Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
REGLEMENT BKK OPLEIDINGSBUDGET
I.
Inleiding Dit reglement bevat bepalingen en voorschriften die gelden voor werkgevers in de branche kinderopvang die gebruik willen maken van het door Stichting Bureau Kwaliteit Kinderopvang (hierna: BKK) beheerde opleidingsbudget ten behoeve van ondersteuning bij opleidingsplannen. Dit reglement biedt werkgevers in de branche kinderopvang de mogelijkheid tot het aanvragen van financiële middelen (opleidingsbudget) ten behoeve van een aanvullend opleidingsplan dat specifiek gericht is op pedagogische scholing van pedagogisch medewerkers, direct leidinggevenden aan de pedagogisch medewerkers en/of medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers. Het door BKK beheerde opleidingsbudget is een onderdeel van het programma ‘Werken aan excellente kinderopvang’, zoals vastgesteld door het bestuur van Stichting Bureau Kwaliteit Kinderopvang. Dit bestuur bestaat uit de sociale partners en de vertegenwoordiging van ouders in de branche kinderopvang. Doel van het programma is het verbeteren van de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang. Het opleidingsbudget is een middel om dit doel te realiseren. Het opleidingsbudget biedt ondersteuningsmogelijkheden voor opleidingsplannen zoals uitgewerkt in dit reglement. In dit reglement wordt aangegeven via welke procedure werkgevers in de branche kinderopvang een financieringsaanvraag voor een opleidingsplan kunnen indienen en aan welke voorwaarden en criteria de aanvraag moet voldoen om te kunnen worden gehonoreerd. Ook de verantwoording komt aan bod in dit reglement.
II. Looptijd en doel 1. Het Reglement BKK Opleidingsbudget (hierna: het reglement) heeft een looptijd van 1 april 2009 tot en met 1 juli 2013. 2. Aanvragen op grond van dit reglement kunnen worden ingediend in de periode van 1 april 2009 tot en met 30 juni 2012. De verantwoording van de aanvragen in 2012 moet uiterlijk 1 april 2013 worden ingediend bij BKK. 3. Per kalenderjaar kan tot uiterlijk 1 december (behalve in 2012, zie onder II.2) per organisatie één aanvraag worden ingediend voor een opleidingsplan dat een looptijd heeft van maximaal twaalf maanden. 4. Het bestuur van BKK kan besluiten de aanvraagtermijn in enig jaar te verkorten in verband met overschrijding van het budget. 5. Het opleidingsbudget is bestemd voor de financiering van aanvullende opleidingsplannen van werkgevers in de kinderopvang die specifiek gericht zijn op pedagogische scholing van pedagogisch medewerkers, direct leidinggevenden aan de pedagogisch medewerkers en/of medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers en die bijdragen aan de verhoging van de kwaliteit van het pedagogisch handelen binnen de kinderopvangorganisatie.
-1-
Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
III. Definities/begrippen In dit reglement wordt verstaan onder: 1. BKK: Stichting Bureau Kwaliteit Kinderopvang, gevestigd te Utrecht. 2. BKK Lijst Opleidingen: de lijst van opleidingen die in aanmerking komen voor financiering volgens het Reglement BKK Opleidingsbudget. 3. BKK opleidingsplan: een door de werkgever, met instemming van de OR of PVT (indien van toepassing), vastgesteld samenhangend geheel van opleidingsactiviteiten dat aantoonbaar aanvullend is ten opzichte van de regulier plaatsvindende scholingsactiviteiten. Het BKK opleidingsplan heeft een looptijd van maximaal twaalf maanden en heeft specifiek tot doel de kwaliteit van het pedagogisch handelen binnen de onderneming te verhogen. 4. Bestuur: het bestuur van de onder 1 genoemde stichting. 5. Commissie Scholingsbudget: BKK commissie die het bestuur adviseert over de werking van dit reglement en over ingediende bezwaren tegen afwijzing van aanvragen of bezwaren tegen besluiten in het kader van de verantwoording (zie onder IV.20). 6. Direct leidinggevenden: leidinggevenden in de kinderopvang, zoals gedefinieerd in de CAO Kinderopvang, die direct leiding geven aan de pedagogisch medewerkers. 7. Kinderopvang: kinderopvang zoals gedefinieerd in de Wet kinderopvang, met uitzondering van de gastouderopvang. 8. Medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers: hier is een sluitende verwijzing naar de CAO Kinderopvang niet mogelijk. Het gaat om functionarissen die de pedagogisch medewerker direct ondersteunen in de uitvoering van haar pedagogisch handelen. 9. OR / PVT: een ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden (WOR). 10. Pedagogisch kader: het praktijkgerichte raamwerk met een theoretische verantwoording voor het pedagogisch handelen in kindercentra ten aanzien van 0 tot 4-jarigen. De thema’s waarop scholingstrajecten betrekking moeten hebben zijn gebaseerd op het Pedagogisch kader met enkele aanvullingen van BKK. De thema’s zijn benoemd onder V.3. 11. Pedagogisch medewerker: medewerker zoals omschreven in de CAO kinderopvang. Dit betreft eveneens medewerkers die een aanstelling als BBL’er hebben of als pedagogisch medewerker in ontwikkeling. 12. Vergoede opleidingen: een opleiding die voorkomt op de BKK Lijst Opleidingen (III.2). 13. Werkgever: de onderneming die valt onder de Wet kinderopvang en tegen vergoeding kinderopvang verzorgt voor kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. 14. Werknemer: degene die op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek in dienst is van de onder 13 bedoelde werkgever en wiens arbeidsovereenkomst valt onder de werkingssfeer van de CAO Kinderopvang.
-2-
Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
15. Learning Community: een samenwerkingsverband van twee of meer werkgevers met gezamenlijk ten minste vijf en ten hoogste tien kindercentra, waarin gezamenlijk wordt opgetrokken in het opzetten, (doen) uitvoeren en coördineren van opleidingsactiviteiten.
IV. Procedure aanvraag, toekenning, bevoorschotting en verantwoording opleidingsbudget
Opleidingsbudget en wijze van besteding 1. Het aan te vragen opleidingsbudget bestaat uit een basisbedrag en een bedrag per werknemer voor alle in dienst zijnde werknemers die vallen onder de CAO Kinderopvang. Deze bedragen worden per kalenderjaar door het bestuur van BKK vastgesteld en bekend gemaakt. 2. Toekenning van het aangevraagde opleidingsbudget geschiedt voor een periode van maximaal twaalf maanden. Deze periode start per datum toekenning. 3. Van het toegekende opleidingsbudget kan per deelnemer een maximaal bedrag per studiebelastinguur van een opleiding worden gebruikt voor het financieren van verletkosten. Dit bedrag wordt per kalenderjaar door het bestuur van BKK vastgesteld en bekendgemaakt. 4. De werkgever is vrij in het aantal werknemers dat hij met behulp van het toegekende opleidingsbudget wil laten scholen. Uitsluitend pedagogisch medewerkers, direct leidinggevenden aan pedagogisch medewerkers en/of medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers mogen met het opleidingsbudget geschoold worden.
Learning Community 5. Indien sprake is van een ‘learning community’, als bedoeld onder III.15 kan per aanvraagperiode naast het onder 1 genoemde opleidingsbudget tevens eenmalig een aanvraag worden ingediend voor een extra bedrag ter financiering van coördinerende activiteiten. Eén van de participerende werkgevers moet optreden als coördinator van de learning community en kan derhalve dit extra bedrag aanvragen. Deze werkgever moet in zijn aanvraag vermelden namens welke andere werkgevers en hij participeert als coördinator in de learning community. Omgekeerd geven de andere participerende werkgevers bij de aanvraag van hun eigen opleidingsbudget aan welke werkgever voor welke locaties namens hen als coördinerend werkgever optreedt. De werkgever die dit aanvullende budget aanvraagt ten behoeve van coördinerende werkzaamheden kan deze werkzaamheden uitbesteden aan een externe partij.
Wijze van aanvragen 6. De werkgever kan per kalenderjaar tot uiterlijk 1 december (behalve in 2012, zie onder II.2) één aanvraag tot toekenning van een opleidingsbudget bij BKK indienen voor een opleidingsplan met een looptijd van maximaal twaalf maanden. 7. Aanvragen worden uitsluitend gedaan via het daartoe bestemde formulier ‘Aanvraagformulier BKK-opleidingsbudget’ op de website van BKK: www.stichtingbkk.nl. Alleen volledig ingevulde en digitaal toegezonden aanvraagformulieren worden in behandeling genomen. 8. De werkgever is verplicht op verzoek alle aanvullende informatie te verstrekken die BKK voor beoordeling van de aanvraag nodig acht.
Ontvangstbevestiging, acceptatie en bevoorschotting 9. De werkgever ontvangt, per mail, binnen één week een ontvangstbevestiging van de aanvraag. 10. Binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag ontvangt de werkgever, per brief, een besluit over al dan niet acceptatie van de aanvraag en toekenning van het opleidingsbudget.
-3-
Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
11. Bij acceptatie van de ingediende aanvraag vindt bevoorschotting van het toegekende opleidingsbudget binnen vier weken na acceptatie in één keer volledig plaats.
Verantwoording, verrekening c.q. afrekening en vervolgaanvraag 12. De werkgever moet uiterlijk één maand na afloop van de aanvraagperiode (van maximaal twaalf maanden) een verantwoording (inhoudelijk en financieel) indienen door middel van digitale invulling en toezending van het daartoe voorgeschreven ‘Verantwoordingsformulier BKK-opleidingsbudget’. 13. De werkgever ontvangt per mail binnen één week een ontvangstbevestiging van de verantwoording. 14. Binnen zes weken na ontvangst van de verantwoording maakt BKK het besluit over de definitieve financiële afhandeling van de afgelopen aanvraagperiode per brief kenbaar. 15. Indien uit de verantwoording blijkt dat in de afgelopen aanvraagperiode minder kosten zijn gemaakt dan aan budget is toegekend, vindt verrekening plaats met een aangevraagd opleidingsbudget voor een volgende periode. Indien door de werkgever geen volgende aanvraag wordt ingediend, vindt terugvordering en terugbetaling van het niet bestede deel van het opleidingsbudget plaats. 16. Bevoorschotting van het voor een volgende aanvraagperiode toegekende opleidingsbudget geschiedt niet eerder dan nadat de verantwoording van de voorafgaande aanvraag is afgerond.
Overleggen nadere stukken, accountantscontrole en fraude 17. Naast de in de leden 12 tot en met 16 vermelde verantwoording verstrekt de werkgever op verzoek van BKK relevante facturen en betalingsbewijzen over de afgelopen aanvraagperiode. 18. BKK behoudt zich het recht voor om steekproefsgewijs door een externe accountant het aantal bij de werkgever in dienst zijnde werknemers te laten controleren. Dit geldt eveneens voor aantallen deelnemers en gemaakte kosten ten aanzien van de in het opleidingsplan aangegeven opleidingsactiviteiten. De kosten van deze accountantscontrole komen voor rekening van BKK. 19. Indien bij de verantwoording blijkt dat sprake is van strijdig handelen met dit reglement, moet de werkgever het toegekende en bevoorschotte opleidingsbudget geheel terugbetalen. Daarnaast wordt, bij organisaties met meer dan tien medewerkers, de OR of PVT hierover geïnformeerd. Voorts kan de werkgever niet een nieuwe aanvraag indienen zolang dezelfde directeur/bestuurder bij de werkgever in functie is.
Afwijzing, bezwaar 20. In geval van afwijzing van de ingediende aanvraag of in geval van het niet door de werkgever instemmen met het BKK besluit over de verantwoording dan wel terugbetaling kan de werkgever schriftelijk bij het bestuur van BKK bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet binnen twee weken na ontvangst van de afwijzing c.q. besluit over verantwoording door BKK ontvangen zijn. De werkgever ontvangt binnen twee weken een ontvangstbevestiging van het bezwaar. Het bestuur van BKK beslist op het bezwaar binnen twaalf weken na ontvangst van het bezwaarschrift. De Commissie Scholingsbudget adviseert het bestuur over het ingediende bezwaar. Het besluit van het bestuur is bindend.
V. Voorwaarden en toetsingscriteria scholingsplan Het opleidingsplan moet in ieder geval aan de onderstaande voorwaarden en criteria voldoen.
Looptijd 1. Het opleidingsplan heeft een looptijd van maximaal twaalf maanden.
-4-
Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
Aanvullende karakter 2. Het opleidingsplan moet extra opleidingsactiviteiten betreffen die aantoonbaar aanvullend zijn ten opzichte van de regulier plaatsvindende scholingsactiviteiten en het daarvoor beschikbare budget.
Doel, beoogd effect en inhoud 3. In het opleidingsplan worden het doel en de beoogde effecten van de extra opleidingsactiviteiten aangegeven. Daarbij moet worden aangegeven op welke van de onderstaande thema’s de scholingstrajecten betrekking hebben. De thema’s zijn gekoppeld aan de vier opvoedingsdoelen uit de Wet kinderopvang en grotendeels afkomstig uit het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar1. De thema’s sluiten één op één aan op het Pedagogisch kader kindercentra 0–4 jaar en zijn door BKK uitgebreid met enkele aanvullende thema’s die verbonden zijn met de BSO 4-13 jaar. Het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar wordt in opdracht van BKK ontwikkeld en zal eind 2010 gepubliceerd worden. De thema’s zoals opgenomen in dit artikel gelden zowel voor kindercentra 0-4 jaar, als voor kindercentra 4-13 jaar. De thema’s zijn: a. Veiligheid en welbevinden; b. Ontwikkelen en leren van (jonge) kinderen; c. Samenwerking met: • de ouders; • het primair onderwijs; • partners in het veld van voorzieningen voor jeugd; d. Omgaan met problematische ontwikkeling/gedrag van kinderen; e. Omgaan met diversiteit; f. Pedagogische doelen en competenties van kinderen; g. Samenwerken in de groep; h. Basiscommunicatie; i. Steunen en stimuleren van spelen en leren; j. Indeling en inrichting van de buiten- en binnenruimtes; k. Dagritme en groepssamenstelling; l. Observeren (handelen) en plannen.
Gericht op verhoging pedagogische kwaliteit 4. Het opleidingsplan moet (een samenhangend geheel van) opleidingsactiviteiten betreffen die specifiek zijn gericht op verhoging van de kwaliteit van het pedagogisch handelen binnen de kinderopvangonderneming. 5. De scholing van pedagogisch medewerkers is gericht op het vergroten van hun pedagogische kennis en vaardigheden. De scholing van direct leidinggevenden aan pedagogisch medewerkers en/of medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers is gericht op het vergroten van hun kennis en vaardigheden wat betreft leidinggeven of coachen op pedagogisch gebied. Daarnaast kunnen direct leidinggevenden en/of medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching ook deelnemen aan opleidingen die specifiek zijn gericht op de kwaliteit van het pedagogisch handelen, indien een deel van de pedagogisch medewerkers ook aan deze opleiding deelneemt.
Gecombineerde scholing 6. Het opleidingsplan voorziet in een combinatie van scholing van enerzijds pedagogisch medewerkers en anderzijds scholing van direct leidinggevenden aan pedagogisch medewerkers en/of medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers. In het opleidingsplan wordt een gemotiveerde onderbouwing gegeven van de gehanteerde verhouding tussen het 1
Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar, Loes Kleerekoper en Elly Singer, Elsevier Gezondheidszorg 2009
-5-
Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
aantal pedagogisch medewerkers en het aantal leidinggevenden aan pedagogisch medewerkers en/of medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers dat aan de scholing deelneemt.
Vergoede opleidingen c.q. kosten 7. Alleen opleidingen die voorkomen op de onder III.2 bedoelde BKK Lijst Opleidingen komen voor vergoeding in aanmerking. 8. De onder 7 bedoelde opleidingen komen in twee uitvoeringsvormen voor vergoeding in aanmerking. a. De opleiding wordt verzorgd door een externe opleider. Voor (deel)financiering ten laste van het toegekende opleidingsbudget kan in aanmerking worden gebracht: - de (gefactureerde) kosten van de opleiding; - verletkosten als bedoeld onder IV.3. b. De opleiding wordt verzorgd door een werknemer van de werkgever. Voor vergoeding vanuit het opleidingsbudget kan in aanmerking worden gebracht: - het aantal studiebelastinguren van een opleiding maal het door het bestuur vastgestelde uurtarief; - verletkosten als bedoeld onder IV.3.
Instemming OR of PVT 9. Bij organisaties met meer dan tien medewerkers stemt de OR of PVT in met de inhoud van het opleidingsplan en onderschrijft het aanvullende karakter hiervan. Bij eventuele controle moet het voorgaande blijken uit een schriftelijke verklaring van de OR of PVT. VI. Slotbepalingen 1. Het bestuur kan dit reglement wijzigen en met betrekking tot de toepassing hiervan nadere regels stellen. 2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of onduidelijk is beslist het bestuur. 3. Dit reglement kan worden aangehaald als: ‘Reglement BKK Opleidingsbudget’.
****
-6-
Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
Toelichting
Algemeen Kinderopvangondernemers, verder te noemen werkgevers, kunnen bij BKK, Bureau Kwaliteit Kinderopvang, financiering aanvragen voor extra scholing bovenop hun reguliere scholingsbudget. Doel van deze extra scholing is de versterking van het pedagogisch handelen op de kindercentra. BKK streeft er naar dat álle kinderopvangorganisaties van dit opleidingsbudget gebruik maken.
Artikelsgewijze toelichting Artikel II Aanvragen kunnen worden ingediend via de website www.stichtingbkk.nl. BKK heeft voldoende budget gereserveerd voor alle werkgevers in de kinderopvang. Het is dus niet zo dat het budget uitgeput raakt en er geen aanvragen meer in behandeling genomen worden. Wel worden de bedragen ieder jaar aangepast. Een werkgever kan voor zijn organisatie één opleidingsplan per jaar indienen.
Artikel III In dit artikel worden de belangrijkste begrippen gedefinieerd.
Artikel IV Dit artikel geeft aan hoe werkgevers een beroep kunnen doen op het opleidingsbudget, welke procedure gehanteerd wordt, hoe bezwaar kan worden ingediend en hoe de verantwoording is geregeld. Ter toelichting het volgende. Het maximale opleidingsbudget wordt berekend op grond van het aantal werknemers dat bij de werkgever in dienst is en onder de CAO Kinderopvang valt. Voor de berekening van het bedrag tellen dus ook werknemers mee die geen gebruik van het opleidingsbudget mogen maken, zoals medewerkers van de afdeling financiën, P&O of de klantenservice. De werkgever bepaalt vervolgens zelf hoeveel medewerkers (voor wie scholing uit het budget toegestaan is) geschoold worden. Ieder jaar bepaalt het bestuur van BKK de bedragen voor het nieuwe kalenderjaar. Ondernemers ontvangen in 2009 een vast bedrag per organisatie van € 1250,- en een bedrag van € 60,- voor alle medewerkers die onder de CAO kinderopvang vallen. Met dit bedrag worden opleidingen voor (een deel van) de medewerkers gefinancierd. Wanneer de opleiding wordt verzorgd door een werknemer van de kinderopvangorganisatie is de vergoeding € 25,per studiebelastinguur van de opleiding. Ook verletkosten à € 15,- per studiebelastinguur kunnen hieruit betaald worden. Als er sprake is van een learning community zoals hier bedoeld, kan er voor de coördinerende werkzaamheden in 2009 een bedrag van € 2000,- worden aangevraagd. Op de site van BKK kunnen werkgevers, nog voordat een aanvraag wordt ingediend, zien op welk bedrag men aanspraak kan maken. Voorbeeld: een werkgever heeft vijfhonderd medewerkers in dienst die onder CAO Kinderopvang vallen. De werkgever ontvangt een opleidingsbudget van € 31.250,- (€ 1250,plus 500 maal € 60,-). De werkgever kiest ervoor om honderd pedagogisch medewerkers op te leiden op één van de thema’s uit artikel V.3, vijftig pedagogisch medewerkers op een ander thema uit dit artikel en tot slot vijf locatiemanagers en één pedagoog die een rol spelen in de begeleiding van de pedagogisch medewerkers. De opleidingen die werkgevers opnemen in hun opleidingsplan moeten opgenomen zijn op de BKK Lijst Opleidingen. Deze lijst garandeert de werkgever dat de betreffende opleiding recht geeft op financiering door BKK (als daarnaast het opleidingsplan aan de overige voorwaarden
-7-
Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
voldoet). Opleidingen die verwijderd worden van de BKK Lijst Opleidingen, kunnen niet meer in opleidingsplannen van kinderopvangondernemers opgenomen worden. Verwijdering van de BKK Lijst Opleidingen kan niet met terugwerkende kracht geschieden en heeft daarmee dus alleen gevolgen voor nieuw in te dienen opleidingsplannen. De BKK Lijst Opleidingen zal bestaan uit een breed aanbod van opleidingen, gericht op de verbetering van de pedagogische kwaliteit. De opleidingen zijn gericht op pedagogisch medewerkers, direct leidinggevenden aan de pedagogisch medewerkers en/of medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers. De BKK Lijst Opleidingen is continu in beweging en in ontwikkeling. Tussen 1 april 2009 en 30 april 2012 kunnen opleidingen aangemeld worden voor opname op de BKK Lijst Opleidingen. Als werkgevers een opleiding willen opnemen in hun opleidingsplan die niet op de BKK Lijst Opleidingen staat, is het aan te raden de opleider te wijzen op de BKK Lijst Opleidingen. In het Reglement BKK Lijst Opleidingen, te vinden op de website van BKK, zijn de voorwaarden en criteria voor opname op deze lijst opgenomen. Voor opname van een opleiding op de BKK Lijst Opleidingen is een Crebo of Croho erkenning niet noodzakelijk. De opleidingen die vermeld staan op de BKK Lijst Opleidingen moeten tenminste zestien studiebelastinguren omvatten. Bovendien moeten de opleidingen een curriculum kunnen overleggen. Alle opleidingen dienen afgesloten te worden met een diploma of certificaat. Als het gaat om een Crebo of Croho erkende opleiding dient het diploma ook Crebo of Croho erkend te zijn. In ieder geval wordt op het diploma of het certificaat vermeld wat de opleiding inhoudt, welk niveau de opleiding heeft en wat de leereffecten zijn. Themadagen worden door BKK niet begrepen onder de noemer opleidingen en kunnen niet opgenomen worden op de BKK Lijst Opleidingen. BKK kan onderzoek doen naar de kwaliteit van opleidingen op de BKK Lijst Opleidingen. BKK doet dit onder meer door het opvragen van stukken bij de opleider. Het kan ook zijn dat BKK bij kinderopvangorganisaties navraag doet naar hun ervaringen en hun mening over de effectiviteit van de opleiding en het geleerde. Een opleidingsplan heeft een looptijd van maximaal twaalf maanden. Dit betekent echter niet dat de opleidingen binnen deze periode moeten zijn afgerond. Wel moeten de opleidingen van start zijn gegaan en de betalingen verricht zijn. Na deze periode van maximaal twaalf maanden kan de werkgever een nieuwe aanvraag indienen bij BKK. In lid 8 is geregeld dat de werkgever verplicht is op verzoek alle aanvullende informatie te verstrekken die BKK voor beoordeling van de aanvraag nodig acht. Zo kan BKK in het kader van de controle op het toepassen van de CAO Kinderopvang en het aantal werknemers het aansluitnummer bij PGGM vragen. In de leden 12 tot en met 16 wordt aangegeven dat werkgevers verantwoording afleggen over de besteding van de BKK gelden. Mocht een werkgever minder geld hebben besteed dan is toegekend dan wordt dit overschot verrekend met een nieuwe aanvraag of het overschot wordt teruggevorderd, indien geen nieuwe aanvraag wordt gedaan.
Artikel V Dit artikel omschrijft de thema’s waar de opleidingen op de BKK Lijst Opleidingen zich op dienen te richten. Deze thema’s zijn gekoppeld aan de vier opvoedingsdoelen uit de Wet kinderopvang en grotendeels afkomstig uit het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar, geschreven door Loes Kleerekoper en Elly Singer, uitgegeven door Elsevier Gezondheidszorg, 2009. Enkele thema’s zijn door BKK toegevoegd. Het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar wordt in opdracht van BKK ontwikkeld en zal eind 2010 gepubliceerd worden. De thema’s zoals opgenomen in dit artikel gelden zowel voor kindercentra 0-4 jaar, als voor kindercentra 4-13 jaar.
-8-
Reglement BKK Opleidingsbudget 090501
De thema’s gelden voor 2009, wellicht worden er in de volgende jaren thema’s aan toegevoegd. De opleidingen richten zich op: • pedagogisch medewerkers en • op hun direct leidinggevenden en/of op medewerkers die een rol hebben in hun opleiding, begeleiding en coaching. Kinderopvangondernemers nemen opleidingen voor beide groepen medewerkers op in hun opleidingsplan. Deze groepen medewerkers hoeven niet binnen hetzelfde thema opgeleid worden. Een tweetal voorbeelden: • Tien pedagogisch medewerkers van kinderopvangorganisatie X volgen een opleiding gericht op thema a ‘Veiligheid en welbevinden’. Tien andere pedagogisch medewerkers volgen een training op thema h ‘Basiscommunicatie’. Twee leidinggevenden volgen een training gericht op thema l ‘Observeren en plannen’. • Tien pedagogisch medewerkers van kinderopvangorganisatie Y volgen een opleiding gericht op thema g ‘Samenwerken op de groep’. Twee leidinggevenden volgen een training op ditzelfde thema, maar de inhoud van hun opleiding is niet gericht op de uitvoering maar op de coaching en begeleiding van pedagogisch medewerkers. Op de BKK Lijst Opleidingen staan per thema enerzijds opleidingen die zich richten op pedagogisch medewerkers én anderzijds opleidingen die zich richten op leidinggevenden en op medewerkers die een rol hebben in de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers. V.8 laat zien dat de opleidingen door een externe opleider gegeven kunnen worden (sub a) of door een werknemer van de werkgever zelf (sub b). Indien een externe opleider ingehuurd wordt om de training te verzorgen kan de training op een externe locatie verzorgd worden of op een locatie van de werkgever. Ook als een werknemer van de werkgever de opleiding verzorgt, worden de kosten door BKK vergoed.
-9-