Autisme en Bewegen
Yvette Dijkxhoorn,
De autismespectrumstoornissen - Kwalitatieve stoornissen in de sociale interactie - Kwalitatieve stoornissen in de communicatie - Kwalitatieve stoornissen in het verbeeldingsvermogen
Pedologisch Instituut, 1937; Frye -
Stereotiep gedrag Extreme angsten Weerstand tegen veranderingen Gebrek aan contact met de omgeving Tekorten in de automatische regulering van gedrag Vertraagde communicatieve ontwikkeling Opvallende ideeën over vorm en preferentie van vorm over andere functies
Kanner (1943) - Extreem in zichzelf gekeerd - Falend initiatief en lichamelijke anticipatie om opgepakt te worden - Geen oogcontact - Goed geheugen - Verstoorde taalontwikkeling - Beperkte reacties op taal - Invloed van buitenaf wordt als bedreigend en angstig ervaren - Angstig, obsessieve neiging naar ‘sameness’ - Bepaalde ritmische bewegingen - Goede cognitieve mogelijkheden - Intelligentie ouders
Asperger (1944) -
Ouderlijk voorkomen Lege blik Opvallend taalgebruik Goede intelligentie, beperkte interesses Slechte controle over de motoriek Kwaadaardige reacties, soms sadisme Zwak affectief contact
Geschiedenis ASS en VB - In de VS (Kanner), late herkenning ook voorkomen bij mensen met een VB - In Nederland/België, eerste herkenning bij kinderen met een VB PI - verwaarlozing groep met VB zeker in research
Van enigma naar publiekelijk bekend beeld
Beschrijving van het syndroom •Neurobiologisch niveau
•Cognitief niveau
•Gedragsniveau
Gedrag de triade van stoornissen: kwalitatieve stoornissen in:
Sociale interactie
Communicatie
Verbeelding
Zeer beperkt patroon van interesses en activiteiten
(DSM IV-TR) AS I Pervasieve ontwikkelingsstoornissen Kwalitatieve problemen in de: - Sociale interacties - Communicatie én - Beperkt repertoire interesses, activiteiten en herhalende en stereotype gedragspatronen
Onderscheid ASS en ASS+VB - Communicatie: Onderscheidend vermogen communicatie minder naarmate het niveau hoger wordt - Socialisatie: Aloof-type veel vaker bij VB, active but odd veel minder - Verbeelding bij lagere niveaus geen criterium - Stereotiepe gedragspatronen belangrijk onderscheidend criterium
3e criterium: specifiek gedrag inclusief motorische ‘eigenaardigheden’ Problemen met Sociale interactie
Problemen met Communicatie
Problemen met Verbeelding
Specifiek Probleemgedrag •Weerstand tegen veranderingen •Beperkt patroon aan interesses en bezigheden •Stereotiep gedrag •Dwangmatig gedrag
Motorische ontwikkeling - Vertraagd? - Afwijkend - In eerste jaar afwijkende reacties op sensorische prikkels (Dawson e.a., 2000) - Hypo- en hyperresponsiviteit - Relatie sensorische problemen en stereotiepe, rigide en repetitieve gedragingen
Motorische problemen en ASS - Geassocieerd probleem of één van de dimensies in een pervasief beeld? - Stereotiep, dwangmatig, herhalend lijkt wel verklaarbaar - Zwakke motoriek, zwakke spierspanning, coördinatie ook? - Veel voorkomend, maar niet altijd - Niet specifiek
Subcategorieën Pervasieve ontwikkelingsstoornissen DSMIV(TR) - Autistische Stoornis (299.00) - Asperger Syndroom (299.80) - Rett Syndroom (299.80) inclusief motorische regressie - Desintegrative Stoornis (Heller) (299.10) motoriek blijft relatief intact - Pervasive Developmental Disorder not otherwise Specified (299.80) Aan autisme verwante stoornis
Vaststaande categorieën? - Gemiddeld functioneringsniveau geen rol bij classificatie - Onderscheid Autistische Stoornis en Asperger discutabel - Speelt functioneringsniveau een rol bij het onderscheid tussen AS en PDD-NOS - Bestaat het ‘Asperger-type’ niet ook bij mensen met een verstandelijke beperking? - Rett is een chromosomale afwijking - PDD-NOS vuilnisvat
DSM V - Dimensionele categorieën (spectrum) - Lifelong/recovery van ontwikkelingsstoornissen? - Aandacht voor medische problemen, genetische oorzaken, biomarkers - Maten voor ernst en beperking - Culturele invloeden
Het lijkt te gaan naar - Dimensionele diagnostiek, waarin impulsiviteit, aandachtsproblemen en hyperactiviteit altijd als factor meegenomen worden - Levenslange stoornissen, aangepaste criteria voor volwassenen/kinderen, mannen/vrouwen, andere culturen - Comorbide diagnoses afhankelijke van bijkomende ‘last’ (burden) mate van beperking/handicap
Moet motorische ontwikkeling daar ook niet bij staan? - Contrasten in vaardigheden - Opvallende bewegingen - Problemen met automatiseren van handelingen - Motorische planning
- Waarom bij criteria DCD PDD exclusie, VB niet?
DCD en PDD - Bij kinderen met DCD wordt snel(ler?) gedacht aan PDD - Behoorlijke groep kinderen met PDD heeft verschijnselen van DCD, maar zeker niet allemaal.
Beschrijving van het syndroom •Neurobiologisch niveau
•Cognitief niveau
•Gedragsniveau
De Cognitieve Psychologie van de ASS Smal perspectief - Social Relatedness Theory (Hobson) - Lack of Social Salience (Klin) - Theory of Mind (Baron Cohen)
Breed perspectief - Executive Functioning (Ozonoff) - Central Coherence Theory (Frith)
- Maar welke zijn houdbaar voor mensen met een VB?
- Welke kunnen
motorische problemen verklaren?
Gebrek aan Sociale Wederkerigheid
Herkennen van Emoties
En deze dan?
Lack of social salience theorie (Klin, 2002) Verklaring sociale problemen uit: - Gerichtheid op de mond in plaats van de ogen - Verwaarlozen essentiële sociale en communicatieve cues - Voorkeur voor lichamelijke boven sociale cues
Gevolgen van gebrek aan Theory of Mind - Gedrag nemen zoals het zich voordoet - Niet begrijpen van achterliggende oorzaken en motieven - Geen verwachtingen over gedrag van anderen In mindere mate van toepassing bij mensen met een VB
Centrale coherentie theorie (Frith,1989; Frith & Happé, 1994; Happé, 1999)
- Centrale coherentie =Tendens om binnenkomende informatie globaal en in de context te verwerken, informatie op een hoger niveau brengen - Zwakke centrale coherentie =Tendens om binnenkomende informatie locaal en fragmentarisch te verwerken
Zwakke Centrale Coherentie -
Fragmentarische waarneming Geen integratie Geen transfer Problemen met betekenisverlening Niet onze perceptie → chaos
- betekenisverlening aan motorische en sensorische input? Andere waarneming, andere output?
Centrale Coherentie
Perceptie
Defect
of
Stijl
Waarneming
voelen
proeven
ruiken
Betekenis
zien
horen
Stimuli
voelen
proeven
ruiken
zien
Letterlijke & fragmentarische betekenisverlening
horen
Problemen met de Executieve functies - Problemen met planning, organisatie, coördinatie - Verband met externaliserend gedrag als agressie, hyperactiviteit: tekort aan controle op het gedrag - Verband met gebrek aan flexibiliteit: weerstand tegen veranderingen, dwanghandelingen - Hogere of lagere orde probleem?
Sensorische integratie-onderzoek - Naarmate het niveau lager wordt, minder instrumenten om cognitieve functies in kaart te brengen. - Via SI-onderzoek middels systematische observaties kunnen bepaalde aspecten van de ontwikkeling wel in kaart worden gebracht (sensorische input, sensorische verwerking, arousal, aandacht)
Beschrijving van het syndroom •Neurobiologisch niveau
•Cognitief niveau
•Gedragsniveau
Neurologische en neuropsychologische bevindingen - Aandachts- en arousal problemen - Problemen met de sensorische integratie - Afwijkende werking en ontwikkeling van de hersenen, maar niet statisch - Cerebrale stoornissen als oorzaak van ontwikkelingsstoornissen in brede zin?
Arousal hyper alert Activiteit
neutraal kalm hypo Tijd
Behandelstrategie - bv. SPELL-curriculum (NAS, 2003) -Structuur Positief (zowel in benadering als verwachtingen) Empathie Lage arousal ‘Links’
The Genetica van de ASS Geen verstandelijke beperking: waarschijnlijk zeer sterke genetische link; Specifiek?
Verstandelijke beperking: verbanden met andere genetische afwijkingen
niet specifiek
Klinisch genetische syndromen met een link - X-chromosomale afwijkingen (fra-X, Klinefelter) - Afwijkingen op 15 (Prader Willi, Angelman) - Afwijkingen op 5 - Maar, geen enkele zo laag als bij de ‘normale populatie’, en geen enkele 100%
Prevalentie Down syndroom - 1:650 geboorten - Toevalskans autisme en Down (6:1000) - Geschatte prevalentie: 7-20%
Syndroom van Rett - Afwijking op het MeCP2-gen (op Xchromosoom) - Veel vaker bij meisjes - In fase II (regressie) autistisch gedrag - Verdwijnt als aparte categorie onder ASS - In de toekomst te genezen?
Rationale voor behandeling/begeleiding Problemen in het biologisch substraat
Prikkelverwerkingsproblematiek op alle niveaus
Structuur
Individuele therapie op indicatie: specifiek -
Angst voor bewegen Evenwicht Sensorische integratie Vaak geen spontane bewegers deel activiteitenprogramma - Bewegen als ingang om dwang te doorbreken
Wat kan de fysiotherapeut - Vaak één van de eerste hulpverleners - Vroegsignalering - In kaart brengen motorische en sensorische ontwikkeling als één van de domeinen - Behandeling bij specifieke problemen - Als mogelijke behandelaar bij specifieke problemen, daar waar de motoriek een belangrijke ingang lijkt te zijn.
Waar moet je rekening mee houden? - Problemen betekenisverlening functionele bewegingen - Voorzichtig met fysiek contact, niet altijd door barriéres heen - Gebrekkige pijnregistratie (of problemen in de communicatie?) - Duidelijkheid bieden, opbouw begeleiding - Aanbieden motorische activiteiten in vorm van parcours
De National Academy of Science (NRC, 2001) ‘Er is niet één beste behandeling voor alle mensen met een ASS op alle momenten van hun leven’
Maar…. In het zoeken naar mogelijkheden biedt de motorische en sensorische ontwikkeling vaak nieuw perspectief