20.10.2000
Betreft : Richtlijn van de Minister van Justitie dd. 5 december 2000, gericht aan de politiediensten, inzake de wet van 16 maart 1999 tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 (B.S. van 30 maart 1999, blz. 10.157) – Stoffen, andere dan alcohol, die de rijvaardigheid beïnvloeden – onderrichtingen voor de politiediensten
-2-
INHOUDSTAFEL
1. ALGEMEEN 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
DOELSTELLINGEN WETTELIJKE GRONDSLAG DRAAGWIJDTE VAN DE WIJZIGINGEN GLOBAAL KADER
2. ONDERRICHTINGEN VOOR DE POLITIEDIENSTEN 2.1. OPLEIDING 2.2. OPSPORING 2.2.1 Algemeen 2.2.2. Rijden met aanwezigheid in het organisme van bepaalde verboden stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden 2.2.3. Gebruik van de gegevens van de test en van de bloedproef - nieuwe artikelen 61bis, § 3, en 63, § 5, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer - en toepassing van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica 2.3. GESTANDAARDISEERDE TESTBATTERIJ 2.4. KWALITATIEVE IMMUNOASSAY OP URINEMONSTER 2.4.1. 2.4.2. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8.
Immunoassay Nemen van een urinemonster
BLOEDPROEF TIJDELIJK RIJVERBOD PROCES - VERBAAL VOORRANG VAN RECHTSMACHT
-3-
1.
ALGEMEEN
1.1.
Doelstellingen
1.Deze richtlijn strekt hoofdzakelijk ertoe het opsporingsbeleid en de vaststellingen inzake de stoffen, andere dan alcohol, die de rijvaardigheid beïnvloeden in het wegverkeer, te uniformiseren. Krachtens het gelijkheids-, het proportionaliteits- en het billijkheidsbeginsel is het wenselijk de werkwijze te uniformiseren. Deze richtlijn voorziet in een eenvormige aanpak van alle weggebruikers en schept een kader dat de politiediensten de mogelijkheid biedt op uniforme wijze te handelen.
1.2.
Wettelijke grondslag
2.De wet van 16 maart 1999 tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 (B.S. van 30 maart 1999, blz. 10.157) (hierna afgekort als de wet). 3.Het koninklijk besluit van 4 juni 1999 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het gehalte van stoffen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden (B.S. van 8 juni 1999) (hierna afgekort als het besluit).
1.3.
Draagwijdte van de wijzigingen
4.De wet en het besluit worden geanalyseerd in circulaire nr. COL .... / 2000 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep over rijden onder invloed van stoffen Politie over het Wegverkeer - Wet van 16 maart 1999.
1.4.
Globaal kader
5.Teneinde een globaal beeld te hebben van de aanpak van rijden onder invloed van drugs, moet deze richtlijn voor de politiediensten in het licht van volgende circulaires worden beschouwd: • Omzendbrief nr. COL .... / 2000 betreffende het rijden onder invloed van stoffen Politie over het Wegverkeer - Wet van 16 maart 1999; • Omzendbrief betreffende een eenvormig vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed, in staat van dronkenschap of in een soortgelijke staat onder meer ten gevolge van het gebruik van drugs of van geneesmiddelen; • Omzendbrief betreffende een eenvormig strafrechtelijk beleid inzake onmiddellijke intrekking van het rijbewijs.
-4-
2.
Onderrichtingen voor de politiediensten
2.1.
Opleiding
6.Hoewel strikt beschouwd niets wordt opgelegd, mag, gelet op het ingrijpend karakter van de wijzigingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, de procedure van opsporing en vaststelling enkel worden toegepast door de bevoegde politieambtenaren die daartoe vooraf een opleiding hebben gekregen. 7.Deze opleiding bevat de volgende elementen : • • • •
wettelijke en regelgevende bepalingen, daaronder begrepen de circulaires ter zake; vertrouwd maken, met de vaststelling : de gestandaardiseerde testbatterij, de uiterlijke tekenen van het vermoeden van het rijden onder invloed; vertrouwd maken met de techniek van een urinemonster waarop een kwalitatieve immunoassay moet worden uitgevoerd; de materiële organisatie om de gestandardiseerde testbatterij en de immunoassay uit te voeren evenals de onontbeerlijke voorzorgsmaatregelen met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het verzekeren van discretie en hygiëne.
8.Te bereiken doelstellingen Met het oog op een gestandaardiseerde toepassing van de wet moeten de bevoegde politieambtenaren op het einde van de opleiding de volgende taken kunnen uitvoeren : ü de procedure voor het detecteren van de uiterlijke tekenen van invloed die leidt tot het opstellen van een P.V. en tot rijverbod, beschrijven en uitleggen; ü het moment waarop en de personen op wie de procedure voor de opsporing van het rijden onder invloed van verboden stoffen van toepassing is, opsommen en uitleggen; ü de inbreuken opsommen waarin de wet voorziet; ü een bestuurder interpelleren in het kader van het toezicht op het rijden onder invloed van verboden stoffen, zulks op de vastgestelde wijze; ü de diverse bestanddelen van de gestandaardiseerde testbatterij en van de eraan verbonden vaststellingen opsommen en uitleggen; ü de instructies van de vier psycho-fysische tests en van de convergentietest die deel uitmaken van de gestandaardiseerde testbatterij op getrouwe wijze opsommen; ü de handelingen die moeten worden verricht ingeval wordt geweigerd zich te onderwerpen aan de gestandaardiseerde testbatterij, opsommen en uitleggen; ü de gestandaardiseerde testbatterij en de immunoassay uitvoeren; ü de handelingen die moeten worden verricht ingeval het onmogelijk is over te gaan tot de urinetest, opsommen en uitleggen; ü de omstandigheden waarin bloedafname kan worden opgelegd, opsommen en uitleggen;
-5ü de handelingen die moeten worden verricht ingeval de bloedafname door de bestuurder wordt geweigerd, opsommen en uitleggen; ü de handelingen die moeten worden verricht ingeval de bloedafname door de arts wordt geweigerd, opsommen en uitleggen; ü opsommen en uitleggen van de elementaire regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het afnemen van het urinemonster; ü de omstandigheden waarin rijverbod kan worden opgelegd, opsommen en uitleggen; ü een proces-verbaal van vaststelling van rijden onder invloed van verdovende middelen, opstellen; ü de te volgen procedure die dient gevolgd nadat de gegevens aan het laboratorium zijn overgedragen, omschrijven en uitleggen; ü uitleggen en opsommen van de handelingen die moeten worden verricht ingeval verschillende inbreuken worden vastgesteld. 9. Het lijkt zeer wenselijk een aantal politieambtenaren te specialiseren in de aanwending van de verschillende testmiddelen, te weten de testbatterij en de immunoassay op een urinemonster en hen zo vlug mogelijk de vereiste ervaring te laten verwerven. 10. De chefs zijn bevoegd voor en staan in voor de opleiding van hun politieambtenaren.
2.2.
Opsporing
2.2.1. Algemeen 11. De procedures voor het opsporen van rijden onder invloed van alcohol (artikel 59 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer) of van rijden met aanwezigheid in het organisme van tenminste een van de bepaalde stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden (nieuw artikel 61bis van de wet over het wegverkeer) zijn procedures die elk hun wettelijke grondslag hebben en waartussen geen hiërarchie bestaat. Beide procedures staan los van elkaar. De volgorde van de vaststellingen heeft geen belang. 12.De wijze waarop de politiediensten optreden, wordt onder andere bepaald door de volgende aspecten : • de context en de doelstelling van de controle; • de beschikbaarheid van de opsporings- en vaststellingsmiddelen op menselijk (opgeleid personeel) en materieel vlak; • de vaststellingen bij de controle. 13.Daarnaast wordt er aan herinnerd dat artikel 35 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en artikel 8.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 van toepassing blijven.
-6-
2.2.2. Rijden met aanwezigheid in het organisme van bepaalde verboden stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden
14.Naar het voorbeeld van de opsporing van de aanwezigheid van alcohol, verleent het nieuwe artikel 61bis van de wet betreffende de politie over het wegverkeer aan de politieambtenaren een uitgebreide opsporingsbevoegdheid. 15.In de huidige omstandigheden wordt de wetgeving hoofdzakelijk toegepast op gericht verkeerstoezicht in het kader van de aanpak van weekendongevallen en van verkeersonveilige verplaatsingen gerelateerd aan het uitgaanspatroon (raves, (mega)dancings, ...) en van drugstoerisme. 16.In andere gevallen (bij alcoholcontroles naar aanleiding van verkeersongevallen, verkeerstoezicht, ...) wordt het toezicht ter zake op gecoördineerde wijze verricht na eventuele opsporing van alcoholopname en indien er aanwijzingen zijn van uiterlijke tekenen van het vermoeden van rijden onder invloed. 17.In geval van vaststelling van het rijden onder invloed van stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden en van alcohol worden afzonderlijke processen-verbaal opgesteld en moeten deze naar elkaar verwijzen. Als bovendien andere misdrijven worden vastgesteld, wordt een onderscheiden proces-verbaal opgesteld volgens de hierboven aangegeven principes van verwijzing en verzending.
2.2.3. Gebruik van de gegevens van de test en van de bloedproef - nieuwe artikelen 61bis, § 3, en 63, § 5, van de wet over het wegverkeer - en de toepassing van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica
18.De verzameling van de gegevens van de test en van de bloedproef moet zich beperken tot deze die strikt noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, die op een openbare plaats zijn begaan. Zij kunnen slechts worden gebruikt voor gerechtelijke doeleinden die een rechtstreeks verband met die overtredingen vertonen. 19.Concreet betekent zulks dat ingeval een bestuurder of een begeleider op een openbare plaats positief bevonden wordt op de aanwezigheid in het organisme van tenminste één van de specifiek verboden stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden en terzelfdertijd in het bezit gevonden wordt van illegale drugs, ten behoeve van het openbaar ministerie afzonderlijke processen-verbaal moeten worden opgesteld. In deze processen-verbaal worden onderlinge verwijzingen enkel ondergebracht in de rubriek informatie. Het proces-verbaal inzake de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer zal zowel wat betreft de vaststellingen van de verbalisanten als wat het verhoor
-7aangaat enkel de gegevens betreffen noodzakelijk voor de test en de bloedproef om de aanwezigheid in het organisme te kunnen aantonen van de strafbaar gestelde gehalte verboden stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden. Het proces-verbaal inzake de overtredingen van voornoemde wet van 24 februari 1921 beperkt zich zowel wat betreft de vaststellingen van de verbalisanten als wat betreft het verhoor van de verdachten / getuigen tot de gegevens nodig om de bij de wet strafbaar gestelde inbreuken te bewijzen. In geen geval wordt in dit proces-verbaal melding gemaakt van de gegevens van de toegepaste test en van de bloedproef inzake wegverkeer.
2.3.
Gestandaardiseerde testbatterij
20.De gestandaardiseerde testbatterij beoogt de vaststelling van de uiterlijke tekenen van het vermoeden van invloed van tenminste één van de in de wet bepaalde stoffen. Dit is de eerste stap in de opsporing en detectie van de overtreding. 21.Als bijlage A gaat het formulier van gestandaardiseerde testbatterij zoals gedefinieerd in het nieuwe artikel 61bis § 2, 1°, van de wet. De gestandaardiseerde testbatterij wordt bij de toepassing als een geheel bekeken. Zij wordt als positief beschouwd wanneer de procedure volledig is uitgevoerd en diverse tekenen zijn vastgesteld, waarvan minstens een lichamelijk teken en minstens een teken betreffende de aandachtverdelende tests. De resultaten daarvan worden bij het proces-verbaal gevoegd. Zie hierover ook omzendbrief nr. COL .... / 2000, § 18. 22.Tevens wordt erop gewezen dat de gestandaardiseerde testbatterij ook de eerste etappe is alvorens opnieuw te mogen sturen of begeleiden na een rijverbod (nieuw artikel 61ter, § 2, van de wet over het wegverkeer).
2.4.
Kwalitatieve immunoassay op urinemonster
2.4.1. Immunoassay
23.Het tweede stadium in de opsporing en detectie van de inbreuk is de afname van een urinemonster waarop een kwalitatieve immunoassay wordt uitgevoerd met het oog op de vaststelling van de aanwezigheid in het organisme van één van de actieve bestanddelen van heroïne, cocaïne, cannabis of amfetaminen. Wanneer het wettelijk bepaalde gehalte niet is bereikt, wordt het resultaat van de immunoassay niet in aanmerking genomen. De procedure voorzien door artikel 61bis eindigt hier. Laat ons er echter aan herinneren dat deze afwezigheid van vaststelling een verbalisering op basis van artikel 35 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer of van artikel 8.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975, niet in de weg staat. 24.Het nieuwe artikel 61bis, § 2, 2°, eerste lid, van de wet over het wegverkeer definieert de immunoassay als volgt :
-8• Het moet gaan om een kwalitatieve immunoassay; • De test moet toepasbaar zijn op een urinemonster; • In dat urinemonster worden de volgende stoffen opgespoord volgens de hierna bepaalde gehalten: ⇒ THCCOOH (cannabis): 50 ng/ml ⇒ Amfetamine, MDMA, MDEA, MBDB : 1000 ng/ml ⇒ Morfine (heroïne): 300 ng/ml ⇒ Benzoylecgonine (cocaïne): 300 ng/ml 25.Met het oog op een eenvormige aanpak van de weggebruikers en op een zo efficiënt mogelijke toepassing van de wet, verricht het departement Justitie een centrale aankoop. 26. Het departement Justitie levert de nodige immunoassays aan de politiediensten binnen de maand na de aanvraag. Voor de immunoassays mag alleen dat testmateriaal worden gebruikt. De verzoeken om dat testmateriaal worden gericht tot het departement Justitie – Directoraatgeneraal rechterlijke organisatie - Gebouwen en Materieel (Waterloolaan 115 te 1000 Brussel, fax. 02/542 70 08). De politiediensten houden bij hun bestelling rekening met : • De uiterste gebruiksdatum van immunoassays; • de mogelijkheid om mono- of monstertests te bestellen. Er wordt aangenomen dat de toepassing van monotests voordeliger is ingeval voldoende eenduidige uiterlijke tekenen kunnen worden vastgesteld die de aanwezigheid van een bepaalde stof doen vermoeden of ingeval voldoende aanwijzingen bestaan voor de aanwezigheid van een bepaalde stof (bijv. uit de verklaring van gebruik van een bepaalde verboden stof). Bij twijfel, onvoldoende ervaring of aanwijzingen wordt eerder de monstertest gebruikt. 27.De politiediensten moeten een bijzonder register bijhouden met het oog op het toezicht over de aanwending van die middelen alsook voor het opstellen van statistieken betreffende de toepassing van de immunoassay. 28.De immunoassay vormt de tweede stap om opnieuw te mogen sturen of begeleiden na een tijdelijk rijverbod (nieuw artikel 61ter, § 2, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer).
2.4.2. Nemen van een urinemonster 29. In het nieuwe artikel 61 bis § 2, 2°, tweede lid, is algemeen gesteld dat de bevoegde ambtenaren de nodige maatregelen treffen inzake de materiële organisatie van het afnemen van de test en de nodige voorzorgen in acht nemen zodanig dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd en de discretie en de hygiëne worden verzekerd. 30. De wetgever heeft hieromtrent een aantal aanwijzingen gegeven in de memorie van toelichting bij het ontwerp van wet, te weten : • de materiële organisatie: ter beschikking stellen van lokalen, procedure voor het gebruik van de recipiënten,...;
-9-
• te nemen voorzorgen in verband met discretie en hygiëne : aanwezigheid van personen bij de monsterneming, het gegeven dat voor de monsterneming enkel de door de administratie ter beschikking gestelde of goedgekeurde verpakkingen, flesjes, bekers, trechters en andere benodigdheden mogen worden gebruikt, zuiverheid van de recipiënten; • maatregelen die moeten worden genomen met het oog op de vermeldingen om verwisseling uit te sluiten (etikettering), ...; • gebruik van de tests overeenkomstig de voorschriften van de gebruiksaanwijzing. 31.Hierna volgen een aantal voorwaarden • • • •
• • •
• • • •
het nemen van alle nodige maatregelen door de bevoegde politieambtenaar om fraude te voorkomen; fouilleren van de verdachte alvorens over te gaan tot het nemen van een urinemonster om het risico op bedrog bij de monsterneming te voorkomen; ter beschikking stellen van een aangepaste en discrete ruimte voor de afname van een urinemonster (toiletten, sanitair voertuig, lokaal onttrokken aan het zicht van derden, ...); uitvoeren van de verplichting van afname van het urinemonster door een bevoegde politieambtenaar of in voorkomend geval door een ander, hiertoe gevorderd persoon, onder de verantwoordelijkheid en overeenkomstig de algemene en bijzondere instructies van een officier van de gerechtelijke politie (cf. artikel 28 van de wet op het politieambt). Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de eerbied voor het privé-leven en de intimiteit van de verdachte; onder toezicht houden van de verdachte door de bevoegde ambtenaar tijdens het nemen van het urinemonster; rekening houden met de schroom van de persoon indien de veiligheid en de correcte monsterafname daadoor niet in het gedrang komen; de afname van het urinemonster niet laten gebeuren in aanwezigheid van andere bevoegde ambtenaren of derden, indien hun aanwezigheid niet noodzakelijk is voor de uitvoering ervan; een verdachte van minder dan 18 jaar kan echter worden vergezeld door een ouder, een voogd of een persoon die over hen de bewaring heeft; overhandigen van het recipiënt voor de monsterneming aan de verdachte aan wie de nodige inlichtingen worden verstrekt opdat de monsterafname vlot kan verlopen; alleen gebruiken van de benodigdheden voor de monsterneming die het departement Justitie ter beschikking stelt; doen verlopen van de afname van het urinemonster en de uitvoering van de kwalitatieve immunoassay overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant; laten beschermen van de handen van de bevoegde politieambtenaar die de test uitvoert.
Nadat alle vaststellingen zijn gedaan en het proces-verbaal zal opgesteld zijn worden de immunoassay en het monster weggegooid.
- 10 -
2.5.
Bloedproef
2.5.1. Waar te bekomen ? 32.De verzoeken om de bloedafnamesystemen zoals bepaald in het koninklijk besluit worden gericht aan het departement Justitie – Directoraat-generaal rechterlijke organisatie Gebouwen en Materieel (Waterloolaan 115 te 1000 Brussel, fax. 02/542 70 08). Na goedkeuring worden die tests aan de politiediensten geleverd binnen de maand na de aanvraag. 33.Het departement Justitie doet het nodige opdat de bloedafnamesystemen voor de vaststelling van het alcoholgehalte en van het gehalte van andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden, van elkaar worden onderscheiden door een onderscheidend herkenningsteken aangebracht op de systemen.
2.5.2. Opvorderen van een geneesheer
34.De algemene richtlijnen genomen in het kader van de vaststelling van overtredingen inzake het alcoholgehalte in het bloed in het wegverkeer, zijn hier ook van toepassing.
2.5.3. Overzending van het bloedstaal 35.In het besluit is bepaald dat de verbaliserende autoriteit het bloedstaal via de snelste weg bezorgt aan het erkend laboratorium dat door de gerechtelijke autoriteit is aangewezen (artikel 6 van het besluit). In afwachting van de overzending van het staal, wordt het rechtopstaande in een koelkast bewaard. De toezending van bloedmonsters per post is uitgesloten.
2.5.4. Overgangsbepaling
36.De venules voorzien voor afnames ingeval van aanwezigheid van een alcoholgehalte in het bloed zijn ongewijzigd sinds 8 juni 2000 en de politiediensten moeten over specifieke venules beschikken. 37.In het besluit is bepaald dat de laboratoria die voldoen aan de hoger vermelde voorwaarden en die erkend zijn voor de vaststelling van het alcoholgehalte, de analyse van andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden kunnen verrichten gedurende een periode van twee jaar te rekenen van de inwerkingtreding van het besluit, dus tot 8 juni 2001 (art 15 van het besluit) en zulks in afwachting van de officiële erkenning.
- 11 -
2.6.
Tijdelijk rijverbod
38.De politiediensten worden erop gewezen dat overeenkomstig de vastgestelde overtredingen (aanwezigheid van alcohol of van andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden) aan de overtreder een tijdelijk rijverbod kan worden opgelegd zowel wegens alcoholopname (zes uur of drie uur) als wegens de aanwezigheid van andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden (12 uur). 39. Zolang een van de procedures van tijdelijk rijverbod van toepassing is, wordt het rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs niet teruggegeven aan de overtreder.
2.7.
Proces - verbaal
40.De politiediensten moeten gebruik maken van het model van proces-verbaal dat als bijlage 2 bij deze richtlijn gaat. De processen-verbaal moeten ten laatste, de eerste werkdag die volgt op deze tijdens dewelke de vaststellingen werden gedaan, worden opgestuurd.
2.8.
Voorrecht van rechtsmacht
41. Terzake moeten ook de specifieke richtlijnen betreffende voorrecht van rechtsmacht in acht worden genomen.
42.Bij dergelijke wijzigingen in de wetgeving over het wegverkeer doen zich in de praktijk onvermijdelijk problemen voor die in deze richtlijn niet zijn behandeld. In dit geval moet U zich wenden tot uw hiërarchie.
De Minister van Justitie,
Marc VERWILGHEN.
Eenheid
PRO JUSTITIA ¨ AANVANKELIJK ¨ DRINGEND ¨ NAVOLGEND ONDERWERP : VERDENKING VAN RIJDEN MET DE AANWEZIGHEID IN HET ORGANISME VAN MINSTENS EEN VAN DE STOFFEN DIE DE RIJVAARDIGHEID BEINVLOEDEN, OF VERWANTE INBREUKEN PV Nr Proces-verbaal
Verwant(e) dossier(s) :
Verkeersongeval Alcoholopname Andere overtreding(en) Arrestatie PV Nr
¨ ¨ ¨ ¨
Dossier Nr
Mevrouw/Mijnheer dd van Buitenlander ¨ Militair ¨ Voorrecht van rechtsmacht ¨ Minderjarige ¨
Bloedproef Onmidddellijke intrekking rijbewijs (Art 55 WVW)
OVERGEMAAKT aan
De Procureur des Konings bij de Politierechtbank te
Orig
¨
¨ ¨
Copie
¨
verwittigd op TEN LASTE VAN NAAM : Voornaam :
¨ De Procureur des Konings van ¨ De Krijgsauditeur van te om
Plaats en datum van geboorte : Nationaliteit : Woonplaats :
uur.
Beroep :
¨ Verhoord ¨ Blijft te verhoren Overtreding van de Wet betreffende de Politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968: ¨ Art 37 bis, §1, 1°: op een openbare plaats een voertuig of een rijdier te hebben bestuurd, of een bestuurder te hebben begeleid met het oog op de scholing , terwijl de analyse bedoeld in Art 63, §1, 3° of 4° de aanwezigheid in het organisme aantoont van minstens één van de volgende stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden : THC, amfetamine, MDMA, MDEA, MBDB, morfine, cocaïne ou benzoylecgonine. ¨ Art 37 bis §1, 4° : bestuurd of begeleid te hebben gedurende de tijd dat dit krachtens artikel 61 ter §1 en §2 verboden is.
de De Krijgsauditeur te
¨
¨
¨ Art 37 bis §1, 5° : zonder wettige reden te hebben geweigerd: ¨ de test bedoeld in Art 61 bis §1; ¨ de bloedproef bedoeld in Art 63 §1, 3° en 4°. ¨ Art 37 bis §1, 6° : het rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs niet te hebben afgegeven in het geval bedoeld in Art 61 quater of het ingehouden voertuig of rijdier te hebben bestuurd.
de
De overtreder de
¨
¨
Andere
¨
¨
LOKALISATIE VAN HET FEIT Plaats : Datum : om
¨ Art 35 : te hebben bestuurd of begeleid in een soortgelijke staat aan dronkenschap o.m. ten gevolge van het gebruik van drugs of geneesmiddelen. Aantal bijlagen : Vak voorbehouden aan het ¨ A - Verhoor Parket of aan het Auditoraat ¨ B - Gestandaardiseerde testbatterij ¨ C - Vordering geneesheer ¨ D - Bloedproef ¨ Andere :
uur
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
EERSTE VERVOLG aan PV Nr dd van Heden tweeduizend
om
uur;
Wij ondergetekende(n) , verblijvende te hebben het volgende vastgesteld :
in uniform gekleed,
1. Aard van de feiten ¨ Vermoedelijke dader van een verkeersongeval. ¨ Persoon die een verkeersongeval mede heeft kunnen veroorzaken. ¨ Bestuurder op een openbare plaats. ¨ Begeleider met het oog op de scholing op een openbare plaats. ¨ Persoon die op een openbare plaats op het punt staat om te besturen. ¨ Persoon die stuurt of begeleidt met het oog op de scholing gedurende de tijd dat dit hem verboden is. ¨ Persoon die heeft geweigerd : ¨ de test ¨ de bloedproef ¨ met wettige reden; ¨ zonder wettige reden. ¨ Persoon die heeft geweigerd zijn rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs in te leveren.
2. Type weggebruiker ¨ Bestuurder van een auto. Aard : Nummerplaat : ¨ Bestuurder van een motorfiets Aard : Nummerplaat : ¨ Bromfietser. ¨ Fietser. ¨ Voetganger. ¨ Geleider van een rijdier. ¨ Begeleider met het oog op de scholing. ¨ Passagier. ¨ Andere:
3. Bestuurder van het voertuig NAAM : Adres : - Eigenaar van het voertuig (indien verschillend van de eigenaar) NAAM : Adres :
- Burgerlijk aanspraakelijke NAAM : Adres :
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
TWEEDE VERVOLG AAN PV Nr dd van 4. De test 4.1. De gestandaardiseerde testbatterij Betrokkene werd onderworpen aan de gestandaardiseerde testbatterij bedoeld in bijlage B. Datum : om uur Betrokkene werd ervan in kennis gesteld dat de testbatterij de uiterlijke tekenen van vermoeden van invloed van één van de stoffen bedoeld in Art 61 bis §2, 2°bevestigt vanaf het ogenblik dat twee of meer parameters van de lijst opgenomen in Bijl B worden aangekruist. 4.2.
Kwalitatieve immunoassay
Gelet op het feit dat de resultaten van de gestandaardiseerde testbatterij de uiterlijke tekenen van vermoeden van invloed bevestigen, gaan we over tot de afname van een urinemonster waarop we een kwalitatieve immunoassay uitvoeren. Datum : om uur Toestellen : Nr: Type : ¨ Panel : ¨ Mono : ¨ THCCOOH. ¨ Amfetamine. ¨ MDMA, MDEA, MBDB. ¨ Morfine (heroïne). ¨ Benzoylecgonine (cocaïne). Datum einde geldigheid: De maatregelen inzake discretie en hygiëne werden genomen teneinde het privé-leven en de persoonlijke levenssfeer te eerbiedigen. Het urinemonster werd afgenomen onder toezicht van : ¨ eerste vaststeller. ¨ tweede vaststeller. ¨ andere : Resultaat : De immunoassay laat toe de aanwezigheid in het organisme vast te stellen van minstens één van de volgende stoffen met een minimumconcentratie gelijk aan of groter dan de minima bepaald in Art 61 bis §2,2°: ¨ THCCOOH. ¨ Amfetamine - MDMA, MDEA, MBDB. ¨ Morfine (heroïne). ¨ Benzoylecgonine (cocaïne). ¨ Er werd onmogelijk een urinetest uit te voeren. Reden(en) :
5. Bloedproef Zie bijlage D. 6. Weigering Betrokkene heeft geweigerd zich te onderwerpen aan: ¨ De test : ¨ de gestandaardiseerde testbatterij. ¨ de afname van het urinemonster met het oog op de immunoassay. ¨ De bloedproef.
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
DERDE VERVOLG AAN PV Nr dd van ¨ Betrokkene heeft geen wettige reden ingeroepen. De gevolgen van die weigering werden hem uitgelegd, meer bepaald dat de weigering op dezelfde wijze bestraft wordt als een positieve analyse. Betrokkene blijft bij zijn weigering op om uur. ¨ Betrokkene heeft een wettige reden ingeroepen. Zie vordering van de geneesheer in bijlage C. Naam van de geneesheer : Datum om uur. ¨ De geneesheer weigert in te gaan op de vordering. Reden: ¨ De geneesheer onderzoekt de ingeroepen wettige reden de om uur. ¨ de geneesheer bevestigt de wettige reden. Zie bijlage ...... . ¨ de geneesheer bevestigt de wettige reden niet. Zie bijlage....... . ¨ Ondanks de bevestiging van de ingeroepen wettige reden, vertoont betrokkene uiterlijke tekenen van vermoeden van invloed van één van de stoffen bedoeld in Art 61 bis §2, 2° op de rijvaardigheid. Zie bijlage B. 7. Tijdelijk rijverbod Het rijverbod van twaalf uur werd ter kennis gebracht van betrokkene de om uur. ¨ Afgifte van het document: ¨ rijbewijs. ¨ voorlopig rijbewijs. ¨ leervergunning. Categorie: A - B - C- D - AF- BF (< 01-01-1989). A3 - A2 - A1 - B - C - D - E (≥ 01-01-1989 en < 01-101998).
A3 - A - B - C1 - C - D1 - D - E ( ≥ 01-10-1998). Nr : Afgeleverd door : op ¨ Weigering het document te overhandigen. ¨ Inhouding van het voertuig of rijdier. Einde van het tijdelijk rijverbod voorzien op om uur. (specifiek voor deze reglementering). Een administratief document werd overhandigd omtrent plaats en uur waar betrokkkene zijn document - zijn voertuig - zijn rijdier kan terugkrijgen. 8. Verwittiging van het parket ¨ Het parket werd ingelicht : Ingelichte overheid : ste Mevrouw, Mijnheer de (1 ) Substituut bij het parket van te verwittigd op uur. Ontvangen richtlijnen :
om
¨ Het parket werd niet ingelicht.
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
VIERDE VERVOLG aan PV Nr dd van 9. Verhoor van betrokkene ¨ Betrokkene werd verhoord Zie bijlage A bij het PV ¨ Betrokkene blijft te verhoren Redenen :
10. Vrijheidsberoving ¨ Betrokkene werd aangehouden : Kennisgeving op om uur. Het betreft een ¨ administratieve maatregel. ¨ gerechtelijke maatregel. Op bevel van : Op om uur. Plaats : ¨ Betrokkene werd niet aangehouden. 11.
Toegestaan om opnieuw een voertuig of een rijdier te besturen of de bestuurder te begeleiden met het oog op de scholing op een openbare plaats Teruggave van het rijbewijs, van het als zodanig geldend bewijs, van het voertuig of rijdier na het tijdelijk rijverbod van twaalf uur: ¨ JA. ¨ NEEN. Zo JA, op om uur. Plaats : Zo NEEN, ¨ Nieuwe positieve test en verlenging met 6 uur. ¨ PV overgemaakt vóór de teruggave. ¨ Andere problemen:
12. Procedure inzake alcoholopname ¨ Ademtest afgenomen op om Resultaat van de test : ¨ positief (zie aanverwant PV). ¨ negatief. ¨ Weigering van de ademtest (zie aanverwant PV ). ¨ Afname van de ademtest onmogelijk.
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
uur.
VIJFDE VERVOLG AAN PV Nr dd van 13. Bijkomende inlichtingen Burgerlijk aansprakelijke: NAAM : Adres :
Andere nog uit te voeren taken: Zo JA, welke :
Betrokkene werd in kennis gesteld van zijn recht een tegenexpertise aan te vragen van de bloedanalyse volgens de modaliteiten die hem zullen worden medegedeeld bij kennisgeving van het resultaat van de analyse conform Art 9 van het KB van 04-06-1999. 14.
Bijlagen ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
Verhoor - Bijlage A. Gestandaardiseerde testbatterij - Bijlage B. Vordering van de geneesheer - Bijlage C. Bloedproef - Bijlage D. Andere :
Wij hebben overtreder ervan in kennis gesteld dat uit hoofde van deze overtreding(en) proces-verbaal ten zijnen laste zou worden opgesteld.
PV afgesloten op
Waarvan akte,
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
VERDENKING VAN RIJDEN MET DE AANWEZIGHEID IN HET ORGANISME VAN MINSTENS EEN VAN DE STOFFEN DIE DE RIJVAARDIGHEID BEINVLOEDEN, OF VERWANTE INBREUKEN. VERHOOR Bijlage A bij het PV Nr dd van Ä VERHOOR VAN DE BETROKKEN PERSOON Ã Wij ondergetekende(n), ,bij de Rijkswacht - Politie, verblijvende te , in uniform gekleed, verklaren over te gaan tot het verhoor van : NAAM : Voornaam : nader geïndentificeerd op het eerste blad van het proces-verbaal, te (plaats) : Hij verklaart ons : “Ik wens mij in het Nederlands uit te drukken en kies deze taal voor de rechtspleging. Ik erken de bij wet “Franchimont” voorgeschreven vooraafgaande mededelingen te hebben ontvangen. Hiertoe heb ik de hierbijgevoegde bijlage vervolledigd. Ik erken dat tijdens de afname van een urinestaal maatregelen inzake discretie en hygiëne werden genomen en nageleefd teneinde mijn privéleven en mijn persoonlijke levenssfeer te eerbiedigen. Ik ben ervan in kennis gesteld dat de gegevensinzameling van de test en van de bloedproef zich moet beperken tot de gegevens die strikt noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de overtredingen van de Wet betreffende de Politie over het Wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968, die op een openbare plaats zijn begaan, en dat die gegevens slechts mogen worden gebruikt voor gerechtelijke doeleinden in verband met de bestraffing van deze overtredingen. Ik ben erover ingelicht dat ik mij, in het raam van de bloedproef, op mijn kosten kon laten bijstaan door een geneesheer van mijn keuze, die in het proces-verbaal de opmerkingen kan doen optekenen die hij meent te moeten maken. Ik heb kennis genomen van de mogelijkheid een tegenexpertise te vragen van de bloedproef en van de modaliteiten ervan.
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
BIJLAGE A BIJ HET PV Nr VERHOOR - VERVOLG dd van
¨ Na voorlezing, bevestigt en naamtekent ¨ in ons inlichtingenboek ” ¨ hieronder ” ¨ Na voorlezing, weigert te tekenen Einde verhoor op
om
uur.
Bijlage : verklaring betreffende de aan het verhoor voorafgaande mededelingen die bij wet zijn voorgeschreven.
Waarvan akte,
(handtekening van de bevoegde agent)
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
BIJLAGE A BIJ PV Nr VERHOOR - AANHANGSEL dd van Ondergetekende (NAAM en voornamen) geboren te wonende te
op
erkent hierbij op heden om uur voorafgaandelijk in kennis te zijn gesteld en afschrift te hebben ontvangen, van de wetteksten van de artikelen 28 §2, 47bis en 91 van het Wetboek van Strafvordering en de zin van de aan de verklaring verhoor voorafgaande mededelingen te hebben begrepen. 1. Ik wens - wens niet (*) in het bezit te worden gesteld van een afschrift van het proces-verbaal van mijn verhoor. 2. Ik wens - wens niet (*) dat alle vragen en antwoorden genoteerd worden in de door mij gebruikte bewoordingen. 3. Ik wens dat volgende opsporingshandelingen worden uitgevoerd:
3bis. Ik wens dat volgende perso(o)n(en) zou(den) verhoord worden:
4. Ik neem kennis dat mijn verklaring als bewijs in rechte kan worden gebruikt. 5. Ik ben ervan op de hoogte dat ik eventuele documenten in mijn bezit mag gebruiken, zonder dat daardoor het verhoor wordt uitgesteld. 6. Ik weet dat ik mag vragen deze documenten als bijlage aan het proces-verbaal van verhoor te voegen, of ze ter griffie neer te leggen.
Te
om
Handtekening :
(*) Schrappen wat niet past
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
VERDENKING VAN RIJDEN MET DE AANWEZIGHEID IN HET ORGANISME VAN MINSTENS EEN VAN DE STOFFEN DIE DE RIJVAARDIGHEID BEINVLOEDEN, OF VERWANTE INBREUKEN BIJLAGE B BIJ HET PV Nr dd van Ä GESTANDAARDISEERDE TESTBATTERIJ Ã LICHAMELIJKE TEKENEN (1) OGEN Hangende oogleden Trillend ooglid Wazige ogen Bloeddoorlopen ogen Verkleinde pupillen Uitgezette pupillen Lichtreactie Overgevoelig voor licht Strabisme GEZICHT Droge mond Overvloedig speeksel Knarsetanden Jeuk Irritatie neusgaten ANDERE Zweet overvloedig Beeft/Trilt Heeft zenuwtrek Heeft versnelde reflex Heeft vertraagde reflex
¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
GEDRAG Rusteloosheid Overdreven alertheid Agressief/nerveus/opgewonden Mentale verwarring Gelatenheid Euforie SPRAAK Stotteren Dubbele tong Woordenvloed GANG Te verzekerd Slepend Waggelend Struikelend ANDERE TEKENEN Geur van het product
AANDACHTSVERDELENDE TESTEN (1) Romberg Stappen/draaien op een lijn (Walk and turn) ¨ Opent ogen Blijft staan ¨ < 30’’ Start te vroeg ¨ > 30’’ Stopt/aarzelt tijdens uitvoering ¨ Wankelt Zet voeten niet vlak na elkaar Wijkt af van de lijn Op één been staan (One leg stand) ¨ Wankelt bij het balanceren Heft de armen op ¨ Gebruikt de armen Heeft evenwichtsstoornissen tijdens draaien ¨ Huppelt Zet verkeerd aantal passen ¨ Plaatst de opgeheven voet neer Draait verkeerd ¨ Heeft problemen bij het tellen Vingers naar de neus (Finger to nose) Verkeerde hand Verkeerde plaats: .............. (1) Aankruisen wat wordt waargenomen. Er wordt aangenomen dat er een vermoeden van invloed van één van de bepaalde stoffen op de rijvaardigheid is, wanneer twee of meer parameters werden aangekruist, waarvan tenmenste één in het gedeelte “lichamelijke tekenen”, en één in het gedeelte aandachtsvedelende testen”.
C:\dubbel\2001\bijlage1n000c192.doc
¨ Origineel PK
¨ Afschrift:
¨ Overtreder ¨ Eenheid
¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
¨ ¨
Ä ADMINISTRATIEF DOCUMENT Betrokken persoon : NAAM : Voornamen : Verbalisant : NAAM : Voornaam : Graad : Eenheid : Heden om uur, wordt u een tijdelijk rijverbod opgelegd ingevolge een overtreding op de Wet betreffende de Politie over het Wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968 : ¨ inzake stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden, voor : ¨ een positief resultaat van de test ¨ weigering van de test ¨ weigering van de bloedproef. Het is u verboden een voertuig of een rijdier te besturen of een bestuurder te begeleiden met het oog op de scholing, voor de duur van: ¨ 06 uur. ¨ 12 uur. ¨ Uw rijbewijs Nr ¨ Uw als zodanig geldend bewijs Nr ¨ Uw voertuig met nummerplaat wordt door ons ingehouden.
of uw rijdier
U kunt dit document - voertuig - rijdier persoonlijk komen afhalen vanaf om uur op de burelen ¨ van de rijkswachtbrigade te ¨ van het rijkswachtdistrict ¨ van de politie te Adres :
Openingsuren : ¨ Dit document zal u worden teruggegeven na een nieuwe test en voor zover deze test negatief is. Kennisgenomen en ontvangen één exemplaar op om uur. Indien het voertuig of rijdier werd ingehouden : “U hebt mij de raad gegeven alle maatreglen te nemen ter voorkoming van diefstal of beschadigingen, eventueel door beroep te doen op een takeldienst.”
Handtekening overtreder :
C:\dubbel\2001\bijlage2n000c192.doc
¨ Origineel overtreder ¨ Afschrift Eenheid (met het document en overgemaakt aan de verbalisant) ¨ Afschrift Eenheid
C:\dubbel\2001\bijlage2n000c192.doc
¨ Origineel overtreder ¨ Afschrift Eenheid (met het document en overgemaakt aan de verbalisant) ¨ Afschrift Eenheid
Te vervolledigen door de eenheid die het document, voertuig of rijdier teruggeeft. Eventuele problemen bij de nieuwe test ¨ ¨ ¨ ¨
NEEN weigering Nieuw tijdelijk rijverbod van 6 uur Andere :
Teruggave van het rijbewijs/zodanig geldend bewijs/voertuig/rijdier
Datum : Plaats :
om Eenheid:
uur
(handtekening van de rijkswachter die het document het voertuig of het rijdier teruggeeft)
C:\dubbel\2001\bijlage2n000c192.doc
¨ Origineel overtreder ¨ Afschrift Eenheid (met het document en overgemaakt aan de verbalisant) ¨ Afschrift Eenheid
VORDERING VAN DE GENEESHEER BIJLAGE C BIJ HET PV Nr: dd van Ten laste van (1) : NAAM : Voornamen: Woonplaats
Vorderende bevoegde agent(2) : NAAM : Graad : Eenheid:
Voornaam :
Gevorderde dokter in de geneeskunde (3) : NAAM : Voornaam : Woonplaats : Ä VORDERING Ã Plaats: Datum : Uur: Wij ondergetekende(n) (2), vorderen de dokter in de geneeskunde, vermeld in (3) in het raam van een overtreding op de Wet betreffende de Politie over het Wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968, teneinde: ¨ conform Art 61 ter §1, 3°, de door (1) ingeroepen wettige reden tot weigering van de test te onderzoeken en zijn bevindingen kenbaar te maken op het daartoe voorziene formulier (in het geval de wettige reden wordt bevestigd, mag dit formulier onder gesloten omslag en geadresseerd aan het parket bij het PV worden gevoegd) ¨ een bloedstaal af te nemen van de persoon geïdentificeerd onder (1) en het formulier betreffende het klinisch onderzoek van de betrokken persoon behoorlijk in te vullen. De tussenkomst van de geneesheer heeft plaats gehad: ¨ op een werkdag tussen 08.00 uur en 20.00 uur. ¨ op een werkdag tussen 20.00 uur en 08.00 uur. ¨ tussen zaterdag 12.00 uur en maandag 08.00 uur. ¨ op een wettelijke feestdag. Handtekening van de bevoegde agent (2) In aanhangsel : ¨ Aanhangsel 1 :Factuur Pro Forma voor de apparatuur - PV van neerlegging ¨ in het laboratorium dat is aangeduid om de analyse uit te voeren ¨ Aanhangsel 2 : Verslag van het klinisch onderzoek ¨ Aanhangsel 3 : Kostenstaat van de geneesheer Andere :
C:\dubbel\2001\bijlage3n000c192.doc
¨ ¨
Origineel PK ¨ Afschrift PK Afschrift Eenheid
¨Afschrift PK
BIJLAGE C - Aanhangsel 1 van PV Nr dd van Ten laste van (1) : NAAM : Voornamen : Woonplaats
Vorderende bevoegde agent (2) : NAAM : Voornaam : Graad : Eenheid : Gevorderde dokter in de geneeskunde (3) : NAAM : Voornaam : Woonplaats : Ä FACTUUR PRO FORMA Ã Aan het Ministerie van Justitie - Gerechtskosten - is de som van BEFverschuldigd, voor het gebruik: ¨ van een kwalitatieve immunoassai uitgevoerd op een urinestaal ¨ van apparatuur ter beschikking gesteld door het Ministerie van Justitie en bestemd om de bloedafname te verrichten waarvan sprake op de eerste pagina van bijlage C.
Handtekening van de bevoegde agent (2) Ä INVENTARIS VAN DE OVERTUIGINGSSTUKKEN Ã Rijkswachteenheid, datum en uur van het PV : zie hierboven. Beslag inzake: (1) Naam en hoedanigheid van de verbalisant: (2) Datum van afgifte: In beslag genomen van ambtswege: OPSOMMING VAN DE IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN Afnamesysteem gebruikt voor het nemen van een bloedstaal (venules) Nr: Nr: Nr: Te ,op NEERGELEGD ¨ In het laboratorium te
Handtekening van de bevoegde agent (2)
C:\dubbel\2001\bijlage4n000c192.doc
¨ ¨
Origineel PK Afschrtift Ee’nheid
¨ Afschrift PK ¨ Afschrift griffie
¨ Afschrift PK
BIJLAGE C - Aanhangsel 2 van het PV Nr dd van Ten laste van (1) : NAAM : Voornamen : Woonplaats:
Vorderende bevoegde agent (2) : NAAM : Voornaam : Graad : Eenheid : Gevorderde dokter in de geneeskunde (3) : NAAM : Voornaam : Woonplaats : Ä VERSLAG VAN HET KLINISCH ONDERZOEK Ã A. In te vullen door de verbalisant (2) Ten laste van : de persoon geïdentificeerd onder (1) Gevorderde geneesheer : (3) Apparatuur Nr : Ingevolge: ongeval - materiële schade - lichamelijk letsel - controle andere feiten (het overbodige schrappen). Uur vaststelling : Uur waarop de bloedproef werd uitgevoerd :
(Handtekening van de bevoegde agent) B. In te vullen door de geneesheer (3) De bloedafname dient te gebeuren door middel van een aan de geneesheer te bezorgen apparatuur. De huid moet worden ontsmet met het bij de apparatuur gevoegde produkt. Er dient ten minste .... cc bloed te worden afgenomen. Na de bloedafname moet de apparatuur behoorlijk worden geschud. Volgens Art. 10 van de Wet van 1 juni 1849, worden de geneesheren die, daartoe in staat zijnde in de gevallen door de wet of het tarief in strafzaken bepaald, weigeren of nalaten de bezoeken, de dienst of het werk te verrichten waartoe zij wettelijk werden opgevorderd, gestraft met een geldboete van vijftig tot vijfhonderd frank. In geval van herhaling wordt altijd het maximum van de geldboete uitgesproken. Op
om
uur.
(Handtekening van de geneesheer)
C:\dubbel\2001\bijlage5n000c192.doc
¨ ¨
Origineel PK ¨ Afschrift overtreder Afschrift dat de apparatuur vergezelt
¨
Afschrift Eenheid
BIJLAGE C - Aanhangsel 2 - Vervolg 1. In te vullen dooor de verbalisant : Stoffen, andere dan alcohol, die betrokkene verklaart te hebben gebruikt in de loop van de laatste 24 uren: Stoffen Amfetamine
MDMA MDEA MBDB Heroïne
Cocaïne
Gebruikswijze Oraal ¨ Snuiven ¨ Spuiten ¨ Oraal ¨
Oraal Snuiven Spuiten Roken Oraal Snuiven Spuiten Roken Oraal Roken
¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
Gebruik 1 - 6 Hr 6 - 12 Hr > 12 Hr 1 - 6 Hr 6 - 12 Hr > 12 Hr 1-6H 6 - 12 H > 12 H
¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
Hoeveelheid/Opmerkingen
1 - 6 Hr 6 - 12 Hr > 12 Hr
¨ ¨ ¨
1 - 6 Hr ¨ 6 - 12 Hr ¨ > 12 Hr ¨ NB : Vooral het tijdstip van het laatste gebruik moet in het bijzonder worden vermeld. Cannabis
Resultaat van de kwalitatieve immunoassay op het urinemonster : Datum : Uur : Parameter Resultaat : Positief (1) ¨ Amfetamine, MDMA, MDEA, MBDB ¨ Opiaten ¨ Cocaïne ¨ Cannabis
Negatief ¨ ¨ ¨ ¨
(handtekening van de verbalisant) 2. In te vullen door de geneesheer : Datum : Ziekte : Meldt betrokkene te lijden aan een ziekte? (1) NEEN ¨ Ja ¨ Welke Geneesmiddelen : Gebruik (1) NEEN ¨ JA Welke
uur :
Opmerkingen
Opmerkingen ¨
Andere geneeskundige bevindingen :
(handtekening van de geneesheer) (1) Aankruisen wat van toepassing is
C:\dubbel\2001\bijlage5n000c192.doc
¨ ¨
Origineel PK ¨ Afschrift overtreder Afschrift dat de apparatuur vergezelt
¨
Afschrift Eenheid
BIJLAGE C - Aanhangsel 3 van PV Nr dd van Ten laste van (1) : NAAM : Voornamen : Woonplaats
Vorderende bevoegde agent (2) : NAAM : Voornaam : Graad : Eenheid : Gevorderde dokter in de geneeskunde (3) : NAAM : Voornaam : Woonplaats : Ä KOSTENSTAAT Ã Aan de dokter in de geneeskunde geïdentificeerd onder (3), titularis van de rekening Nr: gevorderd door de bevoegde agent in (2), is verschuldigd de som van (voluit) : voor klinisch onderzoek met of zonder aderpunctie op de persoon vermeld in (1). Het verslag van dit onderzoek werd aan de vorderende bevoegde agent overhandigd teneinde bij het proces-verbaal te worden gevoegd. Plaats van het medisch onderzoek : Datum en uur van het medisch onderzoek : Volgnummer memorie : OPGAVE VAN HET HONORARIUM Klinisch onderzoek met of zonder aderpunctie Taken volbracht tussen 20.00 uur en 08.00 uur, of tussen zaterdag 12.00 uur en maandag 08.00 uur of op een wettelijke feestdag X2 Eventuele verplaatsingskosten TOTAAL
BEF
BEF BEF
Ik bevestig op mijn eer dat onderhavige verklaring oprecht en volledig is. Te , op
handtekening van de geneesheer (3) Overgemaakt op aan de Heer Procureur des Konings te
C:\dubbel\2001\bijlage6n000c192.doc
¨ ¨
Origineel PK ¨ Afschrift PK ¨ Afschrift PK Afschrift overtreder ¨ Afschrift Eenheid
BLOEDPROEF BIJLAGE D BIJ HET PV NR: dd van Ä BLOEDPROEF Ã De bloedproef is afgenomen in het raam van een inbreuk op de Wet betreffende de Politie over het Wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968 voor verdenking te rijden met de aanwezigheid in het organisme van minstens één van de stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden, of verwante inbreuken inzake verkeer, ingevolge: ¨ een positief resultaat van de test. ¨ de onmogelijkheid die test uit te voeren of de weigering wegens wettige reden, terwijl uiterlijke tekenen de invloed van één van de stoffen bedoeld in Art 61 bis § 2 op de rijvaardigheid of de analoge staat aan dronkenschap doen vermoeden. Vordering van een geneesheer op NAAM : Voornaam: Adres :
om
uur.
¨ Bloedproef afgenomen op om uur. Plaats: ¨ Bloedproef niet afgenomen ingevolge: ¨ weigering van betrokkene in aanwezigheid van de geneesheer op om uur. Aangehaalde redenen: ¨ onmogelijkheid over te gaan tot de bloedafname Redenen: ¨ onmogelijkheid of weigering van de geneesheer op om Aangehaalde redenen:
uur.
Gebruikte apparatuur Aantal apparaten (venules) : Nr van de apparaten : Neerlegging van de apparatuur : zie aanhangsel 1 van bijlage C. ¨ Bijstand van betrokkene door een zelf gekozen geneesheer Naam : Voornaam: Adres In aanhangsel: ¨ Verslag van de geneesheer (onder omslag) ¨ Kostenstaat Vordering van de geneesheer: zie bijlage C Andere:
(handtekening van de verbalisant)
C:\dubbel\2001\bijlage7n000c192.doc
¨ ¨
Origineel PK Afschrift Eenheid
¨ Afschrift overtreder