Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2009
Begripsbepalingen. Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Staatsblad 1959, nr. 301); b Invorderingswet 1990: de Wet van 1 juni 1990 (Staatsblad 1990, nr. 221); c haven: het IJ, het Noordzeekanaal en alle daarop uitkomende wateren, voorzover voor de openbare dienst bestemd, telkens tot het eerste bovengrondse kunstwerk, alsmede voor de openbare dienst bestemde aanlegsteigers, meerpalen en -boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn; d schip: 1° elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen dan wel goederen of voorwerpen, al dan niet met het drijvende lichaam, een geheel uitmakende; 2° elk ander drijvend lichaam, zoals een werk- en aanlegvlot, ponton, houtvlot, elevator, duikerklok, zandzuiger, baggermolen, drijvend werktuig, booreiland en elke andere drijvende inrichting ten dienste van de exploratie dan wel exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen op zee; e zeeschip:elk schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart buitengaats als bedoeld in art. 1, eerste lid van de Schepenwet (Staatsblad 1909, nr. 219); f zeeschip in lijndienst: een zeeschip dat naar het oordeel van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, en zoals door de belastingplichtige schriftelijk bevestigd, eventueel tezamen met één of meer andere schepen, deelneemt aan een dienst volgens een vooraf aangekondigd, volledig en voor iedereen verkrijgbaar vaarplan, waarin Amsterdam als haven van herkomst en/of bestemming is opgenomen, aan welk schip door eenieder deelladingen moeten kunnen worden aangeboden, die moeten worden geaccepteerd tegen de hiervoor geldende condities en waarbij de daadwerkelijke hoeveelheid geladen en/of geloste goederen voor minimaal tien procent uit stukgoed moet bestaan; g bevoorradingsschip: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor de aan- en afvoer van personen dan wel materiaal voor op zee gestationeerde booreilanden of werkschepen; h containerschip: een zeeschip dat door zijn bouw en inrichting uitsluitend is bestemd voor het vervoer van containers; i cruiseschip: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers die voor toeristische doeleinden, hoofdzakelijk in de zeereis zelf gelegen, deelnemen aan die reis; j oorlogsschip: een zeeschip dat voor de Koninklijke Marine of de marine van een vreemde mogendheid wordt gebruikt, waarover een militair het bevel voert en dat hoofdzakelijk met militairen is bemand; k pleziervaartuig: 1° een zeeschip, uitsluitend gebruikt voor recreatiedoeleinden, niet-zijnde een cruiseschip, of 2° een zeeschip, uitsluitend gebruikt voor commerciële recreatiedoeleinden, niet zijnde een cruiseschip, zulks blijkende uit de inschrijving in de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam; l roll-on/roll-offschip: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van lading die geheel of ten dele rijdend aan en van boord wordt gebracht over tot de vaste uitrusting van het schip behorende en daarvoor uitgeruste laadkleppen; m palletscarrier: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van verpakte droge lading die geheel of ten dele aan boord worden gebracht middels tot de vaste uitrusting van het schip toebehorende of daarvoor uitgeruste faciliteiten welke vallen binnen de uiterste maten van het schip waarover zeehavengeld wordt berekend; n lashschip: een zeeschip dat door zijn inrichting in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van zelfdrijvende laadbakken; o bulkcarrier: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van droge lading in bulk, die doorgaans is gebouwd met een enkel dek en waarbij de top-tanks en de zijtanks zich bevinden in de ladingzone van het schip. Onder een bulkcarrier valt tevens een ertscarrier en combinatieschepen zoals de Ore Bulk Oil carrier en de Container Oil Bulk carrier; p sleepboot: een zeeschip, bestemd of gebruikt voor het assisteren, slepen of duwen van andere schepen; q tankschip: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer in bulk van vloeibare lading; 1
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
r
olietanker: een schip dat beantwoordt aan de omschrijving van olietankschip in voorschrift 1, punt 4, van bijlage I van Marpol 73/78; s olietanker met gescheiden ballasttanks: een van gescheiden ballasttanks voorziene olietanker, die door de regering van de vlaggestaat of door andere namens die staat daartoe bevoegde instanties is gecertificeerd als olietanker, voorzien van gescheiden ballasttanks, hetgeen tot uitdrukking dient te komen op het International Oil Pollution Prevention (IOPP) Certificate, zijnde het internationale certificaat ter voorkoming van verontreiniging door olie; t dubbelwandige olietanker: een olietanker met gescheiden ballasttanks die gebouwd is overeenkomstig voorschrift 13F, punt 3, van bijlage I van Marpol 73/78; u olietanker van een alternatief ontwerp: een olietanker met gescheiden ballasttanks die gebouwd is overeenkomstig voorschrift 13F, punten 4 en 5, van bijlage I van Marpol 73/78; v waddenkrabber; ook wel genoemd lage kruiplijncoaster, denemarkenvaarder of binnen-/buitenschip: een zeeschip dat wordt gebruikt in een beperkt vaargebied en kleiner is dan 1600 BT en naast de zeemeetbrief volgens het Internationaal Verdrag Londen 1969 de beschikking heeft over een binnenmeetbrief; w werkschip: een zeeschip, bestemd of gebruikt als drijvende inrichting voor de exploratie of exploitatie van olie- en gasvelden op zee of de winning van mineralen op zee; x hospitaalschip: een zeeschip, uitsluitend bestemd en gebruikt voor het verlenen van medische hulp, waaronder begrepen het vervoer van gewonden, zieken en gehandicapten; y ballast: vaste en vloeibare stoffen, water voor landbouwdoeleinden, industrieel gebruik of menselijke consumptie en andere goederen met handelswaarde hieronder niet begrepen, welker inneming in het schip geheel of nagenoeg geheel geschiedt ter verhoging van de stabiliteit van het schip of ter verlaging van zijn hoogste punt boven de waterspiegel; z lading: alle door een zeeschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers en lashbakken, met uitzondering van de handbagage van de opvarenden op het schip, ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden en schadelijke stoffen als bedoeld in art. 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door die schepen (Staatsblad 1983, nr. 683); aa bunkeren: het innemen van handbagage van de opvarenden op het schip, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden; ab agribulk: lading die volgens de goederengroepindeling van de Nomenclature Uniforme des Marchandises pour les Statistiques de Transport, revisée, is geclassificeerd onder groep 01, 0391, 17 en 18; ac ertsen: lading die volgens de goederengroepsindeling van de Nomenclature Uniforme des Marchandises pour les Statistiques de Transport, revisée, is geclassificeerd onder de codes 4100, 4520, 4530, 4550, 4591 en 4592; ad container: een laadkist, omschreven in de aanbeveling ISO 688-1979 als series 1 freight containers van de International Organization for Standardization, voorzover de lengte ten minste 6,055 meter bedraagt; ae stukgoed: lading die achtereenvolgens per stuk of eenheid wordt geladen of gelost, anders dan zuigbare, verpompbare of stortbare lading; af meetbrief: de meetbrief die voldoet aan de eisen, neergelegd in het Internationaal Verdrag, betreffende de meting van schepen, Londen 1969 (Traktatenblad 1979, nrs. 122 en 194); ag ton: massa van 1000 kilogram; ah brutoton: de eenheid voor de bruto-inhoud (BT) van een zeeschip zoals bedoeld in het Verdrag inzake meting van Schepen, London 1969 (Traktatenblad 1979, nrs. 122 en 194), en die uit de meetbrief volgt, ook wel: gross ton (GT); ai vaarplan: een aan de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehaven- en kade en boeiengeld, van de Gemeentewet, minimaal een maand vooraf aangekondigde volledige en voor eenieder verkrijgbare dienstregeling voor zeeschepen die belanghebbenden informeert over de voorgenomen, elkaar regelmatig opvolgende afvaarten naar havens, gelegen in een onveranderlijk vaargebied, teneinde belanghebbenden in staat te stellen, tijdig lading te leveren of te ontvangen in de in het vaarplan vermelde aanloophavens, waarbij geldt dat de afvaarten worden verricht onafhankelijk van het ladingaanbod; aj termijn: een in de tarieventabel genoemde tijdsduur waarin het gebruik van de haven plaatsvindt, met dien verstande dat, indien het schip gedurende die tijdsduur de haven verlaat en weer terugkeert, een nieuwe termijn begint; ak havengebied van de Zaanstreek: het havengebied van de gemeente Zaanstad en de Achterzaan binnen het gebied van de gemeente Wormer; al hoofdzakelijk: ten minste voor 65%; am SBT (Segregated Ballast Tank/Gescheiden ballasttank): een tank die uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van gescheiden ballast; 2
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
an gescheiden ballast: de ballast die beantwoordt aan de omschrijving van gescheiden ballast in voorschrift 1, punt 17, in bijlage I van Marpol 73/78; ao olieproduct: product conform het aanhangsel van bijlage I van voorschrift 1 Marpol 73/78; ap wachtend zeeschip: een zeeschip waarvoor de bestemde ligplaats niet direct beschikbaar is en derhalve tijdelijk een andere ligplaats krijgt toegewezen; aq oplegger: een zeeschip dat voor ten minste twee maanden in de Amsterdamse haven verblijft, zonder het doel te laden of te lossen en waarvan de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehaven- en kade en boeiengeld, van de Gemeentewet, vooraf schriftelijk in kennis zijn gesteld; ar Marpol 73/78: het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen van 1973, als gewijzigd bij het bijbehorende Protocol van 1978, alsmede de wijzigingen daarop die van kracht zijn op de datum waarop het belastbaar feit zich voordoet. as Green Award: een certificaat ten behoeve van olietankers en bulkcarriers (met uitzondering van Ore/Bulk/Oil- en Container/Oil/Bulk-schepen), met een deadweight groter of gelijk aan 20.000 ton welke is afgegeven door de Stichting Green Award te Rotterdam; at deadweight: het gewicht van een schip, de uitrusting en lading bij maximale diepgang, uitgedrukt in eenheden van 1000 kg. au ontsmettingsligplaats: een binnen de haven aangewezen vaste plaats voor het uitvoeren van ontsmettingswerkzaamheden op schepen. av shortsea: zeeschepen die varen in het volgende geografische vaargebied: Europa, Middellandse zeegebied, Zwarte zeegebied, Marokko, Canarische Eilanden, Madeira en de Kaapverdische eilanden. aw deepsea: zeeschepen die varen buiten het geografisch vaargebied van de shortsea. ax second call: zeeschepen, varend in lijndienst, die binnen één reisschema een tweede bezoek aan de Amsterdamse haven brengen. ay Havenbeveiligingswet: wet van 6 juli 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEU L 129), alsook van andere besluiten van volkenrechtelijke organisaties met betrekking tot de beveiliging van havens. az port security tarief: tarief dat is vastgesteld voor de diensten die door of vanwege de gemeente worden verstrekt en/of de voorzieningen die door of vanwege de gemeente zijn aangebracht in het kader van de uitvoering van de Havenbeveiligingswet.
Aard van de heffing en belastbaar feit.
Artikel 2 1. Onder de naam zeehavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik met een zeeschip van de haven en/of ter zake van het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten. 2. Onder de naam kadegeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik met een zeeschip van kades en/of boeien voorzover deze openbaar zijn en/of ter zake van het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.
Belastingplicht. Artikel 3 Belastingplichtig is degene die van de haven gebruikmaakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht, daaronder te verstaan de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt.
3
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Maatstaf van heffing. Artikel 4 1. a b c.
Het zeehavengeld wordt geheven naar: de bruto-inhoud van het schip, uitgedrukt in brutotonnen (BT); de lading, uitgedrukt in tonnen; voor pleziervaartuigen de lengte van het schip, uitgedrukt in de lengte over alles (LOA)
2. Het kadegeld wordt geheven naar de lengte van het schip, uitgedrukt in de lengte over alles (LOA).
Tarieven. Artikel 5 De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de tabellen, behorende bij deze verordening, met inachtneming van de daarin vermelde bijzondere bepalingen en van het bepaalde in art. 6.
Tarieftoepassing. Artikel 6 Bij de toepassing van de tarieven wordt: a een gedeelte van een eenheid van inhoud of massa niet in aanmerking genomen; b indien het aantal tonnen lading onvoldoende wordt aangetoond, uitgegaan van de bruto-inhoud van het schip; c als geen meetbrief wordt overgelegd, de inhoud van het zeeschip ambtshalve bepaald; d de termijn zeehavengeld geschorst gedurende de tijd dat het schip: 1° een herstelling ondergaat of wordt gedokt bij een erkende scheepsreparatie-inrichting, mits: a vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehaven- en kade en boeiengeld, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis is gegeven; de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt; b de werkzaamheden de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij de werkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd; c tijdens de werkzaamheden geen passagiers worden ontscheept of ingescheept of lading wordt gelost of ingenomen, behoudens de goederen welke ten behoeve van het dokken of het herstellen tijdelijk van boord moeten worden gezet; 2° de haven of het havengebied van de Zaanstreek uitsluitend heeft verlaten voor een periode van ten hoogste twee maanden om een proefvaart te maken en vooraf hiervan aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet schriftelijk kennis is gegeven; 3° na de haven te hebben verlaten, zonder andere havens te hebben aangedaan, wegens ongunstige weersomstandigheden of bij de uitreis opgelopen schade rechtstreeks in de haven terugkeert; e ter bepaling van de duur van het gebruik van de haven het zeeschip geacht in de gemeente te verblijven tijdens een bezoek aan het havengebied van de Zaanstreek, dat daaraan onmiddellijk voorafgaat of daarop onmiddellijk volgt; f voor een zeeschip dat op dezelfde reis en binnen een maand zowel de gemeente als het havengebied van de Zaanstreek bezoekt, zonder tussentijds een andere haven te hebben aangelopen: 1° voor beide bezoeken tezamen niet meer zeehavengeld geheven dan verschuldigd zou zijn geweest, indien de gemeente of het havengebied van de Zaanstreek zou zijn bezocht en aldaar dezelfde hoeveelheid lading van dezelfde soort zou zijn gelost of aan boord genomen; 2° zeehavengeld volledig geheven, indien het schip het eerst de gemeente bezoekt; 4
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
3° zo nodig, aanvullend zeehavengeld geheven, indien het schip het eerst het havengebied van de Zaanstreek heeft bezocht; g het te betalen belastingbedrag afgerond op een bedrag in euro’s, tot twee decimalen achter de komma. Vrijstellingen. Artikel 7 1. Zeehavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven met: a een hospitaalschip of opleidingsschip voor marine, koopvaardij of loodswezen − zowel Nederlands als buitenlands − en elk ander zeeschip in directe dienst van het rijk, mits daarmee geen handelingen of vervoer tegen betaling wordt verricht; b een oorlogsschip, mits geen lading wordt gelost dan wel ingenomen, tenzij de behandeling van de goederen uitsluitend door militairen geschiedt; c een nieuw zeeschip dat binnen de gemeente of binnen het havengebied van Zaanstreek te water wordt gelaten of een nieuw zeeschip dat elders te water is gelaten, maar waarvan de overdracht in de gemeente of in het havengebied van de Zaanstreek geschiedt, met dien verstande dat: 1. gedurende de vrijstellingsperiode een technische proefvaart en/of een overdrachtsproefvaart de vrijstelling onverlet laat; 2. geen lading wordt ingenomen, 3. geen ander gebruik wordt gemaakt van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is, dan om het schip voor de eerste reis uit te rusten, 4. de maximale vrijstellingsperiode eenmalig 30 kalenderdagen bedraagt, met dien verstande dat de volle dagen dat het vaartuig afwezig is in verband met een technische proefvaart en/ of een overdrachtsproefvaart worden meegeteld; d een zeeschip dat de gemeente aandoet en/of in de gemeente verblijft uitsluitend om; te dokken, afgebouwd te worden, een herstelling te ondergaan door een erkende scheepsreparatie-inrichting, gasvrij te worden gemaakt, van bemanning te wisselen, zieken of doden aan land te zetten of kompassen te stellen, mits: 1° vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden of handelingen schriftelijk aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven; de kennisgeving ten aanzien van het dokken of de herstelling dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt; 2° het schip niet langer in de gemeente verblijft dan voor de werkzaamheden of handelingen nodig is; 3° onverminderd het bepaalde onder 2°, de werkzaamheden, bedoeld in het bepaalde onder 1°, de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij deze plaatsvinden in een gedeelte dat geen eigendom is van de gemeente of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd; e een zeeschip dat in de gemeente komt uitsluitend om te worden gesloopt, mits vooraf van het voornemen tot slopen schriftelijk aan de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehaven- en kade en boeiengeld, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven, het schip rechtstreeks naar de plaats van de sloop-werkzaamheden wordt gebracht en de sloopwerkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, dan wel voor het gebruik waarvan de onderneming die de sloopwerkzaamheden uitvoert, aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd; f een zeeschip dat uitsluitend de gemeente doorvaart zonder te lossen, te laden, aan te leggen aan kaden, wallen of steigers of gebruik te maken van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is en in de gemeente niet langer verblijft dan voor een rechtstreekse doorvaart noodzakelijk is; g een zeeschip, met andere bestemming, dat in de gemeente komt uitsluitend ten behoeve van de inklaring of de uitklaring ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten, mits daarvan onmiddellijk bij aankomst schriftelijk aan de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehaven- en kade en boeiengeld, van de Gemeentewet, kennis wordt gegeven en het schip in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren en de ligplaats is toegewezen door de regionale wachtchef; h een zeeschip dat in de gemeente komt ten behoeve van de inklaring of de uitklaring ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten en/of om te bunkeren op de bunkerstations Slurink Zwaans, Reinplus Van Woerden (Amsterdam-Noord) en Fiwado, mits daarvan onmiddellijk bij aankomst schriftelijk aan de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehaven- en kade en 5
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
boeiengeld, van de Gemeentewet, kennis wordt gegeven en het schip in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren; i een zeeschip dat werkzaamheden uitvoert, in opdracht van de gemeente Amsterdam of het Rijk, ten behoeve van de aanleg, verbetering en/ of instandhouding van de haven; j het eerste schip van een (voorgenomen) nieuwe lijndienst dat Amsterdam aandoet; k een cruiseschip dat voor het eerst de gemeente Amsterdam aandoet.
2. Kadegeld wordt, met inachtneming van het bepaalde in de bij de verordening behorende tabel, niet geheven ter zake van het gebruik met: a een zeeschip, met andere bestemming, dat in de gemeente komt uitsluitend ten behoeve van de inklaring of de uitklaring ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten, mits het schip in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren en de ligplaats is toegewezen door de regionale wachtchef; b een wachtend zeeschip, waarvan de ligplaats is toegewezen door de Regio Wachtchef, gedurende de eerste 72 aaneengesloten uren bij binnenkomst; c een schip zoals vermeld in dit artikel, lid 1, onderdelen a t/m k.
Wijze van heffen. Artikel 8 1. Het zeehavengeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. 2. Het kadegeld wordt geheven bij wege van nota.
Verschuldigdheid. Artikel 9 De rechten zijn verschuldigd zodra het gebruik van de haven en/of het genot van diensten begint.
Aangifte; betaling. Artikel 10 1. De aangifte van zeehavengeld wordt gelijktijdig met de betaling gedaan bij de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, op de eerste dag, volgend op de dag van aankomst van het zeeschip, doch vóór het tijdstip waarop het zeeschip uit de gemeente vertrekt. 2. Bij voortgezet gebruik van de haven na afloop van de termijn waarvoor aangifte van zeehavengeld is gedaan, moet opnieuw aangifte worden gedaan bij het begin van elke volgende termijn. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de aangifte worden gedaan binnen vier dagen na vertrek van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehaven- en kadegeld, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld. 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid dient te worden betaald binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving van het verschuldigde zeehavengeld, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van het zeehaven- en kade en boeiengeld, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld. 5. Het kadegeld dient binnen veertien dagen na dagtekening van de nota te zijn voldaan. 6. Betaling van het zeehaven- en kadegeld kan plaatsvinden via een automatische incasso. 7. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de belastingaanslag en/of het nagevorderde bedrag. 6
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders.
Artikel 11 Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de zeehaven- en kadegelden.
Kwijtschelding. Artikel 12 Er wordt geen kwijtschelding verleend van de rechten.
Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel. Artikel 13 1. De Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2008, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2007, afdeling 1 (Gemeenteblad 2007, afd. 1 volgn. 677), wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2009. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2009.
Aldus besloten door de Gemeenteraad voornoemd In zijn vergadering op 17 december 2008.
De Burgemeester
De Raadsgriffier
7
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Tabel Zeehavengeld 2009, behorende bij de Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2009 Groep Code Omschrijving
(Bedragen in euro’s) A B _________________________
I.
Zeeschepen, niet-varende in lijndienst.
1.
Voor het gebruik van de haven en het genot van diensten voor ten hoogste één maand geldt het in kolom A vermelde tarief, tenzij, ingeval er lading is, toepassing van het gecombineerde tarief in kolom B tot een lager bedrag leidt, in welk geval dat lagere bedrag is verschuldigd: algemeen tarief als de geloste dan wel ingenomen lading van het schip voor ten minste de helft van het gewicht bestaat uit: steenkolen of cokes (niet-zijnde petroleumcokes) ertsen bevoorradingsschip containerschip roll-on/roll-offschip; palletscarrier olietanker waddenkrabber lashschip cruiseschip
1.1. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8 1.9. 1.10. 1.10.1.
1.10.2 1.10.3.
1.10.4
per BT
per BT
per ton lading
0,920
0,291
0,467
0,736 0,689 0,611 0,275 0,386 1,005 0,460 0,690 0,207
0,233 0,226 0,202 0,175 0,159 0,327 0,152 0,219
0,374 0,348 0,308 0,298 0,114 0,508 0,235 0,351
bijzondere bepaling: indien bij binnenkomst als gevolg van de diepgangslimiet van de toeleidende vaarweg een deel van de nuttige scheepsruimte niet kan worden benut, wordt slechts havengeld geheven over een maximaal tonnage van 50.000 BT, met uitzondering van roll- on/-roll-offschepen en cruiseschepen; voor een tanker met deellading, waarvan een deel van de lading een olieproduct is, geldt het olietankertarief op de BT-maat van het schip wordt een reductie van 8,5% toegepast bij olietankers die: − in speciaal daartoe bestemde tanks gescheiden ballast kunnen vervoeren, en − ontworpen, gebouwd, aangepast, uitgerust en geëxploiteerd worden als olietankers met gescheiden ballasttanks, met inbegrip van dubbelwandige olietankers en olietankers met een alternatief ontwerp, en beantwoorden aan de voorschriften van het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen van 1969, en − waarvoor een internationale meetbrief (1969) is afgegeven, en − olieproducten lossen en/of laden. Op het op grond van vorenstaande bepalingen van deze groep berekende belastingbedrag wordt een reductie van 6% toegepast bij schepen die in het bezit zijn van een Green Award, als genoemd in artikel 1 onder as van de verordening.
8
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
2.
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.4.1. 2.4.2.
3.
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.5.1. 3.5.2.
Op het algemeen tarief voor zeeschepen die de gemeente aandoen en waarvan ten minste de helft van de lading bestaat uit agribulk, worden als volgt frequentiereducties toegepast: vanaf 26 maal per jaar of vaker: 20% van 12 tot 26 maal per jaar: 15% van 6 tot 12 maal per jaar: 10% bijzondere bepalingen: reducties worden niet onderling cumulatief toegepast; voor het schriftelijk van tevoren ingediende verzoek tot het verkrijgen van reductie moet aan de volgende twee voorwaarden worden voldaan: – de zeeschepen doen de gemeente aan onder verantwoordelijkheid van dezelfde aangever voor de belasting; – de zeeschepen varen in frequentie onder dezelfde reder, eigenaar of degene aan wie de schepen in gebruik zijn gegeven, dan wel een combinatie van deze partijen;
Op het steenkolen en cokes tarief voor zeeschepen met uitgaande lading met steenkolen of cokes in de short sea vaart, worden frequentiereducties toegepast als volgt: vanaf 208 maal per jaar of vaker: 50% van 104 tot 208 maal per jaar: 40% van 52 tot 104 maal per jaar: 30% van 26 tot 52 maal per jaar: 20% bijzondere bepalingen: reducties worden niet onderling cumulatief toegepast; voor het schriftelijk van tevoren ingediende verzoek tot het verkrijgen van reductie moet aan de volgende vier voorwaarden worden voldaan: – de zeeschepen doen de gemeente aan onder verantwoordelijkheid van dezelfde aangever voor de belasting; – de zeeschepen varen in frequentie onder dezelfde reder, eigenaar of degene aan wie de schepen in gebruik zijn gegeven, dan wel een combinatie van deze partijen; − de zeeschepen laden en/of lossen telkens dezelfde ladingsoort; − de zeeschepen hebben hetzelfde land of dezelfde landen van bestemming binnen Europa.
9
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Groep Code Omschrijving
II.
4.
4.1. 4.2. 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7. 4.7.1.
4.7.2. 4.7.3
4.8
4.8.1. 4.8.2. 4.8.3.
5. 5.1.
5.1.2. 5.1.3. 5.1.4. 5.1.5. 5.1.6. 5.1.7. 5.2. 5.2.1.
5.2.2. 5.2.3.
(Bedragen in euro’s) A B _________________________ per BT
per BT
per ton lading
0,381 0,225 0,300 0,563 0,269 0,283
0,186 0,116 0,116 0,291 0,170 0,138
0,326 0,326 0,238 0,452 0,298 0,289
0,421 0,201 0,215
0,150 0,103 0,069
0,452 0,298 0,289
Zeeschepen, varende in lijndienst.
Voor het gebruik van de haven en het genot van diensten voor ten hoogste één maand geldt het in kolom A vermelde tarief, tenzij, ingeval er lading is, toepassing van het gecombineerde tarief in kolom B tot een lager bedrag leidt, in welk geval dat lagere bedrag is verschuldigd: shortsea algemeen tarief shortsea container tarief shortsea roll-on/roll-off tarief deepsea algemeen tarief deepsea container tarief deepsea roll-on/roll-off bijzondere bepalingen: er is sprake van een schip in lijndienst, indien het schip langer dan drie maanden direct voorafgaand aan het bezoek in lijndienst heeft gevaren op Amsterdam; het bepaalde in code 1.10.1 is van overeenkomstige toepassing. als de geloste dan wel ingenomen lading van een zeeschip, niet zijnde een containerschip, voor ten minste de helft van het gewicht bestaat uit containers, komt het, afhankelijk van de betreffende categorie, in aanmerking voor de tarieven 4.2, 4.5 of 4.8.2 op schepen met een second call in de haven van Amsterdam, die voldoen aan de in artikel 1 ax van de Zeehaven- en kadegeldverordening genoemde voorwaarden, zijn de volgende tarieven van toepassing: deepsea algemeen deepsea container deepsea roll-on/roll-off
Frequentiereducties. Op de tarieven, opgenomen in de codes 4.1 tot en met 4.6, en 4.8.1 tot en met 4.8.3, worden reducties voor een zeeschip dat de gemeente aandoet, als volgt toegepast: vanaf 208 maal per jaar: 35%; vanaf 104 maal per jaar: 30%; vanaf 52 maal per jaar: 25%; vanaf 26 maal per jaar: 20%; vanaf 13 maal per jaar: 15%; vanaf 6 maal per jaar: 10%; Bijzondere bepalingen: bij de codes onder 5 worden bij de berekening van het aantal bezoeken mede in aanmerking genomen de bezoeken door een van tevoren aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet aangemeld vervangend schip; reducties worden onderling niet cumulatief toegepast. voor alle zeeschepen varende in dezelfde lijndienst geldt dezelfde frequentiereductie
10
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Groep Code Omschrijving
(Bedragen in euro’s) A B _________________________ per BT
III.
Overige tarieven.
6.
Voor het gebruik van de haven en het genot van diensten voor ten hoogste een maand gelden de volgende tarieven: indien geen lading wordt gelost of ingenomen voor een werkschip; ponton voor een sleepboot bijzondere bepaling: de voorwaarden, vermeld in art. 6, aanhef en sub f, onder 1, zijn van overeenkomstige toepassing.
6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
7.
Voor het gebruik van de haven en het genot van diensten, met uitzondering van cruiseschepen, pleziervaart en ponton, voor niet langer dan 48 uur, mits geen lading wordt gelost of ingenomen en geen sleepdienst wordt verricht, geldt het volgende tarief
8.
Voor het gebruik van de haven en het genot van diensten gelden de volgende tarieven:
8.1
pleziervaartuig particulier gebruik , per meter (LOA) per dag (inclusief BTW hoog tarief) pleziervaartuig commercieel gebruik, per meter (LOA) per dag
8.2
per BT
per ton lading
0,299 0,299 0,299
0,113
1,273 1,070
11
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Tabel Kadegeld 2009, behorende bij de Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2009. De in deze tabel opgenomen tarieven zijn van toepassing op de hiernavolgende kaden en boeien. De tarieven zijn tevens van toepassing op kaden en boeien die hier niet worden vermeld, maar die gedurende het kalenderjaar, of gedurende een deel van het kalender jaar, wel als openbare kade en/ of boei kunnen worden gebruikt. Het meest actuele overzicht van de openbare kaden en boeien staat op de website van Haven Amsterdam: www.portofamsterdam.nl/ scheepvaart/ reglementen. Kaden: Coenhaven: Coenhaven Havenkom A, West paal 1-12 Coenhaven Pier Azië. Mercuriushaven: Mercuriushaven Houtveem Kade; Minervahaven: Minervahaven Wachtsteiger Noordzijde; Minervahaven Wachtsteiger Zuidzijde.. Sonthaven: Sonthaven Noordzijde paal 1-8 Hornhaven: Hornhaven Noordzijde paal 27,5-38. Amerikahaven: Amerikahaven Westzijde paal 1-28 Amerikahaven Groene Kade Cacaohaven: Cacaohaven Noordzijde. Suezhaven: Suezhaven Ferry 3. Boeien: Amerikahaven: Amerikahaven boei 2 Amerikahaven boei 6. Afrikahaven Afrikahaven boei 4 Afrikahaven boei 5 Afrikahaven boei 6 Mercuriushaven: Mercuriushaven boei1 Mercuriushaven boei 5 Mercuriushaven boei 7. Vlothaven: Vlothaven boei6/8. Oostelijk havengebied: Franse boeien . Hornhaven: Hornhaven boei 2 12
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Ontsmettingsligplaats: Westhaven.
13
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Groep Code Omschrijving
Bedragen in euro’s
1.
Voor het gebruik van een kade, per meter:
1.1.
gedurende een periode van 24 uur of minder: .................................................................................. 3,114
1.2.
gedurende elke aansluitende periode van 24 uur:............................................................................. 3,114
1.3.
gedurende elk aansluitend uur tot een maximum van tien uur is per uur verschuldigd: .................... 0,311
1.4.
gedurende meer dan tien aansluitende uren: .................................................................................... 3,114
2.
Voor het gebruik van een kade door opleggers die als zodanig de haven zijn binnengekomen, per meter:
2.1.
gedurende een periode van 24 uur of minder:................................................................................... 1,230
2.2.
gedurende elke aansluitende periode van 24 uur:............................................................................. 1,230
2.3.
gedurende elk aansluitend uur tot een maximum van tien uur is per uur verschuldigd: .................... 0,123
2.4.
gedurende meer dan tien aansluitende uren: .................................................................................... 1,230
3.
Voor het gebruik van een kade door een wachtend zeeschip, per meter:
3.1.
de eerste 72 uur bij binnenkomst zijn vrij van heffing, mits voldaan wordt aan een van de voorwaarden zoals vermeld in artikel 7 lid 2b.
3.2.
gedurende elke aansluitende periode van 24 uur:............................................................................. 3,114
3.3.
gedurende elk aansluitend uur tot een maximum van tien uur is per uur verschuldigd: .................... 0,311
3.4.
gedurende meer dan tien aansluitende uren: .................................................................................... 3,114
4.
Voor het gebruik van een boei, per boei:
4.1.
gedurende een periode van 24 uur of minder: .............................................................................. 500,000
4.2.
gedurende elke aansluitende periode van 24 uur:......................................................................... 500,000
5.
Voor het gebruik van een boei door een wachtend zeeschip, voor de toegestane wachttijd van maximaal 6 dagen, per boei:
5.1
de eerste 72 uur zijn vrij van heffing, mits voldaan wordt aan een van de voorwaarden zoals vermeld in artikel 7 lid 2b.
5.2.
gedurende een periode van 24 uur of minder:............................................................................... 500,000
5.3.
gedurende elke aansluitende periode van 24 uur:......................................................................... 500,000
14
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Groep Code Omschrijving
Bedragen in euro’s
6.
Voor het gebruik van de ontsmettingsligplaats voor de behandeling van schepen met goedgekeurde ontsmettingsmiddelen: per schip ................................................................. € 26,401 per dag
7.
Voor het gebruik van een openbare kade ten behoeve van het laden en/of lossen wordt per schip een Port Security tarief berekend van: .................................................................... € 158,402 per keer per openbare kade Het meest actuele overzicht van de kaden waar Port Security wordt berekend staat op de website van Haven Amsterdam: www.portofamsterdam.nl/ scheepvaart/ reglementen
15
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Toelichting op de Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2009. Artikel 1. Voor de definitie van zeeschip is aansluiting gezocht bij de wettelijke omschrijving van de buitengaatse wateren. De bepaling van het begrip buitengaats als omschreven in de Schepenwet en de bijbehorende Algemene Maatregel van Bestuur is duidelijker dan een aanduiding als "buiten de tonnen". De voorgestelde tekst beoogt vast te leggen, dat een schip zeehavengeldplichtig is: a wanneer het schip feitelijk voor de vaart ter zee wordt gebruikt; b zodra het de bestemming voor gebruik buitengaats verkrijgt en voor zo lang deze bestemming blijft gehandhaafd. Het schip is in dat geval zeehavengeldplichtig, ook al wordt het feitelijk nog niet of niet meer buitengaats gebruikt. Dit laatste doet zich bijvoorbeeld voor tijdens het opgelegd zijn voor bepaalde tijd of tijdens het gebruik als drijvende opslagplaats in de haven na het beëindigen van een reis. In de tarieventabel in code 6.1 is voor dit soort schepen een apart tarief opgenomen. De zeehavengeldplicht eindigt echter (en gaat over in een binnenhavengeldplicht) wanneer het definitief aan de bestemming tot gebruik buitengaats wordt onttrokken. In de tarieventabel in code 6.1 is hiervoor een bijzondere bepaling opgenomen. De waddenkrabber heeft een speciale bouw en voor deze schepen geldt een aantal beperkingen ten opzichte van andere zeeschepen. Het gaat om een: a lage kruiplijncoaster: een zeeschip dat een zodanige vorm of constructie heeft dat het mede geschikt is voor de vaart op binnenwateren, of een b denemarkenvaarder: een zeeschip dat een certificaat van deugdelijkheid in de zin van de Schepenwet heeft, dat slechts geldig is voor: 1. de vaart van het Vlie, langs de Nederlandse en Duitse waddeneilanden naar de monden van de Wezer, de Elbe en de Eider, door het Noord-Oostzeekanaal naar de Oostzee tot de lijn Stralsund/Trelleborg, alsmede door de Sont en de Belten naar het Kattegat tot de lijn Grenaa-Kullen, of: 2. de vaart van de mond van de Westerschelde naar het zuiden langs de Nederlandse, Belgische en Franse kust tot Duinkerken, of een c binnen-/buitenschip: een zeeschip dat blijkens zijn constructie vergelijkbaar is met een binnenschip en mede wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren. In de tarieventabel zeehavengeld in code 1.7 is voor dit soort schepen een apart tarief opgenomen. Green Award: een certificaat voor zeeschepen die door de Stichting Green Award is afgegeven, omdat is vastgesteld dat het schip technisch in goede staat verkeert en over een kwalitatief goede bemanning en ondersteunend walmanagement beschikt. Hiermee wordt een bijdrage aan de veiligheid en het milieu op zee en in de haven geleverd. Een Green Award certificaat wordt uitgegeven aan Olietankers en Bulkcarriers (met uitzondering van combinatieschepen zoals de Ore Bulk Oil carrier en de Container Oil Bulk carrier), met een deadweight groter of gelijk aan 20.000 ton.
Artikel 2. Het gebruik van de haven waarvoor de rechten worden geheven, kan zich uitstrekken tot alle daaronder vallende gemeentebezittingen, wateren, werken en inrichtingen, zoals kaden, palen, boeien, sluizen en bruggen, voor de openbare dienst bestemd. Daarnaast wordt een aantal op het individuele belang van de belastingplichtige gerichte diensten verleend aan de scheepvaart, zoals verkeersbegeleidende diensten. Het belastbare feit spitst zich dus toe op het reguliere havengebruik met een zeeschip en het genot van normale diensten die dat gebruik met zich brengt. Voor het gebruik van een aantal kaden en boeien is een aparte vergoeding verschuldigd, overeenkomstig de in deze verordening opgenomen tarieventabel kadegeld. Maatregelen om een toestand van overtreding op te heffen (bestuursdwang ingevolge de Gemeentewet), het reserveren en vrijhouden van een ligplaats, bijvoorbeeld achter het Centraal Station of het op verzoek verslepen van bijvoorbeeld een ponton, worden apart in rekening gebracht op privaatrechtelijke basis. Een dergelijk gebruik van de haven of een dergelijke dienstverlening is in het eerste geval géén gebruik overeenkomstig de bestemming van de haven; in de andere vermelde gevallen gaat het om extra, zeer individueel gerichte, diensten, die niet onder het normale gebruik van de haven vallen.
16
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
Het gebruik van de haven begint zodra men deze binnen vaart en bestrijkt de gehele weg door gemeentelijke wateren naar één of meer ligplaatsen, het laden en lossen of de andere te verrichten werkzaamheden en de gehele weg doorgemeentelijke wateren om de haven weer te verlaten. Wat de dienstverlening betreft, denkt men onder meer aan de verkeersbegeleiding, die vaak al ver buiten de haven begint en de werkzaamheden van de Havendienst met betrekking tot gevaarlijke stoffen. Ook het op diepte houden van het water om de toegankelijkheid van de haven te handhaven voor diepstekende schepen, moet tot de dienstverlening worden gerekend. Schepen die slechts doorvaren, zijn vrijgesteld van havengeld ingevolge internationale verdragen. Artikel 4. Zowel de omvang (inhoud) van het schip zelf als de hoeveelheid en de soort lading bepalen de wijze waarop en de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de haven, de bijbehorende faciliteiten, alsmede van de geboden diensten. Beide elementen kunnen dan ook als maatstaf voor heffing van zeehavengeld dienen. Voor de heffing van kadegeld is zowel de omvang (inhoud) van het schip als de lengte over alles van het schip zelf bepalend voor de maatstaf van heffing. Artikel 5. Het is de gemeentelijke havenbeheerders toegestaan, gedifferentieerde tarieven toe te passen, indien bijvoorbeeld het verschil in het gebruik van de haven dat rechtvaardigt. Ten behoeve van de onderbouwing van differentiaties dient het volgende. In de tariefstructuur van de zeehavengelden zijn drie hoofdgroepen te onderscheiden: schepen, niet-varende in lijndienst, schepen, varende in lijndienst, en bijzondere categorieën. Het onderscheid tussen de eerste en de tweede hoofdgroep brengt tot uitdrukking dat het gebruik van de haven door een schip niet in lijndienst een ander gebruik is dan het gebruik van de haven door een schip in lijndienst. In feite bewerkstelligt de tariefstructuur door dit onderscheid een algemene frequentiekorting. Daarnaast is voorzien in specifieke frequentiekortingen, afhankelijk van het aantal malen dat binnen een gegeven tijdsbestek gebruik van de haven wordt gemaakt. Beide frequentiekortingen zijn in samenhang te bezien en door toepassing bereikt men het resultaat, dat bij vele andere gebruiksretributies door middel van abonnementsregelingen wordt bereikt. Binnen de hoofdgroepen is een verdergaande differentiatie mogelijk die zich richt op het gebruik dat de belastingplichtige van de havenfuncties en -infrastructuur maakt respectievelijk de gebruiksmogelijkheden die met de havenfuncties en -infrastructuur aan de belastingplichtige worden geboden. Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de Verordening (EG) nr. 2978/94, betreffende de tenuitvoerlegging van International Maritime Organisation (IMO) resolutie A.747(18), wordt in het kader van het milieubeleid bij de heffing zeehavengeld voor olietankers een reductie verleend op de BT van het schip. Artikel 6. Deze bepaling bevat praktische regels die nodig zijn voor de toepassing van de tarieven en grotendeels voor zich spreken. Als een schip de haven verlaat, houdt de dienstverlening op en is het belastbare feit geëindigd. Bezoekt het schip vrij kort daarop weer de haven, dan vangt een nieuw belastbaar feit aan. In sommige gevallen wordt dit als onbillijk beschouwd en daarom bevat artikel 6, onder f, verzachtende bepalingen met enkele uitzonderingen op het hiervoor geschetste principe. Soms komt een schip bijvoorbeeld laden of lossen en ondergaat tegelijkertijd een reparatie. De termijn van de eerste aangifte zeehavengeld wordt dan verlengd met de tijd van de reparatie, met een beperking van twee maanden. Artikel 7. De in artikel 7 opgenomen vrijstellingen betreffen enkele categorieën schepen die van oudsher worden vrijgesteld van allerlei regelingen, zoals oorlogsschepen, rijksschepen en hospitaalschepen. De situatie met betrekking tot schepen in reparatie werd reeds besproken bij artikel 6. Anders dan bij het daar beschreven geval is hier geen sprake van voorafgaand of aansluitend laden en lossen van het schip. Beide bepalingen zijn dus van toepassing op een verschillende situatie en zijn niet cumulatief. De vrijstelling, vermeld onder f, in verband met de doorvaart, beoogt het vrije verkeer over het IJ en het Noordzeekanaal niet in de weg te staan in overeenstemming met internationale verdragen op dit punt. 17
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
In sommige gevallen wordt het als onbillijk beschouwd, dat er voor een wachtend schip kadegeld verschuldigd is en daarom bevat artikel 7, tweede lid, onder b, een verzachtende bepaling. Daar waar in artikel 6 en 7 wordt gesproken over per maand, wordt ervan uitgegaan dat iedere maand 30 dagen bevat.
Tarieventabel Zeehavengeld – algemeen. Er zijn drie categorieën tarieven. Ten eerste de tarieven voor het gebruik gedurende een bepaalde periode door zeeschepen die niet in lijndienst varen (tabel I). Ten tweede de tarieven voor het gebruik gedurende een bepaalde periode door zeeschepen die in lijndienst varen (tabel II). Ten derde de tarieven voor het gebruik gedurende een kortere of langere dan in de tabellen I en II vermelde periode (tabel III). De reden voor het gebruik waarvan de prijs volgens tabel I en II wordt bepaald, is doorgaans het lossen dan wel innemen van lading. De redenen voor het gebruik, waarvan de prijs wordt bepaald volgens tabel III, zijn in veel gevallen andere dan het lossen en innemen van lading. Daar waar, in groep IV, wordt gesproken over per meter, wordt bedoeld per meter, uitgaande van de lengte over alles van de Lloyds. Verrekening frequentiereducties voor zeeschepen niet varende in lijndienst: Zeeschepen met agribulklading, steenkolen en cokes: De frequentiereductie wordt per jaar berekend. Per kwartaal wordt de reductie voor 80% als voorschot uitbetaald. Aan het einde van het jaar vindt de definitieve afrekening plaats. Frequentiereducties voor zeeschepen varende in lijndienst: Nieuwe lijndiensten Bij aanvang van de lijndienst ontvangt Haven Amsterdam een lijndienstschema. Na drie maanden wordt bekeken of het lijndienstschema is behaald en daarmee reëel is voor de rest van het jaar. De frequentiereductie voor de eerste drie maanden wordt na het eerste kwartaal na aanvang van de lijndienst in één keer achteraf afgerekend (m.a.w. in de eerste drie maanden wordt de frequentiereductie niet toegepast). Vanaf de vierde maand na aanvang van de lijndienst wordt de frequentiereductie op een afzonderlijke kennisgeving afgedrukt. Bestaande lijndiensten De frequentiereducties voor de lijnvaart worden op een afzonderlijke kennisgeving afgedrukt o.b.v. de bezoekfrequentie het jaar ervoor of indien de klant anders aangeeft. Halverwege het jaar wordt de bezoekfrequentie geanalyseerd en wordt de frequentiereductie eventueel aangepast. Indien na afloop van het jaar blijkt dat niet de juiste frequentiereductie is toegepast, dan zal dit alsnog worden verrekend.
Bij een lijndienst is het van belang dat een ieder passende lading kan aanbieden, die dan moet worden aanvaard. In de praktijk spreekt men dan van een "common carrier". Onder dit begrip vallen geen schepen die uitsluitend een of een zeer beperkt aantal verladers bedienen. Bij een schip in lijndienst moet de verhouding stukgoed/massagoed in de feitelijk geloste en geladen lading minstens voldoen aan de volgende formule: S (stukgoed) -------------------------------------x 0,1 S (stukgoed) + M (massagoed) Voorts moet het vaarplan van tevoren algemeen zijn bekendgemaakt. Pseudolijndiensten met slechts verspreiding van afvaartberichten in een beperkte kring van vaste relaties worden uitgesloten. De definitie van lading omvat een opsomming van de meest voorkomende voorwerpen die als lading zijn aan te merken. In principe zijn alle bedrijfsmatig door een zeeschip vervoerde goederen aan te merken als lading, zo ook de personenauto's met hun eventuele aanhangwagens die door ferryschepen worden vervoerd. Meetbrieven dienen te voldoen aan de eisen, neergelegd in het Internationaal Verdrag, betreffende de meting van schepen, London (Traktatenblad 1979, nrs. 122 en 194). Vanaf 18 juli 1994 moeten 18
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
alle schepen van de aangesloten landen beschikken over een zogenaamde meetbrief 1969. Ontbreekt deze meetbrief, dan wordt de inhoud ambtshalve vastgesteld.
Tarieventabel Kadegeld – algemeen. Boord/boordoverslag: rechtstreekse overslag tussen twee schepen onderling aan kaden (tariefgroep 1) c.q. boeien (tariefgroep 4) In geval van boord/boordoverslag, alsmede het dubbelliggen van schepen, wordt bij kaden (tariefgroep 1) het schip met de grootste lengte in rekening gebracht omdat deze ruimte niet meer door andere schepen kan worden benut. Bij dubbelliggen langszij een (kraan)ponton wordt altijd het schip in rekening gebracht. De (kraan)ponton is slechts een hulpmiddel om het schip af te meren of te kunnen beladen of lossen. Daar waar in de groepen 1 t/m 3 van de Tarieventabel Kadegeld 2009 wordt gesproken over ‘per meter’, wordt bedoeld ‘per meter, uitgaande van de lengte over alles van het schip dat geregistreerd staat in de Lloyds. Er zijn drie categorieën tarieven. Ten eerste de tarieven voor het gebruik gedurende een bepaalde periode van een kade (groep 1 tot en met 3 in de tabel). Ten tweede de tarieven voor het gebruik gedurende een bepaalde periode van een boei (groep 4 tot en met 5 in de tabel), en ten derde de tarieven voor het gebruik van de ontsmettingligplaats ten behoeve van het ontsmetten (groep 6).
Tarieven voor boeien – algemeen - Al het gebruik is belast, met uitzondering van de vrijstellingen zoals vermeld in artikel 7 lid 2. - Boeien moeten schriftelijk worden gereserveerd, maximale reserveringsperiode bedraagt 6 dagen. - In geval van boord/boord overslag, alsmede het dubbelliggen van schepen, wordt bij boeien (tariefgroep 4) het schip met de grootste lengte in rekening gebracht.
19
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam