ZZP Themavisie ING Economisch Bureau
Zzp tussen vrijheid en ambitie Minder groei, meer flexibel Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp) groeide de afgelopen jaren flink en nam ook in 2014 toe (+3,1%). Zzp’ers drukken daarmee een steeds groter stempel op het totale bedrijvenbestand. Hoewel een deel van de zzp’ers groei nastreeft is de doorgroei naar het zmp-schap (zelfstandige met personeel) zeer beperkt. Vrijheid en flexibiliteit zijn prioriteit. Explosieve groei zzp’ers De afgelopen jaren kende het Nederlandse bedrijfsleven een sterke groei van het aantal zzp’ers. Cijfers van het CBS wijzen op meer dan 170.000 extra zzp’ers in de periode 2007-2014. Dit betekent een groei van 27,2% (van 635.000 in 2007 naar 808.000 in 2014). Volgens de KvK bestaat inmiddels meer dan de helft (51,4%) van het bedrijvenbestand in Nederland uit zelfstandigen zonder personeel. De toename van zzp’ers is onder meer het gevolg van een veranderende, meer dynamische omgeving. Flexibiliteit is daarin steeds belangrijker. Veel organisaties kiezen sinds de crisis voor een kleiner vast personeelsbestand met daaromheen een flexibele schil. Dit resulteert in een toenemende vraag naar zzp’ers. Groei en doorgroei Op de lange termijn zou het aantal zzp’ers nog verder kunnen stijgen. Het CPB verwacht dat bij ongewijzigd (overheids)beleid het aandeel zzp’ers van één op acht werkende mannen in 2010 op kan lopen tot één op vijf in 2030. De overheid laat momenteel een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar zzp’ers uitvoeren om de trends en gevolgen van de snelle groei beter te begrijpen. Men wil o.a. de consequenties voor de economie, de solidariteit van de welvaartstaat en de overheidsfinanciën verder in kaart brengen. De resultaten worden in het voorjaar verwacht. Deze kunnen een belangrijke invloed hebben op de mogelijke hervorming van het belastingstelsel. Het Kabinet heeft namelijk het voornemen uitgesproken fiscale instrumenten in de toekomst te richten op ‘echt ondernemerschap’ en doorgroei. Hiermee moet de stap van zzp’er naar zmp’er (zelfstandige met personeel) makkelijker kunnen worden gemaakt. Vraag is of bij zzp’ers de wens ook aanwezig is groei te bewerkstelligen, laat staan zich te ontwikkelen tot ondernemer met personeel.
Figuur 1 Aantal zzp’ers blijft groeien 900 800 700
678
687
705
2008
2009
2010
728
752
784
2012
2013
808
635
600 500 400
300 200
100 0
2007
2011
2014
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau (cijfers zzp’ers volgens CBS op basis van Enquête beroepsbevolking EBB, 15-65 jaar en minimaal 12 uur / week werkzaam)
Zzp profiel Interessant is om te kijken waar de verschillen tussen zzp en zmp liggen. Wat zijn de achtergronden van deze groepen en wat drijft hen in het ondernemerschap. Zijn de ambities van zelfstandigen wezenlijk verschillend ten opzichte van ondernemers met personeel? Uit cijfers van het CBS zijn een aantal kenmerken te filteren. Zo bestaat bijna 2/3 van de zzp’ers uit mannen, maar is het aandeel vrouwen wel licht stijgend. De toename van mannen en vrouwen gaat meer gelijk op. Vooral in de gezondheidszorg, waar het aantal zzp’ers sterk stijgt, is het aandeel vrouwen hoog. Wat betreft leeftijden is groei met name waarneembaar in de hogere leeftijdsklassen. De groep tot 25 jaar blijft relatief klein met een aandeel van 4,1%. Binnen deze groep is sprake van zowel een hoge instroom als uitstroom.
Per saldo liep het aantal zzp’ers onder de 25 jaar in 2014 terug. De groep 25-35 jaar bleef stabiel met een aandeel van 16,6% Het merendeel van de zzp’ers is nog altijd te vinden in de hogere leeftijdscategorieën. Ruim een kwart van de zzp’ers bevindt zich qua leeftijd tussen de 35 en 45 jaar en 31,4% tussen 45 en 55. Het aandeel van de groep 55-65 bedraagt 21,5%. Vooral in deze laatste twee leeftijdsgroepen was in 2014 sprake van groei. Hun gezamenlijk aandeel (45+) liep op van 50,9% tot 53%. Naast geslacht en leeftijd is ook in opleidingsniveau een verandering te zien. Waar in het verleden middelbaar onderwijs domineerde is nu het aandeel van zzp’ers met een opleiding in het hoger onderwijs (hbo/universitair) het grootst (42,2%). In 2008 lag dit aandeel nog op 37,5%. Het aandeel lager opgeleiden is al enige jaren dalende. Samengevat wordt de groep zelfstandigen zonder personeel in Nederland gedomineerd door krachten uit de relatief oudere leeftijdsgroepen. Het aandeel vrouwen neemt langzaam toe en men heeft steeds vaker hoger onderwijs genoten. Hierin liggen een aantal verschillen opgesloten met zelfstandigen met personeel. Daar ligt het aandeel vrouwen op 28% en verandert het aandeel nauwelijks. Ook ligt de gemiddelde leeftijd bij zelfstandigen met personeel hoger en heeft men meestal middelbaar onderwijs genoten (43,8%).
Tabel 1 Zzp’er hoger opgeleid, minder uren, minder inkomen (kenmerken zzp en zmp) zzp
zmp
85% van de zelfstandigen met personeel gemiddeld 35 uur of meer per week draait, ligt dit percentage bij de zzp’er op 66%. Het persoonlijk inkomen van zelfstandigen met personeel ligt met gemiddeld ruim 53 duizend euro in 2012 ook een stuk hoger dan het inkomen van zzp’ers (zie tabel 1). Om inzicht te krijgen in welke bedrijfssectoren zzp’ers actief zijn is het noodzakelijk om cijfers van de KvK te bestuderen. Daaruit blijkt direct de dominantie van zakelijke dienstverlening. Deze sector wordt op afstand gevolgd door Bouw. Gezondheid plaatst zich als derde en kende het afgelopen jaar forse groei. Detailhandel, Cultuur / Sport / Recreatie en ICT maken de top 6 compleet. Tezamen zijn 70% van de zzp’ers actief in één van deze 6 sectoren. In de rest van het MKB (met personeel) zijn ondernemers relatief vaker actief in sectoren als de detailhandel, horeca en groothandel.
Figuur 2 Verdeling zzp’ers en ondernemers met personeel naar activiteit (sector) 2014 Horeca Logistiek
Industrie Land- en tuinbouw Groothandel ICT en media
Cultuur/sport/recreatie Detailhandel
64/36
man/vrouw
72/28
42,2%
percentage hoger onderwijs
36,7%
Gezondheid
20,7%
aandeel <35 jaar
12,8%
Bouw
33.000 euro
gem. persoonlijk inkomen
53.000 euro
66%
% dat >35 uur / week werkt
85%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Dienstverlenend Ruim driekwart van de zzp’ers biedt eigen diensten terwijl een kwart producten verkoopt. Onder zzp’ers die eigen diensten aanbieden is volgens het CBS vaker sprake van parttime werk. Binnen deze groep werkt 7,2% tussen 12 en 20 uur per week en 30% tussen de 20 en 35 uur per week. Binnen de groep zzp’ers die producten verkopen werkt slechts een kwart minder dan 35 uur per week. Tegelijkertijd ligt hun inkomen gemiddeld lager. Volgens het CBS lag het gemiddelde persoonlijk inkomen in 2012 van een zzp’er met eigen diensten op 35 duizend euro. De zzp’er die producten verkoopt moest het doen met gemiddeld 25 duizend euro. Op het gebied van werktijden en inkomen zijn de verschillen tussen zzp’ers en zelfstandigen met personeel groot. Terwijl
ZZP Themavisie 2
Zakelijke diensten 0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%
mkb met personeel
zzp
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Instroom en uitstroom Achter de algehele groei van het aantal zzp’ers gaat een hoge mate van dynamiek schuil. Zowel het aantal starters als het aantal stoppers is hoog. Het CBS ziet vooral instroom van mensen uit loondienst (werknemers). Daarnaast is de afgelopen jaren de instroom van werklozen flink toegenomen. Naast de instroom nam zoals gemeld ook de uitstroom toe. Iets meer dan de helft (54%) van de stoppers ging in loondienst. Er is echter ook een deel (15%) dat de werkloosheid is ingegaan. Het restant trok zich terug van de arbeidsmarkt.
Figuur 3 Na 5 jaar nog 52% zzp’ers ingeschreven als ondernemer, weinig doorgroei naar zmp’er zzp 57% 46% 69% 38% 67% 60% 44% 58% 58% 40%
overlevingsratio's mkb met personeel Zakelijke diensten 51% Bouw 46% Gezondheid 77% Detailhandel 46% Cultuur / sport / recreatie 57% ICT en media 52% Groothandel 46% Land- en tuinbouw 83% Industrie 60% Logistiek 56%
zzp
52% overlevers
> 5jr
48% uitgeschreven
zzp
in 2013 uitgeschreven: 54% loondienst 15% werkloos 31% uit arbeidsmarkt
zmp na 1 jaar 2% doorgroei na 3 jaar 3% doorgroei
Bron: CBS, KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Overlevingskans De KvK berekende onlangs dat de overlevingskansen van zzp’ers na 5 jaar op 52% liggen. Na die periode heeft dus 48% zich weer uitgeschreven als zzp’er. De overlevingskansen verschillen overigens per sector. In de detailhandel bedraagt deze slechts 38%, terwijl in de gezondheidszorg de kansen op overleven veel groter zijn (69%). Over het algemeen zijn de kansen voor mkb’ers (met personeel) de eerste 5 jaar te overleven per sector iets groter. Daar staat tegenover dat mkb’ers vaker te vinden zijn in sectoren waar de overlevingskans geringer is zoals detailhandel en horeca. Opmerkelijk genoeg is in de zakelijke dienstverlening, de sector met overall de meeste starters, de overlevingsratio van zzp’ers hoger dan die van ondernemers met personeel. De doorgroei van zelfstandige naar mkb is overigens niet groot. Van de in 2007 gestarte zelfstandigen had na 1 jaar slechts een kleine 2% personeel aangenomen en na 3 jaar 3%. Dit percentage stijgt ook op langere termijn nauwelijks. Er is dus vrijwel geen doorgroei van zzp’ers naar ondernemingen met personeel. Onderzoek De doorgroei van zzp’er naar zmp’er is dus vrij klein. Hier lijkt dus zeker niet altijd de ambitie te liggen van zzp’ers. Dit is ook deels terug te voeren op de sectoren waarin zzp’ers actief zijn. Om te kijken of er ook een wezenlijk verschil is in het ambitieniveau van zzp’ers en ondernemers met personeel liet ING Economisch Bureau een onderzoek uitvoeren onder een kleine 180 ondernemers. Van deze ondernemers was ruim 1/3 zelfstandige zonder personeel. Een kleine 40% heeft 2 tot 5 medewerkers en iets meer dan een kwart beschikt over meer dan 5 medewerkers. De ondernemers zijn onder meer ondervraagd over hun groeidoelstellingen en de wijze waarop zij groei denken te kunnen bewerkstelligen.
ZZP Themavisie 3
Eigen baas Ook werd ondernemers gevraagd naar de reden om een eigen bedrijf te starten. Bij zowel zelfstandigen als ondernemers met personeel eindigt de wens om eigen baas te zijn en zelfstandig te kunnen opereren duidelijk bovenaan. Bijna de helft van de zzp’ers en ruim een derde van ondernemers met personeel geeft dit als hoofdreden. Bij zzp’ers is wel vaker sprake van werkloosheid als reden. Ruim 1 op iedere 8 zzp’ers startte een onderneming omdat men werkloos was geworden. Niet ontevreden, wel onzeker Financiële motieven zijn zelden of nooit een reden om ondernemer te worden. Geen van de zzp’ers is zelfstandige geworden om een beter inkomen te genereren. Bij ondernemers met personeel gaat het slechts om een klein percentage (4,4%). Overigens is de meerderheid van de ondervraagde ondernemers niet ontevreden met zijn of haar inkomen. Onder zzp’ers ligt het percentage dat ontevreden is over het inkomen op 21,3%. Onder ondernemers met personeel is dit iets lager (15,8%). Wel vervelend volgens zzp’ers zijn de financiële risico’s die zij lopen en de onzekerheid omtrent werk en inkomen. Gevraagd naar positieve en negatieve aspecten van ondernemerschap dan plaatst 2/3 van de zzp’ers onzekerheid omtrent werk/inkomen in de top 3 van meest negatieve aspecten. Zzp’ers zijn op dit vlak vaak ook kwetsbaar door een relatief gering aantal opdrachtgevers. Uit recent onderzoek van Panteia onder zzp’ers blijkt dat drie op de tien éénpersoonsbedrijven de helft of meer van de omzet realiseert bij de belangrijkste opdrachtgever of klant. Ondernemers met personeel hebben in duidelijk mindere mate last van onzekerheid omtrent werk en inkomen (zie figuur 4). Wel worden financiële risico’s gezien als een negatief onderdeel van ondernemen. Met stip op nummer 1 op de lijst van negatieve aspecten staan administratieve verplichtingen.
Box 1 Reserves en pensioen Stichting ZZP Nederland (ondernemersorganisatie voor Zelfstandigen Zonder Personeel) publiceerde eind 2014 een onderzoek waaraan ruim 3.800 van haar leden meewerkten. Zij werden ondervraagd over omstandigheden en sociale voorzieningen. Van de respondenten werkt 81% minimaal 1225 uur per jaar als zelfstandige. Ruim de helft (55%) is afhankelijk van het inkomen dat men als zzp’er verdient. Anderen hebben een partner met inkomen en / of werken ook in loondienst. Van 52% bedraagt het inkomen (jaarwinst uit onderneming voor belasting en aftrekposten) minder dan 25.000 euro per jaar. Vooral startende zelfstandigen moeten het eerste jaar rekening houden met lage inkomsten (30% van hen heeft het 1e jaar een winst van minder dan 20.000 euro). Eén of de vijf (19%) zzp’ers beschikt niet over financiële reserves. Drie op de vijf (60%) hebben een reserve van 2 tot 12 maanden. Een minderheid (21%) kan het langer dan 12 maanden uithouden. Verder heeft 61% niets geregeld voor het pensioen. Ook heeft slechts 1/3 een AOV (arbeidsongeschiktheidsverzekering) afgesloten. Op initiatief van ZZP Nederland en drie andere zelfstandigenorganisaties is inmiddels een pensioenfonds ontwikkeld voor zelfstandigen op vrijwillige basis. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) kwam in januari 2015 met het advies zzp’ers te verplichten tot het opbouwen van pensioen.
Figuur 4 Vrijheid van handelen positief, onzekerheid negatief 40%
meest positieve aspect ondernemerschap
30%
20% 10% 0%
40%
34,4% 31,6%
18,0% 16,0%
11,5% 14,9%
vrijheid van handelen
klanten blij maken
uitdaging
zzp
zmp
meest negatieve aspect ondernemerschap
30% 20% 10% 0%
27,9% 12,3%
onzekerheid werk/inkomen
19,7% 21,1%
16,4% 14,0%
administrateve verpl. financiële risico's zzp
zmp
Bron: ING Economisch Bureau
Positieve aspecten Kijken we naar positieve aspecten van ondernemerschap dan is, zoals al eerder aangegeven, vrijheid van handelen voor zowel zzp’er als ondernemer met personeel zeer belangrijk. Ook zelfontplooiing en creatieve aspecten worden door beide groepen regelmatig in de top 3 geplaatst van positieve aspecten. Daarin duikt ook het blij kunnen maken van klanten regelmatig op. Verschillen tussen zzp’er en ondernemer met personeel zijn te vinden in de mogelijkheid flexibel te werken. Dit wordt door zzp’ers duidelijk vaker genoemd. Voor ondernemers met personeel lijkt die optie moeilijk te realiseren. Zij noemen vaker de uitdagingen van ondernemerschap, het ontwikkelen van eigen producten / diensten en het kansen benutten in de markt als positieve aspecten van ondernemerschap. Dat positieve aspecten de overhand lijken te hebben voor ondernemers blijkt uit het feit dat de ondervraagden veelal van plan zijn ook de komende jaren te blijven ondernemen. Van de zzp’ers denkt 84% over 3 jaar nog ondernemer te zijn. 15% is tegen die tijd met pensioen.
Van de ondernemers met personeel denkt 91% dan nog ondernemer te zijn. Vrijwel niemand van de ondernemers denkt er over na over 3 jaar (weer) in loondienst te zijn. Verder is van de zelfstandigen 87% gedeeltelijk of volledig eens met de stelling dat ondernemen hem of haar voldoening geeft. Bij de ondernemers met personeel ligt dit percentage op 94%. Overigens zijn er wel lichte zorgen over het ondernemingsklimaat in Nederland. Van de zelfstandigen zonder personeel is bijna 1/3 het oneens met de stelling dat ondernemen in Nederland steeds interessanter wordt. Iets meer dan een kwart is het wel eens met de stelling en ruim 40% antwoordt neutraal.
Figuur 5 Ondernemen geeft mij voldoening zmp zzp 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Volledig mee eens
Enigszins mee eens
Neutraal
Enigszins mee oneens
Volledig mee oneens
Bron: ING Economisch Bureau
ZZP Themavisie 4
To grow or not to grow? Het bewerkstelligen van groei is de laatste jaren zeker niet makkelijk geweest. Een kleine 30% van de zzp’ers stelt in 2013 groei te hebben bewerkstelligd tegenover 41% van de ondernemers met personeel. Over 2014 liggen de cijfers iets hoger (respectievelijk 38% en 53%). De ambities met betrekking tot groei verschillen tussen zzp’ers en ondernemers met personeel. Van de ondervraagde zzp’ers heeft 61% de ambitie om in 2015 te groeien. Bij de ondernemers met personeel ligt dit percentage op 88%. Het merendeel van de zzp’ers zonder groei ambitie is overigens tevreden met de huidige omvang van zijn of haar onderneming. Slechts een gering aantal wil inkrimpen. Van de zzp’ers met de ambitie tot groei denken overigens maar een aantal dit middels het aannemen van personeel te bewerkstelligen. Dit bevestigt de geringe doorgroei van zzp naar zmp, zoals aangegeven door het CBS (zie blz. 3). Men tracht vooral door meer opdrachten omzet en inkomen te verhogen. Middelen als het introduceren van nieuwe diensten of samenwerken met andere ondernemingen worden door ongeveer de helft van de zzp’ers gezien als mogelijkheden om tot groei te komen. Ruim 1/3 ziet het betreden van nieuwe markten binnen Nederland als kans tot groei. Ook ondernemers met personeel denken aan introductie van nieuwe diensten / producten en samenwerking. Daarnaast kijkt ruim de helft naar het verbeteren van processen / verhogen van efficiency. Verder overweegt bijna 1/3 nieuwe markten binnen Nederland te betreden. Verschil met zzp’ers is dat ook nog eens een kwart denkt aan het betreden van nieuwe markten buiten Nederland.
Figuur 4 Ambitie tot groei, veelal zonder personeel Ambitie om in 2015
Groei o.a. door
te groeien
aannemen personeel 88 %
100% 80%
100% 80%
61 %
60%
60%
40%
40%
20%
20%
8 %
17 %
0%
0% zzp
zzp
zmp
zmp
Bron: ING Economisch Bureau
ZZP Themavisie 5
zzp
zzp
zmp
zmp
Flexibele ondernemer in nieuwe realiteit Uit het voorgaande is onder meer duidelijk geworden dat zzp’ers veelal tevreden lijken met hun ondernemend bestaan. Hoewel soms noodgedwongen het ondernemerschap is gezocht koestert men veelal de hiermee gewonnen vrijheid. Het zelfstandig ondernemerschap voorziet in de mogelijkheid werk naar eigen behoefte in te kunnen richten. De meeste zzp’ers hopen ondernemer te kunnen blijven. Het ondernemerschap wordt echter niet in alle aspecten omarmd. Hoewel een meerderheid groei nastreeft loopt men qua ambities duidelijk achter bij ondernemers met personeel. Gemiddeld worden minder uren gewerkt en wordt er ook minder winst / inkomen gegenereerd. Ook is slechts een miniem deel van plan door te groeien tot zelfstandige met personeel. Zelfstandigen voldoen daarmee niet aan de definitie van ‘echt ondernemerschap’ zoals aangegeven door het Kabinet waarbij groei en werkgelegenheid centraal staan. De vraag is echter tegelijkertijd ook of dit wel altijd wenselijk is. Zo is bijvoorbeeld in de zakelijke dienstverlening de overlevingsratio van zzp’ers hoger dan van ondernemers met personeel. Het aannemen van personeel zal een zelfstandige zelf minder flexibel maken en dat is nu juist een kracht. Organisaties opereren namelijk in een steeds dynamischere omgeving, een nieuwe realiteit, waarin markten sneller veranderen. Het is voor organisaties moeilijk om op lange termijn vraag en benodigde capaciteit (aanbod) goed in te schatten. Om toch snel en efficiënt op veranderingen in te kunnen spelen is het daarom noodzaak flexibel te opereren. Zelfstandigen zonder personeel kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Deze kracht van flexibiliteit is ook de reden waarom zzp’ers een belangrijke en groeiende positie in de maatschappij innemen. Probleem is echter wel, zoals ook door de overheid aangegeven, dat de bijdrage aan het collectief onder druk komt te staan. Ook voor de zzp’er zelf lijkt de situatie tussen fiscaal voordeel enerzijds en onzekerheid en gebrek aan een vangnet anderzijds niet altijd in evenwicht. De overheid staat voor de opgave te zoeken naar een oplossing waarbij een nieuw evenwicht wordt gevonden, zonder de kracht van zzp’ers en het belang van hen voor de maatschappij teniet te doen.
Meer weten? Kijk op ING.nl Of bel met Max Erich, ING Economisch Bureau 06 83 63 57 85
[email protected]
Volg ons op Twitter: INGnl_Economie Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 26 februari 2015.