Zingevende rituelen met de vier elementen: aarde, lucht, water en vuur Vanuit mythische en bijbelse verhalen voor ons vandaag 1 Hildegarde Vansintjan 1. Nood aan rituelen, fascinatie voor de elementen, vraag naar fundamenten In de onderwijswereld bleek een nood te bestaan aan informatie over rituelen en meer bepaald natuurrituelen of rituelen rond de vier elementen (aarde, lucht, water en vuur). In scholen gaat men op zoek naar nieuwe vormen van rituelen, vooral rond ingrijpende gebeurtenissen als de dood van een leerling. Rituelen worden als zingevingsmomenten ervaren. Toch blijkt het nodig te zijn om even stil te staan bij de vraag hoe en waarom rituelen zin kunnen uitdrukken en tot stand brengen. In welke mate kan een natuurritueel zinvol zijn? Wat kan men hiermee uitdrukken? Waarom oefenen de oerelementen zo’n aantrekkingskracht uit op jongeren en volwassenen vandaag en wat hebben zij met onze vraag naar zin te maken? Rituelen kunnen aan de deelnemers een ervaring van zinvolheid van de werkelijkheid geven, maar slechts op voorwaarde dat het ritueel inderdaad vanuit een zingevende werkelijkheidsbenadering wordt opgebouwd. Een realistische, symbolische, spirituele en holistische werkelijkheidsvisie kan als dragend fundament aan het natuurritueel een unieke werkzaamheid bieden. De vier elementen, die het ritueel schragen hebben werkelijkheidszin, dragen een symbolische betekenis en verwijzen naar een spirituele werkelijkheid, wat slechts mogelijk is vanuit een mystieke beleving van de werkelijkheid als eenheid. Het ritueel verbindt heden, toekomst en verleden, doordat het mensen van vandaag in contact brengt met een mythisch verleden en van daaruit toekomst biedt. 2 Het brengt individuen, die een persoonlijke toets kunnen schenken aan het ritueel vanuit hun eigen beleving, in contact met een gemeenschap. Rituelen zijn in die zin universeel. Christelijke rituelen kunnen worden verrijkt vanuit het inzicht in de werkzaamheid van rituelen in andere tijden, culturen en religies. Ik waag me dus aan een zoektocht doorheen een labyrint van zingevingsystemen om van daaruit een ritueel op te bouwen dat onderbouwd is. De vier elementen zijn daarbij een bijzonder dankbaar uitgangspunt. 2. De vier elementen en hun verschillende dimensies 2.1. De realiteitsdimensie: vitale oerkrachten Waar ervaren we nog de aarde, het water, de lucht, het vuur? Neem de strandervaring: ver van de decadentie van gecommercialiseerde en voorgeprogrammeerde luxevakanties kan er een verlangen in schuilen naar een authentieke beleving van de oerelementen. We voelen de aarde, want we lopen blootsvoets over zand en rotsen. We duiken in de zee en laten ons drijven, gedragen door het water. We voelen ons verfrist en gezuiverd. Ligt hierin soms een verscholen verlangen naar de geborgenheid van de moederschoot? We laten het vuur van de zon onze huid strelen en verbranden. We laten ons uitwaaien in een zacht briesje en gaan
1
Deze tekst is een bezinning op de mogelijkheid om via rituelen met de vier elementen zin te ontdekken en tegelijkertijd een verslag van een workshop, waarbij met leraars en opvoeders een ritueel werd beleefd, tijdens de CCS-ICS-studiedag op 22 november 2006 in Heverlee rond “Zin ontdekken. Een spirituele zoektocht op school”. 2 Ignace Verhack, De tijd van de rite, 1997, In : Kultuurleven. - Jrg. 64 (1997) nr. 6, p. 24-31.
zeilen en trotseren de wind en de storm. En een enkele keer kunnen we zelfs het levensbedreigende van de zee ervaren… 3 Om te weten wat de elementen werkelijk zijn, mogen we ook de negatieve zijde van deze oerkrachten niet over het hoofd zien. Over de woede van de elementen kunnen we in mooie beelden veel te weten komen 4 en de actualiteit brengt de beelden bij ons thuis, deze van de Tsunami, van de aardbeving in Pakistan, van de orkaan Katrina, van bosbranden over heel de wereld. Dat de Tsunami zoveel gevoelens van medelevens heeft opgewekt, heeft allicht ook te maken gehad met het onontkoombare en buitenmatig vernietigende karakter, iets waar de toeristen uit het westen in geen verten op bedacht waren. Waar deze beelden ons het vernietigende van de elementen tonen, geven andere berichten telkens opnieuw aan hoe vitaal ze zijn voor het overleven op aarde. Dagelijks worden we geconfronteerd met de vernietigende effecten van de klimaatsverandering, de opwarming van de aarde 5 , de verwoestijning, het gebrek aan drinkbaar water enz. Zich bewust zijn van de realiteit omtrent grond, water en lucht is essentieel om deze elementen in een ritueel naar hun waarde te kunnen schatten. Meer en meer wil men de elementen vanuit wetenschappelijk oogpunt doorgronden en tegelijkertijd krijgen wetenschappers oog voor de symbolische dimensie 6 en kent de natuurmystiek een heropleving. 2.2. De mystieke dimensie van de natuur Natuurmystiek bestaat sinds mensenheugenis en bestond lang voordat de traditionele religies ontstonden. De gewaarwording van de verborgen kracht van het goddelijke in alle aspecten van de schepping maakt deel uit van de oertraditie die aan de basis ligt van de oude culturen en religies. In de Chinese traditie spreekt men van de allesdoordringende Tao, in het hindoeïsme het eeuwige Brahman en Atman, het mysterie van het innerlijke en het uiterlijke die in wezen hetzelfde zijn, in de spirituele tradities van de Noord-Amerikaanse indianen van de Grote Geest enz. 7 De laatste tijd gaat veel aandacht naar deze mystieke grond in verschillende religies 8 en wordt een vorm van scheppingsspiritualiteit uitgewerkt, waarin de klemtoon ligt op de ultieme waarde van de natuur op zichzelf. 9 Zonder deze mystieke dimensie was de natuur voor ons een louter fysisch verschijnsel en sprak zij niet tot ons in symbolen. 2.2.3. Sint-Franciscus: het Zonnelied Wie op eenvoudige en nog altijd actuele manier de mystieke dimensie van de natuurelementen heeft verwoord was Sint-Franciscus. Ik kijk naar een set van 3
De roman “De Elementen” van Harry Mulisch speelt zich af aan het strand en telt precies vier hoofdstukken rond de vier elementen. Het is een hedendaagse strandervaring, die op een spectaculaire manier eindigt en ook het vernietigende van de elementen toont. De tekst kan als uitgangspunt dienen voor een gesprek maar biedt op zichzelf echter weinig aanwijzingen voor een reflectie op de symbolische betekenis van de elementen. 4 DVD De Woede van de Natuur van National Geographic e.a. 5 Al Gore, An Inconvenient Truth,
[email protected] 6 Getuige het fascinerende werk van Rebecca Rupp: The Four Elements (London, 2005), ook in paperback en in het Nederlands verschenen. 7 Bede Griffiths heeft in zijn werken in de tweede helft van vorige eeuw over de mystieke dimensie in oosterse religies en in het christendom geschreven. 8 Wayne Teasdeale, Het mystieke hart, Universele spiritualiteit in de wereldreligies, Deventer, 2001 (The Mystic Heart). 9 Thomas Berry, The Dream of the Earth, San Francisco, 1988.
prentkaarten gemaakt op basis van het Zonnelied van Sint-Franciscus en kijk naar een romantisch ondergaande zon, naar een diepe voor in moeder aarde, naar een bij op een bloem, naar een romantisch ondergaande zon en naar dreigende donderwolken breekt, naar een klaterende bergbeek, naar de wind die waait aan de kust, naar het gezellige vuur van de haard en naar het maanlicht met kaarsjes in de nacht. Geven deze beelden geen te idyllisch beeld van deze oerkrachten die de oermens beangstigden en fascineerden? Precies Sint-Franciscus was zich wel degelijk bewust van de kracht van de elementen, maar hij wist het vernietigende te overstijgen en zijn positieve kijk op de natuurelementen werd niet gewonnen zonder strijd. In het voetspoor van SintFranciscus leiden Franciscanen al decennia lang een voettocht van Rome naar Assisi doorheen de heuvels van Umbrië en bieden daarbij aan jong en oud de kans om als pelgrims op een intense manier de natuur in al haar elementen te beleven. De spirituele zoektocht van de pelgrims wordt gevoed door de zintuiglijke ervaringen van een natuur, die niet vluchtig en oppervlakkig is en met Sint-Franciscus voert ze ons naar een mystieke natuurbeleving: de gewaarwording van de natuur als een sacrale, mysterieuze, fascinerende, ja goddelijke werkelijkheid. 10 “Wees geloofd, mijn Heer, met heel uw schepping, en vooral mijn Heer broeder Zon die het daglicht schenkt en door wei Gij ons alles laat zien. En hij is schoon en straalt met grote pracht: van U, Allerhoogste, is hij het teken.” 11 Zo lezen we in het Zonnelied. Franciscus zoals vele andere natuurmystici ervaart de werkelijkheid als eenheid en ziet in de natuur een openbaring van het goddelijke. In intense momenten van natuurbeleving ervaart hij zijn verbondenheid met de natuur en het goddelijke. Zijn zonnelied is nog altijd een dankbare tekst voor een ritueel rond de natuurelementen. 12 2.3. De symbolische dimensie: de ervaren werkelijkheid en de gedroomde, schilders zetten ons op weg zetten De vloed aan wetenschappelijke en actuele informatie over de vier elementen is immers niet voldoende om hun ware betekenis te vatten. Zij zijn ook symbolen die andere werkelijkheden onthullen. Het zijn de kunstenaars die ons de weg wijzen naar die diepere lagen van de werkelijkheid. Vooraleer naar de schrijvers te gaan, kijken we eerst even naar een aantal schilderijen. Zonder woorden laten zij ons een andere dimensie “zien”. Beginnen we met een schilder als Nicolas Roerich, die bij ons misschien niet zo bekend is. Alhoewel. Zijn schilderij van de man in lotushouding komt je allicht beken voor. Het is een Russische schilder, die leefde van 1874 tot 1947 en die tevens een spirituele leider was. Je ontwaart iets van de statigheid en heiligheid van iconen in zijn werk. Hij is bij uitstek de schilder van de hemel: hoe vaak heeft hij niet de bergen geschilderd? Hij zocht ook de Himalaya op en beschouwde zijn tochten naar Tibet als spirituele reizen. Het is duidelijk dat het in zijn schilderijen niet om landschappen te doen is, maar wat is het dan wel??? Geen groter contrast tegenover Roerich dan de schilder van bij ons Constant Permeke: je zou hem gerust een schilder van de aarde kunnen noemen: niet alleen omdat hij 10
De Duitse auteur Rudolf Otto spreekt in zijn werk ‘Das Heilige’ van het numineuze van de natuur. Eloi Leclerc, Symbolen van godservaring, Een analyse van het ‘Zonnelied’ van Franciscus, Haarlem, 1974, p. 13. 12 De poëzie van Guido Gezelle (voor een wat oudere generatie nog erfgoed, voor de jongeren allicht ver af) is doordrongen van het besef dat de hele natuur verwijst naar God. “Mij spreekt de blomme een tale, mij is het kruid beleefd, mij groet het altemale, dat God geschapen heeft”12, zo dicht Gezelle. Guido Gezelle, Gedichten, Utrecht/Antwerpen, 1962. 11
velden, paarden, schoven, aardappelrooisters en boeren schilderde. Kijk naar die kleuren, het bruine overweegt, niet alleen in zijn schilderij “Het dagelijks brood” maar ook bij “De verloofden”, in een zelfportret en zelfs in een marine. Overal zie je dat vaste, solide, hoekige, stevige… Wat zou het betekenen wanneer we hem spontaan bestempelen als een schilder van de aarde? Laten we de sprong wagen van Permeke naar Van Gogh, niet de Van Gogh uit het Noorden met zijn donkere “Aardappeleters” maar deze van de zon in Arles met zijn zaaiers en zonsondergangen en deze van Saint-Remy met zonsopgangen, tarwevelden, olijfbomen, pijnbomen en een zon die geel is, fel rood of wit en met luchten en velden als vlammen. Zelfs als hij wil herinneren aan het noorden, zelfs wanneer hij de nacht schildert, zelfs wanneer hij zichzelf met gele en rode penseeltrekken afbeeldt, zelfs wanneer hij de opwekking van lazarus of een meisje in een herfstbos in scène zet, altijd lijkt hij zon en vuur te zeggen. 13 Met het element water ligt het wat moeilijker, want blijkbaar symboliseert de zee toch heel wat anders dan de vijver. Ik voer je eerst langs de vijvers van Monet, de stille, roerloze met de waterlelies, in schakeringen van blauw, groen, purper, wit, een dobberend bootje, witte zwanen, zeilen, wolken, de weerspiegeling van witte zeilbootjes en een rood huisje, en de felrode gloed van de ondergaande zon weerspiegeld in het water. Is dit werkelijkheid of een droom? Waar gaat het hier over: het water of de diepere lagen van de ziel? En daartegenover de schilder van de zee bij uitstek: William Turner. Stormen schildert hij, doodservaringen, monsters van de zee, duivels, duistere krachten. 14 2.4. De mythische dimensie 2.4. 1. (bijna) in het begin waren de elementen Met de schilderijen van William Turner komen we terecht bij verhalen, mythen en archetypen. Het zeemonster, Leviathan, huist in oeroude verhalen, die spreken van het begin der tijden. Ook wanneer we via de website van Frank Lanting 15 een reis maken naar het oerbegin komen we terecht in die wondere wereld van de elementen, die meer evoceren dan enkel natuurverschijnselen. Scheppingsmythen willen ons iets vertellen over onze oorsprong. In het verhaal over de schepping zeggen we het onzegbare, waaruit wij zijn geboren en wie wij eigenlijk zijn en in die verhalen spelen de oerelementen een prominente rol, soms zelfs als goden of godinnen. Deze verhalen wilden mensen duidelijk maken dat zij deel uitmaakten van die goddelijke werkelijkheid. Hoe kunnen wij ons een voorstelling maken van het oerbegin? In de Rig Veda, oude liederen van de Brahmanen, lezen we: “Noch iets, noch niets bestond. Niet was er de lucht en niet de hemelruimte, die daar boven is. Wat dekte dit alles dan? Waar was het? Wie verborg het? Of was er alleen de kosmische oceaan, de oerafgrond, het bodemloze? De dood was niet en ook niet de onsterfelijkheid; niet heerste de nacht of was er de lichtglans van de dag. Alleen het Ene ademde, ademloos, want niet anders dan Het, wat het ook zij, bestond.
13
www.vggallery.com/painting/ Zie: Hildegarde Vansintjan, Power Point Presentatie, CCS-ICS studiedag 22 november 2006. 15 Frank Lanting: www.lifethroughtime.com/ met muziek van Philip Glass. 14
Het duister dekte de wereld geheel; een oceaan zonder licht. Toen werd wat in deze eischaal verborgen lag, het Ene, door hittesgloed (‘Tapas’) geboren.” 16 Een Griekse mythe heeft het uitdrukkelijk over de grondbestanddelen die reeds in de chaos aanwezig waren: aarde, water, lucht en vuur: “Aan het begin aller dingen was de grenzeloze wereldruimte, die de dichters der Oudheid de Chaos noemen. Deze was zonder maat, zonder aanvang en zonder einde: als een gapende leegte strekte hij zich uit in het onmetelijke. In oorsprong was hij tot in de diepte vol van een duistere nevel. Toch bevatte de Chaos reeds de grondbestanddelen van al wat bestaat: aarde, water, lucht en vuur.” 17 Talrijk zijn de mythen waarin hemel, aarde en water worden gescheiden zoals in deze Polynesische mythe: “In het begin was er alleen water en duisternis. Kiho, het hoogste wezen, scheidde het water dankzij zijn gedachten en woorden, en schiep hemel en aarde. Hij zei: dat de wateren gescheiden worden, dat de hemel zich vorme, dat de aarde zij.” 18 In mythen wordt vaak van wateren en oceanen gesproken, dat zijn niet de zeeën maar de kosmische wateren, de oerstof, waaruit de aarde verrijst. De geest, die over de wateren zweeft, is de schepper. De kosmische oceaan heet Sesha of Ananta bij de hindoes, Zefvan Akarana bij de Perzen en bij de Egyptenaren is zij een godin: Noet. Zij stelt het hemelgewelf voor en is de tegenhanger van Noen, het oerbegin. Zij vertegenwoordigt de grote kosmische afgrond, waaruit alle dingen worden geboren. Zij wordt voorgesteld als een vrouw, een kruik met water op het hoofd. Zij is de grote Moeder van de goden. 19 In vele mythen is het allereerste begin een ei. De beide schalen van het ei verschaffen de stof voor hemel en aarde: van de bovenste helft werd het hemelgewelf gemaakt, van de onderste de aarde. De dooier staat voor vuur, het eiwit het water. Zo zijn de vier elementen vertegenwoordigd in het ei. Japan: Shin-tao: hemel en aarde…20 2.4. 2. Mythen van begin en einde Mythen zijn oeroude verhalen ontsproten uit fundamentele vragen van de mensheid over onze oorsprong en onze bestemming. Veel mythen gaan over de schepping en herschepping want elk einde is altijd een begin. Dood is leven. Sterven draagt de kiem van nieuw leven in zich. Uit vernietiging komt opstanding. 21 Eerder dan verklaringen zijn het handleidingen van hoe ons te redden van de ondergang of hoe redding te vinden in de ondergang. Waar in de scheppingsverhalen aarde en hemel het toneel en de godenpopulatie vormen, zijn de vernietigende krachten van water en vuur de hoofdrolspelers in de mythen over het einde of de ondergang van de wereld. In de Indische mythologie zal een wereldbrand, “Samvartaka”, de hele wereld vernietigen, 16
Jan van Dijk, p. 6. Gustav Schwab: Griekse mythen en sagen, p. 5. 18 Jan van Dijk, p. 18. 19 Id., p. 14. 20 Id., p. 21. 21 De grote mythen van de wereld, Sergius Golowin, Mircea Eliade, Joseph Campbell met een inleiding van professor Antoon Vergote, Leuven/Kampen, p.14. 17
de horizon zal in vlammen opgaan, er zullen zeven of twaalf zonnen aan de hemel verschijnen, de zeeën zullen uitdrogen en de aarde zal verzengd worden, 12 jaar lang zal het pijpenstelen regenen, de aarde zal onder water staan en de mensheid zal omkomen, maar dan zal alles opnieuw beginnen. 22 De Germaanse mythologie kent de Godendeemstering of “Ragnarök”. Er komt oorlog tussen de goden en zij komen om een in geweldige brand. De aarde zinkt weg in de zee. Enkele overleven en zullen samenleven in een nieuwe wereld waar geen ellende meer is en waar goden en mensen in vrede leven met elkaar. 23 Maar is er wel een einde of is elk einde een nieuw begin. Omdat mythen iets willen zeggen over ons leven, kan het einde nooit het laatste woord hebben. In de heropleving en de opstanding ligt de boodschap voor de mensen. Niet alleen in de bijbel vinden we het verhaal van een zondvloed, ook in het Mesopotamische gedicht, Atrahisis. Het vertelt dat de goden steden bouwden, net als de mensheid (in de tijd van de opkomst van de steden). De mindere goden, uitgeput door de eindeloze inspanning die ze zich hadden getroost om met irrigatiekanalen het land bewoonbaar te maken, gaan in staking, en dus schept de Moedergodin de mens, die in hun plaats dat slavenwerk moet verrichten. Maar de aardbewoners worden te talrijk en zo luidruchtig dat de stormgod Enlil, die door het kabaal uit zijn slaap wordt gehouden, besluit de wereld onder water te zetten, als een genadeloze maatregel om de bevolkingsgroei te stuiten. Maar Enki wil Atrahasis sparen, de ‘buitengewoon wijze man’ uit de stad Shuruppak. Die twee hebben een speciale vriendschapsband, dus zegt Enki tegen Atrahasis dat hij een schip moet bouwen en leert hij hem de techniek om het waterdicht te houden, en dankzij die goddelijke inmenging kan Atrahasis zijn familie en de zaden van al wat leeft redden. 24 2.5. Mythen en Rituelen Mythen gingen gepaard met rituelen. Of de mythe het ritueel verklaarde, dan wel de rite opriep tot verhalen, laten we in het midden. In alle geval ging het vereren van de goden van hemel, aarde, water en vuur enz. met riten gepaard. Zij zorgden ervoor dat de levensbronnen niet opdroogden. Zo worden de eerste zaden weggegooid, de eerste rijpe vruchten niet geplukt. De Penescot-Indianen van Amerika kennen nog altijd de rite, waar de eerste Moeder, de godin van de Aarde, over het land wordt gesleept. Dit ritueel gaat terug op het verhaal van de eerste Moeder, die de mensen begroette met de woorden: “Kinderen ik ben gekomen om bij u te blijven en u liefde te geven.” Toen ze de wereld bevolkt had met vele nakomelingen brak er een hongersnood uit. Toen zag ze dat haar kinderen ongelukkig waren, haalde haar man over haar in stukken te snijden, haar lichaam over een veld te slepen en haar botten in het midden te begraven. Zeven maanden later was het veld zoals ze had beloofd vol met graan om haar kinderen te voeden, want het graan was haar vlees en de kinderen moesten een deel ervan terugdoen in de grond om het te vereeuwigen.” 25 De Indianen van de Andes, voor wie water het goddelijk geschenk bij uitstek was, kennen het ritueel van het wateroffer aan Moeder Aarde, de aardegodin, PachaMama. Elke ochtend bij het openen van de deur, gieten ze in het zicht van de opkomende zon een beetje water op de grond bij wijze van groet aan Pacha-Mama: 22 23
http://en.wikipedia.org/wiki/Ragnar%C3%B6k Karen Armstrong, Mythen, p. 55-56. 25 Uit: De Godin p. 17 24
“Ik schenk dit levenswater aan Moedertje Aarde opdat de grond vruchtbaar wordt en ons dag en nacht gunstig gezind is, opdat Grootvadertje Zon ons water uit de hemel schenkt, Grootmoedertje Maan de dieren vruchtbaar maakt en het klimaat ons goedgezind is.” 26 Deze verhalen gaan allicht terug op een verering van de Grote Moeder Aarde in een tijd toen er nog geen verhalen werden opgetekend. Dat er echter een verering van de moeder/de vrouw/de godin zou hebben bestaan hebben archeologen aangetoond aan de hand van duizenden beeldjes die van Siberië tot bij ons en tot in Afrika zijn gevonden in grotten die blijkbaar als rituele plekken dienst deden. De oudste van de figuurtjes, die soms slechts enkele centimeter groot zijn, dateren van 30.000 jaar vr. Chr. Zij spreken van een alom verspreide verering van de Vrouw, de Moeder, de Aarde. Vele beelden dragen uitdrukkelijke vruchtbaarheidskenmerken. Al deze beeldjes zouden te maken hebben met de verering van de Grote Godin en dateren uit een tijd dat de moeder centraal stond in de cultuur. Zij zou staan voor eenheid, verbondenheid, vruchtbaarheid, leven, dood en wedergeboorte. Zij zou de godin zijn van aarde, hemel en onderwereld. Het onderaardse, de grot, de schoot van moeder aarde, zou de plaats zijn van de wedergeboorte. Er zouden nog geen strikte scheidingen zijn tussen het bewuste en het onbewuste, leven en dood. De dood zou integraal deel uitmaken van het leven. De godin zou als de barende, de schepster zijn van alles. Zij zou als godin, die maagd is, zelfstandig en schept uit eigen kracht, de zonen/goden baren. Deze godin zou vereerd worden in tal van kleine tot grote rotsschilderingen, beeldjes van klei, ivoor of steen, vaak gekleurd met rode oker, de kleur van de aarde, de menstruatie en de vruchtbaarheid. Vaak zijn de voeten klein, spits of helemaal niet weergegeven, wat er zou kunnen op wijzen dat ze neergezet werden in de aarde. Het is pas in een patriarchale samenleving, die uitging van dominantie en van scheiding dat de oeroude mythen allicht werden herschreven. Godinnen werden echtgenotes, goden werden hun heer. Zij namen de krachten van de godin over. 2.5.1. Demeter en de Eleusische mysteriën De ons gekende godinnen gaan haast allemaal terug op de grote godin van de aarde. De Griekse mythologie kent niet alleen Gaia, de godin van de woeste aarde maar ook Demeter, die van de gecultiveerde aarde en van het 27 , die in de onderwereld op zoek gaat naar haar dochter Persephone, zonder eten en met de fakkel in de hand. De cultus van Demeter of de Eleusische mysteriën (niemand mocht geheimen ontsluieren) ontstond ca 700 v.Chr. Demeter godin van landbouw, brood, koren, is ook de -bemiddelaarster in de dood en ze kan de onsterfelijkheid schenken. Ingewijden in Eleusische mysteriën: eeuwig leven. Op 22 december vierde men de geboorte van Demeter. Er waren de zogenaamde kleine mysteriën en de grote, de Tesmoforia, feesten in de zaaitijd, in het najaar. Ze duurden negen dagen in september. In feite waren deze feesten een confrontatie met de dood. Het was een reiniging. Je werd spiritueel gesnoeid om krachtiger te groeien. Het ritueel omvatte het wassen van de handen in gewijd water, een grote rituele zuivering in de zee, een vastendag en een fakkeldag. Hoogtepunt was de bedevaart naar Eleusis, waarbij het beeld van Dionysius (zoon? Van Demeter, de god van wijn en genot) werd meegedragen. Heilige voorwerpen zoals vruchten van het land en korenaren werden 26 27
Marcello Barros, p. 87 Zie in bijlage het verhaal van Demeter en Persephone
meegedragen. De tocht ging vaak door spelonken, bergpaden en wilde stromen en was niet ongevaarlijk. Er waren momenten van offeren, dansen en zingen en het eindigde met een groot feest. Tot het einde van de vierde eeuw gingen deze bedevaarten door totdat ze door de Kerk werden verboden. In heel wat christelijke rituelen werden elementen hieruit overgenomen. Demeter heeft als aardegodin een belangrijke stempel gedrukt op andere religies. 28 2.5.2. De Keltische Brigitta 29 Komen we nu nog even dichter bij ons: bij de Kelten. Brigid 30 , Brigitta, was een Keltische vuurgodin. Breo saigit betekent vuurpijl. Ze bewaakte drie vuren: deze van inspiratie, van smeedkunst en van heling. Het is de drievoudige godin die ook in verband wordt gebracht met de maan, vandaar dat ze ons verschijnt in de drie fases van de maan: de wassende, de volle en de afnemende: als maagd (wat niet betekent dat ze geen man kent maar dat ze een vrouw is op zichzelf in al haar kracht), als moeder en als oude, wijze vrouw (crone). Ze wordt ook geassocieerd met het water, vandaar de talrijke Brigittabronnen, waar ze werd vereerd. Brigitta is een heidense godin die heeft overleefd tot in het christendom. Een legende vertelt van de vroedvrouw van Maria, die waardin was van de herberg van Bethlehem. Zij gaf brood en water aan twee reizigers, toen ze weg waren, was er nog steeds brood en water. De voedster was aanwezig bij de geboorte van Jezus in de stal. Ze werd bekeerd door Sint-Patrick en werd abdis in het klooster van Kildare; Het heilige vuur van Kildare werd nog tot in de twaalfde eeuw door zusters bewaard. Men brandde voor haar een heilig vuur. Haar feest werd gevierd op 1 februari (Imbolc) – wij vieren op 2 februari Maria Lichtmis. 2.5.3. Keltische seizoensfeesten Dit is niet het enige feest dat Keltische wortels heeft. Op 1 mei vierde men de meikoningin, op 1 augustus de godin van de oogst. Op 21 december vierde men winterzonnewende, met als symbool de rode hulst (voor menstruatiebloed, vrouwelijk, geassocieerd met de aarde) en de witte maretak (zaden, mannelijk, geassocieerd met de lucht). Op 20 maart vierde men de lente-evening, Ostara, (vandaar Ostern, het Duitse woord voor Pasen), waarbij men het ei en de haas als symbolen van vruchtbaarheid gebruikte. De zomerzonnewende had plaats op 21 juni. Op 23 september had de herfst-evening plaats (hervest, vandaar ons woord herfst). 1 november vierde men het begin van het jaar, want het was immers in deze tijd, aan de vooravond van de donkere winter, dat het kiemen van de zaden begon in de aarde. Het was de tijd van dood en wedergeboorte. Bij het sterven in de aarde, begint al het nieuwe leven. De sluier tussen de wereld van de levenden en de doden was dan flinterdun. Sommigen konden zelfs in contact komen met de doden. In deze tijd maakte men zich klaar om de winter door te komen, om te leren uit wat voorbij was, om wijsheid op de doen. De seizoenen wijzen ons ook een spirituele weg: Maurice Zundel, een Zwitserse theoloog, bouwt rond de seizoenen zijn spiritualiteit en begint merkwaardig
28 29
Claudia van der Sluis, 18 ff. cfr. Andy Baggott, Het Keltisch levenswiel, Deventer 2002. Het levenswiel
genoeg ook met de herfst als de tijd van het leven geven. Bomen sterven om leven te geven. In het sterven ligt het nieuwe leven al besloten. 31 Bij elk van deze feesten werden grote vuren aangestoken (wij doen het nu meer en meer op paasavond) en bij het feest gaf men zelfgemaakte geschenken aan elkaar. Wie in de geest van de Kelten leeft, viert een ritueel bij elk belangrijk feest, bij elk nieuw seizoen. Het was gebruikelijk zich op elk belangrijk feest, bij elk nieuw seizoen, voor te bereiden door een ritueel. De kracht van die rituelen ligt in het echt contact maken met de natuur en in het geloof dat wij deel uitmaken van die natuur en in ons de krachten kunnen putten die in de natuur verscholen liggen. Aan de elementen worden energieën toegeschreven, waar we deel kunnen aan hebben en die we in evenwicht moeten proberen te brengen. Inzicht in de vier elementen brengt inzicht in onszelf. Al wat bestaat is een uitingsvorm van de vier elementen. 32 De natuur is een belichaming van de vier elementen in evenwicht. Zo kan de natuur ons leren hoe ons evenwicht te vinden. 2.5.4. De Keltische zweethut en aarde, water, lucht en vuur Een bekend Keltisch ritueel is de zweethut, waarin de vier elementen een wezenlijke rol spelen. Keltische zweethutten vertonen overigens treffende gelijkenissen met deze van de Noord-Amerikaanse Indianen. Hoe gaat men – deze zweethutten zijn opnieuw in trek – te werk? Er wordt een heilig vuur naast een altaar opgesteld in een van de hoofdwindrichtingen. Aan de andere kant van het altaar wordt een ronde hut (van hazelaar of wilgenhout) gebouwd met vier deuropeningen, een in elke windrichting. De hut symboliseert de schoot van Moeder Aarde. De deur het dichtst bij het altaar meestal de hoofdingang. De Deur naar het Oosten wordt geassocieerd met de Lucht en met iets leren en communiceren met de schepping. De Deur naar het Zuiden staat voor Vuur, opdat men geleid en bemoedigd zou worden bij het nastreven van een levensdoel. De Deur naar het Westen symboliseert het Water: de genezende plek, waar men gevoed wordt en opgetild. De Deur naar het Noorden kijkt naar de Aarde: de plek van dood en wedergeboorte, verleden loslaten en toekomst in de armen sluiten. In het midden wordt een kuil voor stenen (meestal van vulkanische oorsprong, basalt) gegraven. Stenen symboliseren de Aarde. Op gewijde wijze een vuur gebouwd met een brede basis, waarop een aantal stenen worden gelegd. Vuur symboliseert de goddelijke vonk van de Schepper. Offergaven van zout (het beste van de aarde), tabak en kruiden liggen er op. Er worden gebeden gezegd. Rond de stenen wordt een vuur gebouwd. Stenen worden in de zweethut gebracht als ze klaar zijn. Terwijl het vuur de stenen verhit, wordt er gezongen, gedrumd en gedanst. Na twee uur worden de deelnemers met kruiden gezuiverd en gaan ze de zweethut binnen. Door de vuurwachter worden de roodgloeiende stenen op een hooivork naar binnen gebracht. Als het juiste aantal stenen in de hut is, wordt ze gesloten, al het licht van buitenaf is verdwenen en alleen de gloed van de stenen blijft over. Er worden kruiden op de stenen gelegd en er wordt water overheen gegoten. De hut vult zich met hete, geurige stoom. Rook en Stoom symboliseren de Lucht. Passende gebeden worden gezongen, liederen en mantra’s. Als moment gekomen is, roept de leider dat de deur open mag. Zo is er een ronde afgelopen. Meestal zijn er vier rondes. De eerste ronde moet zorgen voor evenwicht, de tweede voor genezing 31
Galle, Erik: De vier seizoenen van het leven: God zoeken met Maurice Zundel, 2005. Eigenlijk was er nog een vijfde: ether, voor het spirituele. Het werd uitgedrukt in het levenswiel, de cirkel met het kruis er in, zie de voorpagina van “Het Keltisch Levenswiel” van Andy Baggott.
32
(verdriet en negatieve gevoelens worden losgelaten – met een oerschreeuw kan men zichzelf reinigen), de derde is de ronde van het gebed, tijdens de vierde wordt geëerd en gedankt. Zo’n ceremonie in een zweethut meemaken is een ingrijpende gebeurtenis. Het is als doodgaan en geboren worden. Elk mens komt er vernieuwd uit, zo wordt gezegd door diegenen die het meemaakten. Het is een ritueel dat over onze beschaving heen reikt naar een mythische tijd en dat vandaag nog kan aanspreken en meteen ook een schema aanreikt voor een klassiek ritueel. 2.6. Goden en godinnen: voedsel voor de ziel De mythologische verhalen zouden in deze context van rituelen voor de mens vandaag niet veel zin hebben, indien het slechts verhalen waren, waarbij we ons enkel zouden voorstellen hoe de mensheid vroeger dacht. In vroeger tijden reeds waren deze verhalen voedsel voor de ziel. Het waren zoektochten naar de psyche, waarbij de mens die met het verhaal meeging in diepere lagen van de ziel afdaalde, veel dieper dan wij vandaag soms aandurven. Hoe boeiend het kan zijn een godin te volgen toont het boek van Marijke Baken 33 , een licentiate in de godsdienstwetenschappen over Inanna, een Sumerische godin, die ook bekend staat onder de namen Ishtar, Astarte, Anahita, Ma, Asherah, Isis… Haar naam betekent letterlijk “godin van de hemel”. Zij is de grote godin van hemel en aarde. Ze staat volgens Marijke Baken in een lange traditie van moedergodinnen uit de voor-historische periode. Zij is een maangodin en zoekt als jong meisje haar plaats in de wereld als de Nieuwe Maan, als rijpe vrouw is zij de Volle Maan en ze geeft gestalte aan de Oude Afnemende Maan als vrouw, die de wijsheid door de kennis van de dood in zich heeft opgenomen tijdens haar afdaling naar de onderwereld, naar haar zuster Ereshikgal, het gelaat van de Donkere Maan en de verborgen helft uit de psyche van Inanna. Inanna geeft leven als de wassende en neemt het terug als de afnemende maan. Maar naast Koningin van de Hemel is Inanna ook Koningin van de Aarde en als dusdanig is zij godin van de vruchtbaarheid. Als ‘Heilige Herderin’ is zij de behoedster van de huisdieren, schapen en koeien, maar ook van de wilde dieren, vooral de leeuw en het hert. Als godin van de aarde is ze de Godin van het Graan en de wijn, de dalpalm, de ceder, de sycomorenvijg, de onlijfboom en de appelboom. Een van deze bomen werd altijd in haar tempel geplant als symbool van haar leven schenkende kracht. De ingang tot Inanna’s schaapskooi was de ingang tot de schoot waaruit alle leven voortkwam. Zij is koningin van hemel en aarde maar de onderwereld, de grote diepte is haar onbekend. De roep die zij hoort komt van de onderwereld, van haar ‘oudere zuster Ereshikgal’. Om het spirituele rijk van de onderwereld binnen te kunnen, moet zij eerst al haar wereldse machten opgeven. Ze moet alles loslaten zonder te begrijpen waarom. Ereshkigal doodt haar. Het is een afdaling, een sprong in het duistere onbekende van de aarde omwille van de wijsheid die daar verborgen ligt. In haar symbolische dood hangt Inanna als een rottend lichaam aan een pin, maar wint ze wezenlijk inzicht en ervaring die de cyclus van haar bestaan vervolledigen. Nu ze niet langer de heersende koningin is, kan ze haar kwetsbaarheid aanvaarden. Terwijl van de godin van de liefde en de nieuwe geboorte niets meer over is dan een stuk levenloos vlees, brengt de godin van de dood iets nieuws voort: zij wordt vruchtbaar. Daarmee komt er beweging in haar verstarring. Dat heeft Inanna bewerkstelligd: door haar aankomst in de onderwereld, het ongewenste en verloochende, lossen de klemmen van de dood en is er beweging 33
Marijke Baken, De weg van Inanna, Leuven, 1999.
en nieuwe hoop mogelijk. Was dat de roep die Inanna boven hoorde? Ereshkigals verlangen om eindelijk gehoord, gezien en gerespecteerd te worden door de bovenwereld van het bewustzijn? Ereshkigal is verbonden met de nachtelijke aspecten van het vrouwelijke – de krachtige woelende seksualiteit en de diepe wonden opgelopen in de afwijzingen door het leven zelf. Inanna heeft de instinctieve, gekwetste, afgeschrikte delen van haarzelf verwaarloosd. Door zichzelf toe te staan troost te aanvaarden, kan ze uiteindelijk toestemmen om Inanna te laten gaan. Het hele proces heeft haar en Inanna getransformeerd. 34 Een transformatieproces: dat is het waar het in de mythe om gaat en dat we met de godinnen, die afspiegelingen zijn van onze psyche, van het licht- en het daggedeelte in onszelf, mee kunnen beleven. 3. De Bijbel en de elementen We kunnen ons op zoek naar “omvorming” laten leiden door aloude mythen en de krachten van water, aarde, vuur en lucht maar we kunnen ook kijken naar de bijbel, waarin deze elementen als symbolen steeds opnieuw terugkeren. Namen we een figuur als Mozes. 3.1. Hemel, Vuur, Water, Land in het verhaal van Mozes Hoe komt het dat Mozes zijn volk kan leiden door een zee, die aarde wordt? De tweede Jesaja vergelijkt het klieven van Schelfzee door Mozes met de overwinning op de oerzee. Nu verrijst er geen kosmos maar een volk. Het is een overwinning op de dood, het kwade, de monsters. De zee, het onderbewuste dat iemand kan overspoelen, wordt omgezet in land, vaste grond onder de voeten. Crisis die mij in de grond dreigt te storten, wordt dragende grond. Wij moeten de weg door het onbewuste durven gaan. Op de bodem van de zee voelen we grond. Mozes kon ook water doen vloeien uit de rots. En een doornstruik kon branden zonder op te branden… Wanneer deze verhalen worden verteld, dan gaat het om de mens zelf. De brandende doornstruik zegt iets over Mozes en zijn gemoedsgesteltenis: hij was gevlucht (na een moord). Hij was dor, onbruikbaar, burn out. God komt als een vlam in een dorre struik, die hem toch niet opbrandt. In onze dorheid verschijnt plots God. Hij maakt van onze mislukking en kwetsbaarheid een plaats waar we hem kunnen ontmoeten. 35 Mozes trekt zijn schoenen uit. Hij staat er naakt voor God. Een nieuwe spiritualiteit treedt aan het daglicht: God is er in mijn doornstruik. Het verhaal over Mozes gaat ook over ons. Hij kan zijn opdracht aan na zijn ervaring met de doornstruik. Het is een verhaal van positieve omvorming en daar gaat het precies in rituelen om. 36 Wanneer de Israëlieten morren omdat ze omkomen van dorst, raakt Mozes op bevel van Jahwe met zijn staf de rots en er vloeit water uit. Wat rots, steen, hard in ons geworden is, kan een bron van leven worden. Liefde maakt het hart dat verhard is open. Wanneer we het verhaal van Mozes lezen, zien we hoe Mozes telkens weer wordt omgevormd door de ontmoeting met God. Hij wordt er een ander mens door. Op de 34 35 36
Zie: Marijke Baken: Inanna, p. 89-99. Anselm Grün, Creatieve spiritualiteit, p. 17.
berg Sinaï spreekt God met Mozes van aangezicht tot aangezicht. Zijn gelaat straalt wanneer hij de berg afdaalt. Gods heerlijkheid weerspiegelt zich op zijn gezicht. Hij is verheerlijkt, verlicht. De plagen van Egypte zijn een verhaal van negatieve omvorming. Donder en bliksem: in psychologische termen moet men door elkaar worden geschud om zich voor omvorming open te kunnen stellen. Men moet luisteren naar de donderende stem van God. Ook daarvoor moet men plaats kunnen ruimen in een ritueel. 3.2: Met psalmen op weg naar een ritueel Al deze verlossings- en omvormingsverhalen vinden we terug in de psalmen: bidden en juichend. In de psalmen treffen we zowel het negatieve als het positieve aan: Ps 18: de vernietigende en zuiverende krachten van water, vuur, … Ps 104: de weldoende, leven gevende krachten van de aarde, water …. Die beelden kunnen beelden zijn van God of van onszelf. Vaak wordt er in de psalmen gesproken over de vijanden: dat kan wijzen op negatieve en destructieve krachten in onszelf, negatieve aspecten van onszelf. Zo bekeken kunnen we met de psalmen een heel eind op weg. Psalmverzen zijn als het ware als mantra’s die we in rituelen kunnen gebruiken: Hij leidde hen met een wolk overdag, in de nacht met een lichtend vuur. (Ps 78,14) Hij verandert de rots in een bron, hard gesteente in een stroom van water (Ps 114, 8) Ook Jesaja biedt ons tal van bruikbare verzen: Water welt op in de woestijn (Js 35, 6) 3.3. Evangelie: waar zijn lucht/hemel, aarde, water, vuur? Het verhaal van de verlichting van Mozes doet natuurlijk denken aan het verhaal van de gedaanteverandering van Jezus op de berg Tabor. De lucht is in de bijbel vaak hetzelfde als de hemel, en is er een woord met een grotere symbolische lading dan precies ‘de hemel’? Lucht/hemel: Jezus gaat met drie apostelen de hoge berg Tabor op. De berg verbindt aarde en hemel. Alle grote profeten gingen de berg op om Jahwe te ontmoeten: Mozes naar Sinaï… Daar ondergaat Jezus een gedaanteverandering. Het is een moment van verlichting. Dit is een lucht- of hemelverhaal. Nadat Jezus is verrezen en aan de apostelen verschenen, stijgt hij op naar de hemel. Na zijn verheerlijking daalt Jezus de berg af en hij wordt geconfronteerd met een bezeten jongen. Hoe lang is hij al zo, vraagt Jezus aan de vader. “Van toen hij kind was”, antwoord deze. “Dikwijls heeft de geest hem in het water en vuur gedreven.” Gaat het hier om de doop in water en de geest waarover Jezus aan Nikodemus spreekt? Vanuit de symbolische diepte krijgt dit verhaal de vorm van een omvormings- of inwijdingsverhaal. Jezus was opgegroeid met de bijbel en de symboliek en de rituelen van de bijbel, net zoals de evangelisten. De hele symboliek van de bijbel ligt dus vervat in de symbolen die we in de evangelies tegenkomen. Hun vernietigende en hun bevrijdende
kracht spreekt er uit. Bovendien zijn heel wat verhalen niet te begrijpen zonder hun symbolische draagwijdte. Een grote eenheid van de mens en de elementen, van lichaam en geest, van het materiële en het spirituele spreekt uit vele verhalen en handelingen van Jezus. Aarde: de aarde is de moederschoot, dood en leven, uit aarde wordt de mens opnieuw geboren. Het symbool bij uitstek van dit aspect van de aarde is de grot/het graf. Mensen werden begraven in een grot en stonden op vanuit de grot. Zie het verhaal van Lazarus maar ook het verrijzenisverhaal van Jezus. De steen is weggerold. De steen van de dood. Merkwaardig toch dat velen van ons thuis hebben horen vertellen dat Jezus geboren is in een grot. Men was er zich ook van bewust dat mensen een goed contact met de aarde nodig hadden om te kunnen functioneren. Het verhaal van de verlamde, die vanuit het dak voor de voeten van Jezus wordt naar beneden gelaten, kan in die zin gelezen worden. Waarom zou hij anders van op het dak moeten worden naar beneden gelaten. Verlamming wijst vaak op een gebrek aan “aarding”, een te eenzijdig met het spirituele, geestelijke bezig zijn: de mens ligt en staat niet met beide voeten op de grond. Jezus zegt: sta op en pak uw bed. Hij staat op, staat met beide voeten op de grond en zijn matras drukt hem nog meer op de aarde. Daarmee is het verhaal natuurlijk niet uitgeput, maar het is toch een aspect, dat allicht te gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. Water: Het water komt er naar voor in zijn verschillende aspecten: het vernietigende (de storm op het meer/zee), het onbewuste (wandelen op het meer), het leven gevende (bron), de hergeboorte (doop). In verhalen als deze van de storm op het meer of het wandelen van Jezus op het meer, zien we dat Jezus diegene is die de vernietigende, duistere krachten van het water beheerst. Hij heerst ook over de ziel, het onbewuste, de emoties die mensen kunnen overspoelen. Ook wij moeten leren de storm in ons hart tot bedaren te brengen en over het water van ons onbewuste dat ons kan vernietigen te wandelen. Het water als het reinigende…komt herhaaldelijk naar voor maar nog het meest nadrukkelijk bij de voetwassing, waarin ook het element dienstbaarheid vervat ligt. Bij de put van Jacob leert Jezus aan de Samaritaanse vrouw dat hij het water is dat leven geeft. De doop van Jezus is een geritualiseerd gebruik van de symboliek van het water: onderdompeling is ondergaan in de zee, geconfronteerd worden met het kwade en de dood, maar hieruit opstijgen en opnieuw geboren worden. Ook wanneer Jezus het vuur in zijn symbolische betekenis gebruikt, speelt de universele symboliek van het oerelement vuur mee en van de bijbelse symboliek. Jahwe op de Sinaï: vuur. Vuur is het element van de passie, het heeft de maken met de bestemming van de mens. Zo had ik verlangd vuur te brengen… Op het Pinksterfeest verschenen aan de apostelen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten. Nu hebben de apostelen hun bestemming gevonden. Ze worden bezield door een kracht die sterk is als het vuur en die de hele wereld in vuur en vlam kan zetten. Ik wil er nog een ander verhaal aan toevoegen: het verhaal van de balseming van Jezus. Lukas vertelt het verhaal van een zondares. De Farizeeërs hadden verzuimd
Jezus de voeten te wassen, maar zij had Jezus’ voeten gebalsemd met zuivere nardusbalsem/nardusmirre/nardusolie (nardus gemaakt van Damascusrozen) en met haar tranen zijn voeten nat gemaakt… Ook het verhaal van Maria die Jezus balsemt: met het oog op zijn begrafenis zal worden herinnerd. Hier neemt een vrouw het initiatief. En dit vanuit een zuivere daad van liefde, gratuite, vol vrouwelijke schoonheid en gratie. Het parfum verbindt de aarde en de hemel. He ritueel is omvormend, reinigend, helend, bewaren, beschermend enz. En het is een vrouw, een leerlinge (?) die het initiatief neemt. Kan ons dat niet aanmoedigen om in rituelen zelf aan de slag te gaan? Geen ritueel zo universeel en toegankelijk als de maaltijd. Bij hete laatste Avondmaal neemt Jezus neemt het initiatief, in het Emmaüsverhaal zijn het de Emmaüsgangers. Jezus breekt het brood en het wordt een ritueel van Jezus’ aanwezigheid zoals Jezus voor de vrouw aan wie hij te drinken vraagt het eeuwig leven wordt. Het is de aanwezigheid van Jezus, die een handeling tot een ritueel maakt. Zonder Gods Geest geen ritueel. “Zonder geesten geen ritueel”, zegt men in Afrika. 37 En een ritueel dat mensen in contact brengt met het goddelijke vormt hen ook om. 3.4. Christelijke mystici en de symboliek van de elementen Zo belanden we opnieuw bij de mystieke dimensie van de symbolische elementen in het ritueel, maar dan specifiek de christelijke mystiek. We moeten ons deze symbolische verhalen eigen maken en er als het ware mee gaan leven. We kunnen zoals Theresia van Avila deed een verhaal uitkiezen dat ons in het bijzonder aanspreekt en het overdenken en van daaruit gaan leven. Zij hield bijzonder veel van het verhaal van de Samaritaanse vrouw. Dit verhaal begeleidde haar op haar mystieke weg. In haar geschriften spreekt ze vaak over de bron en over het levende water. Dit levend water is voor haar synoniem van het mystieke gebed of de contemplatie. Ze heeft het dan ook over de mystieke ervaring wanneer ze zegt dat Hij (de Heer) op verschillende wijzen te drinken geven aan wie hem willen volgen, opdat niemand bedroefd zou zijn en van dorst omkomen. “Want uit deze bron ontspringen vele stromen, de ene groot, de andere klein, met af en toe een plasje water voor de kinderen, de beginnelingen.” Wanneer ze het heeft over de ervaring door God persoonlijk bemind te worden spreekt ze van “een kleine vonk van echte goddelijke liefde”. “Is het vonkje door God zelf in de ziel ontstoken, dan doet het, hoe klein het ook is, grote dingen. Wordt het niet door eigen fout gedoofd, dan ontsteekt het de grote vuurhaard, die rondom zich de vlammen verspreidt van Gods allergrootste liefde.” De ervaring van God is een ervaring die ons ten diepste omvormt. Theresa van Avila schrijft dat ze door een mystieke ervaring in enkele ogenblikken een totaal ander mens geworden is. 38 4. Rituelen 4. 1. Rituelen en de kracht tot omvorming 37 38
Malidoma Patrice Somé: De kracht van rituelen, Utrecht/Antwerpen, 1996. Johannes van het Kruis: Gods liefde een vuur.
Datgene waarop eigenlijk alle rituelen uit zijn is transformatie, omvorming zegt Anselm Grün. We worden immers omgevormd en dat kan in de vorm van heling, inwijding, reiniging, volwassenwording, opstanding, verrijzenis, vernieuwing enz. Vaak zeggen mensen na een ritueel dat ze een ander mens zijn geworden. Anselm Grün spreekt in “Creatieve spiritualiteit” liever van omvorming dan van verandering, omdat verandering iets gewelddadigs in zich heeft en de indruk wekt dat wat is niet goed is. Omvorming laat veronderstellen dat wat is goed is maar (door God) omgevormd kan worden. Zelfs onze fouten kunnen omgevormd worden tot iets wat goed is. Zelfs wat ons belemmert, kan omgevormd worden tot iets waarop we bouwen. De steen waarover ik struikel, wordt de steen waarop ik kan bouwen (Petrus). De dorre braamstruik, die we op bepaalde momenten zijn, vat vuur dat niet vernietigt maar ons altijd blijft aanvuren. Het wordt Gods aanwezigheid in ons. De zee, die ons verzwelgt, wordt droog land waarover we wandelen naar het beloofde land. Water en vuur dopen ons tot een nieuw leven. Balsem reinigt, heelt, verzacht en bewaart ons voor het eeuwig leven. Het brood, vrucht van de aarde en van onze handen, wordt voedsel voor onze ziel. Rituelen bewerken altijd iets: heling, verlichting, begeestering, omvorming, vernieuwing, verbondenheid, evenwicht, uniciteit… Wanneer we aan dit ritueel deelnemen, dan kan dit ritueel ons omvormen. Het kan dat bewerken wat we in het diepste van onszelf willen…. 4.2. Een ritueel met de vier elementen Dat we voor een ritueel vanuit de vier elementen hebben gekozen, kan aantonen dat we behoefte hebben aan een omvorming die met al deze vier elementen of met een of meer te maken heeft. Sommigen associëren elk van deze elementen met bepaalde eigenschappen. 39 We kunnen hier voortgaan op onze intuïtie zonder hierin te overdrijven. Aarde: meer standvastigheid, stevigheid, betrouwbaarheid? Lucht: meer spiritualiteit, dynamiek, communicatie? Vuur: meer enthousiasme, doelgericht, bestemming? Water: meer gevoel, meer inlevingsvermogen? Ei: voor de vier elementen: schaal: aarde; eiwit: water, dooier: vuur; luchtblaas: lucht. Zout: het beste van de aarde, verwijst naar de vier elementen: uit aarde of water gewonnen, door verdamping (zon/vuur). Aarde, klei, steen, edelsteen - vruchten van de aarde, bloemen, brood, wijn… Lucht: wierook, parfum Vuur: kaarsen, waarom geen echt, groot vuur? Water: reinigen, onderdompelen, drinken Nardusbalsem: bloemen, geur – aarde, lucht – verbindt aarde en hemel 4.3. Opbouw van een ritueel Voorbereiding: - ruimte zuiveren (vegen, kruiden, wierook), 39
Claudia van der Sluis en de vier elementenreeks over aarde, water, lucht en vuur, Amsterdam, 2003.
- een cirkel maken (stenen, zout, meel, bloemblaadjes, stenen, tabak – met de zon mee zodat je buiten de cirkel blijft, cirkel binnengaan en dichtmaken met een gebed: grootmoeder aarde ik leg deze cirkel op een gewijde wijze met eerbied voor de schepping en ter ere van al wat leeft), - aanroeping/zegening vragen (b.v. Schepper van aarde en hemel, water en vuur, schenk ons kracht en wijsheid, …) Het ritueel: - overschrijden van een drempel, - in een kring gaan staan, de handen vasthouden, doel bepalen, - bidden, zingen, symbolische handeling (en), muziek, stilte Afsluiting: - danken - degenen en wegzenden - wierook doven: uitblazen in omgekeerde richting waarin ze zijn aangestoken - “aarden” (versnapering, maaltijd, feest) - een symbolisch geschenk meenemen ter herinnering ***