G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Bestnr.: 85 29 38
Zendergestuurde afstandsbediening Type RC - 100
Impressum
Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl E-mail:
[email protected]
Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Geachte klant, Hartelijk dank voor het kopen van dit product.
Inhoudsopgave
Pagina
Aanwijzingen voor het gebruik van de inbouwhandleiding
4
Aanwijzingen betreffende de veiligheid en inbouw
4
Inleiding
7
Voorwaarden voor het functioneren van de zendergestuurde afstandsbediening
7
Functies van de afstandsbediening
7
Omvang levering
8
Benodigde gereedschappen
9
Montage van het gedeelte voor de zenderontvangst
10
Het leggen van de kabels
11
Lees deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door, voordat u deze afstandsbediening in gebruik neemt.
Elektrische aansluiting van het gedeelte voor de zenderontvangst
13
U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik.
Aansluiting op de centrale vergrendeling
15
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Dienst,
voor de zenderontvangst
25
Wissen van handzenders
25
Nacoderen van handzenders
26
Bedieningshandleiding
26
Vervangen van de batterijen
27
Technische specificaties
27
Nederland: 053 – 428 54 80 Ma. – vr. 09.00 – 20.00 uur E-mail:
[email protected]
2
Schakelaarinstellingen op het gedeelte
3
Aanwijzingen betreffende het gebruik van de inbouwhandleiding Waarschuwing! Veiligheidsaanwijzing: het niet in acht nemen kan leiden tot lichamelijk letsel of schade aan apparatuur. Let op! Veiligheidsaanwijzing: het niet in acht nemen leidt tot schade aan het materiaal en beïnvloedt het functioneren van de RC-100.
Dit teken kenmerkt inbouwstappen die u moet uitvoeren.
Opdat het inbouwen zonder problemen kan gebeuren, moet u deze montage- en bedieningshandleiding helemaal doorlezen voor u met de montage begint. Als de RC-100 van eigenaar verandert, moet u deze montage- en bedieningshandleiding meegeven.
Aanwijzingen betreffende de veiligheid en het inbouwen
-
Waarschuwing! Slechte kabelverbindingen kunnen tot gevolg hebben, dat door kortsluiting: kabels in brand vliegen de airbag in werking treedt elektrische besturingen beschadigd worden elektrische functies (richtingaanwijzers, remlicht, claxon, ontsteking, licht) uitvallen.
Let daarom op de volgende aanwijzingen: 4
Waarschuwing! Vanwege gevaar voor kortsluiting moet u, als u aan het elektrische gedeelte van de auto werkt, eerst de minpool van de accu losmaken. Bij voertuigen met een reserve- accu ook daar de minpool losmaken.
Bij het werken aan de bedrading 30 (ingang van accu plus direct) 15 (geschakelde plus, achter accu) 31 (terugvoer vanaf accu, massa) L (richtingaanwijzer links) R (richtingaanwijzer rechts) De veiligste manier van verbinden is, de uiteinden van de kabels aan elkaar te solderen en aansluitend te isoleren. Bij verbindingen die weer losgemaakt kunnen worden, alleen geïsoleerde kabelschoentjes, stekkers en vlakke steekhulzen gebruiken. Geen klemverbindingen (kabelverbindingen) of kroonsteentjes gebruiken. Bij kabelaansluitingen op 31 (massa): De kabel met kabelschoen en kartelring op een bij de auto horende massaschroef schroeven of met kabelschoen, schroef en kartelring op het materiaal van de carrosserie schroeven. Let op een goede massaoverbrenging!
auto moeten de volgende data opnieuw ingesteld worden: - radiocode - klok - tijdschakelklok - boordcomputer - zitpositie Aanwijzingen voor het instellen vindt u in de desbetreffende bedieningshandleiding.
Waarschuwing! In de auto gemonteerde onderdelen van de RC-100 moeten zodanig bevestigd worden, dat ze in geen geval (bij hard remmen, ongeluk) los kunnen schieten en letsel voor de inzittenden kunnen veroorzaken.
Let op! Bij het losmaken van de minpool verliezen alle tijdelijke geheugens van de comfortelektronica hun opgeslagen data. Afhankelijk van de uitrusting van de 5
Aanwijzingen inbouw
betreffende
veiligheid
Testlamp
Let op! Voor het controleren van de spanning in elektrische leidingen mag alleen een diodetestlamp of een voltmeter gebruikt worden. Testlampen met een lamp gebruiken te veel stroom en de auto-elektronica kan beschadigd worden.
diodetestlamp
of Voltmeter
Let op! Om schade te voorkomen, moet u zorgen voor voldoende speling bij het boren. Elk boorgat ontbramen en met een roest-protectiemiddel behandelen.
en
Introductie De RC-100 zendergestuurde afstandsbediening is een uitbreiding van de centrale vergrendeling van uw auto. Met een kleine zender opent en sluit u de deuren van uw auto. Als bevestiging van het openen resp. sluiten van de centrale vergrendeling worden de richtingaanwijzers gebruikt.
Voorwaarden voor het functioneren van de afstandsbediening Uw auto moet een voedingsspanning van 12 V bezitten. Uw auto moet voorzien zijn van een centrale vergrendeling. Sommige fabrikanten rusten hun auto’s uit met een spaar- centrale vergrendeling. In deze auto’s bevindt zich in de bestuurdersdeur geen servomotor, maar alleen een elektrische schakelaar. Bij deze types moet er een servomotor ingebouwd worden (b.v. WAECO art. nr. ML-11). Om vast te stellen of er een servomotor aanwezig is, handelt u als volgt: Sluit de auto af aan de kant van de passagier. Als de deur aan de bestuurderskant afgesloten is, is er een servomotor aanwezig. Als de bestuurdersdeur niet afgesloten is, moet er een servomotor ingebouwd worden (b.v. WAECO art. nr. ML-11).
Functies van de afstandsbediening Sluiten van de centrale vergrendeling Door op de bovenste toets van de handzender te drukken wordt de centrale vergrendeling gesloten. Dit wordt bevestigd door 1 x knipperen van de richtingaanwijzers.
Openen van de centrale vergrendeling Door nogmaals op de bovenste toets van de handzender te drukken wordt de centrale vergrendeling geopend. Dit wordt bevestigd door 2 x knipperen van de richtingaanwijzers. 6
7
Omvang levering Nr. 1 2 3
Aantal 1 1 1
Benodigd gereedschap
Omschrijving
Artikel-nr.
handzender ontvangstgedeelte aansluitkabel ontvangstgedeelte
RC-100 TX RC-100 RX RC-100 KA
Voor de inbouw en montage heeft u nodig: -
schroevendraaierset
Meetlat centerpunt hamer boren boormachine schroevendraaiers
hamer centerpunt
meetlat
Voor de elektrische aansluiting en controle heeft u nodig: -
diodetestlamp of voltmeter krimptang isolatietape krimpslang föhn soldeerbout soldeer
Voor het bevestigen van de ontvanger en kabels heeft u eventueel nog schroeven en kabelbinders nodig.
boormachine set boren
soldeerbout soldeer
krimptang
föhn
diodetestlamp of voltmeter
8
9
Montage van het ontvangstgedeelte
Zoek een geschikte plek voor het monteren van het ontvangstgedeelte. Geschikte plekken bevinden zich onder het dashboard, achter het middenconsole of achter het handschoenvak.
door pletten of schuren te verminderen. - Als de ontvanger achter de bekleding gemonteerd wordt, moet u er op letten dat u de bekleding daarna weer kunt monteren.
- Bij de bevestiging van de ontvanger d.m.v. schroeven moet u er op letten, dat geen andere onderdelen van de auto beschadigd worden.
Het leggen van de kabels Het niet correct leggen van de kabels en het maken van de kabelverbindingen leidt steeds weer tot niet goed functioneren of tot beschadigingen van onderdelen. Het juist leggen van kabels resp. de juiste kabelverbindingen is de basisvoorwaarde voor een permanente en correcte functie van de aangebrachte componenten. Let hierbij op de volgende punten: -
Leg de kabels dusdanig, dat ze niet beschadigd kunnen worden. Leg de kabels niet langs scherpe kanten, warme of beweegbare onderdelen van de auto.
-
Kabels langs originele kabelbomen leggen en indien mogelijk met isoleertape of kabelbinders vastleggen.
-
Als u kabels vanuit het interieur van de auto naar het motorcompartiment of de kofferbak legt, gebruik dan aanwezige doorvoertules in de scheidingswanden.
-
Voor het aansluiten van de kabels dient u alleen gebruikelijke methodes toe te passen. Zie hiervoor de vier volgende voorbeelden.
Geschikte plekken voor montage Let op de volgende aanwijzingen voor het kiezen van de montageplek: - Monteer de ontvanger zo, dat hij makkelijk toegankelijk is, zodat het naprogrammeren van handzenders mogelijk is. - Bevestig de ontvanger niet direct naast andere besturingsapparatuur. Dit leidt tot wederzijdse storingen bij deze apparaten. 10
Het kan leiden tot verkeerd functioneren en tot vermindering van het bereik van de afstandsbediening. - Let op voldoende afstand van ontvanger en kabelset tot mechanisch bewogen onderdelen van de auto, zoals b.v. de stuurkolom of rem-, koppelings- en gaspedaal, om beschadiging van de kabels of van de ontvanger
11
Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Kabel op originele 2 kabels met kabels aansluiten elkaar verbinden
Voorbeeld 3 Voorbeeld 4 Kabels op Kabels voorzien massa aansluiten van vlakstekkers
10 mm van de originele isolatie verwijderen
Van beide kabels Kabels 5 mm isolatie afstrippen afstrippen
Kabels 5 mm afstrippen
15 mm van de aan te sluiten kabel afstrippen
Een krimpslang vanca. 20 mm lengteover een kabel trekken
Passende stekkers met krimpaansluiting (b.v. vlaksteekhuls) gebruiken
Ø 6mm haak -kabelschoen met krimpaansluiting gebruiken
Elektrische aansluiting van het ontvangstgedeelte Let op! Vanwege gevaar voor Sluit het ontvangstgedeelte kortsluiting voor werkzaamheden aan m.b.v. het volgende aan de elektronica van de auto aansluitschema en het steeds de minpool van de accu schema voor de stekkers. losmaken. Bij voertuigen met een reserve- accu Door de aansluiting op de eveneens de minpool losmaken. richtingaanwijzers knipperen deze 1 of 2 x (indien wettelijk toegestaan).
Indelingsschema vrij
Aan te sluiten kabel om de originele kabel wikkelen en solderen
Beide kabels in elkaar draaien en solderen
Kabelschoen met krimptang op het uiteinde van de kabel krimpen
Kabelschoen met krimptang op het uiteinde van de kabel krimpen
vrij vrij zwart
massa (-) kl. vrij vrij
Kabel met isoleertape isoleren
Krimpslang over de soldeerplek schuiven en enigszins verwarmen
Kabelschoen op een origineel massapunt vastschroeven
Indien nodig aansluiting met isolatiehuls gebruiken
zwart/wit
richtingaanwijzer links
zwart/groen
richtingaanwijzer rechts vrij
grijs/geel
dicht
grijs/rood rood/geel blauw/geel
open
blauw/rood rood/zwart rood
12
accu + 12V kl. 30
13
Indelingsschema stekkers
Aansluiting op de centrale vergrendeling
16 rood
15 rood/ zwart
14 blauw/ rood
13 blauw/ geel
12 rood/ oranje
11 grijs/ rood
10 grijs/ geel
9 vrij
8 zwart/ groen
7 zwart/ wit
6 vrij
5 vrij
4 zwart
3 vrij
2 vrij
1 vrij
Schema voor aansluiting richtingaanwijzers Klem 30 (+ accu) Klem 15 (+ ontsteking)
vrij vrij
richtingaanwijzer relais
vrij
zwart
Massa (-) kl. 31 vrij vrij
zwart/wit zwart/groen
richtingaanwijzer links
richtingaanwijzer rechts
Bij alle andere elektrisch gestuurde centrale vergrendelingen moet eerst de manier van functioneren uitgezocht worden. Hiervoor kunt u het beste de originele schakelschema’s van de autofabrikant gebruiken.
defect van de centrale vergrendeling en van de afstandsbediening leiden. Controleer hoe de centrale vergrendeling van uw auto functioneert. Sluit de centrale vergrendeling aan met behulp van de schema’s Bij sommige auto’s, b.v. Mercedes, kan het zijn dat de aansturingtijd van 0,6 sec. niet voldoende is om de centrale vergrendeling volledig aan te sturen. In dergelijke gevallen moet u de aansturingtijd verhogen van 0,6 sec. naar 3,5 sec. Hiertoe moet het ontvangstgedeelte losgekoppeld worden van de bekabeling en moet de brug naast de steekverbinding verwijderd worden.
richtingaanwijzer links richtingaanwijzer rechts vrij
gesloten centrale vergrendeling schakelschema’s
Als u niet beschikt over de originele schema’s, moet u de functie van de stuurkabels, die van de centrale vergrendeling naar de deur lopen, uit zien te vinden.
open
rood
accu 12 V
Klem 31 (- accu)
14
Praktisch alle centrale vergrendelingen worden elektrisch gestuurd. Bij centrale vergrendelingen, die in de deur geen servomotor hebben (deze zijn daar aan te herkennen, dat de deur van de chauffeur niet vanaf de kant van de passagier ver- c.q. ontgrendeld kan worden), moet er een servomotor in de deur aan de bestuurderskant ingebouwd worden. Hiervoor kan de enkele servomotor, WAECO Art. nr. ML-11, gebruikt worden. Deze dient volgens het schema nr. 1 aangesloten te worden.
Let op! De aansluiting mag alleen via de stuurkabels van de centrale vergrendeling lopen en niet via andere kabels. Het aansluiten op andere kabels dan de stuurkabels of het gebruik van een verkeerd schema bij het aansluiten kan tot het 15
Schema nr. 1
Schema nr. 2
Twee van min naar + 12 V sturende kabels
Centrale vergrendeling motoren
grijs/ geel grijs/ rood
grijs/geel groen
grijs/rood
blauw
dicht
blauw/ geel blauw/ rood
blauw/geel
rood/ zwart
rood/zwart - min massa
rood/geel
rood/geel
blauw/rood
12 Volt accu
dicht
open
open Originele C.V.- besturing
open
+ 12 V accu
massa 12 volt massa 12 Volt
dicht
16
17
Schema nr. 3:
Schema nr. 4:
twee +12V impulssturende kabels
Besturing van de originele Centrale Vergrendeling
twee minusimpulssturende kabels
Besturing van de originele Centrale Vergrendeling
isoleren
grijs/ geel
grijs/ geel grijs/ rood
dicht grijs/ rood
rood/geel Originele besturingsschakelaar centr. vergrendeling (autodeur)
dicht
blauw/ geel blauw/ rood rood/ zwart
open
Originele besturingsschakelaar centr. vergrendeling (autodeur)
rood/geel blauw/ geel blauw/ rood
open
rood/ zwart
open dicht + 12 V
open
+ 12 V accu - minus massa
18
dicht
- minus accu
19
Schema nr. 5:
één open en minusimpulssturende kabel
grijs/ geel
grijs/ geel grijs/ rood
dicht
rood/geel blauw/ geel blauw/ rood
dicht
grijs/ rood
blauw/ geel blauw/ rood
open
rood/ zwart
dicht -minus massa
dicht
rood/geel
rood/ zwart
open +12 V
open
Originele besturingsschakelaar centr. vergrendeling (autodeur)
open
+12 V
Originele besturingsschakelaar centr. vergrendeling (autodeur)
-minus massa
isoleren
-minus massa
een +12 en minusimpulssturende kabel
Besturing van de originele Centrale Vergrendeling
Besturing van de originele Centrale Vergrendeling
20
Schema nr. 6:
-minus massa
+12V accu
21
voor aansluiting op WAECO centrale
vergrendeling ML44(22)IR
Magic lock
Schema nr. 8
voor de aansluiting op WAECO centrale vergrendeling ML 44(22)
Magic lock
besturing voor centr. vergr.
Pin 5
besturing voor centr. vergr.
grijs/ geel grijs/ rood
Pin 10
Schema nr. 7
grijs/ geel grijs/ rood
dicht
rood/geel
rood/geel
blauw/ geel
blauw/ geel
blauw/ rood
blauw/ rood
open
open
rood/ zwart
rood/ zwart
isoleren
isoleren
dicht
-minus massa
-minus massa Belangrijk! Controleer of bij “sluiten” met de afstandsbediening de richtingaanwijzers 1 x knipperen. Als ze 2x knipperen, moet de blauw/rode kabel op de zwarte kabel en de grijs/ rode kabel op de rode kabel van de besturing geklemd worden.
22
Belangrijk! Controleer of bij “sluiten” met de afstandsbediening de richtingaanwijzers 1 x knipperen. Als ze 2x 2 x knipperen, moet de grijs/ rode kabel op pin 5 en de blauw/rode kabel op pin 10 van de besturing geklemd worden.
23
Instellingen op het ontvangstgedeelte Aanwijzing! Opdat de instellingen door het ontvangstgedeelte herkend worden, moet eerst de aansluitstekker er uitgetrokken worden.
Nacoderen van handzenders brug
Brug 1 Met deze brug wordt de stuurtijd voor het relais naar de aansturing van de centrale vergrendeling ingesteld. Open “3,5 sec” De originele CV wordt 3,5 sec lang aangestuurd. Deze positie is bij sommige originele CV’s nodig, die pneumatisch werken en daarom voor het sluiten meer dan 0,6 sec nodig hebben. Gesloten “0,6 sec” Deze positie is voor alle elektrische CV’s, die in de regel minder dan 0,6 sec. tijd nodig hebben voor het sluiten.
Wissen van handzenders U kunt handzenders (b.v. verloren gegane handzenders) uitsluiten van het gebruik van uw afstandsbediening, door de handzender(s) die wel moeten functioneren 5 x achter elkaar opnieuw te coderen. Handel hierbij zoals in het volgende hoofdstuk “Nacoderen van handzenders” beschreven wordt.
Open het voertuig met de handzender. Ga in de auto zitten. Alle deuren moeten gesloten maar niet vergrendeld zijn. Stap 1: druk gedurende ca. 3 sec. op de onderste toets van een actieve goed functionerende handzender. De installatie bevindt zich nu in de codeermode. Ter bevestiging worden de portieren vergrendeld. Stap 2: druk op de bovenste toets van de nieuwe handzender tot als bevestiging van de nieuwe codering de centrale vergrendeling geopend wordt. Test de nieuwe handzender. Als de nieuwe handzender niet functioneert, moet u de voorgaande stappen herhalen.
Bedieningshandleiding Centrale vergrendeling openen/ sluiten Het openen en sluiten van het voertuig wordt via de bovenste toets van de handzender gestuurd. Het openen wordt bevestigt door twee keer knipperen van de richtingaanwijzers, het sluiten door 1 x knipperen. Voor een perfect functioneren van de afstandsbediening is een storingsvrije zendverbinding tussen zender en ontvanger noodzakelijk. Het bereik bedraagt afhankelijk van de inbouwsituatie van de ontvanger en het zendvermogen van de storende elementen in de omgeving ca. 20 meter. De handzender zendt bij iedere druk op de bovenste toets een nieuwe code (wisselcode). Als de handzender te vaak wordt gebruikt zonder dat de ontvanger het zendsignaal bevestigt, kan het zijn dat de ontvanger de handzender niet onmiddellijk herkent. U moet dan de handzender nog 1 - 2 keer indrukken. Uiterlijk bij de derde keer drukken herkent de ontvanger de zender weer.
24
25
Vervangen van de batterij Als het bereik van de handzender aanmerkelijk kleiner wordt of als de controleLED bij het zenden knippert, dan moet de batterij vervangen worden. Gebruik alleen tegen uitlopen beschermde batterijen die voor elektrische apparaten geschikt zijn. Houd batterijen buiten bereik van kinderen. Probeer nooit batterijen weer op te laden, te openen of ze in het vuur te gooien. Bescherm het milieu! Gebruikte batterijen horen niet bij het huisvuil, maar worden in openbare verzamelbakken of bij winkels ingezameld en deskundig verwijderd. Draai de schroef aan de onderkant van de handzender er uit en open de zender. Vervang de batterij. Let bij het inleggen van de batterij op de juiste poling (batterijtype 23A 12 Volt). De pluspool zit boven. Dit type batterij is o.a. verkrijgbaar bij fotozakken, horlogerieën, enz. Plaats het deksel van de handzender weer terug en draai de schroef er weer in.
Technische specificaties Voedingsspanning Ruststroomverbruik Max. stroomverbruik Werktemperatuur Zendfrequentie Bereik Schakelstroom centr. vergrendeling Schakelstroom aansturing richtingaanwijzers Aansturingtijd centr. vergrendeling Aansturingtijd richtingaanwijzers Afmetingen handzender (l x b x h) Afmetingen ontvanger (l x b x h)
26
9 - 16 V DC 5 mA 16 A gedurende korte tijd -40 tot +85 °C ontvanger -20 tot +60 °C zender 433.92 MHz 10 m ... 20 m max. 10 A max. 2 x 5 A naar keuze 0,6/3,5 sec. 1 x 0,75 sec. / 2 x 0,75 sec. / Aan / Uit 60 x 38 x 13 mm 70 x 57 x 30 mm
27