Zondagsheiliging
13
ZONDAGSHEILIGING
Deze gemeenteschets is een uitgave van:
Gereformeerde Bijbelstudiebond (GBb)
Bond voor Gereformeerde Jongerenverenigingen (BGJ)
februari 2002 herzien oktober 2006
Alles uit deze uitgave mag vrij gekopieerd worden!
............................................................................................................. 4 ................................................................................... 5 .......................................... 5
! .................................. 12 ................................................................................. 17 ................................................................ 17 "!! # $ %& ' ( ) * &+ , + , -+ . )& ' ( + / $ 1 &
"! "! " "" "" "0 "2 ................................................................................. 27
3 ) 3 % )) 3 + 4 $ 1 .. , )( * ' . &
. & ( . %& &
5 6 $
$
1
&
7
%&
................................................................. 27 " " " " " " 0! 0! 0 0" 00 00 02 0 ............................................. 36
......................................................................................... 36
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
&() ' (
!" #$ " &"
%&&' **'
ds. P.L. Voorberg, Geulstraat 12, 8303 JA EMMELOORD tel.0527-622142
Hij luisterde naar de naam Jan. Soms Ja-an!!, als hij even niet luisterde. Hij zuchtte ervan: zo gewoon, ‘Jan’. Maar dat was het enig gewone. Op de basisschool viel hij al op door zijn baltechniek. Dat moeilijke woord kende hij toen nog niet, maar hij had het wel! ‘Wat die jongen met een bal kan! Ik snap er geen bal van!’ De zaterdagvoetbal had een goeie aan hem. Z’n huiswerk ging wel eens de mist in, voor een wedstrijd. Hij mocht gelukkig op een ander uur naar catechisatie. Zo kon hij toch naar de training. In de brugklas werd het lastig. Als je lekker kunt voetballen en je moet dan boven de boeken zitten…? Jan was niet gek en zorgde ervoor dat hij zijn zaakjes voor elkaar kreeg en netjes doorschoof naar MAVO/HAVO 2. Er waren er best een paar jaloers op Jan. Twee dingen vond hij stomvervelend. Z’n ouders wilden dat hij bal en voetbalschoenen op zondag liet liggen. Hij vond het heus niet verkeerd om twee keer naar de kerk te gaan. Maar waarom niet een balletje trappen op zondag? Als kind leerde hij al: ‘Dat gebeurt vandaag niet!’ Dat andere was nog beroerder. De coach kwam na de oefenwedstrijd, die ze met glans gewonnen hadden, naar hem toe. Hij mepte Jan op de schouder: ‘Jan, ik heb het voor elkaar. Jij doet mee in het A-team!’ Zo hadden ze dat op de club van Jan geregeld. Als je goed was, mocht je e vanaf je 16 meedoen in het A-team. Natuurlijk had Jan al eens gedacht/gehoopt…, mag ik…, zouden ze mij…? Hij was dolenthousiast thuisgekomen en pa en ma vonden het geweldig. Pa had zelfs gezegd:
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
‘Tof, joh!’ Niet echt een woord voor pa. Nu riep hij het toch: tof! Maar, wat was dan zo beroerd? Voorlopig niks. Hij moest zich waarmaken. Dus dat was keihard trainen. In het B-team was hij een uitblinker. Hier was hij de kleinste en de jongste. Maar zijn talent bleek. Na een poos speelde hij de eerste wedstrijd mee. Het ging lekker. Ze deden het zo goed in de zaterdagcompetitie, dat ze gingen promoveren. En toen begon de ellende: wedstrijden op zondag! Jan durfde het niet thuis te vertellen. Ze hadden hem in de selectie gezet. Daar was niet eens over gepraat: zonder Jan is er niks an! De coach had Jan wel zien balen: ‘Joh, ik kom bij jou thuis wel eens praten, want dit kan gewoon niet!’ Hij vertelde Jans ouders dat hij ook gereformeerd was en naar de kerk ging. Ten slotte zei hij: ‘Er staat toch in de Bijbel dat je je talenten niet mag begraven? Als Jan bij de zaterdagcompetitie blijft, begraaft hij zijn talent!’ Jan had een probleem. De coach verwijst naar Matteüs 25:15-28 (de gelijkenis van de talenten). Wat vind jij daarvan, heeft die man daar gelijk aan? Zie je ook verband met Matteüs 4:6? Schrijf je antwoord op.
Dat had Jan natuurlijk als kind al gemerkt: de zondag is een aparte dag. ’n Leuke dag. Pa de hele dag thuis. ’s Ochtends had ma al wat meer werk van het eten gemaakt. Altijd weer een verrassing. Zelfs spelletjes doen! ‘Mens erger je niet’ met pa! Later had hij hem zelfs dammen geleerd. Alleen dat ‘niet mogen voetballen’! Verder best een leuke dag. Waarom is er eigenlijk zondag? Waarom heeft pa zomaar vrij? Waarom naar de kerk? Als kind vind je het allemaal logisch. Later ga je nadenken.
Jan hoorde iedere zondagmorgen de wet. Nou ja, hóórde… Eerlijk gezegd was de dominee ook wel eens bij ‘gij zult niet begeren’, voor Jan het in de gaten had. Natuurlijk kende hij de wet: zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde geschapen, en Hij rustte op de zevende dag…. Was God dan moe op de zevende dag? God moe?! God nam op de zevende dag pauze. Ben jij altijd moe in de pauze? Je gaat even wat anders doen. Zo ook God: even wat anders doen. Hij rustte van zijn werk, Hij nam pauze. De Heer had iedere dag gezegd dat het goed was, wat Hij gemaakt had. Dat betekent: het was zoals het wezen moest, het was goed voor elkaar. Op de zevende dag keek de Heer uit over de hele schepping. Hij laste een pauze in, om alles te overzien wat Hij gemaakt had, om ervan te genieten, om te zien hoe goed, ja hoe ‘zeer goed’ het allemaal was. Daar is nu de zondag voor: genieten van Gods werk. Hij is bedoeld als een feestdag. Daarom is pa vrij en is er wat extra’s bij het eten.
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
Hoe kun jij van harte meedoen met alles wat er in de kerkdienst gebeurt? Kan de dominee daar ook wat aan doen? Schrijf je antwoord op en geef het als tip van de vereniging aan de dominee.
Dat probeerden ze er thuis wel van te maken, een feestdag. Moet ook. Als je leest in Hosea 2:10 en Klaagliederen 2:6, zie je de rustdag staan in een rijtje feestdagen. Laatst was oom Klaas getrouwd. De jongste broer van pa. Ze hadden echt gedacht dat hij nooit zou trouwen. Een knalfeest! Zelfs pa in een nieuw pak. Ze hadden natuurlijk een ’stukje’ voorbereid. Ze zouden erg veel lol hebben. Niet naar school. Pa niet naar het werk. ’s Morgens lekker uitslapen. In de auto naar het feest! Iedereen was er. Net een familiereünie. De bruidegom, oom Klaas, met al z’n broers op de foto. Hé, oom Gerrit was er niet! Je kon wel merken dat ze dat niet zo leuk vonden. ‘Typisch Gerrit’, zuchtte ma. ‘Hij heeft nu eenmaal een drukke zaak’, zei opa. Toch een lege plek. Het bruidspaar baalde er best wel van. Later kwam hij aangescheurd. Met z’n mobieltje in de hand gaf hij z’n nieuwe schoonzus een dikke zoen. De zondag is Gods feest. God heeft zelf het voorbeeld gegeven. Hij rustte op die dag, Hij ging genieten van zijn werk. God genoot van zijn schepping. Maar Gods werken staan nog veel mooier in de Bijbel beschreven (NGB, art. 2). Die rustdag hebben wij nog steeds. We houden hem iedere week. God nodigt op die dag zijn hele ‘gezin’ uit, om bij Hem in de kerk (zijn huis) te komen. Ze namen het oom Gerrit kwalijk dat hij er niet was. Hoe zou de Heer ertegen aankijken, als jij er niet bent, als kerkleden er niet zijn, omdat ze het te druk hebben, omdat ze aan het werk zijn?! Als ze daarom niet in de kerk zijn?! Een bruiloft vier je maar één keer. De zondag iedere week. Want de Heer heeft een veel groter feest te vieren dan een bruiloft of een jubileum. Voor een bruiloft nodig je de hele familie, je vrienden en kennissen uit. Bij een jubileum denk je samen met familie en vrienden, met collega’s en bekenden terug aan de jaren die voorbijgingen. Maar de Heer heeft zulke grote dingen gedaan, die kun je niet in één keer gedenken. Ook niet één keer in de vijf jaar, zelfs niet één keer per jaar. Gods daden zijn zo geweldig dat je daar iedere week voor bij elkaar komt, en wel twee keer op de zondag. Om aan die daden te denken, daarvan te zingen, daarover te lezen, te spreken en nog beter te gaan begrijpen wat de Heer gedaan heeft, en wat dat betekent. Dan ben je er toch?! En de Heer wil niet dat je als het ware met je mobieltje in de hand dankt en bidt. Laat dat maar thuis. Laat je hele werk maar thuis. Neem de hele dag rust. Zes dagen aan het werk. De zevende dag rust. Om in alle rust aan Gods werk te denken, om zelf ook tot rust te komen. Om te genieten van de Heer en zijn werk. Een hele dag voor de Heer en van de Heer.
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
1. 2. 3.
Lees Hosea 2:10 en Klaagliederen 2:6 na en zie dat de sabbat in een rijtje feestdagen staat. Wat vind jij van het gedrag van oom Gerrit? Dien jij, om zo te zeggen, de Heer ook wel eens ‘met je mobieltje nog in de hand’? Geef voorbeelden.
Schrijf thuis de antwoorden bij vraag 2 en 3 op.
Is dat toch niet wat veel van het goede: iedere week in twee kerkdiensten Gods daden en werken te gedenken? Een verjaardag vier je maar één keer per jaar. Een huwelijksjubileum ga je pas vieren met 12½ (klein feestje) en bij 25 wordt het pas een echt feest. Daarna wacht je meestal tot 40 jaar. Voor de Heer: iedere week en dan twee keer?! Waar gaat het om op zondag? De zondag is de dag van de opstanding van de Heer Jezus. Hij overwon de duivel. Hij heeft ons bevrijd van de eindeloze hel. Hij heeft vergeving van onze zonden verdiend. Dat is Gods allermooiste werk. Mooier dan de schepping. En die is al eindeloos geweldig. God zegt: ‘Neem een dag vrij. Laat een dag je werk rusten. Ga genieten van Mijn werken. Hoe meer je je erin verdiept, hoe meer je erin ziet’. Wij móeten eigenlijk een boel veranderen: gaan nadenken over de werken van de Heer, daarmee bezig zijn! Daar is de zondag vooral voor gegeven. Heel anders gaan denken, dus. Voor de Heer gaan leven. Dan moet er ruimte en rust in je leven zijn. Als je almaar doorgaat, van de ene video naar de andere, het ene computerspel is nog gaver dan het andere, van school naar sport, van sport naar je muziekgroepje, van dit naar dat, nog even op MSN, je mailbox checken, hoe kan dan de Heer in je werken? Je hebt de rust niet in je lijf om naar Hem te luisteren. Daarom zegt de Heer: ‘Rust! Eén dag rust! Geef Mij in ieder geval één dag helemaal de ruimte. Ga om je heen kappen. Maak rust en ruimte, zodat mijn Heilige Geest in je kan werken en je kan veranderen!’ Jan zat in de kerk nog aan het voetballen te denken. Ma vroeg thuis: ‘Wat zat je te staren?’ Jan schrok. Hij had in de kerk opeens in de gaten dat hij bijna voor zichzelf had gegrinnikt. Het was ook zo’n schitterende kopbal. En die keeper keek zo verbluft! Hij genoot er nog van, onder de geloofsbelijdenis, kan trouwens ook de preek geweest zijn… ‘Precies,’ zei ma, ‘daarom gaat het op zondag om twee dingen: rust en heiliging.’ Dat laatste moeilijke woord betekent: toewijden, geven aan. Toewijden aan God, je geven aan God. Als je rust neemt, als je loslaat, als je scheiding maakt tussen de zesde en de ene dag, krijgt de Heer ruimte om wat van je te maken, om je tot een gelovig kind van God te maken. Dat ga je toch doen? Jij gaat iets aan de Heer geven! Dat mag en dat kan. Jij maakt scheiding tussen die ene dag en de zes andere dagen. Je geeft die ene dag helemaal aan de Heer. Je geeft de Heer ruimte om wat van je te maken, je tot een gelovig kind van God te maken. Zo wijd jij jezelf toe aan de Heer, vooral op die ene dag. Je laat de Heer op die vrije dag in jou werken. Dat wil de Heer wel alle dagen, maar een mens krijgt hiervoor niet alle dagen vrij. Eén per week. Startpunt voor de hele week. Dat wil de Heer wel alle
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
dagen, maar een mens krijgt hiervoor niet alle dagen vrij. Eén per week. Startpunt voor de hele week. 1.
2.
Schrijf eens wat grote daden van de Heer op die je kent uit de Bijbel. Zou je ook iets op willen (durven) schrijven van daden van de Heer in jouw eigen leven? Denk je daar wel eens aan terug, en doe je dat genoeg?! Wat zou er kunnen gaan gebeuren met je geloof, als de Heer niet een aparte rustdag had ingesteld?
! Er zijn jongens en meisjes die eigenlijk niet zoveel zin in de hemel hebben: de hele dag stilzitten, psalmen zingen, de hele dag kerk. Jullie weten natuurlijk allang dat het zo niet is in de hemel. Denk maar aan het paradijs! De hemel is het paradijs, maar dan nog veel mooier: een vervuld paradijs. Toch lees je in de Catechismus wél over een eeuwige rustdag. Misschien heb je dat antwoord al wel geleerd op catechisatie: zondag 38. Dat wil de Heer wél: altijd rustdag, altijd sabbat. Want de Heer wil dat je breekt met je boze werken en de Heilige Geest in je laat werken. Die eeuwige sabbat is het grote doel van het vierde gebod. Dat grote doel wordt gehaald! In Hebreeën 4 staat dat we de tijd in de hemel en op de nieuwe aarde de tijd van de rust mogen noemen. De Heer werkt naar die eeuwige sabbat toe door ons nu iedere week een rustdag te geven. Zo groei je naar de eeuwige rustdag toe. Die is niet een rust van ‘altijden-eeuwig-in-de-kerk-zitten’. Het is een rusten van je boze werken. Boze werken, verkeerde dingen laten rusten, daar geen zin meer in hebben. Geen last meer hebben van verkeerde verlangens, van verkeerde vrienden, dat geeft echt rust! Dat maakt het wonen op de nieuwe aarde echt tot een feest. Daar is geen verkeerds meer. Reken maar dat de Heer er een feest van maakt! Dat kun je gerust aan Hem overlaten. Je krijgt er zin in. 1.
2. 3.
Als je de laatste en de eerste bladzijden van de Bijbel vergelijkt, zie je dat het paradijs terugkeert na de wederkomst. Schrijf eens wat verschillen en punten van overeenkomst op. Steeds maar weer zonden doen, – wat doet je dat? Schrijf eens op waarom je best wel naar de hemel verlangt, of zou moeten verlangen.
Dat wist Jan heel goed: als je eenmaal áchterstond, werd het heel moeilijk. Je moest bij een wedstrijd zo gauw mogelijk een doelpunt zien te scoren. Dan zat de stemming erin. Dan ging je ervoor. Je voelde: het lukt! We maken het! Daarom staat de zondag aan het begin van de week. Dat is anders als in het Oude Testament. Dat was armer. Er stond toen nog een onbetaalde rekening open. En die lag bij de Heer. En wie geloofde, wist dat: mijn onbetaalde rekening, mijn grote schuld ligt bij de Heer. Hij ziet
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
die iedere dag. Hij wist wel dat er voor die rekening betaald zou worden, maar voorlopig was die nog niet betaald. Wíj leven ná Golgota. De Heer Jezus heeft onze schuld betaald, met zijn bloed. We gaan nu naar de Heer, zónder openstaande rekening! Wij mogen uitgaan van de vergeving, de bevrijding. Dat geeft rust! Daarom is de rustdag naar voren gehaald, naar de eerste dag van de week. Een goede start! Maar, voor een goede start moet je er wel tegenaan! Je drukt zomaar geen bal in het net van de tegenpartij. Maar als het lukt, heb je een geweldige voorsprong. Daarom gaan we ertegenaan op zondag. Twee keer naar Gods huis, bij de Heer zijn, stil naar zijn Woord luisteren, dat proberen te begrijpen en vast te houden. Thuis er nog over doorpraten. In de week er nog eens over doordenken. Wat een kracht heb je dan om de goede strijd te voeren. ‘Strijd!’ Het is natuurlijk wel gezellig op zondag. Maar: best jammer niet mee te doen in het A-team, bal en voetbalschoenen te laten liggen, geen tv aan om die wedstrijden te zien. Ook op andere momenten brengt je geloof strijd in je leven. Bepaalde beroepen kun je niet kiezen, omdat je dan onnodig op zondag moet werken, bijvoorbeeld. Waarom doe je eigenlijk zo moeilijk…? 1.
2. 3. 4.
Geloven, lid van de kerk zijn, is soms best wel moeilijk. Je moet er wat voor over hebben. Schrijf eens op (vóórdat je het volgende stukje leest), waarom je dat ervoor over hebt of voor over zou moeten hebben. Lees nu het volgende stukje en vergelijk dat eens met je eigen antwoord. Moet je nu je eigen antwoord veranderen of ben je het met het volgende stukje niet eens? Een lastige vraag: kun je ook bedenken wat ertegen zou zijn om de tv te gebruiken op zondag? Geldt dat dan ook niet van de radio? En wat vind je van die argumenten? Je kunt de kerk Gods A-team noemen. Je bent erin opgenomen. Je mag ‘spelen’ in Gods selectie. Wat zegt dat over trouw twee keer naar de kerk gaan op zondag?
" De laatste vraag. Ook de eerste vraag: ‘Houd je van God?’ ‘Kun je dat vragen?’ Of een nog vreemdere vraag: ‘Heb je God lief? Zing je Psalm 116:1 wel eens? Heb je waardering voor God? Vind je Hem ‘steengoed’, fantastisch?’ Tja, anders kun je nooit goed over de zondag praten! Waarom zou je dan de zondag heiligen? Dat leer je nu juist op zondag, in de kerk. Preek, doop en avondmaal zijn: bediening van de verzoening. Bediening. Een ober in een restaurant: ‘Wat wilt u eten?’ Later komt hij je bedienen. Hij zet bord, mes vork, lepel, eten en drinken klaar: ‘Eet u smakelijk.’ De kerk: bediening van de verzoening met God, de vrede met God word je op een presenteerblaadje aangeboden: ‘Alsjeblieft, God wil vrede met je, Hij wil je zonden vergeven. Hij heeft je geschapen, zorgt voor je, neemt je mee, op zijn tijd, naar de hemel en de nieuwe aarde.’
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
Dan zeg je: ‘God is fantastisch, God is geweldig.’ Je gaat God (be)danken, Hem eren, voor Hem zingen. Dan vind je het niet meer zo erg om dingen van door-de-week op zondag niet te doen, of om twee keer naar de kerk te gaan. Je wilt best twee keer bij de Heer in zijn huis zijn en je gaat dat daarom steeds mooier vinden. Je begint de Heer Jezus te begrijpen die, toen Hij twaalf jaar was, niet uit het huis van zijn Vader was weg te slaan. Denk na over wie de Heer is, dan groeit er in je dat je blij bent met de Heer. Dan wil je ook steeds meer doen wat Hij fijn vindt, en dat vooral op zijn dag. Wie de Heer kent, gaat doen wat Hij wil, wat Hij fijn vindt, juist op zijn dag. 1. 2.
Schrijf eens op waarom je de Heer liefhebt of zou moeten liefhebben. Waarom is het zinloos over zondagsheiliging te praten, als je de Heer niet liefhebt?
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
"
%$# & $
$
Doel Het doel van deze schets is, te bereiken dat de jongeren een positief gevoel t.a.v. de zondag krijgen. Daar is naar gestreefd door veel te vertellen en heel weinig voorschriften en aanwijzingen te geven. Hopelijk krijgen de jongeren al lezend het gevoel: de zondag is best een mooie dag, of tenminste: het kan een mooie dag zijn. De schets vindt z’n climax in het slot. Daar gaat de diepste rijkdom van het evangelie open. Ik geloof dat je jongeren van deze leeftijd heel goed voor ‘Golgota’ kunt plaatsen en dan (subtiel) om hun reactie kunt vragen. Tegelijk wil ik er niet omheen draaien dat het geloof je wat kost. Geloven is niet altijd ‘leuk’. Jan moet er z’n voetbalschoenen voor laten staan op zondag en bij de voetbaltop komt hij niet. Heb je dat voor God over? Dan moet je eerst helder hebben wie God (voor jou) is. Als je dat beseft, kun je zover komen dat je wat voor de Heer over hebt, ook bepaalde leuke dingen van de zondag. De inhoud Als we de schets in grote lijnen bij langs gaan, zullen de volgende dingen opvallen. Paragraaf Jan: − Jan mag op een ander uur naar catechisatie. Misschien dat bepaalde jongeren dat niet mogen. In kleinere gemeenten zal dat soms niet kunnen. Dan zal de training voor catechisatie moeten wijken. Waar dat wel kan, ga je soepel om met zulke wensen van jongeren. Wat heeft het voor zin, hen tegen de haren in te strijken en ze dan met forse tegenzin op catechisatie te hebben? − De coach van Jan is ook gereformeerd. Ik heb niet geschreven geref. (vrijg.). Ik ga ervan uit dat we binnen onze kerken integraal tegen zondagssport zijn. Deze coach is dus PKN, ‘evangelisch’ of iets dergelijks. Je hebt hier de gelegenheid enige woorden te wijden aan de verschillen tussen de kerken, en waar je uitkomt als je binding aan Schrift en belijdenis losser maakt. − De coach maakt een tegenstelling tussen het gebruik van je talenten (Mat. 25:15v) en Gods geboden. Je kunt de groep in tweeën verdelen en het standpunt van de coach laten verdedigen en aanvallen. De uitkomst zal moeten zijn dat je je talenten in dienst van Gods koninkrijk moet gebruiken, dus naar Gods geboden. Anders gebruik je ze contraproductief en had je ze beter kunnen begraven. Dat richt tenminste nog geen schade aan. De verwijzing naar Matteüs 4:6 wijst de jongelui erop dat zelfs de duivel de Schrift kent en kan gebruiken, maar dan wel tegen de bedoeling in. Je moet altijd de hele Schrift in rekening brengen (vgl. Christus’ antwoord in Mat. 4). Paragraaf Zondagsheiliging − Is de sfeer bij de jongeren thuis ook zo? Laat ze er iets over vertellen, zonder dat je er als leider (al te diep) op ingaat. Je kunt natuurlijk niet in de groep de sfeer in een bepaald gezin ‘afkraken’. − Ervaren de jongeren ook, dat ze eerst alles van het geloof voor zoete koek slikken, maar dat ze later kritisch gaan nadenken? Daar
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
kun je het moeilijk mee hebben als jongere. Het kan tot twijfel leiden. Goed om daar als leider/leidster oog voor te hebben. Tegelijk is het een heel goede fase in je leven. Het leidt tot bewust geloof (als het goed is). Paragraaf God moe? − Luister je eigenlijk wel naar de wet/preek enz.? Hoe vind je dat? Wat kun je eraan doen om echt te luisteren? In het antwoord moet vooral naar voren komen: bewust de kerkdienst meemaken, bidden om hulp tot aandacht, zaterdag op tijd naar bed. Paragraaf Feestdag − Het lijkt me wat optimistisch te veronderstellen dat de jongeren de teksten uit Hosea en Klaagliederen spontaan opzoeken bij de voorstudie. Daar zal dus een voorstudieopdracht van gemaakt moeten worden (zie hieronder). − Wat vinden ze van het gedrag van oom Gerrit? Als ze het heel snel afkraken, is het goed om duidelijk te maken, dat het voor een drukke zakenman niet meevalt z’n werk los te laten. Laat ze dat voelen, zodat ze gaan begrijpen dat zondagsrust ook een geloofsopgave kan zijn. − Wat is erger: bij zo’n bruiloft afwezig zijn of in de kerkdienst? Je moet toch stellen dat dit laatste het ergste is, want de ‘Feestgever’ is groter en de reden tot het feest eveneens! Er is toch niemand die je minder graag verdriet doet dan de Heer! − Niemand zal de Heer danken en bidden met een mobieltje aan zijn oor. Toch doen we dat in zekere zin best wel vaak: ‘nog even bidden’…; bijbellezen maar overslaan, geen tijd maken om de dag met de Heer te beginnen of af te sluiten; geen tijd voor vereniging of goed leren van je catechisatie. Paragraaf Nodig − Duidelijk moet worden dat Gods daden zo groot zijn, dat je er niet alleen gerust twee kerkdiensten per zondag voor uit kunt trekken om ze te gedenken, maar dat je daar zelfs in de eeuwigheid niet mee klaarkomt. Een eeuwigheid is te kort om al die daden werkelijk in beeld te krijgen. Denk alleen maar eens aan de schepping. Bovendien kom je naar de kerk om de Heer voor die daden te loven. Je kunt hieraan vastknopen dat je niet in de eerste plaats naar de kerk gaat om daar wat te krijgen (je geestelijk voedsel), maar om wat te geven (lof, dank, aandacht, aanbidding). De kerk is geen geestelijk cafetaria, maar een plaats van offeren áán de Heer. Dat torpedeert ook alle pogingen om de kerkgang tot één keer per zondag te beperken. Als je al een ééuwigheid nodig hebt om de Heer te loven, kun je dan op aarde je kerkgang beperken?! Als de Heer ergens geprezen wil zijn, dan in het midden van zijn gemeente, in zijn huis, door heel zijn volk. − Je kunt ook het lamlendige aantonen van wie in de kerk aan de rand meent te kunnen leven. Wie echt van de Heer houdt, doet het met hart en ziel, geheel en totaal. Hier wellicht een goede gelegenheid om van je eigen liefde en toewijding aan de Heer te getuigen, als voorbeeld voor de jongeren. Leg het er niet te dik op, houd het ‘natuurlijk’ en ‘echt’, maar schroom niet. − Toon begrip voor de gevuldheid van het leven van de jongeren. Je mag best laten merken dat je vindt dat zij het daardoor moeilijker
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
−
hebben dan hun ouders. Wij konden veel dingen niet, omdat er gewoon geen geld voor was. We waren niet beter, maar kwamen minder in de verleiding. Het is voor jongeren van vandaag een enorme opgave, zuiver te selecteren in de bijna eindeloze mogelijkheden. Daarvoor is hun gebed en het gebed voor hen hard nodig. Ook gelegenheid geven dankbaar te spreken over de wijsheid van God in de instelling van de zondag. Een stuk bescherming van ons geloofsleven! Het verdedigen waard!
Paragraaf Altijd zondag − Kunnen ze zich een beetje een voorstelling van de hemel maken? Ze zullen niet allemaal vol zijn van hemelverlangen. Je kunt dat verlangen een beetje stimuleren door allerlei verkeerde voorstellingen af te breken (zoals in de schets) en door voort te borduren op het paradijs. Dat wil ook de opdracht bereiken. Punten van overeenkomst: geen zonde of verdriet, maar stralende vreugde, levensbomen, rivieren enz. Punten van verschil: een volle aarde, gezellig druk; geboomte des levens (dus veel meer); er zijn geen zondaars meer, maar dat die er geweest zijn, is niet vergeten; een stad in plaats van een tuin; geen hemellichten meer, maar rechtstreeks licht van God enz. − Inzake het ‘hemelverlangen’: laten ze het ook eens van de kant van God bekijken, die Zich dag in dag uit mateloos ergert aan deze wereld. En aan de ‘lijdende christenheid’. Niet-verlangen is vaak een vorm van egoïsme. − Hebreeën 4 is niet zo eenvoudig. In de schets van 16+ zeg ik er iets van onder het kopje Iets nieuws. − Sommige jongeren kunnen ook op hun leeftijd al moe worden van verkeerde verlangens en steeds weer terugvallen in de zonde (zelfbevrediging, porno). Dan voelen ze aan dat de hemel rust geeft. Je zou hen daarover kunnen laten praten met ouderen. Zie onder voorstudie. Paragraaf Een goede start − Ik hoop dat ze gaan beseffen dat het Nieuwe Testament rijker is dan het Oude Testament, en hoe goed de jeugd af is (en wij) dat we in deze bedeling mogen leven. Zo vormt deze paragraaf een opmaat naar de volgende. Dat betekent niet dat men in het Oude Testament de vreugde van de verlossing niet kende. Ze gingen ervan uit dat het wel goed kwam omdat God verlossing beloofd had. En bij God is de belofte net zo zeker als de uitvoering ervan. − Het doel van deze paragraaf is ook te bewerken dat ze actief willen zijn in de kerkdienst. − Persoonlijk ben ik ervóór tv (en radio) uit te laten op zondag. Er zijn mensen aan de gang in Hilversum (en elders) die nodeloos werken voor dit medium op zondag. Ik wil me graag van deze zondagsarbeid distantiëren, evenals van alle onnodige zondagsarbeid, omdat God daar verdriet van heeft. Of ik dan ook geen elektra gebruik? Ik kan op alle vragen hier niet ingaan, maar: elektra e.d. is nodig. − Beroepen die je (beter) niet kunt kiezen vanwege onnodig zondagswerk: werken in het openbaar vervoer (op het land, op zee en in de lucht), bedrijven met (onnodige) volcontinudienst, buitenlandchauffeur, zeevaart enz. Natuurlijk is daar steeds een
bijbelstudie voor jongeren van 12 – 16 jaar
−
genuanceerd verhaal bij te vertellen en ligt alles niet zwart-wit, maar laat de jeugd wel beseffen, dat dit soort werk een pijnlijke en zomaar schadelijke inbreuk maakt op een leven vanuit het vierde gebod! Als de jongeren er het voorrecht van inzien dat ze bij Gods selectie mogen horen (in tegenstelling tot wie naar de hel gaat), gaan ze hopelijk begrijpen dat het niet meer dan normaal is dat je bij de trainingen en oefenwedstrijden bent en daar helemaal voor gaat (dus de kerkdiensten). Om de grote (wed)strijd te winnen (Heb. 12).
Paragraaf Waarom? − De spits van de schets, de bodem onder pijnlijke keuzen. Gepoogd is het ‘houden van God’, het liefhebben van God (Ps. 116:1) dichterbij te brengen en concreter te maken. Hopelijk komen de jongeren wat mee in deze gedachtegang. − Als je niet van God houdt, wil je niet iets om Hem laten of iets doen wat tegen je eigen zin ingaat. Waar geen liefde is, heeft daarom het praten over Gods geboden geen zin. Ik hoop dat deze paragraaf laat zien dat er alle aanleiding is voor liefde tot God! Voorstudie De schets is m.i. gemakkelijk door te lezen thuis. Geef daarbij de volgende opdrachten: − Noteer vragen of opmerkingen die je al lezend te binnen schieten, in de kantlijn. Begin als leider/leidster met daarnaar te vragen. − Laat de teksten uit Hosea 2:10 en Klaagliederen 2:6 (paragraaf Feestdag) opzoeken en nagaan of het klopt wat daarover in de schets staat. − Laat ze gaan praten met ouders/ouderen over de vraag of je ook moe kunt worden van je zonden (n.a.v. paragraaf Altijd zondag). − Laat ze de opdrachten alvast thuis van een antwoord voorzien. − Geef een aantal de opdracht de mening van de coach te verdedigen (paragraaf Jan). − Laat anderen een tegenreactie (van Jans ouders bijvoorbeeld) voorbereiden (dezelfde paragraaf), en zet ze op vereniging tegenover elkaar. − Geef sommigen de opdracht op te schrijven wat naar hun mening de zondag tot een feestdag zou kunnen maken en laat de groep daarover discussiëren. − Geef de (verschillende) opdrachten die je ter voorstudie opgeeft, schriftelijk met de jongeren mee, eventueel verschillende opdrachten aan verschillende jongeren. Voorstudie voor de leiding: de schetsen voor 16+ en voor de volwassenen, en de daar genoemde literatuur.
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
!" #$ %&&' &() ' ( ds. P.L. Voorberg, Geulstraat 12, 8303 JA EMMELOORD tel. 0527-622142
'(() Tineke had het papiertje binnen! Het had heel wat zweet gekost. Ze ging graag aan het werk. Dat anderen nog naar het MBO gingen, kon ze niet bevatten. Ze had al een zaterdagbaantje. Ze kon zo bij de C1000 aan de slag. Ze had er zin in: leuke collega’s, gezellig werk. Nog even een praatje met de chef, wat papieren en toestanden regelen. Toch wel wat anders dan parttime. De verdiensten waren ook een stuk beter, niet gek. Er kwam een officieel contract op tafel, nog één handtekening… ‘Ja’, zei de chef, ‘ik zal nu ook wel eens een beroep op je moeten doen op zondag. Ik weet dat je naar de kerk gaat. Jij laat natuurlijk niet je collega’s voor ’t werk opdraaien’. Kees ging met veel plezier twee keer per week naar de sportschool. De laatste tijd zelfs drie keer. Het kreeg hem steeds meer te pakken. Hij kwam verder. Verschillende banden en slippen haalde hij binnen. Zijn leraar kreeg er ook steeds meer lol in hem iets extra’s te leren. Op een keer kwam hij met een poster aandragen: ‘Dat is iets voor jou! Karateweekend. Kom je ook eens anderen tegen. Sportscholen uit heel Nederland. Zal ik je maar opgeven? 25 euro inschrijfgeld. Komen nog wel wat kosten bij.’ Kees was direct enthousiast. De folder mee. Lastig om vrij te krijgen, zaterdag bij de TNT Post. Hopelijk kon dat. ‘Welke dagen?’, vroeg ma, ‘dan zetten we het even op de kalender. Joh, er zit ook een zondag in…’
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
Peter had met succes de HBO afgerond. Nu zou het moeten gebeuren. Toen hij vier jaar geleden begon, stonden de bedrijven bij het hek van de school om de vierdeklassers over te halen. Daar deed je het voor: vier jaar blokken, maar dan! Snelle auto, flitsend pak, riant salaris… De markt was ingezakt, van stages hield je geen contacten over. Daar sta je dan met je HBO. Wil je aan de slag! Na vijf brieven een gesprek! Nerveus. Jezelf goed verkopen! Pittig gesprek. Het ging steeds beter. De sfeer werd wat meer ontspannen. Je leek geen slechte indruk te maken. Het gesprek kwam wat meer op de privésfeer. De personeelschef was enthousiast tennisser. Jij vertelde van honkbal! ‘Wil ik wel geloven, met jouw lengte (2 meter plus)’, reageerde de chef, ‘wat vond jij nou van die wedstrijd?’ ‘Niet gezien? Was gisteren bij jou in de plaats!’ Nee, ’t was op zondag geweest… Het ijs werd een beetje glad. Je laveerde voorzichtig om de brij heen. Je wist heel goed dat er aan zondagsarbeid in deze branche niet te ontkomen was. Je hield het liever wat vaag. De chef was niet voor niets chef geworden en liet zich niet om de tuin leiden: ‘We hebben wel van tijd tot tijd promoties op zondag. Ook wel eens een beurs. Krijgen we dan problemen met jou?’ Nico en zijn vrienden hadden er echt veel zin in. Het funpark zou de volgende dag worden geopend en dan was de entree gratis! Na het vierde biertje werden ze het steeds meer eens! Je was toch wel gek als je daar niet heen ging! Zaterdag konden ze niet, dan moesten ze werken. Om eens een uurtje na schooltijd te gaan, – dat was veel te duur. ‘Als we nu gewoon zeggen dat we morgen bij jou naar de kerk gaan, en we komen direct na de morgendienst bij jou! We gaan dan meteen, jullie hebben toch laat kerk ’s middags, we kunnen dan ook nog wel naar de kerk, en als we dat niet halen, dan hadden we vast een lekke band.’ Na het zevende pilsje zagen ze het helemaal zitten. Ze waren nog net voor twaalf uur thuis. Anja had er maandagmorgen meestal niet zoveel zin in. Ze werkte nu al een jaar in de apotheek, maar kon aan de maandagmorgen niet wennen. Tot aan de koffie ging het best wel. Maar dan kwamen de verhalen! Nel was met Gert uitgeweest! Nicolien met Kees! Charlotte had een te gaaf weekend doorgebracht met Chris. En Anja was naar de kerk geweest en naar de vereniging… Ze had een keer maar wel erg lang op de wc gezeten. Dan waren de gesprekken voorbij! *
+
,
Het valt niet altijd mee hierover te praten. De mensen die het voor het zeggen hebben (ouders, ouderlingen, dominees), hebben van die steile opvattingen. Je weet van tevoren dat het allemaal niet mag en niet kan en wat wel moet. Ergens snap je het ook wel weer. Toen zij jong waren, kwam het niet voor of ze hadden toch nergens geld voor. Wat dat betreft leven jongeren vandaag in een boeiende tijd! Je kunt veel meer, je mag veel meer, je doet veel meer. De eerste zondagen, de eerste keren, geeft het een wat raar gevoel: zij zitten nu in de kerk, en ik zit hier… ’t Went snel. Het heeft voordelen! Vrije tijd door de week, extra geld in het laatje. Je gaat best nog wel naar de kerk. Het voelt prima.
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
1. 2. 3.
, Kun je hierover met ouderen nog wel praten? Hun tijd was zo anders. Vind jij de tijd waarin je opgroeit, ook een boeiende tijd? Waarom? Je geweten kan je waarschuwen. Is dat een Godsgeschenk? Ze zeggen wel eens: je geweten is als een klok die je van tijd tot tijd gelijk moet zetten. a. ‘Gelijk’, waaraan? b. Hoe doe je dat?
Ja, voor jou. Maar er is nog Iemand met gevoel. Hoe voelt het voor de Heer? Als Hij er nu verdriet van heeft? Kun je daaraan voorbij? Aan Hem die zijn eigen Zoon gaf? Daarom gaan we in deze schets op zoek naar wat Hij met de zondag wil. En dan kijken we wat dat zeggen wil in onze tijd. Dat noemen we ethiek: er zijn vaste regels, onveranderlijke principes, maar hoe pas je die toe vandaag? ‘Steel niet.’ Dat is duidelijk, een onveranderlijk principe. Maar: men veracht een dief niet, wanneer hij steelt omdat hij honger heeft, hij steelt uit noodzaak … (Spr. 6:30). Er is meer te zeggen dan het achtste gebod. Hoe zit het dan met het vierde gebod? 1. 2.
, Je kunt met Spreuken 6:30 het achtste gebod fraai buiten werking stellen… Of toch niet? Wat leert Spreuken 6:31 in dit verband? (Voor wie er echt zin in heeft: vgl. Mar. 7:9-13). Wat leert Spreuken 6:30v over het toepassen van Gods geboden en wat zegt dat over de toepassing van het vierde gebod?
Dat klinkt echt niet. ‘Maandagsheiliging’. Dat wil ook al niet. De zondag is een aparte dag. Al in de Bijbel. Er is één dag die de naam ‘dag van de Heer’ draagt (Op. 1:10). En niemand hoeft te vragen welke dag dat is. Er is één maaltijd die de ‘maaltijd van de Heer’ heet, ieder weet dat dat het avondmaal is (1 Kor. 11:20). Welke dag kan anders de ‘dag van Christus’ zijn dan de dag van zijn opstanding? Dat was toch dé dag van zijn leven! Een week telt zeven dagen. Over de sabbat gaat het nauwelijks meer in het Nieuwe Testament. De eerste dag van de week krijgt opvallend veel aandacht (Joh. 20:9-19; Hand. 20:7; 1 Kor. 16:2). Sprak het Oude Testament over de sabbat als over ‘de dag van de Heer’: de Heer noemt hem mijn sabbat (Ex. 31:13; Lev. 19:3,30; 26:2; Jes. 56:4; Ez. 20:12,13; 22:8,26; 44:24), het Nieuwe Testament wijst ons op de opstandingsdag. , ‘Sabattisten’ en ‘zevendedagsadventisten’ willen aan de zaterdag als rustdag vasthouden. In het Nieuwe Testament zie je de aandacht verschuiven van de zevende dag naar de eerste dag van de week. Wat voor kracht heeft dit argument in discussie met ‘sabbatisten’ en ‘zevendedagsadventisten’?
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
,. Die overgang was een aardverschuiving gelijk. Als jij nu eens op zondag naar school zou moeten, en voortaan op woensdag de rustdag viel, de dag van-kerkdiensten-en-vrij-zijn? Israël ging altijd al op zaterdag naar de synagoge. De overgang naar de zondag was nog groter dan die van gulden naar euro. Waarom op zaterdag? Dat begon in het paradijs. De Heer nam rust ná de arbeid van zes dagen scheppen. Na gedane arbeid was het ook voor de Heer goed rusten. Zo ging het duizenden jaren. Het Nieuwe Testament komt met de eerste dag. De rust aan het begín. De rust als uitgangspunt. Dat heeft een diepere betekenis. Het heeft alles te maken met het hart van Gods werk: de verzoening. Daar leeft het Oude Testament naartoe. Er moest eerst nog heel wat werk worden verzet, vóór de rust van de vrede met de Heer kon intreden: het werk van de verzoening. Christus heeft dat volbracht! De rust is nu uitgangspunt. We zijn verzoend met God en dat legt nieuwe glans over het hele leven dat we daarna leven. Om het wat ingewikkeld te maken: toch is de rust ook nog toekomst. In Hebreeën 3:7-4:13 speelt de schrijver, om zo te zeggen, met het woord ‘rust’. Hij wijst op die leden van het volk Israel die nooit in Kanaän gekomen zijn. Ze hebben, schrijft hij, de rust niet bereikt vanwege hun ongeloof. De rust bevond zich voor het woestijnvolk in de toekomst (Kanaän). Dat past bij een rustdag (sabbat) aan het eind van de week. Maar, vervolgt de schrijver, ook al kwam het jongere deel van het volk wel in de rust (Kanaän), de Heer bleef rust beloven! Er is dus nog meer rust te verwachten. Hij trekt dan de lijnen door: ook voor wie in Christus gelooft, blijft er een sabbatsrust in de toekomst, de rust van de eeuwige sabbat, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Dus, ook al gaan we in het Nieuwe Testament uit van de rust (de volbrachte verzoening), we hebben het einde nog niet bereikt: er komt nog een mooiere rust, die van het eeuwige feest! En dáár komen we, maar niet iedereen. Niet iedereen kwam in Kanaän. De schrijver waarschuwt in Hebreeën 4 dat er mensen werden ‘neergeveld in de woestijn’. Een waarschuwing voor ons op weg naar het hemelse Kanaän. 1. 2.
, Dat we nu de rustdag op de eerste dag van de week hebben, legt nieuwe glans over het leven, in onderscheid van het Oude Testament: Waarom? Hoezo? Ervaar je dat? Welk verband ligt er tussen (het houden van) de rustdag nu en het ingaan in de eeuwige rust? (Zie Heb. 3:7-4:13.) .
De zondag heet de ‘dag van de Heer’. De sabbat noemde de Heer uitdrukkelijk ‘mijn sabbat’. Wie is die God, die zomaar van een dag zegt dat het speciaal zijn dag is? Pas als je op die vraag een goed antwoord kunt geven, mag je over het onderwerp zondagsheiliging praten. Is je antwoord op die vraag fout, dan kun je het onderwerp zondagsheiliging wel vergeten. Wordt nooit wat. Eérst God, dan zijn gebod. Dat leert al een heel oude tekst, die ook wel de grondwet van Israël werd genoemd: Deuteronomium 6:6, houd de geboden die Ik (de Heer) u vandaag opleg, steeds in gedachten…
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
Wat de Heer daar gebiedt, is de liefde tot Hem en de erkenning van Hem als de enige God. Die liefde en die erkenning zullen in je gedachten moeten zijn: die zul je ter harte moeten nemen; anders hoef je aan de andere geboden niet te beginnen. Eerst God in je denken, in je hart sluiten, dan zijn geboden. Denk aan wat ik hierboven schreef over Het voelt prima. Hierbij kan helpen dat je nauwkeurig kijkt naar wat de Heer in zijn geboden voorschrijft. Wat wil de Heer eigenlijk met die rustdag? + Snap je nu ook waarom zoveel gesprekken over wat wél en wat niet mag, mislukken? Wat ga je daar nu aan doen (zo mogelijk)?
Uit je kindertijd heb je misschien het gevoel overgehouden: de dag waarop niks mag. Maar de Heer wilde heel wat anders met die dag. Hij wilde ons een plezier doen met die dag. Hij weet dat de mens geen God is. Gods krachten zijn eindeloos. De mens heeft rust nodig. God ‘plande’ die dan ook in: voldoende, één op zeven. De Vader en de Zoon werken zeven dagen per week (Joh. 15:7), wij mogen met zes volstaan. Mensen zijn geen machines. De Heer wil geen slavenbestaan, ook niet voor de slaven. Die moesten ook rusten op de rustdag (‘U mag niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen …’, zie ook Deut. 5:15). De sabbat hoort thuis in een rijtje feestdagen (Hos. 2:10; Klaagl. 2:6). De sabbat heet ‘een dag van vreugde’ (Jes. 58:13), de Heer heeft hem bedoeld als een dag om ‘op adem te komen’ (Ex. 31:17). Psalm 92, een lied voor de sabbatdag, is een loflied. Het mag opvallen dat dit nog steeds breed gedragen wordt, ook in de Nederlandse (onchristelijke) samenleving! Het wetsvoorstel om de zondag in hoge mate als vaste rustdag in ere te herstellen, heeft breed draagvlak in de Tweede Kamer. Na een tijd waarin dit min of meer was losgelaten, gaat de mens aanvoelen dat het toch niet zo lekker werkt, en keert hij terug naar een oude scheppingsregel van God. Zijn regels zijn goed voor de mens. Dat bedoelde de Heer Jezus, toen Hij zei: de mens is er niet voor de sabbat, maar de sabbat voor de mens (Mar. 2:27)! 1. In feite legde het rijtje in het vierde gebod toen al een tijdbom onder het verschijnsel slavernij! 2. God gebiedt: − Jij moet rusten. − Jij moet om je heen zoveel mogelijk rust scheppen (je zoon, dochter, slaaf, -slavin, vee, vreemdeling). − Dat betekent dat je ook niet profiteert van onnodig werk van anderen (rustverstóórders…)
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
&.
/
,
Dat is het verschil tussen een cirkel en een ellips. Een cirkel heeft maar één brandpunt. Een ellips is een eenzijdig uitgerekte cirkel en heeft daarom twee brandpunten (wiskunde I(?)). De sabbat is vanouds een ellips. De mens heeft RUST nodig en krijgt die royaal van God: één op zeven. Het vierde gebod leert: de Heer rustte op die dag, daarom zegende de Heer de sabbatdag en HEILIGDE die. De twee brandpunten: rusten en heiligen. Daarom moet de mens die dag rusten en heiligen. Logisch, dat na de zondeval het ‘heiligen’ meer nadruk kreeg. Als je ónheilig geworden bent, moet het heiligen meer nadruk krijgen. Zoals de mens rust nodig heeft om zich niet over de kop te leven, zo heeft hij het ‘heiligen’ nodig om zijn léven niet kwijt te raken: één dag van geconcentreerde dienst, van een intens aanhalen van de band met God en zijn kerk, van versterken van het geloof. Om uitslijten te voorkomen. Rust en heiligen. Twee brandpunten. Maak van de zondag geen cirkel. Je verkleint hem. Je doet jezelf en God (!) tekort. Na de zondeval werd de mens on-rustig en on-heilig. Schrijf op flaps waar de moeite ligt in het vinden van rust en waar de moeite ligt in het heiligen van de sabbat. Leg ze naast elkaar en vergelijk ze. Wat is eigenlijk het moeilijkste? -
.
In het Oude Testament kreeg de mens veel hulp. Het volk paste nog in kinderschoenen. Gedetailleerde voorschriften hielpen bij de invulling van de sabbat, zoals gedetailleerde kledingvoorschriften de priesters hielpen om er fatsoenlijk bij te lopen in de tempel (al had het nog wel meer betekenis). Voorschriften tot in kleinigheden hielpen het volk góede offers te brengen. Wij moeten zelf denkwerk verrichten om uit te maken hoe(veel) we offeren. De kerk is mondig. De periode van het onmondig zijn (Oude Testament) is voorbij (Gal. 3:23 - 4:7). Wij hebben een overvloed aan wijsheid van de Geest gekregen (Hij is uitgestort). We moeten (op een volwassen manier) zelf conclusies trekken. Wat is echt volwassen? Bewijs je je volwassenheid door je af te zetten tegen je opvoeding? Hoe zit dat als de opvoedingsregels volmaakt zijn geweest, zoals in het Oude Testament? Christus heeft ons geholpen. In de Bergrede (Mat. 5 - 7), ook wel de grondwet van het koninkrijk der hemelen genoemd, neemt Hij een aantal geboden bij de kop (Mat. 5:21-48). Hij gaat ze toepassen voor het Nieuwe Testament. ‘In het Oude Testament was overspel verboden’ (zevende gebod), haalt Hij aan. Toch gaf de Heer soms ruimte aan mensen die uit elkaar wilden gaan. Daarvoor was de scheidbrief ingesteld. In het Nieuwe Testament is die scheidbrief afgeschaft. Alleen zaken die het huwelijk werkelijk onmogelijk maken (de dood of overspel), kunnen een wettige reden zijn tot scheiden. Zo bespreekt Hij nog enkele andere geboden. Je zou kunnen zeggen: het is bij Christus strenger. Beter: het gaat bij Christus dieper. Dat wil bijvoorbeeld ook een hoofdstuk als Hebreeën 8 aangeven. Christus
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
vervult de wet. Dat betekent dat Hij de diepste bedoeling van de wet aan het licht brengt en ons daaraan bindt. Dan is natuurlijk ook het vierde gebod voor ons geldig in vervulde, verdiepte zin. Om te weten wat dat betekent, kijken we naar het Oude Testament. Daar leerden we de twee brandpunten: rust en heiligen. De rust sloot een arbeidsverbod in. Hoe houden we ons nu aan dat gebod in vervulde zin? Dat is het probleem voor Tineke, Kees, Peter, Nico (en Anja). Het lijkt me dat jullie daar op een verenigingsavond uitstekend over kunnen praten, zonder dat ik hier (nu) mijn antwoorden geef. Ik denk dat je met deze schets als grondverf eruit kunt komen. Je kunt eventueel nog in de schets voor de volwassenen kijken. Je komt er zeker uit. En Tineke, Kees, Peter en Nico ook. En Anja leert hoe ze moet reageren, als je kans ziet je liefde voor de Heer te laten overheersen. Kijk nog eens naar de paragrafen: Het voelt prima en Om Gods wil. Om zo ver te komen, moet de Heer nog veel in jullie (en mij) aan het werk. Maar dat doet Hij! Op zijn manier. Daarom straks een paragraafje over de kerkdiensten. $ Je zou de situatie van Kees, Tineke, Peter, Nico en Anja eens kunnen naspelen. Daarbij kan vooral de vraag aan de orde komen, hoe zij in hun verschillende situaties zouden moeten reageren. Je zou daar de vraag bij kunnen betrekken: hoe ga je als volwassene om met opvoedingsregels die je in je kindertijd kreeg, en waarom, en als dat nu eens volmaakte regels zijn geweest? Hoe móet je ermee omgaan en hoe ga je ermee om. Wat doe je met/aan het verschil? 0
+
We leven in een boeiende tijd. Er komen niet alleen stapels nieuwe gezangen en formulieren binnen, we horen van een gaande viering van het avondmaal, gezongen of gesproken ‘amen’, meerdere muziekinstrumenten in de kerkdiensten enz. Buiten onze kerken gaat het soms nog veel creatiever toe: cabaret, toneel, drama in plaats van een preek, dans, disco, vlaggen en wimpels in de kerk. Het is uiteraard prima over een eigentijdse invulling van de kerkdienst na te denken. Steek er alleen niet te veel energie in. Hoe alternatiever de kerkdienst (in algemene zin), hoe sneller de kerken leeg liepen. Stop niet te veel energie (verontwaardiging bijvoorbeeld, of ergernis, die kosten héél véél energie) in de vorm van de kerkdienst. De vorm is niet nummer één. Dat is een kardinaal verschil met het Oude Testament, met de kindertijd van de kerk. Kinderen hebben veel uitwendig vertoon nodig. Vergelijk de manier van vertellen van een kleuterjuf met die van een professor. Het Oude Testament was gedetailleerd, beeldend, sterk op het zichtbare en uitwendige gericht. Dat is in het Nieuwe Testament anders. In de kerkdiensten gaat het om vier dingen: trouw blijven aan het onderwijs (vanuit Gods Woord), het breken van het brood (zeg maar de sacramenten), de gemeenschap en de gebeden (Hand. 2:42). Daarom zijn al die debatten over liturgie zaken van de buitenrand. De vraag van de kerkdienst is: heb je hart voor de Heer (en dus voor zijn Woord)? Heb je dóór dat die dominee de Heer doorgeeft? Dan kom je
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
schatrijk uit een kerkdienst, ook al klonk daar niet meer muziek dan orgelspel en had de kerkenraad nog steeds het zwarte pak aan. Tegelijk kom je straatarm uit de meest flitsende vertoning die niet meer dan muzikaal en verbaal entertainment bood, omdat het Woord van God slechts in de marge functioneerde. Wat ik maar zeggen wil: een kerkdienst moet een Godsontmoeting zijn. Dat is het als je (geestelijk) op het puntje van je stoel zit: de Vader van Jezus Christus is hier en Hij laat zijn Woord horen. Dat dringt de tranen naar je ogen tijdens een doop, het avondmaal, het lezen van Gods Woord, de preek, het zingen. Als je zo voorgesorteerd naar de kerk gaat, is de vorm niet meer zo belangrijk en zeker geen ‘hete hoofden en koude harten’ waard. Om allerlei misverstanden te voorkomen: de vorm is niet ónbelangrijk. Goed verzorgde kerkdiensten, eigentijds. Maar punt één is de Godsontmoeting, de ontmoeting van hart – hart tussen de Heer en jouzelf. Dan is ook één of twee keer naar de kerk geen discussie meer. Je hebt God in het hart gezien, je weet van Golgota. Voor die God wil je er zijn. Zeker op zijn dag. En dat verlies je niet meer in de rest van de week. Je weet van een eeuwige sabbat (HC 38) en je begint die alvast. Zo geeft de zondag een glans aan je leven die je niet meer kwijtraakt. Paulus schrijft over meer en meer naar de luister van het beeld van God veranderen (2 Kor. 3:18). Wie echt zondag viert, gaat dat ervaren. . + Stelling: ‘Wie kritiek heeft op de dominee, is op de verkeerde stoel gaan zitten: op de preekstoel in plaats van op een gewone stoel in de kerk. Je moet op je eigen stoel blijven.’ 1. 2. 3. 4.
#
Waar gaat het in jullie gesprekken en beleving méér over: over de vorm of de inhoud van de kerkdienst? Hoe komt dat? Hoe verander je dat, als je niet goed bezigt bent? Met welke tips kun je je eigen dominee dienen in het voorgaan in de kerkdiensten? Maak een lijstje. Ken je de ontroering waar ik in de schets over spreek? Vertel er iets over aan elkaar (als dat in jullie groep past), en ook (eventueel) als je dat niet kent. Een echt gemis! Moet je je op zaterdag(avond) niet alvast voorbereiden op de Godsontmoeting van de zondag? Lukt vraag 4 niet vanwege je zaterdagavondvulling…?!
, Lees de schets en denk alvast na over de discussiepunten, vragen en stellingen. K. de Vries, ‘Twee keer naar de kerk?’, in: De Reformatie, jrg. 76 nr. 44 en 45 (zie ook P.L. Voorberg in hetzelfde blad, jrg. 75, nr. 37). H.J. Room / P.L. Voorberg, De zondag, uitg. Woord en Wereld, Bedum, 1995. Een boekje om mee te nemen naar vereniging en zo nodig te raadplegen. E.A. de Boer, P.L. Voorberg, K. de Vries en J. Westert, Zondag HEERlijke dag, De Vuurbaak, Barneveld, 2004. Zondag HEERlijke dag, een handreiking (vrijgegeven door de GS van Amersfoort 2005, zie Acta, art. 22).
bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16 +
Voor de echte freaks: Acta Generale Synode van Leusden 1999, art. 25 met bijbehorend rapport (bijlage 3, Acta pag. 345-352) en de uitleg daarvan door T. Huttenga in: De Reformatie, jrg. 75 nr. 11, 12 en 13. Eveneens de Acta van de Generale Synode van Amersfoort 2005, art. 22-26. A.L.Th. de Bruijne, ‘Werken en wijsheid’, in: De Reformatie, jrg. 74, nr. 16 en 17 (over de uitspraken van ’GS Leusden 1999’) en de reactie daarop van mij in hetzelfde blad, jrg. 74, nr. 26 en weer de reactie van De Bruijne daarop in ook weer hetzelfde blad, jrg. 74, nr. 27 en 29. Heel waardevol is nog altijd J. Douma, De tien geboden II, 1986, Kampen, p. 9-73 (ook een meeneemboekje voor vereniging). B. Luiten, Het feest van de eredienst, Gemeenteschets nr. 18, uitg. GBb en BGJ, 2006 (downloaden via www.bijbelstudiebond.nl en www.bgj.nl).
bijbelstudie voor volwassenen
bijbelstudie voor volwassenen
!" #$ %&&' %&+*!! ( ( ds. P.L. Voorberg Geulstraat 12, 8303 JA EMMELOORD tel. 0527-622142
Niets is normaler, en toch… Als er nu eens mannetjes op de maan waren, die op de aarde landden: ‘Waar halen jullie het vandaan om in weken te denken? Hoe komen jullie erbij om een rustdag per week te hebben?’ Als je zo van de maan neerdaalt, stijgt je respect voor God. Hij zet de wereld naar zijn hand! Nog steeds deelt heel de wereld de tijd in naar de instelling van God. Men heeft geprobeerd een tiendaagse week in te voeren, maar kwam er gauw van terug. Het beste bewijs van de macht van God over de tijd is het verzet tegen en de moeite om de 24-uurseconomie in te voeren. Je moet bergen werk verzetten om te doen alsof er geen vaste rustdag is, en om dat in te voeren in je economisch systeem. Want wat God instelde, is niet te negeren. Hij zet alles naar zijn hand, zelfs de tijd. Van Hem kun je pas zeggen: Hij heeft de tijd. # Als je stelt: ‘God heeft de tijd’, is het dan ook niet zo, of moet het dan ook niet zo zijn, dat wij als zijn kinderen de tijd hebben? Wat zit ons in de weg? Wat zegt Jesaja 28:16 in dit verband?
We beginnen bij de schepping. God koos toen voor een ritme van 6 op 1. Dat beheerst voortaan het leven. Was die sabbat, die de Heer nam, na de schepping ook al als rustdag in ere bij Nimrod en bij Metusalem? Op de verhouding zondag–sabbat kom ik nog terug. Maar hoe ging het in die oude tijden? Ging Henoch naar de kerk? Twee keer? Rustte
bijbelstudie voor volwassenen
Kenan (Gen. 5:12) van zijn werk op de zevende dag? Ze hadden toen toch al ingesteld dat ze de Naam van de Heer zouden gaan aanroepen? (Gen. 4:26). En was dat inderdaad de voorloper van onze kerkdienst? Het is natuurlijk buitengewoon interessant om te onderzoeken hoe Jered (Gen. 5:18), in zijn 162e jaar, de zevende dag doorbracht en of hij al zijn 962 jaar ook trouw naar de kerk ging. + Het valt op hoe weinig argumenten en hoe sterke taal de Korte Verklaring hier gebruikt om aan te geven dat het in Genesis 4:26 om openbare erediensten gaat… . Pas in Exodus 16 gaat het echt over de sabbat, ook al bestaat dan de wereld al duizenden jaren. De Heer doet manna regenen uit de hemel, en alleen op de zesde dag mag (en moet) het volk meer oprapen dan voor één dag nodig is. Op de zevende dag zal er namelijk geen manna zijn. Mozes legt uit dat deze dag een rustdag, een heilige sabbat voor de Heer is. Er is aanleiding te veronderstellen dat deze dag toch al eerder onder Israël als bijzondere dag voor de Heer bekend was. Vers 28 suggereert dat de sabbat al een bekend verschijnsel was (vgl. ook Ex. 15:25). Exodus 16 geeft dan niet meer dan een speciale toepassing van het heiligen van die dag in verband met de mannaregen.1 Het woord van Christus dat de sabbat gemaakt is om de mens (Mar. 2:27), doet een instelling van de sabbat bij de schepping veronderstellen.2 De Heer rustte van zijn scheppingswerk, daarom zegende Hij de sabbatdag en heiligde die (vierde gebod). Zo leert de tekst van het vierde gebod ons waar het op de sabbatdag om gaat: heiligen en rusten, de twee brandpunten van de ellips die sabbat heet. En dat rusten brengt een werkverbod met zich mee. Als de sabbat pas ingesteld is in Exodus 16, kan die in het Nieuwe Testament ook weer afgeschaft zijn. Dat zou met een paradijsinstelling nooit kunnen gebeuren. 1 + Nog altijd leeft het misverstand dat Israël te beklagen was vanwege de plicht om de sabbatdag te houden. Het was toch wel zielig, zo’n streng voorschrift. Ons gonzen dan teksten door het hoofd waarin de doodstraf gesteld werd op het overtreden van dit sabbatsgebod (Ex. 31:12-17). Die straf werd ook nog uitgevoerd. Een betrapte sabbatshoutsprokkelaar werd op uitdrukkelijk bevel van de Heer gestenigd (Num. 15:32-36). We zien Nehemia dreigen met inhechtenisneming bij sabbatsontheiliging (Neh. 13:21). Het arbeidsverbod werd hoogst serieus genomen. Het gold ook in de ploegen oogsttijd (Ex.34:21) en het was verboden vuur te maken in je woning op de rustdag (Ex. 35:3). Jesaja fulmineert tegen verkapte sabbatsarbeid en windt zich erover op dat de mensen het bestaan om op de rustdag ‘hun gang te gaan’, dus hun gewone bezigheden (vert. NBG-’51) op te knappen (Jes. 58:13v). De vertekening die de 1
Zie voor een bredere behandeling H.J. Room, ‘De rustdag in het licht van de Bijbel’, in: H.J. Room / P.L. Voorberg, De zondag, Bedum,1995, p. 10-17. 2 Zie A.L.Th. de Bruijne, ‘Op de bres’, in: De Reformatie, jrg. 74 Goes, 1999, p. 639.
bijbelstudie voor volwassenen
Farizeeërs tot stand hadden gebracht, belemmert nog meer het juiste zicht op de sabbat. Zij plozen met eindeloze nauwkeurigheid uit wat nog wel en wat nog geen arbeid was, en dus wel of niet op sabbat mocht worden verricht: één draad weven, één steek naaien mocht nog. Maar zodra je het aantal verdubbelde, dan was dat arbeid, waarmee je de sabbat ontheiligde. Een luis doden op sabbat was geoorloofd, een vlo 3 niet, want dat was een soort jacht! Hun zure gezichten bij Christus’ reddende wonderen op de sabbat completeren de aanleiding tot onze misvattingen over de sabbat. Echt misvattingen! De sabbat was een genadegeschenk van de Heer in de volle zin van het Woord. Wie had ooit verwacht dat de Heer die scheppingsgave zou blijven schenken? Je had als mens toch compleet je plaats op aarde verspeeld? Kun je dan verwachten dat de Heer je zomaar voor 1/7 deel (14 2/7 %) gratis op zijn aarde laat leven? Hij zeven dagen per week voor je zorgen en jij zoveel tijd rusten? Werk zolang het dag is! God de Vader werkt zeven dagen per week, en de Zoon ook (Joh. 15:7), maar de mensen voor wie Zij werken, krijgen ruim 14% ononderbroken arbeidstijdverkorting! Zó is de sabbat bedoeld. De Heer weet dat mensen geen machines zijn. Geen volgepakt programma, geen slavenbestaan (vgl. de motivatie bij het arbeidsverbod in Deut. 5:15). De sabbat hoort thuis in een rijtje feestdagen (Hos. 2:10; Klaagl. 2:6). Het is een bewijs dat de Heer en zijn volk bij elkaar horen. Welk volk kent een sabbat, krijgt van zijn ’god’ zoveel vrije tijd? De sabbat is net als de besnijdenis een verbondsteken (Ex. 31:12-17). De sabbat is een ‘verlustiging’, een dag van vreugde (Jes. 58:13).4 Daarom is de Psalm die een ‘lied voor de sabbatdag’ heet, een feestlied, waarin ’s morgens vroeg al de lof op de Heer wordt aangeheven (Ps. 92). # 1. 2.
#
//
Wat heeft Exodus 31:17 te zeggen over onze besteding van de rustdag? Besnijdenis en sabbat heten beide ‘verbondsteken’. Wat is de overeenkomst? !
Er staat maar zo weinig over de zondag in de Bijbel.5 Toch gaat het in deze schets om zondagsheiliging. Velen zoeken het voor hun invulling van de zondag bij de sabbat. Dat er verbinding ligt tussen sabbat en zondag, is onder ons nauwelijks omstreden. Toch wil ik dat verband nauwkeurig nagaan, juist om de vraag te beantwoorden: hoe loopt de verbinding tussen sabbat en zondag en mag je vanuit de bijbelgegevens over de sabbat zomaar conclusies trekken voor de zondag? -
/ ,
Het Nieuwe Testament brengt ons al snel tot bijzondere aandacht voor de eerste dag van de week (de zondag). Christus kiest ervoor om op die dag op te staan. De eerste verschijning vindt op de zondag plaats en als Tomas nog een extra verschijning nodig heeft om zijn ongeloof te overwinnen, wacht de Heer tot het weer zondag is. Opvallend. De 3
J. Douma, De tien geboden II, 1986, Kampen, p. 20. H.J. Room, a.w., p. 24v. 5 H.J. Room, a.w., p. 9. 4
bijbelstudie voor volwassenen
discipelen blijken ook op die dag weer samengekomen te zijn (Joh. 20:19-29). We lezen van een (nogal lange) preek van Paulus op de eerste dag van de week in een samenkomst (Hand. 20:7). Deze Paulus spoort de Korintiërs aan juist op de eerste dag van de week iets klaar te leggen voor de armen (1 Kor. 16:2), terwijl een arbeider toch pas aan het eind van de week zijn loon placht te krijgen. Het sterkste argument is een terloopse opmerking in de Openbaring aan Johannes. Hij krijgt zijn openbaring op de dag van de Heer (Op. 1:10). Er was blijkbaar een algemeen bekende dag die de ‘dag van de Heer’ werd genoemd. Johannes hoeft die dag niet nader aan te duiden voor zijn lezers. Welke andere dag zou deze titel kunnen dragen dan de opstandingsdag? In 1 Korintiërs 11:20 heet een maaltijd de maaltijd van de Heer. Niemand twijfelt eraan dat daarmee de maaltijd van het pascha die heilig avondmaal geworden was, bedoeld wordt (zeker ook gezien de context). Dat maakt het des te meer waarschijnlijk onder de ‘dag van de Heer’ in Openbaring 1 de zondag te verstaan.6 De Heer die nadrukkelijk in het Oude Testament een speciale Eigen dag heeft – hoe vaak spreekt Hij over mijn sabbatten –, heeft in het Nieuwe Testament opnieuw zo’n Eigen dag, nu de eerste dag van de week.7 Opvallende gebeurtenissen en aanduidingen wijzen op een rechte lijn tussen sabbat en zondag. Niettemin, er blijft een vraag: is er dan niets veranderd? Uiteraard wel. Alleen al de volgorde: we gaan van de laatste naar de eerste. Heeft dat dan nog consequenties voor de invulling van die dag? Mogen we de aanwijzingen voor de sabbat simpel kopiëren voor de zondag? Heeft ook de zondag twee brandpunten: rust/werkverbod en heiliging? En in dezelfde verhouding? 1. 2.
/
2 De argumentatie vóór de kinderdoop en vóór de overgang van ‘sabbat naar zondag’ lopen parallel en zijn even sterk. De ‘dag van de Heer’ in Openbaring 1:10 is gewoon de sabbat. Díe heette toch Gods dag? De Heer spreekt vaak over ‘mijn sabbat’… /
De eenheid van de wet is onopgeefbaar. Geen eerbiedige bijbellezer zal de moed hebben de beitel te zetten in de stenen tafelen. Daarom kunnen we wettig vanuit de andere geboden conclusies trekken met betrekking tot het vierde. De geboden worden niet klakkeloos voortgezet in het Nieuwe Testament. Er treden bepaalde veranderingen op. Dat maakt bijvoorbeeld de Bergrede wel duidelijk. Daar wordt het vierde gebod niet genoemd. Wel de andere. Omdat de wet een eenheid is, kunnen we daaruit toch conclusies trekken met betrekking tot het vierde gebod. In het gedeelte van de Bergrede dat in Matteüs 5:21-48 beschreven is, neemt de Here Jezus een aantal geboden onder de loep. Hij maakt geen tegenstelling tussen de geboden zoals ze van de Sinai klonken en 6
H.R. van de Kamp, Openbaring. Profetie vanaf Patmos, 2000, Kampen, bij Openbaring 1:10. 7 De uitdrukking ‘mijn sabbat’ in Exodus 31:13; Leviticus 19:3,30; 26:2; Jesaja 56:4; Ezechiël 20:12,13; 22:8,26; 44:24. Breder hierover in: H.J. Room, a.w., p. 25v.
bijbelstudie voor volwassenen
de Bergrede, maar geeft wel aan dat het in het koninkrijk van de Heer, zoals dat nu gekomen is, dieper gaat.8 Dat wordt door de Heer Jezus toegespitst op het zesde, zevende en derde gebod, en op het grote gebod van de naastenliefde. Datzelfde treffen we aan als Paulus kinderen aanspoort hun ouders te gehoorzamen uit ontzag voor de Heer 9 (Ef. 6:1). De eerbied die kinderen hun ouders toedragen, kent in het Nieuwe Testament een nieuwe dimensie. Het is Christus die deze gehoorzaamheid vraagt, nadat Hij voor hen de diepste en zwaarste gehoorzaamheid heeft opgebracht (vgl. Heb. 5:7). Nog nooit is op zo’n diepe wijze een beroep op kinderen gedaan hun ouders te 10 gehoorzamen. Het is duidelijk dat de decaloog zijn functie van grondwet in het Nieuwe Testament voortzet, op diepere wijze. Waar dat voor deze geboden geldt, en de wet een eenheid is, mag dat ook van het vierde gebod aangenomen worden. Dat zal ook de achtergrond van de Heidelbergse Catechismus in zondag 38 zijn, als in het tweede lid de rust uitgerekt wordt over heel het leven: dat ik alle dagen mijn slechte werken nalaat, de Heer door zijn Geest in mij laat werken en zo de eeuwige sabbat in dit leven al begin. De rust van het vierde gebod is meer dan een werkverbod. Het gaat ook om geestelijke rust: rust van boze werken (vgl. Heb. 4). En dat niet maar op een dag per week, maar volcontinu, zoals de rust van de eeuwige sabbat ook geen onderbreking kent. De vraag is alleen, wat zegt dit over onze concrete houding op de zondag? 1. 2.
,
Dat de wet een eenheid is, is het sterkste argument pro zondagsrust. Ook het vierde gebod houden we op vervulde wijze. Dat betekent dat we van arbeidsrust voortgaan naar rusten van boze werken. ,
Moeten we ons werk op de zondag laten rusten en van wie (Wie)? Geen vraag die pas sinds het aantreden van ‘paars’ actueel geworden is. De laatste synoden van onze kerken hielden zich ermee bezig o.a. omdat ‘in de loop van de geschiedenis in de Gereformeerde Kerken in Nederland steeds verschil van mening is geweest over de vraag of uit de Schrift dwingend kan worden aangetoond, dat er voor de nieuwtestamentische kerk een rechtstreeks gebod van God is om de 11 zondag als rustdag te houden …’ Uit deze grond blijkt dat we met elkaar wel altijd voor rust op zondag zijn geweest, maar er verschil van mening was over de vraag of die rust op een rechtstreeks gebod van God gegrond was (het vierde). Leusden heeft uitgesproken dat de mening dat ‘de zondag als rustdag niet gegrond is op een goddelijk bevel’, niet te veroordelen is. Een uitspraak met tweemaal ‘niet’ is altijd wat lastig uit te leggen. Je kunt dat tweemaal ‘niet’ tegen elkaar wegstrepen. Dan heeft de GS dus gezegd dat je als mening (van de preekstoel) mag verkondigen: dat de zondag 8
Zie J. van Bruggen, Matteüs, Kampen, 1990, op 5:21-48. De woordjes waar het me om gaat, staan in de NBG-vertaling uitgerekend tussen haakjes. Als die daar terecht stonden, mocht ik aan die woorden geen argument ontlenen. De Statenvertaling heeft deze woordjes wel, en volgens de nieuwere exegeten terecht. Zie bijv. L. Floor, Efeziërs, 1995, Kampen op Ef. 6:1. 10 Vergelijk L. Floor, a.w., op Ef. 6:1. 11 Acta GS Leusden, grond 3 bij besluit 4.3. 9
bijbelstudie voor volwassenen
als rustdag wel een goede, doch slechts menselijke instelling is (‘rust op een verantwoorde keus van de christelijke kerk’). Deze uitspraak heeft nogal wat boosheid tegen deze GS doen opwaaien. Misschien niet terecht. Het zou best kunnen zijn dat de GS ons wakker geschud heeft en ons erbij bepaald heeft welke ruimte we binnen de kerken op dit gebied gegeven hebben. Daar zijn we dan nu met elkaar met de neus op geduwd. En als we vinden dat die ruimte er niet mag zijn, moeten we de Schrift naspeuren of die inderdaad die ruimte niet geeft. Tegenstanders van de uitspraak van Leusden zouden blij moeten zijn met deze uitspraak. ,
,
In deze discussie wordt regelmatig teruggewezen naar de ‘oude kerk’. Het staat volgens velen vast dat de broeders en zusters in de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling gewoon op zondag doorwerkten. De vraag is echter: wat is gewoon? Leggen we niet veel te snel ons economisch model over dat van de samenleving van de eerste eeuwen heen?12 We lezen inderdaad bij eerbiedwaardige oudvaders dat de eerste christenen ’s morgens zeer bijtijds hun bed uitgingen voor een bijeenkomst van schriftlezing en gebed. Vervolgens wordt in allerlei discussies supersnel geconcludeerd dat ze dat deden om daarna ‘gewoon’ naar hun werk te gaan. We veroorloven ons hierbij een aantal vragen: wat is gewoon naar je werk gaan? Velen waren slaaf, anderen waren landeigenaren. Wie verplichtte tentenmakers om op zondag tenten te gaan maken? Waren in die tijd de mensen niet veel meer kleine zelfstandigen die zelf hun arbeidstijd bepaalden? Waar staat eigenlijk dat ze na die vroege bijeenkomst naar hun werk gingen? Er zijn gegevens die erop wijzen dat ze op andere dagen ook ’s morgens vroeg bij elkaar kwamen voor een dergelijke bijeenkomst. Kun je niet met evenveel/even weinig recht beweren dat de eerste christenen na hun vroege morgenwijding op een wat schappelijker tijdstip naar de officiële kerkdienst gingen? Kortom, welke kracht heeft een argument afgeleid uit onbekende gegevens?!13 Zullen we maar niet gewoon gaan exegetiseren?14 We moeten stoppen met het argumenteren vanuit de praktijk van ‘de oude kerk’, want daar weten we te weinig van, en: geschiedenis is niet normatief.
12
P.G.L. Boon, ‘Zondag in de vroege kerk – anders dan gedacht’, in: Nederlands Dagblad van 18 april 2000. 13 De argumentatie uit ‘de oude kerk’ heeft een grote rol gespeeld. De een schermt ermee om aan te geven dat het rustgebod in het Nieuwe Testament niet heeft gegolden, het is niet meer dan een constantijns privilege. Zelf heb ik eens verdedigd dat de kerk door groei in inzicht tot het doortrekken van de lijn van het vierde gebod naar een werkverbod op de zondag is gekomen. A.L.Th. de Bruijne wees er in een reactie op dat ik op deze manier ‘op het randje liep’ t.a.v. de erkenning van het schriftgezag. Ik ga op die discussie hier niet in, maar ondergraaf hierboven heel de relevantie van het verwijzen naar de oude kerk. Voor de juiste nummers van De Reformatie verwijs ik naar het voorstudiemateriaal hieronder, nr. 1. 14 Ik wil hiermee niet beweren dat dit nog nooit gedaan is. Wel dat ook hier de regel dat de Schrift haar eigen uitlegster is, de doorslag zal moeten geven.
bijbelstudie voor volwassenen
3 Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ook hier geldt het paulinisch advies: zie toe op uzelf (1 Tim. 4:16; Hand. 20:28). Met andere woorden, wat drijft je, welke vooroordelen heb je, welke vooringenomen stelling wil je al ‘exegetiserende’ verdedigen? We gaan uit van de onbetwijfelde verbinding tussen het vierde gebod en de zondag. Hoe je het ook wendt of keert, er is geen argument aan te dragen om de rust uit dat gebod te wippen. Dat is even ‘logisch’ als het verbod tot doden uit het zesde gebod te halen of het verbod tot stelen uit het achtste. Het gaat in het (gehandhaafde!) vierde gebod om rust. Dat wordt uitgewerkt in niet-arbeiden, en voor wie het dan nog niet begrijpt: doe in zes dagen AL je werk. We kunnen lang en breed discussiëren over noodzakelijke zondagsarbeid, over grijze gebieden en wat dies meer zij – en laten we daarin voorzichtig en wijs zijn! – zolang we in de eenheid van de decaloog geloven, blijft er een rustgebod annex heiligingsgebod gelden, twee brandpunten van de ellips die heden zondag heet. Het vierde gebod is niet in de eerste plaats een gebod tot kerkgang, maar tot rust! Het is volkomen nieuwtestamentisch om te zoeken naar de diepere betekenis van het vierde gebod. Daarin gaat Christus ons voor. Maar een diepere betekenis elimineert de oorspronkelijke betekenis niet. Het afschaffen van de scheidbrief geeft géén ruimte voor echtbreuk, en het beperken van de ruimte van de eed geeft géén vrijbrief de Naam van de Heer van tijd tot tijd wel ijdel te gebruiken. Daarom blijft van e gereformeerde kansels klinken: zes dagen mag u (gemeente van de 21 eeuw) arbeiden en
al uw werk doen. De rust voor de Heer is verschoven naar de eerste dag, omdat die nu de dag van de Heer heet. 1. 2.
4
+
De uitspraak van ‘Leusden’ is de eerste stap op weg naar het afschaffen van het lezen van de wet in de morgendienst. Wie de uitspraak van ‘Leusden’ volgt, moet ook ruimte geven om aan de andere geboden van God toe te voegen, dat ze wellicht op niet meer zijn gebaseerd dan op ‘verantwoorde keuzen van de christelijke kerk’.
+
Als we het zo helder stellen, komt de vraag naar de praktijk. Om daarin verder te komen ga ik weer naar de andere geboden. − Als iemand zijn ouders niet kan eren, wat doe je dan? Zeg je dan bot: doe het maar wel! Anders mag je met ingang van aanstaande zondag geen avondmaal vieren! − Wat doe je als iemand worstelt om zijn huwelijk in stand te houden, maar het niet vol kan houden? Wat doe je dan als iemand verplicht wordt tot zondagsarbeid (die buiten de bekende categorieën ‘werken van noodzakelijkheid, barmhartigheid en religie’ vallen)? Dan ga je toch samen met de broeder of zuster op zoek naar een houden van de zondag uit kracht van het vierde gebod? We gaan in overleg met vakbonden die je willen steunen, we proberen in overleg met werkgevers een oplossing te creëren, we speuren naar mogelijkheden voor ander werk en proberen in andere zin creatief te zijn. Dan werkt de desbetreffende broeder of zuster die tijd nog wel op de zondag, zoals een ander lange tijd de contacten met zijn ouders
bijbelstudie voor volwassenen
afhoudt, of als gehuwde toch op een andere locatie gaat wonen om van daaruit (ooit nog eens) aan herstel te gaan werken. En we staan er als gemeente omheen, om de broeder of zuster in die nood te troosten en bij te staan. Dat kan zelfs langere tijd van (onwettige) zondagsarbeid met zich mee brengen. Met de botte bijl is nog nooit wat opbouwends bereikt. Eén ding gebeurt echter niet: dat we de (onnodige) zondagsarbeid accepteren alsof er niets aan de hand is. Daarvoor is Gods wet ons te lief (Ps. 119). Een kerk die zo lankmoedig is als in deze paragraaf wordt geschetst, is bezig het derde kenmerk van de ware kerk te verliezen. 5 In het voorgaande is aangegeven hoe de Heer de rustdag heeft gegeven. Geen knellend juk, maar een genadegeschenk. Wie hem zo ontvangt, staat goed voorgesorteerd voor zondagsheiliging. Je geeft daarmee als het ware de dag aan de Heer terug. Heiligen is toewijden, geven aan de Heer. Dat bepaalt je vulling van de dag. Oudtestamentische aanwijzingen zijn daarbij richtinggevend, al verdisconteer je het verschil in economie en stand van techniek. Je gaat bijvoorbeeld het opdraaien van de thermostaat van de centrale verwarming niet op een lijn stellen met houtsprokkelen annex een vuurtje stoken in de woestijn. We gaan wel na hoe we de dag als feestdag met de Heer kunnen beleven. Wie zich zo instelt, heeft het antwoord op de vraag of we ook twee keer 15 naar de kerk zullen gaan, als dat mogelijk is, wel gevonden. Het is de dag voor de Heer en voor de Heer gaan we naar de kerk. En als dan de 16 Heer al vanouds (vanuit het Oude Testament) zijn kinderen tweemaal wil ontmoeten in zijn huis, dan zijn we daar ook, van harte, voor de Heer, want we houden van Hem, en zijn Hem graag ‘ter wille’. We willen bij Hem zijn, en ontvangen in zijn huis dan ook nog ons geestelijk voedsel. Als we zo door alle discussies heen weer naar de zondag en de (zondagse) kerkdiensten gaan kijken, zijn we na/door en ondanks Leusden een stuk rijker geworden. In het houden van Gods geboden ligt groot loon! De discussie over werken op zondag zou tot veel meer eensgezindheid leiden als we uitgaan van de opdracht die dag de Heer te heiligen.
15
Ik schreef breder over de tweede kerkdienst in genoemde artikelen in De Reformatie (zie onder Voorstudie nr. 1). Daarmee zou ik initiatieven als van de kerk te Enkhuizen niet willen veroordelen. Als je bijvoorbeeld om 10.00 uur samenkomt voor de kerkdienst, het samenzijn daarna voortzet met onderlinge gezelligheid, een maaltijd, preekverwerking enz., en het samenzijn ten slotte afsluit met de tweede dienst om 14.00 uur of een poosje eerder, kan het lijken alsof je maar één kerkdienst per zondag belegt, tegen art. 65 KO. Je kunt het ook beschouwen als een creatief omgaan met de invulling van de dag van de Heer. In sommige agrarische gemeenten lopen de aanvangstijden van de beide diensten ook niet meer dan vier uur uit elkaar. 16 Zie de artikelen van K. de Vries in: De Reformatie, jrg. 76, nr. 43 en 45.
bijbelstudie voor volwassenen
#
,
1. A.L.Th. de Bruijne, ‘Werken en wijsheid’, in: De Reformatie, jrg. 74, nr. 16 en 17 (over de uitspraken van ’GS Leusden 1999’) en de reactie daarop van mij, in hetzelfde blad, jrg. 74, nr. 26 en weer de reactie van De Bruijne daarop in ook weer hetzelfde blad, jrg. 74, nr. 27 en 29. 2. Het in de noten genoemde materiaal: H.J. Room / P.L. Voorberg, De zondag A.L.Th. de Bruijne, in: De Reformatie. Diverse artikelen. J. Douma, De tien geboden II Acta GS Leusden 1999 P.G.L. Boon, art. ND P.L. Voorberg, in: De Reformatie K. de Vries, in: De Reformatie Zondag HEERlijke dag, een handreiking 3. Zie bij het voorstudiemateriaal van de schets voor jongeren 16+. 4. H.J.J. Feenstra, ‘Rust en lust’, in: Nader Bekeken, jrg. 4 no. 10.
bijbelstudie voor volwassenen
1
+ Er zijn in de drie schetsen op de verschillende niveaus veel vragen en discussiepunten aan de orde gesteld. De vragen of discussiepunten waar u in uw gespreksgroepen niet uitkomt en ook die punten die u in een breder kader wilt bespreken, kunt u in de gemengde groepen op bijvoorbeeld een gemeenteavond aan de orde stellen.
1 / Over zondag en sabbat valt te lezen in: Genesis 2:2v (Gods rusten na de schepping) Exodus 16:27 op sabbat géén manna Exodus 34:21 sabbat, ook in ploeg- en oogsttijd Numeri 15:32v doodstraf op hout sprokkelen op de sabbat Numeri 28:9v verdubbeling van offers op sabbat (vgl. Mat. 12:1-8) Nehemia 13:15-21 verboden allerlei arbeid op de sabbat Psalm 92 loflied op de sabbat Jesaja 58 God boos om verkapte arbeid op de sabbat, de sabbat is een ’verlustiging’ Matteüs 12:1-14 Christus is Heer over de sabbat en daarom is arbeid in zijn dienst geoorloofd Lucas 4:16 Christus naar zijn gewoonte op sabbat naar de synagoge Johannes 20 samenkomsten op de eerste dag (vgl. Hand. 20:7; 1 Kor.16:2) Hebreeën 4:1-13 over de komende rust Zingen Psalm 92 Psalm 15 Psalm 122 (over het gaan naar Gods huis).