ZONNECOLLECTOR
CSV 25 R CSV 35 R INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR
OVEREENSTEMMING
De zonnepanelen CSV R zijn in overeenstemming met EN 12975
en met de certificering Solar Keymark.
ASSORTIMENT MODEL
2
CODE
CSV 25 R
20023353
CSV 35 R
20023416
Kit 5 zonnepanelen CSV 25 R
20023354
Kit 5 zonnepanelen CSV 35 R
20023417
Beste klant, Wij danken u dat u wilt bijdragen aan het behoud van het milieu door te kiezen voor een kwaliteitszonnecollector, een modern, gemakkelijk te installeren en te gebruiken product, dat gedurende lange tijd garant staat voor aanzienlijke energiebesparingen en een hoge betrouwbaarheid in alle veiligheid. Dit geldt in het bijzonder wanneer het periodieke onderhoud van de zonnecollector wordt toevertrouwd aan een technische dienst van r iom de maximale efficiëntie te vrijwaren. Deze handleiding bevat belangrijke informatie en raadgevingen die moeten worden nageleefd voor een eenvoudigere installatie en een optimaal gebruik van de zonnecollector. Wij wensen u veel succes en danken u nogmaals hartelijk.
Riello
3
INDEX ALGEMEEN Algemene instructies en basisveiligheidsregels Beschrijving van de zonnecollector Identificatie Structuur Technische kenmerken Toebehoren Aansluitingen Hydraulische kring Positionering van de sondes
pag. “ “ “ “ “ “ “ “
5 6 6 7 8 9 9 10 11
INSTALLATEUR Keuring van het product Afmetingen en gewicht Behandeling Montage van de zonnecollectoren Vullen van de installatie Controles
pag. “ “ “ “ “
12 13 14 14 16 17
TECHNISCHE DIENST Onderhoud
pag. 18
De volgende symbolen worden gebruikt in sommige delen van deze handleiding:
b LET
OP = ingrepen die specifieke voorzorgen en een adequate voorbereiding vereisen.
a VERBODEN = ingrepen die ABSOLUUT NIET mogen worden uitgevoerd.
Deze handleiding code 20024196 - Versie 1 (09/10) bestaat uit 20 pagina’s.
4
INDEX
ALGEMENE INSTRUCTIES EN BASISVEILIGHEIDSREGELS
b Na de verpakking te hebben verwijderd, dient u
na te gaan of de levering geen schade vertoont en of ze compleet is; als dat niet het geval is, dient u contact op te nemen met het kantoor dat het toestel verkocht.
b De zonnecollector mag uitsluitend worden gebruikt
voor de toepassing waarvoor hij specifiek werd ontworpen. Wij wijzen iedere al dan niet contractuele aansprakelijkheid van de hand voor schade veroorzaakt aan personen, dieren of zaken ten gevolge van installatie-, instel- of onderhoudsfouten of van een verkeerd gebruik.
b Elk
half jaar is de zonnecollector toe aan een onderhoudsbeurt.
b Werken in de nabijheid van onbedekte spannin-
gvoerende elektrische leidingen, waarmee contact mogelijk is, is uitsluitend toegestaan indien: - de leidingen spanningsvrij werden geschakeld en die toestand werd gegarandeerd voor de volledige duur van de werkzaamheden - de spanningvoerende delen werden beschermd door ze te bedekken of te vergrendelen - de veiligheidsafstanden moeten groter zijn dan: 1m bij een spanning van 1000 volt 3m bij een spanning van 1000 tot 11.000 volt 4m bij een spanning van 11.000 tot 22.000 volt 5m bij een spanning van 22.000 tot 38.000 volt > 5 m als de waarde van de spanning onbekend is. Ieder contact met blote spanningvoerende elektrische leidingen kan dodelijke gevolgen hebben.
b Draag een veiligheidsbril tijdens het boren, en vei-
b Voor montages op daken moet men vóór de aan-
vang van de werkzaamheden de nodige valbeveiligingsmaatregelen treffen en veiligheidsnetten voor stellingen voorzien, in overeenstemming met al de geldende veiligheidsnormen. Gebruik uitsluitend uitrustingen en materialen die voldoen aan de veiligheidsvoorschriften op bouwplaatsen.
b Draag uitsluitend werkoveralls met veiligheidsharnas
(met veiligheidsgordels, koorden of draagriemen, valdempers enz.). Als er geen valbeveiligings- of beschermingssystemen beschikbaar zijn, kan het niet dragen van veiligheidsoveralls met harnas resulteren in het vallen van grote hoogten met ernstige letsels of de dood tot gevolg.
b Bij gebruik van een ladder die ergens tegen steunt,
bestaat het risico van vallen veroorzaakt door het breken, wegglijden of vallen van de ladder. Controleer de stevigheid van de ladder, de aanwezigheid van adequate steunvoeten en eventueel van bevestigingshaken. Ga ook na of er zich geen spanningvoerende elektrische leidingen in de nabijheid bevinden.
b Het is raadzaam de oriëntatie en de helling van het dakvlak te volgen, vooral bij de productie van sanitair warm water, om de criteria in verband met de architectonische invoeging van de collectoren na te leven.
b Deze handleiding maakt noodzakelijk deel uit van de zonnecollector en moet bijgevolg zorgvuldig worden bewaard en moet ALTIJD bij de zonnecollector blijven, zelfs in geval van overdracht aan een andere eigenaar of gebruiker of in geval van overdracht op een andere installatie. Wanneer de handleiding vernield wordt of verloren gaat, dient u een nieuw exemplaar aan te vragen bij de dichtstbijzijnde technische dienst.
ligheidsschoenen, scheurvaste werkhandschoenen en een helm tijdens de montage.
ALGEMEEN
5
BESCHRIJVING VAN DE ZONNECOLLECTOR De CSV R collectoren bestaan uit 14 of 20 dubbelwandige vacuümbuizen van glas, waarvan ieder een U-vormige koperen buis bevat. De koperen buizen zijn parallelgeschakeld en bevatten de warmtegeleidende vloeistof die naar beneden stroomt en vervolgens naar boven, waarbij de warmte van de directe zonnestraling geabsorbeerd en door een zgn. CPC spiegel (Compound Parabolic Concentrator) weerkaatst wordt. De ruimte in de dubbelwandige glazen buis is luchtledig, voor warmte-isolatie zoals in een thermoskan; op deze manier kunnen de collectoren ook nuttige zonne-energie produceren tijdens de tussenseizoenen en in de winter. De selectieve zonlichtabsorberende laag wordt gevormd op de buitenwand van de binnenste buis.
De voornaamste kenmerken van de collector CSV R zijn: - Hoge temperaturen en rendement dankzij de vacuümisolatie, zelfs bij slecht weer. - Hoge absorptie zelfs in geval van indirect licht, dankzij het gebruik van cirkelvormige opslorpers en CPCspiegels. - Duurzaam, want het glazen geheel wordt niet onderbroken en het vacuüm wordt niet verstoord door erdoorheen lopend metaal. - Constante absorptie in de tijd omdat de selectieve laag goed beschermd is in het vacuümmilieu. - Glazen buizen kunnen gemakkelijk worden vervangen zonder dat de zonne-energiekring moet worden leeggelaten. - Aangenaam design.
IDENTIFICATIE De zonnecollectoren worden geïdentificeerd door middel van:
- een kenplaatje dat de technische kenmerken en de prestaties van het product vermeldt. Code Serienummer Bouwjaar Beschrijving Vacuümzonnecollector Afmetingen Bruto oppervlakte Apertuur oppervlakte Absorber oppervlakte Leeggewicht
CODICE: 20025360 S/N:
10xxxxxx Anno di produzione
DESCRIZIONE: CTE25V
FABBRICATO IN ITALIA
da Riello S.p.A.
CEN 025 EN 12975 Certif. XXXX
COLLETTORE SOLARE SOTTOVUOTO DIMENSIONI: 1600X1730X145 mm SUPERFICIE LORDA: 2,77 m2 SUPERFIC IE DI APERTURA: 2,40 m2 SUPERFICIE ASSORBITORE: 2,69 m2 PESO A VUOTO: 52 kg
MAX PRESSIONE ESERCIZIO: 10 bar TEMP. DI STAGNAZIONE: 236°C CONTENUT O LIQUIDO: 2,05 l MAX CONCENTRAZIONE GLICOLE: 50 % LIQUIDO TERMOVETTORE: ACQUA+GLICOLE PROPILENICO
COLLEGAMENTO IN SERIE FINO AD UN MASSIMO DI 6 COLLETTORI
20022981_E1
Geproduceerd in Italië door Riello S.p.A. Max. bedrijfsdruk Maximumtemperatuur Vloeistofinhoud Max. glycolconcentratie Warmtegeleidende vloeistof: water-propyleenglycol
Maximaal 6 collectoren in serieschakeling
- een productienummerplaatje dat de code, het model en het productienummer vermeldt. RIELLO S.p.A. Via Ing. Pilade Riello, 7 - 37045 Legnago (VR) - ITALIA
Code
Matricule
Modèle
b Het wijzigen, verwijderen of ontbreken van de identificatieplaatjes evenals alles wat een ondubbelzinnige identificatie van het product onmogelijk zou maken, bemoeilijkt iedere installatie- en onderhoudsingreep.
6
ALGEMEEN
STRUCTUUR
CSV 25 R Retourleiding collector
Toevoerleiding collector
Dompelbuis voor collectorsonde
Isolatie
Vacuüm Glas
Vacuümbuis Bevestigingsvoet
Aluminium absorberplaat
Bovenste afdekplaat
Dichting
Absorberende laag
Stromingsrichting
Reflectiespiegel Steunraam
Onderste geleider
Bovenste geleider
ALGEMEEN
7
TECHNISCHE GEGEVENS BESCHRIJVING
CSV 25 R
CSV 35 R
Totale oppervlakte
2,77
3,91
m2
Openingsoppervlakte
2,40
3,43
m2
Effectieve absorberende oppervlakte
2,69
3,84
m2
Aansluitingen
vastzetten op buizen Ø 18
Leeggewicht Vloeistofinhoud
mm
52
74
kg
2,05
2,9
l
Aanbevolen debiet per m2 paneel
30
l/(m2h)
Absorptie (α)
> 94
%
Emissies (ε)
<7
%
Toelaatbare max. druk
10
bar
Stagnatietemperatuur
236
°C
6
n°
Maximumaantal panelen dat in serie kan worden aangesloten
Efficiëntiekromme gerefereerd aan de openingsoppervlakte 1 Optisch rendement (ηο)
0,8 0,6
0,676
Warmteverliescoëfficiënt a1 W/(m2K)
a2 W/(m2K2)
1,15
0,004
0,4 0,2 0 0
0,02
0,04
0,06
0,08
0,1
Test volgens EN 12975 gerefereerd aan een debiet van 0,0196 Kg/(s*m2) en instraling G=1000 W/m2. Tm = (T_coll._ingang+T_coll._uitgang)/2 T*m = (Tm-T_milieu)/G
2 * Tm[m K/W]
b De aanbevolen minimumhelling bedraagt 15° (zelfreinigend effect/minimalisering van de druk van de sneeuw).
Montage op plaatsen die blootstaan aan frequente sneeuw- en hagelbuien wordt afgeraden. Wegens de oververhitting mogen de dompelbuizen niet in de toevoerleidingen worden geïnstalleerd omdat ze het debiet zouden beperken.
Diameter aansluitingsbuizen met specifiek bereik 30 liter/m2u Totale oppervlakte (m2) Diameter koper (mm) Diameter staal (inches)
2-4 10 - 12 3/8" - 1/2"
6 - 12 14 1/2"
14 - 20 18 3/4"
INVLOED VAN WIND EN SNEEUW OP DE COLLECTOREN Plaatsingshoogte boven de begane grond
CSV 25 R CSV 35 R
0-8m 8 - 20 m 20 - 100 m 0-8m 8 - 20 m 20 - 100 m
Windsnelheid 100 130 150 100 130 150
km/h km/h km/h km/h km/h km/h
Gewicht in kg om een collector te beveiligen tegen optilling door de wind Helling van 45° Helling van 20° 80 kg 40 kg 130 kg 70 kg 180 kg 100 kg 150 kg 80 kg 240 kg 130 kg 340 kg 180 kg
Belasting van de dakbedekking door wind, sneeuw, gewicht van een collector Helling van 45° Helling van 20° 320 kg 345 kg 470 kg 430 kg 624 kg 525 kg 500 kg 540 kg 740 kg 680 kg 980 kg 820 kg
b Indicatieve gegevens: de volledige structuur moet, in overeenstemming met de geldende voorschriften, gecontroleerd worden door een expert op het gebied van statiek.
8
ALGEMEEN
ACCESSOIRES De onderstaande accessoires zijn verkrijgbaar, en moeten apart worden besteld. ACCESSOIRES Glycol Kit koperen buisaansluitingen Kit slangaansluitingen Kit staven v. 1 Coll. 2,5 m² Kit staven v. 2 Coll. 2,5 m² Kit staven v. 1 Coll. 3,5 m² Bevestigingskit 0° Bevestigingskit 45° Kit aansluitkoppeling
CODE 4383118 20027281 20027289 20026236 20026240 20026238 4383543 20024357 4383545
AANSLUITINGEN Onderstaand schema geeft de aansluitingen tussen zonnecollectoren weer. De aansluitstukken kunnen apart als accessoire besteld worden.
moer bus moer ring verbindingsstuk
ring collectorsonde naar warmtewisselingscircuit
van warmtewisselingscircuit
bus
bus
moer
moer
ring
ring
verbindingsstuk
verbindingsstuk
ring
ring
De collectoren worden op elkaar aangesloten zodat de warmtegeleidende vloeistof in serie door elke collector kan stromen. Er kunnen tevens meerdere zonnecollectorlijnen aangesloten worden, zowel in serie (elke serie met maximaal 6 zonnecollectoren) als parallel. Het circuit moet in ieder geval hydraulisch in balans zijn (raadpleeg onderstaande schema’s als voorbeeld). Bij installatie van meer dan 4 aangrenzende collectoren wordt geadviseerd gebruik te maken van een dilatatiekoppeling voor het zonnepaneel in de middelste verbindingszone. Twee lijnen met serieschakeling T
Twee lijnen met parallelschakeling T
ALGEMEEN
9
HYDRAULISCHE KRING Het volgende hydraulische schema illustreert de aansluiting tussen zonnecollectoren en zonneboiler.
15 16
R 1 - Zonnecollector 2 - Vat 3 - Sonde collector 4 - Afsluitkleppen 5 - Terugslagklep 6 - Thermometer 7 - Ontluchtingskraan 8 - Veiligheidsklep 9 - Drukmeter 10 - Uitgang 11 - Expansievat 12 - Circulatiepomp 13 - Debietregelaar 14 - Debietmeter 15 - Aftapkraan 16 - Manuele ontgassingskraan (toebehoren) 17 - Recycling warmtegeleidende vloeistof
1
1
M 3
8
7 9 M
4 6
10 17 11
°C
5 12 2
4 13
M - Toevoerleiding collector R - Retourleiding collector
14
4
Gruppo idraulico Hydraulisch aggregaat
b Maximum 6 collectoren serieel aansluiten. b Wij raden u aan gebruik te maken van roestvrijstalen
leidingen die speciaal werden ontworpen voor zonneenergietoepassingen (toevoerleiding, retourleiding en buis voor de sonde). Het gebruik van een gepantserde kabel voor de sonde wordt niet aanbevolen.
b Gebruik geen plastic of meerlagige leidingen: de bedrijfstemperatuur kan oplopen tot 180 °C.
b De isolatie van de leidingen moet bestand zijn tegen hoge temperaturen (180 °C).
Drukverlies van de zonnecollector 900
Drukverlies (mbar)
800 700 600 500 400 300 200 100 0 0
100
200
300
400
500
600
700
Debiet (l/(m2h))
10
ALGEMEEN
800
900
1000 1100 1200
POSITIONERING VAN DE SONDES De temperatuursensor moet worden gemonteerd in de dompelbuis die zich het dichtst bij de toevoerleiding van de collector bevindt. Zorg voor een optimaal contact tussen de sonde en de dompelbuis. Gebruik voor het monteren van de sonde uitsluitend materialen die een adequate weerstand bieden tegen hoge temperaturen (tot 300 °C voor het voelelement, kabels, dichtingsmaterialen, isolatie).
15 16
R
1
1
M 3
ZONNEENERGIEREGOLATORE REGELAAR SOLARE 8
7 9 M
4 6
18
10 19 11
°C
5 12 4
2 13 17
14
4
Hydraulisch aggregaat Gruppo idraulico
1 - Zonnecollector 2 - Vat 3 - Sonde collector 4 - Afsluitkleppen 5 - Terugslagklep 6 - Thermometer 7 - Ontluchtingskraan 8 - Veiligheidsklep 9 - Drukmeter 10 - Uitgang 11 - Expansievat 12 - Circulatiepomp
13 - Debietregelaar 14 - Debietmeter 15 - Aftapkraan 16 - Manuele ontgassingskraan (toebehoren) 17 - Onderste vatsonde 18 - Bovenste vatsonde 19 - Recycling warmtegeleidende vloeistof M - Toevoerleiding collector R - Retourleiding collector
ALGEMEEN
11
KEURING VAN DE PRODUCTEN De zonnepanelen worden geleverd in verschillende verpakkingen naar gelang van het aantal:
A - Afzonderlijk verpakt paneel Inhoud van de pallet: - zonnepaneel - documentenomslag met: - garantiebewijs en streepjescode-etike
B - Verpakking van 5 stuks Inhoud van de pallet: - 5 panelen - documentenomslag met: - garantiebewijs en streepjescode-etiket.
b Bewaar de voorkant van de kartonnen verpakking
om de buizen tegen het zonlicht te beschermen alvorens het systeem in gebruik te nemen. Wanneer het zonnesysteem niet onmiddellijk in gebruik wordt genomen en er kans op regen bestaat de collector niet met de verpakking afdekken, want ze is niet waterdicht.
b De gebruikershandleiding maakt wezenlijk deel uit
van de zonnecollector; haal ze daarom uit de set met documenten, lees ze aandachtig door en bewaar ze zorgvuldig.
12
INSTALLATEUR
AFMETINGEN EN GEWICHT
CSV 25 R 145 68
1700
1730
65
1600 1552
110x14
Nettogewicht
CSV 25 R
CSV 35 R
52
74
kg
CSV 35 R 145 68
1700
1730
65
2260 2212
110x20
INSTALLATEUR
13
BEHANDELING Eenmaal de verpakking verwijderd, moet de zonnecollector als volgt manueel worden behandeld:
A
- Verwijder de zonnecollector van de houten pallet door hem te ontdoen van de pvc-omhulling.
A
- Zet de zonnecollector lichtjes schuin en til hem op door hem vast te pakken bij de vier punten (A). - Breng de zonnecollector over naar het dak met behulp van een takel of andere aangepaste apparatuur.
b Til de collector nooit op bij de hydraulische aan-
A
sluitingen of bij de schroefdraad van de hydraulische aansluitingen.
A
b Gebruik adequate beveiligingsvoorzieningen. a Het verpakkingsmateriaal kan zeer gevaarlijk zijn.
Laat het niet rondslingeren binnen het bereik van kinderen en laat het niet om het even waar achter. Het moet worden verwijderd volgens de geldende wettelijke voorschriften.
MONTAGE VAN DE ZONNECOLLECTOREN ALGEMENE AANWIJZINGEN Aanwijzingen voor de montage De montage mag alleen door gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd. Maak uitsluitend gebruik van het bijgeleverde materiaal. Het raam en zijn bevestigingen aan het metselwerk moeten worden gecontroleerd door een staticadeskundige op basis van de plaatselijke omstandigheden.
Statica De collectoren mogen slechts worden gemonteerd op voldoende stevige dakoppervlakken of ramen. De stevigheid van het dak en het raam moet ter plaatse worden gecontroleerd door een staticadeskundige alvorens de collectoren worden gemonteerd. Daarbij dient men vooral te controleren of de bevestiging tussen het raam en het dak stevig genoeg is. De controle door een staticadeskundige om na te gaan of het volledige raam voldoet aan de geldende normen is vooral noodzakelijk op plaatsen waar er zich vaak zware sneeuwbuien voordoen of op plaatsen die blootstaan aan krachtige windrukken. Men dient dus rekening te houden met alle kenmerken van de montageplaats (windrukken, vorming van wervelwinden enz.) die de belasting op de structuren kunnen vergroten.
14
INSTALLATEUR
Bliksembeveiliging De metalen leidingen van de zonne-energiekring moeten door middel van een geleider (geelgroen) van minstens 16 mm2 Cu (H07 V-U of R) worden verbonden met de hoofdpotentiaalcompensatierail. Als er reeds een bliksemafleider werd geïnstalleerd, kunnen de collectoren worden geïntegreerd in de bestaande installatie. Anders kan de aarding worden uitgevoerd door middel van een ingegraven massakabel. De aardleiding moet buiten de woning worden aangebracht. De massakabel moet bovendien worden verbonden met de potentiaalcompensatierail met behulp van een leiding van dezelfde diameter.
Aansluitingen De collectoren moeten in serie aangesloten worden en vastgezet met de verbindingsstukken. Wanneer er voor de aansluiting geen flexibele buizen worden gebruikt moeten de aansluitleidingen voorzien worden van geschikte systemen ter compensatie van door temperatuurschommelingen veroorzaakte vervormingen (dilatatiebogen, flexibele buizen). In dergelijke gevallen kunnen er maximaal 6 collectoren serieel aangesloten worden. Controleer tijdens het vastzetten van de aansluitingen of ze op de juiste plaats zijn aangebracht. Houd tijdens het vastzetten van een aansluiting met een tang of sleutel het andere aansluitstuk met een andere
sleutel vast, om schade te voorkomen aan de buis waarop de aansluiting wordt uitgevoerd.
b Alle leidingen van het hydraulisch systeem moeten
worden geïsoleerd overeenkomstig de geldende normen. De isolatie moet worden beschermd tegen weersinvloeden en aantasting door dieren.
Helling van de collectoren / Algemeen De collector werd berekend voor een helling van minimum 15° en maximum 75°. Tijdens de montage van het systeem moeten de ontluchtingsopeningen open zijn. Alle collectoraansluitingen, inclusief de ontluchtingsgaten, moeten beschermd worden tegen onzuiverheden, zoals stofophoping e.d. Voor installaties met een hoofdzakelijk zomerse belasting (productie van sanitair warm water) moet de collector worden gericht van oost naar west met een variabele helling van 20° tot 60°. De ideale situatie bestaat in een oriëntatie naar het zuiden en een helling gelijk aan de breedtegraad van de streek +10°. Voor installaties met een hoofdzakelijk winterse belasting (productie van sanitair warm water gecombineerd met verwarming) moet de zonnecollector worden gericht naar het zuiden (zuidoost, zuidwest) met een helling van meer dan 35°. De ideale situatie bestaat in een oriëntatie naar het zuiden en een helling gelijk aan de breedtegraad van de streek +10°.
Spoelen en vullen Vanuit veiligheidsoverwegingen mag het systeem pas gevuld worden nadat de zonnecollector eerst minstens twee uur afgedekt werd met de verpakking waarin hij geleverd wordt. In gebieden met vorstgevaar moet men gebruik maken van vorstbestendige warmtetransportvloeistof.
Ontluchten Men dient een ontluchting uit te voeren: - op het ogenblik van de inbedrijfstelling (na het vullen) (zie figuur p. 16) - indien nodig, bijvoorbeeld: in geval van storingen. Controleer heel zorgvuldig of de installatie volledig ontlucht werd.
b Gevaar voor verbranding door de vloeistof die zich in de collectoren bevindt.
b Bedien de ontluchtingskraan uitsluitend wanneer de
temperatuur van de geleidingsvloeistof minder dan 60 °C bedraagt. Op het ogenblik dat de installatie ontlucht wordt, moeten de collectoren niet warm zijn. Bedek de collectoren in ieder geval en voer de ontluchting indien mogelijk ’s morgens uit.
Controleren van de warmtetransportvloeistof De warmtetransportvloeistof moet om de 2 jaar worden gecontroleerd op haar antivriesmiddelcapaciteit en haar pH-waarde. - Controleer het antivriesmiddel met een gepast instrument, een refractometer of een areometer (nominale waarde ongeveer - 28 °C): als de dichtheid verschilt van 1,030 kg/dm3, dient u het antivriesmiddel te verversen of aan te vullen. - Controleer de pH-waarde met lakmoespapier (nominale waarde ongeveer 9 tot 10,5): als de gemeten waarde onder de grenswaarde 7 ligt, is het raadzaam het mengsel te vervangen.
b NIET MENGEN MET WATER
De glycol voor de vacuümcollector is klaar voor gebruik; hij garandeert een vorstbestendigheid tot -28 °C en MAG NIET worden verdund.
b In geval van het schoonspoelen van de installatie dient
men vóór het vullen met antivriesmiddel rekening te houden met eventuele waterresten die kunnen bevriezen in de collector.
b De zonnecollector moet na afloop van de nuttige
levensduur afgevoerd worden in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
INSTALLATEUR
15
VULLEN VAN DE INSTALLATIE Alvorens de installatie in werking te stellen, dient men de hieronder beschreven stappen te volgen. 1 - SCHOONSPOELEN VAN DE INSTALLATIE EN CONTROLEREN VAN DE DICHTHEIDA Bij gebruik van koperen leidingen en het uitvoeren van een hardsoldeerverbinding moet de installatie worden schoongespoeld om de resten gesmolten soldeersel te verwijderen. Voer vervolgens een dichtheidsproef uit.
b De zonnecollector moet onmiddellijk worden gevuld met de vorstbestendige warmtetransportvloeistof, omdat hij na het schoonspoelen nog water zou kunnen bevatten (gevaar voor bevriezing)
b Het bijgeleverde glycolmengsel is speciaal berekend
op zonne-energietoepassingen aangezien het zijn eigenschappen behoudt in het bereik van -28 tot 170 °C. Bovendien is hij niet-toxisch, biodegradeerbaar en biocompatibel.
Antivriesmiddel
Temperatuur
Dichtheid
Glycolmengsel
20°C
1,032÷1,035 kg/dm3
b Giet geen water in de installatie nadat u ze hebt gevuld met het glycolmengsel.
b Temperaturen van meer dan 200 °C veroorzaken
een ontbinding van de glycol, waardoor de vloeistof donker wordt.
2 - VULLEN 1 - Open de terugslagklep (A). 2 - Open de ontluchter die zich op het hoogste punt bevindt (zie tekening hiernaast) en laat hem gedurende de volledige vuloperatie open. 3 - Open de ontluchtingskraan (7) 4 - Laat de warmtetransportvloeistof circuleren met een externe aanvoerpomp tot alle luchtbellen eruit verwijderd zijn. Sluit de kraan van de manuele ontgasser. 5 - Verhoog de druk van de installatie eventjes tot 4 bar. 6 - Laat de installatie gedurende ongeveer 20 minuten werken. 7 - Herhaal de ontluchtingsoperatie van punt 2 tot de installatie volledig ontlucht is. 8 - Stel de druk van de installatie in op 3 bar. 9 - Sluit de terugslagklep (A) en de eerder geopende ontluchters om eventuele verdampingen van de warmtetransportvloeistof te vermijden.
Manuele ontgassingskraan (toebehoren) Zonnecollectoren M
R
7 M
°C
A
Warmtetransportvloeistofaanvoerpomp
Warmtewisselaar van het zonneenergievat Hydraulisch aggregaat
Antivriesmengsel
b Vul het systeem niet wanneer de instraling sterk is en de temperatuur in de collectoren zeer hoog is. Dek de zonnecollector minstens twee uur af met de verpakking waarin hij geleverd werd alvorens hem te vullen.
Warmtetransportvloeistofaanvoerpomp (toebehoren): met deze pomp hebt u de manuele ontgassingskraan niet nodig.
16
INSTALLATEUR
b Vergewis u ervan dat alle luchtbellen volledig uit de installatie werden verwijderd door ook gebruik te maken van de ontluchter op het hydraulische aggregaat.
CONTROLES Eenmaal de installatie voltooid, dient u de in de tabel vermelde controles door te voeren. BESCHRIJVING
OK
BESCHRIJVING
Kring van de collector
Zonnecollectoren
Druk in koude toestand 3 bar
Visuele inspectie van de collectoren
OK
Dichtheidscontrole van de kring van de collectoren
Reinigen van de collectoren, indien nodig
Controle veiligheidsklep
Visuele inspectie van de bevestiging van de collectoren
Antivriesmiddel gecontroleerd tot - ____ °C
Visuele inspectie van de waterdichtheid van het dak
pH-waarde van de warmtetransportvloeistof pH = ____
Visuele inspectie van de isolatie
Aftapleiding collectorenkring Controle debiet van 30 l/h per m2 Werkende terugslagklep
INSTALLATEUR
17
ONDERHOUD Er moet regelmatig gewoon onderhoud worden gepleegd aan de collector, d.w.z. halfjaarlijkse reiniging en controle van de verschillende componenten (reflector, glazen buizen e.d.).
VERVANGEN VAN DE VACUÜMBUIZEN De productie en de levering van de vacuümbuizen gebeuren in de beste omstandigheden. Als er echter toch onregelmatigheden zouden worden vastgesteld, kunnen de buizen zonder probleem worden vervangen. Defecte buizen zijn herkenbaar aan hun witte kleur aan de onderkant en hun hoge oppervlaktetemperatuur.
Draag handschoenen om de buis te demonteren en ga voorzichtig als volgt te werk: - Bevochtig de bovenkant (1) van de buis nabij de dichtingsring (A) met vetpasta A - Draai de dop (2) onderaan de buis los en verwijder hem - Trek de buis (3) met kleine draaibewegingen uit de bovenste pakking
1 3
- Verwijder de buis onderlangs
2 Als de beschikbare ruimte niet zou volstaan om de buizen helemaal te verwijderen, dient u als volgt te werk te gaan: - Maak de buis los uit het bevestigingsvoetje met behulp van de hierboven beschreven procedure. - Beweeg de buis ongeveer 20 cm naar beneden. - Bescherm de buis met een handschoen, til ze lichtjes op en plooi ze naar links of naar rechts. Door dat te doen, plooien de koperen buizen binnenin het glas: let op dat u ze niet beschadigt. - Verwijder de buis door eraan te trekken in diagonale richting ten opzichte van de collector. Voor de montage gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
b Verwijder de eventuele stukken glas zonder het
oppervlak van de spiegel te breken en zorg ervoor dat er geen glasresten achterblijven rondom de koperen buizen.
b Controleer de positie van de siliconendichtingsring.
18
TECHNISCHE DIENST
SOSTITUZIONE RIFLETTORE CPC De productie en levering van de CPC reflectoren vinden plaats onder optimale omstandigheden. Mocht u desondanks klachten hebben (b.v. ernstige beschadiging), dan kan de reflector zonder problemen vervangen worden.
Ga bij het demonteren van beschadigde reflectoren voorzichtig als volgt te werk: - Draai de dop (1) onderaan los en verwijder hem - Duw op de elastische lipjes (3) om het beugeltje (2) te verwijderen waarop de dop vastgeschroefd zat - Verwijder de reflector (4) zonder de betreffende glazen buis weg te nemen.
1
4
2
4 3
TECHNISCHE DIENST
19
Cod. 20024196
RIELLO S.p.A. - 37045 Legnago (VR) Tel. 0442630111 - Fax 044222378 - www.riello.it Aangezien het bedrijf zich constant inzet voor het perfectioneren van de hele productie, kunnen de esthetische en dimensionale kenmerken, de technische gegevens, de uitrusting en de accessoires aan variaties onderhevig zijn.