BIJLAGE 2
KENMERK
: Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek/Provincie Flevoland : Bouwcombinatie SAAone : : 29-10-2013 : aanvraag om milieuvergunning asfaltdepot Almere (Poortdreef ong.)
DOC.NR.
: 1036875/028 (Omgevingsloket)
ONDERWERP
: Acceptatie, verwerking en toepassing (depot Almere, Poortdreef ong.)
AAN VAN KOPIE DATUM
Inleiding SAAOne vraagt milieuvergunning voor de acceptatie en verwerking van afvalstoffen en de toepassing van milieuhygiënisch en civieltechnische producten. Acceptatie van afvalstoffen van derden is milieuvergunningplichting op grond van de Wabo. In deze bijlage staat een toelichting op het LAP, het sectorplan 29, de BRL 2506 en een beschrijving van onze activiteiten.
Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) Het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) geeft het algemene afvalbeheerbeleid met daarin de regels voor de verwerking van verschillende afvalstromen. Het eerste LAP is in werking getreden op 3 maart 2003. Met ingang van 24 december 2009 is het tweede LAP (LAP2) in werking getreden. Doelstelling van het LAP is om de milieudruk van de verschillende (afval)materiaalstroomketens terug te dringen. Enerzijds kan dat door het ontstaan van afvalstoffen te voorkomen, maar ook door vrijkomende afvalstoffen zo hoogwaardig mogelijk her te benutten. Voor het hergebruik van verschillende afvalstromen zijn hiertoe minimumstandaarden uitgewerkt in het LAP. Voor de verschillende soorten afvalstromen zijn uiteenlopende sectorplannen opgesteld.
Sectorplan 29: Steenachtig materiaal Steenachtig materiaal bestaat in hoofdzaak uit beton- en metselwerk, tegels, dakpannen, stenen en steengruis en ballastgrind. Ook niet-teerhoudend asfalt (concentratie aan PAK10 is kleiner dan 75 mg/kg droge stof) valt onder dit sectorplan. Het ontstaat bij het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen, bouwwerken en wegen. De minimumstandaard voor het be- en verwerken van steenachtig materiaal is nuttige toepassing door materiaalhergebruik, binnen de kaders van het beleidskader. Voor de deelstroom asfalt mag de grens van 75 mg/kg droge stof PAK10 mag niet door mengen van partijen worden bereikt.
Steenachtig materiaal kan, eventueel na bewerking (sorteren, breken, reinigen) onder andere worden ingezet voor de productie van beton (ter vervanging van zand en grind) of als ophogings- en funderingsmateriaal in bijvoorbeeld de wegenbouw. Het mengen van steenachtige materialen die afzonderlijk niet voldoen aan de kwaliteitseisen uit het Besluit Bodemkwaliteit is niet toegestaan.
Bijlage 2 Het toepassen van niet teerhoudend asfalt in funderingsmaterialen is binnen de kaders van sectorplan 29 toegestaan. De voorbewerking van steenachtige materialen (zoals ook niet teerhoudend asfalt) in onder meer gebonden en nietgebonden funderingsmaterialen is uitgewerkt in de BRL 2506: Recyclinggranulaten voor toepassing in GWW-werken en in beton.
BRL 2506: : Recyclinggranulaten voor toepassing in GWW-werken en in beton. De meest recente versie van de BRL 2506 is vastgesteld door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op 29 november 2012. De BRL geeft de producteisen aan recyclinggranulaten en stelt de eisen aan het kwaliteitssysteem van de producent.
DE BRL 2506 voorziet in uiteenlopende productcertificaten voor onder meer recyclinggranulaten in de wegenbouw, ophoging en aanvulling grondwerken, gebonden funderingen, toeslagmateriaal in beton en asfaltgranulaat voor asfaltmengsels.
Ten aanzien van het toepassingsgebied van asfaltgranulaat binnen de BRL 2506 worden verhardingslagen, gebonden recyclinggranulaat en recyclinggranulaat voor toepassing in GWW werken uitgewerkt. Toepassing in ophoging en aanvulling is daarbij ook toegestaan.
Voor de toepassing gebonden asfaltgranulaat wordt uitgegaan van een mengsel van asfaltgranulaat, zand en/of brekerzand, een bindmiddel en water. Als bindmiddel kan worden gewerkt met cement of een mengsel van cement en bitumenemulsie.
Voor de kwaliteitseisen aan asfaltgranulaten is onder meer de volgende opgenomen in de BRL 2506: • • •
het gewogen gehalte aan asbest mag niet groter zijn dan 100 mg/kg d.s. in granulaten moeten samenstelling en emissie niet groter zijn dan aangegeven in bijlage A van de Regeling Bodemkwaliteit asfaltgranulaat voor asfaltmengsels hoeft milieuhygiënisch alleen te worden beoordeeld op de samenstellingswaarde voor PAK.
De aanwezigheid van PAK in asfaltgranulaten kan worden bepaald met CROW publicatie 210: omgaan met vrijkomend asfalt. Een onderzoek op het PAK-gehalte conform CROW publicatie 210 vormt een erkend bewijsmiddel voor het hergebruik van asfaltgranultaat in: • •
warm hergebruik in asfaltverharding gebonden toepassing in vormgegeven bouwstoffen
Voor niet teerhoudend asfaltgranulaat staan binnen het LAP, de geldende beoordelingsrichtlijnen en het Besluit Bodemkwaliteit onder meer de volgende hergebruiksroutes open: • •
gebonden toepassing als bijvoorbeeld agrac warm hergebruik in verhardingslagen pagina 2 van 5
asfaltdepotalmereacceptatieverwerkingtoepassing(29-10-2013).doc
Bijlage 2 Beschrijving activiteiten (puinbreekinstallatie en menginstallatie)
Herkomst materiaal Op het depot wordt het asfaltpuin, freesasfalt en de overige steenachtige materialen uit het project SAA A1- A6 ingenomen. Uit het project komt naar verwachting te weinig materiaal vrij om volledig te kunnen voldoen aan de granulaatbehoefte voor de realisatie van het project. Daarom wordt ook van projecten uit de omgeving asfaltpuin, freesasfalt en overig schone steenachtige materialen aangevoerd en verwerkt op het depot.
Acceptatie Er wordt alleen schoon en niet teerhoudend materiaal geaccepteerd. Het in te nemen materiaal wordt dan ook voorafgaand aan de inname bemonsterd op de aanwezigheid van teer. De ingenomen partijen zijn voorzien van een transportbegeleidingsdocument waarmee kan worden aangetoond dat er geen teerhoudend materiaal in de lading aanwezig is.
Uitsluitend stoffen met de navolgende (Eural) codes zullen worden aangevoerd: •
17 01 01 beton
•
17 01 02 stenen
•
17 01 03 tegels en keramische producten
•
17 01 07 niet onder 17 01 06 vallende mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten.
•
17 03 02 niet onder 17 03 01 vallende bitumineuze mengsels.
Het is niet uit te sluiten dat in de te slopen wegen van het project SAA A1-A6 wel teerhoudend materiaal voorkomt. Dit materiaal wordt naar een erkend verwerker afgevoerd. Het verwerken van teerhoudend materiaal maakt daarmee geen deel uit van de activiteiten opgenomen in de gewenste milieuvergunning.
De acceptatie van materialen wordt intern georganiseerd binnen de projectorganisatie, mogelijk krijgt het Servicepunt Grondstoffen hierin een taak. De aanvragen worden centraal ontvangen en door Documentcontrole in behandeling genomen, waarna bij akkoord contract kan worden afgesloten met de (interne)aanbieder. Het acceptatieproces begint bij de ontvangst van relevante kwaliteitsgegevens van een (potentiële) partij.
De volgende (erkende) bewijsmiddelen worden geaccepteerd: •
Partijkeuring conform BRL 1000 (1/2/3)
•
Waterbodemonderzoek NEN 5720 conform BRL 2003
•
Asfaltonderzoek (CROW 210)
•
Erkende kwaliteitsverklaring (project/productcertificaat en erkenning)
•
Fabrikanteigen verklaring
pagina 3 van 5 asfaltdepotalmereacceptatieverwerkingtoepassing(29-10-2013).doc
Bijlage 2 Na goedkeuring van de melding en een ondertekend contract kan worden gestart met aanvoer (leverantie op het depot). Bij aanlevering wordt een visuele poortcontrole uitgevoerd, alsook het verzamelen van gegevens/bewijzen, het aanwijzen van de beoogde (stort)locatie en het aftekenen van de transportdocumenten.
Per as komt het asfaltpuin en de overige steenachtige materialen het terrein binnen via de poort. De transportbegeleidingsdocumenten worden bekeken en er wordt gecontroleerd of de vracht bestaat uit de vooraf aangegeven materiaal. De beheerder van het depot geeft aan waar de chauffeur zijn vracht mag lossen.
Verwerking Mocht er voldoende voorraad zijn dan wordt de mobiele puinbreekinstallatie aangevoerd. Op het terrein is een depot met te breken materiaal aanwezig. De breker wordt geïnstalleerd. Het te breken materiaal wordt in de breker gedeponeerd door een rupskraan of shovel. Vanuit de breker wordt het materiaal in de zeef gedeponeerd. Het gezeefde materiaal wordt door een rupskraan of shovel in het granulaatdepot gereden. Het materiaal wat nog niet op de juiste gradering is gebroken wordt nogmaals gebroken.
De Combinatie SAAone bestaat uit de bedrijven Boskalis, Hochtief DE, Volker Wessels (waaronder KWS) en een consortium van banken. Een van de combinanten beschikt over mobiele breek- en menginstallaties die in binnen- en buitenland worden ingezet en voldoen aan BRL 2506. Er is geen zekerheid dat de installatie(s) ten allen tijden beschikbaar zijn voor het depot Almere (en/of het depot Naarden en/of het depot Muiden).
Combinatie SAAone zal dan mobiele installaties inclusief personeel dat de installatie bedient huren van derden gedurende een aantal dagen of een aantal weken. Ook de te huren installaties dienen te voldoen aan BRL 2506.
Op het terrein van het depot zijn naast de terreinbeheerder en chauffeurs, alleen werknemers aanwezig gedurende de exploitatie van de puinbreekinstallatie respectievelijk de menginstallatie. Het bedienen van deze machine is in handen van opgeleid personeel. De specifieke eisen voor de opleidingsnivo’s volgen uit de BRL 2506 die wordt toegepast.
De verwerking zoals die op depot Almere zal worden uitgevoerd voldoet aan de minimumstandaard, zoals opgenomen in het sectorplan 29 van het LAP2.
In de milieuvergunning zal het bevoegd gezag (Provincie Flevoland/Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek) voorschriften opnemen m.b.t. registratie van afvalstoffen van derden. De Combinatie SAAone zal na het verkrijgen van de milieuvergunning een specifieke procedure voor Administratieve Organisatie/Interne Controle (AO/IC) opgestellen.
pagina 4 van 5 asfaltdepotalmereacceptatieverwerkingtoepassing(29-10-2013).doc
Bijlage 2 Kosten en tarieven van verwerking Als gevolg van de activiteit “aanvoer van afvalstoffen van derden” wordt in het Omgevingsloket gevraagd om informatie te verschaffen over kosten van verwerking en tarieven voor de acceptatie (tarief in €/ton). Deze tarieven zijn op voorhand niet bekend. De tarieven fluctueren, in samenhang met prijzen die in rekening worden gebracht voor primaire grondstoffen (zoals schoon zand en/of schoon grind), op de markt.
Bewaarlocatie administratie Het depot Almere betreft een depot wat niet dagelijks open zal zijn. Tijdens de dagen dat de inrichting open is, voor aanen afvoer danwel bewerking van materialen, wordt de administratie en registratie ter plaatse uitgevoerd. De Combinatie SAAone wil graag de mogelijkheid aanvragen om de administratie ook op een andere locatie te mogen bewaren. De milieu-administratie zal op een andere locatie ook in te zien zijn voor controle door het bevoegd gezag.
Toepassing in werken buiten de inrichting Het materiaal in het granulaatdepot is civieltechnisch en milieutechnisch geschikt om direct toe te passen (in ongebonden vorm) danwel het te gaan mengen tot het product wat voor het werk ook geschikt is. Tijdens het mengen wordt het asfaltgranulaat gemengd met cement tot Agrac. Na het mengen wordt het materiaal opgeladen in een transportmiddel en naar het werk (= toepassingslocatie) gereden.
De aanleg van de nieuwe snelweg geschiedt in opdracht van Rijkswaterstaat. De combinatie SAAone wordt dan ook door Rijkswaterstaat gecontroleerd op de uitvoering van het contract, inclusief de milieuhygiënische eisen.
pagina 5 van 5 asfaltdepotalmereacceptatieverwerkingtoepassing(29-10-2013).doc