Synopsis T.B.V HUISARTSENKRING AMSTERDAM/ALMERE
Zelfzorg: mogelijkheden in de huisartsenpraktijk Een verkenning van de visies van huisartsen en praktijkondersteuners op de promotie van zelfzorg in de huisartsenpraktijk
Annelie van den Boogaard, Msc
Begeleider: dr Frans J. Meijman, VU Medisch Centrum Amsterdam Afdeling: Huisarts- en ouderengeneeskunde VU Medisch Centrum In opdracht van: Huisartsenkring Amsterdam/Almere (HKA) Datum: 25 november 2014
Dit verkennende kwalitatieve onderzoek naar promotie van zelfzorg in de huisartsenpraktijk laat een diversiteit aan opvattingen en ervaringen zien. Daarbij is een aarzelende houding ten aanzien van zelfzorgpromotie bij huisartsen geconstateerd. De vraag rijst of zelfzorgpromotie binnen de taken van een huisarts ligt. Daarnaast worden zorgen geuit over de motivering van het gevoerde beleid, tijdsrestricties in consulten en de motivaties en houdingen van patiënten. Concrete aangrijpingspunten voor het bevorderen van zelfzorg lijken niet gelijk voor de hand te liggen, maar mogelijkheden zijn wel gevonden: het bevorderen van sociale controle en het uitvoeren van een individueel zorgplan. Daarbij kan een maatwerk-aanpak voor promoten van zelfzorg worden geopperd. Zorgverleners en patiënten kunnen hun houding ten aanzien van zelfzorgpromotie en zelfzorg veranderen. Een gemeenschappelijke visie op het begrip en opvattingen over zelfzorg kan worden bereikt met een publiek debat., wellicht aangestuurd door een op te richten centraal instituut voor volksgezondheidscommunicatie. Een publiek debat kan
zich richten op voorkeuren van patiënten en zorgverleners ten aanzien van zelfzorginterventies. Bovendien kunnen door een dergelijk debat de waarden en werkomstandigheden van zorgprofessionals kenbaar gemaakt worden.
De
taakopvatting
en
mogelijkheden
van
zelfzorgpromotie
kunnen
door
(na)scholing,
beroepsverenigingen en gespecialiseerde media worden opgepakt.
Inleiding Gezondheidsbeleid en beleidsthema’s zijn in toenemende mate gericht op het faciliteren van gezond gedrag, het herstellen van de verantwoordelijkheid van mensen en het hebben van meer aandacht met betrekking tot preventie in de curatieve zorg. Het bevorderen van zelfzorg in de spreekkamer van de reguliere zorg kan in deze thema’s een leidende rol spelen. Zelfzorg is beschreven als de praktijk van activiteiten voor het handhaven van het leven, gezondheid en welzijn, die individuen zelf initiëren en uitvoeren. In de huisartsenpraktijk kan zelfzorg betrekking hebben op het stimuleren van preventie en gezond gedrag en het aanmoedigen van patiënten om verantwoordelijkheid en controle voor hun eigen gezondheid te nemen. Alvorens te overwegen meer/nieuwe aandacht te besteden aan de promotie van zelfzorg in de huisartsenpraktijk, is het van belang de opvattingen en ervaringen van zorgprofessionals en patiënten te achterhalen op dit onderwerp. Daarom richt dit onderzoek zich - op verzoek van de Huisartsenkring Amsterdam/Almere - op de opvattingen, ervaringen en verwachtingen van huisartsen en praktijkondersteuners ten aanzien van zelfzorgpromotie. De doelstelling van dit onderzoek is om aanbevelingen voor het bevorderen van zelfzorg in de huisartsenpraktijk te verstrekken, door de mogelijkheden en beperkingen van de promotie van zelfzorg in de huisartsenpraktijk te identificeren. Dit kwalitatief verkennend
2
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]
onderzoek richt zich op semigestructureerde interviews met huisartsen, praktijkondersteuners en in beperkte mate patiënten en experts. De aanpak van het onderzoek en de samenvatting van de resultaten volgen na de conclusie en aanbevelingen.
Conclusie Uit dit onderzoek komt een diversiteit aan opvattingen en ervaringen met betrekking tot zelfzorg en zelfzorgpromotie in de huisartsenpraktijk naar voren. De diverse opvattingen zijn te verdelen in vier definities. Deze zijn: (1) zelfzorg in de vorm van zelfzorggeneesmiddelen of “huismiddeltjes”, (2) bewustzijn van gezond leven en gezondheid, (3) het opzoeken van informatie bij een klacht of kwaal, en (4) leefstijlveranderingen en monitoring van klachten. Tevens is een aarzelende houding ten opzichte van zelfzorgpromotie in de huisartsenpraktijk geconstateerd. Door de terughoudende opstelling ten aanzien van bevorderen van zelfzorg, de moeilijkheid om patiënten te motiveren en de neiging tot het geven van medische behandelingen kan gesuggereerd worden dat er een stilte in de spreekkamer heerst met betrekking tot zelfzorgpromotie. Deze stilte in de spreekkamer ligt voornamelijk in de vraag of de zorgverlener verantwoordelijk is om patiënten te attenderen op mogelijke risico’s van een ongezonde leefstijl. Daarbij is het huidige consultsysteem belemmerend. Een consult van 10 minuten wordt als te kort gezien om de gepresenteerde klacht te onderzoeken, een diagnose te stellen, de patiënt te informeren op behandelingsopties en zelfzorgadviezen te verstrekken. Gevonden zelfzorgadviezen die kunnen worden gegeven zijn voornamelijk generieke adviezen als afvallen, meer bewegen of stoppen met roken. Mogelijke aangrijpingspunten voor het promoten van zelfzorg lagen in het bevorderen van sociale controle en opstellen van een individueel zorgplan. Van de gevonden mogelijkheden kan worden geopperd dat bevorderen van zelfzorg een maatwerk-aanpak nodig heeft. Daarbij, zijn vervolgafspraken met patiënten die een zelfzorgadvies hebben gekregen niet te vergelijken met vervolgafspraken met patiënten in verband met medische behandelingen?
Aanbevelingen Concretiseren van begrip Gezien de gevonden diversiteit aan opvattingen over het begrip zelfzorg werd het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd wat concreet onder zelfzorg in zorgsituaties wordt verstaan. Daaruit bleek dat voor het maken van gezondheidsbeleid geen concrete definitie van zelfzorg wordt gebruikt. De onduidelijkheid over het begrip zelfzorg in diverse beleidsplannen en over de inhoud van de plannen weerspiegelt zich wellicht in de stilte in de spreekkamer met betrekking tot zelfzorgpromotie. Wanneer men een zelfzorgbeleid wil voeren is het een aanbeveling om een gemeenschappelijke visie te hebben van wat zelfzorg
3
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]
inhoudt en wat bevordering van zelfzorg met zich meebrengt. Uit deze studie kan worden voorgesteld om de term ondersteunde zelfzorg te hanteren wanneer men bedoelt dat zelfzorg ondersteund en bevorderd kan worden in zorgsituaties. Een gemeenschappelijke visie kan worden bereikt door een publiek debat te voeren. Bovendien kunnen beleidsmedewerkers door een dergelijk publiek debat bewust worden gemaakt van waarden en werkomstandigheden van zorgprofessionals. Doorbreken van de stilte In lijn met onze resultaten, geeft diverse literatuur ook weer dat huisartsen terughoudend zijn en zich verkijken op de verwachtingen en behoeften van patiënten ten aanzien van gezondheid- en leefstijladviezen. Om de stilte in de spreekkamer ten opzichte van zelfzorg te doorbreken zijn onderstaande aanbevelingen gegeven voor zorgverleners en patiënten. Zorgverleners Ondersteunen van mensen die beter voor zichzelf moeten zorgen om eventuele risico’s te verminderen, vraagt een transformatie van een voornamelijk reactieve opstelling naar een proactieve houding. Het ondersteunen van zelfzorg vraagt om competenties als het verstrekken van informatie, motiveren van patiënten en het controleren van de naleving van zelfzorgadviezen. Het bevorderen van zelfzorg binnen de praktijk kan volgen uit een maatwerk-aanpak en uit de integratie van sociale controle om naleving te verbeteren. Daarbij zou het maken van vervolgafspraken met patiënten met zelfzorgadviezen even normaal kunnen worden als de begeleiding van een patiënt met een medische behandeling. Deze mogelijkheden kunnen door (na)scholing, beroepsverenigingen en gespecialiseerde media worden opgepakt en kenbaar worden gemaakt. Patiënten en burgers Patiënten en burgers kunnen bewust worden gemaakt van een gezonde leefstijl en het belang van zelfzorg door middel van onderwijs, publieke communicatie en een publiek debat. De meeste mensen hebben een rooskleurig beeld van hun eigen gezondheid, met als gevolg dat men minder ontvankelijk is voor een zelfzorgadvies. De overheid kan een prominentere rol hebben in het verhogen van gezondheidsbewustzijn en zorgprofessionals faciliteren in zelfzorgcommunicatie. Een publiek debat kan zich richten op voorkeuren van patiënten en zorgverleners ten aanzien van zelfzorginterventies. Coördineren van een debat Een publiek debat kan worden ondersteund door een alliantie tussen belanghebbende en betrokken zorgverleners en een centraal instituut voor volksgezondheidscommunicatie. Deze samenwerking kan het gesprek van zelfzorgpromotie in de gezondheidszorg en de voorgestelde transformatie van de gezondheidszorg op gang brengen en ondersteunen. Een dergelijk instituut kan een publiek debat over het bevorderen van zelfzorg in de
4
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]
huisartsenpraktijk organiseren en zich richten op de uitwisseling van opvattingen van zorgverleners en patiënten. Aanbevelingen voor vervolgonderzoek Waarom er geen concrete zelfzorgadviezen zijn gevonden is opmerkelijk. Misschien vergeten huisartsen het in een vraaggesprek? Het kan zijn dat er een herinneringsvertekening is, omdat het om alledaagse zaken gaat, oftewel de huisartsen konden het zich niet meer herinneren of voor de geest halen. Daarom kan voor een vervolgonderzoek de consultvoering geobserveerd worden in vivo of via videomateriaal. Daarmee kan geanalyseerd worden of en hoe zelfzorgadviezen worden gegeven en hoe de patiënt gemotiveerd wordt.
Bespiegeling ‘Wat uw klachten kunnen verergeren is overgewicht. Daar zou u iets aan kunnen doen’. Deze uitspraak is niet ongewoon in de spreekkamer, maar wat is het effect van zo een gemaskeerd advies? De keuze ligt hier bij de patiënt om wat aan zijn/haar overwicht te doen, om zo de klachten en eventuele gezondheidsrisico’s te verminderen. Maar zou u zich hierdoor aangespoord voelen om daadwerkelijk iets aan uw overgewicht te doen? Helaas zijn dit soort aarzelend motiverende uitspraken meer gewoon dan ongewoon. Is het niet een taak van de huisarts om de patiënt te motiveren tot zelfzorgbevordering door ook hierin op de patiëntgerichte zorg te leveren? Dit zou bereikt kunnen worden door het gebruik van motiverende gesprekstechnieken met daarbij een maatwerk-aanpak. Tevens zouden vervolgconsulten van een patiënt met een zelfzorgadvies ingebouwd kunnen worden in het werksysteem van de huisarts. Waarom wél een patiënt met een medicijnadvies na 4-8 weken terug laten komen, maar een patiënt die daadwerkelijk iets aan de gezondheid moet veranderen niet? Ons lijkt dat ook deze patiënten een duurzame zorgbehoefte kunnen hebben. Vervolgafspraken inplannen kan de patiënt motiveren om daadwerkelijk het advies uit te voeren. Daarbij worden de kernwaarden van de huisarts in stand gehouden: concretiseren van de aard van het gezondheidsprobleem, anticiperen en nazorg faciliteren.
5
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]
Methode Dit verkennende kwalitatieve onderzoek was uitgevoerd met semigestructureerde vraaggesprekken die zijn gehouden met huisartsen, praktijkondersteuners en in beperkte mate patiënten. De hoofdvraag die in dit onderzoek werd gehanteerd was: “wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van promotie van zelfzorg in de huisartsenpraktijk volgens de visies, ervaringen en verwachtingen van huisartsen en praktijkondersteuners?” Met een literatuurstudie werd het onderwerp geëxploreerd en een theoretisch raamwerk opgesteld. Het theoretische raamwerk zorgde voor een basis van de interviews en werd gebruikt voor het analyseren van de data. Met de vraaggesprekken werd eerst onderzocht wat de visies op het begrip zelfzorg en zelfzorgpromotie in de huisartsenpraktijk zijn. Tevens werden de visies van de zorgverleners op promotie van zelfzorg geïdentificeerd met behulp van vignetten, deze schetsten patiënt voorbeelden waarvoor zelfzorgbevordering een rol zou kunnen spelen. In totaal werden 24 vraaggesprekken gehouden, waaronder 13 huisartsen, 6 praktijkondersteuners, 4 patiënten en 1 expert van Zelfzorg Ondersteund. De interviews werden getranscribeerd en met een data-analyse werden relevante fragmenten gecodeerd, door het toekennen van koepeltermen en een onderverdeling in clusters en typeringen. Onderzoekers-bias werd beperkt doordat twee interviews werden geanalyseerd en vergeleken met een andere onderzoeker, waarbij een interbeoordelaarsovereenstemming werd gemaakt.
Resultaten Definities van zelfzorg Vier verschillende beschrijvingen van de term zelfzorg werden gevonden. Deze waren: (1) zelfzorg in de vorm van zelfzorggeneesmiddelen of “huismiddeltjes”, (2) bewust zijn van gezond leven en gezondheid, (3) het opzoeken van informatie bij een klacht of kwaal, en (4) leefstijlveranderingen en monitoring van klachten. Zelfzorggeneesmiddelen of behandeling De meeste huisartsen zagen zelfzorg als iets wat een persoon op eigen initiatief kan doen om klachten of kwaaltjes te genezen. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat een persoon met griepverschijnselen naar de drogist gaat om paracetamol te halen of dat iemand op tijd naar bed gaat. Deze beschrijving van zelfzorg werd gezien als iets wat volkomen buiten de zorg valt, omdat als een persoon een medische instelling benadert het “zelf” van zelfzorg wegvalt. Gezondheidsbesef Een andere beschrijving van zelfzorg was dat de patiënt zich bewust is van wat goed en slecht voor de gezondheid is. Deze vorm van zelfzorg werd gezien als voor jezelf zorgen op het gebied van voeding, beweging, hygiëne en sociaal leven. Voornamelijk de overheid heeft in het creëren van bewustheid over gezondheid een rol. Zoeken van gezondheidsinformatie De volgende beschrijving van zelfzorg is op het gebied van informatie zoeken en het proberen te begrijpen van bepaalde ervaren klachten. Een huisarts vond dat zelfzorg betekende dat als er frictie in iemands gezondheid ontstaat, deze persoon begrijpt dat het ondernemen van een actie
6
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]
noodzakelijk is. Daarom bevindt deze vorm van zelfzorg zich niet compleet buiten het medische veld. Men vond dat als iemand verduidelijking of informatie vraagt bij een doktersassistent of huisarts dat dit nog steeds een vorm van zelfzorg is. Leefstijlverandering en zelfcontrole De laatste bepaling die werd gevonden van zelfzorg werd voornamelijk gegeven door de praktijkondersteuners. De omschrijving was dat een patiënt ondersteund en gemotiveerd kan worden in het veranderen van een leefstijl, om klachten of risico’s voor het ontwikkelen van een ziekte te verminderen. Tevens werd door sommige praktijkondersteuners het controleren en interpreteren van ziektesymptomen (zoals bij een chronische ziekte) gezien als zelfzorg. Taakopvatting De huisartsen die zelfzorg omschreven als zelfzorggeneesmiddelen en het bewust zijn van gezondheid, zagen het bevorderen van zelfzorg niet als een taak. De praktijkondersteuners en sommige huisartsen zagen het ondersteunen van een patiënt bij zijn zelfzorg wél als een taak. Deze respondenten zagen het als een taak, omdat sommige patiënten het op eigen kracht niet kunnen. Deze respondenten verklaarden wel dat patiënten een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van hun gezondheid hebben, maar dat ze (opnieuw) geleerd moeten worden hoe ze voor zichzelf kunnen zorgen. Een huisarts maakte een vergelijking met het dragen van een autogordel: “Natuurlijk hebben mensen hun eigen verantwoordelijkheid voor hun gezondheid, maar ik vergelijk het met het dragen van een autogordel, daar heb je ook je eigen verantwoordelijkheid. Maar het wordt wel gecontroleerd door de politie. Op die manier denk ik dan.. dat wordt ook gecontroleerd door een ander en krijg je een boete voor, ondanks dat het je eigen verantwoordelijkheid is.” Zorgverleners factoren Gereserveerde houding Bij de meeste huisartsen is een terughoudende opstelling ten opzichte van het promoten van zelfzorg gevonden. Deze houding kan worden gezien in de taakopvatting van sommige huisartsen. Een aantal huisartsen zagen zelfzorg als iets wat niet ondersteund kan worden in de praktijk, maar wat een individu zelf moet doen. Andere huisartsen vermelden dat door tijdsbeperkingen, moeilijkheden in het motiveren van patiënten en de lage naleving van zelfzorgadviezen, zij het vaak bij de klacht van de patiënt houden. Medische opties domineren Bij de meeste huisartsen werd een meer reactieve dan proactieve houding gevonden, waarbij men meer op de medische as dan op de non-medische as zit. De eerste reacties op de vignetten waarin patiëntvoorbeelden geschetst werden, waren voornamelijk gericht op medische behandelingen of verwijzingen. Genoemde antwoorden waren verhoging van pijnmedicatie en verwijzingen naar een psycholoog of fysiotherapeut. Verstrekking van zelfzorgadviezen Bij het gebruik van de vignetten werden zelfzorgadviezen niet meteen gegeven. Vormen van zelfzorgbevordering werden pas gevonden nadat benadrukt werd dat geen medische opties beschikbaar waren. Sommige huisartsen gaven aan dat zelfzorgadviezen werden gegeven als de klacht een resultaat is van de leefstijl van de patiënt of als de klacht alleen behandeld kan worden
7
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]
met zelfzorgacties. Ook als patiënten zelf gemotiveerd zijn om iets te veranderen kan er worden overgegaan tot een zelfzorgadvies. Een paar huisartsen stelden dat ze na een klachtbehandeling er naar vragen of de patiënt een volgend consult wil praten over zijn gezondheid. Motiveren van patiënten Gevonden is dat huisartsen een patiënt motiveren door het schetsen van een bepaalde toekomstbeeld. Daarbij verwachten huisartsen dat de patiënt zich bewust wordt van de mogelijke risico’s die een bepaalde leefstijl met zich mee brengt. Eén huisarts had een andere manier van motiveren, door de patiënt in zijn eigen kuil te doen trappen: “Een van de dingen die je dan doet, in lesgeven motiveren, mensen in hun eigen kuil te doen trappen en te zeggen van het is best wel lekker dat roken he, je gaat beter naar het toilet en je voelt je alerter etc. en dan zie je de mensen je aankijken van waar heeft hij het nou over? Dan beginnen ze zelf te zeggen van ja maar het is toch ook slecht? Dan zeg je van hoe veel rookt u? 3 pakjes? Nee 2, maar ja 2 is ook wel veel… in die trant zeg maar, de patiënt zelf laten nadenken.” De meeste praktijkondersteuners vonden dat huisartsen meer invloed hebben op de motivatie van patiënten om beter voor zichzelf te gaan zorgen. Ook de patiënten die in dit onderzoek werden meegenomen vonden dat huisartsen een positievere invloed kunnen hebben op hun motivatie. Patiënt factoren De meeste huisartsen geloven dat patiënten die een huisarts consulteren zich zorgen maken over de gezondheid en hulp nodig hebben van een medische expert. Het opleidingsniveau of intelligentie van een patiënt kan volgens de huisartsen meespelen in het wel of niet consulteren van een arts. Hoger opgeleiden kunnen beschikbare informatie beter interpreteren en de ervaren klachten beter relativeren, zodat consulten minder snel worden aangevraagd. Opzoeken van informatie Veel huisartsen denken dat de hoeveelheid aan informatie die op het internet beschikbaar is mensen ongeruster kan maken over hun gezondheid. Daarbij kan een klacht zwaarder geïnterpreteerd worden of is er een kans op angst voor het hebben van een bepaalde ziekte. De meeste huisartsen vonden het niet erg dat patiënten met opgezochte informatie het consult binnenkomen. Hierdoor kunnen patiënten hun klacht beter articuleren en kunnen bepaalde zorgen ook worden uitgesproken. Motivatie De motivatie van een patiënt is volgens alle zorgverleners erg belangrijk in de promotie van zelfzorg. Dit kwam voornamelijk naar voren bij een vignet waarin de patiënt door zijn vrouw naar de dokter is gestuurd. Alle zorgverleners vroegen of de patiënt gekomen was omdat zijn vrouw hem had opgedragen, of dat hij zelf ook wilde weten wat hij er aan kan doen. Een patiënt zijn motivatie voor zelfzorg is vaak groter wanneer serieuze klachten worden ervaren. Iets aan de gezondheid of leefstijl doen is erg moeilijk, daarom vragen deze patiënten vaak om andere behandelingsmethode als medicatie of ingrepen. Daarnaast is de zorgprofessionals een patiënt met een andere cultuur heel moeilijk te motiveren om iets te veranderen in leefstijl, omdat deze vaak andere gedachten erop nahouden op wat betreft gezondheid.
8
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]
“Dat wil ik niet horen” Veel zorgverleners geloven dat patiënten niet gewezen willen worden op hun ongezonde leefstijl en gezondheid. Deze zorgverleners denken dat een patiënt zich beledigd voelt als hij of zij wordt verteld iets aan zijn of haar gezondheid te doen. Een praktijkondersteuner vertelde dat een patiënt bij haar was gekomen om te vertellen dat het gegeven advies om af te vallen haar heel erg veel pijn had gedaan. Alleen had deze patiënt het wel in acht genomen, ze was afgevallen en was zelfs voedingsconsultant geworden. Arts-patiënt relatie factoren Een vertrouwensband tussen arts en patiënt is volgens veel zorgverleners belangrijk in het bevorderen van de zelfzorg van een patiënt. Sommige praktijkondersteuners dachten dat huisartsen terughoudend in het verlenen van zelfzorg adviezen zijn, omdat het de vertrouwensband tussen arts en patiënt kan schaden. Zijzelf hebben daar minder last van, omdat het contact tussen patiënt en praktijkondersteuner vaak voor een specifieke tijdspanne is. Contextuele factoren Sommige huisartsen vonden dat de Nederlandse maatschappij meer individualistisch is geworden. Daardoor zou het kunnen dat men meer geneigd is om hulp te zoeken bij een medisch deskundige. Zo worden vragen die vroeger werden behandeld in iemands persoonlijke omgeving nu bij de gezondheidszorg neergelegd. Alle huisartsen vonden het zelfzorgpromotiebeleid in principe goed, als het is gericht op het geven van de verantwoordelijkheid aan de betrokkene(n) zelf en het verhogen van de zelfredzaamheid van mensen. Huisartsen zouden het een negatief beleidstreven vinden als het als doel het weerhouden van patiënten heeft. Huisartsen hebben een poortwachtersfunctie en houden patiënten uit de specialistische zorg. Als er voor patiënten barrières worden opgeworpen door bezuinigingen om naar de huisarts te gaan, dan bestaat de kans dat mensen alleen maar zieker bij een hulpverlener aankloppen omdat ze veel te lang met iets doorlopen. Beperkingen Naast de terughoudende opstelling van zorgverleners en de moeite die het kost om patiënten te motiveren voor zelfzorg, werd er nog een dilemma gevonden. De meeste huisartsen vonden het lastig te bepalen of het hun taak is om iets over zelfzorg te zeggen als de klachten van een patiënt niet het gevolg zijn van een ongezonde leefstijl. Vaak zijn aan een ongezonde leefstijl bepaalde risico’s gerelateerd, maar is de huisarts verantwoordelijk voor elk mogelijk risico ten gevolge van een ongezonde leefstijl? Daarbij, willen sommige patiënten niks horen over hun manier van leven, omdat het een eigen keuze en verantwoordelijkheid is. Het is nog steeds niet strafbaar om een te hoge BMI te hebben, waarom moet de huisarts hier dan bestraffend naar kijken? Daadwerkelijke aanknopingspunten Naast de beperkingen voor zelfzorg promotie in de huisartspraktijk zijn er ook concrete adviezen voor zelfzorgpromotie aangedragen. Informatievoorziening Sommige zorgverleners denken dat het geven van informatie op papier de patiënt bewuster over ziekte en gezondheid kan maken. In een consult wordt vaak veel informatie gegeven, maar huisartsen zagen in dat deze informatie gemakkelijk vergeten kan worden. Als informatie of
9
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]
verwijzingen naar informatieve sites op papier worden gegeven, kan een patiënt dit op zijn gemak nalezen en thuis opzoeken. Het maken van controle-afspraken Patiënten met een medische behandeling worden gevraagd om na 2-8 weken terug te komen om het verloop of de vooruitgang te bekijken. De huisartsen merkten op dat patiënten die een zelfzorgadvies hebben gekregen niet gevraagd worden om een vervolgafspraak te maken. Het maken van vervolgafspraken met patiënten die een dergelijk advies hebben ontvangen, werd gezien als een mogelijkheid om ondersteuning van deze patiënten te verhogen. Praktijkondersteuners werken wel met vervolgafspraken, gemiddeld elke 3 maanden voor een patiënt met diabetes en voor andere chronische ziekten eens per jaar. Echter, in deze afspraken wordt voornamelijk gesproken over het managen van de ziekte en ligt er minder nadruk op de leefstijl en zelfzorg van de patiënt. Concrete adviezen Een concreet hulpmiddel dat door een praktijkondersteuner wordt gebruikt is een individueel zorgplan boekje. Hierin schrijft de patiënt welke doelen hij/zij wil behalen, in welk tijdsbestek en met welke middelen. Deze praktijkondersteuner vond dat de doelen makkelijker gecontroleerd kunnen worden tijdens een vervolgafspraak, omdat de patiënt het zelf heeft opgeschreven. Het verstrekken van huiswerk, bijvoorbeeld voor een patiënt met onregelmatige hoofdpijnklachten of voor GGZ patiënten, werd ook aangedragen als mogelijk hulpmiddel voor zelfzorgbevordering. Het huiswerk houdt in dat een patiënt iedere dag een paar keer moet opschrijven hoe hij zich voelt en of hij/zij daar een verklaring voor kan bedenken. Zo kan de patiënt zelf inzicht krijgen wanneer klachten verergeren of verbeteren. Een ander concreet advies dat werd aangedragen door een huisarts was dat je voor de patiënt een vorm van sociale controle moet genereren. Deze huisarts heeft ooit 4 patiënten met een gelijkluidend advies bij elkaar gebracht en een gezamenlijke opdracht gegeven. Door de sociale controle die zo werd gecreëerd, volbrachten de patiënten het advies om meer te bewegen. Andere zorgverleners dachten ook dat de sociale controle een belangrijk punt is om naleving van het zelfzorgadvies te verhogen. Betrekken van familie en vrienden in een zelfzorgadvies, of het vormen van patiëntgroepen met hetzelfde advies onder begeleiding van een praktijkondersteuner, kunnen ervoor zorgen dat er meer motivatie is om het gekregen advies te volgen.
10
Contactgegevens:
[email protected]
[email protected]