Montagehandleiding versnellingsbak demontage en montage Standaard NISSAN; TERRANO II (R20); 2.7 TDi 4WD
Aanwijzing(en) De motor is in de lengterichting gemonteerd met aangeflenste overbrenging en daarmee samengebouwde tussenbak. Voor de demontage van de koppeling moet de overbrenging/differentieeleenheid eruit worden gehaald. Aanhaalmomenten
Zelfborgende bouten en moeren moeten altijd worden vervangen. 2,4 l Motoren
2,7 l Dieselmotor
Verbindingsbout(en) (zie afbeelding 3) motor - versnellingsbak (1)
39 - 49 Nm (65 mm)
39 - 49 Nm (57 mm)
Verbindingsbout(en) (zie afbeelding 3) motor - versnellingsbak (2)
39 - 49 Nm (60 mm)
29 - 39 Nm (11 mm)
Verbindingsbout(en) (zie afbeelding 3) motor - versnellingsbak (3)
19 - 25 Nm (25 mm)
29 - 39 Nm (100 mm)
Verbindingsbout(en) (zie afbeelding 3) motor - versnellingsbak (4)
19 - 25 Nm (16 mm)
Koppelingsnemercilinder
30 - 40 Nm
30 - 40 Nm
7 - 9 Nm
7 - 9 Nm
ontluchtingsklep
7 - 9 Nm
7 - 9 Nm
startmotor
31 - 41 Nm
31 - 41 Nm
Voorasdrager op carrosserie
41 - 52 Nm
41 - 52 Nm
Voorasdrager op zitting
68 - 87 Nm
68 - 87 Nm
overbrengingsdrager tussenbak
59 - 78 Nm
59 - 78 Nm
Versnellingbakdrager op carrosserie
41 - 52 Nm
41 - 52 Nm
Versnellingbakdrager aan versnellingsbak
68 - 87 Nm
68 - 87 Nm
hydraulische koppelingsdemper
(zie afbeelding 8)
1
Afbeelding 1
1 Koppelingsdrukplaat
2 Koppelingsplaat
3 hydraulische koppelingsdemper
4 Ontluchtventiel ( 2,4 l Motoren )
5 Ontluchtventiel ( 2,7 l Dieselmotor )
6 Hydraulisch leiding(en)
7 Koppelingsnemercilinder
8 bevestigingsband
9 Ontkoppelgaffel
10 beschermingsmanchet
11 Druklager
2
Uitbouwen:
Afbeelding 2
Voertuig op hefbrug zetten. Min-pool van de accu losmaken. Overbruggingsbatterij activeren, zodat opgeslagen fouten en coderingen niet gewist worden. Versnellingshendel demonteren. Versnellingshendel van de tussenbak eraf schroeven. Inbouwpositie van de cardanas markeren. Bout(en) - aandrijfas er uitdraaien. Aandrijfas van de versnellingsbak flens losnemen, en naar zijkant vastzetten. Aandrijfas uitbouwen. (achter) Scharnierassen - kruisstukken op slijtage controleren. ( maximaal 0,2 mm ) Versnellingsbakopening(en) afsluiten. Moer(en) losdraaien . (1) Stelschroef(en) uitschroeven. (2) Dichtring(en) verwijderen. (3) Spanhefboom losmaken. (zie afbeelding 2)
1 moer(en) - stabilisatorstang
2 Stelschroef(en)
3 Dichtring(e)
4 Voorspanve(e)r(en)
5 verankering
Voorasdrager demonteren. Transmissiedrager - verdeelbak demonteren. Versnellingsbak met geschikte versnellingsbakkrik ondersteunen. Transmissiedrager demonteren. Koppelingsnemercilinder demonteren en opzij leggen. Leidingen blijven aangesloten! Startmotor uitbouwen. Steun - uitlaatpijp bij de versnellingsbak verwijderen. Stekker - achteruitrijlichten schakelaar lostrekken. Stekker - snelheidssensor losnemen.
Afbeelding 3
Verbindingsbout(en) motor - versnellingsbak er uitdraaien. (1-4) (zie afbeelding 3) Versnellingsbak flens losmaken. Versnellingsbak uitbouwen.
boven = 2,4 l Motoren
Onder = 2,7 l Dieselmotor
3
Inbouwen:
Afbeelding 4
Naafprofiel van de koppelplaat en de as lichtjes met molybdeenvet invetten, overtollig vet verwijderen. Bij de montage van de overbrenging op de motor moet de overbrenging helemaal zijn opgehangen en mag deze niet met de schroeven naar binnen getrokken worden. Inbouw in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Afdichtmiddel in de groef in behuizing aanbrengen. Bij het plaatsen van de stabilisatorstangen de voorspanhefboom zo invoeren, dat het hefboomuiteinde onder de onderste rand van de dwarsbesturing komt te liggen. 2,4 l Motoren = 28-41 mm 2,7 l Dieselmotor = 32-45 mm (zie afbeelding 4)
Borgring en stofafdichting correct plaatsen en stelschroef met passtuk en moeren aanbrengen en eerst alleen met de hand aantrekken. (3) (4) (1) Voor het instellen van de stabilisatorstangen de moeren zover aantrekken, tot er een schroefdraadlengte van maat X uitsteekt. (2) ( X = ca. 77 mm ) (zie afbeelding 5)
1 Hendel
2 Afstandsmaat
2,4 l Motoren = 28-41 mm
2,7 l Dieselmotor = 32-45 mm
Afbeelding 5
1 Stelschroef(en)
2 Overstek " X " meten. ( X = ca. 77 mm )
3 Borgring
4 Dichtring(e)
5 Spanhendel
4
Voertuig laten zakken. Voertuig meerdere malen krachtig doorveren.
Afbeelding 6
Moer(en) aantrekken tot voertuigniveau is ingesteld. (1) met Hardtop H = 36 mm normaal H = 34 mm Contramoer(en) vastzetten. (1) (zie afbeelding 1) / (zie afbeelding 6) De nemercilinder is zelfbijstellend, zodoende beperkt de koppelingsinstelling zich tot de koppelingspeling op het pedaal, die op de drijfstang van de gevercilinder ingesteld moet worden, en tot de pedaalhoogte. pedaalspeling 1 - 3 mm pedaalhoogte 210 - 215 mm Onderstel uitlijnen en instellen.
1 onderkant wielaanslag
Voertuigen met hydraulische koppeling:
H=A-B
Afbeelding 7
De hydraulische koppelingsbediening heeft bij het model met benzine – motor een iets andere opbouw dan bij de diesel – variant. (zie afbeelding 1) / (zie afbeelding 7) Het verschil ligt bij de hydraulische koppelingsdemper, die bij het 2,4 l-model uit een extra kleine hydraulische cilinder met zuigers bestaat. (7) Bij het bedienen van de koppeling wordt de zuiger tegen een rubber cilinder gedrukt. (8) Raakt de vloeistofkolom van de hydraulische koppelingsbediening door slingeren van de motor of een springende rijwijze (bv. op terrein) in trilling, dan elimineert de rubber demper dit zoveel mogelijk om op terrein voor een rustigere werkwijze te zorgen. Bij niet functioneren moet de koppelingsdemper uit elkaar worden gehaald, de zuiger op slijtage, beschadigingen of roest en de rubber demper op vervorming gecontroleerd worden, hij mag ook niet met remvloeistof zijn volgezogen. Voor het uit elkaar halen van de gevercilinder de zuiger lichtelijk in de cilinder drukken, zuigeraanslagbouten (onder op de cilinder) losdraaien en eruit halen. Bij de montage zuigermoer op boring voor aanslagbouten in de cilinder opstellen en aanslagbouten samen met afdichtingsring plaatsen. (zie afbeelding 1)
1 Behuizing
2 Ontluchtventiel
3 Boring
4 Veer/veren
5 manchet
6 Zuiger
7 Afstandsschijf/-schijven
8 cilinder
9 afdichting
10 Deksel
5
Koppelingssysteem ontluchten :
Afbeelding 8
2,4 l Motoren :
Gevercilinder, nemercilinder en koppelingsdemper zijn met ontluchtingskleppen uitgerust. Remvloeistof in het reservoir controleren, zo nodig bijvullen. Eerst gever - , vervolgens koppelingsdemper en als laatste nemercilinder ontluchten. 2,7 l Dieselmotor :
De ontluchtingsklep bevindt zich onder de ondervloer. Koppelingspedaal bedienen en houden. Ontluchtingsnippel openen. (1) Er uitlopende vloeistof opvangen. Ontluchten tot remvloeistof zonder belletjes uitstroomt. Ontluchtingsnippel sluiten. Koppelingspedaal loslaten. (zie afbeelding 8) 1 Ontluchtventiel ( 2,7 l Dieselmotor )
ZF Services GmbH
© by ZF Services GmbH
Obere Weiden 12, 97424 Schweinfurt, Germany Technical Support Tel/Phone: +49 9721 475 5555 Fax: +49 9721 475 5556
[email protected] www.zf.com/sachs
6