ZEEBRIEF#92
30 december 2013
ZUIDPOOL 02309795, 13-12-1956 opgeleverd door N.V. Scheepswerven v/h H.H. Bodewes, Millingen (520) als ZUIDPOOL aan C.V. Nederlandsche Stoomsleepdienst van v/h P. Smit Jr., Rotterdam, 26 BRT, 22,94 x 5,7 x 2,45 x 1,9 meter, 376 EPK, Stork-Ricardo. 31-5-1971 ingebracht bij N.V. Smit-Spido, Rotterdam. 18-11973 ingebracht bij Vigilanter Holding B.V., Rotterdam. 26-4-1973 ingebracht bij Piet Smit Sleepdienst B.V., Rotterdam. 10-2-1975 ingebracht bij Smit-Vos B.V., Rotterdam.
18-1-1984 verkocht aan Smit Internationale Havensleepdiensten B.V., Rotterdam. 24-12-1985 verkocht aan Van Tiems Bergings- en Slepersbedrijf B.V., Beneden Leeuwen, herdoopt JUPITER. 22-4-1986 verkocht aan Gerwi B.V., Beneden Leeuwen. 28-8-1997 verkocht aan Bergings- Sleep & Transportbedrijf Tiel B.V. (B.S.T.), Geldermalsen, 1997 herdoopt ZUIDPOOL. 2000 nieuwe motor, 1.130 EPK, 831 kW, Deutz SBA16M816-R NE99.
28-1-2011 verkocht aan Midena Shipping B.V., Urk, herdoopt HENDRIK-KLAAS. (Foto W. Koper, 13-12-2013, op de achtergrond de duw- sleepboot WATER LADY 2314758, ex OTTER van Graan Elevator Maatschappij B.V., Rotterdam).
SMS SHOALBUSTER 9557604, foto: G. Vermeulen, 18-11-2013 te Maassluis bestemd voor scheepswerf De Haas Maassluis B.V. SMS SHOALBUSTER (2): 2-6-2009 vertrokken van de werf naar de Europoort voor
proefvaart, 4-6-2009 snelheidsproeven in de Europoort, 12-6-2009 (BV) opgeleverd door Damen Shipyards Hardinxveld B.V. (571575) aan Sinbad Marine Services Ltd., Southampton-U.K., 212 BRT, 63 NRT, 2.228 EPK, 1.640 kW, 2 x Caterpillar 3508BTA, Caterpillar Inc., Mossville U.S.A., 12 kn. 2011 verkocht aan Gareloch Support Services (Plant) Ltd., Southampton-U.K.
TEMPO 2310169, 10-12-1957 te water gelaten, 13-3-1958 ingeschreven, 1958 opgeleverd door G.J. van den Berk, Beneden Leeuwen als WATER (2) aan N.V. Scheepvaart & Steenkolen Mij., Rotterdam. 8,28 ton, 17,10 x 4,90 x 1,20 x 1,800 meter, 150 PK, Caterpillar Tractor Co., Peoria, Illinois. 22-3-1968 verkocht aan V.o.F. P.W. den Boer & Zn., Rotterdam. 4-4-1968 verkocht aan N.V. Sleepdienst Jan Kooren, Rotterdam, herdoopt TEMPO, roepsein PHXM. 1973 nieuwe motor ingebouwd, 372 EPK, Caterpillar D.343, Caterpillar Tractor Co. Peoria, Illinois. 26-5-1983 verkocht aan A. Buitink, Zwartewaal. (Foto: TVDZ, 3e Petroleumhaven).
1-7-1986 verkocht aan Tavo-Kruysifix B.V., Rotterdam, herdoopt DIRK-PIETER. (Foto: TVDZ, 13-5-1992). 58-1996 verkocht aan J.A. Oost Scheepvaartbedrijf B.V., Zwijndrecht, herdoopt SHARON. 2000 verkocht aan Salmon B.V., Papendrecht, in beheer bij G. de Jonge, Papendrecht. 1-2001 bij G. Ottenhof Techniek, Amsterdam andere motor ingebouwd: 408 EPK, 300 kW, 2.100 omw/min., Caterpillar 3406DI-T NE-96, gereviseerd was bij Moree, Papendrecht. 2002 verkocht aan V.o.F Kunst, Groningen (dhr. S. Kuypers en R. Kunst), herdoopt RON. 6-3-2003 verkocht aan V.o.F. Firma Gebr. Kramer, Zaandam, herdoopt HERA. 2008 verkocht aan Faase, Werkendam, herdoopt GANZEBOOT. 2008 verkocht aan Duik & Lasbedrijf Boeren B.V., Hedel. (ENI 2323295).
F-31 7607833 op de Nieuwe Maas t.h.v. de Nieuwe Matex te Vlaardingen. Casco gebouwd door Imai Seisakusho K.K., Iwagi (156), 30-6-1976 opgeleverd door Mitsui Ocean Development & Eng. Co. Ltd. (S-070) als F 31 aan Cia. de Dragados Internacionales S.A., Panama (Van Hattum en Blankevoort, Beverwijk). 338 BRT, 51 NRT. (34,02) x 9,22 x 4,25 x 3,988 meter. 2.500 EPK, 2 x Niigata 6MG25BX, Niigata Engineering Co. Ltd. 11,5 kn. zusterschepen F-29 7602819, F-30 7602821 en F-32 7607845, later SMIT FLORIANA). 1981 verkocht aan Bramex Shipping & Investment Co. S.A., Panama (N.V. Kon. Boskalis Westminster), 1981 herhoopt SYPESTEYN. 1984 verkocht aan Future Maritime Inc., Panama, herhoopt SEALIFT 23.
1988 verkocht aan Euch Zammit & Sons Ltd., Malta, 1988 herhoopt ZAMTUG III. (Foto: TVDZ, 30-5-1988 Maassluis). 1989 verkocht aan Ocean Range Shipping Co. S.A., Malta, 1989 herhoopt DALMAR ENERGY. 1993 verkocht aan Tecnicos Marinos Ltda. (TECNIMAR), Colombia, 1993 herhoopt APOLO. 1995 verkocht aan International Tugs S.A., Colombia. 11-2003 verkocht aan Portside Towing, Kingston-Jamaica, 11-2003 herdoopt SEWARD.
"Boskalis wil zeesleper Fairmount overnemen" Boskalis is voor het eerst sinds het inlijven van Dockwise in 2012 weer op overnamepad. De baggeraar en maritiem dienstverlener heeft zijn zinnen gezet op zeesleper Fairmount uit Rotterdam. Dat schrijft Het Financieele Dagblad (FD) dinsdag. Volgens de krant is Fairmount het zusterbedrijf van Fairstar. Fairstar werd overgenomen door zeetransportbedrijf Dockwise, voordat dat bedrijf in handen kwam van Boskalis. Een woordvoerder bevestigt tegenover de krant dat het in gesprek is met Fairmount, maar weigert verdere details te geven. "Als er overeenstemming is, zullen we dat melden'', aldus de zegsman. Fairmount, dat in handen is van het Franse Louis Dreyfus Armateurs, boekte in 2011 een nettowinst van 12 miljoen dollar op een omzet van 77 miljoen dollar. Recentere cijfers zijn niet voorhanden. Volgens een bron praten Boskalis en Fairmount over een overnamesom van 60 tot 80 miljoen dollar. Grootste opdracht Verder maakt Boskalis dinsdag bekend dat Dockwise de grootste opdracht uit zijn bestaan heeft binnengehaald. Het gaat om het vervoer van meer dan honderd modules voor een gasterminal vanuit China en Maleisië naar West-Australië. Daarmee is een bedrag van zo'n 275 miljoen dollar (ruim 200 miljoen euro) gemoeid. De werkzaamheden voor het zogenoemde Wheatstone LNG-project, dat geëxploiteerd wordt door oliemaatschappij Chevron, beginnen naar verwachting begin 2014. Duidelijk positief KBC vindt de recordopdracht die Boskalis-dochter Dockwise heeft binnengesleept "duidelijk positief nieuws". Dat schrijft de bank dinsdag in een commentaar. KBC wijst erop dat het contract het bedrijf voor een halfjaar van werk voorziet. De bank hanteert voor Boskalis een accumulate-advies met een koersdoel van 35 euro. Het aandeel stond dinsdag om 9.29 uur 2,1 procent hoger op 37,99 euro. (Bron: nu.nl, door: AFN, 24-12-2013, foto FAIRMOUNT ALPINE: F. van Rijsbergen, 1-11-2007). FAIRMOUNT ALPINE 9344784, 4-8-2005 kiel gelegd door Dirk Dokter bij Niigata Shipbuilding Ltd. te Japan, 11-5-2006 gedoopt FAIRMOUNT ALPINE door mevr. Schuur, 31-5-2006 opgeleverd door Niigata Shipbuilding & Repair Inc. te Japan (009) aan MPC Scheepfonds Fairmount Alpine B.V., Panama, in beheer bij Fairmount Marine B.V., Rotterdam voor Hanzevast Shipping B.V., Groningen, 3.239 BRT, 16.320 EPK, 12.010 kW, 4 x Wärtsilä Vasa 6R32, trekkracht 196 ton, na oplevering vertrokken naar Korea. 29-8-2008 beslag door de rechtbank te Rotterdam opgeheven, 9-2008 verkocht aan Fairmount Marine B.V., Rotterdam. 10-2008 onder Nederlandse vlag gebracht, thuishaven Rotterdam, roepsein PBNA.
FAIRMOUNT EXPEDITION 9358943, 11-7-2006 kiel gelegd door Mr. N. Nakamura (Managing Director/General Manager, Fukada Salvage & Marine Works Co. Ltd.) bij Niigata Shipbuilding & Repair Inc. (006), 10-2-2007 te water gelaten, 21-5-2007 gedoopt FAIRMOUNT EXPEDITION door mevr. Giuliana de Heer (echtgenote van Albert de Heer, directeur van Fairmount), 8-6-2007 opgeleverd aan MPC Scheepfonds Fairmount Expedition B.V., Panama, in beheer bij Fairmount Marine B.V., Rotterdam voor Hanzevast Shipping B.V., Groningen, 3.429 BRT, 16.320 EPK, 12.010 kW, 4 x Wärtsilä Vasa 6R32, trekkracht 196 ton, 16,5 kn., de eerste reis ging met de hopperzuiger WD FAIRWAY van China naar Thailand. 29-8-2008 beslag door de rechtbank te Rotterdam opgeheven, 9-2008 verkocht aan Fairmount Marine B.V., Rotterdam, 9-2008 onder de Nederlandse vlag gebracht, thuishaven Rotterdam, roepsein PBNB. (Foto: R.P. van de Wetering, 2-62012, t.h.v. Maassluis onderweg naar Falmouth).
FAIRMOUNT FUJI 9156618, AH-sleepboot, 4-1997 opgeleverd als SHIN NICHI MARU door Ishii Zosen K.K., Futtsu (371) aan Shin Nippon Kaiji Co. Ltd., Tokyo-Japan, in beheer bij Fukada Salvage & Marine Works Co. Ltd., 998 BRT, 299 NRT, 1.177 DWT, 60,30 (52,40) x 11,80 x 5,30 x 4,670 meter, 393 ton bunkers, 12,5 kn., 4.000 EPK, 2.940 kW, 2 x 6 cyl, Yanmar 6N260-EN, Yanmar Diesel Engine Co. Ltd. 5-6-2001 (e) verkocht aan SNK S.A., Panama, in beheer bij Shin Nippon Kaiji Co. Ltd., 24-12-2001 (e) in beheer bij SNK Ocean S.A., 30-
5-2006 (e) verkocht aan Fairmount Offshore Support, Panama, in beheer bij Fairmount Marine B.V., Rotterdam, 4-7-2006 (e) herdoopt FAIRMOUNT FUJI, roepsein HO2403. (Foto: Andrew Lester/Shipspotting, 23-8-2011, Kaapstad).
FAIRMOUNT GLACIER 9344796, 25-12-2004 contract getekend met Niigata Shipyards voor de bouw, 25-112005 kiel gelegd, 11-7-2006 te Niigata gedoopt FAIRMOUNT GLACIER door mevr. Esther du Marchie Sarvaas, 31-7-2006 opgeleverd door Niigata Shipbuilding & Repair Inc. (012) aan MPC Scheepfonds Fairmount Glacier B.V., Panama, in beheer bij Fairmount Marine B.V., Rotterdam voor Hanzevast Shipping B.V., Groningen, 3.239 BRT, 3.239 BRT, 16.320 EPK, 12.010 kW, 4 x Wärtsilä Vasa 6R32, trekkracht 196 ton, de 1e reis ging van Maleisië naar west Afrika met de FAIRMOUNT FJELL, deze was geladen met AMP-2. 29-8-2008 beslag door de rechtbank te Rotterdam opgeheven, 9-2008 verkocht aan Fairmount Marine B.V., Rotterdam, 24-92008 onder de Nederlandse vlag gebracht, thuishaven Rotterdam, roepsein PBNC. (Foto: TVDZ, 26-8-2007, Maasmond).
FAIRMOUNT SHERPA 9315563, 20-8-2004 kiel gelegd, 22-3-2005 te water gelaten bij Niigata Shipbuilding & Repair Inc., Japan (003), 12-5-2005 gedoopt FAIRMOUNT SHERPA door mevr. Dionne van den Berg (12 jarige dochter van Fairmount's directeur Henk J. van den Berg) en opgeleverd aan MPC Scheepfonds Fairmount Sherpa C.V., Panama, in beheer bij Fairmount Marine B.V., Rotterdam voor Hanzevast Shipping B.V., Groningen, 3.239 BRT, 16.320 EPK, 12.010 kW, 4 x Wärtsilä Vasa 6R32, trekkracht 196 ton, de eerste reis ging met de ponton OCEAN ORC van Japan naar El Salvador, 30-5-2005 vertrokken van Kure, 5-7-2005 gearriveerd te La Union, El Salvador, 12-7-2005 daar vertrokken, 17-7-2005 gebunkerd te Manzanillo, Mexico en daarna vertrokken naar Kure, Japan, 22-12-2005 gearriveerd te Rotterdam. 29-8-2008 beslag door de rechtbank te Rotterdam opgeheven, 9-2008 verkocht aan Fairmount Marine B.V., Rotterdam, 10-2008 onder de Nederlandse vlag gebracht, thuishaven Rotterdam, roepsein PBNF. (Foto: L. Varekamp, 4-3-2011). FAIRMOUNT SUMMIT 9315575, 30-7-2005 te water gelaten bij Niigata Shipbuilding & Repair Inc., Japan (004), 14-10-2005 te Niigata gedoopt FAIRMOUNT SUMMIT door mevr. Toos Wevers (echtgenote van Leo Leusink, directeur bij Fairmount), 31-10-2005 opgeleverd aan MPC Scheepfonds Fairmount Ranger B.V., Panama, in beheer bij Fairmount Marine B.V., Rotterdam voor Hanzevast Shipping B.V., Groningen, 16.320 EPK, 12.010 kW, 4 x Wärtsilä Vasa 6R32, trekkracht 196 ton. De eerste reis ging met de ponton FAIRMOUNT FJORD van Mumbai naar de Golf van Mexico. 29-8-2008 beslag door de rechtbank te Rotterdam opgeheven, 9-2008 verkocht aan Fairmount Marine B.V., Rotterdam, 17-11-2008 (e) onder de Nederlandse vlag gebracht, thuishaven Rotterdam, roepsein PBNG.
GAVEA LIFTER 7386972, afzinkbaar ponton, 1976 opgeleverd Empresa Nacional “Bazan” de C.N.M. S.A., El Ferrol (148) als het tankschip ALMIRANTE ROTAECHE aan Naviera Vizcaine S.A., Bilbao-Spanje, 92.351 BRT, 174.015 BRT. 1985 verkocht aan Hibiscus Navigation Corp., Monrovia-Liberia, in beheer bij Marine Transport Corp., herdoopt NAN HAI XI WANG. 1986 verbouwd tot tankschip voor offshore processing, 87.974 BRT, 171.280 DWT. 1988 verkocht aan Government of The People’s Republic of China, Zhanjiang-China. 1995 verkocht aan China National Offshore Corp. & Nan Hai West Oil Corp., Zhanjiang-China. 2000 verkocht aan China Gov. Shanghai Salvage Co., verbouwd tot afzinkbare ponton. 32.521 BRT. 2002 herdoopt ZHONG REN 3, 14-9-2002 gearriveerd te Rotterdam met casco’s achter de sleepboot DE YI. ZHONG REN 3 verkocht voor sloop naar China, 16-4-2003 op het Calandkanaal dok AFD59 (ex Engels marinedok) opgeladen, 3-52003 overige vaartuigen geladen, 28-5-2003 transport vertrokken uit de Europoort naar Nigeria achter de sleepboot DE HONG, deze ZHONG REN 3 nam ook de sleepboot MT AMOLESE mee, aan boord stonden naast en in het dok o.a. de volgende vaartuigen: INDEPENDENT (2312129 van Terwolde Repair & Transport, ex INDEPENDENT VII van Smit Vos B.V.), RIJN (2308241, sleepboot van Conetra B.V., Wessem), IRENE (ex Engelse Voith-Schneider marinesleepboot), 2 duwboten, R.M.A.S. 1410 (U) (ex Engelse marinetanker), 1601 (F) (ex Engelse marinetanker), een voormalig kraanponton van de G.E.M., lash-bakken, vrachtauto’s enz. 2005 verkocht aan Louis Dreyfus Armateurs S.A. en Fairmount Marine Investments B.V., Fairmount Heavy Transport N.V., in beheer bij Fairmount Marine B.V., 9-8-2005 overgenomen, vlag: Panama, herdoopt GAVEA LIFTER, te Brazilië in gebruik als dokschip voor de booreilanden NOBLE LEO SEGERIUS en de NOBLE PAUL WOLFF. (Foto: TVDZ, 19-4-2003, Calandkanaal, Europoort).
Fairmount belangrijke speler op zeetransportmarkt Minder bekend dan Smit Internationale en Wijsmuller is Fairmount. Deze Rotterdamse rederij bezit vijf nieuwe superslepers. Wanneer over de Nederlandse zeesleepvaart wordt gesproken, vallen doorgaans twee namen: Smit Internationale uit Rotterdam en het IJmuidense bedrijf Wijsmuller. De zeesleepvaartdivisies van beide rederijen fuseren in 1991 onder druk van de internationale concurrentie tot SmitWijs. In 2001 wordt de scheepvaartwereld verrast door de overname van de Wijsmuller Holding door het Deense bedrijf A.P. Møller Maersk, een van de grootste rederijen ter wereld. Eind 2006 stoot Smit zijn aandeel in SmitWijs geheel af. Begin 2007 verdwijnt de naam Wijsmuller; het in IJmuiden gevestigde, nog Nederlandse bedrijf gaat verder onder de naam Svitzer. Sinds 1978 is nog een Nederlandse rederij actief op de zeetransportmarkt: Fairmount Marine. Dit Rotterdamse bedrijf bezit inmiddels een vloot van vijf gloednieuwe superslepers. Na twee jaar van vruchtbare samenwerking heeft het Franse scheepvaart- en offshorebedrijf Louis Dreyfus op 31 mei 2007 alle aandelen overgenomen. Fairmount Marine is niet alleen een ideale aanvulling op de uitgebreide dienstverlening van Dreyfus, het bood op langere termijn tevens mogelijkheden tot expansie van het Rotterdamse bedrijf. Het zusterbedrijf Fairmount Heavy Transport had in 2005 een vloot van enkele zwaartransport-schepen in opbouw. Agent van Fukada In 1978 richtte Henk J. van den Berg, oud-medewerker van Smit Internationale, Fairmount Marine op. Aanvankelijk trad het bedrijf hoofdzakelijk op als de West-Europese agent voor het Japanse sleep-, bergingsen zwareladingbedrijf Fukada Salvage & Marine Works Company. In de eerste jaren huurde Fairmount sleepboten van Fukada in. Wanneer dat bedrijf deze schepen afstootte, kreeg Fairmount contact met de Chinese rederijen First Fleet Guangzhou Salvage, COESS Shanghai Salvage en Yantai Salvage, waar het vervolgens sleepboten inhuurde. In de loop van 2000 verkreeg Fairmount de operationele exploitatie van de nieuwere sleepboten, die zijn gebouwd in 1999 en 2000, van Yantai Salvage en Shanghai Salvage. Later ging het Rotterdamse zeesleepvaartbedrijf over tot de bouw van vijf eigen sleepboten met vermogen voor sleepwerk op de lange afstand. Directeur Van den Berg: “Dat komt doordat wij veel succes hebben met de ‘jonge’ Chinese zeeslepers die wij exploiteren en beheren. Veel oliemaatschappijen willen als gevolg van de milieu- en veiligheidseisen en overige regelgeving niet meer met schepen werken die ouder zijn dan vijftien jaar. Wij willen niet helemaal van de Chinezen afhankelijk zijn en hebben daarom zelf besloten tot nieuwbouw. Klanten vragen de hoogste kwaliteit. Zowel de Chinese schepen als die van Fairmount voldoen hieraan. Dit past in onze filosofie dat er als gevolg van bijvoorbeeld machineschade weinig of geen zogenaamde stilligdagen mogen zijn, zoals bij ‘bejaarde’ zeeslepers regelmatig voorkomt.” Fairmount richtte zich op de top van de zeetransportmarkt: het volledige transport van haven tot haven van zeer zware en waardevolle objecten, zoals FPSO’s (Floa ting Production Storage and Offloading- schepen) en FSO’s (Floating Storage and Offloading). Vijf superslepers De eerste van de serie zustersleepboten - de Fairmount Sherpa met zijn 16.400 pk en 200 BP (Bollard Pull, eenheid voor trekkracht), gebouwd bij de Japanse werf in Niigata - werd in mei 2005 in dienst gesteld en kreeg direct volop sleepwerk. In oktober van dat jaar volgde de Fairmount Summit. Beide slepers brachten in 2006, in opdracht van Technip France, de nieuwe 312 meter lange en 60 meter brede Dalia-FPSO van Zuid-Korea naar het Dalia veld, een offshoreproject voor de kust van Angola. In april 2006 werd de vloot uitgebreid met de Fairmount Alpine, in oktober met de Fairmount Glacier en in april 2007 de Fairmount Expedition. Aanvankelijk zouden de schepen onder Nederlandse vlag gaan varen, maar het management koos voor de Panamese vlag met Oekraïense bemanning. Wel stond elk schip tijdens een sleepreis of een berging onder supervisie van een zogeheten towmaster uit Nederland. Begin december 2006 liet OneAllianz, een samenwerkingsverband van Fairmount en Semco uit Singapore, een deel van zijn kracht zien. De sleepboten Salvanguard en Salviscount van Semco uit Singapore en de Fairmount Alpine begonnen aan een 11.000 zeemijl lange reis met de gloednieuwe Greater Plutonio van British Petrol aan de tros. Deze FPSO is 319 meter lang, 58 meter breed en heeft een diepgang van 9 meter.
Ook op het gebied van berging was Fairmount bij gelegenheid actief. Onderweg naar Douala (Kameroen) voor een volgende opdracht, passeerde de Hua An (ex SMIT NEW YORK) de Dolly, een 25.000 dwt grote bulkcarrier. Dolly is als gevolg van machineproblemen op drift raakte. Na het schip te hebben vastgemaakt, sleepte de Hua An de bulkcarrier in twee dagen naar Douala. Zwareladingtransport In 2005 werd met Capricorn Offshore uit Noorwegen en Sea of Solutions in Nederland Fairmount Heavy Transport opgericht. Via een aandelenuitgifte startte het nieuwe bedrijf met 50 miljoen dollar aan startkapitaal. De half afzinkbare ladingpontons Boabarge 19 en Boabarge 20 van Boa Offshore uit het Noorse Trondheim werden aangekocht om deze tot zelfvarende transportschepen om te bouwen. Ze kwamen als Fairmount Fjord en Fairmount Fjell medio 2007 in de vaart. Met deze vaartuigen ging Fairmount Heavy Transport voor de olie- en gasindustrie booreilanden, drijvende productie- installaties en andere grote constructies transporteren. Begin januari 2007 wist Fairmount Heavy Transport van Heerema Marine Contractors een contract van 4 miljoen dollar in de wacht te slepen. In het derde kwartaal van 2008 transporteerde het zwareladingschip Fairmount Fjord een MSF/CEmodule van een scheepswerf in Zuid- Korea naar een locatie in het Angolese Tom bua Landana-olieveld. Het transport duurde, exclusief het laden en lossen, ongeveer een maand. Vloot Voor Fairmount Marine voeren, naast de eigen slepers, ook de sleepboten Hua An (IMO 7522136) en De Hong (IMO 9191981) en de half-afzinkbare pontons Ocean Seal en Ocean Orc. De verbouwde Fairmount Fjord en Fairmount Fjell voeren als Fjord en Fjell voor Fairstar Heavy Transport. In 2012 nam Dockwise dat bedrijf over dat op zijn beurt een jaar later door Boskalis is overgenomen. (Bron: maritiemnederland.com, 9-2007, ingekort en aangepast, foto: offshore-technology.com, foto SMIT NEW YORK: TVDZ, 24-10-1989, Nieuwe Waterweg t.h.v. Rozenburg met booreiland DYVI BETA). Boskalis-dochter Dockwise verwerft USD 275 miljoen contract voor Wheatstone LNG-project Koninklijke Boskalis Westminster N.V. (Boskalis) maakt bekend dat dochteronderneming Dockwise een contract heeft verworven van Bechtel voor Module Transport Diensten ten behoeve van het Wheatstone LNGproject in de Australische staat Western Australia. Het contract met een waarde van circa USD 275 miljoen is daarmee het grootste contract ooit voor Dockwise en de werkzaamheden zullen begin 2014 aanvangen. Het werk omvat het logistiek management en vervoer van meer dan 100 modules vanuit China en Maleisië, waar de modules worden vervaardigd,
naar de Wheatstone Projectlocatie in Ashburton North, 12 kilometer ten westen van Onslow in Western Australia. Om het werk uit te voeren zal Boskalis haar volledige gamma van zwaar maritiem transportmaterieel inzetten. Boskalis verwacht in totaal zes Dockwise Heavy Marine Transport Vessels (HTV's) te zullen inzetten, variërend in omvang van T-Class tot Type IV-schepen met een open achtersteven, bakken, Floating Super Pallets (FSP's), twee nieuwe SMIT Giant pontons en Anchor Handling Tugs (AHT's). De HTV's zullen opslagruimte aan dek bieden voor de modules alsmede piggyback-capaciteit voor bakken/FSP's die ook modules vervoeren, terwijl de combinatie SMIT Giant ponton/AHT als sleepoplossing wordt ingezet. Door het relatieve voordeel van verschillende transportoplossingen samen te voegen en door gebruik te maken van de brede ervaring binnen de Groep is er een totaalpakket voor logistiek management en vervoer samengesteld. Het door Chevron geëxploiteerde Wheatstone Project is een van de grootste grondstofprojecten in Australië. Het project bevindt zich in Ashburton, 12 kilometer ten westen van Onslow in Western Australia en zal bestaan uit twee verwerkingsfaciliteiten voor vloeibaar aardgas (LNG) met een gezamenlijke capaciteit van 8,9 miljoen ton per jaar en een gascentrale voor binnenlandse consumptie. Het Wheatstone Project is een joint venture tussen de Australische dochterondernemingen van Chevron, Apache Corporation, Kuwait Foreign Petroleum Exploration Company (KUFPEC), Shell en Kyushu Electric Power Company (Kyushu) samen met PE Wheatstone Pty. Ltd. (gedeeltelijk eigendom van TEPCO). (Bron en foto: Boskalis).
BORWIN BETA met de RT SPIRIT, RT MAGIC, RT ADRIAAN en SD SEAL, foto: George Vermeulen, 18-112013 t.h.v. Maassluis tijdens een reis van de Eemshaven naar Keppel Verolme. 8-9-2013 gearriveerd in de Eemshaven met de sleepboten BRENT, TRITON, MULTRATUG 4, MULTRATUG 20 en ELBE. Drijvend stopcontact BorWin Beta in de Eemshaven Donderdag 17 Oktober 2013 - Eemshaven - De laatste tijd is er een groot geel gevaarte in de Eemshaven te zien: de BorWin Beta. Momenteel ligt dit platform van 72 meter breed en 52 meter lang afgemeerd aan de Noordkade Wilhelminahaven. De BorWin Beta is een zogenoemd High Voltage platform, een soort stopcontact, waarmee de opgewekte energie van verschillende offshore windparken naar het vasteland wordt getransporteerd. Samen met de HelWin Alpha, een vergelijkbaar platform dat hetzelfde kunstje uitvoert voor een aantal andere offshore windparken, levert de BorWin Beta tot 1.376 megawatts windenergie aan het Duitse energienetwerk. Deze hoeveelheid is vergelijkbaar met het opgesteld vermogen van de Nuon Magnum centrale in de Eemshaven. Het platform komt in de Noordzee op ongeveer 125 kilometer vanaf de Duitse kust te liggen. Het is nog niet bekend wanneer de BorWin Beta weer uit de Eemshaven vertrekt, maar wat we al wel weten, is dat er 8 tot 10 sleepboten nodig zijn om dit gevaarte naar de plaats van bestemming te krijgen en dat er tevens vier dagen windstil weer nodig is met golven op de Noordzee die niet hoger zijn dan 40 à 50 cm. (Bron: eemskrant.nl). Trafostation naar Keppel Verolme Het leek wel een grote gele schoenendoos met pootjes die de Nieuwe Waterweg werd opgesleept, met als reisdoel Keppel Verolme. Het ging echter om het mobiele transformatorplatform BorWin Beta van Siemens Energy, die eigenlijk in de Duitse Bocht had moeten worden geïnstalleerd. (Bron: schuttevaer.nl/PAS, 25-112013).
Impressie van de Rotterdamse haven, schilderij van Nico M. Peeters http://www.nicompeeters.nl
INDEPENDENT I 8944587, 5-1958 opgeleverd door N.V. Scheepswerf en Gashouderbouw v/h Jonker & Stans, H.I. Ambacht (281) als INDEPENDENT I aan N.V. Vereenigde Onafhankelijke Sleepdienst, Rotterdam. 29,20 x 6,92 x 2,61 x . meter, 8 kn., 600 EPK, 441 kW, 2 x Bolnes, N.V. Machinefabriek "Bolnes" v/h J.H. van Cappellen, Krimpen a/d Lek. Brandmerk 10160 B ROTT 1958, IVR 2310160. 5-7-1965 ingebracht bij
Mij. tot Exploitatie van Motorsleepboot Bolnes, Rotterdam. 26-3-1975 ingebracht bij Smit-Vos B.V., Rotterdam. 23-3-1976 teboekstelling doorgehaald. 1976 brandmerk 14471 Z ROTT 1976 (2314471). 18-11984 ingebracht bij Smit Int. Havensleepdiensten B.V., Rotterdam. 1-1-1988 ingebracht bij Smit Havensleepdiensten B.V., Rotterdam. 12-8-1993 in charter bij Baggermaatschappij B.V., Papendrecht voor werk te Lagos. 16-5-1997 verkocht aan Seamist Navigation S.A., Panama, roepsein HP8328, herdoopt SEA WESTERN. 1999 onder klasse gebracht. 140 BRT, 42 NRT. (Foto: TvdZEE, 26-4-1984, Willemskade, Rotterdam).
HESTER 2100442, 1926 opgeleverd door Huiskens & van Dijk, Dordrecht als ALICE aan N.V. Alice Stoomsleepdienst, Dordrecht, in beheer bij H. Franzen, 14-5-1926 ingeschreven. (IVR 2100442). 20,02 x 4,91 x 2,51 x 1,790 meter. DORDRECHT. DOOR DE MALAISE - De eertijds groote machinefabriek, ketelmakerij en scheepsbouwerij der Huiskens & Van Dijk, te Dordrecht, zal Zaterdag a.s. worden stopgezet en veertig arbeiders, die er nog werkzaam waren, is ontslag aangezegd. Er zijn personen onder, die er ruim 33 jaren hebben gewerkt. (De Tribune, 15-07-1926). 1956 verbouwd tot motorsleepboot, 1956 motor geplaatst, 200 PK, 4 cyl, 2 tew, Bolnes 4L, N.V. Machinefabriek "Bolnes" v/h J.H. van Cappellen, Krimpen a/d Lek NE-56. 11-6-1969 verkocht aan G.W. Macleanen, Hurwenen, herdoopt HESTER.
7-5-1988 bij het uitdraaien uit het Breeddiep de Nieuwe Waterweg op door het gesleepte schip omver getrokken en gekapseisd, door de HAVENDIENST 18 en SMIT POLEN tegen de wal geduwd, door H. v.d. Graaf's Bergings- en Transportbedrijf B.V., Rotterdam verankerd aan de wal.
9-5-1988 met de HENDRIK VAN DER GRAAF, de drijvende bok ACTIEF en de sleepboot TREKVOGEL van H. v.d. Graaf's Bergings- en Transportbedrijf B.V., Rotterdam geborgen en naar een werf vervoerd om gerepareerd te worden. 24-11-1994 verkocht aan Asopos A.G., Luxemburg. (Europanummer 08023124). TREKVOGEL 2312554, 121921 opgeleverd door Gebr. Wiemann, Brandenburg (204) als M 013 aan Reichschleppbetrieb, Minden (Monopol), 21 ton, 22,86 x 6,00 meter, 250 PK, Modag. 1948 verkocht aan Bundeschleppbetrieb, Minden, herdoopt D 225. 1955 nieuwe motor, 400 PK, Modag. 1966 verkocht aan Th. Beekman, Duisburg. 1966 verkocht aan N.V. H. v.d. Graaf's Bergings- en Transportbedrijf, Rotterdam, herdoopt TREKVOGEL. 11-1988 nieuwe motor geplaatst bij Diesel & Sales Service B.V., Dordrecht, 550 EPK, 404 kW, Yanmar Diesel Engine Co. Ltd. 1990 bedrijf overgenomen door Smit Tak Int. Bergingsbedrijf B.V. 1-1-1992 verkocht aan Takmarine B.V., Maassluis, thuishaven: Rotterdam. 1992 verkocht aan J.H. Koek, Sleeuwijk, herdoopt MADI III. 1996 herdoopt TREKVOGEL. (Foto's: TVDZ, TREKVOGEL te Maassluis met ponton SLOE, 15-3-1988).
TREKVOGEL te Rotterdam op 4 juli 1991
CHRISTOS XXII 7230135, foto: Koos Goudriaan, 20-11-2013, Lekhaven, Rotterdam. 1-12-1972 opgeleverd als SMIT ENTERPRISE aan Smit Int. (Antilles) N.V., Willemstad-N.A., 6.000 IPK, 2.592 EPK, 2 x 9 cyl, 4 tew, 325 x 379, Allen 9S37-E. 4-1973 verkocht aan Smit Enterprise N.V., Willemstad-N.A., in beheer bij Smit Int. (Antilles) N.V. 1983 verkocht aan Smit International South East Asia Pte Ltd., Nassau-Bahamas.1983 herdoopt SMIT COLOMBO. 1991 verkocht aan Bergings- & Transportbedrijf van den Akker B.V., NassauBahamas, 25-11-1991 (LL) herdoopt BANCKERT. 1996 nieuwe motoren: 5.005 EPK, 3.680 kW, StorkWärtsilä 6SW280. 1996 thuishaven: Vlissingen. 2000 verkocht aan Smit Union Coastal Towage B.V., Vlissingen. 7-7-2003 thuishaven en vlag: Antwerpen-België. 7-2010 verkocht aan IMS Shipping Co., Panama, roepsein HP7610, in beheer bij Christos Shipping Co., Attiki voor Offshore Marine Construction & Salvage Contractors, Piraeus (Spanopoulos Bros S.A.), 26-8-2010 (m) herdoopt CHRISTOS XXII. 23-4-2012 (e) verkocht aan Christos XXII Spanopoulos Tugs S.A., 3-4-2012 (m) vlag: Griekenland, roepsein SVA3834, in beheer bij Spanopoulos Group S.A., Attiki, Griekenland.
MATADOR 3 (IMO 9272137), foto's: J. Plug, 18-11-2013 om 08:40 uur in de Wiltonhaven bij Huisman om samen met de MATADOR 2 (MMSI: 245670000) de 1.600 ton zware Flexible Pipelay Tower (pijpenlegtoren) te plaatsten op de SEVEN WAVES.
14:10 uur, de toren in de takels van de MATADOR 2 en MATADOR 3, het gevaarte los van de kade en achteruit gemanoeuvreerd, waarna de WAVES achteruit voer. Onder: 15:40 uur de toren in positie boven de SEVEN WAVES.
CYKLOP met het Damen casco 1703, foto: R. Zegwaard, 11-12-2013 op de Nieuwe Waterweg met bestemming Dordrecht, Shoalbuster 2709, casco gebouwd bij Damen Shipyards Koźle Sp. z o.o., Stettin, 4-12-2013 te Brunsbüttel, 9-12-2013 van Brunsbüttel, 12-12-2013 te Hardinxveld-Giessendam, afbouw bij Damen Shipyards B.V. onder bouwnummer 571703, IMO 9700536. Grote bouwopdracht Shipyard De Hoop in Lobith heeft een contract getekend voor levering, ontwerp en bouw van 10 Platform Supply Vessels (PSV) aan Abu Dhabi National Oil Company (ADNOC), die ze onderbrengt bij werkmaatschappij ESNAAD. ADNOC opende begin 2013 een inschrijving voor de opdracht waarvoor een groot aantal werven uit diverse landen offerte uitbracht. Na een prekwalificatieronde bleef een klein groepje over. De Hoop haalde de opdracht uiteindelijk binnen omdat zij, volgens de opdrachtgever, het technisch meest geavanceerde ontwerp tegen concurrerende voorwaarden kon leveren. De opdracht geeft Shipyard De Hoop en de diverse toeleveranciers een enorme
impuls. Het eerste schip moet begin 2015 klaar zijn. De levering van de overige negen schepen wordt daarna evenredig over een kleine anderhalf jaar verdeeld. Het laatste schip moet eind 2016 worden opgeleverd. De productie van de tien schepen wordt verdeeld over de bouwlocaties van De Hoop in Lobith en Foxhol. (Bron: schuttevaer.nl, 17 december 2013).
Tweede krachtpatser voor Heerema In de Spaanse havenstad Vigo is de tweede zeesleper gedoopt die Heerema Marine Contractors (HMC) bij Astilleros Armon heeft laten bouwen. De sleper heeft de naam 'Kolga' gekregen en is een zusterschip van de 'Bylgia' die medio dit jaar al door deze Spaanse werf is opgeleverd. Beide zusjes kunnen met hun trekkracht van zo'n 200 ton als echte krachtpatsers worden beschouwd. De 72 meter lange en 18 meter brede trekpaarden kunnen sleep-, bevoorradings- en ankerwerk verrichten. Voor dit laatste zijn de ankerlieren zodanig uitgevoerd dat er zelfs ankerwerk mee kan worden gedaan in een waterdiepte van 1500 meter. Dit laatste is veelal het geval voor de grote kraanschepen van HMC die steeds vaker installatiewerk in heel diep water moeten uitvoeren. Bijzonder aan het duo is verder hun grote bunkercapaciteit van 2500 kubieke meter. Hiermee kan in één ruk van Rotterdam naar Kaapstad worden gevaren. Verder zijn beide zeeslepers voorzien van intrekbare schroeven en een klasse 2 dynamisch positioneringsysteem. (Bron: schuttevaer.nl/PAS, foto: javier jac/fleetmon.com). Slechte start voor Damenbevoorraders Kort na oplevering door de Damen-werf in het Roemeense Galati moeten vier van een serie van zes gloednieuwe bevoorraders al een conversie ondergaan. Deze zal meer dan twee maanden in beslag nemen. Het werk wordt gedeeltelijk in Den Helder en in Harlingen uitgevoerd. Het gaat om de World Emerald, World Opal, World Pearl en World Peridot, gebouwd voor de Noorse rederij World Wide Suppply uit Fosnavaag. Schepen van het nieuwe type Damen PSV 3300CD die de afgelopen maanden zijn opgeleverd. Om de benodigde aanpassingen uit te voeren, wordt alleen al voor de World Emerald en World Opal in Den Helder een team van 78 mensen ingezet. Verdeeld over twee ploegen die in volcontinudienst werken. Op de Nieuwediepkade is intussen een containerpark opgezet met werkplaatsen en verblijven. Het projectteam wordt gehuisvest bij scheepsagent Den Helder Support Services (DHSS), die zowel in Den Helder als Harlingen de logistieke zaken gaat regelen. In Harlingen worden de World Pearl en World Peridot onder handen genomen. De conversie van deze twee schepen heeft daar plaats bij de Shipdock-werf van Damen. In Den Helder assisteert ook de lokale Damen-werf. Verwacht wordt dat de conversiewerkzaamheden aan de vier schepen medio februari 2014 zijn afgerond. De World Emerald en World Pearl zijn al in respectievelijk Den Helder en Harlingen aangekomen. De World Opal en World Peridot worden in december verwacht. Damen doet geen mededelingen over de reden van de conversie. (Bron: Schuttevaer/PAS).
WORLD PEARL IMO 9638123 foto: R. Zegwaard, 11-11-2013
BUNI 7337567, 12-6-1975 gedoopt BUNI door mevr. E.H.I. Tanis-Weisbard (echtgenote van directeur Bullenbay Marine Services N.V.) en te water gelaten bij Scheepsbouwwerf & Machinefabriek "De Merwede" v/h van Vliet & Co. B.V., Hardinxveld (614), 8-1975 opgeleverd als BUNI NC27 aan Smit International (Antilles) N.V., Willemstad-N.A., 1975 t/m 11-1976 in beheer bij Smit Curacao Towage N.V., Willemstad-N.A. Roepsein PJVG, 341 BRT, 304 DWT, 35,90 (33,04) x 10,62 x 4,91 x 3,880 meter, 3.852 EPK, 2 x Allen 9S37E, W.H. Allen Sons & Co. Ltd., Bedford. 22-8-1975 vertrokken van Rotterdam naar Willemstad, N.A. met bemanning van Smit & Dirkzwager Int. Schepentransport B.V. 2000 vertrokken van Curaçao om te gaan werken in Argentinië. 29-10-2001 (histarmar) verkocht aan Smit International Argentina, Buenos Aires. Roepsein LW2814. 13-7-2006 verkocht aan Smit Harbour Towage Argentina, Buenos Aires. -- herdoopt ALBACORA.
ALBACORA te Ingeniero White, Bahia Blanca, Argentinië, foto: Maxi Alonso/Shipspotting, 21-11-2013
Maassluise Courant "De Schakel" 24-12-2013
SL KIWI en YN 571689 (IMO 9688685), foto: W. Korndörffer, 23-12-2013 op weg naar de Waalhaven. YN-571689 9688685, Damen Shoalbuster 2609, casco gebouwd bij Damen Shipyards Koźle SP. z o.o., Kędzierzyn-Koźle, 18-12-2012 als 1689 gearriveerd op de Nieuwe Waterweg achter de sleepboot CYKLOP met bestemming Dordrecht, 18-12-2012 gearriveerd te Hardinxveld-Giessendam om afgebouwd te worden bij Damen Shipyards B.V. onder bouwnummer DAMEN HARDINXVELD 571689, 150 BRT. 2-7-2013 als YN 571689 van de werf naar de Europoort voor proefvaart, roepsein PCVN. SL KIWI 9679476, Damen Stan Tug 2208, gebouwd bij Damen Shipyards B.V. onder bouwnummer 509657, 22-10-2013 als 509657 trekproeven op het Calandkanaal, 11-12-2013 te Gorinchem te water gelaten.
TAUPO 9688661 en YN 571680 foto: H. Lingbeek 22-12-2013 op weg naar de Waalhaven.
TAUPO 9688661, Shoalbuster 3209, casco gebouwd door Damen Shipyards Koźle SP. zo.o, 28-4-2013 casco als 1697 gearriveerd op de Nieuwe Waterweg achter de Poolse sleepboot CYKLOP met bestemming Dordrecht, 29-4-2013 naar Damen Shipyards B.V. gebracht om afgebouwd te worden onder bouwnummer 571697, 6-92013 proefvaart op de Boven-Merwede, 10-9-2013 van Gorinchem naar Europoort op de proefvaart, vlag: Nederland, roepsein PCUF, 327 BRT, 3.300 EPK, 2.460 kW, 2 x Caterpillar 3512B.TA/C, trekkracht 47,5 ton, 11,3 kn. 2013 verkocht aan TYM-Group (Thong Yong Group), St. Vincent Grenadines, roepsein J8B4942. YN 571680, Shoalbuster 2609, casco gebouwd bij Damen Kozle Shipyard, Polen, 12-6-2012 casco als 1680 gearriveerd op de Nieuwe Waterweg achter de sleepboot ATLAS II, 13-6-2012 gearriveerd te HardinxveldGiessendam om afgebouwd te worden bij Dammen Shipyards B.V. onder bouwnummer 571680, 212 BRT, 26,21 x 9,10 x 3,60 x . meter, 2.200 EPK, 1.642 kW, trekkracht 28,5 ton, 11,5 kn. 26-2-2013 vertrokken van de werf naar Europoort voor proefvaart en trekproeven, 27-2-2013 terug naar Hardinxveld-Giessendam. YN 571688 9584639, Multicat 2611, 12-1-2013 als YN-571688 gearriveerd op de Nieuwe Waterweg met de sleepboot EGESUND met bestemming Dordrecht, 14-1-2013 casco gearriveerd te Hardinxveld-Giessendam om afgebouwd te worden bij Damen Shipyards B.V. onder bouwnummer 571688, 9-7-2013 vertrokken van de werf voor proefvaart en trekproeven in de Europoort, thuishaven: Hardinxveld, roepsein PCVN, 31-10-2013 proefvaart in de Europoort en terug naar de werf, 255 BRT, 542 DWT. 26,00 x 11,50 x 3,50 x . meter. 1.791 kW, 3 x Caterpillar C32 TTA, trekkracht 30,5 ton, 9,7 kn. 22-12-2013 in de Waalhaven. YOGI 9479785, Damen Multicat 2611, 19-5-2008 te water gelaten te Gorinchem, 20-5-2008 begin van de proefvaart, 21-5-2008 terug van de technische poefvaart in de Europoort, 30-5-2008 gedoopt YOGI en opgeleverd door Damen Shipyards B.V. (1593) aan Scheepvaartbedrijf Herman Sr. B.V., Zwijndrecht. 255 BRT, 76 NRT, 26,00 (23,92) x 11,50 x . x 2,250 meter. 2.577 EPK, 1.896 kW, 3 x Caterpillar. 10,5 kn. 5-2008 na oplevering voor 3 maanden ingezet te Liverpool Bay om te assisteren bij het leggen van een kabel door Oceanteam Cable & Umbillical. 7-2011 (e) verkocht aan MC Yogi B.V., Zwijndrecht, in beheer bij in beheer bij Yogi Exploitatie B.V., Zwijndrecht. 22-12-2013 in de Waalhaven.
TRINA 9376505, foto: Jan/Shipspotting, 16-4-2012. 13-11-2008 opgeleverd door J.J. Sietas K.G. Schiffswerft G.m.b.H. & Co., Hamburg (1277) als TRINA aan HLL Heavy Lift Trina, Duitsland (SALSchiffahrtskontor Altes Land G.m.b.H. & Co. K.G.). 21-12-2013 gearriveerd in de Waalhaven om 6 door Damen gebouwde schepen te laden voor Sharjah (UAE): SL KIWI, TAUPO, YN 571680, YN 571688, YN 571689, en YOGI.
NOBLE REGINA ALLEN 8771227, foto: M. Coster http://famcostermaritiemefotografie.blogspot.nl 25-122013 te IJmuiden. 18-12-2013 vanaf Dalian gearriveerd aan boord van de TARGET (IMO 8617938) op het Calandkanaal (P84) in de Europoort, 25-12-2013 afgedreven en door de sleepboten RT MAGIC, RT ADRIAAN, SMIT SCHELDE en UNION SAPPHIRE naar IJmuiden gesleept, 25/26-12-2013 neergezet aan de Volendamkade in de IJmondhaven te IJmuiden.
ARION 7528491, foto: W. Koper, 29-11-2013 te IJmuiden. 3-10-1975 kiel gelegd, 4-1976 te water gelaten, 61976 opgeleverd door MW Abwicklungsgesellschaft G.m.b.H. (Mützelfeldtwerft), Cuxhaven (194) als KARL aan Petersen & Alpers, Hamburg. 224 BRT, 166 NRT, 189 DWT. 28,61 (26,52) 9,15 x 3,65 x 5,411 meter. 1.706 kW, 2 x Deutz SBA8M528, Klöckner-Humboldt-Deutz A.G. 1985 verkocht aan Howard Smith Towage Ltd., Southampton, 15-11-1985 herdoopt FLYING KESTREL. 2000 verkocht aan Sleepdienst B. Iskes & Zn. B.V., IJmuiden, 19/20-11-2000 te IJmuiden, 12-4-2001 (GL) herdoopt ARION. 2002 nieuwe motor, 2.300 kW, 2 x A.B.C., Anglo Belgian Corporation N.V., Gent NE-02. 2009 verkocht aan Arion Tug B.V., IJmuiden, in beheer bij Sleepdienst B. Iskes & Zoon B.V.
SVITZER MALLAIGH 9317901, foto: W. Koper, 14-12-2013, Westhaven, Amsterdam. 12-2013 verkocht aan Svitzer EuroMed B.V., IJmuiden. Roepsein PBJX.
Eerste sleepboot in Rotterdam gebunkerd met GTL Als eerste sleepboot in Nederland vaart de 'Smit Elbe' van Boskalis op Shell GTL in de haven van Rotterdam. GTL staat voor gas-to-liquids. Het is een vloeibare brandstof die gemaakt is van aardgas dat is omgezet tot synthetische diesel. Met deze brandstof worden veel minder stikstofoxiden, zwaveloxiden, fijnstofdeeltjes en zwarte rook geproduceerd dan bij standaard diesel. De 'Smit Elbe' zal ongeveer een half jaar op GTL gaan varen om na te gaan of het gebruik van de brandstof, zonder aanpassingen aan de motoren, tot een flinke emissiereductie zal leiden. Geregeld zullen er emissiemetingen aan boord uitgevoerd gaan worden. De proef kan ook interessant zijn voor de emissiereductiedoelstellingen van de Rotterdamse haven. De proef past in de energie- en CO2-reductie-activiteiten van Boskalis in Nederland. (Bron: Maritiem Nieuws, 27-11-2013, foto: TVDZ, 22-6-2008).
GLOBAL DESTINY 7402439, 11-12-2013 gearriveerd te Alang met de LNG tanker MARISA (IMO 7229447) om gesloopt te worden. In tegenstelling tot wat er in de broker reports stond, is de GLOBAL DESTINY (1975-SMIT ROTTERDAM, 1998-SMITWIJS ROTTERDAM, 2007-ROTTERDAM, 2013-GLOBAL DESTINY) niet het strand van Alang op gevaren, maar later langzaam naar Colombo is doorgevaren (Info: H. Hoffmann). 31-12-2013 ETA te Colombo vanaf Bhavnagar. (Foto: J.J. Fernandez/Shipspotting, 23-8-2013, Gibraltar). Boskalis naar lekkend schip bij Marokko Een schip van het Nederlandse bedrijf Boskalis is onderweg naar Marokko, waar maandagavond een tanker met 5000 ton olie aan boord voor de kust kapseisde. De olie die uit het schip lekt is een bedreiging voor zowel de Marokkaanse kust als de stranden van de Canarische eilanden. Het schip de Silver (IMO 9236303) liep maandagavond vast voor de kust van Tan Tan, op zo'n 200 kilometer van het Spaanse eiland Lanzarote. Harde wind en hoge golven zouden de oorzaak zijn. Pogingen om het vaartuig vlot te trekken mislukten, waarop de Marokkaanse autoriteiten hulp inriepen van Nederland en Spanje. Volgens een woordvoerder van Boskalis is het in eerste instantie zaak om het lek te dichten. Daarna wordt gekeken hoe de olie uit het schip gehaald kan worden. Uitspraken over de grootte van het lek en de hoeveelheid olie die inmiddels de zee in is gestroomd, kunnen pas worden gedaan als de bergers ter plaatse zijn. Ook wordt dan duidelijk in welke staat de tanker, gebouwd in 2002, verkeert en in hoeverre dat het risico van een ramp beïnvloedt. De autoriteiten van Lanzarote hebben Marokko gevraagd hen te informeren over de hoeveelheid gelekte olie en de mogelijke gevolgen daarvan. Ook willen zij van Marokko een bevestiging dat de situatie onder controle is. (Bron: Trouw, Foto: fotos de la noticia).
IJsbrekers op weg naar schip Antarctica De passagiers van het schip de MV Akademik Shokalskiy kunnen vrijdag hun vrijheid tegemoet zien. Twee ijsbrekers komen in de loop van de dag aan bij Antarctica, waar het vaartuig sinds maandag gevangen zit tussen de ijsschotsen. Zij zullen het schip naar open water helpen. De 20 bemanningsleden en ongeveer 50 toeristen en wetenschappers hebben de kerstdagen in de vrieskou moeten doorbrengen. „We hebben een geweldige kerst gehad. We kijken wel uit naar een lekkere kop koffie bij thuiskomst”, zei de opgetogen expeditieleider en klimaatonderzoeker Chris Turney via Skype tegen CNN.
„We wilden hier klimaatveranderingen bekijken, door dit incident hebben we meer onderzoek kunnen doen.” Volgens Turney keert het schip 4 januari terug in Nieuw-Zeeland. Mogelijk duurt het nog tot zaterdag voordat de eerste ijsbreker de Russen heeft bereikt. Maar expeditieleider en klimaatonderzoeker Chris Turney liet weten dat er weer vrolijke gezichten te zien waren op het schip. Er bestond geen gevaar dat het schip zou zinken. Ook is er voldoende voedsel en water aan boord. (Bron: De Telegraaf, 27-12-2013, foto boven: Donald Bain/Shipspotting, 22-1-2012 Hobart, Australië, midden: Australasian Antarctic Expedition/L. Kramer). AKADEMIK SHOKALSKIY 8010336, 2-11-1981 kiel gelegd, 30-10-1982 opgeleverd door Oy Laivateollisuus Ab, Turku (343) als AKADEMIK SHOKALSKIY aan U.S.S.R. Hydrometeorological Service, Vladivostok-U.S.S.R. 1.754 BRT, 526 NRT, 620 DWT. 71,61 (64,22) x 12,83 x 6,46 x 4,501 meter. 3.180 EPK, 2.339 kW, 2 x Russkiy 6CHN40/46, "Revelotion" Engine Works, Gorkiy. 14 kn. 1992 eigenaar: Government Russia, vlag: Rusland. 1994 verkocht aan Far Eastern Regional Hydrometeorological Institute, Vladivostok-Rusland. 1996 verbouwd tot passagiersschip, 54 passagiers.
Het zusterschip van de AKADEMIK SHOKALSKIY, AKADEMIK SHULEYKIN 8010324, foto: TVDZ, 28-5-1987.
Evacuaties na brand veerboot De Britse luchtmacht heeft gisteravond een aantal mensen met helikopters van de veerboot 'King Seaways' gehaald nadat aan boord brand was uitgebroken. Twee passagiers en vier medewerkers van de veerdienst tussen Newcastle en IJmuiden zijn wegens het inademen van rook overgebracht naar een ziekenhuis in Scarborough. Aan boord zouden volgens de BBC nog eens 23 mensen zijn behandeld vanwege het inademen van rook. Het schip, met aan boord ruim duizend opvarenden, heeft na het ontstaan van de brand weer koers gezet naar Tyneside, de haven van vertrek. De brand was snel onder controle en de gewonden zouden binnen een uur van boord zijn gehaald. De reddingsbrigade was eveneens onderweg, maar hoefde niet in actie te komen. Het vuur zou in een van de reizigerscabines zijn begonnen. De bemanning zou een mogelijk betrokken passagier hebben opgesloten in afwachting van nader onderzoek. (Bron: AD, 29-12-2013, tip en foto KING SEAWAYS 8502406: M. Coster, 20-1-2012).
ARCTIC 9650901, casco gebouwd bij Partner Shipyard Sp.z.o.o., Szczecin, 25-12-2013 passage Kieler Kanaal, 26-12-2013 casco gearriveerd te IJmuiden met de sleepboot WATERMAN (IMO 8318166), 28-12-2013 van te IJmuiden naar Urk met de sleepboten WATERPOORT en WATERLELIE, afbouw bij Hartman Marine Shipbuilding B.V., Urk (7) voor Hartman Shipping B.V., Urk. Roepsein PBUW, 2.989 BRT, 236 TEU. (Foto: M. Coster, 28-12-2013, Noordzeekanaal).
ROLLDOCK STAR 9656498, foto: M. Coster, 26-12-2013 t.h.v. Velsen Zuid onderweg naar de Amerikahaven. 4-2-2013 1e staal gesneden bij Flensburger Schiffbau-Gesellschaft m.b.H. & Co. K.G. (FSG) onder bouwnummer 758, 30-8-2013 te water gelaten, 18-12-2013 (e) opgeleverd aan Rolldock ST1 B.V., Rotterdam, in beheer bij Rolldock Shipping B.V., Capelle a/d IJssel, roepsein PBIK, 12.824 BRT, 9.000 DWT, 119,44 x 19,40 meter.
Herstel Flaminia gaat moeizaam Het zwaargehavende containerschip MSC Flaminia van de Duitse rederij NSB uit Buxtehude, waar op 14 juli 2012 brand uitbrak die aan drie bemanningsleden het leven kostte, is door de Roemeense autoriteiten weggestuurd en op eigen kracht naar Denemarken gevaren. Daar werden vorige week in Aarhus 242 containers gelost, waarna het schip afgelopen weekend naar Odense voer om te worden gereinigd. Daarna gaat het terug naar Roemenië waar het eind januari, begin februari wordt terug verwacht.
Roemenië stuurt gehavende schip weg - 242 containers gevonden onder verwrongen staal Het schip was vanuit de Jade Weser Port naar Roemenië gevaren omdat daar op de Daewoo-werf in Constanza het beschadigde middenschip zou worden vervangen. Tijdens de eerste werkzaamheden, het verwijderen van een grote hoeveelheid verwrongen staal, werd ontdekt dat zich onder die laag schroot nog 242 grotendeels onbeschadigde containers aan boord bevonden. De Roemeense autoriteiten beschouwden het vervoer van deze containers echter als illegaal afvaltransport. Op de vraag hoe het kon gebeuren dat 242 containers tot dat moment aan de aandacht waren ontsnapt, zegt woordvoerster Bettina Wiebe van de rederij: ‘Ik begrijp de verbazing van de buitenwereld daarover. Maar weinig mensen hebben een idee hoe het er in het schip uitzag. Op de containers die we hebben "gevonden", bevond zich een enorm pakket van verwrongen en gesmolten staal van zowel spanten, een deel van het gangboord, verbrande containers en noem maar op. Voordat er met
groot materieel met het verwijderen van die laag kon worden begonnen, was de ruimte waar de containers zich bevonden, niet bereikbaar.' De aangetroffen lading in de containers wordt door Wiebe als ‘zeer divers' gekwalificeerd. ‘Het gaat om roestvrij staal, marmer, meststoffen en bijvoorbeeld tequila.' Chartercontract Over de kosten van de afwikkeling van de gevolgen van de brand wil de rederij geen enkele uitspraak doen. Bedragen circuleren dat het liggeld in Wilhelmshaven, waar het schip van september 2012 tot maart dit jaar lag al drie miljoen euro bedroeg en dat de vervanging van het middenschip een ‘hoog tweecijferig miljoenenbedrag' zou kosten. Op de opmerking dat dat laatste bedrag niet kan kloppen, zegt Wiebe alleen dat ze het daar wel mee eens is. Ze voegt er aan toe: ‘Maar u begrijpt, dit is een hele ingewikkelde verzekeringskwestie waarvan de afwikkeling nog jaren zal voortslepen en waarover tussentijds in elk geval door ons geen uitspraken worden gedaan.' Als alles verder volgens plan verloopt, kan de Flaminia een jaar na de brand weer in de vaart worden genomen. Wiebe: ‘Voor het schoonmaken in Odense staan 55 dagen gepland. Dan zou het schip begin februari weer in Roemenië kunnen zijn. De nieuwe delen van het schip liggen dan bij Daewoo al klaar. Voor het verwijderen van het te vervangen deel en het inbouwen van het nieuwe middenstuk staat vier à vijf maanden gepland. Dus in juni, uiterlijk juli moet het schip weer kunnen uitvaren.' Al eerder liet de rederij weten dat het vervangen van het middenstuk voordeliger is dan het schip te laten slopen. De Flaminia werd in 2002 in de vaart genomen en er is nog een chartercontract tot 2019. Tijdlijn van een scheepsbrand 14 juli 2012: Onderweg van Charleston naar Antwerpen, brand op volle zee. Bemanning begint met blussen. Na een explosie verlaten 22 bemanningsleden en twee passagiers het schip. Een bemanningslid is dan overleden, een tweede overlijdt later, een derde wordt nog steeds vermist. 17 juli en 19 juli: Smit Salvage is met twee blusboten ter plekke. 20 juli: Sleep naar Europa begint. 23 juli: Bergingsexperts geven sein ‘brand meester'. 29 juli: Flaminia wordt stilgelegd op 100 mijl uit de Engelse kust. Engeland, Spanje, Portugal, Frankrijk, Nederland en Duitsland weigeren het schip toegang. 20 augustus: Duitsland geeft alsnog toestemming om naar de op dat moment nog niet in gebruik zijnde Jade Weser Port te varen, nadat is vastgesteld dat het schip stabiel en niet lek is. 2 september: Flaminia begint reis door Engelse Kanaal en Noordzee naar Wilhelmshaven.
9 september: Aankomst Wilhelmshaven, diverse onderzoeken. 28 september: Lossen containers begint. 15 maart 2013: Flaminia vertrekt van Wilhelmshaven naar Constanza, Roemenië. 29 maart: Aankomst Flaminia in Roemenië, buiten Constanza wordt zes weken gewacht op toestemming om naar Constanza te varen.
17 mei: Flaminia arriveert in Constanza. 27 juli: Start verwijdering schroot, ladingresten, bluswater, etcetera. Eind oktober worden de 242 niet-geregistreerde containers "gevonden". Er volgt langdurig overleg en half november wordt besloten dat de Flaminia een retourtje Denemarken moet gaan maken. (Bron: Schuttevaer door Willem de Niet, tip: L. Kramer, 8-12-2013, foto MSC FLAMINIA: A. Kortsen, loopt de haven van Aarhus binnen. Foto achteropname aan de kade: korabli.eu, 25-12-213, Odense. Foto brand: Reederei NSB, 18-7-2012. Luchtfoto MSC FLAMINIA: ODIN.TC, collectie L. Kramer, 6-9-2012)
MIRFAK 7605677, foto: H. Hoffmann, 13-4-2008. 22-7-1976 kiel gelegd, 4-12-1976 te water gelaten, 16-41977 proefvaart, 9-5-1977 opgeleverd door A. Vuijk & Zonen Scheepswerf B.V., Capelle a/d IJssel (878) als MIRFAK aan het Loodswezen, Rotterdam. Loodsboot. Roepsein PFZY. 871 BRT, 261 NRT, 800 DWT. 59,01 (55.73) x 10,69 x 5,72 x 3,710 meter. 13 kn. 4.325 EPK, 3.180 kW, Stork DRO216K D.E., Stork-Werkspoor Diesel B.V. 1-1-1980 in beheer bij Directoraat Generaal Scheepvaart & Maritieme Zaken (D.G.S.M.). 1-9-1988 ingebracht bij Loodswezen Materieel B.V., Rotterdam, in beheer bij Loodswezen Holland B.V. 11-2013 verkocht aan onbekende koper, 11-2013 vlag: Finland, 23-11-2013 passage Terneuzen, 28-12-2013 ETA te Luanda, Angola. 2013 (m) vlag: Republiek Djibouti, roepsein J2HY. Nautilus plaatst kanttekeningen bij Tuchtcollege voor de Scheepvaart Hoewel heel de maritieme sector zich sterk heeft gemaakt om het tuchtrecht voor de zeevaart te behouden, blijkt na bijna vier jaar niet iedereen even gelukkig met het huidige Tuchtcollege voor de Scheepvaart. Zoals blijkt uit de serie artikelen van de maritieme vakbond Nautilus International in het maandblad Telegraph. ‘De nieuwe groene tafel in perspectief: het Tuchtcollege is niet de Raad', heet het eerste artikel. ‘Er blijft iets in de lucht hangen' ‘Aanbevelingen Raad voor de Scheepvaart waren zeer gewaarde leesstof aan boord' ‘Een behandeling door het Tuchtcollege voor de Scheepvaart heeft plaats naar aanleiding van een klacht of verzoek en richt zich op de vraag of betrokkene heeft gedaan wat indiener ervan hem of haar verwijt. Naar de feitelijkheden rond het onderliggend incident vindt geen gericht onderzoek meer plaats. ‘Waar in de oude situatie na elke uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart in ieder geval het gevoel overheerste dat een vervelende kwestie was afgesloten, is dat in de tegenwoordige situatie veelal niet meer het geval. Er blijft iets in de lucht hangen en het gevaar is dat iedereen met een eigen interpretatie van de scheepsramp aan de haal kan gaan', aldus Nautilus. Misstanden ‘In meer algemene zin kan de conclusie zijn dat nu binnen de tuchtrechtelijke beschouwing een beperking is ontstaan van de mogelijkheid om aandacht te vragen voor de vaak ernstige misstanden die een zeevarende in een situatie kunnen brengen waarin fouten niet kunnen uitblijven.' En, nog een citaat: ‘Los van de gevolgen voor de individuele betrokkenen moet de conclusie zijn dat onze scheepvaartsector met het verdwijnen van de onderzoeksraad een belangrijke veer heeft gelaten. Bij de gedegen onderzoeken door de raad speelde het ‘ter lering'-element een niet te onderschatten rol. De gang van zaken tijdens de zitting in combinatie met de gepubliceerde uitspraken boden niet alleen de raad, maar ook de inspectie en de vertegenwoordigers van de zeevarenden een platform om de sector met de neus op de feiten te drukken. De besluiten van de raad werden in directe aanbevelingen omgezet en zelden ter discussie gesteld. Ook omdat de op alle schepen aanwezige uitspraken zeer gewaardeerde (en veelal verplichte) leesstof
waren, kwam alle informatie daar terecht waar het meeste effect was te verwachten. Het is betreurenswaardig dat deze erkende meerwaarde van ons tuchtrecht verloren dreigt te gaan.'
Altijd een excuus Een paar vragen aan Willem Grooff van Nautilus, de schrijver van de serie over het tuchtcollege. Hij heeft het over ernstige misstanden waardoor een zeevarende fouten kan maken. ‘Een paar voorbeelden', zegt hij. ‘Het onderbemand varen, het ontbreken van een uitkijk, doorvaren met defecte apparatuur, het niet leveren van voldoende middelen. Het gaat hierbij om zaken die vanuit de wet- en regelgeving haarscherpe verwijten richting een individu opleveren, maar die buiten het zicht toch geaccepteerd worden. Iedereen verzint daarbij zijn eigen excuus, maar pas daar waar het fout gaat, komt er begrip voor de waarschuwingen.' Hij doelt hierbij ook op wat de raadslieden van de vakbond tijdens de zittingen van het tuchtcollege naar voren hebben gebracht. Namelijk dat de cultuur aan boord en op kantoor soms niet deugt. Zoals in het geval van de jonge marof die zelfstandig de nachtwacht liep nadat aan de werkgever toch echt was gemeld dat de noodzakelijke Ecdis-kennis ontbrak. Het schip, de Ennio Marnix, liep aan de grond. Ook de kapitein moest (later) voor het tuchtcollege verschijnen, maar liet zich vertegenwoordigen. En wel omdat hij toen op Ecdiscursus zat. Wie is hier nu fout, daar kwam de verdediging op neer. Koerswijziging Willem Grooff zegt hierover in zijn tweede en meest recente artikel in de Telegraph: ‘Nu het tuchtrechtelijk onderzoek zich niet langer primair richt op de scheepsramp, kunnen vreemde situaties ontstaan. Het vrij recente dossier Ennio Marnix laat daar iets van zien. Kort samengevat werd een jonge officier verweten zich te hebben verhuurd als stuurman zonder voldoende bekend te zijn met de Ecdis-apparatuur aan boord. Een directe link van deze tekortkoming naar de oorzaak van gronding van het schip is niet gelegd en dat kan worden gezien als een direct gevolg van de koerswijziging van het tuchtrecht. ‘Voor een goed begrip van de uitspraak zal nu moeten worden gezocht naar een link met de verwijten in de aanklacht. In het geval van de Ennio Marnix komen we dan via het verwijt van het niet houden van goede uitkijk bij de stelling dat iemand die de apparatuur niet beheerst, zichzelf al bij voorbaat de mogelijkheid ontneemt om ‘goede uitkijk' in de zin van de wet te houden. Verder lijkt het of alle andere factoren die in de oude situatie zeker een rol zouden hebben gespeeld bij het onderzoek, door ‘het systeem' terzijde zijn geschoven. Dat systeem zorgt er derhalve voor dat er een ernstig verwijt en een navenante straf kan zijn zonder dat er een direct verband is met de oorzaak van het incident.' Alarmerend ‘Verder kan door het ontbreken van enig serieus vooronderzoek nauwelijks een gerichte verdediging worden gevoerd. In het geval van de Ennio Marnix kon het onderzoek ter zitting voor de beide betrokkenen zelfs enkele maanden na elkaar plaatsvinden, waarbij pas in de tweede zitting de kapitein aan het woord kwam. ‘De alarmerende conclusie was dat, ondanks het aandragen van een hele serie misstanden en factoren die direct of indirect verband hielden met de gronding, de jongste officier aan boord op die gronding werd afgerekend (vier weken schorsing vaarbevoegdheid waarvan twee voorwaardelijk - red.) zonder dat de eindverantwoordelijke zelfs maar was gehoord. Mede omdat uiteindelijk over de oorzaak van de gronding geen uitspraak is gedaan, draait voor de betrokkene de hele ramp dus slechts om het ontbreken van Ecdis-kennis. ‘Wrang is dat de veroordeelde officier vanaf het begin van de dienstbetrekking bij de reder nadrukkelijk heeft aangegeven geen Ecdis-ervaring te hebben. Nog wranger: de kapitein gaf tijdens de tweede zitting aan van mening te zijn dat de veroordeelde officier de enige persoon aan boord was die met de Ecdis kon omgaan.' Weer een gronding
De jongste zitting betrof een kapitein die zijn schip op een Grieks eiland zette toen ook hij alleen de wacht had en op de brug ook de administratie bijwerkte. Duidelijk geval van onderbemand varen, vond de raadsman van Nautilus. Na de gronding bleek het schip ook een mannetje extra te hebben gekregen, net als de zusterschepen van de maatschappij. De kapitein kreeg twee maanden schorsing van de vaarbevoegdheid. Allemaal ‘balansen' De vakbond adviseert zijn leden een balans van zaken op te maken en bij twijfel aan de bel te trekken. Maar wie gaat dit doen? Iedereen is toch bang zijn baan te verliezen? Gaan de buitenlandse zeevarenden hieraan ook meedoen? Willem Grooff: ‘Balans is het goede woord. Als alle rek eruit is en iemand dingen moet doen waarvan men weet dat ze eigenlijk niet kunnen, dan is de vraag op welk moment men vindt dat men moet reageren. Let wel, ik zeg bewust ‘niet kunnen'. Niet mogen ligt nog een heel eind terug op de route en dat is helaas waar de inspecteur in zijn aanklacht en het tuchtcollege in zijn onderzoek nu gaan zitten. Wij missen node het onderzoek naar de rest van het traject, want dáár is het waar de incidenten plaatsvinden.' Wake-up call 'De waarschuwing is een wake-up call. Overigens is er natuurlijk voor iedereen een mogelijkheid om aan de bel te trekken en het is mijn bedoeling dat te laten zien. Ik zal die waarschuwing bewust later verder uitwerken. Als de balans doorslaat, is de angst voor de baan de minste zorg. Dat zien helaas alleen diegenen, die bij een ernstig incident betrokken zijn geweest. Een vriendelijk berichtje met een vraagje of een suggestie is een machtig wapen dat iedereen in handen heeft. Nationaliteit heeft hier niets mee te maken, het is het bewustzijn over de eigen positie en verantwoordelijkheid die tot de actie moet leiden. Er is altijd een schuif die bepaalt hoe ver men van de juiste instelling wil afwijken. Als men zich daarvan bewust is, zijn we een stap verder.' Drie instanties voor rampenonderzoek Drie instanties houden zich momenteel bezig met het onderzoek naar scheepsrampen en scheepsongevallen op zee: 1. De Inspectie Leefomgeving & Transport (de uitgebreide oude Inspectie Verkeer & Waterstaat, voordien Scheepvaartinspectie). Na eerste onderzoek van de inspectie wordt het voorval doorgemeld naar de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) en/of de minister wanneer er een tuchtrechtelijke aspect is. 2. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) treedt onmiddellijk in actie bij grote rampen. De OVV doet niet meteen iets met kleinere ongelukken. Mogelijk later wel, als het bijvoorbeeld vaak terugkerende voorvallen betreft. 3. Het Tuchtcollege voor de Scheepvaart (sinds 2010). Dit focust uitsluitend op het tuchtrechtelijke aspect van een voorval. Aangebracht door de minister of derden, zoals zeevarenden of reders. Leringzaken De oude Raad voor de Scheepvaart bestaat niet meer sinds 2010. Onderzoek was hier gericht op waarheidsvinding: hoe kon de scheepsramp gebeuren en wat kon de scheepvaart hiervan leren. Ook kon een tuchtmaatregel worden opgelegd, maar dit was geen hoofdzaak. Het zijn de rapporten van deze raad die nu worden gemist. De inspectie, de ILT, maakt af en toe eigen rapporten ter lering en publiceert deze op internet. Dat deed de inspectie ook al wel toen de oude Raad voor de Scheepvaart nog bestond. Vaak nog voor die raad daarover een zitting had, alvast als waarschuwing aan de scheepvaart. (Bron: Schuttevaer, 1-12-2013, foto DOK BUA: W. Koper, 20-5-2010, aankomst te IJmuiden. Foto ENNIO MARNIX 9356567: R. & M. Coster, 102-2013, IJmuiden).
NS ENERGY 9609732, foto: T. Koornhof, 28-12-2013, binnen voor de St. Laurenshaven in de Botlek met de sleepboten TEXELBANK, UNION 11 en SD REBEL. 23-7-2010 contract, 19-3-2012 1e staal gesneden, 16-72012 kiel gelegd, 19-9-2012 te water gelaten, 19-11-2012 (AB) opgeleverd door Hyundai Mipo Dockyard Co. Ltd. (6116) als NS ENERGY aan NS Energy Shipping Inc., Liberia, in beheer bij SCF Novoship JSC, Novorossiisk. Bulkcarrier, 40.972 BRT, 74.518 DWT.
Van 1 januari tot eind februari heeft Hans Breeman een grote tentoonstelling van zijn werk in het ARA Hotel te Zwijndrecht. U bent van harte welkom, toegang vrij en het hotel is continu open. Er zullen zo'n 20 aquarellen en 10 olieverfschilderijen te zien zijn. Bovendien vind je er een aantal reproducties tegen lage tarieven. Een grote kans om alles eens in het echt te zien. Locatie: Veerweg10, 3336 LM Zwijndrecht. www.hansbreeman.nl