‘Koken houdt me staande’
N°
3
oktober 2015
FOTOGRAFIE MAURITS GIESEN TEKST JESSE BUDDING
René Schuurman (WAO, 50) kookt de sterren van de hemel. Voor zijn vriendin, maar inmiddels ook voor iedereen die lid is van zijn ‘Facebook Chef René’. Het maakt zijn leven met de zenuwziekte polyneuropathie een stuk aangenamer. ‘Ik ben dol op koken. Ik heb in het verleden een opleiding tot kok gevolgd en heb jarenlang als kok gewerkt. Toen gooide mijn zenuwziekte helaas roet in het eten. Bij polyneuropathie zijn de uiteinden van de zenuwen in je armen en benen aangetast. Ik heb de pech dat alle zenuwen in mijn lijf meedoen. Als ik mijn handen tegen een oven houd, verbrand ik die zonder dat ik het merk. Ruim een jaar geleden heb ik toch het koken weer opgepakt. Ik maakte foto’s van mijn gerechten en zette die met het recept op Facebook. Iemand raadde me aan om een speciale Facebookpagina voor mijn recepten te maken. Dat heb ik gedaan en inmiddels staan er vele foto’s en recepten op en heb ik bijna 400 fans. Elke week maak ik een gerecht, leg ik alle stappen vast en zet ik het op Facebook. Veel mensen maken van hun hobby hun beroep. Bij mij is het andersom. Het koken voor mijn digitale vrienden is een uitlaatklep voor me. Ik krijg ook steeds meer leuke reacties. Dat doet me goed. Het grote voordeel van mijn kookactiviteiten is dat ik mijn eigen tijd kan indelen. Door mijn chronische pijn zou ik dit niet elke dag kunnen. Als het me te veel is, bouw ik een rustmoment in. Op deze manier heb ik het gevoel dat ik zelf de regie houd over mijn leven en dat mijn ziekte niet de dienst uitmaakt.’
UWV en zijn stakeholders stellen alles in het werk om zo veel mogelijk mensen perspectief te bieden. Maar hoe zien onze ‘klanten’ er eigenlijk uit? Wat denken ze, wat doen ze, wat zijn hun wensen, wat zijn hun idealen? In deze rubriek stellen we ze voor in woord en beeld.
Iedereen
ziek?
(A)sociale (on)zekerheid Vrijwillige Waterlanders Het sollicitatiecircus Zorrug dat je d’r bij komt! Kijk ook op uwv.nl/uwvmagazine
N°
3
oktober 2015
4
Onbetaalbaar!
Onrust in de polder! Is de sociale zekerheid nog te betalen onder de tsunami van zzp’ers die geen premie betalen? Gerard Groten van de AWVN denkt van wel: het bestaande stelsel moet op de schop. Ton Heerts van de FNV is het faliekant met hem oneens.
8 12 De buurtbus
Vrijwilligerswerk is prachtig. En nuttig. Maar het kan je wel (een deel van) je uitkering kosten. Buurtbus Waterland merkt dat dat mensen kopschuw maakt: de pool van vrijwilligers die deze lijndienst mogelijk maken, is gereduceerd tot één man …
16 20 24 26
Laura van Geest CPB
Wie niet werkt, is ziek
Doorrekening van politieke partijprogramma’s legt grote druk op het Centraal Planbureau. De afgelopen keer zelfs té groot, vindt directeur Laura van Geest. Voortaan maakt het CPB zelf keuzes.
De grens tussen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid is steeds meer aan het vervagen. Het gevolg is dat veel meer mensen dan nodig is het stempel ‘arbeidsongeschikt’ krijgen. Moet het ziektebegrip hoognodig op de helling?
uwv.nl/uwvmagazine
Elke maand in UWVmagazine online
De laatste cijfers en trends op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsmarkt De visie van opinion makers over actuele thema’s Spraakmakende columns Overzicht van actuele UWV-publicaties
UWV magazine colofon
Magazine voor stakeholders van UWV 1180 EE Amstelveen
Oktober 2015
Hoofdredactie: Kees Diamant
[email protected]
Verschijnt drie keer per jaar
Realisatie: MPG./vdbj_, Postbus 2215,
Redactioneel management: Fennie Pruim
Eindredactie: Jacques Poell
Mailadres redactie:
Vormgeving: Marc van Meurs en Yullan Oosterhof
Aan dit
nummer werkten mee: Koos Breukel, Jesse Budding, Maurits Giesen, Gert Hage, Mirjam van Immerzeel, Zoltan Koraï, Erik Kriek, Martyn F. Overweel, Egbert Jan Riethof, Hanny Roskamp, Marlies Ruijter, Renzo Verwer, Vince, Marian Vleerlaag, Martin Waalboer, Frank van Wijck Drukwerk: GrafiServices
Lithografie: Grafimedia, Amsterdam
Adreswijzigingen: s.v.p. sturen naar UWV, Postbus 58285, 1040 HG Amsterdam o.v.v. 'Adreswijziging UWVmagazine'.
alleen toegestaan artikelen uit UWVmagazine – geheel of gedeeltelijk – over te nemen na toestemming van de redactie.
Het is
Bij de Marine ‘Zorrug dat je d’r bij komt!’ De Marine, de maritieme tak van Defensie, is sinds Dorus onverminderd in trek als werkgever. Het is dan ook een werkgever die iedereen kansen wil bieden: ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Essay: Lieg & Slijm
Wil je als werkzoekende UWV te vriend houden? Lieg dan, zeg dat je een uitdaging zoekt – terwijl je gewoon een baan wilt. Slijm bij de mensen die direct of indirect over jouw uitkering gaan. Aldus Renzo Verwer.
Uit de praktijk
Volgens de Participatiewet mag niemand die kan werken aan de kant blijven staan. Dat geldt dus ook voor jonge schoolverlaters met een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’. Vandaar dat hun scholen een rol hebben gekregen in de beoordeling van hun arbeidsvermogen.
Hebt u nog geen abonnement op UWVmagazine online?
Geef u dan nu gratis op via uwv.nl/uwvmagazine
WAT VINDT U ? Reageer on l i ne
In het online oktobernummer
Grijze golf; de laatste cijfers Is er werk voor vluchtelingen? ‘Vroeger was autisme niet zo relevant’: meer over ziektebegrip
Hoofdartikel ILLUSTRATIES VINCE TEKST GERT HAGE
Sociale
onzekerheid Bij de herinrichting van ons socialezekerheidsstelsel zijn de partijen het fundamenteel oneens over de positie van zzp’ers en flexwerkers ten opzichte van vaste krachten. Werkgeversvereniging AWVN pleit voor een uniforme voorziening voor iedereen. Vakbond FNV is daar faliekant tegen.‘Het zet de bijl aan de wortels van de verzorgingsstaat.’
DISCUSSIEER MEE OP
uwv.nl/uwvmagazine
AWVN versus FNV AWVN wil een basisregeling voor
alle werkenden, een sociaal vangnet waar ook zzp’ers en andere flexwerkers op terug kunnen vallen. FNV is voor handhaving van de bestaande collectieve regelingen voor werknemers in vaste dienst.
4
| OKTOBER | 2015
H
ET IS AL MAANDEN onrustig in de polder. Dat begon al vóór de zomer, toen FNV-voorzitter Ton Heerts harde woorden sprak over het plan van de werkgeversorganisatie AWVN om het socialezekerheidsstelsel open te stellen voor zzp’ers en andere flexwerkers. De AWVN pleit voor een uniforme regeling, die alle werkenden ongeacht hun arbeidsrelatie zekerheid biedt bij werkloosheid, ziekte en ouderdom. Het plan komt voort uit de wens de grote kloof tussen enerzijds flexwerkers en zzp’ers en anderzijds werknemers in vaste dient te verkleinen. Niet alleen qua sociale voorzieningen maar ook qua scholing. ‘Het socialezekerheidsstelsel is uit balans,’ zegt Gerard Groten, directeur Arbeidsvoorwaardenbeleid bij de AWVN. ‘Een sterk groeiende groep werkenden heeft geen aanspraak op pensioen of een uitkering bij arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. Dat leidt tot een ons inziens onwenselijke tweedeling op de arbeidsmarkt. We willen dat iedereen, flex en vast, met een zekere mate van zekerheid en perspectief zijn werk kan doen. Dat is de achterliggende gedachte van de door ons voorgestelde basisregeling voor álle werkenden, en een voor iedereen toegankelijk landelijke scholingsfonds. Het is een aanzet tot een discussie voor een andere opzet van het socialezekerheidsstelsel, één die past bij een sterk veranderend Nederland.’
Het verkeerde keelgat Het plan van de AWVN schoot Ton Heerts danig in het verkeerde keelgat. ‘Het zet de bijl aan de wortels van de verzorgingsstaat,’ aldus de voorman van de FNV. ‘Ik lees het als een pleidooi voor de invoering van een ministelsel, waarin werknemersverzekeringen als WW, WIA en ZW voortaan worden gereduceerd tot een voorziening, uitgevoerd door de gemeenten. De AWVN staat helaas niet alleen in haar wens. Ook VNONCW denkt in die richting, net als de VVD en D’66. Met alles wat ik in mij heb, zal ik mij daartegen verzetten. Kijk, we hebben in Nederland een stelsel opgebouwd waarin werknemers via heffingen zijn verzekerd tegen verlies aan inkomen. Dat is fundamenteel anders dan een voorzieningenstelsel, waarin een of andere vorm van levensonderhoud wordt gegarandeerd uit algemene middelen. We hebben loyaal meegewerkt aan de versoepeling van het ontslagrecht en – onder bepaalde voorwaarden – aan het verkorten van de WW-duur. Er valt dus heus wel met ons te praten over hervormingen van de arbeidsmarkt. Maar het houdt op als ik niet eerst uit de mond van werkgevers helder en duidelijk uitsluitsel krijg over het in stand houden van de werknemersverzekeringen.’
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
5
Hoofdartikel
Eerlijk gezegd was Gerard Groten nogal verbaasd over de felheid waarmee Ton Heerts tegen het AWVN-plan van leer trok. ‘Het is absoluut niet onze bedoeling het sociaal stelsel af te breken, het behoort tot de Nederlandse kernwaarden. Maar het stelsel vraagt om aanpassing; juist om kernwaarden als solidariteit, concurrentiekracht en innovatie overeind te houden. Het is zoeken naar een nieuwe balans tussen de behoefte van bedrijven aan flexibele arbeidskrachten en die van werkenden aan zekerheid en perspectief, ongeacht de juridische constructie waarin wordt gewerkt. Voor Heerts is het systeem af zoals het nu is, hij zou liefst een hek om het Sociaal Akkoord en de Wet werk en zekerheid zetten. Wij zien het als onze plicht om na te denken over een toekomstbestendig en betaalbaar systeem.’
Opgerekt vangnet Het AWVN-plan behelst een basisregeling voor alle werkenden, een soort opgerekt sociaal vangnet waar ook zzp’ers en andere flexwerkers op terug kunnen vallen. Voor werkgevers heeft het als voordeel dat de werkgeverslasten zullen dalen, wat volgens de AWVN goed is voor de werkgelegenheid en de concurrentiekracht van bedrijven. Het voordeel voor flexwerkers en zzp’ers bij de voorgestelde basisregeling is dat zij, anders dan nu, kunnen terugvallen op een voorziening bij inkomensderving en een beroep kunnen doen op een scholingsfonds voor bij- of omscholing. Zaken die nu alleen zijn voorbehouden aan werknemers in vaste dienst. Over hoe die regeling er precies uit komt te zien laat Groten zich niet uit. ‘We hebben het plan bewust niet tot in detail uitgewerkt, anders gaat het alleen weer over de oplossing, in plaats van
‘We willen dat iedereen, flex en vast, met een zekere mate van zekerheid en perspectief zijn werk kan doen’ Gerard Groten , AWVN
6
| OKTOBER | 2015
‘In wezen deugt ons stelsel’ Michel Rovers, directeur Strategie, Beleid en Kenniscentrum bij UWV, begrijpt dat AWVN het onderwerp (uniforme voorziening voor iedereen) ter sprake brengt, maar hij kan ook de afwijzende reactie van Ton Heerts goed volgen. ‘Het AWVN-voorstel behelst een majeure stelselwijziging met mogelijk ingrijpende gevolgen voor zijn achterban. Als UWVdirecteur kijk ik in eerste instantie naar de mogelijke uitvoerings-en uitwerkingsvraagstukken die aan het voorstel kleven. De AWVN stelt dat de kloof tussen flex en vast een structureel probleem is dat vraagt om een aanpassing van het socialezekerheidsstelsel. Maar is dat wel zo? Zeven jaar geleden nog maar voorspelde de commissie-Bakker (die de werking van de arbeidsmarkt onderzocht) grote tekorten op de arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing. Door de crisis is het onderwerp ondergesneeuwd geraakt, maar dat de vergrijzing gevolgen zal hebben voor de arbeidsmarkt staat vast. Hoe ingrijpend die zullen zijn, weet ik niet. Het is lastig in te schatten hoe de arbeidsmarkt zich zal ontwikkelen. Dus is het ook lastig te voorspellen of het door AWVN gesignaleerde probleem structureel is. Misschien gaan werkgevers meer mensen in vaste dienst aannemen als de economie verder aantrekt.’
Voor verbetering vatbaar ‘Wat me verder opvalt, is dat het in het AWVN-voorstel wordt gezocht naar één algemene, alles overkoepelende oplossing voor groepen die onderling sterk van elkaar verschillen. De positie van flexwerkers en die van zzp’ers zijn niet met elkaar te vergelijken, zelfs binnen de groep zzp’ers zijn de verschillen groot. Dat kan leiden tot allerlei uitvoeringsproblemen. Hoe stel je bijvoorbeeld vast of een zzp’er al dan niet werkloos is of dat hij gewoon een tijdje geen klussen wil hebben? Krijgt hij dan altijd een uitkering? Natuurlijk is de positie van flexwerkers voor verbetering vatbaar. Als UWV zien we dat flexwerkers vaker en langduriger ziek zijn, vaker een uitkering hebben en minder vaak tevreden zijn over hun contract dan werknemers in vaste dienst. Verder, en dat is een hardnekkig probleem, blijkt het uiterst lastig om langdurig zieke flexwerkers te re-integreren, zij hebben immers geen werkgever die hen daarbij helpt. Daar moet dus iets aan gedaan worden. Maar ik ben nog niet zover dat ik denk dat daar een stelselwijziging voor nodig is. In wezen deugt ons socialezekerheidstelsel, het door de AWVN gesignaleerde probleem zit meer in de arbeidsmarkt dan in het stelsel zelf. Tot slot, het voorstel van de invoering van een landelijk scholingsfonds spreekt mij wel aan. Dat is nu erg versnipperd over de verschillende sectoren geregeld, dat kan efficiënter. Het gaat er tenslotte om mensen zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen, binnen of buiten hun sector.’
‘Het houdt op als ik niet eerst uit de mond van werkgevers uitsluitsel krijg over het in stand houden van de werknemersverzekeringen’ Ton Heerts, FNV over het onderliggende probleem. Maar je zou het kunnen regelen via een fee tussen opdrachtgever en werknemer of bijvoorbeeld via een verplichte verzekering voor zelfstandigen, met daarbij nadrukkelijk de mogelijkheid voor een opt-outregeling. Sommige zzp’ers of flexwerkers willen immers niks hiervan weten.’ Los van de uitwerking, gaat het om vraag hoe we ons land sterk houden, benadrukt Groten. Onderdeel daarvan is een activerende, flexibele en inclusieve arbeidsmarkt. ‘Maar niemand is gebaat bij een steeds groter wordende groep werkenden met een onzeker, perspectiefloos bestaan. Die groep zal niet kleiner worden, integendeel, dus is het in ieders belang, dus ook in dat van het bedrijfsleven, om hun tegemoet te komen. Ik kan mij oprecht niet voorstellen wat de FNV daar tegen kan hebben.’
Een grens trekken Dat kan Ton Heerts hem precies uitleggen, graag zelfs. Het zit hem hoog. Uit zijn tas pakt hij een schema waarin voorzieningen als de WMO; volksverzekeringen als de Wajong en AOW; en werknemersverzekeringen (WW, WIA en ZW) keurig in verschillende kolommen zijn ondergebracht, inclusief de financiering en wie waarvoor verantwoordelijk is. ‘De premies voor werknemersverzekeringen worden door werkgevers afgedragen aan de Belastingdienst, de uitvoering is in handen van UWV. Ik hecht sterk aan die relatie tussen wie betaalt en waar diegene dan voor is verzekerd. In het voorstel van de AWVN wordt het woord “werknemersvoorziening” vervangen door het woord “voorziening” ofwel een gefiscaliseerde ondersteuning voor iedereen. Bij voorzieningen, zoals de Bijstand, hoort een vermogens en/of partnertoets, bij werknemersverzekeringen geldt zo’n toets niet. Het AWVN-plan gaat tegen alles in waar wij als vakbond honderd jaar voor hebben gestreden, het tast het wezen van onze verzorgingsstaat aan.’ Heerts deelt de zorg van Groten voor de toenemende tweedeling op de arbeidsmarkt, niet diens oplossing. ‘Met het Sociaal Akkoord is flex wat vaster geworden, is het ontslagrecht versoepeld en is de duur van de WW, onder bepaalde voorwaarden, verkort. Daar hebben we constructief aan meegewerkt, maar nu trekken we een grens. Het moet wat ons betreft nu eens afgelopen zijn met die alsmaar luider wordende roep om nog verdere decollectivisering en individualisering.’ Bij dit verhaal hoort een beperking van de zelfstandigenaftrek, vervolgt Heerts. Volgens hem wordt de
zelfstandigenaftrek door werkgevers te vaak misbruikt om lagere tarieven af te dwingen. ‘Ik heb aanbestedingscontracten in de bouw gezien waarin letterlijk stond: “U dient de zelfstandigenaftrek in mindering te brengen op het uurloon.” Ik heb niks tegen echte zelfstandigen, we hebben er zelfs een eigen bond voor opgericht, maar dit gaat me echt veel te ver. Het wordt een zooitje, de grenzen tussen werknemerschap en ondernemerschap vervagen en de zelfstandigenaftrek wordt niet benut waarvoor die is bedoeld, te weten reserveringen, scholing en investeringen. Ik streef naar een helder onderscheid, het moet duidelijk zijn wie waarvoor wat betaalt. Daarom ben ik ook tegen het zo maar openstellen van werknemersverzekeringen voor zzp’ers.’ Het lijkt een botsing tussen twee werelden. In het land van de AWVN wisselen werknemers snel en gemakkelijk van baan en bewegen bedrijven zich flexibel en wendbaar in een steeds concurrerender omgeving. Bij die wereld hoort een ander sociaal stelsel, één die ook waarborgen biedt aan de almaar groeiende groep zzp’ers. Dat is niet de wereld die de FNV voor ogen heeft. De vakbond streeft naar de handhaving van de bestaande collectieve regelingen voor werknemers in vaste dienst en de terugdringing van flexwerk en het aantal ‘oneigenlijke’ zzp’ers — dat wil zeggen mensen in bijvoorbeeld de bouw en in de zorg die min of meer gedwongen genoegen moeten nemen met een onzeker, schamel zzp-contract. Of die twee werelden elkaar ooit zullen ontmoeten? ‘Ik hoop het wel’. zegt Groten. ‘Heerts loopt te hoop tegen het woord ministelsel. Maar is dat niet een kwestie van semantiek? Als je het woord ministelsel vervangt door “een basisregeling die iedereen een fatsoenlijk bestaan garandeert” kan hij daar toch niet tegen zijn? En al zeker niet als daarbij de mogelijkheid bestaat om aan de cao-tafels afspraken te maken over het niveau van een dergelijk bestaan.’ Heerts hoort het hoofdschuddend aan: ‘Het gaat mij om de wettelijke verankering van werknemersrechten. Dat doe je niet aan een cao-tafel. Luister, als wij niet hadden ingegrepen was bij de start van het kabinet het tweede jaar van de WW teruggebracht tot een soort ongetoetste bijstandsuitkering van een jaar, uitgevoerd door gemeenten. We moeten dus ongelooflijk alert zijn. Vandaar dat ik zo fel reageer als ik AWVN hoor pleiten voor een ministelsel. Ik durf echt niet te zeggen of we elkaar weer zullen vinden. Wel kan ik iedereen verzekeren dat wij zoiets nooit zullen accepteren.’
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
7
Reportage FOTOGRAFIE MARTIN WAALBOER TEKST HANNY ROSKAMP
Lou Bommer (65), voorzitter, chauffeur en coördinator bij Buurtbus Waterland. De enige passagier op deze rit stapt in.
Vrijwillige
Waterlanders Volgens een vaste dienstregeling rijdt de bus van lijn 419 door het dunbevolkte polderland pal ten noorden van Amsterdam. De bus, want het is er maar één: de Buurtbus Waterland. Gerund door vrijwilligers.
8
| OKTOBER | 2015
K DENK VAAK AAN de joodse uitspraak “Ik wens u veel personeel”. Een aantal bestuursleden van het eerste uur zijn alweer gestopt, daardoor is het bestuur van de buurtbus nu een beetje mijn eenmanszaak aan het worden’, vertelt Lou Bommer (65), voorzitter, chauffeur en coördinator bij Buurtbus Waterland. Een busdienst die sinds 18 mei van dit jaar dagelijks een minder courante route langs de dorpen Ilpendam, Purmer, Zuiderwoude en Broek in Waterland rijdt. De dauw hangt nog aan het gras te drogen als Bommer de bus ophaalt bij de haven van Monnickendam. Stipt om half acht is het tijd om te vertrekken. Bommer stuurt de bus geroutineerd langs de smalle wegen, die worden omringd door kleine tuintjes met witte, roze en blauw bloeiende hortensia’s. Er is geen kip bij de vertrekhalte in Monnickendam, ook al mogen de passagiers gratis mee, want ‘de
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
9
Reportage
‘Omdat we rijden met het commerciële logo van EBS, mogen mensen met een uitkering niet als vrijwilliger op de bus werken’ Lou Bommer, voorzitter, chauffeur en coördinator Buurtbus Waterland
ov-chipmachine is defect’. ‘Tsja de reparatie ervan
heeft bij vervoerbedrijf EBS niet de hoogste prioriteit gezien het aantal passagiers dat we vervoeren’, concludeert Bommer. EBS heeft het aantal busdiensten in dit gebied jaren geleden teruggedrongen omdat exploitatie niet rendabel was. Wat Bommer doet is dan ook puur liefdewerk. De buurtbus trekt gemiddeld 140 passagiers per maand en er zijn dagen bij dat er niemand opstapt. Toch zag de gemeente Waterland in dat het belangrijk is dat juist afgelegen dorpen bereikbaar blijven met het openbaar vervoer. De Stadsregio Amsterdam als concessieverlener verstrekte een subsidie van 100.000 euro voor aanschaf en exploitatie van de bus en met een vrijwilligersorganisatie die de busdienst voert, kan het net uit. Voor de passagiers kan de bus een uitkomst zijn. Nog niet zo lang geleden stond er een oudere dame bij een halte bij de camping in Uitdam. ‘Ze zag eruit
Beoordelingscommissie Vrijwilligerswerk wordt door speciale beoordelingscommissies van UWV zorgvuldig tegen het licht gehouden. Kan het wel of niet gedaan worden met behoud van uitkering? Kirsten Kamphuys zit namens UWV in de regionale beoordelingscommissie vrijwilligerswerk WW te Emmen. ‘De commissie beoordeelt alle aanvragen om met behoud van een WW-uitkering vrijwilligerswerk te mogen doen. We kijken naar het individu en naar de organisatie. We kijken allereerst of de organisatie waarbinnen het werk moet worden verricht een ANBI- of SBBI-status (zie andere kader) heeft. Is die er niet, dan wordt het vrijwilligerswerk in principe afgewezen. Verder kijken we naar de vergoeding. Die mag maximaal 4,50 euro per uur bedragen – bij jongeren onder de 23 jaar is dat 2,50 euro – of 150 euro per maand, of 1.500 euro per jaar. Het gaat erom of er sprake is van vervanging van betaald werk. Als dat het geval is, mag het niet.’
10
| OKTOBER | 2015
alsof ze er al een flinke tippel had opzitten’, vertelt Bommer. “Gaat u naar Broek in Waterland?”, vroeg ze. Ik heb haar maar even thuisgebracht.’ Na een paar rondjes om het Zuiderwouder kerkje stapt Eddy op, een jongen van 11 jaar. Hij is erg blij met de buurtbus. ‘Ik moet vandaag naar school, maar mijn fiets is stuk. Gelukkig hoorde ik van de buurvrouw dat er nu een buurtbus is. Zo kan ik toch op school komen.’
Bodemvrijheid Lou Bommer is een sociaal betrokken oud-politieman uit Amsterdam. Ruim twintig jaar geleden ging hij in Ilpendam wonen. ‘Een verademing. Toen we ons nieuwe huis betrokken, lag er een bos bloemen klaar van de nieuwe buren. Dat maak je in Amsterdam niet mee.’ Al pratende remt hij af voor een brug met een nogal ‘puntig’ wegdek. ‘Andere buurtbussen hebben een uitlaat met minder bodemvrijheid, die schuren bij deze brug over de grond, maar onze bus kan erover heen’, grinnikt hij. Bommer werkte als vrijwilliger de afgelopen zeven jaar bij de Vereniging Vervoer Ouderen en bedacht dat hij zelf iets dergelijks wilde organiseren. Dus toen de gemeente Waterland vorig jaar een oproep plaatste voor vrijwilligers om de buurtbus op te zetten, was Bommer de eerste die zich meldde. Inmiddels is hij ook de enige, want andere vrijwilligers van het eerste uur zijn afgehaakt. ‘Ik ben naar UWV gestapt om te kijken of ik vrijwilligers kon aantrekken uit de pool van mensen in de WW. Maar omdat we rijden met het commerciële logo van EBS, mogen mensen met een uitkering niet werken als vrijwilliger op de bus.’ Had de buurtbusvereniging een ANBI of SBBI-status (zie kader) gehad, dan was het probleem verholpen geweest. Bommer begrijpt niet veel van dergelijk beleid: ‘Er zou sprake zijn van verdringing van een betaalde arbeidsplaats. Maar dat klopt niet, want de lijn is niet rendabel en zou zonder vrijwilligers niet kunnen bestaan. Bovendien, ik kan me voorstellen dat een werkgever liever iemand aanneemt die vrijwilliger is geweest op de buurtbus, dan iemand die niks heeft gedaan tijdens zijn werkloosheid. Wie mij het kan uitleggen, is een flinke jongen.’
Gekort op de uitkering De buurtbus heeft in elk geval duidelijk een maatschappelijke functie. ‘We krijgen geregeld via de website de vraag of er rolstoelen meekunnen.
‘Een moeilijke case’ Toelichting van Erik van Hoek, strategisch beleidsmedewerker Kenniscentrum UWV: ‘Uitgangspunt is dat het écht om vrijwilligerswerk moet gaan. Dat toetsen we aan de hand van een ministeriële regeling. Een belangrijk criterium is daarbij dat een vrijwilligersvereniging de ANBI-status (Algemeen nut beogende Instelling) moet hebben of aan de eisen van een SBBI (Sociaal belang behartigende instelling) moet voldoen. Daarnaast moeten de werkzaamheden uitsluitend door vrijwilligers worden gedaan en de vergoeding onder het toegestane maximum liggen. Het specifieke probleem bij de buurtbussen is dat de vrijwilligersverenigingen van de buurtbus niet aan de eisen van ANBI of SBBI voldoen. We erkennen echter dat het een moeilijke case is, omdat vanuit bijvoorbeeld het maatschappelijk perspectief of omwille van re-integratie werken op de buurtbus absoluut nuttig kan zijn. Er wordt door het ministerie van SZW gekeken of het beleid toepasbaar is. Zo zijn de criteria sinds 1 januari 2015 enigszins verruimd. Tot die tijd was er weinig mogelijk aan vrijwilligerswerk met behoud van WW. Alleen hebben de buurtbussen niet kunnen profiteren van die verruiming. Er loopt nu echter een evaluatie en daarbij komen de buurtbussen ook aan de orde. Alleen als de minister de regels wil aanpassen, verandert mogelijk de situatie voor de buurtbussen.’
Jazeker kan dat! We kunnen de stoel zelfs zekeren en de rolstoel heeft zijn eigen gordel. En we gaan onze functie uitbreiden ten behoeve van scholieren uit Uitdam. Als we een kwartiertje eerder beginnen, zijn we om 8.15 uur bij de school in Monnickendam om ze daar af te zetten.’ De bus draait inmiddels voor de vierde keer het pleintje op rond de kerk in Zuiderwoude. Het is er nog steeds buitengewoon stil op straat. Na Eddy is er geen nieuwe passagier meer verschenen. Misschien speelt het mooie weer de busdienst parten. Het is een stralende dag en de dorpsbewoners pakken misschien net zo lief de fiets. Maar als in de herfst de regen en de wind het polderlandschap teisteren, zullen meer mensen een beroep op de busdienst kunnen gaan doen. Moet Bommer dit in zijn eentje volhouden? Er zijn volgens hem genoeg mensen met een uitkering die graag willen meedraaien in de Vereniging Buurtbus Waterland, maar dat loopt vaak stuk als ze horen wat de consequenties kunnen zijn. ‘Ik zeg er meteen bij: je mag komen werken, maar je loopt het risico dat je wordt gekort op je uitkering.’
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
11
Interview FOTOGRAFIE KOOS BREUKEL TEKST MIRJAM VAN IMMERZEEL
Laura van Geest, directeur CPB:
‘Wij brengen
FEITEN, geen opinies’ Doorrekening van politieke partijprogramma’s legt grote druk op het Centraal Planbureau. De afgelopen keer zelfs té groot, vindt directeur Laura van Geest. Voortaan maakt het CPB zelf keuzes bij het doorrekenen van beleidsopties. Ook op het vlak van arbeidsmarkt en sociale zekerheid. E PRESENTEREN GEEN maatregelen die we propageren, maar bieden eerder een staalkaart aan beleidsopties. We willen feiten brengen en geen opinies. Vervolgens kunnen politici verschillende keuzen maken. Ik vind het belangrijk dat dat helder overkomt.’ Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau, houdt van helderheid. Ze studeerde economie en bestuurskunde en werkte vanaf de jaren negentig op het ministerie van Financiën, onder meer als schatkistbewaker. Het huishoudboekje (van Nederland) moet kloppen en beleidsmaatregelen moeten het juiste effect hebben, anders moet je er misschien maar niet aan beginnen. ‘De algemene doelstelling van het planbureau is te komen tot beter onderbouwd beleid. We maken analyses onder meer op basis van wetenschappelijke literatuur, in een taal die beleidsmakers kunnen volgen. We hebben een brugfunctie. Wij maken bijvoorbeeld de macro-economische ramingen waarop het kabinet zijn begrotingen baseert. Maar er zijn ook onderwerpen waar we zelf aandacht aan besteden omdat ze ons belangrijk lijken en interessant zouden moeten worden gevonden, zoals onlangs het
12
| OKTOBER | 2015
onderzoek naar de effectiviteit van het hybride stelsel met private en publieke verzekeraars als het gaat om ziekte en arbeidsongeschiktheid. Dat doen we onafhankelijk, niet vooringenomen en wetenschappelijk aan de maat. We kijken altijd door een economische bril naar de werkelijkheid. Dat is onze bijdrage aan het debat.’
FNV-voorzitter Ton Heerts zei eerder dit jaar dat het CPB ‘de menselijke maat eens mee berekenen moet’ omdat alleen modellen ‘niet toereikend’ zijn. ‘Het grappige is dat onze modellen zijn gebaseerd op data waarin menselijk gedrag is vervat. Politici maken beleidskeuzen die zorgen voor effecten in de samenleving die wij vervolgens zichtbaar maken. Als een hervorming wordt ingevoerd, wat gebeurt er dan bij de burger? Da’s heel veel menselijk aspect, hoor. We zijn geen wereldvreemde mensen die allemaal dingetjes verzinnen. Wij geven de feiten. Dat niet iedereen die feiten toelacht, daar kan ik weinig aan veranderen. Mij is trouwens opgevallen dat de FNV heel enthousiast was over onze berekende effecten van loonkostensubsidies voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Lastenverlichting voor werk-
Interview
‘Ik richt me op een nieuwe toekomst’
gevers zorgt er immers voor dat het aantrekkelijker wordt om mensen in dienst te nemen. Bij gelegenheid zijn ze wel content met onze modellen.’
Jordi-Mike van der Leij (18, Wajong) viel twee dagen na zijn eindexamen van een dak en liep hersenletsel op. Op basis van zijn beperking werd hij geweigerd op zijn hbo-opleiding. Tegenslag op tegenslag, maar Jordi-Mike zette toch door.
Het CPB is dit jaar een andere weg ingeslagen wat betreft onderzoek en analyse van de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen. Wat is er veranderd en waarom? ‘Voor de Tweede Kamerverkiezingen rekenen we altijd de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen door. Dat proces is de afgelopen jaren heel groots en meeslepend geworden. Er zijn nu heel veel partijen, net als onderwerpen. Ook is de frequentie toegenomen door het voortijdig vallen van kabinetten. Dat ging de laatste keer nét aan goed. Daarom kijken we nu buiten het verkiezingskoortsseizoen naar grote hervormingsvoorstellen of ideeën van partijen. Dat is een handiger moment om te zien of dat briljante idee ook in de praktijk zo briljant blijkt.’
Wat is jullie werkwijze?
In Kansrijk arbeidsmarktbeleid staan maatregelen die de arbeidsparticipatie moeten vergroten. Zoals verkorting van de maximale WW-duur. Dat zou een sterker effect hebben op de structurele werkgelegenheid dan het verlagen van de hoogte van de uitkering. ‘Een groot gat tussen de hoogte van de uitkering die mensen kunnen krijgen als ze geen werk hebben, en die van het inkomen dat ze kunnen verdienen als ze aan de slag zijn, is een prikkel om werk te zoeken. Als je de uitkeringsduur verkort, dan wordt die prikkel groter. Als je van drie naar twee jaar WW gaat, dan ben je het derde jaar alles kwijt. Als je van het derde jaar alleen maar een plakje haalt, dan is de prikkel al minder groot.’
Kun je het effect van maatregelen wel goed meten als het beleid van kabinetten die elkaar na korte tijd opvolgen, steeds maar verandert? ‘Vanuit wetenschappelijk oogpunt wil je aan het begin van een maatregel meten, en achteraf. Als van alles tegelijk ingevoerd wordt, dan wordt een goede effectmeting wel ingewikkeld. Maar dit technische argument is geen reden om na elke maatregel te zeggen: we gaan tien jaar niets veranderen. Als wetenschapper zou je wel vaker eerst willen experimenteren, maar dat is niet goed mogelijk natuurlijk. We kunnen niet zeggen: de ene helft van Nederland krijgt twee jaar WW en de andere helft drie jaar.’
Jullie bespreken ook een variant waarin de WW-duur wordt aangepast aan de conjunctuur en de situatie op de arbeidsmarkt. ‘Die variant bestaat al in de Verenigde Staten. Als de president daar vindt dat het heel slecht gaat, dan wordt de uitkeringsduur tijdelijk
14
| OKTOBER | 2015
Laura van Geest (1962)
is sinds 2013 directeur van het Centraal Planbureau te Den Haag. Ze studeerde Bestuurskunde en Algemene Economie aan Erasmus Universiteit Rotterdam, en startte haar loopbaan bij het ministerie van Financiën, in diverse functies. Voor haar aantreden bij het CPB was Van Geest directeur-generaal Rijksbegroting. In 2001 ging ze een tijd met onbetaald verlof om een wereldreis te maken.
verlengd. Zoals in de nasleep van de crisis van 2008 en 2009 is gebeurd. In theorie kan dat ook in Nederland, bijvoorbeeld door steeds met een half jaar te verlengen of te verkorten.’
Het CPB bespreekt ook een aparte regeling voor het risque social bij arbeidsongeschiktheid. Gevolg: meer mensen in de bijstand, maar ook meer besparing en meer werkgelegenheid. ‘Risque professionel, arbeidsgerelateerde arbeidsongeschiktheid, en risque social, aandoeningen en ongelukken buiten het werk, zitten in Nederland in één regeling. Dat is internationaal niet gangbaar. Zolang het debat over arbeidsongeschiktheid woedt, duikt dit voorstel op. Daarom is het nuttig om eens te beschrijven wat het impliceert. Mij valt wel eens op dat mensen bij bezuinigingen denken dat het enorm veel gaat opleveren, of helemaal niets. Ik heb wel eens meegemaakt dat mensen meer op subsidies wilden bezuinigingen dan er per saldo aan werd besteed. Nou, dat is volgens mij een goede reality check, en daar zijn we ook voor.’
FOTOGRAFIE MAURITS GIESEN TEKST MARIAN VLEERLAAG
‘Samen met het Planbureau voor de Leefomgeving en het Sociaal en Cultureel Planbureau maken we een serie thematische boekjes onder de naam Kansrijk beleid. Het eerste deel is Kansrijk arbeidsmarktbeleid, waarin we een staalkaart aan beleidsopties binnen dat thema hebben doorgerekend. UWV was in een van de klankbordgroepen vertegenwoordigd. Later dit jaar verschijnt deel 2, waarin we meer aandacht besteden aan re-integratie. Het is uiteraard aan de politieke partijen welk deel zij interessant vinden en welk deel niet.’
‘Tijdens vakantiewerk ben ik van het dak van een bollenbedrijf gevallen. Ik landde op een stapel kisten. Mijn elleboog was verbrijzeld, ik had een ernstige hoofdwond en een gescheurde romp. Ik raakte in coma. Verschillende operaties zorgden ervoor dat mijn romp, arm en hoofd nu in orde zijn. Maar ik heb er wel hersenletsel aan overgehouden. Cognitief zit ik op hetzelfde niveau als voor het ongeluk, de informatie komt alleen trager binnen. Daarnaast is lopen moeilijk en is mijn arm minder stabiel. Dat alles had grote consequenties, want ik zou net beginnen aan een nieuwe opleiding. Ik wilde graag bij het forensisch team van de politie, maar ik was vóór mijn ongeluk al uitgeloot. Gelukkig kon ik me wel inschrijven voor de studie laboratoriumonderzoeker, een opleiding die dicht ligt bij forensisch werk. Mijn situatie heb ik netjes gemeld en dat was geen probleem, verzekerden ze me. Een dag voordat ik zou beginnen, kreeg ik via de mail alsnog een afwijzing. Ze waren bang dat ik niet op tijd weg kon komen bij calamiteiten in het lab. Het besluit was al genomen, voor oplossingen stonden ze niet meer open. Ik voelde me verslagen. Gelukkig had ik mijn familie en mijn vrienden, die mij opnieuw steunden. Daar ben ik ze heel dankbaar voor. Hopelijk kan ik straks weer gewoon naar een nieuwe school en vind ik in deze studierichting een nieuwe uitdaging. Van nature ben ik een positief persoon: ik geef niet op, hoe moeilijk het soms ook is. Mijn toekomst is misschien anders dan ik dacht maar zeker niet minder hoopvol.’
UWV en zijn stakeholders stellen alles in het werk om zo veel mogelijk mensen perspectief te bieden. Maar hoe zien onze ‘klanten’ er eigenlijk uit? Wat denken ze, wat doen ze, wat zijn hun wensen, wat zijn hun idealen? In deze rubriek stellen we ze voor in woord en beeld.
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
15
Achtergrond ILLUSTRATIE ERIK KRIEK TEKST FRANK VAN WIJCK
Wat vindt de NVVG? De Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde adresseert twee thema’s:
De grenzen tussen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid zijn aan het vervagen.
DISCUSSIEER MEE OP
uwv.nl/uwvmagazine
De toekomstbestendigheid
van het huidige ziektebegrip in de arbeidsongeschiktheidsregelingen staat ter discussie.
De grens tussen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid is steeds meer aan het vervagen. Het gevolg is dat veel meer mensen dan nodig is het stempel arbeidsongeschiktheid krijgen. Het ziektebegrip moet hoognodig op de helling.
Wat heet
ziek? E TITEL VAN het jongste boek van Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie, is duidelijk genoeg: Iedereen een psychische aandoening? ‘Het lijkt wel of iedereen tegenwoordig een psychische stoornis heeft,’ zegt hij, ‘we zijn doorgeschoten. Hoe meer behandelaars hoe meer mensen met klachten, en ons land telt heel veel behandelaars. Op zich is dit laatste niet erg, maar het ontbreekt ons aan een adequaat ziektebegrip. We hebben geen helder beeld van wat psychische normaliteit is en dus ook niet van wanneer iets
16
| OKTOBER | 2015
afwijkt van de norm of moet worden behandeld. De DSM-5 (de vijfde editie van het standaardwerk Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, red.) is veel te oppervlakkig om hierover heldere uitspraken te kunnen doen. Dan ontstaat ruimte voor mensen om een label – bijvoorbeeld ADHD – te gebruiken om hun identiteit te versterken. Zo is de zorg niet bedoeld.’
Focus verleggen Verzekeringsarts Herman Kroneman, als medisch adviseur werkzaam bij UWV, is het met Derksen eens. ‘We moeten meer focussen op gezondheids-
in plaats van op ziektebegrip’, zegt hij. ‘Ziekte zie ik als een normale verdeling over de populatie, waarbij je aan de uiteinden afkappunten hebt. Wie daarbuiten valt, behoeft behandeling. Het probleem is echter dat die afkappunten steeds verder naar het midden verschoven zijn en dat dus steeds meer mensen in aanmerking komen voor behandeling.’ Verklaart dit waarom een grote instroom in de oude Wajong heeft plaatsgevonden? Jim Faas, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), twijfelt hier niet aan. ‘Jazeker’, zegt hij. ‘De Wajong was bedoeld voor ernstig somatisch en verstandelijk gehandicapten,
maar het aandeel mensen met ontwikkelingsstoornissen liep op tot 50%.’ Ook hier dus ‘een label om de identiteit te versterken’ zoals Derksen het uitdrukt. ‘Hetzelfde probleem zie je bij 60-plussers die zonder werk komen te zitten’, zegt Faas. ‘Die mensen komen niet meer aan werk en dan leidt het werkloos zijn vaak tot labelling.’ Niet zelden is dat label dan: depressiviteit. Derksen zegt wel te begrijpen hoe de huidige situatie heeft kunnen ontstaan. ‘Onze samenleving is enorm veranderd’, zegt hij. ‘In de huidige maatschappij wordt veel meer verwacht van de psychische kwaliteiten van mensen dan veertig jaar gele-
‘De kernvraag moet zijn of iemand duurzaam kan functioneren. Als het antwoord ja is, is iemand feitelijk niet ziek’
Herman Kroneman, verzekeringsarts UWV
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
17
Achtergrond
‘Waarom heb ik dit allemaal?’
‘De grenzen tussen werkloosheid en ziekte vervagen onder meer door het feit dat inactiviteit op zichzelf een ziekmakende factor is’
Beau (22, Wajong) baalt soms enorm van haar leven. Ze lijdt aan een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Wat een normaal sociaal leven en een betaalde baan in de weg staat.
Jim Faas, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde
geacht. Als je technisch hooggeschoold werk deed of boswachter was, had niemand daar zoveel last van. In de huidige maatschappij wordt op communicatief niveau veel meer van mensen verwacht.’ Toch mag het niet zo zijn dat dit iemand verhindert om te participeren op de arbeidsmarkt, vindt Derksen. ‘Gedrag manifesteert zich altijd in relatie tot de context’, zegt hij. ‘Iemand die autisme heeft, valt veel meer op in een dynamische en drukke omgeving dan in een rustige omgeving zoals een bibliotheek. Naar dat aspect moet in de vraag of iemand wel of niet arbeidsongeschikt is veel beter worden gekeken. En natuurlijk moeten we als maatschappij leren om variëteit in gedrag weer te accepteren. Onze tolerantiegrens is de laatste decennia behoorlijk opgeschoven. We moeten in dit opzicht weer terug naar hoe het eerder was.’
helderder beeld krijgen van wie gewoon aan het werk kan en wie echt behandeling behoeft. Een onderzoeksproject op dit gebied kan ervoor zorgen dat dit in de toekomst niet afhankelijk blijft van individuele beoordeling. Tegelijkertijd verbaas ik me er ook over hoe snel mensen werk laten vallen. Zelf raad ik hun die route altijd af. Je steekt dan echt een grens over: werk is gezond en geeft je structuur.’ Kroneman verwijst in dit verband naar de gezondheidsdefinitie die de WHO hanteert. ‘Trek je die strak over alle mensen dan is bijna niemand gezond meer’, zegt hij. ‘De nieuwe definitie die arts-onderzoeker Machteld Huber aan het begrip gezondheid heeft gegeven, is veel waardevoller. De kernvraag moet zijn of iemand duurzaam kan functioneren. Als het antwoord ja is, is iemand feitelijk niet ziek. Of in ons jargon: verkeert hij in een adequaat gecompenseerde gezondheidstoestand.’
Brandbrief
Het onderwerp leeft wel
Faas verstuurde op 12 mei uit naam van de NVVG een brief aan de minister en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (respectievelijk Lodewijk Asscher en Jetta Klijnsma) waarin hij twee thema’s centraal stelde: 1) de vervagende grenzen tussen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en 2) de vraag naar de toekomstbestendigheid van het huidige ziektebegrip in de arbeidsongeschiktheidsregelingen. Hij stelt hierin – zonder de medische en sociale problematiek van burgers te willen bagatelliseren – dat het al geruime tijd noodzakelijk is om de bestaande begripsvorming en criteria voor arbeidsongeschiktheid te actualiseren en aan te passen aan de ontwikkelingen op het gebied van arbeid en gezondheid in de 21ste eeuw. ‘Die brief was een vervolg op een column die ik onder de kop System meltdown in Medisch Contact publiceerde’, zegt hij. ‘Ook hierin stelde ik al dat de grenzen tussen werkloosheid en ziekte steeds meer vervagen. Dit komt door het uitdijende ziektebegrip en door het feit dat inactiviteit op zichzelf een ziekmakende factor is.’ Faas’ verzoek aan Asscher en Klijnsma is onderzoek te entameren dat moet leiden tot herdefiniëring van het ziektebegrip. ‘We moeten beter kijken naar de vraag of het wel rechtvaardig is om werklozen verschillende vormen van compensatie (ww- of arbeidsongeschiktheidsuitkering) te bieden, afhankelijk van de vraag of ze wel of niet het label 'ziek' hebben’, zegt hij.
Ondertussen wacht Faas nog op een antwoord van Asscher en Klijnsma. ‘Dat gaat in ambtelijke kringen blijkbaar niet zo snel’, zegt hij. ‘Naar aanleiding van het persbericht over die brief kwamen wel al reacties van ZonMw (een organisatie ter verbetering van preventie, zorg en gezondheid, red.) en van de Gezondheidsraad, die het beide een interessant thema vonden. De laatste vond het in tweede instantie overigens meer een onderwerp voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), maar het onderwerp leeft dus wel. Het recente bericht in Trouw dat 150.000 arbeidsongeschikten ten onrechte een uitkering zouden ontvangen, versterkt dit beeld alleen nog maar.’
Etiket voor het leven Derksen erkent het belang hiervan. ‘Het gevaar van de huidige situatie is dat mensen zichzelf levenslang als geëtiketteerd gaan zien’, zegt hij. ‘Verzekeringsartsen en arbo- en bedrijfsartsen lopen hier ook op vast. Die moeten een veel
18
| OKTOBER | 2015
‘Ik verbaas me erover hoe snel mensen werk laten vallen. Je steekt dan echt een grens over: werk is gezond en geeft je structuur’
Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie Radboud Universiteit
FOTOGRAFIE MAURITS GIESEN TEKST MARLIES RUIJTER
den. Vroeger werd het autismespectrum niet zo relevant
‘Een praatje maken met vreemden of bekenden is voor mij een hel. Ik raak ervan in paniek. Inmiddels heb ik allerlei trucs om het uit de weg te gaan. In de supermarkt waar ik altijd boodschappen doe, vinden ze het inmiddels prima dat ik altijd mijn helm ophoud. Dan voel ik me veiliger. Dat is natuurlijk niet normaal, maar mijn hele leven is niet normaal. Op de lagere school merkte ik al dat ik anders was. Ik kon me geen seconde concentreren en had nauwelijks vriendinnen. Op de middelbare school werd het erger: spijbelen, blowen, dat werk. Met veel moeite heb ik mijn vmbodiploma gehaald. Daarna heb ik wel twintig baantjes gehad, maar het werd nooit een succes. Uiteindelijk ben ik zelf naar een psychiater van de GGZ gestapt. Daar kreeg ik de diagnose dat ik een borderline-persoonlijkheidsstoornis heb, met narcistische, ontwijkende en paranoïde elementen. Ook lijd ik aan depressies. Het maakt me vaak boos. Waarom heb ik dit allemaal? Maar met boosheid bereik je niets. Ik richt mijn leven nu zo goed mogelijk in. Ik doe vijf dagen per week vrijwilligerswerk in een verzorgingshuis voor dementerende bejaarden. Dat gaat heel goed. Ik voel geen druk en ik kan goed met de bewoners omgaan. Misschien omdat ze ook een beetje vreemd zijn. Het geeft me bovendien een goed gevoel dat ik iets terugdoe voor de maatschappij. Binnenkort start ik met een groepstherapie voor borderlinepatiënten. Ik ga hard werken om van die therapie een succes te maken. Ik heb namelijk één heel goede vriendin en sinds kort een relatie met een superleuke meid. Ik wil ze beiden niet kwijt; de goede dingen in mijn leven wil ik graag behouden.’
UWV en zijn stakeholders stellen alles in het werk om zo veel mogelijk mensen perspectief te bieden. Maar hoe zien onze ‘klanten’ er eigenlijk uit? Wat denken ze, wat doen ze, wat zijn hun wensen, wat zijn hun idealen? In deze rubriek stellen we ze voor in woord en beeld.
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
19
Reportage TEKST & FOTOGRAFIE MARTIN WAALBOER
Bij de Marine
‘Zorrug dat je d’r bij komt, bij de Marine, bij de Marine!’ zong de onvergetelijke Dorus bijna zestig jaar geleden. Anno 2015 zoekt de maritieme tak van Defensie nog nog steeds medewerkers, met name veel technische (burger-)medewerkers. Het is een werkgever die veel kansen biedt: ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Die kunnen in Den Helder terecht voor een keur aan opleidingen op mbo 2-niveau. UWV levert er kandidaten voor aan en werkt daarbij nauw samen met Bureau InWerking/Vakwerk, dat op locatie deelnemers tijdens hun opleiding coacht. Die deelnemers zijn laaiend enthousiast: ‘Schrijf maar op: ik heb hier een prachtleven!’
Dominique Huizinga elektromonteur
Joey Elizabeth, magazijnmedewerker: ‘Rob Angel, van het WerkgeversServicepunt van UWV in Den Helder, vroeg me of ik eens een maandje wilde proefdraaien hier. Dat was eind 2013. Je kan wel zeggen dat het van beide kanten goed bevalt, mijn contract is nu weer verlengd tot juni 2016 en als me dan een vaste baan wordt aangeboden zeg ik geen nee! Ondertussen heb ik m’n VCA-, heftruck-, reachtruck- en EPT(Elektrische Pallet Truck)-certificaat al in m’n zak. Nu nog het certificaat Aanslaan van lasten, dan mag je met halkranen werken. Ik heb het echt naar m’n zin hier, er is veel aanloop in het magazijn en ik doe veel verschillende klussen, precies goed voor mij.’
Joey li E zabeth 20
magazijnmedewerker
| OKTOBER | 2015
Cynthia van der Padt
elektromonte ur UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
21
Reportage Maudy Parisius,
Tim van Otterloo
magazijnmedewerker
logistiek medewerker: ‘Ik stond al een tijd ingeschreven maar er kwam maar geen werk. Tot ik via UWV benaderd werd dat er een traject ging starten over logistiek, en of ik daar aan mee wilde doen. Logistiek daar had ik nooit over nagedacht, vorkheftruckrijden is toch niks voor een meisje? Maar ik heb het toch gedaan en het beviel me direct perfect. Dat heeft ook te maken met de mensen en de werkomgeving, dat zit echt goed hier. Ik heb nu een contract voor één jaar, doe de opleiding mbo 2 en ik wil daarna graag door voor niveau 3 logistiek. Natuurlijk hoop ik dat ik hier mag blijven, en dan vooral alle soorten vorkheftrucks mag rijden!’
Tim van Otterloo, magazijnmedewerker: ‘Ik werk sinds 1 april hier, zat al twee jaar zonder werk en zag de vacature voorbijkomen. Ik had dit soort werk al eerder gedaan, dus ik solliciteren en kijk, hier ben ik! Moet nog wel m’n mbo 2 afronden en dan hoop ik op een vaste baan hier; dat zou te gek zijn want het werk is leuk, het is lekker druk en divers, hier verveel je je nooit! Het is tof om te kunnen zeggen dat je bij Defensie aan het werk bent, ik ben niet het marinetype, vier maanden op zee lijkt me niks, maar het is wel erg mooi dat ik mag meehelpen het allemaal draaiende te houden.’
Mandy Parisius
logistiek medewerker
Cynthia van der Padt (l), elektromonteur: ‘Ik had altijd in de horeca gewerkt maar daar bouw je nooit iets op. Hier is dat wel even anders; ik ben bezig met de opleiding 1e monteur niveau 2. Daarna wil ik door met niveau 3 en dan is er hoop ik zo veel vertrouwen opgebouwd dat ik een vaste aanstelling krijg. Alles was nieuw hier voor me, het is een mannenwereld en die bevalt me heel erg goed. Mannenwerk is veel leuker, ik moet er niet aan denken om bijvoorbeeld kapster te worden! Over dit vak kan ik kort zijn: als ik dit eerder geweten had, was ik véél eerder begonnen! Schrijf maar op: ik heb hier een prachtleven.’ Iets wat haar maatje Dominique Huizinga (r), ook elektromonteur, alleen maar kan beamen.
22
| OKTOBER | 2015
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
23
Essay BEELD MARTYN F. OVERWEEL TEKST RENZO VERWER
DISCUSSIEER MEE OP
uwv.nl/uwvmagazine
Renzo Verwer solliciteerde zich suf toen hij werkloos was. Het gaf hem stof tot nadenken ...
Het sollicitatie circus IJN BANEN HEB ik door toeval gekregen. Ik werd echt niet aangenomen omdat ik zo briljant was, omdat ik zo goed netwerkte of mezelf perfect presenteerde. Bij mijn huidige baan – werknemer in een grote tweedehandsboekhandel – solliciteerde ik simpelweg op het juiste moment. Ik stuurde een open sollicitatie. Er waren weinig of geen andere kandidaten. Had ik een maand eerder of een maand later gesolliciteerd, dan was ik het niet geworden. Zo gaat het vaak. Je rolt ergens in. Je kent de juiste mensen. Je hebt op de juiste manier geslijmd. Je bent mooi en daarom wil men je: aantrekkelijke mensen worden vaker aangenomen. Je hebt puur geluk; de boekhandel wilde het met me proberen en ik bleek geschikt.
YYY Succes schrijven we graag aan onszelf toe. Aan onze geweldige opleiding en capaciteiten. UWV, re-integreerders, coaches, media en politici stimuleren deze manier van tegen succes aankijken: ‘Doe er meer aan en dan komt die baan ooit wel.’ En zo leren werklozen ‘beter’ solliciteren. Opvallen. Netwerken. Twitteren. Hun cv op maat maken. Hun eigen baan creëren. Steeds loeren op kansen. Maar wanneer iedereen twittert, vervalt het voordeel van opvallen via Twitter. En wanneer iedereen beter netwerkt ... precies. Baanzoekenden moeten nu werken aan competenties die, als ze al resultaat hebben, neerkomen op voordringen in de file. Schieten we daar iets mee op? We zijn krankzinnig bezig. Minstens 600.000 werklozen (en nog vele anderen!)
24
| OKTOBER | 2015
jagen op de schaarse 250.000 banen. HRM-medewerkers en recruiters doen ondertussen heel duur met verhalen over ‘ideale baan’, ‘je passie volgen’ en ‘een baan waarin je het beste uit jezelf haalt’. De achterliggende gedachte van deze newspeak is: iedereen is een uniek mens met bijzondere Unique Selling Points; als je je best doet, kom je waar je maar wilt; doe je dat niet, dan kom je hooguit achter de kassa terecht. Soms moet de werkloze zelfs speeddaten. Of auditie doen, zoals bij de gemeente Hollands Kroon in 2013: solliciteren waarbij de recruiters in Voice of Hollandstoelen zitten, die ze omdraaien bij interesse. Solliciteren is verworden tot een soort circus, waarin je kunstjes moet vertonen. De werklozen moeten in de jacht op de schaarse baan concurreren met vele anderen. En wat nu als je geen clown of leeuwentemmer bent? Het sollicitatiecircus wordt in stand gehouden door coaches, trainingen, media en ook UWV – dat niet anders kan. Veel werklozen gaan eraan onderdoor; zeker langdurige werkloosheid vreet aan mensen. We zien al jaren een toename van psychische klachten als gevolg van werkloosheid. Ik vraag me af: krijg je door zo het accent op sollicitatievaardigheden te leggen de mensen die het best zijn in de baan? Of degenen die zich het best presenteren?
Wie een relatie wil, zal de boer op moeten. Zo is het ook met werk. Dus ik stuurde beleefde mails en trok bij sollicitatiegesprekken mijn netste jasje aan. Maar garanties op werk zijn er niet voor de meesten van ons. Ook goede mensen zitten nu aan de kant, velen zullen werkloos blijven – iets dat veel mensen nog steeds niet willen geloven. Maar de realiteit is hard: meer en meer banen verdwijnen en komen niet meer terug. Bedrijven bestaan niet om mensen werk te bieden. Als de economie groeit, gaan ze echt niet opeens mensen aannemen, ze proberen het met hetzelfde aantal mensen te rooien. Nu een miljoen mensen (werklozen, arbeidsongeschikten, studenten, werkzoekenden zonder uitkering) op zoek zijn naar een baan en honderdduizenden studenten zich voorbereiden op de arbeidsmarkt, wordt het tijd om eerlijk te zeggen: er is geen werk, en het komt er ook niet aan. De werkloosheid neemt nog altijd toe, de banen die erbij komen, zijn vaak kleine baantjes. Ook banen onder de 12 uur per week – waarvan geen mens kan leven – tellen nu mee bij ‘de werkgelegenheid’, vandaar dat de werkloosheid officieel daalt. Door deze veranderde definities krijgen we een fantastische wereld met een steeds dalende werkloosheid. De werkloze heeft er echter niets aan.
YYY
Politici, media en burgers kunnen ophouden het idee uit te dragen dat ‘iedereen aan de slag moet’. Dat is zelfs nog nooit gelukt in tijden van grote economische voorspoed. De individuele werkloze kan vaak niet anders dan meegaan in de waanzinnige banenjacht. Als UWV verplicht oplegt dat je je moet presenteren, als
Natuurlijk, er zijn veel mensen die een baan vinden. Ik vond er ook een. Maar het ging zeker niet vanzelf. Je moet je best doen, je moet zoeken. Wie een dvd-speler wil kopen, gaat ook niet op straat staan wachten tot hij er een aangeboden krijgt.
‘Lieg, zeg dat je een uitdaging zoekt – terwijl je gewoon een baan wilt’ de gemeente zegt dat je werknemersvaardigheden moet opdoen, dan móét je wel. Als je het kunt opbrengen, train je dan in sociaal wenselijk gedrag. Lieg, zeg dat je een uitdaging zoekt – terwijl je gewoon een baan wilt. Slijm bij de werkcoaches en andere mensen die direct of indirect over jouw uitkering gaan. Je kunt vaak afgewezen worden. Door werkgevers en daarna door coaches die het er nog eens inpeperen. Maar ik heb in mijn ruime sollicitatie-ervaringen (circa zeshonderd in twintig jaar tijd) gemerkt: als je wordt afgewezen heb je vaak gewoon pech. Er was een ander beter, of men zocht juist een vrouw, een oudere, een jongere en jij was dus gewoon niet die persoon.
YYY
YYY
Renzo Verwer (Woerden, 1972)
volgde de opleiding tot bibliothecaris en belandde uiteindelijk in de boekenbranche. Hij schreef voor vele bladen en publiceerde enkele boeken, waaronder het uitstekend ontvangen Waar blijft die baan: 10 sprookjes over de arbeidsmarkt (2014). Zie: www.waarblijftdiebaan.wordpress.com. Zijn nieuwste boek Vrijheid van meningsuiting voor beginners is eind september verschenen bij uitgeverij Van Brug. Voor meer informatie: www.artikelzeven.nu
Ten slotte heb ik ook nog een tip voor de UWV’er of de bijstandsmedewerker bij de gemeente: er zit een mens tegenover je. Een UWV-coach beet mij ooit toe, toen ik haar meldde dat ik ‘werkloos’ was: ‘Je bent niet werkloos, Renzo! Je bent werkZOEKEND!’ Ik zei toen: ‘Een ander woordje bedenken verandert niets aan de situatie, M.’ Even later kreeg ik het verwijt dat ik niet snel vijf redenen kon bedenken waarom een bedrijf mij zou moeten aannemen. Ik was niet voorbereid, zij had geen baan voor me, het ging niet om een specifiek bedrijf, maar toch deed IK het fout. Volgens haar. Dit is vernederen onder het mom van positief denken. Dat kan niet de bedoeling zijn .
In de rubriek ‘Essay’ geven auteurs hun persoonlijke mening, die uiteraard niet noodzakelijkerwijs gedeeld wordt door UWV.
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
25
Achtergrond FOTOGRAFIE MARTIN WAALBOER TEKST EGBERT JAN RIETHOF
‘Beoordeling arbeidsvermogen’
Niemand aan de kant De bedoeling van de Participatiewet is dat niemand met arbeidsvermogen aan de kant blijft staan. Ook jonge schoolverlaters met een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ niet Vandaar dat de scholen een adviserende rol hebben gekregen in de beoordeling van hun arbeidsvermogen. EN BAAN VINDEN, deelnemen aan de maatschappij – het betekent álles voor de jongeren die wij onder onze hoede hebben. Werk is wezenlijk, het is erbij horen, je leven inrichten. Wij begeleiden hen daarheen.’ Zo vat Fons de Wolff de missie van het Praktijkonderwijs en in het bijzonder zijn eigen school MET, gevestigd in Waalwijk, samen. ‘Met het oog op werk laten wij deze jongeren zo veel mogelijk leren in de échte praktijk, via stages. We focussen op doen en ervaren. Dat vullen we aan met voor hen nuttige diploma’s en certificaten, een palet maatregelen op maat. Afgestemd op wat het bedrijfsleven vraagt.’ Door de intensieve begeleiding, jarenlang, in kleine groepjes, kennen de leraren hun leerlingen door en door. De Wolff: ‘En we kennen ook hun leefomgeving, hun ouders, hun vrienden. We kunnen werkgevers helpen door het gedrag van de jongere heen te kijken. Wij stellen onze kennis beschikbaar en denken mee. We weten wat er nodig is om jongeren en werkgevers bij elkaar te brengen en bij elkaar te houden. Ik ben dan ook blij dat wij als scholen een rol krijgen in de nieuwe Beoordeling arbeidsvermogen. De jongere kan een Aanvraag Beoordeling arbeidsvermogen bij UWV doen; wij als school kunnen ze daarbij helpen door het aanleveren van informatie en kennis over de mogelijkheden van de jongere. Daarbij moeten we vermijden deze jongeren te veel een etiket op te plakken. Zó
26
| OKTOBER | 2015
voorkom je dat er alleen maar uitgegaan wordt van belemmeringen, terwijl deze jongeren juist zoveel meer te bieden hebben.’
Onderbouwde inschatting Het is de wettelijke taak van het Praktijkonderwijs om alle leerlingen toe te leiden naar arbeid. Tussen 60 en 70% van de schoolverlaters komt, al of niet met extra scholing, rechtstreeks bij een werkgever terecht – dat gaat dus best goed. De rest krijgt te maken met de gemeenten voor een eventuele uitkering in het kader van de Participatiewet. Harrie van den Brand, lid van het bestuur van het Platform Praktijkonderwijs, over de nazorg van de overige 30 à 40%, die wel arbeidsvermogen hebben maar waarvoor het lastig is om werk te vinden: ‘Sinds 1 januari gaat het nog niet overal van een leien dakje. Het is erg wennen, dat overleg met een nieuwe partner, de gemeenten: een andere cultuur, een ander werkproces. We zijn er volop mee bezig.’ Hij vindt het een positieve ontwikkeling dat de scholen betrokken worden bij de nieuwe Beoordeling arbeidsvermogen. Hij is het dan ook roerend met Fons de Wolff eens: ‘De expertise van de scholen is belangrijk, want zij maken de leerlingen al jaren mee en zien hoe ze het doen tijdens diverse stages. Ze hebben hun waarnemingen en beoordelingen van het functioneren in logboeken vastgelegd en kunnen dus een goed onderbouwde inschatting maken van de mogelijkheden van de leerling. Verder zijn we als praktijkonderwijs natuurlijk bezig scholen en ouders te informeren over de situatie, daarvoor hebben we drie ambassadeurs aangesteld. En vergeet niet, scholen hebben nog veel meer op hun bord. Zo zijn er de veranderingen in het mbo en is er nog het Passend Onderwijs ...’
Brugfunctie Kortom, niet voor niets is besloten om per 1 juli scholen een prominente rol te laten spelen. UWV en gemeenten juichen deze ontwikkeling van harte toe. Linda de Bruin is arbeidsdeskundige bij UWV in Drechtsteden, een samenwerkingsverband van Dordrecht en zes buurgemeenten: ‘Vroeger, bij de aanvraag van de Wajong-uitkering, was er ook al een rol voor de scholen. Die is nu
Wie door een ziekte of handicap moeite
heeft met het vinden of houden van werk, kan een ‘Beoordeling arbeidsvermogen’ aanvragen. UWV beoordeelt dan of zo iemand mogelijkheden heeft om te werken. Als dat zo is, dan kan hij hulp bij werk en inkomen krijgen van de gemeente. Hij wordt dan ook ingeschreven in het zogeheten ‘doelgroepregister’ waar mensen in staan die in aanmerking komen voor een baan in het kader van de banenafspraak. Wie geen arbeidsvermogen (meer) heeft, komt wellicht in aanmerking voor een Wajonguitkering van UWV. Sinds 1 juli 2015 kan iedere burger zelf een ‘Beoordeling arbeidsvermogen’ aanvragen. Verder is besloten dat de leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of een entreeopleiding die tussen 10 september 2014 en 17 juli 2015 de school hebben verlaten, tijdelijk worden opgenomen in het doelgroepregister. Hierbij hebben de scholen een adviserende rol. Op termijn bekijkt UWV alsnog of deze leerlingen tot de doelgroep van de banenafspraak behoren en dus in het doelgroepregister blijven staan.
gelukkig weer terug. De jongeren doen zelf de aanvraag, de school is behulpzaam en komt met gedocumenteerde adviezen bij UWV, waar de Beoordeling arbeidsvermogen wordt gedaan en het besluit wordt genomen: toch Wajong, een Indicatie banenafspraak, de vaststelling dat een jongere 100% van het minimumloon kan verdienen, een Advies beschut werk. De arbeidsdeskundige en de verzekeringsarts van UWV luisteren daarbij goed naar de scholen.’ Ook haar counterpart bij de gemeente, Linda van Berkel, strategisch adviseur bij de Sociale Dienst Drechtsteden, is blij met het nieuwe samenwerkingsverband: ‘De gemeentelijke sociale diensten hebben ervaring met groepen die afstand tot de arbeidsmarkt hebben, maar veel minder met deze jongeren met een arbeidsbeperking. Dat betekende dat UWV kennis moest overdragen. Intensieve samenwerking was nodig en we hebben hier in Drechtsteden goed gebruikgemaakt van de expertise van UWV.’ De rol van de scholen is daarbij een niet te onderschatten factor. Schoolleider Fons de Wolff benadrukt dat hij actief betrokken wil blijven bij leerlingen, ook in het traject ná de Beoordeling arbeidsvermogen. ‘Onze school hoopt een brug te zijn tussen bedrijfsleven en overheden. Op een intensieve praktische manier, resultaatgericht, eventueel met ondersteuning van een jobcoach, en zo dat de jongere doorgroeit naar zelfstandigheid.’
UWV.NL/UWVMAGAZINE | OKTOBER | 2015
27