Zuidplas, van polder naar waterlandschap
Meervoudig ruimtegebruik in de Zuidplaspolder
Inzending prijsvraag Waterlandschap van de toekomst Martijn Scheerder Anneke van Mispelaar Vereniging Deltametropool Delft, februari 2001
95
Pagina
Inhoudsopgave
H1
Inleiding
99
H2
Kwesties waarop het plan een oplossing geeft
101
Watersysteem van de Zuidplaspolder Analyse watersysteem Kwesties watersysteem Ruraal systeem van de Zuidplaspolder Analyse ruraal systeem Kwesties ruraal systeem Infrastructuursysteem van de Zuidplaspolder Analyse infrastructuursysteem Kwesties infrastructuursysteem Urbaan systeem van de Zuidplaspolder Analyse urbaan systeem Kwesties urbaan systeem
101 101 103 103 103 107 109 109 109 111 111 111
Conclusie kwesties
111
Het idee
115
Hoe creëer je het Waterrijk? Hoe ziet het Waterrijk van de Zuidplaspolder eruit? Wat is er nieuw aan het Waterrijk?
115 117 123
H4
Omschrijving beoogde resultaat
125
H5
Consequenties voor water ter plaatse en in de omgeving
131
H6
Uitvoeringsstrategie
133
2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.4.2 2.5
H3 3.1 3.2 3.3
96
H7
Welke ruimtelijke functies worden gediend
135
H8
Disciplines
137
H9
Medewerkers
139
H10
Kennisverspreiding en bewustwording
141
Innovatieve Glastuinbouw
143
Robuuste verbinding
145
Water wonen
147
Woontorens in het water
149
97
98
1.
Inleiding
Nederland is nooit af en er zal altijd de noodzaak zijn van het steeds maar weer blijven afwegen van ruimtelijke belangen. Wat is er dan nieuw aan de opgave voor de komende decennia? Antwoord is: Het water. Water vraagt ruimte e Het rapport van de Commissie Waterbeheer 21 Eeuw liet niets te raden over: wanneer er niets gebeurt aan allocatie van water, dan zal het water daar zelf wel voor zorgen. Voorbeelden te over van gevallen waar dit reeds is gebeurd. In het Westland en langs de grote rivieren is voor miljoenen schade aangericht door hoog water en overvloedige regenval. Het wordt steeds moeilijker om het water buiten de deur te houden. Er lijkt een eind te zijn gekomen aan technische oplossingen die ons tegen het wassende water kunnen beschermen. Daarom wordt er gezocht naar alternatieven om het water een plek te geven in onze rijke geschiedenis van ruimtelijke ordening en waterbeheer. “Ruimte voor water” is nu het devies, in plaats van het buiten de deur houden ervan. Buiten de ruimtelijke aspecten die bij het zoeken naar ruimte een rol spelen, is er ook een veranderende attitude van de betrokken partijen voor nodig. En betrokken zijn wij allemaal. Bij de ruimtevraag vanuit water, waar het gaat om de veiligheid en duurzaamheid voor de toekomst, kunnen geen compromissen gemaakt worden. De noodzaak tot accommodatie is een gegeven, er kan geen keuze gemaakt worden over of het water wel of niet een plek moet krijgen in Nederland. Het heeft dan ook geen zin om een bedreiging te zien in het water. De vernieuwende mogelijkheden die het water biedt om (bijna letterlijk) een verfrissende kijk op de ruimtelijke ordening te geven moeten gegrepen worden als een grote kans. De mogelijkheden tot benutting van die kans zijn legio.
In deze studie is het water de onderlegger en basis voor de organisatie van de andere grondgebruikfuncties. De andere functies worden hier overheen gelegd als een serie transparanten. Een doorkijk laat dan de mogelijkheden en onmogelijkheden zien. Combinatie met andere functies gaat dan als vanzelf. Ruimte bieden voor water blijkt dan ineens niet zo’n grote bedreiging te vormen als dat eerder werd gedacht. Zuidplaspolder; een verkenning Wij hebben ons gewaagd aan het onderzoeken van de mogelijkheden van meervoudig ruimtegebruik in de Zuidplaspolder. Deze droogmakerij ligt in Zuid-Holland, ten westen van Gouda en ten noordoosten van Rotterdam. Het is de diepste polder van Nederland. Aangezien water van hoog naar laag stroomt staat het watervraagstuk hier prominent op de voorgrond, nu men spreekt over woningbouw en glastuinbouw in de Zuidplaspolder. De Zuidplaspolder heeft de bijnaam Rommelpolder. De zware ruimteclaims die nu op de polder liggen, vormen de uitdaging iets moois van de polder te maken. Het water speelt hierbij de belangrijkste rol. Het doel is een duurzaam systeem te ontwerpen waarin de huidige en toekomstige functies van de polder een plek hebben; een leefomgeving te creëren (noem het een stadslandschap) met vele gebruiksmogelijkheden. Kader en achtergrond Binnen het kader van een afstudeeronderzoek over meervoudig ruimtegebruik en water in opdracht van de Vereniging Deltametropool onderzochten wij de mogelijkheden in de Zuidplaspolder. Anneke van Mispelaar Martijn Scheerder Amsterdam / Delft, november 2000 – februari 2001
Het water biedt uitstekende mogelijkheden tot het combineren van functies. In de traditionele ruimtelijke ordening in Nederland worden e functies naast elkaar, in de 2 dimensie, geplaatst. Wanneer een bepaalde ruimte mogelijkheden biedt voor meer dan één functie, dan werd er een keuze gemaakt voor één van de twee.
99
100
2. Kwesties waarop het plan een oplossing geeft Wij onderscheiden in de Zuidplaspolder vier afzonderlijke ruimtelijke systemen die elkaar beïnvloeden: het watersysteem, het ruraal systeem, het infrastructuursysteem en het urbaan systeem. Wanneer deze deelsystemen in evenwicht (harmonie) zijn, bestaat er ruimtelijke kwaliteit. Op basis van de kwetsbaarheid van elk systeem bestaat er een zekere hiërarchie in de wijze waarop we deze systemen benaderen. Het watersysteem is het belangrijkste systeem, gevolgd door het ruraal en infrastructuursysteem, het urbaan systeem tenslotte wordt beschouwd als 1 het minst kwetsbaar . In elk systeem spelen kwesties die een grote aanslag doen op het labiele evenwicht.
2.1 Watersysteem van de Zuidplaspolder 2.1.1 Analyse watersysteem De dijk langs de Hollandse IJssel maakt deel uit van dijkring 14. Dit betekent dat deze dijk het hele gebied tot het Noordzeekanaal (ten westen van het Amsterdam-Rijnkanaal tot de Noordzee) beschermt tegen de zee. De Zuidplaspolder is een droogmakerij. Om die belangrijke dijk langs de Hollandse IJssel tegen doorbraken van binnenuit te beschermen is rond 1836 besloten de waterplas (ontstaan is door het weg graven van het veen) droog te malen. De Zuidplaspolder maakt deel uit van de ZuidHollandse droogmakerijen, het ligt echter op de overgang van veen naar klei. Diepste polder De Zuidplaspolder is de diepste polder van Nederland. Vanaf het hoogste punt bij Moerkapelle (4,5 m onder NAP) loopt de polder af tot bijna 7 meter onder NAP bij Nieuwerkerk aan de IJssel De bodem in de polder zakt per jaar ongeveer 7 tot 10 mm. Het oppervlaktewater in de Zuidplaspolder is geheel onder beheer van het hoogheemraadschap van Schieland.
1
Ontwikkelingsconcept Deltametropool. Prof. Ir. D.H.F. Frieling, agent Vereniging Deltametropool. Delft, november 2000.
Boezem: Buitenwater:
Ringvaart Hollandse IJssel
Aan de rand van de polder staan 2 gemalen (Zuidplas en Abraham Kroes) die het water vanuit de polder de Ringvaart inpompen. Het gemaal Abraham Kroes pompt het water vanuit de Ringvaart de Hollandse IJssel in. Het water ten zuiden van de spoorlijn Den Haag - Gouda gaat via gemaal Abraham Kroes de Ringvaart in en het water ten noorden hiervan gaat via gemaal Zuidplas in de Ringvaart. Grondwatersysteem Vanwege de diepe ligging komt er veel kwel voor in de Zuidplaspolder. Drie grondwatersystemen zijn van invloed op de polder: 1. Het Rijnsysteem: water geïnfiltreerd vanuit de Lek komt vooral in het zuidelijk deel van de polder voor. 2. Zoetermeersysteem: dit is een diep systeem met fossiel, zeer oud, grondwater en wordt niet meer aangevuld. Dit systeem is vooral van invloed op de westelijk deel van de polder en zorgt voor zoete tot licht brakke kwel. 3. Het subsysteem van de Hollandse IJssel veroorzaakt zoete kwel in de nabije omgeving van deze rivier. Het kwelwater beïnvloedt op vele plaatsen het oppervlaktewater, zowel in positieve als in negatieve zin. Zoute kwel komt slechts plaatselijk voor, door het verder verlagen van de grondwaterstand en de bodemdaling zal het naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst wel toenemen. Water te veel: Overtollig water wordt vanuit de polder via de twee gemalen in de Ringvaart gepompt. Via gemaal Abraham Kroes wordt het geloosd op de Hollandse IJssel. Water te weinig: In de zomer wordt water uit de Hollandse IJssel en eventueel ook vanuit de Rotte de polder ingelaten om te zorgen dat het waterpeil op niveau blijft. Inlaat van water is ook nodig om ‘natuurlijke’ verzilting tegen te gaan en te voorkomen dat het met nutriënten vervuilde kwelwater de kwaliteit van het oppervlaktewater teveel beïnvloedt. In een zeer warme zomer zoals 1976 moest er 15 miljoen m3 water ingelaten worden. In een normale droge zomer wordt 10 miljoen m3 water ingelaten.
101
102
Natuurwaarden Plaatselijk komt in de polder zeer voedselarm kwelwater naar boven. Hierdoor groeien in de gewone boerensloten planten die internationaal van belang zijn, zoals de Pilvaren. Ook de Vlottende Bies en Kleinste Egelskop (planten die in Nederland zeldzaam zijn en voor Zuid-Holland bijzonder) komen in de polder voor. Om deze natuurwaarden te beschermen is er een hydrologisch aandachtsgebied aangewezen.
uit de Rotte gehaald kan worden is te weinig om de hele polder van zoet water te voorzien.
2.1.2 Kwesties watersysteem
Kortom: in de toekomst kan niet meer water de polder uit gepompt worden en kan minder water de polder ingelaten worden. De toekomst kan al zeer snel zijn als het verhard oppervlak in de polder ineens toeneemt, of de Haringvlietsluizen bij wijze van spreken morgen opengezet worden. We zullen dus water in de polder moeten vasthouden en hiervoor nu al ruimte moeten inrichten.
De oorzaken van de kwesties die nu en in de toekomst gaan spelen in de Zuidplaspolder zijn van algemene strekking: – Klimaatverandering: er valt meer neerslag, in heviger buien. – Bodemdaling: grondwaterstand kan niet alsmaar meezakken – Minder zoet water beschikbaar (open zetten Haringvlietsluizen) – Verhard oppervlak neemt toe. Dit levert voor de Zuidplaspolder de volgende kwesties op: Nu Toekomst − Bodemdaling, grondwaterstand − Te kleine capaciteit boezem kan niet mee zakken − Inlaat gebiedsvreemd water − Te weinig van slechte kwaliteit in de bergingsmogelijkheden tijdens zomer (doorspoelen) seizoenspieken / calamiteit − Waterkwaliteit: met nutriënten − Zoet watertekort in de zomer vervuilde kwel en lokaal te hoge chloride-gehalten – Water speelt slechts een zeer beperkte rol in de polder Het is vreemd; in de polder met het laagste punt van Nederland (-6,74 meter onder NAP), is slechts 2% van het grondoppervlak bedekt met water. Aan niets is te zien dat we zoveel meters onder de zeespiegel leve n. We zijn ons niet eens bewust van het feit dat het mogelijk maken van dit normale leven zo diep onder zeeniveau, zo’n opgave is. Rond het laagste punt van Nederland speelt water in het landschap een ondergeschikte en onzichtbare rol.
Klimaatverandering en de toename van verhard oppervlak maken de capaciteit van de boezem (die nu al krap is) in de toekomst zeker te klein. Er is dan gewoon geen ruimte genoeg om al het water dat niet in de bodem kan zakken en dat extra valt, af te voeren naar de Hollandse IJssel.
2.2 Ruraal systeem van de Zuidplaspolder 2.2.1 Analyse ruraal systeem Landschap De polder maakt deel uit van de Zuid-Hollandse Droogmakerijen. Een grote hoeveelheid veen is weggegraven voor de turfwinning. Hierdoor ontstonden grote plassen met smalle dijken tussendoor waarop de dorpen ontstonden. De Zuidplaspolder ligt op de overgang van veenweidelandschap naar het droogmakerijenlandschap. Het veenweidelandschap met de smalle slagenverkaveling zoals in de Krimpenerwaard zien we ook in het zuidelijk deel van de polder. Noordelijk gaat die verkaveling over in blokverkaveling. Dit hangt samen met de bodem: gedeeltelijk afgegraven veen in het zuiden en zware zeeklei in het noorden. Het grondgebruik paste zich in eerste instantie aan de ondergrond aan: grasland t.b.v. de melkveehouderij in het zuiden en in het noorden akkerbouw. In het overgangsgebied vinden we op de lichte klei enkele boomgaarden. De polder ligt aan de rand van het Groene Hart. De cultuurhistorische kwaliteit van de polder werd evenals de rest van het Zuid-Hollandse
Door het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen is het water in de Hollandse IJssel tijdens droge tijden te zout om in te laten. Het water dat
103
Grondgebruik Landelijk
Stedelijk
% 82.5 Water Grasland Akker Fruitteelt Glastuinbouw Bos, natuur en recreatie 9.4 Bedrijventerrein Woongebied 7.5 Wegen en spoorlijnen
Infrastructuur Totaal (bron: CBS statistiek 1997 Arc-vieuw)
Oppervlakte (ha) % 77 1702 1392 33 394 83 134 283 334 4432
Landelijk, excl. Glastuinbouw (73,3%) Glastuinbouw (8,9%) Stedelijk, woongebied (6,4%) Stedelijk, bedrijventerrein (3,0%) Infrastructuur (7,5%)
104
1,7 38,3 31,4 0,0 8,9 1,9 3,0 6,4 7,5 99,4
105
106
2
droogmakerijengebied gekwalificeerd als basiskwaliteit . Het vormt de toegang tot zowel de regio Haaglanden als de regio Rijnmond. De verkaveling van de polder is bijzonder rationeel en recht; afgestemd op de agrarische productie, maar ook gunstig voor verstedelijking en ontsluiting. De polder die 160 jaar geleden volledig open was is in de loop van de tijd dichtgeslibd met grootschalige infrastructuur, woonwijken aan de randen, bedrijventerrein langs de snelwegen en glastuinbouw. De massa-ruimte verdeling is zeer gefragmenteerd. Vanaf bepaalde plekken heb je op de ringdijk een prachtig weids uitzicht naar beide kanten. 3
Grondgebonden landbouw De akkerbouw-, melkveehouderij- en combinatiebedrijven domineren de ruimte in de Zuidplaspolder. De akkerbouwers doen het in het gebied Zoetermeer-Zuidplas beter dan in de rest van Nederland, dit komt door het verbouwen van goedrenderende gewassen (spruitjes, prei en kool) en de goede productieomstandigheden (bodem en verkaveling). De melkveehouderijsector is zwakker, er zijn een paar grote bedrijven en de rest is erg klein. De productieomstandigheden zijn niet optimaal en zullen in de toekomst niet structureel verbeteren (verzilting, te kleine drooglegging door de bodemdaling). Slechts 30% van de 50+ boeren heeft een opvolger. 87% van de weidegrond hebben de melkboeren in eigen bezit. Dit is wellicht een reden waarom het aantal landbouwbedrijven stabiliseert (in tegenstelling tot de landelijke trend). Grondbezitters wachten met de verkoop van de grond vanwege de vele ruimteclaims, verkoop met de bestemming wonen levert 3 tot 4 keer zoveel op. 2
Glastuinbouw De glastuinbouw is sterk vertegenwoordigd in het aantal bedrijven. De drooglegging van het glastuinbouwgebied nabij Nieuwerkerk is gering, dit 2
Cultuurhistorie in het Groene Hart, een overzicht en een waarderingskaart. Prof. Dr. G.J. Borger en drs. P.H.C. Vesters. Amsterdam, september 1996. 3 Agrarische structuurvisie Zoetermeer-Zuidplas. Eindrapportage. KPMG, bureau voor economische argumentatie. In opdracht van DLG, regio west. Hoofddorp, 1 februari 2000.
werkt kostenverhogend en kan op termijn voor grotere problemen zorgen. De Zuidplaspolder is geliefd als vestigingsplaats voor tuinders; het is dicht bij het Westland (slechts 35 km). Er is een goede aansluiting op het wegennet en een goede verkaveling. Natuurwaarden De natuurwaarden in de Zuidplaspolder zijn gerelateerd aan het agrarisch gebruik van de grond (weidevogels) en de lokale voedselarme kwel (zeer bijzondere vegetatie zoals de pilvaren in de gewone boerensloot). De oostrand van de polder wordt beschreven als een goede biotoop voor 4 amfibieën en de ringslang . De Randstadgroenstructuur voorziet in de aanleg van het Bentwoud en een zeer minimale verbindingsstrook met de Krimpenerwaard. Recreatie Rondom de polder liggen een groot aantal recreatiegebieden; ’t Weegje (W) bij Gouda, de Reeuwijkse Plassen (RP), de Krimpenerwaard (K), de Rottemeren (RM) en het Bentwoud (B). De Zuidplaspolder wordt dan ook vooral gebruikt om doorheen te fietsen, van de ene bezienswaardigheid buiten de polder naar de ander. Over het deel van de Ringvaart vanaf het Abraham Kroesgemaal tot Zevenhuizen kan je varen met motorboten richting de Rotte. Om het recreatietoervaartnet uit te breiden is een vaarverbinding rondom de Zuidplaspolder met aansluiting op de Rotte gewenst.
2.2.2 Kwesties ruraal systeem De grote druk vanuit het urbane systeem is bedreigend voor het rurale systeem. De stedelijk invloed is overal voelbaar, hoewel slechts 10% uit stad of dorp bestaat. De kwesties die spelen in het rurale systeem van de polder hebben dan ook allemaal te maken met deze gronddruk: – Toekomst grondgebonden landbouw – Verrommeling van de polder – De polder heeft geen landschappelijke aantrekkingskracht van zichzelf
4
Streekplan Zuid-Holland Oost. Provinciale staten van Zuid-Holland, 31 maart 1995.
107
108
De aanleg van het Bentwoud kan ook ten koste gaan van de akkerbouw in de Zuidplaspolder omdat het aaneengesloten areaal akkerbouwgrond dan te klein wordt (minimaal 2500 ha aaneengesloten). De melkveehouderij kan alleen overleven door de bedrijven te vergroten en de bedrijfsvoering aan te passen aan de lastige productieomstandigheden door bijvoorbeeld 3 biologisch te gaan produceren . De gronddruk vanuit het watersysteem (ruimte voor water), het urbane systeem (woningbouw) en het vervoerssysteem (verbreding snelweg en aanleg nieuwe railverbinding) kan deze extensivering wel eens onmogelijk maken. Onder de noemer verrommeling plaatsen we versnippering van de open ruimte door de verspreide aanleg van kassen, de bouw van een bedrijventerrein midden in de polder en als gevolg hiervan het onherkenbaar worden van het landschap. De Zuidplaspolder dreigt een plek te worden waar we allerlei functies plaatsen die we liever niet zien in de Hoekse Waard of in de rest van het Groene Hart. Door allerlei ongecontroleerde ontwikkelingen heeft de Zuidplaspolder het imago van de Rommelpolder. Het water speelt in deze laagste polder van Nederland slechts een zeer minimale rol. Aan niets is te zien dat we zoveel meters onder zeeniveau leven, en dat hiervoor veel werk verzet moet worden door het hoogheemraadschap van Schieland. De structuren die het landschap uniek maken worden onzichtbaar door ad hoc vestiging van grootschalige woon-, waterof glastuinbouwlocaties. De belevingsmogelijkheden en kwaliteit worden beperkt door monofunctionele invulling van het landelijk gebied van de Zuidplaspolder.
2.3 Infrastructuursysteem van de Zuidplaspolder 2.3.1 Analyse infrastructuursysteem Grootschalige infrastructuur:
A12 Den Haag - Utrecht A20 E 25 Rotterdam – Utrecht Spoorlijn Den Haag – Utrecht Spoorlijn Rotterdam – Utrecht Spoorlijn Leiden–Utrecht (Rijn-Gouwe Lijn)
Genietend van het weidse uitzicht zoef je per trein of auto in minder dan 5 minuten door de Zuidplaspolder heen. De bereikbaarheid van de Zuidplaspolder vanuit de grote steden van de Deltametropool per auto is uitstekend. De polder is hierdoor geliefd als vestigingsplaats voor glastuinbouw en transport- en distributiebedrijven. Zo vinden we midden in de polder tussen de A20 en de spoorlijn het distributiecentrum van Intertoys en Beversport en Frans Maas transportbedrijf. Transportbedrijven zijn gerelateerd aan de glastuinbouw vanwege het vervoer van bloemen en omdat de transportbedrijven soms van tuinderzonen zijn die niet in de kas aan de slag gingen. Ontwikkelingen - Magneetzweeftrein: Rondje Randstad magneetzweeftrein en overstappunt bij afslag Moordrecht (Siemens plan). - Hoge snelheidslijn (station ten oosten van Zoetermeer). Gevolg voor Zuidplaspolder is dat het de dichtstbijzijnde stille plek nabij het HSL station wordt. - Metro Rotterdam voor Nesselande (vinex wijk) komt tot Nieuwerkerk, mogelijkheid om deze uit te breiden de polder in. Mogelijke ontwikkeling lightrailnet regio Rijnmond.
2.3.2 Kwesties infrastructuursysteem Capaciteit De capaciteit van de rijkswegen A12 en A20 laat te wensen over. De A20 van Rotterdam naar Gouda en de A12 Van Gouda naar Utrecht zijn in de ochtendspits de drukste wegen in Zuid-Holland. Deze wegen hebben een onbetrouwbare reistijd. De vertraging varieert van dag tot dag tussen de 0 5 en ruim 20 minuten . Aanpassingen zijn onder andere te vinden in een verbreding van de wegen, het aanleggen van betaalstroken, het heffen van spitstarieven, enzovoort. De A20 tussen Moordrecht en Nieuwerkerk aan de IJssel is hiervoor al aangewezen als heffingspunt voor het spitstarief.
5
Website Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2001, http:/www.minvenw.nl
109
110
Verstorend effect De infrastructuur heeft in de Zuidplaspolder zelf vooral een verstorend en versnipperend effect. Het doorsnijdt de polder: waar de polder vooral een rechtlijnige opbouw kent, heeft de infrastructuur een diagonale richting. Bovendien ligt de infrastructuur op een dijk die een paar meter boven het maaiveld ligt. De polder wordt hierdoor zowel fysiek als visueel doorsneden door wegen en spoorwegen. De infrastructuurknoop maakt de polder geschikt voor het ontwikkelen van een multimodaal knoop- en overstappunt. Echter Alexander, station Gouda en Zoetermeer (HSL station) hebben ook die mogelijkheden. De vraag is of dit knooppunt kan concurreren met Alexander, Gouda en Zoetermeer. Een tweede overweging is de vraag of je wel zo’n intensieve knoop wilt ontwikkelen in een polder waar nu nog weidse uitzichten zijn.
2.4 Urbaan systeem van de Zuidplaspolder 2.4.1 Analyse urbaan systeem wonen Ontstaan van steden en dorpjes langs de rivieren: – Gouda bij monding Gouwe in Hollandse IJssel – Waddinxveen langs de Gouwe – Moordrecht langs ringdijk en Hollandse IJssel – Ontstaan langs de dijken tussen de voormalige veenplassen: Zevenhuizen, Nieuwerkerk, Moerkapelle Alle dorpen zijn voor hun uitbreidingen de polder ingetrokken. Nieuwerkerk en Waddinxveen hebben allebei hun wijk Zuidplas. Hier bovenop komt ook de druk vanuit de steden Rotterdam en Gouda. Rotterdam ziet graag 10.000 à 15.000 woningen in de polder over ongeveer 20 jaar, terwijl Gouda al jaren plannen heeft voor de wijk Westergouwe (4500 woningen). Tussen bedrijventerrein Coenecoop en de wijk Zuidplas ten westen van Waddinxveen zou de gemeente op termijn de woonwijk Triangel willen bouwen. Net buiten de polder, ten noord-westen van Nieuwerkerk aan de IJssel, bouwt Rotterdam de goudkustwijk Nesselande. Er worden 5000 woningen gebouwd in de duurdere prijsklasse; een vinex opgave. De bouw is hier al gestart.
Bedrijventerrein De bedrijventerreinen worden ontwikkeld nabij de snelwegen. Ten noorden en zuiden van de A12, nabij het bestaande bedrijventerrein heeft Waddinxveen plannen voor een bedrijventerrein van 25 ha en 35 ha reserve. In de lus tussen de A12, de Ringvaart en de spoorlijn wil Gouda het bedrijvencomplex Gouwe Park aanleggen (bruto 55 ha, netto 43 ha).
2.4.2 Kwesties urbaan systeem Een probleem in de Zuidplaspolder is dat de polder is opgedeeld in 5 gemeenten: (Nieuwerkerk aan den IJssel, Moordrecht, Gouda, Waddinxveen, Zevenhuizen-Moerkapelle). Iedere stedelijke kern ‘snoept’ een stukje Zuidplaspolder af voor realisatie van nieuwbouwwijken. Bovendien kijkt ook de grote buurman Rotterdam ook reikhalzend naar de Zuidplaspolder. Midden in de polder ontwikkelt zich een bedrijventerrein (gemeente Waddinxveen). Deze stedelijke ontwikkelingen versnipperen de open ruimte en maken de polder een verzameling van stedelijke functies. De plannen voor de wijk Oostergouwe bij Gouda (4500 woningen) zijn een illustratie van de problematiek. Ze zijn gepland in het laagste en meest landelijke deel van de polder waar de bodem bestaat uit onstabiel restveen. De Zuidplaspolder is een zoekgebied voor een groot aantal woningen ten beohoeve van de woningbehoefte voor Rotterdam. Er zouden 10.000 tot 15.000 woningen moeten komen op een termijn van ongeveer 20 jaar.
2.5 Conclusie kwesties Alles kan in de Zuidplaspolder. De strakke verkaveling, de goede ontsluiting, de strategische ligging, de stevige kleigrond en zo verder, maken de polder geschikt voor velerlei activiteiten. Vanwege de ligging in het Groene Hart moesten stedelijke ontwikkelingen tot nu toe zoveel mogelijk ongezien plaats vinden. En zo doken er her en der in de polder baggerdepots, kassen en woonwijkjes op.
111
112
Alles mag in de Zuidplaspolder In de vijfde nota ruimtelijke ordening worden de grenzen van nationaal landschap het Groene Hart bij de Zuidplaspolder ter discussie gesteld. Met name in de driehoek Gouda, Zoetermeer, Rotterdam wordt gezocht naar ruimte voor woningbouw. De provi ncie heeft groen licht gegeven voor 200 ha glastuinbouw. In de Zuidplaspolder moet een parklandschap verrijzen. Wie het eerste komt wie het eerste maalt. Zelden zijn het de belangen van het watersysteem of ruraal systeem die aan het langste eind trekken.
113
114
3. Het idee Door het rigoureus vergroten van de hoeveelheid oppervlaktewater creëer je een waterrijk; een waterlandschap van de toekomst. De ruimte voor waterberging wordt in het waterrijk voor velerlei doeleinden gebruikt. Hierdoor laten we de ruimtelijke kwaliteit, bruikbaarheid en duurzaamheid toenemen.
Er is een hiërarchie in de deelsystemen, afhankelijk van de kwetsbaarheid ervan: watersysteem komt op de eerste plaats, daarna het ruraal- en transportsysteem, tenslotte het urbaan systeem. De benadering van de ruimte vanuit vier systemen is vernieuwend. Het watersysteem is voor ons uitgangspunt bij het benaderen van de problemen van de Zuidplaspolder. Hierbij hebben we onszelf een aantal uitgangspunten gesteld die aan de basis liggen van het oplossen van de kwesties in de Zuidplaspolder.
Waterrijk; waterlandschap van de toekomst Hoe creëer je het waterrijk? Hoe ziet het waterrijk van de Zuidplaspolder eruit? Wat is er nieuw aan het waterrijk?
3.1 Hoe creëer je het waterrijk? Kwesties die spelen in de ruimtelijke ordening zijn complex. De samenhang tussen de verschillende problemen vraagt om een integrale oplossing. Omdat water en waterbeheer voorwaardenscheppend zijn voor alle activiteiten die zich afspelen in de Deltametropool vormt de insteek vanuit water hét uitgangspunt voor de integrale aanpak. In gebieden waar alles mag, geldt vaak het recht van de sterkste. Functies als wonen, bedrijvigheid en glastuinbouw (uit het urbane systeem) winnen het maar al te vaak van akkerbouw of waterberging (uit het rurale en watersysteem). Om ad hoc inrichting van de ruimte te voorkomen moet je te werk gaan met een zorgvuldig ontwikkelde strategie waarbij het streven naar duurzaamheid een belangrijke rol speelt. Zo’n strategie kan er als volgt uit zien: 1. Watersysteem op de eerste plaats 2. Van bedreiging naar kans 3. Geen keuze maar combinatie 4. Ontwerp van het watersysteem Ad. 1 Watersysteem op de eerste plaats Deltametropool, een verzameling van verschillende deelsystemen en ruimtelijke kwaliteiten, wordt gedefinieerd als het labiel evenwicht (harmonie) tussen de deelsystemen.
Ad. 2 Van bedreiging naar kans Met het watersysteem als invalshoek komen de kwesties van de Zuidplaspolder in een ander daglicht te staan. Waar we voorheen bedreigingen zagen, zien we nu kansen wanneer er gecombineerd wordt met water. Door de kansen aan te grijpen en uit te vergroten kunnen oplossingen worden gevonden voor problemen die spelen in de Zuidplaspolder. De kans voor de polder vormt het water. Voor de toekomst vraagt het water ruimte, evenals glastuinbouw, wonen en bedrijvigheid. Het combineren van deze verschillende ruimtevragen levert een landschap op dat bruikbaar is voor vele activiteiten en functies. Meervoudig ruimtegebruik is hierbij vanzelfsprekend. Water vormt de basis voor de meervoudige bruikbaarheid van het landschap. Het water wordt door ons gezien als de motor achter de samenleving. Waterbeheer is noodzakelijk om het leven in deze laagste polder van Nederland mogelijk te maken. Door dit waterbeheer op de voorgrond te zetten en zichtbaar onderdeel te laten uitmaken van het leven in de polder voegen we iets toe aan de ruimtelijk kwaliteit van de polder. De mogelijkheid om de kans die het water biedt te benutten leunt op drie ontwikkelingen die op de Zuidplaspolder af komen. De eerste is de projectvestiging van glastuinbouw. Kassen zijn tot nu toe één voor één in de polder terechtgekomen. In een tijd van 30 jaar is de polder uitgegroeid de 13e glastuinbouw plaats in Nederland. Niet echt iets om trots op te zijn. Sommige kassen liggen plompverloren in die grote lege polder, versnipperen de open ruimte en voegen niets toe aan de omgevingskwaliteit (doen er zelfs aan af).
115
116
De innovatieve ontwikkeling van 200 ha glastuinbouw biedt door te bouwen in meerdere lagen (kas op bedrijfsgebouwen) en dooradering van kassengebieden met water en groen de mogelijkheid iets toe te voegen aan de identiteit en kwaliteit van de polder. De tweede ontwikkeling die we naar een kans kunnen omzetten door het te combineren met water is de vraag naar bijzondere woningen in de regio Rotterdam. In de Zuidplaspolder heeft Rotterdam een zoekgebied voor 10.000 tot 15.000 woningen. Water als beeldmerk; versterking van het beeld van de Deltametropool als ‘blauwe metropool’ en waterrijk woonland 6 wordt in het boek ‘Wonen in de Deltametropool aangehaald als één van de sleutels voor het wonen van de toekomst. De derde ontwikkeling is minder hard dan de vorige twee. De Randstadgroenstructuur voorziet onder andere in de aanleg van het Bentwoud, even ten noorden van de polder. Ook onderdeel van deze Randstadgroenstructuur is de aanleg van een ecologische en recreatieve verbindingsstrook tussen het Bentwoud en de Krimpenerwaard, door de Zuidplaspolder. Het gedeeltelijk nat uitvoeren van deze verbinding levert een groot aantal synergievoordelen op.
maar ook op het gebied van rust en ruimte, akkerbouw, ecologische waarden, landschapsbeleving, uitzicht en waterrecreatie. De plaatsen waar deze kansen elkaar overlappen levert nu niet een lastig keuzeprobleem op, maar een mogelijkheid om deze kansen met elkaar te combineren. Deze plekken, waar de mogelijkheid zich voordoet om kansen te combineren, leveren ingrediënten op voor het ontwerp van het watersysteem. Het maken van een keuze tussen verschillende vormen van grondgebruik impliceert enkelvoudig ruimtegebruik. Bijvoorbeeld het kiezen voor het aanleggen van een woonwijk langs de snelweg zorgt ervoor dat je vanuit de auto niet meer kan genieten van het uitzicht. Het expliciteren van de keuze (woonwijk of uitzicht) maakt de weg vrij voor het zoeken naar de mogelijkheden voor een combinatie van beide. Ad. 4 Ontwerp van het watersysteem Als de plaatsen met de mogelijkheden voor het combineren van kansen duidelijk zijn, gaan we terug naar de basis: het watersysteem. Het ontwerp van het watersysteem ligt aan de basis voor het meervoudig ruimtegebruik.
Ad.3 geen keuze maar combinatie
3.2 Hoe ziet het waterrijk van de Zuidplaspolder eruit? WATER
FUNCTIESCHEIDING
LANDBOUW
W ONEN WERKEN
FUNCTIEMENGING
R ECREËREN
WATER R ECREËREN INFRASTRUCTUUR LANDBOUW W ONEN EN WERKEN
INFRASTRUCT UUR
Enkelvoudig gebruik
&
Meervoudig gebruik
Wanneer we de Zuidplaspolder bekijken vanuit de invalshoek van het watersysteem blijken er veel kansen te liggen in de polder. Niet alleen op het gebied van glastuinbouw woningbouw en de Randstadgroenstructuur, 6
Wonen in de Deltametropool, een studie naar stedelijke diversiteit. G.B. Urhahn en L. Vrolijks, Uitgeverij THOTH, Bussum, 2000.
Uitgangspunten − In de zomer geen gebiedsvreemd water inlaten: hiervoor moeten we 10 miljoen m3 water in voorraad hebben. − Extra water wat valt door de klimaatsverandering niet afvoeren: 6% (maximum scenario 2050) is bij een neerslagoverschot van 200 tot 300 mm, per jaar 532800 tot 799200 m3 extra water, dat dus in de polder moet blijven. − Water dat niet kan infiltreren door toename van het verhard oppervlak niet afvoeren maar zo dicht mogelijk bij de bron vasthouden zodat het zich alsnog bij het grondwater kan voegen en de rest als voorraad voor droge tijden gebruikt kan worden. − De ruimte voor waterberging meervoudig gebruiken. − Water als beeldmerk voor de Zuidplaspolder. Door de hoeveelheid oppervlaktewater te vergroten en het watersysteem structurerend te laten zijn, wint het water aan betekenis voor de polder. Hierbij sluiten
117
118
100% water: 23 cm peilverschil
50% water: 46 cm peilverschil
20% water: 113 cm peilverschil
10% water: 225 cm peilverschil
we aan op de bestaande landschapsstructuur van de polder, waarbij we de identiteit va n de polder met behulp van water verder ontwikkelen. Uitwerking van de uitgangspunten Verkenning van de mogelijkheden voor de berging van 10 miljoen m3 water, 10.000.000 m3 ofwel 10.000.000.000 liter water. – Als we al het water in de Ringvaart kwijt willen, moeten we die met 85 meter verbreden. – Totale waterbehoefte verdelen over de hele polder; 100% van de polder bedekt met water 4440 ha een laagje van 23 cm (peilverschil) – 50 % van de polder bedekt met water 2220 ha; peilverschil 45 cm. – 25% van de polder bedekt met water 1110 ha; peilverschil 90 cm – 20% van de polder bedekt met water 888 ha; peilverschil 113 cm – 10% van de polder bedekt met water 444 ha; peilverschil 225 cm Peilverschil Opp. water
%
23 25 28 32 37 45 50 56 75 90 113 225
100 90 80 70 60 50 45 40 30 25 20 10
4440 3996 3552 3108 2664 2220 2000 1775 1332 1110 888 444
200 150 100
Peilverschil
50 0
Op de horizontale as is de oppervlakte aangegeven die gebruikt wordt voor waterberging. De verticale as geeft het peilverschil weer wat nodig is om 10 miljoen m3 water te bergen. Het peilverschil loopt exponentieel op, naar mate een kleiner deel van de polder gebruikt wordt voor waterberging Meervoudig gebruik van de ruimte voor water 10 miljoen m3 is 10.000.000.000 (10 miljard) liter water. Als we deze hoeveelheid water in de Zuidplaspolder willen bergen (zodat in de zomer geen water ingelaten hoeft te worden) kunnen we hiervoor meer of minder ruimte gebruiken. Hoe minder ruimte we gebruiken voor het bergen en opslaan van het water, hoe hoger het peilverschil (het verschil tussen de minimale en maximale waterstand) wordt. En hoe kleiner de mogelijkheden worden voor meervoudig ruimtegebruik. Immers; een bassin waar het waterpeil in een jaar met een meter of 2 schommelt levert een extreem milieu op dat zich niet goed leent voor gebruik door andere functies. De mogelijkheden voor meervoudig gebruik van ruimte voor waterberging nemen toe wanneer het peilverschil kleiner wordt.
peilverschil
Mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik
119
120
Water als beeldmerk van de Zuidplaspolder. Hoewel de Zuidplaspolder de diepste polder van Nederland is (-6,7 m onder NAP bij Nieuwerkerk aan de IJssel) speelt het water in de beeldvorming van de polder een marginale rol (2% van het grondgebruik bestaat uit water). Wil water een positieve bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van de polder, dan moet het areaal oppervlaktewater groter worden.
Areaal oppervlakte -water
Bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit
De helft van de polder onder water Beide afwegingen zijn bepalend bij het ontwerp van het watersysteem. Het bergen van 10 miljoen m3 water biedt de kans om met meervoudig ruimtegebruik een bijdrage te leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidplaspolder. Hierbij stellen we ons ten doel om de grond van de polder voor ongeveer de helft te bedekken met water. Dit aandeel oppervlaktewater maakt het water behoorlijk beeldbepalend in de polder, je kunt er letterlijk en figuurlijk niet meer omheen. Met een gemiddelde peilvariatie van 45 cm biedt het legio mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik. Vormgeven van het water in de Zuidplaspolder Door de hoeveelheid oppervlaktewater te vergroten wint het water aan betekenis voor de polder. De vorm van het water wordt bepaald door de volgende bouwstenen: A. Natuurlijke ondergrond en structuur van het landschap: het zuidelijk wordt gekenmerkt door veen en slagenverkaveling. De waterberging zit als het ware in de poriën van het systeem. Het kleinschalige landschap dat hierdoor ontstaat leent zich voor wonen, natuur en recreatie. Het noordelijke deel is zeekleigebied met een blokverkaveling, hier is de waterberging in grote blokken ingepast. Er blijven hierdoor grote ruimten over voor akkerbouw, glastuinbouw, beleving van de open ruimte en
over voor akkerbouw, glastuinbouw, beleving van de open ruimte en woningbouw. B. Verbindingen: Noord – zuid loopt de verbinding van het Bentwoud naar de Krimpenerwaard, van belang voor natuur en recreatie. Oost - west is de verbinding tussen verschillende recreatiegebieden, deze is van belang voor recreanten, maar ook voor de lokale ontsluiting van de polder. De verbindingen maken deel uit van de ontginningsstructuur van de polder. C. Water bij bebouwing: waar kassen of gebouwen staan, kan geen water de grond in. Bij deze verharde oppervlakken is ruimte nodig voor waterberging. De waterstructuren zijn doorsnijdingen van groen, rust en uitzicht in het urbane gebied. Voor glastuinbouw is water dichtbij van belang voor de gietwatervoorziening en bij woningen biedt het water mogelijkheden voor recreatie en natuurbeleving. De waterstructuur scheidt op bepaalde plekken gebieden met een urbane en rurale sfeer. Het ontwerp van het watersysteem van de Zuidplaspolder – Centraal door de polder, evenwijdig aan de ontginningsas en belangrijkste ontsluiting loopt een natuur- en recreatiestrook in noordzuid richting. Deze strook is 500 meter breed en bestaat voor een groot deel uit water. Het is de verbinding van de Krimpenerwaard naar het Bentwoud en biedt rust en continuïteit voor zowel mensen als dieren. Op de verbinding takken de waterbergingen van de woonwijken bij Waddinxveen en de waterbergingen voor de glastuinbouw aan. – Grote delen van het veengedeelte staan onder water. Dit gedeelte was van oorsprong natter dan het kleigedeelte. Door de laagste delen onder water te zetten gaan we verdere daling van de bodem tegen. Op basis van de verkaveling en de lokale ontsluiting zijn mogelijkheden geschapen voor ruim wonen in een waterrijke omgeving met veel groen, rust en privacy. – De Ringvaart is bij Zevenhuizen richting Moerkapelle en Waddinxveen verbreed en geschikt gemaakt voor boten. Er is een aansluiting gemaakt op de Gouwe en de mogelijkheid bestaat om rondom de Zuidplaspolder te varen. Ook is er een vaarverbinding voor kano’s gerealiseerd richting het Bentwoud. In tweede instantie is ook een vaarverbinding richting Zoetermeer mogelijk gemaakt. – In het kleiige gedeelte van de polder heeft de waterberging de vorm van grote vierkante bassins, dit sluit aan op de rationele blokverkaveling.
121
122
3.3 Wat is er nieuw aan het Waterrijk? Water structureert het grondgebruik. Een solide waterstructuur creëert omstandigheden waar functies zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het waterbeheer bepaalt hoe de ruimte gebruikt wordt. Tot nu toe is het waterbeheer gericht geweest op het mogelijk maken van alle functies op elke plek. Dit flexibele grondgebruik vereist een star watersysteem dat op den duur niet duurzaam is. Naast dat het water de manier structureert waarop de grond gebruikt wordt, bepaalt het ook de ruimtelijke structuur. Het water wordt beeldbepalend voor de polder. Het mag stijgen en dalen zodat iedereen de dynamiek van het watersysteem kan zien. In de diepste polder van Nederland kunnen we zien hoeveel moeite het kost het leven zo diep onder zeeniveau mogelijk te maken. Nieuw is ook het meervoudig ruimtegebruik in de polder. Omdat het water bepalend is voor het grondgebruik is meervoudig gebruik van de ruimte voor water vanzelfsprekend. Het water facilliteert de functie op die plek. Bijvoorbeeld om over uit te kijken vanuit je keukenraam, om water te bergen dat op je kas valt, of om gietwater uit te halen voor de kasplanten. Of om de kikkers de ruimte en rust te geven die ze nodig hebben om zich voort te planten en de recreant de kans te geven zich te ontspannen en te genieten. Als water structurerend is, is meervoudig gebruik van het water uitgangspunt. De schaal waarop wordt omgegaan met meervoudig ruimtegebruik is nieuw. In plaats van te stapelen, onder de grond te stoppen of drijvend te maken gaan wij de uitdaging de mogelijkheden te onderzoeken voor het meervoudig gebruik van een polder van ruim 4000 ha. Dit vergt een andere benadering van het begrip meervoudig ruimtegebruik. Meervoudig ruimtegebruik is niet ingegeven vanuit ruimtenood, maar vanuit de wens één ruimte duurzaam en voor zoveel mogelijk gebruikers in te richten. Bij het analyseren van de kansen wordt er geen keuze gemaakt tussen verschillende mogelijkheden. Overlappingen van kansen geven mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik aan.
123
124
4.
Omschrijving beoogde resultaat
Watersysteem – Centraal door de polder, evenwijdig aan de ontginningsas en belangrijkste ontsluiting loopt een natuur- en recreatiestrook (nummer 2 op kaart watersysteem) in noord-zuid richting. Deze strook is 500 meter breed en bestaat voor een groot deel uit water. Het is de verbinding van de Krimpenerwaard naar het Bentwoud. De strook biedt rust en continuïteit voor zowel mensen als dieren. Op de verbinding takken de waterbergingen van de bebouwing bij Waddinxveen en de waterbergingen voor de glastuinbouw aan. De verbinding bestaat voor 65% uit water en het peil kan 40 cm variëren. Er kan 2.040.000 m3 water geborgen worden. De verbinding biedt een biotoop voor ringslangen, amfibieën en wateren oeverplantengemeenschappen. De verbinding profiteert optimaal van de gradiëntverschillen, op de overgang van veen naar klei komen kenmerkende natuurwaarden voor. – Grote delen van het oorspronkelijk natte veengedeelte (nummer 1 op kaart watersysteem) staan onder water. Op basis van de verkaveling en de aanwezige lokale ontsluiting zijn mogelijkheden geschapen voor ruim wonen in een waterrijke omgeving met veel groen, rust en privacy. De verhouding water / land is 65% / 35%. Het peil kan 50 cm variëren, er kan 3.087.500 m3 water geborgen worden. Verdere daling van de bodem wordt tegengegaan door het onder water zetten van de laagste delen. De diepte van de waterpartijen varieert; de diepste delen zijn 3 meter zodat rietgroei en verlanding wordt tegengegaan. De taluds zijn afwisselend steil en flauw – De Ringvaart is bij Zevenhuizen richting Moerkapelle en Waddinxveen verbreed en geschikt gemaakt voor motorboten. De breedte is 12 meter, de lengte 9 km en de peilvariatie is 1 meter. Er kan 1.080.000 m3 water geborgen worden. Er is een aansluiting gemaakt op de Gouwe en de mogelijkheid bestaat om rondom de Zuidplaspolder te varen. Ook is er een vaarverbinding voor kano’s gerealiseerd richting het Bentwoud. In tweede instantie is ook een vaarverbinding richting Zoetermeer mogelijk gemaakt.
–
–
In het kleiige gedeelte (nummer 4 op kaart watersysteem) van de polder heeft de waterberging de vorm van grote vierkante bassins en brede waterlopen, dit sluit aan op de rationele blokverkaveling. Zoetwatergemeenschappen in zeekleigebieden zijn internationaal zeldzaam. Deze worden ontwikkeld in het waterrijk in de Zuidplaspolder. De bergingen zijn vierkant van vorm zodat ze in de verkaveling passen zonder dat er overhoeken ontstaan. Gemiddeld is het aandeel water in het gehele gebied 45%. Dit betekent dat met een peilvariatie van 50 cm er 1.900.000 m3 water geborgen kan worden. De oevers zijn afwisselend steil en flauw. De rijke kleigrond levert een kleurrijke en overweldigende begroeiing op. Ideaal voor vlinders en libellen, verschillende vissoorten en amfibieën en reptielen. Als er nestgelegenheid wordt gecreëerd kan ook de ringslang zich hier thuis voelen.
Glastuinbouw Er worden zowel kassen op de grond als bovenop transport- en distributiebedrijven gebouwd. Boven op bedrijventerrein komt bruto 200 ha (netto 150 ha) kassen. Het zijn zichtlocaties langs de snelweg en spoorlijn, geschikt voor bijvoorbeeld het proefstation glastuinbouw, voor teelten met een hoge toegevoegde waarde (kamerplanten) uitstekend geschikt. We besparen ruimte door kassen bovenop de transport- en distributiebedrijven te plaatsen. Het transport is direct naast de deur. De waterberging bevindt zich naast het bedrijventerrein. De bodem in het gebied tussen de twee snelwegen is geschikt voor kassenbouw. Het is lichte klei en de drooglegging is groot genoeg. Er kan indien nodig een laag zand opgebracht worden zodat de grondwaterstand niet verlaagd hoeft te worden. In het gebied wordt warmtekracht koppeling toegepast in clusters van 30 tot 50 ha glastuinbouw. Hier wordt op de grond 730 ha bruto, 400 ha netto kassen gebouwd. Bedoeld voor minder kapitaal intensieve teelten zoals groenten (tomaten, paprika’s). Het verschil tussen netto en bruto bestaat uit de groen-blauwe dooradering van het glastuinbouwgebied. In deze ruimte is ook de zoetwater- en gietwaterberging geconcentreerd. De kassen hebben geen individuele waterberging meer. Het water dat op de kassen valt wordt opgevangen met het water uit de kas, dit wordt eerst van alle residu
125
126
(voedingsstoffen, bestrijdingsmiddelen) ontdaan, vervolgens komt het in de gezamenlijke bergingen terecht. Gietwater wordt uit de berging gehaald en eerst gedestilleerd voordat het wordt gebruikt. De bergingen bezitten ook aantrekkingskracht voor natuur en mens. De zoetwatergemeenschappen en ruime overgangen van water naar land waar ruimte is voor moerasvorming zijn internationaal zeldzaam. Een kas heeft de economische levensduur van 20 jaar, kassen worden echter zelden na die tijd afgebroken. Het afbreken van kassen en het land terug brengen als weide of akker betekent een economische waardevermindering van de grond. Met de tuinders in de Zuidplaspolder worden afspraken gemaakt dat over een bepaalde tijd de kassen worden vervangen door huizen. De tuinder kan elders een nieuwe tuin beginnen. De waterpartijen worden gehandhaafd en de nieuwe bewoner profiteert hiervan. De volgende fasering hebben we hiervoor ontwikkeld (meervoudig ruimtegebruik in de tijd): e 1 fase: per direct herstructureren verouderde glastuinbouw dicht bij Nieuwerkerk, de tuinders die moeten verkassen kunnen terecht in de grote projectvestiging in de polder. e 2 fase, over 15 jaar tweede regel kassen vervangen door woningbouw. De waterstructuren behouden en in woonwijk doortrekken e 3 fase over 20 jaar derde regel kassen vervangen e Eventueel mogelijkheid tot een 4 fase; het nieuw te ontwikkelen kassencomplex bij Zevenhuizen reconstrueren tot woningbouwgebied. Grondgebonden landbouw De melkveehouderij verdwijnt grotendeels uit de polder. De akkerbouw wint aan terrein in het noordelijk deel van de polder. Op deze manier draagt de Zuidplaspolder bij aan het in stand houden van de akkerbouw in het Zuid-Hollandse droogmakerijengebied. In eerste instantie moet er geld geïnvesteerd worden om de kassen die er nu staan weer om te zetten in akkerbouwgrond. Dit is een investering in open ruimte die in dit deel van de Deltametropool zo schaars is. Als dat eenmaal gefinancierd is, kunnen de akkerbouwers zich redden door het verbouwen van groenten (misschien wel biologisch), verkoop aan huis en eventueel andere op de stad gerichte neventakken. De tuinders uit het akkerbouwgebied kunnen terecht in de projectvestiging bij Zevenhuizen.
Recreatie Twee lijnen zijn van belang voor de recreant: de noord-zuid verbinding en de oost-westverbinding. Ze kruisen elkaar bij Waddinxveen, vanaf dat punt zijn alle recreatiegebieden (Bentwoud, Krimpenerwaard, ’t Weegje, Reeuwijkse Plassen en de Rottemeren) op een aantrekkelijke manier te bereiken. De fietser, wandelaar, skater en toerkanoër hebben legio keuzemogelijkheden. De noord-zuid verbinding is gerelateerd aan de natuurverbinding. De fietser fietst langs het water met zicht op het natuurgebied. De wandelaar kan kris-kras door de 500 meter brede verbinding op ontdekkingstocht gaan. Er worden geen paden aangelegd, een route zal vanzelf ontstaan en de wandelaar moet in natte tijden rubberlaarzen aandoen. De kanoër komt vooral in het zuidelijke deel van de polder aan zijn trekken, hier kan hij alle kanten op. De verbindingsstrook biedt hem de mogelijkheid naar het Bentwoud te kanoën. Voor een overstap naar de Krimpenerwaard moet hij de Ringdijk en de Hollandse IJssel oversteken. De oost-west verbinding is gaat voor een groot deel langs kassen en akkerbouwgebieden. De kassen bieden de mogelijkheid te gluren naar de paprika’s en rozen die achter het glas groeien, tevens bieden de kassen de fietser en skeeler bescherming tegen de zuid-westenwind. Aan de noordkant van het pad biedt het akkerbouwgebied een weids uitzicht op de kerktoren van Moerkapelle. Natuur De tweede fase Bentwoud gaat niet door. In plaats daarvan wordt er extra geïnvesteerd in de aanleg van de verbinding tussen het Bentwoud en de Krimpenerwaard. Daarnaast wordt er ingezet op de ontwikkeling van de natuurwaarden in het zuidelijk deel van de Zuidplaspolder. Het gaat hier om zoetwatergemeenschappen die uniek zijn in de wereld. Van de voedselarme kwel wordt geprofiteerd door dat land te vernatten (niet onder water zetten). Melkveehouderij (zij het aangepast) blijft echter mogelijk. De boer ontvangt een vergoeding voor het landschaps - en natuurbeheer. De flora profiteert extra doordat er niet meer doorgespoeld wordt met gebiedsvreemd water. De verwachting is dat de Pilvaren in aantal zal toenemen. In de verbindingsstrook komen de gradiëntverschillen (klei / veen, droog / nat, water / land) optimaal tot hun recht. In het zuidelijk deel zal de verbinding voornamelijk bestaan uit water, afgewisseld met smalle landstroken. Meer naar het noorden is het water geconcentreerd in
127
128
rechthoekige waterpartijen. Er is land waarop bos en ruigte groeit. De oevers vormen een belangrijk aandeel in de verbinding. Wonen In de polder wordt op verschillende manieren gewoond. – Woontorens: Nabij de wijk Nesselande worden woontorens gebouwd met een magnifiek uitzicht. Het zijn appartementen met verschillende niveau’s van luxe. Uniek zijn ze wel omdat in de torens water wordt opgeslagen. Hier wordt in de winter 31.000 m3 zoet water opgeslagen voor droge tijden. De torens staan in het water dat wel twee meter kan stijgen en dalen. Er wordt op die manier 1.680.000 m3 water geborgen. De bewoners profiteren van de Nesselande metrolijn en de voorzieningen van de wijk Nesselande, slechts op 1 kilometer afstand. – Sub-urbaan: Het verouderde kassengebied bij Nieuwerkerk wordt gesaneerd. Hier worden woningen gebouwd in een sub-urbane sfeer (traditionele dichtheden van 30 tot 50 woningen per ha). Het aandeel water van 50% maakt deze wijk bijzonder. De woningen staan dicht op elkaar maar het water zorgt voor de noodzakelijke ruimte, het openbaar groen bestaat voor een groot deel uit water en oevers. De metrolijn vanuit Rotterdam heeft hier ook een halte. In tweede instantie, over 15 jaar, worden de kassen die grenzen aan deze wijk vervangen door woningen. Daarvoor worden nu al een afspraken gemaakt met de tuinders, zodat zij zekerheid hebben en de woningen zonder problemen gebouwd kunnen worden. Er kunnen ook afspraken gemaakt worden om over bijvoorbeeld 20 jaar het volgende deel van het kassengebied te bebouwen. Eventueel is er de mogelijkheid om (delen van) het aangrenzende noordelijke kassengebied daarna (over 30 jaar en later) nog te bestemmen voor woningbouw. Bij Waddinxveen wordt de wijk Triangel gebouwd. De woningen staan ook in vinex-dichtheden. Het watersysteem staat in directe verbinding met de noord-zuid natuurverbinding die dwars door de polder loopt. De bewoners profiteren ook van de goede recreatieve verbindingen. – Landelijk: in het zuidelijk deel van de polder woont men landelijk, midden in het water en de natuur. De huizen staan op landtongen die zijn omgeven met water, het water kan 50 cm stijgen of dalen. De woningen zijn bereikbaar via de bestaande infrastructuur. Er kunnen hier maximaal 500 woningen gerealiseerd worden. De afgelegen
ligging, de rust, het uitzicht en het water maken dit een zeer exclusieve woonmogelijkheid. En dat op slechts een steenworp afstand van het HSL station Zoetermeer en het centrum van Rotterdam. In natte tijden kunnen delen van de landtongen onder water lopen, de bewoners zijn getuige van de directe invloed van het weer op de leefomgeving. Zo woon je letterlijk en figuurlijk dicht bij de natuur. Bedrijvigheid De Zuidplaspolder is vanwege de uitstekende aansluiting op het snelwegennet geliefd bij transport- en distributiebedrijven. Het bedrijventerrein tussen de A20 en de spoorlijn naar Den Haag wordt uitgebreid richting Waddinxveen. Dit wordt echter geen traditioneel bedrijventerrein. Onder andere door de ligging in Groene Hart is sparen van de open ruimte een must. Boven op de ‘dozen’ waarin de vrachtwagens beladen worden, komen kassen te staan. De substraatteelten maken verbinding met de grond niet meer nodig. Door de hoge ligging profiteren de kassen van meer lichtinval. Bovendien zijn de kassen boven op de transport- en distributiebedrijven echte blikvangers; het geeft de Zuidplaspolder een hi-tech imago. Meervoudig ruimtegebruik – Natuurverbinding noord-zuid: natuur, waterberging, scheiding stadland (bij Waddinxveen), recreatie – Watergebied in het zuidelijk deel van de polder: waterberging, natuur, landschap (overgang veen-klei wordt zichtbaar) uitzicht vanaf snelweg. – Kassen op bedrijventerrein: glastuinbouw, transport en distributie, en waterberging – Kassen op de grond: glastuinbouw met waterberging, recreatie en natuur – Akkerbouwgebied: akkerbouw, uitzicht, landschap – Kassen worden gefaseerd vervangen door woningen waarbij de waterstructuur behouden blijft.
129
130
5. Consequenties voor het water ter plaatse en in de omgeving Wanneer in de Zuidplaspolder ruimte komt voor 10.000.000 m3 water heeft dit de volgende gevolgen: 1. Het water dat door verstedelijking en verglazing niet in de bodem kan zakken en het extra water dat door de klimaatsverandering valt, worden niet afgewenteld. 2. Het water wordt op de plaats waar het valt (en later nodig is) vastgehouden, waar het de bodem kan infiltreren en zich bij de zoetwatervoorraad kan voegen. Hierdoor houden wij de zoetwatervoorraad in stand. 3. Het vasthouden van het water en het daardoor omhoog zetten van het peil en onder water zetten van de lage delen gaat de bodemdaling tegen. 4. Er hoeft geen gebiedsvreemd water meer ingelaten te worden in droge tijden. Het watersysteem wordt hierdoor duurzamer omdat het niet afhankelijk is van de aanvoer van schoon water van ‘buiten’. 5. Het aandeel oppervlaktewater in de polder wordt aanzienlijk groter. Water wordt een beeldbepalend element in de polder. Het zicht op het water en kunnen waarnemen van de dynamiek van het water (’s winters hoog en ‘s zomers laag) heeft gunstige effecten op het leefklimaat. 6. In het minimumscenario wordt minder water op de Hollandse IJssel geloosd, hier komt dus capaciteit vrij voor bijvoorbeeld het afvoeren van extra water uit het bestaand stedelijk gebied waar geen ruimte is voor vasthouden of bergen. 7. Er wordt minder tot geen water meer onttrokken vanuit de Hollandse IJssel en Rotte. Dit betekent dat het peil in deze twee rivieren stabieler blijft, en de kwaliteit ervan (chloride-gehalte) beter te regelen is. Er is dan eventueel ruimte om meer water in te laten voor andere gebieden. In de onderstaande tabel is te zien hoeveel water er geloosd moet worden in de Hollandse IJssel bij verschillende klimaatveranderingsscenario’s.
Neerslagoverschot 200 mm 250 mm 300 mm
overschot nu (m3) 8.880.000 11.100.000 13.320.000
7
Middenscenario 6% extra neerslag 9.412.800 11.766.000 14.119.200 Minimumscenario 3% extra neerslag 9.146.400 11.433.000 13.719.600 Maximumscenario 12% extra neerslag 9.945.600 12.432.000 14.918.400
Overschot na vasthouden van 10 mlj. m3 -587.200 1.766.000 4.119.200
-853.600 1.433.000 3.719.600
-54.400 2.432.000 4.918.400
7
Waterbeleid voor de 21e eeuw. Advies van de commissie waterbeheer 21 e eeuw. Commissie Waterbeheer 21e eeuw, voorzitter F. Tielrooij en Projectteam waterbeheer 21 e eeuw.
131
132
6.
Uitvoeringsstrategie
Het aantal organisaties dat zich bezig houdt met de ruimtelijke ordening in Nederland is zo groot dat een eenduidige uitvoeringsstrategie moeilijk te realiseren is. Dit geldt zeker voor een gebied van grotere omvang – zoals de Zuidplaspolder – waar meerdere bestuurslagen bij beleidsvorming en beleidsuitvoering betrokken zijn. Bovendien zijn er bij meervoudig ruimtegebruik meerdere partijen bij het proces betrokken. Het is dan ook van belang om een strategie te hanteren die voor ieder bestuursniveau en voor ieder deelplan werkbaar is. Een tweedeling van het proces is hiervoor nodig: 1. 2.
Het opzetten van een duidelijke bestuursstructuur Het impliceren van beleid in een heldere strategie
Het functionalisme dat in het verleden de ruimtelijke ordening bepaalde heeft geleid tot een in het licht van meervoudig ruimtegebruik betreurenswaardig resultaat: extensief ruimtegebruik en uit elkaar getrokken functies die juist goed op elkaar zouden aansluiten. Bestuursstructuur De bestuursstructuur dient te bestaan uit vertegenwoordigers van alle betrokken partijen, zowel publieke als private. Het consortium Zuidplaspolder kan als begin dienen. Regionale en lokale overheden zoals de provincie en gemeenten, maatschappelijke organisaties, vertegenwoordigers van de glastuinbouwsector zoals de Stichting Zuidplaspolder, ont wikkelaars en de bewoners zijn erbij betrokken. Door de diverse samenstelling van de bestuursstructuur wordt niet alleen de ‘rangschikking’ van de functies en systemen bepaald, maar wordt ook de ruimtelijke kwaliteit (belevings-, gebruiks- en toekomstwaarde) verbeterd. Dit laatste is een belangrijk gegeven bij ruimtelijke ingrepen en 8 planvormingsprocessen . De structuur moet niet alleen horizontaal afgestemd worden, maar ook verticaal. De strakke verdeling tussen de diverse bestuurs- en maatschappelijke lagen kan zo tot een minimum beperkt worden. Houvast 8
Ministerie van VROM, StIR, Mens en ruimte, juli 2000.
hierbij is het voorbeeld van de wijk- en buurtgerichte aanpak waarbij bewoners in een vroeg stadium worden betrokken bij het uitwerken van plannen. Wensen van direct lokaal betrokken personen of maatschappelijke groeperingen kunnen zo worden geïmpliceerd in de planvorming. Hierdoor wordt er voor hen een kwalitatief hoogwaardige en aantrekkelijke leefomgeving gecreëerd. Zo wordt ruimtelijk en sociaal beleid aan elkaar gekoppeld. Natuurlijk is een dergelijk beleid ook naar een hoger schaalniveau te tillen. Een interactieve bestuursstijl, waarbij de overheid samen met maatschappelijke organisaties en burgers probeert beleid te ontwikkelen en uit te voeren, is het gevolg. Het betekent een bottom-up benadering die rekening houdt met de beweging ‘van onderaf’. Organisatie in een regionale structuur is hierbij bruikbaar om de verschillende belangen te 9 identificeren en te analyseren . Voorbeelden zijn het Bestuurlijk Platform Groene Hart en gebiedscommissies. Een goede samenwerking tussen overheid en andere partijen is van belang om het flexibele, bescheiden en open karakter van het planproces te behouden. Wel moet de overheid in alle gevallen zelf de beslissingen nemen, hoewel zij wel in delen van het proces invloed kan geven door het van meet af aan laten participeren van de betrokkenen. Dit proces wordt interactieve planvorming genoemd. Juist bij ingrijpende inrichtingsopgaven en bij meervoudig ruimtegebruik is een dergelijk instrument bruikbaar. Concreet betekent dit voor de uitvoeringsstrategie dat er een organisatie gevormd zal moeten worden die interactieve planning tot haar standaard instrumentarium rekent. De overheid heeft hierin een sturende rol en maakt uiteindelijk de beslissing. Wel wordt een horizontale en verticale overlegstructuur gehanteerd die alle betrokken partijen de mogelijkheid biedt om kennis te delen en inspraak te doen. Deze inspraak wordt nog tijdens het planvormingsproces (interactief) meegenomen in de besluitvorming, en niet slechts achteraf als een formaliteit geraadpleegd. Er kan zo beter worden ingespeeld op lokale behoeften waardoor een kwaliteit op locatie gerealiseerd kan worden. Voor de Zuidplaspolder kan een gebiedscommissie opgesteld worden die gevormd wordt door afgevaardigden van de betrokken partijen en die de interactieve
9
Groene Hart Magazine, nummer 1, 2000.
133
planvorming daarbij vormgeeft. De regierol ligt dan bij de overheid in de vorm van de provincie. Verder is het belangrijk dat de waterbeheerders van de polder een grotere stem krijgen in de besluitvorming rondom de ruimtelijke ordening. De louter adviserende bevoegdheden van nu zijn te beperkt om de toenemende vraag naar ruimte voor water goed in te kunnen passen in beleid. Het water moet de grondslag vormen voor de ruimtelijke inrichting en het proces wat daaraan vooraf gaat. Tot nu toe heeft het waterbeheer probleemoplossend te werk moeten gaan door de (nieuwe) ruimtelijke ontwikkelingen te voorzien van een passend waterplan. Zeker in een gebied waar water een grote rol speelt in de fysieke ruimte en kwaliteit van de leefomgeving (zoals de Zuidplaspolder) is de noodzaak voor water als grondslag voor de ruimtelijke ordening overduidelijk. Een positie van de waterbeheerder vlak naast de regievoerende partij (provincie) is dus gewenst. Zij heeft hierbij zowel een evaluerende en adviserende rol alsmede meer bevoegdheden voor wat betreft de beslissing of inrichtingsplannen doorgang kunnen vinden onder de omstandigheden die het water biedt. De rol van de gemeente verandert niet veel. Hoewel de provincie als overheid de regie voert, heeft ook de gemeente een sturende rol. Zij zijn immers ook de uitvoerende partij, dus is een deelname van de gemeente op hoger niveau gewenst. Beleid en strategie Wanneer de bestuurlijke structuur en verhoudingen duidelijk zijn, kan de eigenlijke planvorming beginnen. Een periodieke vergadering van de nieuw gevormde Gebiedscommissie Zuidplaspolder (GCZ) vormt het platform waar wensen en bezwaren kunnen worden geuit over de zich vormende plannen. Deze plannen worden gevormd door de strategie die in dit rapport wordt aanbevolen (zie hoofdstuk ‘Het Idee’). De GCZ staat onder voorzitterschap van de regievoerende partij: de Provincie; de waterbeheerder en gemeenten staan op gelijk niveau. Er wordt overleg gevoerd over de kansen die de polder biedt voor de diverse systemen en functies en de mogelijkheden voor het vormen van (innovatieve) combinaties daarvan. Het water moet hierbij continue leidend zijn. Een indeling in de vier deelsystemen (water, urbaan, ruraal, infrastructuur) maakt de wensen per deelsysteem duidelijk. Elk systeem vormt nu een laag in een totaalbeeld van de polder en de ruimtelijke indeling.
134
De multidisciplinaire samenstelling van de gebiedscommissie (de leden zijn immers afgevaardigden van alle betrokkenen) komt van pas om een diversiteit aan invalshoeken te krijgen. De leden van de commissie zijn hierbij geen concurrenten. Wanneer functies elkaar overlappen betekent dit geen keuze, maar een mogelijkheid om samen de combinatie te zoeken. De betrokkenen bij de betreffende overlappende functies kunnen dan een uitwerkingsgroep vormen om de combinatie uit te werken. De uitkomst is een uitwerking die geanalyseerd en geëvalueerd wordt door de gehele commissie en een inspraakprocedure. De beslissingen over de goedkeuring van de plannen en uitwerkingen daarvan worden genomen door de Provincie, waterbeheerders en gemeenten, de leden van de commissie gehoord hebbende tijdens een analyse en evaluatie.
7.
Welke ruimtelijke functies worden gediend
Om de voordelen van de combinatie van functies te laten zien, is er een tabel gemaakt waarbij het ruimtebeslag uiteengezet is. Een sommering van de hectaren van de gevraagde functies laat een totaal oppervlakte zien van 8250 ha. Om deze te kunnen herbergen moeten er keuzes gemaakt worden. Gevraagd Waterberging Grondgebonden landbouw (bestaande ruimte) Glastuinbouw extra Glastuinbouw bestaand Woningbouw (15.000 à 20.000 woningen) Bedrijfsruimte Zicht vanaf snelweg (vijfde nota RO) Natuur Recreatie Infrastructuur Totaal Cursief gedrukt: functies vragen wel ruimte maar de vraag is niet gekwantificeerd.
2000 ha 3200 ha 200 ha 350 ha 500 ha 200 ha 1300 ha 500 ha
gebruiken van de ruimte geeft kansen voor het creëren van een uniek landschap in de Zuidplaspolder. Oplossing Waterberging, natuur, wonen in water/groen, uitzicht Waterberging, natuur, uitzicht Waterberging, natuur & Recreatie Glastuinbouw, bedrijfsruimte, water en gietwater Akkerbouw, uitzicht, rustbeleving (recreatie) & waterberging (flexibel peilbeheer) Waterberging & vaarverbinding Glastuinbouw, waterberging, gietwaterberging, recreatie Wonen, open ruimte, waterberging Wonen, waterberging Totaal
820 ha 210 ha 590 ha 400 ha 670 ha 11 ha 740 ha 91 ha 240 ha 3772 ha
8250 ha
De polder heeft echter maar een beperkte capaciteit. Het is een harde grens die de oppervlakte van 4440 ha omsluit. Geboden Zuidplaspolder
4440 ha
Hieruit volgt dat combinatie van functies de manier is om aan alle ruimtebehoeftes te kunnen voorzien. Bovendien wordt er zo een kwaliteitsimpuls gedaan voor de fysieke leefomgeving. Het ruimtebeslag bedraagt na combinatie nog slechts 3772 ha. Het bewijst dat een veelheid aan functies en een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving voor zowel mens als dier mogelijk zijn. Het meervoudig
135
136
8.
Disciplines
Hydrologische kennis en kennis van het watersysteem (bèta) vormen met hun harde getallen en randvoorwaarden de inspiratiebron voor toepassing van gamma kennis (planologie) op regionaal niveau (de Zuidplaspolder). Met behulp van de gegevens vanuit het watersysteem bepalen waar welke functie het best op zijn plek is. Kennis vanuit de alpha-hoek vormt belangrijke input voor het ontwerp. Informatie over de geschiedenis en de cultuurhistorie zijn onmisbaar om het idee te wortelen in de maatschappij. Ervaringskennis van bewoners en andere belanghebbenden is van belang om te komen tot innovatieve oplossingen. Wanneer wetenschappelijke kennis geconfronteerd wordt met ervaringskennis levert dit vaak onverwachte en nieuwe (op maat gesneden) oplossingen op. De tuinders bij Nieuwerkerk voelen ook de stedelijke druk vanuit Rotterdam, zo kwamen we er met hen op het evolutiesysteem van de grond. Het glastuinbouwgebied van nu wordt over 20 à 30 jaar wanneer er weer meer woningen nodig zijn getransformeerd tot woongebied. Er is dan reden te investeren in een duurzaam watersysteem en infrastructuur die dan hergebruikt kan worden. Bovendien weten de tuinders waar zij aan toe zijn en kunnen zij hun investeringen daarop afstemmen.
137
138
De hoofdinzenders M.P. Scheerder
9. Medewerkers Met medewerking van: § drs. C.J.M. van den Hout §
Drs. F.C. Vrolijks
§ § § §
Drs. H.A. van Oosterhout-Bos Drs. J van der Does Drs. M. van Schendelen Ir J. van Nieuwenhuize
§ § § §
Ir. H.B. Westera Ir. H.E. Gordijn J. den Boeft J. Klein
§
J. Koolhaas
§
Jan Katgerman
§ §
M.J.M. Klieverik MSc Mw. G. Tober-Doorn
§ §
N.A. da Graça Prof. Ir. D.H. Frieling
SRN Stichting Recreatietoervaart Nederland Accountmanager Groene Ruimte, Grontmij advies en techniek BV. Stichting Het Metropolitane Debat Hoogheemraadschap van Rijnland Universitair docent UvA Universitair docent landgebruiksplanning Wageningen Universiteit en Research Hoogheemraadschap van Schieland Coördinator Vereniging Deltametropool Gemeente Rotterdam WLTO bestuurder (voorzitter commissie grondgebruik en milieu), oud-tuinder en bewoner Oud-tuinder en bewoner. Initiatiefnemer en voorzitter projectgroep ontwikkeling glastuinbouwgebied bij Nieuwerkerk. Voorzitter Stichting Zuidplaspolder RUPS adviseurs Samenwerkende Rotterdamse roeiverenigingen Consultant OpdenKamp ADVIESGROEP Lid hoogheemraad van Schieland en bewoner Gemeente Rotterdam Agent Vereniging Deltametropool TU Delft
Student planologie aan de Universiteit van Amsterdam A.C.M. van Mispelaar Student landinrichtingswetenschappen aan de Wageningen Universiteit Deze opdracht is gemaakt in het kader van een afstudeeronderzoek over meervoudig ruimtegebruik en water, tijdens een stage bij de vereniging Deltametropool.
Tevens werden wij geïnspireerd door de deelnemers aan de workshop Zuidplaspolder van de werkgroepen Waterrijk en Stedelijke Diversiteit van de vereniging Deltametropool op 22 februari. Wij zijn ook dank verschuldigd aan de heer dr. Ir. H.J. van Oosten van de Stichting Innovatie Glastuinbouw.
139
140
10.
Kennisverspreiding en bewustwording
Kennisverspreiding en bewustwording zijn essentiële onderdelen van de uitvoeringsstrategie. Door met bestuurder, wetenschappers, ingenieurs en belanghebbenden rond de tafel te zitten en kennis uit te wisselen treedt er in eerste instantie bewustwording op van de kwesties die er spelen. In tweede instantie zal de kennisuitwisseling kunnen leiden tot innovatieve en breed gedragen oplossingen. De methode van het metropolitane debat is een manier om met alle betrokkenen bij de inrichting van de Zuidplaspolder tot besluitvorming te komen. Deze methode wordt onder andere beschreven in het boek Het metropolitane debat, door prof ir. D.H. Frieling et al. Uitgeverij THOTH, Bussum 1998.
141
142
Innovatieve glastuinbouw
De in de polder gesitueerde glastuinbouw wordt in een voor de omgeving aantrekkelijke vorm gegoten. Bovendien biedt de combinatie van productie en transport kansen en voordelen voor de tuinbouwsector. Bloemen, groente en fruit kan zo vers naar de consument. Een vestiging van de veiling op hetzelfde complex kan de keten versterken en versnellen. Het maakt het tuinbouwgebied tot een hi-tech park waar innovatieve glastuinbouw en transport & Distributie volgens de modernste technieken plaatsvindt. Het gebied kan gezien worden als een Horticulture Science Park (Tuinbouw-wetenschaps park). Hiermee wordt de functiecombinatie gebruikt als toeristische attractie vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Keukenhof of de voormalige Flevohof. De infrastructurele afwikkeling is reeds in het bestaande net geregeld. Op- en afritten van de snelweg zijn dichtbij en zelfs ook in het tuinbouw-park gesitueerd. Een toekomstige realisatie van een treinstation kan ook het vervoer via rail een optie maken. De uitval over het water is eveneens een mogelijkheid. Nu al zijn er een drietal binnenvaart terminals in de polder aanwezig.
143
144
145
146
147
148
Woontorens in het water
In het westen van de Zuidplaspolder is in een ‘waterbak’ van ongeveer 90 hectare een woonmilieu gesitueerd dat zich in alle opzichten onderscheidt van de reeds bestaande milieus. Het bestaat uit een vijftal woontorens van 15 of meer verdiepingen die ongeveer 50 meter boven de polder uit torenen. Naast een groot aantal ruime, exclusieve woningen bieden ze ook nog ruimte aan water door dit te bergen in een cilindrische tank in het binnenste van de toren. De woningen zullen van alle denkbare gemakken voorzien zijn. Te denken valt aan internet-services, inpandige winkels, vermaak e.d. Een dergelijk woonmilieu biedt ook kwaliteit in de vorm van uitzicht over de aangrenzende Krimpenerwaard en de Eendrachtspolder. Aan de horizon is de skyline van Rotterdam zichtbaar. De combinatie met water geeft mogelijkheden voor recreatie dicht bij huis.
149