vision
nr. 8 - september 2011
© Luc Schuiten
>> Duurzaamheid in stedelijke omgeving Steden vergen een totaalaanpak
>> Energyville wordt model voor duurzaam bouwen >> Limburg wil klimaatneutraal worden >> Slimme netten vragen slimme toestellen >> havensteden zetten koers naar duurzame energie >> hitte-eilandEFFECT in kaart gebracht >> luchtkwaliteit in moderne kantoorgebouwen onder de loep >> In de kijker >> KMO vindt vito!
Beste lezer, Steden hebben een forse invloed op het leefmilieu, onze gezondheid, het energieverbruik, de afvalproductie … Bovendien zullen wereldwijd steeds meer mensen in steden gaan wonen. Daarom groeit het besef dat duurzame steden onontbeerlijk zijn voor een duurzame toekomst. Dit jaar hebben we bij VITO de Taskforce Duurzame Stedelijkheid opgericht: ons antwoord op de vraag naar totaaloplossingen voor steden. Een systeemaanpak die vertrekt van energie als cruciaal thema, maar ook oog heeft voor alle andere aspecten die de duurzaamheid van een verstedelijkt gebied bepalen: afval- en materialenbeheer, duurzaam omgaan met water, mobiliteit, bereikbaarheid, leefbaarheid, groen in de stad, enzovoort. Tal van opgebouwde VITO-kennis vormt de meerwaarde in de zoektocht naar methodieken voor duurzame stedelijkheid. Door ze samen te voegen en kruisverbindingen te stimuleren bieden we een globale kijk aan die van betekenis is in het opzetten – samen met partners – van zogenaamde urban transition labs.
VITO VISION 8 - september 2011
2
Het energieonderzoek van VITO wordt in de toekomst gecentraliseerd in EnergyVille, een technologiesite die we samen met K.U.Leuven en imec en met Europese steun uitbouwen in Waterschei. Niet alleen zal er in dit centrum hoogstaand energieonderzoek plaatsvinden, ook de site zelf wordt een voorbeeld op het gebied van energiezuinig en duurzaam bouwen. Smart grids zijn een dragend onderdeel van duurzame steden. In de vorige edities van VITO VISION namen we het VITO-onderzoek op het gebied van deze intelligente energienetten onder de loep. In deze editie zoomen we in op de ontwikkeling van slimme huishoudtoestellen. Dat smart cities ook met stip genoteerd staan op de Europese beleidsagenda, blijkt uit de VITO-deelname aan tal van Europese projecten in dit domein. E-harbours focust op innovatieve energiemodellen en -systemen voor havensteden. VITO onderzoekt samen met het Havenbedrijf Antwerpen of een Virtual Power Plant kan opgezet worden tussen verschillende bedrijven. Ook luchtkwaliteit – zowel buiten- als binnenshuis – is een actueel stadsthema. In OFFICAIR wordt in een consortium met dertien Europese partners de luchtkwaliteit in moderne kantoorgebouwen onder de loep genomen. Een reëel probleem in de Europese steden van vandaag en morgen is het hitte-eilandeffect. Onze onderzoekers hebben een state-of-the-art computermodel ontwikkeld om dit effect in een aantal Europese steden te evalueren. Dit veelbelovende model kan uitgroeien tot een handig hulpmiddel om het probleem te monitoren en de effecten van klimaatmaatregelen in de stad na te gaan. Duurzame steden vragen ook inspanningen op het lokale niveau. De provincie Limburg zet in Vlaanderen de toon met haar ambitie om klimaatneutraal te worden. Met de burgers, de gemeenten en de bedrijven wordt een participatief traject opgezet om de klimaatneutraliteit stapsgewijs te realiseren. De studie ‘Scenario’s voor een klimaatneutraal Limburg’, uitgevoerd door een consortium onder leiding van VITO, ligt aan de basis van het Limburgs Klimaatbeleid.
Ik wens u veel leesplezier, Dirk Fransaer Gedelegeerd bestuurder
FOCUS: Duurzaamheid in stedelijke omgeving
“Het is alles of niets: steden vergen een totaalaanpak”
S
De uitdagingen zijn enorm, menen Guy Vekemans en Yves De Weerdt van VITO: “In een stad komen werkelijk alle behoeften samen in een complex stedelijk systeem. Enkel integrale oplossingen zijn in zulke context echt duurzaam, zoveel is duidelijk. Met een nieuwe Taskorce Duurzame Stedelijkheid leggen we ons toe op de systeemaanpak die steden nodig hebben.”
Duurzame steden stijgen flink in de ranking van strategisch belangrijke thema’s, zowel in Vlaamse als internationale beleidsprogramma’s. Daar zijn goede redenen voor: hun invloed op demografische veranderingen, mobiliteit, afvalproductie, gezondheid, energieverbruik … wordt steeds groter. En: de maatschappelijke en economische uitdagingen worden in de steden het hardst gevoeld, zowel bij economische groei als bij economische krimp. Bovendien kan in duurzaam georganiseerde steden de ecologische voetafdruk per individu vele malen meer gereduceerd worden dan in landelijk gebied. Door een compacte structuur en hoge bevolkingsdichtheid hebben duurzaamheidsmaatregelen in een stad immers een groter effect. Duurzame steden worden dan ook gezien als
een belangrijke sleutel om onze hele maatschappij meer duurzaam te maken.
Europa zet de toon Ook in het Europese beleid evolueert duurzame stedelijkheid tot een prioriteit. De toekomst van Europa ligt in de steden. Tegelijk staat Europa voor de taak om haar bestaande steden en gebouwen klaar te stomen voor een duurzame en ‘slimme’ toekomst. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat ‘Smart cities’ één van de thema’s is van het Europese SET-plan (Strategic Energy Technology plan). Met het European Industrial Initiative on Smart Cities (dat binnen het SETplan past) wil Europa een inhaalbeweging maken in de ontwikkeling van intelligente duurzame energiesystemen toegespitst op steden.
Tegelijk is ook de European Energy Research Alliance (EERA) opgericht, een samenwerking van vooraanstaande Europese onderzoeksinstellingen om de ontwikkeling van nieuwe technologieën aan te jagen door middel van gezamenlijke onderzoeksprogramma’s. Een ander initiatief is Urban Europe: een project waarin lidstaten samen zoeken naar systeemmethodes om steden om te vormen naar innovatiecentra en er tegelijk de sociale cohesie en integratie te bevorderen. Ook de KIC ‘InnoEnergy’ (Knowledge and Innovation Community), waarvan EnergyVille deel uitmaakt, is een bewijs van de versnelling die Europa wil inzetten inzake duurzame energie. Samenwerking tussen industrie, onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven, met als doel innovaties, nieuwe toepassingen
VITO VISION 8 - september 2011
3
teden bedekken maar 1 % van het aardoppervlak, maar geven wel onderdak aan de helft van de wereldbevolking. Veel mensen die samen op een relatief beperkte oppervlakte werken, wonen en leven: dat resulteert doorgaans in een ecologische voetafdruk van formaat én brengt de leefbaarheid, de vitaliteit en de bereikbaarheid van onze steden in het gedrang.
wij verbreden dit onmiddellijk naar andere thema’s, die even goed de duurzaamheid van een stad bepalen. Denk maar aan afval, materialen, het sluiten van kringlopen, water, groen in de stad, luchtkwaliteit, gezondheid, mobiliteit, sociologische vraagstukken, leefbaarheid, duurzame services ... Dit alles moet helpen om de ecologische voetafdruk van de steden drastisch te verkleinen. Onze nieuwe Taskforce Energie als hefboom Door zich te specialiseren in energie- DUS! (Drivers of Sustainability) technologieën, energie- en milieu- past helemaal binnen die globale transitie en smart grids investeert transitieaanpak. Ze is gegroeid uit VITO al geruime tijd in knowhow de Taskforce Duurzaam Wonen en die relevant is voor duurzame ste- Bouwen, waarmee we ons de afgedelijke ontwikkeling, of althans de lopen jaren vooral toelegden op inenergiepoot daarvan. Rond die ex- dividuele gebouwen en materialen. pertise wil ze nu een geïntegreerde Vele duurzaamheidsaspecten of inaanpak voor globale duurzame ste- novatiemogelijkheden overstijgen echter het niveau van een gebouw delijkheid uitbouwen. en situeren zich op het niveau van Yves De Weerdt: “Een duurzaam een wijk of stad. Denk maar aan stedelijk systeem komt niet tot warmtenetten, geothermie, groene stand via geïsoleerde deeloplossin- steden, ecosysteemdiensten, mobigen. Elke stad is immers een smelt- liteitsoplossingen …” kroes van functies. Energie is een cruciaal thema in stedelijke duur- “We hebben bij VITO een indrukwekzaamheidstransities, maar niet het kend brede waaier aan expertises in enige. Europa maakt momenteel huis: mobiliteit en transport, enervan energie een essentieel en over- gie-efficiënte gebouwen, intelligente koepelend stedelijk thema, maar energienetwerken, ruimtelijke moen vernieuwende businessmodellen en opleidingen te ontwikkelen, vormt de basis van de Europese KIC’s, die ook rond ICT en klimaat worden opgezet. Het VlaamsNederlandse co-locatiecentrum van de KIC ‘”InnoEnergy’”, waarin EnergyVille, Eandis, TNO en TU Eindhoven samenwerken, zal focussen op smart cities.
VITO VISION 8 - september 2011
4
dellering, binnenluchtkwaliteit, materiaaltechnologie, duurzaamheidsbeoordelingen, transitiemanagement ... Die expertises worden des te sterker wanneer we ze samenvoegen. Dat is een belangrijke rol voor de Taskforce, die daarnaast ook moet helpen om directer in te spelen op opportuniteiten, ook in Europees verband. Belangrijk, want internationaal gezien mag Vlaanderen de boot niet missen die koers zet richting duurzame steden én de hele sociaal-economische ontwikkeling die daar rond hangt”, aldus De Weerdt.
De stad als laboratorium Guy Vekemans: “De Europese ambitie rond CO2-reductie is een niet te onderschatten uitdaging. De Europese steden tellen de meeste bewoners én vertegenwoordigen de grootste voetafdruk. Dus kunnen we niet anders dan integrale oplossingen uitwerken. Onze steden moeten echte ‘centers of excellence’ worden in de transitie naar een CO2-neutraal energiesysteem. Door echte innovatiecentra te worden, kunnen de steden ook op economisch
VITO VISION 8 - september 2011
5
vlak aantrekkingspolen worden en blijven. We spreken ook wel van ‘urban transition labs’: stedelijke pilootprojecten waaruit we leren, maar die tegelijk ook voor economische prikkels, voor jobs zorgen, projecten die omwille van hun attractiviteit een uithangbord worden voor de regio.” De Weerdt: “Niet alleen technologische oplossingen zijn essentieel, ook het werken aan kwaliteiten is belangrijk. Denk maar aan het comfort van woningen, betaalbaarheid, bereikbaarheid, esthetische kwaliteit ... Dat zal een innovatieve dialoog vragen, onder meer tussen technologie en de praktijk van de design- en architectuurwereld. Met de urban transition labs richten we ons op het proces om stedelijke systemen duurzaam te maken. Daarbij moet ook de samenwerking met de eindgebruikers alle aandacht krijgen. Het succes van zulke innovatieve transitieprojecten is uiteindelijk afhankelijk van de acceptatie door de eindgebruiker en vergt dus ook een
brede participatieve aanpak met alle stakeholders. In een denkgroep waartoe ook Drift (Dutch Research Institute for Transitions) en het Wuppertal Instituut behoren, werkt VITO mee aan een methodiek voor deze stedelijke experimenten.”
Tweewaters Het ambitieuze project Tweewaters aan de Vaartkom in Leuven is een mooi voorbeeld van die holistische kijk op stadsontwikkeling. Projectontwikkelaar Ertzberg koos bewust voor duurzaamheid als rode draad bij de ontwikkeling van het 11 hectaren groot projectgebied tot een stadsdeel van de 21e eeuw. Daarvoor nam het multidisciplinair team van Ertzberg ervaren industriële partners onder de arm, zoals VITO, Eneco, Energy ICT en Canalco. “Zo zal de stadswijk zelf in groene elektriciteit en groene verwarming voorzien en zelfs energie leveren aan de omliggende buurt”, zegt Vekemans. “Hierdoor bespaart Tweewaters jaarlijks meer dan 9 000 ton CO₂ en wordt het een
belangrijk pilootproject voor CO₂negatieve wijken in België. Maar de focus ligt niet alleen op energie. Met Tweewaters kiest Ertzberg dus voor een holistische aanpak. Alle facetten die vervlochten zitten in onze maatschappij en impact hebben op de ecologische voetafdruk komen aan bod in deze stadswijk: energie, water, afval, materialengebruik, mobiliteit, ruimtegebruik, consumptie. Met de ‘Urban convenience’ visie in de stadswijk, wil Ertzberg bewijzen dat ecologie en leefcomfort hand in hand kunnen gaan. Het gaat niet – zoals vele mensen vrezen – over minder architectuur, minder esthetiek, minder comfort ... maar wel over innovatie en intelligente oplossingen. We doen een oproep aan steden, projectontwikkelaars, materiaalpro- ducenten, energiebedrijven, noem maar op, om met open en breed vizier naar onze steden te kijken.” Meer info:
[email protected]
Energiekenniscentrum in Waterschei in conceptfase
EnergyVille wordt model voor duurzaam bouwen
I
VITO VISION 8 - september 2011
6
ntelligente elektriciteitsnetwerken en slim wonen zijn belangrijke kenmerken van het groen stedengewest dat Vlaanderen tegen 2020 wil zijn. Ze vormen meteen ook de onderzoeksfocus van EnergyVille, het gloednieuwe onderzoekscentrum dat VITO en K.U.Leuven samen met een groep andere partners straks zullen bouwen in Waterschei (Genk). EnergyVille moet niet alleen het hart van het Vlaamse energieonderzoek worden, de ontwerpers van de site zullen ook een staaltje van energie-efficiëntie ten beste geven. Centralisatie van het Vlaamse energieonderzoek: dat is het opzet van EnergyVille. EnergyVille wordt een onderdeel van de KIC (Knowledge and Innovation Community) ‘duurzame energie’. De Europese KIC’s zijn de vertaling van de Europese strategie om de samenwerking tussen onderzoeksinstellingen aan te moedigen om zo de energie- en klimaatproblematiek daadkrachtig aan te pakken.
Initiatiefnemers VITO en K.U. Leuven streven met de oprichting van EnergyVille naar het beter toepasbaar maken van innovatieve energietechnologieën en
wetenschappelijke expertise. De opgedane kennis over intelligente energienetten of smart grids willen ze gebruiken om tegen 2020 van Vlaanderen een groen stedengewest te maken en te helpen om Europa CO₂-vrij te maken tegen 2050.
Uitblinken in energie In het onderzoekscentrum zullen zo’n 200 onderzoekers dagelijks werken aan de ontwikkeling van duurzame technologieën. Het is dan ook niet meer dan logisch dat ook het gebouw zelf een voorbeeld is op het gebied van duurzaamheid. Dirk Vanhoudt van VITO leidt de
Gouverneur Herman Reynders en burgemeester Wim Dries knipten in aanwezigheid van Vlaams viceminister-president Ingrid Lieten het lint door.
werkgroep die waakt over de duurzaamheid van het project - vandaag al in de ontwerpfase en straks ook wanneer de bouw van start gaat: “Zowel VITO als K.U.Leuven beschikt over heel wat expertise in duurzaam bouwen. Die kennis willen we meegeven aan de architecten van de EnergyVille-gebouwen, die overigens werden geselecteerd onder meer op basis van onder meer hun expertise in duurzaam bouwen. Onze adviezen en richtlijnen moeten het designteam helpen om een duurzaam gebouw te ontwerpen dat op een aantal vlakken state-of-the-art is. Als eerste stap hebben we een reeks duurzame ideeën en concepten opgesomd, waarvan we vinden dat ze ten minste het bestuderen waard zijn. Verschillende experts, zowel binnen VITO als K.U.Leuven, hebben hun wensen op papier gezet, elk vanuit hun specialisatiedomein. Met die voorstellen in de hand zitten we nu met de ontwerpers rond de tafel. Zij gaan nu de haalbaarheid grondiger bekijken. Het geheel moet immers niet alleen functioneel en duurzaam zijn, maar ook betaalbaar.” “Het is een veelomvattend advies geworden dat zeker niet alleen over energie gaat”, zegt Dirk Saelens van K.U.Leuven. “Zo willen we streven naar maximaal hergebruik van regenwater en de lozing van sanitair
zoals zon, wind en water. Eén van de pistes die we onderzoeken, is of het mijnwater dat in de ondergrond aanwezig is, kan aangewend worden om een warmtenet aan te leggen.”
afvalwater beperken. We trachten ook zoveel mogelijk met duurzame materialen te werken. En er wordt ook veel aandacht geschonken aan de kwaliteit van de binnenlucht, het akoestische en het visuele comfort. Natuurlijk treedt vooral energie op de voorgrond. Het is dan ook vooral in dit domein dat we met EnergyVille echt willen uitblinken.”
Actief gebouw VITO en K.U.Leuven willen in EnergyVille bijvoorbeeld een pak verder gaan dan wat de
energieprestatieregelgeving (EPB) oplegt. “We mikken op een nulenergiegebouw”, zegt Saelens. “Dat is een gebouw dat evenveel energie opwekt als het nodig heeft om comfortabel te zijn. Bijvoorbeeld op het vlak van isolatie wordt de lat hoog gelegd. Het gebouw wordt optimaal geïsoleerd om de warmtebehoefte in de winter te beperken en het krijgt een performante zonnewering om extra koeling in de zomer te beperken. De energie die vervolgens nog nodig is, wordt opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen
Meer info: www.energyville.be
EnergyVille zet eerste stap in Genk O p 15 juni 2011 opende EnergyVille haar tijdelijke vestiging in Genk. Dat gebeurt in afwachting van de realisatie van het EnergyVille-gebouw op de oude mijnsite Waterschei-Thor. Hiermee kunnen al een dertigtal wetenschappers van K.U.Leuven en VITO aan de slag om op een gezamenlijke locatie te werken.
Tijdens de opening van de tijdelijke vestiging van EnergyvVille toonden de sprekers aan welke belangrijke rol energieonderzoek in Vlaanderen kan spelen in de grote uitdagingen op het vlak van de wereldenergievoorziening. De noodzaak aan hernieuwbare energievoorzieningen zorgt ervoor dat een stad in de toekomst een knooppunt wordt van energieopwekking, -vraag en -infrastructuren, zoals intelligente energienetten en energie-efficiënte gebouwen. EnergyVille is als leidend Europees expertisecentrum de drijvende kracht achter de transitie naar een duurzame energievoorziening voor grote stedelijke omgevingen. Dankzij structurele relaties met alle relevante stakeholders, levert EnergyVille fundamenteel en toegepast onderzoek ten voordele van de hele gemeenschap en leidt het initiatief competente mensen op. EnergyVille is een samenwerking tussen de onderzoeksinstellingen K.U.Leuven, VITO en imec, en krijgt de steun van
de stad Genk, de Vlaamse regering en de Europese structuurfondsen. Bovendien is de locatie uitermate geschikt voor de doelstellingen van EnergyVille. De stad Genk, eens groot geworden dankzij de steenkool, zet nu volop in op duurzaamheid. EnergyVille is daarvoor een belangrijke katalysator, zoals burgemeester Wim Dries benadrukte. Het is bovendien de ambitie van de provincie Limburg om tegen 2020 als eerste regio in de wereld een CO2-neutraal label te behalen. “Met een gemeenschappelijk Limburgs actieplan leveren wij niet alleen een fundamentele bijdrage in de strijd tegen de opwarming van de aarde, maar scoren wij ook als voorbeeldregio waar het dubbel interessant is om te komen wonen of te investeren. En een duurzame provincie heeft in laatste instantie ook een impact op onze eigen gezondheid”, legde gouverneur Herman Reynders uit. Vlaams viceminister-president Ingrid Lieten wees op het feit dat EnergyVille de Europese hotspot moet worden voor duurzaam energieonderzoek. “De sector van groene en gezonde energie zal namelijk steeds belangrijker worden de komende jaren en dat zal enorm veel jobs opleveren. Binnenkort benijdt heel Europa Limburg en Genk voor de aanwezigheid van het toponderzoekscentrum EnergyVille”, aldus Lieten.
7 VITO VISION 8 - september 2011
Voorlopig voorontwerp
Vanhoudt: “Natuurlijk is de energievraag niet altijd even groot als het energieaanbod. Daarom willen we ook een actief gebouw, dat in staat is het elektriciteitsnet te ondersteunen wanneer dit nodig is: energie afnemen op momenten dat er veel hernieuwbare energie op het net aanwezig is, en energie leveren wanneer energie op het elektriciteitsnet schaars is. De sturing van zo’n systeem is niet evident: het gebouw moet in staat zijn om slim om te springen met een variabel aanbod en vraag. Intelligente gebouwen voor slimme netten zijn de toekomst. Wij willen hier nu al op inzetten.”
Multidisciplinaire studie legt grondslag voor Limburgs klimaatbeleid
Limburg wil klimaatneutraal worden L imburg neemt het voortouw in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Tegen 2020 wil de provincie, als eerste in Europa, klimaatneutraal zijn. Een consortium onder leiding van VITO en Arcadis Belgium voerde een nulmeting uit en werkte verschillende scenario’s uit om de provincie klimaatneutraal te maken. Geïnspireerd door de resultaten van de studie gaat Limburg de uitdaging aan en lanceert de eerste concrete acties.
VITO VISION 8 - september 2011
8
Als provincie klimaatneutraal worden: die ambitie is geen peulenschil. Dat blijkt uit de TACO2-studie (Totaal Actieplan CO2), het onderzoek dat Limburg liet uitvoeren om de paden die leiden naar een klimaatneutrale provincie te verkennen. Uit de studie blijkt dat de 850 000 Limburgers per hoofd gemiddeld 11 ton CO2 per jaar uitstoten. In het totaal moet zo’n 10 miljoen ton CO2 per jaar vermeden worden. Peter Vercaemst, unitmanager bij VITO: “Onze studie toont aan dat een klimaatneutraal Limburg technisch gezien mogelijk is tegen het jaar 2020. Maar zowat alle denkbare maatregelen moeten dan worden uitgevoerd, ook de erg dure. Bovendien moet er heel veel energie uit biomassa gehaald worden. Als provincie beschikt Limburg gelukkig over heel wat biomassa, maar onvoldoende om alle nodige energie binnen de provincie te produceren. In de praktijk zal Limburg kiezen voor een mix van hernieuwbare energiebronnen. Interessant is ook dat een reeks maatregelen kostenneutraal te zijn. Daartegenover staat dat de maatschappelijke kost voor het reduceren van de laatste 3 miljoen ton CO2 erg hoog oploopt.”
Groene energie
Toch tonen de scenarioberekeningen aan dat er ook tegen 2020 heel wat mogelijk is als het beschikbare instrumentarium optimaal wordt ingezet. “De provincie kan een derde van haar CO2-uitstoot beperken zonder dat het Limburg iets kost. En als alle subsidies meegerekend worden, kan dit zelfs oplopen tot 50 %. Belangrijk is ook dat de uitvoering van deze klimaatmaatregelen een boost zal geven aan de investeringen en de werkgelegenheid in de provincie. Door allerhande isolatiemaatregelen en vervanging van energieverslindende toestellen kan het elektriciteitsverbruik per gezin gehalveerd worden. Zelf duurzame energie produceren moet voor een provincie
die klimaatneutraliteit nastreeft een prioriteit zijn. Alle beschikbare daken voorzien van fotovoltaïsche cellen bijvoorbeeld, of het potentieel voor windenergie maximaal benutten. Maar de provincie doet er ook goed aan haar heil te zoeken in nieuwe technieken die nog verder ontwikkeld moeten worden om rendabel te zijn. Denk maar aan CO2-opslag in steenkoollagen.”
Het “Covenant of Mayors”
De provincie neemt nu initiatieven waarbij zowel de gezinnen, de gemeenten, de bedrijven als haar eigen diensten klimaatprojecten opzetten. Ook de Limburgse gemeenten krijgen een centrale rol. Frank Smeets, gedeputeerde voor Leefmilieu van de provincie Limburg: “Tegen het einde van het jaar willen we alle 44 Limburgse gemeenten overtuigen om het Europese Covenant of Mayors te ondertekenen. Daarin beloven Europese steden en gemeenten om hun CO2-uitstoot tegen 2020 met meer dan 20 % te reduceren. Die gemeenten gaan dus verder dan de Europese 20-20-20 doelstelling ambieert. Genk en Hasselt hebben het convenant alvast ondertekend.” Ook de Limburgse bedrijven nemen het voortouw: de plannen om de elektriciteitscentrale in Langerlo (Genk) om te bouwen tot een biomassacentrale zijn concreet, evenals het idee om de restwarmte nuttig te gebruiken in een warmtenet in het bedrijventerrein Genk-Zuid. Deze warmte kan mogelijk gebruikt worden door nabijgelegen bedrijven, het ziekenhuis Oost-Limburg of woningen. De provincie heeft ook een heus Klimaatparlement opgericht. In mei kwam dit parlement voor de eerste maal samen. Vertegenwoordigers van zo’n 60 organisaties, van vakbonden en werkgeversorganisaties over sectorfederaties tot hogescholen uit de provincie hebben toen een engagementsverklaring ondertekend. Ook de Limburgse ETS-bedrijven (Emissions
Trading System) maken deel uit van dit parlement. Op 26 oktober is een tweede zitting voorzien die in het teken staat van de initiatieven waar de partners hun schouders zullen onderzetten. Om de maatregelen uit de studie verder uit te werken, zijn binnen de Limburgse cleantechwerking 11 zogenaamde dotanks opgericht die werken rond één welbepaald thema, zoals duurzaam bouwen, mobiliteit, natuur … Binnen elke do-tank worden tegen eind 2011 enkele projecten omschreven die de prioriteiten worden voor de komende jaren. Bovendien communiceert de provincie naar alle Limburgers onder het motto ‘Limburg gaat klimaatneutraal’. De provincie doet ook een oproep om als klimaatambassadeur mee te werken aan een klimaatneutrale provincie. Brede en laagdrempelige communicatie, via het Belang van Limburg en TV Limburg, moet de mensen warm maken. Ten slotte scherpt de provincie ook haar eigen interne milieuzorg aan, zodat ook het provinciebestuur als organisatie klimaatneutraal zal worden.
Een veerkrachtige provincie
Peter Vercaemst: “Eén van de belangrijkste lessen uit de studie is dat de provincie alle maatregelen en dus ook alle mogelijke partners zal nodig hebben om haar doel te bereiken. We bevelen ook een brede kijk aan: de transitie naar een duurzaam Limburg vraagt een nieuw soort denken en handelen met oog voor het langetermijnperspectief. Veerkracht, of goed kunnen omgaan met veranderingen, is in die transitie cruciaal. De klimaatwijziging stoppen lukt immers niet meer, ze beïnvloeden wel. Dat vraagt heel wat meer dan alleen technologische maatregelen. Ook flexibiliteit, diversiteit, een rijk ecologisch en sociaal kapitaal en innovatiecapaciteit zijn nodig. Limburg is alvast goed op weg!” Meer info:
[email protected]
Slimme netten vragen slimme toestellen mart grids of intelligente netten zijn onmisbaar voor de elektriciteitsvoorziening van de toekomst. Maar bij slimme netten horen ook intelligente huishoudtoestellen. Dat zijn warmtepompen, wasmachines en diepvriezers die kunnen reageren vraag en aanbod van elektriciteit.
Vlaanderen en Europa maken zich op voor een toekomst met groene energie en elektrische voertuigen. Om performant te blijven, moet het energienet zich hieraan aanpassen. Of nog: onze energienetten moeten intelligenter worden, zodat ze flexibel kunnen inspelen op aanbod en vraag. Het project Linear, een initiatief van K.U.Leuven en VITO, bestudeert hoe hernieuwbare energie optimaal benut kan worden door energieproducerende en -verbruikende toestellen in huishoudens intelligent aan te sturen, en hoe dit alles kan ingepast worden in een globaal energienetwerk. Het sluitstuk van het project is een grootschalige veldtest, waarbij het energieverbruik van een groep proefgezinnen actief wordt aangestuurd. De slimme huishoudelijke toestellen die VITO nu mee ontwikkelt, zullen dus niet alleen in het labo, maar ook in een reële omgeving worden uitgetest.
Gebruiksvriendelijk “Slimme toestellen zijn toestellen die hun energieverbruik aanpassen aan de elektriciteitsvraag op het net en aan de beschikbaarheid van bijvoorbeeld wind- en zonne-energie”, zegt Koen Vanthournout van VITO.
“Met behulp van een smartgridinterface kiest de gebruiker zelf wanneer het wasprogramma ten laatste moet beëindigd zijn. Wanneer dat exact gebeurt binnen de gestelde tijdspanne, beslist een actief vraagcontrolesysteem, zoals bijvoorbeeld de IntelliGator®. Dit pakket zet een virtuele elektriciteitsmarkt op tussen de verschillende elektriciteitsproducenten en -consumenten van het net. Op die manier werkt de machine op het meest gunstige moment. Bijvoorbeeld wanneer het verbruik het laagst is, of wanneer het net het minst belast is. Of wanneer er veel hernieuwbare energie geproduceerd wordt.”
Homelab “Momenteel werken we samen met een aantal industriële partners aan slimme wasmachines, droogkasten, vaatwassers, elektrische boilers en warmtepompen”, vertelt Vanthournout. “We bouwen ook een homelab, waarin we de elektrische installatie van een wijk nabootsen, compleet met alles erop en eraan: zonnecellen, warmtepompen ... Op deze installatie sluiten we huishoudelijke toestellen aan, die we vervolgens met metingen opvolgen. Eén van de toepassingen van onze slimme wasmachine is de veldtest in het kader van Linear. Testen in het labo is één ding, maar hoe mensen met nieuwe systemen omgaan, is nog een heel andere zaak. Die aspecten onderzoeken is precies het doel van de veldtest.” Meer info:
[email protected]
VITO houdt nieuwe spin-off Harmon-E boven de doopvont D e Raad van bestuur van VITO keurde op 28 juni jl. de oprichting goed van een nieuwe VITO spin-off Harmon-E. De centrale technologie van Harmon-E is de IntelliGator®, een softwarepakket dat een virtuele elektriciteitsmarkt opzet tussen de verschillende elektriciteitsproducerende en -consumerende componenten van een intelligent energienetwerk. Harmon-E is de vierde spin-off die rond een VITO-technologie wordt opgezet. In de toekomstige elektriciteitsmarkt is er nood aan meer intelligentie. Slimme energienetten zullen noodzakelijk zijn om hernieuwbare energie zo goed mogelijk aan te wenden en het energiegebruik te sturen in functie van de kostprijs op een bepaald moment. De door VITO ontwikkelde IntelliGator® laat toe vraag en aanbod op een geautomatiseerde
manier op elkaar af te stemmen zodat het elektriciteitsverbruik wordt geoptimaliseerd. Een ontwikkeling waarbij alle partijen alleen maar te winnen hebben. Voor de netto-elektriciteitsverbruiker leidt de IntelliGator® tot een kostenbesparing, voor de netto-producent tot een inkomstenverhoging en voor de netbeheerder tot een betere beheersing van de piekverbruiken. Het spin-offbedrijf wordt dit najaar opgericht. In eerste instantie zal Harmon-E zich toeleggen op toepassingen in de bedrijfswereld. In een latere fase is het ook de bedoeling zich te positioneren op de vastgoed- en uiteindelijk de consumentenmarkt. Meer info:
[email protected]
9 VITO VISION 8 - september 2011
S
E-havens in het Noordzeegebied
Havensteden zetten koers naar duurzame energie
VITO VISION 8 - september 2011
10
H
avens gelden traditioneel als grootverbruikers van energie. Tegelijk bezitten ze heel wat troeven om innovatief met energie om te springen. In het Interreg-project e-harbours gaan negen Europese partners op zoek naar een duurzamer energiemodel voor havensteden.
Havens worden niet voor niets de levensaders van de NoordwestEuropese economie genoemd. De regio telt enkele van de grootste havens ter wereld, zoals Antwerpen, Rotterdam, Amsterdam en Hamburg. Die overslagcentra ontwikkelen een groot deel van het bruto nationaal product en stellen honderdduizenden mensen te werk.
op meer hernieuwbare energie, meer elektrisch vervoer en intelligente energienetwerken kunnen ze echte koplopers worden in de energietransitie.
Antwerpen, Uddevalla, Hamburg …
In e-harbours nemen één havenbedrijf, één energiebedrijf, drie stadsbesturen en vier onderzoekscentra uit het Noordzeegebied het enerHet klinkt paradoxaal, maar de gievraagstuk van havens(teden) sleutel tot de oplossing van hun onder de loep. Naast VITO neenergieprobleem hebben havens men onder meer ook Zaanstad grotendeels zelf in handen. In de (projectcoördinator), Amsterdam, meeste havens zijn er tal van moge- Malmö, de haven van Antwerpen, Maar deze economische impact lijkheden om hernieuwbare energie de Universiteit van Hamburg en heeft ook een keerzijde: havenste- te genereren: windenergie, zonne- het energiebedrijf van Uddevalla in den dragen in belangrijke mate bij energie, getijdenenergie, ener- Zweden deel aan het project. tot het energieverbruik en de CO2- gie uit biomassa … Bovendien zijn uitstoot van onze regio. havens vaak de thuisbasis van grote Maarten Hommelberg van VITO: energieproducenten, terwijl ook “Tegen 2013 willen de partners inmogelijke energieverbruikers nooit novatieve demonstraties opzetten Koplopers De klimaatwijziging stelt heel wat veraf zijn: dat schept heel wat kan- en businesscases ontwikkelen die havensteden voor een forse uit- sen tot energierecuperatie en -uit- op middellange en lange termijn daging: de ambitieuze Europese wisseling. Ten slotte beschikken interessant kunnen zijn. Zo wordt 20-20-20 agenda realiseren én con- havensteden doorgaans over goed in Zweden onderzocht hoe een currentieel blijven in een steeds uitgebouwde logistieke systemen, geïntegreerd residentieel enercompetitievere markt. Energie- die bij de verdeling en uitwisseling gienet kan gerealiseerd worden efficiëntie en -innovatie kunnen van energie nuttig kunnen ingezet voor Uddevalla en twee andere kuststeden. daar een stevige hand bij helpen. worden. Anders gezegd: als havens inzetten
Virtual Power Plants Hommelberg: “Naast de integratie van hernieuwbare energie, worden ook de mogelijkheden van Virtual Power Plants (VPP) onderzocht. Een VPP is een cluster van energieproductie-eenheden die worden bestuurd alsof ze één centrale vormden. Zo wordt een stabiele en bedrijfszekere stroomproductie gegarandeerd. Een Virtual Power Plant maakt het veel makkelijker om duurzame bronnen als wind en zon in te passen in het elektriciteitsnet. Hij maakt gebruik van intelligente meetapparatuur, en is in staat
flexibel in te spelen op elektriciteitstarieven en de productie van lokale hernieuwbare energie te koppelen aan het elektriciteitsprofiel van een bedrijf. VITO bestudeert samen met het Antwerps Havenbedrijf hoe een VPP kan worden opgezet in de haven van Antwerpen. Onder meer het Amoras-project voor de verwerking van de onderhoudsbaggerspecie uit de Antwerpse haven is een partner. We willen nagaan hoe windmolens op een slimme manier geïntegreerd kunnen worden in het bestaande energiesysteem.”
VITO stelt IntelliGator® voor op regionaal ondernemersevent
vertegenwoordiger van e-harbours. Deze beurs in het Nederlandse Zaandam wil ondernemers uit verschillende bedrijfstakken en geografische gebieden met elkaar in contact brengen. De voedingssector, de creatieve industrie, ICT en toerisme stonden centraal. Het programma was gevuld met presentaties, workshops met bekende ondernemers, een interactieve informatiemarkt en een netwerkplein met diverse netwerkactiviteiten. De nadruk lag steeds op innovatie, duurzaamheid, trends en ondernemen. VITO stelde hier bovendien de IntelliGator® voor (zie ook pagina 9).
VITO nam in mei jl. deel aan de eerste editie van 075.Connecting, als
Meer info: www.e-harbours.eu
11 VITO VISION 8 - september 2011
Amsterdam ontwikkelt mogelijkheden om schepen op elektriciteit te laten varen en zo het transport op de stadsgrachten te verduurzamen.
Oplossingen voor hittesteden
Hitte-eilandeffect in kaart gebracht
D VITO VISION 8 - september 2011
12
e temperatuur in een stedelijk gebied is gemiddeld hoger dan in het omliggende landelijke gebied. Dit fenomeen is gekend als hitteeilandeffect of urban heat island effect (UHI). Tijdens hittegolven is dit nog meer uitgesproken, wat warmtestress en gezondheidsproblemen kan veroorzaken. VITO heeft een computermodel ontwikkeld dat de opwarming van steden nabootst en het effect van klimaatmaatregelen voorspelt.
Het temperatuurverschil tussen steden en het landelijke gebied errond bedraagt gemiddeld enkele graden. Op zich geen probleem zou je denken, ware het niet dat het verschil bij een hittegolf kan oplopen tot maar liefst 10 graden. Dit urban heat island effect of UHI heeft vooral ’s nachts kwalijke gevolgen. Steden koelen na zonsondergang minder snel af, waardoor het tijdens een hittegolf ook ‘s nachts erg warm blijft. Bij heel jonge, oude of zwakke mensen kan dit gezondheidsproblemen veroorzaken en zelfs fataal worden. Tijdens de hittegolf in de zomer van 2003 vielen er alleen al in Parijs duizenden doden door de extreme hitte.
Aanpassen aan een warmer klimaat Koen De Ridder van VITO: “Het hitte-eilandeffect heeft verschillende oorzaken. Steden absorberen meer warmte doordat ze meer beton bevatten en andere bouwmaterialen met een hoge warmtecapaciteit. Die materialen slaan overdag warmte op en geven die ’s nachts weer af. Ook asfalt, een donker materiaal, neemt erg veel zonnestraling op. Daarnaast wordt er in steden minder warmte uitgewisseld
met de atmosfeer. Door een gebrek aan bomen en planten in de stad is er dan weer weinig verkoeling. Bovendien produceert ook het verkeer heel wat warmte, om nog maar te zwijgen over allerhande toestellen in de huizen. Denk maar aan de airco’s, die zeker op warme dagen overuren draaien.” “Naarmate de aarde verder opwarmt, zal het UHI-effect versterken”, zegt De Ridder. “Er worden immers meer, langere en intensere hittegolven verwacht. Dat het hitte-effect in steden een belangrijk thema is in het wereldwijde debat over klimaatadaptatie, hoeft dan ook niet te verbazen. De klimaatwijziging is niet meer te stoppen. Hoe we ermee omgaan, kunnen we echter zelf bepalen. Wij ontwikkelden een computermodel dat berekent hoe de temperatuur in steden evolueert tijdens de zomer. Die tool kan helpen om prognoses te maken en het effect van klimaatmaatregelen in te schatten.”
Naar het voorbeeld van AURORA Om de UHI-intensiteit van steden te simuleren, lanceerde de ESA enkele jaren geleden een primeur.
Een onderzoeksproject dat voor het eerst het hittegedrag van tien Europese steden, waaronder Athene, Brussel, Budapest, Londen en Madrid, in kaart brengt. VITO maakte deel uit van het Europese onderzoeksconsortium. “De bestaande modellen zijn ontoereikend voor dergelijke simulaties”, zegt De Ridder. “Ze zijn te rekenintensief en dus niet toepasbaar voor klimaatmodellering. Ons model houdt enkel de essentie over. Het werkt sneller en eenvoudiger, maar bereikt toch even accurate resultaten als de complexere modellen. We baseerden ons voor het nieuwe model voor een groot deel op de principes van het AURORAmodel. Dat model hebben we enkele jaren geleden ontwikkeld om de stedelijke luchtkwaliteit te evalueren. Verschillende steden in Europa maken er gebruik van om hun luchtkwaliteit te voorspellen. Nu bewijst het model opnieuw zijn nut.”
Hoe werkt het? Het klimaatmodel van VITO baseert zich op thermische infraroodbeelden en genereert elk uur een temperatuurskaart, op een hoogte van
twee meter boven de stad en het omliggende gebied. De kaart heeft een ruimtelijke resolutie van enkele honderden meters tot enkele kilometers. “We hebben het model ontwikkeld en gevalideerd voor Parijs, maar het kan ook voor andere steden aangepast worden”, zegt De Ridder. “Uiteindelijk willen we van dit simulatiemodel een service voor beleidsmakers maken. Een instrument dat helpt om de invloed van de klimaatopwarming op de
temperatuur in steden te voorspellen en temperatuurspatronen voor een bepaalde stad te beoordelen. Beleidsmakers kunnen het model ook gebruiken om het effect van maatregelen op de temperatuur in de stad door te rekenen. Denk bijvoorbeeld maar aan de aanleg van een park of een groene long in de stad.” Ondertussen heeft VITO al voor verschillende Europese steden
het UHI-effect in kaart gebracht. Onlangs kreeg ze nog de opdracht om voor de Nederlandse stad Tilburg een simulatiemodel te ontwikkelen. “In het kader van de klimaatopwarming wordt dit onderzoek alleen maar belangrijker”, zegt De Ridder. “We zijn dan ook tevreden dat onze expertise wordt opgemerkt en dat steden er een beroep op doen.” Meer info: www.urban-climate.eu
VITO VISION 8 - september 2011
13
Bovenstaande afbeelding toont de gemiddelde temperatuur van Parijs en omgeving om 22:00 (GMT) ’s avonds, voor de periode mei-september 2003, gesimuleerd met het stedelijk klimaatmodel van VITO. De hete zomer van 2003 is interessant in de UHI-context, omdat (1) klimaatmodellen voorspellen dat in de toekomst zulke hete zomers vaker zullen voorkomen, en (2) de stedelijke modellering kan aantonen dat het stedelijk-rurale temperatuurverschil tijdens hittegolven hoger ligt dan gewoonlijk. Op die manier ondervinden stedelingen een extra verhoogde warmtestress, bovenop die van de hittegolf zelf. De kleurencode geeft de temperatuur weer (zie kleurenlegende rechts). De zwarte lijnen zijn het wegennetwerk in/rond de stad. Men herkent duidelijk het stedelijk warmte-eiland van Parijs, met temperaturen tot 5-6 ° C boven die van de rurale gebieden rond de stad.
Europees project OFFICAIR
Luchtkwaliteit in moderne kantoorgebouwen onder de loep
G VITO VISION 8 - september 2011
14
emiddeld brengen we tot 90 % van onze tijd door tussen vier muren. Niet alleen de luchtverontreiniging buitenshuis, maar ook de kwaliteit van de binnenlucht verdient daarom alle aandacht. Die heeft immers even goed een invloed op onze gezondheid en levenskwaliteit. Astma, hart- en vaatziekten en klachten zoals irritatie of discomfort kunnen het gevolg zijn van een verontreinigde binnenlucht. In het Europese project OFFICAIR onderzoekt VITO samen met andere onderzoekspartners de luchtkwaliteit in moderne kantoorgebouwen.
De aandacht van het beleid voor luchtverontreiniging binnenshuis is recent aangewakkerd. Om een gezond binnenklimaat te bevorderen, heeft de Wereldgezondheidsorganisatie vorig jaar heldere richtlijnen opgesteld voor de binnenluchtkwaliteit. Ook de onderzoekswereld voelt de vragen toenemen. Frederick Maes van VITO: “Waar vroeger de nadruk lag op luchtkwaliteitsmetingen in de buitenlucht, krijgen
we steeds meer onderzoeksvragen die te maken hebben met binnenlucht: in scholen, kantoorgebouwen, woningen … Vanuit onze jarenlange expertise met luchtkwaliteit specialiseren we ons ook in het meten van binnenlucht. Zo hebben we in het kader van het BiBa-project (kort voor ‘Binnenlucht in Basisscholen’) de lucht in klassen van dertig Vlaamse basisscholen onder de loep genomen. Met een grote groep Europese
Een basis voor nieuwe wetgeving Sinds eind vorig jaar werkt VITO mee aan het Europese project OFFICAIR, onder leiding van de Universiteit van West-Macedonië (Griekenland) en met twaalf andere onderzoekspartners. Het project moet wetenschappelijke input geven aan het Europese beleid op het gebied van binnenlucht, en dan specifiek voor moderne kantoorgebouwen. Die knowhow wordt ontwikkeld onder de vorm van databases, modelleerinstrumenten, beoordelingsmethoden en meetcampagnes in moderne kantoorgebouwen, die het inzicht in de gezondheidsrisico’s van verontreinigde binnenhuislucht vergroten. Uit de bestaande én de nieuw ontwikkelde kennis willen de OFFICAIR-partners een wetenschappelijk kader ontwikkelen dat de beleidsmakers helpt om onderbouwde normen en bijbehorende wetgeving voor kantoorlucht op te stellen. Ook de energiehuishouding van kantoorgebouwen komt in het project aan bod. Naast residentiële gebouwen krijgen ook kantoren immers ruime aandacht in de 20-20-20 doelstellingen van de Europese Commissie.
Snel en accuraat bemonsteren VITO coördineert een werkpakket met betrekking tot het meten en bepalen van productemissies van elektronische kantoorapparatuur, materialen en schoonmaakproducten. Zelf spitst VITO zich onder meer toe op het
Testkamers In het kader van OFFICAIR bouwt VITO haar batterij aan testfaciliteiten verder uit. “Wij beschikken over testkamers waarmee we geëmitteerde componenten efficiënter kunnen bemonsteren. In onze grootste testkamer, één kubieke meter groot, kunnen we de effecten van temperatuur, vochtigheid, luchtverversing of licht bestuderen. Dat zijn allemaal parameters die het voorkomen van polluenten beïnvloeden. Verder kunnen de testkamers (met daarin het testmateriaal) gevoed worden met precies gedoseerde gasmengsels (bijvoorbeeld ozon of stikstofdioxide) om zo secundaire reacties na te bootsen. De testkameruitstroom kan bovendien gebruikt worden om effecten van blootstelling te meten. Zo zullen VITO-experts het effect van polluenten op ontstekingsreacties van cellen bestuderen.” In een volgende fase van het project zal iedere partner ook veldmetingen uitvoeren in een reëel kantoorgebouw. Alle projectdata zullen gebruikt worden om uiteindelijk een computermodel op te stellen dat toelaat de blootstelling aan luchtverontreiniging in een kantoor in te schatten. OFFICAIR loopt nog tot 2013. Meer info: www.officair-project.eu
15 VITO VISION 8 - september 2011
partners is momenteel het project Sinphonie (Schools Indoor Pollution and Health: Observatory Network in Europe) in uitvoering, dat de binnenluchtkwaliteit in basisscholen verspreid over heel Europa onderzoekt.”
ontwikkelen van nieuwe meetmethodes voor enkele specifieke semivluchtige organische stoffen. Maes: “Componenten in binnenlucht zijn van een heel andere soort dan de luchtverontreinigende componenten die we in de buitenlucht aantreffen. Vlamvertragers en weekmakers zijn enkele voorbeelden van componenten die we typisch binnenshuis aantreffen. Er komen ook voortdurend nieuwe materialen en producten op de markt, die dan weer andere stoffen of varianten uitstoten. Binnenluchtkwaliteit confronteert ons dus met heel nieuwe meet- en analysevragen. Die nemen we nu specifiek voor kantoorgebouwen onder de loep. In onze testkamers meten we bijvoorbeeld welke componenten een kantoormateriaal precies uitstoot. Denk maar aan een bureaublad of fotokopieertoestellen. De bedoeling van het project is ook om bemonsterings- en analysetechnieken te exploreren die beter geschikt zijn voor binnenluchtmetingen. Zo hebben we een techniek ontwikkeld die toelaat om semivluchtige componenten nauwkeuriger en sneller te meten. Zulke componenten, zoals bijvoorbeeld polyaromatische koolwaterstoffen, kunnen niet alleen aanwezig zijn in de gasfase maar ook op de oppervlakte van stofdeeltjes. Die partikels kunnen aanzienlijke gezondheidseffecten hebben wanneer ze worden ingeademd. De klassieke methode is lawaaierig, vereist hoge aanzuigdebieten en lange bemonsteringstijden en is daarom minder geschikt voor binnenhuis- en testkamermetingen. Onze nieuwe methode daarentegen maakt gebruik van kleinere, draagbare eenheden met lagere bemonsteringsdebieten. Bijkomend voordeel is dat er geen verdere staalvoorbereiding noodzakelijk is waardoor er sneller analysedata gegenereerd kunnen worden.”
In de kijker
Samenwerkingsovereenkomst tussen VITO en OVAM
Europees parlementslid Kathleen Van Brempt (SP.A) bracht op 6 mei een bezoek aan VITO. Energieefficiëntie en de vernieuwende aanpak van grondstoffen en materialen liggen Van Brempt na aan het hart. Ze is immers werkzaam in de ITRE- en ENVI-commissie (ITRE: Industry, Technology, Research en Energy; ENVI: Environment) van het Europees Parlement.
16 VITO VISION 8 - september 2011
VITO ontving Europees parlementslid Kathleen Van Brempt
Op 11 mei ondertekenden VITO en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een samenwerkingsovereenkomst voor de ontwikkeling van een groene kringloopeconomie in Vlaanderen. Ze deden dat in aanwezigheid van Vlaams vice-ministerpresident en minister van Innovatie Ingrid Lieten en Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege. De samenwerking tussen VITO en OVAM focust op een verhoging van de eco-efficiëntie en eco-innovatie in het Vlaamse bedrijfsleven. Hierbij zullen beide partners niet alleen samen projecten uitvoeren, maar ook bouwen aan platformen om initiatieven uit de industrie te stimuleren. Met de samenwerking wordt ook een belangrijke stap gezet om een aantal ambities uit Vlaanderen in Actie tegen 2020 waar te maken. Meer info:
[email protected]
VITO zet mee de schouders onder het Materialenpact Op de Rondetafel Duurzaam Materialenbeheer van 6 juni in Elewijt ondertekenden Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege en tal van overheids- en onderzoeksinstellingen, bedrijfsfederaties en onderzoeksinstellingen een engagementsverklaring tot het sluiten van een Materialenpact. Ook VITO was één van de ondertekenaars. De engagementsverklaring zal de basis vormen voor een Vlaams Materialenpact dat in 2012 gesloten wordt. De tweehonderd deelnemers aan de Rondetafel in Elewijt discussieerden uitvoerig over de concretisering van duurzaam materialenbeheer en de rol van alle betrokken spelers in dit verhaal. VITO begeleidde workshops rond biogebaseerde economie, duurzaam bouwen, reststromenplatformen en nieuwe businessmodellen. Meer info:
[email protected]
Na een algemene voorstelling van VITO, werd de problematiek van duurzaam materiaalgebruik, aardobservatie, milieu en gezondheid toegelicht. Ook de haalbaarheidsstudie FISCH (Flanders strategic Initiative for Sustainable CHemistry) en VITO’s projecten rond geothermie kwamen aan bod. Van Brempt sloot haar bezoek af met een informele babbel met VITO-onderzoekers.
Wereldautoriteit ecologische economie bezoekt VITO ‘Scientists are discovering a convenient truth: our happiness does not depend on the consumption of conventional economic goods and services, but instead is enhanced when we have more time and space for socializing, for nature, for learning, and for really living instead of just consuming.’ Op uitnodiging van VITO hield professor Robert Constanza op 26 mei 2011 inspirerende lezingen, zowel in VITO als aan de Universiteit Antwerpen. Constanza is directeur van het Insitute for Sustainable Solutions (ISS) aan de Portland State University in de Verenigde
Meer info:
[email protected]
FCA meets cleantech China, India en VS Om Vlaanderen als cleantechregio internationaal te promoten, nam Flanders Cleantech Association (FCA) deel aan de milieubeurs China International Environmental Protection Exhibition & Conference (CIEPEC). Deze beurs wordt gesponsord door het Chinese ministerie van Milieubescherming en is de belangrijkste milieubeurs in China. Ook White Pavillion, de Chinese dochteronderneming van Terra Energy (een spin-off van VITO), en het milieutechnologiebedrijf Waterleau waren van de partij op deze tweejaarlijkse beurs. De opkomst van Belgische bedrijven was klein, maar toch blijft dit een niet te missen evenement om zich op het vlak van milieutechnologie te profileren. Op
Meer info: www.fca.be
Vlaams-Nederlandse themadag over atmosferisch plasma Sinds enkele jaren organiseren VITO en het Mikrocentrum van Eindhoven (Nederland) samen het Benelux laserevenement. Dit jaar, op 12 mei, zetten beide onderzoekscentra een themadag over atmosferisch plasma op touw. Ruim honderd geïnteresseerden zakten die dag af naar VITO. In het totaal stonden negen voordrachten en twee rondleidingen met demonstraties van atmosferische plasmabehandelingen in het plasmalab van VITO op
17 VITO VISION 8 - september 2011
Staten. Hij is een absolute wereldautoriteit op het vlak van ecologische economie. Zijn vaak geciteerde Nature-paper uit 1997 was de start van een toonaangevende ontwikkeling, waarbij het mogelijk werd ecosysteemdiensten economisch te waarderen. Op basis van Constanza’s benadering werd het begrip ecologisch kapitaal verder vorm gegeven. Samen met de publicatie van de Millennium Ecosystem Assessment door de Verenigde Naties heeft dit voor een ware omwenteling gezorgd in het denken over natuur en het behoud van biodiversiteit. In Europa is dit de aanleiding geweest voor een omvangrijk onderzoeksproject: TEEB, The Economics of Ecosystems and Biodiversity. De resultaten van deze studie vormen nu de basis voor verschillende onderdelen van het Europese beleid. De visie van Costanza levert een inspirerende bijdrage aan de discussie over de duurzame toekomst en hoe we de transitie naar een duurzame maatschappij kunnen realiseren.
aanvraag van CCTV, de nationale Chinese televisiezender, gaf FCA een interview over cleantech Vlaanderen en haar strategie voor de Chinese markt. FCA nam op de beurs ook deel aan een conferentie over ‘Feeding Smart & Sustainable Cities’, georganiseerd door de Europe-China Clean Energy Center (EC2). Op deze conferentie kwam onder meer de evolutie van Chinese eco-cities aan bod en werden zowel technologische als sociologische bedenkingen gemaakt. Een leuke anekdote is dat het Vlaams ‘e-portemonnee’-concept werd aangehaald. Het diende als voorbeeld over hoe het lokale beleid op een slimme manier kan inspelen op de bereidheid tot duurzaam en milieuvriendelijk gedrag. In India nam FCA deel aan het ETCB-cleantechforum (European Business & Technology Centre). Op dit forum stonden afvalbeheer en afvalwaterbehandeling centraal, maar ging de aandacht ook naar de uitdagingen voor de handel met India. FCA bracht ten slotte ook een bezoek aan de Californische cleantechcluster van San Diego, een voorbeeld voor vele regio’s in de wereld. Het principe van de cluster in San Diego is vooral gebaseerd op het stimuleren van de markt om innovatieve technologieën van onderzoekscentra toe te passen. Dit gebeurt enerzijds door middel van het programma ‘Drive innovation to the market’ van de Rady Management School. Dit programma brengt technologische instituten en MBAstudenten samen om een businessplan vorm te geven. Anderzijds zet het San Diego Connect Springboard Accelerator Programma bedrijfsleiders in de regio in om deze innovaties volgens een gestructureerd programma te coachen. Nog in San Diego heeft een spin-off van VITO, Bluways, recent een Amerikaans bedrijf overgenomen.
In de kijker
Internationale vakbeurs Infopol en XPO112
VITO VISION 8 - september 2011
18
het programma. In de ontvangsthal gaven bijna vijftien exposanten geanimeerd uitleg bij hun activiteiten en producten. Met succes, want na afloop waren ze hoopvol over de te verwachten return. Op de themadag lag de nadruk op de diverse beschikbare technologieën voor atmosferische plasmabehandelingen. Er werd dieper ingegaan op de problematiek van adhesie en verlijming, een sleuteltoepassing van atmosferisch plasma. Alle deelnemers kregen ook de kans om deel te nemen aan een geleid bezoek aan het plasmalab van VITO. Een demonstratie van de gepatenteerde plasma-installaties die VITO ontwikkelde voor de behandeling van allerhande materialen kon op veel belangstelling rekenen. Zo werden met een PlasmaSpot® lage-wrijvingscoatings aangebracht op rubber en werd met een PlasmaZone® een waterafstotende nanocoating aangebracht op een polymeer. In primeur werd ook een rolsysteem getoond, waarmee folies tot 200 millimeter breed, draad of vezels diverse oppervlaktebehandelingen kunnen ondergaan.
In de Kortrijkse Expohallen vonden van 23 tot 27 mei de internationale vakbeurzen Infopol en XPO112 plaats. Het was al de achtste editie van Infopol, de beurs voor uitrusting van de politie en de bewakingsen veiligheidsdiensten. XPO112 voor de uitrusting van de urgentiediensten en rampenbestrijding was aan haar derde editie toe. VITO was aanwezig met haar expertise in het ontwikkelen van geïntegreerde systemen die hulpdiensten helpen bij de vraag naar snelle en accurate gegevens bij rampenbestrijding. De ontwikkeling en het testen van onbemande platformen en eigen software zijn cruciaal voor brandweer en politie. Ook het ter beschikking stellen van gespecialiseerde meettoestellen kan voor hen een troef zijn. Meer info:
[email protected]
Belgian Earth Observation-dag Op 25 mei 2011 vond in Oudenburg bij Oostende de jaarlijkse BEO-dag (Belgian Earth Observation) plaats. De BEO-dag is een organisatie van het Federaal Wetenschapsbeleid – Aardobservatieprogramma STEREO II en wil Belgische onderzoekers in aardobservatie samenbrengen om samenwerking te stimuleren. VITO is betrokken bij een aantal lopende STEREO II-projecten zoals BELCOLOUR-2, MAMUD, HABISTAT, GLOBAM … waarvan de eindresultaten werden gepresenteerd. Deze projecten willen ter ondersteuning van de kenniseconomie een onafhankelijke Belgische expertise van internationaal niveau opbouwen in de aardobservatie.
Tot slot werden nog enkele experimentele reactoren getoond voor het behandelen van gassen met atmosferisch plasma. Toepassingen zijn de omzetting van CO2 en methaan in basischemicaliën en het reinigen van gassen. De themadag werd door Professor Peter Bruggeman van de Technische Universiteit Eindhoven afgesloten met een blik op de toekomst van atmosferisch plasma.
STEREO II-projecten zoals PROCESS, HYPERMIX, ASIMUD … werden eveneens kort toegelicht. Ook bij deze projecten is VITO betrokken. Daarnaast werd een korte stand van zaken gegeven over de Belgische ProbaV-satelliet, de opvolger van SPOT-VEGETATION. Bovendien werd tijdens de BEO-dag aangekondigd dat APEX, de Belgisch-Zwitserse hyperspectrale beeldvormende sensor ontwikkeld voor ESA, operationeel is. Met meer dan honderd deelnemers was het evenement zonder meer geslaagd.
Meer info:
[email protected]
Meer info:
[email protected]
Eind mei zette de Katholieke Hogeschool Kempen in Geel bedrijven in de kijker die producten aanbieden uit de precisielandbouw. Op vraag van het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) lichtte VITO er haar relevante onderzoeksdomeinen toe. Zo kwamen de in-situ-real-timesensoren en modellen binnen land- en waterbeheer aan bod. Ook het gebruik van onbemande luchtvaartuigen (UAV’s) en aardobservatie werden gepresenteerd. Er werd bekeken of deze technologie kon helpen om de groeiende nood aan precieze informatie in het groeiproces van landbouwgewassen te lenigen. VITO kon enkele interessante contacten leggen en bestudeert hoe er verder kan samengewerkt worden. Meer info:
[email protected]
Symposium ‘In-Situ Environmental Monitoring and Policy, the Application of Sensors and Passive Samplers’
inhoudelijk goed vertegenwoordigd met bijdragen over passieve bemonstering van opgeloste elementen in oppervlaktewater, sensorplatformen voor oppervlaktewaterkwaliteit en massafluxmetingen voor risicomanagement. Meer info:
[email protected]
Ruimtelijke maatregelen tegen lokale luchtverontreiniging gemodelleerd In opdracht van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid bestudeerden VITO en Antea Group de efficiëntie van ruimtelijke maatregelen tegen lokale luchtverontreiniging door verkeer. Ruimtelijke planning kan namelijk een positieve invloed hebben op de blootstelling aan luchtverontreiniging en zo ook op de gezondheid van de bevolking. De modelleringsopdracht resulteerde in een samenvattende brochure. Deze brochure geeft geen compleet overzicht van alle mogelijke ruimtelijke maatregelen die relevant kunnen zijn bij de aanpak van luchtverontreiniging. Wel is het een bron van inspiratie voor ruimtelijke planners, MER-deskundigen en andere professionelen die betrokken zijn bij de invulling van de openbare ruimte: architecten, ingenieurs, vergunningsverleners, verkeersplanologen, enzovoort. Meer info:
[email protected]
Op 26 en 27 mei organiseerde VITO in samenwerking met UGent een symposium over de toepassing van sensoren en passieve bemonsteringsmethoden. Dergelijke meettechnieken worden meer en meer toegepast in bodem-, water- en grondwateronderzoek. Aan de hand van presentaties, posters en commerciële expo’s werden recente ontwikkelingen en toepassingen toegelicht. Hierbij werd de nadruk gelegd op terrestrische sensoren en watersensoren, passieve bemonsteraars en meettechnieken voor de bepaling van de massaflux. Op de studiedag waren zowel industriële partners, overheden als studiebureaus aanwezig. VITO was
VITO’s Fiber Laser Event Het Lasercentrum Vlaanderen (LCV) van VITO heeft de aanschaf van zijn 7kW fiber laser niet onopgemerkt laten voorbijgaan. Op 9 juni werd de nieuwe aanwinst voorgesteld. De meer dan 60 aanwezigen hebben kunnen vaststellen dat deze compacte hoogvermogen laser met een hoge bundelkwaliteit heel wat potentieel biedt voor zowel laserlassen, snijden, oppervlaktebehandelingen als 3D-cladden.
19 VITO VISION 8 - september 2011
Demodag GPS en precisielandbouw
In de kijker
VITO VISION 8 - september 2011
20
De twee belangrijkste pijlers van LCV, het laserlassen en lasercladden, werden tijdens dit event in de kijker geplaatst. Vooral het driedimensionaal opbouwen van componenten (additieve vormgeving) via lasercladden trok duidelijk de aandacht van de bezoekers. Met deze techniek kan men laagsgewijs metalen componenten opbouwen of onderdelen toevoegen op bestaande metalen structuren. De techniek laat ook toe complexe herstellingen uit te voeren op hoogwaardige componenten.
Na afloop werd het seminarie afgesloten met een hapje en een drankje, waarbij de deelnemers verder met elkaar kennismaakten. Dankzij de prima organisatorische samenwerking tussen Van Looy Group en VITO was het een vlekkeloos verlopen seminariedag. Meer info:
[email protected]
VITO volgt elektrische wagens op voor NMBS
Meer info:
[email protected]
Seminarie over duurzame labotechnologie Op 24 mei 2011 hield advies- en ingenieursbureau Van Looy Group zijn jaarlijkse seminarie met EGNATON, de Europese vereniging van leveranciers van duurzame labotechnologie. Het seminarie, dat plaatsvond bij VITO, spitste zich toe op groene energie voor de laboratoria en datacentra. Beide doelgroepen konden hun ervaringen hierover uitwisselen. Het seminarie lokte zo’n tachtigtal geïnteresseerden. De deelnemers kwamen van verschillende bedrijven, zoals Janssen Pharmaceutica, Bayer, Belgacom en Telenet. Na het welkomstwoord van Gerrit Jan Schaeffer, directeur van de Energiegroep van VITO, werden er verschillende topics aangereikt. Zo kwamen onder meer smart grids, intelligente warmtepompen, de ervaringen rond duurzame laboratoria op Europees niveau en het MIP2-project Groene Datacenters aan bod. In de namiddag stonden enkele labobezoeken op het programma: het Lasercentrum, het thermotechnisch lab, het homelab en het batterijlab.
In maart lanceerde de NMBS Holding het ambitieuze pilootproject ‘Plug & Ride’. Gedurende drie maanden hebben een tiental bestuurders uit drie grote steden van het land een combinatie van drie vervoermiddelen getest: een persoonlijke elektrische wagen, de dienst van autodelen en de trein. Plug & Ride was het eerste echte demonstratieproject van elektrische voertuigen in België. VITO werd ingeschakeld om de elektrische wagens gedetailleerd op te volgen. Zo merkten de VITOonderzoekers op dat de wagens maar een fractie van de tijd effectief aan het rijden waren, meer bepaald 2,6 % van de tijd. De rest van de tijd stonden ze geparkeerd, hetzij aan de parking van het station (24 % van de tijd), thuis (48 %) of elders (25 %). Deze tijd is meer dan voldoende om de batterijen helemaal vol te laden, wat slim of gecoördineerd laden mogelijk maakt. Slim laden is laden wanneer er een overaanbod aan groene elektriciteit is, bijvoorbeeld wanneer er veel wind waait of de zon fel schijnt.
Meer info: www.hetstation.be/elektrischewagens
SNOWMAN Network: Knowledge for sustainable soils
alle organische polluenten die tot nu toe gekend zijn. Het congres werd gedurende een week bijgewoond door ongeveer 800 wetenschappers uit meer dan 50 landen. De meeste voorgestelde abstracts kwamen dit jaar van de Verenigde Staten, Japan en België. In het wetenschappelijke programma kwamen verschillende gerelateerde onderzoeksdomeinen aan bod, zoals analytische bepaling, emissie, globale transportprocessen, degradatie, blootstelling, toxicologie, risico-inschatting, wetgeving ... De problematiek in groei- en ontwikkelingslanden kreeg dit jaar ook aanzienlijk meer aandacht dan in de vorige edities. Het wetenschappelijke programma werd ingevuld door ongeveer 600 lezingen en posters, die gedurende vier dagen met telkens vijf parallelle sessies de revue passeerden. Ook de VITO-wetenschappers waren prominent aanwezig. Op de tweede dag was de plenaire voordracht van Elly Den Hond over humane biomonitoring één van de blikvangers. Daarnaast liep VITO nog in de kijker met zeven andere wetenschappelijke bijdragen. De klassieke papieren-poster-presentatie formule werd dit jaar ingeruild voor een interactieve e-poster sessie. Op 30 grote touch screens konden de posters onder de vorm van korte en krachtige powerpoint-boodschappen worden bekeken en bediscussieerd. De deelnemers stelden deze innovatie erg op prijs. Of misschien was het grote succes van de formule deels te danken aan de combinatie van de posterpresentaties met een proefsessie voor Belgisch bier?
De OVAM maakt sinds einde 2005 deel uit van een internationaal onafhankelijk en zelfstandig functionerend netwerk van instellingen en administraties die onderzoek naar duurzaam bodembeheer financieren, SNOWMAN genaamd. De partners uit Vlaanderen, Nederland, Frankrijk en Zweden beogen met dit netwerk nieuwe kennis te genereren en te delen (onder meer door het organiseren van gemeenschappelijke onderzoeksoproepen) en het uitwisselen van reeds bestaande kennis (bijvoorbeeld door het organiseren van kennisuitwisselingsdagen). VITO nam aan enkele Meer info:
[email protected] projecten deel die door SNOWMAN gefinancierd werden en is eveneens betrokken bij de eerste kennisuitwisselingsdag rond natuurlijke attenuatie in november. Belgische deelname aan de klimaat-
besprekingen in Cancún eind 2010 (vervolg)
Meer info: www.snowmannetwork.com
Dioxin 2011, internationaal symposium over organische polluenten Het ‘31st International Symposium on halogenated persistent organic pollutants (POPs)’, beter bekend als ‘Dioxin 2011’ vond dit jaar in Brussel plaats. VITO was één van de medeorganisatoren. Op het vlak van POP-wetenschap is België al jaren een gerespecteerde speler, wat nu bevestigd wordt door de Belgische organisatie van dit vooraanstaande symposium. Het belangrijkste POP-symposium wordt sinds 1980 jaarlijks georganiseerd. In de eerste jaren lag de focus voornamelijk op dioxines. Maar doorheen de jaren is het spectrum verbreed tot nagenoeg
Het artikel in het vorige nummer van VITO VISION over de Belgische deelname aan de klimaatbesprekingen in Cancún kon de indruk geven dat de Belgische delegatie onder de leiding stond van een federaal ambtenaar. Dit was zo tijdens de eerste, technische week waarin de wetenschappers en technici van de overheid en onderzoeksinstellingen de discussies gevoerd hebben. Tijdens de daaropvolgende tweede week van de Klimaatconferentie werden echter de politieke beslissingen genomen. In die tweede week werd de Belgische delegatie geleid door Vlaams minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege. Ook de twee andere gewestministers bevoegd voor klimaatbeleid en de federale minister waren toen in Cancún aanwezig. De besprekingen waarbij de 27 lidstaten en de Europese Commissie hun standpunten afstemden, werden geleid door minister Schauvliege.
21 VITO VISION 8 - september 2011
Daarnaast bleek de klassieke aanname dat een wagen minder verbruikt bij constante snelheid op de autosnelweg dan in stedelijk verkeer, niet helemaal op te gaan voor elektrische auto’s. Als je met een klassieke auto remt, gaat er een deel van deze energie verloren. Bij elektrische auto’s wordt echter een deel van de energie gerecupereerd voor het opladen van de batterijen. De elektromotor doet bij het remmen dienst als een grote dynamo die je auto zal doen afremmen. Op die manier kan er meer energie gerecupereerd worden in een stedelijke omgeving dan wanneer men aan constante snelheid op de autosnelweg rijdt.
KMO vindt vito! Duurzaam bouwen in Vlaanderen
Kmo’s nemen de leiding in demonstratieprojecten
V
ITO’s PRODEM-programma helpt Vlaamse kmo’s, ook financieel, bij het selecteren van een innovatieve duurzame technologie voor het bedrijfsproces of -gebouw. Ook het onafhankelijk valideren en eventueel helpen fijnstellen van een nieuw duurzaam concept alvorens het op de markt te brengen, behoort tot de mogelijkheden. Haalbaarheidsstudies, piloottests of tests op laboschaal … met betrekking tot milieu- of energievriendelijke technologieën zijn de typische formules.
VITO VISION 8 - september 2011
22
Meestal kloppen bedrijven individueel aan bij VITO met een concreet project. Sinds kort nodigt VITO, samen en in overleg met andere organisaties, consortia van bedrijven uit om zich te groeperen rond een bepaald thema en samen een demonstratie- en disseminatieproject in te dienen. Einde 2010 nodigde VITO, samen met het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) en het vernieuwingsplatform Duurzaam Wonen en Bouwen (DuWoBo), bedrijven uit om concrete bouwprojecten in te dienen die de heilzaamheid van nieuwe innovatieve materialen, concepten, systemen en technieken op vlak van duurzaamheid in de bouwsector demonstreren. In de consortia dienen kmo’s ruim vertegenwoordigd te zijn. Sterker nog: de leiding van zo’n bedrijfsconsortium moet in handen zijn van een Vlaamse kmo. Typisch gaat een technologieleverancier zijn nieuwe vondst, concept,
idee … demonstreren bij één of meerdere technologiegebruikers. Kennisinstellingen staan terzijde om het gedemonstreerde onafhankelijk te valideren, wetenschappelijk te onderbouwen en eventueel te verfijnen/optimaliseren. Eenmaal de effectiviteit bewezen, gaat ruime aandacht naar disseminatie. Zo kan niet alleen de innovatieve technologieleverancier zich profileren. Ook de bedrijven maken kennis met tot dusver onbekende technieken. Voor de meerkosten die met de demonstratie en disseminatie van de duurzame facetten binnen het project te maken hebben, geniet het consortium 66 % subsidie op de eigen gemaakte kosten en deze van de kennisinstellingen. Deze subsidie is mogelijk dankzij de VITO-kmo-middelen en de opdracht die VITO krijgt van de Vlaamse overheid voor kmo’s in Vlaanderen. Wanneer het collectief karakter voor aannemers voldoende duidelijk is, komt WTCB bovendien extra tegemoet.
Eerste oproep in de nieuwbouw Een eerste oproep ging over projecten in de niet-residentiële nieuwbouw, maar in de nabije toekomst zullen ook andere accenten worden gelegd. In maart 2011 ontving VITO de projectvoorstellen die beoordeeld werden op het vlak van een aantal inhoudelijke criteria. Zo moet een goed project voldoende innovatief en opschaalbaar zijn en een hoge voorbeeldwaarde hebben. Projecten die meerdere thema’s integreren, bijvoorbeeld materialen, water, energie … genieten de voorkeur. Op deze wijze keurden VITO, WTCB en het vernieuwingsplatform DuWoBo eind mei twee projecten goed.
KEN, passief kantoorgebouw te Nevele EcoPuur bouwt een nieuw magazijn en passief kantoorgebouw in Nevele, waarin talrijke duurzame facetten worden geïntegreerd. Zo gaat bijzonder veel aandacht
STEBO-Ondernemersatelier: nul-energiekantoor
naar het gebruik van duurzame en milieuvriendelijke materialen, energie-efficiëntie en toegankelijkheid. De kennisinstellingen staan het bedrijfsconsortium, geleid door
EcoPuur, onder meer bij het uitwerken van een intra-smart-grid: een doorgedreven immoticasysteem dat alle energiestromen zal monitoren en sturen.
Beide projecten dienen binnen de 2 jaar voltooid te zijn. We kijken uit naar de resultaten en de geleerde lessen uit de twee projecten!
Voor meer informatie en subsidies, kijk op www.vito.be/kmo of contacteer onze regionale accountmanagers: REGIO OOST-VLAANDEREN, WEST-VLAANDEREN: Karen Vanderstraeten
[email protected] Tel. + 32 499 54 67 78 REGIO ANTWERPEN, VLAAMS-BRABANT, LIMBURG: Michel Lievens •
[email protected] Tel. + 32 478 48 53 96
23 VITO VISION 8 - september 2011
Een tweede goedgekeurd project is het nieuw te bouwen nul-energiekantoor van STEBOOndernemersatelier te Genk, dat uitpakt met innoverende energieen materiaalbesparende concepten: passiefhuisstandaard, betonkernactivering, warmtepomp met bodemopslag via het zogenaamde boorgatenergie-opslag (BEO) en geïntegereerd PV-dak. De materiaalbesparing zit hem onder andere in het ontbreken van een back-up warmteproductiesysteem en koelsysteem. Het ingenieursbureau Cenergie is de leidende kmo.
VITO organiseert / neemt deel
OPENBEDRIJVENDAG Bezoek VITO MOL op zondag 2 oktober 2011
Onze leefwereld in evolutie VITO ontwikkelt slimme oplossingen voor een schoner leefmilieu en voor het grote energievraagstuk. Welke rol materialen daarin spelen, dat tonen we op 2 oktober. Je ziet hoe materialen en stoffen uit onze directe leefomgeving, maar ook op wereldschaal, zullen evolueren dankzij nieuwe productie- en recyclagetechnologieën. Want de globale materiaalbehoefte wordt dé uitdaging voor toekomst. VITO is er klaar voor!
Vooraf inschrijven is noodzakelijk via www.openbedrijvendag.be
VITO VISION 8 - september 2011
24
Breng je identiteitskaart mee! Alle bezoekers jonger dan 18 jaar dienen begeleid te zijn van een meerderjarige.
• Eurofinish – 27 – 29 september 2011 – Gent • Welding Week – 18 – 21 oktober 2011 – Antwerpen • Cleantechfestival – 20 oktober 2011 – Gent • PhD Job Fair – 21 oktober 2011 – Leuven • ICE – 8 – 10 november 2011 – München (D) • Aquarama vakbeurs watertechnologie – 16 november 2011 – Leuven •
i-SUP 2012 – 6 – 9 mei 2012 – Brugge www.i-sup2012.org
Zie ook www.vito.be/evenementen
MEER INFO Kristine Verheyden Communicatieverantwoordelijke Tel. + 32 14 33 55 53
Verantwoordelijke uitgever: Dirk Fransaer, Boeretang 200, 2400 MOL Redactie: www.pantarein.be
[email protected]
Layout/druk: Drukkerij De Bie
Wenst u de nieuwsbrief voortaan elektronisch te ontvangen, gelieve ons uw e-mailadres door te geven via www.vito.be/nieuwsbrief.
Deze nieuwsbrief werd gedrukt op milieuvriendelijk papier. ©2011 VITO NV – Alle rechten voorbehouden VITO betracht uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in deze publicatie. Toch kan VITO niet garanderen dat deze informatie geheel juist, volledig en actueel is en dat de informatie geen inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van derden. VITO heeft steeds het recht om de informatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. VITO aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enige directe, indirecte of gevolgschade die ontstaat door gebruikmaking van, het vertrouwen op of handelingen verricht naar aanleiding van deze informatie.