Gemeente Zuidplas Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard
Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport A13.002013
INHOUDSOPGAVE 1. WATER IN DE GEMEENTE ZUIDPLAS 1.1. Doel en reikwijdte waterplan 1.2. Proces 1.3. Leeswijzer
blz. 1 2 5 6
2. BELEIDS- EN TOETSINGSKADER 2.1. Kaderrichtlijn Water (KRW) 2.2. Bestuursakkoord water 2.3. Wet gemeentelijke watertaken
9 9 12 13
3. BESCHRIJVING HUIDIGE WATERSYSTEEM EN AANDACHTSPUNTEN 3.1. Thema Waterveiligheid en -kwantiteit 3.2. Thema Riolering 3.3. Thema Grondwater 3.4. Thema Waterkwaliteit en ecologie 3.5. Thema Beheer en onderhoud 3.6. Thema Beleving en recreatie
15 15 19 23 26 28 29
4. VISIE 4.1. Algemene watervisie lange termijn 4.2. Thema Waterkwantiteit en veiligheid 4.3. Thema Grondwater 4.4. Thema Waterkwaliteit en ecologie 4.5. Thema Beheer en onderhoud 4.6. Thema Beleving en recreatie
33 33 34 36 38 42 42
laatste bladzijde
46
BIJLAGEN I Betrokken instanties en personen II Beleid III IV V VI VII VIII IX X
Waterkwantiteit en veiligheid Grondwater Riolering Waterkwaliteit en ecologie Beheer en onderhoud Gebruik en beleving Reacties klankbordgroep Vierstappenplan waterkwaliteitsbeelden
aantal blz. 2 8 3 4 5 10 2 2 6 1
1.
WATER IN DE GEMEENTE ZUIDPLAS De gemeenten Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen-Moerkapelle zijn per 1 januari 2010 gefuseerd tot de nieuwe gemeente Zuidplas. Vooruitlopend op de fusie is vanaf 2008 door de gemeenten en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard een gemeentelijk waterplan voorbereid. In 2009 is het traject van het opstellen van het waterplan grotendeels door gelopen. In 2010 tot en met 2011 zijn vanwege andere prioriteiten de werkzaamheden voor het waterplan gestagneerd. In 2013 is het waterplan uiteindelijk afgerond voor bestuurlijke vaststelling. Afbeelding 1.1. Genieten van water
Aanleiding voor het opstellen van een gemeentelijk waterplan is onder andere de klimaatsontwikkeling, waarbij hevige regenval steeds vaker leidt tot overlast door water op straat1 en water dat buiten de oevers treedt. Bovendien wisselen periodes van droogte af met extreme buien. Een andere aanleiding voor het waterplan is meer aandacht voor verbetering van de kwaliteit van het water in de gemeente. Want naast ‘droge voeten’ is een goede waterkwaliteit belangrijk: voor de in en om het water levende planten en dieren, de landbouw en het recreatief medegebruik. Daarom is gekozen voor een waterplan, waarin een inte-
1
Gemeente Zuidplas maakt bij ‘water-op-straat’ onderscheid in drie definities waarbij ernstige hinder en overlast altijd voorkomen dienen te worden. - hinder: kortdurende beperkte hoeveelheden ‘water-op-straat’; - ernstige hinder: forse hoeveelheden ‘water-op-straat’, ondergelopen tunnels, opdrijvende putdeksels; - overlast: langdurig en op grote schaal ‘water-op-straat’, water in winkels, bedrijven en woningen met materiële schade en ernstige belemmering van het (economische) verkeer.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
1
graal gemeentelijk waterbeleid wordt opgesteld met afstemming tussen verschillende partijen en overheden. 1.1.
Doel en reikwijdte waterplan Het waterplan heeft betrekking op het oppervlaktewater-, rioolsysteem en het (ondiepe) grondwater in de gemeente Zuidplas. Het waterplan richt zich op het gehele gemeentelijke gebied, waarbij de focus ligt op het bebouwd gebied: de kernen Nieuwerkerk aan den IJssel, Moordrecht, Moerkapelle en Zevenhuizen. Hierbij is van belang dat de kernen niet los gezien kunnen worden van het landelijk gebied en de ontwikkelingen hierin. Afbeelding 1.2. Het plangebied
Het waterplan heeft als resultaat een gezamenlijke visie en de uitwerking van de visie tot een concreet maatregelenprogramma met hierin een tijdsplanning, kostenraming en kostenverdeling. Ook de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid worden aangegeven in het waterplan. Het tijdskader van het plan verschilt voor de visie op de lange termijn en voor het maatregelenprogramma op de korte termijn. Het tijdskader voor de lange termijn geeft een concreet wensbeeld voor de waterhuishoudkundige situatie in 2015 met een doorkijk tot 2027 (hiermee wordt aangesloten op de realisatietermijnen van andere plantrajecten zoals Waterbeheer in de 21e eeuw en de Kaderrichtlijn Water). Het maatregelenprogramma geldt voor de periode 2013 tot en met 2015.
2
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
In het waterplan wordt ingegaan op de volgende bouwstenen: - waterkwantiteit; - waterveiligheid; - waterketen en riolering; - grondwater; - oppervlaktewater en ecologie; - beheer en onderhoud stedelijk water; - waterbeleving en recreatie; - water en Ruimtelijke Ordening; Om de leesbaarheid van het waterplan te vergroten zijn de bovenstaande bouwstenen samengevoegd tot vijf thema’s: waterveiligheid en -kwantiteit; riolering; grondwater; waterkwaliteit en ecologie; beheer en onderhoud; beleving en recreatie. Alle waterthema’s zijn van belang voor ruimtelijke ontwikkelingen. In het onderstaande intermezzo is beschreven op welke wijze in het waterplan omgegaan wordt met de grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied. De Hollandsche IJssel is in beheer en onderhoud bij Rijkswaterstaat en is buiten beschouwing gelaten. Het beheer van het diepe grondwater berust bij de provincie Zuid-Holland en valt eveneens buiten de opzet van het waterplan. De status van het waterplan en de samenhang met andere plannen wordt in intermezzo 1 samengevat.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
3
intermezzo 1: status en samenhang met andere plannen 1. grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen De gemeente Zuidplas ligt in de driehoek Rotterdam-Zoetermeer-Gouda (RZG), met hierin de Zuidplaspolder. Het gebied is de enige plek in de zuidvleugel van de Randstad, waar op termijn nog omvangrijke ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk
zijn.
Het
Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas (ISP lit. 1) en het Streekplan Zuid-Holland Oost tweede partiële herziening [lit. 2] vormen de planologische kaders voor de ontwikkeling van de Zuidplaspolder (zie ook bijlage II). In vervolg hierop bevat het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder [lit. 3] een omvangrijke set uitspraken over een aantal aspecten, waaronder
duurzaamheid
en
water,
waarmee
in
de
verdere planvorming rekening gehouden dient te worden. Zowel in het Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas als in de partiële streekplanherziening voor de Zuidplaspolder is vermeld, dat de grootschalige ruimtelijke ontwikkeling die voor de polder wordt voorzien, moet leiden tot een veerkrachtig watersysteem. Verder heeft het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) samen met andere partners een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om te komen tot een robuuster en veerkrachtiger watersysteem, hetgeen geleid heeft tot een aantal aanbevelingen die opgenomen zijn in het Bestemmingsplanadvies Zuidplaspolder [lit. 4]. Voor alledeelplannen is de RO procedure
reeds
doorlopen.
Het
betreft
de
bestemmingsplannen
Nieuwe
Midden,
Rode
Waterparel,
Gouweknoop, Zuidplas-West, Zuidplas Noord en Restveen & Groene Waterparel. In het waterplan wordt aangesloten op
hetgeen
aangegeven is in: -
het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder;
-
de aanbevelingen op het bestemmingsplanadvies Zuidplaspolder;
-
de afspraken, die gemaakt zijn in het kader van de watertoetsprocedure van de bestemmingsplannen.
Daarbij wordt opgemerkt dat als gevolg van de economische crisis de ruimtelijke ontwikkeling in de Zuidplaspolder, zoals neergelegd in de Interregionale Structuurvisie (ISV) en Intergemeentelijk Structuurplan (ISP), gestagneerd is en daardoor nu nog geen (deel)gebieden concreet ontwikkeld/in ontwikkeling zijn. Verder wordt opgemerkt, dat het bestemmingsplanadvies Zuidplaspolder van HHSK ondertussen deels achterhaald is en daarom in de komende periode herzien zal worden. 2. gemeentelijke rioleringsplan Op 1 januari 2008 is de wijzigingswet Gemeentelijke Watertaken in werking getreden [lit. 5]. De nieuwe wetgeving stelt de gemeente beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. Voor 2008 had de gemeente enkel een zorgplicht voor afvalwater. Via twee nieuwe zorgplichten is de gemeente nu tevens verantwoordelijk voor het voorkomen van structurele grondwateroverlast en de inzameling van afstromend hemelwater, voor zover de perceelseigenaar dit water zelf niet kan verwerken en de gemeente een oplossing voorhanden heeft. Om deze reden vormen de hemelwaterafvoer en het ondiepe grondwater een onderdeel van het waterplan. Dit betekent dat bij de inventarisatie van het watersysteem ook het hemelwater en het (ondiep) grondwater beschouwd is. Bovendien zijn deze aspecten meegenomen bij de visievorming en het formuleren van maatregelen. De bekostiging van de benodigde maatregelen voor de invulling van de nieuwe zorgplichten zijn in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2011-2015 verwerkt. 3. waterketen De bouwsteen waterketen en riolering richt zicht op het verzamelen en afvoeren van het hemelwater en afvalwater. De drinkwaterketen, zoals het produceren en leveren van drinkwater en de inzameling en de zuivering van afvalwater vallen buiten de reikwijdte van het waterplan. Afspraken in relatie tot de waterketen worden momenteel voorbereid in het project ‘Samen werken in de afvalwaterkete’, dat uitgevoerd wordt door het HHSK, gemeente Zuidplas en de gemeente Lansingerland. 4. waterberging roeibaan Eendragtspolder De Eendragtspolder ligt tussen de Rotterdamse wijk Nesselande, het dorp Zevenhuizen, de Rotte en de Rottemeren. Ruim 300 hectare van de polder is heringericht. In deze uitloper van het Groene Hart worden de functies waterberging, natuur, recreatie en (top)sport op een unieke wijze gecombineerd. De Eendragtspolder krijgt een waterbergingsfunctie 3
in het stroomgebied van de Rotte met een opslagcapaciteit van vier miljoen m . Als er sprake is van wateroverlast en
4
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
het waterpeil op de Rotte wordt ontoelaatbaar hoog, dan wordt het water via de een aflaatconstructie vanuit de Rotte in de polder gelaten. Als het peil is gezakt, kan het water weer afgevoerd worden naar de Rotte. De aanplant van riet, een laag zand op de bodem van de roeibaan en de plas in het plas-drasgebied en een defosfaterings-installatie en de mogelijkheid voor actieve peilverlagingen (vanwege de aanwezigheid van fosfaten in de voormalige landbouwgrond) dienen te zorgen voor helder en schoon water. In het waterplan is de ontwikkeling van de roeibaan en het watersysteem meegenomen als een ruimtelijke ontwikkeling.
5. zwemwater De nieuwe Europese Zwemwaterrichtlijn (2006/7/EG) is begin 2006 vastgesteld. Het doel van deze richtlijn is het beschermen van de gezondheid van zwemmers in oppervlaktewateren. De provincie Zuid-Holland heeft de taak toe te zien op de kwaliteit van het zwemwater. Schieland en de Krimpenerwaard helpt door in het zwemseizoen, van 1 mei tot 1 oktober, tweewekelijks de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater te meten. De provincie verbindt conclusies aan de meetresultaten. Als het nodig is geeft de provincie een negatief zwemadvies of een zwemverbod af. In de Zevenhuizerplas is in 2012 een waarschuwing uitgebracht vanwege grootschalige aanwezigheid van blauwalgen. Indien de blauwalgenproblematiek in de toekomst (sterk) toeneemt, kan overwogen worden nader onderzoek uit te voeren (bron: Zwemwaterprofiel Zevenhuizerplas, HHSK, 2012). Dit zal dan lopen via een afzonderlijk traject. In het waterplan wordt hier niet verder op ingegaan.
1.2.
Proces Het plan is in drie fasen tot stand gekomen: een inventarisatiefase van het huidige watersysteem, een tweede fase waarin een watervisie tot stand is gebracht en een derde fase waarin maatregelen zijn uitgewerkt. De werkzaamheden zijn grotendeels uitgevoerd in 2008 en 2009. Begin 2013 is de afronding van het waterplan uitgevoerd, waarbij voortschrijdende inzichten zijn verwerkt. Het waterplan van de gemeente Zuidplas is een gezamenlijk project van de gemeente Zuidplas en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Het opstellen van het waterplan is aangestuurd door een ambtelijke projectgroep met één vertegenwoordiger per organisatie. Onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep is het waterplan gevormd. In de stuurgroep zijn voor de fusie de bestuurders van de vier betrokken overheden vertegenwoordigd. Na de fusie heeft de bestuurder van Zuidplas namens de voormalige gemeenten zitting in de projectgroep. Leden van maatschappelijke organisaties hebben via de klankbordgroepen een bijdrage geleverd. De deelnemers zijn tijdens de eerste avond gevraagd knelpunten aan te dragen en oplossingsrichtingen te benoemen. Bij de tweede bijeenkomst is de visie voorgelegd aan de klankbordgroep waarbij de visie vervolgens is aangescherpt op basis van de reactie van de klankbordgroep. Tot slot is een brede ambtelijke vertegenwoordiging bij interviews en workshops geraadpleegd. Een lijst met deelnemers en betrokkenen van de diverse overleggroepen is opgenomen in bijlage I.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
5
Afbeelding 1.3. Klankbordgroepbijeenkomst; uitnodiging en foto actieve sessie
1.3.
Leeswijzer In het volgende hoofdstuk, hoofdstuk 2, zijn kort de belangrijkste beleidskaders beschreven.In hoofdstuk 3 is de huidige situatie van het watersysteem kort beschreven en de geconstateerde knelpunten. Deze vormen een bouwsteen voor de visie. Met de knelpunten, ambities en wensen als bouwstenen, is in hoofdstuk 4 vervolgens de watervisie opgesteld, het wensbeeld voor het watersysteem. Deze visie is tevens uitgewerkt in doelstellingen per functie voor de belangrijkste watergangen in de kernen. Om invulling te geven aan de realisatie van de visie, zal een maatregelenplan opgesteld voor de planperiode 2013-2015. De rapportage hiervan zal separaat plaatsvinden.
6
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Afbeelding 1.4. Water in het landschap
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
7
8
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
2.
BELEIDS- EN TOETSINGSKADER In dit hoofdstuk worden de voor water belangrijkste en meest recente beleids- en toetsingskaders geschetst. Deze hebben derhalve betrekking op het beleid of een wetswijziging zoals Europa en de rijksoverheid deze voorstaan. Het beleid van de Rijksoverheid is vervolgens nader ingevuld door de waterbeheerder het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. Daarom is in dit hoofdstuk ook kort aangegeven op welke wijze het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard de nadere invulling van het Rijksbeleid heeft opgepakt en wat de consequenties hiervan zijn voor het Waterplan. Een uitgebreide beschrijving van het beleid is opgenomen in bijlage II.
2.1.
Kaderrichtlijn Water (KRW) Vanaf eind 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht [6]. De Europese Unie heeft doelen gesteld voor een goede chemische en ecologische toestand van grond- en oppervlaktewater in de Kaderrichtlijn Water [lit. 6]. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd in het kader van de KRW: - al het oppervlaktewater moet voldoen aan normen voor chemische stoffen (zogeheten ‘prioritaire stoffen’); een goede chemische toestand; - Hoewel de KRW geldt voor al het oppervlaktewater zijn er tot nu toe voor waterlichamen ecologische doelen gesteld. Voor de zogenaamde KRW-waterlichamen (zijnde oppervlaktewateren groter dan 50 ha of afvoerende watergangen van stroomgebieden groter dan 10 km 2) moeten naast de chemische normen bovendien voldoen aan de ecologische doelstellingen (Goed Ecologisch Potentieel). De doelstellingen worden per waterlichaam opgesteld door de verantwoordelijke beheerders en zijn dus locatie specifiek; - het grondwater moet voldoen aan aparte normen voor chemische stoffen. Bovendien mag vanaf 2015 niet méér grondwater worden onttrokken dan er wordt toegevoegd. De KRW gaat uit van een stroomgebiedbenadering. Het uitvoeren van de KRW is een gedeelde verantwoordelijkheid van de (Nederlandse) overheden. De Europese Unie verbindt aan de te formuleren waterkwaliteitsdoelen- en maatregelenpakketten een resultaatsverplichting, in principe te bereiken in 2015. Uitstel is goed gemotiveerd mogelijk tot uiterlijk 2027. De chemische normen worden landelijk of in EU verband bepaald. Voor zover sprake is van normoverschrijding wordt dit via algemene regelgeving aangepakt. Het Rijk is aan zet om dit beleid waar nodig aan te scherpen. Aanvullende regionale maatregelen zijn niet voorzien. De ecologische doelstelling is verschillend voor natuurlijk water, sterk veranderd water of kunstmatig water. In het plangebied is de Rotte een sterk veranderd waterlichaam (van oorsprong natuurlijk). De overige waterlichamen zijn allemaal kunstmatig. De ecologische norm die moet worden gehaald in de kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen heet in KRW termen het Goed Ecologisch Potentieel (GEP). Het GEP is een lichte afwijking van de 'ideale ecologische toestand' van het water, het zogenaamde Maximaal Ecologisch Potentieel (MEP). Het GEP bestaat uit ‘maatlatten’ voor onder meer algen, waterplanten, vissen en andere kleine waterdieren. Het GEP wordt per watertype bepaald. Bij het afleiden van het MEP (en dus ook voor het GEP) mag met het effect van deze zogenaamde 'onomkeerbare hydromorfologische ingrepen' rekening worden gehouden. Dit zijn ingrepen die nodig zijn vanuit de functie van het gebied of het water zoals de aanleg van kades, de keuze van het peilbeheer en het onderhoud van de watergangen. Hierdoor kan de norm voor de ecologische kwaliteit van een sloot lager zijn dan die van een natuurlijk meer.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
9
Relatie met onderhavig Waterplan In en om de gemeente Zuidplas liggen de waterlichamen Rotte en Rottemeren, Zuidplaspolder Noord, Zuidplaspolder Zuid, Ringvaart, Zevenhuizerplas en Polder Prins Alexander. Op afbeelding 2.1 zijn de KRW Waterlichamen weergegeven. Afbeelding 2.1. KRW Waterlichamen *
Zuidplaspolder Noord Rotte en Rottemeren
Zuidplaspolder Zuid
Ringvaart Zevenhuizerplas
Polder Prins Alexander
* de Hollandse IJssel is ook een KRW waterlichaam, maar is niet benoemd op de kaart, omdat het geen onderdeel van het plangebied vormt.
De KRW doelen en maatregelen zijn inmiddels vastgesteld in het waterbeheerplan van het Hoogheemraadschap. Als basis hiervoor heeft een KRW detailverkenning plaatsgevonden voor het beheersgebied van het HHSK [lit. 7]. De ecologische toestand van de waterlichamen is getoetst aan het GEP. Op dit moment voldoet geen van de waterlichamen daaraan. De belangrijkste oorzaken zijn: - de belasting met voedingsstoffen stikstof en fosfaat, waardoor het water voedselrijk en veelal troebel is; - de huidige inrichting, versnippering en het intensieve beheer van het water, waardoor minder waterplanten, vis en andere organismen voorkomen dan wenselijk zou zijn; - de ‘one out all out’-ystematiek van de KRW, waardoor een onvoldoende score op één onderdeel (maatlat) inhoudt dat de totale score onvoldoende is. De KRW detailverkenning heeft plaatsgevonden onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard (procestrekker), gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat. De maatschappelijke organisaties hebben actief meegedacht bij de KRW-detailanalyse. De inzichten van de KRW-detailanalyse zijn opgenomen in
10
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
dit waterplan. In de volgende tabel zijn de relevante KRW-inspanningen uit de detailanalyse samengevat. Tabel 2.1. Maatregelen KRW waterlichaam
actor
Zuidplaspolder Zuid
HHSK
maatregelen 2010-2015
maatregelen na 2015
oevervegetatie ontwikkelen in dioevervegetatie
2
ontwikkelen
in diverse watergangen
verse watergangen (1,3 km)
(1,3 km) provincie
oevervegetatie ontwikkelen in diverse watergangen (3,3 km)
Polder Prins Alexander
gemeente Zuidplas
Sloten waterrijk polder Es-
HHSK
1
natuurvriendelijke
oever
Nieu-
werkerksetocht (2 km) doorspoelen
se-, Gans- en Blaardorp ontwikkelen
oevervegetatie
(5
km)
ontwikkelen
oevervege-
tatie (5 km)
beheers-/inrichtingsvisie water en oevers Zuidplaspolder Noord
HHSK
oevervegetatie ontwikkelen (3,3 km)
gemeente Zuidplas
glastuinbouwbedrijven aansluiten
Rottemeren
niet van toepassingt
geen
Rotteboezem
HHSK
onderzoek
op riolering (130 stuks) geen mogelijkheden
natuurvriendelijke oevers Ringvaart
HHSK
onderhouds-
en
beheersvisie
Ringvaart Zevenhuizerplas
HHSK
onderzoek naar ontwikkeling van
aanleg
ondiepe zones
ontwikkelen na 2015 (10
ondiepe
zones
ha) beheersvisie aan te leggen ondiepe zone
1
2
voor dit KRW-waterlichaam zullen ook maatregelen genomen worden door de gemeente Capelle a/d IJssel(4 ha afkoppelen Schollevaar, 2 km verbreding en Natuurvriendelijke oevers Schollevaartsetocht); een deel van de doelen zal pas na 2015 worden gehaald omdat niet alle maatregelen voor 2015 worden uitgevoerd en het effect van de uitgevoerde maatregelen niet altijd al in 2015 wordt bereikt.
De maatregelen richten zich op het realiseren van meer begroeiing, realiseren van maatregelen ter verbetering van de vismigratie, het opstellen van beheersvisies en andere maatregelen ter verbetering van de ecologische toestand. In dit waterplan worden de KRWmaatregelen verwerkt bij de visievorming en maatregelenprogramma.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
11
Afbeelding 2.2 Spelen en zwemmen op water (Zevenhuizerplas)
2.2.
Bestuursakkoord water In mei 2011 hebben het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) het Bestuursakkoord Water ondertekend. De normen uit het (Nationaal) Bestuursakkoord Water zijn overgenomen door de kaderstellende overheden, de provincies, in hun waterverordeningen. HHSK past de kaders (waterverordening) van de provincie Zuid-Holland toe. In de verordening is het volgende opgenomen ten aanzien van overstromingskansen: Met het oog op de bergings- en afvoercapaciteit waarop regionale wateren moeten zijn ingericht geldt, voor het gebied van een gemeente binnen de bebouwde kom, als norm een gemiddelde overstromingskans van: a. 1/100 per jaar voor bebouwing niet zijnde glastuinbouw; b. 1/50 per jaar voor glastuinbouw; c. 1/10 per jaar voor het overige gebied. Met het oog op de bergings- en afvoercapaciteit waarop de regionale wateren moeten zijn ingericht geldt, voor het gebied van een gemeente buiten de bebouwde kom, als norm een gemiddelde overstromingskans van: a. 1/100 per jaar voor hoofdinfrastructuur; b. 1/50 per jaar voor glastuinbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw; c. 1/25 per jaar voor akkerbouw; d. 1/10 per jaar voor grasland. In 2015 moet de historische wateropgave (getoetst aan het huidige klimaat) zijn opgelost en vanaf 2015 wordt de wateropgave, die naar verwachting ontstaat door de klimaatsveranderingen, opgelost. Waar mogelijk en wordt hierop wel al een voorschot genomen in de uitvoering. De waterschappen hebben inmiddels vastgesteld dat het toetsen van het watersysteem een iteratief proces is. Daarbij gaat het niet om het ‘sec’ voldoen aan de normen (normgericht) maar het opsporen en oplossen van de knelpunten in het watersysteem (doelgericht). Dit betekent dat niet meer gesproken wordt over ha of m 3 NBW-wateropgave, maar over het aantal knelpunten in het watersysteem van een peilvak in het totale afwateringsgebied. Het zijn deze knelpunten die (gezamenlijk) moeten worden opgelost in de trits VasthoudenBergen- Afvoeren. In veel gevallen blijkt het aanleggen van structuurmaatregelen (Vast-
12
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
houden) veel effectiever en efficiënter te zijn in de Zuidplaspolder, dan het aanleggen van open waterberging. Relatie met onderhavig Waterplan De huidige inzichten ten aanzien van wateropgaven zijn als volgt: - In de Zuidplaspolder is een aantal knelpunten in het watersysteem die nu al een probleem vormen (historische NBW-opgave) en een aantal knelpunten die in de toekomst een probleem kan worden (NBW-2050 opgave). Uit de toetsing van de Zuidplaspolder is naar voren gekomen dat de wateropgave in deze polder 2 ha betreft en verspreid over de polder ligt. De maatregelen om de knelpunten tegen te gaan, worden gezocht in structuurmaatregelen, zoals automatische stuwen, het aanpassen van de besturing van poldergemalen en maatregelen bij inlaten zodat een aangepast beheer toegepast kan worden. Het HHSK zal hiervoor afzonderlijk van het waterplantraject maatregelen formuleren. - In de Oostpolder is er in de huidige situatie geen wateropgave. - Voor de Eendragtspolder (het deel buiten de waterberging Eendragtspolder) zal in 2014 een watersysteemanalyse uitgevoerd worden, waarbij toetsing aan de NBWnormen plaats zal vinden. Verder zal HHSK een watersysteemanalyse uitvoeren van het watersysteem in Esse, Gans en Blaardorp, waar ook Hitland zich in bevind. - Bij de aanleg van nieuwe verharding is compenserende waterberging noodzakelijk conform het beleid van HHSK. In bijlage III is de NBW toetsing en de waterbergingsopgave nader toegelicht. 2.3.
Wet gemeentelijke watertaken De belangrijkste verandering als gevolg van de Wet gemeentelijke watertaken, die per 1 januari 2008 van kracht is geworden, is een verbrede zorgplicht voor gemeenten met betrekking tot het inzamelen en afvoeren van (overtollig) hemelwater en grondwater. Zij hadden al de plicht om afvalwater te verzamelen en ten behoeve hiervan periodiek een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen. Bij nieuwe ontwikkelingen geldt inmiddels het algemene uitgangspunt dat hemelwater niet wordt aangekoppeld op het afvalwaterriool en dat bij de keuze van het bouwpeil rekening wordt gehouden met het gedrag van het grondwater. De Wet gemeentelijke watertaken bevat onder meer de nieuwe rioolbelasting (de rioolheffing ter vervanging van het rioolrecht), waarmee de gemeenten de aanleg en het beheer van de riolering betaalt. Ook definieert en verheldert de wet de taak van gemeenten voor wat betreft afvloeiend hemelwater en grondwater: hemelwater: ⋅ de wet gaat uit van het principe dat de perceelseigenaar zoveel mogelijk zelf het hemelwater verwerkt bij de bron. De wet geeft gemeenten de verantwoordelijkheid om te bepalen wanneer dit redelijkerwijs van de perceelseigenaar gevraagd mag worden. De wet geeft gemeenten een expliciete zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken; grondwater: ⋅ in de nieuwe wetgeving krijgen gemeenten een zorgplicht voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De gemeente Zuidplas kent een “smalle zorgplicht” zoals vastgelegd in het VGRP. Deze smalle zorgplicht betekent dat de gemeente maatregelen treft indien dit redelijkerwijs niet verwacht kan worden van een individueel belanghebbende én wanneer dit doelmatig is.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
13
Relatie met onderhavig Waterplan Als gevolg van deze nieuwe wet moet de gemeente beleid opstellen en mogelijk maatregelen nemen om schoon hemelwater af te koppelen van de riolering, voor zover mogelijk en noodzakelijk (aanwezigheid van knelpunten). Ook ten aanzien van grondwater dient beleid opgesteld te worden en dienen mogelijke maatregelen te worden genomen. Hemelwater en grondwater zijn in dit waterplan meegenomen. In het GRP Zuidplas 2011-2015 zijn de onderdelen hemelwater en grondwater nader uitgewerkt.
14
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
3.
BESCHRIJVING HUIDIGE WATERSYSTEEM EN AANDACHTSPUNTEN De eerste stap op weg naar de visie is een grondige analyse van het huidige watersysteem en de bijzonderheden en aandachtspunten hierin. Een uitgebreide analyse is opgenomen in de bijlagen III tot en met VIII, waarbij achtereenvolgend wordt ingegaan op Waterkwantiteit en veiligheid, Grondwater, Riolering, Waterkwaliteit en ecologie, Beheer en onderhoud en Gebruik en beleving. In onderstaande paragraaf 3.1 is het watersysteem achtereenvolgend beschreven voor de thema’s: waterveiligheid en -kwantiteit; riolering; grondwater; waterkwaliteit en ecologie; beheer en onderhoud; beleving en recreatie. Riolering wordt als thema beschreven in dit hoofdstuk, maar vormt overwegend een onderdeel van de thema waterveiligheid en -kwantiteit en waterkwaliteit en ecologie. Op basis van de analyse zijn de aandachtspunten herleid en weergegeven op een kaart. Daarbij is niet alleen rekening gehouden met huidige aandachtspunten, maar ook met aandachtspunten die ontstaan door toekomstige ontwikkelingen zoals klimaatverandering en verstedelijking. De kaart is opgenomen als afsluiting van hoofdstuk 3.
3.1.
Thema Waterveiligheid en -kwantiteit Oppervlaktewatersysteem Afbeelding 3.1. Peilschaal
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
15
Aan de oostzijde van het plangebied ligt de Hollandsche IJssel. Aan de westzijde van het plangebied ligt de Rotte. De Rotte is een boezemwater. Verder is de Ringvaart een belangrijk boezemwater. Aan de rand van het plangebied liggen de grote plassen De Rottemeren (boezemwater) en de Zevenhuizerplas (polderwater). De boezem wordt gebruikt om de polders te voorzien van water of overtollig water uit de polders op te vangen. Afbeelding 3.2. Stromend water in Moordrecht door waterinlaat
De westzijde van het plangebied ligt onder andere in de Eendragtspolder, Tweemanspolder en de Polder Wilde Venen. De Eendragtspolder ligt tussen de Ringvaart en de Rotte. De grens tussen de Eendragtspolder en de Zuidplaspolder loopt door de kern Zevenhuizen. Aan de oostzijde van de Ringvaart bij Zevenhuizen ligt de Zuidplaspolder. De Zuidplaspolder loopt in oostelijke richting door tot aan de Ringvaart bij Moordrecht. Ten oosten van de Ringvaart bij Moordrecht tot aan de Hollandsche IJssel ligt de Oostpolder. Het Zuidplaspolder en het ringvaartsysteem zijn in de negentiende eeuw ontstaan door de droogmakerijen. Hierbij vindt bemaling plaats via gemaal Abraham Kroes, die bestaat uit twee gemalen: een poldergemaal en een boezemgemaal. Het water wordt vanuit de Zuidplaspolder rechtstreeks naar de Hollandsche IJssel gepompt. Water vanuit de Ringvaart wordt via het boezemgemaal verpompt naar de Hollandse IJssel.
16
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Afbeelding 3.3. Schematische weergave watersysteem en waterafvoer situatie oostzijde
situatie westzijde
Rotte
Ringvaart
Eendragtspolder
Zuidplaspolder
Risico op wateroverlast Uit interviews met medewerkers van de gemeente en het hoogheemraadschap blijkt dat in de afgelopen jaren nauwelijks ervaringen zijn met inundatie vanuit het oppervlaktewater. Historisch gezien is in 1993, 1995 en 2001 sprake geweest van zeer natte perioden. In 2001 heeft wateroverlast plaatsgevonden in de Zuidplaspolder, Eendragtspolder, Tweemanspolder en de Wilde Veenen. In de andere perioden heeft geen inundatie plaatsgevonden. Hieruit kan afgeleid worden dat het huidige watersysteem in algemene zin goed functioneert. Ook voor inzicht in het functioneren van het watersysteem hebben interviews plaatsgevonden met medewerkers van de gemeente en het hoogheemraadschap. Op basis van de interviews blijkt een aantal risico’s te zijn voor stremming van de waterafvoer. De volgende aandachtspunten zijn hierbij benoemd: duikers liggen veelal onder water, hetgeen ongewenst is vanuit waterafvoer, wateraanvoer, doorstroming, waterkwaliteit en beheer en onderhoud; in de kern Moordrecht zijn lange duikers aanwezig bij de Wetering bij de Sluislaan en De Waal; in de kern Nieuwerkerk aan den IJssel ligt bij de IJssellaan een duiker die regelmatig verstopt raakt. Bij de renovatie van de IJssellaan zal de afwatering verbeterd worden; de duiker Kerklaan Nieuwerkerk aan den IJssel in de Ringvaart van de Zuidplaspolder is een aandachtpunt voor de waterafvoer; bij de recreatiewoningen De Bonk aan de Rotte speelt het volgende. De Bonk ligt in het Boezemland van de Rotte. Het vloerpeil van de recreatiewoningen ligt in sommige
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
17
-
-
gevallen vrijwel gelijk aan het schouwpeil van de Rotte (NAP -1,02 m). Bewoners wonende op de boezemlanden in de Rotte en Ringvaart zijn zelf verantwoordelijk voor het op hoogte houden van hun huizen en percelen in verband met voldoende drooglegging versus de bodemdaling. Dit geldt ook voor de recreatiewoningen De Bonk; in de Vogel- en Bomenbuurt in Zevenhuizen is geen oppervlaktewater aanwezig. Bovendien vormt de afvoercapaciteit van de riolering en het oppervlaktewater een knelpunt. In het verleden heeft hierdoor wateroverlast opgetreden (met water-op-straat, grote peilstijgingen en opstuwing). Door middel van tijdelijke voorziening is de overlast verholpen (aanleg afvoerleiding naar het oppervlaktewater); de wateraanvoer Nessepolder bij Oud Verlaat is een knelpunt. Het Hoogheemraadschap zal de inlaat binnenkort vervangen door een grotere inlaat; de bediening van de inlaten naar hoofdwatergangen wordt vaak nog door de gemeenten uitgevoerd. Het hoogheemraadschap controleert hierbij de waterinlaten vanwege de invloed op het gehele watersysteem. Het hoogheemraadschap en de gemeente Zuidplas geven de voorkeur aan bediening door het hoogheemraadschap.
Versnippering Het waterbeheer dat door de gemeente en het hoogheemraadschap wordt toegepast is faciliterend aan de gebruiksfuncties. Het peilbeheer is traditioneel ingesteld op het volgen van de functies hierin. Door inrichting van het gebied met peilgebieden, worden de waterstanden in de watergangen op peil gehouden. In het plangebied is sprake van een erg versnipperd poldersysteem met veel peilgebieden. Deze versnippering doet afbreuk aan de robuustheid en veerkracht van het watersysteem. Bij piekneerslag ontstaan daardoor mogelijk eerder problemen met de afvoer van water. De versnippering in de Zuidplaspolder is historisch ontstaan doordat er veel verschillende gebruiksfuncties naast elkaar in het afwateringsgebied bestaan en de maaiveldhoogte zeer verschillend is. Hier is de versnippering het grootst. HHSK is verplicht om de huidige gebruiksfuncties te dienen, waardoor versnippering voor de huidige situatie een vast gegeven is. Daar waar gebruiksfuncties veranderen wordt getracht te ontsnipperen (wensbeeld bestemmingsplanadvies, waarbij rekening gehouden wordt met realisatie op de lange termijn). De versnippering in de overige watersystemen is relatief een stuk minder groot. Waterkeringen Er is in het plangebied sprake van een risicogebied bij dijkdoorbraak. Het plangebied grenst met de zuidoostzijde aan Hollandsche IJssel. Het zuidoostelijk deel van het plangebied gebied wordt gekenmerkt door een diepe ligging. Door deze diepe ligging is het zuidelijk deel tot aan de lijn A20-/spoorlijn Gouda-Rotterdam aangemerkt als risicogebied voor overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandsche IJssel en/of de Gouwe. Er wordt onderscheid gemaakt tussen primaire waterkeringen van de categorie a, bestemd voor directe kering van buitenwater (de grote rivieren in dit geval) en primaire waterkeringen van de categorie c, niet bestemd voor directe kering van buitenwater (langs de afsluitbare Hollandsche IJssel). In het plangebied van het waterplan komen alleen categorie c waterkeringen voor. Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) heeft als taak de primaire waterkering te beheren. De waterkering langs de Hollandsche IJssel is in de Derde Toetsronde (2006 - 2010) door HHSK getoetst aan de veiligheidsnormen. Uit deze toetsing is gebleken dat in dijkring 14 aan de Schielandzijde van de Hollandsche IJssel circa de helft van de dijk niet voldoet aan de norm en dat in dijkring 15 vrijwel de gehele dijk niet voldoet aan de norm. Niet zo zeer de hoogte van de waterkering is een knelpunt, maar met name de stabiliteit. Bij het dijkvak Moordrecht is sprake van een van de zwakste schakels. Daarbij is verbetering van het dijkvak Moordrecht
18
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
van belang voor de waterveiligheid van het te ontwikkelen gebied Zuidplas. Daarom heeft het aanpakken van dit dijkvak een hoge prioriteit ten opzichte van andere dijkvakken. Het risico van een eventuele dijkdoorbraak kan het noodzakelijk maken om anticiperend hierop maatregelen te nemen om de gevolgen te beperken. Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Ten aanzien van de ontwikkeling van Westergouwe heeft de Minister van VROM in dit verband als eis gesteld dat de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP -4,70 m. Het hoogheemraadschap heeft als standpunt in het bestemmingsplanadvies Zuidplaspolder opgenomen, dat deze eis ook moet gelden voor andere nieuwe bebouwing in het zuidelijk deel van de Zuidplaspolder. Bij verdere planontwikkeling zal moeten worden nagegaan welke eisen voor de waterveiligheid moeten worden gesteld. Resumé Samenvattend blijkt uit het bovenstaande het volgende. Er is sprake van versnippering in veel kleine peilgebieden, hetgeen historisch is ontstaan vanwege veel verschillende gebruiksfuncties en verschillen in maaiveldhoogten. Bij piekneerslag ontstaan daadoor eerder problemen met de afvoer van water. De versnippering van peilgebieden betekent ook ecologische versnippering: waterplanten en -dieren kunnen zich moeilijker door de polder verplaatsen. Bovendien maakt de versnippering het dagelijks beheer van het watersysteem nodeloos complex. De waterkering bij de Hollandsche IJssel voldoet voor een groot deel niet aan de gestelde eisen. Vanwege de diepe ligging van het zuidelijke deel van het plangebied is aandacht voor preventieve en reactieve veiligheid bij een eventuele dijkdoorbraak van belang. 3.2.
Thema Riolering Algemeen Voor de riolering zijn de volgende uitgangspunten van belang: het rioolstelsel dient zodanig te zijn, dat er geen wateroverlast door langdurig water op straat plaats vindt (water op straat, kortdurend tot circa vijftien minuten, wordt vanuit doelmatigheidsoverwegingen in beperkte mate geaccepteerd); het rioolstelsel dient te voldoen aan de basisinspanning. De basisinspanning is bedoeld als referentieniveau voor de vuiluitworp door rioolstelsels en geldt in principe voor alle rioolstelsels. Hierbij wordt het rioolstelsel getoetst aan jaar- en piekemissies; de lozingen vanuit het rioolstelsel moeten voldoen aan het waterkwaliteitsspoor. Bij het waterkwaliteitsspoor wordt nagegaan of er inspanningen genomen dienen te worden om belangrijke negatieve waterkwaliteitseffecten zoals vissterfte en stank te voorkomen. De riolering is hiermee van belang voor de thema waterkwantiteit en voor de thema waterkwaliteit. Door middel van afkoppelen wordt de belasting van de riolering verminderd, wordt relatief schoon hemelwater afgevoerd naar het oppervlaktewater en wordt voorkomen dat het hemelwater afgevoerd wordt naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bij afkoppelen is van belang om rekening te houden met de bergings- en afvoercapaciteit van het ontvangend watersysteem, omdat afkoppelen kan leiden tot een toename van piekafvoeren op het watersysteem. In tabel 3.1 wordt de situatie ten aanzien van de riolering in de kernen samengevat.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
19
Tabel 3.1. Overzicht riolering kernen 1 kern
aantal overstor-
situatie basis-
situatie
ten gemengd
inspanning
waterkwaliteits-
stelsel Moordrecht
11
situatie afkoppelen
spoor voldoet
geen knelpunten, 1
diverse oppervlakken afgekoppeld (in totaal 6,45
overstort vormt een
ha verharding);
5
aandachtspunt
met name wegen (voor 60 %) afgekoppeld; toepassing
lamellenafscheiders
bij
afkoppelen; Nieuwerkerk
aan
32
den IJssel
voldoet niet
2
geen knelpunten, 7
5,5
overstorten
Esse Laag Oost;
vormen
een aandachtspunt
4
4,5
ha ha
verbeterd verbeterd
gescheiden
stelsel
gescheiden
stelsel
gescheiden
stelsel
Esse Laag West; 9,3
ha
verbeterd
Esse Hoog; 4,4 ha gescheiden stelsel Kleinpolder Laag); 1,8 ha gescheiden stelsel woonwagencentrum, Verlderwater
en
Hooge
Veenen; Zevenhuizen
7
voldoet niet
geen knelpunten en
industrieterrein Nijverheidscentrum is voorzien van
aandachtspunten
een verbeterd gescheiden stelsel;
mits afkoppelmaatre-
Wethouder Kreftlaan (2008);
gelen getroffen wor-
scholen Burgland (2009);
den
3
Korenstraat e.o. (2009); sporthal Swanla (2008); bloemenbuurt (gereed); woningen Kratonlaan west (2009); Raadhuishof (2008); herv. Kerk (2008);
Moerkapelle
5
voldoet niet
geen knelpunten en
industrieterrein is grotendeels voorzien van een
aandachtspunten
verbeterd gescheiden stelsel;
mits afkoppelmaatre-
Kerkstraat (2008);
gelen getroffen wor-
gereformeerde Gemeente Kerk (2008);
den
tennishal Moerk. Zijde (2008); rehobothschool (2009); drogisterij Rodenburg (2009); hervormde Kerk (2009); Moerk. Oost inclusief Raadhuisstraat (2009).
1
het buurtschap Oud Verlaat is in tabel 3.1 niet meegenomen omdat dit gebied een drukriolering bevat die direct wordt afgevoerd naar het rioolstelsel van Rotterdam. Er is dus geen sprake van overstorten of knelpunten ten aanzien van de waterkwaliteit.
2
bij piekemissie.
3
voor de gehele gemeente wordt in 2013 de emissie vanuit het rioolstelsel herrekend (BRP).
4
in geval van een knelpunt is er een zodanige risico op vissterfte, dat het saneren van de overstort of andere maatregelen nodig zijn. Bij een aandachtspunt is het risico beperkt, maar worden op termijn wel maatregelen aanbevolen.
De gemeente Zuidplas voldoet (nog) niet aan de basisinspanning. In de tabel is aangegeven of een kern wel of niet voldoet aan de basisinspanning, deels gebaseerd op toetsingen waarvan het onduidelijk is of deze nog actueel zijn. Voor het realiseren van de basisinspanning voert de gemeente zo veel mogelijk afkoppelmaatregelen uit die gecombineerd worden met reeds geplande maatregelen herstraten/ophogen.
20
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Om te voldoen aan de basisinspanning wordt rekening gehouden met extra afkoppelen in Zevenhuizen en Moerkapelle. De exacte hoeveelheid af te koppelen oppervlak zal worden berekend in het BRP 2013. De gemeente heeft reeds maatregelen voorzien om aan de basisinspanning te voldoen. Deze worden op basis van de herberekening in het BRP nog verder gedetailleerd. De kern Nieuwerkerk aan de IJssel voldoet voor de situatie bij piekemissie nog niet aan de basisinspanning. Bij piekbuien zijn de overstorthoeveelheden vanuit de riolering hierdoor groter dan toegestaan. De gemeente is zoals vermeld bezig met nieuwe rioleringsberekeningen (opstellen van basisrioleringsplan). Uit deze herberekeningen zal naar verwachting volgen dat de gemeente Zuidplas per 2014 voldoet aan de basisinspanning. Riolering en waterkwaliteit Vanuit de overstorten van het gemengde stelsel wordt bij hevige buien water geloosd op de watergangen. Door het afkoppelen vermindert de hoeveelheid vuilwater uit gemengde stelsel waardoor de belasting met nutriënten en zuurstofverbruikende stoffen op het watersysteem kleiner wordt. Ook zorgt afkoppelen voor aanvoer met relatief schoon regenwater (vooral als zuiverend voorzieningen worden ingebouwd) waardoor het water wordt vermengd en de waterkwaliteit van de watergangen in het bebouwd gebied verbeterd. Vanuit het waterkwaliteitsspoor zijn mede hierdoor geen knel- en aandachtpunten vastgesteld in de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle. In het waterkwaliteitsspoor is immers rekening gehouden met het afkoppelen van 6,8 ha in de kern Zevenhuizen en 6,2 ha in de kern Moerkapelle.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
21
Afbeelding 3.4. Overstorten vormen een aandachtspunt voor de waterkwaliteit
De kern Moordrecht heeft geen overstorten die vanuit het waterkwaliteitsspoor een knelpunt vormen. De overstort bij de Staatslieden/Vijf Akkers is wel een aandachtpunt. Bij een aandachtspunt is de situatie vanuit waterkwaliteitsoogpunt acceptabel, maar is het op termijn wel gewenst verbetering te realiseren. Deze verbetering is voorzien in de realisatie van de woonwijk Vijfakkers-Noord. In de kern Nieuwerkerk aan den IJssel zijn bij het waterkwaliteitsspoor zeven overstorten met name in de wijk Dorrestein aangemerkt als aandachtspunt. Hierbij is de situatie vanuit waterkwaliteitsoogpunt acceptabel. Rioolvreemd water De gemeente Zuidplas ligt volledig in het verzorgingsgebied van AWZI Kortenoord. Voor de AWZI is een onderzoek uitgevoerd naar rioolvreemd water. Rioolvreemd water is water dat onbedoeld door de riolering wordt afgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat het verzorgingsgebied van Kortenoord sprake is van instroom van rioolvreemd water. Mogelijke oorzaken zijn de lozing van water door de glastuinbouw (lozing van water uit regenwaterbassins) of de inloop van grond- en oppervlaktewater in de riolering. Er heeft thans onderzoek plaatsgevonden naar rioolvreemd water in de kern Moerkapelle. Als voornaamste oorzaak is de op grote schaal aanwezige drainage vastgesteld. Resumé Samenvattend blijkt het volgende uit de analyse van de thema riolering. Ook de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle worden in het nieuwe BRP meegenomen, Onderzocht wordt of deze stelsel voldoen aan de basisinspanning. |Indien er nog een opgave ligt dan zal met afkoppelen invulling worden gegeven aan de opgave vanuit de basisinspanning. De overstortlozingen zijn vanuit waterkwaliteits oogpunt alsnog een knelpunt indien de vuilemissie van de overstorten met het afkoppelen gereduceerd wordt tot aan het niveau van de basis-
22
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
inspanning. Het risico op vissterfte en stankoverlast is te groot. Daarom dient er in Zevenhuizen en Moerkapelle aanvullend afgekoppeld te worden vanuit het waterkwaliteitsspoor. Moordrecht voldoet hoogstwaarschijnlijk aan de basisinspanning en heeft geen knelpunten vanuit het waterkwaliteitsspoor. Nieuwerkerk aan den IJssel voldoet aan de basisinspanning voor de jaarlijkse vuilvrachten, maar niet voor de piekemissie. Hiermee is de piekemissie vanuit de overstorten groter dan toegestaan. Er zijn geen knelpunten vanuit het waterkwaliteitsspoor in Nieuwerkerk aan den IJssel. Wel zijn er diverse locaties als aandachtspunt aangemerkt in het waterkwaliteitspooronderzoek. Op deze locaties is er een beperkte en vooralsnog acceptabele risico op vissterfte en stankoverlast. Voor deze aandachtpunten worden op termijn maatregelen aanbevolen om de situatie te verbeteren. 3.3.
Thema Grondwater Grondwatersysteem Uit de bodemkaart blijkt dat in de gemeente Zuidplas voornamelijk sprake is van zeekleigronden. Dit betreft het noordwestelijk deel, waaronder de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle. In het zuidoosten van het gebied, waaronder bij de kernen Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel komen moerige gronden en veengronden voor. Het waterpeil in de Oostpolder en de nabij gelegen Krimpenerwaard is hoger dan in de Eendragtspolder, Tweemanspolder en de Polder Wilde Venen en Zuidplaspolder. Hierdoor is sprake van infiltratie in de Oostpolder en kwel in de Zuidplaspolder. Naast diepe kwel is sprake van kwel van water vanuit de Hollandsche IJssel en de boezemwatergangen Rotte en Ringvaart. Afbeelding 3.5. Monument Laagste punt van Nederland
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
23
Afbeelding 3.6. Schematisatie grondwatersituatie
situatie oostzijde
Rotte
ringvaart
Eendragtspolder Zuidplaspolder
diepe kwel
situatie westzijde
diepe kwel
Door het peilbeheer van het oppervlaktewater, wordt tevens het grondwaterpeil beïnvloed. In combinatie met het toepassen van drainagevoorzieningen, wordt grondwateroverlast over het algemeen voorkomen. De kwelstromen leiden in bepaalde gebieden waaronder het restveengebied in de Zuidplaspolder tot een matige/slechte waterkwaliteit (te hoge chloride- en nutriëntenbelasting en soms ijzerrijke wellen). Opbarsting van de deklaag In de zone van de polder ten zuiden van de A20 doet zich het verschijnsel voor dat de deklaag plaatselijk opbarst. De relatief venige bovengrond komt daarbij door de grondwaterdruk omhoog. Meestal gebeurt dit in de watergangen, waar grondwater via zogenaamde wellen in de sloten kan stromen en waar soms veenschollen opdrijven. Dit bemoeilijkt het waterbeheer. Bij graafwerkzaamheden en het creëren van waterpartijen moet daarom goed rekening worden gehouden met de risico’s die de bodemgesteldheid met zich meebrengt (het risico van opbarsting of het ontstaan van nieuwe wellen). Daar waar er sprake is van een risico op opbarsting van de bodem, dient er rekening mee gehouden te worden dat er geen diepe (en brede) watergangen aangelegd kunnen worden. Uitgangspunt is het behouden van stabiele waterbodems.
24
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Verzilting Door wateraanvoer wordt het water op het gewenste peil gehouden. Daarnaast zorgt de wateraanvoer voor het tegengaan van verzilting. Tijdens de interviews met de medewerkers van de gemeenten en het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard is aangegeven dat in perioden met langdurige droogte zoals in 2003 sprake is van een verziltingprobleem. Een effect van de klimaatverandering is meer langdurige perioden van droogte en de hiermee gepaard gaande een toename op (zoet)watertekorten en verzilting. Zettingen De klei- en veengronden in het gebied zijn zettingsgevoelig. In de bestaande woonwijken is de huidige zetting beperkt. Door het treffen van maatregelen bij het bouwrijp maken zoals bouwen op palen en het ophogen met zand wordt grondwateroverlast thans voorkomen. Het is verder van belang dat bij de aanleg van nieuwe wijken rekening wordt gehouden met de restzetting en het treffen van zettingsversnellende maatregelen. Van belang hierbij is dat er hierbij ook voldoende aandacht is voor het voorkomen van het ‘aanboren’ van grondwater bij het bouwrijp maken bij bijvoorbeeld het toepassen van verticale drainage (het is namelijk erg moeilijk om de ontstane wellen te dichten, waarbij de wellen een negatieve effect hebben op de waterkwaliteit). Voorts is van belang het maaiveld ook op na aanleg op hoogte te houden. In Nieuwerkerk aan den IJssel wordt hierbij voor het openbaar groen ook grond uit het baggerdepot gebruikt (bagger afkomstig uit baggerwerkzaamheden voor het op diepte houden van de watergangen). De bagger in het depot is namelijk kwalitatief goed genoeg voor hergebruik. Met de werkwijze in Nieuwerkerk aan den IJssel wordt slim omgegaan met de bagger. Binnen de mogelijkheden van de Bodemkwaliteitskaart, zoekt de gemeente Zuidplas naar toepassingsmogelijkheden voor gerijpte baggerspecie. Verder worden door de gemeente bij ‘herstratingen’ de wegen veelal weer op aanleghoogte gebracht. Een gebied waarbij zettingen leiden tot wateroverlast is de Vogel- en Bomenbuurt in Zevenhuizen. Deze buurt is aangelegd in de jaren ’80. Sindsdien hebben verzakkingen plaatsgevonden (door zettingen van klei- en veenlagen). De verzakkingen leiden tot problemen met ondiep grondwater (water in kruipruimten) en plasvorming op straat. In de kern Nieuwerkerk aan den IJssel bij de oude kern (Torenstraat) zijn woningen met houten palen aanwezig. Ook in Moordrecht zijn woningen met houten palen aanwezig. Bij wisselende grondwaterstanden is er een risico op het rotten van de houten palen. Bij de woningen in Moordrecht met houten palen zijn waarschijnlijk om deze reden betonnen oplangstukken toegepast. Verder wordt door het strakke peilbeheer sterk wisselende waterstanden voorkomen. Hiermee zijn er ook geen problemen met de houten palen in Nieuwerkerk aan den IJssel. De gemeente is verantwoordelijk voor de inrichting van de openbare ruimte en het bouwpeil van woningen. HHSK adviseert een zodanig vloerpeil, dat wateroverlast wordt voorkomen. Dit vloerpeil is 1,20 m ten opzichte hoogste waterpeil. De vloerpeilen mogen dus ten opzichte van de oppervlaktewaterpeilen niet leiden tot schade aan de gebruiksfuncties, zoals bebouwing. Bewoners zijn zelf verantwoordelijk voor het op hoogte houden van hun huizen en percelen. Resumé Samenvattend blijkt het volgende uit de analyse van de thema grondwater. Uit de interviews blijkt dat er geen sprake is van grootschalige grondwateroverlast of grondwateronderlast. De Vogel- en Bomenbuurt is de enige wijk met structurele grondwateroverlast. De overlast is vooral veroorzaakt door zettingen. Voor het zuidelijke deel van het plangebied speelt het risico van opbarsting van de bodem bij ingrepen (zoals bij aanleg van -diepewatergangen). Verder is de huidige kwelinvloed op de waterkwaliteit en verzilting een aan-
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
25
dachtspunt. Verzilting is door de klimaatsontwikkeling in feite een algemeen aandachtspunt in West Nederland. 3.4.
Thema Waterkwaliteit en ecologie Goede waterkwaliteit Zevenhuizerplas, Waterberging Eendragtspolder en Groene Waterparel Vanuit waterkwaliteitsoogpunt zijn de Zevenhuizerplas, de nieuwe waterberging Eendragtspolder en het Ecologisch Aandachtsgebied Veen (= Groene en Rode Waterparel) in de Zuidplaspolder bijzonder. Hier is namelijk sprake van een systeem met helder water en waterplanten, wat duidt op een evenwichtige levensgemeenschap. Bijzondere aquatische waarden zijn te vinden in de watergangen in de zogenaamde (toekomstige) Groene Waterparel. De waterkwaliteit wordt hier positief beïnvloed door pyriet in de bodem, die fosfaat kan vastleggen zodat het water minder voedselrijk is. Hierdoor is een gevarieerde watervegetatie mogelijk geworden. De goede kwaliteit van de Zevenhuizerplas kan worden verklaard omdat het een geïsoleerde zandwinplas is. In het ontwerp en het beheer van de Eendragtspolder is vanuit een risicobenadering rekening gehouden met waterkwaliteitsmaatregelen. De Eendragtspolder is namelijk een toekomstig KRW waterlichaam en moet voldoen aan de doelstellingen vanuit de KRW met helder water en waterplanten. Delen van het stedelijk gebied hebben ook helder water (zie hieronder). Belasting watersysteem Door beschoeiing, een vrij grote belasting met nutriënten, waarbij inlaatwater meestal de grootste bron vormt, is er veelal sprake van troebel water in de kernen. Nieuwerkerk aan den IJssel en Moordrecht liggen op nutriëntrijke veengronden waardoor de waterkwaliteit over het algemeen niet voldoet aan de normen. Daarbij speelt mee dat de vele wellen in het gebied ten zuiden van de A20 een groot aandeel vormen in de kwelstroom. Door de mariene oorsprong van de ondergrond bevat dit (k)welwater hoge concentraties chloride (zout), maar ook een hoge concentratie ijzer, stikstof en fosfaat. De kwel komt terecht in de sloten en beïnvloedt de waterkwaliteit plaatselijk negatief [lit. 26]. De wellen zijn ook van invloed op de waterkwaliteit in de kernen Nieuwerkerk aan den IJssel en Moordrecht. De watergangen die onder invloed staan van kwel, zijn duidelijk aanwijsbaar op basis van de roodbruine kleur van het water (onder invloed van het ijzerrijk grondwater). Moordrecht ligt voor een deel in de Oostpolder. Doordat er in de Oostpolder geen nutriëntrijk grondwater aanwezig is, zijn er hier mogelijkheden voor het bereiken van een goede waterkwaliteit. In het noordoostelijk deel van de kern Moordrecht is sprake van helder plantenrijk water (peilgebied f0004b, vijver in peilgebied g003 en ijsbaan in peilgebied g004). Verder is de inlaat van gebiedsvreemd water van belang, waaronder voor de kernen. Inlaatwater zorgt voor doorspoeling van het water in de kernen, maar draagt tegelijkertijd bij aan de nutriëntenaanvoer (inlaat is in de meeste gevallen de belangrijkste nutriëntenbron [lit. 7]). In de gebieden met doorspoeling is sprake van een korte verblijftijd van één tot vier dagen. Het verschil tussen doorspoelde en niet doorspoelde waterpartijen is waar te nemen op basis van de plantengroei (vastgesteld tijdens veldbezoek [lit. 7]).
26
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Afbeelding 3.7. Invloed van kwel in een watergang in Moordrecht
Inrichting watersysteem De versnippering in peilgebieden leidt ook tot een ecologische versnippering waardoor waterplanten en -dieren zich moeilijker door de polder kunnen verplaatsen. Belangrijke knelpunten op de overgangen met het buitenwater zijn het Gemaal Schilthuis (Rotteboezem) en de snelle sluis, omdat dit een barrière vormt voor de vismigratie. Bij het gemaal Abraham Kroes is reeds een vistrap aangelegd en is de bediening van de sluis afgestemd op de vismigratiebewegingen. Bij gemaal Schilthuis wordt momenteel gewerkt aan het optimaliseren van het waterkwantiteitsbeheer wat ook ten gunste komt voor verbetering van de vismigratie mogelijkheden. Ook de vele stuwen (en duikers) zorgen voor beperking van vismigratie. Nieuwe kunstwerken, voortkomend uit het maatregelenplan van de Zuidplaspolder, zullen door het HHSK overigens vispasseerbaar worden. (ze Kadernota vis 2011-2015 met het beleid ten aanzien van vismigratie). Verder wordt er in nieuwe plannen en visies ook zoveel mogelijk voorkomen dat er nieuwe vismigratieknelpunten bij komen. Verder is de oeverinrichting van de watergangen in het plangebied op dit moment nog niet ideaal voor een evenwichtige begroeiing. Voor een evenwichtige begroeiing zijn voldoende ondiepe zones nodig, bijvoorbeeld bij de oever. De Zevenhuizerplas, Rotteboezem en andere hoofdwatergangen in de Zuidplas hebben op dit moment weinig ondiepe zones/oevers met begroeiing. In de bebouwde kernen is veelal sprake van beschoeide watergangen, hetgeen ongunstig is voor de waterkwaliteit en ecologie. In de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle zijn bijna alle watergangen beschoeid, in de kern Nieuwerkerk aan den IJssel is circa. 60 % beschoeid in het Zuidplaspolderdeel en vrijwel 100% in het Prins Polder Alexanderdeel en in Moordrecht is circa 80 tot 100 % beschoeid. Resumé Samenvattend blijkt het volgende uit de analyse van de thema waterkwaliteit en ecologie. Vanuit waterkwaliteitsoogpunt zijn de Zevenhuizerplas, de Eendragtspolder en het Ecologisch Aandachtsgebied (= Groene + Rode Waterparel) in de Zuidplaspolder bijzonder/potentierijk. Nieuwerkerk aan den IJssel en Moordrecht liggen op nutriëntrijke veengronden waardoor er de potentie voor stabiel helder water beperkt is. In de Oostpolder is geen nutriëntrijk grondwater aanwezig omdat er sprake is van een wegzijgingsgebied. Hier zijn grotere potenties voor het bereiken van een goede waterkwaliteit. Voor wat betreft de inrichting zijn onvoldoende begroeibare zones en barrières voor vismigraties belemmeringen voor het bereiken van een hoogwaardige ecologische toestand. Verder is de inlaat van
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
27
nutriëntrijk water in veel gebieden een knelpunt, alsmede de nalevering van nutriënten uit de bodem. 3.5.
Thema Beheer en onderhoud Algemeen Het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard voert het onderhoud van de boezemwatergangen en hoofdwatergangen. De overige watergangen worden door de gemeente onderhouden. Dit betreft de overige watergangen in het stedelijk gebied alsmede de wegsloten. Het dagelijks onderhoud (maaien en krozen) van watergangen wordt door het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard volgens de Ecokleurenkoersmethodiek uitgevoerd. Bij de Ecokleurenkoers worden watergangen met een (vanuit peilbeheer gezien) ‘overdimensionering’ minder intensief onderhouden waardoor meer ruimte voor ecologie ontstaat. De Ecokleurenkoersmethode is ook voor de overige watergangen uitgewerkt (2009). De Ecokleurenkoers wordt door de gemeente toegepast op toetsniveau. Vanwege uitvoeringsefficiëntie wordt de gehele watergang één keer per jaar gemaaid. In de onderstaande tabel wordt de maai- en baggerfrequentie door de gemeente samengevat. Tabel 3.2. Onderhoudsfrequentie stedelijk water door gemeente maaifrequentie
baggerfrequentie
één keer per jaar
één keer per tien jaar
Het buitengewoon onderhoud (baggeren) wordt door het hoogheemraadschap uitgevoerd op basis van de toestand van het watersysteem. Per drie jaar wordt het hoofdwatersysteem ingemeten. Watergangen die niet voldoen aan de minimale vereiste leggerdiepte worden in het baggerprogramma opgenomen. Hiermee wordt het schouwvakkensysteem losgelaten en wordt overgegaan op een dynamisch baggerprogramma. Deze aanpak wordt in 2013 ingezet, de komende jaren zal er overlap zijn ten opzichte van baggeren volgens de schouwvakkenkaart. De gemeente Zuidplas heeft de ambitie om daar waar mogelijk baggerwerken in samenwerking met HHSK uit te voeren om zodoende efficiënt te werken (door beperken van het beslag op de personele capaciteit en een hogere kwaliteit vanwege de kennis van het Hoogheemraadschap). In het beheerplan groen van de gemeente Zuidplas is het maaibeheer van watergangen uitgewerkt. In het beheerplan is opgenomen, dat de gemeente voor het maaibeheer over gaat van een B- naar een C-niveau. Bij een Cniveau is de maaifrequentie één keer per jaar. Aandachtspunten Vanuit de interviews van de medewerkers van gemeente en het HHSK blijken dat er geen structurele knelpunten zijn ten aanzien van het beheer en onderhoud. Wel zijn enkele aandachtspunten benoemd: - watergangen langs bepaalde wegen in Moerkapelle beschikken over een beperkte waterdiepte omdat een diepe watergang niet mogelijk is vanwege de wegstabiliteit; - duikers liggen deels op particuliere terreinen en zijn met name in Zevenhuizen en Moerkapelle krap. Hiermee is bij deze locaties een risico op het dichtslibben van de duikers; - overhangende beplanting en vlonders vormen in sommige gevallen een knelpunt voor onderhoud in de kernen Zevenhuizen, Moerkapelle en Nieuwerkerk aan den IJssel; - in Oud Verlaat en in Moordrecht worden enkele waterbeheersconstructies (inlaten) bediend door particulieren. Dit is een aandachtspunt met betrekking tot beheer en onderhoud, maar ook tot waterkwantiteit.
28
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Resumé Samenvattend blijkt het volgende uit de analyse van de thema beheer en onderhoud. Het Hoogheemraadschap voert het onderhoud van de boezemwatergangen en hoofdwatergangen. Door het toepassen van de Ecokleurenkoers wordt daar waar mogelijk de verstoring van de vegetatieontwikkeling beperkt waardoor er meer ruimte is voor de ecologie (door minder en gefaseerd maaien). De uitvoering van de baggerwerkzaamheden in het hoofdwatersysteem wordt gebaseerd op gebiedsbrede informatie over de actuele toestand en de synergie met andere maatregelen en prioriteiten bij de realisatie van de beleidsdoelen. Onder synergie met andere maatregelen wordt onder andere bedoeld de uitwisseling van informatie met gemeenten. De overige watergangen worden door de gemeenten onderhouden. Dit betreft de overige watergangen in het stedelijk gebied alsmede de wegsloten. De gemeente hanteert een vaste onderhoudsfrequentie voor de watergangen. 3.6.
Thema Beleving en recreatie Waterparels landelijk gebied De gemeente Zuidplas kent een aantal natuurgebieden met waterpartijen en andere waterpartijen die benut worden voor recreatie en beleving. Het betreft: de Zevenhuizerplas. De Zevenhuizerplas is een belangrijke recreatieplas, die de functie zwemwater heeft; de Ringvaart. De Ringvaart wordt gebruikt voor vissen, schaatsen en recreatievaart. De Ringvaart doorkruist de stedelijke kernen Moordrecht, Zevenhuizen, Moerkapelle en Nieuwerkerk aan den IJssel en is hierdoor van belang voor gebruik en beleving van het water in stedelijk gebied. Het belang van de Ringvaart is ook onderkend door de driehoek RZG Zuidplas, waarbij gestreefd wordt naar het op termijn realiseren van een Ringvaartpark rondom de gehele Zuidplaspolder; de Hollandsche IJssel, waarop onder andere veel scheepvaart plaat vindt (beroepsen recreatievaart). De kernen Nieuwerkerk aan den IJssel en Moordrecht grenzen aan de Hollandsche IJssel. Vooral bij de Veerpont in Moordrecht is een bijzondere locatie met uitzicht op de HollandscheIJssel. De Hollandsche IJssel is een onderdeel van de staande mastroute tussen IJsselmeer en de Zeeuwse Stromen; de Molenviergang in kern Zevenhuizen, die van cultuurhistorische waarde is en een functie heeft in de waterhuishouding; het recreatiegebied Hitland in kern Nieuwerkerk aan den IJssel met verschillende landschappen: bos, moeraslandschap, veenweide en grasland; de Rotte, die onder andere dient als recreatief vaarwater en hengelwater; het Restveengebied, de Groene en Rode Waterparel en de toekomstige groen blauwe zone bij Westergouwe zullen recreatiemogelijkheden vergroten; het natuurreservaat Koornmolengat in kern Zevenhuizen; De Eendragtspolder, waarin ruim 300 hectare van de polder wordt heringericht. In deze uitloper van het Groene Hart worden de functies waterberging, natuur, recreatie en (top)sport gecombineerd.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
29
Afbeelding 3.8. Links: Wiel in Hitland*, rechts Koornmolengat
* Bron: website Natuurgebied Hitland
Kansen stedelijk gebied Ook in het stedelijk gebied zijn watergangen aanwezig die kansen bieden voor beleving van het water, zoals: - in de kern Moordrecht: De Waal en de IJsbaan, omdat deze potenties hebben voor het bereiken van een goede ecologische toestand met helder plantenrijk water. Dit geldt ook voor de niet doorspoelde delen van peilgebied f004b; - in de kern Moerkapelle: de parkzone aan de noordrand (omgeving De Kievit), De groenzone langs de Klaproosstraat en De watergang bij de sportvelden lans de Oranjestraat; - in de kern Zevenhuizen: de Ringvaartpark, De groenstroken langs de Schielandsingel en achter de Hazeveld en De Wielwaal en het fietspad vanuit Zevenhuizen naar de Rotte bij de Tweemanspolder; - de kern Nieuwerkerk aan den IJssel: het IJsselpark, de zone tussen het Europad en de rijksweg A20, de zone langs de Warmoezierspark en de groenzone langs de Oostringdijk; - binnen Oud Verlaat is een grote speelweide, welke een bijdrage kan leveren aan de beleving in het gebied.
30
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Afbeelding 3.9. Recreatief medegebruik van een waterpartij
Resumé Samenvattend blijkt het volgende uit de analyse van de thema gebruik en beleving. Water vervult een belangrijke rol in de beleving en recreatie in het plangebied. Dit komt doordat het gebied aan de Rotte en de Hollandsche IJssel ligt. De Ringvaart en de Hennipsloot vervult hierbij een recreatieve verbinding tussen de Rotte en de Hollandsche IJssel. Daarnaast zijn er diverse natuur- en recreatiegebieden zoals de Molenviergang, Hitland, de waterberging Eendragtspolder en Koornmolengat. In het stedelijk gebied zijn lokaal zones aan te wijzen (met potenties voor helder water) die benut kunnen worden voor verdere versterking van de beleving van het water. Input klankbordgroep Tijdens de eerste klankbordgroepoverleg zijn de knelpunten benoemd die ervaren worden. In bijlage IX wordt een overzicht hiervan gegeven. Vanuit de klankbordgroep is aangegeven dat het plangebied een aantrekkelijk gebied is met goede recreatiemogelijkheden. De bijzondere natte recreatieve waarden worden dan ook herkend door de projectgroep. Vanuit beleving en recreatie is vooral de wens naar voren gekomen voor het verbeteren van de recreatieve vaartroute vanaf de Rotte via de Hollandsche IJssel naar de Rotte. Op dit moment zijn op bepaalde locaties hindernissen door een beperkte doorvaarthoogte of doorvaartdiepte. Naast input ten aanzien van recreatie, zijn door de klankbordgroep ook voor andere thema’s knelpunten benoemd. Hierbij is veelal gericht op lokale knelpunten. Deels komen de knelpunten die benoemd zijn door de klankbordgroep overeen met de analyse van het watersysteem op basis van de literatuurstudie en de interviews met de medewerkers van de gemeente en het hoogheemraadschap. Daarnaast zijn er ook knelpunten benoemd die een aanvulling betreffen.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
31
Een aantal knelpunten die benoemd zijn, zijn als niet relevant beoordeeld door de projectgroep. Voor het overige deel van de aangegeven knelpunten, zal in het maatregelenplan bepaald worden: -
-
of het knelpunt opgelost kan worden met een algemene maatregel (meeliften met het algemene maatregelenprogramma dat vastgesteld wordt voor het realiseren van de visie); of er (veld)onderzoek nodig is om na te gaan of het aangegeven knelpunt daadwerkelijk een knelpunt is; of er een afzonderlijke maatregel uitgevoerd zal worden voor het oplossen van het knelpunt.
De hierna volgende kaart betreft een knel- en aandachtpunten kaart.
32
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Legenda plangebied hoofdwatergang NOK
*
mei 2013
niet op kaart afkomstig uit klankbordgroep
veiligheid en waterkwantiteit recreatiewoningen De Bonk risicogebied voor overstroming bij dijkdoorbraak Hollandsche IJssel opbarsting deklaag en welvorming: toename kwel * geringe drooglegging * gemaal bovenwinds van aanvoerende watergangen bodemdaling * NOK
versnippering peilgebieden, doorstroming niet optimaal *
NOK
verzilting in droge perioden
NOK
ondergedoken duikers, doorstroming niet optimaal *
waterkwaliteit en ecologie waterafvoer van vuil naar schoon * steile oevers zonder begroeiing * inlaat gebiedsvreemd en nutriënrijk water vanuit Rotte in natuurgebied Koornmolengat (wel voorzuivering door helofytenfilter) * niet benutten potenties katteklei * verstoring ecosysteem door aalscholvers NOK
versnippering peilgebieden: ecologische barrière *
NOK
vissterfte tijdens baggerwerkzaamheden *
NOK
verzilting in droge periodes
belevingswaarde en medegebruik beperkte diepte voor boten vaarroute IJssel, Ringvaart en Rotte met veel hindernissen * beheer en onderhoud opbarsten van deklaag leidt tot toename onderhoud moeizaam peilbeheer NOK
geen structurele onderhoudsafspraken tussen HHSK en gemeenten
NOK
niet voldoen aan basisinspanning riolering *
NOK
versnippering peilgebieden, beheer en onderhoud niet optimaal
NOK
vissterfte bij baggerwerkzaamheden *
grondwater
00 20
0
10 0
0
0
0 80
60
40
0
20
0
risico op opbarsting
Figuur 1 Knelpunten en aandachtspunten gemeente Zuidplas
4.
VISIE In het vorige hoofdstuk is het watersysteem beschreven, waarbij onder andere ingegaan is op de knelpunten en aandachtspunten. Ook andere bijzonderheden in het plangebied zijn hierbij aangegeven. Op basis van deze watersysteemkenmerken is vervolgens in dit hoofdstuk de stap gemaakt naar een watervisie. De watervisie is gericht op het in beeld brengen van de gemeentelijke ambities. Bij het opstellen van de watervisie is gebruik gemaakt van de kansen in het gebied door deze door te vertalen naar de ambities of oplossingsstrategieën. Kortom, de watervisie omvat de complete set van ambities met doelen en streefbeelden en hieraan gerelateerde oplossingsrichtingen. De watervisie die in dit hoofdstuk beschreven wordt is een lange termijn visie (scope jaar 2027). In de volgende paragrafen wordt de visie toegelicht. Hierbij worden eerst de algemene doelstellingen benoemd. Vervolgens wordt per thema ingegaan op de streefbeelden, doelstellingen en oplossingsrichtingen. Hierbij vindt per thema bovendien een concrete doorvertaling plaats, waarbij de strategie gelokaliseerd is. Het thema riolering is hierbij niet afzonderlijk gerapporteerd, maar opgenomen als onderdeel van de thema’s waterveiligheid- en kwantiteit en waterkwaliteit en ecologie. Afbeelding 4.1. Vijver de Waal in Moordrecht
4.1.
Algemene watervisie lange termijn Uiteindelijk willen we in de gemeente Zuidplas een robuust en gezond watersysteem bereiken dat past in het gebied en dat bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. Dit betekent dat we:
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
33
-
-
-
een watersysteem realiseren dat weinig tot geen overlast veroorzaakt en inspeelt op de klimaatveranderingen; rekening houden met de gebiedseigenschappen zoals de bodemopbouw, de aanwezige diepe polders en de problemen van instabiele bodems (waarbij voorkomen van een toename van wellen nagestreefd wordt); zorgen dat de waterkeringen op hoogte en op sterkte zijn en blijven om veiligheid te bieden tegen overstroming; landgebruik en functies in de toekomst waar mogelijk meer te laten aansluiten bij robuuste watersystemen en waterpeilen; een watersysteem realiseren dat ecologisch duurzaam functioneert én waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van de ecologische gebiedspotenties door het toepassen van de waterkwaliteitsbeelden; een watersysteem realiseren, dat mede afgestemd is en mede invulling geeft aan recreatiedoelstellingen van de gemeente/provincie; het beheer en onderhoud op doelmatige wijze afstemmen en optimaliseren op de waterdoelstellingen.
Bovenstaande kan alleen worden bereikt door een goede samenwerking bij het nemen van maatregelen en nieuwe ontwikkelingen. De samenwerking zal zich daarbij niet beperken tot de gemeente Zuidplas en waterbeheerders. Ook andere partijen zoals initiatiefnemers bij ruimtelijke ontwikkelingen zijn hierbij belangrijke partners. Verder is van belang dat realisatie op een doelmatige wijze plaatsvindt. Verder dient er rekening mee gehouden te worden, dat de inspanningen die getroffen dienen te worden voor het realiseren van de visie passen bij de uiteindelijke baten. Bij de uiteindelijke realisatie zal daarom rekening gehouden worden met een verantwoordelijke kosten-baten verhouding. 4.2.
Thema Waterkwantiteit en veiligheid Streefbeeld en doelstellingen Ten aanzien van het thema Waterkwantiteit en veiligheid is het streefbeeld als volgt: Het watersysteem is veilig voor wateroverlast en overstromingen, want de primaire en regionale waterkeringen voldoen wat betreft de hoogte en de stabiliteit aan de vigerende normen. Daarbij is het watersysteem op orde door het realiseren en behouden van voldoende waterberging en transportcapaciteit. Hierbij is rekening gehouden met klimaatveranderingen, bodemdaling en verstedelijking. Er is voorlichting gegeven op verschillende vlakken, bijvoorbeeld over het wonen in diepe polders. Door het stellen van eisen aan de aanleghoogte/vloerpeilen (1,20 m drooglegging en NAP -4,70 m) voor woonruimten van (toekomstige) bebouwing wordt voorzien in de nodige veiligheid tegen wateroverlast vanuit oppervlaktewater en waterveiligheid bij dijkdoorbraak1. Het rioolstelsel is op orde. Hierbij wordt wateroverlast door water op straat voorkomen2, komen negatieve effecten op de waterkwaliteit
1
Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder, onder de lijn A20/spoorlijn Gouda-Rotterdam, is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. De provincie hanteert daarom binnen dit gebied een vloerpeil van NAP -4.70 m in verband met overstromingsgevaar Hollandse
2
IJssel Gemeente Zuidplas maakt bij “water-op-straat” onderscheid in drie definities waarbij ernstige hinder en overlast al tijd voorkomen dienen te worden. -
Hinder: kortdurende beperkte hoeveelheden ‘water-op-straat’;
-
Ernstige hinder: forse hoeveelheden ‘water-op-straat’, ondergelopen tunnels, opdrijvende putdeksels;
-
Overlast: langdurig en op grote schaal ‘water-op-straat’, water in winkels, bedrijven en woningen met materiële schade en ernstige belemmering van het (economische) verkeer.
34
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
en ecologie niet meer voor en worden problemen niet afgewenteld op het oppervlaktewatersysteem. Algemene strategie Met de volgende oplossingsstrategieën zal invulling gegeven worden aan het streefbeeld en doelstellingen: - er zal niet alleen gericht worden op het ‘sec’ voldoen aan de normen (normgericht), maar ook op het opsporen en oplossen van de knelpunten in het watersysteem (doelgericht). In veel gevallen zal dit betekenen dat het aanleggen van structuurmaatregelen (vasthouden) effectiever en efficiënter kan zijn dan het aanleggen van open waterberging in de Zuidplaspolder; - aanvullende/compenserende waterberging zal gerealiseerd worden op locaties waar extra afvoer door extra verharding of door afkoppelen van regenwater ontstaat; - ontwikkelingen zullen voor zover mogelijk gebruikt worden voor het samenvoegen van peilgebieden; - bij herinrichting, herstraten en vervanging van leidingen worden wegen op hoogte gehouden en wordt het afschot hersteld; - door middel van afkoppelen wordt overbelasting van het bestaand gemengd rioolstelsel voorkomen/terug gebracht. Hierbij is aandacht voor de extra waterafvoer op het oppervlaktewater en mogelijk risico’s op stremming van de waterafvoer in het oppervlaktewaterstelsel; - locaties met lange duikers worden waar mogelijk vervangen door open water/bruggen, aanleg van nieuwe lange duikers wordt voorkomen; - er wordt voorlichting gegeven over de waterhuishoudkundige gebiedseigenschappen en vooral het wonen in de diepe polders; Afbeelding 4.2. Aandacht voor aanleghoogte vloerpeil ter voorkoming van wateroverlast
Doorvertaling Op basis van bovenstaand aangegeven strategieën heeft de volgende doorvertaling plaatsgevonden: - Nieuwerkerk aan den IJssel. Het rioolstelsel wordt in 2013 herberekend. Eventuele overbelasting van de riolering in de kern Nieuwerkerk a/an den IJssel zal bij voorkeur gereduceerd worden door het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering, waarbij rekening gehouden wordt met de bergings- en afvoercapaciteit van het ontvangend watersysteem;oordrecht. In de kern Moordrecht zijn drie lange duikers aanwezig. Vanuit de oplossingsstrategie is het streven om de duikers op termijn te vervangen door open water;
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
35
-
-
-
-
4.3.
Zevenhuizen. In de Vogel- en Bomenbuurt is sprake van wateroverlast door water op straat. In Zevenhuizen wordt afgekoppeld, waardoor de belasting van de riolering afneemt en waarmee de risico voor water op straat afneemt, ook in de Vogel- en Bomenbuurt. Door voorlichting en communicatie worden de bewoners in de Vogel- en Bomenbuurt geïnformeerd hierover, alsmede de verantwoordelijkheden die ze zelf hebben en de inspanningen die ze kunnen nemen voor het voorkomen van wateroverlast. Bij afkoppeling wordt rekening gehouden met de bergings- en afvoercapaciteit van het ontvangend watersysteem; Moerkapelle. In de kern Moerkapelle is sprake van wateroverlast door water op straat. Met de herberekening wordt duidelijk of afkoppelen conform de basisinspanning noodzakelijk is. Aanvullend hierop zal extra afkoppelen (conform het waterkwaliteitsspoor) en het nemen van maatregelen bij het stamriool het risico van water-op-straat reduceren. Hierbij is aandacht nodig voor voldoende afvoercapaciteit van het ontvangend oppervlaktewatersysteem (voorkomen van stremming van de afvoer bij bijvoorbeeld krappe duikers). Door voorlichting en communicatie worden de bewoners in Moerkapelle geïnformeerd over hun eigen verantwoordelijkheden en de inspanningen die ze zelf kunnen nemen voor het voorkomen van wateroverlast; nieuwe bebouwing in het risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandsche IJssel wordt op een hoogte van minimaal NAP -4,70 m aangelegd (uitzonderingen zijn herstructureringsgebieden); het is van belang om richting de burgers te communiceren over het beleid ‘’functie volgt peil’’ en de verplichting van de gemeente om bouwpeilen (vloerpeilen) voor te schrijven. Daarbij zal ook gecommuniceerd worden, dat bewoners zelf verantwoordelijk zijn voor het op hoogte houden van hun woningen en percelen.
Thema Grondwater Streefbeeld en doelstellingen Ten aanzien van het thema grondwater is het streefbeeld als volgt: Grondwateroverlast en -onderlast wordt voorkomen door afstemming en samenwerking van verschillende partijen (provincie, gemeente, het HHSK en particulieren). De rol van de gemeente hierbij is die van een loketfunctie, het uitvoeren van de zorgplicht voor grondwater in het openbaar gebied en het doelmatig verwerken van overtollig grondwater. Ingrepen in het gebied mogen niet leiden tot een verslechtering van de grondwatersituatie. Algemene strategie Met de volgende oplossingsstrategieën zal invulling gegeven worden aan het streefbeeld en doelstellingen: - vanuit het oogpunt van doelmatigheid worden wegen op hoogte gehouden tijdens herinrichting, herstraten en vervanging van rioolleidingen. Hierbij is ook aandacht voor het op hoogte houden van het openbaar groen; - bij ‘relinen’ en vervanging van rioolleidingen is er aandacht voor mogelijke lekke riolen. Indien nodig worden tegelijkertijd met onderhoudsmaatregelen bij de riolering ontwateringsvoorzieningen aangelegd. De studie Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) zal hieromtrent nadere invulling geven; - particulieren worden geïnformeerd over het wonen in de lage polder en hun taken. Hierbij wordt in bijzonder aandacht besteed aan het aanleggen en in standhouden van ontwateringsvoorzieningen op particulier terrein, het op hoogte houden van de particuliere terreinen en het omgaan met water in kruipruimten; - er wordt een meldpunt ingericht voor grondwateroverlast en grondwateronderlast (waterloket);
36
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
-
-
-
-
-
nader bezien van de grondwaterstanden (met name beschikbare gegevens) en zettingen, met name in de mogelijke probleemgebieden om een indruk te krijgen van de 0situatie rond de tijd van het ingaan van de gemeentelijke zorgplicht; de maatregelen en kosten vanuit de taken van de gemeente worden verankerd in een verbreed GRP. Hierbij worden ook kosten gereserveerd en overgeheveld naar beheer en onderhoud van openbaar groen en wegen. De maatregelen worden vervolgens in het beheerplan wegen vastgelegd; vanwege de geringe drooglegging en de optredende zettingen is water nadrukkelijk een aandachtspunt bij nieuwe ontwikkelingen. Per geval zal dan ook moeten worden afgewogen hoe er robuust en toekomstbestendig gebouwd kan worden. Hierbij kunnen innovatieve oplossingen (zoals bijvoorbeeld amfibisch wonen) leiden tot een duurzame bouwwijze. Het hotspot project Zuidplaspolder biedt hier handvatten voor; verdergaande bodemdaling dient zoveel mogelijk te worden voorkomen, evenals het verzakken van objecten. Peilverlagingen zijn in principe ongewenst, omdat dit leidt tot verdere maaivelddalingen; aan ontwateringsvoorzieningen in het openbaar gemeentelijk gebied zal waar nodig onderhoud plaatsvinden. Over het onderhoud aan ontwateringsvoorzieningen gelegen in particuliere terreinen zal gecommuniceerd worden richting de perceeleigenaar.
Doorvertaling Op basis van bovenstaand aangegeven strategieën heeft de volgende doorvertaling plaatsgevonden: - in de kern Nieuwerkerk aan den IJssel bij de oude kern (Torenstraat) zijn woningen met houten palen aanwezig. Het risico van wateronderlast is beperkt. Door middel van monitoring wordt dit getoetst; - zettingen zijn in het gehele plangebied een aandachtspunt. In de kern Zevenhuizen heeft met name in de Vogel- en Bomenbuurt verzakking van de grond plaatsgevonden door zettingen. De gemeente zal bij herinrichting, herstraten en vervanging van rioolleidingen de wegen en het openbaar groen op hoogte brengen. De bewoners worden voorgelicht over hun eigen verantwoordelijkheden. Bovendien zal monitoring plaatsvinden van de zettingen en de grondwaterstanden; - in de zone van de polder ten zuiden van de A20 doet zich het verschijnsel voor dat de deklaag plaatselijk opbarst. De relatief venige bovengrond komt daarbij door de grondwaterdruk omhoog. Meestal gebeurt dit in de watergangen, waar grondwater via zogenaamde wellen in de sloten kan stromen met sterke bruinkleuring en negatieve effecten op de waterecologie en waar soms veenschollen opdrijven die de waterafvoer en het onderhoud ernstig kunnen belemmeren. Bij ontwikkelingen met graafwerkzaamheden en het creëren van waterpartijen moet daarom vooraf stabiliteitsberekeningen van de land- en waterbodems worden gemaakt en goed rekening worden gehouden met de risico’s die de bodemgesteldheid met zich meebrengt (het risico van opbarsting of het ontstaan van nieuwe wellen). In gebieden met een ondiepe deklaag/grote kweldruk zijn diepe en brede watergangen in principe niet mogelijk; - in bestaand stedelijk gebied handhaaft het hoogheemraadschap in het algemeen de bestaande waterpeilen. Bij ontwikkeling van nieuw stedelijk gebied hanteert het hoogheemraadschap als vertrekpunt de regel dat er geen lager waterpeil wordt gehanteerd dan het bestaande peil, zodat bodemdaling wordt tegen gegaan. Ook wordt bij nieuwe ontwikkelingen er vanuit gegaan dat het nieuwe systeem het totale watersysteem functioneren niet negatief beïnvloed (vasthouden-bergen afvoeren principe).
4.4.
Thema Waterkwaliteit en ecologie
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
37
Streefbeeld en doelstellingen Ten aanzien van het thema waterkwaliteit en ecologie is het streefbeeld als volgt: De KRW-waterlichamen in het gebied hebben uiterlijk in 2027 een goed ecologisch potentieel bereikt. In de kernen wordt de ecologische ambitie afgestemd op de gebiedseigenschappen en ecologische potenties. STOWA klasse III is voor de overige wateren het uitgangspunt voor de ecologische kwaliteit. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de haalbare waterkwaliteitsbeelden. Het gebruik van uitloogbare bouwmaterialen en bestrijdingsmiddelen wordt tegengegaan. Ook wordt afgekoppeld middels het beleid van gemeente en het HHSK. In gebieden met een bijzondere waterkwaliteit en ecologie wordt bijzondere aandacht besteed aan het beschermen van een goede waterkwaliteit en ecologie (en het voorkomen van achteruitgang). Afbeelding 4.3. Water en waterfauna
Algemene strategie Met de volgende oplossingsstrategieën zal invulling gegeven worden aan het streefbeeld en doelstellingen: - voor de KRW-waterlichamen worden de KRW-maatregelen uitgevoerd. De KRWwaterlichamen in het gebied hebben uiterlijk in 2027 een goed ecologisch potentieel bereikt door een gezamenlijke inzet; - belangrijk voor een gezonde ecologische kwaliteit in het stedelijk (en landelijk) gebied zijn een lage nutriëntenbelasting, voldoende doorzicht en voldoende aanwezigheid van water- en oeverplanten. Op basis van de waterkwaliteitsspoortoetsen en waterkwaliteitsbeeldenmethodiek zijn de haalbare ecologische potenties afgeleid. De strategie voor het bereiken van een optimale waterkwaliteit en ecologie is gericht op de gebiedseigen potenties en het toepassen van maatregelen op basis van systeemkennis over het functioneren van het watersysteem. Daarbij wordt gericht op het realiseren van watersystemen die helder en plantenrijk zijn. Heldere en plantenrijke watersystemen kunnen verkregen worden bij voldoende lage nutriëntenbelastingen. Heldere watersystemen kunnen eveneens verkregen worden door het watersysteem door te spoelen, waardoor de verblijftijd van het water beperkt wordt (indien sprake is van een te hoge nutriëntenbelasting). Ecologisch gezien gaat de voorkeur uit naar een watersysteem met een lage nutriëntenbelasting. HHSK heeft door middel van een pilotproject een handig vierstappenplan ontwikkeld voor het opstellen van waterkwaliteitsbeelden en maatregelen (zie ook bijlage X);
38
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
-
-
-
-
op hoofdlijnen: realiseren van natuurvriendelijke oevers (vooral met prioriteit bij watersystemen die potentie hebben om helder te worden), daar waar mogelijk verminderen van de inlaat, op tijd baggeren, bladvissen en het verminderen van overstorten. Van belang hierbij is dat doorspoelen van watergangen belangrijk is voor watergangen waarbij de ecologische toestand verblijftijd gestuurd is (daar waar sprake is van nutriëntrijke kwel); gebieden met een bijzondere waterkwaliteit worden ontzien van wateraanvoer vanuit andere gebieden met een mindere kwaliteit (meer regenwater en procesgestuurde watersystemen); verslechtering van waterkwaliteit door toename van kwel wordt voorkomen door het opbarsten van de bodem tegen te gaan (bijvoorbeeld afdekken met een stabiele schone zandbodem) en aandacht voor de kwaliteit van het water dat via ontwateringsvoorzieningen afgevoerd wordt op het oppervlaktewater. In nieuwbouwgebieden is dit een belangrijk aandachtpunt; in geval van nieuwe kunstwerken wordt er rekening mee gehouden, dat het van belang is dat deze vispasseerbaar zijn.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
39
Afbeelding 4.4. Ecologische streefbeelden
Streefbeeld Zevenhuizen-Moerkapelle
Streefbeeld Nieuwerkerk a.d. IJssel
Stabiel helder water
Stabiel helder water
Ruisvoorn-Snoek / Zeelt-Kroeskarper
Snoek-Blankvoorn
Meest voorkomende Streefbeeld Moordrecht
Streefbeeld in delen van Moordrecht
stabiel troebel – plantenarm water
Stabiel helder water
Snoek-Blankvoorn / Zeelt-Kroeskarper
Ruisvoorn-Snoek / Zeelt-Kroeskarper
De in afbeelding 4.4 aangegeven streefbeelden zijn gebaseerd op de resultaten van de waterkwaliteitsspoortoetsingen, waarbij rekening is gehouden met de inrichting van het watersysteem en de belasting hierop. Doorvertaling - vanuit de KRW zijn de volgende inspanningen voorzien: - Zuidplaspolder Zuid: oevervegetatie ontwikkelen in diverse watergangen; - Polder Prins Alexander: aanleg van een natuurvriendelijke oever in de Nieuwerkerksetocht; - Sloten waterrijk polder Esse, Gans en Blaardorp: doorspoelen, ontwikkelen van de oevervegetatie en opstellen van een beheers-/inrichtingsvisie water en oevers; - Zuidplaspolder Noord: ontwikkelen van de oevervegetatie en aansluiten van glastuinbouwbedrijven op de riolering; - Rotteboezem: onderzoek naar de mogelijkheden van natuurvriendelijke oevers; - Ringvaart: opstellen van een onderhouds- en beheersvisie Ringvaart; - Zevenhuizerplas: onderzoek naar ontwikkeling van ondiepe zones, opstellen van een beheersvisie ondiepe zones en ontwikkelen van ondiepe zones;
40
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
-
-
-
-
-
-
-
het streefbeeld in de kern Nieuwerkerk aan de IJssel is stabiel helder plantenrijk water, hetgeen bereikt zal worden met de volgende strategie: - afkoppelen waarmee de doorspoeling verbeterd wordt en de inlaatbehoefte verminderd wordt; - 5 tot 10 % van het wateroppervlak bestaat uit begroeibare zones; - hondenuitlaatplaatsen met zuiveringsvoorzieningen; - beheer en onderhoud (op tijd baggeren en bladvissen); - kansrijke zones voor natuurvriendelijke oevers zijn het IJsselpark, de zone tussen het Europapad en de rijksweg A20, de zone langs het Warmoezierspark en de groenzone langs de Oostringdijk (bij laatstgenoemde voor zover inpasbaar in relatie tot de waterkering); het streefbeeld in de kern Moordrecht is gedifferentieerd in deelgebieden. Dit heeft te maken met de lokale gebiedpotenties (kwel of infiltratie). Het algemene streefbeeld is stabiel troebel water wat bestaat uit plantenarm water (verblijftijd gestuurd watersysteem). Voor de IJsbaan en De Waal is het streefbeeld stabiel helder plantenrijk (procesgestuurd) watersysteem. Voor niet doorspoelde delen van peilgebied f004b is het streefbeeld helder plantenrijk water. Het streefbeeld wordt bereikt door: - het optimaliseren/minimaliseren inlaat (in peilgebieden g005, g004, g003 en f004a); - minimaal 10 % van het wateroppervlak bestaat uit begroeibare zones, waarbij de hoogste prioriteit wordt gelegd bij wateren met een potentie voor een heldere toestand; - beheer en onderhoud (baggeren en bladvissen); - de IJsbaan en De Waal hebben goede ecologische potenties worden ingericht met natuurvriendelijke oevers; voor de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle is het streefbeeld stabiel helder plantenrijk water, hetgeen bereikt wordt door: - het optimaliseren/minimaliseren van de waterinlaat, waarbij afkoppelen zorgt voor aanvoer van schoon water en hierdoor minder behoefte is aan waterinlaat; - waarborgen van een goede waterkwaliteit van het afstromend hemelwater door een zuiverende voorziening (of een zelfreinigende wegberm); - 5 tot 10 % van het wateroppervlak bestaat uit begroeibare zones; - beheer en onderhoud (op tijd baggeren en bladvissen); Kansrijke gebieden voor natuurvriendelijke oevers in de kern Moerkapelle zijn de parkzone aan de noordrand (omgeving De Kievit), de groenzone langs de Klaproosstraat en de watergang bij de sportvelden lans de Oranjestraat. Kansrijke gebieden voor natuurvriendelijke oevers in de kern Zevenhuizen zijn de groenstroken langs de Schielandsingel, achter de Hazeveld en De Wielwaal en het fietspad vanuit Zevenhuizen naar de Rotte bij de Tweemanspolder; de Zevenhuizerplas heeft een goede waterkwaliteit en ecologie en is door de provincie aangewezen als Waterparel. Verdere verbetering zal verkregen worden vanuit de KRW-maatregelen; de in 2013 opgeleverde waterberging Eendragtspolder heeft een goede waterkwaliteit en zal deze in de toekomst moeten behouden vanwege de KRW doelstellingen die hiervoor gelden; de Groene Waterparel heeft (potenties voor) een goede waterkwaliteit en ecologie en is door de provincie aangewezen als Waterparel. Door de afwatering van bovenstrooms gelegen gebieden via geïsoleerde watergangen (onder andere Vierde Tocht) om te leiden zal invulling gegeven worden aan de strategie van het voorkomen van wateraanvoer vanuit andere gebieden met een mindere kwaliteit en kan een flexibel peil worden ingesteld met maximaal vasthouden gebiedseigen water); er is veel aandacht voor Ecologische Verbindingszones in het plangebied (zie ook bijlage II, onderdeel C1).
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
41
4.5.
Thema Beheer en onderhoud Streefbeeld en doelstellingen Ten aanzien van het thema beheer en onderhoud is het streefbeeld als volgt: Het beheer en onderhoud vindt doelmatig plaats en wordt ingezet ter ondersteuning van de waterdoelen vanuit de andere waterthema’s. Hierbij is samenwerking van belang. Door het maken van afspraken over beheer en onderhoud vindt afstemming plaats waarmee invulling gegeven wordt aan de samenwerking. Algemene strategie Met de volgende oplossingsstrategieën zal invulling gegeven worden aan het streefbeeld en doelstellingen: - het beheer en onderhoud vindt op maat plaats. Hierbij zal ten aanzien van het maaibeheer gebruik worden gemaakt van de inzichten van de Ecokleurenkoers methode van het HHSK. Bewoners worden geïnformeerd over de achtergrond van het beheer en onderhoud op maat. Ook het baggeren vindt op maat plaats door daar waar nodig/mogelijk vaker te baggeren of juist minder vaak te baggeren (monitoring en evaluatie van de baggeraanwas is hierbij van belang). De baggerwerkzaamheden worden vastgelegd in een gezamenlijk baggerplan, dat één keer in de zes jaar wordt bijgesteld. In het kader van het onderhoud en beheer van oeverbeschoeiing wordt een Oeverplan opgesteld. In de gemeente wordt bij iedere kern een baggerdepot ingericht. De bagger wordt bij voorkeur hergebruikt binnen de gemeente voor het ophogen van openbaar groen. Lage gebieden kunnen tevens ingericht worden vooropvang afgekoppeld regenwater (watertuinen, parken) . Tegelijkertijd met het baggeren worden kansen benut voor een natuurvriendelijke inrichting van watergangen. Voorafgaand aan de aanleg van beschoeiing worden mogelijkheden voor aanleg van een natuurvriendelijke oever nagegaan; - bij ‘relinen’ en vervanging van rioolleidingen is er aandacht voor mogelijke lekke riolen en de invloed die deze hebben op de plaatselijk grondwaterstand; - vanuit het oogpunt van doelmatigheid worden wegen op hoogte gehouden tijdens herinrichting, herstraten en vervanging van rioolleidingen. Hierbij is ook aandacht voor het op hoogte houden van het openbaar groen; - de duikers en de staat ervan worden in beeld gebracht, waarna er een plan opgesteld voor het vervangen van (verdronken) duikers; - de gemeente Zuidplas heeft de ambitie om daar waar mogelijk baggerwerken in samenwerking met HHSK uit te voeren om zodoende kostenefficiënt te werken (door schaalvergroting, beperken overheadkosten en aanbestedingsvoordelen. Doorvertaling De nadere doorvertaling zal plaatsvinden via een baggerplan en een inrichtingsplan voor het water in het stedelijk gebied).
4.6.
Thema Beleving en recreatie Streefbeeld en doelstellingen Ten aanzien van het thema Beleving en recreatie is het streefbeeld als volgt: Voor de gebruikers van het gebied is een gezond, groen en veilig klimaat ontstaan. Water draagt bij aan de kwaliteit van de leefomgeving en maakt wonen, werken, en recreëren aantrekkelijker in het plangebied. Daarnaast biedt het water diverse recreatie mogelijkheden zoals fietsen en wandelen langs het water, vissen, varen en zwemmogelijkheden. De belevingswaarde van het stedelijke water is voldoende tot zeer goed. De maatregelen en ontwikkelingen in het kader van het waterplan zijn waar mogelijk gecombineerd met recreatie en zichtbaar, aantrekkelijk water. De reeds aanwezige kansen voor waterbeleving
42
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
worden versterkt door fiets- en wandelpaden langs het water. De nieuwe ingerichte Eendragtspolder kan als voorbeeld werken hoe dit in de praktijk uit kan pakken. Algemene strategie Met de volgende oplossingsstrategieën zal invulling gegeven worden aan het streefbeeld en doelstellingen: - gebieden met een bijzondere functie ten aanzien van beleving en recreatie zijn vastgelegd in het waterplan. De waterparels worden benut voor versterking van de uitstraling van het gebied. Bewoners worden geïnformeerd over deze bijzondere waarden, zodat de bewoners bewust worden/blijven van de bijzondere kenmerken van het watersysteem; - versterking van de beleving in het stedelijke gebied vindt plaats door het benutten van wandelpaden en banken langs watergangen met een bijzondere inrichting; - het gebied kenmerkt zich met verspreide (kleinschalige) recreatieve waterwaarden. Versterking van recreatie vindt plaats door het koppelen van de structuur van (provinciale) fietspaden aan de ligging van de bijzondere waarden; - boezemwatergangen in het stedelijk gebied bieden kansen voor waterbeleving en recreatie, omdat hier een kade met beschermingszone aanwezig is die geschikt is voor groen met fiets- en wandelpaden; - historische en bijzondere waterwerken, zoals gemaal A. Kroes, worden benadrukt in het landschap; - boezemwatergangen worden benut voor recreatievaart (als de diepte en afvoerfunctie dit toelaat en voor zover mogelijk vanuit de ecologische doelstelling); - versterken van de kanovaartroute vanaf de Rotte naar de Hollandsche IJssel; - natuurvriendelijke oevers met hoge beplanting worden bij voorkeur aan de andere zijde van fiets- en wandelpaden aangelegd zodat hier goed zicht op is (verder worden natuurvriendelijke oevers met hiervoor geschikte planten voorzien). Van belang daarbij is wel dat de natuurvriendelijke oevers onderhouden kunnen worden; - in een op te stellen plan ‘Recreatie en beleving water Zuidplas’ worden de kansen en mogelijkheden nader onderzocht.
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
43
Afbeelding 4.5. Recreatief medegebruik van een waterpartij
Doorvertaling Op basis van bovenstaand aangegeven strategieën heeft de volgende doorvertaling plaatsgevonden: - de nieuw ingerichte waterberging en roeibaan in Eendrachtspolder biedt kansen voor versterking van het imago van het gebied als recreatiegebied (er liggen hier veel kansen voor waternatuurbeleving bijvoorbeeld vanuit de vogelkijkhut); - de kanoroute van de Rotte naar de Hollandsche IJssel wordt gevormd door de verbinding Hennipsloot en Ringvaart. De Snelle Sluis tussen de Hennipsloot en de Rotte (Zevenhuizense Verlaat) en de sluis bij gemaal A. Kroes maken deze vaarroute mogelijk; - de dijken langs de Ringvaart worden benut voor fiets- en wandelpaden; - er wordt gestreefd naar het versterken van de recreatie bij Hitland en 't Weegje door voet-, fiets- en kanovaartroute vanaf de Ringvaart. Verder worden de mogelijkheden voor het benadrukken van gemaal A. Kroes in het landschap benut (met fiets- en wandelpaden).
44
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
Afbeelding 4.6. Recreatievaart
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
45
Referenties 1. Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas, Driehoek RZG Zuidplas, 2006. 2. Streekplan Zuid-Holland Oost, tweede partiële herziening, provincie Zuid-Holland, 2006. 3. Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder, Driehoek RZG Zuidplas, 2008. 4. Bestemmingsplanadvies Zuidplaspolder, hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, 2008. 5. Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken, 2008. 6. Kader Richtlijn Water, Richtlijn 2000/60 van het Europees Parlement, 2000. 7. Kaderrichtlijn Water (2008), Beheersgebied hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, Detailanalyse, hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, 2008. 8. Het Nationaal Bestuursakkoord Water, Rijk, de provincies, IPO, VNG en Unie van Waterschappen, 2003. 9. Nota bouwbeleid Waterkeringen. Hoogheemraadschap van Schieland, 2004. 10. Quick scan OAS regio Kortenoord, DHV, 2008. 11. Masterplan Afvalwater RZG-Zuidplas, hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, 2007. 12. Onderzoek rioolvreemdwater AWZI Kortenoord, TAUW, 2007. 13. Ecologische beoordeling stadswateren Moordrecht, Stichting Ecologisch Advies, 2003. 14. Ecologische beoordeling van de watergangen in de gemeenten Moerkapelle en Zevenhuizen, Bureau Waardenburg, 2005. 15. Ecologische beoordeling van de watergangen in gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, Bureau Waardenburg, 2005. 16. Emissie- en waterkwaliteitsspoor, Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle, Oranjewoud, 2006. 17. Waterkwaliteitsspoor Moordrecht, Witteveen+Bos, 2007. 18. Waterkwaliteitsspoor Nieuwerkerk aan den IJssel, Arcadis, 2007. 19. Memo bergingssituatie Zevenhuizen, hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, 2008. 20. Beheerplan Hitland, Recreatieschap Hitland, 2004. 21. Onderzoek naar (grondwateroverlast Gemeente Zevenhuizen, RPS BCC, 2008). 22. Beleving bezoekers zwemwaterlocaties Rotterdam e.o., Liesbeth van Boerwinkel, 2008. 23. Definitief Gemeentelijk Rioleringsplan 2005-2009, Gemeente ZevenhuizenMoerkapelle, Oranjewoud, 2005. 24. Bijstelling maatregelenpakket op basis van ingemeten overstortgegevens (revisie 2), Oranjewoud, 2007. 25. Herberekening Riolering Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle, Oranjewoud, 2004. 26. Globale systeemanalyse Restveengebied en Groene Waterparel, Haskoning, 2007.
46
Witteveen+Bos, NWK24-2/pooj/002 definitief d.d. 28 mei 2013, Waterplan gemeente Zuidplas inventarisatie- en visierapport
BIJLAGE I
BETROKKEN INSTANTIES EN PERSONEN
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
A. Projectgroepleden persoon de heer A. van der Krogt de heer H. Glerum mevrouw N. Karadeniz de heer N. Dijkstra de heer M. den Ouden De heer P. Nederhorst
B. Stuurgroepleden persoon wethouder de heer S. van Loon wethouder de heer R. Gast wethouder de heer F. Helsloot wethouder A. Hazelebach hoogheemraad mevrouw A. van Zoelen
C. Klankbordgroepleden persoon de heer R. Noorduyn de heer W. Vroom de heer G.H. Van den Torn de heer W. Zijlstra de heer P. Kalkman de heer B.A. Zwambour de heer W. Hardijzer de heer P. Oudijk de heer H. Van der Torn de heer M. Van der Vorm de heer A. De Wit de heer/mevrouw R. Hofland de heer A. Metselsaar de heer F. Van Pelt de heer G. Sytsema de heer/mevrouw Dekker de heer J. Snoei de heer W. Hardijzer
instantie gemeente Zuidplas / Nieuwerkerk aan den IJssel gemeente Zuidplas / Moordrecht gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle gemeente Zuidplas Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard
instantie gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel gemeente Moordrecht gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle gemeente Zuidplas Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard
instantie Milieudienst Midden Holland Jos v/d Lindeloof Landschapsarchitecten ISMH Raadslid CDA Nieuwerkerk aan den IJssel visserijbedrijf Kalkman Woonpartners Midden-Holland agrariër L.T.O. afdeling Zuidplas Raadslid Nieuwerkerk aan den IJssel Natuur- en Vogelwacht Rotta visserijbedrijf Den Boer HSV Moordrecht HV Zevenhuizen-Moerkapelle Projectbureau Zuidplas Recreatieschap Rottemeren Verenging Molenvrienden Rottemerengebied cie VFBB Nieuwerkerk aan den Ijssel
D. Medewerkers die bijgedragen hebben vanuit gemeenten en hoogheemraadschap persoon instantie mevrouw B. van Boxmeer gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel de heer R. v.d. Linde gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel de heer L. Duin gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel de heer J. Verheul gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel de heer C. Schrieks gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel de heer A. van de Luijtgaarden gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel de heer H. Glerum gemeente Moordrecht de heer J. Wouda gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
de
de heer R. Landman mevrouw N. Karadeniz de heer D. Langejans de heer J. Oostenbrugge de heer B. de Lange de heer R. Taffijn de heer M. Guichelaar de heer M. van Capellen de heer J. van Beek de heer H. Berkouwer de heer H. van der Burg de heer P. van Zwienen de heer R. Braams mevrouw M. Meier mevrouw S. Klerk de heer D. Yska de heer M. Lips mevrouw A. Buijs de heer J. Oostdam
gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
BIJLAGE II
BELEID
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Het waterplan is mede tot stand gekomen door het waterbeleid in beschouwing te nemen. Tevens zijn beleidsdocumenten gescreend, die raakvlakken hebben met water. In deze bijlage worden het beleid samengevat. Achtereenvolgend komen aan bod: A. het Europees beleid; B. het rijksbeleid; C. het provinciaal beleid; D. het beleid van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard; E. het regionaal beleid. A. Europees Beleid A.1. Kaderrichtlijn Water (KRW) Vanaf eind 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht. De Europese Unie heeft doelen gesteld voor een goede chemische en ecologische toestand van grond- en oppervlaktewater in de Kaderrichtlijn Water [lit. 6]. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd in het kader van de KRW: - al het oppervlaktewater moet voldoen aan normen voor chemische stoffen (zogeheten ‘prioritaire stoffen’); een goede chemische toestand; - de zogenaamde KRW-waterlichamen (zijnde oppervlaktewateren groter dan 50 ha of afvoerende watergangen van stroomgebieden groter dan 10 km 2) moeten naast de chemische normen bovendien voldoen aan ecologische doelstellingen. De doelstellingen worden per waterlichaam opgesteld en zijn dus locatie specifiek; - het grondwater moet voldoen aan aparte normen voor chemische stoffen. Bovendien mag vanaf 2015 niet méér grondwater worden onttrokken dan er wordt toegevoegd. De KRW gaat uit van een stroomgebiedbenadering. Het uitvoeren van de KRW is een gedeelde verantwoordelijkheid van de (Nederlandse) overheden. De Europese Unie verbindt aan de te formuleren waterkwaliteitsdoelen- en maatregelenpakketten een resultaatsverplichting, in principe te bereiken in 2015. Uitstel is goed gemotiveerd mogelijk tot uiterlijk 2027. A.2. Grondwaterrichtlijn De grondwaterrichtlijn is opgesteld om de kwaliteit van het grondwater te beschermen en geeft strategieën ter voorkoming en beheersing van grondwaterverontreiniging. De richtlijn geldt niet alleen voor grondwateronttrekkingen en grondwaterbeschermingsgebieden, maar is breder van toepassing. De Grondwaterrichtlijn kan worden gezien als een aanvulling en een nadere uitwerking van de KRW op het gebied van grondwaterkwaliteit. A.3. Overige richtlijnen Naast de Kaderrichtlijn water en de Grondwaterrichtlijn kent het EU nog andere richtlijnen die betrekking hebben op water. Voorbeelden zijn richtlijnen met betrekking tot de behandeling van stedelijk afvalwater, zwemwater, drinkwater en water voor de teelt van vis en schelpdieren.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
B. Rijksbeleid B.1. Bestuursakkoord Water In mei 2011 hebben het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) het Bestuursakkoord Water ondertekend. Doel van het Bestuursakkoord Water is te blijven zorgen voor: - veiligheid tegen overstromingen; - een goede kwaliteit water; - voldoende zoet water. De vijf partners willen dit bereiken door doelmatiger te werken, dat wil zeggen:goede kwaliteit tegen lagere kosten en minder bestuurlijke drukte. Noodzakelijke investeringen leiden daardoor niet tot sterke stijging van de lokale lasten voor burgers en bedrijven. De partners streven daarnaast ook naar doelmatigheid, door met minder kosten en minder bestuurlijke drukte de werkzaamheden te verrichten. B.2. Wet Gemeentelijke watertaken De wetswijziging ‘verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken’ is op 1 januari 2008 in werking getreden. Nieuw is dat gemeentes hiermee de zorgplichten voor hemelwater en grondwater krijgen toebedeeld, terwijl de bestaande gemeentelijke zorgplicht voor afvalwater enigszins is aangepast door deze wet. Uitgangspunt is dat de perceelseigenaar zoveel mogelijk zelf hemelwater verwerkt op eigen terrein en hiermee dus het gemeentelijk systeem minimaal belast. Het is aan de gemeente te beoordelen in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan vragen om zelf het hemelwater te verwerken. De gemeente moet hiervoor nog een toetsingskader uitwerken. Als het redelijkerwijs niet gevergd kan worden van de perceelseigenaar om hemelwater zelf te verwerken, treedt de gemeentelijke zorgplicht in werking. Deze zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsverplichting voor het treffen van maatregelen. Hierbij gaat het om het aanbieden van een voorziening (aansluiting op een gemengd of een gescheiden systeem). De zorgplicht voor grondwater geldt voor bebouwd gebied. Deze zorg richt zich op het zoveel mogelijk voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming. De voorlopige werkdefinitie van dergelijke betekenisvolle problemen is dat hiervan sprake is als alle drie de volgende aspecten gelden (a en b en c): a. de problematiek is ernstig, wat zich uit in één of meer van de volgende verschijnselen: o gezondheidsklachten (bijvoorbeeld als gevolg van optrekkend vocht door water in de kruipruimte in woningen met houten vloeren); o serieuze funderingschade; o ernstige belemmering van het gebruiken van de grond waarvoor deze bestemd is (bijvoorbeeld doordat de grond onbegaanbaar is); b. het probleem heeft enige omvang (het betreft een aanzienlijk oppervlak, het is bijvoorbeeld een probleem op buurtniveau); c. de problematiek wordt aantoonbaar veroorzaakt door (verandering in) de grondwaterstand. De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht voor effectieve maatregelen. Hierbij valt in de praktijk te denken aan drainagevoorzieningen bij structureel te veel grondwater en aan infiltratievoorzieningen bij een structureel grondwatertekort.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Met de nieuwe gemeentelijke zorgplichten blijven particulieren de verantwoordelijkheid houden voor het nemen van maatregelen op eigen terrein. De gemeentelijke taken liggen vooral in de openbare ruimte en bij coördinatie en onderzoek. Het gemeentelijke beleid ten aanzien van grondwaterproblemen, regenwaterafvoer en riolering dient voor 2013 te worden opgenomen in het Verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan, dat wettelijk een bredere grondslag krijgt. Tot nu toe kan de gemeente alleen de exploitatie en investeringen van de riolering via het rioolrecht financieren. De wet gemeentelijke watertaken geeft de gemeente, via de verbrede rioolheffing, de mogelijkheid onder andere onderzoek en maatregelen tegen grondwateroverlast te financieren. B.3. Bestuursakkoord waterketen Doel van het Bestuursakkoord waterketen is om beleving en waterbewustzijn van consumenten, burgers en bedrijven, te versterken. Drinkwaterbedrijven, waterschappen, gemeenten en de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat moeten oogsten van de jarenlange samenwerking in de waterketen. De doelmatigheid in de waterketen moet toenemen om de lastenstijging voor de consumenten, nodig voor extra investeringen, te beperken. Met doelmatigheid wordt bedoeld het leveren van een waterketendienst tegen een zo goed mogelijke prijs/prestatie verhouding. In de komende jaren zullen de gemeentelijke watertaken worden bekostigd door lastenverzwaring voor de consument. Door middel van het bestuursakkoord willen de partijen een impuls geven aan een doelmatige en transparante waterketen door gebruik te gaan maken van de investeringen die de afgelopen jaren zijn gedaan. Vanuit de waterketen kan er zichtbaar bijgedragen worden aan uitvoering van de KRW en WB21. Voorbeelden hiervan zijn: 1. de waterkwaliteit van oppervlaktewater verbetert als het afvalwater beter gezuiverd wordt; 2. door het afkoppelen van hemelwater wordt water niet onnodig naar de zuivering afgevoerd en kan voldaan worden aan de trits vasthouden-bergen-afvoeren; 3. via voorlichting zal aan de consument worden geïnformeerd hoe men zelf kan bijdragen aan waterbesparing en bescherming van het milieu. B.4. Waterwet Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Een achttal wetten is samengevoegd tot één wet, de Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. De Waterwet vormt de basis voor normen die aan watersystemen kunnen worden gesteld. Voor primaire waterkeringen blijken de normen uit de wet zelf, andere normen voor rijkswateren worden opgenomen in het Waterbesluit of de Waterregeling. Voor de regionale wateren zullen de verordeningen en plannen van de provincies normen bevatten. Zo maakt de Waterwet het mogelijk om normen te stellen voor watersystemen ter voorkoming van onaanvaardbare wateroverlast. Hiermee wordt de bestaande praktijk van peilbesluiten of streefpeilen voortgezet. Een waterpeil heeft door het grondgebruik een sterke relatie met de ruimtelijke ordening. In situaties van watertekorten geeft de Waterwet de mogelijkheid de ene functie boven de andere te laten prevaleren (de 'verdringingsreeks'). Ook geeft de Waterwet normen voor de bergings- of afvoercapaciteit van regionale watersystemen. Het regionale watersysteem dient zo te worden ingericht dat bij hoog water voldoende water kan worden geborgen of afgevoerd.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
B.5. Nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (nieuwe Wro) Met een nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) (geldend vanaf 1 juli 2008) wordt gestreefd naar een samenhangend pakket van regels voor de ruimtelijke ordening. Deze wet biedt een nieuw stelsel om beleid voor een duurzame leefomgeving mogelijk te maken en te normeren. Ook draagt zij bij aan vereenvoudiging en versnelling van procedures en beroepsprocedures en worden verantwoordelijkheden beter vastgelegd. Omdat het aspect water in ruimtelijke plannen een mede ordenend principe is, is de watertoets (geïntroduceerd in het voorgaande Wro) nog steeds van toepassing in de nieuwe Wro. De watertoets is een procedure waarbij de initiatiefnemer in overleg met de waterbeheerders de waterhuishouding van een te ontwikkelen gebied moet uitwerken. Het belangrijkste inhoudelijke deel van de watertoets is dat initiatiefnemers ‘waterneutraal’ moeten bouwen. Dit betekent voor het waterkwantiteitsaspect dat niet meer water wordt afgevoerd uit het plangebied dan in de situatie voor de ruimtelijke ingreep. Voor de waterkwaliteit betekent dit in ieder geval dat de waterkwaliteit in en om het gebied niet mag verslechteren. Bij de watertoets is het aspect waterveiligheid steeds meer een vast onderdeel. De watertoets blijft een verplicht onderdeel van de bestemmingsplanprocedure in de nieuwe Wro. Met het wegvallen van de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zal de waterbeheerder (met name het waterschap) zelf actief in het planproces moeten controleren of het wateradvies afdoende in het plan is verwerkt. B.6. Nationaal waterplan Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op het gebied van waterveiligheid de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de KRW. Tevens bevat het Nationaal Waterplan een eerste beleidsmatige uitwerking van de kabinetsreactie op het advies van de Deltacommissie. Ten aanzien van het stedelijk gebied is het volgende aangegeven in het Nationaal Waterplan. De opgaven voorwonen, werken, mobiliteit, recreëren, landschap en natuur, water en milieu zullen in samenhang aangepakt. worden Bij de ontwikkeling van locaties in de stad wordt ernaar gestreefd dat de hoeveelheid groen en water per saldo toeneemt. Dit moet stedelijk gebied aantrekkelijk en leefbaar maken en houden. In dit kader moedigt het rijk het waterwonen aan. Waterwonen kan een bijdrage leveren aan een klimaatbestendige inrichting van Nederland, omdat deze woonvorm gecombineerd kan worden met ruimte voor water. Bij de aanpak van de stedelijke wateropgave wordt rekening gehouden met verdergaande verstedelijking en klimaatverandering en zoveel mogelijk aangesloten bij de dynamiek van de stad. De uitvoering van maatregelen wordt gecombineerd met herstructurering van bestaand bebouwd gebied en de realisatie van groen in en om de stad. De combinatie van water en groen biedt volop kansen om het stedelijk watersysteem robuuster en klimaatbestendiger te maken. Goede verbindingen tussen het stedelijk watersysteem en het ommeland dragen bij aan een goede kwaliteit van water en landschap. Water biedt kansen voor verbetering van de leefomgeving in bestaand (groot)stedelijke gebied.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
C. Provinciaal beleid C.1. Provinciaal waterplan Zuid-Holland 2010-2015 Om de watertaken voor elkaar te krijgen zijn afspraken vastgelegd in plannen zoals het Provinciaal Waterplan 2010 - 2015. Dit plan gaat in op de kernopgaven van de provincie op het gebied van integraal waterbeheer. Het Provinciaal Waterplan is uitgewerkt in het Actieprogramma Water waarin staat wat de provincie concreet doet en gaat doen. Sinds de vaststelling van het Provinciaal Waterplan, eind 2009, hebben belangrijke beleidsmatige, organisatorische en financiële ontwikkelingen plaatsgevonden. Bovendien hebben GS aan Provinciale Staten toegezegd dat zij zich maximaal inzetten om stijging van de waterschapsbelasting te beperken. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de doelstellingen van het Provinciaal Waterplan 2010-2015 en de rol van de provincie bij de aanpak van wateropgaven. Ruimte, water en klimaat vragen om samenhang in beleid. Daarom zijn de wateropgaven in samenhang opgesteld. C.2. Verordening waterkering West-Nederland’ De regionale waterkeringen (kades) moeten voldoende veilig zijn en moeten voldoen aan de door de provincie Zuid-Holland gestelde normen waarbij rekening gehouden wordt met de klimaatsveranderingen en de daarmee gepaard gaande effecten. In de ‘Verordening waterkering West-Nederland’ worden de regionale waterkeringen ingedeeld in veiligheidsklassen op basis van de geraamde schade als de waterkering faalt. Dit wordt ook wel de overstromingsrisicobenadering genoemd. C.3. Streekplan Zuid-Holland oost, 2e partiële herziening De partiële streekplanherziening Zuidplas is een wijziging van het huidige streekplan ZuidHolland Oost 2003. Voor de herziening heeft de provincie Zuid-Holland de Interregionale Structuurvisie (ISV) als basis gebruikt. Het resultaat daarvan heeft geleid tot een duidelijke ruimtelijke hoofdstructuur. Daarin komt het streekplan overeen met het Intergemeentelijk Structuurplan (ISP). Onder paragraaf E. Regionaal beleid: Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas (ISP) wordt een nadere toelichting op het ISP gegeven. C.4. Provinciale structuurvisie De provincie ontwikkelt een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in ZuidHolland. In deze Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen en geeft zij haar kijk op de ruimtelijke ontwikkeling tot 2040. De Provinciale Structuurvisie kent op het gebied van water een nauwe samenhang met het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland en het Provinciaal Actieprogramma Klimaat en Ruimte. In de visie is het streven naar een Klimaatbestendigheid en duurzaam watersysteem aangegeven. Een functie of gebied wordt hierbij als klimaatbestendig beschouwd als het weerstand heeft en/of de veerkrachtig genoeg is om de effecten van klimaatverandering op te vangen. In de structuurvisie heeft klimaatbestendigheid vooral te maken met waterveiligheid, droogte en verzilting.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
C.5. Waterverordening Zuid-Holland Naar aanleiding van de afspraken die zijn gemaakt in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en later in het NBW-actueel is in de Waterwet de verplichting opgenomen om bij provinciale verordening normen vast te stellen voor regionale wateroverlast. De provincie heeft de waterregels daarop aangepast in de Waterverordening provincie Zuid-Holland. In de verordening is het volgende opgenomen ten aanzien van overstromingskansen: Met het oog op de bergings- en afvoercapaciteit waarop regionale wateren moeten zijn ingericht geldt, voor het gebied van een gemeente binnen de bebouwde kom, als norm een gemiddelde overstromingskans van: a. 1/100 per jaar voor bebouwing niet zijnde glastuinbouw; b. 1/50 per jaar voor glastuinbouw; c. 1/10 per jaar voor het overige gebied. Met het oog op de bergings- en afvoercapaciteit waarop de regionale wateren moeten zijn ingericht geldt, voor het gebied van een gemeente buiten de bebouwde kom, als norm een gemiddelde overstromingskans van: a. 1/100 per jaar voor hoofdinfrastructuur; b. 1/50 per jaar voor glastuinbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw; c. 1/25 per jaar voor akkerbouw; d. 1/10 per jaar voor grasland. C.6. Beleidskader Peilbeheer Zuid-Holland Vanuit de wet op de waterhuishouding heeft de provincie de taak het provinciaal waterbeleid op hoofdlijnen vast te stellen. Het beleid voor het peilbeheer is vastgelegd in het Beleidskader Peilbeheer Zuid-Holland. In dit beleidskader is aangegeven, dat de bodemdaling door de oxidatie van veen ongewenst is. De klimaatverandering maakt dat er nu en in de toekomst veel water op ons af zal komen. Dit maakt het extra belangrijk de bodemdaling zoveel mogelijk te vertragen. Een tweede principe,dat opgenomen is in het beleidskader betreft het ‘functie volgt peil’-concept. Verder heeft de provincie specifieke beleidsdocumenten gericht op natuur/groen en agrarische functies, die niet nader beschreven zijn. D. Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft het Waterbeheerplan 2010-2015 ‘Goed voor elkaar’ opgesteld. In het waterbeheerplan is het volgende aangegeven. Het hoogheemraadschap wil de komende jaren prioriteit geven aan de waterveiligheid. Zo wordt, in afwachting van financiering door Rijksoverheid, begonnen met de voorbereidingen voor de versterking van enkele gedeelten van de dijken langs de Hollandsche IJssel. Alle waterkeringen moeten voldoen aan normen waarbij rekening wordt gehouden met de gevolgen van de te verwachte klimaatverandering. Een ander belangrijk punt is: de basis op orde. Het hoogheemraadschap wil extra inzetten om de basistaken op orde te krijgen en te houden. Hierbij gaat het om het dagelijks beheer en onderhoud zoals maaien, krozen en baggeren. Ook wordt ingezet op een efficiëntere bedrijfsvoering van waterzuiveringen en het verder optimaliseren van de calamiteitenzorg. Daarnaast wordt geïnvesteerd in een betere bescherming tegen extreme neerslag (Nationaal Bestuursakkoord Water) door ruimte te maken voor waterberging. Ook de waterkwaliteit staat hoog in het vaandel wat blijkt door de investeringen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Hierbij gaat het ondermeer om natuurvriendelijke oevers, de aanpak van een aantal plassen en mogelijk-
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
heden voor vissen om zonder schade obstakels, zoals gemalen, te kunnen passeren. In de negen zwemlocaties in het gebied wordt geïnvesteerd om deze te laten voldoen aan eisen zoals gesteld in de Europese richtlijn voor zwemwater. Op het gebied van wegenbeheer (Krimpenerwaard) is bij het onderhoud extra aandacht voor veiligheid. HHSK stelt voor het vaststellen van de waterstanden (het waterpeil) peilbesluiten voor een bepaald gebied op. Schieland en de Krimpenerwaard heeft de inspanningsverplichting om dit peil te handhaven. Een peilbesluit is wettelijke regelgeving. Verder stelt HHSK voor waterkeringen en het oppervlaktewatersysteem een legger op. Een legger legt juridisch zaken vast. De legger beschrijft hoe waterstaatswerken worden onderhouden om goed te functioneren. En ook wie voor welk onderhoud verantwoordelijk is. Waterstaatswerken zijn: oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden, waterkeringen of ondersteunende kunstwerken. Het gaat in de legger over ligging, vorm, afmeting en constructie. Er zijn meerdere leggers. A.
Regionaal beleid: Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas (ISP)
Het Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas (ISP) is een gezamenlijk plan van de vijf gemeenten (Zevenhuizen-Moerkapelle, Moordrecht, Waddinxveen, Nieuwerkerk aan den IJssel en Gouda). Het ISP is onder bestuurlijke regie van de Stuurgroep driehoek RZG tot stand gekomen, dus in samenwerking met de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Het ISP is een uitwerking van de ISV en gaat over de ontwikkelingen in de Zuidplas tot 2030, waarbij het accent ligt op de periode 2010-2020. Het streven is om het ISP binnen deze periode in fasen uit te werken en uit te voeren. Het ISP is voor de gemeente Zuidplas de basis voor het ruimtelijk beleid. De gemeentebesturen moeten zich bij het maken van bestemmingsplannen houden aan wat in het ISP staat. Voor burgers en organisaties komen uit het ISP geen juridisch bindende gevolgen voort. Dat gebeurt pas na de vaststelling van bestemmingsplannen. Aan het ISP kunnen dan ook door burgers en bedrijven niet direct rechten worden ontleend. Voor de periode 2010-2020 bevat het ISP onder andere de volgende voorstellen: bouw van circa 15.000 woningen (dorpsuitbreidingen, exclusieve woonmilieus, eerste fase Gouweknoop en Ringvaartdorp tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen); 125 ha bedrijfsterrein; 300 ha netto nieuwe kassen en 80 ha hervestiging bestaande kassen in het gebied; verbetering van de infrastructuur (wegen en openbaar vervoer); circa 500 ha extra natuur (ten noorden en ten zuiden van de A20); groenzones en groene verbindingen; ruimte voor waterberging. Ten aanzien van de waterhuishouding is het volgende aangegeven in het ISP: de hele polder wordt beschermd door dijken. Bebouwing op en langs deze dijken wordt niet toegestaan in verband met de stevigheid van de waterkeringen. Ook moet ruimte worden vrijgehouden voor eventuele dijkverzwaringen in de toekomst; om wateroverlast te voorkomen, moet er ruimte zijn voor waterberging wanneer door extreme neerslag er teveel water in de polder komt. Op een aantal plekken worden meer sloten gegraven, bestaande watergangen verbreed, of gebieden geschikt gemaakt voor wateropvang. De Eendragtspolder wordt een belangrijke plaats voor waterberging. Op grond van de bodemstructuur -zeeklei in het noordelijk deel, restveen
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
-
-
D.
in het zuidelijk deel en katteklei en kreekruggen in het middengebied- variëren ook de ruimtelijke mogelijkheden voor oppervlaktewater. In het zuidoostelijk deel van de polder bedraagt de toename van het oppervlaktewater 15 % van het te verharden oppervlak, in het middengebied 10 % en in het noordwesten 5 %; het is niet mogelijk om het risico van een overstroming volledig uit te sluiten. Op dit moment is de kans op een overstroming in de polder eens in de 10.000 jaar. Het gebied wordt zó ingericht, dat de effecten van een overstroming bij een dijkdoorbraak van de Hollandsche IJssel, de Gouwe of de Ringvaart zo klein mogelijk zijn. Waterberging speelt een belangrijke rol in het vóórkomen van wateroverlast; water biedt in de polder ook kansen. Er kunnen bijvoorbeeld woningen op en aan het water worden gebouwd. En water kan ook worden gebruikt voor recreatie. Op de hoger gelegen delen in het middengebied kunnen in lage dichtheden huizen worden gebouwd. Het wonen mag echter geen schade aan de waterkwaliteit en de natuur toebrengen. VGRP Gemeente Zuidplas
Het gemeentelijk rioleringsplan geeft aan hoe de gemeente Zuidplas invulling geeft aan de drie zorgplichten. De rioleringszorg heeft drie zorgplichten, deze zijn: - zrgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater; - zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; - zorgplicht voor het grondwater. De zorgplicht grondwater is in de wet als volgt geformuleerd: het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het hoogheemraadschap of de provincie behoort.
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
BIJLAGE III
WATERKWALITEIT EN VEILIGHEID
Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
In deze bijlage wordt de analyse van de thema waterkwantiteit en waterveiligheid gerapporteerd. Hierbij wordt achtereenvolgend ingegaan op A. het watersysteem; B. de wateropgaven; C. de waterkeringen; D. de aanscherping van de watersysteemanalyse op basis van de interviews. A. Watersysteem Aan de oostzijde van de gemeente Zuidplas ligt de Hollandsche IJssel. Aan de westzijde van de gemeente Zuidplas ligt de Rotte. De Rotte is een boezemwater. Verder is de Ringvaart een belangrijke boezemwater in de gemeente Zuidplas. Aan de rand van gemeente Zuidplas liggen de grote plassen De Rottemeren (boezemwater) en de Zevenhuizerplas (polderwater). De boezem wordt gebruikt om de polders te voorzien van water of overtollig water uit de polders op te vangen. Het water in de Rotte stroomt in zuidelijke richting naar het gemaal Mr. U.G. Schilthuis. Het water in de Ringvaart wordt afgevoerd naar gemaal Abraham Kroes. Het streefpeil in de Ringvaart is NAP -2,15 m. Het streefpeil in de Rotte is een flexibel peil van NAP -0,90 en NAP -1,20 m. In de gemeente Zuidplas ligt een aantal hoofdwatergangen, waarmee waterafvoer naar de Boezemwatergangen plaatsvindt. Hierbij vindt de waterafvoer plaats door middel van poldergemalen. Op de onderstaande afbeelding is de wateraan- en afvoer weergegeven. Afbeelding III.1. Wateraan- en afvoer
Wateraanvoer
Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Uit de afbeelding blijkt dat er sprake is van lange aan- en afvoertracés. De westzijde van de gemeente Zuidplas ligt in de Eendragtspolder. De Eendragtspolder ligt tussen de Ringvaart en de Rotte. De grens tussen de Eendragtspolder en de Zuidplaspolder loopt door de kern Zevenhuizen. Aan de oostzijde van de Ringvaart bij Zevenhuizen ligt de Zuidplaspolder. De Zuidplaspolder loopt in oostelijke richting door tot aan de Ringvaart bij Moordrecht. Ten oosten van de Ringvaart bij Moordrecht tot aan de Hollandsche IJssel ligt de Oostpolder. Het zuidelijk deel van Nieuwerkerk aan den IJssel ligt in de Prins Alexander Polder. Het hoogheemraadschap streeft er naar om op termijn een aantal peilgebieden in de polders samen te voegen zodat de veerkracht van het watersysteem vergroot wordt en een betere ecologische uitwisseling in de polder mogelijk te maken is. In het nieuwe peilbesluit van de Zuidplaspolder heeft een nadere afweging plaatsgevonden en zijn er enkelen samengevoegd. B. Wateropgave Het watersysteem in de Zuidplaspolder is in 2011/2012 opnieuw getoetst vanwege nieuw beschikbare gedetailleerdere informatie en modelleertechnieken. De toetsing bepaalt of het watersysteem, bij de huidige klimaatomstandigheden, voldoet aan de NBW-normeringen en of het voldoet bij het klimaatscenario voor de tijdshorizon 2050. Uit deze toetsing is een aantal knelpunten naar voren gekomen in het watersysteem die nu al een probleem vormen (historische NBW-opgave) en een aantal knelpunten die in de toekomst een probleem kan worden (NBW-2050 opgave). Deze NBW-knelpunten worden in een ander traject aangepakt. In de Oostpolder is een groot percentage oppervlaktewater aanwezig. Het hele watersysteem in de Oostpolder is getoetst aan het Middenscenario 2050, inclusief het kusteffect (circa. 10 % extra neerslag in het najaar). Uit deze berekeningen is gebleken dat het huidige watersysteem voldoet aan de norm dat stedelijk gebied hooguit eens in de 100 jaar mag inunderen vanuit het oppervlaktewater. In de huidige situatie geldt dan ook geen verdere wateropgave. Het HHSK heeft zich voorgenomen om in 2014 een watersysteemanalyse uit te voeren van de Eendragtspolder. Dit in het kader van het peilbesluit en de legger. Verder zal HHSK een watersysteemanalyse uitvoeren van het watersysteem in Esse, Gans en Blaardorp, waar ook Hitland zich in bevindt. Ook deze watersysteemanalyse zal plaatsvinden in het kader van het peilbesluit en de legger. C. Waterkeringen De primaire waterkeringen beschermen het gebied van Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard tegen overstroming van het buitenwater, waaronder de Hollandsche IJssel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen primaire waterkeringen van de categorie a, bestemd voor directe kering van buitenwater (de grote rivieren in dit geval) en primaire waterkeringen van de categorie c, niet bestemd voor directe kering van buitenwater (langs de afsluitbare Hollandsche IJssel). Het hoogheemraadschap heeft de waterkering langs de Hollandsche IJssel onderzocht door middel van een veiligheidstoetsing. Uit de veiligheidstoetsing zijn delen van de waterkering afgekeurd. Het betreft delen in het landelijk gebied.In het Bestemmingsplanadvies van de Zuidplaspolder is aangegeven dat het gebied ten zuidoosten van de snelweg A20
Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
een risicogebied is voor overstroming bij dijkdoorbraak van de waterkering langs de Hollandsche IJssel. In dit gebied liggen ook Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel. Uit berekening blijkt dat het gebied binnen 6 uur overstroomt en dat het water 0,5 tot 1,3 m hoog kan komen staan. Bij Moordrecht is sprake van buitendijkse woningbouw en bebouwing op de waterkering. De boezemwaterkeringen beschermen de aanliggende polders tegen het boezemwater en zorgen tevens voor de instandhouding van de boezem zelf. In het plangebied liggen twee boezemstelsels, de Rotteboezem en de Ringvaartboezem. De boezemwaterkeringen zijn veenkaden met hierop mogelijk een kleidek. Het waterschap heeft een 10 jarig ophoogplan voor de regionale keringen. Mogelijk liggen delen van de boezemwaterkering te laag. In de kern van Zevenhuizen is bebouwing in het boezemland van de Ringvaart aanwezig. In de Ringvaart is in tegenstelling tot het polderwater sprake van een wezenlijke peilfluctuatie. De gebruiksmogelijkheden van de waterkeringen zijn beperkt. Van belang is dat de waterkeringen toegankelijk zijn. Bebouwing is in principe niet toegestaan. Afhankelijk van het type waterkering wordt door het hoogheemraadschap bezien wat de mogelijkheden zijn tot medegebruik van de waterkering. De polderkaden scheiden binnen hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard diverse polders/poldergebieden met verschillende polderpeilen. De polderkaden beschermen de laaggelegen polders tegen water uit de hooggelegen polders. Bovendien kunnen ze in een aantal gevallen fungeren als compartimenteringkade.
Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
BIJLAGE IV
GRONDWATER
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
In deze bijlage wordt de analyse van de thema Grondwater gerapporteerd. Hierbij wordt achtereenvolgend ingegaan op: A. de bodemtypen; B. het grondwatersysteem; C. de waterkeringen; D .de aanscherping van de grondwateranalyse op basis van de interviews. A. Bodem Uit de bodemkaart blijkt dat er in de gemeente Zuidplas voornamelijk sprake is van zeekleigronden. Dit betreft het noordwestelijk deel, waaronder de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle. Hierbij komt lokaal ook katteklei voor (waaronder in het ontwikkelingsgebied Groene Waterparel). In het zuidoosten van het gebied, waaronder bij de kernen Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel komen moerige gronden en veengronden voor. Op de onderstaande afbeelding is een bodemkaart weergegeven. Afbeelding IV.1. Bodemkaart
Voor de bebouwde gebieden kan uitgegaan worden van grondverbetering. Over de manier van bouwrijp maken is niet veel bekend. Er kan van uitgegaan worden dat in de kernen zand aangebracht is bij het bouwrijp maken (met name in openbaar gebied en bij de woningen).
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
B. Grondwatersysteem De ontwatering is de zone tussen het maaiveld en de ondiepe grondwaterstand, deze kan voor percelen tot uitdrukking worden gebracht door gebruik te maken van zogenaamde grondwatertrappen. Hierbij worden de grondwatertrappen aangeduid met een Romeinse I tot met VIII. Bij een grondwatertrap I is sprake van ondiepe grondwaterstanden en bij grondwatertrap VIII is sprake van diepe grondwaterstanden. Grondwatertrappen komen tot stand door de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) en de gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG) te vergelijken met de maaiveldhoogte. Op afbeelding IV.2 is een grondwatertrappenkaart opgenomen. Afbeelding IV.2. Grondwatertrappen (www.bodemdata.nl)
Toelichting op de kaart: I t/m VIII:
grondwatertrap.
H:
gemiddelde Hoogste Grondwaterstand (GHG) met waterstanden in cm onder maaiveld.
L:
gemiddelde Laagste Grondwaterstand (GLG) met waterstanden in cm onder maaiveld.
Bij de kern Moerkapelle is sprake van grondwatertrap VI, waardoor bij deze kern geen grondwateroverlast verwacht wordt. Bij de kern Zevenhuizen komen de grondwatertrappen IV, V en VI voor. Het risico van grondwateroverlast is bij deze kern hierdoor groter. Bij de kern Nieuwerkerk aan den IJssel komen de grondwatertrappen I, II en III voor. Bij Moordrecht komt grondwatertrap II voor. De kernen Nieuwerkerk a/an den IJssel en Moordrecht zijn hierdoor risicogebieden voor grondwateroverlast. In afbeelding IV.3 staat een schematisatie van het optreden van ondiepe en diepe kwel.
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Afbeelding IV.3. Schematisatie grondwatersituatie
situatie oostzijde Rotte
ringvaart
Eendragtspolder Zuidplaspolder
diepe kwel diepe kwel
situatie westzijde
In de polders met een lage ligging is sprake van een grote kweldruk. Door de deklaag is de kwelintensiteit beperkt. Het kwelwater is met name bij Nieuwerkerk aan den IJssel en bij Moordrecht ijzerrijk. Ten zuidenoosten van de A20 doet zich het verschijnsel voor dat de deklaag plaatselijk opbarst. In de omgeving van de kernen Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel is sprake van een risicogebied voor openbarsting van de (water)bodems als gevolg van de hoge grondwaterdruk. D. Aanscherping grondwateranalyse met interviews Kern Moordrecht Het volgende is aangegeven tijdens het interview: - in Moordrecht zijn geen klachten over grondwateroverlast. Er zijn woonblokken met water in de kruipruimten, door de bewoners van Moordrecht wordt dit geaccepteerd vanwege degrondwatersituatie in Moordrecht; - Moordrecht ligt in zettingsgevoelig gebied. Door ophogen worden problemen door de zettingen voorkomen. De woningen zijn onderheid. Er zijn mogelijk woningen met houten palen; deze zijn waarschijnlijk voorzien van oplangstukken met beton. Hierdoor en door het peilbeheer is er geen sprake van paalrot in Moordrecht; - verzakkingen van de riolering wordt voorkomen door het onderheien van de riolering. Bij de wegen heeft grondverbetering plaatsgevonden;
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
-
-
in de kern Moordrecht zijn geen ervaringen met het doorsnijdingen van de deklaag bij bouwwerkzaamheden; in Moordrecht is veel drainage aanwezig. Er is hier geen overzichtskaart van. Er is geen aanleiding voor een gemeentelijk grondwatermeetnet, de verwachting is dat de grondwaterstanden door de aanwezigheid van veel water in Moordrecht, de waterstanden in de watergangen volgen; langs de Ringvaart bij West Ringdijk/Dr. Kuypersstraat ligt een rioolleiding. In het verleden is een heipaal door de rioolleiding geslagen. Hierdoor was in het verleden sprake van een lekke riolering. Het probleem is inmiddels opgelost door het vervangen van het riool.
Afbeelding IV.4. Foto van de Heipaal in riolering bij West Ringdijk/Dr. Kuypersstraat
Kern Nieuwerkerk aan den IJssel Het volgende is aangegeven tijdens de interviews: - verzakking van de bodem vindt plaats, maar is geen ernstig knelpunt; - de restzetting in nieuwbouwgebieden is circa 20 cm in 30 jaar; - in de nieuwbouwwijken is drainage toegepast. Uitzondering is de wijk Dorrestein. Hier is geen drainage toegepast. De drainage op particuliere terreinen is veelal niet op orde. Desondanks zijn er nauwelijks klachten over grondwateroverlast bekend; - het gemeentelijke drainagestelsel wordt één keer per jaar gereinigd; - in de oude kern, bij de Torenstraat, zijn circa acht woningen gefundeerd op houten palen; - in de omgeving van de ’s-Gravenweg is sprake van aanwezigheid van een dunne veenlaag. Bij werkzaamheden is van belang de veenlaag/deklaag niet volledig te verwijderen. Kernen Zevenhuizen Moerkapelle Het volgende is aangegeven tijdens de interviews: - het grondwater in de kernen zitten op basis van praktijkervaringen op circa 1 m onder maaiveld; - in de Vogelbuurt en omgeving is sprake van grondwateroverlast (hoge grondwaterstanden). Om deze reden is onderzoek uitgevoerd, waarbij er peilbuizen geplaatst zijn die een half jaar lang gemeten zijn. De drainage die in de wijk aangelegd is, functioneert niet meer. Het betreft drainage bij de woonblokken. Vervangen van riolering/afkoppelen kan hierdoor leiden tot grondwateroverlast. In het onderstaande kader worden de resultaten van het onderzoek naar de grondwateroverlast samengevat;
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
-
-
de oude bebouwing, zoals in de omgeving van de Rozenstraat en bij de parkzone van Zevenhuizen ligt relatief laag. Hier wordt bij rioolvervangingen drainage toegepast om het effect van lekke riolen te compenseren; in Zevenhuizen en Moerkapelle is geen sprake van grondwateronderlast (onder grondwateronderlast wordt wateroverlast door een lage grondwaterstand bedoeld).
onderzoek naar (grond)wateroverlast in de Vogel- en Bomenbuurt (RPS BCC, 2008) Door RPS BCC is onderzoek uitgevoerd naar de (grond)wateroverlast in de Vogel- en Bomenbuurt in Zevenhuizen. Hierbij heeft bureauonderzoek plaatsgevonden, zijn peilbuizen in het gebied geplaatst en heeft een enquête onder de bewoners plaatsgevonden. Uit het onderzoek blijkt het volgende. Vooral het openbaar gebied is aanmerkelijk gezakt met zettingen tot 30-50 cm. Particuliere terreinen direct tegen de huizen aan zijn vrijwel overal op oorspronkelijk niveau teruggebracht. De drooglegging is door zettingen afgenomen. Hierdoor vindt veelal geen afstroming richting de kolken plaats met als gevolg het ontstaan van plassen en afstroming van het hemelwater via het grondwater en afstroming van het hemelwater naar de woningen/kruipruimten. De aanwezige drainage is veelal niet operationeel. Dit leidt tot een hoge grondwaterstand. In het rapport zijn de volgende oplossingsrichtingen benoemd: aanvullen van de kruipruimten met zand op schelpen tot boven de grondwaterstand; ophogen van het maaiveld, waarbij een goed functionerende drainage aangelegd wordt; het hemelwater zo veel mogelijk afvoeren naar de riolering; - verbetering van de ontwatering door aanleg van sloten of drainage.
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
BIJLAGE V
RIOLERING
Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
In deze bijlage wordt de analyse van de riolering gerapporteerd. De riolering is van belang voor de thema’s Waterkwantiteit en veiligheid en Waterkwaliteit en ecologie Hierbij wordt achtereenvolgend ingegaan op: A. de eigenschappen van het verzorgingsgebied AWZI Kortenoord; B. het systeem van riolering in de kern Moordrecht; C. het systeem van riolering in de kern Nieuwerkerk aan den IJssel; D. het systeem van riolering in de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle. A. Verzorgingsgebied AWZI Kortenoord De gemeente ligt volledig in het verzorgingsgebied van AWZI Kortenoord. In dit gebied zijn verschillende ontwikkelingen van woningbouw en bedrijventerreinen voorzien, welke in te delen zijn naar twee fasen, namelijk 2010-2020 en 2020-2030. Naast afvalwater van de gemeente Zuidplasontvangt de AWZI ook water van de gemeenten Lansingerland en Rotterdam. In de toekomst worden Gouda en Waddinxveen ook aangesloten op de AWZI In onderstaande afbeelding is een overzicht gegeven van de AWZI en haar verzorgingsgebied. Afbeelding V.1. AWZI Kortenoord
Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
In onderstaande tabel zijn de rioolgemalen in het verzorgingsgebied weergegeven. Tabel V.1. Rioolgemalen in het verzorgingsgebied AWZI Kortenoort 3
kern
rioolgemaal
RWA [m /h]
Nieuwerkerk aan den IJssel
Zuidplas
550
De Vijf Boeken
75
opmerking
Emmahof
625
Moordrecht
Moordrecht
335
Gouwepark
308
uitbreiding 2006
Zevenhuizen en Moerkapelle
Moerkapelle
220
naar RG Zevenhuizen
Zevenhuizen West
200
naar RG Zevenhuizen
Zevenhuizen
1250
Nesselande
1650
doorvoergemaal
Bleiswijk
Bleiswijk
700
naar RG Zevenhuizen
Waddinxveen
Distripark
320
uitbreiding 2006
Triangel
205
uitbreiding 2008
Gouda
Westergouwe
195
uitbreiding 2010
Voor de AWZI is een onderzoek uitgevoerd naar rioolvreemd water. Er is in het verzorgingsgebied van Kortenoord sprake van significante instroom van rioolvreemd water bij alle gemalen. Rioolgemaal De Vijf Boeken heeft procentueel gezien veel rioolvreemd water, maar is qua absolute hoeveelheid verwaarloosbaar. De rioolgemalen Emmahof, Moerkapelle en in mindere mate Bleiswijk hebben qua absolute hoeveelheid de grootste aandelen rioolvreemd water. Rioolgemaal Moerkapelle heeft zowel in 2005 als in 2004 een hoog procentueel aandeel rioolvreemd water. Mogelijk wordt het hoge procentuele aandeel rioolvreemd water veroorzaakt door de lozing van water door de glastuinbouw. Het rioolvreemd water van RG Zevenhuizen (doorvoergemaal) is voornamelijk afkomstig van RG Bleiswijk en Moerkapelle. Als mogelijke redenen voor de instroom van rioolvreemd water wordt in ‘onderzoek rioolvreemd water, Tauw, 2007’ gegeven: - grondwatergerelateerd, 50 % van het rioolvreemd water kan worden gekoppeld aan grondwaterstandvariatie; - inloop van oppervlaktewater, er kan sprake zijn van negatieve overstorten bij hoge waterstanden. Het hoogheemraadschap hanteert op basis van de overstortvergunningen/algemene uitgangspunten de volgende realisatietermijnen van de basisinspanning en waterkwaliteitsspoor: - basisinspanning en waterkwaliteitsspoor Moordrecht: 1-1-2010 (overstortvergunning); - basisinspanning en waterkwaliteitsspoor Nieuwerkerk aan den IJssel: 1-1-2010 (algemene realisatietermijn); - basisinspanning Zevenhuizen-Moerkapelle: 1 januari 2007; - waterkwaliteitsspoor Zevenhuizen-Moerkapelle: 1 januari 2010. B. Moordrecht De kern Moordrecht is aangesloten op het rioolgemaal Moordrecht. Het Buitengebied is (deels) aangesloten op het rioolgemaal Distripark. Het bedrijventerrein Gouwepark wordt aangesloten op het nieuwe rioolgemaal Gouwepark.
Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Er zijn elf overstorten aanwezig in Moordrecht. Moordrecht voldoet aan de basisinspanning. Voor een aantal rioolwateroverstorten werd reeds maatregelen genomen. Na de waterkwaliteitsspoorstudie zijn er bij twee overstorten lamellenafscheiders aangelegd: overstort 0687 en 0667. Verder is aangegeven dat bij de overstort 0772 een bergbezinkbassins van 63 m 3 aanwezig is en bij overstort 1004 een bergbezinkbassin van 82 m 3. In de ‘Quick scan OAS Kortenoord’ is aangegeven dat de bergbezinkvoorzieningen door middel van een leiding met elkaar zijn gekoppeld. Het voornemen is de leiding te vervangen door een leiding met een grotere diameter. In de kern zijn diverse oppervlakken afgekoppeld. Hierbij is vooral ingezet op afkoppelen van wegen. Van de wegen is reeds 60 % afgekoppeld. Bij de afkoppelprojecten is gebruik gemaakt van lamellenafscheiders. Als gevolg van het afkoppelen hebben de onderbemalingen meer capaciteit gekregen, waardoor water-op-straat situatie minder zijn opgetreden. Aanscherping analyse met interview Het volgende is aangegeven tijdens het interview: - In het Westeinde is een gescheiden stelsel aangelegd. Hierdoor is het mogelijk geweest een overstort van het gemengd stelsel te saneren. De gemeente is bezig geweest met het afkoppelen in de Burgemeester Brandtstraat; - de leiding tussen de twee bergbezinkvoorzieningen wordt voorzien bij de Meester Lallemastraat en verlengde hiervan. Het voornemen is om de leiding in de periode 20152018 te vervangen met een leiding van 500 mm. Reeds is het voornemen om bij Veenpluis alvast een deel van de riolering te vervangen. De locatie bij Weidezoom is een risicolocatie voor water op straat. Het vervangen van de leiding zal bijdrage een vermindering van het risico voor water op straat; - de woningbouwontwikkeling Vijf Akkers Noord kan voor het afvalwater met een nieuwe persleiding aangesloten worden op het rioolgemaal centraal in Moordrecht. Voor de overige in- en uitbreidingen bij de kern Moordrecht kan voor het afvalwater aangesloten worden op de bestaande riolering. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt volledig afgekoppeld waarbij lamellenfilters toegepast worden; - in het plangebied van Vijf Akkers Noord loopt een persleiding van het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. De gemeente geeft daarom de voorkeur om direct vanuit Vijf Akkers Noord in te prikken op de leiding van het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. De leiding van het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard ligt aan de zuidzijde van de watergang die het plangebied Vijf Akkers Noord begrenst. De gemeente wil in overleg met het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard de rioolleiding van het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard verplaatsen naar de noordzijde van de watergang. Hierbij wordt rekening gehouden met voldoende afstand vanaf de watergang, zodat de watergang op termijn verruimd kan worden. Van een verruiming kan mogelijk sprake zijn vanwege de ontwikkeling van Westergouwe. Westergouwe ligt namelijk in het afwateringsgebied van de watergang langs Vijf Akkers Noord. C. Nieuwerkerk aan den IJssel Het noordelijk deel van de kern is aangesloten op het rioolgemaal Zuidplas. Het zuidelijke deel van de kern is aangesloten op het rioolgemaal Emmahof. Het bedrijventerrein is aangesloten op het rioolgemaal De Vijf Boeken. Er zijn in Nieuwerkerk aan de IJssel 32 overstorten aanwezig. Er wordt niet voldaan aan de basisinspanning voor piekemissies. In ‘Quickscan OAS regio Kortenoord’ is aangegeven dat een bergbezinkvoorziening benodigd is van ongeveer 250 m3 om te voldoen aan de eisen voor de basisinspanning. Deze bergbezinkvoorziening dient geplaatst te worden in het
Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
bemalingsgebied van rioolgemaal Zuidplas. Dit wordt echter in het nieuwe BRP herberekend. In Dorrestein is reeds een klein oppervlak afgekoppeld (van in totaal 5 ha). De rest van het oppervlak zal gefaseerd worden uitgevoerd. In Nieuwerkerk aan de IJssel wordt niet grootschalig afgekoppeld. In het GRP is echter aangegeven dat bij nieuwbouw en herstructureringen zoveel mogelijk moet worden afgekoppeld. Als wordt afgekoppeld is het mogelijk de pompcapaciteiten gelijk te houden, waardoor de pompovercapaciteiten groter worden. Hierdoor vindt er minder water op straat plaats. Aanscherping analyse met interview Het volgende is aangegeven tijdens de interviews: - in de kern Nieuwerkerk aan den IJssel zijn geen specifieke locatie bekend met wateroverlast door water op straat. D. Zevenhuizen-Moerkapelle In de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle zijn zowel gemengde- als gescheiden rioolstelsels aangelegd. In het buitengebied is drukriolering aangelegd. Het afvalwater dat binnen de kernen wordt geproduceerd, alsmede het afvalwater dat in het buitengebied vrij komt en aangesloten is op de drukriolering, wordt getransporteerd naar de AWZI Kortenoord. In beide kernen ligt een viertal gemengde bemalingsgebieden. In totaal zijn er in Zevenhuizen zeven gemengde riooloverstorten en in Moerkapelle vijf gemengde riooloverstorten. In de kern Zevenhuizen ligt voornamelijk gemengde riolering. Het industrieterrein Nijverheidscentrum is vooralsnog het enige gebied dat gescheiden riolering heeft. De gemeente heeft in diverse woongebieden het voornemen om meer verhard oppervlak af te koppelen. Dit is in de Bloemenbuurt (Zevenhuizen-Oost) inmiddels gebeurd. Ook in het oude centrum wordt een aantal scholen en winkelpanden opgeknapt/verbouwd. Gelijktijd wordt het verhard oppervlak van deze locaties afgekoppeld. De kern van Zevenhuizen is aangesloten op rioolgemaal Zevenhuizen. Het buitengebied is deels aangesloten op het rioolgemaal Distripark. Met name binnen de kern Moerkapelle komt veel gescheiden riolering voor. De zuidwesthoek van Moerkapelle is grotendeels afgekoppeld. Sporadisch is hier verhard oppervlak aangesloten op het gemengde rioolstelsel. Ook de nieuwbouwwijk in het noordoosten van Moerkapelle is afgekoppeld (verhard oppervlak aangesloten op een HWA-riool). Het industrieterrein Moerkapelle is grotendeels gescheiden aangelegd. De gemeente heeft aangegeven een groot deel van de panden en wegen die nog niet zijn afgekoppeld op het industrieterrein komende jaren af te koppelen. De planning ten aanzien van afkoppelen wordt binnen afzienbare tijd door de gemeente vastgesteld. De kern van Moerkapelle is aangesloten op het rioolgemaal Moerkapelle. Er wordt in de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle waarschijnlijk nog niet voldaan aan de basisinspanning. Dit wordt in 2013 definitief onderzocht in het BRP. De gemeente is door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard gehouden voor 1 januari 2010 gemeentebreed verhard oppervlak af te koppelen (voor het voldoen aan de basisinspanning). In het Operationeel Plan 2009 Riolering & Waterhuishouding wordt een overzicht gegeven van de jaarlijks uit te voeren werkzaamheden voor de riolering. In het waterkwaliteitsspoorrapport wordt uitgegaan van meer afkoppelen dan de benodigde ha voor de basisinspanning. In het waterkwaliteitsspoorrapport is namelijk uitgegaan van extra afkoppelen in Zevenhuizen en Moerkapelle.
Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Aanscherping analyse met interview Het volgende is aangegeven tijdens de interviews: - bij afkoppelen komt er standaard een gescheiden stelsel. Zuiveringsvoorzieningen worden incidenteel aangelegd; - de afgelopen jaren zijn weinig rioolvervangingen uitgevoerd in ZevenhuizenMoerkapelle; - het buitengebied inclusief de glastuinbouw is in 2010 volledig op de riolering aangesloten. de overstorten in Zevenhuizen en Moerkapelle zullen op termijn vernieuwd worden; - In geval van calamiteiten kan rioolwater de waterpartij ten oosten van de Willem Alexanderplantsoen instromen, waarbij de waterpartij met een afsluiter kan worden afgesloten. Na afloop van de calamiteit kan het vervuilde water weer terug de riolering in stromen.
Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
BIJLAGE VI
WATERKWALITEIT EN ECOLOGIE
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
In deze bijlage wordt de analyse van de thema Waterkwaliteit en ecologie gerapporteerd. Hierbij wordt achtereenvolgend ingegaan op: A. de maatregelen van de KRW; B. de algemene waterkwaliteit in de gemeente op basis van de waterkwaliteitsbeelden; C. de huidige en haalbare waterkwaliteitsbeelden in de kernen; D. de aanscherping van de analyse met de interviews. A. Kaderrichtlijn Water Met een detailanalyse zijn voor het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard de KRW doelen en maatregelen bepaald voor het eerste stroomgebiedbeheerplan. In tabel VI.1 is een overzicht gegeven van de KRW- maatregelen die voorzien zijn in het eerste stroomgebiedbeheerplan. Afbeelding VI.1. KRW-waterlichamen
Zuidplaspolder Noord Rotte en Rottemeren
Zuidplaspolder Zuid
Ringvaart Zevenhuizerplas
Polder Prins Alexander
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Tabel VI.1. Maatregelen KRW 2
waterlichaam
actor
maatregelen 2010-2015
maatregelen na 2015
Zuidplaspolder Zuid
HHSK
oevervegetatie ontwikkelen in di-
oevervegetatie ontwikkelen in diverse
verse watergangen (1,3 km) provincie
watergangen (1,3 km) oevervegetatie ontwikkelen in diverse watergangen (3,3 km)
polder Prins Alexander
Gemeente Zuidplas
natuurvriendelijke oever Nieuwerkerksetocht (2 km)
sloten waterrijk polder Es-
HHSK
doorspoelen
se-, Gans- en Blaardorp ontwikkelen oevervegetatie
ontwikkelen oevervegetatie (5 km)
(5 km) beheers- / inrichtingsvisie water en oevers Zuidplaspolder Noord
HHSK
oevervegetatie ontwikkelen (3,3 km)
gemeente Zuidplas
glastuinbouwbedrijven aansluiten
Rottemeren
nvt
geen
Rotteboezem
HHSK
onderzoek mogelijkheden
op riolering (130 stuks) geen
natuurvriendelijke oevers Ringvaart
HHSK
onderhouds-
en
beheersvisie
Ringvaart Zevenhuizerplas
HHSK
onderzoek naar ontwikkeling van
aanleg ondiepe zones ontwikkelen
ondiepe zones
na 2015 (10 ha)
beheersvisie aan te leggen ondiepe zone
1
2
Voor dit KRW waterlichaam zullen ook maatregelen genomen worden door de gemeente Capelle a/d IJssel (4 ha afkoppelen Schollevaar, 2 km verbreding en Natuurvriendelijke oevers Schollevaartsetocht). Een deel van de doelen zal pas na 2015 worden gehaald omdat niet alle maatregelen voor 2015 worden uitgevoerd en het effect van de uitgevoerde maatregelen niet altijd al in 2015 wordt bereikt.
B. Algemene waterkwaliteit op basis van waterkwaliteitsbeelden Het doel van de waterkwaliteitsbeelden is het opstellen van haalbare doelstellingen ten aanzien van de waterkwaliteit. Hierbij wordt gedifferentieerd op basis van grondslag, landgebruik en watersysteemanalyse. De watersysteemanalyse wordt uitgevoerd op de waterkwaliteitsgegevens (fysisch-chemisch en biologisch) en de morfologie van de wateren. Daarnaast wordt de belasting vanuit het landgebruik en diffuse bronnen in beeld gebracht. Op basis van deze analyse wordt gekeken welke ambitieniveaus in welk deelgebied haalbaar zijn. In het rapport Waterkwaliteitsbeelden Schieland, Rapport fase II (Witteveen+Bos, 2008) zijn waterkwaliteitsbeelden aangegeven. In de volgende tabel worden de bestaande en de haalbare waterkwaliteitsbeelden samengevat. In de tabel is voor de haalbare waterkwaliteitsbeelden uitgegaan van twee stappen: - stap 1: toepassen van maatregelen/ingrepen zoals inlaatreductie (bij procesgestuurde systemen) nutriëntenreductie, inrichtingsmaatregelen (oever) en aanpak emissies uit de riolering ;
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
-
stap 2: het uitvoeren van die maatregelen en wat aanvullend nog nodig is om een hogere kwaliteit te bereken.
Intermezzo: Waterkwaliteitsbeelden en 6-S model Het 6-S model is afgeleid van het 5-S model voor de ecologie van stromende wateren en kan worden gebruikt als kapstok om de sturende factoren die de kwaliteit van een watersysteem beïnvloeden en hun onderlinge relaties te onderzoeken. Dit model gaat uit van vier sturende factoren: Stroming (verblijftijd), Structuren (oeverbeschoeiing, kunstwerken), Stoffen (nutriënten toxische stoffen) en Systeemvoorwaarden (klimaat). Ten behoeve van de waterkwaliteitsbeelden is hier een 6e S aan toegevoegd: de S van Schonen (onderhoud). In de praktijk speelt de S van Stoffen een belangrijke rol, met name de nutriënten die als voedingstoffen voor plantengroei fungeren. Om deze reden wordt bij het treffen van maatregelen om de kwaliteit van het watersysteem te verbeteren ook vaak gestuurd op het beperken van de stofbelasting. Bij stedelijke wateren blijkt de kwaliteit ook zeer afhankelijk van de S van Stroming, doordat veel stedelijke watersystemen regelmatig worden doorgespoeld. Door de hoge stroomsnelheden en lage verblijftijd van het water komt een hoge stofbelasting niet tot uitdrukking in het systeem: het water ziet er helder uit omdat algen en kroos uit het gebied worden gespoeld. Zou de inlaat worden stopgezet, dan bestaat het risico dat algen en/of kroos wel tot bloei komen als gevolg van een hoge stofbelasting. Stedelijke watersystemen kunnen in verschillende toestanden verkeren. Een helder systeem kan omslaan in een troebel systeem bij een te hoge nutriëntenbelasting. Wanneer de belasting op het watersysteem van stikstof en fosfaat wordt afgezet tegen de toestand van het watersysteem zijn er meestal twee kritische grenzen/omslagpunten van het watersysteem te onderscheiden.
Helder en plantenrijk
I: goede toestand, belasting onder laagste kritische grens; geen maatregelen nodig II: goed óf slecht, belasting tussen kritische grenzen; effectmaatregelen
I
II
III
III: slecht, belasting boven hoogste kritische grens; bronmaatregelen
Troebel of kroosdek nutriëntenbelasting
Wanneer een watersysteem een nutriëntenbelasting heeft onder de onderste kritische grens, dan is het systeem helder. Dit is een stabiel systeem: doordat de belasting op het watersysteem zo laag is, kan het systeem niet zomaar omslaan naar een troebel watersysteem. Komt de belasting echter boven de onderste kritische grens, dan wordt het watersysteem instabiel: een calamiteit kan er dan voor zorgen dat het water troebel wordt in plaats van helder (zoals de uitzet van een grote hoeveelheid vis). Wanneer er geen calamiteit optreedt, zal het watersysteem in deze toestand echter nog helder zijn. Wordt de belasting op het watersysteem nog verder verhoogd, tot boven de bovenste kritische grenzen, dan zal het watersysteem troebel worden. Dit is weer een stabiele toestand: het water zal niet zonder meer weer helder worden. Is het water reeds in troebele toestand, dan is de ‘weg terug’ naar helder water anders dan de hierboven beschreven verschuiving van helder water naar troebel water. Wordt de belasting van een stabiel troebel watersysteem verlaagd tot onder de bovenste kritische grens, dan is het watersysteem nog steeds troebel: instabiel troebel. Pas bij een verlaging tot onder de kritische belastingsgrenzen, of bij een ‘calamiteit’ zoals het wegvangen van vis wordt het water weer helder.
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Tabel VI.2. Huidige en haalbare waterkwaliteitsbeelden *) gebied
huidig
na stap 1
na stap 2
Moordrecht, Nieuwerkerk ad IJssel en Waddinxveen
Troebel (BR-SB/KA)
Helder (SN-BV)
Helder (SN-BV)
Helder (BV-BR)
Helder (BV-BR/BA-BV)
Helder (BV-BR/BA-
Troebel (SN-BV/ZE-
Troebel (SN-BV/ZE-KK)
Oostpolder Nieuwe Zevenhuizerplas, Plas van Poot en Zevenhuizerplas.
BV)
Polders EDP,TMP,DWV,BWP
Troebel (SN-BV/ZE-
KK)
KK)
Ringvaart
Troebel (BV-BR)
Troebel (BV-BR)
Onzeker
Rotte
Troebel (BV-BR)
Helder (BV-BR/BA-BV)
Helder (BV-BR/BA-
ZPP akkerbouw
Troebel (SN-BV/ZE-
Troebel (SN-BV/ZE-KK)
Onzeker Helder (RU-SN/ZE-
BV) KK) ZPP Ecologisch Aandachtsgebied veen
Helder (RU-SN/ZE-KK)
Helder (RU-SN/ZE-KK)
ZPP Moerkapelle glas
Troebel (SN-BV/BV-
Troebel (SN-BV/ZE-KK)
Onzeker Troebel (SN-BV/ZE-
KK) BR) ZPP Nieuwerkerk glas
Troebel (BV/BR)
Troebel (SN-BV/ZE-KK)
Capelle a/d IJssel en Prins Alexanderpolder
Troebel (BR-SB/KA)
Helder (SN-BV)
KK) Helder (SN-BV)
*) Bron: waterkwaliteitsbeelden Schieland, fase II, Witteveen+Bos, 2006 In de tabel zijn de huidige en te verwachten (haalbare) visgemeenschappen aangegeven. De afkortingen staan voor Brasem (BR), Karper (KA), Kroeskarper (KK), Baars (BA), Blankvoorn (BV), Snoek (SN) en Zeelt (Ze). C. Huidige waterkwaliteit en ecologie kernen In de hierna volgende tabellen wordt de waterkwaliteit en ecologie beschreven op basis van ecologische beoordelingen en de rapporten van de waterkwaliteitsspoortoetsingen. Bij de beschrijving is gebruik gemaakt van de waterkwaliteitsbeeldenmethodiek. Huidig waterkwaliteitsbeeld parameter
Zevenhuizen-Moerkapelle
6-S model
bodem
de bodem bestaat uit kleigronden;
systeemvoorwaarden
slib
hier en daar is sprake van een sliblaag, deze watergangen worden in de nabije toekomst
systeem-
uitgebaggerd;
voorwaarden
verblijftijd
Zevenhuizen: verblijftijd 2,5 weken;
en inlaten
Moerkapelle: verblijftijd 1,5 weken;
stroming
er wordt water ingelaten vanuit de Ringvaart; kunstwer-
op een aantal locaties zorgen verdronken duikers voor overlast; de doorstroming van het
systeem-
ken
watersysteem wordt hierdoor belemmerd waardoor het water troebel wordt en kroos voor
voorwaar-
de duikers blijft hangen;
den
de watergangen in Zevenhuizen zijn 0,2 tot 0,8 m diep (de Ringvaart en de Hennepsloot
structuren
diepte
zijn dieper). De watergangen in Moerkapelle zijn 0,2 – 1,2 m diep; door-
het doorzicht is enkele decimeters, daarom is afhankelijk van de waterdiepte zicht tot op de
zicht/diepte
bodem. In watergangen die niet worden doorspoeld is het water minder helder;
oeverin-
de oevers zijn vrijwel allemaal beschoeid, de aanwezige aarden oevers zijn steil;
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
structuren
structuren
parameter
Zevenhuizen-Moerkapelle
6-S model
areaal
het areaal oevervegetatie (de bedekking van de watergang met oeverwaterplanten) is in
structuren -
oevervege-
het waterkwaliteitsspoor ingeschat op 30 %. De ecologische beoordeling geeft een ander
soorten
tatie
beeld: in Moerkapelle heeft 65 % van de watergangen een bedekking van 2-5 % en 35 %
richting
van e watergangen een bedekking hoger dan 25 %. In Zevenhuizen is de oevervegetatie overal 6-25 %. Volgens de klassen van de waterkwaliteitsbeelden zou de gemiddelde bedekking in Zevenhuizen-Moerkapelle daarom 5-10 % zijn; nutriëntenbelasting
2
de nutriëntenbelasting voor Zevenhuizen west op 5,7 g P/m /jaar, voor Zevenhuizen Oost 2
stoffen
2
op 4,9 g P/m /jaar, voor Moerkapelle Noord op 8,2 g P/m /jaar en voor Moerkapelle Zuid 2
8,2 g P/m /jaar. In het waterkwaliteitsspoor zijn de belastingen berekend exclusief de belasting uit de waterinlaat. Deze belasting moet echter wel worden meegenomen. De kriti2
sche belasting is voor de waterkwaliteitsbeelden fase II bepaald op 1,5 g P/m /jaar en 2,9 g 2
P/m /jaar voor het cluster van waterlichamen waarbinnen Zevenhuizen-Moerkapelle ligt. De kritische grenzen kunnen lokaal variëren. De kritische grenzen binnen ZevenhuizenMoerkapelle zijn nog niet bepaald; bronnen
de grootste bron voor de belasting op het watersysteem is de waterinlaat (20 % voor
stoffen
Moerkapelle Zuid, circa 50-65 % voor de overige watersystemen). Voor het overige zorgen de overstorten van het hemelwaterstelsel ervoor dat de belasting boven de kritische grenzen ligt. Voor de stoffenbalans is gerekend met een stofconcentratie van 4,2 mg N/l en 0,5 mg P/l voor de kwaliteit van het afstromende hemelwater. Uit recent onderzoek blijkt dat deze concentratie waarschijnlijk iets lager ligt (0,42 mg P/l), waardoor deze bron mogelijk iets te groot is ingeschat; zuurstof-
uit de TEWOR toetsing blijkt dat de rioolwateroverstorten geen knelpunten in de waterkwa-
huishou-
liteit vormen. Wel komen er lagere zuurstofconcentraties voor. De verwachting is dat dit
ding
wordt veroorzaakt door kroosdekken, algenbloei en lokaal aanwezige sliblaag;
stoffen
beheer
de watergangen worden jaarlijks gemaaid en een per tien jaar gebaggerd;
schonen
drijfblad-
in Moerkapelle komen weinig drijfbladplanten voor. 12 % van de watergangen had drijf-
soorten
planten
bladplanten met een bedekking lager dan 5 %. In 70 % van de watergangen in Zevenhuizen komen drijvende waterplanten voor;
waterplan-
45 % van de watergangen in Moerkapelle heeft een onderwatervegetatie van meer dan 25
ten
%.
soorten
In
33 % van de watergangen kwamen geen waterplanten voor. In Zevenhuizen heeft 20 % van de watergangen onderwatervegetatie, in 65 % van de watergangen kwamen geen waterplanten voor; kroosbe-
in Zevenhuizen heeft 25 % van de watergangen een kroosdek, in Moerkapelle 50-75 %.
dekking
Kanttekening hierbij is dat dit is opgenomen na een hittegolf. In 2005 is middels een ecolo-
soorten
gische beoordeling ook het kroos opgenomen, toen bleek 30 % van de watergangen in Zevenhuizen een kroosdek te hebben. 15 % van de watergangen in Zevenhuizen had beginnend flab. In Moerkapelle had 43 % van de watergangen een kroosdek en in deze watergangen kwam ook flab voor; waterkwali-
in Zevenhuizen en Moerkapelle komen watergangen met stilstaand water voor en water-
teitsbeeld
gangen met stromend water. Het water in de stilstaande watergangen is troebel, het water in de stromende watergangen vrij troebel. De belasting ligt overal boven de kritische gren-
SN-BV/
zen. Op basis van debeschikbare gegevens wordt de toestand ingeschat als III stabiel
BV/BR
troebel; in een groot deel van de watergangen komen flab en kroosdekken voor en de belasting ligt boven de kritische grenzen. Het vistype is op basis van het areaal oevervegetatie SN-BV en BV/BR. De lokaal lagezuurstofconcentraties kunnen de ontwikkeling van de visgemeenschap remmen.
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
parame-
Nieuwerkerk aan den IJssel
6-S model
ter bodem
er treedt ijzerrijke kwel op, lokaal zorgt dit voor bruin water. In de Zuidplaspolder is de
systeem-
kweldruk erg hoog (waterbodem opgebarsten). In de Polder Prins Alexander is de druk
voorwaarden
minder hoog. De bodem bestaat met name uit veengronden; slib
sommige watergangen zijn vrij ondiep geworden door een dikke sliblaag;
verblijftijd
de verblijftijd ligt op circa acht dagen (verblijftijdgestuurd systeem). Wel bestaan er ‘dode
systeemvoorwaarden stroming
en inlaten
hoeken’. Er wordt vrij fors water ingelaten;
kunstwer-
er komen veel ondergedoken duikers voor;
systeem-
diepte
de watergangen zijn vrij ondiep door een baggerachterstand;
structuren
doorzicht /
in doorspoelde watergangen is het water helder en is zicht tot op de bodem. In ‘dode hoe-
structuren
diepte
ken’ is de invloed van het kwel goed zichtbaar in de vorm van bruin en troebel water;
oeverin-
in de Zuidplaspolder is 60 % beschoeid, in de polder Prins Alexander 100 %;
structuren
areaal oe-
0 tot 5 %. In het grootste deel van het watersysteem is de bedekking 0 %, er zijn echter
structuren -
vervege-
ook watergangen met een hoge bedekkingsgraad;
soorten
ken
voorwaarden
richting
tatie 2
nutriën-
6,9 g P/m2/jaar voor de Zuidplaspolder en 6,3 g P/m /jaar voor de Polder Prins Alexander.
tenbelas-
De kritische grenzen zijn bepaald voor binnen het project waterkwaliteitsbeelden fase 2:
ting
1,5 g P/m /jaar en 2,9 g P/m /jaar. Binnen de gebieden is een differentiatie van deze kriti-
2
stoffen
2
sche grenzen mogelijk, de kritische grenzen voor Nieuwerkerk aan den IJssel zijn nog niet vastgesteld. De kritische grenzen zijn met name afhankelijk van de waterbodem, de waterdiepte en de verblijftijd in het watersysteem; bronnen
de inlaat en de hondenuitlaat vormen de grootste bronnen op het watersysteem. In de
stoffen
Zuidplaspolder levert de waterbodem tevens nutriënten na, dit is ook een grote bron. De post ‘hondenuitlaat’ is lastig in te schatten, omdat dit voornamelijk wordt veroorzaakt door het negeren van de opruimplicht; zuurstof-
De rioolwateroverstorten zorgen niet voor knelpunten in de zuurstofhuishouding. Wel tre-
huishou-
den er lage zuurstofconcentraties op in het systeem. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk
stoffen
ding
de dikke sliblaag (afbraak organisch materiaal);
beheer
er wordt eens per tien jaar gebaggerd en jaarlijks gemaaid;
schonen
drijfblad-
er zijn weinig drijfbladplanten aanwezig. 17 % van de watergangen heeft een bedekking
soorten
planten
met drijfbladplanten hoger dan 10 %;
waterplan-
de bedekking is in de meeste watergangen 0 %, maar er zijn ook watergangen met een
ten
hoge bedekkingsgraad;
kroosbe-
in een aantal watergangen komt hoge kroosbedekkingen voor;
dekking waterkwa-
in de ‘dode hoeken’ van het watersysteem is het water stabiel troebel. In doorspoelde wa-
liteits-
tergangen is het systeem verblijftijdgestuurd (toestand IV). De belasting ligt overal boven
beeld
de kritische grenzen. Op basis van het areaal oevervegetatie is het vistype BR-SB/KA;
BR-SB/KA
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
soorten soorten
parameter bodem slib
Moordrecht
6-S model
in de Zuidplaspolder treedt ijzerrijke kwel op, de watergangen kleuren hiervan lokaal bruin. In de
systeemvoor-
Oostpolder is de kwel minder. De bodem bestaat uit veengrond;
waarden
de watergangen zijn ondiep en slibben snel dicht, ook na het baggeren. Dit heeft te maken met
systeemvoor-
de veenbodem;
waarden
verblijftijd en
de huidige verblijftijd is 1,2 tot 1,4 dagen voor de Zuidplaspolder en 2 tot 3,7 dagen voor de Oost-
stroming
inlaten
polder. Daarmee is het systeem verblijftijdgestuurd In de Oostpolder zijn twee peilvakken waar niet wordt doorgespoeld: hier ligt de verblijftijd hoog;
kunstwerken
er zijn ondergedoken duikers aanwezig;
systeemvoor-
diepte
de watergangen zijn vrij ondiep, met name door de aanwezigheid van een sliblaag;
structuren
doorzicht/
de relatie doorzicht/diepte is 0,4 tot 0,7 in de Zuidplaspolder en 0,5 tot 1 in de Oostpolder. In
structuren
diepte
stilstaande watergangen is het water troebeler dan in doorspoelde watergangen;
oeverinrich-
in de Oostpolder is 80 tot 100 % van de oevers beschoeid, in de Oostpolder 95-100 % van de
ting
oevers;
areaal oe-
0-2 % in de Zuidplaspolder, 1-5 % in de Oostpolder;
waarden
structuren structuren -
vervegetatie
soorten 2
nutriënten-
de belasting op het watersysteem is gemiddeld over Moordrecht 14 g P/m /jaar, de belasting va-
belasting
rieert tussen 12 en 20 g P/m /jaar. De kritische grenzen zijn voor het cluster van waterlichamen
stoffen
2
2
2
waarbinnen Moordrecht valt bepaald op 1,5 g P/m /jaar en 2,9 g P/m /jaar. De kritische grenzen zijn voor het stedelijke gebied van Moordrecht nog niet bepaald; bronnen
de grootste bronnen zijn de waterinlaat (61 %) en de nalevering vanuit de waterbodem (17 %).
stoffen
Voor het overige zorgen bladval en kwel ervoor dat de belasting boven de kritische grenzen ligt; zuurstof-
er zijn geen knelpunten in de zuurstofhuishouding als gevolg van rioolwateroverstorten. Wel is er
huishouding
één aandachtspunt (overstort 1004);
stoffen
beheer
er wordt gebaggerd en gemaaid;
schonen
drijfblad-
1 tot 10 % bedekking in de Oostpolder, 0 tot 20 % bedekking in de Zuidplaspolder;
soorten
f004b; 10 %. f004a; 80 %. g006, g005 en g004: 0-1 %. g006: 10 %-100%;
soorten
f004b: 20%. f004a: 10-100 %. g003: 25 %, g004: 20 %, g005: 0 % en g006: 0 %;
soorten
planten waterplanten kroosbedekking waterkwali-
het huidige waterkwaliteitsbeeld is troebel plantenarm voor niet doorspoelde watergangen en
teitsbeeld
verblijftijdgestuurd voor doorspoelde watergangen.
BR-SB/KA
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Potentiële waterkwaliteitsbeeld parameter
Zevenhuizen-Moerkapelle
kritische grenzen
de kritische grenzen voor het cluster van waterlichamen waarbinnen Zevenhuizen-Moerkapelle 2
2
is 1,5 g P/m /jaar en 2,9 g P/m /jaar. De kritische grenzen voor het stedelijke gebied van Zevenhuizen-Moerkapelle zijn nog niet bepaald; haalbare belastingreductie
het is mogelijk de belasting op het oppervlaktewater te reduceren door de waterinlaat te verminderen en door de belasting van de overstorten uit het hemelwaterstelsel te verminderen. Deze bron hemelwaterstelsel is mogelijk te hoog ingeschat, maar zal wel de belasting boven de kritische grenzen brengen. Er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een voorziening ter plaatse van de overstorten van het hemelwater;
haalbaar areaal oevervegetatie
het areaal oevervegetatie ligt momenteel op 5-10 %. Door het verwijderen van beschoeiing en
benodigde maatregelen
inlaatreductie (aandachtspunt: verhoging TEWOR-scores);
de aanleg van flauwere oevers kan dit worden uitgebreid naar meer dan 10 %; belastingreductie hemelwaterriolering; baggeren; kroosvissen (alleen in de eerste jaren nodig); bladvissen; haalbaar waterkwaliteitsbeeld
RU-SN/ZE-KK (Ruisvoorn-Snoek / Zeelt-Kroeskarper) Stabiel helder plantenrijk water.
RU-SN/ZE-KK parameter
Nieuwerkerk aan den IJssel
kritische grenzen
het systeem is verblijftijdgestuurd en heeft daarom in de huidige situatie geen kritische grenzen. De kritische grenzen voor het cluster van waterlichamen waarbinnen Nieuwerkerk aan den IJs2
2
sel ligt is vastgesteld op 1,5 g P/m /jaar en 2,9 g P/m /jaar. De kritische grenzen voor het stedelijke gebied van Nieuwerkerk aan den IJssel (bij aangepaste verblijftijden) zijn nog niet bepaald; haalbare belastingreductie
de belasting kan onder de kritische grenzen worden gebracht door de waterinlaat te reduceren en door maatregelen te nemen tegen de hondenuitlaat. Deze laatste post is lastig om vast te stellen. Op tijd baggeren en bladvissen is tevens belangrijk om de potenties voor helder water te realiseren. De belasting door honden en blad is lastig om exact in te schatten;
haalbaar areaal oevervegetatie
het areaal oevervegetatie kan worden vergroot. Voor het haalbare ambitieniveau is ingezet op
benodigde maatregelen
op basis van de kosteneffectiviteitanalyse uit het waterkwaliteitspoor wordt voorgesteld om de
5-10 % bedekking met oevervegetatie; inlaat te reduceren; het hondenbeleid aan te passen (aanleg voorziening of meer handhaving); vaker te bladvissen; eenmalig tot aanlegdiepte te baggeren en vervolgens de baggerfrequentie te verhogen naar eens per vijf jaar; meer natuurvriendelijke oevers aan te leggen; Hiermee kan de belasting tot onder de kritische grenzen worden gebracht, de aanvullende maatregelen zorgen voor een omslag van troebel naar helder water. Na uitvoering van alle maatregelen kan door visstandonderzoek blijken of de visstand nog een knelpunt vormt voor een heldere watersysteem; haalbaar waterkwaliteitsbeeld
SN-BV (Snoek-Blankvoorn) Stabiel helder plantenrijk water.
SN-BV parameter
Moordrecht
kritische grenzen
1,5 g P/m /jaar en 2,9 g P/m /jaar voor het cluster van waterlichamen waarbinnen Moordrecht
2
2
valt, de kritische belasting voor het stedelijke gebied van Moordrecht is nog niet bepaald. Wel zijn water en stofbalansen gemaakt. Het systeem is deels verblijftijdgestuurd en blijft dat in de toekomst en deels kan het procesgestuurd worden;
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
parameter
Moordrecht
kritische grenzen
1,5 g P/m /jaar en 2,9 g P/m /jaar voor het cluster van waterlichamen waarbinnen Moordrecht
2
2
valt, de kritische belasting voor het stedelijke gebied van Moordrecht is nog niet bepaald. Wel zijn water en stofbalansen gemaakt. Het systeem is deels verblijftijdgestuurd en blijft dat in de toekomst en deels kan het procesgestuurd worden; haalbare belastingreductie
de belasting kan voor het lagere gelegen gebied niet onder de kritische grenzen worden gebracht, omdat de kwel en denalevering vanuit de waterbodem te grote posten van nutriënten zijn. Daarom is het hier noodzakelijk te blijven doorspoelen: zo wordt overlast vanuit het oppervlaktewater voorkomen (algenbloei, flab, kroos). Wel kan het inlaatdebiet iets worden gereduceerd en kan worden gestuurd op een verblijftijd van maximaal twee weken. De peilvakken G004 en G003 hebben potenties voor procesgestuurd systeem. Hier kan door inlaatbeperking en belastingreducerende maatregelen de potenties voor helder water optimaal worden benut.
haalbaar areaal oevervegetatie
voor het areaal oevervegetatie is ingezet op meer dan 10 %;
benodigde maatregelen
g006: vergroten areaal oevervegetatie, bladvissen, frequenter baggeren (eens per vijf jaar); g005: optimalisatie inlaatdebiet, vergroten areaal oevervegetatie, bladvissen, frequenter baggeren (eens per 5 jaar); g004: optimalisatie inlaatdebiet, vergroten areaal oevervegetatie, bladvissen, kroos verwijderen en frequenter baggeren; g003: vergroten areaal oevervegetatie, bladvissen, frequenter baggeren en kroos verwijderen; f004a: optimalisatie waterinlaat, vergroten areaal oevervegetatie, frequenter baggeren en kroos verwijderen; f004b: optimalisatie waterinlaat, vergroten areaal oevervegetatie, bladvissen, frequenter baggeren en kroos verwijderen;
haalbaar waterkwaliteitsbeeld
g006: SN-BV/ZE-KK (stabiel troebel – plantenarm, verblijftijdgestuurd);
SN-BV/ZE-KK haalbaar waterkwaliteitsbeeld
g005: SN-BV/ZE-KK (stabiel troebel – plantenarm, verblijftijdgestuurd);
SN-BV/ZE-KK haalbaar waterkwaliteitsbeeld
g004 (algemeen) SN-BV/ZE-KK (stabiel troebel – plantenarm, verblijftijdgestuurd);
SN-BV/ZE-KK haalbaar waterkwaliteitsbeeld
g004, IJsbaan: RU-SN (stabiel helder plantenrijk);
RU-SN haalbaar waterkwaliteitsbeeld
g003 (algemeen) SN-BV/ZE-KK (stabiel troebel – plantenarm, verblijftijdgestuurd);
SN-BV/ZE-KK haalbaar waterkwaliteitsbeeld
g003, vijver: RU-SN (stabiel helder plantenrijk);
RU-SN haalbaar waterkwaliteitsbeeld
f004a: ZE-KK (stabiel troebel – plantenarm, verblijftijdgestuurd);
ZE-KK haalbaar waterkwaliteitsbeeld
f004b: ZE-KK (stabiel troebel – plantenarm, verblijftijdgestuurd);
ZE-KK haalbaar waterkwaliteitsbeeld
f004b: nief004b Moordrecht doorspoelde delen: RU-SN/ZE-KK (helder plantenrijk).
RU-SN/ZE-KK
D. Aanscherping analyse met interviews De watergang rondom het bedrijventerrein bij de Tirionstraat in de kern Zevenhuizen is thans ingericht met natuurvriendelijke oevers: - Moordrecht. Door een bewoner is aangegeven dat de beplanting op de IJsbaan in de kern Moordrecht af lijkt te nemen. De gemeente wil graag nader onderzoeken wat de oorzaak hiervan is; - Nieuwerkerk aan den IJssel. Veel watergangen in Nieuwerkerk aan den IJssel zijn beschoeid. Indien er geen beschoeiing aangelegd wordt, dan is er een risico langs gebieden met weinig ruimte voor de wegbermen een risico op afkalven van de oever. Er zijn
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
-
nauwelijks natuurvriendelijke oevers aanwezig. Alleen de watergangen bij het Buckeburgpark is deels ingericht met natuurvriendelijke oevers. Bij de IJsermanpad in Nieuwerkerk aan de IJssel is een vijver aanwezig. Deze vijver wordt ecologisch minder intensief gemaaid (ecologisch beheer); Zevenhuizen en Moerkapelle. De meeste watergangen in Zevenhuizen en Moerkapelle zijn beschoeid. Er is weinig ruimte voor een inrichting met een oevertalud. Dit geldt in het bijzonder bij de kassen in Moerkapelle. Op de Ringvaart komen kroosdekken voor. Door waterinlaat komen nauwelijks kroosdekken voor in de overige watergangen in het bebouwde gebied.
Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
BIJLAGE VII BEHEER EN ONDERHOUD
Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
In deze bijlage wordt de analyse van de thema Beheer en onderhoud gerapporteerd. Hierbij wordt achtereenvolgend ingegaan op: A. de algemene uitgangspunten van het HHSK voor beheer en onderhoud bebouwd gebied; B. het beheer en onderhoud in de kern Moordrecht tot 2010; C. het beheer en onderhoud in de kern Nieuwerkerk aan den IJssel tot 2010; D. het beheer en onderhoud in de kernen Zevenhuizen en Moerkapelle tot 2010; E. harmonisatie dagelijks onderhoud gemeente Zuidplas. De beschrijving van het beheer en onderhoud is gebaseerd op de beantwoording van de vragen bij de interviews. A. Algemeen uitgangspunten HHSK In het stedelijk gebied zijn allerlei raakvlakken tussen de gemeente en HHSK. Deze komen ook bij het beheer en onderhoud aan de orde. Door meer structurele afspraken wordt gestreefd naar meer efficiëntie bij het uitvoeren van onderhoud. In de planperiode 2011-2015 wil het HHSK in samenspraak met de gemeenten inzicht verwerven in hoe het baggeren in stedelijk gebied zo efficiënt mogelijk kan worden uitgevoerd. Door middel van het uitvoeren van pilot’s, in samenwerking met de gemeente wil HHSK hier meer inzicht in krijgen. Het dagelijks onderhoud van watergangen wordt door het HHSK volgens de Ecokleurenkoersmethodiek uitgevoerd. Bij de Ecokleurenkoers worden watergangen met een vanuit peilbeheer gezien ‘overdimensionering’ minder intensief onderhouden. De ervaringen met het werken met de Ecokleurenkoers zijn positief. De leggers zijn volgens het Waterbeheerplan in 2015 actueel, waarbij de vereiste waterdiepte ook in het licht van de waterkwaliteit wordt vastgelegd. Het buitengewoon onderhoud/baggeren wordt zo uitgevoerd dat alle wateren binnen gestelde marges voldoen aan de leggermaat. Natuurvriendelijk werken zoals past binnen de Gedragscode Flora- en faunawet vormt een randvoorwaarde voor de manier waarop het onderhoud wordt uitgevoerd. B. Kern Moordrecht Het HHSK voert het onderhoud van de boezemwatergangen en de hoofdwatergangen. Voorheen had de gemeente een deel van de hoofdwatergangen in onderhoud. Dit is recent overgedragen aan het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. De gemeente verricht het onderhoud bij de overige watergangen. Door de gemeente wordt kroos verwijderd. Hierbij worden ook de drijvende bladeren verwijderd. Baggeren vindt plaats met een cyclus van één keer per 10 jaar. Hierbij worden ook de watergangen langs particuliere gronden gebaggerd door de gemeente. De bagger wordt afgezet bij het depot Montfoort. Het maaien gebeurt één keer per jaar. De gemeente en het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard hebben in het verleden gezamenlijk één bestek voor het maaibeheer van de hoofdwatergangen opgesteld. C. Kern Nieuwerkerk aan den IJssel Het hoogheemraadschap beheert de hoofdwatergangen. De gemeente beheert de inlaten. Er vindt continue enig waterinlaat plaats. In de winter wordt beperkt ingelaten. Langs diverse watergangen staan bomen. Deze vormen een belemmering voor onderhoud vanaf de kant. In deze gevallen vindt onderhoud vanaf de kant/handmatig plaats. Langs de Ringvaartlaan is het onderhoud lastig omdat aan weerszijden bebouwing aanwezig is. De watergangen en oevers worden sinds 2008 twee keer per jaar gemaaid. Voor 2009 werkt de gemeente met een groenbestek waarin ook het maaien van de sloten is opgenomen. Het bestek heeft een doorlooptijd van drie jaar. Bij inrichtingsplannen van nieuwbouwontwikke-
Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
lingen wordt rekening gehouden met bereikbaarheid van de watergangen voor onderhoud. Overhangende beplanting en vlonders vormen soms een knelpunt voor het onderhoud. De gemeente overweegt om één keer per jaar te maaien bij stroken met overhangende beplanting. Het onderhoud van de spoorsloot kan verder verbeterd worden. Baggeren vindt plaats met een frequentie van één keer per tien jaar. De gemeente overweegt vaker te baggeren. De bagger wordt afgezet in het (weiland)depot. Daarnaast wordt het bagger ook benut voor ophogen van gebieden die verzakt zijn door inklinking en het opvullen van ‘gaten’ bij beschoeiing. Het IJsselpark/Groene Hart wordt opgehoogd met grond uit het weilanddepot. De gemeente heeft zich voorgenomen om de capaciteit van het depot uit te breiden. D. Kernen Zevenhuizen en Moerkapelle Het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard voert het beheer en onderhoud van de hoofdwatergangen, waaronder van de Ringvaart. Onderhoud van de overige watergangen in het stedelijk gebied vindt plaats door de aangrenzende eigenaar of door de gemeente. De gemeente onderhoudt ook de wegsloten in het landelijk gebied (het maaien van de bermen in het landelijk gebied vindt plaats met een maaifrequentie van twee keer per jaar, bij zichtpunten wordt vier keer per jaar gemaaid vanwege de verkeersveiligheid). Alle watergangen in het stedelijk gebied zijn bereikbaar voor onderhoud. Bij vrijwel alle watergangen in Zevenhuizen en Moerkapelle vindt het onderhoud vanaf de kant plaats. Het maaien vindt plaats met een klepelmaaier. Het maaisel wordt afgevoerd door de gemeente. Het maaien van de bermen in het bebouwd gebied vindt zes keer per jaar plaats. De watergangen worden één keer per jaar gemaaid (krozen). Het baggeren van de watergangen vindt plaats met een frequentie van één keer per jaar. In 2008 is voor het laatst gebaggerd. De meeste watergangen worden op een diepte van minimaal 1,60 m onder maaiveld gehouden (dit zijn watergangen die vallen onder de zogenaamde 1,60 regel). Bij wegsloten in met name Moerkapelle speelt dat diepe watergangen langs wegen in een aantal gevallen niet mogelijk is vanwege de benodigde wegstabiliteit. Bij de droogvallende sloten is sprake van begroeiing met riet en gras. De duikers liggen deels op particulier terrein en zijn met name hier krap. Hierdoor zijn dit risicolocaties voor dichtslibben. De gemeente verzorgt de afzet van de bagger in het stedelijk gebied. Dit zou in bepaalde situaties de aangrenzende bewoner moeten zijn De inlaten worden operationeel aangestuurd. De inlaten zijn normaal beperkt geopend. Als de gemeente een melding krijgt, dat het water te laag staat, dan wordt extra water ingelaten. Bij neerslag worden de inlaten gesloten. Een aandachtspunt zijn (illegale) inlaten die door particulieren zelf worden/zijn aangelegd. De kern van Zevenhuizen in de Eendragtspolder vormt het enige aandachtspunt voor de wateraanvoer (opgave hoogheemraadschap). E. Harmonisatie dagelijks onderhoud gemeente Zuidplas De gemeente Zuidplas heeft de frequentie van uitmaaien van de watergangen voor alle kernen gelijkgesteld op eenmaal per jaar. In 2014 wordt onderzocht in welke mate de gemeente Zuidplas aan kan sluiten bij het ecokleurenkoersbeleid van het hoogheemraadschap. Hierbij worden meerdere aspecten afgewogen, financieel kader, ecologisch kader en belevingswaarde van het stedelijk water voor de burger.
Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
BIJLAGE VIII GEBRUIK EN BELEVING
Witteveen+Bos, bijlage VIII behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage VIII behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
In deze bijlage wordt de analyse van de thema Gebruik en beleving gerapporteerd. Hierbij wordt achtereenvolgend ingegaan op: A. zwemwater Zevenhuizerplas; B. cultuurhistorisch water Molenviergang; C. waterbeleving kern Moordrecht; D. gebruiksfuncties Ringvaart; E. waterbeleving Nieuwerkerk aan den IJssel; F. waterbeleving kernen Zevenhuizen en Moerkapelle. De beschrijving van het gebruik en de beleving is gebaseerd op de beantwoording van de vragen bij de interviews. A. Zwemwater Zevenhuizerplas In het provinciale Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010 staan de functies van de verschillende wateren aangegeven. Hierop is aangegeven dat de Zevenhuizerplas een zwemwaterlocatie is. In 2008 is het onderzoek ‘Beleving bezoekers zwemwaterlocaties Rotterdam en omstreken’ uitgevoerd. Hiertoe zijn gesprekken gevoerd met bezoekers van de Zevenhuizerplas Nesslande en Zevenhuizer Strand Noordzijde. Verder zijn ook gesprekken gevoerd met bezoekers van het Kralingse Plas. Aanbevelingen van het onderzoek zijn: - meer informeren over herkenning van blauwwier en roodwier (infoborden, internet en via huis-aan-huis bladen); - informeren over de waterdiepte via markering of drijflijn; - toegankelijke toiletten en verbod om honden uit te laten. B. Cultuurhistorisch water Molenviergang De Molenviergang is een belangrijke cultuurhistorische watergang. De Molenviergang is een molengang bestaande uit vier windmolens, ten noorden van Zevenhuizen aan de Rotte. C. Waterbeleving kern Moordrecht Vanuit de gebruiksfuncties van het water zijn de volgende relevante watergangen benoemd door de gemeente: - Hollandsche IJssel (scheepvaart, recreatievaart, veerdienst, vissen, natuur); - Ringvaart (beperkte scheepvaart, recreatievaart, zwemmen, vissen, natuur, schaatsen); - De Waal-Wetering (vissen, schaatsen); - De IJsbaan (vissen, schaatsen); - diverse overige sloten en watergangen (vissen, schaatsen). Bij bovenstaande opsomming zijn tussen haakjes de gebruiksfuncties aangegeven vanuit beleving en recreatie. Tijdens het interview is aanvullend het volgende aangegeven. - de Hollandsche IJssel is belangrijk voor de ‘waterbeleving’ van Moordrecht. De gemeente heeft banken geplaatst langs de Hollandsche IJssel. Een bijzondere locatie is de veerpont. Verder heeft de gemeente bankjes geplaatst bij de IJsbaan, de Waal en bij de Ringvaart. De banken bij de Ringvaart worden minder gebruikt; - de Wetering die de Kerklaan doorkruist is een watergang met een historische achtergrond. In het verleden was er een vaarwegverbinding tussen de Ringvaart en de wetering (ter hoogte van de Sluislaan).
Witteveen+Bos, bijlage VIII behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
D. Gebruiksfuncties Ringvaart De Ringvaart is een belangrijke watergang die gebruikt wordt voor schaatsen. Andere watergangen bevriezen minder snel of is het ijs minder egaal door de kweldruk. De Ringvaart wordt gebruikt voor recreatievaart. De Ringvaart wordt ook gebruikt voor vissen. E. Waterbeleving Nieuwerkerk aan den IJssel Er zijn geen watergangen in Nieuwerkerk aan den IJssel die structureel gebruikt wordt om te vissen. Locaties met groenzones rondom water zijn: - het IJsselpark (ook wel het Groene Hart genoemd); - de zone tussen het Europad en de rijksweg A20; - de zone langs de Warmoezierspark; - de groenzone langs de Oostringdijk; - deze zones kunnen benut worden voor (verdere) versterking van de beleving van het water. Verder is het recreatiegebied Hitland een belangrijke recreatiegebied in de omgeving en is de zone langs de Hollandsche IJssel een zone waarbij het water beleefd wordt. F. Waterbeleving kernen Zevenhuizen en Moerkapelle Er is een aantal locaties met groenzones langs water. Dit zijn de zones die benut kunnen worden voor meer beleving van het water. Het betreft voor Moerkapelle: - de Parkzone aan de noordrand (omgeving De Kievit); - de groenzone langs de Klaproosstraat; - de watergang bij de sportvelden lans de Oranjestraat; Voor Zevenhuizen betreft het: - de Ringvaartpark; - de groenstroken langs de Schielandsingel en achter de Hazeveld en De Wielwaal; - het fietspad vanuit Zevenhuizen naar de Rotte bij de Tweemanspolder; - Fiets- en wandelpaden nieuwe waterberging Eendragtspolder. Vooral bij de Ringvaart langs Noordeinde (ten zuiden van de kern Moerkapelle) wordt veel gevist. De gemeente heeft verder het voornemen om vissteigers aan te leggen, één in Moerkapelle en één in Zevenhuizen. De vissteigers worden geschikt gemaakt voor de mindervaliden.
Witteveen+Bos, bijlage VIII behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
BIJLAGE IX
REACTIES KLANKBORDGROEP
Witteveen+Bos, bijlage IX behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage IX behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Thema Waterkwantiteit en veiligheid Knel- of aandachtspunt
Oorzaak
Verwerking in het waterplan
Het opbarsten van (water)bodems in het veenweide
Kweldruk in combinatie met een te dunne en
In het visierapport is als aandachtpunt aangegeven, dat er in het zuidelijk deel van het
gebied ten noordwesten van kern Moordrecht zorgt voor
lichte waterremmende deklaag van veen
plangebied een risico is op opbarsten van de bodem en het ontstaan van nieuwe wellen.
wellen, hetgeen leidt tot een groter waterbezwaar
In het maatregelenplan is aangegeven, dat hiermee rekening dient gehouden dient te worden bij graafwerkzaamheden.
Versnippering peilgebieden: doorstroming niet optimaal
Doorstroming niet optimaal: diverse duikers functioneren
Huidige waterstructuur met veel
In het visierapport is versnippering in peilgebieden als een knelpunt benoemd.
onderbemalingen, stuwen, gemaaltjes en
In het maatregelenplan is aangegeven, dat peilgebieden zo veel als mogelijk worden
verdronken duikers
samengevoegd met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
Verzakte duikers, te lage ligging
In het visierapport is als aandachtpunt aangegeven, dat duikers veelal onder water liggen
niet goed (specifiek kern Moerkapelle)
hetgeen ongewenst is vanuit doorstroming. In het maatregelenplan is benoemd dat duikers ingemeten/geregistreerd worden.
Veiligheid spelende kinderen nabij natuurvriendelijke
Zicht ontbreekt op water en oevers zijn te steil
oevers in het geding
In het maatregelenplan is een Inrichtings- en oeverplan stedelijk water opgenomen. Bij het opstellen van het inrichtings- en oeverplan zal ook rekening gehouden worden met veiligheid.
Dijkversterkingen ter plaatse van de historische
Bodemdaling veengronden / mogelijk extra
lintbebouwingen langs Hollandsche IJssel vormen
dijkversterking in de toekomst
In het visierapport is een paragraaf waterkeringen opgenomen.
mogelijk een probleem Drooglegging gering s’-Gravenweg/omgeving Hitland
Bodemdaling veengronden
Bodemdaling Groene Zoom
Bodemdaling veengronden
Bodemdaling Verbindingsweg te Nieuwerkerk aan den
Bodemdaling veengronden
In het visierapport is aangegeven, dat de klei en veengronden in het plangebied zettingsgevoelig zijn. In het visierapport is aangegeven, dat de klei en veengronden in het plangebied zettingsgevoelig zijn.
IJssel Water op straat Nijverheidsstraat en Zuidplasstraat te
In het visierapport is aangegeven, dat de klei en veengronden in het plangebied zettingsgevoelig zijn.
Niet bekend
Moerkapelle (industrieterrein Moerkapelle)
In het visierapport is aangegeven, dat het industrieterrein Moerkapelle grotendeels is voorzien van een verbeterd gescheiden stelsel. De verwachting is dat hiermee geen problemen (meer) zijn met de afvoercapaciteit van het hemelwater. In geval van water op straat wordt aanbevolen om contact op te nemen met de beheerafdeling van de gemeente.
Water op straat Batavier/ Europalaan Nieuwerkerk aan
Niet bekend
den IJssel
Omdat het genoemde knelpunt is niet bekend is bij de afdeling beheer, wordt aanbevolen om bij water op straat bij Batavier / Europalaan contact op te nemen met de afdeling beheer van de gemeente.
Aquaducten in de Ringvaart zijn een aandachtspunt
Mogelijk hier geen aandacht voor bij het
Bij het ontwerp van de aquaducten is er rekening mee gehouden dat bij een breuk alleen
vanwege het risico van volledig leeglopen van de
ontwerp.
de onderdoorgang onder water komt te staan. De opmerking is verder niet verwerkt in het
Ringvaart bij een breuk in de aquaduct. Met name
waterplan.
aquaduct Gouweknoop is een aandachtspunt.
Thema Grondwater Knel- of aandachtspunt
Oorzaak
Verwerking in het waterplan
Wijk Dorrestein te Nieuwerkerk aan den IJssel heeft last
Bodemdaling kruipruimte
In het maatregelenplan is aangegeven, dat er voorlichting gegeven zal aan particulieren.
van hoge grondwaterstanden (water in kruipruimten)
Bij de voorlichting zal ook aangegeven worden, dat particulieren zelf verantwoordelijk zijn voor het opvullen van de kruipruimten.
Thema Waterkwaliteit en ecologie Knel- of aandachtspunt
Oorzaak
Verwerking in het waterplan
Het opbarsten van (water)bodems in het veenweide
Kweldruk in combinatie met een te dunne en
In het visierapport is als aandachtpunt aangegeven, dat er in het zuidelijk deel van het
gebied ten noordwesten van kern Moordrecht zorgt voor
lichte waterremmende deklaag van veen
plangebied een risico is op opbarsten van de bodem en het ontstaan van nieuwe wellen.
wellen met o.a. ijzerrijk water
In het maatregelenplan is aangegeven, dat hiermee rekening dient gehouden dient te worden bij graafwerkzaamheden.
Versnippering peilgebieden: het grote aantal
Huidige waterstructuur met veel
In het visierapport is versnippering in peilgebieden als een knelpunt benoemd.
onderbemalingen vormt een ecologische barrière
onderbemalingen, stuwen, gemaaltjes en
In het maatregelenplan is aangegeven, dat peilgebieden zo veel als mogelijk worden
verdronken duikers
samengevoegd met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
Watergangen te ondiep te Dorrestein, Nieuwerkerk aan
Meerledig en locatieafhankelijk:
In het maatregelenplan is een Inrichtings- en oeverplan stedelijk water opgenomen. Bij het
den IJssel waardoor vissen niet kunnen overwinteren
a.
door wellen kunnen sloten niet te diep
opstellen van het inrichtings- en oeverplan zal ook rekening gehouden worden met de
gegraven worden;
locale situatie bij Dorrestein.
b. c.
baggerachterstand veengronden laten geen steile oevers toe, spoelen uit
Afvoer van water is thans van “vuil” naar “schoon”: van
Huidige waterstructuur
noord naar zuid, dwars door de Zuidplaspolder Vissterfte in de Hollandsche IJssel
In het visierapport is opgenomen, dat het streven is om het water bovenstrooms van de Groene Waterparel om te leiden.
Droogvallen bij eb van ondiepe
Omdat de Hollandsche IJssel buiten het plangebied van het waterplan ligt, is de
natuurvriendelijke oevers
opmerking niet verwerkt in het waterplan.
Vissterfte
Baggerwerkzaamheden
In het visierapport is op de knel- en aandachtspuntkaart aangegeven, dat er sprake is van
Gemalen vormen een ecologische barrière voor vis
Uitvoering en werking van bestaande gemalen
Veel watergangen hebben harde/beschoeide oevers
Historische inrichting watergangen
vissterfte bij baggerwerkzaamheden. In het visierapport wordt ingegaan op het wegnemen van visbarrières bij kunstwerken In het maatregelenplan zijn de KRW maatregelen benoemd. zonder vegetatie
In het visierapport zijn de KRW maatregelen opgenomen. In het maatregelenplan zijn de KRW maatregelen benoemd. Het realiseren van oevervegetatiezone’s vormt onderdeel van de KRW maatregelen. In het visierapport is aangegeven welke percentage aan oeverbegroeiing nodig is voor het bereiken van de gewenste waterkwaliteitsbeelden in de kernen. In het maatregelenplan is een Inrichtings- en oeverplan stedelijk water opgenomen. Bij het opstellen van het inrichtings- en oeverplan zal ook rekening gehouden worden met de inrichting van oevers met begroeiing (afstemmen op het waterkwaliteitsbeeld).
Knel- of aandachtspunt
Oorzaak
Verwerking in het waterplan
Katteklei-gebied, anders dan nu, inrichten voor natuur
Thans rusten er nog diverse functies op
In het visierapport is de Groene Waterparel aangegeven als een gebied met potenties
Kroosdeken kernen zorgt op diverse plaatsen voor
Te voedselrijk (nitraat en fosfaat) water
In het visierapport zijn de waterkwaliteitsbeelden voor het stedelijk gebied aangegeven
zuurstofarm water
Stilstaand ondiep water
met hierbij aangegeven welke uitwerkingsstrategie aangehouden zal worden.
Ondergedoken duikers.
In het visierapport is als aandachtpunt aangegeven, dat duikers veelal onder water liggen
voor een goede waterkwaliteit en ecologie.
hetgeen ongewenst is voor de waterkwaliteit en ecologie. In het maatregelenplan is aangegeven dat de duikers ingemeten/geregistreerd worden. Slechte waterkwaliteit diverse singels te Nieuwerkerk
Bladval
aan den IJssel
In het visierapport zijn de waterkwaliteitsbeelden voor het stedelijk gebied aangegeven met hierbij aangegeven welke uitwerkingsstrategie aangehouden zal worden. In het maatregelenplan is een Inrichtings- en oeverplan stedelijk water opgenomen. Hierbij zal ook rekening gehouden met bomen langs watergangen..
e
e
Ontbreken van natuurvriendelijke oevers langs de 2 , 3
Thans harde en/of steile oevers
e
en 4 tocht
In het visierapport zijn de KRW maatregelen opgenomen. In het maatregelenplan zijn de KRW maatregelen benoemd. Het realiseren van oevervegetatiezone’s vormt onderdeel van de KRW maatregelen.
Inlaat van voedselrijk en gebiedsvreemd water bij natuurgebied Koornmolengat
Voedselrijk Rottewater
In het visierapport is op de knel- en aandachtspuntkaart aangegeven de inlaat van gebiedsvreemd water bij Koornmolengat aangegeven. Het inlaatwater wordt voorgezuiverd, waarmee de inlaat niet als een knelpunt beschouwd wordt.
Thema Beheer en onderhoud Knel- of aandachtspunt
Oorzaak
Verwerking in het waterplan
Het opbarsten van (water)bodems in het veenweide
Kweldruk in combinatie met een te dunne en lichte
In het visierapport is als aandachtpunt aangegeven, dat er in het zuidelijk deel van het
gebied ten noordwesten van kern Moordrecht zorgt
waterremmende deklaag van veen
plangebied een risico is op opbarsten van de bodem en het ontstaan van nieuwe wellen. In
voor wellen, hetgeen leidt tot meer onderhoud aan
het maatregelenplan is aangegeven, dat hiermee rekening dient gehouden dient te worden
watergangen
bij graafwerkzaamheden.
Versnippering peilgebieden: peilbeheer moeizaam
Huidige waterstructuur met veel onderbemalingen,
In het visierapport is versnippering in peilgebieden als een knelpunt benoemd.
door de vele onderbemalingen
stuwen, gemaaltjes
In het maatregelenplan is aangegeven, dat peilgebieden zo veel als mogelijk worden samengevoegd met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
Peilbeheer moeizaam ten noordwesten van kern
Bodemdaling van de veengronden
Moordrecht
In het visierapport is op de knel- en aandachtspuntkaart aangegeven, dat het peilbeheer ten noordwesten van de kern Moordrecht moeizaam is (als opmerking klankbordgroep). In heet maatregelenplan is aangegeven, dat bij de planontwikkeling van de Rode en Groene Waterparel er rekening mee gehouden dient te worden met een robuust peilbeheer. In het visierapport is een afbeelding met Ruimtelijke Ontwikkelingen opgenomen, waarop ook de functieverandering van het gebied Groene Waterparel naar natuurgebied is weergegeven.
Conflicterende belangen ter plaatse van agrarische
Functies vragen om een verschillend peilbeheer
In het visierapport is een afbeelding met Ruimtelijke Ontwikkelingen opgenomen, waarop
percelen met aangrenzende natuurgebieden
(droog versus nat)
ook de functieverandering van diverse agrarische gebieden is opgenomen. Hiermee zal op
Vissterfte
Baggerwerkzaamheden
termijn minder sprake zijn van conflicterende belangen. In het visierapport is op de knel- en aandachtspuntkaart aangegeven, dat er sprake is van vissterfte bij baggerwerkzaamheden (als opmerking klankbordgroep). In het maatregelenplan is een Masterplan Baggeren op maat opgenomen. Bij het opstellen van het masterplan zal rekening gehouden worden met het wegvangen van vis (daar waar nodig). Baggerachterstand Hennipsloot
Baggerachterstand of snelle aanwas bagger
In het visierapport is op de knel- en aandachtspuntkaart de baggerachterstand Hennipsloot aangegeven (als opmerking klankbordgroep). In het maatregelenplan is een Masterplan Baggeren op maat opgenomen. Bij het opstellen van het masterplan zal rekening gehouden worden met een eventuele baggerachterstand bij de Hennipsloot.
Thema Beleving en recreatie Knel- of aandachtspunt
Oorzaak
Verwerking in het waterplan
Kantvissen oost-oever Rotte ter plaatse van de
Brede rietkragen en verbod op eigenhandig
Er zijn recent vissteigers aangelegd bij de Rotte. De opmerking is verder niet verwerkt in
Viermolengang niet goed mogelijk
maaien
het waterplan.
Doorgaande vaarroute van Hollandsche IJssel
De doorvaartdiepte is beperkt ter plaatse van de
In het visierapport is aangegeven, dat het ontbreken van de recreatievaartroute Rotte-
(Nieuwerkerk a/d IJssel) naar Rotte (Hennipsloot) via
Aquaduct in de Ringvaart bij Nieuwerkerk aan de
Hennipsloot-Ringvaart-Hollandsche IJssel een knelpunt vormt.
Zuidplas ontbreekt
IJssel. De doorvaartdiepte van de Ringvaart is beperkt ter hoogte van de voormalige sluis.
Grotere recreatieve vaarroute via boezemwateren
In het visierapport is aangegeven, dat het ontbreken van de recreatievaartroute Rotte-
gewenst Doorvaart staande-mast boten van de Ringvaart ter
Hennipsloot-Ringvaart-Hollandsche IJssel een knelpunt vormt. Lage vaste bruggen
e
Uit de 2 klankbordgroepoverleg blijkt dat er geen prioriteit toegekend wordt aan het
plaatse van Zevenhuizen en kruising met A12 vormt een
realiseren van een staande-mast route. De opmerking is verder niet verwerkt in het
probleem
waterplan.
BIJLAGE X
VIERSTAPPENPLAN WATERKWALITEITSBEELDEN
Witteveen+Bos, bijlage X behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage X behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013
Witteveen+Bos, bijlage X behorende bij rapport NWK24-2/pooj/002 d.d. 28 mei 2013