~~-12
o
M A RI JK E VA NHOU T T E SRoo r:weg st raat, 75 35 00 HASS E L T
1
\1•
.
ill :.:.:.
:;)j
~:~:~:~::.:::: .... ::~:~:~:~:~:~:~:~:~:;:~:~:~.:::.::.:::::::::~::::::::::::::::;::::"":::::;::~~.:::::::::.:.:.:.;:::~::::.:::.:.::::::::::::::::::::::~::::::::::::::::.::::::.:. ::;:::'" DR IEMAANDE LIJKSE UITGAVE VAN WERKGROEP LIM BURGSE NATUURG IDSEN
JUNI 1978
:
Ir~.:{,,) il ,
:::: ','
.:> ..
~.
N':' •
~' " .. , /1
cirjeL~ -~~;4/')~
6.,2
311f1- r~
.
,~
I'.\;.' ;::.
;:::: )~:
~ ~;~: :;:::
\% :::>
.:;:;:
i{\ /
I :.:.:.
:::::: :;:;.,
l
~:;:\:
,::::::
...... :::.;.
{;j
:
......
':
;::;:: :;:: :-:.
;:;:
: : : : : : : : : : :: : : : : : : : : :: : :~: : :~: : : : : : : : : : : : : :: : : : : : : : : : : : : : :~:~: : :~:~:~: : : : : : : : : : : : :;: : : : : : : : : : : : : : : .:.: :: :: : : =: : : : : : : : : : : : : : : : : : . :'::: :.:::::.::'.::'.:.'::'::: :::::::.::::::. :.,:::::::.::::::::::::::::::;:::;:::;:::::;:::;:;:;:::;:::;:::::::;:::::::::::::::::::::: ~ ;~ .:.:::::
,
Hete hangijzers: Oe boswetgeving (1)
ft
•••••••
••••••
••••••••
Mallie Uyldert ••• •••••••••••••• Houtwallen (2) f t • et • • t . Bloemen voor de familie Van Houtte •• t t ft
••
••• t
ft
ft
•••
..
·• .••. .2. .3 • • • .4 • .6. .7. • •• 8 •
.•••
•• , • • • • 9 •
't
.11 15.
.
•••••••
•
17
Standpunt, brandpunt: Een bloem in het verweer. t. 't • tt Pleidooi voor het leven. ••••••.• • • . • • •.• Het jachtexame................ • • •• •• • •. Brief van Willy Vanlook. •• ••••• •••••• ft
•••••
Een half punt bij en een bank vooruitvoor. . . .
.18. .19. .20. • • • • . 21. •
•
•
.22.
La chasse à courre. ••• •••••••• •••• • •• 23. Op de laatste meiavond...... •••• • ••••••••• •• ••••••••• .29. Een karretje op de zandweg reed. •••••••• • ••••• ••• • • • 30. Mossen op muren, stenen en daken ••••••••••••••••••••••••••••• 33. Algemene geologie en geologie van Limburg ••••••••••••••••••••• 35. NEERSLAG VAN HET MILIEUCONGRES TE KERMT ••••••••••••••••••••••••• 3?
Verslag van de contacdag der Nederlandse en 8elgisch Limburgse natuurgidsen te Munstergeleen ••••••••••••••••••••••••••••• 39. *******************************************************************
Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toegelaten ten dienste van de natuurbescherming en pas na contact met de respectievelijke auteurs. Meningen, stellingen en uitspraken, afgedrukt in deze uitgave, strijdig met de doelstellçngen van de natuurbescherming en de vereniging, zullen door de redaktie van commentaar worden voorzien. Recht op antwoord blijft steeds gewaarborgd ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
2..
an IB
A~
Dag lieve m.en.sen, dag allema.al ........ BRIEF VAN GROOTVA OP VACANTIE AAN KLEINE BARBARA THUIS BIJ MOEDER. We zitten hier in Zwitserland, een heel ~ooi ver land met schattige huisjes en hoge bergen, zo hoog dat je er bijna niet over kan stappen. Hier zijn ook mooie kleine, heel kleine bloempjes, zo klein dat je er bijna niet kan oder gaan staan. Ik was eens onder zo een klein bloempje gaan schuilen voor de regen en meter vond mij niet meer. Dan heeft ze alle bloempjes moeten plukken om mij te vinden en ineens, toen ze zo een heel klein bloemeke aftrok, lang ik daár onder, in slaap gevallen van de regen en van de ko~. Ik rilde zo hard van de kou, dat al de diertjes dachten dat het kermis was en ik een schuddemoltje was. Ze zaten allemaal op mij te lachen van plezier. Er zat een onze-lieveheerbeestje en een mier, een vlieg en een pier, maar die konden niet blijven zitten, die rolden onophoudelijk van de ene kant naar de andere en die vonden dat zo plezant dat ze rood zagen van het lachen.
En ••• och ja, er zat ook nog een heel brave spin bij en die moest zich met al haar poten vast houden om niet te vallen. Ze schrokken allemaal als meter dat bloempje afplukte. Ze gingen heel hard lopen. Meter maakte mij wakker en we gingen naar het hotel om deze brief te schrijven. Het bloempje waar ik onder lag hebben we in deze brief gestoken. GROOTVADER. Jaja, zo simpel was dat, zo ging dat met Barbara en haar grootvader. De reizen in die wereld, dat is voorbij. De werkelijkheid ligt wel ergens anders. Toch wens ik jullie allemaal een verdiend verlof, met weer dat je wenst, veel rust en stilte. Stuur me maar een kaart,want ik kan niet weg. Ik zal er heel blij mee zijn. Nog even iets over die tentoonstellingsstand. Ik heb me
vergal~
'3
lopeerd. In het Natuurwetenschappelijk Museum te Bokrijk was geen plaats voor een permanente tentoonstelling van onze stand. De conservator, Marcel Verbeeck, had zoals steeds geen enkel bezwaar tegen de opstelling, maar het ging gewoon niet, er was geen plaats, het ding steekt zo vol als een ei. Maar daarom niet getreurd, voor alles is er een oplossing. We vinden wel iets. Wil iemand gebruik maken van de stand, dan kan hij of zij altijd terecht bij Cyriel llsoroux, tel: 013/5~.27.42. of bij mij, mijn nummer IS: 011/64.36.16. jef leijssen namens het bestuur van de werkgroep.
,
I'
GOED VOOR EEN
GIIIMLACH!
Als oorlog, verspilling en geldschieters worden afgeschaft, dan stort de Westerse economie in elkaar ••••••• o • • • • • • • • • Aldous Huxley.
4.
OP WANDEL ..
DOOR VENN EN , BOSSEN EN HE I WIJ ALLEMAA L, WIJ ZIJN ER GEIRE BIJ I!!!
rr IIEI{ 2
juli:
2
jul i.
2 Juli :
2 juli : 2 J ul i: 2 j ul i: 9 9
juli: juli :
16 juli : 1 6 juli: 16 ju li: 16 juli :
23 30 6 6 6 6
juli : juli: a ug aug aug aug
•., 1.1 t)t) I' l{t»)1 I)JIN t)l)
MI~rl'
f)NS
Malpievenn e n - V~lkenswaard; open vennen, KIJKer gewe nst. n atuurgidsen van S t Huibrecht s-Lille. 9 uur aan het grenskantoor te Achel. Domein Kelchterhoef-Houhalen: bos, heide, v e nnen e n vijvers natuurgid se n Houtha l en. 9.30 u ur bi j d e "Oude Eik ", abdijhoeve , Ke l"te r h oe f - Hout h~ 1 en, 1 a a r z en geIJ en st. Vloeiweiden-lommel-Kolonie: Noord - Limb urgse n atuurg ids e n 1 4.00 uur, ei nd e Kolo n iestraat (vro egere Cristel hoev e . Grote Heide-Opglabbeek. Heide, vennen, duinen,bos. n atuurgidsen: Hu brechts , Jacabs, Drijkoningen, Ste yers. ' T Vinne-.Zoutlee uw. Gidse n: St Truidense natuurgidsen e n de Wielewaal. 14. 00 u ur In gang Prvinciaal domein "' tVinne , Ossenweg, Zo u tleeuw. Ma asoe ve rs te Sto kkem : Gidsen: Janssen, Segers, Steve ns. 1 4.00 uu r a.d kerk van Stokkem. Dome!n Kelchterhoef- Houth alen: zie 2 juli. De Bek-Neeroeteren: geme n gd gebied. Gids: Mevr. Van de Za n d e. Gemengd gebeid. 14. 00 uu r, Parking Eilandje, Neeroetere n . Dom ein Kelchterhoef-Houthalen: zie 2 juli / Itterda l te Opitter(Bree).Gidsen: Werkgroep Bree - Kinrooi. 1 4.00 uur, Parking kapel Opitter, weg Opitter - Bree. Tessenderlo-Kepkensberg. Gidse n : Werkgroep Tessenderlo-L col ogie. 14.00 uur, Kerk Ge menedijk, Tessenderlo. Stramprooier Broek-Molenbeersel:Gid sen: Werkgroep BreeKinrooi. 1 4.0 0 uur, Parking Urlo Broek (Woutershof), Mol e nbe e rs e l. Komend van Kinrooi, aan de kerk van Molenbeersel links inslaan , n og ongeveer 4 km. Komend van Bree ongeveer 500 meter voorbij de ker k van 't Hasselt links ininslaan en dan nog ongeveer 4 km rijden. Dom ein Kelchterhoef-Ho uthal en: zie 2 juli. idem .
ide m.
Vlo eiweide n -Lommel Kolonie: zie 2 juli. Grote Heide-Opg l abbeek: zie 2 juli. Wurfelt-Maaseik, gebied van de Bosb eek, Gids: R. Meynen, 14 .00 uu r aan de kerk Wurfelt, Maaseik.
5. 6 aug
" 13 13 15 20 20
aug aug : aug : aug: aug aug
20 aIJg 20 aug 24 aug 27 aug
27 aug 3 sept: 3 sept: :3 sept: 3 sept:
10 sept: 17 sept: 17 sept: 17 sept:
17 sept: 24 sept: 24 sept:
ProvinciaAl Domein Nieuwenhove-Sint Truiden: St Trui~ dense natuurgidsen en de Wielewaal. 14.00 uur, Parking Domein Nieuwenhove, St. Truiden. weg St. Truiden-Hasselt. Eindhout, Trichelbroek-Oe GRoet Nete. Gids: Berg mans. 14.00 uur, St Bavokapel te Eindhout-Laakdal, voorverzamelin9:13.45 aan de kerk van Eindhout-Laakdal. Domein Ketchterhoef-Houthalen: zie 2 juli/ Oe 8ek-Neeroeteren: zie 9 juli. oomein-Kelchterhoef-Houthalen: zie 2 juli. oomein-Kelchterhoef-Houthalen: zie 2 juli. Tessenderlo-Houterenberg. gidsen: Werkgroep Ecologie Tessenderlo. 14.00 uur, V.V.V.toren, Tessendelo. Vijverbroek-Kessenich (Kinrooi). Gidsen: Werkgroep BreeKinrooi. 14.00 uur, aan de grens te Kessenich. Oe Simpel te Kinrooi. Gidsen: Werkgroep Bree-Kinrooi. 14.00 uur Jeugdheem, Luytenstraat, Kinrooi. (Weg KinrooiBres, weg naast caf~ Rotiers inslaan, nog ongeveer 400 m.) Krombeelvallei-Eigenbilzen. Gidsen: Habets, Schoubben Stulens. Avondwandeling, laarzen gewenst 19.00 uur op het Dorpsplein van Eigenbilzen. Paal-Beringen. Gidsen:Milieuwerkgroep Bero. 14.00 uur aan de kerk van Paal Maasoevers te Heppeneert. Maaslandse uiterwaarden. Gids: Meynen. 14.00 uur aan de kerk van Heppeneert te Maaseik. Vloeiweiden te Lommel-kolonie: zie: 2 juli. Grote Heide-opglabbeek: zie 2 juli. Zepperen: bezoek a/d historische kerk en a/h park. Gidsen: St Truidense natuurgidsen en de Wielewarl. 14.00 uur a/d kerk van lepperen. Oe Teut te Zonhoven: heide, bos en vennen. Gidsen: de Tielensen. 14.00 uur aan de voet v.n de Teut. Voorverzameling 13.45 uur adn de kerk van Zonhoven-Centrum. Oe Bek-Nesrottsren: zie 9juli. Opoeteren-oe Zandbergen: Landduinen. Gidsen: Moors, oresen. 14.00 uur, café Lindenhof, weg opoeteren-Öpglabbeek. Vorst-Ossebroeken. Gidsen: Werkgroep Ecologie Tessenderlo. 14,00 uur, Markt, Gemeentehuis, Vorst-Kempen. Oe Goort te Molenbeersel. Gidsen: Werkgroep Bree-Kinrooi. 14.00 uur, Parking Wandelgebied "Oe Gaart" te Molenbeersel. (komende van Kinrooi, voor de plaat Molenbeersel-Kinrooi, rechts inslaan Doorslagstraat)) (komende van Molenbeersel, voor de plaat Kinrooi, links inslaan (DoorSlagstraat), nog ongeveer 200 m. rechtdoor). Itterdal te Opitter: zie 16 juli. Koersel-Beringen. Gidsen: Milieugroep Bero. Laarzen nOdig. 14.00 uur a/h Kapelleke van Koersel. Natuurpark Keha. Hoefaart Eigenbilzen: vijvers, loofbos, naaldbos. Gidsen: Habets, Schoubben, STulens'. 14.00 uur overkant kanaalbrug, richting Eigenbilzen-Gellik. Eigenbilzen
************************************************************* DE WERKING V/E VERENIGING WORDT BEPAALD DOOR DE LEDENWERKING. *************************************************************
!,. VASTE WANDELINGEN VAN DE WERKGROEP LIMBURGSE NATUURGIDSEN IN 1978. ***************************************************************** EERSTE ZONDAG VAN DE MAAND. Wielewaal Lommel: Vloeiweiden van Lommel-Kolonie: Albert Mertens. Werkgroep Natuurgidsen: Opglabbeek, Grote Heide: Lambert Hubrechts. St. Truidense Natuurgidsen en Wielewaal: Niewenhoven: W. Petitjean. TWEEDE ZONDAG VAN DE MAAND. Werkgroep Natuurgidsen: Neeroeteren,De Bek: MW Van de Zande. DERDE ZONDAG VAN DE MAAND. Werkgroep Ecologie Tessenderlo: wandelingen in verschillende gebieden rond Tessenderlo:: Marc Meert. Werkgroep Bree-Kinrooi; Biedt dit jaar naast de tradionele wandeling in het Stramprooier Broek, een reeks gebieden aan ter kennismaking/ Vijverbroek Kessenich; Itterdal te Opitter, De Simpel te Kinrooi, De Goort te Molenbeersel. VIERDE ZONDAG VAN DE MAAND. Milieugroep Bero: gebieden in Koersel, Beringen en Beverlo: W. Vanlook Andere groepen die niet het systeem v~n den, maar toch zeer actief zijn, zijn:
v~ste
wandelingen aanhou-
Groep Maaskant: Roger Meynen. Groencomitee Hasselt: Jean-Louis Gilissen. Werkgroep Ecologie Lummen: Guido Huygens. Houthalen: Hugo Servaes. De opgave gebeurde in de volgende orde: inrichters, wandelplaats, groepsleider. INLICHTINGEN: Cécile Ulenaers, Steenweg Linde, 24, 3575 Linde-Peer. Tel: 011/ 73.52.79. . Het wandelprogramma werd samengesteld door het secretariaat van de Werkgroep Limburgse Natuurgidsen. Het kan U aangeboden worden dank zij de samenwerking tussen de gidsen en allerlei Limburgse groepen die zich plaatselijk voor natuurbehoud inzetten. Deze wandelingen kunnen allen gratis worden gevolgd door mensen van alle leeftijden, belangstelling en gezindten. Vooral kinderen zijn welkom. De wandelingen hebben een lengte van ongeveer 5 Km en duren 2 tot 3 uur. Laarzen en stevig schoeisel zijn vereist volgens opgave. Gidsboeken, loupe of kijker zijn vaak nuttig. Welke het weer ook is, de gidsen zijn er altijd om U op te vangen. Wij dringen er alleen sterk op aan, en dit dan ook met heel sterke aandrang: laat a.u.b. de planten staan. Doe zoals de Oosterlingen: pluk ze niet maar buig U diep in eerbied en bewondering, want ook dit is leven. WiJS er ook de kinderen op, we zijn er U alleen maar dankbaar voor.
VORMINGSACTIVITEITEN 7'
Tijdens het verloF gaan er geen vormingsactiviteiten door. Dan rusten we oF we gaan ergens anders kijken hoe het er reilt en zeilt. In september gaat er nochthans weer iets belangrijks door. Te Neer pelt wordt in het Cultureel Vormingscentrum DommelhoF een grootse tentoonstelling georganiseerd onder I,et mottu: ECOLOGISCH LEVEN IS BELANGRIJKER DAN ECONOMISCH STERVEN. De tentoonstelling zal het ganse gebouwencomplex van het Centru m in beslag nemen. Ze gaat door v an 8 TOT17 SEPTEMBER 1978. De opbrengst gaat naar de Stichting Limburgs Landschap. Daarom zal ook ingangsgeld worden gevraagd. Wie doen allemaal mee??? De Wielewaal, Ornithologi sc h Werkgroep 4 Neerpelt, Sti chting Limburgs Landschap, WWF Belgium en Pa ndaclub, Belgische Natuur- en Vogelreser v aten, Waters en Bossen, Vlaamse bosbouwer, Coördinatiecomitee voor de bescherming van de vogels, Veeweyd e, Limburgse imkersbond , Werkgroep Limburgse Natuurgidsen , VELT, Ministerie van Volksgezondheid en het Gezin, Vegetariërsbond, Nieuw Leven,VAK S , ATLANTA NOS, Natuur 2000, Nal, BBL, ISIS, Zachte technologi e . Wat gebeurt er allemaal??? Elke avond gedurende de ga se duur van de tentoonstelling gaat een maniFestatie doorover een onderwerp dat iets met natuurbehoud oF natuurstudie te maken heeFt. We s ommen even op: spreekbeurt door ProF. Libbrecht, Misschien Mellie Uyldert, Filmavond Marcel Verbruggen, voordr achten door: de imkersbond, VELT, VAKS, z achte technologie, enz. En ver geten we de kinderen niet??? Driemaal neen, want zij zijn de toekomst. Da a rom ••• een teke nw edstrijd over milieuproblem en, een milieuvriendelijk poppenspel, een ballonwedstrijd met een natuurboodschap e n een heel grote verrassing ••• ??? Een en ander moet natuurlijk no g geregeld worden en wordt beke nd gemaakt langs de pers, radio, reclameblade n, enz ••• Toch worden jullie nu reeds allemaal v an harte uit genodigd op de receptie voor de opening op VRIJDAG 8 SEPTEMBER 197 B. En die dan niet kunnen komen, die bezoeken zeker de tentoonstelling eens gedure nd e de volgende dagen. Wij staan er ook met on ze stand. In de weekenden van deze periode worden in de natuurgebieden van de steek aller lei wandelingen geleid. Dus, o.gjes open en we verwachten jullie n at uurlijk ook. ******************************************************************* ECOLUGISCH LEVEN IS BELANGRIJKER DAN ECONOMISCH STERVEN ••••••••••• • *******************************************************************
8.
zomergedicht.
ZOMERFEEST. Rietgezang meeuwgeklap visgeplons een reigerbek omhoog gespitst een zilveren beek waarin het zonlicht f li tst IJaterlissen mezenstaartjes ritselend groen een zomerbries zoemend gezoen •••
hoge sparren bundels licht knarsend hars vogelgedruis krekelgesuis een rode klaproos schuchter trillend en dan ••
woest voetgetrappel _____-+!-l!_!I--_dreigende mensentaal. verminkt sterft de klaproos rood schreiend in mijn hand ik weet het het leven is wreed.
LOUISA AVONDS.
-i/--j/L/I-------
,
9·
/ /
/
/;1 AN (. i.i Z EU S. . '-.
"
'"
.... M A AR TOCH .... r.1011 WETEI
En nog maar eens, lieve mensen, starten we met een nieuwe rubriek. Het zal gaan over de boswetgeving en aanverwanten. Wat weten wij, natuurgidsen, over die dingen? Hoe is dat ontstaan? Geen mens die er kop aan krijgt. Het zal in alle geval gene vette zijn. Daarom heb ik wat staan zagen aan de mooie kop van Lambert Hubrechts ge kent hem allemaal. Hij zal voor ons een en ander uit de doeken doen op zijn bekende degelijke manier. En dat minstens in 3 afleveringen, zegt hij. We danken hem voor de moeite. Toch merkwaardig: sommige mensen moet je maar iets suggereren en ze doen geestdriftig mee. Prachtig Lambert. DE 80SWETGEVING ***************.
Eerste deel.
Het thans nog van kracht zijnde boswetboek, dateert van 1854. en is in principe alleen toepasselijk op de bossen der openbare besturen. Reeds in de vroege middeleeuwen beschermden enkele voorschriften het bos tegen beroving en ontginning. Om een inzicht te krijgen in de historiek van de boswetgeving, blijkt een kennismaking met de vroeger, hier ten lande, heersende gebruiken noodzakelijk. Van oudsher heeFt het bos een belangrijke rol vervuld in het leven van de mens. Wij weten van de geschiedschrijvers dat, bij de verovering van Gallië onze streek bezet was Md grote en ondoordringbare wouden. De vernielende invloed van de mens deed zich reeds vroegtijdig gelden. Door de aanleg van heirbanen en de vestiging van vaste woonkernen werd het bos op vele plaatsen gerooid. Om de in standhouding van de snelgroeiende nederzettingen te verzekeren, was meer akkergrond nOdig. Grote oppervlakten, resultaat van een natuurlijke vegetatie, werden omgezet in kultuurland. VanaF de derde tot de vijFde eeuw bedreigden Lermaanse stammen onophoudelijk de grenzen van het Romeinse Rijk, dat door binnenen buitenlandse twisten ontwricht, niet meer bij machte was de grote volksverhuizingen het hoofd te bieden.
· .-1", In die troebele tijden werden grote uitgestrektheden kultuurland verlaten. Mede door het vochtiger worden van het klimaat ontstonden op die plaatsen de grote heidevelden met opslag van eik en berk, overblijfsel van het voormalig eikenbos. Bij de inval der Franken werd het grootgrondbezit de basis der maatschappij (ontstaan van het eigendomsrecht). Stilaan steeg het belang van het bosbezit, dat voonamelijk in handen was van de adel, krijgslieden en geestelijken. De Frankische koningen legden grote bosgebieden in een "ban", wat inhield dat zij zich alle rechten op het gebruik, in zonderheid van de jacht voor-behielden. Daarbij kwam dan nog de visvangst, het gebruik van eikels en beukennoten voor de varkensmesterij en verder het zeer belangrijk recht om bijen te houden voor de productie van honing en was. Dit voorbeeld werd gevolgd door d. r •• dale heren, de bisschoppen en de hertogen. Het was de onderdanen en de niet-vrije mannen, onder bedreiging van de zwaarste straffen, verboden in die wouden te jagen, te vissen, varkens te weiden of hout te vellen. In de beroemde Capitularia van Karel de Grote werd in 813 het beheer van d.ze wouden (forestae) vastgelegd. Meerdere artikelen handelen over de verdediging van de wouden, de bescherming van het wild en van de vissen. Tot de taak van het toenmalige bospersoneel behoorde dus v66r alles de hoede over het bos, het jachtwild en de vissen. Het is veelbetekenend dat voor kort in Frankrijk en in Belgie nog steeds, voor het bosbeheer, de term EAUX ET FORETS, Waters en 8ossen, gangbaar is. Het vervolgt. Lambert Hubrechts.
**************************************************************** WAAR HET GAAT TUSSEN DE STERKEN EN DE ZWAKKEN, LEIDT DE VRIJHEID NAAR VERDRUKKING EN DE WET TOT BEVRIJDING. Lammenais. ****************************************************************
-11 kruidenpluk •.••••••••••••.••••• • •••••• • •• ••••••••. derde hoofdstuk. ~ymbool van nuttig kruidengebruik. een sfeerbeeld van een voordracht, gegeven in het Cultureel Centr um van Neeroeteren. 22 april 1978 . windloo ~ zo novergoten lenteweer, teergroen lichtdoorschenen bladeren, vers ontloken aan s truiken e n bomen, kobaltblauwe lucht, getemperd door melkwit strale nd licht, diep groe n e weiden, bezaaid met een kleurig tapijt: knalgele zongekroonde paardebloemen, sterwitte madeli eve n met ee n gouden hart, lilableke pinksterbloemen op een ranke steel.
MELLIE UY LOERT,
koude zaal i n een lege - geldbe u ge l - architectuur, ruwe blote snelbouwm uren, vuil beduimeld rond schakelaars en trappen, stram zwart omlijnde deurope ning e n, strak gestreepte plasticzoldering , ongemakkelijk e industriestoele n zonder vormgeving, aan elkaar geketend als paradesoldaten, met voo ruitsteke nde bene n . inget oge n babbelende dagjesme n se n, overwegend v rouwen van alle leeftijden, grote tassen zeule nd als voor een verre reis, soms heel vro eg vertrokken voor een goede plaats voora an , blij ver wachte nd, benieuwd rondkijkend, blij wuivend naar bekende n, ij verig rommelend met balpen en p~pier, klaar voor not ities ; de sfeer van voorbije bedevaartsdagen. Mell ie, de v er wacht e , stipt op tijd, majestatische verschijning, ri j zige sterke gestalte, flink rechte rug, hoog geheven hoofd, zeker van zichzelf, reeds aan de i ng ang lastig gevallen me t schroomvol gestelde vr age n ; toch aandachtig l u isterend, scherp ob serveren de brui n e ogen, minzaam nijg end, vriendelijk antwoordend. Koud blauw - groen mantelpak, n iet te groot décolleté, licht -gr ij ze kousen, opgetooid bruin glanzend h aar, weinig grijs, blinkend van gezondheid, sa mengehouden i n ee n rol, dwars over het hoofd, nog ga v e huid, helder stralend gebit , sobere sieraden. Ee nvo ud siert zichzelf.
L· een verslag van de voordracht door Mellie Uyldert. E~n van de eerste boeken die zij schreef was:"De taal der kruiden". Oorspronkelijk was er maar weinig belangstelling voor, het verkoopcijfer lag aan een ontstellend lage kant. Plots, naargelang de mensen bij wijze van spreken hun geloof en hun houvast aan de godsdienst verloren, werd het een stormloop om toch nog een exemplaar vast te krijgen. Het is op dit boek dat de voordracht was gebaseerd. Een strohalm leek het, een laatste redplank in een oceaan van onzekerheid, twijfel en verloren vertrouwen. Talloze herdrukken zagen het licht. Het boek werd verslonden. Men kan er merkwaardige dingen in lezen. Dingen die ons met onze mathematisch gevormde denkbeelden de wenkbrauwen doen fronsen, Dingen die voor velen naar bijgeloof rieken. Dingen die ons een beetje doen denken aan de magische wereld van Findhorn, waar zulke wonderlijke, voor ons onbegrijpelijke nooit gehoorde dingen gebeurden en gebeuren. Oorspronkelijk was de mens meer natuurgebonden, meer cosmisch gericht. Voor het gebruik en de keuze van de planten, raadpleegde hij een innerlijke stem. Hij had inzicht in de verwantschap tussen plant en mens, puurde overeenkomst tussen gestel en plantengroep. Hij kende de signatuurleer, een kennis van planten en kruiden op basis van uiterlijke tekens, kennis die generaties lang werd aangevuld en van moeder op dochter overgegeven. Want planten en kruiden waren het domein van de vrouw. Vanaf de middeleeuwen kregen de planten dan nog een etiket bij. Plant, dier en mens werden in bepaalde astrologische orden ingedeeld. Naast vorm, kleur en uitzicht van bloem, blad en sap werden de specifieke functies gekoppeld aan sterrebeelden en planeten. Zij kregen ook heel doelgerichte namen opgeplakt, die niet mis waren te verstaan. Zoals de typologie van de mens is gebaseerd op introvert, symbool van ingekeerdheid en extravert, symbool van uiterlijkheid, zo kunnen ook de planten worden ingedeeld. Hun groei en bloei is naar het innerlijke gekeerd of op het uiterlijke afgesteld. Mellie verdediqdé de stelling dat men zijn eigen aard kan versterken, door beroep te doen op planten, die bij het type behoren. Uitzonderlijk ontwikkelde eigenschappen, zegt zij, kan men afremmen, nog stimuleren of beter in evenwicht brengen door een deskundig gebruik, gebaseerd op deze typologie. Soms spreekt men wel eens van "onkruid", Deze verguizende omschrijving is totaal uit den boze en natuurliefhebbers onwaardig. Het zijn planten, die door onkunde of door een gewijzigd maatschappijpatroon zijn gedegradeerd tot "niet nuttig". Men kan beter spreken van wilde planten, dan spreekt men ten minste de waarheid. Als men de taal der kruiden grondig kent, dan zal men er nog meer respect voor opbrengen. Zij zijn namelijk veel beter dan de gecultveerde soorten. Veel sterker, zuiver van origine, hebben zij een grotere levenskracht, bezitten betere kwaliteiten en geven meer vitamines.
-13. Mellie vervolgde met zaken te vertellen, die voor Wésters gevormde mensen vreemd, ongeloofwaardig overkwamen, erge twijfel opriepen. -De wind voert de zaden in ongekende aantallen door de lucht en verspreidt ze in de ruimte. Ze zullen echter alleen da2r ontluiken, waar ze nodig zijn, waar overeenkomende mensentypen wonen. En dat in grote massa. Wens Z8 en ze zullen er komen, want bet is precies alsof ze voelen dat ze gewenst worden •• Een bekend voorbeeld is dat van een bejaardetehuis, waar kankergevallen verbleven. Grote aantallen goudsbloemen schoten er welig op in ongekend aantal en bloeisterkte. Het jaar na hun afsterven, kwam er geen enkele meer voor. -In verband met deze uitlatingen zou men kunnen denken aan een geloof dat bergen verzet; of is het bijgeloof? Of is het een wereld die wij nog niet kennen, die wij nog niet zijn binnen getreden? Planten delen ook in het gevoelsleven van de mens. Ze leven geëmotioneerd met ons mee, voelen ons wel en wee en gaan in op onze levenswijze t.o.z. van hen. Ze antwoorden in hun groeiwijze. Di~ vindt een weerslag in grootte, kleurfelheid en intensiteit van bl&ien. Zelfs over grote afstanden zijn de planten emotioneel met de mensen verbonden en reageren soms hevig. Dit werd meermaals proeFondervindelijk vastgesteld en op een wetenschappelijke manier met apparaten en leugendetectors beproefd. Wees daarom vriendelijk tegen ze en behandel ze met eerbied, dankbaarheid en wijding. Het is bekend dat planten beter en mooier groeien in een gezin waar liefde heerst. -Wat er ook van zij, geloven of niet: het geval Findhorn staaft deze theorie. Feiten zijn hier harde feiten, vastgesteld en toegegeven door de meest kritische en ongelovige experts en twijfelaars van allerlei kunde en vorming en talloze publicaties, door iedereen te raadplegen en uit te pluizen in de bibliotheken. Men kan ook kruiden goed consumeren, met de nadruk op goed. Ruk ze nooit uit. Gebruik ze bij delen, ook al komen ze uit een gewone hof. Ze zijn daarom niet minder, maar missien nog gevoeliger omdat de soorten meestal veel zwakker zijn. Blaadje per blaadje, zo kan men er langer van genieten en kan de soort zich beter handhaven. Praat tegen ze en leg hen uit waarvoor het dient wat je met hen voor hebt. Je zal je dan één voelen met hen en ze zeker niet meer misbruiken of mishandelen. Bedenk dat het ook levende wezens zijn. Missien hebben ze niet hetzelfde pijngevoel als wij, maar toch •••• Tot daar Mellie Uyldert in haar uiteenzetting. Nog enige persoonlijke bedenkingen. Was dit nu een pleidooi voor de kruidenpluk, die tegenwoordig zulke rage kent? NEEN, en ik stel het heel duidelijk: dit was een pleidooi voor eerbied en respect voor de kruiden en planten. Weliswaar met andere normen dan de gebruikelijke of die wij gewoonlijk voorstaan. Maar het hield duidelijk~n: Matig gebruik en alleen in functie van. En dan nog alleen van soorten die veel voorkomen en alleen uit een zelfaangelegde tuin, waarvoor de zaden overal kunnen worden aangeschaft. De VELT-organisaties zullen daar zeker meer over kunnen vertellen. We kunnen dus geen kruiden plukken in de natuur. Gaat men op deze theorie dieper in, dan laat men de zeldzame soorten
--1~. onaangeroerd, dan laat men zich op dit gebied niet leiden door die zo ergerlijke bezitsdrang. Dan weet men, dat voor elke zeldzame, meerdere andere soorten groeien en bloeien, die hetzelfde nut en gevolg hebben. Het is een kwestie van kennis, kunde, ervaring en filosofie gebundeld in een techniek, die zoals bij alles: tijd, vorming, liefde en de juiste ingesteldheid vraagt. Wil men overleven en dat zou nog wel eens vlugger aan de orde kunnen zijn dan men denkt, dan zal men zeker geen misbruik mogen maken, want dan komt de toekomst in het gedrang. Wordt de natuur daarentegen bespeeld met rede en verstand, dan zal men in alle seizoenen, ook in de winter, een onuitputtelijke en nooit uitdrogende bron ter beschikking hebben. De natuur is als ons moeder: geven, geven ,altijd maar geven, bateloos, royaal, onbegrensd zonder ooit ook maar iets terug te vragen. Bovendien is er nog iets anders en als natuurliefhebbers kunnen we ook daar niet langs kijken: het wereldvoedselprobleem. Even één cijfertje maar: tijdens de periode 60-71 hebben de rijke landen, die alleen al 54 % verbruiken van alle graangewassen die de aarde voortbrengt, 374 miljoen ton (hou je vast) voedsel opgevoederd aan •••• hun beesten. Ondertussen hogeren 1,5 miljard mensen en 500 miljoen kreperen eraan. Wij hebben daAr persoonlijk geen last van, maar we mogen ons wel bijna schamen, dat we ••• mensen zijn. En dat allemaal omdat vleesverbruik sedert de middeleeuwen, symbool is van heersende klasse, welgedane geborgenheid, gearriveerd zijn, enz ••• Men kan echter duidelijk stellen: indien het ganse wereldlandbouwareaal dat zich nu toelegt op de teelt van voedsel voor de dieren, omgeschakeld wordt op voedsel voor de mens, dan: •••• juist, dan is het wereldvoedselprobleem opgelost. Sterker nog: anders wordt het nooit opgelost. Kunnen wij daar als natuurmensen nog langs kijken????? Meer nog. In het Oosten zeggen ze wel eens: geef de mens één vis en hij heeft eten voor één dag; leer de mensen vissen en ze hebben eten voor alle dagen van hun hele leven. Met andere woorden: alles wordt bepaald door een techniek, een levenswijze. Een vegetarier kan vis noch vlees verbruiken en dus volledig op de natuur, d.w.z. kruiden en planten, aangewezen. Maar die theorie van rede en verstand slaat ook op het gebruik van planten en kruiden. Rooft men, dan leeft men van de ene dag in de andere. Denkt men niet aan de toekomst, dan krijgt men de rekening aangeboden en het deksel op de neus. Gebruikt men rede en verstand, dan hoeft men de toekomst niet te vrezen, want de natuur is een steeds maar wellende bron.
* jef leijssen. *** ** ** ** *** * ********************************************************************* * EEN OS EET IN EEN JAAR VOOR 6 MANNEN, MAAR HIJ GEEFT SLECHTS VOEDSEL VOOR HONDERD OAGEN VAN EEN MAN Or M Hindhede. ********************************************************************
1f JAAR VAN HET DORP. HOUTWALLEN ••••• OE MOEITE WAARD DM ZE TE BESCHERMEN. *************************************************** Deel Twee. ~~~:~~~~~~~~. Ondanks de niauwe inzichten, waar we het in vorig deel over hebben gehad, bestaan de ergste en meest voorkomende bedreigingen nog steeds uit het egaliseren van het terrein en uit het weghalen van de stronken. Dit alles door de landbouworganisaties of de landbouwers zelf. Het niet meer onderhouden van een houtwal of een haag vormt venzeer een bedreiging voor de houtwal.
Andere bedreigingen vormen/ Het storten van vuil. Het bespuiten met herbiciden. Oe infrastructuurwerken. Het veelvuldig afvreten van de planten door het vee.
~~:~~~:~~~~! Indien wij tot een bescherming van de houtwallen en hout kanten willen komen, dan moeten wij mijns inziens werkzaam zijn op twee fronten: enerzijds langs politieke weg ijveren voor een wettelijke bescherming en/of mogelijke vergoedingen; anderzijds bij de landbouwers en bij de bevolking streven naar een mentaliteitsverandering onder meer door een degelijke voorlichting.
~::~~~:~~~~-~~~:_~~~~:~~~~:~~:~~~! Indien houtwallen en houtkanten kunnen beheerd worden, dient rekening gehouden met enkele onderhoudsmaatregelen. Zo dient het hakhout zowat om de 12 jaar afgezet en verwijderd te worden. Indien er een wal aanwezig is, moet deze goed onderhouden worden. Naar Nederlandse ervaring blijkt het nodig dat een ' deskundige de te handhaven bomen, spaartelgen of interessante gedeelten aangeeft. Dok dient de techniek van het hakken en het verslepen van het afkomende hout veelal bijgebracht aan de onderhouders. ~~:~~::~~~~-~~~:_~~_!~~~~~~~~::~~~~~:~~:. Algemeen kan dus worden gesteld, dat het verdwijnen van houtwallen, houtkanten en holle wegen, meestal bij de landbouw dient gezocht. Maar kan men dit de boer ten kwade duiden? De landbouwer wordt gewoon in die situatie gedwongen door een verkeerd gericht landbouwstructuurbeleid en landbouwprijsbeleid. Hierdoor moeten de boeren de productieviteit steeds maar verder opvoeren door bedrijfsvergrotingen, mechanisatie en intensiveringen.
Oe kleine boeren krijgen het steeds maar moeilijker. Op E.E.G.vlak z ou men duidelijk' een anders gerichte politiek moeten gaan voeren, die niet meer leidt naar onverkoopbare overschotten en vernietigende ingrepen in het landschap. Maar naar een menslievende politiek, een be~chermende politiek, die tevens een maatschappelijk aenvaardbaar bestaan voor zoveel mogelijk boeren biedt.
A'. Het zou dan ook niet eerlijk zijn, de landbouwers alle verantwoordelijkheid en alle moeilijkheden op de nek te schuiven. De landbouwers zouden voor mogelijk geleden bedrijfsschade vergoed dienen te worden en voor mogelijke onderhoudswerken eveneens een passende vergoeding dienen te bekomen. Deze beloning voor de beheerswerken zal samen met het inkomen uit de producerende functie de landbouwer betere bestaansmogelijkheden kunnen bieden. Wat voor de landbouwer op het eerste gezicht lijkt op een beperking van zijn mogelijkheden, geeft hem een beter en zekerder maatschappe1ijk bestaan. I~~~_~~~~~~!9~~_~~~_~~9~~~~~~~~~~~!!J~2~~~~~
__
In Nederland hebben landbouwers reeds onderhoudsovereenkomsten aangegaan, zo onder meer in Zeelnd, Twente en Overijssel. In Twente, waar houtwallen op het landschapsplan vermeld stonden als "te handhaven en toe te wijzen aan een openbaar lichaam", werd aan de boeren gevraagd of zij de houtwallen zouden willen onderhouden. Daarvoor ontvangen deze boeren jaarlijks een bedrag van 500 gulden per HA als zij de onderhoudsovereenkomsten nagekomen zijn. Bij eventuele schade bekomen zij nog een bijkomende vergoeding. Bij niet naleving moeten zij een boete betalen. In Overijssel worden werklozen ingeschakeld voor het onderhoud. Het benodigde materiaal wordt door de eigenaar van de houtwal ter beschikking gesteld. De houtwaleigenaars zijn er immers ook bij gebaat, dat hun houtwalle~goed worden onderhouden. Dit lijkt een bijzonder succes te zijn in Twente. BESLUIT • Er moet dringend wat gebeuren om landschappelijk waardevolle elementen in ons landschap te beschermen. Het zou niet eerlijk zijn de landbouwer alleen alle ongemakken te laten dragen. Het landelijk uitzicht is niet alleen van belang voor de uitbater, maar ook voor de anderen die, vooral wanneer het een aantrekkelijk gebied betreft genieten van de schoonheid ervan. Voorlopig zou dan ook aan de landbouwers gevraagd worden om deze landschapselementen uit overtuiging te bewaren. Later dient dan gezocht naar een aangepaste vergoeding voor eventuele bedrijfsschade en voor onderhouds- en beheerskosten.
~~~~~ge!~~~9~_~~~~~~! Algra: De landbouw en het natuur- en landschapsbehoud- een noodzaak van maatschappelijke waardering. Natuurmonumenten, februari 76. Berk; Ons bomenland. Unieboek Bussum 76. De caestecker en Reginster; Landbouwkundige onderzoekingen over windbeschutting. Landeigendom, maart 75. Dijkstra: Visuele evaluatie van inrichtingsmodellen in "De Goese Poel" De Dorschkamp, Wageningen. Gijsels: 1977 Algemene aspecten van het Leefmilieu. R.U.G.
-1"1Landbouwhogeschool Wageningen Mergelland-Landschap en mergelwinning. Langenhoff: 76. Bedreigde landscappen-cursus Teleac Utrecht. Langenhoff: Inspelen op landsschapsparken Ministerie van C.R.M. Staatsdrukkerij. Studiegroep Volthe-oe Lutte Landinrichting Volthe-oe Lutte Wageningen 1971. Vereniging voor groenvoorziehing 1974 Naar een groenstrategie voor Vlaanderen. Bosch: Onderhoudsmaatregelen voor natuur- en landschapselementen in Twente. Koninklijk Nederlnds Bostijdschrift. Mörzer-Bruins: M.F. Kollege Levensgemeenschappen. Landbouwhogeschool Wageningen.
",
Willy Van Look.
BLOEMEN •••••••••••••••••••••••••••••••• ;
~.
Bont boeket in slanke vaas, sierlijk bont tafereel, kleurend, geurend, maar helaas, niet blijvend, als zoveel. Het geeft de kamer lichtend spel, doet de oude tafel leven. Het overheersend rood is fel, en tot harmonie verweven. Liefdevol daar neergezet in een teder speels gebaar. Zinvol is dit bont boeket, d'eerste band tussen het minnepaar • ••• ••••••••••••• •••••••••• •••••••• NORA STERKENS.
Deze bloemen dragen we als symbool op aan de familie Van Houtte, vooral aan dapper Moederke, als dank en waardering voor de geestdrift waarmee zij onze Erica samenlegt en koestert.
18.
··stANDPUNT ·BRANDPUNT· STANDPUNT· BRANDPUNT·STANDPU EEN BLOEM IN HET VERWEER. inleiding. ************************* Als natuurgidsen worden wij regelmatig geconfronteerd met allerlei aanslagen op natuur. Oe meesten van ons worden daarouor aangegrepen, ma~r slechis weinigen reageren ertegen. Velen beperken zich tot het zich contemplatief bezighouden met de natuur, zonder tot echte reactie te komen. Een van de oorzaken hiervan is ongetwijfeld dat wij geen of onvoldoende pasklare antwoorden oF tegenargumenten kennen. Deze rubriek wil daarom een poging zijn om deze lacune op te vullen. Tevens om een aantal argumenten tegen mistoestanden te bundelen. De practische opbouw zou in 3 fasen moeten uiteen vallen: 1. als kennismaking wordt een artikel gepleegd over een bepaalde mistóestand; 2. de redaktei wacht geduldig en ongeduldig jullie reacties af; 3. uit de reacties en het inleidend artikel wordt dan een synthese gemaakt, die dan in één van de volgende nummers verschijnt. Gedacht wordt aan problemen als bespuitingen, kruidenpluk ,overrecreatie, rechttrekken van waterlopen ••• enz ••• De artikelen mogen niet vervallen en verwateren in ellenlange filosofeersels, maar zouden een bruikbare synthese in beknopte punten moeten bieden. Tijdens de wandelingen zou dan ook gemakk~lijker het aspect "NATUURBESCHERMING" aan bod kunnen komen, met hier en daar een vleugje natuurfilosofie en enkele ecologische begrippen. Als eerste geval proberen we het eens met het probleem "BESPUITINGEN". Graag wacht de redaktie uw geëerde reacties af en dat zowel "pro" als "contra". We zijn in een democratisch land en ten minste onder elkaar mogen we nog denken zoals we willen. Of is dat ook niet meer zo? Neem dus de pen in de hand, en meld ons de staat van Uw •••••••• Jean-Louis Gilissen.
******f*********************************************** ************ AFWIJKENDE MENINGEN ZIJN EEN ZO KOSBAAR GOED VOOR DE DEMOCRATIE, DAT MEN ALLES MOET BEVORDEREN OM ZE IN STAND TE HOUDEN. Jefferson. ******************************************************************
1'. EEN BLOEM IN HET VERWEER. ************************** deel één. PLEIDOOI VOOR ALLE LEVEN of het probleem van de bespuitingen. -----------------------------------------------------------Alhoewel de overheid meer en meer de be sp itingen opgeeft, voor een milieuvriendelijker maaien, meken we toch nog geregeld massale spuitcampagnes mee, waarbij dan volledige grachtkanten, rivieroevers ••••• het frisgroene levenstintje ruilen voor een belegen doodsprentjeskleur, die een troosteloze aanblik biedt. Sommige mochten het wel eens meemaken, dat in parklandschappen en natuurgebieden, de giftspuit met gulle hand geledigd werd, terwijl vanwege de beleidsmensen toch een meer verantwoorde houding mocht worden verwacht. Hoe hiertegen reageren? Enkele motieven ZlJn: 1. ESTETISCH: het is zonder meer duidelijk, dat dood gespoten planten ---een-ver-van opmonterend gezicht zijn voor wandelaars die de natuur opzoeken. 2. BOTANISCH: bespuiten leidt tot faunistische verarming: ---:zeidzàme-planten met een ingewikkelde levenscyclus verdwijnen; -de meer resistente overwoekeraars komen massaal opzetten. We denken aan kleefkruid, paardenstaarten, kweekgras, enz ••• 3. FAUNISTISCH: waar insecticides een nog enigzins selectief karakter ----hebben;-verniele herbicides een biotoop volledig: -insecten verdwijnen door een gebrek aan specifieke waardplanten; -vogels verliezen hun biotoop; -pelsdieren worden aangetast; -bijen verliezen hun wilde plantenvoeding. 4. PLAGENTOENAME: een soortenrijker biotoop is evenwichtiger. Flora---veràrmIng-betekent eenzijdigheid en trekt plagen aan. 5. PEDAGOGISCH: de eerbied voor het leven wordt zo zeker niet aange---möedIgd:-Öe-particulier spiegelt zich aan de gemakkelijksoplosssing van de overheid en" zal dan zeker niet achter een andere oplossing zoeken. De wetgever wacht hier een grote taak. En nu in de pen en antwoorden, a.u.b. Werk mee, laat uw stem horen, zeg wat ge denkt. Jean-Louis Gilissen.
2~.
IETS OVER HET JACHTEXAME. ************************* De jacht wordt door velen nog steeds aangezien als een vrijetijdsbesteding, een sport. Dit standpunt houdt voor sommigen een idee van vrijheid in: ik mag mijn hobby beoefenen zoals ik wil. Natuurlijk zouden we met een dergelijke zienswijze regelrecht een katastrofe tegemoet gaan indien de wetgever niet een steeds groter aantal restricties ging steilen aan de uitoefening van de jacht. Dat deze maatregel soms maar ter elfder ure getroffen wordt-denken we maar aid bescherming vld roofvogels-willen we buiten beschouwing laten. Maar het is ons inziens erger dat deze wettelijke beperkingen door vele jagers niet of onvoldoende begrepen worden, dat er bovendien noch de wil, noch de mogelijkheid bestaat om deze mensen hierover goed voor te lichten. Zonder een d§elijke "opvoeding" vld jagers zal geen enkele wethervorming veel opleveren. Hier raken we dus het probleem aan v/h fameuse jachtexame,Iets waarover veel gepraat wordt en de meest verkeerde ideeën de ronde doen. Tegnwoordig moet een jager beschikken over een (dure) "verlofbrief voor het dragen van jachtwapens", er is dus geen sprake v/e"jachtverlof~ Zoals voor een rijbewijs, dat pas afgeleverd wordt na een theoretische en practische proef over wegcode en rijvaardigheid, besta2t de mogelijkheid voor de overheid om strenger op te treden tegen overtreders, nl. door de intrekking ervan. Tevens zou de jager in spe verplicht worden eerst alles te weten wat hij behoort te weten alvorens een geweer te . mogen aanraken. Het komt er niet zozeer op ailn de "goede chauffeur" te beschermen tegen "zondagsrijders" (alhoewel de veilige omgang met jachtwapens letterlijk van vitaal belang is), ma;,r ook en vooral de wilde fauna-waarbij we gerust Homo Sapiens Cynegeticus mogen tellen- te beschermen tegen "schieters". De invoering v/h jachtexame beoogt geenszins een verlaging v/h aantal jagers, wel de eliminatie der "jachtonkundigen". Een jachtexame moet op voorhand al diegenen ontmoedigen, die zich niet de moeite willen getroosten hun taak als wildbeheerder te begrijpen en aan te kunnen. Maar zo'n verplichte bekwaamheidproef zal onze inlandse fauna en de jacht slechts een toekomst verzekeren als de jagers ze niet gaan aanvoelen als een beteugeling of als een sanctie, echter wel als een noodzaak, we zouden zelfs durven zeggen .als een eer. En een dergelijke fundamentele mentaliteitsverandering zal de Natuur meer ten ,goede komen, dan een hele rits wetteksten. Het staat wetenschappelijk vast dat alle diersoorten, de mens niet uitgezonderd, een biologische leefgemeenschap vormen met een dynamisch maar wankel evenwicht. Elk element v/deze gemeenschap is, als een radertje in een horloge, noodzakelijk voor het goed functioneren ervan. De verdwijning v/één diersoort, bvb het ree, is meer dan het verlies v/e mooi stukje natuur; het is tevens een voorteken vld toekomstige verdwijning vld mens a~s "soort". Jagen is per difinitie wild beschermen, eerst zaaien en sparen, daarna pas oogsten v/e natuurlijk overschot. Jagers hebben jegens het wil~ en de Natuur evenveel plichten als rechten. Die rechten kunnen alleen worden verleend nadat het bewijs v/e grondige kennis der bio-ecologische eisenv/d wildsoorten is geleverd, dus na een streng jachtexame. Hoe dat basisprincipe tot nu toe in practijk gebracht is en wat er in een onmiddelijke toekomst nog staat te gebeuren, hopen we in een volgende bijdrage te behandelen. Or. Yves Lecocq, dierenarts, Rozenstraat, 48 3500 Hasselt. Verantwoordelijke Jachtopleiding LJV.
.1).1 BRIEF VAN WILLY VANLOOK. Aan allen die de inventarisatie v/e houtwal, hout kant of holle ~:2_~~~~_~~~_~:~~~!~~_~:~:~_~~_~~~~_~~~~~e~~_~~:~~~_~!~_:~~~~~~~!
Beste, Met het oog op de inventarisatie van houtwallen, houtkanten en holle wegen, zou het best zijn enige concrete afspraken te maken. Dit om te voorkomen, dat achteraf nog eens bijkomende gegevens op het terrein zouden moeten worden aangevuld, ware het wenselijk tijdens deze inventarisatieperiode reeds enkele nuttige gegevens op een bijkomend blad te vermelden. Enkele aanwijzingen hieromtrent kunnen zijn: 1. De benamlng van de staFkaart. 2. De gegëvën-ëöaë-öp-aë-sEàfkàart: H voor holle wegen, W voor een hoüEwàr-ën-R-voor een houtkant. -Houtwallen zijn perceelsafscheidingen, gevormd door een geheel van bomen, struiken en kruiden, die op herkenbare walletjes of verhogingen staan =W. -Indien er geen verhoging is, maar tussen de perceelsgrenzen een strook met bomen, struiken en kr iden, spreekt men v/e houtkant =K. -We spreken van een holle weg, als deze weg lager gelegen is als het omliggende landschap. Op de flanken ervan komt gewoonlijk een plantengemeenschap voor zoals op de houtwallen =H. 3. Het aangegeven nummer op de stafkaart: H5 is de vijfde aanduiding-vàn-ëën-höïïë-weg op de stafkaart. 4 Een korte beschrijving met de lengte en de.breedte en een korte opsömmIng-v7a-aömInänte soorten in de boom-, struik- en kruidlaag. 5. De ligging van de houtwal: 8v in een reservaat, natuurgebied, land5öûwzönë-ör-wööngè5Ied. De kleuren vld gewestplannen zijn daarvoor uiterst nuttig indien je daaraan kan geraken. 6. De toestand van de houtwal: bv. goed onderhouden, pas gekapt, verwàärïöösa;-gè5rûIkt-äIs stortplaats. 7.Indien men toevallig weet, of het betrokken geval toehoort a?n een openbäär-5ëstüüf;-dan wordt dit best opgegeven. 8.Voorkomen van enkele waardevolle elementen, zoals knotbomen, zandstraten,enz ••• --------------------9. Indien geweten, de vermelding van zeldzame broedgevallen van vogels en dieren of planten in dezè-IändsêhäpsèIëmëntèn. Dit alles brengt natuurlijk meer werk mee, dan de geplande inventarisatie. Toch lijkt het nuttig. Mogelijk kan de tijd uitgespaard worden, door minder waardevolle elementen als kleinere meidoornhagen, o~ moeilijk weerhoudbare elementen, bv. in woonwijken, niet te weerhouden voor inventarisatie. Graag hadden hieromtrent uw kritiek of uw suggesties ontvangen, zodat we hiermee nog tijdig rekening kunnen houden. In elk geval het opperbeste en ~~~!_~~~~~~~~~~~~~~2~~~~' Willy Vanlook, Hazerik, 32, 3560 Beringen. Tel: 011/ 43.67.83.
22. . EEN HALF PUNT 8IJ8"~""""".'''.''''o"o".
EEN BA NK VOOR UI T " ..... " .. " e .. " " . . . . . . . . EN EEN KUS VAN DE JUFFROUW VOOR ••••• 0
..
0
....
JAAK GABRIELS, volksvertegenwoordiger en burgemeester van Bree, die ëën-vöörstëï-van deceet indiende om het vak ECOLOGIE verplicht te stellen voor het Lager en het Middelbaar onderwijs tegen 19BO-B1. Voor de lagere school zou de klemtoon liggen op het menselijk geluk en de creatieve soberheid. Voor de middelbare school zou de klemtoon liggen op het gebruik en de toepassing van een zachte technologie. Bravo voor Jaak. HET GEMEENTEBESTUUR VAN HECHTEL-EKSEL, dat de open plekken op de FrenkIsêhë-ffierkE-vän-Ëkseï-öpnlëüw-ven de aangepaste boomsoorten voorzag. Een voorbeeld van een manisfestatie in het jaar van het dorp. Bravo VOOr de vroede vaderen. JOS LANGERS, gemeenteraadslid van Maaseik, die vond dat de tijd van aë-ëhässë-à courre (lange loop jacht op de ree) nu maar eens moest voorbij zijn. Hij verkreeg hierover een hoorzitting en verzette zich tegen de herverhuring van de gronden voor deze vorm van jacht. Bravo voor Jas. Bert Mertens en de ganse Wielwaal-ploeg van Noord-Limburg, -------------------------------------Ëën-präëhtIg-vöörbëëld van "Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen. Die kerels hebben een stuk vld Vloeiweiden van Lommel-Kolonie letterlijk onder handen genomen en in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Oe bedoeling is: het "wateren"terug toepassen om de originele plantengroei terug te krijgen. Een echte beheersmaatregel, dus. Met schup, riek, zeis en hak .... en met met man en macht hebben ze het klaar gespeeld. Ze "lagen" er bijna dag en nacht. De vrouwen waren al aan het inpakken om te verhiuzen. Het "witteren" is al vast gelukt en de rest volgt heel zeker ••••• want die kerels lossen niet, daarom zijn' t dan ook "mannen". BRAVO, MANNEN.
Z3. Verslag van een paneelgesprek rond het thema: CHASSE A COURRE, een vorm van dierenmishandeling??????????????????? SITUATIESCHETS: Aan de Maaskant worden tijdens het jachtseizoen regelmatig chasses à cour re ingericht. In het Hederlands wordt dit omschreven als"lan-
ge loopjachten". Bepaalde gronden zouden daarvoor binnenkort opnieuw moeten worden gehuurd. Jos langers, jong en spring levendig gemeenteraadslid van Maaseik, meende deze jachtvorm voor onze tijd onwaardig te verklaren en tekende protest in tegen de verhuring. Dit werd zo maar niet aanvaard door de burgemeester, maar Jos langers hield voet bij stuk en verkreeg ten slotte een hoorzitting over dit onderwerp. Deze ging door op dinsdag 23 mei 1978 om 20.00 uur in het Cultureel Centrum van Neeroeteren. Moderator Reeskens leidde op een autoritaire wijze een debat tussen de heren Bergmans, 8ijnens, Faassen, Lecocq en Van de Poel voor de natuurbescherming (N) enerzijds en Cornelissen, Clijsters, De Jonghe, Reulens en Van ~assenhove voor de jagers(J) anderzijds. Er waren eveneens een 20-tal toehoorders; veel te weinig eigenlijk, maar wat wil je. VERSLAG VAN HET DE8AT.
---------------------
V.D.Poel maakt bezwaar tegen de chasse à courre als jachtmethode. Hij vindt dat de ree teveel moet lijden als gevolg van het langdurig opjagen tot de dood intreedt. De chasse à tir of de gewone jacht veroorzaakt veel minder lijden, ten gevolge van het snellere intrede van dood met de kogel. Dit wil niet zeggen dat hij deze jachtmethode goed vindt. Van ~assenhove(J) replikeert door een overzicht van de gebeurtenissen te geven, die tijdens een chasse à cour re in chronologische volgorde gebeuren. -Ecologich leven de dieren in een oplopende rangorde onder elkaar en van elkaar. Het is een doden en ~edood worden. Aan de top staRn de praedatoren. De honden van de meute worden als dusdanig aanzien. -In die meute heeft elke hond zijn eigen functie. Er zijn koplopers en spoorzoekers, elk gespecialiseerd in iets anders: veld, mest, beek, struiken, bos, enz ••• -'s Morgens wordt het ree in zijn territorium opgespoord door een hond aaq de leidband. -Na terugkeer op de rendez-vous-plaats, wordt rapport uitgebracht. -Er wordt onderling beslist welk ree zal worden gejaagd en men kiest daarom een flink ewemplaar waaraan de honden veel werk hebben. Deze worden dan los gelaten. -De meute gedraagt zich als een horde wolven. Alleen als ze het spoor kwijt zijn, worden ze geholpen door ze er terug op te zetten -Het ree wordt (zegt hij) nooit of maar zelden gevangen, want een gezond e~emplaar beschikt over allerlei trucs om de honden kwijt te spelen. In 1978 werden nauwelijks 11 exemplaren gevangen op 50 jachten en dit jaar wordt aanzien als het beste van de laatste 25. -Aan het einde is het ree zodanig uitgeput, dat het niet meer kan lopen en op de grond blijft liggen kreperen. De honden raken het ree dikwijls in laatste instantie nog kwijt, want dan scheidt het ree geen geur meer af aan de poetn. Het is misschien een laatste
ll1·
afweermiddel, dat ook dikwijls zlJn redding betekent. -Wordt het ree gevonden, dan wordt het omring door de honden, die het niet aanraken (zegt hij). De heer Van de Poel beschikt nochtans over een film, die dit tegnsprëëkt-en-aIë-ääntoonE;--aäE-hëE-reë-wëI-aegëIIJk-aöor-aë-honaen-woraE-versëheürd:--RëE-rëë-wordE-aän-ïogenääma-üIE-ïI]n-ïIJaën-verlöst-aoor een doodsteek met een mes, men spreekt hier dan van "servire". -Het beest wordt gevild, in stukken gesneden en aan de honden opgevoerd, als beloning voor het gepresteerde werk. -Soms volgt dan nog een heel inwijdingsritueel voor pas beginnende jagers, waarvan de symboliek der gebruiken ver terugloopt in het grijze verleden van de vroege eeuwen. Men eet daarbij het hart en besmeurt het gelaat met het bloed der dieren.(N.v.d.R.) Bijnens(N) trekt de spoortechniek in twijfel. Het ree beschrijft eerst cirkels om te ontsnappen en blijft daarbij bij voorkeur in zijn territorium, omdat het dit uiteraard het beste kent. Totaal uitgeput verliest het tenslotte zijn waakzaamheid en zijn weerbaarheid, kiest de weg van de minste weerstand en loopt door brandgangen, wegen en beken, Soms wil het zelfs ontsnappen door een kanaal over te zwemmen, waprbij het meestal jammerlijk verdrinkt van uitputting Bergmans(N)duidt erop, dat de overleveringskansen in een natuurlijke omgeving veel groter zijn. De moderne jachttechniek is bovendien niet meer te vergelijken met die van een horde wolven. Deze kiezen alleen de zwakste en doden deze snel met een keelbeet, wat veel vlugger gaat als de dood bij een chasse à courre. De dieren hebben in de maatschappij van vandaag te weinig ruimte en er zijn teveel obstakels. Van jachtetiek is helemaal geen sprake meer in de wereld die vandaag de dag gekenmerkt wordt door een mateloze prestatiedrang. Volgen daarna enkele vragen, beantwoord door Van Wassenhove(J). -Hoe groot is het territorium van een ree? 20 Ha. -Hoe groot is het jachtterrein van het clubje? BDOO Ha. -Welke overleveringskansen heeft het ree? De ree is aangepast aan het leefklimaat van vandaag en maakt gebruik van de obstakels die er in voorkomen: wegen waardoor het spoor onderbroken wordt, huisgeuren, landbouwmeststoffen en hun specifieke geuren, enz •••• -Hoe gebeurt de keuze van het ree? Op basis van sportiviteit. Men kiest een flinke ree, want men wil de honden zien werken. Voor de jagers is de vangst onbelangrijk. Door de omstandigheden is het ree waakzaam en het vangen moeilijk, maar dit is nodig voor de honden om te-gemoet te komen aan het instinct van de jagers die zij zijn. Faasen(N) twijfeit aan het aantal slachtoffers. Uit betrouwbare gegevens weet hij, dat ten Noorden van As-Rotem alleen reeds 9 exemplaren zouden zijn gevangen. En de rest? Lecocq(N), dierenarts, geeft enkele verduidelijkingen over het leven van de ree. De omschrijving van de territoriumgrootte klopt. 20 Ha. Maar de jacht gebeurt in de herfst en dan is er geen sprake van een territorium. De dieren zijn verenigd in groepjes, sprong genoemd. Lopen is een verdedigingstechniek van herten, niet van
25 reeën. Dat zlJn eigenlijk sluipers, wat overduidelijk is af te leiden uit hun lichaamsbouw (overbouw v?n de achterpoten), -Een bedreigd ree zoekt dekking door weg te sluipen in de struiken. De snelheid wordt daardoor een minder relevant begrip. Ze hebben trouwens een gering uithoudingsvermogen en zijn bovendien heel erg gevoelig en onderhevig aan stress. De verstoring van de sprong wordt als dodelijk ervaren, want ze zijn te zeer op elkaar ingesteld. Hetbewegen in de winter is eveneens nefast. Ze zijn het in die periode nietgewoon, omdat ze aan energiebesparing doen door ZO weinig mogelijk te bewegen. De koude van dit jaargetijde vraagt dat, en er is minder voedsel. -De reestand bedraagt thans 25.000 stuks, wat zeer hoog is in vergelijking met het oerbiotoop, waar slechts één ree voorkomt per 100 Ha. -Oe wolventheorie past niet. Deze jagen wel in meute, maar selecteren niet of zeer weinig. Het toeval speelt een zeer grote rol. Meestal vallen jonge dieren ten prooi door hun gebrek aan ervaring en omdat die er nu eenmaal meer zijn. Die is heel natuurlijk en onder alle soorten voorkomend. -Tot slot een paar persoonlijke vragen? Waarom duurt de jacht tot 1 mei? Het ree is dan reeds zwanger. Waarom niet overschakelenop vossenjacht, het zou nut hebben? Reulens(J), voorzitter van de St. Hubertusclub, drukt zlJn spijt uit over het feit, dat de mensen dikwijls slecht of verkeerd zijn geinformeerd op vergaderingen of debatten, zodat ze met verkeerde denkbeelden huiswaarts keren. Hij vraagt dus vooral duidelijkheid. -Hij heeft 6 ge improviseerde jachten ingericht en wil dit nog verder uitbreiden. Iedereen wordt ter kennismaking uitgenodigd op het vliegveld van Zutendaal, dat daarvoor enkele dagen wordt ter beschikking gesteld. -Hij wil de jacht op een meer vreedzame manier zien beoefenen en meer de honden zien werken op de zogenaamde sleepjacht, waarbij zakken waarop vossen hebben geslapen,over de grond worden gesleept door een mens te paard, die in feite vos speelt. Van Massenhove(J) begrijpt de stress niet. Als voorbeeld haalt hij het ree-vervoer in dozen vanuit Denemarken en Engeland aan, waaruit het ree toch nog levend te voorschijn komt. -Alhoewel de jacht toegelaten is van 20 september tot 1 mei, wordt door zijn groepje slechts gejaagd van 3 november tot 15 maart. -Oe sleepjacht vindt hij erzatz. Het is eerder Ben ruiterssport dan een jagerssport. Het hondenwerk is te eenvoudig en te gemakkelijk van opzet. De mens is eBn mens, geen vos. -Het jagen op vossen vindt hij nadelig voor het ecologisch evenwicht, want het is nog één van de weinig overblijvende praedatoren. Verdwijnt hij bovendien in een hol, dan is het gedaan met het plezier van de jacht. Bijnens(N) vertelt dan van de afwijkingen die hij persoonlijk heeft gekend. Te Waterschei zag hij sen ree in sen warmwaterbak springen, door de uitputting was het onderscheidingsvermogen totaal
2(, afgebot. Hij za~eeën in afgezette terreinen aangevallen door de meute en een in een strop geraakt dier werd eveneens door de honden aangevallen. De verdrinkingsgevallen in het Albertkanaal zlJn a~n iedereen bekend. -Een dier langzaam laten dood lopen kan hij geen sport vinden. VRAGEN GESTELD DOOR HET PUBLIEK. LANGERS: moet de beschaafde mens van 197B deze sport in stand houden? -De Jonghë:-wàE-Is-wrëëa???ÖäE-Is-ëên-rëk6äär-6êgrlp:-Mös5êïên-ën kreeften koken en eten is ook wreed. Aan de geneugten des levens wordt veel geofferd. -Cornelissen(J); in de natuur is alles wreed. De een leeFt ten koste van de ander. Dagelijks en elk moment sterven grote aantallen dieren voor de anderen. Het is d'eeuwige wet van eten en gegeten worden. Het menselijk gedrag ten opzichte van elkander is ook niet vrij te pleiten van wreedheid. KNOOPS: Waar blijFt het ethisch element? -Bergffiäns:-aë-JäëhE-öp-ëën-alër-ffiêE-verzwakte verdedigingsmogelijkheden is niet te verantwoorden. ZelFs voor vivisectie met wetenschappelijke doeleinden wordt het doden van dieren veroordeeld. De jachttechniek van een meute is een misvorming ten opzichte van de natuurlijke jaagwijze. -Reulens(J): in het wild levende honden kunnen in een minimum van tijd een jacht grondig vernielen. Een afgerichte hond doet zoiets niet. Hij zegt dit op basis van een persoonlijke ervaring op een eigen jacht van 60 ha in de Ardennen. -Lecocq(N): de mens gaat zover zelfs schapers te trainen op de keelbeet en dit in clubverband. -Indekeu(notaris): de honden hebben alles van aanleg, hen hoeft niets nieuws te worden geleerd; ze zijn er zelFs niet vatbaar voor daar deze eigenschappen erFelijk zijn. Men antwoordt niet op de gestelde vraag. BESLUIT VAN HET DEBAT.
----------------------
BIJNEN5(N): -een ree langzaam laten sterven zoals op een chasse à courre, wordt door ons aanzien als een WREEDHEID. -onze groep vindt dit onverantwoord en MENSONWAARDIG. -dieren mogen niet mishandeld worden voor de sport, het is gewoon een toepassing Van MISBRUIK VAN EEN STERKE OP EEN ZWAKKERE. REULENS(J): -is het met Bijnens eens, maar een bepaalde dosis sentiment is in het leven noodzakelijk om gelukkig te zijn, en dit ligt voor iedereen ergens anders en op een ander vlak. -de jacht dient gevolgd en bepaald door experts, zoals ook de natuurbescherming dient te worden gevolgd en gemaakt door bevoegden. _Het vak EKOLOGIE is in het onderwijs meer dan noodzakelijk, en dat in al zijn aspecten. -Geen van ons allen is bevoegd om te oordelen over de noodzaak van de jacht. Stuur mij natuurbeheerders die mij de noodzaak van
q. de jacht afschaffing kunnen bewijzen en ik zal de eerste zlJn om op te houden. Persoonlijk ziet hij de jacht als een hoogstaande vorm van sport. Hij verklaart zich verheugd over de bijeenkomst en de humane bereidheid naRr elkaar te willen luisteren. NABESCHOUWINGEN. Het initiatief van gemeenteraadslid Jas Langers, vinden W1J waardevol. Het zal door Nal worden gesteund. Hij durfde voor zijn stelling uitkomen en zinvolle principes verdedigen, principes die hem zeker geen stemmen zullen opleveren. Wij vrezen zelfs, dat hij last zal ondervinden van de jachtvoorstanders, die op de maatschappelijke ladder nogal wat in de pap hebben te brokkelen. Moderator Reeskens was nog minder dan slecht. Een houding van: ik zal het hier rap eens allemaal klaren. Dikwijls arrogant, altijd hard en ijskoud van toon, meestal uit de hoogte ten opzichte van de natuurmannen, kortom: een man die over lijken gaat. Zou in Rusland niet misstaan. Stond duidelijk aan de kant van de voorstanders. Keek als advokaat duidelijk naar de kant van de kapitaalkrachtigste. ZeI van ons geen kaas eten, laat hij de heren maar in de ogen kijken. Brak de pleidooien van de natuurmannen te snel af en dit op een soms brutale wijze. Een schoolmeester kon er wat van leren. Wij kregen maar de helft van de tijd ten opzichte van de tegenpartij. De paneelleden zelf hielden hun pleidooien op een kalme waardige wijze, gereserveerd en zonder passie, bereid naar elkaar te luisteren. Dit valt te waarderen. Het snibbig gedoe van Reeskens viel daardoor nog meer uit de toon. Wat beeldt die man zich in? De voorstanders hadden nochtans een zekere neerbuigende houding over zich, zo van: dat verstaan jullie toch niet. Inderda8d, ze hebben gelijk: wij verstaan niet dat zoiets in 197B nog in discussie moet worden gesteld. Bovendien leek het de oude techniek van de heersers over de minderen, de high society ten opzichte van de werkman, de eeuwige kloof. Maar wij zijn niet onder de indruk, in tegendeel. De heren Van Wijmeersch en Arhnem stuurden hun kat en dat zelfs zonder eens te bellen, en dat terwijl we ze zo hard nodig hadden. Niet te begrijpen en onverantwoord. Op een paar uitzonderingen na, waren wij de stof niet machtig, want we hadden ons nooit kunnen voorstellen dat zoiets nog mogelijk was in deze tijd. Oe aanwezigheid van een paar geroutineerde sprekers was dan ook meer dan nodig. Of leeft er in de natuur niets anders meer dan vogeltjes? Het was inzake informatie anders een leerrijke avond. Het contact en de kans om ook eens andere meningen te horen was zeker positief.
28. Het resultaat van dit zo moeizaam tot stand gekomen gesprek, waS mijns inziens maar povertjes. Machtig gepraat werd er, dat wel, maar dan totaal langs elkaar en luisteren in de zin van elkaar innerlijk willen tegemoet komen en begrijpen, dat was er niet bij. Maar is dat wel mogelijk als je zover van elkaar staat. 9,tY\
Voor bleef het SPORT, voor ons bleef het WREEDHEID. Beide partijen gaven elkaar geen duimbreed toe. Het leek eerder een kloppen op gesloten blijvende deuren. Misschien, als we dikwijls genoeg samenkomen, zit er iets in, want ten slotte houden beide partijen van de natuur, alleen het uitgang3punt verschilt. Manr willen zij wel praten? Mij komt het voor dat dit een zaak voor de wetgever is. Voorlopig staat de wet aan hun kant en valt er niets aan te doen. Alleen de weigering te verhu ren, kan enig gevolg resulteren. De actie vanJos Langers was dus 2invol en verdient daarom alle lof en steun. Zijn partijgenoten leken mij niet geinteresseerd tenminste als men het aantal geeuwpogingen van de burgemeester moet meerekenen. Misschien is dit een stof voor een nieuw decreet??? Oe chasse, bedoel ik. Willen we echter iets zien veranderen in de toekomst, dan zal de publieke opinie moeten worden wakker geschud. EN dat kan alleen langs de pers, radio of T-V. Veel moeite mag het echter niet kosten, want anders komt Jan met de pet voor zoiets niet uit zijn zetel. Waar ook in alle talen over werd gezwegen, was het shock-element, dat in deze jachtvorm onmiskenbaar aan de orde is. Het zich niet storen aan landerijen, wegen, afsluitingen, enz ••• het altijd maar oV9ral dooren over hollen, het geen ~ekening houden met eenieders Lerritoriumgrenzen. Hoelang nemen de mensen dat nog??? Steekt hierin geen overblijfsel uit de tijd, toen alles nog van een paar mensen was? Toen zij met niets of niemand rekening moesten of wilden houden? Toen zij alleen alles voor het zeggen hadden? Toen zelfs de mensen nog eigendom waren? Niet meer geteld dan vee? Maar ••• is er nu zoveel veranderd? Hebben de dingen niet alleen maar een andere naam gekregen? Is de tijd van de partij zoveel anders dan de feodale tijd? Voor mij niet. Het is ook alles behalve plezant, plots als wandelaar met kleine kinderen geconfronteerd te worden met een schichtig res, vervolgd door de horde blaffende honden, opgezweept door galopperende paarden. Of moeten we"meute"zeggen tegen wat"achter"de honden aanholt??? De ethische vraag:"Wie zijn wij, dat wij zomaar het levenvan een ander levend wezen wegnemen?", werd niet eens in vraag gesteld, leek zelfs te worden geschuwd. Pefsoonlijn.m8en ik, dat dit DE kernvraag is ten overstaan van elke jachttechniek, en dan vooal van CHASSE & COURRE. jef leijssen.
****************************************************************** DE WREEEDHEID VAN DE MENS NEEMT TOE MET ZIJN INTELLIGENTIEGRAAD EN ZIJN MAATSCHAPPELIJKE POSITIE. Jef Leijssen. ******************************************************************
29· Op de laatste meiavond ....................... .
Flikkerend in alle tonen van groengrijs tot grijsgroen ratelen de jonge populierebiaderen rillend in de lauwe avondwind. Met een minimum aan inspanning willen ze een maximum aan lichtenergie vangen. De dartele wind klimt, klimt klepperend in de hoge canadabomen en valt weer dronken uit de takken, zat van strelende geuren. De bruidswitte kroon van de lijsterbesbloesems is zwangerbruin geworden. De maagdelijke bloemkelken worden fier gekroonde bolle vruchtbeginsels. Een mus klimt van een prikdraad naar de holte onder de dakrand. Moeizaam meegesleepte pluisjes paardehaar zullen aan het nest een nieuw tintje geven. Zwaluwen gieren als torpedo's in een halve mnansikkel met schelle kreten langs ronde vluchtprofielen. Heel, heel hoog wentelen ze in grote bogen door de ruimte en scheren langs het rode lichtbord van de vallende avond. Voor wie een cosmische binding heeft, is dit de voorspelling van een warme dag, die wacht op de eerste junimorgen •
•
6
•••••••••••••••••••
o ••••••
jef leijssen.
************************************************************************ ZON IS OM VAN TE GENIETEN EN REGEN DIENT OM ONS DAT TE LEREN. M.V.Houtte. ************************************************************************
30,
F~"" ,,\. ~ ~,
rrÜNE
WANDEL PLEKJE 5.
EEN KARRETJE OP DE ZANDWEG REED •••••• DOOR HET HOUEYCKSTRAATJE NAAR DE GROTE RENNE. Als aspirant-natuurgidsen, gaan we op zoek naar een wandelpad. Daar zullen we dan onze stage-wandeling houden. Een rustig zandpad tussen weiden, maîsvelden en kleine loofbos jes nOdigt ons uit tot een nadere kennismaking. Het bekoorlijk Houeyckstraatje krijgt zijn kans. Buiten de tractor, die de kooien af en aan brengt, of de vrachtwagen die de maïsoogst ophaalt, is hier geen vuiltje aan de lucht. De gemeentelijke wandelpaden, op een goeie 500 meter hier vandaan, houden het grote publiek hier weg. De naam "Houecykstraatje" spreekt voor zichzelf. Wellicht kwamen onze voorouders in de bossen langs deze weg eik kappen. De enkele stoere eiken, die nog in de loofbosjes overeeind zijn gebleven , getuigen van hun verleden. Ook jonge ewemplaren van de zomereik komen langs het paadje regelma ig voor. Tot de hoogste gelederen behoren eveneens de zachte ber-ken. Hier en daar staan ze langs de weg verspreid in het gezelschap van de ezelstruiken. Tussen de vele vuilboompjes schuilt een oude vlierstruik. Aan de rand
3/. van een loofbos je reiken de kamperfoelie en de gelderse roos naar het licht. De hop, die eveneens een klimplant is, treffen we meer aan rond het sporkenhout langs de weg. De jonge scheuten van de braamstruik zoeken een uitweg in delucht of kruipen tot aan'het pad. Hoe vaak hebben we ons te goed gedaan aan de zoete zwarte bessen? Bitterzoet hebben we tussen de braamtakken terug gevonden. De oude mensen uit het dorp herinneren zich de stengels van deze plant als het zoethout van de armen onder de naam"elfrank".
LINSEN5 TR.AAT
f..:
~
~~
:::!..
'" u~~ ~~ ::!~
<>l
!.:
-.l (\
,
6
{
~ _ _ -rR.j\AT C,IZOCZ ,[/\/5 .
WeeRTER STEENWEG,
4-
/ft.OL6XJ BE:E.RSéL
~
..;
1<.1/2. !GOOL
De maïsvelden z1Jn afgezoomd met rijkelijk bloeiende ganzebloemen van juni tot october. Langs de weiden treffen we een grote verscheidenheid van kruiden aan. De reukloze kamille breikt haat topvorm. Paarse, gele en witte smeerwortels vormen een enig bloemstukje tegen een vermolmde weipaal. Vogelwikke, ringelwikke, ze z1Jn er allemaal. Wederik en wilde bertram wisselen elkaar af. in de greppel langs de gracht. De rietbosjes duiden de nabijheid van de Renne aan. Op de middenberm komen de laag-bij-de -grondse plantjes voor. Het zilverschoon neemt de grootste oppervlakte voor zijn rekening. Ook tormentil, biezenknoppen en pitrus komen er voor. Van de vele grassoorten vernoem ik graag het Timothygras met prachtige paarse aar. Een gewoon paadje maar, zonder kiezel, beton of asphalt met erlangs een houtwalletje, waarin vogel, vlinder enkever zich thuis voelen. Gaby Vandendaele-Nies.
32. . MOSSEN d l "
******
ee een. ~~~:_~~~_1~_~~_~~~~~~~
Natuurvrienden vullen graag hun kennis aan, neem ik aan. Dat vraagt studie en toeleg. In een vorig nummer van Erica, augustus 1977, werd, in tabelvorm, een eenvoudige "sleutel" opgenomen, nl. een klein aantal kenmerken vld meest voorkomende mossoorten. Mag ik de lezer(es) aanraden deze "sleutel" te raadplegen bij het lezen vld korte reeks bijdragen waarvan hier de eerste. Ik moet dan niet in herhalingen vallen, onder meer wat de Latijnse naam en de illustratie betreft, Zo dan, we zijn vertrokken, als het je interesseert? We onderscheiden de volgende milieu's: 1. Muren, stenen, daken. 2. Slootwanden. 3. Grasland. 4.
BOssen.
5. Zandgrond en heide. Vandaag nemen we al genoeg klein grut op de vork met nummer1. 1. MDSSEN OP MUREN, STENEN EN DAKEN. ************************************ In een vorig nummer van Erica hebben we wat uitgeweid over sommige soorten die op oude muren groeien. Omdat deze reeks bijdragen àl de mossen van"de sleutel"wil bekijken, herneem ik, volledigheid5halve, enige reeds besproken muurlievende soorten. Een opfrissing, met uitbreiding. Mag ik je er op attent maken dat, tussen haakjes, achter de soortnaam, hier telkens wordt verwezen naar het volgnummer in "de sleutel". Het mos je dat je allereerst mag verwachten op muren en stenendat zegt toch zijn naam- is het MUURMOS (15). Het kleine plantje loopt hele plekken vol. Let op het hyalien haar (glashaar) aan de top van elk vrij spits toelopend blaadje. Het mosje vlagt graag met kapsels. Vers heeft het kapselsteeltje (de seta) een geelbruine kleur. Heb je met een oud kapsel te doen, dan kan de set a donker verkleurd zijn, en het kapsel zelf draagt dan een bosje van kurketrekkerachtig opgerolde tandjes. Dat zie je natuurlijk helder een magisch middel, een behoorlijk sterke loupe. Nog deze algemeen geldende waarschuwing. Wil je zonder vergissing een kapselt je nader bekijken, peuter het gekapselde plantje tussen de anderen uit. Niet zelden zitten er immers kapsels van een andere soort tussen het groeiplaekje van een bepaald mos. . Om verwarring te vermijden, even een vergelijking van het muurmos met het PURPERSTEELTJE (12). Dat zeer algemeen mosje komt minder op muren voor. Veel meer op daken. Na een stortregen vind je onder het dak wel afgevallen brokken vlh purpersteeltje. Kijk goed. Géén glashaartjes, géén geelbruin kapselsteeltje zoals bij het muurrnos. Maar roodpaarse steeltjes. Bij rijpe kapsels evenmin een gedraaid tandenbosje. Daarenboven is het kapsel vlh purpersteeltje gevoord. Goed. Dan maar naar een andere echte muurvriend gekeken, het
33· MUISJESMOS (1). Het heeft lange glashaartjes. Maar de ovale kapsels versteken zich tussen de plantjes die samen een grauw kussentje vormen. Daarom liegt ook weer de naam niet: muisjesmos. Tussen andere mos jes ingefoefeld, maar ook pleksgewijze, vallen de mini-sparrekegelvormige plantjes op v/h ZILVERMOS (8). Het blauwgroene ding "blinkt" omdat de bladgroenloze bladtopjes licht doorlaten. Zilvermos vind je vaak overvloedig op een steenachtige bodem, op beton en stoepen. Oe kapsels knikken. Want het mos behoort tot het geslacht Bryum:knikmos. De bryums hebben allemaal zo een vriendelijk knikkend kapsel. In datzelfde geslacht zijn we, als vanzelf, aangeland bij een ander knikmos, met name het GEDRAAID KNIKMOS (16). Het hoort vooral thuis op vochtige muren, daarom vaak onderaan de muren. De droogte doet zijn blaadjes over elkaar draaien. Van-daar de nederlandse naam. Vochtig voelen de plantjes mals aan. Een ander goed kenmerk: een opvallend stompe, rondachtige top van de vrij brede blaadjes, zit er een glashaar. Daarop LliJst de Latijnse naam: Bryum capillare. Soms vind je er nogal grote peervormige kapsels op. --------Veelal beneden aan muurtjes en grotere losliggende stenen, vaak wat verborgen, groeit een vochtlievend schaduwmosje, het PLUISDRAADMOS (31). Een wirwar, zo lijkt het, van heel fijne stengeltjes met fijne, spitse blaadjes, aid rand iets getand (microscoop). Het ding hoort thuis bij de slaapmossen. Dat het geveerd is- alhoewel minder reglmatig- merk je pas op wanneer je een stengeltje peutert uit het pluizig planten-matje. Het pluisdraadmos krijgt gemakkelijk kapsels. Ze zijn niet knikkend. Eerder lijken ze op een ietwat gebogen, lang pijpekopje. Met de volgende soort belanden we in de iets zeldzamere slaapmossenwereld. Mocht je op een oude verweerde muur, op een droog gedeelte ervan, het ZIJDEMOS (27) ontdekken, dan hoor ik je jubelen. Oe tint is een mooi mengsel van smaragdgroen en geelbruin, natuurlijk met een zijdeachtige glans. Lange stengels met grillige, krulachtige- ik zei haast "vlechten". Al de hierboven behandelde soorten worden gerekend tot de bladmossen. Over naar de korstmossen. Beide soorten, waar we het hier over zullen hebben, zien er uit als acngedrukte, korrelachtige plakken of korsten, met, in het midden, veel mini-schoteltjes, sporendragers of apotheciën, en met een krans stijve blaadjes op de randen. Je behoeft niet te zoeken naar de eerste soort. Je kan ze niet voorbij zien op beton en op de dakpannen. We heten ze het liefst: GEWOON MUURKORSTMOS, met de Latijnse naam Lecanora muralis. In de "sleutel" werd het niet opgenomen, gewoon uit verstrooiheid, sorry. Het beste kenmerk is de grijsblauwgroenachtige tint en de mooi uitstralende ronde of ovale vorm vld korstige plak. In de "sleutel" vind je wel het MUURKORSTMOS met de Latijnse naam Xanthoria parietina(63). Deze soort komt heel wat minder voor en is, in tegenstelling met de vorige oranjegeel. Om dit te onderscheiden v/h gewoon korstmos, herdopen we het liefst met de
3'1. naam GEEL MUURKORSTMUS, ofwel, die nRam vond ik ergens, SCHILDMOS. Bij wijze van voorlopig afscheid zeg ik Gezelle na: Hier stoppe ik. Een ander dichtte nu een voois ••• " Die andere ben jij, zo ge wenst, lezer(es). Want voor jou begint nu pas het exploratiewerk. Gelukkig kunnen mossen in ieder seizoen bestudeerd worden in de natuur. Veel succes en tot de volgende maal. Landewald Janssen o.f.m.
35"'· ALGEMENE GEOLOGIE EN DE GEOLOGIE VAN LIMBURG. , *********************************************deel eén. INLEIDING:definitie en onderwerp van de geologie; onderverdeling. WAT IS GEOLOGIE? Aardkunde of geologie (afgeleid van de Griekse woorden: gea=aarde en logos=leer) is de wetenschap die zich bezig houdt met de geschiedenis van de aardkorst. De aardrijkskunde daarentegen houdE-zIêh-6ëzIg-mëE-dë-öppërvïäkEë van de aarde. De aardrijkskunde als landswetenschap beschrijft en verklaart het aärdöppërvïäk-met continenten, stromen en meren, klimaten en al wäE-ïëëfE-ën-6ëweegt op a~rde. Geologie zoekt de veranderlijkheid der zeeuitbreidingen, de verplaatsingen der continenten, tracht de wisselingen der klimaten op te sporen, volgt het ontstaan van planten en dieren, bekommert zich over het ontstaan en verdwijnen van gebergten, onstaan en afbraak van gesteenten. Het inwendige van de aarde wordt bestudeerd in de 2~~r~~~~~! De geologie tracht dus de geschiedenis van de a,rdkorst te achterhalen. Dit is een zeer moeilijke taak. Gelukkig hebben alle verschijnselen in min of meerdere mate hun sporen nagelaten in het landschap en/of gesteenten. Men moet dus de oorkonden van de aardgeschiedenis kunnen gebruiken d.w.z. men moet de gesteenten kennen en ook de mineralen die de gesteenten opbouwen. Men moet de ontstaansmogelijkheden en de ontstaansomstandigheden van alle gesteenten kunnen achterhalen. Men moet kunnen nagaan of ze in hun primaire toestand zijn ofwel reeds door andere factoeren uit hun oorspronkelijke ligging verwijderd zijn. Hetgeen aardkundige gebeurtenissen kenmerkt is ruimte en tijd. Men gaat daarom trachten die gebeurtenissen historisêh-Eë-rëêönstrueren. Laboëxperimenten zullen in andere ruimtelijke en andere tijdsverhoudingen geschieden dan deze van de aardgeschiedenis. Bijvoorbeeld: men kan kunstmatige gelaagde afzettingen tot een geplooide massa omvormen, maar dit laboproces is niet te vergelijken met een gebergtevorming. Hier heeft men een enorme massa en zeer lange tijd. Geologish werk is detectief werk: op het terrein moet men zlJn ogen open houden om bij de kleinste waarneming de vraag te stellen: waarim, hoe? Een klein detail kan zeer gewichtig worden. ONDERVERDELING VAN DE GEOLOGIE.
!2_~!9~P~~~_2!!!~~!~i De algemene geologie houdt zich bezig met de kenmerken van de bovenste zone van de aardkorst en de krachten die er op inwerken. Ze zoekt m.a.w. de aard der gesteenten op; of ze in zee, in rivieren of woestijn ontstaan zijn; of ze uit een smelt zijn gestold; hoe ze zich onderling verhouden en welke de opeenvolging van de gesteenten is bij hun ontstaan. De algemen geologie wordt verder verdeeld in een ~~~~~~~~~!~
3'· en een ~y~~~~~~~~_geologie.
~2ê:~~~~:~!~_~~~!~2±~: Deze behandelt de samenstelling en de bouw vld aardkorst. De petrografie beschrijft de gesteenten en de petrogenese bestudeert de wording vld gesteenten. De structurele geologie heeft daarbij nog de taak te onderzoeken hoe de gesteentenformaties naast en boven elkaar zijn gekomen. Ze bestudeert vooral de sedimentgesteenten die oorspronkelijk (sub)horizontaal zijn afgezet en die thans vaak in gebogen en gebroken toestand worden aangetroffen. b)Dynamische Geologie: --öëïë-5ëhsnaëïE-ae-krachten die op de a8rdkorst hebben ingewerkt. Dit kan van buiten uit (exogeen)of dit kan van binnen uit (endogeen). -De endogene krachten uiten zich vooral in vulkanen, aardbëvlngen-en-örogeneäe of gebergtevorming. De endogene krachten maken het onderwerp uit uit van Vulkanisme en Tectoniek. -De exogene krachten zijn het gevoÏg-van-zwäärtëkrscht-en -~--n--~--=-=~----zonneenergie nl. rivieren, wind, zee en ijs. Het uitwendig resultaat aid aardoppervlakte is de aardmorfologie, bestudeerd in de 2~~~~:~~!~2!~: de studie vlh relief.
2) ~!~~~:~~~~~_2~~!~2!~! De historische geologie bestudeert de ontwikkeling vld elementen vld aardkorst: vele bestaan uit of bevatten fossielen. De geologie bewijst de biologische evolutie, die zich-geïIjktijdig afspeelde met de vorming van de lagen. Niet enkel planten, dieren en de mens, ook klimaat, vulkanische activiteit enz ••• ondergingen wijzigingen gedurende de geolologische geschiedenis. De aard vld opeenvolgende lagen zal bijgevolg van plaats tot plaats verschillen. De studie vld laagopeenvolging heet de ~!:~!!2:~~±~~~~_2~~!~2±~_~~_:!:~!!2:~~±:' Een vld hoofde lemen ten waarop de stratigrafie zich baseert is juist de evolutie van plant en dier. De studie van fossielen heeft zich tot een zelfstandige wetenschap ontwikkeld: de paleontologie. De historische geologie tracht op basis vld sträEIgrafsêhe-gegevens een idee te vormen vlh vroeger aspect van de aarde: e~!:~2:~~~:_~~_e~~:~~!!~~!~!~2!:'
~2_I~:2~e~:~:_2~~!~2!:' De toegepaste geologie maakt de verworven kennis bruikbaar voor de economie. Enkele voorbeelden: -mijnbouw: levert bodemschatte: steenkool, aardolie, zout, zand. -hydrologie: behandelt problemen in verband met grondwater. -technische geologie: onderzoekt bouwgrond op samenstelling. OPMERKING: Deze indeling is geen absolute indeling. Sommige auteurs plaatsen de historische geologie bij de algemene geologie. Tony Vrijsen.
31
~U~
/7f\'
"l)t)t)ll A I.. I.. I~ S I~ I Z t) I~ N I~ N
III~ I~N~
NEERSLAG VAN HET MILIEUCONGRES TE KERMT OP 4 MAART 1978 , - ***************************************************** deel eén. ENKELE PRACTISCHE WENKEN VOOR [EN BETER LEEFBARE WERELD. Naast een filosofische overtuiging als ruggegraat van onze levenswijze is het nodig ook aandacht te hebben voor de practijk. Men zou het kunnen omschrijven met: kijk niet alleen naar onze woorden, je mag ook zien naar onze daden. Oe realiteit, het leven van elke dag zou een weerspiegeling moeten zijn van onze geestelijke instelling. Aangezien we constant ageren tegen alles LJat iets te maken heeft met verbr ik, verkwisting, weggooien, enz ••• is het wenselijk een practische gedragslijn uit te stippelen. Daarvoor kunnun we misschien terugvallen op de toepassing vld slogan, die destijds door de Bond Zonder Naam werd gelanceerd: Verbeter de wereld, begin met jezelf. Oe daarvoor noodzakelijke techniek kan best samengevat worden met 2 magische woorden: CREATIEVE SOBERHEID. Creatief zijn heeft ergens iets te maken :met scheppen, ontwerpen, zelf iets nieuws maken, een andere levenstijl vinden. Aan de basis ontstaat echt scheppen eigenlijk uit het maken van alleen maar het meest noodzakelijke, met zo weinig mogelijk middelen, van zo zuiver mogelijke oorsprong. Alle overbodige ballast gooien we overboord. Soberheid heeft ergens iets te maken met simpelheid en eenvoud, zuinigheid en matigheid, niet meer gebruiken dan nodig. En dan nog liefst in zijn oorspronkelijke staat, zonder vormverandering, zonder energieaanwending en met zo primair mogelijke middelen. Het zijn begrippen, die samen een stevig en reëel fundament kunnen vormen voor het dagelijkse leven. Kunnen die 3 begrippen ingeschakeld worden op de aanwending vld 3 primaire dingen: lucht, water en grond die uiteindelijk alle leven bepalen, dan kunnen we ook iets fundamenteel veranderen aid huidige gang van zaken. En dat hoeft nog niet eens zoveel te kosten. Danrom ••• ter bezinning ••• VIJFTIEN stille wenken voor een verandering ten bate vle beter leefbare wereld op basis van een creatieve soberheid. SOBERHEID IMPLICEERT GEZONDHEID. Eet en drink niet meer dan je honger of dorst hebt. Misschien kunnen we hiervoor een voorbeeld nemen aid dieren. Pas je voeding aan aid inspanning, nodig voor je werk. Zorg dat er geen energieoverschot is. Kilo's bijkomen kan iedereen, afvallen is een ander paar mouwen. Knoop aan bij tradioneel bereiden en eetgewoonten. Gebruik de specerijen matig. Heb aandacht voor de alternatieve levenswijze. ~~~~_~~I_~!~!_I~_~~~~l_!~_~Q~!_Q~_!~_~Q~!!_
38· Vermijdt smaakmakers en kleurmiddelen. Weet wat je eet. Eet langzaam en laat je tanden werken tot meerdere eer van je ingewanden en je organen. Probeer voeding af te scoaffen die niet op een natuurlijke manier is geteeld. Niet opgejaagd,nietgespoten of bespoten, ei-gen aid streek, seizoengebonden. Gun de ontwikkelingslanden ook een kans. Wees tevredeb met het natuurlijke zout-, zoet- en zuurgehalte, je zal des te meer"smaak" vinden in je voedsel. ~~~~~_~f_~9~IY!~_~!f!_9f_~YÇ~!_!~; Wie rookt is een persoonlijke zaak, waar men rookt is een sociale zaak en een kwestie v. elementaire hoffelijkheid. Naast je eigen gezondheid ben je ook verantwoordelijk voor die van je naaste. Bedenk dat de maatschappij jaarlijks opgescheept wordt met 50.000 ton tabaksafval, zonder te spreken vld rochelhinder en de kankerziekten.
PLANT BOMEN EN LIEFST LOOFHOUT. Meer dan ooit Zijn ze noodzakelijk voor het behoud vld watervoorraad, een hogere zuurstofproductie, een grotere luchtzuivering, een sterkere geluidsdemping, een betere stofvasthoudimg, een efficiëntere windbreking, een rijkere humusvorming, een meer biologische groei, een gevariëerder landschap, een grotere verdamping, een dichter wolkendek, een regelmatiger neerstg en een milder klimaat. Plant geen vreemde, maar streekeigen houtgewassen. Spaar en respecteer de houtwallen, de holle wegen, de waardevolle kleine landschapselementen e/d hout-kanten. Maak er geen vuilhopen van. Bestrijdt grootschaligheid in al zijn vormen, hij vernietigt de mensotot i/h diepste wezen.
g~~~Y!9_~f?I~~!_~!fIl_~f~~!Ç!9f_~f~9~~!_~!fI! Er bestaan geen onkruiden, wel wilde planten, ook al lijken ze niet direct nuttig. Hecht niet te veel waarde aid zeldzaamheden, de meest voorkomende, alledaagse en eenvoudige soorten zijn al sensationeel genoeg. Voor het gebruik v/elke zeldzame soort, bestaat een veelvoorkomende met dezelfde resultaten. Vergeet niet dat ze gemeenschappelijk bezit zijn. Pluk ze nooit met overdaad, nooit voor je tuin, nooit zonder grondige reden, nooit als versiering, je herbarium of terrarium. Vermijdt herbicidengebruik en denkr aan: ze vergaan nooit. Als je V/H "onkruiden plukken" wil verlost zijn, laat de natuurlijke begroeiing haar gang gaan. Ontdek de schoonheid e/d welige begroeiing vld wegbermen met hun natuurlijk evenwicht. Sleep er niets mee van naar huis. Y!!~~~Ig~?1_Y!!~~~~I9~~· Houdt je auto in prima conditie. Een op punt gestelde motor verbruikt minder: er is alleen maar aan te "verdienen". Auto's hebben niet alleen maar een enorm territorium nodig aan wegen en parkings, maar veroorzaken ook 600/0 vld luchtbezoedeling. La8t nooit je motor draaien tijdens het stationeren. Bespaar dure autoritten door te wandelen of te fietsen. Je hart zal kloppen van blijdschap. Was je auto nooit i/d natuur en zeker niet aid waterkant. Respecteer bij het rijden wet en regelement met vreugde en wees een heer of een dame in het verkeer. De weg is van iedereen. Oefen je in het geven van voorrang aan anderen.
jef leijssen.
3g. ". .:0' .., -(
VERSLAG OVER DE JAARLIJKSE CONTACTDAG VAN DE NA" TUURGIDSEN UIT NEDERLANDS EN BELGISCH LIMBURG TE MUNSTERGELEEN OP 28-05-78.
<:::>=
c::s:>
30 Nederlanders en 19 Belgen ontmoetten elkaar met vreugde onder een stralende hemel in het jeugd-
huis van Munstergolsan.
1b~
~-~
-De burgemeester was blij met de gidsen. Hij prees hun verdienstelijke inzet voor de natuureducatie, de stimulans tot bewaring vlh landschap, en de geboden uitlaatklep voor de flatjesmensen. Hij prees eveneens het contact over de grenzen als een middel om vervreemding te voorkomen.
)
- :~'''"''. \. .~: -~ f. 'J''fJA-r-'\ "
~((7, V"~·{Y-'-"""'"
i'
-Secretaris Bormans bewees nog maar eens dat ook de g~schiedkundige achtergrondkennis vle gebied belangrijk kan zijn in een inzicht vld wijzigingen die een landschap kan ondergaan ten gevolge vld gedragingen vld mens in een ver verleden.
-Volgde dan een discussie rond de vraag: "Moet de gids de mens brengen naar en wijzen op zeldzaamheden?" De heer Van A8koy was ons aller tolk in zijn sa, i menvatting: ~ - ........ _. t -U/~ -met elkaar praten en naar elkaar luisteren is het het begin van alle wijsheid; ..1.·~I'. " -alle mensen zijn belastingsbetalers. Met hun geld worden de gebieden aangekocht en dus hebben ze allen recht op de natuur en haar weldaden; -de jeugd vraagt een andere begeleiding en aanpak. Kan vooral ingeschakeld worden in het constructieve werk van de werkkampen; -er moet verschil worden gemaakt tussen studieexcurtie en wandelingen; -nooit door het hart vld gebieden trekken om de rust niet te storen; -nooit wijzen op de zelozaamheden, maar toevallig aangebrachte met voldoende motieven omschrijven; -de mensen laten plukken op plukweiden, elders leren beheersen; -ecologie inschakelen in de leerprogramma's van leerkrachten en leerlingen en zo eenvoudig mogelijk aanbrengen in alle seizoenen vlh jaAr; -ervaringen met scholen, jeugd, volwassenen op papier zetten, centraliseren, verwerken, bundelen en doorspelen.
~ ,f...-/Z""\.~
i'#' ~~,
,/~i/~ 'I
'e;:
'-..;,. "'-.
.
~
Districtvoorzitter Janssen achtte het contact tussen beiden provinties waardevol, prees de prima organisatie en vroeg om herhaling van het initiatief. VOlgde dan een gezellige lunch, de wandelingen en na afloop nog maar eens de kans om de inwendige mens te versterken. C. Ulenaers dankte na afloop namens de Belgen voor alles: het vriendelijke welkom, de hartige hapjes, de gemoedelijke sfeer die typisch Limburgs was. We zijn van dezelfde soort, dat was duidelijk. Dank ook aan al die fijne gidsen. En niet minder voor de fijne bediening. En eens te meer hadden alle afwezigen nog maar eens ongelijk. jef leijssen.
"D. ~:~~!~2_~~~_~:_~~~~:!~~2_~~_~:_~::~!~~~i De heemtuin: een stukje paradijs. Ingedeeld in verschillende leefge_ meenschappen, vormt alles toch een volkomen geheel. Niet alleen een zeer groot aantal planten, maar de dieren hebben er hun plaatsje. Voor de vogels hangen er neskasjes die je aan de zijkanten kunt opendoen. Zo kan je de jonge familie door een glazen ruitje bewonderen. Een aangelegd vijvertje wordt bewoond door de kikkers die rustig doorgaan met hun concert, zich niet storend aan het publiek. Het bijenvolkje bewoont er een aantal korven. Door de dichte aanplanting die errond staat, loopt hun vliegroute steil omhoog, naar het licht. Dit om te verhinderen dat ze teveel plaats in beslag zouden nemen. Hoe zo'n bijenwoonst er langs binnen uitziet kan je ook bezichtigen, want er woont een kolonie in een glazen kast. De planten die er voorkomen variëren van alledaagse tot de weinig voorkomende en in Nederland beschermde planten • Er is een boerentuin aangelegd waar verschillende soorten kruiden groeien, kruiden die vroeger regelmatig grbruikt werden zoals: de maggieplant, wierikswortel, citroenmelisse, e.a. Ook staan er planten, die de mensen blijkbaar niet meer kennen: hop, aardappelen, bonen, kool met als bewoners: wilde konijnen. Alles opnoemen is onmogelijk. Ga er eens kijken: het is echt de moeite waard. Je bent er steeds welkom van 1 april tot 30 september op zaterdag en zondag van 9 tot 10 uur en van 14,30 tot 17.30 uur. Het is een prachtig initiatief maar toch stel ik mij de vraag:" Is het al zover gekomen, dat er mensen zijn, die niet meer weten dat Moeder Natuur voor ons voedsel zorgt en niet de fabrikant?" Marijke Van Houtte.
~::~!~2_~~~_~:_2E~!:_~~~~:!~~2' Na de gezellige lunch met broodjes-ham en broodjes-kaas, en dan nog taart toe, wachtte ons een kennismaking met de omgeving van Munstergeleen. Dat was "Limburgs Landschap"op zijn mooist, in volle lentefrisheid van bomen en struiken, weelderig groene wegbermen en glooiende weiden vol voorjaarsbloemen. Daé
~unaHIl , "
,
J
MVA ~MVlla 11H
'f!M ua a!lInf :uaWBS uall'v ·uaop UBB IBM ..I a aM uallnz sno ·pnOl.j aq~ l az S! pnOLjaq..lnnlBN
•