! %
#
&
" # " !"
& '(#
"
&
$ "
#
$
)*
#
#
$
#
+
,
BELANGRIJKE INFORMATIE Dit brevet behoort tot de laatste sessie georganiseerd op basis van de overgangsbepalingen van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen (artikel 233).
Deze proef is voorzien voor 16 juni 2005.
1. DEELNEMINGSVOORWAARDEN De sollicitanten moeten uitdrukkelijk ten laatste op 1 november 2004 volgende deelnemingsvoorwaarden vervullen : 1.1. Vast ambtenaar en titularis zijn van een graad van niveau B of C (van niveau 2+ of 2 voor de graden die nog niet geïntegreerd zijn). 1.2. Houder zijn van het brevet van algemene vorming niveau 1. De ambtenaar die tijdens de selectieprocedure één van die voorwaarden niet langer vervult, verliest het voordeel van zijn eventueel slagen voor de proef.
2. PROGRAMMA SCHRIFTELIJKE PROEF (3 uur) Vereist minimum : 60 punten op 100 Voor de opgave van de materie zie bijlage. De evolutie van deze materie moet gevolgd worden tot op de datum waarop aan de deelnemingsvoorwaarden moet voldaan zijn.
3. RANGSCHIKKING De sollicitanten worden, wat de proef betreft, per taalgroep in alfabetische volgorde in drie lijsten ingedeeld: de geslaagden, de niet-geslaagden en de afwezigen.
1
4. SOLLICITATIE 4.1.
De hiërarchische chefs moeten dit reglement mededelen aan de onder hun gezag staande personeelsleden die de deelnemingsvoorwaarden vervullen, met inbegrip van degenen die tijdelijk uit de dienst afwezig zijn.
4.2.
U kan solliciteren bij middel van een formulier
! !
" # $ %&'( ! ()* $,+ &-&-& !( $ ! +
“.
% %! $ %/0 ! ”
Dit sollicitatieformulier wordt langs hiërarchische weg ingediend. De personeelsdienst zal het toesturen aan Selor na het verifiëren of de deelnemingsvoorwaarden vervuld zijn. De buiten de vastgestelde termijn ingediende sollicitaties zullen worden geweigerd (zie uiterste datum van sollicitatie). 4.3.
De personen met een handicap waarvoor bijzondere maatregelen van materiële aard dienen te worden getroffen, moeten de gewenste praktische modaliteiten vermelden op hun sollicitatieformulier.
5. ADRESWIJZIGING De sollicitanten worden verzocht iedere adreswijziging schriftelijk mede te delen aan het : Selectiebureau van de Federale Overheid - SELOR Bevorderingsselecties federale administraties Bischoffsheimlaan 15 1000 BRUSSEL
6. OPENBAARHEID VAN BESTUUR De aanvragen betreffende inzage of mededeling in afschrift, in toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur moeten persoonlijk en schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop aan de sollicitant zijn resultaat schriftelijk werd medegedeeld. De buiten deze termijn ingediende aanvragen worden afgewezen wegens kennelijke onredelijkheid (art. 6, § 3, 3° van de wet van 11 april 1994).
2
ECONOMIE
1. BASISBEGRIPPEN 1.1.
Object van de economische wetenschap
1.2.
Schaarste en welzijn
1.3.
Behoeften en hun bevrediging
1.4.
Het economisch beleidsveld
1.5.
Economische vormen (definitie en kenmerken). 1.5.1. 1.5.2.
1.6.
Markteconomie (vrijemarktsysteem) Planeconomie (centraal geleide economie) Gemengde economie Micro-economie Macro-economie
Andere belangrijke begrippen 1.6.1. 1.6.2. 1.6.3. 1.6.4. 1.6.5. 1.6.6.
Soorten goederen en diensten Investerings- en consumptiegoederen Collectieve en privé-goederen Arbeidsverdeling Ruilverkeer Prijsstelsel Geldverkeer Economische subjecten
2. THEORIE VAN DE KEUZE VAN DE CONSUMENT 2.1.
Nut en nutsfunctie (begrippen)
2.2.
Kardinaal en ordinaal nut (begrippen)
2.3.
Grensnut 2.3.1. 2.3.2.
2.4.
Theorie van de consumptiebeslissingen 2.4.1. 2.4.2.
2.5.
Definitie Grensnuttheorie
Voorkeursordeningen en indifferentiecurven Budgetbeperking - wijziging van het inkomen van de consument; - wijziging in de relatieve prijzen; - gelijke proportionele wijziging van twee prijzen; - het evenwicht van de consument en de evenwichtswijzigingen.
Prijs- en inkomenswijzigingen Gevolgen voor het consumptiegedrag (met grafische interpretatie).
2.6.
Prijs- en budgetelasticiteit
1
3. PRODUCENT 3.1.
Productiefunctie 3.1.1. 3.1.2.
Productieproces en productiecapaciteit Productiefactoren - aard - arbeid - kapitaal
3.2.
Aanbodsfunctie - aanbodselasticiteit
3.3.
Begrip productiviteit ; variabele meeropbrengsten
3.4.
Theorie van de schaaleffecten
3.5.
Isokwanten en isokosten (optimale combinatie van productiefactoren).
3.6.
Rentabiliteits- en sluitingsdrempels
3.7.
Evenwicht op lange en korte termijn
4. MARKT 4.1.
Het marktsysteem (definitie) 4.1.1. De theorie van de spellen (begrippen)
4.2.
Typologie van de markten
4.3.
Vraag en aanbod
4.4.
4.3.1.
Marktvraag : - de individuele vraag; - de prijselasticiteit; - verschuivingen van de vraag; - van de individuele naar de marktvraag
4.3.2.
Marktaanbod : - de aanbodcurve van de producent; - de aanbodselasticiteit; - verschuivingen van het aanbod
Prijsvorming bij volmaakte mededinging 4.4.1. 4.4.2. 4.4.3. 4.4.4.
4.5.
Prijzen als uitdrukking van de schaarste Marktevenwicht Klassiek evenwicht Evenwicht met rantsoenering
Prijsbeleid van de overheid 4.5.1. 4.5.2.
4.5.3.
Rechtstreeks prijsbeleid (maximum- en minimumprijzen) Onrechtstreeks prijsbeleid : - subsidies aan producenten; - belasting op de productie; - verbruiksbelasting; - loonbeheersing en loonbewaking; - kartelpolitiek Invloed van het prijsbeleid op het marktevenwicht
2
4.6.
Monopolie 4.6.1. 4.6.2. 4.6.3. 4.6.4.
4.7.
Oligopolie 4.7.1. 4.7.2.
4.8.
4.8.3. 4.8.4.
Definitie Vormen
- informele en formele bindingen; - horizontaal, verticaal, conglomeraties Determinanten Overheidsmaatregelen tegen concentraties
Productdifferentiatie 4.9.1. 4.9.2. 4.9.3.
4.10.
Definitie Samenwerking: uitdrukkelijke afspraken (kartel) en informele samenwerking
Concentratie (algemeen economische) 4.8.1. 4.8.2.
4.9.
Definitie Oorzaken van monopolievorming Marktsegmentatie Beleid inzake monopolies
Monopolistische mededinging Oligopolie en productdifferentiatie Welvaartsimplicaties van productdifferentiatie
Monopsonie (monopoliesituatie op de arbeidsmarkt)
5. ARBEIDSMARKT 5.1.
Begrippen 5.1.1. 5.1.2. 5.1.3. 5.1.4. 5.1.5. 5.1.6.
5.2.
Werkloosheid 5.2.1.
5.2.2. 5.3.
Vormen :
- seizoens- en frictiewerkloosheid; - verdoken en residuaire werkloosheid; - conjuncturele en structurele werkloosheid; - Keynesiaanse werkloosheid en klassieke werkloosheid Oorzaken van de werkloosheid
Tewerkstellingsbeleid 5.3.1. 5.3.2.
5.4.
Arbeidsmarkt : begrippen en specifiek institutionele kenmerken Arbeidsaanbod Arbeidsvraag Loon- en niet-arbeidsinkomen Mannen en Vrouwen Geschoolden en ongeschoolden
Conjunctureel Structureel
Beroepsbevolking, werkgelegenheid en werkloosheid in België
6. MACRO-ECONOMIE 6.1.
Macro-economische grootheden (begrippen) 6.1.1. 6.1.2. 6.1.3.
Bruto Nationaal Product Bruto Binnenlands Product Nationaal Inkomen
2
6.1.4. 6.1.5. 6.1.6. 6.1.7. 6.2.
Determinanten van het nationaal inkomen 6.2.1. 6.2.2.
6.3.
Consumptie en privaat sparen Private investeringen (investeren, sparen, beleggen) Overheidsuitgaven Invoer en uitvoer
Macro-economische analyse (werkingsmechanisme) 6.5.1. 6.5.2. 6.5.3. 6.5.4.
6.6.
Primaire verdeling van het inkomen Herverdeling van het inkomen Verdeling van het patrimonium
Determinanten van de nationale uitgaven (bestedingen) 6.4.1. 6.4.2. 6.4.3. 6.4.4.
6.5.
Globaal aanbod en globale vraag Consumptie-, spaar- en investeringsneiging
De verdeling van het nationaal inkomen 6.3.1. 6.3.2. 6.3.3.
6.4.
Nationale Uitgaven Input - Output - tabellen Economische kringloop Permanent inkomen (M. Friedman)
Streven naar macro-economisch evenwicht Evenwichtsstreven in de Keynesiaanse optiek Evenwicht en onevenwicht op de goederenmarkt en op de arbeidsmarkt Multiplicatoreffect (investerings-, overheidsbudget- en bestedingsmultiplicator) en acceleratoreffect
Keynesiaanse economische politiek
7. GELD 7.1.
Definitie
7.2.
Functies van het geld
7.3.
Geldsoorten en de geld- of muntsystemen 7.3.1. 7.3.2. 7.3.3.
7.4.
Chartaal geld : - metaalgeld (standaardmunt, tekenmunt, pasmunt); - papiergeld (representatief, fiduciair, conventioneel) Giraal geld, elektronisch geld Quasi geld
Geldmarkt 7.4.1. 7.4.2.
7.4.3.
Geldschepping, monetaire stock en geldhoeveelheid Vraag en aanbod van geld : - Geldcreatie (aanbod) - rol van banken, Europese Centrale Bank (ECB) en Nationale Bank (NBB) - Vraag - de transactie - de speculatieve en de voorzorgsvraag; - Evenwicht op de geldmarkt en intrestvoet; Ruilvergelijking van Fisher.
3
7.5.
Monetarisme
7.6.
Koopkracht van het geld Macro-economische verklaring van het prijsniveau en de koopkracht
7.7.
Waardefluctuatie van het geld 7.7.1. Algemeen prijspeil en prijsindex 7.7.2. Inflatie : - begrip; - vormen ( bestedingsinflatie en kosteninflatie); - oorzaken; - verstorende effecten van de inflatie (gevolgen); - anti-inflatoir beleid (prijzenpolitiek, inkomenspolitiek, monetaire politiek, fiscale politiek); - vernband tussen inflatie en werkloosheid (Phillipscurve) 7.7.3. Deflatie (begrip, oorzaken, gevolgen)
7.8.
Banksysteem (begrippen) Monetaire en niet-specifiek monetaire functies van : 7.8.1. de ECB en de NBB 7.8.2. Private banken 7.8.3. Commissie voor Bank- en Financiewezen
7.9.
Beurs (begrippen) 7.9.1. Rol 7.9.2. Aandelen, obligaties en opties 7.9.3. Misbruik van voorkennis
8. INTERNATIONALE ECONOMIE 8.1.
Vrijhandel 8.1.1. Begrippen 8.1.2. Argumenten ten voordele van de vrijhandel 8.1.3. Theorie van de comparatieve voordelen
8.2.
Vrijhandel of overheidsingrijpen
8.3.
Handelsbalans - definitie en structuur
8.4.
.Handelspolitieke instrumenten en handelsverdragen
8.5.
Betalingsbalans - definitie en structuur
8.6.
Vormen van internationale economische samenwerking (begrippen) 8.6.1. Douane-unie 8.6.2. Vrijhandelszone 8.6.3. Economische unie 8.6.4. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) 8.6.5. De Europese Unie
8.7.
Bewegingen van kapitaal en werkkrachten tussen de landen (plus technische vooruitgang)
8.8.
Internationale monetaire betrekkingen (begrippen) 8.8.1. 8.8.2. 8.8.3. 8.8.4. 8.8.5.
Externe waarde van de munt (principe van de koopkrachtpariteiten) Wisselmarkt en wisselkoersvorming buiten de EURO-zone Deviesen - deviesenarbitrage Vaste en vlottende wisselkoersen Systemen van wisselcontrole (wisselkoerspolitiek)
4
8.9.
Internationaal muntsysteem 8.9.1. 8.9.2. 8.9.3.
8.10
Akkoorden van Bretton Woods Het Internationaal Muntfonds (IMF) De speciale trekkingsrechten (SDR)
Europees Monetair Stelsel 8.10.1. 8.10.2. 8.10.3.
De Euro De ECB Eurodeviezen
9. ECONOMISCHE POLITIEK 9.1.
De politiek van de vraag
9.2.
De politiek van het aanbod (via het monetair beleid en het inkomensbeleid)
10. OPENBARE FINANCIEN 10.1.
Begrotingspolitiek 10.1.1. 10.1.2. 10.1.3. 10.1.4. 10.1.5. 10.1.6.
10.2.
Overheidsschuld 10.2.1. 10.2.2. 10.2.3. 10.2.4. 10.2.5. 10.2.6.
10.3.
Multiplicator van de openbare uitgaven Anti-cyclische begrotingspolitiek Begroting van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten Bruto en netto te financieren saldo Financiering door belastingen en door leningen Verdringingseffect
Definitie Samenstelling van de Belgische overheidsschuld Gevolgen van de overheidsschuld voor de economie Sneeuwbaleffect Actuele instrumenten van de financiering van de openbare schuld bij institutionelen en particulieren Het Verdrag van Maastricht (convergentiecriteria inzake overheidsschuld)
Fiscale politiek 10.3.1. 10.3.2.
Definitie en structuur van de verschillende fiscale en parafiscale ontvangsten Verband tussen de fiscale ontvangsten en het nationaal inkomen (elasticiteit)
11. ECONOMETRIE 11.1. 11.2.
Definitie van de econometrie. Verband tussen de econometrie en de statistiek. Toepassingen van de econometrie.
5
SOLLICITATIE BEVORDERINGSSELECTIE SELECTIENR.
B
N
G
0
5
0
0
5
/
A
1
SELECTIEGEDEELTE
RIJKSREGISTERNUMMER
---
IDENTITEITSKAARTNUMMER
---
GEBOORTEDATUM DD/MM/JJ
/
-----
/
IN HOOFDLETTERS A.U.B.
NAAM :
GESLACHT Man/Vrouw
VOORNAAM : ADRES :
STRAAT POSTCODE
NUMMER PLAATS
Tel. bureau :
Tel. privé :
BENAMING VAN FOD OF PARASTATALE : …
WEDDENSCHAAL :
HUIDIGE GRAAD :
Indien u gehandicapt bent, vermeldt u hier uw dossiernr. en de bijzondere maatregelen die dienen genomen te worden en bericht uw personeelsdienst hierover : Dossiernummer :
Maatregelen :
Ondergetekende verklaart in het bezit te zijn van het brevet van algemene vorming van niveau 1 met selectienummer : ………………………….. Opgemaakt te .................................... , op .................……………….................... Handtekening van de sollicitant
! "
Instructies zie verso
6
INSTRUCTIES De RECTO-zijde van dit formulier moet door de sollicitant worden ingevuld. Het selectienr. is samengesteld als volgend model ; bv. : BNG96020/A1117302 Het RRN (rijksregisternummer) is samengesteld als volgt : 6 cijfers - 3 cijfers - 2 cijfers bv. : 581015-000-00 Het ID (identiteitskaartnummer) is samengesteld als volgt : 3 cijfers - 7 cijfers - 2 cijfers. bv. : 000-0000000-00 Het is van het grootste belang dat het ID nr. juist is ingevuld en het is zeer nuttig het RRN nummer op te geven. Na de recto-zijde van deze aanvraag te hebben ingevuld moet de sollicitant deze aan zijn onmiddellijke meerdere bezorgen die ze langs hiërarchische weg zal doorsturen. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ De VERSO-zijde van de aanvraag is bestemd voor de administratie. In het kader "opmerkingen" mag de PERSONEELSDIENST de eventuele uitzonderingen en andere opmerkingen vermelden.
OPMERKINGEN
VISUM VAN DE ONMIDDELLIJKE MEERDERE Ondergetekende bevestigt dat dit formulier ten laatste op de uiterste inschrijvingsdatum is ingediend (zie selectiereglement). NAAM : ………. GRAAD : ………
VISUM VAN HET DIENSTHOOFD NAAM : ………. GRAAD : ………
In te vullen door de personeelsdienst van de centrale administratie Belanghebbende vervult
al de voorwaarden om deelneming
JA N E E N ( motivatie)
VISUM VAN DE CENTRALE PERSONEELSDIENST NAAM : …………
7