-1-
Betreft: Willem Frans Theodoor Brijl, (oom Boy) en Louise Brijl-d’Hollosy, (Tante Iesje)
Herinneringen aan Boy Brijl, een bijna vergeten moedige Gezagvoerder van de K.P.M. (periode 17 mei 1897 tot 8 juni 1946) en zijn echtgenote Louise Brijl-d’Hollosy. Willem, Frans, Theodoor, BRIJL, of Boy zoals hij door zijn familie en door zijn collega’s altijd werd genoemd , kende eigenlijk sinds zijn prille jeugd slechts één verlangen, n.l. als hij groot was te gaan varen, het liefst in de zeeën rond de Indonesische Archipel. Hij werd op 17 mei 1897 te Soerabaja geboren, als oudste zoon van Opa Frans, Hendrik Brijl en Oma Anna, Julia, Geertruida Brijl-Hansen. Opa Frans Brijl was Agent van de K.P.M.(Koninklijke Paketvaart Maatschappij) en heeft in de periode dat hij bij de K.P.M. in dienst was (17-12-1892 tot 01-01-1918) op verschillende plaatsen in het voormalige Nederlands-Indië gewerkt. Naast Soerabaja heeft Opa Frans als Agent van de K.P.M. o.a. gewerkt in Sibolga (Tapanoeli) op Sumatra’s Westkust, Taroena / Sangihe eilanden (?) , Ternate en Boeleleng (Noord-Bali). Voor de K.P.M. waren de belangrijkste havens Batavia, Makassar, Singapore en Soerabaia. Als er maar even de mogelijkheid bestond, ging Boy met zijn vader mee naar Tandjoeng Perak (de Zilveren Haven) van Soerabaja en vergaapte hij zich aan al die prachtige schepen, die daar voor anker lagen. Ook mocht hij vaak met zijn vader mee aan boord van de K.P.M. schepen en dan genoot hij van al de mooie dingen van zo’n schip. Eind 1910 vertrok hij naar Nederland en ging samen met zijn jongere broer Robert in Haarlem wonen, om aldaar de middelbare schoolopleiding aan de H.B.S. te volgen. Boy en Robert waren sportieve jongens en beiden hebben enige tijd gevoetbald bij de Koninklijke HFC. In Haarlem had Boy intussen onderdak gevonden op de Zijlweg 37. Gedurende zijn verblijf in Holland trad oud-gezagvoerder van de KPM, dhr. H. Engelsman,als zijn toeziend voogd op.( zie bijlage 2a) Na het behalen van zijn HBS-diploma vertrok Boy op 21 september 1914 naar Den Burg op Texel , alwaar hij zich inschreef op de Zeevaartschool voor het cursusjaar 1914. Een heel fijn onderdak vond hij bij de familie Cornelis de Wijn en Bouke de Wijn-Knol aan de Kogerstraat 36 te Den Burg. In de Texelse Courant van 25 juli 1915 werd Boy Brijl speciaal vermeld dat hij was bevorderd naar het 2e studiejaar en dat hij voor vlijt, gedrag en vordering de 1e prijs had ontvangen, (zie bijlage 1 ). Na het behalen van zijn diploma in 1916 trad hij tijdelijk in dienst bij de Kon. Rotterdamse Lloyd en maakte enige reizen met s.s. Merauke naar Indië. Het s.s. Merauke had indertijd enige bekendheid gekregen, toen het schip tijdens WO I door de Amerikaanse Regering werd gevorderd om troepen naar Frankrijk te transporteren. Uiteindelijk werd het schip in 1917 weer aan de Rotterdamse LLoyd teruggegeven ,waarna het schip opnieuw werd omgebouwd tot passagiersschip (zie bijlage 2b ). Op 1 december 1917 trad Oom Boy in vaste dienst bij de K.P.M. .
-2Op 18 Augustus 1922 trad Oom Boy Brijl, die toen nog 1e Stuurman was, in de Kathedraal te Weltevreden (bij Batavia) in het huwelijk met zijn grote liefde, t.w. met Louise d’Hollosy, (Tante Iesje). Het werd een heel gelukkig huwelijk, dat helaas niet met kinderen werd gezegend. Als 1e en 2e Stuurman heeft hij o.a. gevaren met de schepen, s.s. G.G. Daendels, s.s. Merak en s.s. Van Heemskerk Nadat hij Gezagvoerder was geworden heeft hij het commando gehad over verschillende KPM-vracht/passagiers-schepen .Zo heeft hij o.a. het commando gevoerd over de schepen, s.s.Van Imhof, s.s. Both, s.s. Le Maire, s.s. Van der Lijn en m.s. Van Heutsz. Vanaf 18 nov. 1925- 18 aug.1926 hebben Oom Boy en Tante Iesje hun eerste z.g. “Europese verlof” opgenomen ( zie bijlage 3 ). Op 18 nov. 1925 vetrokken zij met het s.s. J.P. Coen vanuit Batavia naar Amsterdam. Onderweg deed het schip o.a. Sabang en Singapore aan. Na aankomst in Nederland verbleven zij enige tijd in het Park Hotel te Haarlem. Op 21 mei 1926 maakten zij een dagtochtje naar “Artis”. Verder zijn zij daarna ook enige dagen naar Nijmegen geweest en hebben toen o.a. het natuurgebied de Plasmolen bij Nijmegen bezocht. In Nijmegen zijn zij op bezoek geweest bij de fam Hansen thuis, die een woning hadden aan de Berg en Dalscheweg 164. noot:Uit dit bezoek aan de fam. Hansen, meen ik te moeten begrijpen, dat het hier vermoedelijk gaat om familie van Oma Moes Brijl-Hansen. Het echtpaar Hansen had 2 dochters. Mogelijk is ook, dat Oom Boy en Tante Iesje tijdens hun korte verblijf in Nijmegen bij het echtpaar Hansen hebben gelogeerd. In het verdere verloop van hun verlof hebben zij o.a. een bezoek aan London gebracht (begin April 1926) en vervolgens aan Parijs , Vichy en Lausanne. Eind juli 1926 stapten zij in Genua weer aan boord van het s.s. J.P. Coen voor de terugreis naar Indië. De zeereis ging deze maal via Port Saïd, Colombo en Sabang. Na te zijn teruggekeerd in Indië werd Oom Boy in Singapore geplaatst en werd dat dus zijn nieuwe “thuishaven”. Omstreeks nov. 1926 hadden Oom Boy en Tante Iesje een huis gehuurd aan de Orchard Road 112 te Singapore. Omstreeks september 1928 werd Oom boy overgeplaatst naar Makassar (Celebes, het huidige Sulawesi). Het echtpaar Brijl betrok vervolgens een woning aan de Schijfbergweg 2, te Makassar. Tijdens hun 2e verlofperiode naar Nederland (20 aug. 1930- 20 maart 1931), reisden zij op de heenreis met het s.s. J.P. Coen en op de terugreis met het s.s. Christiaan Huygens. Medio mei 1937 gingen Oom Boy en Tante Iesje voor de 3e maal met verlof naar Nederland en reisden op de heenweg met s.s. Marnix van St. Aldegonde. Het stormde daarbij erg op zee, waardoor Tante Iesje nogal wat last had gekregen van “zeeziekte”. Tijdens dit verlof bezochten zij verschillende plaatsen o.a. in Italië, Zwitserland en Oostenrijk. Na terugkeer in Indië (medio feb. 1938) kreeg Oom Boy opnieuw Makassar als standplaats toegewezen. Dat betekende voor Oom Boy en Tante Iesje toen heel goed nieuws, omdat zij
het liefst in Makassar wilden wonen.. Hun droomwens werd nog verder vervuld, toen zij een heel mooi en modern gebouwd huis konden huren, dicht bij de zee, aan de Bessiweg 11.
-3-
Tante Iesje was een enthousiast fotograaf, die tijdens al deze reizen veel foto’s had gemaakt. Verder had zij veel foto’s gemaakt in Singapore en Makassar, de plaatsen waar zij samen met Oom Boy vele jaren had gewoond. In haar foto-albums zijn ook foto’s te zien, die zij had gemaakt tijdens hun vakantietripjes in Indië. Toen Tante Iesje in 1977 in Nijmegen overleed, heeft zij haar fotoalbums nagelaten aan Marijcke Honnée. Medio April 2009 heeft Marijcke op haar beurt de albums aan mij geschonken, omdat zij vond dat ik als familielid daar meer emotionele banden mee had. Ik was daar natuurlijk heel erg blij mee! Want mede dankzij deze, veelal van onderschriften voorziene foto’s, was het voor mij nu mogelijk om over Oom Boy en Tant Iesje een wat vollediger verhaal te schrijven. Bovendien had ik van Paul van Dingstée - die het artikel in het Haarlems Dagblad had gelezen over mijn zoektocht om meer informatie over Oom Boy - foto’s toegezonden gekregen, die hij van zijn moeder had geërfd en die zijn moeder indertijd van Tante Iesje had gekregen(zij waren goede vriendinnen van elkaar). Het leuke van deze fotoserie is, dat de meeste foto’s, het nieuwe huis betreffen aan de Bessieweg 11 in Makassar. Zo was er op een foto de nieuwe vleugel van Tante Iesje te zien (Zij was heel muzikaal en speelde piano en accordeon). Ook waren er leuke foto’s van Oom Boy en Tante Iesje met hun nieuwe auto. Dramatische gebeurtenissen als gevolg van de oorlog met Japan in relatie tot onder meer Nederlands-Indië, Malakka, de Filippijnen en Australië. Doordat de Japanse strijdkrachten tijdens hun opmars snelle vorderingen maakten o.a. op Malakka, hadden de geallieerde troepen aldaar dringend behoefte aan versterkingen op het gebied van nieuwe gevechtseenheden en materieel. Op dat moment van de oorlog, voerde Oom Boy Brijl als Gezagvoerder het commando over het KPM schip, s.s.Van Der Lijn.(zie bijlage 4 ). Al direct in de 1e fase van de oorlog werd Oom Boy toen met zijn schip rechtstreeks betrokken bij de oorlogshandelingen. Op 2 januari 1942 kreeg hij opdracht om samen met nog enige andere KPM-schepen en onder begeleiding van de Nederlandse torpedojagers HMS. Evertsen en HMS. Van Nes in konvooi MS.2A, vanuit de Ratai-Baai (Zuid-Sumatra) 4000 militairen en hun materieel via de gevaarlijkste scheepsroute naar Singapore te transporteren. Vlak vóór zijn vertrek uit Batavia vond nog een laatste gesprek plaats tussen Oom Boy met zijn één jaar jongere broer Rob(mijn vader), die officier was bij de Genie van het K.N.I..L. Daarna zouden de beide broers elkaar nooit meer spreken De hulptroepen en hun materieel konden uiteindelijk veilig naar Singapore worden overgebracht.Ook de terugreis vanuit Singapore naar Makassar verliep niet met al te grote problemen.
-4-
Doordat intussen al gauw bleek, dat zowel Malakka als Ned. Indie en de Filipijnen binnenkort geheel door de Japanse strijdkrachten zouden zijn bezet besloot Oom Boy om, na toestemming te hebben verkregen van de Nederlandse Autoriteiten in Indië, met zijn schip naar Brisbane in Australië, uit te wijken ( zie bijlage 5 ). noot: Voor zover dat door mij kon worden nagegaan, is Tante Iesje toen met hem mee naar Australë uitgeweken. In Australie hebben Oom Boy en Tante Iesje , m.i.v. augustus 1942 een woning betrokken aan de 27 Napierstreet, Ascot, Brisbane ( zie bijlage 6 ). Oom Boy Brijl bleef tot omstreeks medio 1943 als Gezagvoerder het commando voeren over het s.s. Van Der Lijn. In deze gevaarlijke en moeilijke periode (zeemijnen en aanvallen van vijandelijke vliegtuigen en onderzeeboten) maakte hij met zijn schip deel uit, van verschillende geallieerde konvooien , die betrokken waren bij het vervoeren van geallieerde militairen met hun uitrusting en oorlogsmaterieel naar de verschillende oorlogstonelen, in de Z.O. Pasific. De meeste van de konvooien waaraan Oom Boy heeft deelgenomen, vertrokken vanuit Townsville (zie bijlage 5 ) naar o.a. Port Moresby, Milne Bay en Fall River. Vanaf medio 1943 voerde hij het bevel over het m.s. van Heutsz. en nam hij ook met dit schip aan een aantal konvooien deel. Nadat Oom Boy medio oktober 1944 ziek was geworden , is hij (na het einde van WO II) vermoedelijk tijdelijk met “recuperatieverlof” naar Nederland gegaan. Volgens dhr. Paul Dingstée heeft hij in die periode Oom Boy en Tante Iesje bij zijn ouders in Nederland ontmoet. Na terugkeer in Australië heeft Oom Boy vermoedelijk ook nog een korte tijd gevaren. Omstreeks medio mei 1946 werd hij plotseling ernstig ziek en is toen in een ziekenhuis te Sydney opgenomen. Aldaar overleed Oom Boy op 8 juni 1946. Vervolgens werd hij toen van Sydney naar Brisbane overgebracht en aldaar begraven op het Lutwyche Cemetery te Brisbane (zie bijlage 7 ).
Na het overlijden van Oom Boy bleef Tante Iesje nog tot omstreeks 1970 in Brisbane. Tante Iesje, die een heel gelovig Katholiek was, had veel voor de Katholieke Kerk ter plaatse gedaan. In 1970 besloot zij uiteindelijk om voor goed naar Nederland te vetrekken. In de periode dat zij in Nijmegen verbleef werd zij zeer ernstig ziek. Zij bleek tenslotte ongeneselijk ziek te zijn en overleed op 19 juli 1977. Na haar crematie werd haar urn met het stoffelijk overschot met een vliegtuig naar Australië overgevlogen . Aldaar werd zij, zoals zij dat altijd heeft gewild, tenslotte met haar geliefde man , Boy Brijl verenigd op het Lutwyche Cemetry in Brisbane en naast hem begraven. ( zie bijlage 8 ). Al haar aardse bezittingen heeft zij beschikbaar gesteld van de Katholieke Kerk in Brisbane.
-5-
Aan Oom Boy werd als Gezagvoerdervan de KPM door Hare Majesteit de Koningin bij K.B. van 25 februari 1947, no. 29 postuum het “Kruis van Verdienste”toegekend, met de mutatie: “die als gezagvoerder bij de Nederlandsche Koopvaardijvloot waardevolle diensten aan de oorlogsvoering bewees door gedurende meer dan twee jaren op moedige en beleidvolle wijze het gezag op zijn schip te hebben uitgeoefend in gebieden, waar door de oorlogsomstandigheden voortdurend groot gevaar van vijandelijke handelingen werden geloopen “ ( zie voorts bijlage 9).
noot: Met dit verhaal hoop ik ,dat Gezagvoerder W.F.Th. Brijl zijn plaats weer terug zal krijgen in de roemrijke geschiedenis van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij in Oorlogstijd en nooit in het vergeetboek zal geraken. ( zie bijlage 10 ).
J.Z.B. (drager Bronzen Leeuw).
Bronnen: - De K.P.M. in Oorlogstijd (1939-1945). - Een halve eeuw Paketvaart (1891-1941). - krantenartikelen ( bijgevoegd als bijlagen) - foto-albums van Louise Brijl-d’Hollosy (Tante Iesje). - Documentatie beschikbaar gesteld door de Gemeente Haarlem en de Gemeente Den Burg (Texel). - bijdragen van de leden van de Vereniging van oud-employé’s der K.P.M. - informatie verkregen van o.a. particulieren en instellingen.