Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam,Vaccinium) Ten eerste vastgesteld door het bestuur van Naktuinbouw bij besluit nr. 2006/02 herziening het laatst vastgesteld door het bestuur van Naktuinbouw bij besluit d.d. 9 november 2013
BEGRIPSBEPALINGEN ARTIKEL 1 Dit Reglement neemt de begripsomschrijvingen over van het bepaalde in artikel 87 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal (Stcrt. 20 januari 2006, nr. 15) bevat dit Reglement voorschriften in overeenstemming met de voorwaarden, genoemd in artikel 6 en 7 van Richtlijn EG/93/48, de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (Stb. 2005, nr. 184) en het Keuringsreglement Naktuinbouw, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk is afgeweken. In dit reglement en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder: a.
Softfruitgewassen: Hieronder wordt in dit reglement verstaan: uitgangsmateriaal van aardbei, framboos, braam en Vaccinium;
b.
Gewas: veldeenheid van planten van één ras, type en klasse;
c.
Ras: een plantengroep binnen een botanisch taxon van de laagste rang die kan worden: a. gedefinieerd aan de hand van de expressie van de eigenschappen die het resultaat is van een bepaald genotype of een combinatie van genotypen; b. onderscheiden van elke andere groep planten op grond van ten minste één van die eigenschappen en c. beschouwd als een eenheid, gezien haar geschiktheid om onveranderd te worden vermeerderd;
d.
Partij: een aantal eenheden van één product, identificeerbaar door zijn homogene samenstelling en oorsprong;
e.
Kloon: een vegetatieve afstamming van een ras, overeenstemmend met een stam van een (fruit)gewas, die op grond van de identiteit van de plantengroep, de fenotypische kenmerken en zijn fytosanitaire toestand is geselecteerd;
f.
Perceel: een aaneengesloten productieveld van planten dat separaat bewerkt wordt van andere productievelden van planten;
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 1 van 40
g.
Kandidaatplanten: planten, waaruit materiaal wordt geselecteerd, bestemd voor de opkweek van prebasis moederplanten (klasse SEE);
h.
Prebasis moederplanten (klasse SEE): moederplanten, die rechtstreeks zijn opgekweekt uit pathogeenvrij bevonden kandidaatplanten en dienen voor instandhouding en de productie van prebasismateriaal (klasse SEE);
i.
Prebasismateriaal (klasse SEE): voortkwekingsmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van prebasis moederplanten (klasse SEE) en dient voor de productie van basis I moederplanten (klasse SE);
j.
Moederplanten klasse SE: moederplanten, die rechtstreeks of in één extra vermeerderingsstap zijn opgekweekt uit teeltmateriaal klasse SEE en dienen voor de productie van teeltmateriaal klasse SE;
k.
Teeltmateriaal klasse SE: basismateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse SE en dient voor de productie van moederplanten klasse EE;
l.
Moederplanten klasse EE: moederplanten, die rechtstreeks opgekweekt zijn uit teeltmateriaal klasse SE en dienen voor de productie van teeltmateriaal klasse EE;
m.
Teeltmateriaal klasse EE: basismateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse EE en dient voor de productie van moederplanten klasse E;
n.
Moederplanten klasse E: moederplanten, die rechtstreeks opgekweekt zijn uit teeltmateriaal klasse SE of klasse EE en dienen voor de productie van teeltmateriaal klasse E;
o.
Teeltmateriaal klasse E: gecertificeerd teeltmateriaal, rechtstreeks afkomstig van moederplanten klasse EE, evenals planten geteeld uit plantendelen, rechtstreeks afkomstig van moederplanten klasse E;
p.
Officiële inspectie: door of onder verantwoordelijkheid van Naktuinbouw verrichte keuring, controle of inspectie;
q.
Quarantaineorganismen: voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, als zodanig aangewezen in de bijlagen 1 en 2, behorend bij Richtlijn 2000/29/EG (fyto-richtlijn) evenals schadelijke organismen, die door landen buiten de Europese Unie als zodanig zijn aangemerkt in verband met export naar die derde landen;
r.
Certificaat: zendingbegeleidend document, houdende de door Naktuinbouw afgegeven officiële verklaring dat het daarop verantwoorde teeltmateriaal voldoet aan de eisen, opgenomen in dit Reglement of de daarop berustende voorschriften ten aanzien van plantmateriaal bestemd voor de productie van teeltmateriaal;
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 2 van 40
s.
Afleverdocument: het door de leverancier gehanteerde afleverdocument met daarop vermeld dat het plantmateriaal voldoet aan de in dit Reglement opgenomen eisen van teeltmateriaal dat bestemd is voor de vermeerdering van aardbeiplanten of de productie van aardbeien.
t.
Etiket: in, op of aan de partij aangebracht etiket houdende de door Naktuinbouw afgegeven officiële verklaring dat het daarop verantwoorde teeltmateriaal voldoet aan de eisen, opgenomen in dit Reglement en de daarop berustende voorschriften;
u.
Virusvrij materiaal: virusvrij materiaal dat volgens internationaal erkende wetenschappelijke methoden is getest en vrij is bevonden van besmetting, dat bij inspecties tijdens de groei visueel vrij is bevonden van symptomen van virussen of virusachtige ziekteverwekkers, dat in stand is gehouden op een wijze die infectie voorkomt en geacht wordt vrij te zijn van alle virussen en virusachtige ziekteverwekkers, waarvan bekend is dat zij in de Europese Unie bij de betrokken soort voorkomen, als in bijlage III bij dit Reglement genoemd. Materiaal dat vegetatief en in rechte lijn in een specifiek aantal stadia uit dergelijk materiaal is voortgekweekt als bepaald in dit Reglement, dat bij inspectie tijdens de groei visueel vrij is bevonden van symptomen van virussen of virusachtige ziekteverwekkers en dat is geproduceerd en in stand gehouden op een wijze die infectie voorkomt en overeenkomstig het bepaalde in dit Reglement, wordt eveneens geacht virusvrij te zijn;
v.
Luisdichte kas: een ruimte die voorzien is van een toegang door een sluis en die door zijn inrichting voldoende garantie biedt dat deze vrij is en blijft van luizen;
w.
Keuringsreglementering: alle voorschriften, waaraan leverancier en teeltmateriaal moeten voldoen als neergelegd in hoofdstuk 6 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (Stb. 2005, nr. 184), het Besluit verhandeling teeltmateriaal (Stb. 2005, nr, 654), de Regeling verhandeling teeltmateriaal (Stscrt. 20 januari 2006, nr. 15, p. 16 e.v.) en het Keuringsreglement Naktuinbouw.
x.
Deelnemer: leverancier die het collectieve kwaliteitsmerk van Naktuinbouw wenst te hanteren en daartoe een overeenkomst met Naktuinbouw heeft gesloten zoals bedoeld in het Reglement op het gebruik van het collectieve Naktuinbouw kwaliteitsmerk Naktuinbouw Elite®.
y.
ASLN-laboratorium: Het accredit atiesysteem ASLN (Accredited Service Laboratories Nakt uinbouw ) is gericht op laboratoriumt oet sen aan grond, plantmateriaal en/of zaden. ASLN is bedoeld voor servicelaborat oria. De toet suitslagen van ASLN-laboratoria kunnen onder andere w orden gebruikt voor het borgen van de gezondheid van teeltmat eriaal voor een kw aliteit -plussysteem zoals Elite®.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 3 van 40
TOEPASSELIJKHEID ARTIKEL 2 1.
Dit Reglement heeft betrekking op bedrijfsmatig geproduceerd aan Naktuinbouw ter certificering opgegeven teeltmateriaal (moederplanten, voortkwekings-materiaal, teeltmateriaal en planten) van rassen van Softfruitgewassen (Fragaria L., Rubus, Vaccinium ) die voldoen aan de in bijlage 1 bij dit Reglement gestelde voorwaarden.
2.
Teeltmateriaal dat ter certificering wordt aangeboden door een leverancier, dat niet aan de eisen als neergelegd in de Keuringsreglementering voldoet en daaruit voortvloeiende voorwaarden, komt niet voor certificering in aanmerking.
3.
Plantmateriaal dat niet afkomstig is uit het voor gecertificeerd plantmateriaal gehanteerde vermeerderingssysteem, komt niet voor opname in de in dit Reglement bedoelde certificeringkeuring in aanmerking. Voor zover sprake is van certificering van het te gebruiken voortkwekingsmateriaal door een andere organisatie dan Naktuinbouw, kan dit door Naktuinbouw worden geaccepteerd op voorwaarde, dat de door de andere organisatie gehanteerde certificeringsystematiek door het Bestuur van Naktuinbouw equivalent zijn verklaard aan het certificeringprogramma “Elite” van Naktuinbouw. De equivalentie-eisen zijn bij bestuursbesluit vastgesteld en op aanvrage verkrijgbaar.
4.
In weefselkweek (vitro) vermeerderd materiaal kan voor opname in de certificeringkeuring in aanmerking komen indien uit uitgevoerde (identiteits-) controle is gebleken dat het op die wijze vermeerderde materiaal aan alle in dit reglement gestelde eisen voor wat betreft identiteit, volgens de voorwaarden in bijlage 7 bij dit Reglement, gezondheid en kwaliteit heeft voldaan.
5.
De fytosanitaire voorschriften van Richtlijn 2000/29/EG zijn in alle gevallen van toepassing.
AANGIFTE ARTIKEL 3 1.
Gewassen dienen bij aanvang van de teelt door de leverancier aangemeld te worden voor de in dit Reglement bedoelde certificeringkeuring door middel van een door Naktuinbouw ter beschikking gestelde digitale methode, dan wel op een andere door Naktuinbouw geaccepteerde wijze. De gegevens dienen vóór een door Naktuinbouw vastgesteld tijdstip in het bezit van Naktuinbouw te zijn. In beginsel moet er maximaal twee weken na planten van ieder perceel, digitaal aangifte worden gedaan van dat perceel.
2.
Gewassen en teeltmateriaal dat buiten Nederland geproduceerd, geënt, bewerkt of gesorteerd wordt, kan door Naktuinbouw in de certificeringkeuring worden opgenomen, indien de leverancier/deelnemer een overeenkomst daartoe met Naktuinbouw heeft gesloten. Deze overeenkomst dient te worden aangegaan volgens (minimaal) de voorwaarden, als neergelegd in bijlage 9 bij dit Reglement.
3.
Teeltmateriaal dat niet tijdig wordt aangemeld door de deelnemer, komt niet voor certificering in aanmerking.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 4 van 40
EISEN BEDRIJFSVOERING EN VERPLICHTINGEN DEELNEMER ARTIKEL 4 1.
De deelnemer dient te beschikken over een zodanig functionerend kwaliteitsborgingsysteem dat tenminste gewaarborgd is dat: a. taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van medewerkers zijn vastgelegd; b. werkzaamheden worden uitgevoerd door vakbekwaam personeel; c.
een administratie wordt gevoerd die zodanig is ingericht en bijgehouden dat daaruit door de keurmeester van Naktuinbouw eenvoudig na te gaan is: I.
waar de kandidaatplanten, de moederplanten van de klassen SEE, SE, EE en E en de planten klasse E zich bevinden. Daartoe dient de leverancier een actueel overzicht te kunnen overleggen, waaruit blijkt dat de partijen teeltmateriaal afzonderlijk identificeerbaar zijn;
II. de afstamming van het materiaal en voor elke vermeerderingsfase de controles, (na)toetsingen, evenals de resultaten daarvan en alle andere handelingen, die in het kader van certificering door hem verricht zijn; III. welke van de geproduceerde partijen in de bewaarruimte als bedoeld in lid 13 onder a. zijn ingebracht, de datum waarop dat geschiedde, de grootte van de partij, het ras, de omstandigheden waaronder de bewaring geschiedde, de rooiweek, de details van eventuele CATT-behandeling(en) en de datum van beëindiging van de bewaring(en); IV. voorts dient de deelnemer een deugdelijke in- en verkoop administratie te hebben waaruit direct en eenduidig kan worden aangetoond aan wie partijen teeltmateriaal zijn verkocht of van wie ze zijn aangekocht, op welk moment dat is gebeurd. De daarbij behorende of gebruikte certificeringdocumenten worden door de deelnemer gedurende de productiecyclus doch ten minste drie jaren bewaard; 2.
Deelname aan certificering kan alleen plaatsvinden als uit een door Naktuinbouw uitgevoerde bedrijfsbeoordeling (audit) is gebleken dat naar genoegen van Naktuinbouw aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan.
3.
Een deelnemer dient de voor de productie van gecertificeerd materiaal voorgeschreven toetsingen uit te laten voeren door Naktuinbouw of een door Naktuinbouw erkend ASLNlaboratorium.
4.
De deelnemer dient zijn productie buiten Nederland ten behoeve van de daar geldende wettelijke keuringen eveneens aan te melden bij de autoriteiten van het betreffende land.
5.
De deelnemer is verplicht direct mededeling te doen bij de verantwoordelijke autoriteiten, indien quarantaineorganismen zijn waargenomen in het gewas of in het teeltmateriaal, dat daar wordt of is geproduceerd en is tevens verplicht alle door deze autoriteiten opgelegde maatregelen uit te voeren.
6.
De deelnemer is verplicht Naktuinbouw direct te informeren bij het aantreffen van (quarantaine) organismen in binnen- en buitenlandse productie van teeltmateriaal, dat in de certificeringkeuring
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 5 van 40
is opgenomen. 7.
De deelnemer dient Naktuinbouw direct op de hoogte te stellen bij het aantreffen van pathogenen en/of het optreden van problemen ter zake van het indelen in enige klasse van gewassen/partijen teeltmateriaal.
8.
De deelnemer die tegelijk ook fruit (eindproduct) produceert op dezelfde locatie(s) zal, desgevraagd door Naktuinbouw, al deze productieactiviteiten bekend maken zodat (met het oog op bewaking van onder meer de gezondheid) van het geproduceerde teeltmateriaal toezicht kan plaatsvinden.
9.
De deelnemer verplicht zich in beginsel alle productie van teeltmateriaal in de certificeringkeuring op te nemen. In gevallen waarin van bepaalde rassen geen of onvoldoende gecertificeerd materiaal voorhanden is, kan van deze bepaling met (voorafgaande) instemming van Naktuinbouw worden afgeweken.
10.
De deelnemer dient aan Naktuinbouw te verklaren dat hij géén teeltmateriaal produceert en verhandelt waartoe hij, gelet op kwekersrechten of andere intellectuele eigendomsrechten, niet gerechtigd is. De eventueel daartoe schriftelijk verstrekte verklaring van de houder van het onderwerpelijke intellectuele eigendomsrecht wordt in het bedrijfsdossier van Naktuinbouw opgenomen.
11.
De deelnemer verstrekt op aanvraag van Naktuinbouw alle informatie die Naktuinbouw noodzakelijk acht om haar toezicht te kunnen uitoefenen.
12.
Alle op deze certificeringvoorschriften van toepassing zijnde documentatie dient door de deelnemer gedurende de volledige productieperiode van de gewassen en tenminste drie jaren daarna te worden bewaard.
13.
Ten aanzien van en in verband met de bewaring van teeltmateriaal, gelden de volgende voorschriften: a. de ruimte waarin het teeltmateriaal wordt bewaard, waaronder begrepen gekoeld, dient speciaal daarvoor en doelmatig daartoe te zijn ingericht. In deze ruimte dienen zodanige voorzieningen te zijn aangebracht dat het teeltmateriaal gedurende de daarvoor geldende periode onder de juiste omstandigheden van temperatuur en vochtigheid kan worden bewaard. Voorts moet deze ruimte zijn voorzien van betrouwbare controleapparatuur; b. op de verpakking van de partijen dienen zodanig duidelijke aanduidingen te zijn geplaatst dat elke partij daardoor, wat betreft de gegevens als in artikel 20 bedoeld, op eenvoudige wijze kan worden geïdentificeerd; c.
partijen, ingebracht in de bewaarruimte, die nog bewerkt en gesorteerd moeten worden met het oogmerk die in het verkeer te brengen, dienen door middel van duidelijk zichtbare opschriften op of etiketten aan de verpakking eenvoudig identificeerbaar te zijn;
d. in de ruimte als onder a. bedoeld mag geen gecertificeerd of te certificeren teeltmateriaal samen met CAC- of andersoortig materiaal worden ondergebracht, tenzij dit nadrukkelijk aan elke verpakkingseenheid herkenbaar is. Daarenboven dient CAC-materiaal of andersoortig materiaal strikt te worden gescheiden van het gecertificeerde of te certificeren materiaal.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 6 van 40
e. de verpakking, waarin het teeltmateriaal zich bevindt, moet voor het doel geschikt zijn en moet de mogelijkheid bieden, dat daaruit op eenvoudige wijze een monster kan worden genomen. 14.
In een jaarlijks door Naktuinbouw uit te voeren audit worden alle in dit artikel 4 bedoelde voorschriften beoordeeld en wordt daarvan ten behoeve van de deelnemer een auditrapport opgemaakt.
CULTUURVOORSCHRIFTEN ARTIKEL 5 1.
Er dient voortdurend door de deelnemer een doelmatige controle op ziekten, plagen en het voorkomen van schadelijke onkruiden te worden uitgevoerd. Alle noodzakelijke maatregelen ter bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden dienen plaats te vinden. Naktuinbouw kan daartoe nadere voorschriften geven.
2.
Tijdens de productie en het verwerken van het plantmateriaal dienen de noodzakelijke bedrijfshygiëne maatregelen in acht te worden genomen, in het bijzonder: a. het voorkomen dat plantmateriaal meerdere malen wordt gedompeld in telkens hetzelfde water, teneinde te voorkomen dat mogelijk aanwezige schadelijke organismen zich via dit dompelwater verspreiden door de hele partij of andere partijen. b. het ontsmetten van gereedschappen, machines, tractoren etc.; c. het voorkomen van overbrenging van ziekten en plagen door personeel; d. gebruik van fust, waar met zekerheid gesteld kan worden, dat het vrij is van ziekten en plagen; e. een bezoekregeling, ter voorkoming dat ziekten en plagen overgedragen kunnen worden door bezoekers aan de productievelden van gecertificeerd plantmateriaal of tijdens het verwerken van gecertificeerd plantmateriaal. De verrichtingen die betrekking op wat onder a. tot en met e. is genoemd dienen zoveel als mogelijk door de deelnemer te worden geregistreerd. Deelnemers in de vermeerderingsteelt van Aardbei zijn verplicht zich te houden aan de voorwaarden die gelden binnen het voor dit doel opgestelde “hygiëneprotocol ter voorkoming van ziekte en plagen Fragaria”.
3.
Alle percelen die bestemd zijn voor de productie van vollegrondsplanten, zowel gecertificeerd als CAC-plantmateriaal, dienen te zijn onderzocht op AM, en dit (grond)onderzoek moet voldoen aan de vigerende regelgeving met betrekking tot het hoogste garantieniveau.
4.
Een teelt van softfruit-planten mag slechts worden begonnen, indien op het perceel of in het teeltmedium in de luisdichte kas nimmer de aanwezigheid van Phytophthora fragariae var. rubi en/of Phytophthora fragariae var. fragariae (roodwortelrot) is geconstateerd, of door Naktuinbouw is vastgesteld dat het perceel/teeltmedium geacht kan worden vrij te zijn van deze.
5.
Voor percelen waar meer dan 20 jaar geleden roodwortelrot is aangetroffen, en waarop vervolgens nooit aardbeiplantenproductie of aardbeienproductie heeft plaatsgevonden kan, onder door Naktuinbouw bepaalde nadere voorwaarden, toestemming gegeven worden voor de productie van gecertificeerd plantmateriaal.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 7 van 40
6.
Spuitpaden in vermeerderingsvelden dienen vrij te zijn van plantmateriaal.
7.
Bij het planten dienen de voorschriften in acht te worden genomen, welke Naktuinbouw heeft gesteld en de aanwijzingen te worden opgevolgd door of namens het hoofd van Naktuinbouw gegeven, onder meer om vermenging tussen teeltmateriaal van in uiterlijke kenmerken met elkaar overeenstemmende rassen te voorkomen en de uitvoering van de certificering van het gewas op betrouwbare wijze mogelijk te maken.
8.
De planten te velde dienen ordelijk op rijen te zijn geplant en wel zo, dat op iedere rij planten behorende tot één ras, zonder onderbreking door planten van een ander ras, voorkomen.
9.
De reeks planten van elk ras dient duidelijk te worden aangegeven, door de eerste plant van een duidelijk gemerkt steek- of hangetiket te voorzien, dan wel op een andere wijze ten genoegen van Naktuinbouw voorzieningen te treffen, zodanig, dat de beoordeling en certificering van het gewas deugdelijk kan geschieden.
10.
De in het gewas in ras afwijkende planten dienen te worden verwijderd, zulks gedurende het gehele seizoen, waarbij aantekening wordt gemaakt van reden en omvang van de verwijderingen.
11.
Na productie van doordragende rassen is het niet toegestaan om in het daarop seizoen volgend gecertificeerde frigoplanten te produceren.
12.
Alle planten dienen steeds zoveel mogelijk bloesemvrij te zijn. Van remonterende rassen dienen de moederplanten tijdig te zijn verwijderd.
13.
De uitlopers van de aardbeimoederplanten dienen zoveel mogelijk uit de rij gelegd te worden. De afstand tussen (uitlopers) verschillende rassen dient voldoende te zijn zodat vermenging wordt voorkomen.
14.
Onverminderd het elders in dit Reglement bepaalde geldt ten aanzien van aardbeiwachtbedplanten, dat de plantdichtheid voldoende ruim dient te zijn en dat de planten zijn afgerankt, zodat vorming van nakomelingen zoveel mogelijk wordt voorkomen. Wachtbedplanten geteeld uit frigoplanten worden bij certificering ten minste één klasse lager ingedeeld dan de oorspronkelijke klasse, waarvan zij afkomstig zijn met dien verstande, dat bij frigo-planten in de klasse E deze klassenindeling gehandhaafd blijft.
CERTIFICERINGSKEURING ARTIKEL 6 1.
Gedurende de gehele teelt worden door Naktuinbouw zoveel veldinspecties verricht als deze voor een betrouwbare certificering noodzakelijk acht. Door de deelnemer dient aan de keurmeester van Naktuinbouw tijdig, minimaal 10 dagen voor aanvang van het rooien, gemeld te worden dat men het voornemen heeft te gaan rooien, zodat een laatste veldkeuring kan worden uitgevoerd.
2.
Bij de inspecties als in lid 1 bedoeld keurt Naktuinbouw op raszuiverheid, rasechtheid en gezondheid. Indien daarbij wordt geconstateerd dat partijen teeltmateriaal gedurende de teelt aantastingen vertonen van de ziekten, als op bijlage 2 en bijlage 3 bij dit Reglement vermeld, dienen de maatregelen te worden getroffen als daarbij aangegeven.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 8 van 40
3.
Bij veldinspectie zal Naktuinbouw, daar waar door de deelnemer niet aannemelijk gemaakt kan worden waardoor open plaatsen in het gewas zijn ontstaan en dit meer dan 1% van het gewas betreft, niet tot certificering overgaan.
4.
Indien er om certificering wordt verzocht, kan Naktuinbouw kort voor het rooien nog een laatste keuring uitvoeren. Voorts kan, gedurende de verwerking, de bewaring en het afleveren, een partijkeuring worden uitgevoerd. Bij de laatste veldinspectie en eventueel uitgevoerde partijkeuring wordt nagegaan of de planten voldoen aan de bij of krachtens deze voorschriften gestelde eisen en wordt beoordeeld of deze overeenstemmen met de gevraagde kwalificatie.
5.
Indien Naktuinbouw constateert, dat een ter certificering aangeboden partij niet aan de eisen van dit Reglement of de daarop berustende voorschriften voldoet, wordt certificering voor de betrokken partij geweigerd. Indien op aanwijzing van Naktuinbouw maatregelen genomen zijn, kan herkeuring worden aangevraagd, zodat alsnog certificering kan volgen, indien de partij na herkeuring aan alle eisen voldoet.
KWALIFICATIES ARTIKEL 7 1.
Een gewas en/of het daarvan afkomstige teeltmateriaal wordt blijkens officiële inspectie(s) gecertificeerd indien het rasecht, raszuiver en voldoende gezond is zoals voor de betrokken klasse en/of rassen aangegeven in bijlage 2 en bijlage 3 behorend bij dit Reglement, evenals indien het voldoet aan de overige kwaliteitseisen waaraan gecertificeerd materiaal moet voldoen als aangegeven in laatstgenoemde bijlage.
2.
Bij certificering van teeltmateriaal of (moeder)planten vindt indeling plaats in klassen en wel in een der klassen SEE, SE, EE of E.
3.
De kwalificatie als in het vorige lid bedoeld wordt bij aflevering op het certificaat of het leveranciersdocument gecombineerd met de aanduiding: Naktuinbouw Elite®.
KANDIDAATPLANTEN ARTIKEL 8 1.
Kandidaatplanten zijn planten die, door de deelnemer of een andere in de certificering deelnemende partij, zijn geselecteerd ten behoeve van opname in de certificering. De kandidaatplanten dienen gedurende een volledig seizoen op ziekten beoordeeld te worden, waaronder ten minste die als in bijlage 2 en bijlage 3 bij dit Reglement genoemd.
2.
Kandidaatplanten dienen te worden geteeld in een van een sluis voorziene, afgesloten luisdichte kas, waarin geen moederplanten en/of teeltmateriaal van enige andere klasse voorkomen respectievelijk voorkomt, in ziektevrije grond evenals los van ondergrond, afzonderlijk in potten of containers, onder strikt bedrijfshygiënische omstandigheden. Deze luisdichte kas moet door Naktuinbouw worden beoordeeld en geaccepteerd voor dit gebruik. De kandidaat-planten moeten op een door Naktuinbouw geaccepteerde wijze en door een door Naktuinbouw erkende instelling (ASLN) worden getoetst op alle pathogenen, als in bijlage 3 bij dit Reglement aangegeven. De kandidaatplanten moeten voorts door de deelnemer in het bijzonder op rasechtheid worden gecontroleerd. De deelnemer overlegt de resultaten van die
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 9 van 40
identiteitscontrole op verzoek aan Naktuinbouw. 3.
Nakomelingen van kandidaatplanten, die bij de toetsingen als in lid 2 bedoeld vrij zijn bevonden van de onderwerpelijke pathogenen, worden door Naktuinbouw aangemerkt als virusvrij materiaal.
4.
Kandidaatplanten en de nakomelingen daarvan kunnen door Naktuinbouw “voorlopig virusvrij” worden verklaard als een deel van de toetsen als bedoeld in lid 2 is uitgevoerd en de planten vrij van die pathogenen zijn bevonden. In bijlage 2 bij dit Reglement is opgenomen welke pathogenen het betreft.
5.
Van de beoordeelde en getoetste kandidaatplanten dient door de toetsende instantie een volledig op datum gesteld rapport (attest) opgemaakt te worden dat aan de deelnemer wordt verstrekt en waarvan op verzoek een afschrift ter beschikking is voor Naktuinbouw. Op basis van dit attest wordt door Naktuinbouw een beslissing tot toelating of opname van de moederplant(en) in de klasse prebasis (SEE) genomen.
INDELING IN KLASSE PREBASIS (SEE) ARTIKEL 9 1.
Moederplanten worden door Naktuinbouw ingedeeld in klasse prebasis (SEE) indien zij: a. geteeld worden in van een sluis voorziene, luisdichte kas waarin uitsluitend planten met prebasis-status voorkomen; b. geteeld worden los van ondergrond, afzonderlijk in potten of containers en in ziektevrije grond. Het drainwater uit de potten of containers mag niet met andere planten in contact komen; c. rechtstreeks opgekweekt zijn uit nakomelingen van kandidaatplanten als bedoeld in artikel 8 lid 4 dan wel uit teeltmateriaal klasse SEE: d. op aanwezigheid ziekten visueel zijn beoordeeld en daarvan geheel vrij zijn bevonden; e. bij het constateren van ziekte de onderwerpelijke planten direct worden verwijderd, inclusief de planten, waarmee deze in contact staan en dit te melden bij de Naktuinbouw keurmeester; f. voldoende gezond zijn en in het bijzonder vrij van ziekten en plagen, welke door Naktuinbouw in bijlage 2 bij dit Reglement zijn aangegeven; g. voldoen aan de nadere voorwaarden voor het gewas als genoemd in bijlage 2 bij dit Reglement.
2.
Teeltmateriaal wordt ingedeeld in klasse SEE, indien dit rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse SEE en onder strikt bedrijfshygiënische omstandigheden is beworteld in grond, die niet met de moederplant in contact staat en voldoende gezond is en in het bijzonder vrij van ziekten en plagen, welke door Naktuinbouw in bijlage 2 bij dit Reglement zijn aangegeven.
3.
Onder specifiek door Naktuinbouw vast te stellen voorwaarden ter van natoetsing kunnen basis I (SE)-planten gebruikt worden voor het vernieuwen of verjongen van prebasis (SEE)-planten.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 10 van 40
INDELING IN KLASSE BASIS I (SE) ARTIKEL 10 1a.
1b.
e
Moederplanten worden door Naktuinbouw ingedeeld in de klasse SE1 (1 generatie SE), indien het gewas bestaat uit planten, direct geteeld uit in klasse SEE ingedeeld teeltmateriaal. Er wordt geteeld in een van een sluis voorziene luisdichte kas/tunnel met een minimum hoogte van 2 meter, waarin geen andere dan moederplanten klasse SE1 en SE2 voorkomen. Het is in een luisdichte kas (met een minimum hoogte van 2 meter), toegestaan in hetzelfde seizoen SE1 materiaal nogmaals door te vermeerderen met als resultaat SE1 materiaal. Vermeerderingsmethoden en omstandigheden waarin wordt vermeerderd zijn te allen tijde op aanwijzing/beoordeling van Naktuinbouw. Het is toegestaan SE1 teeltmateriaal nog éénmaal door te vermeerderen in luisdichte tunnels in e de klasse SE2 (2 generatie SE), waarbij het is toegestaan af te wijken van de eis ten aanzien van de minimum kas/tunnelhoogte.
2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 1 kan een teelt van uitgangsmateriaal Softfruit klasse SE pas worden begonnen indien het perceel of de luisdichte kas blijkens voorafgaand, volgens de door Naktuinbouw bepaalde frequentie en intensiteit, grondonderzoek vrij is bevonden van Longidorus spp. en Xiphinema spp.
3.
Naktuinbouw kan ertoe overgaan om planten, welke deel uitmaken van een in klasse SE1 of SE2 in te delen gewas te toetsen dan wel steekproefsgewijze te toetsen op Phytophthora fragariae var. rubi en/of Phytophthora fragariae var. Fragariae (roodwortelrot), virusziekten en/of overige pathogenen. Bij constatering van enige besmetting kan het gewas in een lagere klasse worden ingedeeld respectievelijk worden uitgesloten van certificering.
4.
Teeltmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse SE en bovendien zelf voldoet aan de in lid 3 bedoelde eisen, wordt ingedeeld in de overeenkomstige klasse SE.
5.
Indeling in klasse SE kan voorts slechts geschieden, indien de toleranties ter zake van ziekten en plagen als in de bij dit Reglement behorende bijlage 2 nader genoemd voor die klasse niet zijn overschreden, en de voorgeschreven maatregelen zijn gevolgd.
6.
Indeling in klasse basis I (SE) kan voorts geschieden indien aan de identiteitscontrole eisen (als opgenomen in bijlage 5 dit Reglement) is voldaan.
INDELING IN KLASSE EE ARTIKEL 11 1.
Moederplanten worden ingedeeld in de klasse basis II EE, indien het gewas bestaat uit planten, direct geteeld uit in ten minste in klasse SE ingedeeld teeltmateriaal en indien het materiaal voldoet aan de in bijlage 2 opgenomen voorwaarden. Door Naktuinbouw worden de in bijlage 4 bij dit Reglement omschreven natoetsingen verricht.
2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 1 kan een teelt van aardbeiplanten,frambozen en braam klasse EE pas worden begonnen indien het perceel blijkens voorafgaand, volgens de door Naktuinbouw bepaalde frequentie en intensiteit, grondonderzoek vrij is bevonden van Longidorus spp. en Xiphinema spp.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 11 van 40
3.
Naktuinbouw kan ertoe overgaan om planten, welke deel uitmaken van een in klasse EE in te delen gewas te toetsen dan wel steekproefsgewijze te toetsen op Phytophthora fragariae var. rubi en/of Phytophthora fragariae var. Fragariae (roodwortelrot), virusziekten en/of overige pathogenen. Bij constatering van virusbesmetting kan het gewas in een lagere klasse worden ingedeeld respectievelijk worden uitgesloten van certificering.
4.
Teeltmateriaal dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse EE (bijvoorbeeld wachtbedden) bovendien zelf voldoet aan de in lid 1 bedoelde eisen, wordt ingedeeld in de overeenkomstige klasse EE.
5.
Indeling klasse EE kan voorts slechts geschieden, indien de toleranties ter zake van ziekten en plagen als in de bij dit Reglement behorende bijlage 2 nader genoemd voor die rassen niet zijn overschreden, en de voorgeschreven maatregelen zijn gevolgd.
6.
Indeling in klasse EE kan voorts geschieden indien aan de identiteitscontrole als opgenomen in bijlage 5 bij dit Reglement is voldaan.
INDELING IN KLASSE E ARTIKEL 12 1.
Moederplanten worden door Naktuinbouw ingedeeld in klasse gecertificeerd (E), indien het gewas bestaat uit planten, direct geteeld uit ten minste in klasse EE ingedeeld teeltmateriaal en indien het materiaal voldoet aan de in bijlage 2 genoemde voorwaarden. Door Naktuinbouw worden de in bijlage 4 bij dit Reglement omschreven natoetsingen verricht.
2.
Indeling in klasse E kan overigens slechts geschieden indien de toleranties ter zake van ziekten en plagen als in de bij dit Reglement behorende bijlage 2 nader genoemd voor die klasse niet zijn overschreden, en de voorgeschreven maatregelen zijn gevolgd.
3.
Planten en plantendelen die rechtstreeks afkomstig zijn van moederplanten klasse E en planten die zijn geteeld uit plantendelen, rechtstreeks afkomstig van moederplanten klasse E, en bovendien zelf voldoen aan de in lid 1 en 2 bedoelde eisen, worden ingedeeld in de klasse E.
4.
Naktuinbouw kan ertoe overgaan planten, welke deel uitmaken van een in klasse E in te delen gewas te toetsen dan wel steekproefsgewijze te toetsen op Phytophthora fragariae var. Rubi en/of Phytophthora fragariae var. Fragariae (roodwortelrot) en/of overige pathogenen.
5.
Planten en plantendelen uitgeplant als wachtbedplanten, die rechtstreeks afkomstig zijn van moederplanten klasse E en planten die zijn geteeld uit plantendelen, rechtstreeks afkomstig van moederplanten klasse E, en bovendien zelf voldoen aan de in lid 4 bedoelde eisen, worden ingedeeld in de klasse E.
UITWENDIGE KWALITEIT ARTIKEL 13 De planten dienen voldoende ontwikkeld te zijn, goed te zijn beworteld (met uitzondering van stek) niet te ijl gegroeid, voldoende te zijn ontdaan van ranken en dode bladeren en praktisch vrij te zijn van schade door droogte, vorst, wateroverlast en dergelijke. CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 12 van 40
SORTERING ARTIKEL 14 Plantmateriaal dient afgeleverd te worden met de afnemer overeengekomen bedrijfseigen sortering. Een marge van 10% buiten de overeengekomen sortering is toegestaan. De sortering dient op het leveranciersdocument te worden aangegeven.
IDENTIFICERING EN DOCUMENTEN ARTIKEL 15 1.
Teeltmateriaal dat in een der klassen SEE, SE en EE is ingedeeld en bestemd is voor vermeerdering, dient bij aflevering vergezeld te zijn van een certificaat volgens het model van bijlage 8 van dit Reglement. Het certificaat wordt door Naktuinbouw verstrekt. . De verpakkingseenheden dienen voorzien te zijn van door Naktuinbouw verstrekte kistkaarten, of door de leverancier van de planten vervaardigde kistkaarten, waarvan de lay-out door Naktuinbouw is goedgekeurd (geautoriseerd).
2.
Teeltmateriaal ingedeeld in de klasse E dient vergezeld te gaan van een door de deelnemer vervaardigd afleverdocument, waarop de navolgende voor certificering van toepassing zijnde aanvullende informatie is vermeld: klasse, rooiweek, aantal eenheden, stuks per verpakking en sortering. Hij dient daartoe deze aanduiding op de afleverbon per partij te vermelden.
3.
Teeltmateriaal dat in een der klassen SEE, SE, EE of E is ingedeeld, dient bij aflevering vergezeld te zijn van een vermelding dat de moederplanten een CATT-behandeling hebben ondergaan indien dit van toepassing is. Van alle planten waarvan de moederplanten zijn behandeld dient dit te zijn aangegeven op het leveranciersdocument bij levering van Elite® planten. De vermelde CATT-behandelingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een door Naktuinbouw/Plantum erkend bedrijf. Naktuinbouw zal toezien op deze verplichting middels een door Naktuinbouw bepaalde procedure.
4.
De lay-out van het afleverdocument dient vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan Naktuinbouw. De leverancier is gerechtigd de aanduiding Naktuinbouw Elite® E voor dit materiaal te gebruiken (per partij aan te geven). Op verzoek kan voor plantmateriaal in de klasse E door Naktuinbouw een officieel Naktuinbouw Elite® certificaat worden afgegeven.
5.
Het certificaat is slechts geldig indien het is voorzien van dienststempel en paraaf van de bevoegde functionaris van Naktuinbouw. Het certificaat dient de zending te vergezellen of kort na de aflevering te worden verzonden. In geval van meerdere deelleveringen mag een verzamelcertificaat afgegeven worden direct na de laatst verzonden deellevering.
6.
Een certificaat wordt per partij afgegeven. Op een certificaat kunnen twee of meer partijen worden omschreven, indien voor de aangeduide partijen dezelfde geldigheidsduur van toepassing is.
7.
De leverancier is gerechtigd op de afleverbon de aanduiding Naktuinbouw Elite voor gecertificeerd materiaal te gebruiken. Hij dient daartoe deze aanduiding op de afleverbon per partij te vermelden.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 13 van 40
8.
Een certificaat wordt per partij afgegeven. Op een certificaat kunnen twee of meer partijen worden omschreven, indien voor de aangeduide partijen dezelfde geldigheidsduur van toepassing is.
9.
Het is niet toegestaan niet gecertificeerd plantmateriaal (Conformitas Agraria Communitas, CAC) af te leveren met een Elite certificaat.
10. Behoudens het geval wanneer Nederland land van productie is wordt op het certificaat of leveranciersdocument het land van productie van de planten vermeld. 11. Verse planten en trayplanten van aardbei, maar ook zg. ‘long cane planten’, stek en wortels bij braam/framboos en planten van Vaccinium dienen bij aflevering minimaal voorzien te zijn van een door Naktuinbouw verstrekte palletkaart dan wel van door de leverancier van de planten zelf vervaardigde palletkaarten, waarvan de lay-out door Naktuinbouw is goedgekeurd. Tevens dient een leveranciersdocument te worden bijgevoegd. 12. De waarmerking van planten, verpakkingseenheden, gewas of gewasgroep vindt plaats volgens de eisen, als in bijlage 8 bij dit Reglement opgenomen. 13. Op het certificaat dan wel waarmerkstrookje kan naast de rasnaam ook een aanduiding worden geplaatst van de klonale benaming en/of de plaats waar de betreffende kloon is geselecteerd. 14. Het is toegestaan aan rasnamen en klonale aanduidingen op het certificaat merknamen toe te voegen mits daartoe van de betreffende merkhouder toestemming is verkregen.
WEIGERING TOT CERTIFICERING EN INTREKKEN VERSTREKTE DOCUMENTATIE ARTIKEL 16 1.
Indien Naktuinbouw constateert, dat een ter certificering aangeboden partij niet aan de eisen van dit Reglement of de daarop berustende voorschriften voldoet, wordt certificering voor de betrokken partij geweigerd. Indien op aanwijzing van Naktuinbouw maatregelen genomen zijn, kan een herstelkeuring worden aangevraagd, zodat alsnog certificering kan volgen, indien de partij na herstelkeuring aan alle eisen voldoet.
2.
Naktuinbouw beslist op aanvraag over de afgifte van certificaten. Zij is tevens bevoegd afgegeven certificaten in te trekken, indien wordt vastgesteld dat het betrokken materiaal of de betrokken deelnemer niet langer aan de gestelde eisen voldoet.
3.
De beslissing van Naktuinbouw ten opzichte van een deelnemende leverancier genomen om ter van één of meerdere partijen niet tot certificering over te gaan, is vatbaar voor bezwaar en beroep.
4.
Het bezwaar als in het vorige lid bedoeld dient te worden neergelegd in een bezwaarschrift, dat voldoet aan het bepaalde in artikel 6:5 Algemene wet bestuursrecht en dient te worden gericht aan de Directeur Keuringen van Naktuinbouw.
5.
Indien tegen het besluit van Naktuinbouw om niet over te gaan tot certificering bezwaar is gemaakt, kan de Voorzieningenrechter te Den Haag op verzoek van de indiener van het bezwaarschrift een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 14 van 40
betrokken belangen, dat vereist. 6.
Behoudens het geval dat de aanwezigheid van quarantaineorganismen is vastgesteld, is de leverancier te allen tijde gerechtigd een herstelkeuring te verzoeken bij de Hoofd Keuringen van Naktuinbouw.
7.
Indien een deelnemer zijn financiële verplichtingen, ook die uit andere hoofde dan certificering, jegens Naktuinbouw niet nakomt en in verzuim is, kan deze haar certificeringactiviteiten opschorten tot aan de datum van complete voldoening.
SLOTBEPALINGEN ARTIKEL 17 1.
Dit Reglement kan worden aangehaald als « Certificeringreglement Naktuinbouw Elite® SOFTFRUITGEWASSEN ».
2.
In de gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, beslist het hoofd Keuringen van Naktuinbouw.
3.
Dit Reglement treedt in werking op 1 oktober 2013
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 15 van 40
BIJLAGE 1
Voor certificering komt uitsluitend teeltmateriaal van softfruitrassen in aanmerking die: a.
zijn opgenomen in het Nederlands Rassenregister of Europees Rassenregister of een ander door Naktuinbouw geaccepteerd register;
b.
zodanig zijn beschreven en geïdentificeerd dat naar het oordeel van Naktuinbouw aan de rasbeschrijvingseisen is voldaan.
Naktuinbouw beheert een overzicht van softfruitrassen waarvoor de certificering is opengesteld en waarvan adequate rasbeschrijvingen beschikbaar zijn.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 16 van 40
BIJLAGE 2 Gezondheidsvoorschriften en eisen voor te certificeren teeltmateriaal Framboos/Braam in aanvulling op het bepaalde in het keuringsreglement Naktuinbouw. Ziekte/plaag.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
Schimmelziekten. Phytophthora cactorum (stengelbasisrot) Phytophtora citricola Phytophtora cambivora
Verticillium spp. (verwelkingsziekte)
Botryotinia fuckeliana (anam. Botrytis cinerea) (stengelrot, koprot)
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen komen bij een aantasting groter dan 5% niet meer voor certificering in aanmerking, ook niet na opzuivering. Afbakeningsafstanden zoals door Naktuinbouw aangegeven
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen komen bij een aantasting groter dan 1% niet voor certificering in aanmerking, ook niet na opzuivering. Opzuivering c.q. vernietiging van de haarden dient vóór 15 september te zijn plaatsgevonden.
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
0
0
0
0
0
0
0,5
Visueel vrij
0
0
0,5
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 17 van 40
0
Ziekte/plaag.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE 0 0
Phytophthora fragariae var. rubi
0
Aangetaste planten/plekken dienen met door Naktuinbouw aangegeven afstanden te worden afgebakend. Plantmateriaal van percelen of delen daarvan (door Naktuinbouw aan te geven) waar aantasting is waargenomen, komen niet meer in aanmerking om afgeleverd te worden als gecertificeerd plantmateriaal. In het afgebakende besmette deel mogen geen handelingen meer plaatsvinden. Het besmette deel dient na het rooien van het goedgekeurde teeltmateriaal vernietigd te worden. Percelen of delen daarvan (door Naktuinbouw te bepalen) waar aantasting is waargenomen komen niet meer in aanmerking om 0 gecertificeerd plantmateriaal te produceren.
Peronospora rubi Valse meeldauw
0
E
Adequate maatregelen nemen 0 ter bestrijding.
0
0
Visueel vrij
0
0
Visueel vrij
Bacterie ziekten Rhodococcus fascians
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen moederplanten komen bij een aantasting niet voor certificering in aanmerking ook niet na opzuivering
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse Pagina 18 van 40
Ziekte/plaag.
Agrobactrium spp.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen moederplanten komen bij een aantasting niet voor certificering in aanmerking ook niet na opzuivering
SEE
SE EE
0
0
0
0
0
0,5
E Visueel vrij
Visueel vrij
Insecten Luizen, waaronder - Amphorophora rubi (Grote Frambozenluis) -Aphis idaei (Kleine frambozenluis) -Aphis roburum (Kleine bramenluis) Macrosiphum euphorbiae -(Aardappeltopluis)
Adequate maatregelen nemen. Indien in SEE of SE aantastingen door luizen worden aangetroffen, wordt natoetsing op bladluisoverdraagbare virussen van aangetaste partijen voorgeschreven. Totdat de uitslag bekend is vindt geen certificering als SEE of SE plaats.
Cicaden, waaronder Maeropsisfuseula sp
Adequate maatregelen nemen. Indien in SEE of SE aantastingen door luizen worden aangetroffen, wordt natoetsing op bladluisoverdraagbare virussen van aangetaste partijen voorgeschreven. Totdat de uitslag bekend is vindt geen certificering als SEE of SE plaats.
Resseliella theobaldi -(Frambozenschorsgalmug)
Adequate maatregelen nemen. Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen
0
0
versie dd. 01-10--2013
0,5
Visueel
0
0,5
Visueel
vrij
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
0 CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
0
vrij
0
0
Pagina 19 van 40
0.5
Ziekte/plaag.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
Nematoden P(a)ratylenchus spp. (wortellesieaaltjes)
Aangetaste planten verwijderen en aangetaste plekken afbakenen zoals door Naktuinbouw aangegeven. Teeltmateriaal gegroeid binnen de afgebakende plek komt niet voor certificering in aanmerking.
SE teeltmateriaal. Aangetaste planten verwijderen, uitsluitend gebruik voor eigen vermeerdering. Bij het verspreid voorkomen in plantmateriaal komen percelen of delen daarvan niet in aanmerking voor certificering. Bij pleksgewijze aantasting afbakenen zoals door Naktuinbouw aangegeven. Pleksgewijze aantastingen vernietigen.
Meloidogyne hapla (Noordelijk wortelknobbelaaltje)
Zie P(a)ratylenchus spp.
Overige schadelijke aaltjes
Zie P(a)ratylenchus spp.
Meloidogyne fallax (Bedrieglijk maïswortelknobbelaaltje)
Zie P(a)ratylenchus spp.
Longidorus spp. en Xiphinema spp.
0
0
0
0.5
0
0
0
0.5
0
0
0
0
vrij
vrij
vrij nagenoeg vrij Zie artikel 10, 11 en 12 van de Certificeringvoorschrift en
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E 0 2
0
Maatregelen tijdens teelt. Eisen. CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 20 van 40
0,05
Ziekte/plaag.
Virusziekten
Plant en met virussympt omen verw ijderen. Het gew as w aarin visuele zicht bare aantastingen zijn aangetroffen komt niet meer voor certificering in aanmerking.
**Rubus (a) De teelt van Rubus planten in de volle grond in de klasse SE en EE kan pas worden aangevangen indien het perceel blijkens voorafgaand grondonderzoek, volgens de Naktuinbouw bepaalde frequentie en intensiteit, is vrij bevonden van Longidorens en Xiphinema spp. (b) De teelt van Rubus planten in de volle grond in de klasse E kan pas worden aangevangen indien het perceel blijkens voorafgaand grondonderzoek, volgens de Naktuinbouw bepaalde frequentie en intensiteit, nagenoeg vrij bevonden is van Longidorens en Xiphinema spp.
(c) Bij de teelt van Rubus idaeus (framboos) in de volle grond dient er tussen de verschillende partijen (rassen) een tussenruimte aanwezig te zijn van tenminste 3 meter, hiervan dient tenminste één meter te worden vrij gehouden van planten gedurende het groeiseizoen .
Gezondheidsvoorschriften en eisen voor te certificeren teeltmateriaal Vaccinium in aanvulling op het bepaalde in het keuringsreglement Naktuinbouw .
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 21 van 40
Ziekte/plaag.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
Schimmelziekten. Phytophthora cactorum (stengelbasisrot) Phytophtora citricola
Verticillium spp. (verwelkingsziekte)
. Botrytis cinerea) (stengelrot, koprot)
Godronia cassandrae
Exobasidium vaccinii var.vaccinii
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten).
SEE Aangetaste planten 0 verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen komen bij een aantasting groter dan 5% niet meer voor certificering in aanmerking, ook niet na opzuivering. Afbakeningsafstanden zoals door Naktuinbouw aangegeven
SE 0
Aangetaste planten verwijderen 0 of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen komen bij een aantasting groter dan 1% niet voor certificering in aanmerking, ook niet na opzuivering. Opzuivering c.q. vernietiging van de haarden dient vóór 15 september te zijn plaatsgevonden.
Klasse EE
E
0
Visueel vrij
0
0
0
0,5
0
0
0
0
0
0,1
0
0.5
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
1
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen.
0.5
1
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Ziekte/plaag. Klasse CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUWMaatregelen Elite® SOFTFRUIT tijdens teelt. versie dd. 01-10--2013 Pagina 22 van 40 SEE SE EE E Eisen. 0
0
0
0
Armillariella mellea
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen komen bij een aantasting groter dan 1% niet voor certificering in aanmerking, ook niet na opzuivering. Partijen of delen van partijen moederplanten komen bij een aantasting niet voor certificering in aanmerking ook niet na opzuivering
0
0
0
0
0
0.5
0.5
Visueel vrij
Bacterie ziekten
Pseudomonas syringae
Agrobactrium spp.
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen moederplanten komen 0 bij een aantasting niet voor certificering in aanmerking ook niet na opzuivering
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen moederplanten komen bij een aantasting niet voor certificering in aanmerking ook 0 niet na opzuivering
Visueel vrij
0.5
Insecten Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
Contarinia vaccinii
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
Ziekte/plaag.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
0
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
0
0
Visueel vrij
Pagina 23 van 40
Bladluizen, waaronder - Ericaphis fimbriata (Erisaphis scammeli considerd same species) -Aphis pomi -Myzus ornatus -Myzus persicae
Adequate maatregelen nemen. Indien in SEE of SE aantastingen door luizen worden aangetroffen, wordt natoetsing op bladluisoverdraagbare virussen van aangetaste partijen voorgeschreven. Totdat de uitslag bekend is vindt geen certificering als SEE of SE plaats.
Cicaden
Adequate maatregelen nemen. Indien in SEE of SE aantastingen door luizen worden aangetroffen, wordt natoetsing op bladluisoverdraagbare virussen van aangetaste partijen voorgeschreven. Totdat de uitslag bekend is vindt geen certificering als SEE of SE plaats.
Nematoden P(a)ratylenchus spp. (wortellesieaaltjes)
Ziekte/plaag.
0
0
0,5
0
0
0
Visueel vrij
0.5
Aangetaste planten verwijderen en aangetaste plekken afbakenen zoals door Naktuinbouw aangegeven. Teeltmateriaal gegroeid binnen de afgebakende plek komt niet voor certificering in aanmerking.
SE teeltmateriaal. Aangetaste planten verwijderen, uitsluitend gebruik voor eigen vermeerdering. Bij het verspreid voorkomen in plantmateriaal komen percelen of delen daarvan niet in aanmerking voor certificering. Bij pleksgewijze aantasting afbakenen zoals door Naktuinbouw aangegeven. Pleksgewijze aantastingen vernietigen. Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
vrij
vrij
vrij
vrij
Zie artikel 10, 11 en 12 van de Certificeringvoorschriften
versie dd. 01-10--2013
Pagina 24 van 40
0
0
0
0
0
0
0
0
Longidorus spp. en Xiphinema spp.
Virusziekten
Overige Phytoplasma: Bleuberry w it ches' broom phyt oplasma Bleuberry stunt phyt oplasma Bleurberry false blossem phyt oplasma
Plant en met virussymptomen verw ijderen. Het gew as w aarin visuele zicht bare aantastingen zijn aangetroffen komt niet meer voor certificering in aanmerking.
Plant en met symptomen verw ijderen. Het gew as w aarin visuele zicht bare aantastingen zijn aangetroffen komt niet meer voor certificering in aanmerking.
Ten aanzien van overige ziekten en plagen geldt de bepaling dat SEE teeltmateriaal bij aflevering daarvan volledig vrij dient te zijn. Overig te certificeren teeltmateriaal dient praktisch vrij van aantastingen te zijn.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 25 van 40
Gezondheidsvoorschriften en eisen voor te certificeren teeltmateriaal Aardbeiplanten in aanvulling op het bepaalde in het keuringsreglement Naktuinbouw. Ziekte/plaag.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
Gnomonia comari (kelk- en steelrot)
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
0
Sphaerotheca aphanis (echte meeldauw)
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
Bij aflevering praktisch vrij.
Alternaria alternata * (paarse vlekkenziekte)
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
0
0.5
1
1
Ceratobasidium cornigerum (anam. Rhizoctonia fragariae) en Thanatephorus cucumeris (anam. Rhizoctonia solani) (stengelrot)
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
0
0.5
0.5
1
Botryotinia fuckeliana (anam. Botrytis cinerea) (stengelrot, koprot)
Adequate maatregelen nemen ter bestrijding.
0
0.5
0.5
1
Phytophthora cactorum (stengelbasisrot)
Aangetaste planten verwijderen 0 of haarden afbakenen en vernietigen. Partijen of delen van partijen komen bij een aantasting groter dan 5% niet meer voor certificering in aanmerking, ook niet na opzuivering. Afbakeningsafstanden zoals door Naktuinbouw aangegeven.
0
0
0.5
0
0
0
Schimmelziekten.
Verticillium spp. (verwelkingsziekte)
Aangetaste planten verwijderen of haarden afbakenen en vernietigen. 0 Partijen of delen van partijen komen bij een aantasting groter dan 1% niet voor certificering in aanmerking, ook niet na opzuivering. Opzuivering c.q. vernietiging van de haarden dient vóór 15 september te zijn plaatsgevonden.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
0
0.5
Pagina 26 van 40
1
Ziekte/plaag.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
Colletotrichum acutatum
Aangetaste planten dienen met 0 een door Naktuinbouw bepaalde afbakening direct adequaat vernietigd te worden.
Phytophthora fragariae var. fragariae (roodwortelrot)
Aangetaste planten/plekken dienen met door Naktuinbouw 0 aangegeven afstanden te worden afgebakend. Plantmateriaal van percelen of delen daarvan (door Naktuinbouw aan te geven) waar aantasting is waargenomen, komen niet meer in aanmerking om afgeleverd te worden als gecertificeerd plantmateriaal.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
In het afgebakende besmette deel mogen geen handelingen meer plaatsvinden. Het besmette deel dient na het rooien van het goedgekeurde teeltmateriaal vernietigd te worden. Percelen of delen daarvan (door Naktuinbouw te bepalen) waar aantasting is waargenomen komen niet meer in aanmerking om gecertificeerd plantmateriaal te produceren.
Bacterie ziekten Xanthomonas fragariae
Haarden van aantastingen dienen met door Naktuinbouw aangegeven afstanden te 0 worden afgebakend. Partijen waarin aantasting is waargenomen komen niet meer in aanmerking voor het afleveren als gecertificeerd teeltmateriaal. Voor zover sprake is van afgebakende delen waarin geen aantastingen zijn aangetroffen kan besloten worden alsnog tot ontheffing over te gaan.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 27 van 40
Ziekte/plaag
Maatregelen tijdens teelt Eisen
Insecten Luizen, waaronder - Chaetosiphon fragaefolii (aardbeiknotshaarluis)
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
Adequate maatregelen nemen. Indien in SEE of SE 0 aantastingen door luizen worden aangetroffen, wordt natoetsing op bladluisoverdraagbare virussen van aangetaste partijen voorgeschreven. Totdat de uitslag bekend is vindt geen certificering als SEE of SE plaats.
0
0.5
0
0
1
Mijten Phytonemus pallidus spp. fragariae (aardbeimijt)
Aantastingen zoals door Naktuinbouw aangegeven afbakenen en vernietigen. Plantmateriaal van percelen waarin visueel door leverancier en/of Naktuinbouw aantastingen zijn waargenomen komt niet meer voor certificering in aanmerking.
Tetranychus urticae (bonenspintmijt)
Adequate maatregelen nemen.
Bij aflevering praktisch vrij.
Aphelenchoides spp. (bladaaltjes)
Aangetaste planten verwijderen.
0
0
0
0.5
Ditylenchus dipsaci (stengelaaltjes)
Aangetaste planten verwijderen.
0
0
0
0
0
0
Nematoden
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 28 van 40
Ziekte/plaag.
P(a)ratylenchus spp. (wortellesieaaltjes)
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
Aangetaste planten verwijderen en aangetaste plekken afbakenen zoals door Naktuinbouw aangegeven. Teeltmateriaal gegroeid binnen de afgebakende plek komt niet voor certificering in aanmerking.
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
0
0
0
0.5
SE teeltmateriaal. Aangetaste planten verwijderen, uitsluitend gebruik voor eigen vermeerdering. Bij het verspreid voorkomen in plantmateriaal komen percelen of delen daarvan niet in aanmerking voor certificering. Bij pleksgewijze aantasting afbakenen zoals door Naktuinbouw aangegeven. Pleksgewijze aantastingen vernietigen. Meloidogyne hapla (Noordelijk wortelknobbelaaltje)
Zie P(a)ratylenchus spp.
0
0
0
0.5
Overige schadelijke aaltjes
Zie P(a)ratylenchus spp.
0
0
0
0.5
Meloidogyne fallax (Bedrieglijk maïswortelknobbelaaltje)
Zie P(a)ratylenchus spp.
0
0
0
0
vrij
vrij
0
0
Longidorus spp. en Xiphinema spp.
Virusziekten
vrij nagenoeg vrij Zie artikel 10, 11 en 12 van de Certificeringvoorschriften. Planten met virussymptomen verwijderen. Het gewas waarin visuele zichtbare aantastingen zijn aangetroffen komt niet meer voor certificering in aanmerking.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
0
Pagina 29 van 40
0
Ziekte/plaag.
Maatregelen tijdens teelt. Eisen.
Maximum tolerantie (visueel) bij controle teelt en/of aflevering (in procenten). Klasse SEE SE EE E
Green petal fytoplasma
Planten met symptomen verwijderen.
0
0
0
0.5
Voorjaarsbont
Aangetaste planten verwijderen.
0
0
0
0
Zwart wortelrot en overige kwaliteitsziekten
Zieke planten verwijderen of zieke plekken afbakenen. Bij een aantasting groter dan 5% geen certificering van partij of partij gedeelte.
0
0
0
0.5
Overig
Ten aanzien van overige ziekten en plagen geldt de bepaling dat SEE teeltmateriaal bij aflevering daarvan volledig vrij dient te zijn. Overig te certificeren teeltmateriaal dient praktisch vrij van aantastingen te zijn.
**fragariae De teelt van aardbeiplanten klasse E kan pas worden aangevangen indien het perceel blijkens voorafgaand grondonderzoek, volgens de door Naktuinbouw bepaalde frequentie en intensiteit, nagenoeg vrij bevonden is van Longidorus spp. en Xiphinema spp.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 30 van 40
BIJLAGE 3 Nadere voorschriften met betrekking tot toetsing op pathogenen van teeltmateriaal Aardbeiplanten Virusziekten (Engels/Nederlandse naam)
Diagnose via symptomen
Mechanische inoculatie op kruidachtige indicatoren
Methode
Resultaat: Kandidaat en/of SEE
Indicatoren voor bladenenting UC-nummer:
Geel gearceerde methode wordt standaard óók getoetst bij vermeerdering van SEE (virus)ziekten die voorkomen in de EPPO-regio en waarop in het Naktuinbouw-certificeringssysteem getoetst wordt:
Luisoverdraagbaar: Strawberry crinkle virus aardbeikrinkelvirus
Nee
Nee
1;8
free
4,5
Strawberry mild yellow-edge virus zwak-geelrandvirus van aardbei
Nee
Nee
1;8
free
4,5
Strawberry mottle virus aardbeivlekkenvirus
Nee
Nee
1;8
free
4,5
Strawberry vein banding virus aardbeinerfbandmozaiëkvirus
Nee
Nee
2;8
free
6,12
Cicadenoverdraagbaar: free Strawberry green petal fytoplasma
Ja
Nee
6
-
Aaltjesoverdraagbaar: free Arabis mosaic nepovirus Arabis-mozaïekvirus
Nee
Raspberry ringspot nepovirus Frambozekringvlekkenvirus
Nee
Strawberry latent ringspot virus Latent aardbeikringvlekkenvirus
Nee
Tomato black ring nepovirus tomatenzwartkringvirus
Nee
Ja
5
free
Ja
5
free
Ja
5
free
Ja
1 1 2 4 4 3 3 5 6
Leafroll Witches’ broom Pallidosis Pseudo mild yellow-edge Feather leaf Tobacco streak virus Strawberry latent C virus Chlorotic fleck 3 Tomato ringspot virus Aster yellows phytoplasma Lethal decline CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
5
versie dd. 01-10--2013
free free free free free free free free free free free free Pagina 31 van 40
Phytoplasma yellows Rickettsia yellows Multiplier plant Other pests and diseases tested for: Phytophthora fragariae var. frag Phytophthora cactorum Verticillium spp. (V. dahliae, V. albo-atrum) Colletotrichum acutatum 9 free Xanthomonas fragariae 8 free
6 6 6 7 11 11 9 8 10
Dithylenchus spp. en Aphelenchoides spp.
free free free free free free
en overige algemeen voorkomende schimmelziekten.
Explanation of methods applied (indicators): 1. Fragaria UC 5 (leafgrafts) 2. Fragaria UC 12 (leafgrafts) 3. Fragaria EMC (leafgrafts) 4. Fragaria ‘Apinum’ (leafgrafts) 5. Chenopodium quinoa (sap inoculation) 6. Visual inspections 7. Fragaria ‘Baron Solemacher’ (bait test) 8. Laboratory techniques (PCR) 9. Paraquat-test 10.Standard sampling and testing OEPP/EPPO 11.Laboratory techniques (plating)
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 32 van 40
Nadere voorschriften met betrekking tot toetsing van teeltmateriaal: **Rubus. Pathogeen Virussen Apple mosaic virus (ApMV) Black raspberry necrosis virus (BRNV) Cherry leaf roll nepovirus (CLRV) Cucumber mosaic virus (CMV) Raspberry leafmottle (RLMV) Raspberry leaf spot (RLSV) Raspberry vein chlorosis virus (RVCV) Rubus yellow net virus (RYNV) Raspberry bushy dwarf virus (RBDV) Arabis mosaic nepovirus (AMV) Raspberry ringspot nepovirus (RpRSV) Strawberry latent ringspot nepovirus (SLRSV) Tomato black ring nepovirus (TBRV) Phytoplasmas Rubus stunt phytoplasma Op virus gelijkende ziekten Raspberry yellow spot Schimmels; Phytophthora fragariae var. rubi
Toetsmethode (a) (b) (a) (a) (b) (b), (d) (d), (j), (b), (a), (g) (a), (a), (a), (a),
(c), (d), en visueel bevestigingstoets
(b), (l)
(a) mechanische inoculatie op Chenopodium quinoa, Cucumis sativus en Nicotiana clevelandii. (b) inoculatie door enten op Rubus occidentalis ‘Cumberland’. (c) Inoculatie door enten op Rubus idaeus ‘Malling Landmark’ (d) Inoculatie door enten op Rubus idaeus ‘Norfolk Giant’ (g) ELISA (h) PCR (j) Inoculatie door enten op Rubus idaeus ‘Baumforth’s seedling’ (l) Vangplantentoets Rubus idaeus ‘Glen Moy’
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 33 van 40
(h)
Nadere voorschriften met betrekking tot toetsing van teeltmateriaal: **Vaccinium Pathogeen______________________________________Toetsmethode Virussen/op virusgelijkende ziekten Blueberry mosaic agent (b), (c) Bleuberry red ringspot virus (BBRSV) (b), (g) Blueberry shoestring virus (BSSV) (f) Cranberry ringspot agent (h) Blueberry leaf mottle virus (BLMoV) (a), (f) Tobacco ringspot virus (TRSV) (a), (f) Peach rosette mosaic virus (PMRV) (a), (f) Tomato ringspot virus (ToRSV) (a), (f) Blueberry scorch virus (BlScV) (f), (g) Blueberry shock virus (BlShV) (f), (g) Phytoplasmas Blueberry stunt phytoplasma (b), (d), (g) Blueberry witches broom phytoplasma (e), (g) Cranberry false blossom phytoplasma (g), (h) Schimmels Phytophthora ramorum (f), (g)
(a) mechanische inoculatie op Chenopodium quinoa, Nicotiana occidentalis 37B en Cucumis sativus. (b) Inoculatie door enten op Vaccinium corymbosum ‘Cabot’. (c) Inoculatie door enten op Vaccinium corymbosum ‘Stanley’. (d) Inoculatie door enten op Vaccinium corymbosum ‘Jersey’. (e) Inoculatie door enten op Vaccinium myrtillus (f) Elisa (g) PCR (h) Visuele controle
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 34 van 40
BIJLAGE 4 Natoetsingen **Rubus Klasse SEE Klasse SE Klasse EE Klasse E
Om het jaar toetsing op de virussen die getoetst worden op Rubus occidentalis ‘Cumberland’ Bij aanplanten kan Naktuinbouw een steekproefsgewijze natoetsing op Raspberry bushy dwarf virus.(RBDV) Bij aanplanten kan Naktuinbouw een steekproefsgewijze natoetsing op Raspberry bushy dwarf virus (RBDV) Geen natoetsing voorgeschreven.
Bij het aantreffen van virus of van op virus lijkende symptomen altijd een monster nemen en natoetsing een uitvoeren.
**Vaccinium Bij het aantreffen van virus of van op virus lijkende symptomen altijd een monster nemen en een natoetsing uitvoeren. De teelt van moederplanten Vaccinium klasse E kan pas worden aangevangen indien het perceel blijkens voorafgaand grondonderzoek, nagenoeg vrij bevonden is van Longidorus spp. en Xiphinema spp. Voor moederplanten Vaccinium spp (stekhagen volle grond) Klasse E die bedoeld zijn voor het nemen van stek voor opkweek van Klasse E teeltmateriaal is een jaarlijkse toetsing voorgeschreven op de tot dan toe bekende virussen.
Aantal planten op een perceel 0 – 100 planten 100 – 2.000 planten 2.000 – 6.000 planten meer dan 6.000 planten
Te nemen monsters Van elke individuele plant een monster nemen 100 monsters 5 % van het aantal moederbomen of gebruikte moederplanten 300 monsters
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 35 van 40
BIJLAGE 5
Eisen aan de identiteit van plantmateriaal
**Rubus Parallel aan de vermeerdering van SEE-materiaal wordt er plantmateriaal (tenminste 3 planten per ras) opgeplant om de identiteit van het materiaal vast te stellen. Beoordeling vindt plaats op de rasechtheid en de raszuiverheid. Tevens vindt beoordeling plaats op ‘korreligheid’. Is het materiaal voldoende rasecht en raszuiver en vertoont het geen symptomen van korreligheid en voldoet het ook aan de overige gestelde voorwaarden dan wordt het materiaal in de klasse SE goedgekeurd. Bij twijfels over de rasechtheid of raszuiverheid en bij verdenkingen van ‘korreligheid’ kan er door Naktuinbouw een opplanting met vruchtdracht worden voorgeschreven. Hiertoe dienen minimaal 25 planten te worden opgeplant.
* * Vaccinium Parallel aan de vermeerdering van SEE-materiaal w ordt er plantmateriaal (tenminste 3 planten per ras) opgeplant om de identiteit van het materiaal vast te stellen. Beoordeling vindt plaats op de rasechtheid en raszuiverheid. Bij tw ijfels over de rasechtheid of raszuiverheid kan er door Naktuinbouw een opplanting met vruchtdracht voorgeschreven. Hiertoe dienen minimaal 25 planten te w orden opgeplant.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 36 van 40
BIJLAGE 6 Belendingseisen
**Rubus De afstand tussen gecertificeerde Rubus planten en niet-gecertificeerde planten, in het bijzonder fruitplantages en wilde Rubus dient tenminste 100 meter te zijn.
**Fragariae Gevraagde klasse EE wordt geteeld op een perceel, dat tenminste 500 m verwijderd is van perceel waarop nietgecertificeerde aardbeiplanten vermeerdering of aardbeienproductie plaatsvindt. Gevraagde klasse E het gewas bovendien wordt geteeld op een perceel dat ten minste 50 m verwijderd is van percelen niet-gecertificeerde aardbeiplanten of aardbeienproductiepercelen
**Vaccinium De afstand tussen gecertificeerde Vaccinium en niet gecertificeerde planten, in het bijzonder fruitplantages dient tenminste 200 meter te zijn.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 37 van 40
BIJLAGE 7
Eisen gesteld aan in vitro vermeerderd materiaal a) In vitro vermeerdering dient plaats te vinden vanuit teeltmateriaal dat door Naktuinbouw is gecertificeerd/ingedeeld in klasse SEE/prebasis (afkomstig van moederplanten in de klasse SEE/prebasis). b) Aan de Naktuinbouw dient gemeld te worden in welk laboratorium het materiaal in vitro zal worden vermeerderd. Vermeerdering dient plaats te vinden in een door Naktuinbouw erkend laboratorium. c) Ten hoogste zijn er tien vermeerderingsstappen toegestaan. d) In vitro vermeerdering van als niet stabiel bekend staande rassen is niet toegestaan vanwege het hoge risico op afwijkingen. e) Bij aflevering van in vitro vermeerderd materiaal dient op het certificaat en/of het certificeringslabel te worden aangegeven dat het materiaal in vitro is vermeerderd. Deze eis vervalt als er na de in vitro vermeerdering nog een normale vegetatieve vermeerdering plaats vindt, waarbij vastgesteld is dat er geen sprake is van (zichtbare)afwijkingen in de betreffende partij moederplanten/teeltmateriaal. f)
Voor aardbei geldt dat er ALTIJD minimaal 2 vegetatieve vermeerderingsstappen moet zitten tussen ontvangst van in-vitro vermeerderd materiaal en het uitleveren van gecertificeerd materiaal. Men kan volstaan met 1 vegetatieve vermeerderingsstap indien het ras aantoonbaar nooit afwijkingen vertoond en her ras is opgenomen in voor dit doeleind ingericht register van Naktuinbouw.
Naktuinbouw schrijft voor dat op in vitro vermeerderd materiaal een identiteitscontrole wordt uitgevoerd (voor of na aflevering van het betreffende materiaal).Voor deze identiteitscontrole dient er na de in vitro vermeerdering een monster te worden opgeplant voor nacontrole op een door Naktuinbouw vastgestelde wijze. Dit monster dient te bestaan uit een door Naktuinbouw vastgesteld aantal planten. De vermeerderaar is zelf verantwoordelijk voor de opplant van dit monster. Mogelijk kan deze identiteitscontrole ook plaatsvinden op een partij planten die (al) voor vruchtproductie worden gebruikt. In dit geval dient de vermeerderaar te zorgen voor toegang tot dit materiaal. Indien er afwijkingen in een partij worden aangetroffen, waardoor er sprake is van een niet meer raszuivere partij, dan is gecertificeerde aflevering vanuit de nog bij de vermeerderaar aanwezig (in-vitro) materiaal van deze partij niet langer toegestaan. Indien dit het geval is, dan is aflevering van materiaal dat in het betreffende laboratorium is vermeerderd, pas weer toegestaan als er bij een volgende identiteitscontrole is vastgesteld dat er geen afwijkingen (meer) voorkomen in de betreffende partij.
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 38 van 40
BIJLAGE 8
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 39 van 40
BIJLAGE 9
Algemene voorwaarden inzake certificeringswerkzaamheden door Naktuinbouw buiten Nederland
Voorbeeld waarmerkstrookje/certificeringslabel
CERTIFICERINGSREGLEMENT NAKTUINBOUW Elite® SOFTFRUIT
versie dd. 01-10--2013
Pagina 40 van 40