Stedelijke rapportage Algemeen stad De stedelijke rapportage begint met een vijftal vragen uit het buurt voor buurt onderzoek, die betrekking hebben op het oordeel over de stad Zwolle als geheel. De stad Zwolle krijgt als rapportcijfer een 7,8. Hiermee zet Zwolle de stijgende lijn voort, die het vanaf 2007 heeft ingezet. De inwoners uit de buitengebieden van Zwolle geven het laagste rapportcijfer. Dit is enigszins logisch, aangezien ze het verst van de stadskern verwijderd zijn. Verder vindt vier van de tien Zwollenaren de stad het afgelopen jaar vooruit gegaan, dit percentage is ten opzichte van 2012 fors toegenomen. Daarnaast is dit vier keer zo hoog als het percentage dat vindt dat de stad Zwolle het afgelopen jaar achteruit is gegaan. In Holtenbroek III vindt een kwart van de inwoners de stad Zwolle het afgelopen jaar achteruit gegaan, met een toename van maar liefst 10%. Het positieve gevoel van de Zwollenaren over de ontwikkeling van de stad Zwolle in de toekomst is, sinds de eerste meting in 1997, nog nooit zo hoog geweest. Iets meer dan de helft van de inwoners denkt dat de stad zich de komende jaren positief zal ontwikkelen. Slechts één op de tien denkt dat de stad in de toekomst achteruit zal gaan. In de buurten Bollebieste, Holtenbroek III en Herfte ligt het percentage, evenals bij achteruitgang het afgelopen jaar, flink hoger. Algemeen buurt Het volgende onderwerp is het algemene oordeel over de buurt. Inwoners hebben hun eigen buurt een rapportcijfer gegeven en beoordeeld op vooruit- of achtergang. De eigen buurt in Zwolle krijgt gemiddeld een 7,5. Hiermee is het algemene oordeel over de buurt licht gestegen ten opzichte van het jaar 2012. De wijken Dieze-Oost en de Indischebuurt onderscheiden zich door een fikse toename van het rapportcijfer, maar bevinden zich nog ruim onder het stedelijk gemiddelde. De ontwikkelingen van de buurten, zowel in het afgelopen jaar als in de toekomst, zijn iets getemperd in vergelijking met het jaar 2012. In Westenholte en Holtenbroek, met uitzondering van Holtenbroek I, is echter geen sprake van kleine verschuivingen of gemiddelde uitkomsten. Forse percentages tot twee derde van de inwoners vinden de buurt achteruit gegaan of verwachten dat de buurt in de toekomst achteruit zal gaan. Enigszins verrassend verwachten ook drie op de tien inwoners van Holtenbroek III dat hun buurt in de toekomst flinke vooruitgang zal boeken. Dit houdt het percentage in Holtenbroek III dat achteruitgang verwacht in de toekomst in evenwicht. Verder verwacht meer dan een kwart van de inwoners van de Bollebieste, OudWestenholte en Aa-landen-Zuid een achtergang van de buurt in de toekomst. Uitkomsten stadsdelen Na een beschrijving over de stad en buurt in het algemeen zal er nu in worden gegaan op de resultaten met betrekking tot veiligheid, leefbaarheid en de sociale kwaliteit van de stad Zwolle. In de onderstaande tekst zullen alleen opmerkelijke en belangrijke resultaten of ontwikkelingen worden beschreven op stadsdeel-, wijk- of buurtniveau. Het startpunt van schrijven is vanuit het stadsdeel. Een gedetailleerdere beschrijving van de afzonderlijke stadsdelen, wijken en buurten zijn in het brieving book te vinden. Stadsdeel Noord Het stadsdeel Noord bestaat uit de wijken: - Holtenbroek met de buurten; Holtenbroek I, II, III en IV. - Aa-landen met de buurten; Aa-landen-Zuid, Aa-landen-Midden, Aa-landen-Noord en Aalanden-Oost. - Buitengebied-Noord bestaat uit vier buurten met elk een laag inwonersaantal; Langenholte, Haerst, Bedrijventerrein Hessenpoort en Tolhuislanden. In lijn met de ontwikkeling die de stad doormaakt laat het merendeel van de cijfers uit stadsdeel Noord een lichte vooruitgang zien. Gemiddeld kent Stadsdeel Noord weinig positieve of negatieve
uitschieters. Dit komt voornamelijk doordat de wijken Holtenbroek en de Aa-landen elkaar in evenwicht houden, waar in de meeste gevallen Holtenbroek lager dan het stadsgemiddelde scoort, presteert Aa-landen bovengemiddeld. Hiervan is het algemene oordeel over de buurt een goed voorbeeld. Het onderwerp veiligheid drukt een stempel op de uitkomsten van de verschillende indexen, in het bijzonder in Holtenbroek. Opvallend is de stadsdeel-brede toename van het aantal bedreigende voorvallen als tasjesroof, overvallen en bedreigingen. Ondanks deze stijging voelen de inwoners uit de wijk Aa-landen zich relatief veilig in de eigen buurt, waar veel bewoners van Holtenbroek zich zorgen maken om hun veiligheid. In deze wijk is het aantal mensen dat zich onveilig voelt toegenomen in vergelijking met de vorige meting. De schietpartij in Holtenbroek III, voorafgaand aan het onderzoek, speelt ongetwijfeld mee in de toename van deze onveiligheidsgevoelens. Verder spelen waarschijnlijk de toename van het aantal inbraken en diefstallen een rol. Uit het onderzoek blijkt dat maar liefst drie keer zoveel als het stedelijk gemiddelde, of zes van de tien bewoners, zich weleens onveilig voelt in Holtenbroek III. In de cijfers is terug te zien dat er aan de veiligheid in Holtenbroek wordt gewerkt. Er is een duidelijk positieve ontwikkeling zichtbaar in het percentage dat vindt dat de gemeente aandacht heeft voor de buurtproblemen. Daarnaast zijn de inwoners van Holtenbroek erg positief over het functioneren van de politie. Het oordeel over de woonomgeving in stadsdeel Noord heeft zich positief ontwikkeld ten opzichte van de vorige meting. Deze ontwikkeling is voornamelijk het resultaat van de ontwikkelingen in Holtenbroek, met uitzondering van Holtenbroek IV. Ook de leefbaarheid is behoorlijk toegenomen. Toch is Holtenbroek op het gebied van leefbaarheid nog steeds geen aantrekkelijke wijk om in te wonen. Hierin speelt wederom veiligheid een belangrijke rol. Dit uit zich onder andere in buurtproblemen die worden veroorzaakt door zowel problemen tussen verschillende leeftijdsgroepen als conflicten tussen culturen. Een verklaring voor deze problematiek en het verschil met Aa-landen kan worden gevonden in de bevolkingskenmerken. Holtenbroek kent een hoog percentage niet-westerse allochtonen, waar de Aa-landen een hoog percentage ouderen kent. Uit onderzoek blijkt dat ouderen een positieve invloed hebben op de leefbaarheid. De zojuist beschreven bevolkingskenmerken hebben eveneens invloed op de sociale kwaliteit van het stadsdeel. Stadsdeel Noord scoort onder andere erg laag door relatief veel mensen met een lage opleiding en een slechte beheersing van de Nederlandse taal. Ook moeite om rond te kunnen komen speelt hier een rol. In de lage sociale kwaliteit van het stadsdeel spelen naast de lage veiligheidsgevoelens, ook de zwakke binding tussen de inwoners mee. Overigens heeft Aa-landen op dit vlak een duidelijke tweedeling. Aa-landen-Zuid en Aa-landen-Midden scoren veelal beneden het stedelijk gemiddelde, terwijl Aa-landen-Oost en Aa-landen-Noord de buurten zijn met goede scores ten opzichte van de stad. Capaciteiten en maatschappelijke en sociale participatie scoren in beide buurten laag. Die kwetsbaarheid blijkt ook uit de Stapelingsmonitor1. Van alle Zwolse wijken scoort Aa-landen het hoogst met het percentage gebruik van voorzieningen en regelingen per huishouden. Stadsdeel West Stadsdeel West bestaat uit de volgende wijken: - Spoolde met de buurten; Spoolde, Vreugderijk en Katerveer-Engelse werk. - Westenholte met de buurten; Oud-Westenholte, Westenholte-Stins, Bedrijventerrein Voorst-A, B, C en D. - Stadshagen met de buurten; Frankhuis, Mastenbroek, Schoonhorst, Werkeren, Milligen, Tippe bij de IJssel, Breecamp, Breezicht en Stadsbroek.
1
De stapelingsmonitor geeft weer van hoeveel verschillende regelingen of voorzieningen de huishoudens in uw gemeente gebruik maken. Bron: https://www.kinggemeenten.nl/secties/stapelingsmonitor/stapelingsmonitor
De uitkomsten voor het stadsdeel West worden sterk bepaald door Stadshagen. Als VINEX-wijk kent Stadshagen een jonge woningvoorraad, een relatief jonge bevolkingsopbouw, relatief veel gezinnen met jonge kinderen, een relatief korte woonduur en nog een dynamiek vanwege de voortgaande groei (hoewel deze de laatste jaren iets minder onstuimig is geweest). Stadsdeel West scoort op de indexen meestal iets beter dan het stedelijk gemiddelde. Toch is er in vergelijking met 2012 een behoorlijk aantal indicatoren die duidelijk achteruit zijn gegaan. Binnen Stadshagen is deze trend met name in de buurten Werkeren en Schoonhoven te zien, verder is het in Oud-Westenholte zichtbaar. Positief is daartegenover dat in Breecamp (de slechtst scorende buurt in stadsdeel West) de leefbaarheid sterk is verbeterd, de bewoners aangeven dat de buurt vooruit gaat en verwachten dat deze positieve ontwikkeling zich de komende jaren zal voortzetten. Bij veiligheid is ook een behoorlijke achteruitgang te zien in de wijken Westenholte en Stadshagen, maar het stadsdeel scoort meestal beter dan het Zwolse gemiddelde. Ondanks de vooruitgang van Spoolde op gebied van veiligheid scoort zij binnen het stadsdeel het laagst. Dit komt met name door een lage score op inbraak. Stadsdeel Oost Het stadsdeel Oost wordt ingedeeld in de wijken: - Dieze-West met de buurten; het Noorden, Schildersbuurt, Bollebieste, Dieze-Centrum en Bagijneweide. - Dieze-Oost met de buurten; Hogenkamp en Meppelerstraatweg-Zuid. - Indischebuurt bestaat uit de buurten; Indischebuurt en Bedrijventerrein Floresstraat. - Wipstrik met de buurten; Wipstrik-Zuid en Wipstrik-Noord. - Berkum bestaat uit de buurten; Brinkhoek, Berkum, Bedrijventerrein de Vrolijkheid, Veldhoek en Kantorenterrein Oosterenk. - Buitengebied-Oost met de buurten; Herfte en Wijthmen. Stadsdeel Oost laat ten opzichte van de vorige meting gemiddeld een redelijk positieve ontwikkeling zien. Daarbij kan wel worden opgemerkt dat dit stadsdeel een brede spreiding over de verschillende buurten en wijken kent. De wijken Wipstrik, Berkum en Buitengebied-Oost scoren veelal goed, waar de overige wijken meestal onder het stedelijk gemiddelde scoren. Uitzondering is Bagijneweide. Deze buurt vertoont op meerdere punten een stijgende lijn en verwacht dit in de toekomst voort te zetten. Wipstrik (zowel Noord als Zuid) blijft op de meeste aspecten stabiel rond het stedelijke gemiddelde of verbetert licht (zuid). Ook Berkum scoort goed, maar lijkt op gebied van veiligheid flink achteruit te gaan. In de wijken in stadsdeel Oost die veelal onder het stedelijk gemiddelde scoren zijn positieve ontwikkelingen zichtbaar. Dit vertaald zich in een bovengemiddeld hoge verwachting van een positieve ontwikkeling in de toekomst in Dieze-Oost, de Indischebuurt en Bagijneweide. Voor de wijk Dieze-West en met name de Bollebieste is de toekomstverwachting voor de buurt niet optimistisch. Zorgelijk is de ontwikkeling van de leefsituatie-index, die voor zowel Dieze-Oost, Dieze-West, als de Indische buurt is afgenomen ten opzichte van de meting in 2012. Hetzelfde geldt voor de leefbaarheidssituatie in Dieze-Centrum. Als enige buurt in DiezeOost neemt elke vorm van overlast toe en neemt het beeld van het optreden van de gemeente daartegen af. De Indischebuurt laat voorzichtige verbeteringen zien en het vertrouwen in de toekomstige kwaliteit van de buurt is zelfs boven het stedelijk gemiddelde uitgekomen.
Stadsdeel Midden Dit stadsdeel omvat de volgende wijken: - Binnenstad is onderverdeeld in de buurten; Binnenstad-Zuid, Binnenstad-Noord en Noordereiland. - Assendorp met de buurten; Stationsbuurt, Oud-Assendorp, Nieuw-Assendorp, Wezenlanden, Pierik, Hanzeland, Bedrijventerrein Marslanden-Noord en Zuid. - Kamperpoort. - Veerallee. Stadsdeel Midden toont een gematigd beeld afgezet tegen het Zwolse gemiddelde. Maar daarbij is wel sprake van herkenbare verschillen. Zo is de centrumfunctie duidelijk van invloed op de Binnenstad en de Stationsbuurt. Kamperpoort, Hanzeland en Veerallee zijn ieder op zich herkenbare eenheden. Zoals al gezegd laat de binnenstad duidelijk het effect van de centrumfunctie zien. Dat uit zich met name in de scores rond veiligheid en leefbaarheid (verloedering, vandalisme, overlast en geweld). Opvallend daarbij is dat de veiligheidsbeleving of de waardering voor de buurt daar niet echt onder lijdt. Zo is de veiligheidsbeleving voor de eigen buurt onder bewoners in vergelijking met 2012 nog iets toegenomen en ligt rond het stedelijk gemiddelde. Het percentage bewoners dat aangeeft te verwachten dat de buurt de komende jaren vooruit zal gaan is weliswaar iets gedaald ten opzichte van de vorige meting, maar ligt nog steeds boven het stedelijk gemiddelde. De binnenstad kent een bevolkingsopbouw die elders sneller als kenmerk voor sociale instabiliteit wordt gezien (meer jonge alleenstaanden, minder gezinnen met kleine kinderen, minder ouderen), maar blijkbaar goed passen bij het wonen in de binnenstad. En daarnaast juist weer positieve kenmerken heeft (hogere opleiding/-inkomen, betaald werk). De, bij het wonen in het centrum horende, ongemakken worden duidelijk gecompenseerd door de nabijheid van stedelijke voorzieningen en kwaliteiten. Voorzieningen en kwaliteiten die passen bij een specifieke doelgroep. Uit de cijfers blijkt wel dat veiligheid en overlast blijvende aandacht en inzet vraagt. En past de opmerking dat we hier een beeld geven op basis van de bewoners van de binnenstad, waar de binnenstad natuurlijk een functie vervuld voor alle inwoners van stad en regio. Assendorp vertoont een stabiel beeld rond het stedelijk gemiddelde. Wezenlanden en in mindere mate Pierik vormen hierop een uitzondering. Met name in Wezenlanden spelen sociale problemen en dan in het bijzonder inkomens- en schuldproblematiek. Bewoners geven aan over weinig mogelijkheden (opleiding, inkomen en voldoende taalbeheersing) te beschikken om voldoende maatschappelijk te participeren. Toch lijkt niet echt sprake van verslechtering van de situatie ten opzichte van 2012. Opvallend is dat zowel het percentage bewoners dat aangeeft te verwachten dat de buurt de komende jaren vooruit zal gaan, als het percentage dat verwacht dat de buurt achteruit zal gaan is afgenomen. Een beeld dat op meer plekken in Zwolle is waar te nemen. Hanzeland ligt op het gemiddelde stedelijk beeld, maar wijkt af op de waardering van zowel voorzieningen (sociaal en fysiek), als de woonomgeving. Die waardering uit zich in een lagere gehechtheid aan de buurt, maar gaat niet ten koste van de buurtwaardering. Deze is nauwelijks lager dan het stedelijk gemiddelde. De Veerallee kenmerkt zich vooral door overwegend hogere scores dan stedelijk gemiddeld, en laat daarbij nog een gestegen positieve verwachting zien over de toekomstige ontwikkeling van de buurt. De mening over de inzet van de gemeente lag al hoog en is verder toegenomen.
Zowel over de toekomstverwachting als over de waardering rond het optreden van de gemeente geldt hetzelfde voor de Kamperpoort. Maar daarmee houdt de vergelijking tussen deze twee wijken wel op. Op de meeste andere aspecten scoort de wijk laag tot slecht. Stadsdeel Zuid Zuid is een groot stadsdeel, met de volgende wijken: - Schelle met de buurten; Oud-Schelle, Schellerbroek, Schellerhoek en Schellerlanden. - Oldeneel met de buurten; Oldenerlanden-Oost, Oldenelerlanden-West en Oldenelerbroek. - Ittersum bevat de buurten; Oud-Ittersum, Ittesummerlanden en Ittessummerbroek. - Geren met de buurten; Geren, Gerenbroek, Gerenlanden en Oude Mars. - Buitengebied-Zuid bestaat uit de buurten; Windesheim, Schelle-Zuid en Oldeneel en Harculo en Hoogzuthem. Stadsdeel Zuid heeft van de vijf stadsdelen het meest gunstige gemiddelde profiel op eigenlijk alle indexen. Het percentage inwoners dat aangeeft dat de buurt het afgelopen jaar is verbeterd of te verwachten dat de buurt komende jaren zal verbeteren ligt weliswaar lager dan stedelijk gemiddeld, maar dat is ook wel logisch in het licht van de bestaande goede scores: als die al goed zijn is een verdere verbetering niet echt te verwachten. Toch zijn er ook wel zwakkere buurten of aspecten waar te nemen. De buurten Geren, (in mindere mate) Ittesummerlanden en (in nog iets mindere mate) Ittesummerlanden wijken negatief af van het positieve totaalbeeld. De problemen liggen vooral op het sociale vlak. Het gaat dan om buurtcontacten, verantwoordelijkheidsgevoel, inzet voor de buurt, sociale contacten en maatschappelijke participatie. Daarnaast spelen ook gevoelens van eenzaamheid en isolement. In Geren komen daar nog inkomensproblemen bij. In deze buurten lijkt sprake van de aanwezigheid van groepen die om uiteen lopende redenen moeite hebben om maatschappelijk aan te haken. Ook dit beeld wordt bevestigd in de Stapelingsmonitor. Tot slot de buurt Windesheim. Deze scoort op bijna alle aspecten bovengemiddeld. De enige negatieve afwijking is het voorzieningenniveau.