Links Vlaams-nationaal maandblad
ZIJN WE ALLEMAAL CHARLIE, OF IS ER MEER AAN DE HAND? 23ste jaargang nr. 203 - januari 2015. Afgiftekantoor: Brussel 1 / € 3 v.u. Christian Dutoit , Drukpersstraat 20, 1000 Brussel
COLOFON
Inhoud
MEERVOUD is een uitgave van Meervoud v.z.w. De ondertekende artikels vallen onder verantwoordelijkheid van de auteur(s).
Ten geleide Redactioneel
Redactie-adres: Drukpersstraat 20, 1000 Brussel. Tel.: 0475/27 46 22
Actueel: Charlie Mireille Leduc Het Vrije Woord Euro-Brussel kroniek Sociaal Kort genoteerd Overpeinzingen
Internet:
[email protected]
Hoofdredacteur: Christian Dutoit. Voorzitter Raad van Bestuur vzw Meervoud: Bernard Daelemans. Erevoorzitter: G. Orbie
BUITENLAND
Ludo Abicht, Jan Cauwenberghs, Rudi Coel, Bernard Daelemans, Dirk De Haes, Kevin De Laet, Jari Demeulemeester, Johan Denys, Miel Dullaert, Frederik Durant, Christian Dutoit, Onno P. Falkena, Derwich M. Ferho, Mireille Leduc, Frans Maes, André Monteyne, Maxime Nys, Geert Orbie, Peter Plas, Jef Turf, Roel Van Booitshoecke, Nico Van Campenhout, Luc Van den Weygaert, Jan Van Ormelingen, Joost Vandommele, Roeland Van Walleghem.
Mark Grammens Catalonië Turkije: Erdogan Volkeren in beweging Kosovo/Brussel
Een jaarabonnement (10 nummers) kost ! 30. Steunabonnement of buitenland: ! 50, te storten op rekening nr 001-2384501-26. Buitenlanders kunnen hun abonneegeld gratis naar onze rekening overschrijven via een IBAN- nummer: BIC GEBABEBB/IBAN BE59 0012 3845 0126
2 3
BINNENLAND
Medewerkers:
Administratie en abonnementendienst: Peter Plas, tel. 02/466 72 68.
Links en Vlaams-nationaal
4 9 10 11 14 16 21
22 24 27 29 31
DIVERSE Boekenrubriek Een knorrig verhaal Het Goede Leven
32 34 38
Vandaag wordt vaak beweerd dat de links-rechts tegenstelling niet meer relevant is. En dat terwijl hele landen en volkeren de gevolgen van de financiële crisis aan den lijve ondervinden. De financiële mondialisering en deregulering heeft geleid tot onverantwoorde speculatie met het spaargeld van de burgers. Achtereenvolgens hebben de zogenaamde ZuidOost-Aziatische ‘tijgers’, Mexico, Argentinië en Rusland de verwoestende gevolgen mogen ondervinden van de ‘nieuwe wereldorde’ die is ontstaan sinds men het kapitalisme de vrije teugels heeft gegeven op de internationale geldmarkten. De jongste jaren zijn WestEuropa en ook ons land (Vlaanderen/België) aan de beurt. De welvaartstaat staat onder grote druk en de bange vraag rijst of die nog te redden valt. Voor Meervoud is het duidelijk dat ons sociaal stelsel, dat overal in Europa opgebouwd werd binnen het kader van de natiestaat, alleen kan gered worden door de soevereiniteit van de staten te herstellen. Herregulering is enkel mogelijk op de schaal van de natiestaat. Op dat niveau is een democratie werkbaar. De Europese samenwerking, voor zover die al ooit is bedoeld geweest voor iets anders dan het dienen van de belangen van de grootindustrie, is doorgeschoten sinds het verdrag van Maastricht, waar het onzalige idee van de euro is doorgedrukt. Hoe meer het politiek establishment zich verzet tegen de heropstanding van de naties, hoe gevaarlijker de spanningen dreigen op te lopen. Het is overduidelijk dat een waarlijk linkse - dit is antikapitalistische - agenda, samenvalt met de beweging voor herstel van de nationale soevereiniteit. Voor Vlaanderen betekent dit vanzelfsprekend niet de terugkeer naar een ‘Belgique de papa’, maar de steeds verdere emancipatie van Vlaanderen en de voleinding van het proces van Vlaamse natievorming. Ook de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, het energieprobleem en andere ecologische vraagstukken smeken om een antwoord. Dat begrippen als ‘links’ en ‘rechts’ vandaag voor sommigen irrelevant lijken, heeft ermee te maken dat de traditionele linkerzijde met zowel de sociaaldemocratie als de christendemocratie én de respectieve vakbonden zich in belangrijke mate hebben ingeschreven in de kapitalistische agenda, in naam van een verkeerd begrepen ‘internationalisme’ dan wel in functie van partijdige belangen. Een niet onbelangrijk nevengevolg van de ‘internationalisering’ is de haast ongecontroleerde migratie die is op gang gekomen en nog steeds blijft aanhouden. Grote cohortes ongeschoolde immigranten uit vreemde culturen vestigen zich ten onzent. Zij geraken niet aan de bak in onze geavanceerde diensten- en kenniseconomie en nestelen zich dan maar in het sociaal vangnet dat daar niet op berekend noch voor bedoeld is. Zij brengen ook een militante godsdienst binnen die wars is van de seculariseringsgedachte. De samenlevingsproblemen die daaruit voortvloeien waren dan ook onvermijdelijk. Meervoud is twee decennia geleden gestart onder het gesternte van ‘Vlaanderen tegen racisme’, maar is nooit deelachtig geweest aan de zogeheten multiculturele ideologie. Racistische gevoelens kunnen nooit een antwoord bieden op de problemen die er zijn, maar men kan begrijpen dat de bevolking zijn heil zoekt bij politieke stromingen die de vinger op de wonde leggen. Intussen begint de bevolking ook het bredere plaatje te zien van de ontsporingen van het kapitalistische systeem. Het idee begint te rijpen dat we alleen weer greep kunnen krijgen op de gebeurtenissen door het herstel van de soevereiniteit, dat wil zeggen van onze democratie op het niveau van de natie. Meervoud wil zijn steentje bijdragen tot deze bewustwording.
Het Charlie-verhaal, p. 3 tot 10
2 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
REDACTIONEEL
Allemaal ‘Charlie’? Hoe ernstig is de verontwaardiging? De gebeurtenissen in Parijs laten een diepe indruk na. De betoging in Parijs was groter dan die na de bevrijding in 1945. Plots is iedereen ‘Charlie’ geworden, hoewel het satirische tijdschrift een zeer beperkte oplage had en hulpbehoevend was. Maar ieder geschikt geachte politicus kreeg een microfoon onder de neus geduwd in de hoop dat ze een aantal voorspelbare clichés zouden afscheiden. Geënsceneerde afschuw natuurlijk. Niet bepaald bevorderlijk voor de ernst van de droefheid en de verontwaardiging was het aanzicht van de kop van de betoging in Parijs (althans voor de kleine 200 meter die zij aflegden): in het Brussels dialect zou men het hebben over ‘meer dan één stront in de cortège’. Krokodillentranen van de Turkse premier Ahmet Davutoglu (Turkije is na China het land met de meeste journalisten in gevangenschap), de president van Mali Boubacar Keita (in 2012 werd de persvrijheid er afgeschaft), de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov (arrestaties kritische journalisten, onopgeloste moorden op persmensen), koning Abdullah II en koningin Rania van Jordanië (onlangs bestormde de politie er een TV-station), de Spaanse eerste minister Mariano Rajoy (in zijn land werden de Baskische kranten Egin en Egunkaria boudweg verboden), en nog een hele trits andere ‘chevaliers de la triste figure’ die bekend staan om hun sleetse kreten. Allemaal ‘Charlies’ natuurlijk. Zouden veel van onze tranerige politici zich nog herinneren dat Charlie Hebdo ooit verboden werd in België, en wel toen er eerder oneerbiedige cartoons gepubliceerd werden, niet van de profeet maar bij de dood van een met Saoedie-Arabië bevriend monarch, ene Boudewijn I van Saksen Coburg? Die cartoons drukken we voor de gelegenheid af in dit nummer van Meervoud. In Frankrijk, zo bericht Breizh-info (12 januari), stuurt een PSkamerlid van Ille-et-Vilaine, Marie Anne Chapdelaine, een perscommuniqué de wereld in waarin ze stelt dat “de vrije meningsuiting een kostbaar goed is” (un bien précieux). In Libération van 18 december, drie weken eerder dus, verscheen van haar hand een Vrije Tribune waarin ze krachtig eist dat Eric Zemmour Frankrijk zou verlaten omwille van zijn ‘verfoeilijk gedachtegoed’ dat zij ontwaart in zijn recente boek Suicide Français. Ze stelt net geen boekverbrandingen voor. Vandaag is ook zij ‘Charlie’. De PS-burgemeester van Brussel Yvan Mayeur liet in een recent verleden herhaaldelijk sprekers verbieden om Brusselse salons te bezoedelen, met als makkelijk argument dat de ‘openbare orde’ wel eens zou kunnen verstoord worden, iets wat volgens hem enkel door de beugel kan als het om zijn politieke vrienden gaat. Ook hij is vandaag ‘Charlie’. Nou moe. We zijn er vast van overtuigd dat heel wat mensen, ook al hebben zij Charlie Hebdo nooit in handen gehad hebben laat staan gelezen, oprecht geschokt zijn door de moord op journalisten en cartoonisten. Dit in schril contrast tot politici en cultuurpausen die zich vandaag gedwongen voelen om uit het vaatje te tappen waaruit iedereen tapt. Paus Franciscus was er niet bij in Parijs. Daar kunnen we tenminste nog begrip voor opbrengen. Charlie Hebdo werd voor zover we weten nooit ofte nimmer verkocht in het Vaticaan, net zo min als in Mali, Jordanië enz. Maar al deze randbemerkingen doen niets af aan onze afschuw over wat is gebeurd. Christian DUTOIT
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 3
DE BEDWELMENDE BANALITEIT VAN HET NEOFASCISME.
Moorden smeken om een nieuwe beeldenstorm Een korzelig stuk “O
In november 1973 verscheen in het Franse stripblad L’Echo des Savanes één van de meest hilarische kritieken op de onhoudbaarheid en dwaasheid van een geloofsgeïnspireerde wereldvisie. De joodse tekenaar Marcel Gotlieb, alias Gotlib, maakte in één klap brandhout van al onze wetenschappelijke verafgodingen en onze onredelijke inbeelding. In het ene verhaal, Oedipus Censorex, banaliseert hij (tot de vanzelfsprekende dood erop volgt) de avatars van het Freudiaanse wereldbeeld. Scatologie, penisnijd, moedercomplex, vadermoord en zelfbevrediging worden in één geut door de gootsteen gejaagd, en herleid tot het meest pragmatische aller vraagstukken: hoe help ik mijn kleine met een schoolopdracht? Of zoals de ‘passeur’, een poesjenel met chapeau-claque en gitaar, op de achtergrond zingt: “Oyez, oyez, braves gens. Les gens se foutent de ces questions. Ils préfèrent de s’les poser eux-mêmes”. De tweede strip is nog vernietigender. Hij heet «Gods’ Club». De Heren Goden houden een feestje in den Hoge op uitnodiging van ‘Monsieur Jupiter’. Verschijnen op het appel: Louis Bouddha, Robert Wothan, Claude Allah, Gaston Jéhovah. En Jésus Christ. De heren vertellen vuile moppen, knijpen in elkaars kloten, bezatten zich, veesten en schelden het klootjesvolk op de aardbol de huid vol. Tot de butler, “Mon Bon Wladimir”, klachten over burengerucht overmaakt. Eerst is de goddelijke reactie wreed, daarna vermakelijk, ten slotte bedeesd. Want de mensen dreigen ermee te verhuizen. En wie gaat dan de huur betalen? Waarop Jupiter eieren voor zijn geld kiest. En een gespecialiseerde firma opbelt om de Olympus geluiddicht te maken. Mijnheer Allah, die weinig op heeft met joodse humor, maar niet te beroerd is om zich na overmatig drankgebruik de ziel uit het lijf te kotsen op de tonen van “Quand je pense à Fernande, la digue du cul, en revenant de Nantes”, ziet geen graten in wat bubbeltjes en een havannasigaar (de anderen evenmin). Dertig jaar later, in Charlie Hebdo van november 2002 doet Allahs profeet, Mohammed, het zaakje dunnetjes over. Tekenaar Cabu tekent Mohammed als een maffioso, in de rechterhand een congnacje, in de linker een sigaar. Hij moet de keuze maken van “Miss Sac à Patates”, tussen een tiental gesluierde vrou-
4 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
wen in tsjador. En besluit met een duivelse grijns: “Je choisis la Belle-de-Fontenay”. Ondervraagd door Le Nouvel Observateur begin 2014 knepen beide tekenaars de billen dicht. “Kan ik vandaag beslist niet meer doen”, erkent Gotlib, die zijn godslasterende verhalen
Dieu, je t’en veux ne pas exister ! » (Cavanna, Les Aventures de Dieu) nog es saenbracht in het album Rhââ Lovely deel 2 (Fluide Glacial, 1977). “Ik kan de islam niet meer uitbeelden zoals vroeger”, voegt Cabu eraan toe. De geschiedkundige Odon Vallet verzucht (en dat is niet vermakelijk meer): “Het toneelstuk ‘Mahomet’ van Voltaire
kunnen we niet meer op de planken brengen”. Reden te meer om dat wel te doen. Want deze tijd heeft nood aan nieuwe beeldenstormers. Ik herinner me hoe de grootste iconoclast van de vorige eeuw, Georges Bernier (le Professeur Choron), geen enkel heilig huisje heel liet. De ayatollahs werden afgebeeld als geile luiwammesen, die tussen opblaaspoppen genieten van de verlokkingen der wereld. De achterflap van hetzelfde uitdagende blad Hara-Kiri (nr. 211, april 1979) prijst de ‘Robot-Allah’ aan, want “de islam is een geweldige markt voor Moulinex”. De keukenrobot kan namelijk drie dingen tegelijk: hakt de handen van dieven af (de bijl), snijdt de ballen af van harembewakers (de schaar), en rukt de kittelaar van meisjes uit (de tang). Met als voetnoot: 30 miljoen vrouwen ondergaan een clitectomie in Afrika en het MiddenOosten. Kan dus vandaag niet meer, zeggen de betrokkenen. Waarom niet ? Omdat Choron gestorven is ? (Uitgespuwd en wel door het establishment, al was het maar omdat hij in de week dat De Gaulle stierf, en een brand uitbrak in een dancing waar een hoop jongeren de dood vonden, in Charlie-Hebdo de onsterfelijke kop plaatste: “Tragisch Bal in Colombey-les-deux-Eglises: één Dode”). Omdat een bekakte webstek als islamiya.net een oproep deed na de publicatie van Cabu om “woedend te worden”, want “dat is ons recht”, en in geval van het uitblijven van openlijke verontschuldigingen “alle middelen te zullen aanwenden om die af te dwingen”? Choron had er best nog een dagvaarding voor over gehad, “pour épater le bourgeois”. De Deense cartoons over Mohammed zou hij niet afgedrukt te hebben. Te flets, te dwaas, te dom, te braaf. Satire, vooral als ze zichzelf omschrijft als “bête et méchant”, kan niet ver genoeg gaan. Herinner u hoe de goddeloze
vrijdenker Gabriel Jogand-Pagès, beter gekend als Leo Taxil, zich met veel bombarie bekeerde en eind negentiende eeuw met pauselijk geld goede sier maakte tot hij de practical joke beu was en iedereen te kijk zette en aantoonde hoe makkelijk het was om roddels om te zetten in geloofswaarheden (met name hoe de vrijmetselaars de Bafomet aanbaden, zijn kont kusten, en Albert Pike de opperpriester van het satanisme was). Als irrationaliteit de wereld beheerst, staat de poort open voor ongebreideld fascisme. En dat is vandaag niet anders. Minder dan ooit tevoren. Fascisme ontwikkelt altijd van boven naar onder. Een zelfbenoemde elite legt haar onbevraagde en onbevraagbare normen op aan de man in de straat. Anders dan solidariteitsbewegingen, zoals het socialisme, groeit het dus niet van onderen uit. Fascisme vertrekt van een roeping, beschouwt zichzelf als elitair, en legitimeert zich liefst op oncontroleerbare gronden. God. Openbaring. Profetie. Uitverkorenheid. Ras. Macht. De club der goden. Het is nogal vervelend dat net het wetenschappelijk paradigma, waarop al onze inzichten en vooruitgang stoelen, uitgaat van bewijsbaarheid én herhaalbaarheid als belangrijkste kennisvoorwaarden. Mijn oud-leerling en goede vriend Geert Lernout heeft aan de holle retoriek van de heilsleren een leuk boekje gewijd: Als een god spreekt. Allah, Jahweh, Mormon. Ze zullen met iets overtuigenders moeten komen aandraven, stelt Lernout, om hun gelijk te bewijzen. Vroeger heette dat gewoon het gezagsargument. Of het ex absurdo. Bewijsvoering – Mao had het bij het juiste eind – is maar onoverkomelijk overtuigend als zij uit de loop van het geweer komt. We zijn daar deze januarimaand van 2015 ontnuchterd mee wakker geworden. Een ben-
de van drie losgeslagen kloothommels heeft het vrije woord letterlijk doorzeefd. Hoofdredacteur Charb, Wolinski, Cabu en met hen nog enkele redactieleden van Charlie Hebdo zijn brutaal en zinloos afgemaakt. Onder de roep “Allah Akbar”. Met kalasjnikovs en raketwerpers. Als dit de vredelievende boodschap is van een vredelievende godsdienst, graaf ze dan maar uit met wortel en tak, en stuur dat soort verknipte idioten terug naar waar ze vandaan komen: de woestijn. Of zoals de burgemeester van Rotterdam, Achmed Aboutaleb, ongekuist zei: “Rot op lafaards”. Waar blijft nu het Internationaal Tribunaal van Den Haag om die massamoordenaars en hun kwade genii te confronteren met de ultieme mensenrechten? Het was geen “staat” die ze stuurde? Nee, veel erger. Het was een bewust gepraktiseerd, en door minder begaafden ruim getolereerd racisme, dat aan die ontsporing ten grondslag lag. Als geen enkele staat, om puur economisch gewin, niet meer de moed heeft om barbaarsheid als zodanig te herkennen en te benoemen, dan hoeft ook die staat niet meer. Charlie Hebdo heeft ten minste één ding bewezen: de vrije gedachte wordt versmacht, het vrije woord de keel overgesneden, de democratische principes van de Verlichting platgedrukt door een atavistisch bloedwraakprincipe dat op niets anders steunt dan onhebbelijk, rancuneus bijgeloof. Zolang de radicaalislamitische regimes niet verwerpen dat àndere denkbeelden minderwaardig zijn, of toepassen dat verdraagzaamheid de internationaal aanvaarde regel is, en dat ze zelf het Handvest van de VN hebben ondertekend (met gelijkheid voor vrouwen en respect voor de vrijheid van spreken en godsdienst en taal), hoeft het voor de democratie niet meer. Fascisme is fascisme, daar is geen ontkomen aan. Fatwa en fascisme zijn elkaars pleonasme. Een schoolmeisje uit Anderlecht liet zich ontvallen: “Iedereen weet toch dat de profeet niet mag afgebeeld worden. Waarom dat dan
Professeur Choron, een monument in zijn genre
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 5
gang (helaas al herhaalde malen verschoven, vanwege al te letterlijk fout gelezen). Ik doe het Oude Testament open, erkende goddelijke inspiratie. Eerste Boek der Koningen. Jehu laat Jezebel van het balkon gooien, vertrappelt haar onder paardenhoeven, en laat haar opvreten door wilde honden (10:25 e.v.). Tweede Boek der Koningen. Op bevel van Jahweh gaan alle priesters van Baal over de kling (10:16-28). Deuteronomium 20: 1019, geen ziel van de Kanaänieten mag gespaard blijven. Sla een “heilig” boek open en je vindt lukraak voorbeelden te over.
doen?” Nee, niet iedereen weet dat. En zelfs als je het weet is er geen reden om dat dictaat over te nemen, sterker, daar moét je mee in contramine gaan. Zodra er een taboe is, zei Stéphane Charbonnier, maken wij er werk van dat te doorbreken. Zo hoort het ook. Taboes zijn taboe – zoals in 1968 het verboden was te verbieden. Naar die tijdssnede moeten we onverwijld terug. Ik lees met enige meewarigheid een briefschrijfster in Gazet van Antwerpen, die ziende blind stelt: “Er bestaat geen enkele god of geloof die zegt: ‘Dood Mensen’”. Elke godsdienst of afgodendienst met absolute aanspraken deed dat en doet dat. Want er is maar één waar geloof, het mijne. Soera 2: 190 in de koran: “Doodt de overtreders waar jullie hen aantreffen en verdrijft hen waarvandaan zij jullie verdreven hebben. Verzoeking is erger dan doden”. Soera 9:5; “Als de heilige maanden zijn verstreken, doodt dan de veelgodendienaars waar jullie hen vinden, grijpt hen en belegert hen en wacht hen op in elke mogelijke hinderlaag”. De islam heeft niet de exclusiviteit van bijziendheid. Het boedhisme is even myoop, het geweld tegen de moslims op Sri Lanka of tegen de Rohingya in Birma getuigt ervan. Het hindoeisme doet er niet voor onder, radicale stoottroepen van de BJP keren zich geregeld tegen moslims en Christenen. Dat christendom is even erg geborneerd. Wraak is net zo schimmig als doortastend, net zo irrationeel als wansmakelijk. De Oklahoma Bombing (1995, 168 doden) was door Timothy McVeigh opgevat als ultiem verzet tegen de uitroeiing van de Branch Davidians in 1993 (een sekte van ZevendeDags-Adventisten die de bijbel letterlijk las; na 51 dagen belegering in Waco werd ze uitgemoord, 87 doden). Letterlijk lezen, je kunt evengoed met de volgelingen van Raël of met de Getuigen van Jehovah op een bergtop gaan staan voor de voorspelde Wereldonder-
De waarde en diepgang van specialistengeëmmer over moordaanslagen zoals in Parijs gaan niet verder dan de representativiteit van de toevallig geïnterviewde man of vrouw in de straat over pakweg de mode of de prijs van de benzine of de straf van een veroordeelde. Van nul en generlei waarde. Misdaad blijft misdaad, en die dient zonder mededogen ausradiert. En om te verhinderen dat de goegemeente licht omslaat naar soortgelijke vergeldingsdrang, is het wenselijk dat de internationale gemeenschap paal en perk stelt aan het parallelle circuit van beschermd fanatisme. Zelfs als dat ten koste moet gaan van de uitsluiting of stemverbod voor sommige landen uit de Verenigde Naties.
Verlichting: verdraagzaamheid, vrijheid, gelijkheid. Men leze Immanuel Kant in Was ist die Aufklärung (1784): “Aufklärung ist der Ausgang des Menschen aus seiner selbstverschuldeten Unmündigkeit. Unmündigkeit ist das Unvermögen sich seines Verstandes ohne Leitung eines anderen zu bedienen”. Sapere aude – durf te denken. En zoek dus geen fake argumenten om de democratie verder uit te hollen, zoals vervreemding, achteruitstelling, maatschappelijke uitsluiting, of onbegrip. Iedereen hoort bij een minderheid. Niets, maar dan ook niets, kan gratuit geweld vergoelijken. Dat geldt evengoed voor de stompzinnige reactie van Donald Trump (“When guns are outlawed, only outlaws have guns”) als voor de “bottinnekes”, wier advocaat volhoudt dat ze geen beesten zijn, “er is honderden keren niks misgelopen”. Vertel dat een piloot of
Het is daarom wraakroepend dat Washington zelfs toegeeft aan de chantage. Zelfs een zeer rechtse bron als ’t Pallieterke heeft dat gemerkt. Op 8 januari schreef hoofdredacteur Van Camp: “De potloden zijn geslepen, want geen haar op ons hoofd dat er aan denkt een duimbreed toe te geven aan het recht van vrije meningsuiting. In die zin is het bijzonder jammer, akelig en hallucinant dat in de Verenigde Staten, the land of the free, cartoons vandaag uit alle publicaties werden geweerd om radikale moslims ter wille te zijn. ’t Pallieterke pleit voor een absoluut recht op vrijheid van meningsuiting. Voor religieuze censuur, van welke geloofsovertuiging het ook uit gaat, is geen plaats in Vlaanderen. Voor politieke censuur evenmin”. Maar in het (linkse) De Wereld Morgen zag Christophe Callewaert al een dag eerder terecht een veel groter plaatje. Dit kan alleen maar de roep om een sterke staat en nog meer burgercontrole verhogen, stelt hij. Tekenen aan de wand: “Een populaire schrijver vindt de deportatie van 5 miljoen moslims een goed idee en in Duitsland betogen bijna 20.000 mensen tegen de islam”. De domkoppen zitten overal, de kortzichtigen vormen de massa van het gesundes Volksempfinden, scherpslijpers zijn de herauten van het grote gelijk. De kwaal is al lang aan het etteren. Toegeeflijkheid op de eigen aanvaarde grondwettelijke principes zette de afglijding in naar autoritaire machtsstructuren en de ontwaarding van de principes der kaft en cartoon van een in België verboden nummer van Charlie Hebdo uit 1993
6 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
een vrachtwagenchauffeur die een moment van onachtzaamheid toont. Afschuiven van schuld, dat is het. Ontkenning. Het geldt evengoed voor die stoere macho’s als voor de drop outs die maar al te graag van twee walletjes eten – de verzorgingsstaat en het Grote Gelijk, in Syrië en Parijs. Nationaliteit en godsdienst doen er dan nooit toe, zoals de krankzinnige baron Von Ungern Sternberg (bekeerd tot het lama-boeddisme) bij zijn invasie van Mongolië al bewees, zoals Pol Pot (verteerd in atheïsme) in eigen land aantoonde, zoals landen uit het Midden-Oosten (gekeerd in zichzelf) zich zelfmoorden. Dat heeft niks meer van doen met neokolonialisme, alleen met sociale brandhaarden die onder het mom van hoofddoek en kromzwaard, of van potlood en kalasjnikov worden opgepookt. Als iemand niet Charlie wil zijn, dan hoort hij of zij evenmin Mohammed te zijn, in wiens naam zulke schurkenstreken worden uitgehaald. Rankune is het oorkussen des duivels. Vooral als de duivel god heet. Dan klinkt het verweer van “er was grote eensgezindheid in de Arabische wereld om de misdaad af te keuren” wel erg hol. Want uit Jemen kwam helemaal geen reactie. Of toch, van
Harith al-Nadhari van AQAD, die Frankrijk gebrek aan respect verwijt, “so a group from among the believing soldiers of Allah marched unto them, then they taught them respect and the limit of freedom of expression”. Door ongewapenden af te knallen, schoon respect. Geen stemverheffing in het Turkije van de nieuwe sultan Erdogan. Zijn handpop, de minister van buitenlandse zaken, zei met klem dat er geen enkel verband is tussen de islam, “een religie van vrede” en terreur. Vertel dat de joodse huismoeders die in het wilde weg zijn doodgeschoten. “Het zijn soldaten, geen burgers”, dacht de geflipte Malinees Coulibaly voor zijn zelfmoord te moeten argumenteren. Ook geen afkeuring uit Indonesië, toch de grootste moslimnatie ter wereld. Uit het wahabitische Saoedi-Arabië alleen wat window dressing. Want geen twee dagen na de moorden vergreep Riaad zich andermaal aan gewelddadige onderdrukking van het vrije woord. De BBC meldde: “A Saudi Arabian blogger, Raif Badawi, who was sentenced to 1,000 lashes and 10 years in jail, was publicly flogged 50 times. The flogging will be carried out weekly”. Zijn misdaad? “Mr Badawi, the co-founder of a now banned website called the Liberal Saudi Network, was arrested in 2012. Mr Badawi was also ordered to pay a fine of 1 million riyals ($266,000; £175,000). In 2013 he was cleared of apostasy, which could have carried a death sentence”. Vrijheid van meningsuiting? Op dezelfde dag brachten Libische fundamentalisten twee Tunesische journalisten om. Vrijheid van meningsuiting? Zolang er geen eensgezind politiek optreden komt tegen staatsgeweld, religieuze ontsporingen, voor scheiding tussen kerk en staat, en democratisering op alle nivo’s, zal het moeilijk blijven om geloof te hechten aan de vreedzaamheid van godsdiensten, vooral als die vinden dat de zogenaamd goddelijke wet hoger staat dan de grondwet. Dat is het dilemma voor de 45 islamitische landen – intussen 56 – die op 5 augustus 1990 de paradoxale Kairoverklaring ondertekenden. Paradoksaal omdat ze ook het Handvest van de Rechten van de Mens zeggen te respecteren. Maar het Europees Hof ter verdediging van die grondrechten heeft op 13 februari 2003 onomwonden de onverenigbaarheid van de Verklaring met het Handvest in een arrest bevestigd. De Organisatie van de Islamitische Conferentie stelt namelijk in artikels 24 en 25 dat “alle rechten en vrijheden ondergeschikt zijn aan de sjaria”. Vrouwen zijn niet gelijk. Bekeerlingen moeten als afvalligen behandeld worden (steniging dus).
laars”, die hebben hun vermeende maagden en hun paradijs al opgestreken. De martelaars gedragen zich inderdaad als martelaars, als folteraars, zij martelen onschuldigen, en denken daar een beloning voor te krijgen. Wel medeleven voor hun ouders of familie, iedereen is iemands kind. Wel voor de toevallige slachtoffers, zoals in het koosjere grootwarenhuis. Wel voor de nabestaanden van de afgeslachte journalisten. Hét kenmerk van fascisme is anonimiteit. De cijfermatige benadering van de mensheid. Er wordt geen mens omgebracht, maar een symbool, een vertegenwoordiger, een dummy. In de hoop dat het weerwraak uitlokt. Maar zoals na de moordpartij van Breivik op het eiland Utøya (211, 77 doden), is er maar één echte remedie tegen geweld. De toenmalige eerste minister van Noorwegen, Jens Stoltenberg, had zijn geheime wapen klaar. De pen is machtiger dan het zwaard, en daarom dien je uitzinnig geweld te bestrijden met de echte kracht van de democratie: “Meer grootmoedigheid, meer verdraagzaamheid en meer democratie”. En meer Schengen voeg ik er graag aan toe, nu dwaas rechts steeds meer pleit voor een terugval op de middeleeuwse alkoofmentaliteit, en zoals de Demokraterna in Zweden, de Folkeparti in Denemarken, de Britten in hun gewone doen, de Slovaken die niet beter weten, de dolgedraaide Fransen, en de geestesarmoedige Belgen nu weer strikte grenscontroles willen invoeren. En nog erger: nog meer informatiegegevens uitwisselen met de voorbeeldig geachte Amerikanen. De Pavlovreflex van de armen van geest. De spirit van Charlie Hebdo is precies wat dit weerzinwekkend schouwspel ter verwerking nodig had: doorgaan. Nog vettiger dan tevoren, nog harder, nog taboedoorbrekender.
Zullen het dat toch even over verdriet hebben? Niet voor de zelfingenomen “Marte-
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 7
trachtten weg te moffelen of weg te redeneren. Natuurlijk zal ik Wolinski missen, de voedstervader van Pirana, en de grootmeester van de slechte smaak. Natuurlijk geef ik Willem gelijk, die sneert naar de “spontane” steunbetuigingen van wie Charlie Hebdo nooit gelezen hebben (zoals de “spontane” woede van de Pakistanen tegen een vroegere uitgave al even dwaas uitging van sublieme onwetendheid). Wij doen daar niet voor onder. Hooguit een dik dozijn Vlamingen (van Johan Anthierens tot mijzelf) hebben stelselmatig dat soort verontrustende bladen gelezen, Hara Kiri, L’Echo des Savanes, Charlie Hebdo, Fluide Glacial. Het zou me niet verbazen dat er weldra een cartoon verschijnt in Charlie Hebdo die de eigen uitmoording ridiculiseert, en er als bijschrift aan toevoegt: de perfecte publiciteit om op één miljoen exemplaren te verkopen. Dat is de ingesteldheid van onmisbare iconoclasten, van de beeldenstormers waarop geen enkele macht vat heeft, en die op het perverse af poogt deze tragedie voor eigen gewin te kapen. Mijnheer Le Pen voor Mademoiselle Le Pen, om maar één voorbeeld te noemen.
Natuurlijk zal ik Cabu missen. Hij zei in één haal wat hele bibliotheken
een typische Charlie-cartoon
8 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
Charb, Cabu, Tignous, Wolinksi, ze hadden net als Choron, Cavanna, Willem, Zak of Gotlib iets voor op hun belagers, wat ze onaantastbaar maakte: zelfironie, de kracht om jezelf onderuit te halen. Richtinggevend zijn de hilarische fotoroman-
netjes die Le Professeur Choron over en met zichzelf maakte in Hara Kiri. Of nog persoonlijker, La Coulpe van Gotlib. Gotlib overleefde de oorlog als ondergedoken joods kind, en verwerkt dat in La Coulpe tot het wezen van de ongebonden sardonische humor. Een joods schooljongetje, gele ster op de borst, laat zijn vriendjes dichterbij komen, en spuit ze dan nat vanuit de ster, zoals een clown uit zijn roos doet. Met de triomfantelijke kreet: “J’ai découvert le sens de l’humour grinçant! De beaux jours se préparent!” Vanuit hun eigen andere wereld neem ik aan dat de vermoorde tekenaars van Charlie Hebdo staan te schaterlachen om hun beulen. Omdat ze er zelfs niet in slagen een blad te doen zwijgen. Het beeld is machtiger dan de kalasjnikov. “Zonder woorden” sterker dan alle fratsen van Mussolini en Hitler en Aboe Hamza samen. Het volstaat om de klank af te zetten als de heren hun blaffend vertoog houden. Le ridicule tue. La canicule pue. Et la violence: mon Q. Lukas DE VOS PS: Dit stuk lag al drie jaar onafgewerkt op mijn stapel manuscripten. De Parijse moordpartij heeft me halfweegs een nieuwe richting doen inslaan. En een ondertitel doen toevoegen.
STANDPUNT
Het vingertje De bevolkingsdiensten zullen werk hebben. Vooral bij onze zuiderburen, maar eigenlijk zowat overal in de wereld. Zelfs de burgemeester van Londen was het noorden kwijt, en begon zowaar Frans te praten. Iedereen wil Charlie worden. Niet naar die sjofele Brit met de grote schoenen en de kleine bolhoed, maar naar een maandblad waar maar weinigen tot enkele weken geleden van gehoord hadden. Laat staan ingekeken hadden. Enkele dagen na de halal-slachtpartij in de Lichtstad kwamen massa’s mensen op straat. Voor de vrijheid van meningsuiting, en de ‘valeurs républicaines’ zoals dat zo mooi heet. Vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid. Plots zijn er toch waarden. Meer zelfs, Westerse waarden. En ze zijn in gevaar, is nu bloedig gebleken. Als je dat enkele weken geleden verkondigde, schudden velen weldenkend het hoofd bij zoveel reactionaire argeloosheid. In het beste geval. Anderen namen dadelijk hun Iphone om een of ander anti-racistisch centrum te alarmeren. We kunnen er ons enkel over verheugen dat de verloren zonen het ouderlijk huis terug vinden. Alleen, zoals gewoonlijk blijken er nogal wat angels in de stelling te zitten. Nogal wat naamveranderaars hebben last van een bijzonder kort geheugen. Tot voor kort was vrijheid van meningsuiting helemaal geen prioriteit van onze politiek correcte leiders. Met op kop de baljuw van de Europese hoofdstad. Zoals bekend heeft dit zeer correct heerschap het grootste respect voor de vrije meningsuiting. Ten minste als die mening ook even correct is als de zijne. Enkele tientallen pandoeren kunnen er van meespreken. Maar natuurlijk vindt dat heerschap dat enkel correcte meningen aan bod kunnen komen. Dat freedom of speech slechts zin heeft als ook schandalige en scabreuze meningen eronder vallen is zoals vloeken in de kerk voor hem. Of nuchter zijn in de logetempel, dat kent hij beter. Enkele dagen voor de Franse executies wou een Franse reljournalist ook tegen enkele Belgische weldenkende schenen komen schoppen, en dit alles in ons derde Gewest. Zoals het een magistraat past, wilde hij de goegemeente beschermen tegen dergelijke schadelijke nonsens. De reljournalist wilde immers enkele vragen plaatsen bij de groeiende invloed van een bepaalde godsdienst (waarvan we de naam niet zullen noemen). En de islamisering aanklagen, dat is duidelijk werk van de duivel. Gelukkig sprak de reljournalist geen Nederlands met een vreemd accent, of de baljuw zag een Antwerps complot. In ieder geval, een dergelijk sujet moest de mond gesnoerd worden. De stadsmagistraat moest in arren moede toegeven dat hij privé-vergaderingen niet kon verbieden, maar hij haalde voor andere optredens zijn klassieke truuk boven: tegenbetogers zouden de boel op stelten kom zetten. Een truuk die nogal wat van zijn collega’s van zijn obediëntie graag toepassen. Vrijheid van meningsuiting moet zwichten voor de dreiging met geweld. Waarbij je weet waar de sympathie van de machthebbers naar toe gaat.
Een nauwelijks verholen variante van de vermaningen die we hoorden toen een Viking-blad wist waar het mee bezig was, en cartoons van de baardige profeet publiceerde. Met hangend hoofd en de staart tussen de benen slaagden onze moedige opinieleiders er toch nog in om het beruchte vingertje te heffen. We moesten alles nuanceren, en tolerant zijn, en respect hebben voor een andere godsdienst en een andere cultuur. En vooral die cartoons niet meer publiceren. Of er zelfs maar naar kijken. Je zou die arme lieden kunnen schoqueren, stel je voor. Vrijheid van meningsuiting moest er wel zijn, maar je mag er niet fanatiek in zijn. Terughoudendheid was de boodschap. In mensentaal: pure lafheid. Tot dogma verheven door de maîtres à penser. Maar toch trokken die dames en heren op in navolging van het Franse voorbeeld. Maar geen paniek: zoals we konden verwachten, sloegen de spinning doctors toe. In Parijs ging het om de republikeinse waarden, solidariteit met de slachtoffers, en de vrije meningsuiting. Hier ging het om tolerantie voor alle godsdiensten. In feite maar voor een godsdienst. En het ging heus niet om de joden die afgeslacht werden. Het vingertje was maar enkele uren weg. Mireille LEDUC
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 9
PARIJS 7/1
Wij hebben noten op onze zang Zij moeten de mestkuil betalen, de beerput Die wij in ons wolkenveld dolven, zij moeten De hemelriolen ruimen, die stortplaats Van stront in azuur waar de Ouden van zongen. Met deze zelfbeschamende regels vangt een gedicht van Leonard Nolens aan. In de titelafdeling van Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen (2011) klinkt schaamte voor wat “wij” (de volwassenen) “zij” (de kinderen) aandoen. Schaamte voor de wereld waarmee zij worden opgescheept na onze passage, na de “zwellende zelfzucht”. De terroristische aanslag in Parijs tegen de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo is door commentatoren vergeleken met een onthoofding. Sinds vorig jaar staan op ieders netvlies de videobeelden gebrand van knielende westerlingen en zwart geharnaste zwaardvechters in het sinistere decor van een desolate woestijn. De metonymische vergelijking met de terechtstelling van westerse journalisten in de Franse hoofdstad door schorremorrie dat onder de vlag van Al Qaeda of Islamitische Staat zegt te opereren ligt voor de hand. Deze oorlogszaaiers beroepen zich op canonieke en apocriefe islamitische teksten, althans op een radicale interpretatie van bronnen, op een profeet die 1600 jaar geleden leefde. Overtuigd van de onaantastbaarheid van duistere gedachten worden laffe aanvallen tegen drieduizend jaar westerse beschaving en cultuur vergoelijkt. De raid van jihadisten die zich beroepen op de profeet Mohammed, niet alleen in Frankrijk maar ook elders in de wereld, is zoals gezegd niet alleen een daad van barbarij. De lynchpartij met naamafroeping van journalisten en cartoonisten is een moordaanslag op de vrijheid van meningsuiting, op ieder van ons die humane waarden hoogschat. Wie zich niet laat gijzelen en geselen door religie, moraal of politieke ideologie en de kracht van taal hoger inschat dan die van het zwaard of een kalasjnikov, is vandaag door de moordenaars geraakt. Wij zijn inderdaad allemaal Charlie. Zoals de dichter schrijft kunnen wij niet doofstom in de bomen en de wolken hangen en onze kinderen en dus volgende generaties opzadelen met mestkuil, beerput en andere hemelriolen. Wij dragen verantwoordelijkheid. Wat ons betreft zullen kinderen later niet “de mestkuil betalen” of “hemelriolen ruimen”. Door de vrijheid van het woord te verdedigen, ongeacht de politieke, poëticale of religieuze achtergrond of voorkeuren van diegenen die het woord hanteren, nemen wij het op voor een open en respectvolle samenleving. Voor extremisme van welke aard ook is geen plaats in een publieke ruimte die democratische waarden hoog in het vaandel voert. In Nolens’ gedicht komt een verwijzing voor naar de staande uitdrukking “Zo de ouden zongen zo bekken de jongen”. Waar wij zingen zal geen “stortplaats van stront” zijn. Of zoals Hugo Claus dichtte: “de zanger is zijn lied”. Wij komen op voor vrijheid van het woord omdat we weten zoals velen wat het woord waard is. Waar het woord in de verdrukking komt of wordt opgeëist is de titel van Nolens’ dichtbundel meer dan ooit van toepassing. Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen is een expressie van het recht op dromen en struikelen, de luwte en het onvolmaakte, traagheid en wachten, stilte en vergissing. Een voor een zijn dit mensenrechten die we tegen alle apodictische ideologieën en decreterende religies in blijven verdedigen. Alleen al omdat we voor onze kinderen de plicht dragen van de wereld een leefplek te maken en geen “stortplaats van stront”. Wij willen niet zijn zoals in de slotregel van het openingsgedicht in ‘Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen’: “Wij hebben geen noten op onze zangen”. Zingen zullen we, ongeremder dan ooit tevoren, want wij zijn ons lied. Yves T’Sjoen, Mon Detrez, Lukas De Vos, Tony Meesdom, Adriaan Raemdonck, Roger de Neef en Marc Ruyters, namens de Arkprijs voor het Vrije Woord.
10 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
NIEUWS UIT HET DERDE GEWEST EN ZIJN RIANTE OMGEVING
(Euro-) Brussel kroniek ____________________________________________ Vlaggenkwestie in Brussel Het Brussels Parlement heeft meerderheid tegen oppositie beslist een nieuwe Brusselse vlag in te voeren. Het gaat nog steeds om de afbeelding van een iris, maar de stylering is drastisch gewijzigd. In de oude vlag prijkt een gouden iris op een blauwe achtergrond, terwijl in de nieuwe twee gouden bloemblaadjes – die de twee gemeenschappen zouden voorstellen – verbonden worden met een grijs hartje, en dat ook weer op een blauwe achtergrond. In feite gaat het om de gelijkschakeling van de vlag met het nieuwe logo, dat al door de vorige Brusselse regering werd ingevoerd voor gebruik in briefhoofden, balpennen en dergelijke. Minister-president Rudi Vervoort wees erop dat de Brusselse vlag niet breed gedragen is bij de Brusselse bevolking en wil met de gelijkschakeling van logo en vlag meer uniformiteit nastreven. De goedkeuring verliep niet van een leien dakje en verwekte enige commotie. Meerderheidslid Bernard Clerfayt (FDF) onthield zich en Brigitte Grouwels (CD&V), die zich in de commissievergadering tegen het regeringsvoorstel had verzet, verliet de zaal tijdens de stemming. Een voorstel om het regeringsontwerp terug naar de commissie te sturen werd door de meerderheid verworpen, al waren er ook hier onthoudingen bij de meerderheid, en wel van gewezen minister-president Charles Picqué alsook van Clerfayt.
Armand De Decker, de minzaamheid zelve, not amused met de nieuwe vlag
Maar vooral de oppositie fulmineerde tegen het maneuver. MR-parlementslid Willem Draps wees erop dat de oorspronkelijke Iris-vlag door alle politieke fracties was gedragen. De nieuwe vlag is alleen de vlag van de meerderheid, meent hij. De anders zo bedaarde Armand De Decker, burgemeester van Ukkel, kondigde aan dat hij in alle gemeenteraden van het gewest resoluties zal laten neerleggen om de nieuwe vlag van de Brusselse gemeentehuizen te bannen. “Aan mijn gemeentehuis zal de vlag niet hangen”, zei De Decker. Volgens Arnaud Verstraete (Groen) moet een vlag zorgen voor continuïteit en herkenbaarheid, en die moet, anders dan een logo, dat aan mode onderhevig is, de tijd trotseren. Met de stemming is de kwestie nog niet helemaal afgehandeld, want, zoals Johan Van den Driessche (N-VA) er al op wees, de ‘oude’ iris is inmiddels ook geïntegreerd in de vlaggen van de VGC en van de COCOF. Die worden nu min of meer verplicht om eveneens hun logo’s en vlaggen aan te passen. De Iris-vlag dateert van 1991, ze werd twee jaar na de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingevoerd. De iris is een moerasbloem die verwijst naar de etymologische betekenis van de naam van de stad: Broek-zele (oftewel: nederzetting in het moeras). De iris komt om die reden ook voor als motief op de middeleeuwse Brusselse wandtapijten. Met de keuze voor blauw en goud als kleuren voor de vlag (ook de kleuren van de Europese vlag) wilde men uitdrukkelijk ook de Europese hoofdstedelijke status van Brussel benadrukken, al werd er ook op gewezen dat deze kleuren ook in de meeste wapenschilden van de 19 gemeenten zijn terug te vinden. Afgezien daarvan werd er in Meervoud een kleine 25 jaar geleden gesuggereerd dat de iris een verkapte Franse koningslelie is (eveneens in goud en blauw), die vandaag ook nog steeds op de vlag van Québec prijkt (maar dan een witte lelie op blauw veld). En wie weet hopen sommigen vandaag dat het wegvallen van een herkenbare Brusselse eigenheid een uiteindelijke integratie van Brussel in een Waals-Brusselse post-Belgische Franstalige natie zal vergemakkelijken? De malaise rond de vlag is ook wel tekenend voor de permanente Brusselse identiteitscrisis. Na de massale omslag naar het Frans een kleine honderd jaar geleden werden en worden de Vlaamse roots verloochend en later de multicultuur omarmd als een welkom alibi om in
de nieuwe en de oude irisvlag
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 11
Brussel de eeuwige bastaard (dixit Jules Destrée), het ketje, en voor de post-modernen de non-identiteit te koesteren. Het resultaat is dat Brussel vandaag dreigt uiteen te vallen in getto’s, dat de verbondenheid onder de burgers ver te zoeken is. Volgens officiële statistische gegevens, onlangs door de studiedienst van de Vlaamse regering verwerkt, zijn 66% van de Brusselaars vandaag van buitenlandse herkomst. Als Vervoort straks of morgen in Brussel de ‘inburgeringsplicht’ zal invoeren, waarin hoopt men dan dat de Brusselaars inburgeren?
Gewestelijk Expressnet uitgesteld tot 2030 De Brusselse minister van mobiliteit, Pascal Smet is woedend, nu hij verneemt dat de uitvoering van een aantal werken in het kader van de uitbouw van het GEN (gewestelijk expressnet) rond Brussel mogelijkerwijs pas zullen rond zijn tegen 2030 in plaats van de eerder vooropgestelde timing tegen 2025. Als reden worden zowel de gebrekkige financiële armslag van de NMBS als administratieve perikelen aangehaald rond bouwvergunningen, af te leveren door gewestelijke en gemeentelijke overheden.
een gebelgde Pascal Smet
Oorspronkelijk hadden de werken zelfs moeten klaar zijn tegen 2016! Maar het GEN is als een soort monster van Loch Ness dat af en toe gesignaleerd wordt, waar veel wordt over gesproken, maar dat niemand ooit echt heeft gezien. Men spreekt al meer dan twintig jaar over dat GEN. De benaming van het GEN verwijst naar het uiterst efficiënte spoornetwerk rond Parijs, de RER (Réseau Express Régional), waar het GEN dus de letterlijke vertaling is. Maar daar houdt de vergelijking wel op. De Parijse RER is gestoeld op een samenwerking tussen de stadsvervoermaatschappij RATP (metro en bussen in Parijs) en Transilien (regionale sectie van de nationale Franse spoormaatschappij SNCF). Het netwerk kwam tot stand door bestaande voorstadsspoorlijnen ondergronds aan elkaar te verbinden in het centrum van de stad, waardoor de voorstadstreinen als een soort supersnelle metro gingen functioneren (met verder uit elkaar liggende stopplaatsen in de stad). Van een dergelijke samenwerking tussen vervoermaatschappijen in Brussel is nauwelijks sprake. Op het grondgebied van Brussel zijn trouwens niet minder dan vier openbaar vervoer netwerken actief: de MIVB (Brusselse bus tram en metro), de Lijn (Vlaamse bus en tram), de TEC (Waalse bus en tram) en niet te vergeten de NMBS. Maar de huidige plannen rond het GEN berusten exclusief bij de NMBS. Behalve één tunnel die het NMBS-station Schuman moet verbinden met het station Meiser zijn er geen belangrijke infrastructuurwerken gepland op Brussels grondgebied. Voor het overige wordt vooral gewerkt aan de verdubbeling van de sporen op de bestaande lijnen naar Halle, Denderleeuw, Leuven, Ottignies en Nijvel. Zo kan de frequentie opgetrokken worden naar vier treinen per uur (in de spitsuren) op die trajecten.
12 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
Wel heeft de Lijn inmiddels ook beslist om tramlijnen te bouwen vanuit Boom, Ninove en de luchthaven van Zaventem naar Brussel en een ringverbinding van op de Heizel naar Zaventem. Het idee is daar tegen 2020 mee klaar te geraken, maar die projecten zitten nog maar amper in de planfase. Men kan de woede van Smet goed begrijpen. Het verkeer geraakt in Brussel muurvast en het is voor een deel de financiële toestand van de federale overheid (en de besparingen!) die de uitvoering van de werken in de weg staan. Volgens een bericht in De Tijd zou er zowat 500 miljoen ! tekort zijn. Smet wijst erop dat de federale staat intussen wel 4 miljard ! subsidies verleent aan het autoverkeer in de vorm van fiscale voordelen voor bedrijfswagens. In Brussel werken ongeveer 350.000 Vlaamse en Waalse pendelaars waarvan naar schatting 2/3 met de auto naar het werk pendelt.
Weinig Walen in de Vlaamse Rand Er werd onlangs een nieuw wetenschappelijk onderzoek over de taalsituatie in de Vlaamse Rand uitgebracht. Het gaat om een ‘taalbarometer’ van professor Rudi Janssens (VUB), die eerder (reeds driemaal) op dezelfde manier de taalsituatie in Brussel onder de loupe nam, maar deze keer dus zijn licht liet schijnen op de negentien gemeenten die Brussel en de faciliteitengemeenten omringen. (De faciliteitengemeenten zelf zijn in die negentien inbegrepen). Dat gebeurde door middel van een bevraging van een wetenschappelijke steekproef van 2.503 inwoners van deze gemeenten. Het ging om een één-op-één bevraging naar de taalkennis en het taalgebruik van de Randbewoners alsook naar hun omgang met nieuwsmedia en hun identificatie. Er is ook een hoofdstuk gewijd aan verhuisbewegingen tussen Brussel en de rand. Het gaat hier om een eerste onderzoek van dien aard, zodat het niet mogelijk is een evolutie te schetsen in het taalgebruik in de Rand. Het is dus moeilijk verstrekkende conclusies te trekken met betrekking tot de al dan niet voortschrijdende ‘ontnederlandsing’ van de Rand, of het zou op basis van de verhuisbewegingen moeten zijn. Een opmerkelijke paradox die aan het licht komt is dat het Frans de meest gekende taal is in de Rand (door bijna 80% inwoners die zeggen het goed tot uitstekend te spreken), terwijl het Nederlands de meest gesproken taal is, maar niet de meest gekende taal (slechts een kleine 70%). Vele inwoners van de Rand zijn twee- of meertalig. Slechts 12% is ééntalig Nederlands en 18% is ééntalig Frans. 45% van de Randbewoners zegt het Engels goed te beheersen en ook het Duits scoort hoog met een goeie 20% Duitskundigen. Een kleine helft (47%) van de Randbewoners groeide op in een gezin met het Nederlands als enige thuistaal. 10% groeide op in een tweetalig gezin en 20% sprak thuis enkel Frans. De overigen groeiden op in een anderstalig gezin of in een gezin waar een andere taal met het Frans (of in zeer beperkte mate met het Nederlands (0,8%)) werd gecombineerd. Kortom: 40% leerde thuis geen Nederlands. Vanzelfsprekend verschilt de situatie van gemeente tot gemeente. In de faciliteitengemeenten groeide amper 20% van de inwoners op in een Nederlandstalig gezin. Het beeld met de huidige thuistaal is weinig verschillend. Iets minder van-huis-uit- Nederlandstaligen leven nu in een gezin waar het Nederlands de enige voertaal is (45,9%). Het verschil ligt hem voornamelijk bij de Nederlandstaligen die met een Franstalige partner of anderstalige partner samenwonen en daardoor zowel Frans als Nederlands spreken thuis (16,2%) of het Nederlands combineren met een andere taal (2,3%). In dik 35% van de gezinnen wordt er geen Nederlands gesproken thuis.
Hoe zit het dan met de onderwijskeuze? In de Nederlandstalige gezinnen ligt de keuze voor het Nederlandstalig onderwijs voor de hand. Bij de Franstalige gezinnen krijgen we een geschakeerd beeld: de helft stuurt zijn kinderen wel naar een Nederlandstalige kleuterschool. Maar doorheen het studiecurriculum neemt de keuze voor het Franstalig onderwijs in Brussel de overhand: slechts 34% van de kinderen van Franstaligen wordt naar een Vlaamse lagere school gestuurd en nog minder (14%) naar een lagere school. Ook bij de tweetalige families is dit tot op zekere hoogte een trend: hun kinderen gaan wel naar een Vlaamse kleuterschool, maar vanaf de lagere school kiest een aantal toch voor Franstalig onderwijs in Brussel (15,4%) en nog meer doen dit voor het middelbaar onderwijs (29,7%). Bij anderstalige gezinnen kiezen ligt de schoolkeuze ingewikkelder omdat er veel hun kinderen naar een internationale school sturen. Toch opteert de grootste groep voor Nederlandstalig onderwijs wat betreft zowel de kleuterschool (58,5%), de lagere school (26,1%) als de middelbare school (35,2%). Janssens wijst erop dat tweederde van de Franstaligen weliswaar kiest voor Franstalig onderwijs, maar dat dit significant minder is dan bij de Franstaligen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarvan 85% zijn kinderen in het Frans naar school stuurt. 0ef! Feit blijft hoe dan ook dat een niet onbelangrijke groep Frans- en anderstaligen die in de Vlaamse Rand wonen, geen Nederlands spreken en ook hun kinderen niet naar een Nederlandstalige school sturen. Terecht stipt Janssens aan dat de migratie- en verhuisbewegingen in de Rand een ‘cruciale variabele’ zijn. De Rand heeft, kent net als Brussel, een belangrijke binnenlandse in- en uitwijking, alsook een omvangrijke buitenlandse migratie. In verhouding tot de bevolkingsaantallen gaat het om even belangrijke grootheden. Wel heeft de Rand, in tegenstelling tot Brussel een binnenlands migratie-overschot. De immigratie uit het buitenland is proportioneel wel wat kleiner dan in Brussel. Van de huidige Randbewoners is er ruim een kwart dat altijd in de Rand heeft gewoond. Een kwart komt uit Brussel en een kleine 15% komt uit de rest van Vlaanderen. 20% komt uit het buitenland. De helft van die buitenlanders woonden eerst in Brussel voor ze zich in de Rand vestigden. Slechts 12,8% van de ‘oorspronkelijke’ Randbewoners is Franstalig. Verreweg de meesten zijn Nederlandstalig of tweetalig. Het valt op dat ook onder de inwijkelingen uit Brussel veel Nederlandstaligen en tweetaligen zijn (25,9% en 19,4% van de ‘autochtone’ inwijkelingen uit Brussel. 60% onder hen spreekt goed Nederlands). Van de buitenlanders die zich in de Rand vestigen kennen haast alleen de Nederlanders Nederlands. Janssens stipt aan dat de faciliteitengemeenten beduidend meer eentalige Franstaligen uit Brussel aantrokken dan de gemeenten zonder faciliteiten.
Rudi Janssens is er weer met een taalbarometer
Frans als voertaal gebruiken. Maar de facto lijkt hier weinig ‘integratie’ tot stand te komen via het verenigingsleven. Wat de identiteitsbeleving betreft zien de Nederlandstalige Randbewoners zich in de eerste plaats als Vlaming (50,4%) en pas daarna als Belg (43,6%; 8% ziet zichzelf zelfs helemaal niet als Belg!). De tweetaligen zien zich juist wel als Belg (73,8%) maar zeker niet als Franstaligen. Franstaligen zien zich ook vooral als Belg (69,9%) en ook wel als Franstaligen (30%). Qua negatieve identificatie willen velen (33,8%) zich vooral niet als buitenlander zien (Franstaligen nog minder dan Nederlandstaligen), en vervolgens wil men zeker ook niet als Waal worden beschouwd (9%). Slechts 0,5% van alle ondervraagden in de Rand ziet zichzelf als Waal. Janssens legde ook een aantal taalpolitieke stellingen voor aan de respondenten. Opmerkelijk is dat een ruime meerderheid van de ondervraagden akkoord gaat met de stelling dat wie een sociale woning huurt of koopt bereid moet zijn om Nederlands te leren. Zowat alle Nederlandstaligen vinden dat normaal (94,6%), maar ook bij de andere taalgroepen kunnen de meesten zich daarin vinden. (De Franstaligen het minst (toch 59,9% voorstanders). De Vlamingen in de Rand vinden ook in meerderheid dat opschriften in winkels enkel in het Nederlands zouden moeten zijn (60,8%), maar daar zijn alle andere groepen erg op tegen, terwijl ze juist wel vinden dat de winkel een uitstekende plek is om je Nederlands te oefenen (rond de 90% in alle groepen).
Wat het taalgebruik betreft stelt Janssens vast dat mensen de neiging hebben vrienden kiezen die dezelfde taal spreken als diegene waarin men opgroeide. De helft van de Randbewoners spreekt hoofdzakelijk Nederlands met de buren tegenover 30% die vooral Frans spreken. In de winkel wordt nog meer Nederlands gesproken. 50% spreekt altijd Nederlands in de winkel, terwijl slechts 15% dan alleen Frans spreekt. Engels wordt in de Rand nauwelijks gesproken (2%). Met de gemeentelijke administraties geeft 75% aan dat ze altijd Nederlands spreken, 13% geeft aan dat contacten met gemeente-ambtenaren in het Frans verlopen. Voor de overigen gaat het in twee talen. In de faciliteitengemeenten is de helft van de contacten met het gemeentepersoneel in het Frans.
Dat de Rand een tweetalig statuut zou moeten krijgen vindt gretig gehoor (meer dan 75%) bij de meeste groepen behalve bij de Nederlandstaligen (slechts 40%). Die laatsten vinden ook massaal (74,4%) dat in de Rand alleen Nederlandstalige lijsten zouden moeten bestaan bij verkiezingen terwijl alle andere groepen meer gewonnen zijn voor tweetalige lijsten.
Wat het verenigingsleven betreft, valt op dat dit een overwegend ‘Vlaamse zaak’ is. 40% van de Nederlandstaligen en een kwart van de tweetaligen is lid van een vereniging terwijl dit bij de andere groepen veel minder is. In de Nederlandstalige sportverenigingen is wel wat ruimte voor andere talen, terwijl Franstalige sportclubs exclusief het
Inmiddels is het vooral uitkijken naar de volgende studie over een jaar of vijf om de verdere evolutie van de taalsituatie in de Rand te kunnen volgen.
Janssens bepleit vooral taalstimulerende (maar niet verplichte) maatregelen en meent dat het Randbeleid zich moet afhouden van maatregelen (zoals vernederlandsing van het straatbeeld) die alleen bij de Vlamingen op instemming kunnen rekenen, maar niet bij de anderstaligen.
Bernard DAELEMANS
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 13
SOCIAAL
Wereldcongres van dienstenvakbonden ____________________________________________ Inter-nationalisme is in de vakbondswereld geen vreemd begrip. Zeker in tijden van ongeziene uitdagingen waarin de wereld van het kapitaal op allerlei vlakken zijn wil opdringt, meestal tegen de belangen van de werknemers. De vakbondswereld slaagt er vrij goed in zijn campagnes nationaal te organiseren in de culturele omgeving waarin de werknemers leven en werken én tegelijk inter-nationaal samen te werken. Op 4 en 5 december 2015 organiseerde de UNI, de wereldvakbond van de dienstensector, zijn vierjaarlijks congres, deze keer in KaapstadZuid-Afrika waar ook delegaties van de LBC en BBTK aanwezig waren. De dienstensector is de belangrijkste economische activiteit geworden in onze moderne samenlevingen en rukt op in groeilanden. Zowat 75% van de tewerkgestelde bevolking in onze contreien is actief in de dienstensectoren. Het gewicht van de vakbonden in deze sectoren is dan ook aanzienlijk. De recente acties van de Belgische vakbonden tegen het besparingsbeleid van de regeringen Michel I en Bourgeois I werden in belangrijke mate gedragen door de vakbondscentrales die de werknemers in de dienstensectoren organiseren. Inter-nationaal zijn de dienstenvakbonden in Europa georganiseerd in het kader van de UNI-Europe (Union Network International-Europe). De UNI is een jonge organisatie, opgericht in 2000 en groepeert vakbonden uit 50 Europese landen en heeft zo’n 7 miljoen leden. De dienstensectoren die erbij aangesloten zijn gaan vnl. over ICT, telecom, mediabedrijven, de grafische sector, het kuispersoneel, kappers, bank- en verzekeringen, de distributie, toerisme, sport, personeel van gokpaleizen,... (overheidsdiensten en parastalen in gezondheid en onderwijs bijv. zijn apart georganiseerd). Het gaat dus om een deel van de dienstensector, en vaak van bedrijven en sectoren waar flexibiliteit op maat van de patroon gesneden is, lage lonen en precaire statuten schering en inslag zijn. De UNI maakt op zijn deel uit van de overkoepelende Internationale Vereniging van Vakbonden (IVV) die werd opgericht in 2006 en een fusie is van de socialistische en christelijke vakbonden in de wereld. Naar schatting heeft het IVV 166 miljoen leden in 156 landen (de Chinese vakbond met zijn 193 miljoen leden maakt geen deel uit van het IVV, recent zijn er positieve contacten met de Chinezen die ook meer en meer actie voeren voor betere arbeidsvoorwaarden…)
van het patronaat op de werknemers, steeds meer mensen lid doet worden van de vakbond. Op het congres werd openlijk verwezen naar landen als Colombia, Kenia, Turkije en Nepal, Roemenië. Zonder dat dit de pers bij ons haalt zijn er bijv. in heel wat Oost-Europese landen actieve vakbonden in de dienstensectoren, die vaak de straat opkomen om sociale rechten en looneisen kracht bij te zetten. Op zo’n wereldcongres komen de afgevaardigden tot de ontdekking dat het patronale liedje overal hetzelfde is “de lonen zijn te hoog” en “ er is geen ruimte voor loonsverhogingen”. Het is een liedje dat sinds het ont-
* Op het 4e wereldcongres van de UNI in Kaapstad werd vastgesteld dat de crisis en de druk Erwin De Deyn, BBTK, op het congres
14 - Meervoud nr. 186 - april 2013
staan van het kapitalisme gezongen wordt. Wat niet belet heeft dat door strijd, loonsverhogingen werden afgedwongen en mede de volkswelvaart in onze contreien bepaald heeft. Tegelijk stelden de syndicalisten vast dat er geen loonmatiging is voor een beperkt segment van een clubje van topmanagers in banken en multinationals en dat vele bedrijven, vnl. multinationals reuzenwinsten boeken waar alleen de aandeelhouders beter van worden. Zo ontvangen de toplui van de zeven grootste multinationals in de Verenigde Staten in 2013 méér dan al de dollars die de Amerikaanse overheid ontvangt uit de nationale inkomstenbelasting. Achter de schermen lobbyen patroonsorganisaties ijverig om collectieve onderhandelingen over loon- en arbeidsvoorwaarden uit te hollen (van het interprofessionele- naar het bedrijfs- of zelfs individuele niveau). Ze dromen van een absoluut vrije markt met zomin mogelijk regels, zo min mogelijk overheid en veel flexibiliteit voor werknemers. Centraal in de debatten stond het strategische doel om de macht van het bedrijfsleven en van de economie in onze samenleving aan banden te leggen. Want zoals het vandaag gaat kan het niet verder. Wereldwijd heeft de zowat de helft van de werknemers een baan die onzeker , tijdelijk of slecht betaald is. 840 miljoen werknemers of 27% van het totaal aantal verdient 1,6 euro per dag! Ca 200 miljoen werknemers zijn op zoek naar een baan. In de komende vijf jaar zullen 44,5 miljoen werknemers de arbeidsmarkt opgaan. De roep om werkgelegenheid is zeer groot, maar op het congres werd beklemtoond dat het om de creatie van waardige, veilige en duurzame jobs moet gaan. Net zoals in de recente vakbondsacties in ons land stond ook op het wereldcongres van de UNI het thema van rechtvaardige belastingen centraal. Er werd vastgesteld dat in de EU de nationale overheden jaarlijks 1.000 miljard euro verliezen als gevolg van belastingontwijking en belastingvlucht. We herinneren aan de spectaculaire fraudedossiers rond KBLux, de Lux-
Jay Naidoo
leaks, de diamantfraude,…Maar hier stelt zich een politiek probleem. Op het congres werd dan ook benadrukt dat de vakbondsleden en heel de maatschappij moet duidelijk gemaakt worden dat we door de superrijken worden bestolen. * Het is voor het congres duidelijk dat de nationale culturele ruimten het prioritair actieplatform zijn van de vakbonden om successen te boeken. Maar tegelijk wordt erkend dat het niet genoeg is louter nationaal actie te voeren, of per bedrijfsvestiging. De 2.000 vakbondsmensen van de UNI in Kaapstad zijn er sterk van overtuigd dat collectieve actie de hefboom is om aan maatschappelijke veranderingen te werken. De plaats van het congres in Kaapstad Zuid-Afrika waar tientallen jaren een moordend Apartheidsregime heerste is er het beste bewijs van. Ooit verkochten racisten en conservatieven Apartheid in ZuidAfrika als iets natuurlijks. En toch werd de strijd tegen Apartheid gewonnen. “Het is van cruciaal belang om te begrijpen dat uw internationale solidariteit nodig hadden om de meest wanhopige strijd in onze geschiedenis, toen Apartheid onze waardigheid had gestolen en we waren beroofd van onze identiteit, te winnen”, zegde Jay Naidoo, algemeen secretaris van de Zuid-Afrikaanse vakbondskoepel Cosatu. Talloze interventies van nationale vakbondsdelegaties ondersteunden dit standpunt. Ze illustreerden dat nationale acties en inter-nationale samenwerking de werkers sterker maken. Op het congres werden talloze voorbeelden gegeven die aantoonden dat vakbondsacties succes kunnen hebben. Zo slaagde UNI erin om 190 kledingketenswaaronder C&A, WE en Wibra – een akkoord te laten tekenen over betere arbeidsvoorwaarden en meer veiligheid in de textielfabrieken van Bangladesh. Na de ramp van een inge-
storte fabriek waarbij een paar duizend textielarbeider(ster)s de dood vonden. Nu word getracht dit akkoord in de praktijk om te zetten. In Colombia kan vakbondswerk je leven kosten door extreemrechtse milities en doodseskaders. Toch kon de vakbond Sintra Pulcar daar een werking uitbouwen bij het bedrijf Kimberly Clark. Collectieve onderhandelingen leidden tot loonsverhogingen en tijdelijke contracten werden omgezet in vaste jobs. Sintra Pulcar had hierin een steun en hulp van buitenlandse vakbonden en aan een wereldwijd akkoord tussen Kimberly Clark en UNI. Vanuit de VSA kwam het verhaal over T-Mobile, een filiaal van Deutsche Telekom, dat de vakbond wilde breken en de arbeidsvoorwaarden wilde verslechteren. Duitse en Amerikaanse vakbonden organiseerden samen een campagne om stevig weerwerk te bieden. Ze maakten daarbij gebruik van de sociale media. De Amerikaanse supermarktketen Walmart staat
bekend om zijn afkeer en sabotage van vakbondswerk. Walmart wilde een Zuid-Afrikaanse keten overnemen maar de Zuid-Afrikaanse overheid ( ANC) eiste daarbij dat het bedrijf de cao’s en de vrijheid van vakbondsvereniging zou eerbiedigen. Walmart stapte naar de rechter maar Walmart werd in het ongelijk gesteld. En dat inspireerde activisten van India weer om Walmart, waar het voet aan de grond wilde krijgen, het vuur aan de schenen te leggen. Er zouden nog vele voorbeelden kunnen geciteerd worden van succesvolle acties van de werknemers en hun vakbonden. Niet in het minst in België, de geschiedenis van de sociale strijd staat bol van nederlagen, maar nog veel meer van successen. Geen successen zonder strijd en confrontatie met de tegenstander, zowel op straat, in het bedrijf als rond de onderhandelingstafel. Vriend en vijand zijn het eens zijn over het succes van de acties van het gemeenschappelijk vakbondsfront van november en december 2014 jl die, ondanks een hevige contrapropaganda van de het Unizo en VBO en hun rechtse politieke vrienden (in samenspel met de pers en omroepen), de rechts- conservatieve krachten in het defensief hebben gedrukt. Het congres in Kaapstad van de UNI in december 2014 bewijst dat de nationaal georganiseerde vakbonden, niet beletten inter-nationaal te gaan. Het brengt ruime inzichten mee, het gevoel van het nut en de kracht van collectieve actie. Het geeft de syndicale afgevaardigden positieve energie om het moeilijk werk in bedrijven en regio’s, soms met gevaar voor het eigen leven, verder te zetten. Vakbonden zijn een integraal onderdeel van het democratisch sociaal weefsel. Zij belichamen de levendige, directe democratie. Miel DULLAERT
protest van snit en naadwerksters in Bangladesh
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 15
“Het is een hard leven, maar ook een schoon en een fascinerend”
Kort genoteerd ____________________________________________ Je suce Charlie Als het regent in Parijs, druppelt het in Brussel. Terwijl de lichtstad werd overspoeld door een miljoenenbetoging, vonden tienduizenden Vlamingen, Walen en Brusselaars de weg naar onze hoofdstad om te betogen ‘tegen de haat’ en voor de vrije meningsuiting. De mobilisatie was indrukwekkend, gezien het feit dat er in de gestroomlijnde media vooraf weinig reclame voor was gemaakt. Een oproep circuleerde op initiatief van een aantal bekende figuren uit het Brusselse middenveld (Alain De Neef, Eric Corijn en Philippe Van Parijs die enkele jaren terug een ‘StatenGeneraal’ van het Brusselse middenveld organiseerden, samen met onder meer moslimorganisaties) en werd door een paar krantenwebsites overgenomen. Er heerste een ingetogen sfeer onder de betogers, waaronder heel wat ouders met kinderen. Liefelijk droegen ze bordjes ‘je suis Charlie’ (ook de meeste Vlamingen droegen de Franse pancarte, we zagen toch één bordje ‘ik ben Charlie’). Ze zwaaiden met pennen en potloden in alle formaten. Een knaapje
jeugdige Charlielezer
van een jaar of tien droeg een exemplaar van de laatste Charlie Hebdo mee (met Hoellebecq op de voorpagina). Een blondine droeg een bordje dat meer in de geest van het satirische blad was opgevat “Je suce Charlie”, had ze op haar plakkaat geschreven.
Op kop van de manifestatie, achter de spandoek ‘Ensemble contre la haine – samen tegen de haat ‘ een aantal Fransen die in Brussel verblijven, maar ook de Brusselse cartoonist Philippe Geluck. Achter hen een Engelstalige banner ‘Freedom of Speach’. De Associatie van
Marokkanen in België voor de Verdediging van de Rechten van de Mens liep mee met een eigen spandoek. In de stoet zagen we een groepje jonge Arabieren met Palestijnse vlaggen. Hier en daar ook een gesluierde moslima. Maar men kan ook weer niet zeggen dat Mohammed met de pet massaal op straat is gekomen. Nog meer vlaggen, een Franse, een Belgische, zelfs een Amerikaanse en een Europese. Niemand is op het idee gekomen (of heeft het aangedurfd) een Vlaamse Leeuw mee te brengen. Uit solidariteit met het getroffen Frankrijk werd de Marseillaise gezongen. Het valt trouwens op hoe er in Parijs uitdrukkelijk werd gekozen voor nationale symbolen bij de concentraties op de Place de la République en de Place de la Nation. Niet toevallig haalde het beeld van een Marokkaanse jongeman die zwaaiend met de Franse driekleur de beeldengroep op de Place de la République beklom heel wat voorpagina’s. Hoog boven de menigte op het De Brouckèreplein in Brussel droeg het enorme elektronische Coca-
kamermeisjes van Metropolehotel willen zo te zien handtekening van DSK
16 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
Flinterdunne eenheid
Weinig stichtende pancarte, als je het ons vraagt
Cola reclamepaneel dat sinds jaar en dag het plein ontsiert voor een keer een andere boodschap, wisselend in drie talen: “Brussel is Charlie – Bruxelles est Charlie – Brussels is Charlie”. Aan de overkant – vanop een balkon van het sjieke Metropole Hotel – zwaaiden drie kamermeisjes enthousiast met balpennen naar het opstappende volk.
Kranigheid Het vermoeden is gewettigd dat de drie kamermeisjes nooit het gore blad dat Charlie Hebdo toch eigenlijk was hebben gelezen. Dat hoeft hen er inderdaad niet van te weerhouden hun steun te betuigen aan de persvrijheid als een van de kostbaarste goederen in een democratische samenleving. Voor een aantal Vlaamse inktkoelies is Rik Van Cauwelaert in zijn wekelijkse bijdrage in De Tijd minder clement: “De ‘je suis Charlie’actie had soms iets pijnlijks. Zo werd hier plots het recht op beledigen geclaimd door een hoofdredacteur die ooit zelf is geplooid voor een woedende premier en zijn beste columnist bedankte. (…) Cartoonist Marec gaf in ‘Terzake’ eerlijk toe dat hij geen tekeningen als die in Charlie Hebdo produceert, omdat hij nu eenmaal voor Het Nieuwsblad werkt. Een prent met daarop de Heilige Drievuldigheid die elkaar in de aars neukt, zoals die in Charlie Hebdo verscheen, zou in die familiekrant inderdaad geen pas geven. Charlie Hebdo opereert op een terrein dat andere media niet willen of durven betreden. Het blad betaalde daarvoor een onmenselijk zware prijs. Het zal kranigheid vergen om op dat pad te blijven.”
Brusselse kunstgalerij organiseerde een tentoonstelling van zijn “100 erotische tekeningen”. De galerijhouder dierf het echter niet aan om de affiche voor deze expo aan de gevel uit te hangen. Na enig aandringen gebeurde het toch. Binnen het uur was de étalage besmeurd met eieren. Aangezien men geen zin had te wachten op de eerste Brusselse kassei die werd binnengekeild, werd de affiche dan maar weggehaald. Zullen de vreselijke gebeurtenissen rond Charlie Hebdo allen die vandaag fier beweren “Ik ben Charlie” nu het lef schenken om voortaan verzaken aan dergelijke zelfcensuur, waarvan de voorbeelden legio zijn? Of juist niet?
Wie er min of meer in slaagde het hoofd koel te houden bij de Charliehype was de Antwerpse burgervader Bart De Wever, tevens partijvoorzitter en volgens kwatongen schaduwpremier van deze regering. Hij weet immers: “De huisstijl van het blad was en is grofheid en totale taboeloosheid.” (Het Laatste Nieuws, 12 januari). Hij is er rotsvast van overtuigd dat het geweld door moslims en de aanslag op het satirische blad wel degelijk iets te maken heeft met de islam. Daarin wordt hij bijgetreden door Mia barones Doornaert in De Standaard, eveneens 12 jan. “Ook in de media heerste een aanzienlijke zelfcensuur over problemen met moslim-immigranten, om toch vooral geen ‘islamofobie’ en ‘racisme’ aan te wakkeren. En om ‘uiterstrechts niet in de kaart te spelen’.”En voorts: “Als geweld in naam van Allah ‘niets met de islam’ te maken heeft, dan hadden de kruistochten en de inquisitie niets met de katholieke kerk te maken, en de pogroms in Rusland niets met het christendom.” Tegen freedom of speech Terwijl de PS en de Groenen in Brussel op de betoging uit volle borst hand in hand ‘Je suis Charlie’ scandeerden hadden zij – dus ook de Groenen – pas gepleit voor een verbod van freedom of speech voor de controversiële Franse auteur Eric Zemmour in de hoofdstad. Wat die man schrijft is wellicht geen spek voor onze bek, maar een spreekverbod opleggen in deze tijden van georganiseerde en georkestreerde verontwaardiging lijkt ons erover.
Diezelfde Marec gaf in De Zevende Dag een probleem aan dat hij – ten onrechte, zo lijkt het ons toe – tot de “kleinere dingen” rekent. Een Marec
Mia Doornaert, hier vermomd als Monsieur Hawarden, waarschuwt voor zelfcensuur
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 17
Verwacht in Gent: standbeeld van Willem I Midden december maakte het burgerinitiatief 'Comité 1815 – 2015: Willem Bedankt!' bekend dat de stad Gent dit jaar een bronzen standbeeld zal ontvangen van Willem I, koning der Nederlanden, ter ere van de 200e verjaardag van zijn troonsbestijging. De financiële kost wordt volledig gedragen door privépersonen en het College van Burgemeester en Schepenen van de stad, die heeft zijn fiat gegeven voor de plaatsing van het beeld. De meest geschikte locatie wordt nog onderzocht.! Het spreekt vanzelf dat wij als volbloed republikeinen een dubbel gevoel hebben bij dit initiatief, maar het historische belang van Willem I voor de stad en voor Vlaanderen valt uiteraard niet te onderschatten. Als we dan toch moeten kiezen: liever een Nederlandse vorst, dan een Belgische! (Maar dan enkel niet te lang...) Gorbatsjovs grote zorgen In een interview met het Duitse opinieweekblad Der Spiegel veroordeelt Michaïl Gorbatsjov in scher-
Een zorgelijke Gorbatsjov
pe bewoordingen de huidige wereldpolitiek. Hij waarschuwt in het vraaggesprek zelfs voor een grote oorlog in Europa. De verantwoordelijkheid legt hij voor een belangrijk deel bij Duitsland. “Komt het tot een oorlog dan kunnen daarbij
zelfs atoomwapens worden ingezet. Als ook maar iemand het op zijn zenuwen krijgt, dan krijgen we daar in de komende jaren mee te maken. Ik zeg dat niet lichtvaardig, maar ik maak me grote zorgen”. De Russische Nobelprijswinnaar meent dat de huidige verwijdering tussen Rusland en het Westen tot “wantrouwen met rampzalige gevolgen kan leiden”. Hij roept op tot een dialoog om dat te voorkomen. Gorbatsjov is daarom ook tegen economische sancties die het Westen aan zijn land heeft opgelegd. “Het was ook verkeerd om Rusland uit de G8 te zetten. Het is niets minder dan wraak nemen, en dat leidt tot niets”. Gorbatsjov heeft geen goed woord over voor de Duitse aanpak ten aanzien van Oekraïne. “Het nieuwe Duitsland wil zich overal mee bemoeien. Veel politici staan te trappelen om een nieuwe tweedeling in Europa tot stand te brengen”. “Duitsland heeft in de Tweede Wereldoorlog al tevergeefs geprobeerd greep op Oost- Europa te krijgen. Het zou z’n les geleerd moeten hebben”, zegt hij in Der Spiegel. Dat in het Westen de hoop leeft dat president V. Poetin de huidige crisis niet overleeft noemt Gorbatsjov ”oliedom en enorm gevaarlijk”. Hij verwijt de VSA en de NAVO dat ze de Europese veiligheidsverhoudingen verstoord hebben in de afgelopen maanden.
het standbeeld van Willem I in wording
18 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
“Het Kremlin kan zoiets niet negeren”, zegt hij. Gorbatsjov verdedigt de aansluiting van de Krim bij Rusland, maar heeft ook kritiek op V. Poetin. “Wij hebben vrije verkiezingen nodig en een grotere betrokkenheid van de Russen bij het politieke proces”. Tony Blair en zijn obscure zakendeals De ex-premier van Groot-Brittannië kan zich in zijn land publiek nog nauwelijks vertonen of hij botst op tegenbetogers die hem uitschelden voor oorlogsmisdadiger voor zijn rol in het ontketenen van een illegale aanvalsoorlog samen met president G. Bush van de VSA tegen Irak. En dit gesteund op leugenachtige motieven zoals de dreiging van massavernietigingswapens die nooit gevonden werden. Vandaag is hij goede vriendjes met salafistische tirannen in het olierijke Midden-Oosten. Zo lekte in oktober 2014 één van zijn obscure zakendeals uit in de Britse pers. Het ging over een contract (gesloten in november 2010) met PetroSaudi waarin Blair de taak kreeg toebedeeld om het Saoedische oliebedrijf te promoten in China. Voor deze zaak zou hij 41.000 pond per maand ontvangen en een commissie van 2% op elke succesvolle deal die hij in de wacht helpt slepen. In ruil voor de hulp van Tony Blair moest PetroSaudi beloven de deal geheim te houden. Tevergeefs. Dit voorbeeld (en er zijn nog vele andere, ook in België)
Tony Blair, obscuur ventje
toont aan hoe dubbelzinnig de Westerse elites zijn ten aanzien van het islamfundamentalisme en het eruit voortkomende terrorisme, dat niet alleen het Midden-Oosten maar ook steeds meer West-Europa bereikt. Er wordt moord en brand geschreeuwd als een aantal westerlingen worden onthoofd door de fundamentalisten van IS in Syrië-Irak, of als er hier aanslagen gepleegd worden, maar heren zoals Blair zwijgen stil over het vernietigen van de staat Irak, de honderdduizenden doden, die de basis heeft gelegd voor het huidig ISfundamentalisme. Ze zwijgen eveneens over het onthoofden van mensen, in officiële rechtspleging in Saoedi-Arabië, een regime waarmee zonder schaamte zakendeals worden afgesloten. Het cynische bij dit soort individuen kent geen grenzen. Immers, De Heer T. Blair is ook nog eens speciale gezant voor de Verenigde Naties voor de bevordering van de vrede in het Midden-Oosten in naam van de EU, de VSA en Rusland. Waarschijnlijk is de man zo cynisch (of afgestompt?) dat je moeilijk een vredestichter kan zijn, als je privé belangen samenlopen met één van de belangrijke actoren in de regio. (Vrede, januari 2015).
goed vertoeven is om het goede eten te leren smaken en appreciëren. Natuurlijk, met de stijgende welvaart wordt verhoudingsgewijs in brede segmenten van de samenleving relatief minder besteed van het totale budget aan eten als in vroegere, minder welvarende en zelfs armoedige periodes. Vandaag is de armoede echter terug van weg, 660.000 Vlamingen leven onder of vlakbij de armoedegrens en velen van hen doen beroep op de “voedselbanken”. Goed of slecht eten is klassengebonden, afhankelijk van opleiding en inko-
men. Niet alleen culinaire lekkerbekken besteden aandacht aan voedsel en goed eten. Ook een filosoof kan het water in de mond krijgen over lekkere gedachten bij het nadenken over voedsel en eten. De filosofe Tinneke Beeckman heeft er zo enige notities over geformuleerd in een column (DS, 5 januari 2015). Ze begint met te verwijzen naar de Griekse filosoof uit de oudheid Epicurus. In Epicurus’ filosofie staat het eten centraal als centrale behoefte (hij maakt onderscheid
tussen behoeften en verlangens). Eten is een natuurlijke behoefte, dan kan je er best ook van genieten. Epicurus (341-271 voor onze tijdrekening) geloofde niet in het platonische, cartesiaanse of religieuze onderscheid tussen lichaam en geest (=“het lichaam als de kerker van de geest”). Epicurus was waarlijk de filosoof van “het goede leven” waarin hij plette voor het bevredigen van de natuurlijke behoeften en verlangens, maar in gepaste dosissen.T. Beeckman vraagt zich af: eten we vandaag overvloedig omdat we ons niet vrij voelen? “Vandaag is het probleem dat we slaaf zijn geworden van de voedselindustrie. De artificieel bereide gerechten bevatten vaak smaakversterkers en andere producten die verslavend werken. Grote bedrijven investeren heel wat in onderzoek in het effect van zout en suiker. Ze willen van de consument een junkie maken. Het belangrijkste argument tegen junkfood –hamburgers, frisdrank, chips, - is niet alleen dat het ongezond en dik maakt. Ze tasten de onafhankelijkheid van het oordeel aan”. De Amerikaanse documentaire Fed up bevestigt het gevaarlijke, zelfs vergiftigende effect van suiker: in de VS bevat 80 procent van het voedsel in de supermarkt toegevoegde suikers (dus geen natuurlijke suiker zoals fruit). De meeste mensen denken dat ze van zoet houden, in werkelijkheid zijn ze verslaafd. De voedingsindustrie produceert heel calorierijk voedsel dat te veel energie geeft om ooit te verbanden. Het wordt dan ook nog
Filosoferen over eten na de feestdagen… Maandelijks wordt in dit maandblad een gedocumenteerde schotel aan suggesties en etablissementen opgediend waarrond of waarin het
De heer Epicurus op een weinig stichtend festijn
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 19
giechantage van Moskou heeft meteen geen zin meer, zeker gezien de gedaalde energieprijzen op de wereldmarkt. * Een nieuwe hond voor Hollande. De Franse president heeft zich een nieuwe hond aangeschaft, en wel een labrador. Volgens deskundigen bijten die beestjes minder dan een trierweiler.
* Ijskonijn. In 2009 vroeg IJsland om lid te worden van de Europese Unie. Nu wil de huidige eerste minister van het land, Sigmundur David Gunnlaugsson, die aanvraag intrekken. Sinds hij in 2013 aan de macht kwam heeft hij alle onderhandelingen met Brussel afgebroken. Wordt vervolgd…
Dailia Grybauskaite, geen gewone
eens goedkoop op de markt gebracht zodat de arme bevolkingsgroepen het zich gretig aanschaffen. Volgens T. Beeckman was “Epicurus’ kijk op de mens, op religie een mijlpaal voor de denkers van de Moderniteit, van Hobbes tot Marx. Epicurus kan vandaag nog helpen om onze vrijheid en ons leven te denken”. Niet voor publicatie vatbaar In deze rubriek signaleren we wansmakelijkheden die volgens ons niet de minste aandacht verdienen. * Geen blad voor de mond. Dailia Grybauskaite is niet zo gekend in onze contreien. Nochtans is deze dame presidente van een EU-land, Litouwen. Merkwaardig is dat ze er van houdt ongezouten uitspraken
te doen, die de Russische buren flink op de heupen werken. Zo vergeleek ze in juni 2014 Vladimir Poetin in een vraaggesprek met een Duits magazine (Focus) met Hitler en Stalin. Op 24 november was ze op bezoek in Kiev, Oekraïne, en daar bood ze haar ambtgenoot Petro Porosjenko militaire en financiële steun aan. Op de Litouwse staatsradio noemde ze Rusland een ‘terroristische staat’. De Russen waren furieus en sloten de grens van de enclave Kaliningrad (Koningsbergen) voor Litouwse vrachtwagens. Geen nood: regent werd in de Litouwse havenstad Klaipeda een Ing-terminal voor vloeibaar aardgas geopend dat meteen het Gazprommonopolie doorbrook. Met die terminal wordt thans volgens het Poolse dagblad Gazeta Wyborcza 90% van de energiebehoefte van de Baltische staten gedekt. Ener-
Hollande: liever een labrador dan een trierweiler
!
Ghedachten op de snelheyt van den tijdt Gelijck een water-drop van ’t hoogste dack gedropen, Gelijck een snelle beeck komt van ’t gebergt geloopen, Gelijck een vluchtig peerdt in sijnen meesten spoedt, Gelick een zeylend schip door-snijdt den zilten vloedt, Gelijck een adelaer die door de lucht gaet sweven, Gelijck een vlugge pijl uyt sijnen boogh gedreven, Gelick een kogel vliegt uyt ‘ bulderend geschut, Gelijck een snel gedacht dat aerd’ noch hemel stut, Soo spoeyt, soo loopt den tijdt van ’t eene jaer in ’t ander, En schaekelt in sijn loop veel eeuwen aen elkander. Michiel de Swaen (1654-1707) !
"#$!%#!'(()%#*!+,*!%#!-./*0#)01#!)#%#)/20#)!'#*1$!%#!)#%,3$/#!+,*!"##)+(.%!.!4#$!,55#)6#1$#!$(#!+(()!4#$!*/#.'#!2,,)7!
20 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
OVERPEINZINGEN
“Een tegenstem laat de mogelijkheden zien, de onbenutte werkelijkheid” ____________________________________________ (1)
De Nederlandse auteur Pieter Frans (P.F.) Thomése (°1958) begon aan een universitaire studie geschiedenis, maar maakte die niet af. Vanaf het eind van de jaren 1970 werkte hij als journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Sinds zijn literair debuut uit 1990, “Zuidland”, waarmee hij het daaropvolgende jaar de ‘AKO-literatuurprijs’ won, publiceerde Thomése meer dan 15 boeken. Meestal romans, zoals ook zijn meeste recente boek, “Het bamischandaal”, uit 2012 en “De onderwaterzwemmer”, waar hij momenteel aan werkt. Op 27 oktober 2011 sprak P. F. Thomése in Leiden de jaarlijkse Albert Verweylezing uit, die nog datzelfde jaar in boekvorm werd uitgegeven onder de titel “Het raadsel der verstaanbaarheid. Over de kunst van het authentieke” en waarvan precies één jaar geleden, in januari 2014, de vijfde druk verscheen (2). Vijf drukken in iets meer dan 2 jaar, dat gebeurt niet zomaar. Want het boekje van net geen 50 bladzijden - een lezing in essay-vorm - is raak, stilistisch hoogstaand en genuanceerd geschreven, ingenieus gecomponeerd en gestructureerd en zet met tal van nietvoor-de-hand-liggende formuleringen onvermijdelijk aan tot nadenken. Vandaar dat wij hier met instemming en enthousiasme uit de geschreven/gedrukte versie van deze even inspirerende als (maatschappij-)kritische causerie 10 spitse citaten onder de aandacht brengen, eerst 5 over taal, schrijven en lezen en vervolgens 5 die de vermarkting van en het populisme in de huidge (Westerse) samenleving over de hekel halen. En die na meer dan 3 jaar - wat de 5 laatste aangaat helaas! niets aan (actualiteits)waarde en betekenis hebben ingeboet... “Een woord dat valt is immers een ander woord dan het woord dat opgeraapt.” (blz. 13) “Wie niet gelezen wordt, bestaat niet. De schrijver heeft het eerste woord, maar de lezer heeft het laatste woord.” (blz. 15) “Inderdaad, de taal in een boek is taal die is achtergelaten voor de eerlijke vinder. Je kunt eruit halen wat je wilt, maar je kunt je afvragen of het er ooit in gezeten heeft. Achter elk antwoord doemt weer een vraag op, dus je bepaalt zelf wat de tekst je te vertellen heeft. Of niet.” (blz. 26)
Pieter Frans Thomése
“Het publiek heeft altijd gelijk, zegt de marketingdeskundige. Het publiek heeft altijd ongelijk, zeg ik. Het denkt niet na, het praat na. Daarom heeft het altijd ongelijk, zelfs als het bij toeval een keer gelijk heeft.” (blz. 38) “Er is een ‘Kulturkampf’ gaande. Het is een strijd met als inzet de hegemonie over de taal. Het gaat tussen de marketingagenten met hun massal nagevolgde eenduidigheidsideaal, met hun allesomvattende, totalitaire gelijk, met hun voorgevormde inhoud, hun platgetreden nepauthenticiteit en de onafhankelijken van geest, die liever ronddwalen in de wilde tuinen van de tegenspraak. Het gaat om een kritische, ondervragende houding tegen het bij-voorbaat-weten.” (blz. 44) Besluiten doen wij graag met een diepgaande en fundamentele uitspraak van een schrijver over schrijven uit een interview met P. F. Thomése van een klein half jaar geleden, die minstens evenveel aanzet tot reflectie als de 10 bovenstaande citaten: “Al schrijvend wordt alles wat gewoon is vanzelf anders” (3)...
“Waar gaat dat boek over? Pas als je dit niet kunt zeggen, gaat het ergens over.” (blz. 27)
Nico VAN CAMPENHOUT
“De schrijver denkt na terwijl hij moet antwoorden, hij reflecteert terwijl hij moet handelen.” (blz. 39)
(1)
“Het gelijk is tegenwoordig precies zo groot als zijn aanhang. Vandaar dat de mensen van het grote gelijk tegenwordig dag in dag uit gelijk hebben.” (blz. 13)
(2)
“Hetzelfde zeggen en ditzelfde alsmaar herhalen. Tot ze niet beter weten. Massacommunicatie is massaindoctrinatie.” (blz. 19) “Entertainment is bevestiging, en daar is de markt nu eenmaal voor. Het volk wil bedrogen worden, daar is het volk voor. Het volk, thans populairder dan ooit.” (blz. 37)
(3)
P. F. THOMESE, Het raadsel der verstaanbaarheid. Over de kunst van het authentieke. Albert Verweylezing 2011, Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Atlas Contact, 2012 (vijfde druk: januari 2014), 45 blz. 4,50 euro, ISBN 978 90 254 3886 9 (citaat blz. 42). Albert Verweylezing: de Commissie Gastschrijver van de Faculteit Letteren van de Universiteit Leiden stelt sinds 1985 elk academiejaar een literair auteur aan als gastschrijver; die moet een aantal colleges doceren en twee lezingen houden; dit initiatief werd genoemd naar de dichter, literaire criticus en essayist Albert Verwey (1865-1937), die van 1924 tot 1935 hoogleraar Nederlandse letterkunde was aan de Leidse universiteit. Rik VAN PUYMBROECK, P. F. Thomése: ‘Ik heb een sadomasochistische relatie met mijn personages’, in De Morgen (Boeken), 13 augustus 2014, blz. 1-3 (citaat blz. 3).
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 21
!
/ !"#""" $ ' ( "#""" $
%""& )
-
#. 2
$
3 4 $ $ $
;
/ !#'"" 3
3 5
$*+
$
%""
$ 1
0
,
*
$ *
2 $
'#""" %""
2
2
#$
$ #? 1 ' (
0
* :
#7
8 $
#5
;
9
2 "#$ %
2
2
:
:
,
%""&
$
2
2
$
2 2
#* :
:
$
$
2
6
0
:
1
2
$
B
2
# $
2
# 0!
" +
1
)
#
%C
2 *
'#""" $
$ 2
22 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
2
#, 2
# :
#7 , 2 2 45 $
$
2
;
#A
<
#
#$
2 -
#5
2
@
$ #@
5
$ 2
2
2
$
;
$
:
$ /
# 2
2
2 #7
; =>%
;
# 6
6
-
#5
;
! ! ! %" % # $
$
#D
2
7
2 2 $
#7
, !'"#""" $*+ &
2 $
&
$
$
2 ,
G
-
$
%" > # +
B
2 2
2
2
2
2
2
#5
2
$
2 #7
2
#*
#$ #D $
%""C 2
H
#7
$
#,
#5 $ A
3
#; 2
#7
2
$
$
# E #5 *
2
*
:
2
# 5 $
$*+ B $ H
2
F
2 ; $
$
2
C B
2 #7
$*+ *
A
$*+
2
0
#5 $
$ 2
2
#$ #5
$*+
$ $
2
#
#+
1
* +
**
E
#
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 23
CATALONIË
Catalunya na het referendum Spanning in aanloop naar Catalaanse verkiezingen ____________________________________________ Op 9 november organiseerden Catalaanse burgerbewegingen een onofficieel referendum over de onafhankelijkheid van Catalonië. Ruim twee miljoen Catalanen (één op drie) brachten hun stem uit, waarvan 80% vóór de onafhankelijkheid. De Catalaanse minister-president Artur Mas beloofde daarop deelstaatverkiezingen uit te schrijven die moeten leiden tot een écht referendum en tot een regering die de onafhankelijkheid moet voorbereiden. Hoe staat het twee maanden later? De politieke situatie in Catalonië blijft getekend door een tweespalt in de nationalistische gelederen met aan de ene kant Artur Mas van het liberaal-christendemocratisch kartel Convergència i Unió (CiU). Aan de andere kant staat het linkse Esquerra Republicana de Catalunya (ERC). Deze laatste partij levert in het Catalaanse parlement gedoogsteun zodat het minderheidskabinet van Artur Mas kan overeind blijven, maar de partij van Mas staat op zwaar verlies in de peilingen, en zal ongetwijfeld worden voorbijgestoken door ERC. Daarbij speelt mee dat het grote voormalige boegbeeld van CiU, Jordi Pujol, die veertien jaar lang (van 1989 tot 2003) de Catalaanse regering leidde, verwikkeld is in een verhaal van belastingontduiking en binnenkort voor de rechtbank moet verschijnen samen met zijn vrouw en drie kinderen. Zijn zoon Oriol Pujol was partijleider van Convergència toen het schandaal vorig jaar uitbrak, en wordt ook beschuldigd van corruptie en machtsmisbruik. Hij zag zich genoodzaakt meteen af te treden. De partij heeft ook meteen zijn stamvader Jordi Pujol senior gedesavoueerd en alle partij-prerogatieven ontnomen. Maar tegelijk speelt ook de radicalisering in de Catalaanse samenleving, die het onwrikbare Madrileense njet tegen institutionele hervormingen niet kan aanvaarden. De steen des aanstoots was het arrest van het Grondwettelijk Hof dat in 2010 het nieuwe autonomiestatuut voor Catalonië, nochtans vier jaar eerder goedgekeurd door de Spaanse Cortes, grotendeels kortwiekte. Burgerbewegingen kwamen op gang die de politieke partijen (met inbegrip van ERC) onder druk zetten om het Catalaans regionalisme te verlaten en volop in te zetten op de onafhankelijkheid. Uit de radicalere linkse verenigingen rees het CUP op (Candidatura d’Unitat Popular), een nieuwe formatie die in 2012 met drie zetels in het Catalaans parlement terecht kwam. Artur Mas: politieke gulzigaard
24 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
beweging zette. Ze lijkt helemaal niet boven of buiten de partijpolitieke maneuvers te staan maar juist het idee van de eenheidslijst met Mas als lijsttrekker heel genegen te zijn. Nu ERC door zijn stugge houding niet in dat spel wil meedoen, wordt ze zowat verplicht om kleur te bekennen. Kwatongen beweren dat Forcadell rancune koestert jegens ERC waar ze voorheen militeerde als gemeenteraadslid in Sabadell en in 2007 het lijsttrekkerschap misgund werd.
Carmé Forcadell, wil forcing doen
Na het referendum rees even de verwachting dat er vanuit Madrid initiatieven zouden komen om de druk van de Catalaanse ketel te halen. Zelfs het Spaans-nationale conservatieve blad El Mundo suggereerde dat een politieke oplossing misschien mogelijk was. De Spaanse socialisten (PSOE) pleiten al lang voor een Grondwetshervorming die voor een deel kan tegemoet komen aan de Catalaanse verzuchtingen. Maar het bezoek dat de Spaanse premier Rajoy (Partido Popular) bracht aan Barcelona, kort na het referendum, bleek absoluut niet tot doel te hebben om de deur op een kier te zetten. Integendeel, Rajoy kwam de Catalanen vooral inpeperen dat ze het recht niet hebben een referendum te organiseren en nog minder om af te scheuren uit de Spaanse natie, die één en ondeelbaar is. Terug naar de verhoudingen binnen het nationalistische kamp: alreeds bij de Europese verkiezingen in het voorjaar heeft ERC CiU voorbijgestoken en dit wordt ook bevestigd in recentere peilingen. Ook de CUP doet het goed. Met andere woorden Artur Mas zit in slechte papieren.
nente politici een stap terug moeten zetten”. Maar ook dat plan is inmiddels van de baan. Het is tot hem doorgedrongen dat ERC zijn lot niet wil verbinden aan Mas en dat er onvermijdelijk aparte lijsten zullen komen. Nu wil Mas accepteren dat ERC apart opkomt, maar hij claimt het alleenrecht om zijn CiU lijst aan te vullen met ‘onafhankelijke figuren’ uit de burgerbeweging. In zijn ogen zou ERC daaraan moeten verzaken, maar vanzelfsprekend zien ze het bij ERC niet zitten dat Mas alléén zou gaan lopen met het aureool van inzet van de vele militanten uit de burgerbewegingen die de organisatie van het referendum van 9 november mogelijk maakten. ERC-partijleider Oriol Junqueros zat trouwens zelf een onofficieel kiesbureau voor als ‘vrijwilliger’. Wie een onduidelijke rol speelt in dit alles is, Carmé Forcadell, de voorzitster van de Assemblea Nacional Catalana, de burgerbeweging die zoveel mensen in Catalonië in
Behalve de kwestie van de lijstvorming heeft Artur Mas nog meer voorstellen voor ERC. Hij wil dat de twee partijen in het parlement de hand slaan aan een ontwerp van Catalaanse Grondwet. Daar valt vast wel over te praten, maar van zijn kant wil ERC duidelijkheid over de timing van de verkiezingen. De partij wil dat die er snel komen, liefst in de maand maart. Maar Mas houdt de boot af om zich vast te pinnen op een timing. Hij is juridisch niet verplicht om vervroegde verkiezingen uit te schrijven, de legislatuur is nog lang niet op zijn einde. Anderzijds dreigt hij heel gauw in nauwe schoentjes te komen. Hij heeft immers de steun van ERC nodig om zijn begroting goed te keuren. Dat moet nog in de loop van deze maand januari gebeuren, anders zal hij zich verplicht zien met voorlopige twaalfden te regeren en wordt het regeringswerk flink bemoeilijkt. Bij het ter perse gaan vernemen we dat ANCleidster Carmé Forcadell in een gesprek met Radio Catalunya niet uitsluit om met het ANC op te komen bij de verkiezingen. Dit gaat weliswaar in tegen de statuten van de organisatie die tot nu toe partijpolitieke militanten uit zijn gelederen hield, maar deze coup de théâtre wordt gezien als een ultiem drukkingsmiddel opdat de politieke partijen snel tot een akkoord komen over de datum en de formule van de verkiezingen. Wellicht zal er in de komende weken meer duidelijkheid komen. Bernard DAELEMANS
Het lijkt echter of hij de rol van leidende figuur van Catalonië maar niet kan lossen. Hij beloofde verkiezingen uit te schrijven die in het teken staan van de onafhankelijkheid en die een ‘plebiscitair’ karakter moeten hebben omtrent de onafhankelijkheid. Daarom wilde hij dat alle ‘soevereinistische’ partijen samen één lijst zouden vormen. Dat zou dan natuurlijk de ‘lijst van de President’ moeten zijn, die hij dan zou trekken. Maar die haring braadt niet. Noch het kleine CUP, noch de ERC zien die formule zitten. Vervolgens gooide hij het over een andere boeg: er zou een eenheidslijst moeten komen met alleen figuren uit de burgerbeweging en bijgevolg zouden “alle promiOriol Pujol: aangebrand
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 25
TURKIJE
Jaagt Erdo!an Turkije opnieuw het verleden in? ____________________________________________ Amper vijf maanden nadat Recep Tayyip Erdo!an erin slaagde zijn premierschap in te ruilen voor dat van 12e president van de Turkse staat lijkt hij zich opperbest te voelen in zijn functie en ziet het ernaar uit dat hij zo snel mogelijk zijn eigen plaats in de Turkse geschiedenisboeken wilt verwerven, niet in navolging van maar wel parallel met Mustafa Kemal Atatürk, vader van het moderne en seculiere Turkije. Ondanks de grotendeels ceremoniële functie die het presidentschap biedt, steelt Erdo!an sindsdien vooral de show met zijn beleid en opvallende uitspraken. De nieuwe eerste minister, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoglu, komt veel minder in beeld. De vorige president Abdullah Gül daarentegen kwam slechts sporadisch in het nieuws en liet het echte beleid over aan Erdo!an, als zijn toenmalige eerste minister, die zijn macht en populariteit hiermee danig wist op te bouwen en dit als opstapje zag naar het presidentschap. Want het mag gezegd worden, Turkije deed het al bij al lang niet slecht onder premierschap van deze laatste. In een periode waar de Europese economie het minder goed deed, boomde de Turkse economie en hadden alsmaar meer mensen werk. Ook met de hervorming van de gezondheidszorg en de invoering van een algemene ziekteverzekering en een, weliswaar beperkte, werkloosheidsregeling kreeg regeringspartij AKP (Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij) veel krediet. Voor veel Turken is het leven er onder dit bewind iéts beter op geworden. Althans, op economisch vlak... Een symbolische breuk met het verleden Om de 91e verjaardag van de moderne republiek te vieren onthulde Erdo!an onlangs het nieuwe presidentieel paleis nabij de hoofdstad
Ankara dat op zijn vraag gebouwd werd en op z'n minst controversieel te noemen is: het telt iets meer dan 1150 kamers, kostte volgens de Turkse media tussen 407 en 500 miljoen euro en werd volgens een regeringskritische vereniging van architecten in natuurgebied gebouwd. Met zijn oppervlakte zou het 'Ak Saray' (Witte Paleis) groter zijn dan het Amerikaanse Witte Huis of het Russische Kremlin. Zelf heeft de president het over "een paleis van het volk". Massale straatprotesten kunnen Erdo!an niets maken, net als de kritiek door politieke tegenstanders en media, al dan niet onder druk van de Hizmet-betweging. Hij is nog steeds populair genoeg bij de bevolking om het concept te verkopen. Veel symbolischer evenwel is het feit dat hij geen gebruik wenst te maken van het Cankaya presidentieel paleis in Ankara, waar alle vorige - seculiere - presidenten sinds Atatürk in verbleven, en met de bouw van het nieuwe paleis een duidelijke breuk wenst aan te geven met het verleden. Op zich lijkt het niet veel meer dan een megalomaan project van een leider die zichzelf, en en passant de staat die hij vertegenwoordigt, in de kijker wenst te zetten. Toch lijkt het er alsmaar meer op dat hij duidelijk wenst te breken met het daarbij behorende secularisme.
Bondgenoot van het jihadisme? Ondanks de oorlog die ten zuiden van de
Nederlands-Antilliaans Turkse staat volop aan hetkorps woeden is en het
lopende vredesproces met de Koerden maakt Ankara er geen geheim van de Koerdische separatisten nog steeds als staatsvijand nummer één te beschouwen. Of zoals Erdo!an er al meermaals aan heeft herinnerd: “de IS en de PKK zijn identiek hetzelfde”. Voor de buitenwereld plaatst hij de jihadisten van IS en de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) als guerrillabeweging op voet van gelijkheid, maar in praktijk kijkt hij vooral naar de consolidatie van zijn eigen macht, en de grootste bedreiging hiervoor zijn de Koerdische separatisten. Een bedreiging die prioritair moet verdwijnen. Op Syrisch en Iraaks grondgebied winnen de Koerden immers aanzienlijk aan autononomie. Begin 2014, amper een jaar geleden, riepen de West-Koerden in het noorden van de Syrische staat hun eigen autonome kantons uit en zetten ze hun eigen democratische beleids- en verdedigingsstructuren op poten. Door de inval van IS in Irak en het succesvolle verzet van de Koerdische pesjmerga's van de Koerdische Autonome Regio en de guerillastrijders van de PKK hebben de Koerden ook op het grondgebied van de Iraakse staat aan invloed en autonomie gewonnen en daarmee ook grote olievelden in handen gekregen die ze onder Saddam Hoessein verloren hadden, onder meer in Kirkoek. Een groeiende autonomie en macht van de Koerden ten zuiden van de Turkse staat zal ongetwijfeld een invloed hebben op het streven van de Koerden op Turks grondgebied, wat Erdo!an ten allen koste wil vermijden. Bovendien kan de AKP een overwinning tegen Damascus, de PKK en de YPG/YPJmilities goed gebruiken in aanloop naar de parlementsverkiezingen van juni, wil het haar macht verder consolideren. Zo heeft de Turkse staat zich sinds het begin van het conflict voor het Westen altijd extreem neutraal opgesteld, maar lekten er in maart vorig jaar al geheime militaire gesprekken uit
26 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
die aangaven dat Turkije logistieke steun bood aan Syrische jihadisten, die op hun beurt een bittere strijd leverden tegen de Koerden in Rojava (West-Koerdistan). Deze lekken waren dan ook de aanleiding voor Erdo!an om het YouTube-kanaal te laten blokkeren. Vervolgens doken er kort na de inval van IS (toen nog ISIS) in Irak nog meer getuigenissen op die aangaven dat Turkije de jihadisten financieel en logistiek steunde. Strijders konden zich onder meer met Turkse identiteitspapieren vrij over Turks grondgebied bewegen om zo Syrië en Irak te bereiken. In de Turkse media doken zelfs foto's en getuigenissen op waaruit bleek dat honderden gewonde jihadisten verzorgd werden in Turkse ziekenhuizen. In september nog getuigden burgers dat duizenden terroristen onbelemmerd de Turkse grens overstaken om bij de belegering van Kobanê te helpen. Koerden die bij de verdediging van de stad wilden helpen, werden op alle mogelijke manieren belemmerd en zelfs gedood door Turkse soldaten. Bovendien had Turkije aan de grens tanks opgesteld om zich van op afstand te mengen in het conflict. Het is geen toeval dat deze gericht waren op de YPG/YPJ-stellingen in plaats van op IS-posities. In september bleek alsmaar meer dat de West-Koerdische YPG/YPJ-strijders en ZuidKoerdische pesjmerga's zich niet gewonnen gaven en veranderde Erdo!an van strategie. Hij stelde voor om een no-fly-bufferzone te creëren op Koerdisch gebied in Syrië van waarop de internationale coalitie aanvallen op IS-stellingen zou kunnen uitoefenen. Alle vluchtelingen, die een grote impact hebben op de Turkse begroting (4 miljard dollar), zouden vervolgens naar daar verhuisd kunnen worden. Een voorstel dat door de internationale coalitie afgewezen werd, maar dat - had het aanvaard geweest - een belangrijk deel van de autonome Koerdische regio in Syrië had opgeslorpt. Inmiddels bleef Turkije zijn grenzen sluiten voor duizenden Koerdische vluchtelingen en Koerden die vanuit Turkije hun bevolkingsgenoten wilden gaan bijstaan. Tot
eind september weigerde de Turkse president zijn steun te verlenen aan de internationale coalitie tegen IS. Pas op 2 oktober keurde het Turkse parlement een motie goed die de regering de mogelijkheid verschafte om militair in te grijpen in Syrië en Irak. Een veelgehoorde verklaring is dat de regering geen actie wou ondernemen zolang IS nog 46 Turken gijzelde. Gijzelaars die uiteindelijk eind september overgedragen werden aan de Turkse geheime dienst MIT en waarover Turkije geen verdere informatie wenste te verschaffen. Pas midden december bleek dat de Turkse staat in ruil hiervoor 180 gevangen genomen jihadisten vrijgelaten heeft, waaronder verschillende buitenlanders (veelal uit Groot-Brittannië en Denemarken) die niet teruggekeerd zijn naar hun land en dus wellicht opnieuw de IS-rangen vervoegd hebben, met een grote diplomatieke rel als gevolg. De oorlog is inmiddels nog volop aan de gang en de Koerdische milities blijken grote militaire successen te boeken. De oorverdovende stilte van het Westen tegenover de houding van Turkije, als NAVO-lidstaat en kandidaatlid van de EU sinds 1999, is echter opvallend. In een recent rapport bevestigen de Verenigde Naties nochtans dat de Turkse staat de
belangrijkste spil is in de wapensmokkel naar het IS-kalifaat, aantijgingen die prompt als ongeloofwaardig en ongegrond afgedaan werden door het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Erdo!an heeft het goed bekeken: met zijn koerswijziging in het conflict en het feit dat de Turkse staat intussen al meer dan 140.000 vluchtelingen heeft opgevangen, waarvan vele Koerden, heeft hij goede punten gekregen van het Westen, ondanks dat de grenzen potdicht blijven voor Koerden die hun bevolkingsgenoten een paar kilometer verder, ten zuiden, willen gaan bijstaan. Midden oktober voerde het Turkse leger daarentegen voor het eerst in twee jaar tijd en zonder enige aanleiding opnieuw aanvallen uit op PKK-basissen nabij het dorpje Da!lica, aan de grens met Irak, een schending van het wapenbestand sinds het begin van de vredesonderhandelingen met de Koerdische afscheidingsbeweging. Een paar weken geleden doodden Turkse militairen ook nog een aantal Koerdische burgers aan de Turks-Syrische grens toen ze de lichamen van enkele gesneuvelde YPG/YPJ-strijders naar Turkije wilden helpen overbrengen. Bij het begin van het nieuwe jaar blijkt van een fundamentele koerswijziging geen sprake te zijn, en ziet het er naar uit dat Erdo!an op twee fronten speelt: als bondgenoot van het Westen én van de jihadisten. Gelijkheid man-vrouw op de helling Op 24 november hield Erdo!an een betoog op het congres van KADEM (Vereniging voor Vrouwen en Democratie), die een van zijn dochters als bestuurslid telt. Na zijn betoog regende het reacties op de sociale media. De president had zich namelijk laten ontvallen dat de gelijkheid tussen man en vrouw “in tegenspraak is met de menselijke natuur”. De kloof tussen mannen en vrouwen kan volgens hem enkel gedicht worden door gerechtigheid, dat men niet via gelijkheid bekomt maar wel via 'evenwaardigheid', anders zou het voor de vrouw simpelweg niet leefbaar zijn. “Je kan niet aan een vrouw vragen om hetzelfde werk uit te oefenen dan een man, zoals dit het geval was onder de communistische regimes. Je kan hen niet vragen om naar buiten te gaan en in de grond te beginnen gra-
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 27
ven. Dit is in tegenstrijd met hun delicate aard.” Of nog: “Onze godsdienst heeft een statuut voor de vrouwen gedefinieerd: het moederschap.” Erdo!an staat bovendien bekend als een tegenstander van abortus, dat sinds 1980 gelegaliseerd is, met een bepaalde visie op moederschap: elke vrouw zou bij voorkeur minstens drie kinderen moeten hebben en haar islamitische plichten moeten vervullen. De rest is bijzaak. Erdo!an maakt er geen geheim van: hij is een islamitische conservatief en heeft een zeer traditionele visie op het gezin en de samenleving. Toch gaan de vrouwenrechten onder de AKP niet verder achteruit, maar op bepaalde vlakken zelfs vooruit. Zo zijn werkende vrouwen onder meer beter beschermd op vlak van moederschapsverlof, werd er ingezet op bestrijding van geweld tegen vrouwen en wordt meisjesonderwijs danig gepromoot. De uitspraken van de president zijn gedurfd in een staat die tot voor kort extreem seculair was, waar er evenwel nog veel werk aan de winkel was op gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid, maar waar elke verwijzing naar de islam of godsdienst geweerd werd. Voor critici is het duidelijk: hij wil Turkije terugsturen in het verleden, vrouwen aan de haard en de samenleving langzaam maar zeker islamiseren. Een nieuwe breuk met de moderne Turkse staat. Ottomaans Turks in het onderwijs Olie op het vuur was vervolgens het voornemen van de president om verplichte taallessen Ottomaans Turks in te voeren in de secundaire scholen, een taal die gebruik maakt van het Arabisch schrift en die gebruikt werd in het Ottomaanse Rijk (1299-1923), waar Atatürk komaf mee heeft gemaakt. In het dagelijks gebruik is deze taal vandaag volledig verdwenen. Een poging om aansluiting te zoeken bij het grote islamitische rijk van weleer? Persvrijheid aan banden gelegd Sinds op 17 december 2013 het corruptieschandaal aan het licht kwam dat getrouwen van Erdo!an, waaronder zijn eigen zoon, in het nauw bracht en het grootschalige anticorruptieonderzoek dat erop volgde, woedt een open oorlog tussen de Turkse regering en de Hizmet-beweging van de naar Amerika gevluchte prediker Fethullah Gülen. Twee maanden later verschenen luisterfragmenten en filmpjes in de sociale media die het bewijs moesten leveren dat de toenmalige premier en verschillende AKP-getrouwe politici corrupt waren en dat ze de jihadisten op het Syrische grondgebied financieel en materieel steunden. Fragmenten die de regering prompt afdeed als 'vals' en 'online gezet door volgelingen van Gülen om hen te beschuldigen', waarna Erdo!an Twitter en YouTube liet blokkeren in aanloop naar de verkiezingen. Sindsdien laat de regering geen kans voorbij gaan om de aanhangers van de Hizmet-be-
28 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
weging ervan te beschuldigen een 'parallelle macht' te willen creëren in de staat, arrestaties uit te voeren en duizenden privéscholen, belangrijkste bron van inkomsten van de beweging, te sluiten. In dit kader mobiliseerde de regering midden december duizenden politieagenten in om tientallen mensen aan te houden die naar verluidt dicht bij Gülen zouden staan, waaronder regisseurs, politieagenten en een 70-tal journalisten. De kemalistische oppositiepartij CHP had het over een “staatsgreep tegen de democratie”. Andere oppositiepartijen en staatskritische bewegingen zagen er de verdere uitbouw van een Turkse politiestaat in en een grote wraakactie tegen de media die het corruptieschandaal in het begin van het jaar mee aan het licht brachten. Voor de AKP gaat het louter om de arrestatie van personen die “deelnemen aan een terroristische groepering die de soevereiniteit van de staat wilt ondermijnen”. Een reactie van Europa bleef ook niet uit. Diezelfde dag nog verstuurden Federica Mogherini, hoge Europese vertegenwoordigster voor diplomatie, en Johannes Hahn, eurocommissaris bevoegd voor voor regionaal beleid, een verklaring de wereld in die luidde dat deze arrestaties volledig indruisen tegen de Europese waarden, en dat ze hun ongerustheid zouden overbrengen aan de Europese Commissie. “Europa moet stoppen Turkije met de vinger te wijzen”, luidde de reactie van de president. “Ze zouden beter werk maken van een aanpak van de toenemende islamofobie en het groeiende racisme in hun landen”, waarmee hij onder meer verwijst naar uitlatingen van Nederlands vicepremier en minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher dat veel Turkse jongeren Syriëgangers als 'helden' zien. Vervolgens stapten twee Turks-Nederlandse kamerleden op nadat Asscher vier Turkse religieuze organisaties onder toezicht liet plaatsen omdat ze de integratie van Turken zouden belemmeren. Het is ontegensprekelijk dat de Turkse regering zich, in vergelijking met een aantal jaar geleden, alsmaar minder bekommert om de Europese publieke opinie en de mening van de Europese leiders. De sinds 2005 aanslepende onderhandelingen om toe te treden tot de EU wekken de indruk dat Europa dit nooit zal aanvaarden. Daarnaast is een mogelijke toetreding wellicht ook minder aantrekkelijk geworden, gelet op de economische tegenslagen die de EU de voorbije jaren te verduren kreeg. Bovendien is het geen geheim dat Erdo!an voor wat internationale samenwerking betreft meer naar het Oosten kijkt dan zijn voorgangers, en dat hij maar al te goed
beseft dat hij eerst werk moet maken van een betere bescherming van mensenrechten en minderheden op zijn grondgebied voordat Europa een toetreding zal slikken. Als de president van plan is om zijn macht te consolideren en om Europa te bewijzen dat hij de EU niet nodig heeft om van Turkije een grote en welvarende macht in het Midden-Oosten te maken, valt het niet te verwonderen dat de mening van Europa hem alsmaar meer koud laat. Dit neemt niet weg dat Turkije, samen met Iran en China, koploper is geworden in het opsluiten van journalisten, politieke activisten en mensenrechtenactivisten. Meer dan een maand na de inval zitten nog steeds 21 journalisten gevangen, wachtend op een eerlijk proces, net als duizenden activisten, waaronder vele Koerden, die louter gevangen zijn gezet omwille van hun politieke overtuiging of wegens het beledigen van het staatshoofd. Wat brengt de toekomst? Turkije kent nog steeds een kiesdrempel van 10%, een drempel die de AKP niet wenst te verlagen om zeker te blijven van de absolute macht. Om deze reden zal de partij na de parlementsverkiezingen in juni wellicht de meerderheid van de zetels binnen het parlement behouden. Ondanks het feit dat ze verlies heeft geleden tijdens de vorige verkiezingen valt niet te ontkennen dat de partij razend populair blijft, net als president Erdo!an. Vele ouderen, conservatieven, gelovigen en ook Koerden zien in zijn persoon nog altijd een sterke kracht die de invloed van Turkije in het Midden-Oosten kan verstevigen en aarzelen niet om hem hun stem te geven wanneer het erop aankomt, waardoor hij een grote democratische legitimiteit geniet. 2015 wordt ook het jaar waarin Turkije gastland is van het internationale kunstenfestival Europalia, welgeteld 100 jaar na de Armeense genocide die het tot op vandaag weigert te erkennen. Wil president Erdo!an opnieuw toenadering zoeken tot Europa en zich inzetten voor een langdurig Turks-Koerdisch vredesproces, dan krijgen we het mogelijk dit jaar te horen. Zo niet bestaat de kans dat de Turkse staat, onder de nieuwe president, een beleid zal voeren dat zich alsmaar meer zal afkeren van het Westen om zich te concentreren op het Midden-Oosten. Uiteraard hoeft het AKP-beleid niet per definitie een rem te zijn op de democratie, vrije meningsuiting en mensenrechten. In welk beleid een nieuwe overwinning zich in de toekomst zal vertalen valt af te wachten, net als de invloed dat dit zal hebben op de mensenrechten in het land, de rechten van de religieuze en etnische minderheden, de persvrijheid en de slopende vredesonderhandelingen met de Koerden, voor zover de regering er na maandenlange stilte nog effectief werk van wenst te maken. Eén zaak is duidelijk: de breuk met het verleden van het seculiere Turkije is grondig ingezet. Jef NYSSEN
VOLKEREN IN BEWEGING ____________________________________________ Strijd tegen IS in 2014: een Koerdische balans Naar aanleiding van het nieuwe jaar maakten verschillende Koerdische vrijheidsbewegingen een balans op van de gebeurtenissen van het voorbije jaar, onder meer de HPG (Volksverdedigingskrachten, de militaire vleugel van de PKK [Arbeiderspartij van Koerdistan]), de Koerdische vrouwenbevrijdingsorganisaties KJK (Vrouwengemeenschappen van Koerdistan) en YJA Star (Unie van Vrije Vrouwen), en de West-Koerdische YPG/YPJ (Volks/Vrouwbeschermingseenheden). Tussen de meeste gegevens in, die meestal gaan over het aantal aanvallen die er uitgevoerd werden tegen de jihadisten en het in beslag genomen materiaal, bevinden zich een aantal opmerkelijke cijfers. Zo gaf de woordvoerder van de YPG/YPJ te kennen dat de West-Koerdische eenheden erin slaagden om nagenoeg 5000 terroristen te doden. Zelf sneuvelden er 537 YPG/YPJ-leden in de strijd. De gevolgen van de opmars van het ISkalifaat zijn gekend: meer dan een half miljoen mensen, grotendeels Koerden en religieuze minderheden, sloegen op de vlucht, honderdduizenden werden door de jihadisten afgeslacht, vrouwen en kinderen werden verhandeld als slaven. Met hulp van de guerillastrijders van de PKK behaalden de eenheden eind vorig jaar verschillende grote overwinningen: niet alleen is de opmars van de jihadisten gebroken, net als hun strategische verbindingswegen met hun hoofdstad Raqqa, maar ze boeken wekelijks grote vooruitgang in de bevrijding van de West-Koerdische stad
Kobanî, nabij de Turkse grens. Ook slaagden ze erin de Yezidi Koerden die gevangen zaten op de Sinjar-berg in Irak te bevrijden door hen een veilige doorgang naar het buitenland te bieden, waardoor meer dan 150.000 Yezidi gered konden worden. De YPG/YPJ benadrukken dat ze met hun strijd niet louter de Koerden willen beschermen, maar alle bevolkingsgroepen die op het Koerdische grondgebied wonen, waaronder christenen, Arabieren en Assyriërs. De YJA Star voegt er in een apart persbericht aan toe dat dit jaar meer dan 2000 vrouwen de ranken van de guerillastrijders vervoegden. Alle groeperingen beloven zich in 2015 onvoorwaardelijk in te zetten voor de bevrijding van de Koerdische regio's en het bekampen van het IS-terrorisme, “dat een gevaar voor de wereldvrede vormt”. Begin januari liet het in Groot-Brittannië gelegen Syrische Observatorium voor Mensenrechten weten dat er in 2014 76.021 doden gevallen zijn op het Syrische grondgebied, waaronder 17.790 burgers (hierin inbegrepen 3.501 kinderen en 1.987 vrouwen). De vereniging voor mensenrechten meent dat dit aantal wellicht nog met 30.000 doden verhoogd moet worden, wat overeen moet komen met de gevangen genomen burgers door IS en de doden die niet opgenomen worden in de officiële statistieken. “Sorry, we hebben jullie niet kunnen beschermen” Zo luidden Koerdische steunbetuigingen in de sociale media kort na de aanslagen op het
Koerdische krans voor Charlie
hoofdkantoor van Charlie Hebdo in Parijs. De vermoordde hoofdredacteur Stéphane 'Charb' Charbonnier had het voordien in zijn schrijfsels al meermaals opgenomen voor de Koerden, die de bevolking op het Iraakse en Syrische grondgebied verdedigden tegen de terreur van IS. Charb, een laatste keer aan het woord: “Ik ben geen Koerd, ik ken geen woord Koerdisch, ik zou geen enkele Koerdische auteur kunnen opnoemen. De Koerdische cultuur is mij volledig vreemd. Ah, toch! Ik heb al eens Koerdisch gegeten... Maar nu ter zake. Vandaag ben ik een Koerd. Ik denk Koerdisch, ik spreek Koerdisch, ik ween Koerdisch. De Koerden die in Syrië aangevallen worden zijn geen Koerden, ze zijn de mensheid die weerstand bieden tegen de duisternis. Ze beschermen hun leven, hun familie, hun land, maar of ze het nu willen of niet, ze zijn de enige weerstand tegen de opgang van de 'Islamitische Staat'. Ze beschermen ons allen, niet tegen een denkbeeldige islam die de terroristen van IS niet vertegenwoordigen, maar tegen het meest gruwelijke banditisme. Hoe kan de zogenaamde coalitie tegen de koppensnellers geloofwaardig zijn als veel van haar leden, omwille van verschillende redenen, men hen (en sommigen doen dit nog steeds), strategische, politieke en economische belangen delen? Tegen het cynisme en de dood bevindt er zich, vandaag, het Koerdische volk.” Europa erkent Palestijnse staat Het is er dan toch van gekomen: op 17 december heeft het Europese Parlement de principiële erkenning van de Palestijnse staat, en een daarbij horende tweestatenoplossing,
Charlie-hoofdredacteur Charb ontvangt Koerdische delegatie
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 29
goedgekeurd. Een symbolische daad die minstens twintig jaar te laat komt en daarmee amper enige werkelijke invloed heeft, tenzij deze gepaard zou gaan met het opleggen van daadwerkelijke sancties tegen de staat Israël als deze zijn boekje te buiten gaat (wat, voor alle duidelijkheid, niet besloten is en meer dan wellicht niet het geval zal zijn). Veel blijft er van Palestina immers niet over. Sinds de Oslo-akkoorden blijft de Israëlische staat openlijk en ondubbelzinnig de mensenrechten op het door hem gekoloniseerde grondgebied negeren en promoot het zonder scrupules de uitbouw van nieuwe nederzettingen op Palestijns gebied, vaak zelfs door de annexatie van essentieel landbouwgebied of gebied dat nodig is voor watervoorziening, waardoor er continu geknaagd wordt aan de reeds vastgelegde grenzen. Van de grenzen van 1967 blijft inmiddels niet veel meer over, en dit tegen alle internationale verdragen in. De Verenigde Naties en de EU blijven de staat Israël veroordelen, maar louter in woorden. De eerste werkelijke sancties moeten nog genomen worden, waardoor de staat zijn politiek in alle rust en zonder angst op vergeldingen kan blijven uitoefenen. Diezelfde dag keurde het federale parlement van de Belgische staat eveneens een dergelijke resolutie goed, met een algemene en weinig zeggende consensustekst als resultaat, waarin de parlementsleden de onvoorwaardelijke erkenning van de Palestijnse staat verwerpen in ruil voor een tweestatenoplossing "in het kader van een onderhandelingsproces waarin beide partijen een akkoord hebben bereikt over de belangrijkste thema's, waaronder de afbakening van de grens en het statuut van de stad Jeruzalem". Daarnaast moet een Palestijnse staat "een economische toekomst (...) hebben" met "recht op economische welvaart en soevereiniteit". Het Belgische parlement erkent hiermee zelf niet het behoud van de grens van 1967 en stelt dat de uiteindelijke grens nog onderhandeld dient te worden. Laten we eerlijk zijn: in praktijk houdt dit in dat er nooit een effectieve erkenning van een Palestijnse staat zal plaatsvinden, laat staan een staat die genoeg leefruimte heeft om 'economisch welvarend' te zijn. Minstens even symbolisch is de positie van het netwerk van Europese Joden voor een Rechtvaardige Vrede, dat zijn steun uitspreekt voor de erkenning van een soeverein Palestina binnen de grenzen van 1967 met inbegrip van Oost-Jeruzalem en Europa oproept om het associatie-akkoord met de staat Israël op te schorten zolang deze laatste de bepalingen opgelegd door het internationale recht en de VN-resoluties niet opvolgt. Symbolisch, maar ook niet veel meer dan dat...
daanoever en zijn troepen moest terugtrekken. Het voorstel had 9 van de 15 stemmen nodig maar behaalde er slechts 8. Als traditionele beschermheer van de entiteit stemden de Verenigde Staten van Amerika tegen, net als Australië. Onder meer Frankrijk, China, Rusland en Luxemburg stemden voor. Vijf andere landen, waaronder Groot-Brittannië, onthielden zich. Had de resolutie goedgekeurd geweest, hadden de Verenigde Staten steeds nog gebruik kunnen maken van hun vetorecht, waardoor de kans op definitieve goedkeuring nihil was, maar zo ver hoefde het zelf niet te komen. Kort nadien liet de Israëlische premier Benjamin Netanyahu de transfer van 106 miljoen euro belastinggeld aan de Palestijnse Autoriteit (PA) blokkeren, aldus de krant Haaretz, middelen die officieel toebehoren aan de PA maar die geïnd worden door de staat Israël en die absoluut noodzakelijk zijn om te voorzien in de functionering en het onderhoud van wat er nog over blijft van gebied onder controle van de Autoriteit. Aanleiding hiervoor is de aankondiging van Mahmoud Abbas, president van de PA, om toe te treden tot het Internationaal Strafhof in Den Haag en het Statuut van Rome te bekrachtigen. Op 7 januari liet secretaris-generaal van de VN Ban Kimoon weten dat dit op 1 april 2015 zal geschieden, wat als gevolg zal hebben dat Palestina vanaf dan ook Israëlische staatsburgers zou kunnen laten vervolgen wegens oorlogsmisdaden. Netanyahu heeft prompt laten weten dat de staat Israël zich hier ten volle tegen zal verzetten en onder geen beding zal toelaten dat zijn burgers voor het strafhof zullen verschijnen. 80.000 mensen op straat in Baskische Bilbo Op 10 januari kwamen volgens een telling van de Baskische krant Gara zo'n 80.000 mensen de straat op in Bilbo. Niet om te betogen ter nagedachtenis van de slachtoffers van Charlie Hebdo, wel om te eisen dat de Spaanse staat een einde maakt aan het spreidingsbeleid van Baskische politieke gevangenen. Politici, vredes- en mensenrechtenactivisten die opkwamen voor hun mening en daarom,
zonder enige vorm van proces, gevangen genomen werden. Of de bittere hypocrisie van onderdrukkende staten die deze dagen zogezegd als eersten opkomen voor de vrije meningsuiting, maar achter de schermen hun gang gaan met de vernietiging ervan op eigen bodem. Nieuwe arrestaties in Baskenland Drie dagen na de massabetoging in Bilbo en op de dag dat een groot proces tegen 35 Baskische politieke mlilitanten van start moest gaan, arresteerde de Guardia Civil 16 personen, waaronder 12 Baskische advocaten. Drie van deze advocaten zouden instaan voor de verdediging van een twintigtal van de militanten. Volgens de Spaanse media zouden zij verdacht worden van terrorisme en belastingontduiking. Bij het te perse gaan van dit orgaan is er nog niet veel over geweten, maar werd het proces geschorst. Ondanks hun steun aan de betogingen in nasleep van de aanslag op Charlie Hebdo, ziet het ernaar uit dat de Spaanse en Franse staat nog niet bereid zijn om werk te maken van een eerlijk proces en een langdurige vrede. Herdenking vermoordde Koerdische vrijheidsstrijdsters Welgeteld twee jaar na de moord op de drie Koerdische politieke activisten Sakine Cansız ('Sara'), Fidan Do!an ('Rojbîn') en Leyla "aylemez ('Ronahî') op 9 januari 2013 woonden honderden Koerden en sympathisanten in Parijs een stille herdenking bij en riepen ze de Franse autoriteiten op om een eind te maken aan de onzekerheid van de familieleden en hen duidelijkheid te bieden. De dader, een Turk met banden met de grijze wolven, werd gevat maar het blijft tot op heden onduidelijk wie de opdrachtgever was. Verschillende pistes leidden evenwel richting de Turkse staat en de Turkse geheime dienst MIT. Ondanks hun toenmalige beloftes hebben Frans president Hollande en toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Valls de betrokken familieleden nog steeds niet ontmoet.
Opdoffers voor Palestijnse Autoriteit Eind december verwierp de VN-veiligheidsraad een Palestijns voorstel dat voorzag dat de staat Israël tegen eind 2017 een eind moest stellen aan de bezette Westelijke Jor80.000 Basken op straat voor politieke gevangenen
30 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
Jef NYSSEN
25 FEBRUARI 1990
Een politieke moord in Brussel: Enver Hadri ____________________________________________ Een kwarteeuw geleden reeds is het dat in ware James Bond-stijl (of eerder maffia-stijl) de Kossovaarse mensenrechtenactivist architect Enver Hadri in Brussel op straat koelbloedig werd geëxecuteerd door de Servisch-Joegoslavische geheime dienst. Het waren de laatste stuiptrekkingen van een gedoemde staat, die het jaar daarop uiteen zou vallen. De Albanese Kossovaren echter zouden nog bijna twintig jaar op hun internationale erkenning moeten wachten. Dat er überhaupt in 1991 een Republiek Kossovë kon ontstaan is aan mensen als Enver Hadri te danken. Zij gaven er hun leven voor. Enver Hadri was 48 jaar en vader van 4 kinderen. In 1973 reeds was hij Joegoslavie ontvlucht, alwaar hij vervolgd werd om zijn politieke activiteiten. Hij trad aldus in de voetsporen van zijn vader die op het einde van de Tweede Wereldoorlog door de Servisch-Joegoslavische geheime diensten werd gearresteerd en verder nooit meer werd teruggezien. Hij studeerde architectuur in Slovenië alwaar hij zich actief inzette voor de rechten van het Albanese volk in Joegoslavië. Hiervoor werd hij bij verstek tot 7 jaar gevangenis veroordeeld en vluchtte naar België. In Brussel zette hij zijn actie voort en stichtte het Comité voor de mensenrechten in Kossovë.
Samen met Belgische mensenrechtenorganisaties bleef hij werken aan de bewustwording van onze burgers voor het Kossovë-dossier. Onafgebroken verzamelde hij bezwarend materiaal over de discriminatie van de Albanezen in Servië-Joegoslavië en stuurde dit naar Belgische en Europese parlementsleden Hij werd vermoord op weg naar het Europese Parlement waar hij de laatste lijst met 32 namen van door de Servische politie omgebrachte Albanese burgers wou afgeven. Het kostte de Belgische politie niet veel tijd om de daders van deze politieke moord te identificeren als drie leden van de Servische geheime diensten, die reeds lang terug in Belgrado waren. Ondanks grote druk van de Belgische overheid weigerde (Klein)-Joegoslavië deze mannen uit te leveren. Een ervan werd reeds in april 1990 op straat neergeschoten, een andere werd kort aangehouden, weer vrijgelaten en verdween; het lijk van een derde vond men later drijvend in de Donau terug.
Eerder dan toegeven dat de moord op Hadri een door de Servisch-Joegosavische regering opgezette executie was, verkoos men de uitvoerders voor hun diensten te bedanken met een zeer “definitief” ontslag. Zodoende kon de Belgische onderzoeksrechter deze zaak nooit meer ten gronde afhandelen. Na de dood van Enver Hadri werd het Comité omgevormd tot het Informatiebureau van de Republiek Kossovä, waaruit na de erkenning door België, de huidige Ambassade is ontstaan. Het was voor ons een grote eer, als ondervoorzitter van het Belgisch Comité voor de Toepassing van de Akkoorden van Helsinki, ruim tien jaar met Enver Hadri te hebben kunnen samenwerken. In 1994 werd over zijn leven en dood een film gemaakt, waaraan wij hebben meegewerkt. Laten wij nu, een kwarteeuw na zijn moord, Enver Hadri en de vele andere martelaren voor de onafhankelijkheid van Kossovä in onze gedachten houden. Laten wij vooral ook hopen dat de politieke overheid van de Republiek Kossovë deze pioniers niet in de vergetelheid laat wegzinken. Zij verdienen ons respect. Yvo PEETERS
Enver Hadri
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 31
Op de Meervoud-boekenplank Populisten in Nederland Paul Lucardie en Gerrit Voerman, verbonden aan het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen hebben zich op het populisme gestort dat ondertussen een begrip geworden van Noord-Amerika (de Tea Party) tot Thailand, Venezuela (Chavez), Nederland en ook België, Frankrijk, Noorwegen, Oostenrijk, Italië en Denemarken. De twee onderzoekers hebben een boek gepubliceerd over het fenomeen populisme dat dikwijls eenvoudige oplossingen voorstelt voor ingewikkelde problemen, zich daarbij vooral richtend op Nederland. Zij komen tot de vaststelling dat populisme niet minder complex is dan andere politieke stromingen. In Nederland beginnen politicologen en sociologen vanaf 1969 het populisme te onderzoeken als politiek fenomeen. Het zijn vooral linkse onderzoekers die erg begaan zijn met het multiculturalisme en de Europese integratie die precies door de populisten in vraag worden gesteld. De auteurs gaan in het boek niet in op de voors en tegens van het populisme en willen niet oordelen over goed en kwaad ervan. Het opzet is zo neutraal mogelijk de opkomst en ontwikkeling ervan in de Nederlandse politiek te beschrijven. Politicologen definiëren populisme als een dunne of partiële ideologie of als een geestesgesteldheid of wereldbeschouwing: geen expliciet gemaakte ideologie maar wel een aantal min of meer samenhangende denkbeelden. Populisme zou ontstaan zijn uit de steeds groeiende kloof tussen de (politieke) elite en het volk dat de regeringsmacht terug wil door directe wetgeving via het referendum en het volksinitiatief. Er wordt meestal gecombineerd met elementen van andere ideologieën als liberalisme, socialisme, nationalisme en conservatisme. In Nederland wordt populisme ter linkerzijde geconstateerd bij de SP; in het midden bij Leefbaar Nederland en bij Lijst Pim Fortuyn en de PVV van Geert Wilders ter rechterzijde. Beschouwt links de populisten meestal als baarlijke duivels en fascisten dan wordt wel toegegeven dat zij een heilzame werking kunnen hebben door vastgeroeste toestanden los te woelen. Populisme kan de parlementaire democratie verbeteren. Tegelijkertijd wijzen zij op de risico’s van het populisme voor het politieke bestel. Zo kan de visie op het volk als een homogene eenheid in conflict komen met de uitgangspunten van de liberale rechtstaat zoals het waarborgen van de rechten van minderheden en van ruimte aan pluriformiteit. Ook kunnen de frontale aanvallen van de populis-
ten op het politiek establishment de polarisatie aanwakkeren, de kiezer cynischer maken en het wantrouwen in de politiek vergroten. Mocht het populisme greep krijgen op de regering dan zou de politieke stabiliteit in gevaar kunnen komen en zou de parlementaire democratie worden ondermijnd. In de voorgeschiedenis van het populisme in Nederland besteden de auteurs aandacht aan populistische momenten tussen 1780 en 1990. Daarbij wordt Joan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784) die opkwam voor de boeren, als eerste populist genoemd. Tussen 1870 en 1940 spoelde een populistische golf over Nederland. In de jaren 1870-80 begonnen vroege socialisten “het volk” (arbeiders en handwerkers in de industrie en de landbouw) toe spreken en te organiseren. Een van hun eerste organisaties was het geheim genootschap “vox populi” dat hoopte de bestaande “klassenregering” te vervangen door een “volksregering” op zuiver democratische grondslag. De minder geheimzinnige Sociaal-Democratische Bond van Ferdinand Domela Nieuwenhuis van 1882 verlangde naar een “directe wetgeving door het volk” (referenda) en “rechtspraak door het volk”. De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) verwijderde zich van geleidelijk van het marxisme, ijverde niet voor directe democratie maar voor nieuwe organen met publiekrechtelijke verantwoordelijkheid, bestaande uit vertegenwoordigers van verschillende belangen. De antirevolutionaire stroming, door Abraham Kuyper in de AntiRevolutionaire Partij gegoten, zag het volk
niet als een homogeen geheel maar wel samengesteld uit drie “grondtonen”, een rooms-katholieke, een “liberalistische” en een “christelijk-puriteinse”. Hij eiste geen directe deelname van het volk maar het parlement moest zich beperken tot controle en consultatie. Willem Treub (1858-1931), zeer krachtdadig en slagvaardig maar ook opvliegend en ongeduldig stichtte de Economische Bond, een partij die poogde de groeiende verzuiling te doorbreken en de politiek te vernieuwen. De partij sloeg niet aan en Treub trok zich terug stellend dat Nederland beter af zou zijn met een tijdelijke dictatuur en beperking van het algemeen stemrecht. Net als bij Treub moeten vraagtekens gesteld worden over het populisme van Arend Braat en zijn in 1917 opgerichte Plattelandsbond, later Nationale Boeren-, Tuinders- en Middenstandspartij (NBTM). Een deel van de aanhang liep later over naar de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) die in 1931 werd opgericht. Na de bevrijding in mei 1945 keerden de verzuilde partijen terug, soms in een vernieuwde vorm. Rond 1960 begon het populisme de kop op te steken met de in 1958 gestichte Boerenpartij van Hendrik Koekoek. In het beginselprogramma valt echter weinig populistisch gedachtegoed te ontdekken. Stond de Boerenpartij ter rechterzijde van het politiek spectrum, Democraten ’66 stond eerder links. D66 van de journalist Hans van Mierlo werd de Boerenpartij van de intellectuelen genoemd. Zij mobiliseerde onvrede over het politiek bestel en verzette zich tegen het paternalisme en de gebrekkige verant-
Hendrik Koekoek met Pierre Kartner, ook wel gekend als ‘Vader Abraham’
32 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
woording van de “overheidsdienaren” tegenover het volk. De echte populisten komen volgens de auteurs pas aan bod in de 90-tiger jaren van vorige eeuw. In het boek worden die dan ook uitvoerig besproken. “De politiek is verworven tot een bezigheid van de intellectuele middenklasse. Wij stellen prijs op contacten met gewone mensen. Wij luisteren en doen wat met hun problemen maar wij pakken het gestructureerd aan. Ik wordt verschrikkelijk kwaad als dat populisme genoemd wordt” zo stelt SPleider Jan Marijnissen. De Socialistiese Partij, later gewijzigd in Socialistische Partij, neemt afstand van Mao, Lenin en Marx en ook de revolutie raakt in de SP op de achtergrond. “Een opknapbeurt was nodig om een brug te slaan naar mensen die in het verleden goede gronden hadden om zich niet bij ons aan te sluiten”, zo werd gesteld. Zette de SP zich hard af tegen hert establishment, dan was de partij nog harder tegen de dreigingen die de eenheid van de arbeidersklasse zouden kunnen schaden. Wat de gastarbeiders betreft werd voorgesteld Turken en Marokkanen na twee jaar te laten beslissen of zij willen remigreren naar hun land van herkomst of Nederlander worden en zich aanpassen aan de Nederlandse samenleving. Zo zou moeten voorkomen worden dat de betrokkenen tweederangsburgers worden. In het Handvest 2000 slaagt de nieuwe leider Jan Marijnissen erin het referendum en het volksinitiatief te laten opnemen. De partij groeit en ook het aantal Kamerzetels terwijl Marijnissen zich blijft verzetten tegen de “Haagse Kromtaal”. In enkele gemeenten nam de SP deel aan de bestuurscolleges maar in 1999 was de partij nog niet toe aan deelname aan het landsbestuur. In de referendumcampagne tegen de Europese grondwet van 2005 was de SP de mening toegedaan dat de Nederlandse kiezer buitenspel gezet werd en genegeerd nadat in het verleden zonder raadpleging van de bevolking delen van de nationale soevereiniteit naar Brussel werden overgeheveld. Regeringsdeelname zit er volgens de auteurs voor de SP nog niet aan te komen. Met Leefbaar Utrecht zou Leefbaar Hilversum de landelijke partij Leefbaar Nederland vormen en die laatste zou als opstap dienen voor Pim Fortuyn naar Den Haag. Hij werd met een overweldigende meerderheid verkozen tot lijsttrekker voor de partij en zegt de ambitie te hebben premier Kok op te volgen. De peilingen geven een steeds hoger zetelaantal : van drie naar zestien en 22. Na vrijmoedige uitspraken van Fortuyn over de islam tijdens een interview met de Volkskrant in 2002 stemt het partijbestuur hem weg met 6 tegen 2 stemmen. Daarop richt hij de Lijst Pim Fortuyn (LPF) op. In de peilingen daalt Leefbaar Nederland van 22 naar 6 zetels en haalt bij de verkiezingen twee zetels tegen 26 voor de LPF. Geplaagd door onenigheid en financiële tekorten heft Leefbaar Nederland zichzelf op
Rita Verdonk, een aparte blik op de Nederlandse maatschappij
in 2007. Fortuyn zelf, die fier zegt een populist te zijn en dat daar niets mis mee is, voert een persoonlijke politiek die vooral door links wordt gehekeld. Fortuyn doet , na een aanval met taarten, een beroep op premier Kok om hem bescherming te bieden “want taarten hadden ook kogels kunnen zijn”. Fortuyn, die vond dat hij werd gedemoniseerd, werd op 6 mei vermoord. Bij de daaropvolgende verkiezingen haalde zijn partdij wel 26 zetels en werd de tweede grootste van Nederland. De partij krijgt van regeringspartners CDA en VVD vier ministerposten maar vindt nauwelijks kandidaten. Een conflict tussen twee LPF-ministers leidde tot de val van het eerste kabinet Balkenende in 2002. Bij de verkiezingen haalde LPF nog maar 8 kamerzetels en bij de tweedekamerverkiezingen van november 2006 bleven er geen meer over. De ondertussen grootste concurrent, de Partij voor Vrijheid (PVV) van Wilders, haalde toen negen zetels. In mei 2007 ging voor LPF ook de laatste zetel in de Eerste Kamer verloren en in augustus van dat jaar besliste een algemene ledenvergadering tot de opheffing over te gaan. Rita Verdonk van Trots op Nederland ging er prat op een populist te zijn. “Daar ben ik trots op. Ik vind het een geuzennaam” zei de uit de liberale VVD afkomstige politica. Volgens peilingen in juni 2008 zou zij 24 zetels kunnen behalen. Bij de echte verkiezingen van mei 2010 voor de tweede kamer haalde zij e echter geen enkele en moest zij zelfs de eigen zetel van haar onafhankelijke eenmansfractie opgeven. In oktober 2011 besloot Verdonk haar voorzitterschap neer te leggen en zich uit de politiek terug te trekken. In 2012 lijkt de beweging op sterven na dood.
Populisme in Nederland schijnt niet aantrekkelijk te zijn zonder een flinke scheut nationalisme en anti-islamisme. Geert Wilders, ook al uit de VVD afkomstig, biedt dit de kiezer buitenmatig, heeft daar met zijn Partij voor de Vrijheid (PVV) succes mee en kwam na de verkiezingen van 2006 wel in de Tweede Kamer met evenveel zetels als het CDA. Bij de verkiezingen van 2010 peilde men 17 zetels voor de PVV maar de partij haalde er uiteindelijk 24 en was daarmee samen met de VVD de grote winnaar. Wilders wilde niet in de regering maar er werden afspraken gemaakt binnen een gedoogconstructie met CDA en VVD met akkoorden over het vreemdelingenbeleid, veiligheid, zorg en het financieel beleid. Wilders kreeg ook af te rekenen met dissidenten in de partij (o.m. Brinkman) maar slaagt er (voorlopig?) in breuken af te wenden. “Populisten in de Polder” van Paul Lucardie en Gerrit Voerman laat de lezer uitvoerig kennis maken met toestanden aan de rand van het Nederlandse politieke bestel. Zij komen tot de conclusie dat het in hun land allicht nooit tot een sterke en duurzame populistische traditie zal komen en wijzen er op dat geen pleidooi gehouden werd voor noch er voor gewaarschuwd. Het boek telt 195 bladzijden, 31 pagina’s noten, twee pagina’s bijlagen en een personenregister van vier pagina’s. Het werd uitgegeven door de Nederlandse Uitgeverij Boom. Frans MAES
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 33
MEER GAROTTE DAN VERSTAND
De Opmars van de Botte Bottinekes. Een knorrig verhaal. ____________________________________________ “Le moment le plus dangereux pour un mauvais gouvernement est d’ordinaire celui où il commence à se réformer”, schreef Alexis de Tocqueville in 1856 (L’Ancien Régime et la Révolution). Het was eigenlijk een politieke dooddoener, want elke regering die de macht verovert raakt automatisch in verval. En ontwikkelt de meest bindende maatregelen om die macht jaloers te bewaken. Als ze toegeeft aan het straatgemor en tegemoetkomingen begint te doen, is de kans op radicalisering het grootst. En merkwaardig genoeg wordt die radikalisering gedeeld door het bestaande repressie-apparaat en de revolutionairen. Want bij het citeren van Tocqueville wordt licht de voorgaande zin vergeten: “Le régime qu’une révolution détruit vaut presque toujours mieux que celui qui l’avait immédiatement précédé”. Het belet niet dat elke samenleving vrijwel ononderbroken in een opbod leeft tussen onderdrukking en terreur. Een nieuw boek van de Poolse edelman Adam Zamoyski geeft een weerzinwekkende kataloog van reactionaire ontbinding sinds het midden van de 19e eeuw. Phantom Terror: the Threat of Revolution and the Repression of Liberty 1789-1848 is een angstaanjagende en genadeloze ontleding van de Westerse machtsobsessies. Zamoyski brengt de huidige dictatuur van veiligheids-
diensten, privacyschendingen, persvervolging, mateloze controle, en culpabilisering van de burger terug tot de roerige periode tussen 1815, de val van Napoleon, en het revolutiejaar 1848. Onder Metternich is de Europese politiestaat geboren. En hij bloeit als nooit tevoren. De aanvallen op de pers – vorig jaar hebben liefst 135 journalisten het leven gelaten bij de uitoefening van hun werk, de meesten zijn om politieke redenen vermoord – nemen hand over hand toe. Dat kan ongestraft gebeuren. Want het is bon ton om “de” media te beschuldigen van loslippigheid, schending van de privacy, een dubbele agenda, of agitatie. Terecht, want daarvoor dient een onafhankelijke pers. Hoewel diezelfde pers natuurlijk zwaar besmet is door geïnfiltreerde belangen (commerciële, politieke, financiële). Dat is nooit anders geweest, zoals de politieke persgedingen in de eerste jaren na de scheiding der Nederlanden overduidelijk aangeven. In haar indrukwekkende standaardwerk Het Verloren Koninkrijk gaat Els Witte kundig in op de heksenjacht van de eerste Belgische regeringen op orangisten. “In juni 1834 introduceert Lebeau als minister van justitie een wetsontwerp dat elke vorm van orangisme strafbaar stelt”. Een eindeloze reeks proces
sen volgt, die oranjegezinde uitgaven (Le Rappel in Luik, Knout, Le Messager de Gand, …) de mond snoeren. Zo doortastend dat zelfs enkele senatoren het te gortig vinden. “Vandaag een wet tegen de orangisten, morgen tegen de patriotten, zo luidt het en men heeft het over een funest precedent dat het liberale imago van België bovendien flink schaadt”. Tocqueville hield er eerder een tweeslachtige opinie aan over: “En matière de presse, il n’y a donc réellement pas de milieu entre la servitude et la licence. Pour recueillir les biens inestimables qu’assure la liberté de la presse, il faut savoir se soumettre aux maux inévitables qu’elle fait naître”. Maar dat vergoelijkt natuurlijk nooit de vrijblijvende modder die naar de welmenende pers gegooid wordt. VVJ-voorzitter Marc Van de Looverbosch heeft met reden N-VA-voorzitter Bart De Wever gekapitteld omdat hij “de” pers aanwrijft dat zij zijn partij afschildert als “sociaal-economische sadisten”. Anonieme verwijten blijven altijd kleven, bedoeling is net het vertrouwen in de onafhankelijke pers te ondermijnen. De dooddoener “ik kan best tegen kritiek als hij maar opbouwend is”. Nonsens. Kritiek is maar nuttig als hij uitvergroot, en dus over de schreef gaat. Zonder schotschriften was er nooit een socialistische internationale tot stand gekomen. Zonder pamfletten, zonder Zola’s J’Accuse was das Militär ongemoeid weggekomen met zijn vooroordelen en valse beschuldigingen. Dat de pers al te vaak de slippendrager is van het hic et nunc moeten we niet verhelen. De manier waarop een doorgedraaide dorpszwezerik als Dimitri Bontinck een vrijgeleide krijgt om de rechtsstaat te bekladden (“mijn zoontje Jejoen zal zijn afgelegde getuigenis weer intrekken”), zegt evenveel over de dwaasheid van deze miles gloriosus als over de naiviteit van de journalist die dergelijke nonsens op antenne gooit. Onderhuids zit er natuurlijk een sluipende pervertering van de rechtsstaat achter dit soort beschamende scenes. Want nog minder dan de pers of de politiek mag het gerecht op vertrouwen rekenen. Recht loopt altijd een eeuw achterop. Het gerecht is nu eenmaal een atavistisch genootschap dat niet de rechten van de burger schraagt, maar altijd de “hogere” belangen dient: de stabiliteit van de bestaan
Els Witte, auteur van een baanbrekend werk over het orangisme
34 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
van het burgerlijk recht bij de verkeershandhaving.
Dimitri Bontinck, doorgedraaide dorpszwezerik
de samenleving en zijn machtsstructuren. Het verklaart de (aangehitste) wrevel van de bevolking tegen de belastingdeals (Wikileaks, Quick Step, Dexia, KB Lux, de bovenbazen na WO II), tegen de vervroegde vrijlatingen (Farid le Fou), tegen de procedureslagen. Maar het onthult tegelijk de bloeddorst van de straat. Vlaanderen, België, Europa, ze glijden in toenemende vaart de brede baan af naar de middeleeuwse methodes. Bloedwraak. Oog om oog. Meer kontroles. Meer bestraffing. Meer opheffing van de privacy. Meer militaristische veiligheid. Meer egoisme. Het zwakke punt van de huidige regeerstructuur-in-crisis zijn de privatisering en de digitalisering. Het internet is de grootste aanslag op het privédomein ooit vertoond, allemaal in naam van “betere dienstverlening”. Dag Jan. De spionagediensten van Fouché of de KGB of Noord-Korea zijn maar een flauwe afschaduwing van wat Google of Yahoo aan onrechtmatige informatie opslaan. “De schuld van de gebruiker”, heet het dan, want die stemt in met de verzamelde informatie. Het zal wel. Alsof hij een keus heeft. Een grote schuld draagt de neoconservatief Francis Fukuyama, die nogal driest het einde van de geschiedenis aankondigde en het monopolie van de vrijemarktekonomie (The End of History and the Last Man, 1992). Hij heeft zich intussen, beter laat dan nooit, bekeerd. Maar zijn arrogante aanmatiging dat de staat alleen verknecht (overigens een versregel uit de “Internationale”, door Henriette RolandHolst verzacht tot “verdrukt”), is door de peripetieën van het hoogkapitalisme de voorbije tien jaar deerlijk ontkracht. De gevolgen hebben zich als poliepen verspreid door het hele maatschappelijke weefsel.
tekenis van het woord als outsourcingsorganisaties, mogen voortaan het recht opvolgen, opleggen, afdwingen. Neem ik de vermogens(winst)belasting. Er groeit eensgezindheid om een commissie van deskundigen (“experts”) te laten uitwerken wat de verschuiving van arbeidslast naar vermogenstaks moet behelzen. Neem ik de eutanasiepolitiek. Ik merk dat niet de legaal onderbouwde benadering geldt, maar het oordeel van enkele psychiaters, als er een opgesloten seksmisdadiger is die absoluut gezelfmoord wil worden. Zeer terecht heeft een verstandig en terughoudend voorstander van acute levensbeëindiging als Wim Distelmans beslist zijn handen af te houden van een dergelijke ingreep, juist omdat de juridische voorwaarden niet gevolgd worden. Ik zal dieper ingaan op een minder ingrijpende, maar schreeuwend ondermijnende aantasting
Ik weet het, iedereen wil een oor aangenaaid worden. Ondanks alle waarschuwingen van Luk Bonneux, zullen toch (door reclame geculpabiliseerde) vetganzen zich aan crashdiëten begeven. Maar op verkeersvlak wordt de burger niet alleen uitgemolken door de staat, maar ook nog eens platgeslagen door een zelfbenoemd gezelschap van boeteprofeten en onderpastoors als het BIVV. Een vzw nota bene, die zichzelf een morele superioriteit toeschrijft om volle aflaten toe te staan, en vooral om mensen op onnodige kosten te jagen die het geweten moeten sussen. Het BIVV is niet meer dan een huurling van de falende staat. Al dertig jaar kastijdt zij de argeloze weggebruiker met waarschuwingen over (dood)zonden en onrechtmatig rijgedrag. Dat haar gruwelkampagnes langs de snelwegen geregeld de grens van het fatsoenlijke ver overschrijden, doet niet ter zake. (Kinderen mogen geen blote borst zien, wel verminkte kadavers). Het BIVV is de Inquisitie van de moderne tijd. Waar haalt zo’n zelfingenomen lobby de macht vandaan ? Van de moraalpredikers, en van de vrije markt, zoveel is duidelijk. Gesteund door andermaal zelfbenoemde deskundigen, die pseudostudies verrichten naar wat ze graag bevestigd zien. “Wij zijn behoorlijk vol van onszelf als we achter het stuur zitten. Door de anonimiteit van de wagen wanen we ons onaantastbaar”, debiteert ene Tom Brijs, “professor Mobiliteitswetenschappen” in Hasselt. Wat een gezwam. Ik ken niemand, zelfs de meest roekeloze hardrijder niet (die in de kranten steevast als “snelheidsduivel” wordt omschreven, een epiteton dat zeker
De echte macht is inderdaad voor een stuk de (gekozen) volksvertegenwoordiging ontglipt. Steeds meer “parastatalen”, in de nieuwe be-
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 35
vatbaar is voor een aanklacht als laster), die in zijn wagen stapt om even de goegemeente te jennen. “Jamaar”, luidt het verweer, “Uit statistieken blijkt dat wij het gevaarlijkste land van Europa zijn”. Onze wegen al eens bekeken ? Onze transitfunctie? Ons wagenpark? De intensiteit van het verkeer? De bevolkingsdichtheid? De controlefilosofie? Ik herinner me dat ten tijde van de rijkswacht zaliger (er was minder verkeer, inderdaad) operaties nog werden aangekondigd als “open vizier”. Optimale zichtbaarheid van toekijkende rijkswachters dus. Zo hoorde het ook. Zodra een veiligheidsdienst begint met methodes die elders etisch verwerpelijk, om niet te zeggen misdadig zijn (vanuit verborgen posities, kamerabewaking, het woord van de beëdigde ambtenaar tegen dat van de burger, flitsapparaten, …), is hij niet meer dan de gangster of de overheid zelf: wie geen vertrouwen heeft in zijn burger of zijn personeel, kan moeilijk zelf zuiver op de graat zijn. Tenzij hij een immens zelfbewustzijn en zijn groot gelijk als vanzelfsprekend acht. De methode om de burger verdacht te maken – een WestVlaamse politiecommissaris mocht ongestraft zeggen dat iedereen verdacht is tot het tegendeel werd bewezen – schept langs beide kanten wantrouwen, onverdraagzaamheid, en rancune. En dus wordt de man in de straat onophoudelijk een falend verantwoordelijkheidsbesef aangepraat, over zijn gezondheid, over zijn verbruiksgewoonten, over zijn slordigheid, over zijn gebrek aan kennis, over zijn schofterig taalgebruik (350 euro boete als je de PS-burgemeester van Doornik beledigt, en “dat is geen aanslag op de vrijheid van meningsuiting” – de man moet dringend de Hitlercartoons van tussen de oorlogen even bekijken, of de pentekeningen over het Gele Gevaar rond de eeuwwisseling van 1900), over zijn overlastgedrag, over zijn dieet, over zijn slaapgewoonten, over zijn belastingontduiking, over zijn gebrek aan discipline. En natuurlijk over zijn schandelijk rijgedrag. Repressie moet, anders wil de man in de straat (en in de auto) toch niet luisteren. De nieuwe rechtse regering Michel wil liefst 40 miljoen ademtesten laten afnemen. Daar is geld voor. Daar zijn overuren voor. Daar zijn manschappen voor. Maar om het gangsterisme te bestrijden, ho maar. Zo kon het gebeuren dat op drie, vier plaatsen in Mechelen alcohol- en drugscontroles plaatsvonden, terwijl ramkrakers intussen hartje stad ongehinderd een kluis openbraken en met de noorderzon verdwenen. Reactie? De camera’s werkten niet naar behoren. Nieuwe camera’s nodig!
parkeerboetes geven, garages komen in privéhanden, beveiliging gaat naar privéfirma’s, straks gaan net als in de VS gevangenissen over in partikuliere contracten. Van een rechtsaanfluiting gesproken. Binnenkort krijg je er nog een GAS-boete bovenop voor smaad aan de niet-politieman. Elke burgemeester wordt een roofbaron op zijn eigen heuvel, elke staat een middeleeuws bastion waar je moet betalen om over de weg of zelfs een brug te rijden, elke stad een omwald dorp dat een fooi eist aan zijn binnenpoorten, en toegangsverbod in “lage emissiezones”. Wilde privatisering zet de deuren open voor gelegaliseerde aftroggelarij en ondoorzichtig gesjoemel. Zoals bij de rijscholen. Geef ze een opleiding en ze eisen vandaag psychiatrische begeleiding van wie achter het stuur wil kruipen. Het ongebreidelde kapitalisme is de weg naar de hel. Of eerder: de goelag. De formattering van de burger heeft geen ergerlijke vormen meer aangenomen, maar dramatische. De pampermaatschappij is kankermaatschappij geworden. Macht is niet langer juridisch verankerd. Macht is in stukjes uiteengespat. Daardoor is rechtszekerheid verzwonden. Een grote verantwoordelijkheid daarin dragen de officiële lobbies, veelal zonder enige rechtspersoonlijkheid (wat men zo graag de vakbonden verwijt). Eén van die totaal doortrapte en doorgetrapte bendes van zelfbenoemde specialisten en zedenmeesters is het BIVV. Sinds 1986 heeft het geprobeerd een universitaire status te verwerven, weegt het als een molensteen om de hals van een sereen debat over de wegeninrichting, de bewegwijzering, de geprivatiseerde technische controles, de geprivatiseerde rij-opleidingen, en de eigen verantwoordelijkheid vooral van de bestuurder. Die wordt in steeds erger mate als onbeholpen peuter beschouwd, en wie de roede spaart haat zijn kind. (En ziet zijn portemonnee onvoldoende aandikken om grootse projecten te
Er wordt zoveel personeel opgeslorpt door deze compleet overbodige en hinderlijke pestcontroles (want uiteraard rijdt iemand “onder invloed”, is hij “een dronkeman” als hij drie pinten gedronken heeft), dat andere taken wel moeten uitbesteed worden. Smurfen moeten opper-akela Karin Genoe
36 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
financieren, van industrie”parken” tot casino’s). Natuurlijk draagt de bestuurder een grote verantwoordelijkheid. Dat hij ze dan ook draagt. Mag dragen. Er bestáát een rechtskundig kader om zijn gevaarlijk gedrag in toom te houden. Maar dat kader is overwoekerd door op spektakel gerichte rechters, op hol geslagen gemeenten (hun nieuwste gadget is nummerplaatherkenning, als het al niet trajectcontrole is), en verontruste briefschrijvers die de kranten volproppen met toogpraatbetweterigheid. Ik erger me al jaren aan de bedillerige, vaak slecht vertaalde (en in ieder geval vol “vuilbak”taalfouten staande) borden langs de snelwegen, die de aandacht afleiden van de weg, en meer getuigen van slechte smaak dan van zogenaamde humor. “Het filmpje van mensen op hun eigen begrafenis is daar een mooi voorbeeld van”, kraait opperakela Karin Genoe. Het BIVV is “een stuk resultaatgerichter gaan werken, ook vanuit het besef dat we betaald worden met belastinggeld”. Ook dat nog! Dat ouders van verongelukte kinderen maar weinig op hebben met dat soort confronterende Rambo-aanpak, tja, dat kan “voor sommige mensen pijnlijk en kwetsend zijn”. Schluss. “We hebben ook steunbetuigingen ontvangen van ouders van verongelukte kinderen”. Twee? Drie? Dat de campagne mee bedacht is door de federale politie zegt veel over het inlevingsvermogen van dat korps. Het haalt zelden het nivo van “Kijk Uit”, en dat is al een hilarisch indoctrinatiegedoe de veel leukere regeringsmededelingen van VdB/De Clerck waardig. Gommaar “Kolonel” Vervust, kom terug! Alles is vergeven en vergeten. Het probleem van de zelfgenoegzame aanpak bij het BIVV (wij hebben altijd gelijk), is dat er nooit zal voldaan worden aan de eerste eis die vooropgesteld wordt: geen enkele verkeersdode meer. “Goë forrr Ziëroë”. Genoekes: “In België betreuren we jaarlijks
ne drijfkracht zoals waterstof aan te zwengelen, verstevigde kreukelzones in te bouwen, misschien zelfs treinen te laten rijden, dat ze daar nog niet aan gedacht hebben). Maar nee, het is de burger die onwillig is. Het is de burger die te kort schiet. Het is de burger die onverdraagzaam en verzuurd is. Het is de burger die de wet niet kent. Wat zou hij ook, België telt 860.000 wetten, decreten, ordonnanties, richtlijnen en wat al meer, het staatsblad heeft met verve de kaap van 100.000 bladzijden genomen, maar de wet, mijnheer, die moet u kennen. Er groeit in mij een zacht anarchistisch verlangen naar eigen verantwoordelijkheid. Van al die curies, verlos ons heer. De DDR is nooit zo dichtbij geweest. spoedarts Beaucourt, onverzetttelijk
nog 8,1 verkeersdoden per 100.000 inwoners. Het wereldwijde gemiddelde ligt volgens het rapport van het WHO wel nog een stuk hoger (18 per 100.000), maar in veel landen ligt het aantal ook lager”. Zo kun je ongestraft blijven doorgaan, want realistisch is zo’n opgave niet, haalbaar nog veel minder. Maar als bewijs uit het ongerijmde kan dat tellen: het BIVV zal nooit mogen ophouden met zijn gestoethaspel en zijn brandpreken. Het is een olievlek die zich uitbreidt. “Twee sms-diensten die waarschuwen voor flitsers moeten worden stopgezet, omdat ze de verkeersveiligheid in het gedrang brengen”. Lees ik dat goed? “Er was sprake van herhaalde klachten over de dienstverlening”. Welke klachten? Van wie? En waarom spreekt de “Ethische Commissie voor de Telekommunikatie” zich daarover uit? Ik word meer geward door de stoorzenders van de NAVO en van hackers dan door waarschuwingen op Q-Music om voorzichtig te zijn. Maar nee, het vooroordeel moet bevestigen wat al lang als bewezen is geponeerd: “10.000 euro boete”. Hoewel de bestuurders, aldus het BIVV “dan op hun rem gaan staan”. Dat was toch de bedoeling ? “Vage informatie verhoogt de waakzaamheid”, voegt ene Kluppels eraan toe. Zoals: het zou kunnen dat zich filevorming gaat voordoen ergens op de Ring rond Antwerpen tussen nul en 24 uur. Bedankt BIVV. Maar die kongsi wil nog meer. “Wij willen gedegen opleiding, met recent en aangepast materiaal en technieken. We willen voldoende kunnen oefenen, onder de gepaste omstandigheden, vooraleer we overal en alleen kunnen rijden. Wij willen dat zowel nieuwe als ervaren bestuurders ‘mee zijn met de tijd’en dus de meeste recente kennis en vaardigheden bezitten. Wij willen dat iedereen, zowel jong als oud, ervaren of nieuw, over de vereiste lichamelijke gezondheid beschikt om veilig als bestuurder aan het verkeer te kunnen deelnemen. Wij willen dat alle bestuurders rekening houden met alle overige weg-
gebruikers”. En patati en patata. Wij willen, wij willen, wij eisen, wij leggen op. Op grond van welk mandaat? Dat ons belastinggeld wordt weggegooid, om het maar es populistisch te zeggen? Of omdat wij deze over het paard getilde fluppes verkozen hebben? Het BIVV heeft niks te willen. Maar Genoe is zo onverzettelijk als noodarts Beaucourt. “Verlang van de automobilist wat je van een piloot verwacht”. Is het dan nog de moeite uit je garage te rijden ? Dat is natuurlijk net de bedoeling, zoals in het Chinese keizerrijk dorpelingen nooit verder mochten gaan dan in een straal van tien dorpen. Elke oudere opnieuw naar zijn dorp. Mobiliteit veroorzaakt debiliteit. Ha maar, er ligt al een nieuw werkterrein voor het BIVV. “Ongevallen met vrachtwagens zijn dodelijker”. Dat wijst een grondige studie van onze verkeersmoëzzins uit. Het vergt een grote verbeelding om dat te begrijpen. En dus is “een nieuwe analyse” aangewezen. “Voor een verklaring is diepgaander onderzoek nodig”. Ja, ik begrijp dat ons belastinggeld goed besteed moet worden. En dat de verantwoordelijkheid steeds meer naar de gebruiker wordt doorgeschoven, nooit naar de wegenplanners (de kruispunten op de A12 al eens goed bekeken? De doodlopende op- en afritten? De wildgroei aan borden die door aannemers op soms vindingrijke wijze moeten worden geplaatst ? De wegverlichting ? De onoordeelkundige wegversmallingen, bloembakken op de weg, onwettig gelegde of gemaakte drempels en verkeersplateau’s ?), nooit naar de flitsende politie (hoezo? als je die ziet ga je op je rem staan, is dat niet gevaarlijk?), nooit naar de falende ruimtelijke ordening en de zwammen van industrieterreinen, nooit naar de onsamenhangende overheid (rode lichten of eenrichtingstraten gelden niet voor fietsers, je moet er maar opkomen), nooit naar de wagenfabricanten (het is perfect mogelijk een cruise control verplicht in te bouwen, de motorinhoud te beperken, de omslag naar scho-
Dan is het met opluchting dat ik Geert Noels lees. “We kunnen ook winst boeken door een vriendelijker verkeer te creëren”. Diep in zijn eenvoud. “Ik heb er eens op gelet: van de mensen die ik op mijn fiets goedendag zeg, zegt maar één op vijf iets terug”. De anderen frunniken wellicht aan hun (verplicht) (en fluorescerend) hesje, of trachten de wetten die ze nog niet kennen dapper te memoreren. Doe es gewoon, zegt Noels, in plaats van je middenvinger op te steken; niemand is perfect in het verkeer, een gewoon sorrygebaar is nuttiger dan de monstrueuze repressie die ons is opgelepeld. Economisering en digitalisering hebben helaas dat gewone menselijke kontakt uitgegomd. Verkeer is geld, zo simpel is het. Geld schept een burokratie. Bureaucratie verslindt geld. Geld schept een steeds omvangrijker politie-apparaat. Politie is geld. Geld schept expertise. Deskundigheid is geld. Wat een verademing te zien dat voor sommigen de maat vol is. Johan Braeckman, niet zomaar een wijsgeer, heeft er gewoon een jaar de riem afgelegd. Verlof zonder wedde. Hij is nooit gelukkiger geweest. “Eindelijk weer tijd voor echte sociale contacten, eindelijk wat tijd om boeken te lézen”. Al dat geleuter, de vergaderingen, de managershoogmissen, het is al boter aan de galg. De vergadercultuur creëert de illusie van actief bezig te zijn, maar is eigenlijk contraproductief en deprimerend”. Misschien kan het BIVV daar een vergadering aan wijden. Hoe heffen we onszelf binnen de kortste keren op, en gaan we es rustig rondrijden met onze wagen in de Westhoek of wandelen in de Kempen ? De wereld zal alweer een bende zeurpieten armer zijn. Eppur si muove. Lukas DE VOS Gebruik is gemaakt van stukken in De Standaard, De Morgen, Gazet van Antwerpen, en The Economist. En van Alka Seltzer.
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 37
!!
HET GOEDE LEVEN
Kakelen in Bresse…..
«Le poulet de Bresse, on l'aime en liberté, mais aussi dans l'assiette.« Net zoals bij de mensen is het voor dieren belangrijk in welke omgeving je wordt geboren. Het is voor een deel bepalend voor de rest van je leven. Dat is zeker het geval voor de Bressekip, die meestal op de betere tafels terecht komt. Vooraleer in de koperen, vertinde, potten van de sterrenrestaurants te verdwijnen, hebben deze diertjes een mooie jeugd mogen beleven. In tegenstelling tot hun ‘supermarktcollega’s’ beschikken ze over een ‘Lebensraum’ van minimum tien vierkante meter. Dat is een van de vele strenge normen die de kwekers van deze kippen wordt opgelegd. Zeg niet zomaar kip tegen een Bressekip, daarvoor is het product te nobel, te puur en te lekker. De trage groei zorgt voor een culinair pareltje, met andere woorden: het is een luxekip. Bovendien is de Bressekip de enige die heeft weten stand te houden in een wereld vergeven van genetische manipulatie en berekende kruisingen. Daarvoor alleen al verdient het gevogelte de hoogste onderscheiding. Sinds 1957 is hij/zij de enige in zijn/haar soort met een herkomstlabel, volaille de Bresse, Appellation d’Origine Contrôlée (A.O.C). De Fransen - ge moet het hen laten - kunnen hun waren verkopen. Bij dat gevogelte - een van de paradepaarden van de Franse gastronomie - hebben onze zuiderburen er zelfs hun driekleur in teruggevonden: rode kam, witte veren en blauwe poten.
38 - Meervoud nr. 203 - januari 2015
Er is veel toewijding, passie en hard werken nodig om een Bressekip te kweken die aan de strenge eisen van de A.O.C. voldoet. Zo moet het beestje geboren zijn in de streek rond Bresse, gevoed met maïs, graan- en melkproducten uit de A.O.C-zone, in vrijheid kunnen scharrelen op de weiden, waar het zelf de rest van zijn voeding bij elkaar moet zien te pikken. Verder moet zijn leefgebied voldoende schutting bieden tegen barre weersomstandigheden, zoals zon en regen. Wat de A.O.C ook oplegt - en wat het dier minder zal appreciëren - is dat het in dezelfde regio moet worden geslacht. Het opeten, zeg maar degusteren, mag overal en door iedereen die er de nodige centen wil voor neertellen. Geruststellend! Regio en kweek Het A.O.C kweekgebied van deze buitengewone kippen strekt zich uit over de departementen: Ain (1571 M2), Saöne et Loire (1589 M2) en een deeltje van de Jura (379 M2). Het gebied is amper honderd kilometer lang en veertig kilometer breed, maar levert jaarlijks toch ruim een miljoen stuks die het herkomstlabel mogen dragen. De vette kleigrond waar de Bressekippen wonderwel op gedijen – is in het gehele omschreven gebied aanwezig. De organisatie, ‘Centre de Sélection de la Volaille de Bresse’, is gehuisvest te SaintEtienne-du-Bois (01). Daar worden allerlei onderzoeken gedaan, fokdieren geselecteerd, eieren uitgebroed, enz. Dat is het kloppend hart van kakelend Bresse. Alleen wanneer je een opleiding aan de landbouwkamer van
Bresse hebt gevolgd, mag je daar kuikens aankopen. Zo’n 250 kwekers en een tiental gevogeltehandelaren/slachters zorgen voor het fokken en slachten van de dieren. Het kweek is redelijk beperkt omdat meerdere hanen in één kippenren - conflicten gegarandeerd - vermeden wordt. Een haan moet het in Bresse met zo’n 25 kippen stellen, wanneer hij het geluk heeft niet te eindigen zoals vele soortgenoten – ontdaan van hun familiejuwelen - als kerstkapoen. Het monogame hanenbestaan zorgt er mede voor dat de ziektes - en het toedienen van antibiotica - praktisch uitgesloten is, wat op zijn beurt voor minder waterophoping in het vlees resulteert. Daardoor krijgt het vlees een vastere en vettere structuur, kenmerk van dat ras. Er bestaan twee soorten Bressekippen: -La poule de Bresse, voor consumptie -La Bresse-Gauloise, geselecteerd voor nationale- en internationale prijskampen. De eerste categorie wordt dan weer onderverdeeld in: -La blanche of ‘Bény’, als enige met het A.O.C label -La noire of ‘Louhans’ -La grise of Bourg -La Bleue Het ‘Centre de Sélection’ verkoopt zijn kuikens wanneer ze 1 dag oud zijn. De kuikens,
!! bestemd om als kapoen in de kookpotten te verdwijnen, moeten het levenslicht zien tussen januari en de derde week van april. Slacht In tegenstelling tot de industriële kippen wordt elk dier individueel (elektrisch) verdoofd. Dat voorkomt bloeduitstortingen en kneuzingen. Via de bek wordt dan een insnijding in het gehemelte gemaakt, wat de leegbloeding optimaal maakt en zichtbare verwondingen uitsluit. Het onbruikbaar darmgedeelte wordt dan met de wijsvinger anaal verwijdert, zodat het dier geen insnijdingen vertoont. Vervolgens gaat het dier in een warmwaterbad (50°) om de grootste pluimen te verwijderen. Dat gebeurt via draaiende schijven die het vel niet aanraken. De kleinere pluimen (dons) worden nadien manueel verwijderd. Alleen de nek en kop blijven onaangeroerd. Voor het besterven - zo’n kleine week, minstens 48u – worden de dieren in met koemelk gedrenkte doeken gewikkeld. Dat zorgt voor een optimaal wit eindproduct. Voor wie het proces wil zien: https://www.youtube.com/watch?v=sb3y4YXg BZ0 De Bressekip heeft veel meer vlees en een beperkter beendergestel dan andere kippensoorten. Bovendien zijn de ‘filets’ van een veel grotere omvang dan die van ‘gewone’ kippen. De ‘kapoenen’ - nog veel te weinig gekend zijn de formule-1 kippen van het Bressegamma. Door het verwijderen van de testikels ‘vervrouwelijken’ de dieren en worden ze rustiger (!). Daardoor wordt het vlees fijner en iets vetter. Door hun ‘mannelijkheid’ weg te nemen, verschrompelen de kammen en lellen. Dat afgestorven gedeelte wordt dan door de kweker geamputeerd, waarna het niet meer aangroeit. Zo’n kip - die zijn mannelijkheid verliest - kan bij de slacht wel 5 kg wegen. Het dier wordt gecastreerd tussen 8 weken en 4 maanden. Bij slachting is het normale gewicht: levend 3,8 kg, geslacht 3 kg.
gerecht werd eerder bedacht door het culinair ‘zwaargewicht’, Fernand Point (1897-1955), die in Meervoud al ter sprake kwam. Je moet het maar kunnen bedenken, een gerecht in een varkensblaas. Het recept van Point - en verfijnd door Bocuse - staat nu op vele kaarten van sterrenrestaurants, zoals De Karmeliet (met griet en tarbot) in Brugge bijvoorbeeld. Vaak worden kreeft en andere visgerechten op deze manier klaargemaakt. De varkensblaas zorgt ervoor dat de ingrediënten al hun smaak en structuur behouden. Het grote probleem voor particulieren is zo’n varkensblazen te vinden. Maar in regio’s waar slachthuizen actief zijn, moet het zeker te doen zijn. Een knipoog naar uw slager wellicht ook. Aan de slag Poularde in varkensblaas (van Fernand Point) Maak een poularde uit Bresse van 1,7 à 1,8 kg goed schoon en haal hem leeg. Leg hem 4 uur in water met ijsklontjes om hem blank te houden. Week tegelijkertijd een varkensblaas. Maal de lever en het hart van de poularde met 150 gr verse truffels, 250 gr ganzenlever en 1 ei; het moet een samenhangende farce worden. Breng hem met zout, peper en een scheutje fine champagne op smaak. Vul de poularde met de farce en bind hem op. Doe de vogel in de goed schoongemaakte en uitgewrongen blaas en schud zodanig dat de blaasopening zich aan de rugzijde bevindt. Schud er tevens twee flinke mespunten zout, één mespunt peper, een glaasje Madeira en een glaasje fine champagne in. Maak de blaas met twee touwtjes heel stevig en strak dicht en prik erop verschillende hoogten een tiental gaatje in. Pocheer de poularde 1 ! uur tegen de kook aan in een mooie consommé. Dien hem in de blaas op met getourneerde aardappels, worteltjes, raapjes en het wit van een paar preien (of met pilafrijst). Open de blaas op het laatste moment door aan de
De hennen (poulardes) worden geslacht vooraleer ze seksueel toegankelijk zijn, voor het leggen dus. Normale gewicht: levend 2,2 kg, geslacht 1,8 kg.
Bressepoularde, hier in een heerlijke saus met morieljes
rugzijde van de poularde een inkeping te maken. De sommelier adviseert hierbij een lichte Bourgogne. Dat recept is uiteraard louter informatief. Het stamt uit de tijd dat truffels nog betaalbaar waren. Een gewoon gebraden, sappige, poularde zal het ook wel doen. Het zal zelfs de natuurlijke smaken meer in de verf zetten. Andere sauzen en garnituren die men wel eens gebruikt bij ‘vulgaire kippen’ kunnen natuurlijk ook. (woeker-) Prijzen Dat zijn uiteraard geen goedkope diertjes. Voor een ‘gewone’ kip uit Bresse (poulet de Bresse) van 2 kg betaal je al vlug " 48. Voor een poularde wordt dat al " 130 (2,5 Kg) en voor een kapoen van 3,5 kg " 170. Of die prijzen verantwoord zijn laten we in het midden. Bij sommige veilingen in Rungis (vroegmarkt van Parijs) - dat zijn dan groothandelsprijzen kunnen uitzonderlijke exemplaren prijzen van " 65 tot " 80 per kg halen. We mogen er niet aan denken wat deze ‘uitzonderlijke’ exemplaren dan wel in de detailhandel zullen kosten. En vergeet niet dat deze niet werden leeggehaald, wat de nettoprijs per kg nog duurder maakt. Maar goed, dat zijn ook uitzonderlijke dieren die niet alle dagen op tafel komen. Bij feestelijkheden zal zo’n kapoentje - al is het dan uitzonderlijk - zeker op de tong smelten. Frietjes, appelmoes of een witloof/veldslaatje heeft dat diertje niet nodig, wat al een besparing op zich is !.
De ‘gewone’ mannelijke kip (poulet) weegt bij slachttijd zo’n 1,5 kg, geslacht 1,2 kg. Gastronomie Bij een edel product hoort een nobel recept. Wat denkt u over een topper uit de keuken van monsieur Paul, ‘la poularde de Bresse en vessie’, of de Bressekip in varkensblaas. Het
Smakelijk. De beroemde Fernand Point
Roeland VAN WALLEGHEM
Meervoud nr. 203 - januari 2015 - 39