijksgrooten uitgegeven landbouw-contracten zijn van kracht, zoolang dezelve niet door den resident van Sumatra's Oostkust zijn goedgekeurd. Die goedkeuring wordt niet verleend wanneer die contracten niet zijn opgemaakt overeenkomstig het modelcontrast gearresteerd bij Gouvernements-besluit dd. 19 October 1878, n°. 1, en daarbij niet is overgelegd eene situatieteekening waarop de grenzen van den uitgegeven grond duidelijk zijn aangeduid. Aldus gedaan en overeengekomen te Bengkalis op heden Dinsdag den 4den Februari des jaars 1879. Zijnde van deze overeenkomst opgemaakt en door partijen met hunne handteekeningen en zegels bekrachtigd, twee eensluidende expeditiën om te dienen waar zulks gevorderd mocht worden. De Resident, (w.
ff.)
FAES.
Handteekeningen en zegels van den vorst van Poeloe Lawan en zijne rijksgrooten. Dit contract is goedgekeurd en bekrachtigd op heden den 18den October 1881. De Gouverneur-Generaal tan Nederlandsch Indië, (w.
ff.)
F. S'JACOB.
Ter ordonnantie van den Gouverneur-Generaal, De Algemeene Secretaris, (w.
ff.)
PANNEKOEK.
Voor eensluidend afschrift, De Gouvjsrnements-Secretaris, (ffet.) A. SOL.
Artikel 37.
Voor eensluidend afschrift,
Het Gouvernement van Nederlandsch Indië zal den vorst en de rijksgrooten van Poeloe Lawan en hunne opvolgers, zoolang zij de hun in dit contract opgelegde verplichtingen stipt en trouw opvolgen, in hunne waardigheden en rechten als zoodanig handhaven en zich niet meer met de inwendige huishouding des rijks inlaten, dan uit de verplichting tot opvolging der bepalingen dezer overeenkomst voortvloeit.
De Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Koloniën,
Artikel 38. De vorst van Poeloe Lawan en zijne rijksgrooten verklaren dat al de eilanden, behoorende tot het rijk van Poeloe Lawan, het eigendom zijn van den vorst, die het recht heeft daarover op de volstrektste wijze te beschikken , terwijl in het eigenlijk rijk Poeloe Lawan de gronden in erfelijk individueel bezitrecht aan de opgezetenen toebehooren. Geene gronden waarop bijzondere personen recht hebben mogen daarom door den vorst en zijne rijksgrooten worden uitgegeven zonder toestemming van de rechthebbenden. Ten einde alle quaestiën omtrent het bezitrecht van den grond in eigenlijk Poeloe Lawan te voorkomen, verbinden
H. VAN DER WlJCK.
BELASTINGEN in het rijk van Poeloe Lawan. De in het rijk van Poeloe Lawan bestaande belastingen kunnen verdeeld worden al naar de wijze van inning, in verpachte en niet-verpachte belastingen. Tot de verpachte belastingen benooren: a. de pacht van het recht tot den verkoop van opium in het klein in het rijk Poeloe Lawan en daarbij behoorende eilanden; b. de pacht op het bedrijf van houtzager op die eilanden. Beide pachten komen geheel ten voordeele van den vorst.
[140. 4.] Overeenkomsten met inlandsche vorsten in den Oost-Indischen Archipel. Tot de niet-verpachte belastingen behooren: 1 . de in- en uitvoerrechten op de Kampar rivier. A. in geld.
b. Taboes pas. Belasting op de zeepassen. Ieder vaartuig betaalt voor een zeepas f 1 , ten voordeele van den Datoe Bandar. c. Tampar Datjin=weeggelden.
Hij invoer:
Voor koffie
a. van iedere 20 000 stuks troeboek $ 10;
» gambier
b. van iedere kojang koelit karang (schelpen) $ 4;
» tabak
e. van iedere kojang zout $ 8; d. van alle ingevoerde lijnwaden en kramerijen een invoerrecht van 67, der waarde.
» kaneel
Al de onder a, b, c en d geheven rechten komen geheel ten voordeele van den vorst.
» guttah
Bij uitvoer: a. van iedere 1000 galongs rottan sarong % 4; b. » » 100 galongs rottan saggo $ 1; c. » » pikol gutta $ 2; d. » » 3 pikols kajoe laka % 1; e. » » 1000 stuks rottan semamboe $ 1; ƒ. > » 1000 stuks rottan manau $ 1; y. » » pikol drakenbloed % 2; h. » » pikol kajoe garoe $ 6; i. » » pikol ivoor $ 10; j. » > 1000 stuks rottan batoe $ 4; A. » » 1000 stuks rottan segaija % 4; {. > • pikol was % 2; #i. » > pikol hars $ 1; n. » » kojang rijst $ 8; o. » » pikol tabak % 1; ^>. » » 3 pikols gambier % 1; y. » » 2 pikols koffie $ 1; r. » > 2 pikols kaneel $ 1; • *. » > pikol rhinoceroshoorn $ 10; t. » » pikol benzoin $ 1,50; «. » » 400 stuks klappers % 1. De bovenvermelde uitgaande rechten komen ten voordeele van den vorst en zijne rijksgrooten. Omtrent de verdeeling bestaat geen vaste maatstaf, doch wordt dit onderling gevonden naarmate de een of ander hunner geld noodig heeft. B. Belastingen. in natura bij invoer: a. Persambah, dat is ieder vaartuig dat de Kamparrivier binnenkomt is verplicht de navolgende artikelen te leveren, als: aan den vorst een sarong, ter waarde van niet minder dan $ 1, aan den Datoe Laxamana 2 ellen kain kasoeraba, aan den Datoe Bandar 2 ellen kain kasoemba. Voorts 300 stuks nipa bladeren te verdeelen onder den vorst, den Datoe Laxamana en den Datoe Bandar. b. Ieder vaartuig van de V Kotta komende moet geven 10 stuks klappers, te verdeelen tusschen den Datoe Laxamana en den Datoe Baudar ieder 5 stuks. c. Rapang pangaritan dat is van iedere 100 stuks ingevoerde troeboek, drie stuks tenb ehoeve van Datoe Kampar. Bij uitvoer: van 10 galongs rottan sarong 1 galong; >
10
»
»
saggo 1 galong.
Dit uitvoerrecht wordt geheven te Soengei Bokko-Bokko, te Langgam, te Jloearasako, te Boeloenipas, te Boeloetjina en te Loeboeh Siam, allen kampongs gelegen aan de Kampar kanan, en te Bakkoong, Satool en Kantau Taija, alle drie kampongs gelegen aan de Kampar Kiri. Die belasting komt ten voordeele van den vorst en zijne rijksgrooten. 2°. andere belastingen: a. Kapala praoe. Haven- en ankeragegelden van ieder Tertrekkende praauw $ 1 , ten voordeele van den schrijver en de inatta matta's.
l per 8 pikol $ 1. /
» was > per 5 pikol $ 1. ]
d. Doorvoerrecht op de opium per kist van 40 bollen $ 44. e. Kapala Sad=maatgeld voor ieder kojang zout $ 1. De onder § § c, d, e genoemde belastingen komen geheel ten voordeele van den vorst. / . Doorvoer van vreemdelingen. Van iederen vreemdeling die door het rijk Poeloe Lawan trekt, wordt geheven een doorvoerrecht van $ 3 te verdeelen onder den vorst, den
DATOE KAMPAR en DATOB LAXAMANA.
ff. Belasting op het rijstgewas. Ieder eigenaar van een riJ8tlaud is verplicht aan den vorst jaarlijks af te staan 10 gantangs rijst, bij misgewas 5 gantangs. h. Tjampa radja d. i. Jaarlijks geeft de vorst aan ieder landbouwer 2 ellen zwart katoen en krijgt daarvoor in de plaats 7 gantangs rijst van ieder landbouwer. Bestaat echter de vorstelijke gift uit ongebleekt katoen dan behoeft de landbouwer slechts 5 gantangs rijst te leveren. i. Sasrahan radja d. i. Ieder landbouwer is verplicht aan den eigenaar van den talang waarop hij zijne ladang heeft jaarlijks te leveren 3 gantangs rijst en ontvangt daarvoor in de plaats 1 gantang zout; j.
verplichte levering aan den vorst:
1°. van ivoor tegen betaling van $ 1 per katti; 2°. van was tegen betaling van $ 16 de pikol. Voorts moeten aan den vorst om niet worden geleverd alle in het rijk van Poeloe Lawan gevonden tjoelak toepay goeliga mestika en voorts alle voorwerpen van oudheid, die in de rivieren, op en in den grond gevonden worden. Bovendien heeft men nog navolgende belastingen op de boschproducten geheven ten voordeele van Tongkoe Kalana en Maharadja Lela Poetra : a. van 1000 galongs rottan sarong $ 21/»; b.
» 100 galungs rottan saggo % 1 ;
c.
» 1 pikol gutta $ 2 ;
d.
1
»
kajoe laka $ 40.
Behoort bij het contract onder de nadere goedkeuring van Zijne Exellentie den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië gesloten tusschen den resident van de Oostkust van Sumatra en Sjarif ABOE BAKAR bin Said Sjarif ALMARHOEM ABDUL RACHMAN SJAHAB-OEDIN vorst van Poeloe Lawan en zijne rijksgrooten op Dinsdag den 4den Februari 1879. Handteekeningen en zegels van den vorst van Poeloe Lawan en zijne rijksgrooten.
De Resident tan de Oostkust van Sumatra, (?c. ff.) FAES.
Voor eeusluideud afschrift, De Gowernemcnts-Secretarit, (w. ff.) A. SOL. Voor eensluidend afschrift, Dt Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Koloniën, H. VAN DBR "WlJCK.