s
handleiding t
EERSTE RONDE STAP 1: INTERESSANTE TITELS AANSTIPPEN IN DE LIJST (30 MINUTEN) TIMING
- Lokvogel en stap 1 : 1 lesuur - Stap 2 : 1 lesuur - Stap 3 en 4 : 2 lesuren
MATERIAAL
- Titelblad ‘Het gat in de markt ’ - scenario kopieerbladen p. 4-5 - titellijst (uit de map van Nora), kopieerbladen p. 6
WERKVORM ACTIVITEIT
Samenwerking in heterogene paren - De leerlingen moeten de eerste bladzijde van het scenario lezen en de nummers van de titels die interessant lijken omcirkelen. - Vraag de leerlingen een argumentering voor hun keuze voor te bereiden: ze moeten die keuze kunnen verantwoorden tijdens het klassikaal terugschakelingsmoment dat voorafgaat aan stap 2.
Laat de leerlingen uitleggen waarom ze welke titels aangestipt hebben. KLASSIKALE TERUGKOPPELING Laat ze elkaar aanvullen en verbeteren. OPLOSSING
Titels van teksten die bruikbaar lijken: Er schieten 10 titels over die Nora interessant lijken, die informatie kunnen bevatten over wat te doen als je “een kennel annex trainingsschool” wil openen. De motivering voor die selectie wordt aangegeven door het cijfer tussen haakjes waarvoor de uitleg volgt. Kandidaten voor een schitterende hondenbaan, Zweden: ‘kwikhonden’ beschermen het milieu, Honden sporen kanker op, Met honden naar drugs en explosieven speuren, Waak- en vechthonden: de oplossing voor het onveiligheidsgevoel? (1) Beroemde honden met speciale talenten, Hondenrassen, 10 gouden regels voor de opvoeding van honden (2) Goede baasjes melden mij (registratie) (3) Een kruising met een Duitse herder… (4) 1. titels die zeer specifiek (lijken te) verwijzen naar een bepaalde specialisatie of ras. 2. titels die slaan op zeer algemene info over rassen en het houden van honden. 3. een titel die verwijst naar wettelijke aspecten die met het houden van een kennel te maken kunnen hebben. 4. Nora is een grote fan van Duitse herders (zie introductie), daarom heeft ze deze titel weerhouden. Deze motivatie is natuurlijk niet te voorzien door de leerlingen.
20
s
handleiding t
Titels van teksten die niet bruikbaar zijn omdat ze te specialistische info lijken te bevatten: Suikerziekte bij katten en honden, Vachtverzorging: kortharige terriërs, Aangepaste voeding voor cockers (5) Zin en onzin van hondenspeelgoed, Mijn hond blaft de hele dag (6) Waarom teckels nooit de trap op mogen…, Een golden retriever met een wankele gezondheid (7) Kiezen voor een hond uit een asiel (8) 5. titels die met specifieke problemen van verzorging en gezondheid te maken hebben: 6. titels over specifieke opvoedingsproblemen 7. titels die verwijzen naar specifieke rassen en hun problemen en/of niet relevante kenmerken: 8. enkel interessant voor een individuele eigenaar Niet relevante info Schoonheidscriteria voor de poedel, Wedstrijdkalender: schoonheid, behendigheid en races Jasjes in alle soorten en maten, De laatste trends in hondennamen Verhalen, dit wil zeggen niet bruikbaar voor infoverwerving Hondensprookje, Het verhaal van de televisiehond Lassie, Mijn pups en ik STAP 2: TEKSTEN SELECTEREN; CRITERIUM: GAT IN DE MARKT VINDEN (1 LESUUR) INTRODUCTIE
MATERIAAL
Verwijs naar kopieerbladen p. 7 van het scenario, en vraag de leerlingen wat hun te doen staat. Ze moeten dat enkel erg algemeen formuleren (info vinden over speciale vaardigheden en trainingen). Laat ze dan onmiddellijk van start gaan (zonder uitleg over scannend lezen: zie verder, onder ‘Activiteit’). Maak wel afspraken in verband met de timing: geef niet meer dan 10 minuten tot een kwartier. Zo moeten de leerlingen tot een efficiënte organisatie en werkwijze komen. - kopieerbladen p. 7 (scenario) - kopieerbladen p. 8-28 (eerste reeks teksten) 1. Hondenrassen 2. Kandidaten voor een schitterende hondenbaan 3. 10 gouden regels voor de opvoeding van honden 4. Waak- en vechthonden: de oplossing voor het onveiligheidsgevoel? 5. Honden sporen kanker op 6. Een kruising met een Duitse herder… 7. Zweden: ‘kwikhonden’ beschermen het milieu 8. Beroemde honden met speciale talenten 9. Met honden naar drugs en explosieven speuren 10. Goede baasjes melden mij (registratie) 21
s
handleiding t
(Je vindt deze nummers niet terug op de teksten!. Deze nummering dient als ondersteuning voor het kopiëren, het maken van ‘pakjes’ per groep. Er wordt naar deze nummering verwezen in de uitleg per activiteit onder de hoofding ‘organisatie’.) WERKVORM
Samenwerking in heterogene paren
ACTIVITEIT
De leerlingen moeten de 10 teksten scannend lezen, om teksten te selecteren die informatie bevatten over wat het ‘gat in de markt’ zou kunnen zijn. Ze moeten dus zoeken naar info over welke taken al door welke honden worden uitgevoerd en hoe die honden daarvoor worden getraind. In zwakke klassen las je best je eerst een klassikaal gesprek in ter introductie. Hoe gaan jullie dat aanpakken? Wat wil Nora te weten komen? (welke taken al door welke honden worden uitgevoerd en hoe die honden daarvoor worden getraind). Moet je die 10 teksten grondig lezen om te weten of ze iets vertellen over wat honden allemaal kunnen leren en hoe ze dat leren? Hoe moet je ze dan lezen? (…) Maar in principe zouden de leerlingen zélf tot die strategie van scannend lezen moeten komen. Dus bij voorkeur laat je ze zelfstandig van start gaan, en kom je enkel tussen bij leerlingen die het volledig verkeerd aanpakken, met dezelfde soort vragen. Als er verschillende paren grondig zitten te lezen in plaats van scannend te lezen, leg je het groepswerk even stil voor een klassikale bevraging (met weer dezelfde soort vragen).
ORGANISATIE
- Verdeel de leesopdracht met overlap, dat wil zeggen dat elke tekst door minstens twee groepen gelezen wordt. Houd rekening met de lengte en de moeilijkheidsgraad van de teksten bij het verdelen van de ‘pakjes’. - Concreet: elk paar moet 2 à 3 teksten lezen. Hieronder vind je een verdeling in pakjes per paar: de leerlingen kunnen om beurten lezen. 14 tot 20 leerlingen: 7 of meer pakjes van 3 teksten: 1-3, 3-5, 5-7, 7-9, 9-1, 1-3, 3-5. Bij 7 pakjes (14 leerlingen) en met de voorgestelde verdeling heb je 3 kopieën nodig van de teksten 1 tot en met 5, en 2 kopieën van de teksten 6 tot en met 10. 20 leerlingen: 10 pakjes van 2 teksten: 1+2, 2+3, 3+4, 4+5, 5+6, 6+7, 7+8, 8+9, 9+10, 10+1. Dus van elke tekst 2 kopieën. Meer dan 20 leerlingen: de pakjes van hierboven vermeerderd met één pakje per 2 leerlingen meer. Bijvoorbeeld bij 24 leerlingen: een tweede pakje van 1+2 en 2+3. Dat betekent dat je dan ook 3 kopieën van de teksten 1 tot en met 3 moet maken, en van de rest 2.
Vraag de leerlingen hun lijstje te geven en uit te leggen waarom ze die KLASSIKALE TERUGKOPPELING teksten hebben geselecteerd. Laat ze elkaar verbeteren en aanvullen. 22
s
OPLOSSING
handleiding t
Er blijven 5 teksten over: Kandidaten voor een schitterende HONDENBAAN, Zweden: ‘kwikhonden’ beschermen het milieu, Honden sporen kanker op, Met honden naar drugs en explosieven speuren, Waak- en vechthonden: de oplossing voor het onveiligheidsgevoel? Alleen deze teksten bevatten de info die Nora zoekt (specialisatie + training).
STAP 3: VOOR ELKE TEKST EEN FICHE 1 INVULLEN (1 LESUUR +) Stap 3 en 4 worden bij voorkeur geprogrammeerd in een blok van 2 uren INTRODUCTIE
Laat de leerlingen het eerste blad van het scenario lezen. Vraag wat er van hen verwacht wordt en hoe ze denken dat te realiseren. (project formuleren: honden kweken voor een nieuwe taak). Probeer samen, via vraagstelling, tot de organisatievorm te komen zoals die verder onder ‘activiteiten’ uitgelegd is. Hoe meer die organisatie uit een begeleide leerlingeninteractie kan komen hoe beter. De leerlingen moeten tot de conclusie komen dat ze zich nu op één tekst moeten concentreren, dat ze die grondig moeten lezen, en dat ze daarvoor moeten uitzoeken op welke manier ze best te werk gaan. Uitgebreide introductie voor zwakke klassen: Waar vindt Nora de informatie die ze nodig heeft? (in de teksten) Nora moet alles lezen, maar jullie zijn met velen. Hoe kan je vermijden dat iedereen alles moet lezen en dat in een groep toch iedereen kan weten wat er in elk van de 5 teksten staat? (Groepen maken waarin iedereen 1 tekst heeft gelezen: elk groepslid kan aan de anderen vertellen wat hij weet) En als er nu iemand slecht gelezen heeft, en dingen vergeet of slecht begrijpt? (Ervoor zorgen dat minstens 2 mensen hetzelfde lezen: die kunnen elkaar controleren) Hoe kan je ervoor zorgen dat je de belangrijke informatie niet vergeet en makkelijk kan terugvinden? (onderstrepen, noteren …; hier: een fiche invullen)
MATERIAAL
Eén tekst met opdrachtenblad en fiche 1 (kopieerbladen p. 29-34)
WERKVORM
Samenwerking in 2 heterogene paren per tekst
ACTIVITEITEN
1. De opdrachten (A en B) uitvoeren en de fiche 1 invullen, per paar 2. Met de 2 paren de oplossingen van de opdrachten en de fiche bespreken, ook de relevantie van de “andere gegevens”: zijn die echt interessant voor een later project of gaat het gewoon over “weetjes”? Dat wil zeggen dat er telkens twee heterogene paren met één van de 5 teksten werken. Tijdens de eerste activiteit werken de paren afzonderlijk met die tekst, maar voor de tweede activiteit werken ze 23
s
handleiding t
met 4, de twee paren samen. Loop rond tijdens het groepswerk en informeer regelmatig naar de stand van zaken: dat laat toe wat ‘bij te sturen’ (als ‘naïeve vraagsteller’ : zie handleiding p. 3) in groepen die niet efficiënt functioneren. Stel zeker vragen over de fiches: het is belangrijk dat de gegevens daarop inhoudelijk correct en tamelijk volledig zijn. Het is namelijk de info op die fiches die de groepen in stap 4 moet toelaten eventueel al een project te formuleren. Er is geen klassikale controle op dit onderdeel, en dus is je gerichte (maar niet expliciete) controle belangrijk. Anderzijds kan er tijdens het controlemoment na stap 4 nog volop teruggeschakeld worden naar teksten en fiches: door jezelf en door de leerlingen die elkaars project bespreken. Hou het tempo van de groepen in het oog: stel eventueel een tijdslimiet om naar activiteit 2 (bespreken van opdrachten en fiches per 4) over te gaan. ORGANISATIE
klas met 20 leerlingen: 2 heterogene paren per tekst. Elke leerling krijgt 1 (tekst + corresponderend opdrachtenblad) + fiche 1, er moeten dus van elke tekst en corresponderend opdrachtenblad 4 kopieën zijn, en van fiche 1: 20 kopieën. Er zijn al 2 kopieën van elke tekst in omloop sinds stap 2! Dus van elke tekst afzonderlijk moet je maar 2 kopieën bijmaken in plaats van 4. klas < 20 leerlingen: 2 à 3 leerlingen per tekst activiteit 1: elke leerling apart (2 leerlingen per tekst), of één leerling enerzijds en een heterogeen paar anderzijds (3 leerlingen per tekst) lossen opdrachten A en B op en vullen fiche 1 in activiteit 2 : de leerlingen bespreken samen hun resultaten uit activiteit 1; dus met 2 of met 3. Elke leerling krijgt 1 (tekst + corresponderend opdrachtenblad) + fiche 1, er moeten dus van elke tekst en corresponderend opdrachtenblad 2 à 3 kopieën zijn, en van fiche 1 zo veel kopieën als er leerlingen zijn. (Bijvoorbeeld: voor 15 leerlingen: 5 X groep van 3 leerlingen, dus telkens 3 kopieën van elke tekst + corresponderend opdrachtenblad, en 15 kopieën van fiche 1. De kopieën van de teksten zijn al in omloop, je moet dus alleen de opdrachtenbladen (3 kopieën van elk) en fiches 1 (15) bij kopiëren.) klas > 20 leerlingen: 4 à 5 leerlingen per tekst activiteit 1: lossen in paar of per 3 opdrachten A en B op en vullen fiche 1 in activiteit 2: bespreken per 2 paren, of 1 paar enerzijds en een groepje van 3 anderzijds: de fiche en vooral de “andere gegevens” Elke leerling krijgt 1 tekst + corresponderend opdrachtenblad + fiche 1, er moeten dus van elke tekst en corresponderend opdrachtenblad 4 à 5 kopieën gemaakt worden), en van fiche 1 zo veel kopieën als er 24
s
handleiding t
leerlingen zijn. (Bijvoorbeeld: voor 25 leerlingen: 5 groepen van 5 leerlingen (telkens: paar + groepje van 3), dus 5 X 5 kopieën van de tekst + corresponderend opdrachtenblad, en 25 kopieën van fiche 1. Voor de kopieën van de teksten: kopieer bij in functie van het aantal dat al in omloop is sinds stap 2.: 3 kopieën van teksten 1, 2, 3 en 2 kopieën van teksten 4 en 5) STAP 4: EEN EERSTE ONTWERP VAN PROJECT FORMULEREN (1 LESUUR-) MATERIAAL
Elke leerling brengt mee naar de nieuwe groepen: zijn tekst met ingevulde fiche 1.
WERKVORM
Samenwerking: (minstens) 5 leerlingen, (minstens) 1 uit elk van de vorige groepen van 2 paren, dat wil zeggen (minstens) 1 expert per tekst. Deze werkvorm (deze groepen van minstens 5) blijft gehandhaafd tot het einde.
ACTIVITEIT
De leerlingen vertellen mekaar de inhoud van hun tekst (aan de hand van hun fiche 1), bespreken de 5 teksten en doen een eerste brainstorming in verband met hun hondenproject: welk ras zouden ze kunnen kweken voor welke job? Ze zijn niet verplicht hier al echt een project te formuleren. Als ze dat doen mag het erg kort, in telegramstijl. Maar ze mogen zich ook beperken en gewoon een aantal losse ideeën noteren. Misschien krijgen ze meer inspiratie door naar de anderen te luisteren tijdens de klassikale afsluiting van deze ronde. Deze ronde moet niet lang duren: de leerlingen krijgen nadien nog veel tijd en materiaal om verder inspiratie op te doen. Beperk je inbreng hier tot het minimum: stel alleen vragen in groepen waarvan je merkt dat ze niets uitrichten.
ORGANISATIE
Vraag de leerlingen zo te gaan zitten dat ze groepen vormen waar telkens minstens 1 leerling uit elk van de vorige groepen in zit. Zo krijg je groepen waarin voor elk tekst (minstens) een ‘expert’ zit, iemand die goed weet wat in die tekst staat en dat aan de anderen kan vertellen. klas met 20 leerlingen: 4 groepen van 5 leerlingen klas < 20 leerlingen: bijvoorbeeld 18 leerlingen: 3 groepen van 6, waarbij er telkens voor 1 van de 5 teksten 2 leerlingen zitten. In stap 3 waren er dan immers 6 groepjes van 3 leerlingen, dat wil zeggen dat er daar 2 groepen van 3 aan éénzelfde tekst hebben gewerkt. klas > 20 leerlingen: 4 à 5 groepen van minstens 5 leerlingen Bijvoorbeeld 27 leerlingen: 3 groepen van 5 en 2 groepen van 6. In stap 3 hebben er immers ook per tekst 5 of 6 leerlingen gewerkt (gegroepeerd als volgt: 3 X (paar + 3) en 2 X (3 + 3)).
25
Ronde 1
Nora en Jasper zijn een jong stel. Zíj is net geworden en híj is al een tijdje op naar werk. Ze weten niet goed hoe nu verder moet. Nora heeft plots veel meer vrije tijd. Op een regenachtige middag installeert ze zich met haar 'dierenmap': dat zijn allemaal teksten die ze heeft bewaard toen ze geen tijd had om te lezen. Toch wel merkwaardig, denkt Nora, wat een hond allemaal wil en kan doen voor zijn baasje! Terwijl ze daar zo zit te bladeren in haar dierenmap en allerlei foto's tegenkomt van schattige jonge hondjes, krijgt ze zin om zo'n hondje te kopen. Ze is altijd al verzot geweest op honden. Maar wat wordt het? Een Duitse herder, een Schotse terriër, een sharpei...? Laat ik dan maar alle teksten over honden uit mijn map halen, besluit Nora, dan kan ik eens wat rassen vergelijken en dan vind ik ook wel wat over hun verzorging en zo. Gelukkig heeft ze alle titels van de artikels op een lijst geschreven die vooraan in de map zit. Eerst stipt ze alle teksten aan die met honden te maken hebben. Even die lijst met hondenteksten op de PC intikken, en …wanneer ze de print met al die titels over honden overloopt krijgt ze plots een schitterend idee!… Als ze nu eens in plaats van een hond te kopen, gewoon zélf honden zou gaan kweken en verkopen! Dan zou ze altijd honden om zich heen hebben. En dan zou ze zich ook geen zorgen meer moeten maken over een baan. Bazin worden van een hondenkennel: da's pas een keitoffe job!
4 scenario
werkloos zoek het
Ronde 1
Nora haalt vlug de hondenteksten uit de stapel, steekt ze met de afgedrukte titellijst in een kleine map en rent de trap op naar het bureau waar Jasper sollicitatiebrieven zit te schrijven. Opgewonden vertelt ze over haar plan. Misschien kunnen ze samen een eigen zaak oprichten: een hondenkennel met een trainingsschool!
In deze eerste ronde moet jullie informatie bijeenbrengen die Nora zou kunnen nodig hebben voor het opstarten van haar kennel. In stap 1 moeten jullie de titellijst nakijken van al de hondenartikels in het mapje van Nora: je moet per twee de nummers van de bruikbare teksten omcirkelen, dat wil zeggen: de artikels die misschien interessante info zouden kunnen bevatten voor Nora. Ze wil algemene informatie over het kweken van honden, welke specialisaties er al bestaan, hoe je honden kan trainen enzovoort. Overleg met elkaar! 5 scenario
Ronde 1
HONDENMAP 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Een golden retriever met een wankele gezondheid. Suikerziekte bij katten en honden Kiezen voor een hond uit een asiel Kandidaten voor een schitterende HONDENBAAN (geleidehonden) Jasjes in alle soorten en maten Mijn hond blaft de hele dag! Zweden: ‘kwikhonden’ beschermen het milieu! De laatste trends in hondennamen Honden sporen kanker op Vachtverzorging: kortharige terriërs Met honden naar drugs en explosieven speuren Zin en onzin van hondenspeelgoed Waak- en vechthonden: de oplossing voor het onveiligheidsgevoel? Waarom teckels nooit de trap op mogen… Schoonheidscriteria voor de poedel Een kruising met een Duitse herder… Beroemde honden met speciale talenten 10 gouden regels voor de opvoeding van honden Aangepaste voeding voor cockers Wedstrijdkalender: schoonheid, behendigheid en races Hondensprookje Het verhaal van de televisiehond Lassie Mijn pups en ik Goede baasjes melden mij (registratie) Hondenrassen
6 hondenmap
Ronde 1
Ondertussen is Jasper voor de televisie gaan zitten, maar Nora denkt alleen maar aan haar schitterend idee om een hondenkennel te beginnen. Ze zit terug aan haar werktafel en kijkt peinzend naar de teksten die ze opzij gelegd heeft om te lezen. Er zijn waarschijnlijk al heel veel mensen die proberen hun brood te verdienen met het kweken of africhten van honden. Het zal niet eenvoudig zijn te concurreren tegen de bestaande hondenkennels… En dan komt het idee: ze moet een taak vinden die door honden kan worden uitgevoerd en waar niemand eerder aan gedacht heeft. Ze moet 'het gat in de markt' ontdekken, gespecialiseerde honden die je nergens anders kan kopen dan bij haar! Maar dan moet ze weten wat honden zoal kunnen..., en of alle honden alle soorten werk aankunnen,... en waarvoor honden nu al gebruikt worden... . Nora haalt de teksten uit de map die daar meer over kunnen vertellen. Want als ze meer weet over wat er al bestaat kan ze misschien een hondenjob bedenken waar nog niemand ooit aan gedacht heeft… En als ze de teksten grondig leest dan leert ze vast al een heleboel over het kweken en trainen van honden.
Het is aan jullie om te helpen dat "gat in de markt" te vinden. In stap 2 moet je de teksten uitpikken die nuttige info bevatten voor Nora. Lees alles snel door en leg de teksten weg die niet echt bruikbaar zijn voor iemand die honden wil kweken en trainen voor een nieuwe 'hondenjob'. Overleg met elkaar voor je beslist welke teksten je weglegt en welke je grondig wil lezen. In stap 3 moeten jullie 'experts' worden. Expert word je door informatie te verzamelen. Iedereen leest grondig één van de artikels die zijn overgebleven uit stap 2. Dat doe je in groepen (één groep per tekst). Je krijgt hulpopdrachten om die tekst goed te begrijpen en samen te vatten. Dan ben je klaar om op zoek te gaan naar de nuttige informatie : wat staat er in die tekst dat Nora best zou weten om honden te kunnen kweken en trainen die je nergens anders kan kopen? Die nuttige informatie moet je noteren op fiche 1, maar dat mag je pas doen nadat je dat met de andere leden van je groep besproken hebt. In stap 4 gaan nieuwe groepen met 'experts' (uit de groepen in stap 3) aan het werk. Die experts kennen hun artikel grondig van stap 3 en hebben fiche 1 ingevuld met de nuttige info die in dat artikel staat. Ze moeten de koppen bij elkaar steken om af te spreken welk soort project jullie willen voorstellen: het ras dat Nora volgens jullie zou moeten kweken en het soort werk dat de honden moeten doen... Je kan daar iets over op papier zetten, maar je mag ook wachten tot de volgende ronde om een project voor te stellen. 7 artikel
Ronde 1
Hondenrassen
Er zijn nu meer dan 400 erkende hondenrassen. Vele ervan zul je nooit zien, omdat ze erg zeldzaam zijn of alleen in hun eigen land voorkomen. Sommige rassen, zoals de Old English White terriër en de Welsh Hillman herder, zijn kortgeleden uitgestorven. We kunnen hier geen 400 rassen laten zien, maar wel voorbeelden van grote en kleine, snelle en trage, slimme, sterke, mooie en hardwerkende honden. We hebben de rassen ingedeeld in jachthonden, werkhonden en gezelschapshonden.
Jachthonden
(Terriers,Gundogs, Hounds) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
bull terriër gladharige foxterriër norwich terriër Schotse terriër flat-coated retriever gordon setter viszla
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Engelse cocker spaniel saluki greyhound basset kortharige teckel Black-And-Tan Coonhound Ierse wolfhound
Werkhonden
1
3
2
5
6
4
7
10
8
11
9
14
12 13 8 artikel
15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
mastino napoletano rottweiler bullmastiff Duitse dog Siberische husky samojeed alaska malamute
22. 23. 24. 25. 26. 27.
16
15
Ronde 1
akita Welsh Corgi Pembroke Shetland Sheepdog Belgische herder (groenendaeler) briard Pyrenese berghond
20
17
21
18
22
19
26
25
23 24
27
Gezelschapshonden 28. 29. 30. 31. 32. 33.
dalmatische hond Engelse bulldog newfoundlander sint bernard Noorse elandhond lhasa apso
34. 35. 36. 37. 38. 39.
Tibetaanse spaniel Cavalier King Charles Spaniel bichon frisé dwergpoedel leeuwhondje maltezer
(Uit: Het beste boek over honden, Amanda O’Neill, 1999 Gottmer, Bloemendaal) 30
29 28
32
31
34
35
33
38 37
35
9 artikel
39
Ronde 1
Kandidaten voor een schitterende HONDENBAAN Als hij pas zeven weken oud is, valt al te zien of een hond aanleg heeft om blinden door het drukke stadsverkeer te loodsen. Je kunt hem dan bijvoorbeeld gaan leren dat hij niet achter iedere kat aan moet rennen. En na zes maanden training denkt iedere blindengeleidehond dat hij twee meter hoog en een meter breed is.
S
tanley is acht weken in opleiding en absoluut de beste van de klas. Trainer Peter Lasaroms geeft een demonstratie met de anderhalfjarige aspirantgeleidehond op het nagebouwde verkeersplein van de school, het KNGF (Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds) in Amstelveen. Als een ervaren, goed opgeleide hond stopt Stanley bij iedere stoeprand. Pas als hij ziet dat de weg vrij is, steekt hij over. Wanneer de hond bij een zijstraat komt, geeft hij dat aan door de straat een stukje in te gaan en daarna over te steken. Steeds loopt hij keurig links voor de trainer, nieuwsgierig om zich heen kijkend, maar tegelijkertijd rustig en geconcentreerd.
zenuwachtig. Net als elke gezonde hond is hij duidelijk geïnteresseerd in het beest. Hij houdt de kat stevig in de gaten, maar weet na acht weken training ook dat hij niet aan dergelijke verleidingen mag toegeven als hij zijn tuig omheeft.
S
tanley kent inmiddels een paar commando’s. Bijvoorbeeld ‘vooraan’, ‘rechts’ en ‘zoek de zebra’. Dat is belangrijk, want als hij over een half jaar een blinde baas heeft, zal hij de commando’s die deze hem geeft moeten begrijpen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, kent Stanley natuurlijk niet uit zichzelf de weg. Pas als zijn baas kan aangeven waar hij heen wil, zal de hond hem daar veilig naartoe kunnen brengen. De hond doet dat niet omdat hij weet dat zijn baas blind of slechtziend is (misverstand nummer twee), maar omdat hij geleerd heeft dat hij voor de baas moet werken zodra hij zijn tuig om heeft. Zo heeft de hond ook geen idee van links en rechts (misverstand drie). Wat hij wel weet, is dat hij bij het commando ‘rechts’ die kant op moet en niet de andere.
L
asaroms en Stanley beklimmen de trap die midden op het oefenveld staat. Hoewel boven aan de trap helemaal niets is, blijft de trainer het commando ‘vooraan’ (doorlopen) geven. De hond weigert het bevel. Het feit dat hij zijn baas op dit moment niet gehoorzaamt, betekent dat Stanley een goede geleidehond aan het worden is. “Dit is het grote verschil met elke andere hondendressuur, maar ook een van de moeilijkste dingen om de dieren bij te brengen: zelfstandig werken en zelf een oplossing voor problemen zoeken,” vertelt Lasaroms later. “Het zebrapad waar de hond dagelijks met zijn baas overheen loopt en dat op een dag open ligt, zal hij moeten weigeren te nemen. Een opgeleide hond zal in zo’n situatie wachten op het commando ‘zoek het links’ of ‘zoek het rechts’ en zijn baas
V
ia de beugel die aan het geleidetuig bevestigd is, kan Lasaroms de bewegingen die de hond maakt nauwkeurig voelen. Ook de telefooncel passeert Stanley zoals het hoort: een stap opzij om te laten weten ‘hier is een obstakel’ en dan met een ruime bocht eromheen. Maar van de kat die een paar meter verderop rondstruint (bij het KNGF laten ze met opzet katten, kippen, eenden en schapen loslopen), wordt Stanley toch wel wat 10 artikel
Ronde 1
omleiden. Gelukkig heeft het soort honden dat wij opleiden de eigenschap dat ze zichzelf niet graag in gevaar brengen.” De demonstratie is voorbij, het tuig gaat af. Stanley weet dat hij vanaf nu weer een ‘gewone’ (maar goed opgevoede) huishond kan zijn. Hij gaat terug naar de kennel, naar zijn klasgenoten. Ze blaffen, stoeien en spelen. Lasaroms traint al tien jaar geleidehonden bij het KNGF. Een snelle leerling als Stanley heeft hij in al die tijd slechts een keer of vijf gehad. De gemiddelde trainingsduur van zes maanden zal voor hem dan ook niet nodig zijn. Stanley is een kruising tussen een golden retriever en een labrador retriever, en dat is al vaker een goede mix gebleken: “Golden retrievers zijn zachtaardig, voorzichtig en werken van nature graag voor een baas. Labrador retrievers zijn wat robuuster, wat stugger. Een kruising van beide soorten geeft een vriendelijke, betrouwbare hond die niet snel bang is.” Het KNGF fokt zijn eigen honden. Voor het merendeel golden retrievers, labrador retrievers of een kruising van die twee, en soms herders. Hieruit blijkt al dat lang niet alle honden geschikt zijn voor het geleiden van visueel gehandicapten. Van een geleidehond wordt veel verwacht. Hij zal in ieder geval gezond moeten zijn en over de goede eigenschappen moeten beschikken, maar hij mag ook niet abnormaal veel verzorging vragen en hij moet een goede schofthoogte hebben.
met elkaar vergelijken,” vertelt Lasaroms. Hij geeft een voorbeeld van een test: “Om te zien of de pup graag wil werken, gooit iemand iets weg en kijken we of hij het ophaalt en weer terugbrengt, of dat hij het voor zichzelf houdt. Zo weet je al een beetje of de hond een eigenheimer is of dat hij iets met een ander wil delen. Een ander voorbeeld is de zogenaamde komen-test. Iemand gaat dan op tien meter afstand van de pup op de hurken zitten terwijl hij of zij steeds ‘puppy, puppy’ roept. Het is interessant om te zien hoe de pup vervolgens naar de testpersoon toekomt. Vrolijk, onderdanig, agressief of misschien helemaal niet?” Lasaroms en zijn collega’s zien bij deze test het liefst een hond die vrolijk en met een kwispelende staart naar de testpersoon rent. Want dat betekent dat hij ‘mensgericht’ is, een belangrijke eigenschap voor een blindengeleidehond.
T
och zijn het niet alleen het ras en het karakter die van een hond een goede geleidehond maakt. E e n uitblinker als Stanley heeft z i j n prima prestaties waarschijnlijk ook te danken aan de goede ervaringen die h i j heeft opgedaan bij de mensen waarbij iedere pup het eerste levensjaar doorbrengt. In het pleeggezin leert de hond de dingen die iedere jonge hond moet leren: zich goed gedragen en wennen aan zaken als druk verkeer, harde geluiden, winkels en hollende kinderen. Soms worden pups die al bij een pleeggezin van het KNGF wonen alsnog afgekeurd voor de opleiding. Een hond die een bloedhekel aan zijn tuig heeft of graag achter katten aanzit, kan geen blinde leiden. Andere komen niet door de
A
lle honden die bij het KNGF geboren worden, krijgen als ze zeven weken zijn een serie pup-tests. Slaan ze zich daar goed doorheen, dan kunnen ze na een jaar eventueel in opleiding. “Op die leeftijd kun je al goed inschatten wat voor vlees je in de kuip hebt. En omdat we alle pups uit één nest tegelijk testen, kunnen we ze mooi 11 artikel
Ronde 1
Z
medische keuring heen. En Duitse herders vallen nog wel eens af omdat ze zo druk en nerveus zijn. Uiteindelijk gaan er van ieder nest (gemiddeld zes pups) ongeveer vier in opleiding. De afvallers gaan terug naar een pleeggezin of er wordt een goed tehuis voor ze gezocht.
odra de hond zich tot een goede blindengeleidehond heeft ontwikkeld, komt zijn toekomstige baas of bazin drie weken naar de school. Daar leert de blinde hoe hij met zijn nieuwe kameraad om moet gaan, maar ook of het een beetje klikt tussen de twee. De hond slaapt nu niet meer in de kennel, maar met zijn toekomstige baas op een slaapkamer van het KNGF en iedere dag oefenen ze samen. Lasaroms vertelt dat het voor de hond best moeilijk is om ineens te worden overgedragen aan een vreemde. Vooral herdershonden hebben het zwaar, want die willen altijd bij hun baas zijn. “In het begin snapt hij er dan ook niets van,” vertelt de trainer. “De hond kijkt continu om en je ziet hem denken: ‘Hé, wat loopt mijn baas ver achter me.’ Tot hij op een gegeven moment beseft dat hij een nieuwe baas heeft. Vanaf dan vormen de twee meestal een onafscheidelijk stel.”
D
e eerste weken wordt er alleen op het terrein van het KNGF geoefend. Daarna gaat de hond iedere dag met zijn trainer op pad. Weg van het geblaf in de kennel aan de Amstel, naar de stad of naar de plaats waar zijn toekomstige baas woont. “Ervoor zorgen dat de hond ondanks alle afleiding toch zijn werk blijft doen, is een van de moeilijkste dingen om te leren,” weet Lasaroms uit ervaring. “Met afleiding bedoel ik dan vooral katten, andere honden en mensen die hem aanhalen. Een aai van een vreemde mag hij niet als een beloning zien en hij mag zich er niet door laten afleiden, want twee meter verderop kan een putdeksel open liggen. Als trainer moet je de hond door steeds weer oefenen zover krijgen dat hij voor jou kiest. Dat hij de mens met wie hij werkt belangrijker vindt dan de aandacht van anderen.” Ook het leren vermijden van takken en luifels is een hele klus, want de hond heeft zelf geen last van dit soort hindernissen. Vandaar dat op het oefenterrein een stellage staat met latten die op verschillende hoogten gelegd kunnen worden. Steeds als de hond daar langskomt, leidt de trainer hem eromheen. Zo ook in een straat met luifels. Probleem blijft dat het dier soms schaduwpartijen aan hoogte gaat koppelen, ook als de schaduwen niet door luifels veroorzaakt worden. Toch wordt het als het goed is een gewoonte om luifels en takken te vermijden. Want op een dag zal de hond ervan uitgaan dat hij niet onder dit soort dingen door kan. Hij denkt immers dat hij twee meter hoog en een meter breed is! Het opleiden van een hond tot blindengeleidehond is een kwestie van veel herhalen, veel belonen en weinig dwang. Een hond die te streng moet worden aangepakt, wordt afgekeurd. Zo’n hond is te sterk. Een visueel gehandicapte zou hem niet onder de duim kunnen houden. “Wij richten honden niet af zoals politiehonden,” benadrukt Lasaroms. “Politiehonden voeren min of meer dwangmatig opdrachten uit, terwijl wij slechts een verzoek hebben: ‘Ik zou graag naar de bakker willen. Hoe kom ik daar op een veilige manier?’
(Uit KIJK, oktober 1996)
12 artikel
Maak van uw pup een fijne huisgenoot
Tien gouden regels voor de opvoeding van honden Honden horen in gezinnen helemaal onderaan de rangorde te staan. Alle mensen staan dus boven de hond. Omdat we van honden niet kunnen verwachten dat ze menselijk gaan denken, moeten wij een beetje honds denken en handelen ten opzichte van de hond. Dat betekent dat we allemaal superconsequent moeten zijn. Alles is zwart/wit. Dat betekent ook dat iedereen zich op dezelfde manier ten opzichte van de hond moet gedragen. En hiervoor is het handig om afspraken te maken. Wat mag de hond wel en wat mag de hond niet. Alles wat hij mag, mag van iedereen en alles wat hij niet mag, mag van niemand. In theorie heel simpel, in de praktijk verdraaid moeilijk. Om u wat op weg te helpen vindt u hieronder zo’n lijst met tien gouden huisregels om de baas te blijven. 1. De hond mag niet op de bank of op bed. Honden horen de laagste positie
in te nemen. Behalve figuurlijk geldt dit ook letterlijk. Een hond op schoot heeft een hogere positie. Geef hem een mand of kussen of deken en maak daar zijn lekkere plek van. Hij heeft hier genoeg aan.
Ronde 1
Mag hij wel op de bank of op het bed, dan mag het natuurlijk ook als hij net door de modder heeft liggen rollen. U kunt hem er wel met een commando van af sturen, maar u mag hem er absoluut niet voor straffen.
2. De hond mag niet bedelen. Eigenlijk geven honden, als ze
Veel honden vinden het heerlijk om met de baas te spelen. Dat vinden de meeste bazen ook. Voor een hond zit hier echter ook nog eens een serieuze component in. Hij meet zijn krachten ten opzichte van de baas en probeert hogerop te komen. En dat mag natuurlijk nooit. Daarom hoort de baas altijd het spel te beginnen en te eindigen.
5. De hond moet commando’s in één keer opvolgen (zo niet, dan helpen) Sommige bazen roepen wel 20 keer hun hond voor hij eindelijk
bedelen, ons commando’s. -BAAS, GEEF DE HELFT VAN JE GEBAKJE-. Ook al krijgt hij dan vaak niet de helft, toch blijft er nog wel iets voor hem over en hebben wij zijn commando’s opgevolgd. Dit hoort niet en als hij het wel mag, mag hij het ook bij visite die gekleed is in een keurig blauw colbert of mantelpakje.
3. De hond mag niet trekken aan de lijn. De baas bepaalt waar naartoe gegaan wordt en niet de hond. Een goede ondergeschikte hond volgt zijn baas in plaats van dat hij de richting bepaalt. Kent de hond de weg, omdat u vaak dezelfde route loopt, dan hoort hij nog niet te trekken, want de baas bepaalt ook de snelheid van wandelen. Moet hij altijd eerst zitten voor hij over mag steken, dan moet dat ook gebeuren als u het voetgangerslicht al ziet knipperen en u op het punt staat de tram te missen. Dan wacht u maar op de volgende. Dat is pas consequent zijn. 4. De hond mag bij sjorspelletjes niet winnen. 13 artikel
komt. En dan zijn ze nog boos ook. Straffen ze de hond op dat moment, dan straffen ze hem voor het komen en komt hij de volgende keer helemaal niet meer. Eigenlijk hebben deze bazen hun hond zelf geleerd dat hij niet in één keer hoeft te komen. Want ze geven zelf meer keren het commando. Hiermee leert de hond dus dat hij niet direct hoeft te luisteren. En dat geldt ook voor het zitten, het blijven, het liggen enzovoorts, enzovoorts.
6. Kleine kinderen mogen nooit zonder toezicht bij de hond gelaten worden.
Honden en kleine kinderen communiceren anders. Kinderen zijn op ontdekkingsreis en proberen ook bij de hond of de oren goed vastzitten, hoe diep ze met hun vingertjes in de neus van de hond kunnen komen en of ze de oogjes van de hond aan hun knikkerverzameling kunnen toevoegen. En als de hond dan bijt, kunt u dat alleen uzelf maar kwalijk nemen.
7. De hond mag niet tegen mensen opspringen.
Ronde 1
8. De hond mag niet achter fietsen en trimmers aanjagen. Honden hebben allemaal een jachtinstinct en rennen graag achter zich snel van hen verwijderde voorwerpen of mensen aan. Ook fietsers en trimmers. Leer hem een bal apporteren en laat dat de prooi zijn die hij mag vangen. Als hij die prooi dan terug komt brengen, ruilt u deze voor een snoepje. Heel natuurlijk wordt dan de buit gedeeld. En uw hond ontwikkelt geen interesse voor fietsers en trimmers. 9 De hond mag zijn behoefte alleen op een vastgestelde plaats doen. Honden hebben al zo’n slecht imago. Als u hem in huis zindelijk kunt krijgen, kunt u dat buiten ook. Leer hem dat hij zijn behoefte maar op een paar plekken mag doen. Pas als hij wat gedaan heeft, gaat u naar het speelveld. Nadat u zich er natuurlijk van verzekerd heeft dat het geen overlast veroorzaakt of nadat u het heeft opgeruimd.
10. Geniet van uw hond
Een heel klein pupje dat tegen mensen opspringt is vaak heel vertederend. Zo’n lobbes van 60 kg die dit doet is een onopgevoede rothond. Al eerder is vermeld dat honden de laagste positie in horen te nemen. Dat betekent dus met vier pootjes op de grond. Ook uw kleine pupje. Ga als u wilt knuffelen dan liever zelf door de knieën.
Ga met uw hond op cursus, ga ermee naar het strand, het bos en het park. Wat kan het u schelen als het een keer regent. U heeft toch handdoeken. Onderneem van alles met hem en ga bij hondensportverenigingen kijken wat
14 artikel
u allemaal met honden kunt doen. Ook in uw hond zit veel meer dan u denkt. Zorg dat u die hond waard wordt!!!!! (Uit: Ha die pup! 1996-1997)
Ronde 1
Waak- en vechthonden:
de oplossing voor het onveiligheidsgevoel Waken en vechten: wolventalenten van honden! Misschien leiden ze tot een oplossing om dat knagend gevoel van onveiligheid dat zo velen van ons ondermijnt uit de wereld te helpen! Zijn honden dan echt zo intelligent dat ze mensen en hun bezittingen kunnen verdedigen? En zijn alle hondenrassen even goed uitgerust om het baasje te beschermen? Wetenschappers hebben door middel van bloedproeven, skelet- en gedrags-vergelijkingen kunnen vaststellen dat de wolf de voorvader is van alle honden. Die wolven zijn heel getalenteerde wezens. Ze hebben een uitgebreid communicatiesysteem en zijn uitermate sociaal van aard. Beide eigenschappen maken van de wolf een winnaar in de “struggle for life”: de roedels zijn erg goed georganiseerd e n vooral bijzonder efficiënt bij de jacht. Zo werd de wolf de kompaan van de mens, dat andere zoogdier dat in groep leerde samenwerken om prooien te vangen. Maar het zijn vooral de honden met de kracht en het territoriumbesef van hun voorvader de wolf, die belangrijk zijn gebléven voor de mens. Ook toen de homo sapiens eerst als landbouwer, en veel later in een geïndustrialiseerde samenleving ging leven. In deze nieuwe biotoop werd veiligheid belangrijker en kwam de menselijke jachtactiviteit in het domein van de vrijetijdsbesteding terecht! De werkaanbiedingen voor jachthonden verminderden navenant, maar de roep om waak- en vechthonden neemt nog steeds toe. Het is dankzij het feit dat de wolf en dus ook zijn afstammeling de hond, zijn territorium wil afschermen en zijn roedel verdedigt dat de mens een beroep kan doen op deze trouwe viervoeter om zijn veiligheid te garanderen. ..............................................................................................................................................................
Hoe gaat dat dan in zijn werk? “De wolven leven in een door hen bepaald gebied, het jacht- of leefgebied. Voor de hond beperkt dit gebied zich doorgaans tot de wijk waarin hij leeft. In dit jachtgebied bevindt zich het territorium, voor de hond te vertalen naar huis en tuin. In dit gebied mogen geen andere dieren komen. Binnen dat territorium ligt het sociaal domein, waarin alleen de wolven met een inniger band binnen de roedel elkaar accepteren. Voor een hond is de huiskamer het sociaal domein: daar komen alleen de leden van het gezin en echt vertrouwde mensen. Het laatste en meest belangrijke is het persoonlijk gebied; dit is een eigen plekje van een wolf alleen. Hier laten wolven elkaar volstrekt met rust, hier kunnen e n moeten zij zich volledig onbedreigd voelen. Vergelijk het persoonlijk gebied maar met een hondenmand. De grootste vertrouwensschending naar de hond toe is dan ook het dier in zijn mand te bestraffen!” Tot daar de uitleg die ons door een wolvenspecialist werd gegeven. Dit betekent dus dat een hond zoals een wolf in een roedel leeft, of denkt te leven! Want voor de honden die wij kweken en die al op jonge leeftijd in het gezin van een koper terechtkomen, zijn het niet de andere honden die deel uitmaken van de roedel, maar juist die koper en zijn gezin. De hond ziet ons als soortgenoten die hij moet verdedigen. En het huis en de tuin zijn plaatsen waar wij alleen mogen komen: de anderen zijn indringers en moeten geweerd worden.
15 artikel
Ronde 1
..............................................................................................................................................................
De hele geschiedenis door zien we de hond een belangrijke rol spelen in de mensenmaatschappij. Opgravingen vertellen ons dat de afstammelingen van de wolf al in de prehistorie mensengezellen werden. Zoals ze vaak aan de voeten van hun meesters lagen, zo rusten hun beenderen in hetzelfde graf. We vinden hun afbeeldingen in grotten van die periode, maar ook op mozaïeken van Romeinen en Byzantijnen, in de piramides van de farao’s en op Griekse vazen… . Van de Vlaamse primitieven over de grote meesters van de barok tot in de vaak bizarre kunstuitingen van vandaag zijn ze al evenmin weg te denken. ..............................................................................................................................................................
Maar ook in verhalen en legendes ontmoeten we honden die als ware helden door het leven gaan, als hun baasje tenminste op tijd het heldendom van zijn trouwe viervoeter onderkend heeft… ! Zo was er die arme Gelert uit Wales: een moedige hond die het pas geboren zoontje van de kasteelheer verdedigde tegen een hongerige wolf. Hij redde het kind van de dood, maar toen de heer terugkwam van de jacht en zijn hond met bebloede snuit naast het kind zag zitten, maakte hij hem af. Te laat ontdekte hij de dode wolf naast het ongedeerde kind! Een ander voorbeeld van hondenheldendom is nog veel ouder: in de Stad Pompeji werd een gedenkteken gevonden voor een hond die het kind van zijn eigenaar drie keer had gered: van water, vuur en rovers. In Frankrijk is er zelfs een heilige hond. Guinefort, de Greyhond die zijn eigenaar redde van een grote slang, werd eeuwenlang op 22 augustus vereerd, ondanks de officiële afkeuring door de kerk. Een hond die een slang aanvalt: dat vergt moed! Instinctief gaan de meeste dieren zo’n tegenstander uit de weg. Alleen als een ander instinct nog sterker ontwikkeld is dan de eigen overlevingsdrift, zal een dier zo’n risico nemen, zal het met andere woorden zijn eigen leven veil hebben om dat andere instinct te volgen: het roedelinstinct van de wolf, de verdediging van de leden van zijn groep. ..............................................................................................................................................................
Al vroeg werden kweekprogramma’s opgezet om die en andere eigenschappen van de wolf bij zijn afstammelingen te benadrukken, en met succes. Denken we maar aan de Napolitaanse mastino die een geduchte tegenstander was in de Romeinse arena’s! Zijn imposante afmetingen en gespierde lijf lieten hem toe zelfs gevechten met leeuwen te winnen. De mastino kan zich immers omdraaien en doorvechten ook als hij gebeten is, dankzij zijn loszittend vel! Deze hond is en blijft een weergaloze vechtmachine: hij weegt tussen 50 en 70 kilo. Een kolos dus die, zelfs als hij op zijn vriendelijkst is, de haren van de meeste mensen ten berge doet rijzen! Ondertussen is de keuze aan waak- en verdedigingshonden fel toegenomen. In de loop van de geschiedenis zijn er ontzettend veel inspanningen geleverd, en dat zowat overal ter wereld, om rassen te kweken die de veiligheid van de eigenaar verzekeren dankzij hun sterk ontwikkeld waakinstinct en hun agressieve houding tegenover mensen die hun territorium binnendringen. ..............................................................................................................................................................
De Poolse tatra heeft een lange geschiedenis als bewaker in de bergen achter de rug. Het ras heeft een vrij zelfstandig en moedig karakter ontwikkeld door de moeilijke levensomstandigheden in het Tatragebergte (vandaar de naam natuurlijk!). Het is een imposante hond die stevig en vierkant gebouwd is: hij verdedigt “zijn” mensen desnoods met zijn eigen leven.
16 artikel
Ronde 1
De Chinese Shar-Pei met zijn vele huidplooien en dominant karakter heeft een uitgebreid palmares van vecht-, jacht- en waakhond. Hij komt uit de familie van de doggen. Hij zal het gezin tot het uiterste beschermen, maar in periodes van peis en vree - en dat zijn toch de meest voorkomende - vraagt hij wel een zeer nauwgezette verzorging: de Shar-Pei is erg gevoelig voor huid- en oorproblemen. Van oorsprong een veedrijvershond met een enorm uithoudingsvermogen is de rottweiler een succesvolle waak- en vechthond geworden. Het is een stoere hond die veel mensen schrik aanjaagt: hij straalt kracht en moed uit. Hij heeft wel een vaste en geroutineerde hand nodig voor zijn opvoeding: een rottweiler is zeker geen hond voor beginners. Een onervaren baas loopt het risico dat de hond zich vroeg of laat tegen hem keert, en dat kan hem duur te staan komen. Hij zou niet de eerste zijn die door deze krachtige hond wordt verscheurd. De bullmastiff moet niet onderdoen voor de rottweiler wat kracht en potentiële agressie betreft. Een ervaren trainer kan deze hond aanleren een belager of indringer tegen de grond te werpen zonder te bijten. Dat maakt dit imposante dier tot een uitstekende waakhond. Maar zonder de stevige aanpak van een krachtdadige baas neemt deze hond de leiding en dan is er zo goed als niks mee aan te vangen. De bouvier is sterk geneigd om zelf op te treden als zijn baasje in gevaar is: hij wacht dan niet op een bevel. Maar stoer en intelligent als hij is, zorgt hij op die manier wel voor problemen. Door zijn gespierde lichaam geeft hij een machtige indruk. Het komt er echter wel op aan hem te leren hoe hij die fysieke kracht op de juiste manier moet gebruiken. Een geschikte training is met andere woorden absoluut onontbeerlijk: met een “Bouf ” moét je naar een hondenafrichtingsclub. En de bouvier kan alleen terecht bij een gezin met voldoende levensruimte: dit ras heeft een sterke territoriumdrift. Daardoor is hij een uitstekende waakhond, maar zijn gebied moet wel wat groter zijn dan een stadstuintje, wil je hem niet grondig frustreren. Er zijn natuurlijk nog vele rassen die in aanmerking komen voor een veiligheidsjob, maar een volledige opsomming zou ons te ver leiden. De beauceron of bas rouge wordt onze hekkensluiter. Deze intelligente herdershond doet het uitstekend als waak- en verdedigingshond want hij heeft enorm veel behoefte aan contact met zijn baasje. Hij hecht zich dan ook aan zijn baas als die zich liefdevol tegenover hem opstelt. Je kan hem echter niet meer laten wennen aan een nieuwe baas. En de opvoeding van de beauceron moet consequent gebeuren, anders wordt hij agressief. ..............................................................................................................................................................
Met de hulp van de mens als kweker, heeft de natuur dus heel wat bewakingsexperts voortgebracht. Het toegenomen onveiligheidsgevoel in de steden, maar ook in de betere buitenwijken en het meer geïsoleerde platteland brengt een grotere interesse voor allerlei vormen van beveiliging met zich mee. Toegegeven, als je een alarm laat installeren, kost je dat één keer veel geld en daarmee basta. Een hond vergt veel zorg, dag aan dag, en een aangepaste training. Maar, als je ermee op stap gaat, neem je die veiligheid mee…. Iets wat geen enkele alarminstallatie je kan bieden. Evenmin als de trouw en de vriendschap van een goed opgeleide waker, die overigens ook niet zal nalaten je belagers een toontje lager te leren zingen! Vrij naar internet: www.doggy.net, en: Puppygids 1996, Hart voor dieren special, VPS, Merksem. 17 artikel
Ronde 1
Honden sporen kanker op
Medici Als het experiment kan rekenen op steun van meerdere medici moet het lukken, zegt Victor Lenaerts. “Ik moet kunnen beschikken over aangetast weefsel. Ik moet de hond zo trainen dat hij uit een hele reeks zakjes met gezonde huidcellen het zakje met tumorcellen kan halen.” Lenaerts wil zich zeker niet in de plaats van de medici stellen. “Wat de honden doen, kan de medische diagnose aanvullen en eventueel pijnlijke onderzoeken besparen. Ik denk vooral aan kinderen. Voor hen is het zeker aangenamer dat een hond aan hun ziekenbed komt en ogenschijnlijk al spelend zijn bevindingen doorgeeft aan de artsen.” In principe komen alle hondenrassen voor een opleiding in aanmerking. “Maar uit praktische overwegingen willen we alleen gebruik maken van kleine rassen als schnauzers of cocker spaniëls.” Het vroegtijdig opsporen van huidkanker blijft voorlopig het belangrijkste opzet van dit experiment. “Maar op termijn zijn ook andere vormen van kanker niet uitgesloten”, zegt Victor Lenaerts. “Ik denk bijvoorbeeld aan longkanker. De opleidingstechniek is identiek als bij huidkanker. Tijdens de training worden zakjes met weefsel vervangen door flesjes ademhalingslucht van longkankerpatiënten. Honden moeten ook in staat zijn diabetes te ontdekken. Wanneer de bloedsuikerspiegel van een mens plots drastisch daalt, zal een getrainde hond dat waarnemen.”
Amerikaans experiment krijgt navolging in Kempen Vanaf volgend jaar af wil hondenspecialist, trainer en gedragsdeskundige Victor Lenaerts gespecialiseerde honden opleiden die kanker kunnen opsporen. De hondentrainer kan hiervoor rekenen op steun van artsen uit Overijse en Leuven. Die willen hem aangetast weefsel ter beschikking stellen om een reukbank te kunnen aanleggen. Begin volgend jaar start de hondentraining en ongeveer een jaar later moeten de eerste viervoeters in staat zijn kanker bij de mens op te sporen. In de Verenigde Staten zijn al een tijdje experimenten aan de gang met honden die kanker opsporen. Voor Victor Lenaerts is dat niet uitzonderlijk. “Honden hebben een reukorgaan dat honderd keer sterker is dan bij de mens. De honden kregen de geur van huidtumoren aangeleerd en waren nadien in staat ze uit een reeks andere geuren te herkennen. De ontdekking gebeurde louter toevallig. De hond van een dame duwde steeds met zijn neus tegen een bepaald plekje op haar schouder. Enkele dagen later begon de hond eraan te likken en zelfs lichtjes te krabben. Na een bezoek aan de huisarts bleek de dame huidkanker te hebben. De hond wilde blijkbaar de vreemde geur bij zijn baasje verwijderen.”
Herdershond Victor Lenaerts heeft vijftien jaar opleiding achter de rug als hondentrainer en gedragsdeskundige. Bovendien is Lenaerts lesgever en baat hij een eigen trainingscentrum uit. Momenteel heeft hij enkele speurhonden in opleiding en leert hij een jonge herdershond hoe zijn baasje, een rolstoelgebruiker, bij te staan. De meeste scholen leren honden alleen bijten en vasthouden. Daarvoor moeten ze bij hem niet komen. “Honden hebben uitstekende capaciteiten om de mens te dienen. Die verder ontwikkelen, daar komt het op aan. Uit: Het Volk, 30/11/99
18 artikel
Ronde 1
Een kruising met een Duitse herder Zoals velen vertrok ik in augustus op vakantie. Mijn bestemming: Tenerife. De vakantie begon goed: zon, zwemmen én lekker eten waren er in overvloed! Maar van bij het begin was er ook een schaduwzijde aan mijn verblijf: ik zag vaak honden en katten die aan hun lot werden overgelaten. Honden die losliepen in de drukke straten, ondanks het gevaar van het drukke verkeer. Katten die dikwijls ondervoed waren en nooit gesteriliseerd. En toen gebeurde het … Ik besloot een daguitstap te doen naar Santa Cruz, de hoofdstad van Tenerife. Het was er erg druk, vooral in de vele winkelstraten. Plots zag ik een hond zitten, in het midden van het voetpad, in de buurt van enkele bedelaars. Ik liep naar haar toe en aaide haar; speels begon ze me te likken. Dit was een jonge hond, niet ouder dan één jaar: ze had nog erg witte tanden. ‘t Was ook een mooie hond: een kruising met een Duitse herder. De hond zat onder de vlooien en teken, haar kin was bedekt met kauwgom. Ik vroeg het voor alle zekerheid, neen, niemand was haar baasje, ze was een straathond. Zomaar doorlopen zoals de meeste mensen, dat kon ik niet. Ik ben bij haar gaan zitten. Na een tijdje kwam ze tegen mijn schoen liggen... en ik was hopeloos verloren! Ik zou haar zo mee naar huis genomen hebben. Maar dat kon natuurlijk niet. Ik ben wel een hele tijd bij haar blijven zitten. Andere toeristen voerden haar stukken kip: snel liep ze dan met haar buit naar een rustiger plekje. Zoals vaak ontspon zich een gesprek tussen mezelf en andere hondenliefhebbers. Zo hoorde ik dat de situatie in de bergen nog erger is dan in de stad. Daar dolen achtergelaten, uitgemergelde honden rond. Hun baasjes gaan met ze jagen en laten ze dan gewoon achter. Een paar hondenliefhebbers, een Duitse vrouw en een aantal Spanjaarden, vangen die dieren op in een schuur. Ze geven ze te eten en te drinken. Ik had intussen besloten om iets te doen voor “Luna”. Ja, heimelijk had ik haar al een naam gegeven. Ik trok naar een asiel, opgericht door Duitsers zonder enige financiële hulp van de staat. De oprichtster had al een 150-tal honden onder haar hoede, meestal slachtoffers van een verkeersongeval of wijfjes die achtergelaten worden omdat ze drachtig zijn. Slecht nieuws: De Duitse asielhouders konden Luna niet opvangen door plaatsgebrek. Dan maar naar de apotheek, om Luna tenminste te verlossen van die verdomde vlooien en teken! Ik heb alle parasieten kunnen weghalen, en ben er zelfs in geslaagd om de kauwgom te verwijderen. Geen enkele keer heeft ze gegromd of gebeten, onderdanig lag ze op haar rug. Echt een schat van een hond. Daarna heeft ze lekker gegeten en gedronken. Terug in het hotel bleef het bij mij knagen: wat moest er nu verder met Luna gebeuren? In mijn ogen maakte de hond een reële kans op plaatsing: ze was zachtaardig, makkelijk in de omgang en bovendien nog jong. Dat was belangrijk om haar op te voeden en zindelijk te maken. Ze liep wel wat mank op haar achterste poot waarschijnlijk omwille van een aanrijding. Bij veel lawaai begon ze altijd te blaffen, maar ze was nooit agressief! Er moest een goede thuis voor haar te vinden zijn! Zelf kon ik Luna immers niet adopteren: ik heb al drie honden thuis! Maar een ware telefoonmarathon ten spijt slaagde ik er niet in iemand te strikken die Luna in huis wilde halen. Dat maakte me echt verdrietig: mijn verblijf liep ten einde en ik vond maar geen oplossing. De volgende dag was de laatste op Tenerife. Mijn besluit stond vast, ik wilde Luna nog één maal zien om afscheid te nemen! Dus reed ik terug naar de hoofdstad. Ik vond haar snel. Ze leek me te herkennen. Tot mijn verbazing was de halsband die ik voor haar gekocht had gestolen. Enkel haar tekenband had ze nog om. Ik lokte haar mee naar een rustige plaats. Wat was ze gelukkig met het beentje in buffelhuid dat ik voor haar had meegebracht. Ik heb 19 artikel
Ronde 1
enkele foto‛s van haar genomen. Ik heb haar gestreeld. Er was geen twijfel meer mogelijk, ik voelde dat ze me herkende en blij was met mijn aanwezigheid. En toen kwam het gevreesde moment, het afscheid. Ik gaf haar nog een beentje, aaide haar even en stond rustig op. Ik ging weg zonder om te kijken. Maar wat ik vreesde gebeurde. Luna volgde me…. Toen ze even was afgeleid ben ik snel de ondergrondse parking binnengegaan. En dan ben ik vertrokken. Bij het buitenrijden van de parking stond ze daar nog: ze zocht me! En tot op de dag van vandaag vraag ik me af wat er van Luna is geworden. Is er iemand geweest die met meer succes dan ik een baasje voor haar heeft gezocht? Heeft ze overleefd op wat toeristen haar aan voedsel hebben toegestopt? Of… is ze opgepakt tijdens één van die razzia‛s waarbij de politie de straten “hondenvrij” maakt om de toeristen niet af te schrikken…? En dan verberg ik mijn gezicht in de pels van mijn trouwe gezellen om mijn tranen te verbergen… . Naar een verhaal op internet: www.Doggy.net
20 artikel
Zweden:
‘kwikhonden’ beschermen het milieu! De Zweedse Hundskolan, een hondenschool die speur- en blindengeleidehonden africht, zet sinds enkele jaren twee speciale honden in voor het opsporen van kwik. De honden kunnen hoeveelheden tot één milligram moeiteloos detecteren, en hebben ondertussen in Zweden al zo’n 3 ton van het giftige metaal gevonden. De expertise van de dieren wordt nu ook aangeboden aan de Europese en Belgische overheid om dit belangrijke milieuprobleem uit de wereld te helpen ‘Hij ziet er relaxed uit, hé’, wijst Kjell Avergren, manager milieuhonden van de Zweedse hondenschool, naar zijn prijsbeest Froy. “Dat is ook nodig. Een hond die zo geconcentreerd bezig is, moet zijn perioden van rust zeer goed gebruiken.” Het is trouwens een verdiende rust, want de Duitse herder heeft in drie jaar tijd een behoorlijke staat van dienst opgebouwd. Samen met zijn collega, de labrador Sigmund, heeft hij zowat alle Zweedse ziekenhuizen, universiteiten, scholen, fabrieken en tandartspraktijken afgesnuffeld op zoek naar residu’s van kwik. Dankzij de tandem SigmundFroy heeft de Zweedse overheid ondertussen maar liefst 3 ton van het goedje kunnen opsporen. Kwik is, volgens het Zweedse milieuvervuilings-agentschap, een van de grootste vervuilers ter wereld, en moet daarom verdwijnen uit het ecosysteem. Het kan niet chemisch worden afgebroken of vernietigd, waardoor het een blijvend ecologisch probleem vormt. Micro-organismen
Ronde 1
in de grond en in het water kunnen het metaal omvormen tot een giftige methylverbinding, die tot in de voedselketen kan doordringen. In Zweden wordt het probleem zeer au sérieux genomen: de overheid heeft in 1994 speciaal middelen vrijgemaakt voor een vijfjarenplan tegen kwik. Die middelen zijn verspreid over verscheidene projecten. Eén daarvan is het omscholen van werkloze elektriciens tot ‘kwikinspecteurs’. Daarnaast werden twee speciale kwikspeurhonden getraind. “Omdat onze honden snel en efficiënt werken, besparen wij elke dag zo’n 200.000
frank (5000 euro) ten opzichte van conventionele zoekmethodes”, verklaart Avergren. “Dat betekent een winst van zo’n 90 miljoen frank (2.250.000 euro) over de laatste drie jaar.” De twee dieren komen uit een school die honden traint voor het zoeken naar PCB’s, explosieven en drugs, en voor het begeleiden van visueel gehandicapten. “Honden met een uitgesproken jachtinstinct zijn niet geschikt voor de begeleiding van blinden, omdat ze niet rustig genoeg
21 artikel
zijn”, legt Avergren uit. “Froy en Sigmund zijn te nieuwsgierig om als geleidehond te dienen, maar dit werk doen ze uitstekend.” De honden zijn in staat om hoeveelheden tot 1 milligram te detecteren. Zij speuren dagelijks gootstenen, scheuren in de vloer, lege flessen, kasten en riolen af. Kwikresidu’s bevinden zich veelal in verouderde ziekenhuis- en laboratoriumapparatuur: thermometers, luchtvochtigheidsregelaars , bloeddruk-meters en verdelingspompen. Het opsporingswerk houdt, volgens Avergren, geen enkel gevaar in voor de honden zelf. “Telkens wanneer ze kwik vinden, halen we ze onmiddellijk weg”, beweert Avergren. “Bovendien worden ze geregeld aan tests onderworpen, en de laatste drie jaar zijn er nog geen verhoogde kwikconcentraties in hun lichaam gevonden.” De twee honden kunnen ondertussen op heel wat internationale belangstelling rekenen. “Alle Scandinavische landen hebben ons al benaderd, maar ook de Amerikaanse Environmental Protection Agency en de North Sea Commission toonden interesse. Als die belangstelling zich in concrete projecten omzet, zullen we uiteraard meer honden moeten trainen.” Deze week doet een afvaardiging van de Hundskolan onze hoofdstad aan, voor besprekingen met onder meer de Life Foundation, de Europese Commissie voor Leefmilieu, Volksgezondheid en Consumentenzaken en de Belgische overheid. Uit: De Morgen, 20/10/’99
Ronde 1
BEROEMDE HONDEN MET SPECIALE TALENTEN AIREDALE JACK In de eerste Wereldoorlog redde deze berichthond een Brits bataljon dat onder zwaar vuur lag. Ze stuurden hem naar het hoofdkwartier om versterking te vragen. Ondanks zijn wonden voltooide hij de tocht van 6,5 km. Kort na zijn aankomst stierf hij. ANTIS Deze Duitse Herder vloog in de Tweede Wereldoorlog mee met Tsjechische vliegtuigen. Hij waarschuwde voor vijandige vliegtuigen en redde mensen uit een gebombardeerd huis. Als enige niet-Britse hond kreeg hij de Dickin Medal voor uitzonderlijke moed.
BARRY De beroemste reddingshond van het klooster van Sint-Bernard (1800-1812). Hij redde meer dan 40 mensen.
Barry redt een verdwaald kind
BLACK KNIGHT Deze bekende Pekinees (19451955) woonde met zijn bazin Lady Munnings onder andere de kroning van koningin Elizabeth II bij. Er is
Antis en zijn baas
BALTO Sledehond die in 1925 door zware sneeuwstormen geneesmiddelen bracht naar het door difterie getroffen Nome in Alaska. BECERILLO Krijgshond die de Spaanse conquistadores hielp bij de verovering van Amerika. Zijn naam betekent ‘stierkalf’.
Black Knight aan tafel een boek over hem geschreven.
BOBBIE UIT OREGON In 1923 verdwaalde Bobbie tijdens de vakantie. De familie moest hem achterlaten, maar Bobbie vond zelf de weg naar huis van Indiana naar Oregon (V.S.). Tijdens zijn reis van 6 maanden over 4800 km stak hij drie rivieren en de Rocky Mountains 22 artikel
over.
Bothie met reisgenoten
BOTHIE Als mascotte van de Transglobe Expedition (1979-1982) reisde deze Terrier 83.200 km rond de wereld en bereikte als enige hond de Noord- en de Zuidpool.
Ronde 1
Macaire aanviel, werd dit als een beschuldiging opgevat. Er volgde een duel tussen mens en hond. Dragon won en Macaire bekende.
FALA De Schotse Terrier en vaste metgezel van de Amerikaanse
BOY Deze poedel van prins Rupert van de Rijn vocht samen met zijn baas en zou bovennatuurlijke vermogens hebben gehad. Hij sneuvelde in de slag bij Marstonmoor (1644). BUDDY De eerste Amerikaanse blindengeleidehond (in de jaren twintig). Haar succes kreeg veel
Pickles bij de pers president Franklin D. Roosevelt.
HACHIKO De Japanse versie van Greyfriars Bobby. Nadat zijn baas in 1925 op zijn werk overleden was, wachtte Hachiko tien jaar lang elke avond Maida poseert
Judy aan boord navolging.
BULLET De Duitse Herder van Roy Rogers, en de ster van de Roy Rogers Show in de jaren vijftig.
Pompey redt zijn baas op de trein. Hij werd een nationale held.
DRAGON Dragons baas Aubry de Montdidier werd in 1371 vermoord. Toen
JUDY Een mascotte van de Britse marine, die in de Tweede Wereldoorlog meer dan twee jaar krijgsgevangene was van Japan. LAIKA De eerste ruimtevaarder, in de Russische Spoetnik II (1957). Eigenlijk is Laika de naam van haar ras. Ze stierf in de ruimte, want er was geen manier om haar terug te brengen. In 1988 hebben wetenschappers hiervoor hun verontschuldigingen aangeboden.
Laika in haar capsule Dragon daarna Richard van
23 artikel
Ronde 1
NIPPER Een door Francis Barraud geschilderde Foxterrier, die het handelsmerk werd van de Gramophone Company. Na zijn dood in 1875 werd de afbeelding
Rin Tin Tin nog 50 jaar gebruikt.
MAIDA De grote Deerhound-Mastiff van Walter Scott, die zich op zijn kop liet zitten door Scotts kat. Hij werd zo vaak geschilderd dat hij zuchtte
als hij een schilder zag.
OWNEY Een Amerikaanse hond die in zijn eentje met posttreinen meereed en zo verscheidene landen bezocht. PATSY ANN Een Bull Terrier uit Juneau in Alaska, die bezoekende schepen begroette, en in 1934 van de burgemeester officieel de opdracht daartoe kreeg. PERITAS De lievelingshond van Alexander de Grote, die de expeditie naar 24 artikel
India meemaakte. Er werd een stad naar hem genoemd, waar hij een standbeeld kreeg.
Ronde 1
PICKLES De bastaard die in 1966 de gestolen Wereldbeker terugvond. POMPEY Een Mopshond die in 1572 het leven van Willem de Zwijger redde door hem te waarschuwen voor een nachtelijke aanval, terwijl zijn bewakers sliepen. PRINCE Een kruising tussen een Ierse Terrier en een Collie, die in 1914 vanuit Londen zijn baas opspoorde in de Franse loopgraven. Hij werd de mascotte van het regiment. RADAR Een Duitse Herder die beroemd werd als de ster van de tv-serie Softly, Softly.
25 artikel
Ronde 1
RIN TIN TIN De eerste hond die een echte filmster werd. In de jaren twintig speelde hij in 40 stomme films. ROB Een hond die in de Tweede Wereldoorlog meer dan 20 parachutesprongen maakte en daarvoor vele medailles kreeg. ROQUET Een Franse hond uit de 14de eeuw, die de aan pest lijdende en op sterven liggende Sint-Rochus in de bossen vond en zijn leven redde door hem eten te bregen en zijn zweren te likken. Dit werd elk jaar herdacht op 16 augustus. SOTER Nadat 49 van de 50 waakhonden van de oude Griekse stad Korinthe door een verrassingsaanval waren gedood, sloeg Soter alarm en redde de stad.
26 artikel
Ronde 1
TRUMP De eerste Jack Russel Terrier, die dominee John Russell, een verwoed jager, in 1819 kocht. Trumps opvolgers zijn nu een populair ras. ZEUS Deze Duitse Herder was de eerste getrainde reddingshond in Korea. In 1998 werd hij daar bekend toen hij een slachtoffer van een verkeersongeluk had gered. Uit: Het beste boek over honden; Amanda O’Neill, 1999, Gottmer, Haarlem.
27 artikel
Ronde 1
28 opdrachten
Ronde 1
Met honden naar drugs en explosieven speuren
Toen vijf vrouwen uit Bogotá, Colombia, in 1988 argwaan wekten op het Londense vliegveld Heathrow, werden er snuffelhonden bijgehaald om de bagage te doorzoeken. De honden leidden de douanebeambten naar de 20 lp’s die in elk van de koffers zaten. Toen de lagen vinyl van de platen werden opengewerkt, vond men cocaïne die tussen de helften verstopt zat. In de platen en in boekkaften werd in totaal 16 kilo drugs aangetroffen. De vrouwen kregen elk 14 jaar gevangenisstraf. Politie en douane werken overal ter wereld met snuffelhonden bij het opsporen van drugs en explosieven. De honden die voor dit werk worden afgericht zijn voornamelijk jachthonden als labradors en spaniëls, en collies. Honden hebben een veel beter reukvermogen dan mensen, omdat de geurreceptoren op het puntje van de hondenneus 100 keer langer zijn dan bij de mens. Het africhten van een snuffelhond duurt normaal gesproken zo’n 12 weken. De hond leert eerst één bepaalde explosief of drug te herkennen. De africhter verstopt wat van het spul in iets wat de hond in zijn bek kan houden - een opgerolde krant, een buis of een oude lap - en wat al eerder als oefenmateriaal is gebruikt. De hond moet deze spullen naar de africhter terugbrengen en wordt daarvoor beloond. Die beloning houdt in dat er iets gedaan wordt wat de hond leuk vindt - en komt meestal neer op stoeien of verstoppertje spelen met de africhter. De hond leert zo de geur van het oefenmateriaal, dus in feite de geur van de drug of het explosief, kennen. Er wordt regelmatig van oefenmateriaal gewisseld, maar de geur blijft steeds hetzelfde. Aanvankelijk wordt het materiaal in het zicht van de hond gelegd, maar later wordt het verstopt. De honden worden ook vertrouwd gemaakt met de geur van allerlei parfums, omdat de smokkelaars daarmee de geur van de drugs trachten te maskeren. Een hond kan uiteindelijk 12 verschillende soorten explosieven leren herkennen en vier verschillende soorten drugs, meestal marihuana, cocaïne, heroïne en amfetamine. Als de hond moet gaan zoeken naar drugs, bijvoorbeeld in een vrachtwagen of pakhuis, krijgt hij een speciaal tuig om ten teken dat hij aan de slag moet. Als hij een geur op het spoort komt waarvan hij weet dat hij ervoor wordt beloond, raakt hij opgewonden en weten de douanebeambten of politiemensen dat ze het zaakje over moeten nemen. Uit: Readers Digest, Wist je dat? Amsterdam, 1992)
29 opdrachten
Ronde 1
“Goede baasjes melden mij”: Identificatie en registratie van honden Melding van gevaarlijke honden U HEBT EEN HOND.
Dan bent u sinds 1 september 1998 verplicht uw huisdier te laten identificeren en registreren.
Wanneer moet uw hond geïdentificeerd en geregistreerd zijn? - Als uw hond bij u thuis geboren is na 1 september 1998. - Als uw hond weggegeven of verkocht wordt. - Als u een hond koopt of krijgt, moet u van de verkoper een document krijgen. Een hond mag niet van eigenaar veranderen zolang die geen identificatie- en registratiebewijs heeft.
Hoe wordt uw hond geïdentificeerd? - Uw dierenarts plaatst een tatoeage. - Uw dierenarts plaatst een microchip. Hoe wordt uw hond geregistreerd? - U moet voor de registratie zelf niets doen. - Uw dierenarts stuurt na de identificatie alle gegevens naar de Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden (B.V.I.R.H.). Ten laatste na drie weken ontvangt u per post een document waarop alle gegevens van u en uw hond vermeld staan. Dit document is het bewijs van identificatie en registratie van uw hond. Wat doet u als u verhuist? U stuurt het onderste gedeelte van het identificatie- en registratiebewijs met uw nieuwe gegevens naar de B.V.I.R.H. Wat doet u als uw hond overlijdt? U stuurt het onderste gedeelte van het identificatiebewijs naar de B.V.I.R.H. met de vermelding van de overlijdensdatum. Hoeveel kost de identificatie en registratie van uw hond?
30 opdrachten
Ronde 1
- De prijs voor het plaatsen van de microchip of tatoeage wordt bepaald door uw dierenarts. - De prijs van registratie bedraagt 500 BEF als uw hond voor de eerste keer geregistreerd wordt. U betaalt dit bedrag aan uw dierenarts, die het op zijn beurt overmaakt aan de B.V.I.R.H. U HEBT EEN GEVAARLIJKE HOND. Dan bent u verplicht melding te doen van uw hond in uw districtshuis of in een stadskantoor. Als uw hond, jong of oud, tot één van de volgende rassen behoort of een kruising is van één van die rassen. Pitbull Terrier Fila Braziliero Tosa Inu Akita Inu Dogo Argentino American Staffordshire Terrier
English Terrier-Bull Terrier Mastiff (elke oorsprong) Band Dog (kruising Pitbull en Mastiff) Rhodesian Ridgeback Dog de Bordeaux Rottweiler
Wat doet u als uw gevaarlijke hond nog niet geïdentificeerd en geregistreerd werd? - Uw dierenarts plaatst bij uw hond een microchip of tatoeage. - Ten laatste na drie weken ontvangt u een identificatie- en registratiebewijs van de B.V.I.R.H. - Met dit bewijs en uw identiteitskaart gaat u vanaf 1 maart 1999 naar uw districtshuis of stadskantoor. U ontvangt dan een bewijs van melding. Let wel, de melding moet gebeuren voor uw hond zes maanden oud is. Wat doet u als uw hond reeds geïdentificeerd werd vóór 29 oktober 1998 met een microchip of tatoeage? U gaat met het identificatiebewijs (niet met uw hond!) én het registratiebewijs van de B.V.I.R.H. naar uw districtshuis of stadskantoor.
Wat moet u doen als u de nieuwe eigenaar wordt van een gevaarlijke hond ouder dan zes maanden? De registratie moet eerst door de B.V.I.R.H. veranderd worden. Vervolgens gaat u binnen een termijn van 30 dagen melding doen in uw districtshuis of stadskantoor.
31 opdrachten
Ronde 1
Wat doet u als u verhuist? U stuurt het onderste gedeelte van het identificatie- en registratiebewijs met uw nieuwe gegevens naar de B.V.I.R.H. Als u in de stad Antwerpen blijft wonen, moet u geen nieuwe melding in uw districtshuis of stadskantoor meer doen. Verhuist u naar een andere gemeente, dan doet u melding van uw gevaarlijke hond in die nieuwe gemeente.
Wat kost de melding van een gevaarlijke hond? De melding van uw gevaarlijke hond is gratis.
MEER INLICHTINGEN: Stad Antwerpen - Burgerzaken/Volksgezondheid Van Immerseelstraat 11-23 2018 Antwerpen tel. 03/231 87 30
[email protected] B.V.I.R.H. Postbus 168 1060 Brussel tel. 070/22 24 45, fax 070/22 24 46 www.abiec-bvirh.be,
[email protected]
32 opdrachten