-17-
HOOFDSTUK III – TECHNISCH BESTEK Deel 0 – Aanneming/werf/afbraakwerken ART. 0.1. – VINDEN VAN VOORWERPEN MET ARCHEOLOGISCHE OF KUNSTHISTORISCHE WAARDE. Indien tijdens het slopingswerk, het graafwerk of de verdere uitvoering van de werken, enig voorwerp met een wetenschappelijke of een kunsthistorische waarde wordt ontdekt, zal de aannemer onmiddellijk de bouwheer en de architect verwittigen. Binnen de drie dagen zal hiervan eveneens aangifte worden gedaan bij de Erfgoedconsulent Archeologie van de provincie Antwerpen, Agentschap Onroerend Erfgoed Antwerpen, en de vindplaats moet tot de tiende dag na de melding in onveranderde toestand bewaard blijven, beschermd worden tegen beschadiging of vernieling en toegankelijk gesteld worden voor onderzoek door het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, zonder dat dit aanleiding kan geven tot het vorderen van enige schadevergoeding (art 8 van het decreet van 30-06-1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, en zijn uitvoeringsbesluiten). Tijdens de hele duur van de werken is artikel 8 van het Decreet, houdende de Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 (BS 15.09.1993), gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999 (BS 08.06.1999) en 28 februari 2003 (BS 24.03.2003) en 10 maart 2006 (BS 07.06.2006) van toepassing. Art.8. Eenieder die, anders dan bij het uitvoeren van vergunde archeologische opgravingen, een goed vindt waarvan hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat het een archeologisch monument betreft, is verplicht hiervan binnen drie dagen aangifte te doen bij het agentschap. Het agentschap stelt de eigenaar en de gebruiker, in geval zij niet de vinder zijn, en de betrokken gemeente(n) hiervan in kennis. De gevonden archeologische monumenten en hun vindplaats moeten tot de tiende dag na de melding in onveranderde toestand door de eigenaar, gebruiker en vinder bewaard blijven, beschermd worden tegen beschadiging en vernieling en toegankelijk gesteld worden voor onderzoek door het Instituut, zonder dat dit aanleiding kan geven tot het vorderen van enige schadevergoeding. De termijn van tien dagen kan door het Instituut ingekort worden na onderzoek of indien deze verplichting tot onverantwoord hoge kosten aanleiding zou geven of verlengd worden. De Vlaamse Regering bepaalt de algemene beschermingsvoorschriften die op de bij toevalsvondsten gevonden archeologische monumenten van toepassing zijn. Meting : pro memorie. Aannemingslast. ART. 0.2 - VEILIGHEID OP DE WERF. Veiligheidscoördinatie Veiligheid op de werf Tenzij anders bepaald is de aannemer verantwoordelijk voor de veiligheid op de werf en dit gedurende de hele werkperiode tot en met de voorlopige oplevering. Zo staat DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-18hij ook in voor de coördinatie met de onderaannemer(s) voor het opstellen van een veiligheidsplan en dient hij de nodige materialen te leveren die voldoen aan de wettelijke vereisten hieromtrent. De aannemer werkt het veiligheidsplan uit in samenwerking met de aangestelde veiligheidscoördinator verwezenlijking en het studiebureau. Veiligheidsvoorschriften 1. Contractuele documenten - Het VEILIGHEID - EN GEZONDHEIDSPLAN (verder V&G- plan genoemd) voor onderhavig bouwproject in bijlage van het bestek. - Elke onderneming en/of elke zelfstandige die op de bouwplaats werken uitvoert en/of laat uitvoeren en ieder persoon die op de bouwplaats aanwezig is, moet het BOUWPLAATSREGLEMENT, onverminderd de bepalingen uit het Veiligheid - en Gezondheidsplan naleven (het bouwplaatsreglement geeft een samenvatting van belangrijke onderdelen uit het V&G- plan). Het reglement evenals de daaruit voortvloeiende verplichtingen beogen de coördinatie van Veiligheid, Gezondheid en Milieu op de bouwplaats. Het bouwplaatsreglement wordt opgesteld door de aannemer en ter goedkeuring voorgelegd aan het studiebureau en veiligheidscoördinator verwezenlijking. Eveneens wordt de listing met noodnummers opgesteld. Elke onderneming moet zelf instaan om dit reglement ter kennis van zijn personeel, leveranciers, onderaannemers en eventueel bezoekers te brengen en de toepassing ervan op te leggen. Het reglement doet geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit de bepalingen van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B. - CODEX), de mijncode, het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.), de wet van 14 juli 1976 betreffende de overheidsopdrachten, Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO's), de geldende reglementering met betrekking tot het milieu en de eventueel andere door de bouwheer, het studiebureau of veiligheidscoördinator verwezenlijking opgelegde bepalingen. 2. Veiligheidsvoorschriften: a. Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel ertoe bij dat de veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens: -
De “Wet op het Welzijn” van 04.08.96 inzonderheid: hoofdstuk V – Bijzondere bepalingen Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen (art. 14 t./m 32) Het Koninklijk Besluit van 25.01.01 betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen en haar bijlagen De Europese Bouwrichtlijn 92/57/EEG van 24.06.92 (van de Raad van de Europese Gemeenschappen) De CODEX over het welzijn van het werk, opgesteld in 1993 Het ARAB (waarin het AREI is opgenomen) inzonderheid.
De aannemer beveelt dezelfde houding aan zijn onderaannemer(s) en leverancier(s).
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-19Wanneer de bepalingen van het ARAB of de buitenwettelijke bepalingen minder streng zijn dan of tegenstrijdig met deze opgenomen in de overige aangehaalde veiligheidsvoorschriften, hebben deze laatste voorrang. Met de aanbevelingen van de veiligheidscoördinator(en) zal strikt rekening gehouden worden, zonder dat dit echter kan leiden tot vergoedingen in meer voor de aannemer ingeval deze aanbevelingen voortvloeien uit wettelijke verplichtingen. Bij niet-naleving van de veiligheidsvoorschriften kan de bouwheer of het studiebureau de bevoegde arbeidsinspectie inlichten. De vermelde risicothema’s zijn niet-limitatief en gelden tot voorzorg en preventie vanwege de mogelijke specifieke risico’s verbonden aan de werkzaamheden. Alle installaties dienen te voldoen aan de wettelijke bepalingen welke erop van toepassing zijn, waaronder: Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) De koninklijke besluiten welke reeds werden opgenomen in de CODEX over het welzijn op het werk; Het Algemeen Reglement voor de Elektrische installaties; Het Besluit van Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II); Het K.B. van 19/12/1997 betreffende de basisnormen ter preventie van brand en bijlagen. b. Elke onderneming moet, vooraleer de werken aangevat worden, de INTENTIEVERKLARING met betrekking tot het bouwplaatsreglement ondertekend (in bijlage van het V&G- plan) terugbezorgen aan de coördinator verwezenlijking. c. De aannemer zal bij het inrichten van de werf en bij het uitvoeren van de werken alle nodige voorzieningen treffen om ongevallen uit te sluiten en hij zal voortdurend toezicht uitoefenen op de goede staat van deze uitrustingen. Overal waar nodig zal een doorgangsverlichting geplaatst worden. Wanneer gewerkt wordt voor zonsopgang en na zonsondergang of op plaatsen met ontoereikende natuurlijke verlichting, zal een kunstverlichting worden aangebracht volgens de voorschriften van het ARAB. Doorgangsverlichting, borstweringen aan trapopeningen, schachten en kokers, leuningen, overkappingen voor voetgangersverkeer, afdekkingen van putten, afsluitingen enz. mogen slechts verwijderd worden bij plaatsing van hun definitieve afwerking. De veiligheidsvoorschriften dienen dus op de werf gehandhaafd ten voordele van eventuele nadien komende personen, ambachten of aannemers, en ze mogen slechts worden weggenomen mits uitdrukkelijk en schriftelijk bevel van het Werkbestuur. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid op de werf ligt uitsluitend bij de aannemer.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-20d. Coördinatiedagboek: Het dagelijks bijhouden van het coördinatiedagboek, opgesteld door de veiligheidscoördinator, is vereist. Tijdens de uitvoering van de werken dient de aannemer te zorgen voor: - Een dagelijks overzicht van het aanwezige personeel per onderneming; - Een dagelijks overzicht van de uitgevoerde werken; - Een melding en onderzoek van alle ongevallen. Het bevat eveneens de notulen en processen verbaal opgesteld door de veiligheidscoördinator verwezenlijking. e. Voorafgaande kennisgeving bouwplaats: Sinds 1 mei 2001 moet het starten van een tijdelijke en mobiele bouwplaats bij de directie van de Technische Inspectie van de Administratie van de Arbeidsveiligheid, die bevoegd is voor de bouwplaats, gemeld worden. Deze melding dient eveneens te gebeuren aan het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf (N.A.V.B.). De melding moet gedaan worden door de aannemer ruwbouw (winddicht). f. Bouwplaatsen met één aannemer: Belangrijk bij werken uitgevoerd door één aannemer, is de verplichting om de voorschriften van de afdeling IV “Bepalingen van toepassing op alle bouwplaatsen” van het besluit en afdeling V “Bouwplaatsen waar de werken door één enkele aannemer worden uitgevoerd” na te leven. Indien de aannemer toch zou werken met onderaannemers of andere zelfstandigen, nadat hij schriftelijk heeft betekend als zonder onderaannemers of andere zelfstandigen te werken, zijn de bijkomende kosten voor de bijkomende verplichtingen qua coördinatie voor rekening van de aannemer en niet voor rekening van de opdrachtgever. 3. Toezicht en sancties De bouwheer, het studiebureau, de coördinator verwezenlijking of de aangestelde(n) heeft (hebben) steeds het recht de werkzaamheden te controleren, het gebruik van onveilig materieel, werktuigen en/of werkmethoden te verbieden en de werken te stoppen, indien naar zijn (haar) mening het werk zelf, of de manier van uitvoeren gevaarlijk is. Ingeval correcties en/of aanvullende maatregelen op gebied van veiligheid en/of gezondheid en/of milieu uitgevoerd moeten worden, kan de bouwheer, bouwdirectie, coördinator verwezenlijking of aangestelde beslissen deze uit te voeren op kosten van de onderneming(en) die in gebreke blijft (blijven). Personen die de veiligheid -, gezondheid - en milieu richtlijnen niet naleven en/of zich niet kunnen identificeren, zullen van de bouwplaats gezonden worden. 4. Postinterventiedossier. Tijdens de verwezenlijking dienen alle gegevens samengesteld te worden om een conform “postinterventiedossier” op te stellen (B.S. 07/02/2001 art. 48). Het postinterventiedossier omvat ten minste en dit conform art. 36: 1. het studiebureauurale technische en organisatorische elementen in verband met de verwezenlijking, de instandhouding en het onderhoud van het bouwwerk.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-212. de informatie voor de uitvoerders van de te voorziene latere werkzaamheden, inzonderheid de herstelling, vervanging of ontmanteling van installaties of constructie-elementen 3. de relevante verantwoording van de keuzen in verband met o.a. de toegepaste uitvoeringsmethoden, technieken, materialen of architecturale elementen Meting:
Pro memorie. Kosten te ventileren in alle posten van de aanneming.
ART. 0.3 - ALGEMENE OPMERKINGEN Behoudens afwijkingen bepaald in de beschrijving en/of de meting van de werken, is de aannemer gehouden de volgende bepalingen in acht te nemen : - aan geen enkel werk in dit bestek vermeld mag begonnen worden alvorens de architect ter plaatse de nodige aanduidingen desbetreffend heeft verstrekt . - voor al de beschreven werken zijn de nodige schoringen, stellingen, verstevigingen e.d. te voorzien, in de mate dat alle vooruitgang van uitvoering regelmatig en veilig te volgen is. - ingeval tussen onderdelen van het gebouw en de desbetreffende plannen verschillen voorkomen in vorm, maten of materialen, wordt de architect hiervan verwittigd en deze geeft aan de aannemer de nodige instructies. Naargelang de geest van het bouwwerk of van zijn onderdelen, wordt de strakheid in tracé en uitvoering vermeden. De aannemer zal de geest en de wijze van uitvoering van de oude delen die hij moet vervangen of vervolledigen strikt respecteren. De aannemer en zijn onderaannemers onderwerpen zich aan al de proeven welke de architect zal eisen met het oog op een volmaakte uitvoering van de werken. - oorspronkelijke vormen en bewerkingen in het werk verschillend voorkomend met de aanduidingen op de plannen, primeren op deze laatsten. - zonder enig voorbehoud is de aannemer alleen, bij uitsluiting van derden, tegenover de bouwheer verantwoordelijk voor het ongeschonden behoud van alle bestaande bouwelementen. - alle materialen moeten van eerste keus zijn en door de architect aanvaard worden alvorens ze mogen verwerkt worden. Die aanvaarde materialen kunnen achteraf nog geweigerd worden indien na een nieuw onderzoek fouten gevonden worden die bij het eerste onderzoek ontsnapten. - wanneer de architect vermoedt dat er verborgen gebreken zijn, kan hij tijdens de uitvoering die delen doen uitbreken en doen heropbouwen. De daaruit voortvloeiende uitgaven vallen ten laste van de aannemer zo de gebreken wezenlijk in de constructie vastgesteld zijn.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-22- voor de herstellingen van bestaande structuren, moeten alle leveringen, materialen en verwerkingen in alle oogmerken gelijkvormig zijn aan de bestaande waarmede zij moeten verwerkt worden, zowel in kleur, vorm, natuur als in de manier van uitvoering, enz..., zodanig dat na de voleindiging van de werken geen verschil tussen oud en nieuw werk kan onderscheiden worden. Alle afgekeurde materialen moeten onmiddellijk van de bouwplaats verwijderd worden. - alle beschadigingen voortvloeiend uit onvoldoende afscherming of afdekking zijn te herstellen op kosten van de aannemer, door gespecialiseerde werklieden, aanvaard door de architect. Meting :
pro memorie.
ART. 0.4 - OMSCHRIJVING VAN DE WERKEN De werken zijn uit te voeren volgens de aanduidingen van de hierbij gevoegde plannen en de beschrijving. De werken omvatten het leveren en plaatsen van 3 nieuwe overdekte zitgelegenheden, die opgebouwd zijn uit een dragende structuur in cortenstaal. Deze zitgelegenheden zullen gere-integreerd worden op locaties waar er zich weleer reeds overdekte zitgelegenheden bevonden. De overdekte zitgelegenheden worden steeds voorzien in de nabije omgeving van poorten of toegangen tot de parken, grenzend aan wandelpaden. De inplanting op plan 1-1 geeft een rudimentaire aanduiding van de locaties. De exacte locatie van de nieuwe zitgelegenheden, wordt ter plaatse aangeduid door de ontwerper. De werken omvatten samengevat volgende werken : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Werfinrichting Stellingen, schoringen, hijskraan, afsluiting. Grondwerken. Verwijderen beplanting. Nieuwe fundering in beton. Vervaardiging van de stalen structuur in het atelier. Montage van de stalen structuur in situ. Plaatsing houten zitbank. Schilderwerken zitbank.
N.B. : De rangorde van de uit te voeren werken wordt bepaald door de architect. De voormelde opsomming is niet beperkend en wordt aangevuld door de hierna volgende artikels. Uitvoering: Om de uitvoeringstermijn te beperken, dient het bouwrijp maken van het terrein en de uitvoering van de fundering in situ, gelijktijdig te geschieden met de prefabricage van de staalstructuur en de houten elementen in het atelier.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-23Belangrijke opmerking: De aannemer houdt rekening met het openbaar karakter van de parken. Bezoekers dienen ten allen tijde het park veilig te kunnen bezoeken. De aannemer zal hiervoor een afgesloten werfzone moeten voorzien, die zich op voldoende afstand van de omringende paden bevindt. De aannemer beschouwt dit als een aannemingslast en kan hiervoor achteraf geen meerwerken aanrekenen. Meting : pro memorie. ART. 0.5 - WERFINRICHTING Het terrein dat tot de inrichting van de werf ter beschikking van de aannemer gesteld wordt, beperkt zich tot de nabije omgeving van de schuilhuisjes. Er wordt een werfzone rondom de huisjes voorzien, waarbinnen veilig gewerkt kan worden en waar de veiligheid van voorbijgangers gegarandeerd blijft. Op deze beperkte oppervlakte dient de aannemer te voorzien : 1. Een bureau waar de plannen tegen de vlakke wanden kunnen opgehangen worden. Het bureau zal voldoende verlicht zijn door dag- en kunstlicht, en uitgerust met een lange tafel langs een wand, vier stoelen, klasseerkast, verwarmingstoestel, telefoonpost aangesloten op het openbaar net, en een verbandkast voor eerste hulp bij ongelukken. 2. Een keet van voldoende afmetingen voor het opbergen van alle noodwendig materieel en materiaal. 3. Een schaftlokaal van voldoende afmetingen voor de arbeiders, goed verlicht en verwarmd. 4. De plaats voor het lossen van de constructie-elementen, een hijskraan en stellingen. 5. De passende maatregelen om de afloop te verzekeren van regen- en bemalingswater, afvloeien van greppels en riolen. 6. Herstellingen van beschadigingen aan wegenis veroorzaakt door de uitvoering van de werken. 7. Aansluitingen + de kosten en het verbruik van water en elektriciteit. Hiertoe mag gebruik gemaakt worden van de bestaande installaties en mits het plaatsen van een tussenteller op kosten van de aannemer. Indien de bestaande elektrische installatie onvoldoende zou zijn zal de aannemer zelf voorzien in de productie van eigen elektriciteit en dit op eigen kosten en zonder meerprijs voor de bouwheer. De aannemer zal hiertoe voorafgaandelijk aan zijn inschrijving de bestaande installaties controleren. Voor de bevoorrading van water geldt hetzelfde.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-248. Opruimen en vervoeren buiten de werf van alle vuilnis, afbraak- en niet te herbruiken materialen. 9. De aannemer zal de werf afsluiten met een verzorgde schutting met een minimumhoogte van 1,80m. De afsluiting zal ten allen tijde de toegang tot de werf of delen van het gebouw waaraan gewerkt wordt, beletten aan personen welke niet bij het werk betrokken zijn. De afsluiting is zonodig te voorzien van verkeerstekens en avondverlichting en dit overeenkomstig de plaatselijke politieverordeningenen en overeenkomstig het Ministerieel Besluit van 25/3/1977 en van STS 11 – art. 11.24 (uitgave 1990). De taksen zijn ten laste van de aannemer. De schutting voldoet aan de voorschriften van STS 11 – art. 11.21. De afsluiting bestaat uit geprefabriceerde panelen uit gegalvaniseerde of geplastificeerde metalen buiskaders waartussen een draadnet van het kleine ruittype is bevestigd. De panelen worden geplaatst in verplaatsbare voetstukken. 10. De aannemer zal bij de ingang van de werf een werfpaneel aanbrengen op ongeveer 2,00m boven de begane grond, met de vermelding van de benaming der uit te voeren werken, de aannemer, de opdrachtgever en de architect. De definitieve tekst en logo’s zullen bij de aanvang der werken aan de aannemer meegedeeld worden. Meting : Globale som. Opmerking : Gezien de kosten voor deze werken gespreid worden over de ganse duur der werken mag voor deze post in elke vorderingsstaat slechts een bedrag opgenomen worden in evenredigheid tot de totale duur der werken. ART. 0.6 - STELLINGEN, HIJSKRAAN, ONDERSCHORINGEN. 1. Stellingen 1.1. Aard en constructie : De stellingen zijn uit te voeren in stalen buizen welke in- en uitwendig gegalvaniseerd of op een andere wijze roestvrij zijn gemaakt. Schildering mag slechts als aanvullende bescherming aangebracht worden. Alle verbindingen geschieden met normaalkoppelingen, draaikoppelingen, lasverbindingen of andere hulpstukken, speciaal vervaardigd en aangepast voor de sektie van de buizen. De verbindingshulpstukken laten toe de verschillende onderdelen stevig, onvervormbaar en onlosbaar met elkaar te verbinden. De afstanden tussen de stellingpalen zullen afhankelijk zijn van de toe te passen belastingen en de hoogte tussen de verschillende onderlinge horizontale verbindingen. Teneinde een stevig geheel te bekomen, het doorknikken of het zijwaarts uitwijken van de stellingen in elke richting te vermijden, zullen op verschillende plaatsen dwars- of kruisgewijze geplaatste regels aangebracht worden. Enkele stellingpalen welke te zwak zouden zijn in verband met hoogte en belasting, zullen zo nodig gedubbeld worden of vervangen worden door driepootstaanders. De
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-25stellingpalen zullen rusten op stalen voetplaten, geplaatst op een draagvlak dat voldoende groot moet zijn in verhouding met de te dragen belasting. De voetplaten van de stellingen zullen vastgelegd worden, derwijze dat ze niet kunnen wegschuiven of verplaatsbaar zijn. Geen enkel deel van de stelling mag aan de bouwwerken verbonden worden. Tevens moeten de stellingen voldoende van de bouwwerken verwijderd blijven om bij eventuele beweging onder invloed van storm of dergelijke niet tegen het gebouw of onderdelen te wrijven of te schuren. Op iedere verdiepingshoogte van de stelling zijn borstweringen te plaatsen 90 cm hoog, bestaande uit en horizontaal aangebrachte buis. Het opspannen van de stellingen tussen constructiedelen is toegestaan. De aannemer voorziet ook in de levering en plaatsing van steigernetten. Deze netten zijn uitgevoerd in zeer hoogwaardig en weerbestendig materiaal met een hoge weerstand tegen scheuren. Zij worden geleverd als zeildoeken en de afmetingen zijn aangepast aan die van de steigers zodat deze geheel afgedekt kunnen worden, inclusief de zijkanten. Het aanbrengen wordt vergemakkelijkt door banden waarmee het zeil snel vastgezet kan worden. Hierdoor kunnen de zeilen snel langsheen de staanders geschoven worden bij wind of als de steigers onderbroken zijn. Het bekleden met netten bieden zowel het werk als de arbeiders bescherming tegen weer en wind. Het net voldoet tevens aan de verkeersvoorschriften aangaande de bescherming van voetgangers. Eigenschappen van de netten : Antistatisch en nemen dus geen stof op. Behandeld met een stabilisator tegen UV-stralen. Slecht brandbaar : vergaat zonder vuur. Temperatuurbegrenzing : -25°C tot + 100°C. Behandeld tegen schimmels waardoor het vochtig kan opgeborgen worden. Bestand tegen oplosmiddelen en zuren 1.2. Opvatting van de stellingen : De stellingen moeten derwijze opgevat zijn dat zij de architect of zijn aangestelde toelaten alle delen van het gebouw en van de gevels veilig te bereiken met het oog op het uit te voeren onderzoek, de te nemen maten, het nemen van foto's, en vooral om de nodige herstellingen en restauratiewerken uit te voeren. De afstand tussen de stellingpalen onderling zal minstens 2 m bedragen. De afstand tussen de verschillende stellingverdiepingen zal maximum 2,10 m bedragen. Boven de daken zullen de stellingen derwijze geplaatst worden dat geen drukking op de dakbedekking uitgeoefend wordt. De stellingen zullen in plan het verloop van het gebouw volgen. De stelling dient steeds onderworpen te zijn aan de goedkeuring van de veiligheidscoördinator.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-261.3. Uitrusting van de buizenstellingen : Bij de buizenstellingen behoren de nodige stellingvloeren en ladders. De stellingvloeren maken deel uit van het stellinggeheel. De ladders moeten in onberispelijke staat verkeren. Stellingvloeren worden in voldoende aantal voorzien om steeds alle delen van het gebouw te kunnen bereiken waaraan moet gewerkt worden. Daartoe zullen tevens steeds voldoende ladders moeten aanwezig zijn . Verticale metalen ladders direkt tegen de stellingen verbonden worden niet aanvaard. De ladders zullen in normaal schuine stand van stellingverdieping naar stellingverdieping leiden. De doorgangsluiken sluiten zich automatisch. De zijplinten zijn van het zelfgrendelende type. Alle stellingvloeren, ladders en andere losse delen, zullen steeds stevig aan de buizenstellingen moeten verbonden worden zodat zij bij ruk- of stormwinden niet kunnen losgerukt worden. 2. Hijskraan De nieuwe overdekte zitgelegenheden worden in verschillende hanteerbare elementen gemonteerd in het atelier. Deze verschillende elementen worden naar de werf gereden, waarna ze met behulp van een hijskraan opgesteld worden in situ. De hijskraan moet beantwoorden aan al de veiligheidsvoorschriften gesteld door het arbeidsreglement. Een keuringsgetuigschrift betreffende de veiligheid van de hijskraan, afgeleverd door een door de Staat erkend keuringsorganisme, moet voorgelegd worden aan het werkbestuur alvorens de hijskraan in gebruik mag genomen worden. De hijskraan dient steeds onderworpen te zijn aan de goedkeuring van de veiligheidscoördinator. 3. Onderschoringswerken. De aannemer voorziet eveneens in zijn bieding alle onderschoringen noodzakelijk bij het uitvoeren van alle montages. Deze onderschoringen geschieden op technisch verantwoorde wijze op eigen verantwoordelijkheid van de aannemer en zonder inmenging van het bestuur of de architect. De onderschoringen kunnen geschieden met stalen buizen, houten stutten, al naargelang de omstandigheden en de noodwendigheden. Zij zullen alleszins op stevige wijze en met ruime veiligheidsmarge geschieden teneinde iedere instorting of zetting te voorkomen. De onderschoringswerken dienen steeds onderworpen te zijn aan de goedkeuring van de veiligheidscoördinator.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-274. Kosten van stellingen en hijskraan De aannemer zal de kosten van stellingen en hijskraan verrekenen in functie van de totale werfkosten en deze bevatten: de volledige stellingen met uitrusting en het gebruik van de hijskraan. De toepassing van een extra huurvergoeding is slechts geldend voor eventuele perioden na de vastgestelde duur van de werken, uitgedrukt in werkdagen en voor het geval deze wordt overschreden ingevolge gewettigde en geldige redenen en ingevolge een voorafgaande en gewettigde overeenkomst tussen aannemer en bouwheer. Meting : 1. Stellingen : oprichting, demontering, opruiming : globale som 2. Hijskraan : oprichting, demontering, opruiming : globale som 3. Onderschoringswerken : pro memorie. Te voorzien in de verschillende afbraakposten. ART. 0.7 - VOORZORGSMAATREGELEN. De beschermingsmaatregelen zijn bedoeld om de beschadigingen te voorkomen aan het bouwwerk of zijn omgeving : 1) door neerstorten van gebouwonderdelen, materialen of materieel. 2) door zettingen ingevolge het uitbreken van bepaalde constructie-elementen. Bedoelde voorzorgsmaatregelen behelzen volgende voorzieningen : 1. Maatregelen tegen het neerstorten van materialen of materieel : Deze maatregelen bestaan vooral in de opbouw van veilige stellingen met verticale of schuine schutwanden. 2. Maatregelen tegen zettingen en instortingen : De aannemer voorziet in de afbraak en de stapeling van de gebouwelementen en materialen welke herbruikt zullen worden. Hij voorziet in een regelmatige en doordachte afbraak, zodat geen gebouwelementen kunnen instorten. 3. Maatregelen tot bescherming van de directe omgeving : Bijzondere aandacht dient in acht genomen te worden voor de bescherming van voorbijgangers op de aangrenzende wandelpaden. Alle elementen die schade kunnen berokkenen aan passanten, dienen op afdoende wijze beschermd te worden met planken, zeilen, e.d. tegen neerstortend materiaal, stellingpoten, enz. Meting : Pro memorie. De kostprijs der te nemen voorzorgsmaatregelen is te begrijpen in de kostprijs van de uit te voeren werken en vormen dus een aannemingslast.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-28ART. 0.8 - PLAATSBESCHRIJVING De aannemer zal op zijn kosten en alvorens met de werken te beginnen een constructieve tegensprekelijke plaatsbeschrijving laten maken, vergezeld van het nodige fotomateriaal, van de wegenis binnen de parkdomeinen die gebruikt zullen worden voor het werfverkeer. Met bijzondere aandacht voor de toegangswegen en poorten, de afrastering, de wandelpaden en de beplanting in de nabije omgeving van de verschillende kleinere werfzones. De plaatsbeschrijving situeert zich binnen een straal van 20m vanaf het bouwwerk. Na uitvoering van de werken en alvorens over te gaan tot de voorlopige oplevering zal op kosten van de aannemer een nazicht van plaatsbeschrijving gebeuren. Alle gebeurlijke beschadigingen zullen op kosten van de aannemer in de oorspronkelijke toestand hersteld worden. Hij voorziet eveneens in het in de oorspronkelijke staat stellen van het grondniveau, aanvullingen met teelaarde ter plaatse van uitgravingen en aanvullingen voor funderingen, wegenis en paden, evenals het herstellen van de omringende lage vegetatie. Wanneer tijdens de uitvoering der werken bepaalde wijzigingen opgelegd worden aan het tracé van de funderingen, enz. zal dit geen verrekening met zich kunnen meebrengen voor de herstellingen in de oorspronkelijke toestand. De plaatsbeschrijving is te leveren in twee uitgeschreven exemplaren. Meting :
globale som
ART. 0.9 – ROOIEN VAN BEPLANTING De nieuwe overdekte zitgelegenheden zullen zoveel mogelijk op onbegroeide zones worden geplaatst. Waar dit niet mogelijk is, dient de beplanting ter hoogte van de plaats van de zitgelegenheid verwijderd te worden. Het rooien van de beplanting omvat: -
-
het rooien van alle stronken, wortels, kreupelhout, struikgewas, hagen, struiken en heesters die zich bevinden in een straal van 2m rondom een overdekte zitgelegenheid. het vellen van alle bomen, met een stamomtrek van meer dan 50cm op 1,5m boven het maaiveld, die zich bevinden in een straal van 2m rondom de overdekte zitgelegenheden. Het vellen van bomen omvat ook het uitfrezen van hun stronken tot een diepte van 30cm, indien deze zich bevinden ter plaatse van de fundering van de schuilhuisjes.
In het rooien van alle beplantingen is steeds begrepen: het wegvoeren van het hout en de afval, het leveren en aanvullen van de eventueel ontstane gaten, met goede grond.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-29Meting : globale som ART. 0.10 - OPKUIS - EINDE WERKEN Met het oog op de voorlopige oplevering zal de aannemer de werf volledig ontruimen. Alle afval en puin in de zone der werken zal worden opgeruimd en de eventuele schade wordt hersteld. De overdekte zitgelegenheden zullen in goede staat en net afgeleverd worden. Meting : Aannemingslast. Pro memorie. ART. 0.11 – AS-BUILT DOSSIER De bedoeling van dit as-builtdossier is een overzicht te krijgen van alle aangewende materialen en uitvoeringswijzen, tevens de namen en adressen van alle onderaannemers. De aannemer levert daartoe ter gelegenheid van de voorlopige oplevering, en dit ongeacht of er reeds technische fiches tijdens de werken werden over gemaakt, copijen van volgende documenten : bewijs van verzekering zoals bepaald in art.24 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden. alle documenten zoals gevraagd door de veiligheidscoördinator tot het opstellen van zijn PID dossier. technische fiche inzake herkomst van gebruikt nieuw hout; alle gebruikte hout zal een FSC-label dragen technische fiche van het cortenstaal en de bouten technische fiche van PE-dichtingsmembranen Dit as-builtdossier is over te maken in drie originele exemplaren waarvan één bestemd voor de stad, één voor het agentschap Onroerend Erfgoed en één voor de architect. Meting :
globale som.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-30-
Deel 1 – Onderbouw ART. 1.1 - GRONDWERKEN 1. Aard van de grondwerken. Het graafwerk omvat: 1. Graven voor de funderingsplaten en vorstranden. 2. Uitspreiden van de grond in de nabije omgeving. Mits het nemen van de nodige voorzorgen om geen schade aan te richten aan de vegetatie of afrasteringen op het terrein, worden de overtollige gronden in de nabije omgeving van de uitgravingen, op nog aan te duiden plaatsen, verspreid. Meting:
per m3. Verspreiden overtollige gronden ter plaatse: pro memorie.
2. Aard van het terrein. Als de aannemer bij het graven van de bouwputten en sleuven op rotsen, metselwerk- of betonmassieven stoot waarvan het bestaan niet kon worden voorzien voor het begin der werken, dan moet daarvoor een verrekening worden opgemaakt, in zoverre althans dat elk afzonderlijk stuk een volume van meer dan 0,5 m3 heeft. Deze werken zullen opgetekend worden in het dagboek der werken en vormen het voorwerp van een verrekening. De te verwijderen hoeveelheden worden tegensprekelijk opgemeten en als prijswijziging op de voorziene hoeveelheid uitgravingen aangerekend. Naarmate de vordering van de werken wordt het puin van de bouwplaats afgevoerd. De meerprijs op de grondwerken wordt toegepast op het volume van rotsen en metselwerken, beton- en andere massieven welke verwijderd worden met behulp van speciaal materieel. De massieven of gedeelten ervan worden verwijderd zonder gebruik te maken van springstoffen. De aannemer neemt hierbij de nodige voorzorgen om grondafkalvingen en beschadigingen aan voertuigen en eigendommen te voorkomen en de veiligheid van personen te verzekeren. De aannemer zal vooraleer zijn offerte op te stellen ter plaatse de bestaande toestand nazien. Meting:
per m3 in opzoeking. Massieven kleiner dan 0,5 m3 worden niet als massief maar als grondwerk aangerekend.
3. Afmetingen van bouwputten en sleuven. De bouwputten en sleuven voor de funderingen, moeten afmetingen hebben die het mogelijk maken alle werken gemakkelijk uit te voeren. De bouwputten en sleuven worden uitgegraven tot op een diepte die nodig is voor het aanbrengen van de funderingsplaat en de vorstranden. DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-31-
Indien tijdens de uitvoering blijkt dat het voorgeschreven niveau dient gewijzigd, voert de aannemer, ofwel bijkomende uitgravingen uit indien het om een meerdiepte gaat, ofwel worden de graafwerken op een nieuw hoger gelegen door het werkbestuur voorgeschreven niveau stopgezet. In beide voorgaande gevallen wordt de beslissing onmiddellijk geacteerd in het dagboek der werken. De hieruit voortspruitende meer- of minderwerken geven aanleiding tot een verrekening op basis van de door de aannemer opgegeven eenheidsprijzen in zijn bieding. De wanden van de bouwputten worden zoveel mogelijk verticaal gegraven. Het stutten en beschoeien van de bouwputten en van de bestaande bouwwerken, wordt zo uitgevoerd dat al het mogelijke wordt gedaan om iedere beweging van de grond en iedere beschadiging van genoemde bouwwerken te voorkomen. De bodem van de bouwputten wordt genivelleerd volgens de niveaus vermeld op de plannen en in het bijzonder bestek. De aannemer treft alle nodige voorzorgen om te voorkomen dat de bodem van de bouwputten en sleuven beschadigd wordt door de machines of door de inwerking van water en vorst. De bodem van de bouwputten wordt gezuiverd van stenen, metselwerkbrokken of andere voorwerpen. Meting:
Pro memorie.
ART. 1.2 – FUNDERING. Het betreft het voorzien van een plaatfundering met vorstranden, onder de 3 nieuwe overdekte zitgelegenheden. 1. Zuiverheidsbeton Uitvoering: De ondergrond dient voldoende hard en gezuiverd te zijn vooraleer enig beton kan gegoten worden. Het beton wordt uitgestort, gespreid en geëgaliseerd met een rechte rei op een minimum dikte van 7 cm. Als egalisatie en zuivering onder betonplaten e.d. dient het zuiveringsbeton volledig horizontaal gelegd. Het gestorte beton dient gezuiverd te worden van alle aarde, voorts bevochtigd en beschermd tegen uitspoelen door zware regenbuien of hagel. De eventueel vereiste aangietingen worden met de nodige zorg verricht. Materialen: Betonkwaliteit volgens NBN EN 206-1 + NBN B 15-001 (2004) sterkteklasse: C12/15 omgevingsklasse: EE2 consistentieklasse: keuze aannemer maximale korrelgrootte: keuze aannemer laagdikte: minimum 7 cm.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-32Toepassing: Het zuiverheidsbeton is te voorzien onder alle gewapende betonplaten en vorstranden die in aanraking komen met de grond en te plaatsen op een plasticfolie. Meting:
per m3.
2. Funderingsplaten en -balken Uitvoering: Het betreft horizontale platen uit gewapend beton gestort op volle grond. De eenheidsprijs omvat: - het uitzetten van de plaatfundering; - de nodige vochtisolaties; - de eventueel vereiste randbekistingen en ontkistingswerken; - de nodige vorstranden; - de nodige uitsparingen; - de levering en plaatsing van de wapeningen, met inbegrip van de voorzieningen en hulpstukken (afstandhouders, …) voor het plaatsen en bevestigen; - de levering, verwerking en spreiding van het beton op de gewenste dikte; - de voorziene egalisering van het bovenvlak, volgens de vereiste afwerkingsgraad; - de bescherming van de betonoppervlakken bij nadelige weersomstandigheden; - de plaatfunderingen worden uitgevoerd volgens het bestek en de stabiliteitsplannen, opgesteld door de stabiliteitsingenieur. - na het uitgraven en nivelleren van het terrein en eventuele wederaanvullingen wordt de plaat gegoten op een zuiverheidslaag, geplaatst op een vochtwerende laag. Materiaal: De plaatfunderingen bestaan uit gewapend beton dat ter plaatste wordt gestort. Het gebruik van toeslagstoffen is onderworpen aan de voorafgaandelijke goedkeuring van de ingenieur. Betonkwaliteit conform NBN EN 206-1 + NBN B 15-001 (2004) sterkteklasse: C30/37 omgevingsklasse: EE3 consistentieklasse: S3 maximale korrelgrootte: 20 Waterdicht beton d.m.v. aangepaste toeslagstoffen. Wapening: (75 kg/m³). wapeningsnetten BE 500 S, 80% staven met verbeterde hechting (BE 500 S) 20% Toepassing: De nieuwe overdekte zitgelegenheden worden voorzien van een gewapende funderingsplaat en funderingsbalken, uitgevoerd volgens het plan S0.1 van de stabiliteitsstudie. Meting:
Beton: per m3. Wapening: inbegrepen in eenheidsprijs beton. Netto volume, gemeten over de zolen.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-33ART. 1.3 - VOCHTISOLATIE. 1. Plasticfolie Een plasticfolie bestaande uit drie lagen hoogwaardig polyethyleen. De 3 lagen zijn door coëxtrusie samengebracht en geven aan de folie volgende eigenschappen: scheurvast, hoog transparant, volkomen waterdicht. Fysische kenmerken:
kogelvalwaarde > 310 gr. rek bij breuk > 650 % trekkracht bij breuk > 29 mpa
Toepassing: Onder de volledige oppervlakte van de funderingsplaten, opgeplooid aan de zijkanten tot onder de vloerplaat in Cortenstaal. Meting:
per m2.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-34-
Deel 2 – Bovenbouw ART. 2.1 – STRUCTUURELEMENTEN IN STAAL. 1. Algemeen 1.1 Omschrijving: De post "structuurelementen in staal omvat alle werken en leveringen voor de realisatie van de constructies uit staal, met inbegrip van alle verbindingssystemen, de eigenlijke uitvoering in het werk, de aansluiting met de ruwbouw, verankeringen, hulpstukken, brandbescherming, ... De prijs omvat: het opmaken van de nodige werkhuistekeningen; de voorbereiding en nodige bewerking van het staal in het werkhuis (snijden, plooien, …), met inbegrip van alle las- en boutverbindingen; de levering en montage van de stalen constructie-elementen op de werf, met inbegrip van alle verbindingsstukken, oplegmiddelen en verankeringen. alle leveringen, materialen en uitvoeringen volgens de hierna volgende par. b en c, d.w.z. vervoer, montage, de materialen, bouten en lasverbindingen, uitsparingen en bekistingen, het op maat brengen van de profieldoorsnede bv. afbranden van lijfplaat en aanlassen van flensplaat; het voorzien van openingen in of wachtstaven aan profielen voor verbinding van gewapend beton met het staalprofiel, het staafstaal, kop- en voetplaten of metalen schoenen; het maken van verankeringen, zowel de boorgaten als de ankers, in de bestaande betonconstructies voor het vastzetten van de staalconstructie het leveren en plaatsen van de nodige ankersystemen in de funderingen of in beton; het ondergieten met krimpvrije mortel of uitvullen van voetplaten en kopplaten; de beschreven tekeningen en bijhorende berekeningsnota’s; het voorzien van hijstoestellen voor het ter plaatse brengen van de profielen. de metalen profielen, de uitvoering in de werkplaats, het lassen van de platijzers en ankers op de profielen, het vervoer, het monteren en onderschoren, de bouten, zandstralen en blank maken en alle leveringen en bewerkingen nodig voor een goede uitvoering. De structuurelementen in cortenstaal worden uitgevoerd volgens plan S0.1. 1.2 Materiaal: Cortenstaal: - A S355 J2WP+N - Cortenstaal, ook bekend onder de merknaam COR-TEN-staal, is een metaallegering, bestaande uit ijzer waaraan koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom zijn toegevoegd. De sterkte is vergelijkbaar met die van andere gelegeerde staalsoorten zoals roestvast staal, de rekenwaarde is circa 355 N/mm². De bruine roestkleur is het meest typische uiterlijke kenmerk. - Chemische samenstelling van Cortenstaal A DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-35C% 0,12 max.
Si% 0,250,75
Mn% 0,200,50
P% 0,070,15
S% 0,035 max.
Cr% 0,501,25
Ni% 0,65 max
V%
Cu% 0,30--0,55
Fe% balans
- Mechanische eigenschappen van Corten A staal, warmgewalst, normaal gegloeid
Treksterkte N/mm2
510-610
-
-
Strekgrens 0,2% N/mm2
355 min.
Breukrek% Lo=50mm
22 min.
Buigradius 180graden striplengte in walsrichting striplengte dwars 3,0 x stripdikte 2,5 x stripdikte
Kerfslagwaarde min.
---
Elementen die gebreken of beschadigingen vertonen ten gevolge van prefabproductie, transport en/of opslag worden niet verwerkt en worden zo snel mogelijk afgevoerd en op kosten van de aannemer vervangen door nieuwe elementen. De vorm en de afmetingen van de profielen zijn afleesbaar op de plannen of op tijdig voor te leggen werktekeningen.
1.3 Uitvoering: Algemeen: -
-
-
-
-
-
-
De constructeur moet in de werkplaats en op de werf alle nodige voorzorgen nemen, teneinde iedere vervorming van de stukken tijdens de behandeling te voorkomen. Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de afmetingen van de elementen, hun peilen en doorbuiging, alsook alle doorvoeren voor leidingen, kokers. Men moet volstrekt vermijden reeds verbonden stukken te rechten. De elementen worden bij hun productie voorzien van de nodige uitsparingen of doorvoeren zoals aangeduid op de plannen. Geen enkele doorvoer mag achteraf in de elementen worden uitgeboord, uitgeslepen of uitgebrand zonder de voorafgaandelijke toestemming van de architect of het ingenieursbureau belast met de stabiliteitsstudie. Voor tijdelijke markeringen wordt gebruik gemaakt van wateruitwisbare verven of stiften. Oliehoudende en andere verven zijn niet toegelaten, gezien zij aanleiding kunnen geven tot verzinkingsfouten. Vóór de uitvoering moet de constructeur de rechtlijnigheid van de staalprofielen controleren om mogelijke kromming of scheeftrekking te vermijden. Uitsnijdingen met de zuurstofbrander moeten zorgvuldig bijgewerkt worden (verwijderen van de bramen, slijpen enz.) om een volkomen gladde snede te bekomen. De elementen worden ontdaan van alle vuil, olie, vet en andere verontreinigingen, en van alle loszittende roestvorming op het ogenblik van de verwerking. DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-36-
-
Alle bewerkingen - zoals vlakken en richten van de stukken, smeden en warm plooien, buigen, uitgloeien, uitsnijden, alle verbindingen door lassen, bouten, schroeven, de voorbereiding van de gaten, enz... - worden uitgevoerd overeenkomstig de vigerende NBN normen en regels van goed vakmanschap. Iedere wijziging aan het esthetisch aspect van de stukken, hetzij om redenen van constructie hetzij omwille van de stabiliteit ervan dient voorafgaandelijk aan de architect voorgelegd te worden.
Levering – montage – opleg – verankeringen: -
-
-
-
-
De scherpe kanten en uitstekende delen zullen bij de levering beschut worden door middel van houten of kunststof vulstukken. Alle stukken worden stevig in de omliggende constructies vastgezet en/of verankerd, bij middel van aangepaste pluggen of chemische ankers, bouten, schroeven, moeren en tegenmoeren, zodat er een stevige montage ontstaat die niet loskomt, ook niet bij intensief gebruik. De constructeur organiseert de gehele constructie ervan zodanig dat ten allen tijde, en gedurende alle noodzakelijke en mogelijke manipulaties van de diverse elementen, de stabiliteit van het geheel en van elk element afzonderlijk gegarandeerd blijft. Wanneer de stukken worden vastgeschroefd in zichtbetonelementen, gebeurt het boren met uiterste zorg zodat het beton niet beschadigd wordt, noch loskomen. De aanbevelingen van de architect in verband met plaatsing van waterdichtingsmembranen ter voorkoming van vochtbruggen, worden door de aannemer strikt opgevolgd. Indien deze aanbevelingen niet uitdrukkelijk in de uitvoeringsdocumenten vermeld zijn, zal de aannemer hiernaar informeren alvorens de werken aan te vatten. Alle aangewende metalen onderdelen voor de verankering van buitenconstructies zijn roestbestendig.
Bewerken van het staal: Koud vervormen: Cortenstaal is goed koud om te vormen. De mechanische eigenschappen veranderen als gevolg van koud vervormen, maar kunnen indien wenselijk hersteld worden door spanningsarm gloeien, dat is minimaal 30 minuten bij 530-580 °C, voor extreme deformaties is normaliseren aan te raden. Aftekenen: Alvorens over te gaan tot het aftekenen van platen, strippen en profielen worden ze goed gerecht en gevlakt zodat ze noch krom, noch scheef zijn. Bij het aftekenen van onderdelen van hoofdliggers moet men rekening houden met het feit dat zij met een tegenpeil moeten uitgevoerd worden zodat zij, onder de blijvende belasting, met de hoogtepeilen van het plan overeenkomen.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-37-
Bij het aftekenen van te lassen onderdelen moet men extra lengten en breedten voorzien om de verkorting tengevolge van lengte- en dwarskrimp der lasnaden te compenseren.
Knippen: Het knippen van strippen, platen en profielen is toegelaten voor al de secundaire onderdelen die geen verband hebben met de sterkte van de constructie. Voor strippen, platen en profielen die wel verband hebben met de sterkte van de constructie gelden volgende voorschriften : Men mag lassen op geknipte ruwe randen als de dikte van het materiaal kleiner is dan 7 mm. Snijden met een brander: Het snijden met de automatische brander is toegestaan zonder bijkomende afwerking van het snijvlak, wanneer het gaat om platen en strippen. Deze bewerking is eveneens toegelaten in de afrondingszone van profielstukken mits het snijvlak wordt afgewerkt. Indien de gesneden oppervlakken toevallige onregelmatigheden vertonen, worden deze verwijderd door slijpen of frezen. De met de handbrander gesneden stukken moeten steeds afgewerkt worden volgens de voornoemde voorschriften, zodat alle onregelmatigheden en te diepe groeven verwijderd worden die onverenigbaar zijn met de smeltdiepte door het voorziene lasprocédé. Zagen, frezen, schaven, slijpen: Het exact op maat brengen der profielen wordt normaal bekomen door koudzagen, frezen of schaven. Het zagen of slijpen mag de bewerkte delen niet overmatig verhitten. De bewerkte vlakken moeten zuiver, scherpkantig, effen, regelmatig en ontdaan van alle bramen zijn. Afschuinen: De afmetingen van de afschuiningen moeten in overeenstemming zijn met de plangegevens en het afschuiningsprofiel moet zeer regelmatig zijn, zodat de randen en de afschuiningshoeken een aansluiting van de te lassen onderdelen mogelijk maken. Het afschuinen kan geschieden met een metaalbewerkingsmachine, met de knipmachine of met de brander. De voorgaande voorschriften zijn van toepassing. Voorbewerking van gaten: Gaten moeten van stuk tot stuk goed overeenstemmen. Ze moeten goed gelijnd zijn en op de in de plannen voorgeschreven afstand van elkaar liggen. De diameter mag een afwijking vertonen van maximum 5 % van de diameter van de bout, met een minimum van 1 mm, op voorwaarde dat dit verschil wordt weggewerkt door uitvoering, voor zover dit nodig is om de bouten in de gaten te brengen.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-38-
-
-
-
-
Onder geen enkel voorwendsel mogen de gaten verwijd worden door er pennen in te drijven. De bovenste afwijking voor boutgaten bedraagt voor : - gewone bouten diameter kleiner dan 26 mm : 1 mm. - gewone bouten diameter groter dan 16 mm : 1.5 mm. - hoge weerstandsbouten : 2 mm. De gaten mogen onmiddellijk op de definitieve diameter geponst worden voor stukken met een dikte van ten hoogste 16 mm. Het ponsen mag geen vervorming omheen het gat veroorzaken. Geen enkel gat mag op de definitieve diameter geponst worden op een kleinere afstand van de rand van de las, dan drie maal de dikte van het dikste onderdeel der gelaste verbinding. De gaten worden ofwel onmiddellijk geboord, ofwel na het ponsen op een diameter die, 3 mm of meer, kleiner is dan de definitieve diameter van het gat. De eventuele bramen, die het goede contact tussen de te verbinden delen zouden kunnen schaden, moeten verwijderd worden. Het maken van gaten met de brander is verboden.
Referentienormen: NBN 1-01- Metalen bouwconstructies - Algemene eisen toepasbaar op metalen bouwconstructies (met erratum) (1968) NBN 117 - Staalproducten - beproevingsmethodes (1961-1964) NBN ENV 1090 - Uitvoering van stalen draagsystemen - Deel 1-4 en 6 (1997-2000)
2. Verbindingen Verbindingen door bouten en klinken: Verbindingsartikelen zoals bouten, klinken, moeren en sluitringen, moeten zo gekozen worden dat de vorming van lokale elektrochemische cellen vermeden worden. In verbindingen heerst capillaire werking, in de spleten tussen bevestigingsmateriaal en moedermateriaal, wat leidt tot permanente vochtaanwezigheid, dat leidt tot een verhoogde corrosie. Kritische zones met spleten moeten daarom worden beschermd door schilderen, of afdichten met andere middelen. Verspanen Methode, gereedschap en bewerkingsproces komt overeen met het bewerken van ongelegeerd constructiestaal volgens EN 10025-2.
Lassen COR-TEN A kan handmatig en mechanisch worden gelast. Voorwaarde voor identieke mechanische eigenschappen van de las en het moedermateriaal is toepassing van de juiste toevoegmateriaal. Het gebruik van corten-draad is DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-39aangewezen om dezelfde corrosie als de structuurelementen te verkrijgen. Spanningsarm gloeien gedurende 30 minuten op 530-580 °C wordt na het lassen aangeraden. De verbindingen worden uitgevoerd volgens plan S.01 van de stabiliteitsstudie. 3. Kokerprofielen Het betreft kokerelementen, aangewend als dragende kolommen en balken. Ze worden vervaardigd uit cortenstaalplaten. De cortenstaalplaten worden in de werkplaats zo geplooid en gelast dat zij een kokerprofiel vormen en voldoen aan de sterkte-eisen zoals opgegeven. De kokerprofielen worden uitgevoerd volgens plan S.01 van de stabiliteitsstudie. Toepassing: Bovenop de betonnen funderingsplaat wordt een plaat in cortenstaal geplaatst, met een dikte van 2cm. Deze plaat vormt de vloerplaat van de overdekte zitgelegenheid. De kolommen in cortenstaal zijn onderaan voorzien van een voetplaat. De kolommen worden door middel van 4 bouten (M 12) verankerd doorheen de stalen vloerplaat, in de betonnen funderingsplaat. Samen met een ligger en een tussenstijl, vormen de kolommen de portieken die de dakstructuur dragen. Al deze elementen zijn opgebouwd uit vierkante en rechthoekige kokerprofielen in cortenstaal. De zitbank bestaat uit een onderstel en tussenstijlen in vierkante kokerprofielen uit cortenstaal. Alle kokerprofielen worden uitgevoerd volgens het plan van de stabiliteitsstudie. Meting:
nieuwe zitgelegenheden: per stuk.
ART. 2.2 – HOUTEN ZITBANK De zitbanken in de nieuwe overdekte zitgelegenheden zijn opgebouwd uit: een onderstel en tussenstijlen in cortenstaal en een zitvlak en rugleuning uit planken in eikenhout. Materiaal: De planken waarin de zitbank wordt voorzien, dienen geschaafd te zijn en voorzien te zijn van gebroken hoeken. Uitvoering: Op het stalen onderstel worden houten planken voorzien met een sectie: 150mm x 63mm. Aan elke zijde van de bank, is er een zitvlak opgebouwd uit 6 planken, dewelke 3cm uit elkaar geplaatst zijn. De rugleuning bestaat uit 2 planken, dewelke op 5cm van elkaar gelegen zijn. De zitbank dient uitgevoerd volgens plan 1-1. De planken worden op de staalconstructie bevestigd door middel van bouten. De bouten dienen onderaan aangevezen te kunnen worden. De bouten worden aan de DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-40bovenzijde ingefreesd in de houten planken, waarna de gaten worden opgevuld met een eikenhouten stop. In de prijs voor de nieuwe zitbanken is begrepen: de levering en plaatsing van de houten planken en de verbindingen van de planken dmv bouten. Meting:
per stuk.
ART. 2.3 – KOLOMDECORATIE IN STAAL. De stalen kolommen in vierkante kokerprofielen worden voorzien van een decoratieve ‘bekleding’ in cortenstaal. Per schuilhuis wordt er één kolom bekleed in stalen cilinders en ronde vlakken, met wisselende diameters, hoogtes en positionering tov elkaar en tov de vierkante kolommen. De overige drie kolommen van een schuilhuis worden voorzien van een bekleding in stalen cilinders, met wisselende diameters en hoogtes, maar steeds centrisch geplaatst tov de vierkante kolom. Op plan 1-1 wordt hiervan een impressie weergegeven. De cilinders hebben geen dragende functie, maar zijn louter een esthetisch aspect. Ze worden vervaardigd uit cortenstaalplaten, die in de werkplaats zo geplooid en gelast zijn, dat zij een cilindervormig element vormen, rondom een cirkelvormig onder- en bovenvlak. De diameters en hoogtes van de cilinders worden in nauw overleg met de bouwheer en architect bepaald en hiernaar uitgevoerd. De aannemer legt een gedetailleerde werktekening ter goedkeuring voor aan de bouwheer en architect. Meting:
pro memorie. Inbegrepen in art.2.1.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-41-
Deel 3 – Dakwerken ART. 3.1 - DAKBEDEKKING IN PLATEN CORTENSTAAL Voor de nieuwe overdekte zitgelegenheden, wordt de dakbedekking uitgevoerd in platen uit cortenstaal. De platen voldoen aan de eigenschappen die opgesomd zijn in art. 2.1. en worden geplaatst zoals aangeduid op plan 1-1 en plan S.01 bij de stabiliteitsstudie. De dakbedekking is opgebouwd uit een dakvlak aan de bovenzijde en aan de onderzijde, waartussen de dragende dakstructuur zich bevindt. Het bovenvlak van de dakbedekking bestaat uit 4 afzonderlijke platen, die naast elkaar aansluiten in het midden van de balken B6-B7, overeenstemmend de plannen. De panelen van het bovenvlak zitten onderaan geplooid omheen het trapeziumvormig kokerprofiel dat de onderzijde van het dakvlak. Het ondervlak bestaat uit 4 afzonderlijke platen, die naast elkaar aansluiten ter hoogte van het midden van de balken B6-B7, overeenstemmend de plannen. De panelen zijn recht en vormen onderaan een druiplijst. Meting:
Pro memorie. Inbegrepen in art.2.1.
ART. 3.2 – BEVESTIGING DAKBEDEKKING De dakplaten worden door middel van bouten (M 8 – M 10) en lassen vastgemaakt aan de draagstructuur, overeenstemmend het plan van de stabiliteitsstudie. De tussenafstand en plaats van de bevestiging zal in overleg met de ingenieur gekozen worden. Meting:
Pro memorie. Inbegrepen in art.2.1.
ART. 3.3 - VOCHTISOLATIE 1. Plasticfolie Een plasticfolie bestaande uit drie lagen hoogwaardig polyethyleen. De 3 lagen zijn door coëxtrusie samengebracht en geven aan de folie volgende eigenschappen: scheurvast, hoog transparant, volkomen waterdicht en UV-bestendig. De plasticfolie wordt in stroken aangebracht over de volledige breedte van de balken in cortenstaal. Fysische kenmerken:
kogelvalwaarde > 310 gr. rek bij breuk > 650 % trekkracht bij breuk > 29 mpa
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-42Toepassing: Stroken op de balken, onder de dakplaten in Cortenstaal, ter hoogte van de naden van de aansluitingen tussen de platen en onder de nok. Meting:
Pro Memorie. Inbegrepen in art.2.1.
ART. 3.4 - DAKNOKKEN IN CORTENSTAAL Bovenop de dakplaten in cortenstaal, wordt er een nok in cortenstaal voorzien. De nok wordt geplooid uit een plaat in cortenstaal. De plaat en de uitvoering voldoet aan de eigenschappen opgesomd in art.2.1 en wordt uitgevoerd zoals aangeduid op de ontwerpplannen en de stabiliteitsstudie. De nok wordt gescheiden van de onderliggende dakplaten uit cortenstaal dmv een strook plasticfolie, volgens art.3.3. Meting:
Pro memorie. Inbegrepen in art.2.1.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
-43-
DEEL 4 – Schilderwerken ART. 4.1 – SCHILDERWERKEN 1.1 Houten zitbank De eikenhouten planken waaruit de zitbanken van de overdekte zitgelegenheden opgebouwd zijn, dienen voorzien te worden van een verflaag. 1.1.1 Voorbereiding van de ondergrond Het hout dient voldoende uitgedroogd te zijn vooraleer het te overschilderen. De planken dienen ontvet en opgeschuurd te worden. Het schuren dient te gebeuren in de richting van de houtvezels. 1.1.2 Aanbrengen van een eerste grondlaag De grondverf is samengesteld uit langolie alkydhars Aanbrengmethodiek : Deze grondlaag niet te spaarzaam aanbrengen. 24 uur laten drogen en de opstaande vezels droog afschuren met schuurpapier nr. 180. Een eerste grondlaag volstaat. Aanbrengen met borstel of rol of aanbrengen met spuit Kenmerken : bindmiddel pigmenten vulstoffen oplosmiddelen vaststofgehalte densiteit glans verbruik
verdunning droogtijd kleur
langolie alkydhars - rutiel titaandioxyde white spirit 69% in gewicht 49% in volume 1,36 kg/L zijdeglans 30-55 (ASTM60°) borstel of rol : 7 - 12 m²/L airless : 6 - 10 m²/L De juiste verbruiksvoorwaarden dienen vastgesteld aan de hand van een proefvlak. borstel - rol : gebruiksklaar airless : 5 à 10 % white spirit stofdroog na +/- 5 uur overschilderbaar na 24 uur door architect en bouwheer te bepalen
te
1.1.3 Aanbrengen van de afwerkingslaag De afwerkingslaag bestaat uit een satijnglanzende verf houtverf, voor hout buiten.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen
worden
-44Aanbrengmethodiek : Aanbrengen met borstel of rol in één laag of aanbrengen met spuit Spuitgegevens : airless : spuittip : 1140 spuitdruk : 150 verffilter : lakfilter rood Kenmerken : bindmiddel pigmenten oplosmiddelen vaststofgehalte densiteit viscositeit fijnhieid glans droogtijden verbruik
kleur
lang oliealkydhars rutiel titaandioxide en lichtechte hulppigmenten white spirit en analogen 50% in volume 70% in gewicht 1,29 kg/L 3,2 P (ICI 10000/s) 3,5 - 5 Hegman 40 - 60 (ASTM60°) stofdroog na +/- 4 uur overschilderbaar na 24 uur 8 - 12 m²/L De juiste verbruiksvoorwaarden dienen te worden vastgesteld aan de hand van een proefvlak. door architect en bouwheer te bepalen
Bij het voorzien van meer dan één eindlaag, dient de eerste laag na droging lichtjes opgeschuurd te worden, vooraleer een tweede laag aan te brengen. Voor alle toepassingen geldt dat er niet zal geschilderd worden beneden 5°C oppervlaktetemperatuur en/of bij een relatieve vochtigheid van meer dan 85%, tenzij expliciet anders vermeldt staat in de technische nota. Er dient steeds een staal ter goedkeuring aan de ontwerper voorgelegd te worden. In de prijs voor de schilderwerken is begrepen: het afschermen van de stalen structuur, de voorbereiding en uitvoering van de schilderwerken. Meting:
zitbank: per stuk.
DEEL 1: NACHTEGALENPARK: RE-INTEGRATIE OVERDEKTE ZITGELEGENHEDEN PAJO PLAN ARCHITECTEN, Ninoofsesteenweg 122, 1670 Pepingen