NATIONALE BANK VAN BELGIE
TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS
Departement Studiën
XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4
Oktober 1967
Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank.
INHOUD : Capaciteit van de kapitaalmarkt (vervolg) — Literatuur in verband met de economische en financiële problemen van België — Economische wetgeving — Statistieken.
CAPACITEIT VAN DE KAPITAALMARKT (vervolg) Hierna vindt men het vervolg van het verslag opgesteld door de werkgroep van de Regeringscommissie voor de studie van de financiële problemen van de economische expansie, die belast was met de studie van de geschikte middelen om periodiek, op oordeelkundige wijze, de capaciteiten van de kapitaalmarkt voor het volgende jaar te ramen. Het verslag zelf, evenals de inleiding en het eerste deel van de bijlage bij het verslag verschenen in het Tijdschrift van september. Onderhavig nummer bevat de laatste twee delen van de bijlage bij het verslag. Het tweede deel stelt een methode voor die het mogelijk zou maken voor het volgende jaar te komen tot een raming van een kapitaalrekening waaruit de capaciteit van de kapitaalmarkt, die aan de verschillende defi-
uitjes beantwoordt, zou kunnen afgeleid worden. Gelet op de ernstige leemten in het Belgische statistische materiaal voor het verleden, is het echter onmogelijk die methode nu reeds toe te passen. Daarom kon voor het jaar 1967 slechts worden getracht een ruwe schatting te maken van de capaciteit van een gedeelte van de kapitaalmarkt. Zij wordt in het derde deel van de bijlage bij het verslag beschreven. Dit deel wordt hier overgedrukt, niet zozeer om het intrinsieke belang van de bekomen ramingen, dan wel om de moeilijkheden in het licht te stellen waarop men stuit bij het maken van een raming van de capaciteit van de kapitaalmarkt, vooral wanneer zij niet op bevredigende statistieken kan steunen, en om te wijzen op de onzekerheid van de ramingen die kunnen worden gemaakt.
VERSLAG-BIJLAGE ( 1 ) (vervolg) TWEEDE DEEL
METHODE OM DE CAPACITEITEN VAN DE KAPITAALMARKT VOOR HET VOLGENDE JAAR TE RAMEN
(34) In het eerste deel van dit verslag (§§ 31 en 33 werden verschillende mogelijke definities van de capaciteit van de kapitaalmarkt voorgesteld. Ze betroffen de aanbreng van fondsen, hetzij in alle vormen, hetzij in de vorm
van aandelen en obligaties zonder onderscheid van termijn; het ging ook over de aanbreng van fondsen, hetzij aan de gezamenlijke nationale sectoren, hetzij aan de openbare besturen, hetzij aan de Schatkist. ( 1 ) Het verslag is gedagtekend van 20 juli 1967.
— 374 Het spreekt vanzelf dat het mogelijk zou zijn nog andere definities uit te werken. Men zou, bijvoorbeeld, de aanbreng van fondsen in sommige andere vormen dan aandelen en obligaties kunnen afzonderen, zoals liet handelspapier of de leningen met korte, halflange of lange looptijd; men zou eveneens de aanbreng van 'fondsen aan de bedrijven kunnen afzonderen. Geen van de in het eerste deel opgenomen definities, evenmin als een van de andere mogelijke definities, mogen beschouwd worden als « de » definitie van de capaciteit van de kapitaalmarkt en, uit dien hoofde, als alleen in aanmerking komend als streefdoel voor een raming voor het volgende jaar. Integendeel, al deze verschillende definities kunnen hun nut hebben, want men zal ramingen volgens verschillende definities nodig hebben, naargelang men meer in een aspect van de economische en financiële evolutie tijdens het komende jaar belang stelt dan in een ander. Daarom handelt dit tweede deel van het verslag over een methode op grond waarvan voor het volgende jaar een raming kan worden gemaakt, niet van de capaciteit van de kapitaalmarkt volgens een der definities aangehaald in het eerste deel, maar van een kapitaalrekening waaruit, volgens de vereisten, de capaciteiten beantwoordend aan de verschillende definities van het eerste deel en aan sommige andere zouden kunnen afgeleid worden. Het schema van die rekening wordt gegeven in tabel-bijlage F.
(35) Het schema van tabel-bijlage F is een meer gedetailleerde versie van dat van de tabellenbijlagen E. Tabel-bijlage F bevat, zoals de tabellen-bijlagen E, zowel de reële bestanddelen (besparingen en bruto kapitaalvorming, waarvan het saldo het financieringsvermogen of de financieringsbehoefte vertegenwoordigt) als de financiële bestanddelen (toeneming van vorderingen en toeneming van schulden, waarvan het saldo de nettoaanbreng of de netto-opneming van fondsen vertegenwoordigt) van de kapitaalrekening. Om de capaciteit van de kapitaalmarkt te ramen volgens bepaalde definities
—
[definities II ( 1 ), Ia ( 2 ) en Ib ( 3 )], zou het volstaan de reële bestanddelen te kennen, maar om ze te ramen volgens de andere definities, zou men de financiële bestanddelen dienen te kennen. De indeling per sector is in tabel-bijlage F omstandiger dan in de tabellen-bijlagen E : de Schatkist is van de andere overheid gescheiden en de geldscheppende instellingen en het Rentenfonds, van de andere financiële instellingen. Dat onderscheid is noodzakelijk om ramingen beantwoordend aan al de definities vermeld in dit verslag [o.m. definities Ib ( 3 ) en IV ( 4 )] te kunnen afleiden uit tabel-bijlage F alleen, zodra deze voor het volgende jaar zou zijn opgesteld. Tabel-bijlage F heeft, wat de financiële bestanddelen betreft, de vorm van een tabel met dubbele ingang, zoals in de tabellen-bijlagen A (§ 15); aldus wordt aangetoond tegenover welke sectoren elke sector vorderingen zal verwerven en tegenover welke sectoren hij schulden zal aangaan. Bovendien zijn de schulden van elke sector ingedeeld per soort, zodat men kan zien in welke vormen elke sector vorderingen zal verwerven of schulden zal aangaan t.o.v. een bepaalde sector of t.o.v. de gezamenlijke sectoren. Een groot aantal bijzonderheden die aldus vervat zijn in tabel-bijlage F zouden vereist zijn om de capaciteit van de kapitaalmarkt volgens sommige definities te ramen. Dat zou het geval zijn met al de definities van de capaciteit van de aandelen- en obligatiemarkt (§ 33) en meer nog van de schulden die de overheid zou aangaan in de vorm van obligaties zonder tussenkomst van de geldscheppende instellingen (definitie gebruikt voor de raming•gedaan in liet derde deel voor het jaar 1967). Zelfs wanneer men het over de globale capaciteit van de kapitaalmarkt zou hebben (§ 31), zou het belangwekkend zijn voor sommige analyses te weten welke vorm de toenemingen van vorderingen en schulden zouden aannemen. (l) Globale capaciteit van de kapitaalmarkt : aanbreng van fondsen aan de gezamenlijke nationale sec:toren, gemeten naar het financieringsvermogen van de gezinnen. ( 2 ) Globale capaciteit van de kapitaalmarkt : aanbreng van fondsen aan de overheid. ( 2 ) Globale capaciteit van de kapitaalmarkt : aanbreng van fondsen aan de Schatkist. (d) Capaciteit van de aandelen- en obligatiemarkt : aanbreng van fondsen aan de overheid, zonder tussen. komst van de geldscheppende instellingen [derde deel, paragraaf (40)].
— 375 — De detailgegevens van tabel-bijlage F die niet rechtstreeks zouden gebruikt worden om de capaciteit van de kapitaalmarkt te ramen, zouden niettemin onrechtstreeks bijdragen tot het opmaken van een bevredigende raming. Zij zouden inderdaad een samenhangend kader voor de raming leveren : tegenover elke vordering van een economisch subject moet een schuld staan van hetzelfde bedrag en van dezelfde vorm van een andere economische eenheid; de vorderingen en de schulden van de financiële instellingen meten tegen elkaar opwegen (behalve in de mate dat deze instellingen een financieringsvermogen of financieringsbehoefte " hebben ) . All een een tabel waarin de verschillende stromen van fondsen omstandig worden voorgesteld, zou de zekerheid bieden dat die samenhang zou aanwezig zijn. Alhoewel het schema van tabel-bijlage F zeer in bijzonderheden treedt, is het daarom niet minder geïntegreerd. Zoals in paragraaf (30) werd gezegd, zou men de capaciteit van de kapitaalmarkt best kunnen ramen aan de hand van een berekening van de fondsen die ter beschikking worden gesteld van nationale economische subjecten die een financieringsbehoefte hebben, door nationale economische subjecten die een financieringsvermogen hebben. Nu zijn in de sector « Gezinnen » in tabelbijlage F een groot aantal subjecten begrepen waarvan sommige een finanCieringsvermogen bezitten en andere een financieringsbehoefte hebben; hetzelfde geldt voor de sector « Bedrijven ». Dergelijke samenvoegingen zijn in de praktijk jammer genoeg onvermijdelijk.
(36) Een van de voorwaarden waaraan zou moeten worden voldaan opdat tabel-bijlage F zou kunnen ingevuld worden, is dat er een nationaal budget bestaat, d.w.z. de nationale rekeningen zoals ze voor het• komende jaar worden verwacht. Het Ministerie van Economische Zaken stelt sedert enige tijd een dergelijk budget op. De raming van de capaciteit van de kapitaalmarkt zou des te meer voldoening geven naarmate het nationaal .budget nauwkeuriger zou zijn, d.w.z. als het achteraf door de feiten zou bevestigd worden. Dat budget zou op twee wijzen tot de opstelling van tabel-bijlage F bijdragen. In de eerste
plaats zou het de reële bestanddelen van deze tabel leveren. Vervolgens zou het, in zover een oplossing wordt gegeven aan het huidig gebrek aan overeenstemming tussen de nationale rekeningen en de statistieken van de bewegingen van de vorderingen en schulden, voor elke sector aanduiden op welk peil het saldo van de toeneming der vorderingen en de toeneming der schulden zou moeten liggen. Indien de financiële bestanddelen van tabelbijlage F geraamd zouden worden zonder een voorafgaande schatting van de reële bestanddelen, ware het heel moeilijk de grenzen vast te stellen waarbinnen een sector fondsen zou mogen opnemen; inderdaad, men zou een overvloedige geldschepping ten gunste van die sector kunnen veronderstellen; deze creatie zou meer middelen te zijner beschikking stellen en aanleiding geven tot een prijsstijging en aldus ook tot geïnduceerde besparingen van de andere sectoren, terwijl de nettolening aan het buitenland zou verminderen (of het negatieve saldo van deze lening zou vergroten). Indien de financiële bestanddelen daarentegen geraamd zijn op grond van een nationaal budget, dan vermeldt dit budget de verwachte omvang van de prijsstijging, het volume van de besparingen van de verschillende sectoren en het bedrag van de nettolening aan het buitenland. Het stelt dus in zekere zin grenzen voor de raming van de financiële bestanddelen en maakt deze raming daardoor gemakkelijker. Zeker, een methode die erin bestaat eerst de reële bestanddelen te ramen en pas nadien de financiële bestanddelen, is niet vrij van willekeur. In de werkelijkheid beïnvloeden de reële bestanddelen en de financiële bestanddelen elkaar op een dynamische en bestendige wijze. Om volmaakt te zijn, zou de raming van de capaciteit van de kapitaalmarkt met die wisselwerking rekening moeten houden. Zoals in de inleiding (§ 11) werd opgemerkt, is daartoe evenwel een zeer ingewikkeld model vereist, dat moeilijk zou kunnen worden uitgewerkt. Bovendien zou men van de ene willekeurigheid in de andere vallen, met name die welke onvermijdelijk verbonden zou zijn aan de hypothesen die men zou dienen te maken betreffende de gedraging van de economische subjecten en de tijd die -de reële bestanddelen nodig hebben om de finanCiële bestanddelen te beïnvloeden en omgekeerd. Alles samengenomen, zou de ramingsmethode
— 376 — daardoor zeer ingewikkeld worden, zonder dat de resultaten noodzakelijk beter zouden zijn. (37) Tabel-bijlage 1' zal voor de toekomst slechts kunnen worden opgesteld wanneer zij voor het verleden — en bovendien een recent verleden — met een tamelijke benadering zal kunnen worden berekend. In het eerste deel werd opgemerkt (§§ 25 en 28) dat de ene noch de andere voorwaarde thans is vervuld. De in paragraaf (38) beschreven methode zal slechts kunnen worden toegepast wanneer de verbeteringen, waarvan hierboven de noodzaak werd aangetoond (§§ 26 tot 29), aan het statistisch materiaal zullen aangebracht zijn. Daar die verbeteringen een zekere tijd zullen vergen, lijkt het in liet huidige stadium niet gewenst tot een omstandige beschrijving van de voorgestelde methode over te gaan. Derhalve zal men hierna slechts in grote trekken de weg aanduiden die zou kunnen gevolgd worden. (38) Zoals reeds eerder (§ 36) werd gezegd, zou de raming van de reële bestanddelen van tabel-bijlage F op het nationaal budget steunen ('). Inzake methode- zou er dus geen probleem rijzen, op voorwaarde dat verbeteringen aan dat budget zouden kunnen aangebracht worden, in. het bijzonder die welke zouden voortvloeien uit de wijzigingen die eventueel zouden worden aangebracht aan de nationale rekeningen voor het verleden, o.m. wat betreft de besparingen van de bedrijven, de besparingen van de particulieren en de verandering van de voorraden. De raming van de financiële bestanddelen van tabel-bijlage F zou kunnen aangevat worden met de raming van de toeneming van de vorderingen en schulden der gezinnen. Deze laatste vormen de enige sector die geregeld. over een. belangrijk financieringsvermogen beschikt; zij zijn liet dus die het meest bijdragen tot de « capaciteit » van de kapitaalmarkt. Bovendien hebben zij ruime keuzemogelijkheden t.a.v. de vorm die zij aan hun ( 1 ) Vanzelfsprekend zou het nationaal budget vooraf op verschillende punten moeten worden aangepast, zoals dat geschiedde voor de nationale rekeningen van de jaren 1961 tot 1964 in de tabellen-bijlagen D 1 tot 4 (§§ 18 tot 23).
vorderingen geven : de financiële instellingen. aanvaarden op boekjes ingeschreven deposito's zonder beperking van bedrag, vele obligatieemissies van de Staat hebben geen maximumbedrag, aankopen van effecten of van gebouwen in het buitenland zijn altijd mogelijk, enz.; de beslissingen van de gezinnen hebben derhalve een afgetekende invloed op liet algemeen beeld van de financiële bestanddelen van een kapitaalrekening. De aangroei van de vorderingen van de gezinnen is gelijk aan het financieringsvermogen van deze laatste, vermeerderd met de toeneming van hun schulden. Deze schulden komen slechts in een klein aantal vormen voor (hypothecaire leningen, persoonlijke leningen. en leningen op afbetaling) en worden slechts bij een klein aantal sectoren aangegaan (bijvoorbeeld, de hypothecaire leningen worden aangegaan bij de gezinnen en de andere financiële instellingen dan de geldscheppende instellingen en het Rentenfonds). Zij zouden derhalve zonder veel moeilijkheden moeten. kunnen geraamd worden. Aldus zouden, voor de hypothecaire leningen, de nieuwe verplichtingen in ruime mate afhangen van de bruto kapitaalvorming in woongebouwen, terwijl de terugbetalingen afhankelijk zouden zijn van de lopende contracten in het begin van de ramingsperiode; de indeling per crediteursector zou kunnen gesteund worden op die welke voor het verleden zou zijn vastgesteld. Zodra het totaal van de toeneming van de vorderingen van de gezinnen zou geraamd zijn, zou het nog dienen te worden ingedeeld naar de vorm en naar de debiteursector. Men zou kunnen stellen dat de indeling naar de vorm o.m. wordt bepaald door : a) de gewoonten van de gezinnen, zoals zij zouden blijken uit hun gedragingen in het verleden; b) de sociale wetgeving en zowel de vroegere als de nieuwe levensverzekeringspolissen, waarvan de reserves van de sociale verzekering en de. wiskundige reserves afhankelijk zouden zijn; e) de evolutie van de rentepercentages in België en in het buitenland; d) cie eventuele wijzigingen van de fiscaliteit in België en in het buitenland; e) het conjunctuurverloop in België en in liet buitenland, dat invloed zou kunnen uit-
— 377 — oefenen op de indeling tussen de vorderingen met veranderlijk inkomen (Belgische en buitenlandse aandelen, gebouwen in het buitenland, die in de nationale boekhouding met vorderingen worden gelijkgesteld) en de vorderingen met vast inkomen, alsook op de indeling tussen de vorderingen op de overheidssector en de vorderingen op de particuliere sector, daar de solvabiliteit van laatstgenoemde vorderingen kan worden aangetast door een verslechtering van de conjunctuur; f) het prijsverloop, dat de waarde der transacties wijzigt en derhalve ook de geldhoeveelheid die voor hun financiering vereist is; g) de evolutie van de valutamarkt, die invloed zou kunnen uitoefenen op de keuze tussen de vorderingen in Belgische franken en de vorderingen in deviezen; h) in sommige gevallen, de financieringsbehoefte van andere sectoren; bijvoorbeeld, zou de vorming van voorraden door de eenmansbedrijven kunnen leiden tot een vermeerdering van de vorderingen op deze bedrijven, aangehouden door de gezinnen die er eigenaar van zijn, en wellicht tot een vermindering van de vorderingen van deze gezinnen in de vorm van geld. In sommige gevallen zouden de gezinnen, bij liet kiezen van de vorm van hun vorderingen, ipso facto de sector kiezen die er de debiteur zou van zijn; een vordering in de vorm van geld zou onvermijdelijk ten laste zijn van de geldscheppende instellingen, een vordering in de vorm van wiskundige reserves, ten laste van de andere financiële instellingen dan de geldscheppende instellingen en het Rentenfonds. In andere gevallen zou de debiteursector afhankelijk zijn van de gewoonten der gezinnen; sommige hebben de gewoonte hun deposito's aan te houden op boekjes bij de banken, andere, bij de spaarkassen. In het geval van de obligaties uitgegeven door de parastatale bedrijven, de Schatkist, de andere overheid en de niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen, zou de indeling tussen deze verschillende debiteursectoren kunnen geraamd worden op grond van de gegevens van het Coördinatiecomité voor het Krediet. Wanneer de financiële bestanddelen van de kapitaalrekening der gezinnen aldus zijn geraamd, zou in het volgende stadium de
raming kunnen worden gemaakt van de toeneming der vorderingen van de andere nietfinanciële nationale sectoren, m.a.w. de bedrijven, de Schatkist en de andere overheid. Deze vorderingen komen in niet zeer talrijke vormen voor; het zijn vooral liquide middelen, commerciële vorderingen, effecten en investeringen in het buitenland. Hun jaarlijkse toename is veel geringer dan die van de vorderingen der gezinnen. De vermeerdering van de vorderingen van de sector « Sociale verzekering » wordt beïnvloed door de toeneming der vorderingen van de gezinnen in de vorm van reserves van de sociale verzekering. Vermeerdert men de financieringsbehoeften van de bedrijven, de Schatkist en de andere overheid met de aldus geraamde toeneming van hun vorderingen, dan zou men een globale raming van de toeneming van hun schulden verkrijgen. Van deze laatste zouden die welke werden aangegaan tegenover de nietfinanciële nationale sectoren reeds naar hun vorm en crediteursector bekend zijn, daar zij niets anders zijn dan vorderingen van diezelfde sectoren, welke reeds vroeger zouden zijn berekend. Er zou dus nog slechts de indeling overblijven van de schulden tegenover het buitenland, de geldscheppende instellingen en het Rentenfonds en de andere financiële instellingen. Deze indeling (per crediteursector en per soort schuld) zou in de eerste plaats kunnen steunen op het feit dat de te ramen schulden niet los zouden staan van andere financiële bestanddelen en van sommige reële bestanddelen van de kapitaalrekening, waarvan een groot aantal reeds zouden zijn geraamd. In het bijzonder zouden onderstaande twee identiteiten dienen te gelden : a) In hoofde van de financiële instellingen : Toeneming van de vorderingen op de bedrijven en de overheid (te ramen) Financieringsvermogen (of min financieringsbehoefte) (reeds geraamd), plus toeneming van de schulden tegenover de
niet-financiële nationale sectoren (reeds geraamd), min
toeneming van de vorderingen op de gezinnen (reeds geraamd),
min
toeneming van de nettovorderingen op het buitenland.
— 378 — b) In hoofde van het buitenland : Toeneming van de vorderingen op de bedrijven en de overheid (te ramen) Toeneming van de schulden tegenover de niet-financiële nationale sectoren (reeds geraamd), min
nettolening aan het buitenland (reeds geraamd),
plus toeneming van de nettoschulden tegen-
over de financiële instellingen (deze post vindt men onder identiteit a) weer in de vorm van een toeneming van de nettovorderingen der financiële instellingen op het buitenland). Bovendien zou de indeling van de schulden van de bedrijven en van de overheid tegenover de financiële instellingen en het buitenland kunnen steunen op de volgende vaststellingen : a) De vorderingen die het buitenland verwerft op de bedrijven bestaan vooral in directe investeringen, waarvan het buitenland zelf de omvang bepaalt. b) Sommige financiële instellingen verwerven uitsluitend of in een ruime mate vorderingen in een enkele vorm op een enkele sector : het Bestuur der Postchecks op de Schatkist, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, in de vorm van kredieten met halflange en lange looptijd aan de bedrijven.
c) De vorderingen die sommige financiële instellingen verwerven op de Schatkist zijn een belegging van resterende middelen : de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid en het Gemeentekrediet van België schrijven in op schatkistcertificaten of incasseren er naargelang hun. werkmiddelen in grotere of kleinere mate toenemen dan het bedrag van de kredieten die zij respectievelijk toestaan aan de bedrijven en aan de lagere overheid. d) De schulden aangegaan bij de geldscheppende instellingen en, in het geval van de Schatkist, tegenover het buitenland en het Rentenfonds, vormen dikwijls de laatste weg (sluitpost) om zich middelen te verschaffen. Tenslotte zou de indeling van de schulden van de bedrijven en de overheid tegenover de financiële instellingen en het buitenland kunnen steunen op de voor het verleden opgetekende verhoudingen en op de vooruitzichten die de voornaamste financiële instellingen van de overheidssector voorleggen aan het Coërdinatiecomité voor het Krediet, inzonderheid wat de vorderingen betreft die zij voornemens zijn te verwerven. Zodra al de hierboven aangehaalde ramingen zouden gemaakt zijn, zou men, opdat tabelbijlage F volledig zou zijn, nog alleen, volgens de soort, de toeneming van de vorderingen en schulden der financiële instellingen tegenover het buitenland (waarvan het saldo door de reeds gemaakte ramingen zou worden geleverd) en tegenover elkaar dienen te berekenen.
DERDE DEEL
RAMING VAN DE CAPACITEIT VAN DE KAPITAALMARKT IN 1967
(39) Zoals in het tweede deel van dit verslag (§ 37) werd onderstreept, verstrekt het thans beschikbare statistische materiaal niet de basisgegevens die vereist zouden zijn om tabel-bijlage F voor het lopende jaar te kunnen ramen. Nu is het uit die tabel dat de vooruitzichten betreffende de capaciteit van de kapitaalmarkt hadden kunnen worden afgeleid volgens de verschillende definities die in het eerste deel werden voorgesteld.
Weliswaar zouden ramingen van de capaciteit van de kapitaalmarkt volgens definities Ia en eventueel Ib kunnen gemaakt worden op grond van het nationaal budget voor 1967, opgesteld door het Ministerie van Economische Zaken (§ 31). Maar de afwijkingen tussen de reële bestanddelen en de financiële bestanddelen van de kapitaalrekening voor de jaren 1961 tot 1964, zoals zij voorkomen in de tabellen-bijlagen E 1 tot 4, zijn zo groot dat dergelijke ramingen niet van zeer veel nut zouden zijn.
— 379 — Meting.
Wat de capaciteit van de aandelen- en obligatiemarkt betreft (definities III, Ma en Mb), client te worden opgemerkt dat zij moeilijk zou kunnen worden geraamd. Inderdaad, de omvang van de obligaties die de Staat bij sommige instellingen kan plaatsen, is niet zeer nauwkeurig af te bakenen : de banken kunnen handelspapier mobiliseren om zich van de vereiste liquide middelen te voorzien voor de inschrijving op obligaties indien zij oordelen dat de rentepercentages van deze obligaties voldoende aantrekkelijk zijn; een beroep op het buitenland is over het algemeen mogelijk; de interventies van het Rentenfonds zijn min of meer aanzienlijk naar gelang van de moeilijkheden van de Schatkist en van de toestand op de financiële markten.
Netto-emissies van obligaties, zonder onderscheid van looptijd, door de Staat (in de betekenis die de nationale boekhouding eraan geeft) en leningen met halflange en lange looptijd aangegaan door de lagere overheid bij het Gemeentekrediet van België, verminderd met de obligaties verworven door de geldscheppende instellingen, het Rentenfonds en het buitenland. Aldus berekend, vertoonde de aanbreng van fondsen aan de overheid tussen 1961 en 1964 liet volgende verloop ( 1 ) :
Van de aldus bepaalde capaciteit van de markt van de obligaties uitgegeven door de overheid, zal getracht worden in de volgende paragrafen een raming voor het jaar 1967 te maken.
(40) Definitie IV. Er zij opgemerkt dat voor de verschillende categorieën emissies, waarvan pas werd gezegd dat zij een zekere graad van soepelheid vertonen, over het algemeen de bemiddeling van geldscheppende instellingen vereist is. Deze bemiddeling is rechtstreeks wanneer obligaties bij de banken worden geplaatst, onrechtstreeks wanneer de Staat een beroep doet op het buitenland of op het Rentenfonds in de mate dat dit laatste zich financiert door zijn eigen certificaten te plaatsen bij de geldscheppende instellingen of door bij hen daggeld op te nemen of nog door gebruik te maken van zijn voorschotrekening bij de Nationale Bank. Daar liet optreden van de geldscheppende instellingen aldus de grenzen van de capaciteit van de aandelen- en obligatiemarkt, zoals zij in paragraaf (33) werd omschreven, vager maakt, lijkt het gewenst van deze capaciteit een meer beperkte definitie te geven, die echter alleen emissies omvat waarvan de omvang voldoende bepaald is en die derhalve een raming voor een volgende periode mogelijk maakt. Aldus kan de capaciteit van de markt der obligaties uitgegeven door de overheid omschreven worden als overeenstemmend met de schulden door die overheid rechtstreeks of onrechtstreeks aangegaan in de vorm van obligaties zonder onderscheid van looptijd en uitgegeven zonder bemiddeling van de geldscheppende instellingen.
15,7 miljard 15,6 miljard 6,6 miljard 15,7 miljard
1961 1962 1963 1964
(41)
.
Een definitie die meer nut zou hebben dan definitie IV, is die welke de fondsen zou afzonderen die aan de Staat worden aangeboden zonder dat deze laatste ze actief dient aan te trekken. Over het algemeen beschouwd, zouden de schulden aangegaan zonder bemiddeling van de geldscheppende instellingen onder deze categorie vallen; zo moet de Staat doorgaans de particuliere spaarkassen noch de levensverzekeringsinstellingen uitdrukkelijk verzoeken om in te schrijven op zijn obligatie-emissies, daar deze instellingen automatisch een deel van hun nieuwe werkmiddelen daarin beleggen. Sommige schulden aangegaan bij de geldscheppende instellingen zouden evenwel in dezelfde categorie dienen te worden ondergebracht; kunnen vermeld worden de tegoeden bij het Bestuur der Postchecks en, tot op zekere hoogte, de obligaties zonder onderscheid van ( 1 ) Maximum van definitie Ma (cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, september 1967, blz. 197) min de tabellen-bijlagen A, kolommen « Buitenland », « Geldscheppende instellingen » en « Rentenfonds », regels « Staat (Schatkist) », « Overheidssector niet elders vernield (o.m. lagere overheid) » en « Sociale verzekering » : « Certificaten op korte termijn », « Obligaties verkrijgbaar door elke belegger » en « Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger ».
— 380 — looptijd waarop de banken inschrijven met de aangroei van hun deposito's. Over een dergelijke definitie zal hier echter niet verder worden uitgeweid, evenmin als over de moeilijkheden die zouden rijzen om er een nauwkeurige vorm aan te geven, want met het bestaande statistische materiaal zou een raming op grond van deze definitie niet mogelijk zijn.
(42) De raming voor 1967 zal dus gemaakt worden op basis van definitie IV. Zoals in paragraaf (24) is gezegd, werden de obligaties op meer dan één. jaar in de tabellen-bijlagen E zo ingedeeld dat deze raming wordt vergemakkelijkt. In die tabellen zijn de schulden door de overheid rechtstreeks aangegaan in de vorm van obligaties zonder onderscheid van looptijd, opgenomen in twee rubrieken : « Overheidsfondsen » en « Certificaten op korte termijn ». Deze rubrieken omvatten, behalve de schulden waarvan sprake, de obligaties uitgegeven door de parastatale bedrijven en de financiële instellingen van de overheidssector. Eerst zal de raming worden gemaakt van de capaciteit van de kapitaalmarkt voor de gezamenlijke overheidsfondsen en kortlopende certificaten uitgegeven zonder bemiddeling van de geldscheppende instellingen. In deze raming zullen de emissies van het Gemeentekrediet van België begrepen zijn en bijgevolg ook de schulden die onrechtstreeks door de overheid werden aangegaan in de vorm van obligaties (leningen met halflange en lange looptijd van de lagere overheid bij de betrokken instelling). De emissies van de andere financiële instellingen van de overheidssector en die van de parastatale bedrijven zullen vervolgens uitgeschakeld worden om te komen tot de capaciteit van de kapitaalmarkt overeenstemmend met definitie IV. De tabellen-bijlagen E tonen aan dat de toeneming van vorderingen in de vorm van overheidsfondsen en kortlopende certificaten hoofdzakelijk plaatsvindt bij de gezinnen, in het buitenland en bij de financiële instellingen. Met de toeneming van vorderingen van het buitenland moet hier geen rekening worden gehouden, daar zij de bemiddeling van geldscheppende instellingen met zich brengt. Hetzelfde geldt voor die van het Rentenfond.s. Op overheidsfondsen en kortlopende certificaten
schrijven de niet-geldscheppende financiële instellingen voor een zeer groot deel in met de opbrengst van schulden aangegaan t.o.v. de gezinnen. Men mag dus zeggen dat laatstgenoemde rechtstreeks of onrechtstreeks inschrijven op de zeer grote massa overheidsfondsen en kortlopende certificaten uitgegeven zonder bemiddeling van de geldscheppende instellingen. Om de capaciteit van de markt van die obligaties te ramen, dient derhalve te worden uitgegaan van de kapitaalrekening der gezinnen. (43) Het nationaal budget voor 1967 maakt de berekening van de reële bestanddelen van de kapitaalrekening der gezinnen mogelijk. Zoals het in september 1966 werd opgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en vervolgens licht gewijzigd door de Commissie van. de Europese Economische Gemeenschap, voorziet het o.m. ( 1 ) dat de vermeerdering van het volume van het bruto nationaal produkt 3,5 pct. zou bereiken zoals in 1966, dat het tekort met het buitenland opnieuw 2,5 miljard zou bedragen en dat de besparingen van de particulieren slechts weinig zouden toenemen. De besteding van het nationaal produkt, de kapitaalverrichtingen van de Natie en de lopende verrichtingen van de Staat in 1967, zoals zij in dit budget voorkomen, zijn opgenomen in tabel-bijlage G 1. Wegens het feit dat voornoemd budget reeds een zeker aantal maanden geleden werd opgesteld, schijnt het niet voldoende rekening te houden met het jongste conjunctuurverloop. De vermeerdering van het volume van het nationaal produkt, daarin berekend op 3,5 pct., mag beschouwd worden als een uiterste hypothese in gunstige zin. Het leek nuttig een variante van dat budget op te stellen die, voor het volume van het nationaal produkt, rekening ( 1 ) Er dient op gewezen dat de cijfers aangehaald in paragraaf (43) steunen op gegevens die beantwoorden aan dezelfde definities als de nationale rekeningen van het Nationaal Instituut voor de Statistiek en daardoor niet in overeenstemming zijn met de statistiek van (le bewegingen van de vorderingen en schulden en ook niet vergelijkbaar met de cijfers van de tabellen-bijlagen E. Een aanpassing van het nationaal budget voor 1967 aan de statistiek van de bewegingen van de vorderingen en schulden, zoals die welke de nationale rekeningen van 1961 tot 1964 ondergingen in de tabellen-bijlagen D, is aangebracht aan tabel-bijlage II voor de reële bestanddelen van de kapitaalrekening der gezinnen en aan tabel-bijlage L voor die van de Staat.
— 381 — houdt met een uiterste hypothese in ongunstige zin, d.i. met een expansie van slechts 1 pct. ( 1 ). Deze variante wordt in tabel-bijlage G 2 voorgesteld in dezelfde vorm als het budget zelf in tabel-bijlage G 1. Zij verschilt van dat budget omdat zij rekening houdt met de verschijnselen die over het algemeen een stagnatieperiode kenmerken : een minder snelle stijging of een vermindering van de bestedingen der gezinnen en bedrijven, gedeeltelijk gecompenseerd door versnelde uitgaven van de Staat en een verbetering van het saldo met het buitenland; meer bepaald : de stijging van het particuliere verbruik is geringer ten gevolge van de minder grote toename van de inkomens, van de verhoging van de belastingen ( 2 ), van een kleinere stijging of van een daling van de voorraden van de eenmansbedrijven ( 3 ) en van een grotere spaarneiging wegens het groter nut dat de vorming van liquide middelen biedt in het vooruitzicht van een eventuele recessie; de bruto kapitaalvorming van de bedrijven en de gezinnen daalt in plaats van te stijgen; de groei van de uitvoer verzwakt, maar minder dan die van de invoer, onder invloed van de minder snelle toename van het nationaal produkt, zodat het saldo met het buitenland positief wordt; dé Staat geeft aan zijn bruto kapitaalvorming een snellere uitbreiding omdat de conjunctuur dient te worden gesteund; ondanks de minder sterke stijging van de inkomens en de verhoging van de belastingen, vermeerderen de besparingen van de gezinnen dank zij de kleinere aangroei van de voorraden der eenmansbedrijVen en de gestegen spaarneiging; aangezien de minder snelle toename van het nationaal produkt tot gevolg heeft dat de op(1) Volgens het advies dat de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven op 15 februari 1967 heeft uitgebracht omtrent de economische evolutie in 1966 en de vooruitzichten voor 1967, « lijkt het een plausibele hypothese dat het B.N.P. in constante prijzen in 1967 verder zal toenemen, maar in een vertraagd tempo dat ... vermoedelijk om en bij de 2 pet. zal bedragen » (blz. 0-7). Dit percentage stemt op weinig na overeen met het gemiddelde van de twee uiterste hypothesen die hier in aanmerking werden genomen. (2) De cijfers van tabel-bijlage G 2 houden, in tegenstelling met die van tabel-bijlage G- 1, rekening met de belastingverhogingen die de Regering heeft toegepast of voornemens is toe te passen krachtens de wet van 31 maart 1967 « tot toekenning van bepaalde machten aan de -koning ten einde de economische heropleving, de bespoediging van de regionale reconversie en de stabilisatie van het begrotingsevenwicht te verzekeren ». (3) Er zij in herinnering gebracht dat in de nationale rekeningen de aangroei van de voorraden der eenmansbedrijven niet gescheiden wordt van het verbruik van de gezinnen.
brengst der belastingen en de ontvangsten van de sociale verzekering worden gedrukt en dat o.m. de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen verhogen, zijn de besparingen van de Staat kleiner. In tabel-bijlage G- 2 zijn de besparingen van de gezinnen op een bijzonder hoog peil geraamd en die van de Staat, op een bijzonder laag peil. Dat heeft het voordeel duidelijk te doen uitkomen welke weerslag een vertraging in het tempo van de economische expansie heeft op het aanbod van en de vraag naar fondsen. In feite oefent een dergelijke vertraging pas na een vrij lang tijdsverloop een merkelijke invloed uit op de ontvangsten en de uitgaven van de Staat. (44) Zoals in paragrafen (18) tot (23) is uiteengezet, werden, in de tabellen-bijlagen D, een aantal aanpassingen aangebracht aan de bruto kapitaalvorming en aan de besparingen in de nationale rekeningen, om ze zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met de statistiek van de bewegingen van de vorderingen en schulden. In tabel-bijlage H zijn dezelfde aanpassingen ( 1 ) aangebracht aan de twee ramingen die de tabellen-bijlagen G 1 en 2 geven voor de bruto kapitaalvorming en de besparingen van de gezinnen in 1967, evenals aan de overeenstemmende cijfers van de nationale rekeningen voor 1965; voor dit laatste jaar kon nog geen volledige kapitaalrekening worden opgesteld, maar de indicaties die thans reeds beschikbaar zijn dienen niet te worden verwaarloosd wanneer men de evolutie voor 1967 tracht te voorzien. Tabel-bijlage J geeft de kapitaalrekening van de gezinnen (reële bestanddelen en financiële bestanddelen) voor de jaren 1961 tot 1965 en, in de mate dat de cijfers beschikbaar zijn, voor 1966. Het schema is hetzelfde als dat van de tabellen-bijlagen E. De rubrieken waarvan de cijfers een aanzienlijke vergissingsmarge bevatten of waarvoor één enkel cijfer niet bestaat, met name die waarvan sprake was in paragraaf (17), sub c) en d) (« Obligaties uitgegeven door particuliere bedrijven en aandelen en deelbewijzen uitgegeven door ( 1 ) Om de analyse die volgt niet te bemoeilijken, werd er van afgezien, voor de besparingen der gezinnen, verscheidene cijfers te geven overeenstemmend met verschillende ramingen van de veranderingen van de voorraden.
— 382 — de nationale sectoren », « Liquiditeiten » en « Andere leningen met halflange en lange looptijd »), werden evenwel niet afzonderlijk overgenomen; het zou inderdaad geen nut hebben een raming voor de toekomst te willen maken op grond van al te onnauwkeurige cijfers uit het verleden; voornoemde rubrieken werden met de « Andere vorderingen en schulden » en met de « Afwijking tussen de reële bestanddelen en de financiële bestanddelen » bijeengebracht in één rubriek, getiteld « Andere vorderingen en schulden en aanpassing ». Daarentegen werden sommige rubrieken van de tabellen-bijlagen E in tabelbijlage J gesplitst, ten einde gegevens die tot de raming voor 1967 kunnen bijdragen te doen uitkomen.
(45) Op basis van de tabellen-bijlagen H en J kunnen de rechtstreekse inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen ( 1 ) voor 1967 volgens twee methodes geraamd worden. De eerste methode, die men « evenredige berekening » zou kunnen noemen, steunt op de veronderstelling dat de verhoudingen tussen de overheidsfondsen waarop de gezinnen hebben ingeschreven, eensdeels, en hun besparingen of hun financieringsvermogen, anderdeels, in 1967 hetzelfde peil zullen bereiken als in het verleden ( 2 ). Volgens de tweede methode, die men « berekening door aftrekking » zou kunnen noemen, wordt uit het financieringsvermogen der gezinnen in 1967 door extrapolatie hun nettoaanbreng van fondsen in andere vormen dan inschrijvingen op overheidsfondsen afgeleid, derwijze dat die inschrijvingen door aftrekking worden verkregen. In de methode van evenredige berekening kan men gebruik maken van verhoudingen die als noemer hebben hetzij de besparingen, hetzij het financieringsvermogen van de gezinnen. Gebruikt men verhoudingen met het financie(1) De gezinnen schrijven niet rechtstreeks in op kortlopende certificaten. (2) De methode van evenredige berekening zou gebruik moeten maken van verhoudingen met als noemer, niet de besparingen of het financieringsvermogen van de gezinnen, maar hun financieringsvermogen vermeerderd met de toeneming van hun schulden. Omdat men voor het verleden over geen geldige cijfers betreffende die toeneming beschikt, o.m. wat de hypothecaire leningen betreft, is men ertoe genoopt hetzij de besparingen, hetzij het financieringsvermogen als noemer te nemen.
ringsvermogen als noemer, dan verwaarloost men het feit dat grotere aankopen van woongebouwen over het algemeen samengaan met aanzienlijkere leningen bij andere sectoren ( i), wat middelen vrijmaakt voor de vorming van vorderingen en inzonderheid voor de inschrijvingen op overheidsfondsen; het gebruik van zulke verhoudingen kan dus leiden tot een raming van die inschrijvingen die te klein is wanneer de aankopen van woongebouwen. omvangrijker worden, en die te groot is in het tegenovergestelde geval. Gebruikt men daarentegen verhoudingen met de besparingen als noemer, dan verwaarloost men het feit dat grotere aankopen van woongebouwen over het algemeen aanzienlijkere bedragen van die besparingen vergen, wat de middelen beschikbaar voor de vorming van vorderingen en inzonderheid voor de inschrijvingen op overheidsfondsen vermindert; het gebruik van dergelijke verhoudingen kan dus leiden tot een raming van die inschrijvingen die te groot is wanneer de aankopen van woongebouwen omvangrijker worden, en die te klein is in het tegenovergestelde geval. Een raming van de rechtstreekse inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen zou dan ook voorzichtigheidshalve tegelijkertijd gebruik moeten maken van verhoudingen met de besparingen als noemer en van verhoudingen met het financieringsvermogen als noemer. De periode waarvoor tabel-bijlage J de verhouding geeft tussen de inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen eensdeels, en hun besparingen of hun financieringsvermogen anderdeels, d.i. voor de jaren 1961 tot 1965, leent zich niet bijzonder goed tot het maken van een raming voor 1967. In de eerste plaats werden de jaren 1961 tot 1965 gekenmerkt door een opgaande conjunctuur en daarvan is geen enkel jaar dus vergelijkbaar met 1967 indien tijdens dat jaar het volume van het bruto nationaal produkt slechts met 1 pct. toeneemt. Vervolgens heeft de fiscale hervorming gedurende de periode waarop tabel-bijlage J betrekking heeft, de inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen verstoord : zij heeft ze zonder twijfel aanzienlijk naar ( 1 ) Voor de redenering in deze alinea wordt de vrij waarschijnlijke veronderstelling gemaakt dat het deel van de aankopen van woongebouwen dat gefinancierd is met de besparingen van de gezinnen eensdeels, en met leningen bij andere sectoren anderdeels, van de ene periode tot de andere geen grote veranderingen ondergaat.
— 383 — beneden gedrukt in 1963, en wellicht ook reeds in een zekere mate in 1962; daarentegen werd deze achterstand waarschijnlijk gedeeltelijk ingelopen in 1964. Om deze invloed van de fiscale hervorming zoveel mogelijk uit te schakelen, heeft men in onderstaande toepassing van de methode der evenredige berekening, de percentages van 1963 volledig verwaarloosd en de berekeningen gemaakt met de gemiddelden van de percentages van 1962 en 1964. Wanneer tabel-bijlage J op die wijze wordt gebruikt, toont zij aan dat de verhouding van de inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen tot hun besparingen tijdens de periode 1961-1965 een maximum bereikte van
16,6 pct. in 1965 en een minimum van 16 pct. in 1962-1964. Tijdens dezelfde periode bereikte de verhouding van de inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen tot hun financieringsvermogen een maximum van 35 pct. in 1961 en een minimum van 32,8 pct. in 1965. Vermenigvuldigt men de eerste twee van die verhoudingen met ieder van de twee ramingen die tabel EI geeft voor de besparingen in 1967, en de laatste twee van die verhoudingen met ieder van de twee ramingen die dezelfde tabel geeft voor het financieringsvermogen tijdens hetzelfde jaar, dan verkrijgt men volgende gezamenlijke ramingen van de rechtstreekse inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen gedurende dat jaar :
Vermeerdering van het volume van liet B.N.P. = 8,5 pet.
Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 1 pet.
Maximum
0,166 x 107 miljard = 17,8 miljard
0,166 x 118,8 miljard = 19,7 miljard
Minimum
0,16 x 107 miljard = 17,1 miljard
0,16 x 118,8 miljard = 19,0 miljard
Maximum
0,35 x 51,7 miljard = 18,1 miljard
0,35 x 67,8 miljard =--• 23,7 miljard
Minimum
0,328 x 51,7 miljard = 17,0 miljard
0,328 x 67,8 miljard = 22,2 miljard
Verhouding inschrijving en op overheidsfondsen/besparingen
Verhouding inschrijvingen op overheidsfondsen/ financieringsvermogen
Neemt men voor elke raming van het nationaal produkt het hoogste maximum en het laagste minimum, dan komt men tot het besluit dat de rechtstreekse inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen, geraamd volgens de methode van de evenredige berekening, in 1967 zouden begrepen zijn tussen 17 ( 1 ) en 18 ( 1 ) miljard indien de vermeerdering van het volume van het nationaal produkt 3,5 pct. zou bedragen, en tussen 19 ( 2 ) en 23,5 ( 1 ) miljard indien zij 1 pct. zou belopen. De aldus volgens de methode van de evenredige berekening verkregen resultaten kunnen vergeleken worden met die van de methode van berekening door aftrekking. Er zij aan herinnerd dat laatstgenoemde methode steunt op de formule :
(1) Volgens de verhouding inschrijvingen op overheidsfondsen/financieringsvermogen. (2) Volgens de verhouding inschrijvingen op overheidsfondsen/besparingen.
Rechtstreekse inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen Financieringsvermogen, nettoaanbreng van fondsen in andere vormen dan de inschrijvingen op overheidsfondsen. Dadelijk dient te worden opgemerkt dat dergelijke methode geen grote voldoening schenkt wanneer een raming moet gemaakt worden. Inderdaad, al de fouten die men maakt bij de raming van de grootheid waarvan men uitgaat (in dit geval het financieringsvermogen van de gezinnen) en van de elementen die men daaruit afleidt, beïnvloeden het cijfer dat men tracht te ramen (in dit geval het cijfer van de inschrijvingen op overheidsfondsen dobr de gezinnen). Onder dit voorbehoud, zouden de rechtstreekse inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen, geraamd volgens de methode van berekening door aftrekking, in 1967 de volgende bedragen bereiken :
- 384 Vermeerdering van het volume ! Vermeerdering van hot volume van het A.N.P. = 3,1; pet. van hot A.N.P. = 1 pet.
•
(Miljarden franken)
Financieringsvermogen van de gezinnen (in afgeronde
cijfers volgens tabel-bijlage FI)
52,0
68,0
Toeneming van vorderingen (af te trekken) :
a) Obligaties (incl. kasbons) uitgegeven door de particuliere spaarkassen, de hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen en de banken, en inlagen op spaarboekjes h) Reserves bij de sector a Sociale verzekering » c) Reserves bij de instellingen voor verzekering op het leven èn tegen arbeidsongevallen d) Reserves bij de pensioenfondsen van de sociale verzekering en de speciale pensioenfondsen e) Obligaties, aandelen en deelbewijzen uitgegeven door het buitenland
27,0 3,5
33,5 3,5
9,0
9,0
8,5
8,5
4,5
Af te trekken totaal
4,5 - 52,5
- 59,0
Toeneming van schulden en. aanpassing (bij te voegen) :
f) Persoonlijke leningen en leningen op afbetaling g) Andere vorderingen en schulden en aanpassing (netto) Bij te voegen totaal Totaal overeenstemmend met de rechtstreekse inschrijvingen op overheidsfondsen door de gezinnen in 1967
De cijfers voorkomend in voorgaande tabel betreffende de af te trekken toeneming van vorderingen en de bij te voegen toeneming van schulden en aanpassing, werden op de volgende wijze geraamd : a) Obligaties kasbons) uitgegeven door de particuliere spaarkassen, de hypotheeken kapitalisatiemaatschappijen en de banken, en inlagen op spaarboekjes.
Daar de belastinghervorming zekere verschuivingen tussen beide categorieën vorderingen heeft teweeggebracht, dienen zij tegelijkertijd te worden behandeld. 10 Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 3,8 pet.
• De nettostijging van de spaardeposito's van de particulieren bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas werd door deze instelling op 3,5 miljard geraamd. Bij dit cijfer dient de gekapitaliseerde rente te worden gevoegd; zij bereikte in 1966 3,5 miljard; zij zal meer bedragen in 1967, omdat de deposito's omvangrijker zullen zijn en omdat een groter gedeelte daarvan de vorm zal aannemen van termijndeposito's waarvoor de rentepercentages werden verhoogd. In totaal, kan de stijging van de
1,5
1,0
16,5
12,0 + 18,0
+ 13,0
17,5
22,0
inlagen op spaarboekjes bij de Algemene Spaarkas in 1967 geraamd worden op 7,5 miljard. De uitgifte van obligaties door de particuliere spaarkassen en de hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen, en de inschrijving van deposito's op boekjes bij deze instellingen namen samen toe met 1 tot 1,5 miljard per jaar, of men nu de periodes 1961-1966, 1963-1966 of 1965-1966 beschouwt. Daar zij 10 miljard bereikten in 1966, mag men ze voor 1967 op 11,5 miljard ramen. In 1966 werden bij de banken voor 6,5 miljard deposito's op boekjes bijgeschreven; daar dit cijfer praktisch hetzelfde is als dat van 1965 en dat van 1964, mag men verwachten dat zulks ook het geval zal zijn in 1967. In 1964 en 1965 deden de banken geen uitgifte van obligaties; in 1966 werd voor 0,6 miljard opgenomen. Indien, in 1967, die uitgifte hetzelfde bedrag bereikt, zullen de vorderingen op de banken in 'deze vorm en in de vorm van deposito's op boekjes met 7 miljard toenemen. De stijging van de inlagen op spaarboekjes bij het Gemeentekrediet van België werd door deze instelling voor 1967 op 1 miljard geraamd. De vermeerdering van het uitstaande bedrag van de obligaties (incl. kasbons) uitgegeven door de particuliere spaarkassen, de hypotheeken kapitalisatiemaatschappijen en de banken,
— 385 — en van de inlagen op spaarboekjes zou dus in 1967 : 7,5 + 11,5 + 7+1=27 miljard bereiken. 2° Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 1 pet.
De raming van 27 miljard die men hierboven bekwam, is in feite een extrapolatie van vroegere tendensen, wat blijkt uit het feit dat zij van ongeveer dezelfde grootte is als de werkelijke cijfers voor 1966 (26,7 miljard); daarom is zij geldig ingeval de vermeerdering van het volume van het nationaal produkt 3,5 pct. zou bereiken zoals in 1966. Maar indien deze vermeerdering zich tot 1 pct. zou beperken, zou de tendens onderbroken zijn. Dergelijke breuk deed zich voor tussen 1957 en 1958 toen, wellicht uit vrees voor inkomensverliezen in de recessie en ingevolge een vermindering van de voorraden der eenmansbedrijven in verband met de verwachte ontwikkeling van de vraag en de prijzen, de vorming van vorderingen in de vorm van obligaties uitgegeven door de particuliere spaarkassen en de banken, en van inlagen op spaarboekjes steeg van 6,6 tot 13,3 miljard, d.i. een vermeerdering met 6,7 miljard of 102 pct. Nochtans was de vrees voor inkomensverliezen in 1958, jaar waarin het nationaal produkt berekend tegen vaste prijzen met 1 pct. verminderde, sterker dan zij in 1967 zou zijn, zelfs indien het volume van het nationaal produkt maar met 1 pct. zou vermeerderen; dit verschil in evolutie van het nationaal produkt en het waarschijnlijke verschil in de prijsbewegingen laten bovendien veronderstellen dat een voorraadintering in de eenmansbedrijven in 1967 niet even groot zal zijn als in 1958. Daarom schijnt het redelijk te voorzien dat, indien het volume van het nationaal produkt zou vermeerderen met 1 pct., de vorming van vorderingen in de vorm van obligaties uitgegeven door de particuliere spaarkassen en de banken, en van inlagen op spaarboekjes in 1967 zou toenemen, niet in dezelfde verhouding, maar met hetzelfde bedrag als in 1958, d.w.z. dat zij 26,7 + 6,7 of ongeveer 33,5 miljard zou bereiken' ( 1 ).
b) Reserves bij de sector « Sociale verzekering ». Nadat de aangroei van deze reserves in 1964 6,3 miljard had bereikt in verband met nieuwe wetsbeschikkingen, daalde hij tot 3,4 miljard in 1965. Bij gebrek aan andere gegevens mag men veronderstellen dat hij in 1967 ongeveer hetzelfde peil zal bereiken, d.w.z. 3,5 miljard.
c) Reserves bij de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongeval-
len. Nadat hij in 1962 verminderde, nam de aangroei van deze reserves tijdens ieder van de drie volgende jaren toe met 0,5 tot 1 miljard. Men mag hem voor 1967 dus ramen op 7,5 miljard (cijfer van 1965) +1,5 miljard, d.i. 9 miljard.
d) Reserves bij de pensioenfondsen van de sociale verzekering en de speciale pensioenfondsen. De vorming van deze reserves steeg van 5,3 miljard in 1962 ( 1 ) tot 7,2 miljard in 1965, wat een gemiddelde jaarlijkse stijging van 0,6 of 0,7 miljard vertegenwoordigt. Tegen hetzelfde tempo zou deze stijging in 1967 8,5 miljard bereiken.
e) Obligaties, aandelen en deelbewijzen 'uitgegeven door het buitenland. De aankopen van deze effecten bereikten in 1966 het hoge bedrag van 6,5 miljard. De evolutie van de rendementen der obligaties tijdens de jongste maanden in België, enerzijds, in het buitenland, anderzijds, schijnt erop te wijzen dat de Belgische beleggers in 1967 minder redenen zullen hebben dan in 1966 om over te gaan tot dergelijke aankopen; ze zouden clan ook kunnen teruglopen tot, bijvoorbeeld, 4,5 miljard.
f) Persoonlijke leningen en leningen op afbetaling. 1° Vermeerdering van het volume van het B.N.P.
( 1 ) De veronderstelling dat de vorderingen in de vorm van obligaties uitgegeven door de particuliere spaarkassen en de banken, en van inlagen op spaarboekjes in 1967 merkelijk zouden toenemen, schijnt door de evolutie tijdens de eerste maanden van het jaar te worden bevestigd. Voor het eerste kwartaal lag deze toename 37,5 pct. hoger dan in de overeenstemmende periode van 1966. Toegepast op de 26,7 miljard van het jaar 1966 in zijn geheel, zou dit percentage voor 1967 een stijging van 10 miljard geven.
3,5 pet.
Tijdens de periode 1961-1966 schommelden deze leningen bij benadering tussen 1 en 2 miljard. Men mag veronderstellen dat zij in ( 1 ) Het bedrag van 1961 (3,7 miljard) kan niet met voldoende zekerheid worden gebruikt.
— 386 — 1967 het gemiddelde van beide cijfers zullen bereiken indien het volume van het nationaal produkt met 3,5 pct., d.i. 1,5 miljard, vermeerdert. •
20 Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 1 pct.
In deze hypothese zouden de verbruikers zich ongetwijfeld omzichtiger tonen, zodat de leningen waarvan sprake hun minimum van de jaren 1961-1966, d.i. 1 miljard, niet zouden overtreffen. g) Andere vorderingen en schulden en aanpassing (netto).
10 Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 3,5 pct.
• Nadat deze rubriek van 1961 tot 1963 om en bij de 5 miljard schommelde, bereikte ze in 1964 16 miljard, terwijl ze.in 1965 daalde tot 12 miljard. De stijging met 10 miljard tussen 1963 en 1964 houdt wellicht verband met de toename met 16,5 miljard welke in dezelfde periode voor de bruto kapitaalvorming van de gezinnen werd opgetekend; vooral de hypothecaire leningen, die in de beschouwde rubriek zijn begrepen, zouden toegenomen zijn. Indien de vermeerdering van het volume van het nationaal produkt 3,5 pct. bedraagt, Z011 de kapitaalvorming in 1967, volgens tabel-bijlage H, 55,3 miljard moeten bereiken, d.i. 7,6 miljard meer dan in 1965. Veronderstelt men dat de, verhouding tussen deze toename en die van de beschouwde rubriek dezelfde zal zijn als van 1963 tot 1964, d.i. 1,65 op 1, clan zou deze rubriek 12 miljard (cijfer van 1965) + 4,5 miljard (7,6 miljard gedeeld door 1,65) of 16,5 miljard bedragen. 20 Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 1 pot.
In dat geval zou de stijging van de kapitaalvorming tussen 1965 en 1967 zich tot 3,3 miljard beperken en deze van de beschouwde rubriek, berekend zoals hierboven, tot 2 miljard. Daarenboven zouden de inschrijvingen op aandelen uitgegeven door de nationale sectoren ongetwijfeld minder omvangrijk zijn wegens de 'minder gunstige conjunctuurvooruitzichten, wat echter vermoedelijk -meer. dan. gecompenseerd zou worden door een snellere
vermeerdering van de liquide middelen (geld en termijndeposito's) ten gevolge van een vermindering van de voorraden der eenmansbedrijven ( 1 ). Houdt men rekening met het feit dat het ontstaan van vorderingen met het minteken aangeduid wordt in deze rubriek ( 2 ), dan zou deze laatste het peil van 1965, of 12 miljard. niet overtreffen. Men stelt vast dat de cijfers berekend volgens de methode van aftrekking (cf. tabel op blz. 384) begrepen zijn tussen de minima en de maxima verkregen volgens de methode van de evenredige berekening, d.i. 17,5 miljard voor een minimum van 17 miljard en een maximum van 18 miljard indien het volume van het nationaal produkt vermeerdert met 3,5 pct. en 22 miljard voor een minimum van 19 miljard en een maximum van 23,5 miljard indien het volume van het nationaal produkt vermeerdert met 1 pct. De resultaten van de methode van evenredige berekening worden dus bevestigd door die van de methode van de berekening door aftrekking. Er zij nochtans aan herinnerd dat men op de resultaten van deze laatste methode niet teveel staat mag maken : zij bevatten immers al de fouten die werden gemaakt bij de talrijke ramingen waarvan zij de uitkomst zijn.
(46) De gezinnen schrijven in op overheidspapier ( 3 ) niet alleen rechtstreeks wanneer zij er zelf verwerven, maar ook onrechtstreeks wanneer zij andere soorten vorderingen verkrijgen op andere sectoren, terwijl deze laatste in tegenwaarde ervan overheidspapier verwerven. Ramingen van die onrechtstreekse (1) In een nauwkeurige en volledige kapitaalrekening zou een toeneming van de liquide middelen der gezinnen ten gevolge van een vermindering der voorraden in de eenmansbedrijven als tegenpost hebben een gelijke vermindering van hun vorderingen op deze bedrijven en daar beide soorten vorderingen in de beschouwde rubriek begrepen zijn, zou deze laatste per saldo geen wijziging ondergaan. Dat geldt evenwel niet voor de cijfers die. hier werden gebruikt, omdat de bewegingen van de voorraden der eenmansbedrijven in het verbruik begrepen zijn. (2) Deze rubriek is een saldo van toenemingen van vorderingen en van toenemingen van schulden. Daar eerstgenoemde kleiner zijn dan laatstgenoemde, komen de cijfers van deze rubriek voor in tabel-bijlage J in de kolommen « Toeneming van schulden en aanpassing » en zijn zij gelijk aan de toenemingen van schulden min de toenemingen van vorderingen. (3) De uitdrukking « overheidspapier » omvat hier het geheel van de overheidsfondsen en de kortlopende certificaten.
—387— inschrijvingen moeten gevoegd worden bij de hierboven gemaakte ramingen van de rechtstreekse inschrijvingen om te komen tot een raming van het totale bedrag van het overheidspapier waarop in 1967 door de gezinnen zal worden ingeschreven. Tabel-bijlage K neemt uit tabel-bijlage J de vorderingen over die de gezinnen bij de niet-geldscheppende financiële instellingen in andere vormen dan overheidsfondsen hebben aangelegd en vermeldt het bedrag van het overheidspapier dat deze instellingen in tegenwaarde ervan hebben opgenomen, zowel in miljarden franken als in percent van de door de gezinnen verworven vorderingen. Laatstgenoemde vorderingen bestaan uit obligaties (incl. kasbons) uitgegeven door de particuliere spaarkassen en de hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen, uit inlagen op spaarboekjes bij deze instellingen en bij de Algemene Spaarkas en ,uit reserves bij de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen en de pensioenfondsen. De vorderingen op de geldscheppende instellingen die de gezinnen verworven hebben, komen niet voor in tabel-bijlage K, aangezien definitie IV van de capaciteit van de markt der overheidsobligaties, welke als basis dient voor de proeve van raming die hier voor 1967 wordt gemaakt, geen rekening houdt met de uitgiften die aanleiding geven tot een tussenkomst van deze instellingen (§ 40). Worden evenmin in aanmerking genomen de vorderingen op de niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen ( 1 ), aangezien men mag aannemen dat, wanneer deze instellingen overheidspapier kopen, zij hiertoe gebruik maken van de opbrengst van de obligaties die zij zelf uitgeven, zodat deze aankopen reeds gedekt zijn door de rechtstreekse inschrijvingen van de gezinnen, die voor 1967 geraamd werden in paragraaf (45). Daarentegen bevat tabel-bijlage K de reserves die door de gezinnen werden aangelegd bij de sector « Sociale verzekering », die in de loop van de periode 1963-1965 voor steeds grotere bedragen overheidspapier heeft gekocht; men zou weliswaar kunnen doen gelden dat deze aankopen in de schoot zelf van de sector « Staat » plaatshebben en dat zij derhalve ( 1 ) Voor een definitie van deze instellingen, zie het Septembernummer 1967, blz. 196, noot ( 1 ) van de eerste kolom. Er zij aan herinnerd dat ze niet de Algemene Spaar- en Lijfrentekas omvatten.
geen verband houden met de obligatiemarkt, maar men kan ook uitgaan van de veronderstelling — wat hier het geval is — dat de instellingen van de sector « Sociale verzekering », voor een deel van hun activiteit, de functie van financiële instellingen uitoefenen en dat de gezinnen, door hun bemiddeling, onrechtstreeks op overheidspapier inschrijven. De vorderingen die de gezinnen in 1967 zullen verkrijgen in de verschillende vormen vermeld in tabel-bijlage K zouden, op grond van de ramingen die in paragraaf (45) werden gemaakt, de volgende bedragen kunnen bereiken : a) Obligaties uitgegeven door de particuliere spaarkassen en inlagen op spaarboekjes bij deze instellingen en bij de Algemene Spaarkas : — indien het nationaal produkt naar volume gemeten met 3,5 pct. toeneemt [cf. blz. 384, a) r, r en 2e al.] : 7,5 miljard Algemene Spaarkas Particuliere spaarkassen 11,5 miljard 19,0 miljard — indien het nationaal produkt naar volume gemeten met 1 pct. toeneemt : de vorderingen waarvan hier sprake is werden in paragraaf (45) niet afzonderlijk geraamd; uit hetgeen onder a), 1 0, op blz. 384-385, werd gezegd, blijkt evenwel dat, in de veronderstelling dat het volume van het nationaal produkt met 3,5 pct. zou toenemen, de aangroei van de betrokken vorderingen (19 miljard) 70 pct. zou vertegenwoordigen van die van het totaal bestaande uit al de obligaties uitgegeven door de particuliere spaarkassen en de banken en de inlagen op spaarboekjes (27 miljard) ; uit de tabel op blz. 384, onder a) blijkt bovendien dat, in de veronderstelling dat het volume van het nationaal produkt met 1 pct. zou toenemen, de aangroei van ditzelfde totaal 33,5 miljard zou bedragen; de groei van de vorderingen waarvan hier sprake is kan derhalve geraamd worden op 23,5 miljard 0,7 x 33,5 miljard, of b) Reserves bij de sector « Sociale verzekering » [cf. tabel op blz. 384, onder 3,5 miljard ....... .............. ............... ....... b)] c) Reserves bij de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen en bij de pensioenfondsen [cf. 17,5 miljard tabel op blz. 384, onder c) en d)]
Uitgaande van deze cijfers kunnen maxima en minima worden berekend voor het overheidspapier waarop de gezinnen in 1967 onrechtstreeks zullen inschrijven, door gebruik te maken van de hoogste en de laagste verhoudingen die in de loop van de periode 19611965 werden waargenomen tussen de toeneming van het overheidspapier aangehouden in tegenwaarde van de betrokken obligaties, inlagen en reserves en de toeneming van deze obligaties, inlagen en reserves zelf.
- 388 Maximum
Minimum
0,43 (1963) = 8 miljard 1 of 10 miljard 2
0,257 (1961) 3 = 5 miljard 1 of 6 miljard 2
2,5 miljard
2,5 miljard
0,568 (1961) = 10 miljard
0,351 (1965) = 6 miljard
Overheidspapier verkregen in tegenwaarde van :
a) Obligaties uitgegeven door de particuliere spaarkassen en inlagen op spaarboekjes bij deze instellingen en bij de Algemene Spaarkas 19 1 of 23,5 2 miljard x
•
b) Reserves bij de sector « Sociale verzekering » Verhoudingscijfers uit het verleden zijn nog niet bruikbaar, omdat te weinig tijd is verstreken sedert de vorming van deze reserves en de aankoop van overheidspapier in tegenwaarde ervan een zekere omvang hebben aangenomen. Men moet derhalve genoegen nemen met het overnemen van het cijfer van 1965 (2,2 miljard) mits een lichte vermeerdering. c) Reserves bij de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen en de pensioenfondsen 17,5 miljard x
1 Indien liet nationaal produkt naar volume met 3,5 pet. zou toenemen. indien het nationaal produkt; naar volume met 1 pet. zou toenemen. 3 De veel lagere verhouding die in 1904 werd opgetekend (0,01) blijkt uitzonderlijk te zijn geweest en kan derhalve niet als basis voor een prognose worden genomen. 2
De voorgaande cijfers kunnen als volgt worden samengevat : Onrechtstreekse inschrijvingen op overheidspapier door de gezinnen In 1967 (Miljarden franken) Vermeerdering van liet volume van liet B.N.P. = 8,5 pet. Maximum .
8 +
2,5 1- 10 = 20,5
Minimum
Maximum
5 A-- 2,5 + 6 = 13,5
10 -I- 2,5 -I- 10 = 22,5
(47)
Voegt men bij de rechtstreekse inschrijvingen op overheidspapier, geraamd in paragraaf (45), de inschrijvingen die de gezinnen onrechtstreeks zullen doen, geraamd in paragraaf (46), dan komt men tot de volgende totale ramingen : Inschrijvingen op overheidspapier door de gezinnen in 1967 Vermeerdering Vermeerdering van het volume van het volume van liet B.N.P. van het B.N.P. .= 3,' pet. = 1 pet.
Totale inschrijvingen
Minimum
6 -I- 2,5 -1- 6 = 14,5
Aangezien de gezinnen en de financiële instellingen ( 1 ) de twee enige nationale sectoren zijn die voor aanzienlijke bedragen overheidspapier opnemen, vertegenwoordigen de voorgaande cijfers ramingen van het totaal van de schulden die in deze vorm in 1967 zonder tussenkomst van de geldscheppende instellingen zullen worden aangegaan. (48)
(Miljarden franken)
Rechtstreekse inschrijvingen Onrechtstreekse inschrijvingen
Vermeerdering van liet volume van het B.N.P. = 1 pet.
Maximum
Minimum
Maximum
Minimum
18,0
17,0
23,5
19,0
20,5
13,5
22,5
14,5
38, 5
30, 5
46, 0
33, 5
In overeenstemming met hetgeen gezegd werd in paragraaf (42), hebben de ramingen van paragraaf (47) betrekking op de obligaties zonder onderscheid van looptijd uitgegeven door de overheid en door liet Gemeentekrediet ( 1 ) Kunnen worden gelijkgesteld met financiële instellingen de instellingen van de sector « Sociale verzekering » die overheidspapier opnemen in tegenwaarde van de bij hen door de gezinnen aangelegde reserves.
— 389 — van België, dat deze overheid financiert ( 1 ), en daarnaast ook op de obligaties uitgegeven door de andere financiële instellingen van de overheidssector en door de parastatale bedrijven. De vermoedelijke uitgiften van deze instellingen ( 2 ) en parastatalen moeten weggelaten worden om, per saldo, te komen tot de ramingen voor 1967, die aan definitie IV beantwoorden. De middelen die de financiële instellingen van de overheidssector (met uitzondering van het Gemeentekrediet van België) en de parastatale bedrijven zich in 1967 zullen moeten aanschaffen door de uitgifte van obligaties in Belgische franken, mogen worden geraamd op respectievelijk 12,6 en 3,4 miljard, d.i. in totaal op 16 miljard. Deze raming zou wellicht een weinig te hoog kunnen zijn wanneer de vermeerdering van het volume van het bruto nationaal produkt slechts 1 pct. zou bereiken. In dit geval zouden de opnemingen van kredieten toegestaan door de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid en de Nationale Kas voor Beroepskrediet inderdaad ongeveer 3 miljard minder (1) Buiten de overheid financiert het Gemeentekrediet van België intercommunale verenigingen die parastatale bedrijven zijn. Daarentegen gaat het evenwel schulden aan in andere vormen dan obligaties, met name door inlagen op boekjes aan te nemen. (2) Zullen evenwel niet weggelaten worden de uitgiften van certificaten op korte termijn door het Rentenfonds. die kunnen dienen om de overheid te financieren; zij zijn trouwens moeilijk te ramen en zij zijn in elk geval van weinig betekenis, aangezien het hier uitsluitend gaat om die inschrijvingen die door niet-geldscheppende instellingen worden gedaan.
kunnen bereiken dan in de veronderstelling dat het nationaal produkt, . naar volume gemeten, met 3,5 pct. zou toenemen. Dientengevolge zouden de netto-uitgiften van obligaties in Belgische franken door de financiële instellingen van de overheidssector (met uitzondering van het Gemeentekrediet van België) en door de parastatale bedrijven in 1967 16 miljard bereiken bij een groei van het volume van het nationaal produkt met 3,5 pct. en 16 — 3 13 miljard bij een groei met 1 pet. De aldus uitgegeven obligaties zullen ten dele opgenomen worden door de geldscheppende instellingen, het Rentenfonds en het buitenland. Worden deze aankopen geraamd op 2 miljard, d.i. liet bedrag dat de banken in 1966 opnamen, dan komt men tot het besluit dat in 1967 de financiële instellingen van de overheidssector (met uitzondering van het Gemeentekrediet van België) en de parastatale bedrijven, zonder tussenkonist van de geldscheppende instellingen, obligaties zouden uitgeven voor 16 — 2 = 14 miljard indien de vermeerdering van het volume van het nationaal produkt 3,5 pct. zou bedragen en voor 13 — 2 = 11 miljard indien ze 1 pct. zou bedragen.
(49) Voegt men de ramingen van paragraaf (47) bij die van paragraaf (48), dan verkrijgt men de volgende resultaten :
Ramingen van de schulden die de overheid in 1967 rechtstreeks of onrechtstreeks zal kunnen aangaan in de vorm van obligaties zonder onderscheid van looptijd, waarvan de uitgifte geen aanleiding geeft tot een tussenkomst van de geldscheppende instellingen Definitie IV van de capaciteit van de obligatiemarkt (Miljarden franken)
Vermeerdering van het volume van het B.N.1. = 3,5 pet. Maximum
Overheidspapier dat zal kunnen uitgegeven worden Min : Overheidspapier dat zal moeten uitgegeven worden door de financiële instellingen (met uitzondering van het Gemeentekrediet van België) en de parastatale bedrijven
Saldo dat overeenkomt met definitie IV
Minimum
Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 1 pet. Maximum
Minimum
38,5
30,5
46,0
33,5
— 14,0
— 14,0
— 11,0
— 11,0
24,5
16,5
35,0
22,5
— 390 — Om de betekenis van deze cijfers te beoordelen, moet men ze plaatsen in de samenhang met de vroegere ontwikkeling en ze vergelijken met de financieringsbehoefte van de overheid in liet algemeen en van de Schatkist in het bijzonder. Dit wordt in de hierna volgende tabel gedaan : FinancieringsAanbreng behoefte 2 van fondsen aan de overheid in de vorm van obligaties van de yen d e zonder tussenkomst overheid Schatvan de kist geldscheppende 3 4 instellingen 1. ( Al iljarden franken)
15,7 15,6 6,6 15,7 23,2 23,0
19,2 18,3 26,3 23,5 31,6 n.b.
14,3 11,8 18,9 17,5 20,4 19,2
1967 : Volume v.h. B.N.P. -= -I- 3,5 pet.
16,5/24,5
31,7
n.b.
Volume v.h. B.N.P. = -I- 1 pet.
22,5/35,0
49,5
n.b.
1961 1962 1963 1964 1965 1966
1 Cijfers die beantwoorden aan definitie IV. Die van 1965 en 1966 zijn ramingen. Opdat de financieringsbehoefte beter zou kunnen vergeleken worden met de eerste kolom cijfers van de tabel, werd zij hier voor de jaren 1961 tot 1966 gemeten aan de hand van de nettoopneming van fondsen. 3 1961-1964 : bron : tabellen-bijlagen E, kolom a Staat n, regel • Nettoaanbreng 14-) of -opneming ( — ) van fondsen n; 1t;65 : raming; 1967 bron : tabel-bijlage L. 4 1961 - 1961 : bron : tabellen-bijlagen A, totaal van de regel tt Staat (Schatkist) » min totaal van de kolom a Staat (Schatkist) n; 1965 en 11)66 : ramingen. o.b. : niet beschikbaar. 2
Voorgaande tabel vergt verschillende opmerkingen : a) Voor 1967 geeft zij twee reeksen cijfers, de ene voor de hypothese (hierna « eerste hypothese » genoemd) waarbij de vermeerdering van liet volume van liet nationaal produkt 3,5 pct. zou bedragen, de andere voor de, hypothese (hierna « tweede hypothese » genoemd) waarbij die vermeerdering 1 pct. zou bedragen. De vermeerdering van de besparingen der gezinnen en de vermindering van die van de overheid wanneer men overgaat van de eerste naar de tweede hypothese worden verondersteld zeer belangrijk te zijn; in de praktijk zouden deze twee soorten besparingen niet zo vlug en op zo een markante wijze door een vertraging van liet tempo van de economische expansie worden beïnvloed; maar de algemene richting waarin ze zich wijzigen wanneer men
van de ene hypothese naar de andere overgaat, en met hen het aanbod van en de vraag naar fondsen, wordt beter belicht door de overdreven omvang die aan het verschijnsel gegeven wordt (§ 43). b) De aanbreng van fondsen aan de overheid in de vorm van obligaties zonder tussenkomst van de geldscheppende instellingen lijkt in 1967 hoger te zullen zijn dan van 1961 tot 1964. In vergelijking met 1965 en 1966 zou ze een achteruitgang kunnen vertonen in de eerste hypothese en een vooruitgang in de tweede. c) Volgens de ramingen zou de aanbreng van fondsen aan de overheid, overeenstemmend met definitie IV, in 1967 lager zijn dan de financieringsbehoefte van deze overheid, maar dit is niet uitzonderlijk. Een dergelijk verschil deed zich voor in de loop van elk van de voorgaande jaren. Dit verschil vertegenwoordigt' het deel van haar behoeften dat de overheid moet dekken door schulden aan te gaan bij de geldscheppende instellingen, bij liet RentenfondS en in het buitenland, alsmede eventueel bij andere economische subjecten in andere vormen dan een rechtstreekse of onrechtstreekse uitgifte van obligaties. De hierboven voor 1967 gemaakte ramingen betekenen dat dit soort schulden werkelijk zal kunnen. worden aangegaan in de mate die vereist is opdat de uitgaven van de overheid het verwachte bedrag zouden bereiken. Indien zulks niet het geval was, zouden de vermeerdering van het volume van het nationaal produkt, de besparingen van de gezinnen en de aanbreng van fondsen door deze laatste eveneens beneden de ramingen van onderhavig verslag blijven. cl) In de eerste hypothese zou het overschot van de financieringsbehoefte van de overheid op de aanbreng van fondsen, zoals omschreven in definitie IV, in 1967 belangrijker kunnen zijn dan in 1965 (laatste jaar waarvoor de cijfers beschikbaar zouden zijn), maar het zou lager moeten zijn dan het hoge bedrag dat in 1963 werd bereikt. Wanneer men, voor 1967, van de eerste naar de tweede hypothese overgaat, wordt de aanbreng van fondsen, zoals omschreven in definitie IV, ruimer, maar de financieringsbehoefte van de overheid neemt nog sterker toe. De mogelijkheid bestaat dat liet overschot van de behoefte op de aanbreng dan
— 391 — niet veel verschilt van dat van 1963 ( 1 ) ; de omvang van het verschil moet evenwel worden toegeschreven aan tegengestelde oorzaken : in 1963, de geringe aanbreng te wijten aan de fiscale hervorming; in 1967, de omvang van de behoefte te wijten aan de economische stagnatie. e) Aangezien hij aldus zou moeten worden toegeschreven aan de economische stagnatie, zou de omvang die het overschot van de financieringsbehoefte van de overheid t.o.v. de aanbreng van fondsen (volgens definitie IV) in 1967 in de tweede hypothese zou kunnen aannemen, geen overdreven bezorgdheid moeten wekken. Hij zou in geen geval als een inflatoir verschijnsel kunnen worden beschouwd. Zelfs in de mate dat de overheid haar toevlucht zou nemen tot de geldscheppende instellingen, zouden haar leningen niet voor het volle bedrag een vermeerdering van de geldhoeveelheid als tegenpost hebben, inzonderheid omdat de werkmiddelen van de banken in de vorm van obligaties, termijndeposito's en inlagen op boekjes in 1967 aanmerkelijk zullen toenemen. In de mate dat' er werkelijk een geldschepping zou plaatshebben, zouden de transacties van de overheid kunnen beschouwd worden als het middel om de geldvraag van de gezinnen en de bedrijven te bevredigen,' indien deze vraag niet meer, zoals dat tot nu toe het geval was, zou worden gevoed door de aan deze sectoren verleende bankkredieten. De omvang van de financieringsbehoefte van de overheid zou voorzeker sommige problemen kunnen doen rijzen. Deze overheid zou moeilijkheden kunnen ondervinden om de nodige financieringsmiddelen te vinden en indien ze daartoe aan de gezinnen een grote hoeveelheid liquide middelen zou moeten verschaffen, zou het in omloop brengen van deze laatste gedurende een latere fase van spanning de taak van de monetaire overheid kunnen bemoeilijken. Uit het oogpunt van het intern en extern evenwicht van de economie in 1967 is evenwel van belang niet hoe de behoeften van de overheid zullen (,) Uit hetgeen onder a) gezegd werd, volgt dat het hier een extreme pessimistische veronderstelling betreft. Er moet evenwel worden opgemerkt dat, wanneer men, in de tweede hypothese, voor de besparingen van de overheid een minder klein cijfer zou nemen, de vermindering van de financieringsbehoefte van deze overheid, die er het gevolg van zou zijn, gedeeltelijk zou worden opgeheven door het feit dat men daartegenover een kleiner cijfer zon moeten nemen voor de besparingen van de gezinnen, wat hun inschrijvingen op obligaties zou doen dalen.
gefinancierd worden, maar of deze behoeften geen te aanzienlijk aandeel van de middelen van de Natie zullen opslorpen. Om op deze laatste vraag te antwoorden, moet er geen raming van de capaciteit van de kapitaalmarkt, maar een nationaal budget worden gebruikt. Dank zij o.m. het bestaan van ongebruikte capaciteiten en de toestand van de balans der lopende transacties met het buitenland blijken de financieringsbehoeften van de overheid in 1967 zonder groot nadeel een betrekkelijk hoog peil te kunnen bereiken. De prijsstijgingen die zich in deze omstandigheden zouden voordoen, zouden niet moeten toegeschreven worden aan een uitzonderlijke druk van de vraag, en een beïnvloeding van deze laatste zou geen gepast middel zijn om ze tot staan te brengen. (50) Tot slot moet nog eens de aandacht worden gevestigd op de grote onzekerheid van de ramingen die in het derde deel van dit verslag voor 1967 werden gemaakt. Hun waarde hangt in ruime mate af van die van de nationale budgetten waarop zij steunen, zowel het budget van het Ministerie van Economische Zaken als de variante die op basis van dit laatste werd opgemaakt. De grote verschillen tussen de ramingen van de besparingen en de kapitaalvorming van de gezinnen en van de Staat naargelang men de vermeerdering van het volume van het nationaal produkt op 3,5 pct. of op 1 pct. stelt en de grote afwijkingen , in de ene en de andere van deze hypothesen, tussen het maximum en het minimum die voor de capaciteit van de obligatiemarkt werden berekend, tonen in voldoende mate aan hoe weinig nauwkeurig de verkregen resultaten zijn en verminderen aanmerkelijk het nut ervan. Ook is er geen enkele zekerheid dat de verwezenlijkingen werkelijk binnen deze grenzen zullen liggen. Elke raming is uiteraard onzeker. Dit is nog meer het geval wanneer zij moet gemaakt worden op basis van een statistisch materiaal dat talrijke leemten vertoont zoals in de hier uiteengezette proeve van raming : de gegevens waren vaak onvolledig, weinig samenhangend, onvoldoende gedetailleerd en van te weinig recente datum. De uitschakeling van deze leemten is een eerste voorwaarde voor het maken van een bevredigende raming; zij zou derhalve als een dringende taak moeten worden beschouwd.
Schema van raming van een kapitaalrekening voor het volgende jaar Gezinnen
A. Reële bestanddelen 1. Besparingen 2. Bruto kapitaalvorming Financieringsvermogen (-I- ) of -behoefte (1 — 2)
Bedrijven
Staat (Schatkist)
Andere overheid
Buitenland
Geldscheppende instellingen en Rentenfonds
(—)
B. Financiële bestanddelen Toeneming van schulden
Toeneming van vorderingen
Gezinnen :
Persoonlijke leningen en leningen op afbetaling Andere verplichtingen op korte termijn . ...... Andere leningen met halflange en lange looptijd Diversen Totaal Bedrijven :
Accepten, handelspapier en promessen Verplicht. in rekening-courant of voorschotrek. Andere verplichtingen op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Aandelen en deelbewijzen Andere leningen niet halflange en lange looptijd Verplichtingen van de eenmansbedrijven en de personenvennootgehappen aan de gezinnen die er eigenaar van zijn Diversen Totaal Staat (Schatkist) : Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen Totaal Andere overheid :
Geld op zeer korte termijn Verplicht. in rekening-courant of voorschotrek. Reserves van de sociale verzekering Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen met halflange en lange looptijd Diversen Totaal Buitenland :
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten en handelspapier Verplicht. in rekening-courant of voorschotrek. Andere verplichtingen op korte termijn 2 Verplicht. van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België . Obligaties Aandelen en deelbewijzen Verplichtingen uit hoofde van investeringen waarvan Belgische ingezetenen eigenaar zijn . Diversen Totaal Geldscheppende instellingen en Rentenfonds :
Geld Deviezendeposito's van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Brutoverplichtingen aan het buitenland Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Verplicht. in rekening-courant of voorschotrek. Niet elders vermelde verplichtingen Obligaties (incl. kasbons) Aandelen en deelbewijzen Diversen Totaal Overige financiële instellingen :
Direct opvraagbare deposito's Termijndeposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Verplicht. in rekening-courant of voorschotrek. Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Aandelen en deelbewijzen Diversen Totaal 1. Totale toeneming van vorderingen 2. Totale toeneming van schulden Nettoaanbreng (4-) of netto-opneming (—) van fondsen (1 — 2) Neltolening aan het buitenland. Met ilkbegri p van de goudvoorraad
Vali
• • de Nationale Bank ven Belg:ii en de niet elders vernielde commerciele schulden aan de bedrijven.
BIJLAGE Overige financiële instellingen
Totaal
- 393 BIJLAGE G 1
Nationaal budget voor 1967 Yermeerdering van het volume van het B.N.P. = 3,5 pct. Besteding van het bruto nationaal produkt Procentuele veranderingen van 1966 tot 1967
Tegen lopende prijzen (Miljarden franken) -
Onbeduidend percent
Bruto nationaal produkt Particulier verbruik Overheidsverbruik Bruto binnenlandse vorming van vast kapitaal . - Staat - Bedrijven - Woongebouwen Saldo t.o.v. het buitenland Nettolening aan het buitenland (saldo t.o.v. het buitenland -1- overdrachten) Veranderingen van de voorraden
1966
1967
905,0 591,0 122,8 189,2 28,6 109,2 51,4 - 2,5
969,0 632,0 130,8 205,0 33,0 117,0 55,0 - 2,5
- 3,5 4- 4,5
- 4,3 + 3,7
Tegen lopende prijzen
+ -1± H-
7,0 7,0 6,5
7,5 +15,0
+ 7,0 -I- 7,0 -
Tegen vaste prijzen
+ 3,5 + 3,5 + 3,5 -I- 4,0 + 8,0 + 5,0 + 2,0
-
Kapitaalverrichtingen van de Natie (Tegen lopende prijzen, in miljarden franken)
Financiering
bruto kapitaalvorining
Bruto binnenl. vorming van vast kapitaal Nettolening aan het buitenland Veranderingen van de voorraden Totaal ...
205,0 - 4,3 3,7 204,4
Besparingen van de Staat Besparingen van de bedrijven Besparingen van de gezinnen Totaal
17,5 101,5 85,4 204,4
Lopende verrichtingen van de Staat (Tegen lopende prijzen, in miljarden franken)
Ontvangsten
Uitgaven en besparingen
Overheidsverbruik (Aflossing van het kapitaal) Andere uitgaven Nettobesparingen Totaal ... Brutobesparingen (nettobesparingen + aflossing)
130,8 (2,0) 140,7 15,5 287,0 17,5
Belastingen Andere inkomsten Interesten van de overheidsschuld Totaal
221,9 95,1 -30,0 287,0
- 394 BIJLAGE G 2
Variante van het nationaal budget voor 1967 Yermeerdering van het volume van het B.N.P. = 1 pct.
Besteding van het bruto nationaal produkt Tegen lopende prijzen ••• -
Procentuele veranderingen van 1966 lot 1907
(Miljarden franken)
Nihil of beneden fr. 50 miljoen Onbeduidend percent
1906
Bruto nationaal produkt Partieu lier verbruik Overheidsverbruik Bruto binnenlandse vorming van vast kapitaal . - Staat - Bedrijven - Woongebouwen Saldo t.o.v. het buitenland Nettolening aan het buitenland (saldo t.o.v. het buitenland -f- overdrachten) Veranderingen van de voorraden
1967
905,0 591,0 122 ,•8 189,2 28,6 109,2 51,4 - 2,5 - 3,5 + 4,5
938,0 611,0 130,0 194,0 36,0 107,0 51,0 + 3,0 -I- 1,2 ...
Tegen lopende prijzen
-1+ -I-I-
3,6 3,4 5,5 2,5
+26,0 - 2,0 - 1 ,0
Tegen vaste prijzen
-E + -1-
1,0 0,8
3,5 0,5 +19,0 - 5,0 - 5,0
-
-
-
-
Kapitaalverrichtingen van de Natie (Tegen lopende prijzen, in miljarden franken)
Bruto kapitaalvorming
Bruto binnenl. vorming van vast kapitaal Nettolening aan het buitenland Veranderingen van de voorraden Totaal ...
Financiering
194,0 1,2
3,0 95,0 97,2
Besparingen van de Staat Besparingen van de bedrijven Besparingen van de gezinnen
195,2
Totaal
195,2
Lopende verrichtingen van de Staat (Tegen lopende prijzen, in miljarden franken)
Ontvangsten
Uitgaven en besparingen
Overheidsverbruik (Aflossing van het kapitaal) ............ Andere uitgaven Nettobesparingen Totaal ...
130 ( 2) 145 1 276
Brutobesparingen (nettobesparingen -I- aflossing) ........ ..... ........ ............
3
Belastingen Andere inkomsten Interesten van de overheidsschuld Totaal
215 91 -30 276
- 395 -
BIJLAGEN G 1 EN 2
Toelichting
Algemene opmerking.
Tabel-bijlage G 1 heeft betrekking op het nationaal budget voor 1967, zoals het in september 1966 werd opgesteld door het Ministerie van Economische Zaken, en daarna enigszins werd gewijzigd door de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap. Tabelbijlage G 2 is een door de werkgroep opgestelde variante van het nationaal budget, die van het eigenlijke budget op de volgende punten verschilt : 1) Bruto nationaal produkt.
De groei tegen vaste prijzen werd geraamd op 1 pct. in plaats van 3,5 pct. De prijsstijging is iets geringer; de raming houdt er rekening mee dat een verhoging van de indirecte belastingen een stijging met 0,1 tot 0,2 pct. zou meebrengen (I ).
5) Saldo met het buitenland. Het saldo met het buitenland (goederen- en dienstentransacties), geraamd op + 3 miljard, vloeit voort uit een toeneming met 5 pct. van de waarde van de uitvoer, in plaats van met 7 pct. in tabel-bijlage G 1, en uit een toeneming van de invoer met 3,4 pct., in plaats van met 7 pct. 6) Nettolening aan het buitenland.
Het verschil t.o.v. tabel-bijlage G 1 (+ 1,2 miljard in plaats van — 4,3 miljard) is toe te schrijven aan de verschillende raming van het saldo met het buitenland, terwijl de overdrachten verondersteld werden dezelfde te zijn. 7) Veranderingen van de voorraden.
2) Particulier verbruik.
Het stijgingspercentage is niet hetzelfde maar iets geringer dan dat van het bruto nationaal produkt. De raming van het particuliere verbruik tegen lopende prijzen houdt er rekening mee dat een verhoging van de indirecte belastingen een zuiver nominale stijging van 1 tot 2 miljard zou meebrengen. 3) Overheidsverbruik.
Het is hetzelfde als in tabel-bijlage G 1, afgezien van een kleine correctie aangebracht om rekening te houden met een geringere prijsstijging.
Er werd verondersteld dat de voorraden onveranderd zouden blijven in plaats van toe te nemen zoals in tabel-bijlage G 1. 8) Kapitaalverrichtingen van de Natie. a) Besparingen van de Staat : Nettobesparingen zoals zij per saldo zijn berekend in de raming van de « lopende verrichtingen van de Staat » [(cf. 9) hierna], plus de aflossing van het kapitaal van de Staat, zoals zij voorkomt in tabelbijlage G 1. b) Besparingen van de bedrijven :
4) Bruto binnenlandse vorming van vast kapitaal.
a) Staat : De bruto binnenlandse vorming van vast kapitaal van de Staat overtreft die van tabel-bijlage G 1 met 3 miljard, d.i. het bedrag van het aanvullend programma dat krachtens de buitengewone begroting van 1967 zou kunnen ten uitvoer gelegd worden voor zover de omstandigheden het wettigen. b) Bedrijven en woongebouwen : De bruto binnenlandse vorming van vast kapitaal van de bedrijven en in woongebouwen werd berekend door het verschil te maken tussen het bruto nationaal produkt en de andere bestedingen. De vermindering tegen vaste prijzen t.o.v. het voorgaande jaar werd verondersteld naar verhouding dezelfde te zijn voor de bedrijven en voor de woongebouwen, m.a.w. 5 pct.
( 1 ) In uitvoering van de wet van 31 maart 1967 tot toekenning van bepaalde machten aan de Koning ten einde de economische heropleving, de bespoediging van de regionale reconversie en de stabilisatie van het begrotingsevenwicht te verzekeren, paste de Regering verschillende belastingverhogingen toe of stelde zij die in het vooruitzicht, waarvan de opbrengst voor een geheel jaar op 5,6 miljard wordt geraamd. Gelet op het ogenblik waarop het nationaal budget door het Ministerie van Economische Zaken werd opgesteld, houdt tabel-bijlage G 1 vanzelfsprekend geen rekening met die verhogingen. Tabel-bijlage G 2 houdt er rekening mee ten belope van de twee derde van 5,6 miljard.
De vermindering in vergelijking met tabel-bijlage G 1 werd verondersteld naar verhouding groter te zijn dan die van het bruto nationaal produkt. Zij is ten belope van 0,6 miljard toe te schrijven aan de verhoging die de directe belastingen zouden ondergaan. c) Besparingen van de gezinnen : Cijfer berekend per saldo. Het houdt impliciet rekening met een vermindering van 1,5 miljard, toe te schrijven aan de verhoging die de directe belastingen zouden ondergaan. 9) Lopende verrichtingen van de Staat.
a) Andere uitgaven : Deze uitgaven, die bestaan uit lopende overdrachten, werden vermeerderd met 4,3 miljard in vergelijking met tabel-bijlage G 1, om rekening te houden met een stijging van de overdrachten der sociale verzekering ten gevolge van de toename van de werkloosheid en met een stijging van de toelagen aan de bedrijven. b) Belastingen en andere inkomsten : Tegenover tabel-bijlage G 1, werd de stijging van die ontvangsten tussen 1966 en 1967 eerst in dezelfde verhouding verminderd als die van het bruto nationaal produkt tegen lopende prijzen. Vervolgens, werden de belastingen met 3,6 miljard vermeerderd om rekening te houden met de verhoging die de belastingen zouden ondergaan.
- 396 -
BIJLAGE H
Aanpassing van de bruto kapitaalvorming en de besparingen van de gezinnen aan de statistiek van de bewegingen van de vorderingen en schulden (Miljarden franken)
1967 1965
Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 3,5 pet.
Vermeerdering van het volume van heb B.N.P. = .1 pet.
Bruto kapitaalvorming :
Woongebouwen
47,8
plus
Vrij onderwijs
min.
Verkopen van gronden, gebouwen, enz.
-I-
Totale bruto kapitaalvorming
55,0
2,9
+
3,0
-
47,7
51,0
3, 3
-1-
3,0
-
55,3
3,3 3,3 51,0
Besparingen :
76,9
85,4
97,2
Afschrijvingen Reserves bij de sector « Sociale verzekering » en hij de pensioenfondsen v.d. sociale verzekering Overdrachten vanwege de Staat
+ 11,9
+ 13,5
-1- 13,5
+ +
9,3 1 5
+ 11,0 -1- 0,6
+ 11,0 + 0,6
Successierechten
-
2,8
-
-
Nettobesparingen plus
min
Totale besparingen Financieringsvermogen kapitaalvorming)
( -I- )
,
3,5
3,5
96,8
107, 0
118,8
-I- 49,1
-I- 51,7
-I- 67,8
(besparingen min bruto
- 397 -
BIJLAGE H Toelichting
1) 1965. De cijfers werden ontleend aan dezelfde bronnen als die van de tabellen-bijlagen D. De besparingen van de particulieren in de nationale rekeningen werden vermeerderd met 0,2 miljard om rekening te houden met de wijzigingen die aan de betalingsbalans werden aangebracht. Aangezien tabel-bijlage A voor 1965 nog niet bestond, zijn de « reserves bij de sector « Sociale verzekering » en bij de pensioenfondsen van de sociale verzekering » gebaseerd op voorlopige ramingen.
2) 1967. Woongebouwen. Nettobesparingen. Bron : Tabellen-bijlagen G 1 en 2.
3) 1967. Vrij onderwijs. In de nationale rekeningen wordt de brutovorming van vast kapitaal van het onderwijs verkregen door die van het officieel onderwijs met twee te vermenigvuldigen, d.w.z. dat de kapitaalvorming van het vrij onderwijs gelijk wordt geacht aan die van het officieel onderwijs. Voor 1967 heeft men dus als raming van de kapitaalvorming van het vrij onderwijs het bedrag genomen van de raming van de kapj'aalvorming van
het officieel onderwijs zoals het in de Algemene Toe- • lichting van de begroting voorkomt.
4) 1967. Verkopen van gronden, gebouwen, enz. Afschrijvingen. Reserves bij de sector « Sociale verzekering » en bij de pensioenfondsen van de sociale verzekering. Ramingen. De « verkopen van gronden, gebouwen, enz. » worden geacht hoger te zijn in de hypothese waarbij het volume van het bruto nationaal produkt met 1 pct. zou toenemen dan in die waarbij het met 3,5 pct. zou toenemen, ten einde ermee rekening te houden dat, vermits, in de eerste hypothese, de brutovorming Van vast kapitaal van de Staat groter is (cf. tabellenbijlagen G 1 en 2), zijn onderhandse aankopen en gerechtelijke onteigeningen het eveneens zouden zijn.
5) 1967. Overdrachten vanwege de Staat. Successierechten. De cijfers van deze rubrieken werden ontleend aan dezelfde bronnen als die van de overeenkomstige rubrieken van de tabellen-bijlagen D [(cf. 7). c) en b) van de Toelichting bij deze tabellen].
Kapitaalrekening van de gezinnen
BIJLAGE J
(Miljarden franken)
•••
Nihil of beneden fr. 50 miljoen
A. Reële bestanddelen Financieringsvermogen kol. (b)]
[kol.
(a)
Besparingen
Bruto kapitaalvorming
Besparingen
Bruto kapitaalvorming
Besparingen
Bruto kapitaalvorming
Besparingen
Bruto kapitaalvorming
(a)
(b)
(a)
(b)
(a)
(b)
(a)
(b)
(a)
(b)
33,3
70,2
30,2
65,4
28,6
80,3
45,1
47,7
96,8
min -I- 28,6
B. Financiële bestanddelen en aanpassing : Overheidsfondsen in pct. van de besparingen in pct. van het financieringsvermogen Obligaties (incl. kasbons) uitgegeven door : a) de particuliere spaarkassen 1 b) de banken Inlagen op boekjes bij : a) de Algemene Spaarkas b) de particuliere spaarkassen 1 c) de banken d) het Gemeentekrediet van België Reserves bij de sector « Sociale verzekering » Reserves bij : a) de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen b) de pensioenfondsen van de sociale verzekering en de speciale pensioenfondsen c) de kapitalisatiemaatschappijen Obligaties, aandelen en deelbewijzen uitgegeven door het buitenland PersOonlijke leningen en leningen op afbetaling Andere vorderingen en schulden en aanpas............... ...... ......... sing (netto) Totale toeneming van vorderingen of van schulden en aanpassing
En de hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen.
1966
1965
1964
1963
Bruto kapitaalvorming
Toeneming van vorderingen
Nettoaanbreng van fondsen ( -I- ) passing [kol. (a) min kol. (b)]
.
Besparingen
61,9 ( -(- )
1962
1961
(a)
Toeneming g van vorderingen (a)
eg Toenmin van schulden en aanpassing ( b)
Toeneming van vorde. ringen (a)
4- 49,
4- 35,2
-I- 36,8
± 40,0
Toeneming van schulden en aanpassing (b)
Toenemin Toeneming van schulden en aanpassing . (b)
, Toeneming van vorderingen (a)
Toeneming van schulden en aanpassing (b)
,Toeneming van vorderingen (a)
1
'nemg in Toevan van schulden en aanpassing (b) r
, Toeneming van vorderingen (a)
10,0
8,9
4,0
15,5
16,1
16,2 35,0
12,7 22,3
6,1 10,9
19,3 44,0
16,6 32,8
1,0 1,0
1,7 2,4
0,4 0,4
0,7 - 0,1
1,2 . . .
1,5 0,6
5,6 3,5 0,6 0,6 - 0,5
7,9 5,3 3,6 1,1 - 0,5
5,3 6,4 9,4 1, 5 1,3
4,4 5,3 6,3 0,6 6,3
9,8 7,4 6,4 1,0 3,4
8,1 8,5 6,5 1,5
5,8
5,2
6,1
6,8
7,5
3,7 . . .
5,3 0,1
5,4 0,1
6,0 . . .
7,2 . . .
4,0
4,0
4,7
1,4
2,1
35,3
6,5
0,9
2, 9
1,9
1,0
5,1
4,1
6,0
16,1
12,0
45,0
5,0
45,0
8,2
53,2
18,0
62,1
13,0
en aan-I- 28,6
4-• 40, 0
+ 36,8
4- 35,2
•
-
1,6
6,7
fe oen ' van schulden en aanpassing ( b)
-I- 49,1
0,9
- 399 -
BIJLAGE J Toelichting
1) Reële bestanddelen. Bron : 1961-1964 : Tabellen-bijlagen E 1 tot 4; wat de besparingen en het financieringsvermogen betreft, waarvoor die tabellen drie ramingen geven, werd de eerste raming in tabel-bijlage J overgenomen, d.w.z. die, welke in tegenstelling met de andere twee, niet werd verhoogd als tegenwaarde van de correctie aan de voorraadveranderingen, zoals zij voorkomen in de nationale rekeningen van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. 1965 : Tabel-bijlage H.
2) Overheidsfondsen. Obligaties, aandelen en deelbewijzen uitgegeven door het buitenland. • Persoonlijke leningen en leningen op afbetaling. Rubrieken overgenomen uit de tabellen-bijlagen E 1 tot 4 ( 1 ) voor de jaren 1961 tot 1964 en vergelijkbare cijfers, in de mate dat zij beschikbaar zijn, voor de jaren 1965 en 1966.
( 1 ) In die tabellen draagt de rubriek a persoonlijke leningen en leningen op afbetaling » van tabel-bijlage J de benaming « accepten, handelspapier, promessen en verplichtingen in rekening-courant of voorschotrekening».
3) Obligaties (incl. kasbons) uitgegeven door de particuliere spaarkassen en de banken. Inlagen op boekjes. Reserves bij de sector « Sociale verzekering » en reserves bij de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, de pensioenfondsen van de sociale verzekering en de speciale pensioenfondsen en de kaP italisatiemaatschappijen. Voor ieder van deze drie categorieën vorderingen geeft tabel-bijlage J verschillende onderverdelingen die, samen genomen, overeenstemmen met een rubriek van de tabellen-bijlagen E. Voor de jaren 1961 tot 1964, werden de cijfers van sommige onderverdelingen ontleend aan de tabellen-bijlagen B 1 tot 4, de andere, aan de basisstatistieken die dienden om de tabellenbijlagen A 1 tot 4 op te stellen. Voor de jaren 1965 en 1966 geeft tabel-bijlage J vergelijkbare cijfers in de mate dat zij beschikbaar zijn, zij het in de vorm van voorlopige ramingen. 4) Andere vorderingen en schulden en aanpassing (netto). Deze rubriek, waarvan de cijferá per saldo werden berekend, omvat de vorderingen en schulden vermeld in de tabellen-bijlagen E, met uitzondering van die waarvan . onder 2) en 3) . sprake. was, alsmede de afwijking tussen de reële bestandtielen en de financiële bestanddelen.
BIJLAGE K
Onrechtstreekse inschrijvingen van de gezinnen op overheidspapier
1961
1962
Toeneming van het in tegenwaarde aangehouden overheidspapier
- Onbeduidend percent
Toeneming van vorderingen van de g ezinnen (miljarden miljarden franken) franken
van de gezinnen
Obligaties (incl. kasbons) uitgegeven door de particuliere spaarkassen 2 en inlagen op spaarboekjes bij deze instellingen en bij de Algemene Spaarkas
10,1
2,6
Reserves bij de sector « Sociale verzekering »
- 0,5
- 0,4
Reserves bij de instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen en de pensioenfondsen
9,5
5,4
1 Certificaten op korte termijn en overheidsfondsen. En de hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen.
2
25,7 -
56,8
1963
Toeneming van het in tegenwaarde aangehouden overheidspapier
Toeneming van vorderingen pet. van van de de toene-, gezinnen ming i van (miljarden miljarden vordefranken) franken ringen
• 14,9
6,0
- 0,5
- 0,6
10,5
5,7
1
Toeneming van het in tegenwaarde aangehouden overheidspapier
Toeneming van vorderingen pct. van van de de toenegezinnen i i ,a ming van (miljarden miljarden vordefranken) franken ringen van de gezinnen
40,3 -
54,3
1964
Toeneming van vorderingen van de
1965
Toeneming van het in tegenwaarde aangehouden overheidspapier
pet. van de toenevan ming (miljarden miljarden vordefranken) franken ringen van de gezinnen
pet. van
Toeneming van vorderin g en van de
Toeneming van het in tegenwaarde aangehouden overheidspapier
de toenegezinnen i van En ng,,v-ii (miljarden miljarden veil. "'" franken) franken en ringen van de gezinnen
pet. van de toenemin g van
vorderingen van de gezinnen
12,1
5,2
43;0
10,4
0,1
1,0
18,4
4,8
26,1
1,3
0,3
23,1
'6,3
1,4
22,2
3,4
2,2
64,7
11,5
4,9
42,6
12,8
7,2
56,3
. 14,7
5,2
35,4
- 401 -
BIJLAGE K Toelichting
1) Toeneming van vorderingen van de gezinnen. Bron : Tabel-bijlage J. 2) Toeneming van het in tegenwaarde aangehouden overheidspapier. Cijfers ontleend aan de tabellen-bijlagen A 1 tot 4 voor de jaren 1961 tot 1964 en vergelijkbare cijfers voor 1965.
— 402 —
BIJLAGE L
Financieringsbehoefte van de Staat In 1967 (Miljarden franken)
Vermeerdering Gegevens niet beschikbaar
. van bet volume
van het B.N.P. = 3,5 pet.
Vermeerdering van het volume van het B.N.P. = 1 pet.
Bruto kapitaalvorming :
36,0
33,0
Brutovorming van vast kapitaal plus
Aankopen van gronden, gebouwen, enz. Post, radio en televisie 1
--i+
3,0 0,9
min
Vrij onderwijs Havens 2
—
3, 3 0,9
-
Totale bruto kapitaalvorming
+ + —
—
3,3 1,0 3,3 1,0
32,7
36,0
15,5
1,0
Besparingen :
Nettobesparingen plus
min
Afschrijvingen Kapitaaloverdrachten (netto) uit het buitenland Successierechten
+
2,0
+
2, 0
+
3,5
+
3,5
Kapitaaloverdrachten aan andere sectoren Reserves van de gezinnen bij de sector « Sociale verzekering » en bij de pensioenfondsen van de sociale verzekering
—
9,0
—
9,0
Totale besparingen Financieringsbehoefte ( — ) (besparingen min bruto kapitaalvorming)
— 11,0
— 11,0
1,0
— 13,5
— 31,7
— 49,5
1 In het nationaal budget ie de bruto kapitaalvorming van deze instellingen begrepen in die van de bedrijven. Om de overeenstemming te verzekeren met de statistiek van de bewegingen van de vorderingen en schulden dienen deze instellingen als bedrijven te worden beschouwd.
2
- 403 -
BIJLAGE L
Toelichting
1) Brutovorming van vast kapitaal. Nettobesparingen. Afschrijvingen. Bron : Tabellen-bijlagen G 1 en 2. 2) Aankopen van grond(n, gebouwen, enz. Daar de aankopen van de Staat op weinig na overeenstemmen met de verkopen van de gezinnen, werden de bedragen van deze laatste overgenomen zoals zij voorkomen in tabel-bijlage H. 3) Post, radio en televisie. Havens. Ramingen.
4) Vrij onderwijs. Successierechten. Reserves van de gezinnen bij de sector « Sociale verzekering » en bij de pensioenfondsen van de sociale verzekering. Bron : Tabel-bijlage H.
5) Kapitaaloverdrachten aan andere sectoren. Het cijfer van deze rubriek werd ontleend aan dezelfde bron als de cijfers van de overeenstemmende rubriek van de tabellen-bijlagen D E(cf. 7) c) van de Toelichting bij die tabellen].
LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE PROBLEMEN VAN BELGIE
Onderstaande literatuuropgave sluit aan bij diegene die wij gepubliceerd hebben in het septembernummer 1967 van het Tijdschrift. Er weze opgemerkt dat in deze literatuuropgave noch de verslagen van de verschillende instellingen, noch de statistische bronnen zijn overgenomen.
1. GELD- EN KREDIETWEZEN
VINCINEAU M., Les règles de l'Union de Berne relatives á l'assurance des crédits internationaux. (Revue beige de Droit international, Brussel, n' 2, 1967, blz. 480498).
KIRSCHEN E.S., La taxe sur la valeur ajoutée, instrument de progrès économique et social.
(Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, n' 35, 3' kwartaal van 1967, blz. 347-359.) LACROIX J., La T.V.A. et la distribution. (Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, n' 35, 3e kwartaal van 1967, blz. 393-399.) Rapport over de gecumuleerde druk van de met het zegel gelijkgestelde taksen per sector van de Belgische economie. (Documenta-
tieblad van het Ministerie van Financiën, Brussel, n' 6, juni 1967, blz. 5-169.)
5. NATIONAAL INKOMEN — SPAARWEZEN — INVESTERINGEN — VERBRUIK 3. NIET-GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN
Capitalisation ou répartition. (Centre d'Etudes
bancaires et financières, Impresor, Brussel, 1967, 56 blz.)
COUVREUR J.-P., Les investment clubs. (Anna-
les de Sciences économiques appliquées, Leuven, XXV, n' 3, juli 1967, blz. 361-371.) De private spaarkassen. (Sparen en Beleggen,
Brussel, n' 156, juli-augustus 1967, blz. 25-31).
4. OVERHEIDSFINANCIEN
De belasting op de toegevoegde waarde. (Week-
berichten van de Kredietbank, Brussel, XXII, n' 32, 2 september 1967, blz. 317-321.) De staatsfinanciën in 1965 en 1966. (Documen-
De nationale rekeningen van België 1953-1966. (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LIII, n" 7-8,
juli-augustus 1967, blz. 577-643.) Les investissements étrangers dans l'industrle des fabrications métalliques. (Bulletin d'In-
formation de Fabrimétal, Brussel, n' 15, 7 augustus 1967, pp. 351-359.)
6. BEVOLKING
GODERIS W., De Belgische demografie in 1966. (De Gids op maatschappelijk Gebied,
Brussel, n" 7-8, juli-augustus 1967, blz. 657675.)
Loop van de vreemde bevolking in 1966. Cijfer van de vreemde bevolking op 31 december 1966. (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LIII,
n" 7-8, juli-augustus 1967, blz. 519-531.)
tatieblad van het Ministerie van Financiën, Brussel, n' 7, juli 1967, blz. 5-116.) Economische hergroepering van de uitgaven en ontvangsten van de gehele overheid 19591965. (Documentatieblad van het Ministerie
van Financiën, Brussel, n' 6, juni 1967, blz. 171-195.)
FRANK M., Etude quantitative de certaines incidences de l'instauration d'une T.V.A. en Belgique. (Cahiers économiques de Bruxelles,
Brussel, n' 35, 3e kwartaal van 1967, blz. 401443.) Invoering van de B.T.W. in België. (Medede-
lingen van het Verbond der Belgische Nijverheid, Brussel, XXII, n' 21, 1 september 1967, blz. 1235-1240.)
7. PRIJZEN EN LONEN
Evolution conjoncturelle des salaires en Belgique et dans la Communauté. (Service men-
suel de Conjoncture de Louvain, Leuven, september 1967, blz. 17-25.)
GLEJSER H., Un modèle trimestriel partiel des prix, des salaires et de l'emploi en Belgique.
(Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, n' 35, 3e kwartaal van 1967, blz. 299-318.) Le collt horaire du travail en Europe occidentale. (Industrie, Brussel, XXI, n' 8, augustus
1967, blz. 462468.)
—
8. WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID
Aantal werknemers naar bedrijfsgroep van 1953 tot 1966. (Statistisch Tijdschrift, Brussel,
405
—
CRAHAY A., Le problème de l'eau en Belgique.
(Revue de la Société d'Etudes et d'Expansion, Luik, n' 226, mei-juni 1967, blz. 381-386.)
HAULOT A., Het sociaal toerisme in België.
(Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXII, n' 29, 12 augustus 1967, blz. 289-292.)
(Arbeidsblad, Brussel, LXVIII, juni-juli 1967, blz. 989-1001.)
De Belgische zeevisserij in 1966. (Statistisch
LIII, n" 7-8, juli-augustus 1967, blz. 570-575.)
LOCCUFIER S.J., De regionale ontwikkeling van de tewerkstelling in België : 1958-1965.
(Tijdschrift voor Sociale Wetenschappen, Gent, XII, nr 3, 3s kwartaal van 1967, blz. 317329.) NIEUWDORP R., De syndicale afvaardiging in België. (De Christelijke Werkgever, Brussel,
XXIII, n" 7-8, juli-augustus 1967, blz. 386-389.)
SPITAELS G., Le mouvement syndical en Belgique. (Editions de l'Institut de Sociologie,
De Belgische suikerindustrie.
Tijdschrift, Brussel, LIII, n's 7-8, juli-augustus 1967, blz. 522-552.) Heeft de textielnijverheid nog toekomst ?
(Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXII, n' 30, 19 augustus 1967, blz. 297-301.) MATTON F., Les principaux régimes d'accords et associations autres que les fusions. Leur aspect juridique et fiscal. (Organisation
scientifique, Brussel, n" 8-9, 1967, blz. 208218.)
Brussel, 1967, 96 blz.)
12. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK 9. SOCIALE VERZEKERING
CORDY A., Les grandes étapes du développement de la législation sociale 1866-1966.
(Revue beige de Sécurité sociale, Brussel, IX, n" 6-7, juni-juli 1967, blz. 902-922.) DELEECK H., La sécurité sociale et la redistribution des revenus en Belgique. (Revue beige
DEMIN P., La déduction des dépenses de recherches dans le système fiscal beige.
(La Fiscalité du Marché commun, Brussel, nr 23, augustus 1967, blz. 555-558.) La recherche scientifique. (La Relève, Brussel,
XXIII, n" 31-34, augustus 1967, blz. 3-30.)
de Sécurité sociale, Brussel, IX, n" 6-7, junijuli 1967, blz. 887-901.) De sociale pensioenen (2' uitgave). (CEPESS-
Documenten, Brussel, V, n" 6, december 1966, blz. 3-140.)
13. VERKEERSWEZEN ERKENS N., Le statut international de l'Es-
caut. (Revue beige de Droit international,
Brussel, n' 2, 1967, pp. 353-378.) 10. ECONOMISCHE TOESTAND — ECONOMISCHE POLITIEK
BAUDHUIN F., Minicrise ? (Revue de la Société
Telling van het wegverkeer in 1965. (Statis-
tisch Tijdschrift, Brussel, LIII, n" 7-8, juliaugustus 1967, blz. 553-569.)
d'Etudes et d'Expansion, Luik, LXVI, n' 226, mei-juni 1967, blz. 373-378.) BOURDEAUD'HUY 0., De Belgische economie in de zomer 1967. (Tijd, Antwerpen, XLII,
n' 34, 25 augustus 1967, blz. 1-3.) DEHAENE J.L., De Belgische economie in 1966.
14. BINNENLANDSE HANDEL
Formes et méthodes nouvelles de la distribution. (Bulletin économique de la Société
(De Gids op maatschappelijk Gebied, Brussel, LVIII, n" 7-8, juli-augustus 1967, blz. 603-626.)
Générale de Banque, Brussel, VI, n' 63, augustus-september 1967, blz. 1-4.)
Overzicht van de economische toestand in België (2' kwartaal 1967). (Weekberichten van
VAN GIJSEL H., De verkoopsbevordering door middel van chromoverzamelingen. (Econo-
de Kredietbank, Brussel, XXII, n' 31, 26 augustus 1967, blz. 305-313.)
misch en Sociaal Tijdschrift, Antwerpen, XXI, nr 4, augustus 1967, blz. 327-333.)
SIMONET H., L'Etat de l'économie moderne.
(Société royale d'Economie politique de Belgique, Brussel, n' 322, maart 1967, 37 blz.) VANNESTE 0., Het groeipoolconcept en de regionaal-economische politiek. Toepassing op de Westvlaamse economie. (Standaard
Wetenschappelijke Uitgeverij, Antwerpen, 1967, 376 blz.)
11. NIJVERHEID
—
LANDBOUW
—
VISSERIJ
ANSPACH M., Pourquoi fusionne-t-on ? (Orga-
nisation scientifique, Brussel, XLI, n" 8-9, 1967, pp. 203-207.)
16. INTERNATIONALE FINANCIELE TRANSACTIES FUJITA M., International Liquidity Contro-
versy in Japan. (Kobe Economie & Business
Review, Kobe, n' 14, augustus 1967, blz. 7386.) GOUDRIAAN I.J., Internationale voortstuwing van de inflatie in West-Europa ter wille van Amerika en ten nadele van de ontwikkelingslanden ? (Economisch-Statistische Berichten,
Rotterdam, LII, n' 2608, 30 augustus 1967, blz. 862-865.)
—
Le Fonds Monetaire International et son fonctionnement. (Bulletin économique de la
Société Générale de Banque, Brussel, VI, n" 63, augustus-september 1967, blz. 4-8.)
406
—
COLLIN F., Priority of Monetary Integration in the European Context. (Belgian Trade
Review, New York, XXII, n's 7-8, juli-augustus 1967, blz. 18-19; 22.)
Les émissions internationales et leur cotation á Luxembourg. (Kredietbank S.A. Luxem-
DAMS Th., Das Endstadium des G emeinsamen Agrarmarktes. (Wirtschaftsdienst, Hamburg,
L'euro-dollar et l'activité présente des marches internationaux des capitaux. (Bulletin men-
DEHOUSSE F., Europe an X. (Revue de la
bourgeoise, Luxemburg, z.d., 26 blz.)
suel économique de la First National City Bank, New York, augustus 1967, blz. 6-11.)
MACHLUP F., Credit Facilities or Reserve Allotments ? (Quarterly Review, Banca
Nazionale del Lavoro, Rome, n' 81, juni 1967, blz. 135-156.)
MACHLUP F., From Dormant Liabilities to Dormant Assets. (The Banker, Londen,
CXVII, n , 499, september 1967, blz. 788-797.)
MACHLUP F., La riforma del sistema monetario internazionale. Accordi multilaterali e (Bancaria, Rome, iniziative unilaterali.
XXIII, n , 7, juli 1967, blz. 803-810.)
Recent Changes in United States Silver Policy.
(Monthly Review, Federal Reserve Bank of New York, New York, XLIX, n' 8, augustus 1967, blz. 151-155.) ROOSA R.V., Judging the New Liquidity Plan.
(The Banker, Londen, CXVII, n' 499, september 1967, blz. 756-761.) SCHWEITZER P.-P., Creating New World Money. (The Banker, Londen, CXVII, n' 498,
augustus 1967, blz. 664-669.) SIMHA S.L.N., Does the IMF Overcharge ?
(The Banker, Londen, CXVII, n , 498, augustus 1967, blz. 692-699.)
SMITH J.S., Asymmetries and Errors in Reported Balance of Payments Statistics. (Staff Papers, Washington, XIV, n* 2, juli 1967,
blz. 211-236.)
XLVII, n , 8, augustus 1967, blz. 393-397.)
Société d'Etudes et d'Expansion, Luik, LXVI, n" 226, mei-juni 1967, blz. 487-501.)
GARELLI F., Pour un marche européen des capitaux. (Banque, Parijs, XLII, n , 254,
augustus 1967, blz. 554-557.)
HELLMAN R., L'attitude de la C.E.E. vis-à-vis des investissements directs des Etats-Unis en Europe. (Problèmes économiques, Parijs,
n, 1019, 13 juli 1967, blz. 7-12.)
JANSEN J., Les proj ets de directive de la Commission de la C.E.E. concernant la taxe sur la valeur ajoutée (T.V.A.). (Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, n' 35, 3e kwar-
taal van 1967, blz. 361-376.) La demande d'adhésion du Royaume-Uni au Marché commun. (Revue du Marché com-
nzun, Parijs, n, 104, juli-augustus 1967, blz. 385-389.)
Les coíits de la main-d'ceuvre et les revenus des ouvriers dans les industries de la C.E.C.A. Année 1965 et évolution 1954-1965. (Statistiques sociales, Brussel, n* 4, 1967, blz. 17-163.) L'harmonisation des impóts indirects dans les pays de la Communauté Economique Européenne. (Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, n , 35, 3e kwartaal van 1967, blz. 321-
452.)
L'harmonisation des taxes sur le chiffre d'affaires dans la C.E.E. (Bulletin de Docu-
mentation fiscale internationale, Amsterdam, XXI, n' 6, juni 1967, blz. 256-270.)
STREETEN P., International Monetary Reform and the Less Developed Countries. (Quar-
MOSSE R., L'intégration monetaire européenne. (in « L'Europe en formation », Pres-
terly Review, Banca Nazionale del Lavoro, Rome, n" 81, juni 1967, blz. 157-177.)
ses d'Europe, Parijs, n's 88-89, juli-augustus 1967, blz. 17-23.)
TRIFFIN R., The Coexistence of Three Types of Reserve Assets. (Quarterly Review, Banca
NEWBOULD G.D., The E.E.C. and the London Capital Market. (National Provincial Bank
Nazionale del Lavoro, Rome, n" 81, juni 1967, blz. 107-134.)
Review, Londen, n' 79, augustus 1967, blz. 811.) REISNER W., EWG - Steuerharmonislerung ohne direkte Steuern ? (Wirtschaftsdienst,
17. INTERNATIONALE ECONOMISCHE AANEENSLUITING
ABB F., Ist eine Harmonisierung der Konj unkturpolitik in der EWG erforderlich ? (Zeit-
schrift flir die gesamte Staatswissenschaft, Tbingen, CXXIII, nr 2, april 1967, blz. 218230.)
Britain and the E.E.C. The Economie Background. (Department of Economic Affairs,
Londen, 1967, 48 blz.)
Britain Approaches the Common Market Again. (International Economie Review, Chi-
cago, september 1967, blz. 1-4.)
Chronology of the Common Market. (Bulletin
de Documentation fiscale internationale, Amsterdam, XXI, ne 6, juni 1967, blz. 271283.)
Hamburg, XLVII, n' 8, augustus 1967, blz. 397399.)
REY J., Intégration économique du continent européen. Problèmes et perspectives. (Revue
de la Société d'Etudes et d'Expansion, Luik, LXVI, ir 226, mei-juni 1967, blz. 503-513.)
SALMON A., L'évolution des échanges de produits agricoles entre les Etats membres de la C.E.E. et entre ceux-ci et les pays tiers.
(Revue du Marché commun, Parijs, n' 104, juli-augustus 1967, blz. 403-414.)
SCOTT I.O., Prospects for the Direct Integration of E.E.C. Capital Markets (Quarterly
Review, Banca Nazionale del Lavoro, Rome, n" 81, juni 1967, blz. 178-189.) SNOY J. Ch., Les Britanniques au Marché commun. (Revue générale belge, Brussel, 71" 8,
september 1967, blz. 1-24.)
— 407 — SPINA E., L'adesione della Gran Bretagna alla C.E.E. : problemi e prospettive. (Ricerche
WEIDES P., Rechnungseinheiten der Euro1::,ischen Gemeinschaften. (Finanzarchiv,
Economiche, Venetië, XXI, nrs 1-2, maart-juni 1967, blz. 90-102.)
TUbingen, XXVI, nr 2, juli 1967, blz. 278-288.)
STEFANI G., L'harmonisation des impóts indirects et la politique économique et sociale de la C.E.E. et des pays membres. (Cahiers
économiques de Bruxelles, Brussel, n' 35, 3e kwartaal van 1967, blz. 331-346.) Wage Costs in the E.E.C. (European Trends,
Londen, n" 12, augustus 1967, blz. 24-28.)
18. DIVERSEN STRYCKMANS J.J., La loi du 23 février 1967 relative á la transformation des sociétés.
(Journal des Tribunaux, Brussel, LXXXII, n' 4584, 23 september 1967, blz. 493-500.)
ECONOMISCHE WETGEVING Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand aan deze van de publikatie van ons Tijdschrift voorafgaand. Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wij « in extenso » overgenomen. Voor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desnoods door een verklarende nota verduidelijkt. Anderzijds, omvat de economische wetgeving de voornaamste besluiten, richtlijnen en verordeningen voorkomend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Om het naslaan ervan te vergemakkelijken, hebben wij bovenbedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht :
1. — Algemene economische wetgeving 2. — Geld-, krediet- en bankwezen 3. — Overheidsfinanciën 4. — Landbouw 5. — Nijverheid 6. — Arbeid
7. — Binnenlandse handel 8. — Buitenlandse handel 9. — Verkeerswezen 10. — Prijzen en lonen 11. — Pensioenen, sociale verzekeringen en
diverse sociale voordelen 12. — Europese Economische Gemeenschap
1. — ALGEMENE ECONOMISCHE WETGEVING
Koninklijk besluit van 20 juli 1967 houdende uitvoering van artikel 19, eerste lid, 1 0, van de wet van 4 juli 1962 waarbij de regering gemachtigd wordt statistische en andere onderzoekingen te houden betreffende de demografische, economische en sociale toestand van het land (Staatsblad, 15 september 1967, blz. 9732).
2.
—
GELD-, KREDIET EN BANKWEZEN -
Koninklijk besluit van 25 augustus 1967 waarbij de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom ertoe gemachtigd wordt, onder staatswaarborg, een lening aan te gaan van fr. 100 miljoen (Staatsblad, 14 september 1967, blz. 9672).
Art. 3. — De opbrengst van de lening zal uitsluitend besteed worden aan leningen door de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom toe te staan, binnen de perken en tegen de voorwaarden door Ons bepaald, aan de eigenaars van woningen beschadigd door de tornado van 25 juni 1967.
— 409 —
Koninklijk besluit van 30 augustus 1967 betreffende het buiten omloop stellen van het zilveren stuk van 20 frank (Staatsblad, 15 september 1967, blz. 9720). Artikel 1. — De stukken van 20 frank met een zilvergehalte van 835 duizendsten, die ter uitvoering van het besluit van de Regent van 15 oktober 1948 geslagen werden, houden op wettelijk gangbaar te zijn van 2 oktober 1967 af. Art. 2. — De in artikel 1 bedoelde stukken kunnen, tot en met 31 mei 1968, aan de loketten van de Nationale Bank van België, te Brussel en in de provincie, tegen gangbare munt worden ingewisseld. Zij worden tot dezelfde datum aangenomen door de postontvangers, de ontvangers van de belastingen, van de douane en accijnzen, van de registratie en domeinen. Van 4 juni 1968 af kan de inwisseling nog alleen geschieden op de zetel van de Nationale Bank van België te Brussel. Van 1 oktober 1968 af houdt de inwisseling op en verliezen de in artikel 1 bedoelde stukken definitief hun waarde.
6,75 pct. 's jaars vanaf 21 september 1967 tot 20 september 1973;
7 pct. 's jaars vanaf 21 september 1973 tot 20 september 1979. Art. 4. — De uitgifteprijs, vastgesteld op fr. 995 netto voor fr. 1.000 nominaal kapitaal, is volledig in specie te betalen op het ogenblik van de indiening der inschrijvingen. Art. 6. — De obligaties zijn terugbetaalbaar op 21 september 1978 tegen 101 pct. van hun nominale waarde. De houders kunnen nochtans de vervroegde terugbetaling van hun obligaties bekomen op 21 september 1973, a pari van de nominale waarde.
Art. 7. — De betaling van de rente en de terugbetaling van de obligaties zijn door de Staat gewaarborgd. Art. 8. — De taks op de beursverrichtingen verschuldigd wegens de uitgifte van de lening wordt door de Nationale Kas voor Beroepskrediet gedragen.
Ministerieel besluit van 7 september 1967 Ministerieel besluit van 7 september 1967 houdende goedkeuring van de uitgifte, door de Nationale Kas voor Beroepskrediet, van een lening 1967 met zes of twaalf jaar looptijd, groot fr. 500 miljoen (Staatsblad, 8 september 967, blz. 9465).
Art. 2. — (...).
De obligaties renten tegen de hiernavermelde rentevoeten ;
3.
—
betreffende de uitgifte van een vijftiende reeks obligaties aan toonder door de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade (Staatsblad, 29 september 1967, blz. 10221). Artikel 1. — De obligaties aan toonder van de vijftiende reeks, aan de rechthebbenden, af te leveren tussen 1 oktober 1967 en 30 september 1968, zullen renten tegen 7 pct. 's jaars. Art. 4. — De obligaties zijn aflosbaar vanaf 1 oktober 1968 tot 1 oktober 1984.
OYERHEIDSFINANCIEN
Koninklijke besluiten van 20 juli, 4 en 12 augustus 1967 tot vaststelling van de toestand van de overgedragen kredieten van het jaar 1966 (Staatsblad, 22, 27 en 1 september 1967, blz. 9955, 9958, 9186 en 10131).
Koninklijk besluit van 4 augustus 1967 houdende aanwending van een som van fr. 412 miljoen afgenomen van de opbrengst van de lening uitgeschreven door de Nationale Stichting voor de financiering van het wetenschappelijk onderzoek (Staatsblad, 2 september 1967, blz. 9243).
Koninklijk besluit van 4 augustus 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 oktober 1964 betreffende het sluiten van overeenkomsten voor rekening van de Staat. (Staatsblad, 2 september 1967, blz. 9241). Erratum (Staatsblad, 20 september 1967, blz. 9858).
Ministerieel besluit van 21 augustus 1967 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 17 februari 1960 tot regeling van de vrijstellingen inzake invoerrecht (Staatsblad, 1 september 1967, blz. 9180).
— 410 —
Ministerieel besluit van 30 augustus 1967 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 2 september 1967, blz. 9244).
Koninklijk besluit van 11 september 1967 houdende bijzondere voordelen ten gunste van eigenaars van door de tornado van 25 juni 1967 beschadigde woningen (Staatsblad, 16 september 1967, bl. 9779).
Koninklijk besluit en ministerieel besluit van 22 september 1967 betreffende de uitgifte van de lening 1967-19741982 (Staatsblad, 26 september 1967, blz. 10080).
Art. 2. — (...). De obligaties renten tegen de hiernavermelde rentevoeten : 6,75 pct. 's jaars, vanaf 9 oktober 1967 tot 5 februari 1974; 7 pct. 's jaars, vanaf 6 februari 1974 tot 5 februari 1982. De rente is betaalbaar op 6 februari van de jaren 1968 tot 1982. De rente betreffende de periode van 9 oktober 1967 tot en met 5 februari 1968 is vastgesteld op fr. 22, 110, 220, 549, 1.097, 2.194 en 10.969 voor de obligaties van respectievelijk fr. 1.000, 5.000, 10.000, 25.000, 50.000, 100.000 en 500.000. Art. 6. — De houders kunnen de vervroegde terugbetaling van hun obligaties bekomen, op 6 februari 1974, á pari van hun nominale waarde. Art. 7. — De Staat behoudt zich het recht voor, op 6 februari 1974 of op elke rentevervaldag vanaf deze van 6 februari 1977, alle nog af te lossen obligaties of een gedeelte ervan vervroegd terug te betalen (...).
5.
—
Artikel 1. — De openbare inschrijving op de obligaties van de lening 1967-1974-1982, waarvan het nominaal kapitaal beperkt wordt tot fr. 10 miljard, wordt opengesteld op 2 oktober 1967; zij wordt afgesloten zodra dit bedrag bereikt wordt en uiterlijk op 17 oktober 1967. Art. 3. — De uitgifteprijs, vastgesteld op het pari van de nominale waarde, is volledig in speciën te betalen op het ogenblik van de indiening der inschrijvingen. Art. 11. — Aan de in België gevestigde banken en effectenmakelaars wordt een plaatsingscommissieloon van 1,25 pct. van het door hun toedoen ingeschreven nominaal kapitaal toegekend. Het half-commissieloon mag aan de financiële instellingen worden toegekend op de door hun bemiddeling ingezamelde inschrijvingen.
Koninklijk besluit van 25 september 1967 tot wijziging van de algemene verordening op de met het zegel gelijkgestelde taksen (Staatsblad, 27 september 1967, blz. 10129).
Koninklijk besluit van 27 september 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1953 houdende verhoging van de overdrachttaks bij de invoer, (Staatsblad, 29 september 1967, blz. 10219).
Ministerieel besluit van 27 september 1967 tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1964 houdende Aanvullende Verordening op de met het zegel gelijkgestelde taksen (Staatsblad, 29 september 1967, blz. 10223).
NIJVERHEID
Koninklijk besluit van 28 juni 1967
Koninklijk besluit nr 39 van 25 augustus 1967
waarbij een jaarlijkse statistiek van de vGortbrenging in de ijzer- en staalindustrie wordt voorgeschreven (Staatsblad, 8 september 1967, blz. 9470).
tot wijziging van de wetgeving betreffende het Nationaal Waarborgfonds inzake kolenmijn. schade, gecobrdineerd op 3 februari 1961, en ministerieel besluit van 25 augustus 1967 tot vaststelling van het bedrag der bijdrage per ton dat gedurende de jaren 1967, 1968, 1969 aan bedoeld Waarborg fonds dient betaald (Staatsblad, 2 september 1967, blz. 9259).
— 411 — 6.
—
Koninklijk besluit van 5 augustus 1967 genomen in uitvoering van de wet van 15 juli 1964 betreffende de arbeidsduur in de openbare en particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven (Staatsblad, 8 september 1967, 1967, blz. 9466).
Koninklijk besluit van 11 augustus 1967 betreffende de arbeidsduur van de bedienden in de algemene informatiepers en algemene
ARBEID
informatieagentschappen, met inbegrip van de journalisten en de reporters die tot de redactiediensten behoren (Staatsblad, 8 september 1967, blz. 9468).
Koninklijk besluit van 22 augustus 1967 tot tijdelijke afwijking, voor de werknemers van de kolenmijnen, van artikel 150 van het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid (Staatsblad, 21 september 1967, blz. 9913).
8. — BUITENLANDSE HANDEL
Koninklijk besluit van 14 juli 1967 tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 juli 1962 betreffende de uitvoer en de invoer van sommige land- en tuinbouwprodukteit (Staatsblad, 13 september 1967, blz. 9619).
Ministerieel besluit van 30 augustus 1967 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 2 september 1967, blz. 9244).
Koninklijk besluit van 27 september 1967 Ministerieel besluit van 21 augustus 1967 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 17 februari 1960 tot regeling van de vrijstellingen inzake invoerrecht (Staatsblad, 1 september 1967, blz. 9180).
tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1953 houdende verhoging van de overdrachttaks bij de invoer (Staatsblad, 29 september 1967, blz. 10219).
9. — VERKEERSWEZEN
Wet van 3 juli 1967 tot wijziging van de wet van 23 augustus 1948, strekkende tot het in stand houden en het uitbreiden van de koopvaardij- en de vissersvloot en van de scheepsbouw, en houdende instelling, te dien einde, van een Fonds voor het uitreden en aanbouwen van zeeschepen (Staatsblad, 26 september 1967, blz. 10073). Enig artikel. — In artikel 6 van de wet van 23 augustus 1948, strekkende tot het in stand houden en het uitbreiden van de koopvaardij- en de vissersvloot en van de scheepsbouw, en houdende instelling,
te dien einde, van een Fonds voor het uitreden en aanbouwen van zeeschepen, wordt het globaal bedrag van de jaarlijkse dotaties uit te trekken op de buitengewone begroting van fr. 2 miljard op fr. 4 miljard gebracht.
Wet van 4 augustus 1967 tot wijziging van de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart (Staatsblad, 29 september 1967, blz.
10217).
— 412 — 11. — PENSIOENEN, SOCIALE VERZEKERINGEN EN DIVERSE SOCIALE VOORDELEN
Ministerieel besluit van 8 augustus 1967 tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 mei 1964 betreffende de toekenning van sommige voordelen aan werknemers of zelfstandigen en aan werklozen die beroepsopleiding ontvangen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 31 augustus 1964, 12 juli en 8 oktober 1965 en 7 juli 1966 (Staatsblad, 16 september 1967, blz. 9773).
Koninklijk besluit van 11 augustus 1967 tot wijziging van artikel 18 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-invaliden (Staatsblad, 19 september 1967, blz. 9817).
1.2.
—
Koninklijk besluit van 11 september 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte en invaliditeitsverzekering (Staatsblad, 19 september 1967, blz. 9823).
Koninklijk besluit van 22 september 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1964, houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet van 9 augustus 1963, tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tot de zelfstandigen wordt verruimd. (Staatsblad, 27 september 1967, blz. 10145).
EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP
Wet van 6 augustus 1967 betreffende de tenuitvoerlegging van de arresten en beschikkingen van de Europese Gemeenschappen (Staatsblad, 20 september 1967, blz. 9857).
STATISTIEKEN (De inhoudsopgave en de lijst van de gebruikte afkortingen komen voor op het einde van het Tijdschrift)
Na ieder hoofdstuk vindt de lezer bibliografische referenties; zij vermelden enkele statistische publikaties die meer omstandige gegevens over het onderwerp van het hoofdstuk of overeenstemmende gegevens voor het buitenland bevatten. De abonnenten kunnen desgewenst de gegevens vermeld in de tabellen V1-1, IX-3, XIII-3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 13, XVIII-1 en 2 en XIX-2 verkrijgen zodra zij opgemaakt zijn. De aanvragen dienen gericht te worden aan de Nationale Bank van België, Documentatiedienst, de Berlaimontlaan 5, Brussel 1. Hierbij dient vermeld te worden welke tabellen de abonnent • wenst te ontvangen.
1. - BEVOLKING EN NATIONALE REKENINGEN 1. - BEVOLKING Bronnen : Nationaal Instituut voor da Statistiek en Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. 1947
1904
1965
Bron
1965
1966
4
4
(duizenden, per einde jaar)
(duinenden) (per einde jaar)
Totale bevolking
N.I.S.
Bevolking op werkbekwame leeftijd (15 tot 65 jaar) waarvan : Mannen Vrouwen Actieve bevolking 1 : waarvan : Landbouw Extractieve nijverheid Fabrieksnijverheid
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
8.512
9.428
9.499
9.499
5.850
5.996
6.022
6.022
2.902 2.948
2.984 3.012
2.998 3.024
2.998 3.024
3.481
3.622
3.660
3.705
3.725
423
216
206
230
216
191
102
97
95
84 1.253
9.556
(per einde juni)
1.311
1.239
1.291
1.256
Bouwbedrijf
197
282
286
293
296
Vervoer
243
250
243
266
267
1.024 92
1.427 56
1.476 61
Handel, banken, verzekeringen en diensten Volledig werklozen Grensarbeiders 3 ......
1.445 592 61
1.487
622 60
1 Incl. de werklozen en excl. de gewapende macht. 2 Incl. de werklozen die een opleiding en een beroepsherscholing genieten. 3 In de oude reeks waren de grensarbeiders in de verschillende sectoren ondergebracht. 4 Voor de jaren 1965 en 1966 werd de actieve bevolking berekend per einde juni en volgens een nieuwe methode. De aldus verkregen cijfers zijn bijgevolg niet vergelijkbaar met de vorige reeks.
- 415 I - 2. - VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUKT OVER DE PRODUKTIEFACTOREN (Ramingen van het N.I.S., genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding. 1957
1.
Inkomen uit bezoldigde arbeid 1 : a) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid b) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan sommige bepalingen van de Maatschappelijke Zekerheid c) Werkgeversbijdragen Maatschappelijke Zekerheid d) Werknemers niet onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid e) Aanvullingen en correcties
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
209,9
231,7
._ 254,4
135,7
137,2
136,8
144,8
152,7
166,1
182,0
10,1
10,7
10,6
11,8
12,6
14,2
15,3
16,6
18,4
20,1
23,4
24,0
23,6
26,2
28,9
31,5
36,5
44,6
48,7
56,7
53,2 13,0
58,2 13,3
60,0 13,6
63,5 15,5
64,6 15,2
69,2 20,0
76,7 21,7
82,4 20,2
92,7 19,6
103,8 17,4
235,4
243,4
244,6
261,8
274,0
301,0
332,2
373,7
411,1
452,4
23,0 10,1 71,1
21,5 11,2 71,2
22,5 11,7 73,0
23,4 12,5 76,0
27,0 13,3 79,3
25,2 14,3 82,8
26,7 15,1 87,2
28,7 16,7 100,9
30,7 21,5 104,3
29,6 24,0 100,9
6,2 1,0
5,6 1,2
6,0 1,0
6,5 1,3
7,1 0,4
7,2 0,6
111,4
110,7
114,2
119,7
127,1
130,1
136,4
153,6
165,0
162,9
14,5 34,1 13,4
15,9 34,1 12,3
17,3 34,3 11,4
19,2 34,2 13,1
21,0 34,1 14,6
23,5 34,0 16,1
25,4 33,6 14,6
27,8 34,8 15,0
30,5 36,6 16,9
33,5 38,6 18,2
Totaal
62,0
62,3
63,0
66,5
69,7
73,6
73,6
77,6
84,0
90,3
4. Reserveringen van vennootschappen 2
10,2
7,2
10,6
11,7
13,2
11,7
13,5
16,7
18,7
15,6
5. Directe belastingen der vennootschappen van alle juridische vormen
8,7
7,8
7,6
9,2
10,0
11,5
11,3
14,1
17,0
17,6
6. Inkomens uit vermogen en ondernemersinkomen toevloeiend aan de overheid
6,3
5,4
5,0
5,8
5,8
5,4
4,4
5,9
4,3
3,1
Totaal
2. Ondernemersinkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen : a) Land-, tuin-, bosbouw 1 b) Vrije beroepen 1 c) Handelaars en ambachtslieden l d) Inkomen der personenvennootschappen 2 e) Statistische aanpassing Totaal
3. Inkomen uit vermogen toevloeiend aan particulieren 1 : a) Intresten b) Huur (ontvangen of toegerekend) c) Dividenden, tantièmes, giften
12,6 -12,9 -14,0 -16,4 -18,6 -18,6 -20,5 -22,5 -24,3 -26,4
7. Intrest van de overheidsschuld Netto nationaal inkomen tegen factorkosten .............. ........ .....
8. Afschrijvingen Bruto nationaal kosten
produkt tegen
423,9
431,0
458,3
481,2
514,7
550,9
619,1
675,8
715,5
50,1
50,5
53,2
56,1
58,4
61,7
66,7
73,7
79,4
84,1
471,5
474,4
484,2
514,4
539,6
576,4
617,6
692,8
755,2
799,6
54,2
55,2
60,2
65,4
73,2
78,8
84,4
94,1
101,9
119,2
6,5 - 6,9 - 6,6 - 7,2 - 6,7 - 7,2 - 6,6 - 7,7 - 9,7 -12,4
10. Subsidies
1 V66r belastingsheffing. 2 Na belastingeheffing.
421,4
factor-
9. Indirecte belastingen
Bruto nationaal prijzen
7,4 8,3 8,9 8,5 - 1,0 - 0,4 - 0,1
produkt tegen
markt519,2
522,7
537,8
572,6
606,1
648,0
695,4
779,2
847,4
906,4
- 416 -
I - 3. - B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE VOORTBRENGING TEGEN MARKTPRIJZEN (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding.
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
35,6
34,2
35,3
36,6
40,4
38,9
41,0
43,9
46,3
45,9
21,2
18,2
14,3
14,0
14,0
14,0
15,6
16,5
15,3
13,6
35,3 15,7 7,2 5,3 7,4 13,5 8,3 15,8
37,0 12,9 6,8 5,6 7,5 13,1 8,2 13,3
37,8 14,0 7,1 5,5 7,8 13,7 9,2 14,6
39,3 15,5 7,6 6,7 8,5 14,5 10,3 18,6
40,7 16,3 8,2 6,8 9,1 14,9 10,8 17,1
42,5 16,7 9,2 7,8 10,3 15,6 11,9 17,0
44,9 18,6 9,6 9,0 11,3 17,5 12,0 16,3
48,0 20,8 10,8 10,5 12,6 19,6 14,7 21,5
52,3 21,1 11,3 11,2 13,3 20,8 14,8 23,1
55,2 22,6 11,9 12,0 13,8 22,0 15,3 23,1
35,2 10,3
33,7 10.2
33,2 10,7
36,9 12,3
43,0 12,9
49,0 14,1
55,4 15,7
62,3 18,2
68,6 20,1
72,6 22,5
154,0
148,3
153,6
170,2
179,8
194,1
210,3
239,0
256,6
271,0
4. Bouwnijverheid
31,2
30,7
30,7
33,2
36,9
40,3
43,0
55,2
58,4
62,7
5. Elektriciteit, gas, water
10,0
10,6
10,7
11,1
11,5
12,6
13,4
14,5
15,6
16,9
6. Handel, bank- en verzekeringswezen, woongebouwen a) Handel b) Bank- en verzekeringswezen c) Woongebouwen
76,1 13,0 38,5
77,0 13,4 39,1
83,5 15,0 39,9
87,8 16,0 40,5
95,3 17,2 41,1
103,4 19,1 41,5
112,7 21,6 42,5
121,0 24,5 45,1
131,8 27,6 48,1
146,2 30,4 51,1
127,6
129,5
138,4
144,3
153,6
164,0
176,8
190,6
207,5
227,7
34,2
34,5
35,9
38.9
38,8
42,1
45,9
52,0
56,8
60,9
8. Diensten
100,7
108,0
112,8
119,8
124,6
132,8
144,4
159,7
181,3
200,1
9. Correcties
-3,3
0,8
0,6
-3,0
0,3
3,8
0,1
2,9
3,3
2,1
Bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen
511,2
514,8
532,3
565,1
599,9
642,6
690,5
774,3
841,1
900,9
10. Saldo van de factorinkomens ontvangen van en betaald aan het buitenland
8,0
7,9
5,5
6,2
5,4
4,9
4,9
6,3
5,5
519,2
522,7
537,8
606,1
648,0
695,4
779,2
847,4
906,4
1.
Landbouw, bosbouw en visserij
2. Extractieve industrieën 3. Be- en verwerkende industrieën : a) Voedingsmiddelen, dranken en tabak b) Textiel e) Kleding en schoeisel d) Hout en meubelen e) Papier, drukkerij, uitgeverij f) Chemie en aanverwante activiteiten g) Klei, ceramiek, glas, cement h) IJzer, staal en non ferro-metalen i) Metaalverwerkende industrieën scheepsbouw j) Overige industrieën Totaal van de rubriek 3
Totaal van de rubriek 6
7. Vervoer en verkeer
Bruto nationaal prijzen
produkt tegen
7,5.
markt572,6
— 417 —
I - 4. — B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE BESTEDINGEN (Genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal instituut voor de Statistiek. — Commissie van de Nationale Boekhouding.
TEGEN COURANTE PRIJZEN
TEGEN PRIJZEN VAN 1963
900
900
BOO
800 Brutonationaal produkt
Brutonationaal produkt
700
700
600
600
Private consumptie 500
d," 500
//
Private consumptie
io•
400
400
300
300
200
200 Brutobirinenlandse kapitaalvorming
100
100 Overheidsconsumptie
Overheidsconsumptie
0 Netto-uitvoer
— 100
1
1 1958
1
1 1960
t
Netto-uitvoer
1 1962
1 1964
1966
1958
1 1960
I
1 1962
1
1 1964
1
— .100 1966
- 418 -
I • 4a.
-
BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT
(Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron • Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhoudmg. 1957
L Private consumptie : a) Voedingsmiddelen b) Dranken en tabakswaren c) Kleding en ander persoonlijk goed d) Huur, taksen, water e) Verwarming en verlichting f) Duurzame huishoudartikelen g) Onderhoud van de woning h) Persoonverzorging en hygiëne i) Vervoer en verkeer j) Vrije tijdsbesteding k) Andere uitgaven en statistische aanpassing Totaal
2. Overheidsconsumptie : a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende nettohuur (of betaalde) d) Toegerekende afschrijvingen van administratieve en onderwij sgebou wen Totaal
3. Bruto binnenlandse kapitaalvorming : a) Landbouw, bosbouw, visserij b) Extractieve industrieën c) Be- en verwerkende industrieën d) Bouwnijverheid e) Elektriciteit, gas en water f) Handel-, bank- en verzekeringswezen g) Woongebouwen h) Vervoer en verkeer i) Overheid en onderwijs j) Andere diensten k) Veranderingen der voorraden 1) Statistische aanpassing Totaal
4. Netto-uitvoer van goederen en diensten : a) Totale uitvoer b) Totale invoer c) Netto-uitvoer Bruto nationaal prijzen
produkt
tegen
102,2 26,1 36,2 45,9 20,4 27,9 16,3 18,4 26,9 27,4 10,8 358,5
1958
1959
1960
1961
1962
1968
1989
1965
1966
103,3 105,8 27,2 28,3 34,2 35,9 46,8 47,5 18,9 18,8 27,6 28,5 16,8 17,4 20,5 21,9 27,6 28,9 30,5 30,2
108,2 29,1 38,4 48,2 19,7 32,3 18,3 23,5 33,0 30,6
112,5 30,3 40,6 49,1 20,4 34,9 19,1 24,9 34,0 32,3
119,8 31,2 43,1 50,2 24,2 36,4 20,6 27,1 36,1 33,9
125,2 33,2 47,6 51,9 27,5 40,8 21,5 28,8 39,6 35,6
130,7 36,7 50,4 55,7 25,3 46,5 23,6 31,2 44,3 40,4
141,7 39,8 53,3 59,4 28,3 49,9 26,0 38,7 49,2 43,6
150,5 41,9 56,8 63,1 28,7 53,7 28,4 42,7 54,5 46,7
10,3
12,3
12,1
10,4
17,6
19,7
19,5
21,5
357,0 373,5
393,6
410,2
433,0
469,3
504,5
549,4
588,5
3,6
40,1 14,3 2,0
44,0 15,2 2,2
46,3 17,4 2,2
49,8 18,2 2,3
51,3 17,7 2,6
54,8 21,1 2,9
61,4 24,9 3,3
66,6 26,0 3,8
76,1 27,1 4,3
85,5 28,9 4,7
0,8
0,8
1,0
1,0
1,1
1,2
1,3
1,5
1,7
1,9
57,2
62,2
66,9
71,3
72,7
80,0
90,9
97,9
109,2
121,0
4,0 4,2 2,7 1,9 18,3 18,7 2,3 1,9 4,9 6,0 9,0 10,1 22,5 24,7 12,0 11,2 8,5 12,1 2,5 2,7 4,0 0,8 -0,8 -0,7
3,5 1,5 26,4 2,6 4,8 11,1 29,3 12,2 12,3 2,9 --0,2 -0,1
4,0 2,0 32,2 3,3 4,6 12,2 32,2 12,2 13,9 3,2 4,2 -0,4
3,9 1,5 37,6 5,7 7,6 13,0 29,4 13,1 16,1 3,4 1,5 -1,2
4,2 2,0 39,0 5,6 6,7 14,6 29,4 14,6 18,0 3,7 0,9 0,4
4,9 2,0 40,8 5,1 7,7 15,4 46,6 15,2 23,4 3,9 11,0 0,7
5,3 2,0 46,4 5,5 9,4 15,6 50,3 18,2 21,0 4,1 3,9 0,1
5,8 1,7 50,2 6,2 10,9 17,1 48,7 20,0 29,1 4,4 7,3 0,1
97,2
106,3
123,6
131,6
139,1
176,8
181,8
201,5
184,6 178,5 +6,1
177,3 176,3 160,1 176,1 +17,2 +0,2
200,1 198,7 +1,4
216,7 217,1 -0,4
233,6 230,2 +3,4
254,2 258,1 -3,9
295,0 295,0
327,0 320,0 +7,0
350,6 355,2 -4,6
519,2
522,7 537,8
572,6
606,1
648,0
695.4
779,2
847.4
906.4
4,3 3,0 20,0 2,3 5,0 10,0 24,4 10,7 8,4 2,5 6,6 0,2 97,4
86,3
-
markt-
— 419 —
I • 4b. — BESTEDING YAN HET NATIONAAL PRODUKT (In prijzen van 1963 indexcijfers, genormaliseerd systeem) Bron : 7■ ationaal Instituut voor de Statistiek. — Commissie van de Nationale Boekhouding. 1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
88 84 86
91 83 88
89 87 89
93 89 93
95 92 95
98 93 100
100 100 100
101 106 105
103 110 112
106 110 116
82 95 76 72 89 72 74 77 88
76 95 68 69 90 79 75 81 92
80 ' 96 69 72 92 82 77 81 91
84 96 74 82 94 87 85 83 91
88 97 77 87 96 90 87 87 95
93 99 92 91 100 96 92 93 98
100 100 100 100 100 100 100 100 100
102 102 90 113 103 102 109 109 106
105 104 99 118 106 109 120 116 110
108 106 99 124 108 111 125 125 111
84
83
85
90
91
95
100
103
108
111
71 60
76 65
79 73
83 76
86 74
91 86
100 100
105 102
115 103
124 108
64
69
71
74
80
90
100
109
117
123
68
73
77
81
82
90
100
104
111
119
115 171 56 43 84
106 152 50 35 80
111 105 52 44 99
93 86 73 48 80
104 113 88 62 75
97 81 100 105 119
100 100 100 100 100
109 96 99 89 108
115 93 110 94 126
123 79 117 103 142
74 104 78 63 38 73
66 92 87 67 29 72
75 99 83 82 64 80
82 117 89 75 76 84
90 125 90 77 94 94
93 107 96 84 105 96
100 100 100 100 100 100
100 146 101 142 88 100
99 146 116 117 86 101
106 135 122 157 107 108
57
56
76
77
85
92
100
119
105
134
68 66
73 74
80 83
87 89
93 93
100 100
111 111
120 119
125 128
80,2
82,1
86,5
90,8
95,9
100,0
106,9
110,6
113,7
1. Private consumptie : a) Voedingsmiddelen
b) Dranken c) Tabakswaren d) Kleding en ander persoonlijk goed e) Huur, taksen, water j) Verwarming en verlichting g) Duurzame huishoudartikelen h) Onderhoud van de woning i) Persoonverzorging en hygiëne . j) Vervoer k) P.T.T.-verbindingen 1) Vrije tijdsbesteding Totaal
2. Overheidsconsumptie : a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende huur van administratieve en onderwijsgebouwen (incl. afschrijvingen) Totaal
3. Brutobinnenlandse kapitaalvorming : a) Landbouw, bosbouw en visserij b) Extractieve industrieën c) Be- en verwerkende industrieën d) Bouwnijverheid e) Elektriciteit, gas en water f) Handel, bank- en verzekeringswezen g) Woongebouwen h) Vervoer en verkeer • i) Overheid (excl. onderwijs) j) Onderwijs k) Andere diensten Totaal
4. Netto-uitvoer diensten :
van
goederen
en
a) Totale uitvoer b) Totale invoer Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen (prijzen van 1963)
68 68
80,8
•
Bibliografische referenties : Bevolking : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Publikaties van het Nationaal Centrum voor mechanische bere-
keningen. — Algemene telling van de bevolking, de nijverheid en de handel op 31 december 1947. — Bulletin de l'I.R.E.S.P. — Annuaire eldmographigue (0.V.N.). — Revue Internationale du Travail (I.A.B.). — Annuaire des statistigues du Travail (I.A.B.). Nationaal Inkomen en B.N.P. : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S., juli-augustus 1967, blz. 579. — Statistische reeksen van Brussel (D.U.L.B.E.A.). — Recherches dconomiguee de Louvain (I.E.S.P.O.). — International Financial Statistica (1.111.F.). — Statietiguea gdndrales (O.E.S.O.). — Donnies statistiguea (Raad van Europa). — Yearbook of International Accounts Statietics (0.V.N.). — Belgische Economische Statistieken 1950-1960.
II. - TEWERKSTELLING EN WERKLOOSHEID Bron :
1. - INDEXCIJFERS VAN DE TEWERKSTELLING IN DE NIJVERHEID (arbeiders) Basis 1958 = 100 1 Ministerie van Teweidcatelling en Arbeid. Fabrieksbedrijven Metaalverwerkende nijverhe i d
Maandgemiddelden of maanden
1961 1962 1963 1964 1965 1966 1965 3e kwartaal _ 4e kwartaal _ 1966 le kwartaal _ 2° kwartaal ._ 3e kwartaal _. 4e kwartaal _. 1967 1* kwartaal 1966 Maart April Mei Juni Juli Augustus September ._ Oktober November December ._ 1967 Januari Februari Maart
Algemeen indexcijfer
Extractiebedrijven
99,6 101,9 104,0 108,2 105,8 104,5
67,6 62,0 60,1 61,2 57,2 48,6
106,0 105,6 103,2 104,8 105,3 104,9 102,7 103,2 104,5 104,7 105,1 104,3 105,5 106,1 105,8 105,2 103,8
55,1 55,1 49,1 49,6 48,1 46,7 45,9 40,9 51,2 50,3 49,8 48,8 48,2 47,4 47,1 46,6 46,4
102,8 102,6 102,6
46,1 46,2 45,4
Totaal
Nijverheid der basis. metalen
ri ce:ctlgael. vaFnabin
107,1 105,8 105,7 107,4 107,0 101,5
106,5 109,3 119,5 122,0 117,6 121,0
118,5 126,8 131,5 134,4 138,3 135,3
113,7 114,8 113,1 123,1 129,1 116,6
116,6 118,8 118,1 121,3 121,8 123,7 121,6
135,8 140,0 135,0 135,4 133,9 135,7 132,7
103,6 102,8 102,6 102,5 100,2 101,6 101,0 100,6 99,8 95,5
119,3 120,2 121,3 121,0 121,6 120,8 122,9 124,1 123,5 123,5
95,6 94,5 93,8
123,6 121,3 120,0
104,0 105,7 107,8 111,0 109,6 109,7 109,4 109,7 108,9 109,5 109,9 110,2 108,1 109,1 109,2 109,6 109,7 109,3 109,4 110,9 110,8 110,2 109,6 109,0 107,9 107,3
106,3 104,9 103,7 101,8 100,9 98,6 94,6
produkten (exclusief en transport-
.
Bouw van M achineeleetrische ouw bouw machines, (exclusief ' apparaten eicel rische en machines) toebehoren oebehoren
Textiel (excl. confectie)
Bouwnijverheid
89,2 99,2 100,6 104,5 105,2 108,3
99,1 97,8 99,1 98,7 93,6 98,0
129,0 128,0 117,0 116,2 116,8 116,7 113,3
104,7 106,1 104,3 108,9 111,9 109,6 106,8
92,7 93,3
100,7 106,9 108,9 117,5 112,9 111,2 116,6 112,3
99,1
112,1 114,4 112,4 107,8
135,3 136,0 137,8 135,9 132,5 134,9 134,3 137,0 135,5 134,5
115,7 115,0 115,6 116,9 116,1 116,3 117,9 116,9 117,4 115,7
105,4 106,9 106,4 108,9 111,4 112,1 112,2 109,8 109,9 109,1
98,6
111,2
98,4
134,0 134,0 130,0
115,5 112,8 111,5
107,3 106,2 106,9
100,5 99,0
110,8 111,0 113,0 111,2 114,7 116,2 115,4 113,2 108,5 104,9 107,7 110,8
B ouw van transportmaterieel
98,5 97,7 97,6
97,7
97,8
98,2 97,1 97,9 97,9
96,8 96,8 99,7
97,9
106,1
1 Indexcijfers oorspronkelijk berekend op basis 1964 = 100 omgezet in basis 1955 = 100.
Bron : Rijksdienst voor Arbeidavoorziening. Aantal werkdagen per periode 1
1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
6
304 308 * 252 250 250 253 252
II - 2. - WERKLOOSHEID Algemene gegevens Werkaanbiedingen 4 Gemidde d aantal Door de Maandopenbare gemiddelde werkloosl eidsdagen openper maand 3 besturen Werkaanvan het staande gedurende Ranbiedin. (duizenden) 2 tewerk. aantal „ ii .,.... man Gedeelte- gestelde vra gen do maand .verloren ontvangen gen per 4 5 lijke en werklozen Gedeelte- werkdagen Volledig (duinen- werklozen toevallige (duigenTotaal Volledige lijke en maand werklozen den) 2 toevallige den) (in duizenden) Aantal gecontroleerde werklozen
9,8 7,1 6,6 6,0 6,3 6,0 5,7
61,2 31,4 18,1 13,1 10,2 16,1 21,9
18,9 20,1 18,3 15,3 13,3 13,0 13,1
12,5 14,6 16,5 12,5 7,8 6,7
66,6 20,4 14,5 40,0 70,2 32,0 21,4
2.399 1.139 995 1.721 2.841 1.980
16,4 15,5 15,8 15,7 17,1 17,0
8,2 4,6 4,4 6,2 7,6 5,9
4,6 6,9 5,6 5,6 4,5 6,5
25,7 18,7 16,6 26,5 39,4 36,9
15,6 14,4 11,2 11,3 11,9 13,8
6,4 7,8 7,4 5,0 3,7 4,2
14,5 20,3 33,3 70,0 96,8 67,8 39,5 37,5 30,9 26,2 21,9 21,6 20,5
952 1.349 1.426 2.389 3.901 2.601 2.022 2.470 1.810 1.659 1.905 1.478
14,9 16,8 14,5 15,8 19,2 16,0 16,0 18,7 15,9 16,1 19,6 14,5
4,5 4,3 5,4 7,9 9,0 6,8 6,0 6,2 5,5 5,8 7,4 5,5
5,8 6,1 5,8 4,9 3,2 5,0 5,1 6,2 6,5 6,7 5,8 6,3
17,2 22,3 24,6 32,6 38,3 40,9 39,0 37,9 38,1 34,7 35,3 34,4
13,8 15,4 10,0 8,4 11,3 11,2 13,2 13,1 12,8 15,6 8,0 11,5
7,4 6,1 5,0 4,0 3,8 3,6 3,8 4,0 4,3 4,2 4,0 4,4
44,1 35,6 32,9 42,0 60,9 59,3 54,0 33,1 35,9
110,7 56,0 47,4 82,0 131,1 91,4
1966 September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April
20 24 19 20 25 20 20 25 20 20 25 19 20
47,6 56,2 75,1 119,4
41,8 49,4
156,0 130,1 101,1 98,8 90,5 82,9 76,2 73,9 75,8
59,2 62,3 61,6 61,3 59,6 56,7 54,3 52,3 55,3
1 Do werkloosheidsmaand omvat 4 of 5 weken. Daggemiddelde per werkloosheidsmaand.
6,8 7,7 6,7 10,0 6,2 6,8 6,4
48,0
65 61 63 63 65 65 64
Juni Juli Augustus September
20,9 21,2 16,0 15,7 15,3 15,8 15,9
110,1 87,9 47,1 32,9 26,1 32,2 38,7
1.966 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal 1967 1* kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal
Mei
4.005 3.241 1.791 1.731 1.100 1.454 1.564
158,1 126,3 85,5 83,1 52,8 69,0 74,4
75,4
38,4 38,4 50,2 26,7 36,8 35,7
7,5
2
Aantal verloren werdageu per maand Aantal werklozen ingeschreven in de gemeentelijke stempellokalen, per maand 4 Werkaanvragen en -aanbiedingen met betrekking tot arbeiders en arbeidsters 5 Normaal arbeidsbekwame volledige werklozen. 6 Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentcontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel besluit van 29-12-61. ° Sedert 1962 worden voor een week slechts 5 werkdagen aangerekend, daar waar vroeger 6 werkdagen in aanmerking kwamen. 3
Gemiddelde duur van de werkloosheid =
— 421 — II • 3. — WERKLOOSHEID
Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen Volledig + gedeeltelijk werklozen (duizenden) Bron : Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
Jaar
le kwartaal
20 kwartaal
5e kwartaal
4e kwartaal
181
204
166
149
292
182 149
150
204 171
1960
199 158
1961
126
111
123 90
137 124
1958 1959
221
1962 1 1963
85
177 141 176
64 44
52 35
90
83
1964 1965
53 69
82 111
36 45
32
1966 1967
74
111 131
56 91
61 78 82
-
39 47 75
72
1964
1965
1966
1967
120 63 67
131 124 75
159 87 75
156 130 101
April Mei Juni
40 36 32
49 45 41
65 54 49
99 91 83
Juli Augustus September
32 30 34
40 39 39
49 44 48
76 74 76
Oktober November December
37 49 102
42 96 104
56 75 119
Januari ...... Februari .... Maart
Bibliografische referenties :
Maandelijkse berichten van de R.V.A. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Statistisch Jaarboek voor België. — Arbeidsblad. — Recherches économigues de Louvain (I.E.S.P.O.). — Industrie, tijd schrift van het V.B.N. — Statistische Mededelingen (E.G.K.S.). — Annuaire des Statistiques du Travail (I.A.B.).
1 Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel besluit van 29-12-61.
- 422 ----
III. - LANDBOUW EN VISSERIJ 1. - LANDBOUWPRODUKTIE Bronnen : Ministerie van Landbouw (plantaardige produktie) - Nationaal In stituut voor de Statistiek (aantal dieren, dierlijke produktie en betaald areaal). 1958
1960
1959
1962
1961
1968
1964
1965
1960
Beteeld areaal 1 (duizenden hectaren)
Broodgranen waarvan : tarwe rogge Andere granen Nijverheidsgewassen Wortel- en knolgewassen Groenten geteeld voor het zaad Hooi- en weiland Diversen Totaal
296
270
273
256
252
246
262
265
247
219 69
200 62
203 63
206 44
209 39
200 41
216 42
227 34
212 30
240 94 141 12 811 128
255 88 134 12 816 133
. 252 96 131 11 819 129
263 92 120 11 821 136
260 93 116 10 829 129
255 94 114 10 825 135
239 106 103 11 815 129
253 95 98 10 810 121
260 92 98 9 810 124
1.722
1.708
1.711
1.699
1.689
1.679
1.665
1.652
1.640
779 992 3.200 170 56 1.956
789 1.034 1.500 124 43 1.357
773 1.056 3.063 214 55 1.894
722 1.011 2.703 196 60 1.789
835 1.083 2.019 231 37 1.872
759 1.039 2.135 240 47 1.530
900 1.064 3.114 283 68 1.755
854 962 2.537 190 46 1.419
650 896 2.586 157 29 1.475
178 2.596
170 2.649
159 2.696
148 2.728
141 2.832
132 2.805
120 2.663
108 2.731
95 2.773
Plantaardige produktie (duizenden tonnen)
Tarwe Andere graangewassen Suikerbieten Vlas (zaad en stro) Cichorei Aardappelen
Aantal dieren 1 (duizenden stuks)
Landbouwpaarden Totaal der runderen waarvan : melkkoeien Varkens
996
1.015
1.024
1.025
1.051
1.044
999
1.010
1.019
1.423
1.450
1.749
1.772
2.053
1.795 .
1.833
1.847
1.971
1.319
1.303
1.420
1.538
1.630
1.644
1.712
1.953
2.199
412
424
441
429
462
458
429
461
500
Dierlijke produktie Melkleveringen aan de melkerijen (miljoenen liters) (nettogewicht van vlees duizenden tonnen)
Slachtingen
het
-
1 Telling op 15 mei van ieder jaar.
III - 2. - ZEEVISSERIJ Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens (maa edgemiddelden in tonnen) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
1965
1966
281
233
141
728
630
1.124
1.052
346
424
322
294
442
314
347
631
201
263
329
323
328
310
298
319
280
182
260
528
409
273
153
134
112
61
89
39
80
48
76
75
72
80
1961
1962
1968
1958
1959
1960
Schelvis
374
232
262
285
300
221
Kabeljauw
834
653
689
698
868
Pladijs
451
381
390
291
Tong
315
257
350
Rog
337
342
Haring
201
Garnaal
64
1964
Bibliografische referenties : Landbouwtijdschrift (Ministerie van Landbouw). - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor Belgici. Données statistiques (Raad van Europa). - Bulletin mensuel : Economie et statiatiques agricoles (F.A.0.).
— NIJVERHEID Pir- 1. — RESULTATEN DER CONJUNCTUURENQUETES
(')
Gezamenlijke nijverheid : Textiel — IJzer en Staal — Metaalverwerkende nijverheid — Papier — Hout — Leder — Non fe•rometalen Peer e^rag= van de oorwoorden "in btliging„ op vragen A,B en C Perenrog- non de antwoorden "Hoger
don no, mool„ op vragen D en E
Pe-c"n.aga von de antwoorden 'in doling, op vragen A,B en C Par-entage von da ontwaar den
-_-
-
Lager don normaal„ op vragen D en E
J
Verschil der antwoorden ".n stnging „ en " in daling „ op vragen A,B en C uitgedrukt in percentages
.1
Verschil der antwoorden "Hoger„ en " Lager„ don normaal op vragen D
en E uitgedrukt in percentages
A.-INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BINNENLANDSE MARKT 440
(2)
-
+40
1111111511111111111111111111111111111111ffidaidil
511111EllealEPREIMPi elgighiEWPOIEMER 55§ REEEMOMAIMMEE5 mglIWym a
1 1 1 „,„ 1 , 1 I
6 0
ilotlill
ME
ge
I
I
1
1
Iiisill
8.-INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BUITENLANDSE MARKT +40
60
1111111
.
(2)
-
111
Oh
al1111151111110111/1111~ 413111111111111114 irlq PSOR aVIMREMnaMqqa Z ;I- Sgi 1.1-°
0
gr
..
-
-
VIIIIPM
irlill
t
0
liglaiiillEiiii"W
_
Q* leigal lideimmiliglin illill=
11111111
60
r
I
I
I
1
111111
I
1
1
1
111111
I
1
1
1
1,
1
I
11
1
+40
1
1
1.
60
'
r-_ /1 . lim. _ r ico n dehimilimM mmommilhwimiamd Tien. ...i_ ...~1611-£111n.mmina_ 0 APeng=41~ 210-e".=.21"150"17glaingani" SiginieragigSilde5---
0
C.- VERLOOP VAN DE VERKOOPPRIJZEN
+ 40
mg
1– miela
lilt I
-40
iiiiir
ril III tilti 1 i 1
-
- 0
-
Il11 II 11i i1 it it I 1 I II
t
+40 -
I
■
tt i i ii
40
D.- OORDEEL OVER ORDERPOSITIE +40
+40
■. ■
40
_ _ 0
allidadabliablibillaffiffihmiailii. inallaillIMIlliatialia~~~.• . .. _-1111115i11411111I11111111111111111111111 Mg al IdaiWigiii".602015912tabi llil m. immillibm ■■-■,
-
-40
E.- OORDEEL OVER DE VOORRAAD AFGEWERKTE PRODUKTEN +40
+40
_
~.."%mMilli morm ■ mumm_ mg IlOmmm-=_~.~§"MaiMMICSIghemmamOdmild "II" "wilinia gi 0-AMEgini2W---iákaffiMEEEEwmmowammEgsgRamiassmaspozwelammEE _ 40
■
.
■
Ii,',Iiiii,
. 'lilt]
-
t
I
I
■
■
I
I
I
I
1
1
■
F.- GEMIDDELDE VERZEKERDE ACTIVITEITSDUUR
■
ti
I
I
I
1
■
1
I
1
I
1
I
I
I
I
11
I
t
4
0
(in maanden) 5
4
.....,
%.. . ..... / I ■
........
■
.......... .../....... ■
4./.
■
3
, ,1 1 1963
111111111
- 1964
l
1
111111111
1965
1
1
111111111
1966
I
1
I
■■-
3
11111E111
2
1967
1 De antwoorden der deelnemers zijn gewogen met de omzetcijfers en geven de wijzigingen tegenover de vorige maand voor de vragen A tot D aan. 2 Seizoenbewegingen uitgeschakeld.
IV - 1. — ALGEMENE INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE Basis 1958 = 100 Indexcijfers seizoeninvloeden uitgeschakeld
Indexcijfers seizoeninvloeden niet uitgeschakeld Bron : I.E.S.P.O. I
Bron : N.I.S.
Maandgemiddelden of maanden
Algemeen indexcijfer •
1961 1962 1963 1964 1965 1966
119 125 135 144 g 147 v 150
:1 966 20 kwartaal 3e kwartaal 4 5 kwartaal 1067 le kwartaal 2 5 kwartaal 3° kwartaal
g 152
.
waarvan : fabrieksnijverheid alleen
v 162 v 156 v 152 v 159 v 149 v 147 v 160 v 155 v 146 v 161 v 113
1966 September Oktober November December .... ......... 1967 Januari Februari . .......... Maart .. ......... April
Mei Juni Juli .. ............ Augustus ...... ....... September
Algemeen indexcijfer •
114 120 129 139 145 148
122 130 138 147 149 150
119 125 136 144 148 v 150
g 164 v 155 v 168 v 164 v 166
154 136 155 v 152
152 147 152 152 153 v 147
g 150
v 175 v 169 v 163 v 171 v 161 v 158 v .172 v 167 v 157 v 173
155 151 159 153 150 151 154 150 148
155 155 147 153 154 146 156 • 151 152 157 v 138 v 149 156 3
v 153 v 146 v 147 . v 156 v 150 v 156 v 152 v 156 v 148 v 152 v 143
g 157
v 162
•
Bron : N.I.S.
2
Algemeen indexcijfer
Algemeen indexcijfer
124 132 142 153
v 143 v 156 v 152 v 154
Bron : Agefi
v v v v v
v 123
v 151 v 150 v 153 v 152
" Excl. do bouwnijverheid. Indexcijfers op oorspronkelijke basis 1961 omgezet in indexcijfers 1958 = 100. 2 Indexcijfers op oorspronkelijke basis 1953 omgezet in indexcijfers 1958 = 100. 3 Vooruitzicht.
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (Voornaamste sectoren) Basis 1958 = 100
13ron : N.I.S.
Fabrieksnijverheid waarvan :
netaalverw n ijverb
Voedings n ij en drankbE
Totaal
spinnerijen
Wever ijen
Industrie der gebreide goederen
119 125 135 144 g 147 v150
85 124 86 132 142 88 92 153 85 g 157 76 v 162
126 134 131 151 147 148
116 124 128 147 152 151
132 130 145 162 175 177
129 136 153 160 167 v 175
112 115 119 127 127 134
125' 130 140 142 138 145
128 130 137 135 132 135
124 130 139 146 137 149
124 132 157 153 154 161
130 144 151 166 172 178
1966 le kwartaal 2 5 kwartaal 30 kwartaal 4° kwartaal 1967 15 kwartaal 20 kwartaal
g 150 g 152
80 79 69 77 76 78
g 161 g 164
133 160 150 148 137 v 163
155 154 141 155 162 166
152 119 184 172 130 148 172 178 128 169 v 167 138 151 150 177 v 190 139 177 v 180 v 129 164 v 175 v 132 v 130
146 139 119 137 124 120
168 154 151 163 133 145 167 158 147 g 158 139 v153 v
1966 Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari .. ....... Februari Maart April .. ....... Mei Juni v Juli
g 120
53 74 80 76 77 78 77 72 80 75 76 82 50
g 131
138 154 158 159 145 141 129 128 153 156 164 v 171 135
124 135 163 156 151 158 162 154 170 163 163 173 134
143 181 183 175 174 181 185 176 170 155 159 179 142
99 130 155 152 145 155 g 138 g 135 144 132 v 118 v 139 74
89 126 142 .139 128 145 124 119 129 120 110 130
119 121 160 158 154 162 149 144 147 139 131 146
1961 1962 1963 1964 1965 1966
............. ........
....... .....
Excl. de bouwnijverheid.
v 143 v 156 v 152 v 154 v147 v 162 v 156 v 152 v 159 v 149 v 147 v160 v 155 v 146 v 161 113
verheid va Lalhoudend( rclusief pel steenkool
Industri( non-ferron
inde
,iebe
Totaal
v 155 v 168 v 164 v 166 v 159 v 175 v 169 v 163 v 171 v 161 v 158 v 172 v 167 v 157 v 173 123
973113
na -ia
1nd
waarvan : Maandgemiddelden of maanden
137 v 173 v 192 v 195 v 184 v 191 v 183 v 172 v 187 v 179 v 167 v180 133
124 141 148 156 162 133 120 123 v 143 v 122 v 125 v 147 128
74
waarvan : verwerking van de plastiekst offen (1962 = 100)
t roleumrafl
Chemische bedrijven en rubberindustrie
Textielnijverheid
100 124 148 178 213
122 130 187 206 241 256
191 217 200 245 262 260
252 234 262 275 266 252
157 83 150 202 165 168 187 187 240 175 185 261 168 179 240 157 182 234 g 146 189 245 g 152 183 255 285 199 176 g 148 v 186 262 261 146 'V 190 v164 IJ 209 v 255 153 140 76 67
278 253 255 267 270 288 273 251 275 259 256 241 231
177 184 168 182 190 195 v
— 425 —
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (N.I.S.) Basis 1958 = 100 GEZAMENLIJKE NIJVERHEID 200
200
150
150
100
100
IJZER-EN STAALNIJVERHEID
150
150
100
100
METAALVERWERKENDE NIJVERHEID
200
200
150
150
100
100
TEXTIELNIJVERHEID
A /
■/
150
.....---"
■ S.
1966
■ ••••
A I 1 • 1 •••• ■ 1
150 1965
t 1967 100
100 I
1
I
1
74
CHEMISCHE-EN RUBBERNIJVERHEID
200
200
150
150 .
100
100 60
62
64
66
M
J
D
IY - 3. - ENERGIE Bronnen : Algemene Directie van het Mijnwezen [kol. (1), (2) en (5) ] -- Administratie van de Nijverheid [kol. (8) en (tij ] - Berekeningen door do N.B.B. [kol. (4) ] - N.1.S. [kol. (3), (6) en (7)]. Steer.'wool Elektriciteit Ruwe petroleum (3115
Maandgemiddelden of maand e::
Voorraden per einde periode
Totale produktie
op de
mijnterreinen
WaarneemDagelijks baar rendement verbruik per onder- en van ruwe bovengrondse steenkool arbeider 1
Nettoinvoer
(duizenden tonnen) (1 )
1
(2)
1961 1962 1963 1964 1965 1966 1965 3e kwartaal 4e kwartaal
1.794 1.769 1.785 1.775 1.649 1.458
4.394 1.351 454 1.489 2.419 3.046
122 182 474 407 422 417
1.459 1.700
2.035 2.419
1966 1 0 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
1.584 1.483 1.284 1.482
1967 1 0 kwartaal 20 kwartaal
1.472 1.430 1.531 1.012 1.354 1.485 1.441 1.480 1.528 1.518 1.393 1.506 1.396 1.410 1.484 v 943 v 1.293
1966 Juni Juli Augustus September Oktober November December • 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
(kg)
(4 )
(3)
1.090 1.149 1.163 1.154 1.212 1.270
453 511
2.802 3.077 3.051 3.046
414 494 382 377
2.262 2.270 1.995 2.222
3.094 3.033 3.077 3.014 3.005 3.051 3.095 3.053 3.046 2.959 3.013 3.094 3.014 3.004 3.033 v 2.920 v 2.916
309 426
2.139 2.245 2.284 1.673 2.170 2.143 2.125 2.190 2.350 2.276 1.975 2.165 2.267 2.198 2.271.
482 344 444 356 349 331 451 295 326 306 442 431 406
, , ,. PT" U ""
Verwerking
(miljoenen
(duizenden tonnen)
•
. (5)
2.477 2.582 2.664 2.504 2.393 2.188 2.285 2.504
Produktie der cokesfabrieken
k ll'h ) ( 6)
rechtstreekse leveringen aan de nijverheid
Totaal beschikbaar gas
(miljoenen ma)
(7)
(8)
(9)
660 705 1.013 1.112 1.300 1.382 1.280 1.385
102 104 102 106 107 97
196 214 224 240 268 254
1.205 1.256
1.247 1.368 1.483 1.623 1.697 1.794 1.529 1.857
100 105
204 278
1.261 1.263 1.253 1.300
1.877 1.709 1.623 1.965
1.364 1.266 1.414 1.485
99 97 90 100
294 224 200 298
1.314
1.945 1.812 1.701 1.471 1.633 1.764 1.888 1.951 2.055
1.440 1.401 96 82 91 98 101 96 103
210 186 201 213 247 316 333
v 1.352 1.256 1.235 1.241 1.284 1.283 1.299 1.319 1.294 1.321 1.326 v 1.328 v 1.353 v 1.374 v 1.319 v 1.347
1.091 1.500 1.367 1.375 1.441 1.454 1.559 1.476 1.354 1.489 1.399 1.485 1.320
2.056 1.826 1.952 1.832 1.794 1.810 1.519 1.689
1 Steenkolenproduktie -I- netto-invoer van steenkolen, cokes en agglomeraten -1- voormadbeweging (1,3 ton cokes en 0,9 ton agglomeraten = 1 ton ruwe steenkolen).
IV • 4. - METAALPRODUKTIE Bronnen : N.LS. [kol. (1) en (2) I. - l'abrimétal [kol. (3) tot (6)]. User- en staalnijverheid
Met aalverwerkende nijverheid (miljarden franken)
(duizenden tonnen)
Maandgemiddelden of maanden
1961 1962 1963 1964 1965 1966 1965 3 , kwartaal 4e kwartaal 1966 1 0 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1967 1 0 kwartaal 2e kwartaal 1966 Juni Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari _ _._. Maart ... ........ ._._._._ April
Mei Juni Juli Augustus 1 Raming van Agefi.
Binnengekomen bestellingen
Produktie van ruwstaal
Produktie van afgewerkt staal
voor de bin enlandse markt
voor de uitvoer
Totaal
Totaal .Ier verzendingen
( t)
(2)
(8)
(41
(5)
(6)
584 613 627 728 764 743 736 806 756 758 695 763 788 v 829 787 612 668 804 764 752 775 796 741 827 800 v 804 v 882 v 671 686'
405 451 476 536 559 572 508 566 585 580 520 604 632 650 609 432 495 631 617 580 615 633 593 670 650 628 673 472
5,43 5,35
3,76 3,74
5,90 6,29 6,58 6,90
4,03
5,77
5,35
7,26 6,67 6,85 6,67 7,40
6,54 6,96 6,86
v 6,86
v 6,86
7,40 5,31
7,08 5,02 4,83
8,27 6,42 6,64 7,08
8,47 v 6,46 v 6,44 v 7,69 v 6,31
5,20 6,02 6,59
5,45 7,11
9,19 9,09 9,93 11,49 12,60 13,49 11,12 13,80 13,63 13,71 12,12 14,51 v 13,72
8,09 8,94 10,25 11,84 12,76 13,43 11,41 14,32 13,22 14,27 11,65 14,59 v 13,36
14,48 10,33 13,10 12,92 13,85 14,07 15,62 13,10 13,16 14,89 12,61
15,39 9,95 10,84 14,17 13,92 13,87 15,98 v 12,91 v 12,71 v 14,48 v 13,91
6,50 7,21 6,99 7,15 v 6,64 v 6,72 v 7,20 v 6,30
v v v v
- 427 -
IY • 5. - BOUWNIJVERHEID : jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn
Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd Voltooide gebouwen
Toegestane bouwvergunningen Nieuwbouw of volledige herbouw
Jaar
Aantal
34.904
1957
Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw Te bouwen volume (duizenden
Nieuwbouw en volledige herbouw
Voltooide gebouwen
Toegestane bouwvergunningen Nieuwbouw of volledige herbouw Te bouwen volume (duizenden m3 )
Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw
Nieuwbouw en verbouwingen . •
Te bouwen volume (duizenden m3 )
Te bouwen volume (duizenden m3)
Aantal
24.063
9.407
1.318
31.150
3.618
9.255
3.009
3.772
6.057
29.510
2.636
6.059
2.619
2.843
4.930
m3)
Aantal Aantal
Aantal
Aantal
1958
32.329
21.732
9.368
1.192
1959
38.989
26.683
9.724
1.368
33.045
3.036
8.661
3.135
4.951
5.286
1960
41.102
28.881
9.645
1.230
34.129
3.151
11.805
3.567
6.360
5.407
1961
44.552
31.603
10.436
1.406
35.232
3.498
12.785
3.958
7.071
5.975
2.960
5.399
5.424
38.530
27.818
9.888
1.617
31.446
4.957
16.545
1963
38.686
28.020
12.025
1.436
27.696
6.016
20.797
3.280
4.537
5.172
1964
44.035
34.575
14.389
1.653
v 34.032
6.583
20.661
3.826
5.402
v 7.248
1965
38.796
39.780
9.372
42.648
32.702
10.143
1962
1966
...........
v
.....
1 In 19(35 en 1966 werden respectievelijk 10.778 en 13.908 vergunningen verleend voor nieuwbouw, volledige herbouw, verbouwingen, vergrotingen en gedeel. telijke herbouw.
IV - 6. - BOUWNIJVERHEID : maandcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd 1 Maandgemiddelden of maanden
Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn 2
Toegestane bouwvergunningen
Voltooide gebouwen
Toegestane bouwvergunningen
Voltooide gebouwen
1965 3 0 kwartaal
3.238
3.894
969
797
4e kwartaal
3.014
3.866
935
913
1966 le kwartaal
3.803
2.376
1.006
946
2e kwartaal
4.063
2.596
1.351
651
3e kwartaal
3.348
2.715
1.227
807
4e kwartaal
3.001
3.214
1.053
977
1967 le kwartaal
3.029
2.033
1.011
616
1966 Mei
3.908
2.701
1.290
679
Juni
4.057
2.419
1.420
632
3.416
2.771
1.240
694
Augustus
3.368
2.476
1.246
745
September
3.261
2.899
1.195
981
Oktober
3.172
2.957
1.177
845
2.916
2.839
926
969
2.916
3.845
1.055
1.117
2.644
1.502
847
512
Juli
.......
November
..
....... ........... ...... .
... ...............
December 1967 Januari
•
3.057
2.329
1.001
702
Maart
3.385
2.269
1.184
633
April
3.582
2.235
1.280
680
Mei
3.473
2.067
1.182
549
Februari
......... ..................
t Nieuwbouw of volledige herbouw waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd. Nieuwbouw, herbouw, verbouwing en uitbreiding, waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd.
2
▪ - 428 IV - 7. - VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.-LANDEN Algemene indexcijfers van de industriële produktie (aangepast voor seizoenschommelingen) Basis 1960 = 100 Bron : 0.E.S.0. Gezamenlijke E.E.G.-landen
West-Duitsland 1
Belgié
1965
1966
Schommel. in pet.
1965
1966
130
138
+ 6,2
132
2e kwartaal
132
139
+ 5,3
3e kwartaal
133
139
+ 4,5
4e kwartaal
135
139
+ 3,0
1060
1967
1 0 kwartaal
138
139
2e kwartaal
139
139
3 , kwartaal
139
134
133
4e kwartaal
139
134
131
1 0 kwartaal
+ 0,7
1965
1966
Schommel. in pct. *
136
131
135
+ 3,1
132
135
132
136
+ 3,0
131
134
131
133
+ 1,5
136
134
133
131
- 1,5
1966
1967
1966
1967
136
137
+ 0,7
135
129
-
4,4
135
136
+
0,7
136
128
-
5,9
Frankrijk
Schommel. in pct. *
Itali6
Nederland
1965
1966
Schommel. in pct.
1965
1966
Schommel. in pct.
1965
1966
Schommel. in pct. *
1 0 kwartaal
125
134
+ 7,2
134
151
+ 12,7
131
139
+ 6,1
2e kwartaal
127
136
+ 7,1
139
154
+ 10,8
131
141
+ 7,6
3 , kwartaal
129
139
+ 7,8
142
158
+ 11,3
134
142
+ 6,0
4e kwartaal
133
140
+ 5,3
145
162
+ 11,7
138
146
+ 5,8
1966
1967
1906
1967
1966
1967
134
139
+
3,7
151
166
+ 9,9
139
145
-I-
4,3
20 kwartaal
136
138
▪
1,5
154
169
9,7
141
145
-I-
2,8
3 0 kwartaal
139
158
142
4e kwartaal
140
162
146
le kwartaal
* Schommelingspercent tegenover het indexcijfer van het overeenstemmend kwartaal van het vorige jaar 1 Saarland en West-Berlijn uitgesloten. Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. -- Annalen der Mijnen van België. - Arbeidsblad. - Recherches dconomiques de Louvain (I.E.S.P.O.). - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Bulletin van Fabrimdtal. - Maandelijks statistisch tijdschrift van Fdddchar. - Maandelijks tijdschrift van het M.E.Z. (Administratie van de Nijverheid - Dienst : Elektrische energie). - Energie. - Figas, informatieblad van het Verbond der Gasnijverheid. - Agence dconomique et financiere. - liet Bouwbedrijf. - Principaux indicateurs dconomiques
(O.E.S.0.).
IV - 7. — VERGELIJKENDE EVOLUTIE YAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE
DER E.E.G.-LANDEN
Algemene indexcijfers van de industriële produktie (O.E.S.O.) Basis 1960 = 100 (Aangepast voor seizoenschommelingen) GEZAMENLIJKEN E.E.G.-LANDEN
1966
1967 140
................. y•■■**.*.
140
1965
100
100
BELGIE
140
140
100
100
WEST-DUITSLAND (excl.Saarland en West-Berlijn)
1966
1965
140
—
140
.e er
MEIN
_ 1967
100
100
FRANKRIJK
1967 140
140
............... •••• ... 1966 ...... 1965
100
100
ITALIE 180
140
100
1967
—1. 140
..........
..... 1966
wo — 140
.•••
1965
100
100
60
62
64
66
5
D
V. - DIENSTEN 1. - VERVOER a).
-
Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de SABENA
Bron : N.M .I3.S., N .11.B. en SABENA. SABENA
N.M.B.S. Reizigersvervoer Maangemiddelden of maanden
Aantal reizigers-km
N.M.B. Vervoerde ton-km
Goederenvervoer (volledige wagonladingen)
1)
Aantal 2 tre
waarvan : Totale tonnenmaat
(miljo enen)
Geregeld en betalend luchtverkeer
2
berdre= minerale
ertsen
(miljoenen passagiers-
(duizenden tonnen)
(
km) 108,7 98,2 115,4 112,2 135,5 148,8 137,8
(duivenden)
72:7
1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
715 724 746 751 753 748 726
525 538 539 569 577 563 519
5.070 5.115 5.189 5.444 5.549 5.323 4.943
1.935 1.937 1.998 2.212 2.030 1.867 1.650
1.155 1.177 1.209 1.151 1.291 1.274 1.222
294 225 212 171 154 124 114
1965 40 kwartaal
755 726 731 711 735
590 538 514 483 543
5.580 5.054 4.974 4.571 5.172
1.952
1.311
17,4
1.722 1.655 1.570 1.653
1.257 1.211 1.139 1.281
135 111 127 .104 114
120,2
1966 1° kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
83,9 126,4 230,4 110,6
12,7 15,7 27,8 17,3
1967 1 0 kwartaal 2° kwartaal
v 723 v 714
4.897 5.115
1.579 1.689
1.257 1.264
673 728 733 748 717 740
509 508 444 484 521 548 518 564
4.094 4.591 5.028 5.198 5.032 5.286
1.307 1.505 1.598 1.607 1.644 1.707
1.030 1.193 1.193 1.297 1.173 1.373
108 108 102 103 108 113 113 116
97,0 170,1 242,2 246,6 202,4 145,2 90,4 96,1
15,7 23,2 27,8 28,2 27,4 20,0 15,0 17,0
v 737 v 693 v 738 v 697 v 736 v 709 v 687
513 480 535 458 518 548 445
4.959 4.546 5.185 4.788 5.167 5.392 4.192
1.690 1.441 1.606 1.641 1.678 1.747 1.309
1.272 1.168 1.330 1.079 1.357 1.356 1.161
115 95 115 100 107 116 27
96,7 86,2 108,1 135,2 172,3 202,7
15,4 14,7 17,0 19,6 23,6 26,3
1966 Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari • Maart April Mei Juni Juli
2
13,8 12,9 13,7 13,8 16,5 18,8 18,4
De produktieve ton-kin hebben betrekking op liet commercieel vervoer (met uitsluiting van het dienstvervoer) : het is de som van de vermenigvuldigingen van het gewicht van elke verzend ng met de afstand van liet traject. De vervoerde ton-km worden bere :end door optelling van de resultaten bekomen door vermenigvuldiging van de vervoerde tonnage met het aantal kilometers van het vervoer.
V - 1 o). - Binnenscheepvaart
1 b). - Zeevaart Bronnen : Havenbestuur te Antwerpen [kol. (1)], te Gent [kol. (4)], N.1.S. (overige kolommen). Haven van Antwerpen haven van Gent Laadvermogen Laadvermogen Goederen Goederen van de binnen. van de binnengekomen gekomen (duizenden metrieke tonnen) (duizenden metrieke tonnen) Maandgemiddedlen schepen schepen of maanden (duizenden (duizenden Binnen. Binnen. registerregister. Vertrokken Vertrokken gekomen gekomen tonnen) tonnen) (1)
(2)
(3)
(4)
(3)
(6)
1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
3.774 3.846 4.167 4.356 4.558 4.615 4.761
166 167 143 162 178 149 148
75 61 70 67 78 108 76
4.681 4.763 4.764 4.772 4.687 4.823 4.916 5.029
1.288 1.284 1.300 1.282 1.408 1.587 1.514 1.634 1.787 1.471 1.494 1.577 1.515 1.562
150 139 137 151 165 160 143
1965 3 0 kwartaal 45 kwartaal 1966 le kwartaal 2e kwartaal 35 kwartaal 40 kwartaal 1967 15 kwartaal 20 kwartaal
1.816 1.936 2.159 2.602 3.036 3.366 3.376 3.507 3.520 3.542 3.283 3.358 3.323 3.597
146 157 129 136 144 165 141 111
155 144 106 144 161 181 143
85 104 77 75 71 82 94
1966 Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni . Juli
4.980 4.529 4.551 4.963 4.743 4.764 5.165 4.325 5.257 5.332 4.943 4.811 4.658
3.398 3.352 3.323 3.269 3.308 3.392 3.846 2.928 4.017
1.440 1.574 1.717 1.630 1.612 1.303 1.574 1.783 1.329
134 168 131 147 169 178 145 136 141 109 109 116 141
190 154 140 129 193 221 146 116 168
70 43 99 36 108 102 87 91 103
1 Binnenlands vervoer -I- invoer + uitvoer + doorvoer.
Bron : N.1.S. Totaal verkeer (duizenden metrieke tonnen)
(miljoenen
(1)
(2)
ton-km)
5.097 5.426 5.553 5.400 6.276 6.412 6.633 6.633 6.395 6.197 7.070 6.739 6.524 6.705
436 456 452 433 509 507 497 525 497 472 534 503 479 493
6.022 7.238 6.958 6.715 6.524 6.333 6.188 6.265 7.663 7.359
451 528 531 520 481 437 464 464 552 532
V • 2.
-
TOERISME
(duizenden overnachtingen)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
waarvan land van gewone verblijfplaats Maandgemiddelden of maanden
Totaal
Nederland
Verenigd-
West-
Koninkrijk
Duitsland
België
Frankrijk
1.249 1.307 1.387 1.437 1.498 1.587 1.661 1.647
979 982 1.061 1.083 1.110 1.157 1.210 1.200
55 69 74 82 89 102 106 99
30 33 34 37 38 42 45 47
82 99 89 98 105 113 115 103
kwartaal 4e kwartaal 1966 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
4.188 464 378 1.603 4.130 476
3.226 268 210 1.127 3.202 261
255 35 29 107 222 39
93 23 20 46 98 25
kwartaal
529
313
47
1966 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1.504 1.134 2.172 5.513 5.472 1.406 548 450 432
1.080 720 1.580
1967 Januari Februari Maart April
367 348 873 1.020
...... ....... ...........
1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1965
30
1967
1°
U.S.A.
27 33 38 48 53 61 67
20 25 21 23 27 29 32 33
282 19 15 123 254 20
135 28 24 64 147 31
50 22 17 38 56 21
24
29
30
18
4.212 852 284 239 261
131 85 105 200 334 132 47 40 30
34 42 62 151 98 45 28 24 22
101 92 176 299 315 147 26 18 16
44 62 86 106 260 74 40 30 23
27 38 48 62 59 47 31 19 13
193 182 564 694
30 29 82 87
20 19 32 32
15 14 58 49
27 24 38 43
17 16 22 32
4.543
41
V • 3. - BINNENLANDSE HANDEL Verkoopindexcijfers a). -
Basis 1953 = 100
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Warenhuizen met veelvuldige afdelingen
Co5peraLieven
t
Groothandel
Onderasmingen met b ij . huizen
Verkoopindexcijfers na uitschakeling van de prijsen seizoenbewegingen
(berekeningen door de N.B.B.)
Maandgemiddelden of maanden
Alge
-
meen
index _
Voeding
Kleding
cijfer 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
..• • •• • ........ ••• • •• • •
*
1965 4 0 kwartaal 1966 1° kwartaal 20 kwartaal 3 0 kwartaal 4° kwartaal 1967 1° kwartaal 20 kwartaal . ...... ... ..... 1966 Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli
144 156 161 170 180 196 212
lueubi. lering
Huishouden 2
Alge meen indexcijfer -
120 125 1:30 135 140 140 145 145
132 142 147 154 156 163 169 166
232 206 219 223 233 g 226 260
290 274 289 286 333 322 348
170 167 171 175 179 174 172
148 145 143 143 147 143 151
176 166 164 164 171 172 191
173 178 183 190 188 232
204
226 254
282 286 290 301 306 392
195 176 195 188 292 218
213 g 220 g 246 g 232 249 299
317 308 341 337 334 372
185 200 212 222 253 179 238 206 262 188 229
206 209 233 200 212 208 197
252 214 220 233 278 227 229
198
226
233 209 209 206 249 229 228
185 178 203 189 199
229 204 210 , 239 251 327
211 197 209 227 222 299
234 184 200 254 234 298
212 183 205 216 183 238
246 226 228 254 224 356
206 194 229 229 218 231
220 214 252 235 218 231 201
188 160 216 224 226 238 236
221 198 205 212 190 190 192
220 230 230 232 222 234 238 basis
225
253 195 221
214 272 210
225
172
177 188 203 218
vee-
dingswaren
131 143 145 151 156 163 168 173
132 138 144 152 161 168 181 188
172
145
Warenhuizen
138 144 152 172 193 220 260 295
150 162 165 171 179 200 218 236
149 159 164
.
lVoedmg oed i ng
Groothandel .. algei 1i Coopemens ratieven
155 163 173 179 196 213 220
126 141 145 154 164 183 199 206
145 159 160
Algemenu vosdingswaren
186
"- Nieuwe reeks vanaf 1965, indexcijfers op oorspronkelijke basis 1964 = 100 herleid op 1953 = 100. 1 Incl. de verkopen van de supermarkten van 1965 af. - 2 Huishoudartikelen en huishoudtoestellen.
233 231
219
- 482 V - 3 b). - Verkoop op afbetaling 1° - Algemene resultaten Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Aantal lopende contracten op einde halfjaar
(miljarden franken)
Financiering door
Financiering door
verkopers
banken
financieringsorganismen of particulieren
Totaal
Krediet verleend in de loop van het halfjaar (miljarden franken)
Uitstaande kredieten op einde halfjaar
(duizenden)
Financiering door
verkopers
banken
financieringsorganismen of particulieren
Totaal
verkopers
banken
f nancieringsorgan i omen of particulieren
Totaal
1964 2° halfjaar
1.406
738
139
529
14,80
5,48
3,86
5,46
6,11
2,53
1,40
2,18
1965 1° halfjaar 2e halfjaar
1.456 1.500
789 793
140 139
527 568
15,24 16,04
5,76 6,01
3,95 4,05
5,52 5,98
6,61 6,57
2,85 2,97
1,54 1,40
2,22 2,20
1966 1° halfjaar 2° halfjaar
1.501 1.552
820
133
873
123
548 556
16,50 17,20
6,30 6,78
4,26 4,51
5,94 5,91
6,93 7,25
3,10 3,33
1,58 1,63
2,25 2,29
2° - Achterstallige betalingen Aantal schuldenaars welke in gebreke gebleven zijn met het betalen van drie of meer vervallen termijnen in de loop van het halfjaar
Totaal der bedragen van drie termijnen welke door de schuldenaars, bedoeld in voorgaande kolommen, niet werden betaald
(duizenden)
(miljoenen franken)
Financiering doo
Totaal
Financiering door
verkopers
banken
financieringsorganismen of particulieren
73
28
2
43
1965 1° halfjaar 20 halfjaar
50 47
29 27
2 2
1966 1° halfjaar 2° halfjaar
46 47
26 27
2 2
1964 2° halfjaar
30
• • ...... • . • •
Totaal verkopers
banken
fi nancieri ngsorgan i amen of particulieren
95,8
36,4
10,3
49,1
19 18
99,7 86,1
37,3 34,3
12,1 9,9
50,3 41,9
18 18
97,9 98,0
32,8 36,9
11,7 10,1
53,4 51,0
Indeling van de kredieten verleend tijdens het half aar, volgens de aard der goederen
Totaal
Vrachtwagens, bestelwagens, autobussen, zwaar vervoermaterieel
nieuw
Wagens voor Landbouw. personenvervoer materieel, landbouw- behalve autobussen tractoren, vee
reeds gebruikt
Moto's scooters, bromfietsen, rijwielen
Textielwaren, bon tartikelen , kleding
Ilu shoudartikelen Diensten en voor(reizen, werpen voor per- herstellen soonlijk van gebruik, motorniet rijtuigen) elders vermeld
Boeken
r eeds nieuw w gebruikt
Aantal contracten (duizenden) 1964 2° halfjaar
895
4,1
2,0
37,0
15,2
11,7
388,4
14,4
8,5
409,2
3,5
1965 10 halfjaar 2° halfjaar
827 845
4,5 3,8
2,3 2,1
46,4 42,9
18,0 18,5
9,3 8,6
380,1 371,4
19,1 25,1
7,2 13,2
334,8 355,3
4,4 2,7
1966 1° halfjaar 2° halfjaar
919 792
4,1
2,1 2,6
46,5 45,5
19,4 17,6
8,5 8,5
416,8 307,8
23,2 28,5
7,8 8,2
386,8 364,3
2,8 4,2
3,9
Verleend krediet (miljoenen franken) 1964 2° halfjaar
6.107
598
76
130
1.932
409
75
346
66
569
1.873
33
1965 1° halfjaar 2° halfjaar
6.607 6.573
649 528
74 72
138 126
2.388 2.231
511 505
65 59
295 360
74 96
619 638
1.752 1.917
44 41
1966 1° halfjaar 2° halfjaar
6.930 7.250
616 596
70 68
124 218
2.543 2.463
547
59 56
298 355
80 91
683 743
1.869 2.087
41 45
528
Verleend krediet - Percentsgewijze verdeling t.o v. het totaal 1964 2° halfjaar
100,0
9,8
1,3
2,1
31,6
6,7
1,2
5,7
1,1
9,3
30,7
0,5
1965 1° halfjaar 2° halfjaar
100,0 100,0
9,8 8,0
1,1 1,1
2,1 1,9
36,1 33,9
7,7 7,7
1,0 0,9
4,5 5,5
1,1 1,5
9,4 9,7
26,5 29,2
0,7 0,6
1966 1° halfjaar 2° halfjaar
100,0 100,0
8,9 8,2
1,0 0,9
1,8 3,0
36,7 34,0
7,9 7,3
0,8 0,8
4,3 4,9
1,1 1,3
9,9 10,2
27,0 28,8
0,6 0,6
Itibliografische referenties : Statistisch Jaarboe c voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Bulletin van de Kamer van Koop tandel
van
Antwerpen. - Recherches économiquee de Louvain (I.E.S.P.O.). - Maandstatistiek over de internationale trafiek der havens (N.I.S.). - Vervoerkroniek (tweemaandelijks). - Les tranaporta maritim es, Etude Annuelle (0.li .S.0.). - Bulletin géndral de Statietiquce (Office statistique des Communautés Euro-
péennes).
VI. - INKOMENS 1. - BEZOLDIGINGEN VAN DE ARBEIDERS (mannen + vrouwen) Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur (Basis 1953 = 100)
260
260
220
220
180
180
140
140
100
I
I
I
1
1
1
1
1
1
I
1958
I
I
I
I
I
1960
1
I
I
I
I
I
I
1962
I
I
I
I
I
1964
I
1
I
1
1
I
100
1966
Indexcijfers van de bezoldigingen in de nijverheid
Algemene gemiddelden van de uurlonen der arbeiders
Basis 1953 = 100
(sociale lasten inbegrepen)
Bronnen : kol. (1) - (2) - (3) : N.B.B. (wijze van opstelling, zie Novembernummer 1./57, blz. 415). - kol. (4) : R.M.Z. - berekeningen N.B.B. (zie noot). - kol. (5) : I.E.S.P.O. GeraldType-uurloon dolde IndexIndexbrutocijfer cijfer vervan de der GeOnged:enge schoold loonmMeidsschoold massa kogen p er arbeider arbeider 2 3 gewerkt uur (1)
1958
1959 1960 1961 1962 1963 1963 1964 1965 1966
4 v
1966 Maart
Juni Sept Dec 1967 Maart Juni 1. 2
3 4
5
._.
...... ...... v .v v
(2)
(3)
(4)
(5)
131 133 138 143 154 167 167 185 203 224
129 131 135 140 149 161 160 176 191 209
129 132 137 141 151 163 162 180 196 215
125 121 128 134 146 158
132 135 141 148 160 176
181 193 208
200 223 246
213 224 - 226 231 234 237
203 209 212 214 219 221
208 216 218 219 226
I
229
234 247 249 254 260
Bron : Verbond der Belgische Ni'verheid.
België (BF)
1958 1959 1960 1961 1962 ........... 1963 1964 1965 1966 1963 Mig:Oktober
WestDuitsland
61,22 1965 Maart-April Sept:Oktober . 63,57 1966 Maart-April ._ 66,75 Sept.-Oktober . 70,70
Nederland
Frankrijk
Italië
percentage in verhouding tot de Belgische lonen 5
37,04 95,1 38,30 98,9 39,71 105,2 41,76 115,1 44,72 119,6 49,25 116,1 55,98 111,3 62,40 110,0 68,73 v105,9
. 50,36 1964 Maart-April 54,29 Sept-Oktober . 57,67
GBrrolotttannië
117,0 112,2 110,5 107,9 109,0 v108,2 v103,8
95,0 70,2 101,4 80,4 95,0 70,4 89,8 79,8 98,4 73,8 92,8 81,5 100,6 85,0 96,3 82,4 98,9 87,5 98,8 88,6 93,2 86,9 97,4 95,8 88,3 89,7 91,8 94,4 87,2 88,6 88,3 85,5 85,5 v86,3 v 85,7 v 80,4 92,0 85,1 98,1 101,9 89,6 90,7 94,1 94,4 87,1 88,8 90,9 91,4 86,9 89,1 89,2 86,2 87,5 87,5 88,4 84,8 87,5 v87,5 v 86,8 82,5 83,5 v85,2 v 84,8 v 79,1
Excl. de transportarbeiders. Het betreft het eenvoudig indexcijfer van de totale bezoldigingen betaald aan de arbeiders die onderworpen zijn aan de maatschappelijke zekerheid en behorend tot de extractiebedrijven, de fabrieksnijverheid, het bouwbedrijf, het vervoer en het verkeer. (Voor de bepaling van de totale bezoldigingen, zie XVe Jaarverslag R.111.Z., blz. 141.) Dit indexcijfer, waarin de steenkolenmijnen niet werden opgenomen, geeft de arbeidskosten per uur en niet de kosten per geproduceerde eenheid. De indexcijfers van de gemiddelde verdienste per gewerkt uur en van liet type-uurloon worden verkregen door de indexcijfers van de verschillende economische sectoren te wegen door de gezamenlijke lonen die in deze sectoren werden uitbetaald. De in aanmerking genomen lonen zijn die van het jaar 1953 voor de periodes vernield boven de lijn (1963 en vorige jaren), en die van het jaar 1968 voor de periodes onder de lijn (1963 en volgende periodes). Het V.B.N. publiceert de buitenlandse uurlonen uitgedrukt in Belgische franken op basis van de wisselkoers. De bekomen percentages houden geen rekening met de veranderingen van het Belgisch en buitenlandse prijspeil : zij geven dus niet de verhouding van de reële lonen weer.
- 434 VI - 2. - GEMIDDELDE VERDIENDE BRUTO-UURLONEN IN DE NIJVERHEID
(mannen + vrouwen - in frank per uur) Bron : N.I.S. Bedrijfsgroepen en -nektoren
1965 oktober
1906 oktober
52,62
56,62
58,53 53,03
1960 oktober
1901 oktober
1962 oktober
1968 oktober
1964 oktober
40,09
41,29
45,70
48,39
v
Extraktieve nijverheid :
Steenkolenwinning (onder- en bovengr.) 1 Groeven 1
34,61
34,79
37,58
39,84
44,59
48,24
Totaal extraktieve nijverheid 1
39,72
40,81
45,10
47,76
51,83
55,84
58,03
Voedingsmiddelen (behalve dranken)
25,98
27,67
29,41
32,75
37,09
40,29
44,07
Dranken
29,21
30,27
32,30
34,80
89,59
44,38
47,44
Tabak
22,27
22,94
26,12
29,50
33,50
37,06
40,99
25,04
26,94
27,55
31,16
34,61
37,27
41,92
32,45
35,93
Fabrieksnijverheid :
Textielindustrie
........... ..................
Schoeisel, kleding
20,09
21,23
23,16
25,39
28,98
Hout (behalve meubelen)
26,67
28,25
30,47
32,82
37,01
39,93
44,60
Meubelindustrie
27,59
30,05
31,38
35,27
40,65
42,17
46,81
Papier, papierwaren ......... .................
28,98
30,85
33,39
35,87
39,61
43,58
47,84
Druk- en boekbindersbedrijf
32,85
34,97
37,02
39,47
43,96
48,06
52,88
Leder (behalve schoeisel, kleding)
24,34
25,80
27,82
30,90
33,97
37,07
42,49
Rubber- en plastiekindustrie
30,85
31,65
34,16
36,93
40,29
43,59
48,31
Chemische industrie
31,64
32,84
35,08
38,49
44,43
49,81
56,09
Petroleumindustrie
48,29
51,02
53,33
57,25
62,88
71,33
78,61
Steen, glas, aardewerk, enz.
30,37
32,05
34,43
37,31
42,55
45,83
51,55
Metallurgische basisindustrie
41,11
42,13
45,11
47,96
52,08
54,96
61,64
Metaalverwerkende industrie, behalve machines en transportmaterieel
31,08
32,72
35,92
38,85
43,37
46,13
50,29
Machines, behalve elektrische
33,66
34,92
37,70
40,42
45,23
47,38
52,33
Elektrotechnische industrie
29,60
30,18
33,57
35,48
39,97
43,99
46,83
Transportmaterieel
37,36
37,58
42,06
45,07
48,55
51,80
55,39
Diamantindustrie
25,42
25,99
26,72
31,50
33,24
34,68
n.b.
Potaal fabrieksnijverheid waarvan : mannen vrouwen
29,59 33,30 20,00
31,01 34,63 21,10
33,26 37,13 22,78
36,20 40,10 25,45
40,74 44,53 29,16
44,03 48,14 31,97
48,33 52,69 35,75
Bouwnijverheid 1
32,76
33,17
36,21
38,66
43,75
47,30
52,92
31,36 34,16
32,40 35,14
35,00 37,99
37,82 40,81
42,20 45,11
45,60 48,75
49,95 53,29
Algemeen gemiddelde voor de nijverheid :
Potaal (mannen + vrouwen) waarvan : mannen 1 Mannen alleen.
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Recherches économignes dc
Louvain (I.E.S.P.O.).-
Jaarverslagen van dc R.M.Z. - Arbeidsblad. - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Le CoUt dc la main d'reuvre dans Vindustrie européenne, Etudes et Documents, nouvelle série, nr 52, 1959 (I.A.B.). - Annuaire des statistiques du 7'ravail (I.A.B.).
- 435 -
VII. - PRIJZEN EN PRIJSINDEXCIJFERS 1. - GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Daggemiddelden
Koffie te New-York
Tarwe te New-York
Santos IV
cents per 60 Ibe
cents per lb
Katoen Mérinos 64 S 15/16 wol middling in Verenigd- (New-York Koninkrijk Spot) d per lb
cents ts
per lb
Rubber te Londen `Spot ice nr •1 -D r d per lb
Koper
te Londen
Tin Londen
t
selotkoe
ra
£ per long ton
Oudijzer in de Verenigde
Ruwe petroleum te
Staten
West-Texas
$ per long ton
$ per barrel
1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
251 252 254 267 269 238 207 229
36,8 36,5 35,8 34,0 34,3 47,1 45,2 41,3
91 89 90 94 107 105 92 101
34,6 33,2 34,3 35,4 35,4 34,3 32,3 28,3
29 31 24 23 21 20 21 19
238 246 230 234 234 351 469 555
785 797 888 897 910 1.236 1.413 1.297
40,3 33,0 35,3 29,4 27,0 34,7 35,2 31,0
2,78 2,77 2,86 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89
1966 le kwartaal 2° kwartaal 3 5 kwartaal 40 kwartaal
213 225 245 234
42,7 41,3 41,0 40,1
101 106 104 95
31,4. 31,5 26,6 23,8
21 21 19 19
656 636 470 458
1.400 1.327 1.248 1.211
35,3 32,2 29,5 27,0
2,89 2,89 2,89 2,88
1967 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal
231 226
38,8 38,7 v 38,4
94 97
24,0 24,4
17 17 v 17
430 368 375
1.201 1.219 v 1.200
27,2 26,2
2,88 2,88
1966 September Oktober November December
244 230 235 237
40,9 40,3 40,1 39,8
101 97 95 94
23,9 23,8 23,7 23,8
18 19 19 18
409 462 472 440
1.226 1.220 1.204 1.210
28,0 27,0 27,0 27,0
2,89 2,89 2,88 2,88
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September
229 229 235 229 228 221 214 218
38,9 38,7 38,7 38,6 38,9 39,5 38,8 v 38,3 v 38,1
93 96 94 95 99 98 94
23,9 24,0 24,0 24,4 24,3 24,5 24,6 24,8
18 17 17 17 17 17 v 17 v 16 v 17
451 442 398 361 375 368 362 379 v 383
1.199 1.201 1.204 1.216' 1.219 1.222 1.220 1.194 v 1.185
27,5 27,0 27,0 26,5 26,0 26,0
2,88 2,88 2,88 2,88 2,88 2,88
VII • 2. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Basis 1953 = 100 Bronnen : Comtel Reuter - Moody'e Invcatora Service - Der Volkawirt - C 'amber of Shipping. Maandgemiddelden of maanden
Reuter-indexcijfer
Volkswirt-indexcijfers (oude Schulze-indexcijfers)
Moody-indexcijfer Algemeen
Nijverheid
Voeding
\ rachtprijsen Groot-Brittanni lk (bevrachti ng per reis) 1 2
84 85 84 84 94 96 92 91
93 90 90 89 90 90 93 96
100 99 99 98 100 104 103 104
103 104 103 101 103 107 108 109
94 90 90 90
1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
95 94 90 86
].00 97 96 90
106 105 103 101
112 111 106 106
93
92 94 91
kwartaal kwartaal kwartaal
86 89 86
90 90 89
100 100 100
105 104 104
91 91 90
99 104
87 87 86 86
93 90 90 91
101 101 101 101
105 106 106 105
93 91 91 92
100 101
86 87 86 87 89 90 87 85 85
90 90 89 88 91 91 91 89 88
100 100 100 99 100 100 100 100 100
105 105 104 104 104 105 104 104 104
91 91 91 90 91 92 91 90 90
96 99 102 99 105 109 132
1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
1967
. . . . . . . . . . . _._. _
le 2e 3e
1966 September -------------------Oktober November December
...... ._._.-
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September
._
95
96 91 93
1 Bevrachting per reis voor droge ladingen. Gezien de uitbreiding van de statietiet, zijn de gegevens, vanaf 1960, niet meer volledig vergeli kbaar met de cijfers der vorige perioden.
2
93 96 102 85 104 107 121 109 119 • 111 102 103
100 107
- 436 VII • 3. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 (*)
Textielprodukten
Scheikundige produkten
Bouwmater ialen
Grondstoffen
Halffabrikaten
Fabrikaten
Plan taard ige
Dierlijke
Algemeen indexcijfer
105,5 93,9 96,0 92,8 98,9 104,7 95,3 95,0 95,9 94,1 105,0 96,5 92,2 98,2 86,8 105,4 94,8 94,3 110,2 81,5 108,6 92,7 100,8 106,9 95,2 111,0 94,6 107,0 117,9 97,5 116,4 100,2 109,9 126,7 96,0 117,2 101,7 113,2 131,2 98,5 119,0 105,5 118,2 134,0 104,8
Metalen en me taalprodukten
101,8 101,4 102,6 102,4 103,2 105,8 110,7 111,9 114,5
Delfstoffen
._..... ........ _
103,2 103,0 105,4 104,5 103,8 105,4 110,9 111,5 113,5
105,8 103,7 101,4 99,4 97,7 99,7 104,6 106,6 106,6
109,6 109,8 110,2 109,1 108,5 109,4 116,2 118,0 118,8
87,5 84,9 92,2 93,3 90,5 95,5 98,8 93,1 94,9
107,9 107,6 107,0 104,5 104,5 105,1 108,4 109,3 111,6
115,0 115,4 121,4 121,7 125,6 130,0 140,5 143,9 145,9
96,3 96,4 101,5 99,9 97,4 98,8 104,7 104,1 103,6
102,4 102,4 104,0 103,0 103,1 104,6 110,5 110,9 114,4
108,4 107,8 108,9 108,5 108,6 110,7 115,6 117,2 119,9
1965 48 kwartaal _. 1966 le kwartaal -. 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal -. 2e kwartaal _.
112,9 118,3 102,4 116,7 135,3 101,4 112,0 106,9 117,7
1965 November December 1966 Januari _Februari Maart April Mei
113,1 113,6
Juni
114,5
Juli Augustus September Oktober November December
114,5 113,4 113,8 113,8 114,2 114,0
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
114,5 115,4 113,9 114,0 114,2 113,8
114,2 114,4 114,8 115,6 116,0
._ ._.
113,8 114,1 114,6 114,0 113,9 113,6 112,6 112,7
119,0 119,7 118,9 119,1 119,2 119,8 118,7 119,0 118,9 118,9 119,2 119,9 120,4 118,7 118,4 119,6 118,7 118,9 119,4 119,0 118,8 119,0 119,8 119,6 120,0 119,7 118,3 118,9
105,4 107,1 105,1 104,4 104,3 101,6 102,3 103,1 104,9 105,5 105,9 107,4 107,3 106,5 106,6 104,6 104,1 104,2 104,5 104,5 104,5 104,6 103,9 102,3 101,6 100,8 101,5 100,4
Gezamenlijke industriële produkten in de drie produktiestadia
Industriële produkten
Landbouwprodukten
A lgemeen indexcijfer
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
a paaoesO ui
Maandgemiddelden of maanden
Produkten
esuzaat[ui
Algemeen Indexcijfer
1
Bron : Ministerie van Economische Zaken.
113,7 114,4 113,2 112,8 136,4 105,4 112,9 136,3 110,1 111,8
93,4 109,1 145,2 104,1 95,6 96,1 94,6 93,5
111,4 112,6 110,6 111,8
145,2 105,3 145,2 104,8 145,2 102,6 147,9 101,5
117,2 119,5 117,2 118,8 119,5 122,2
131,6 132,9 134,4 137,0
105,9 117,2 104,6 116,3
92,9 113,6 151,5 100,5 90,8 111,8 154,8 98,4
118,1 119,4 117,6 115,8 118,1 119,6 121,8 117,0 116,8 116,6 118,3 117,9 119,6 118,8
137,4 102,2 111,8 106,7 117,5 138,1 103,9 112,2 106,8 117,7
93,2 109,2 145,2 103,6 93,5 109,4 145,2 104,5
133,1 129,4 132,4 132,5 134,4 131,9 133,9 134,5 134,7 133,9 139,5 137,5
104,4 104,1 106,0 108,5 110,7 104,3 102,5 101,7 104,6 104,5 103,4 103,4
118,0 118,2 122,4 122,1 123,3 121,2 115,5 117,9
135,8 135,6 137,9 137,4 138,3 133,0 127,6 134,6
103,3 103,7 109,3 109,1 110,5 110,8 105,1 103,9
104,8 107,8 102,9 103,8
113,3 114,0 113,9 114,6 114,6 113,9 113,9 113,0 112,7 112,8 112,9 112,8 112,8 113,1 112,8 112,0 111,6 111,7 111,8 111,4
108,3 106,5 105,7 105,8
118,5 119,9 118,8 117,9
108,7 108,7 107,5 107,3 107,0 105,3 105,6 105,6 105,8 105,8 105,8 105,9
118,3 118,8 118,4 119,5 120,0 120,2 120,2 118,0 118,2 118,3 117,9 117,5
94,6 95,9 96,2 96,6 96,2 95,5 95,3 94,5 93,9 93,5 93,6 93,4
111,4 111,6 111,1 113,8 112,7 111,4 111,4 110,2 110,2 111,0 112,1 112,2
145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 147,9 147,9 147,9
105,7 106,1 106,0 104,4 104,5 105,0 105,2 104,7
117,4 117,4 116,9 116,3 116,3 116,4 116,9 117,1
93,6 93,2 91,9 91,2 91,0 90,1 90,0 89,7
113,4 113,6 113,8 113,8 110,9 110,8 111,1 110,0
147,9 153,3 153,3 153,3 154,7 156,4 156,4
* Indexcijfers oorspronkelil berekend op basis 1936 38 = 100 omgezet in basis 1953 = 100.
156,4
104,9 105,6 105,4 105,4 105,4 103,7 103,6 102,4 101,8 101,4 101,6 101,4 101,0 100,6 100,0 98,6 98,4 98,2 98,3 97,8
111,6 117,8 113,3 116,0 114,8 113,4 113,3 112,3 111,5 111,8
120,0 119,9 119,3 120,4 121,4 121,0
112,8 113,6 113,6 115,7 116,1 116,3 116,2 114,1 114,1 113,6 113,5 113,1 112,8 113,7 113,4 112,8 112,2 111,9 112,0 111,9
119,6 120,3 120,1 120,2 120,0 119,4 119,5 119,2 119,3 120,2 120,4 120,5 121,2 121,6 121,4 121,1 120,6 121,2 121,3 120,8
117,8
118,0
— 437 —
YII • 3. — INDEXCIJFERS YAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 INHEEMSE EN INGEVOERDE PRODUKTEN
Bron : M.E.Z.
130
130
120
, ••••"' Inheemse produkten ..__,_..........^... „
.e no ....."
.....'—.., ',,.
.. ■ ''' '■ ■
••.,
120
.....**, .... .. .
r' lto
—1 Algemeen indexcijfer
, t 's-
.......... ....... ... ....... ......'
\
100
100 Ingevoerde produkten
1
90
I
III
I
III
III
III
III
I
III
III
III
III
III
go
LANDBOUW- EN INDUSTRIELE PRODUKTEN
130
130
120
120
Landbouwprodukten
110
110
^^
Industriele produkten .../..---",..... ..... ................... ... 100
100
9<j>
11
I
III
III
III
III
III
III
1
1
1
III
III
I
I
1
go
PRIJZEN IN DE DRIE PRODUKTIESTADIA 130
130
120
.... ..,".
...."••••
120
Fabrikaten ........ ..,... ••'''."
110 -
no
........„
...........-
..........,
Grondstoffen
100
Halffabrikaten
1(1;0
90
90
I
I
I
1
I 1958
I
1
I
I
III 1960
II(
III 1962
III
III 1964
III
I
II 1966
III
YII - 4. -- INDEXCIJFERS VAN DE KLEINHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 Bron : Ministerie van Economische Zaken.
180
180
170
170
-
-
Diensten 160
160
-
-
150
150 -
-
140
140 Voedingswaren
130
130 Algemeen indexcijfer
_
_.. . . . -
120
110
...--- ••••*" ,........ ...... ~........ . ...
w.
...•
e...
-.
„--
.... .0.-
.....
.ir. .-....# 120
_
Produkten andere dan voedingswaren 110
.. w• -
-
100
lillillilli
ilillillIll
11111111 Jill 11111111111 11111111111 11111111111 11111111111 11111111111
Maandgemiddelden of maanden
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
Algemeen indexcijfer 65 produkten
106,93 108,31 109,64 109,97 111,06 112,62 115,04 119,84 124,71 129,92
........ ........-. ...... ..
...... ..............
Produkten andere dan voedingswaren 25 produkten
Diensten 5 diensten
111,7 114,6 120,0 122,6 125,7 128,5 136,3 145,7 153,8 161,1
104,5 106,2 106,6 107,0 107,4 108,3 109,9 113,1 116,2 119,8
107,0 107,9 109,5 109,3 110,5 112,5 114,7 120,3 126,0 132,2
1967
1967
1966
131,81 133,59 133,99
130,4 133,5 131,9 133,0
133,9 136,5 135,5
118,1 119,8 120,3 120,9
121,5 122,0 123,2
159,1 160,7 161,7 162,9
165,9 168,4 173,6
131,43 131,67 132,32 133,25 133,71 133,81 133,56 133,93 134,49
130,1 130,3 130,9 132,7 133,5 134,2 131,9 131,6 132,3 132,8 132,9 133,4
133,5 133,7 134,5 135,9 136,8 136,7 135,5 135,4 135,7
117,6 118,0 118,8 119,7 119,9 119,9 120,1 120,3 120,6 120,9 120,9 121,0
121,2 121,4 122,0 122,2 121,9 122,0 122,4 123,5 123,7
158,1 159,2 159,9 160,3 160,8 161,1 161,3 161,7 162,2 162,5 162.9 163,3
165,2 165,8 166,6 167,4 167,9 169,6 172,2 172,8 175,8
1967
le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
128,13 130,52 130,06 130,96
Januari Februari Maart April Mei . ..... _._ ........... __ _ Juni Juli Augustus September Oktober November December
127,68 128,07 128,63 129,93 130,56 131,08 129,94 129,85 130,38 130,80 130,88 131,19
1967
1966
1906
1966
Bibliografische referenties :
Voedingswaren 35 produkt en
100
1966
1964
1962
1960
Statistisch Jaarboek voor BelgiS. - Statistisch Tijdschrift ran het N.I.S. - Arbeidsblad. - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Recherches économiques de Louvain (I.E.S.P.O.). - De Belgische Textielnijverheid, tijdschrift van Febeltex. - Der Vollavirt. - Wirtechaft und Statietik. - Bulletin mommel de etatistiqva (O.V.N.). - Monthlg Digest of Statietics. - Bulletin statistique do l'I.N.S.E.E • - Principaux indicateurs éconorniques (O.E.S.O.). - Données statistiques (Raad van Europa). - Financiële dagbladen : Ag'tfi, Het Financieel" Dagblad, The Financial Times, L'Information.
VIII. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. INVOER, UITVOER EN HANDELSBALANS Maandgemiddelden in miljarden franken
Bron N.I.S. 40
40
Invoer 30
/ ...,/
/
/1.
...- ....
...
'••••
30
Uitvoer
20
20
0
10
I
t
t
1
I
I
I
1
I
I
I
+5
Uitvoeroverschot
O
O
Invoeroverschot II
-5
I
I
1
1
1
t
1
I
1
5
INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME
Bron.N.I.S. - Berekeningen N.B.B.
250
250
Basis 1958.100
200
200
150
150
Bron : N.I.S.-Berekeningen N.B.B. INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID EN VAN DE RUILVOET o
110
Basis 1958=100
Uitvoer --------
Invoer 100
Invoer 100
.....
Uitvoer
1
90
90
Ruilvoet
100
10 .0
t
95
1 1960 I
1 1962 1
1 1964 ]
1 1966
1965
1966
1
95 1967
- 440 -
VIII - 1. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. - ALGEMENE TABEL Bron : N.I.S.
B on : N.I.S. - Berekeningen N.B.B.
Waarde (miljarden franken) Handels-
Percentage uitvoer
balans
in voer
Maandgemiddelden of maanden Invoer
Uitvoer
1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
14,3 16,5 17,6 19,0 21,3 24,9 27,1 29,9
1965 40 kwartaal 1966 10 kwartaal 2e kwartaal 3° kwartaal 40 kwartaal 1.967 le kwartaal 20 kwartaal 1.966 Januari-Augustus 1967 Januari-Augustus 1966 Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni
30,1 28,9 30,0 29,1 31,6 29,5 30,7 29,2 29,2 26,4 30,0 30,5 31,3 30,9 31,9 29,5 27,3 31,4 28,7 30,3 32,7 23,1 29,9
13,7 15,7 16,4 18,0 20,2 23,3 26,6 28,5 28,9 27,5 29,1 27,0 30,2 29,8 29,8 27,5 28,5 26,2 23,8 31,0 30,0 29,5 31,1 30,4 28,5 30,4 29,9 29,3 29,8 26,2 23,0
....
v
Juli
Augustus
v
-
0,6 0,8 1,2 1,0 1,1 1,6 0,5 1,4
-1-
1,2 1,4 0,9 2,1 1,4 0,3 0,9 1,7 0,7 0,2 6,2 0,5 1,3 1,4 0,8 0,9 1,2 1,0 1,2 1,0 2,9 3,1 6,9
-
+ - I-
+ -
--1 -I-
96 95
93 95 95 94 98
95 96 95 97 93 96 101
97 94
Indexcijfers basis 1958 = 100 invoer
uitvoer
bij invoer
bij uitvoer
111,4 123,8 132,3 144,6 160,5 184,4 201,5 216,4 224,2 213,4 214,8 212,2 226,9 213,4 225,7
111,6 125,0 130,0 145,1 157,9 175,7 199,1 207,9 215,4 202,3 215,2 197,5 218,8 216,0 219,1
97,4 99,4 99,9 99,5 100,1 101,9 101,4 103,0 101,7 102,9 103,9 103,0 103,7 103,3 101,1
96,4 98,7 97,8 96,4 97,9 101,1 102,4 104,8 103,2 104,4 103,7 105,4 105,4 105,6 104,9
98 99
79 102
96 95 98 103 105 97 104 97 91 113
prijzen
hoeveelheid
1 Ruilvoet
ruilvoet 1
99,0 99,3 97,9 96,9 97,8 99,2 101,0 101,7 101,5 101,5 99,8 102,3 101,6 102,2 103,8
indexcijfer van de uitvoerprijzen indexcijfer van de invoerprijzen
N. B. - la Wegens do verbeteringen van de cumulatieve cijfers, stemmen de kwartaalcijfers en de cijfers van de eerste x maanden niet noodzakelijk overeen met het gemiddelde van de maandcijfers. 20 Wat de indexcijfers van de hoeveelheid, de prijzen en de ruilvoet betreft, wijkt het gemiddelde van de kwartaalcijfers af van het jaarlijks indexcijfer omdat in dat laatste ook seizoenprodukton en sommige artikelen waarvan de bewegingen sporadisch zijn, worden opgenomen.
77
VIII - 2. - UITVOER VAN DE B.L.E.U. - Verdeling volgens de aard der produkten (miljarden franken) Bron : N.I.S. (indeling van de N.B.B. volgens de Type-classificatie voor de internationale handel van de 0.V.N ). MetaalIJzer- en Seheikun. SteenParels Maandgemiddelden on-ferroPetroleumGlas- en • verwer- Non-ferrostaalTextiel dige kolen • en edelgo - Landbouw- Divers2n of maanden metalen king produkten produkten nijverheid nijverheid spiegelglas steenton produkten
1958 1959 1960 1961 1962 1963
Totaal
2,8 2,8 3,5 3,1 3,20 3,21
2,6 2,7 3,2 3,8 4,34 5,03
0,9 1,1 1,3 1,3 1,36 1,54
1,8 2,1 2,4 2,6 2,92 3,23
1,0 1,2 1,2 1,2 1,28 1,46
0,3 0,2 0,2 0,2 0,22 0,25
0,5 0,5 0,5 0,4 0,46 0,66
0,3 0,4 0,5 0,4 0,52 0,50
0,5 0,7 0,7 0,8 0,83 0,96
0,4 0,4 0,4 0,5 0,68 0,89
1,6 1,6 1,8 2,1 2,20 2,43
16,4 18,01 20,16
3,21 3,75 4,13 3,95
4,80 5,85 7,07 7,34
1,54 1,84 2,22 2,81
0,50 0,57 0,58 0,61 0,6i 0,58 0,58 0,61 0,65 0,65 0,64
0,96 1,17 1,22 1,50 1,41 1,43 1,57 1,34 1,67 1,52 1,47
0,89 0,84 1,16 1,22 1,42 1,18 1,00 1,21 1,51 1,52 1,43
20,16 23,29 26,59 28,45
2,34 2,64 2,92 3,00 2,69 2,83 2,52 2,70 2,65 2,77 2,93 2,90 2,64 2,48 2,44 2,64 2,19
0,25 0,27 0,18 0,12 0,17
2,66 3,14 3,54 3,87
7,78 7,13 7,84 6,24 8,11 7,73 8,08
1,46 1,65 2,02 2,19 2,20 2,02 2,19 2,15 2,41 2,47 2,37 2,34 2,42 2,46 2,45 2,48 2,47 2,31 2,34 2,34 2,14
0,66 0,65 0,69 0,67
4,15 4,04 3,86 3,91 3,99 4,40 4,49 3,97 4,16 3,83 4,60 4,26 4,16 4,67 4,23 4,55 3,85
3,23 3,56 3,78 4,17 4,19 4,16 4,40 3,86 4,25 4,00 3,84
3,86 3,56 3,99 3,78 4,17 3,94 4,07
27,45 29,11 27,01 30,22 29,79 29,76
0,66 0,68 0,61 0,69 0,59 0,66 0,68 0,62 0,62 0,58
1,41 1,38 2,19 1,13 1,58 1,85 1,44 1,53 1,46 1,49
1,54 1,54 1,44 1,60 1,42 1,54 1,52 1,39 1,39 1,32
4,10 4,04 4,37 4,09 3,84 3,91 4,08 3,92 4,15 3,47
30,01 29,48 31,15 30,40 28,52 30,35 29,94 29,31 29,76 26,18
12,7 13,7 15,7
Nieuwe reeks
1963 1964 1965 1966 1965 4e kwartaal _. 1966 1° kwartaal _. 2e kwartaal _. 30 kwartaal ._ 40 kwartaal 1967 1° kwartaal _. 20 kwartaal _. 1966 Oktober November ._. December ._ 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni
Juli
8,30 7,58 8,45 8,23 6,69 8,39 8,00 8,13 8,02 7,03
4,37 4,23 4,15 3,96 4,03 3,98 3,95 3,84 3,72 3,25
0,12 0,10 0,11 0,13 0,12 0,14 0,10 0,16 0,14 0,14 0,11 0,11 0,15 0,13 0,15 0,13
0,72 0,59 0,66 0,80 0,64 0,61 0,71 0,52 0,64 0,74 0,58 0,62 0,64 0,66 0,74 0,72 0,73
28,91
N. B. - Do inhoud van elke rubriek stemt met de _benaming overeen, zelfs indien de produkten worden vervaardigd door een nijverheidstak die een andere hoofdactiviteit heeft. - Voor een overzicht van de buitenlandse handel van 1966 : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, X_LITe jaargang, deel II, nr 1-2, juli-augustus 1967.
YIII - 3. - INYOER YAN DE B.L.E.U. - verdeling volgens gebruik der produkten (miljoenen franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B.
Produktiegoederen bestemd voor
Verbruiksgoederen diverse produktiesectoren
de metaalnijverheld
Maandgemiddelden
1
de
de textielbedrijven
landbouw en de vosbedrijven 2
de diamantnijverheid
de hout. nijverbeid
de leder. nijverb heid id 3
de papier en grafisehe n ii,,,.... heid
de tabaksnijverheid
4
de bouwbedrijven 5
de rubbernijverbeid 6
niet duurzame
brandstoffen
de petroleemraffinaderijen
vloeibare
7
8
andere
voedingsmiddelen metaalkundige proprodukten dukten 9
andere produkten
Totaal
10
plantaardige produkten
637 735 767 742 751 804
andere 11
12
13
1.245
275 313
1.361 1.434 1.673 1.665 1.567 1.609
Algemeen totaal
!
dierlijke produkten
duurzame
Ultimatings- Divergoedesen ren 14
1960
*
1961
..... ..........
912 1.089 1.045 1.059 1.170 1.278
417 507 532 451 675 773
240 196 227 103 206 271
116 124 124 106 142 172
127 132 147 121 244 244
74 78 88 94 98 105
111 227
1.300 1.245 1.464 1.480
773 793 771 938
272 285 267 316
172 196 197 219
245 247 237 265
104 109 103 119
222 242 253 290
88 81 75 82
595 623 659 933
14.400 4.705 1.662 1.480
938
316 397 378 403
219 233 242 258
265 293 295 317
119 140 161 147
290 360 396 487
82 88 98 109
450 431 275 392 473 472 324 367
217 262 313 275 214 228 237 233
291 309 268 336 312 352 321 312
158 212 130 151 150 155 165 179
392 444 447 519 493 487 436 531
88 95 100 124 101 112 124 123
649 809 1.022 957 897 946
474 612 717 700 677 652
306 367 401 410 445 666
351 344 415 393
685 724 782 960
667 696 764 898
933 992 1.110 1.033
393 405 360 420
1.128 1.055 1.015 997 1.073 1.047 1.179 956
1.172 1.178 1.257 1.133 1.071 1.041
2.367 2.554
3.085
369 385 404 351 376 359
13.635 14.302 13.037 14.341 16.488
235 277 311 344
647 691 720 796
3.089 3.285 3.423 4.019
353 395 377 462
798 812 846 920
307 309 314 360
1.631 1.769 1.886 2.277
1.850 2.223 2.568 2.883
•...1C.i C.D
8.238 2.540 1.211 9.434 3.065 1.277 9.814 2.827 1.427 -._ ......... -- 8.596 2.437 935 9.682 2.858 1.088 11.453 3.808 1.270
•
.---- ..... --
16.488 17.579 18.981 21.300
960 898 985 1.087 940 1.235 851 1.384
344 454 519 538
796 938 1.093 1.211
3.937
462 920 696 1.050 802 1.220 829 1.295
360 402 481 515
2.195 2.828 3.346 3.471
2.884 3.464 3.509 4.000
79 83 94 42
21.300 24.913 27.070 29.892
306 972 1.160 400 1.009 1.373 481 922 1.289 409 899 1.361 337 769 1.413 454 816 1.474 517 742 1.450 391 940 1.490
490 572 496 548 528 580 544 726
1.032 1.210 1.184 1.193 1.173 1.298 1.193 1.275
769 5.583 6.607 854 5.941 776 6.051 756 6.020 864 6.427 918 6.306 834 6.753 1.286
481 522 479 505 526 551 607 598
3.165 3.700 3.530 3.392 3.385 3.576 3.584 3.354
3.221 3.847 3.575 4.006 4.042 4.375 4.058 4.479
215 6140 49 24 58 30 27
25.856 30.124 28.931 29.975 29.066 31.594 29.459 30.677
2.844 2.758 2.969
1.646
1.643 1.682 1.689 1.950
•v-I9-1...I •-.1
1955 1956 1957 1958 1959 1960
11.850
--...-..., ■-■---
3.922 4.045 4.388 4.700
1.271 1.472 1.581 1.662
1962 1963
11.549 12.070 12.987 14.395
1963 1964 1965 1966
16.390 5.343 1.958 1.591 1.126 17.618 6.076 1.759 1.782 1.174 19.740 7.195 1.855 2.024 1.508
1965 3e kwartaal 4e kwartaal 1966 10 kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal 2e kwartaal
-
16.837 19.609 19.375 19.869 18.980 20.734 19.065 19.418
5.678 6.742 6.971 7.316 6.926 7.567 6.583 6.802
1.606 1.896 2.108 1.963 1.632 1.715 1.668 1.556
1.752 2.109 2.118 1.661 2.011 2.306 2.205 2.018
1.117 1.490 1.258 1.725 1.377 1.671 1.377 1.519
4.976 5.849 6.110
1.168 1.531 1.156 1.398 1.245 1.382 1.281 1.515
Benaderende cijfers verkregen aan de hand van de oude tariefposten. 1 Rubriek vanaf 1960 gewijzigd. a) door opneming van sommige produkten die voordien ingedeeld waren hetzij bij de a Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten n, hetzij bij de a Duurzame verbruiksgoederen n, hetzij bij de e Uitrustingsgoederen n; b) door uitsluiting van produkten die voortaan opgenomen worden bij de Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten n. Die rubriek omvat, zowel vddr als na 1960, de losse stukken van autovoertuigen. Rubriek vanaf 1963 gewijzigd door het opnemen van produkten die voordien deel uitmaakten van de rubriek a Duurzame verbruiksgoederen n. 2 Rubriek gewijzigd wegens opneming van produkten die voordien deel uitmaak ten van de rubriek e Niet duurzame verbruiksgoederen - andere dan voedingsmiddelen ». Die rubriek omvat, zowel vddr als na 1960, de graangewassen. 3 De nieuwe reeks omvat de schoenen van alle aard, behalve die van rubber. 4 Rubriek die vanaf 1959 gewijzigd werd door opneming van produkten die voordien gerangschikt waren onder het hoofd a Produktiegoederen bestemd voor diverse produktieseetoren : andere produkten n. 5 Vanaf 1050, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten ». 6 Vanaf 1960, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek a Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : scheikund ;ge en andere produkten ». 7 Vanaf 1060, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek a Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : vloeibare brandstoffen s. 8 Rubriek gesplitst sedert 1960 : zie noot 7. 9 Vanaf 1960, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder de rubriek • Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten n. 10 Gewijzigde rubriek, zie noot 1, 4, 5, 6 en 9. 11 Vanaf 1959, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorli wam onder het hoofd Duurzame verbruiksgoederen ». 12 Rubriek gewijzigd. a) in 1959 : zie noot 11, b) in 1960 door opneming van produkten uit de rubriek a Uitrustingsgoederen en door overplaatsing van andere produkten naar de Produktiegoederen bestemd door de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid a. c) in 1964, door uitsluiting van produkten die opgenomen worden bij de e Produktiegoederen bestemd voor de metaalnijverheid en de metaalverwerkende nijverheid n en onder de rubriek e Diverse goederen n. 13 Gewijzigde rubriek : zie noot 12 b) en door de produkten gaande naar e Produktiegoederen bestemd voor de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid ». 14 Rubriek die vooral sedert 1903 produkten omvat waarvoor een vertrouwelijk tarief geldt.
VIII • 4a. - INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID * Basis 1958 = 100 Bron : Nationaal Instituut voor de Statiatick - Berekeningen door de N.B.B. 1965 1958
1960
1959
1961
1962
1963
1964
1965
1966 3e kwart. 14e kwart.
le kwart. 12e kwart.
13e
i
kwart. 14e kwart. le kwart1. 91627e kwart.
INVOER (C.I.F.) - Verdeling volgens gebruik der produkten
Produktiegoederen
100,0
Verbruiksgoederen Uitrustingsgoedèren .........
100,0 100,0
Totaal ...
98,6 96,9
100,8 96,9 97,5
92,1
100,0
97,4
98,7"
100,2
98,9 106,5
99,0 101,1
99,4
99,9
99,5
98,9
100,4
99,0
100,0 108,4
102,3 110,8
105,1
100,1
101,9
101,4
108,0
DITVOER (F.O.B.)
Dier- en staalnijverheid ...... Metaalverwerkende bedrijven Non-ferro metalen Textiel Scheikundige produkten ...... Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas ..... ....... Landbouwprodukten ...... ......... Cement Steengroeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel ...... Papier en boeken Bewerkte tabak Rubber
100,0 100,0
93,2 95,2
103,0 93,0
98,5 94,8
93,7
91,3
92,6
95,3
111,4
116,6
94,7 98,6
109,4 100,7 94,7 71,9 83,2 99,8
92,4
94,2
81,8 93,9 100,1 99,3
98,7 70,3
137,6 106,8 96,2
100,0 100,0
100,0 98,2 74,6
110,7 101,2
100,0 111,2 103,7
102,6
100,0 100,0 100,0
81,9 80,8 96,6
96,8 78,5 99,1
78,5 77,9 98,4
114,3 98,6
114,1 101,6
100,0 100,0
Totaal ...
Totaal ...
85,2 99,5 98,2
85,2 101,1 100,3
100,0 100,0 100,0 100,0
97,6 96,1 97,8
94,6 101,6 88,3
99,0 98,2 91,1
105,0 98,3 96,8 95,7
96,5
98,3
99,3
97,0
100,0 100,0 100,0
109,0 92,6
110,6 94,5
110,3 92,4
95,3 97,4
95,7 92,6 91,1
100,5 88,4 91,1
108,8 95,3 111,7
100,0 100,0 100,0
Voedingsbed rijven Diversen
-
100,0
100,0
I
100,7 99,0 102,7
109,4 104,7 107,6
92,7 105,7
95,4 100,7 84,1 97,7
99,1
95,3
90,1
87,8
83,0 94,2 88,9
96,4
98,7
97,8
96,4
97,9
91,1
99,0
I
99,3
I
97,9
86,2 89,6
95,4
109,3 100,2 96,1
I
96,9
I
97,8
1 Indexcijfers van de ruilvoet : indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de uitvoer (f.o.b.) indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de invoer (c.i.f.) • Zie 20 onder N. B. van tabel VIII-1.
I
105,3 109,0
103,0
102,4
108,3
101,3 104,8 109,5
106,8 113,2
100,7 106,4 112,9
103,0 113,1
101,7
102,9
103,9
103,0
103,7
103,3
101,1
92,2
92,1 106,3
92,7 108,7 169,4
91,9 108,5
91,7 112,2
169,5 108,1
155,6
99,7
92,0 106,8 167,3
98,5 111,3 107,8 114,7
90,7 106,8
74,2
77,2
107,5 96,6 84,0 77,1
99,4 118,5 100,1 97,9
97,3 116,7
100,0 119,9
120,9
120,3
101,1 98,0 112,1 108,6
101,6 97,9 114,2
100,4 99,6 112,7
100,3
109,7 114,6
110,7 124,9
98,4 115,5 83,8
100,9 116,2 82,7
116,9 98,9
150,9 105,7 98,0 76,4 76,9 97,5
115,9 85,4
93,0
98,3 87,4
98,5 78,9
97,0 81,1
100,2 78,9
96,3 97,7
101,1
102,4
104,8
103,5
103,2
104,4
INDEXCIJFERS VAN DE RUILVOET 1
I
101,0
I
105,9 171,2
106,3 95,7 73,9
99,0 117,9
112,6 84,4
91,8 106,4 139,1
139,5 109,5 96,3 78,5
115,8 111,1 127,1
98,5
93,0 106,9
83,4
99,2
98,4
101,8 106,8 111,0
101,2
106,6 114,2
99,2 105,9
Verdeling vo gons aard der produkten
92,7 104,0
123,3 109,1
100,4
100,5 105,9 112,2
101,7
101,1
101,5
I
101,5 !
178,9 106,5
105,6 95,7 75,1 75,8
107,4 95,2 73,9
95,7 70,2 73,6 100,6
98,4
71,0 101,4 119,2 99,9
110,8 99,7 96,2
97,0 115,9 112,2 131,4 97,8
113,2 112,1
129,6
123,5 97,6 117,9
100,8 118,6
118,2 81,5 94,8 61,4
79,8
103,7
105,4
105,4
105,6
1
101,6
115,0 113,4 119,5 96,1 119,2
99,1 112,0 82,9 97,8 86,7
102,3
100,8 99,5
112,5 124,7
87,4 95,7
I
98,8 119,0
103,6 114,3
86,2 99,0 82,3
99,8
71,7
102,6 116,6 101,6
97,5
119,3 110,1
105,0 94,2 71,7
94,2 68,1 72,1
I
102,2
80,5 98,7 78,4 104,9
I
103,8
VIII - 4b. - INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME * Basis 1958 = 100 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B. 1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1
1965
1966
1
1967
3e kwart. 14e kwart. I le kwart. I 2e kwart. 13e kwart. I4o kwart.
le kwart. 12e kwart.
INVOER (C.I.F.) - Verdeling volgens gebruik der produkten
Produktiegoed eren Verbruiksgoederen Uitrustingsgoed eren Totaal ...
100,0 100,0 100,0 100,0
111,3' 110,9 112,5
124,4 121,5 122,9
130,9 128,1 147,7
145,6 131,8
159,7 152,4
178,5 188,1
161,4
179,3
111,4
123,8
132,3
144,6
160,5
211,5 226,8 233,1
184,6 203,9 207,5
215,8 241,1
214,1
194,6 214,4 221,8
184,4
201,5
216,4
191,0
UITVOER (F.O.B.)
IJzer- en staalnijverheid ....... Metaalverwerkende bedrijven ...... Non-ferro metalen
100,0 100,0 100,0
Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid
100,0 100,0 100,0
Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas Landbouwprodukten
100,0
Cement Steengroeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel Papier en boeken ...... ....... Bewerkte tabak Rubber Voedingsbedrijven Diversen Totaal ... * Zie 20 onder N. B. van tabel VIII-1.
110,8 109,1
127,4 130,5
117,5 141,2
127,3 164,6
111,3 119,6 115,6 78,8
124,3 129,5 115,3 82,3
131,9 139,0 123,4 90,7
135,2 158,5 130,3
100,1 130,2
103,8 143,7
97,2 145,1
96,9 114,5 111,4 120,7
100,1 108,2 117,6
110,5 111,3 131,6
172,7
229,3
100,0 100,0 100,0 100,0
129,4 120,9
162,3 124,4
205,5 160,1
114,0 126,2
133,4 147,9
140,2 178,8
100,0 100,0
117,0
124,8
148,1
175,8 161,8 167,2 165,6
100,0
112,8 117,4
130,5 138,5
154,1 147,9
100,0
111,6
125,0
130,0
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
130,9 175,0 150,7 170,0
-
151,6
166,0
208,2 162,5 177,6 166,4 78,2
250,5 175,3 192,7 198,0 63,6
156,0 188,1 157,2
166,1 190,2 208,0
115,8 204,9
182,8 212,9 217,2 45,0
133,7 212,1
168,4 198,6 210,3 114,6 211,3
188,1 193,6 186,4 146,8 224,4
250,5 399,0 209,2 205,9
258,0 450,1 217,1 234,9
228,6 489,3 223,8 274,1
259,5 419,7 210,2 217,2
336,4 261,1 278,0 177,6
329,7 281,2 291,6
320,0 250,9
185,8 153,7
187,0 209,9 155,1
278,0 222,0 234,0 159,9
145,1
157,9
175,7
199,1
138,0 109,2 154,0 196,3 287,1
151,0 85,6 154,3 169,5 158,3 99,3 173,9 206,7 349,4 195,5 181,7 216,0
246,4
219,3 214,0
224,2
213,4
208,4 225,1
203,4 228,1
236,7 _238,2
220,7 236,9 250,9
204,3 238,8 226,8
211,5 260,1 253,6
214,8
212,2
226,9
213,4
225,7
161,0
178,8 262,9 181,5
183,0 277,2 176,4
201,0 252,8 50,7 158,5
199,3 232,2 57,4 184,2
208,5 256,7
206,1 283,9
212,1
107,0 215,3 253,9
90,3 188,3 231,1
259,1 117,1 240,7 226,8
533,4 231,2 308,9 346,2
523,1 221,1 295,5 326,4
532,8 216,2 294,7 373,2
284,9 330,8 233,2
277,5 273,8 208,5
326,2 328,9
218,8
216,0
219,1
Verdeling volgens aard der produkten
163,4 217,6 181,8 179,0 198,3 64,9
88,1 107,1 168,8
212,1
160,4 260,0
274,2 182,6
166,3 253,3 190,7
156,4 282,0
158,7 225,2
185,6
216,5 213,2 55,8
213,2 194,4 44,8
226,6 219,2 38,0
182,1 196,7 214,4 46,4
168,7
175,5
143,5
216,7 243,7 123,1
192,1 204,9 100,1
162,4 167,6 171,4 131,4
201,8 172,5 236,7 119,9 220,4
211,7 258,5 501,9 246,0
188,1 190,9 452,4 227,7
224,8 230,1 518,1 242,3
266,4
250,2
284,7
435,1 257,3
294,0 232,4
339,8 335,0
207,3
271,4 166,6
313,8 189,3
286,9 162,3
340,8 249,5
338,1 257,2 290,5 199,6
207,9
188,7
215,4
202,3
215,2
197,5
243,8 445,1 197,8 253,2
280,3 174,1 214,1 241,2 51,0 166,6
194,9
- 444 -
YIII - 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL YAN DE B.L.E.U. (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. West-Duitsl a nd 1
Maandgemiddelden of maanden
Invoer
uitvoer
Frankrijk handelsbalans
invoer
uitvoer
Nederland
1
handels. balans
invoer
uitvoer
handelsbalans
2,24 2,34 2,81 3,14 3,55 4,10 5,12 5,76 6,47
1,46 1,82 2,48 2,51 3,18 3,73 4,83 5,81 6,00
- 0,78 - 0,52 - 0,33 - 0,63 - 0,37 - 0,37 - 0,29 + 0,05 - 0,47
1,51 1,80 2,24 2,59 2,77 3,20 3,65 4,15 4,65
1,34 1,25 1,64 1,84 2,24 2,94 3,53 3,86 4,60
-
0,17 0,55 0,60 0,75 0,53 0,26 0,12 0,29 0,05
2,05 2,26 2,45 2,69 2,80 3,14 3,67 4,02 4,37
2,63 2,92 3,35 3,83 4,11 4,55 5,34 5,87 6,33
+ 0,58 4- 0,66 +0,90 + 1,14 -4- 1,31 + 1,41 1,67 4- 1,85 1,96
1966 le kwartaal 2 0 kwartaal 30 kwartaal 4 5 kwartaal 1967 le kwartaal 2e kwartaal
6,17 6,38 6,23 7,08 6,10 6,38
5,71 6,53 5,50 6,24 5,47 5,89
- 0,46 4- 0,15 - 0,73 - 0,84 - 0,63 - 0,49
4,88 4,74 4,23 4,74 4,59 4,25
4,47 4,65 4,20 5,08 5,50 5,27
- 0,41 - 0,09 - 0,03 ± 0,34 + 0,91 4- 1,02
4,29 4,47 4,11 4,61 4,40 4,76
6,12 6,68 5,96 6.56 6,11 6,58
4- 1,83 + 2,21 4- 1,85 4- 1,95 4- 1,71 + 1,82
1966 Juni Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
6,76 5,32 6,33 6,99 7,11 6,79 7,28 5,80 5,54 6,82 6,18 5,93 6,99 5,26 5,92
6,90 5,51 4,59 6,40 6,71 6,36 5,66 5,84 5,09 5,48 6,04 5,75 5,86 5,04 5,02
-I- 0,14 0,19 - 1,74 - 0,59 - 0,40 - 0,43 - 1,62 + 0,04 - 0,45 - 1,34 - 0,14 - 0,18 - 1,13 - 0,22 - 0,90
4,87 3,97 4,33 4,36 4,90 4,46 4,78 4,34 4,31 5,10 4,28 4,09 4,42 3,86 3,65
5,11 4,70 3,06 4,79 4,78 4,83 5,68 5,61 5,35 5,52 5,24 5,25 5,30 4,94 3,11
± 0,24 + 0,73 - 1,27 4- 0,43 - 0,12 4- 0,37 0,90 4- 1,27 + 1,04 0,42 0,96 + 1,16 4- 0,88 1,08 - 0,54
4,55 3,24 4,33 4,70 4,66 4,60 4,54 4,25 4,28 4,67 4,43 4,65 5,07 3,11 4,57
7,19 5,85 5,31 6,73 6,52 6,52 6,65 5,78 6,20 6,35 6,48 6,44 6,77 5,48 5,10
4- 2,64 2,61 -F 0,98 4- 2,03 4- 1,86 4- 1,92 4- 2,11 4- 1,53 4- 1,92 4- 1,68 -I- 2,05 4- 1,79 ± 1,70 ± 2,37 0,53
'''''''''''''''''
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
.................
Maandgemiddelden of maanden invoer
uitvoer
Totaal E tropese 0.E.S.0.-landen (moederlanden 2
Europese Economische Gemeenschap
Italië handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelabalans
0,36 - 0,39 0,06
7,92 8,71 10,78 11,68 13,25 15,51 17,96 20,41 21,85
- 0,11 - 0,23 ± 0,43 + 0,17 0,75 + 1,18 + 1,09 1,67 + 1,06
0,28 0,34 0,39 0,48 0,56 0,74 0,94 1,05 1,22
0,29 0,36 0,48 0,53 0,72 1,04 0,88 0,91 0,94
0,01 + 0,02 4- 0,09 4- 0,05 + 0,16 0,30 - 0,06 - 0,14 - 0,28
6,08 6,74 7,89 8,90 9,68 11,18 13,38 14,98 16,70
5,72 6,35 7,95 8,71 10,25 12,26 14,58 16,45 17,87
4- 0,57 ± 1,08 4- 1,20 4- 1,47 1,17
8,03 8,94 10,35 11,51 12,50 14,33 16,87 18,74 20,79
1966 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4 0 kwartaal 1967 le kwartaal 20 kwartaal
1,13 1,20 1,30 1,25 1,31 1,38
0,94 0,88 0,88 1,08 1,33 1,18
- 0,19 - 0,32 - 0,42 - 0,17 + 0,02 - 0,20
16,47 16,79 15,87 17,68 16,40 16,77
17,24 18,74 16,54 18,97 18,41 18,92
4- 0,77 + 1,95 4- 0,67 -I- 1,29 + 2,01 2,15
20,08 20,51 19,22 22,23 20,69 20,97
21,28 21,99 19,79 23,01 22,86 22,81
4- 1,20 + 1,48 4- 0,57 + 0,78 ± 2,17 4- 1,84
1966 Juni Juli Augustus September Oktober November December ......... ......... 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
1,29 1,20 1,43 1,25 1,33 1,21 1,20 1,17 1,22 1,53 1,38 1,31 1,43 1,24 1,45
0,98 0,86 0,70 1,08 1,00 0,97 1,26 1,11 1,41 1,46 1,16 1,21 1,17 1,09 0,76
- 0,31 - 0,34 - 0,73 - 0,17 - 0,33 - 0,24 ± 0,06 - 0,06 ± 0,19 - 0,07 - 0,22 - 0,10 - 0,26 - 0,15 - 0,69
17,47 13,73 16,42 17,30 18,00 17,06 17,80 15,56 15,35 18,12 16,27 15,98 17,91 13,47 15,59
20,18 16,92 13,66 19,00 19,01 18,68 19,25 18,34 18,05 18,81 18,92 18,65 19,10 16,55 13,99
4- 2,71 4- 3,19 - 2,76 4- 1,70 1,01 + 1,62 + 1,45 2,78 2,70 + 0,69 4- 2,65 + 2,67 + 1,19 4- 3,08 - 1,60
21,56 17,05 20,27 21,18 22,30 21,77 22,26 19,91 19,84 22,15 20,44 20,26 22,00 16,58 19,34
24,34 20,45 17,15 23,42 22,83 22,53 23,69 23,13 22,23 23,19 22,84 22,51 22,86 20,06 17,03
+ 2,78 4- 3,40 - 3,12 4- 2,24 4- 0,53 0,76 ± 1,43 4- 3,22 4- 2,39 + 1,04 -I- 2,40 + 2,25 ± 0,86 + 3,48 - 2,31
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
1
2
• ..........
••• . •
........
••• • •• ••
-
U.zo
Het Saargebied wordt gerekend bij Frankrijk tot op het einde van het la halfjaar 1959 en bij West-Duitsland vanaf bet 2e halfjaar 1959. Incl. Spanje vanaf 1960.
- 445 VIII
- 5. -
GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (miljarden franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Verenigde Staten van Amerika Maandgemiddelden of maanden invoer
uitvoer
handelsbalans
Landen van het sterlinggebied exclusief het Verenigd-Koninkrijk
Verenigd-Koninkrijk invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans •
1,29 1,35 1,63 1,56 1,88 1,97 2,19 2,29 2,37
1,17 1,81 1,49 1,50 1,72 1,7] 1,88 2,22 2,46
- 0,12 + 0,46 - 0,14 - 0,06 - 0,16 - 0,26 - 0,31 - 0,07 0,09
0,96 1,19 1,21 1,33 1,53 1,76 1,89 2,02 2,21
0,72 0,81 0,87 0,86 0,90 1,16 1,15 1,28 1,34
-
0,24 0,38 0,34 0,47 0,63 0,60 0,74 0,74 0,87
0,97 1,11 0,95 0,95 1,14 1,29 1,47 1,57 1,76
0,80 0,•68 0,83 0,81 0,74 0,81 0,88 1,03 1,01
-
0,17 0,43 0,12 0,14 0,40 0,48 0,59 0,54 0,75
1966 1 0 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal 2e kwartaal
2,40 2,15 2,45 2,48 2,28 2,60
2,27 2,50 2,57 2,51 2,37 2,53
- 0,09 -I- 0,35 -I- 0,12 -I- 0,03 0,09 - 0,07
2,18 2,31 1,95 2,40 2,20 2,27
1,41 1,36 1,28 1,30 1,52 1,33
-
0,72 0,91 0,64 1,10 0,68 e,94
1,62 1,75 1,73 1,94 2,02 1,72
0,96 0,87 0,96 1,23 1,20 1,04
-
0,66 0,88 0,77 0,71 0,82 0,68
1966 Juni Juli Augustus September Oktober November December
2,31 2,17 . 2,64. 2,50 2,36 2,41 2,63
2,76 2,19 2,64 2,87 2,76 2,26 2,52
0,45 0,02 0,37 -I- 0,40 - 0,15 - 0,11
2,30 1,76 2,16 1,88 2,33 2,48 2,30
1,33 1,19 1,15 1,50 1,24 1,16 1,51
-
0,97 0,57 1,01 0,38 1,09 1,32 0,81
1,62 1,67 1,64 1,85 1,67 2,15 1,99
1,06 0,82 0,91 1,14 1,20 1,25 1,22
-
0,56 0,85 0,73 0,71 0,47 0,90 0,77
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
2,29 2,00 2,53 2,65 2,42 2,71 2,25 2,44
2,41 2,19 2,50 2,62 2,35 2,60 2,21 2,01
0,12 + 0,19 - 0,03' - 0,03 - 0,07 - 0,11 - 0,04 - 0,43
2,19 2,40 2,00 2,41 2,24 2,16 1,78 . 1,93
1,61 1,45 1,49 1,40 1,27 1,21 1,19 0,93
-
0,58 0,95 0,51 1,01 0,97 0,95 0,59 1,00
2,56 1,44 2,06 1,56 1,89 1,68 0,93
1,23 1,14 1,22 1,17 1,07 0,89 0,83
-
1,33 0,30 0,84 0,39 0,82 0,79 0,10
1958 1959 1 960 1961 1962 1963 L964 1965 1966 .
......
.........
v
Latijns-Amerika 1 Maandgemiddelden of maanden
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
-
0,26 0,25 0,40 0,39 0,36 0,31 0,32 0,39 0,50
+ 0,02 - 0,06 - 0,08 + 0,03 - 0,07 - 0,17 - 0,17 - 0,12 - 0,08
0,30 0,26 0,31 0,22 0,28
-
1,26 1,16 0,93 0,52 1,10
0,56 0,63 0,69 0,56 0,53
0,46 0,45 0,62 0,50 0,69
- 0,10 - 0,18 - 0,07 - 0,06 + 0,16
1,75 1,95 1,84 1,33 1,09 1,17 1,02 1,40
0,25 0,32 0,21 0,27 0,32 0,26 0,33 0,32
- 1,50 - 1,63 1,63 1,06 - 0,77 - 0,91 - 0,69 - 1,08
0,51 0,73 0,57 0,76 0,52 0,66 0,59 0,76
0,43 0,54 0,41 0,37 0,57 0,62 0,42 0,82
- 0,08 - 0,19 0,16 0,39 0,05 - 0,04 - 0,17 + 0,06
0,94 0,64 0,63 0,47 1,42 2,26 ,0,44
0,21 0,20 0,25 . 0,22 0,28 0,33 0,29
-
0,56 0,48 0,62 0,47 0,51 0,60 0,47
0,56 0,41 0,52 0,68 0,68 0,71 0,66
- 0,07 0,10 + 0,21 + 0,17 + 0,11 + 0,19
+ 0,14 + 0,08 - 0,07 - 0,08 - 0,27 - 0,46 - 0,35 - 0,34 - 0,42
0,69 0,81 1,11 0,96 0,76 0,71 0,86 0,87 1,31
0,49 0,38 0,26 0,19 0,21 0,21 0,28 0,30 0,30
-
1966 2° kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal 1967 10 kwartaal 20 kwartaal
1,05 1,15 0,99 1,14 1,40
0,58 0,67 0,72 0,68 0,62
-
0,47 0,48 0,25 0,46 0,78
1,56 1,42 1,24 0,74 -1,38
1966 Mei Juni Juli Augustus September Oktober November
1,04 1,07 1,11 .1,19 1,14 0,94 0,97 1,01
0,49 0,68 0,62 0,64 0,77 0,72 0,73 0,71
-
0,55 0,39 0,49 0,55 0,37 0,22 0,24 0,30
0,82 0,60 0,60 0,59 0,58 0,66 0,54
- 0,34 0,37 - 0,67 - 0,75 - 0,76 - 0,85 0,70
1,16 1967 Januari 0,97 Februari 1,27 Maart April 1,34 Mei 1,34 Juni 1,51 1,24 Juli 1 Omvat : Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Mexico.
handelsbalans
0,24 0,31 0,32 0,36 0,43 0,48 0,49 0,51 0,58
0,77 0,72 0,68 0,64 0,58 0,46 0,61 0,63 0,62
•• ..................... • • • • • • • • •
uitvoer
invoer
0,20 0,43 0,85 0,77 0,55 0,50 0,58 0,57 1,01
0,63 0,64 0,75 0,72 0,85 0,92 0,96 0,97 1,04
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
Comecon
Kongo en Rwanda-Burundi
0,73 0,44 0,38 0,25 1,14 1,93 0,15
.
Bibliografische referenties : Maandelijk bulletin over de buitenlandse handel van de B.L.E.U. - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Industrie, tijdschrift van de V.B.N. - De Belgische Textielnijverheid, maandelijks tijdschrift van Febeltex. - Belgisch Belgisch Handelstijden Luxer,schrift van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel. - Handelsoverzicht •van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor . burg. - Bulletins statiatiques : Commerce exterieur (0.E.S.0.). - Statistical Papers : Direction of International Trade (0.V •N.). - Algemeen Statistisch Bulletin (Statistisch - Bureau van de Europese Gemeenschappen). - Recherches éconotnignes de Louvain (I.E.S.P.O.).
IX. - BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE ALGEMENE BETALINGSBALANS IX - 1. -
J aarcijfers (Miljarden franken) 1966 1961
I. Goederen- en, dienstentransacties : 1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 1.12 Loonwerk 1.13 Arbitrage (netto) 1.2 Niet-monetair goud 1.3 Vracht- en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 ... ............... ..... ..... ........... 1.4 Andere vervoerkosten 1.5 Reisverkeer 3 1.6 Opbrengsten uit investeringen ..... ..... .. 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 1.8 Overige : 1.81. Grensarbeiders 1.82 Overige Totaal 1
1963
1962
1965
1964
Ontvangsten
Uitgaven
Saldo
- 16,6 + 8,1 + 5,3 - 1,5
+ + -
6,4 3,8 3,1 0,5
+ + -
9,0 3,3 2,4 0,7
+ + -
8,7 5,2 5,4 0,8
+ + -
2,6 6,6 3,2 2,0
266,4 10,7 5,3 0,1
283,0 2,6 1,6
0,4 4 -I2,1 1,3 + 0,1 -
0,7 0,2 2,2 0,1 0,2
+ -
0,3 0,8 3,2 1,0 1,0
+ -
0,4 1,0 3,4 0,9 2,3
+ + +
0,4 1,1 4,1 0,6 0,3
12,6 4,8 11,5 15,2 . 6,3
12,9 4,4 16,0 14,1 6,1
+ + +
0,3 0,4 4,5 1,1 0,2
3,3 1,8 1,8
+ -I+
3,7 1,5 3,4
+ + -
4,0 0,1 4,6
+ + -
4,0 0,2 0,7
+ + +
4,1 0,7, 7,5
5,4 22,0 360,3
1,4 22,1 364,2
+ -
4,0 0,1 3,9
+ +
2,6 1,8 0,8
+ -
2,5 3,1 0,6
+ +
3,0 2,4 0,6
+ -
+
3,0 2,3 0,7
+
2,5 2,4 0,1
7,1 0,3 7,4
5,5 2,8 8,3
+ -
1,6 2,5 0,9
-
1,7 3,4 0,2
-
1,3 0,2 0,7
+ -
2,2 5,0 0,4
+ -
2,3 2,8 0,1
-
3,3 2,0 0,5
5,0 0,1
1,8 5,4 0,4
-
1,8 0,4 0,3
4-
... 0,1 5,2
+ + -
0,3 0,1 1,8
+ +
... 0,1 2,5
+ + +
1,0 0,1 1,5
... ... - 5,8
... ... 5,1
. .. 7,6
... ... - 2,5
+
1,9
-
0,1
-
0,1
+
0,3
+
1,7
1,0
0,3
+
0,7
4-
0,2
-
0,7
+
0,7
+
2,0
+
0,4
2,0
1,0
+
1,0
6,5 0,4 1,7 1,0
+ + -
-
4+ + I
--
6,1 2,7 2,3 0,9
2. Overdrachten :
2.1 Particulieren 2.2 Staat
+ Totaal 2
3. Kapitaalverkeer van de overheid :
3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.112 Andere transacties 3.12 Tegoeden 3.2 Andere overheid 3.21 Verplichtingen ............... .................. 3.22 Tegoeden Totaal 3 4. Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren :
...... .................. 4.1 Overheidsbedrijven 4.2 Niet-geldscheppende financiële instellingen van de overheidssector .. ....... ..... ..... 4.3 Particuliere sector 3 (netto cijfers) : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland 4.311 Effecten 4.312 Directe investeringen 4.313 Onroerende goederen 4.314 Overige 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : 4.321 Effecten 4.322 Directe investeringen 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige 4.33 Niet onderscheiden investeringen en beleggingen Totaal 4 5. Vergissingen en weglatingen (netto) Totaal 1 tot 5
. 4-
2,1 2,0 1,3 1,0
--
6,5 0,4 1,7 1,0
-
+ + + 4-
0,5 7,1 0,2 0,7
7,0 0,7
0,2 0,3 -
+ 4-
0,2 7,0 0,3 0,7
+ 1,0 + 8,8 + 0,5 + 10,7
+ + +
0,8 7,0 0,3 8,5
0,6 11,3 1,0 385,1
11,4 391,5
+ + -
0,6 0,1 1,0 8,4
...
+
1,2
-
-
-
1,1
+ 12,6 - 1,9
+ -
8,0 0,7
-
-
+ -
1,7 7,0
-
4,7
-
3,6
-
5,5
-
1,3
+
1,8
-
0,8
-
4,0
-
5,4
4-
1,5
+
0,8
+
0,8
+
0,1
+
3,5
+
5,6
+
8,9
+ 12,1
+ + +
0,4 3,8 0,6 1,7
+ + +
0,8 0,4 1,4 4,2
+ + +
1,3 2,1 0,6 ...
4-
1,1
4-
0,2
+
0,1
+ 12,2 - 11,6
+
1,7 5,7
+ 11,2 - 11,3
6. Financiering van het totaal :
6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland . ........ .......... ................. ... 6.2 Mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen : 6.21 Nationale Bank 6.22 Overige
1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f..cijfers, d.w.z inclusief de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kun niet gescheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van rubriek 1.11 a Uitvoer en invoer (cf. noot 1). 3 Do cijfers na 31 december 1064 kunnen, ten gevolge van de verbetering van het statistisch materiaal, niet volstrekt vergeleken worden met die van de vorige periodes. 4 Voor 1961, zijn alleen de cijfers beschikbaar die terzelfder tijd betrekking hebben op de rubrieken 1.3 a Vracht- en verzekeringskosten voor goederenvervoer a en 1.4 Andere vervoerkosten a. Daarenboven, kunnen deze cijfers niet helemaal worden vergeleken met de gecombineerde cijfers van de rubrieken 1.8 en 1.4 voor de jaren nadien. Zij omvatten niet de ontvangsten en uitgaven voor de verzekering van het goederenvervoer die sedert 1962 begrepen zijn in rubriek 1.8 en ook niet do aan. en verkopen van boordproviand en de ontvangsten en uitgaven voor het personen vervoer die sedert 1962 opgenomen zijn in rubriek 1.4. 2
IX • 2. - ALGEMENE BETALINGSBALANS Saldi per kwartaal (Miljarden franken) 1966
1965 2e kwartaal
3e kwartaal 4e kwartaal
1967
le kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e
l e kwartaal
kwartaal
v
20 kwartaal v
1. Goederen- en dienstentransacties : 1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 1.12 Loonwerk 1.13 Arbitrage 1.2 Niet-monetair goud 1.3 Vracht- en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 1.4 Andere vervoerkosten L5 Reisverkeer 1.6 Opbrengsten uit investeringen 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld ..... .................. 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders ..... ...... 1.82 Overige ......... ........ ........
totaal 1
... -I- 2,0 -I- 0,7 - 0,4
- 3,3 + 1,4 -I- 0,8 - 0,7
- 0,7 -I- 1,7 -I- 0,3 - 0,3
- 4,3 -I- 2,3 -I- 1,8 - 0,6
- 3,4 -I- 1,8 -1- 1,5 - 0,2
- 5,0 + 2,2 + 1,5 - 0,5
- 3,9 -I- 1,8 -I- 0,5 - 0,2
+ 2,0 -I- 1,6 - 0,5
+ 2,1 -I- 1,8 - 0,5
+ 0,1 -I- 0,1 - 1,2 - 0,5
- 0,2 + 0,4 - 2,2 -1- 0,6
- 0,3 -I- 0,3 - 0,3 -I- 0,5
- 0,1 -I- 0,1 - 0,7 + 0,2
... -I- 0,1 - 1,1 - 0,6
- 0,2 -I- 0,1 - 2,7 -I- 1,0
... + 0,1 ... + 0,5
+ 0,3 -I- 0,1 - 0,5 + 0,2
-I- 0,3 -I- 0,2 - 1,9 - 0,7
-I- 0,3
+ 0,4
- 0,1
- 0,1
+ 0,2
+ 0,4
- 0,3
+ 0,1
+ 1,0
-I- 0,9 +0,3
+ 1,2 +0,2
+ 0,9 +0,2
+ 1,0 +0,1
+ 0,9 -0,1
+ 1,0 +0,2
-I- 1,1 -0,3
+ 1,2 + 0,1
+ 1,0 +0,2
+ 2,3
- 1,4
+ 2,2
- 0,3
- 0,9
- 2,0
- 0,7
+ 4,6
+ 2,9
-j- 0,8 0,7
+ 0,8 - 0,5
+ 0,4 - 0,6
+ 0,4 - 0,5
+ 0,3 - 0,6
+ 0,4 - 0,7
+ 0,5 - 0,7
+ 0,3 - 0,6
+ 0,2 - 0,6
+ 0,1
+ 0,3
- 0,2
- 0,1
- 0,3
- 0,3
- 0,2
- 0,3
- 0,4
- 1,4 + 0,2 - 0,1
- 0,6 + 0,6 ...
- 0,4 - 0,1 - 0,4
- 0,6 - 0,5 ...
- 0,5 - 0,3 + 0,1
- 0,5 - 0,9 ...
- 0,2 + 1,3 - 0,4
- 0,6 - 2,1 ...
- 0,5 - 2,0 ...
+ 0,5 ...
- 0,6 ...
: : :
... ...
... ...
... ...
...
...
... ...
- 0,8
- 0,6
- 0,9
- 1,1
- 0,7
- 1,4
+ 0,7
- 3,1
- 2,5
+ 1,2
+ 0,4
...
+ 0,5
...
+ 0,2
...
- 0,2
- 0,2
...
+ 0,5
- 0,2
+ 0,3
+ 0,8
- 0,3
+ 0,2
+ 2,4
- 0,5
- 0,7 - 0,5 - 0,4 + 0,5
- 0,7 - 0,3 - 0,4 ...
- 0,9 - 0,4 - 0,3 + 1,1
- 2,3 + 0,5 - 0,4 - 0,3
-
-
1,0 0,6 0,4 0,5
- 1,9 - 0,1 - 0,5 ...
- 1,2 - 1,1 - 0,4 ...
- 1,1 - 0,5 - 0,4 -I- 0,6
+ 0,3 + 1,7 ... + 0,2
- 0,3 + 1,6 ... + 0,2
+ + + +
0,3 1,8 0,2 0,2
... + 2,1 - 0,1 - 0,1
- 0,2 + 2,1 - 0,1 -1- 0,1
+ 0,3 + 1,8 - 0,1 + 0,3
- 0,3 + 1,0 ... -I- 0,4
-I- 0,2 + 1,9
+ 0,6 + 1,5
+ 0,5
+ 0,2
+ 0,3
+ 0,1
+ 0,2
+ 0,1
+ 0,2
+ 0,2
+ 0,1
+ 0,1
+ 0,2
+ 2,6
+ 1,1
+ 2,0
+ 0,3
+ 0,8
- 0,1
- 1,1
+ 2,2
+ 0,3
0,4
+ 0,2
+ 0,4
+ 0,2
+ 0,3
...
+ 0,5
...
+ 1,0
+ 3,8
- 0,4
+ 3,5
- 1,0
- 0,8
- 3,8
- 0,8
+ 3,4
+ 1,3
- 1,9
+ 2,2
- 1,4
- 0,3
- 0,6
- 0,6
+ 0,4
+ 0,4
+ 0,9
+ 7,1 - 1,4
- 0,4 - 2,2
+ 2,8 + 2,1
- 3,1 + 2,4
+ 3,3 - 3,5
- 1,2 - 2,0
+ 2,7 - 3,9
- 0,5 + 3,5
+ 5,3 - 4,9
2. Overdrachten : 2.1 Particulieren 2.2 Staat
........ ....... ......
Totaal 2 3. Kapitaalverkeer van de overheid : 3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.112 Andere transacties 3.12 Tegoeden ... ............ 3.2 Andere overheid : 3.21 Verplichtingen 3.22 Tegoeden ... ............
Totaal 3 4. Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren : 4.1 Overheidsbedrijven 4.2 Niet-geldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 4.3 Particuliere sector : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : 4.311 Effecten ... ...... 4.312 Directe investeringen . 4.313 Onroerende goederen 4.314 Overige 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : 4.321 Effecten 4.322 Directe investeringen . 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige 4.33 Niet onderscheiden investeringen en beleggingen
Totaal 4 5. Vergissingen en weglatingen Totaal 1 tot 5
-
1,3 0,2 0,4 0,2
6. Financiering van het totaal : 6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 6.2 Mutaties van de goudvoorraad en de netto-deviezenpositie van de geldscheppende instellingen : 6.21 Nationale Bank 6.22 Overige
I
t Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.-cijfers, d.w.z. inclusief de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer.
2 Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kan niet gescheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van rubriek 1.11 « Uitvoer en invoer
(of. noot 1).
- 448 IX. - 3. - ALGEMENE BETALINGSBALANS Ontvangsten en uitgaven per kwartaal en samengevoegde maandsaldi (Miljarden franken) 1967
1967
le kwartaal
2. kwartaal v
v
1966
1967 v
(intvangsten
Uitgaven
Saldo
vaungsten
Uitgaven
Saldo
68,3 2,8 1,6 0,1
68,3 0,8 0,6
... + 2,0 +1,6 - 0,5
73,3 2,8 1,8 0,1
73,9 0,7 0,6
- 0,6 + 2,1 • 1,8 - 0,5
- 7,8 + 4,8 + 4,0 - 0,9
- 1,5 • 4,7 • 3,6 - 1,0
3,3 1,1 2,4 3,2 2,0
3,0 1,0 2,9 3,0 1,9
+ 0,3 + 0,1 - 0,5 + 0,2 + 0,1
3,5 1,4 3,0 4,1 2,7
3,2 1,2 4,9 4,8 1,7
+ 0,3 --F 0,2 -- 1,9 - 0,7 + 1,0
- 0,1 + 0,2 - 3,6
-I- 0,6 + 0,3 - 4,7
+ 0,1
+ 1,3
1,5 5,8
0,3 5,7
+ 1,2 + 0,1
1,4 6,3
0,4 6,1
+ 1,0 -- 0,2
+ 2,4 + 0,1
• 2,7 + 0,3
92,1
87,5
+ 4,6
100,4
97,5
+ 2,9
- 0,8
+ 6,2
1,6 ...
1,3 0,6
+ 0,3 - 0,6
1,8 0,1'
1,6 0,7
+ 0,2 - 0,6
+ 0,9 - 1,2
+ 0,4 - 1,2
1,6
1,9
- 0,3
1,9
2,3
- 0,4
- 0,3
- 0,8
... ...
0,6 2,1 ...
-0,6 - 2,1 ...
1,0 ...
0,5 3,0
- 0,5 - 2,0 ...
-1,1 - 0,8 +0,1
-1,2 - 6,4 ...
• ..
0,4 •. .
- 0,4 ...
... •••
... •• •
.. •. .
... •••
... •. .
...
3,1
- 3,1
1,0
3,5
- 2,5
- 1,8
- 7,6
0,2
0,4
- 0,2
0,2
0,4
- 0,2
+ 0,5
- 0,4
3,0
0,6
+ 2,4
0,9
1,4
- 0,5
+ 0,8
• 1,9
...
1,2 1,1 0,4 -
- 1,2 -1,1 - 0,4 ...
0,6
1,1 0,5 0,4 -
- 1,1 - 0, 5 - 0,4 + 0,6
- 4,0 + 0,5 - 0,9 - 0,1
- 2,9 - 1,2 - 0,9 + 1,0
0,2 1,9 0,5
... -
+ 0,2 +1,9 ... + 0,5
0,6 1,5 0,2
0,1 -
+ 0,6 + '1,5 - 0,1 + 0,2
- 0,2 + 5,4 - 0,2 +0,1
+ 0,9 + 4,9 - 0,1 + 1, 1.
0,1
--
+ 0,1
0, 2
-
• 0, 2
+ 0,4
+ 0,3
5,9
3,7
+ 2,2
4,2
3,9
+ 0,3
+ 2,3
+ 4,6
-
...
1,0
-
+. 1,0
+ 0,6
+ 0,7 -1- 3,1
Eerste 7 maanden
1. Goederen- en dienstcntransacties :
1.1. Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 1.12 Loonwerk 1.13 Arbitrage (netto) 1.2 Niet-monetair goed 1.3 Vracht- en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 1,4 Andere vervoerkosten 1.5 Reisverkeer 1 .6 Opbrengsten uit investeringen 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 3.8 Overige . : 1.81 Grensarbeiders 1.82 Overige Totaal 1 2. Overdrachten :
2.1 Particulieren 2.2 Staat Totaal 2 3. Kapitaalverkeer van de overheid :
3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.112 Andere transacties ....... ......... 3.12 Tegoeden 3.2 Andere overheid 3.21 Verplichtingen 3.22 Tegoeden Totaal 3 4 . Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren :
4.1 Overheidsbedrijven 4.2 Niet-geldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 4.3. Particuliere sector (netto cijfers) : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : ............ .................. 4.311 Effecten 4:312 Directe investeringen 4.313 Onroerende goederen 4.314 Overige 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : 4.321 Effecten 4.322 Directe investeringen 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige 4.33 Niet onderscheiden investeringen en beleggingen Totaal 4
(netto)
5. Vergissingen en weglatingen
.
Totaal 1 tot 5
...
99,6
96,2
-1-- 3,4
108,5
107,2
-j- 1,3
...
-
-
+ 0,4
-
-
• 0,9
- 1,5
+ 1,8
-
-
- 0,5 +3,5
-
-
+ 5,3 - 4,9
+ 2,8 - 1,3
+ 6,7 - 5,4
6. Financiering van het totaal :
6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 6.2 Mutaties van de goudvooftaad en de . nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen 6.21 Nationale Bank 6.22 Overige
1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.-cijfers, d.w.z. inclusief de vracht- en verzekeringskosten voor het goed renvervoer. Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervocr. Heb andere deel kan niet gescheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en do uitgaven van rubriek 1.11 e Uitvoer en invoer » (cf. noot 1).
2
- 449 -
X. - VALUTAMARKT 1. - OFFICIELE WISSELKOERSEN VASTGESTELD DOOR DE
IN VERREKENINGSKAMER TE BRUSSEL VERGADERDE BANKIERS (Belgische franken) 1 , , Zwit-
.
1 Canades e do ll ar Kabel
Post
no 100 100 Oostenr. peseta pese escudo schilling
46,553 46,227 46,119 46,042 46,252
46,552 46.226 46,118 46,041 46,252
174,19 192,77 174,05 193,09 173,16 192,60 173,07 192,21 82,88 , 173,58 192,87 83,15
1966 2 5 kwartaal _. 49,81 10,16 139,06 13,74 11,53 12,41 3e kwartaal _. 49,78 10,14 138,82 13,78 11,51 12,47 4 5 kwartaal _. 50,00 10,11 139,54 13,82 11,56 12,57 1.967 le kwartaal ._ 49,82 10,07 139,17 13,79 11,50 12,53 2e kwartaal _. 49,66 10,09 138,82 13,77 11,50 12,49 3e kwartaal ._ 49,63 10,12 138,25 13,79 11,45 12,40
7,98 9,66 6,96 7,21 46,258 7,98 9,63 6,96 7,19 46,285 8,00 9,67 7,00 7,24 46,229
46,256 46,285 46,228 46,093 45,908 46,103
173,42192,7883,07 173,13192,8883,07 174,02193,4183,47 173,55192,6783,10 173,10192,2082,78 172,34192,2782,84
49,73 49,69 ._ 49,90 49,99 49,97 50,03 50,00 L967 Januari 49,74 Februari 49,70 Maart 49,70 April 49,63 Mei Juni .. ....... _. 49,64 49,63 Juli Augustus 49,63 September ._ 49,63
7,97 7,97 8,00 8,00 8,00 8,01 8,00 7,96 7,96 7,96 7,95 7,95 7,95 7,96 7,97
46,261 46,221 46,371 46,312 46,176 46,196
172,96 192,71 82,93 172,84192,5582,94 173,58193,3683,33 174,07,193,57 83,47. 178,92193,2283,41 174,08 193,44 83,51
46,297 46,035 45,935 45,914 45,866 45,941 46,032 46,125 46,149
173,99193,25 83,43 173,30192,36 82,97 173,32192,36 82,88 173,47 192,30 82,85 173,09192,1282,74 172,78 192,17 82,75 172,47 192,2982,77 172,33192,29 82,84 172,23192,23 82,89
1 U.S.
Daggemiddelden
dollar
49,76 49,86 49,75 49,64 49,83
1962 1.963 1.964 1965 1966
1966 Juli Augustus September Oktober November 'December
Franse 1 pond p frank sterling
10,15 10,18 10,15 10,13 10,14
10,15 10,14 10,14 10,13 10,11 10,11 10,10 10,06 10,04 10,05 10,09 10,12 10,12 10,12 10,12
139,71 139,62 138,89 138,78 139,18
138,67 138,59 139,19 139,58 139,46 139,59 139,53 138,98 138,98 139,11 138,82 138,56 138,34 138,23 138,17
1
Neded.
serse
frank 13,81 13,85 13,79 13,79 13,77
13,79 13,76 13,79 13,81 13,81 13,83 13,84 13,78 13,76 13,76 13,77 13,78 13,78 13,80 13,80
11,51 11,54 11,52 11,47 11,52
11,52 11,49 11,53 11,53 11,57 11,57 11,55 11,47 11,47 11,49 11,50 11,50 11,48 11,45 11,43
1
I N
1
1
1
Del=e 1 21 e Zweedse Noorse Deense kroon kroon kroon lire
12,45 12,51 12,52 12,43 12,46
12,46 12,45 12,51 12,55 12,57 12,59 12,57 12,52 12,51 12,51 12,48 12,47 12,41 12,40 12,40
8,02 8,02 7,97 7,94 7,98
9,65 9,61 9,66 9,62 9,65
6,97 6,97 6,95 6,94 6,97
7,21 7,22 7,19 7,18 7,21
7,97 9,64 6,97 7,20 46,093 7,95 9,64 6,95 7,18 45,909 7,96 9,63 6,94 7,15 46,103 9,62 9,62 9,66 9,67 9,66 9,67 9,67 9,63 9,63 9,64 9,63 9,64 9,64 9,63 9,62
6,95 6,95 6,98 7,00 6,99 7,00 6,99 6,95 6,95 6,95 6,94 6,95 6,94 6,94 6,94
7,18 7,17 7,22 7,24 7,23 7,25 7,23 7,19 7,19 7,19 7,17 7,17 7,15 7,15 7,16
46,261 46,221 46,373 46,312 46,177 46,195 46,297 46,035 45,935 45;914 45,868 45,942 46,033 46,125 46,148
1 Gemiddelde van 12 juli tot 31 december 1965.
X - 2. - VALUTA'S YAN DE LIDSTATEN YAN DE E.M.A. parikoers tegenover de dollar, marges van de aan- en verkoopkoersen van de centrale banken en uiterste noteringen te Brussel op 30 september 1967
Land
Oostenrijk België Denemarken Frankrijk Duitsland Griekenland IJsland Italië Nederland Noorwegen Portugal Spanje Zweden Zwitserland Turkije Verenigd-Koninkrijk
Parikoers (of gemiddelde koers) tetgenover de U.S.-dollar 1
sch. 26,BF 50,6,90714 DK 4,93706 FF 4,DM Dr. 30,IJsl.K. 43,625,Lire 3,62 Fl. 7,14286 NK 28,75 Esc. 60,Peseta 5,17321 Z.K. 4,37282 Z.F. 9: T.P. 2 2,80
Marges van de koers van de U.S.-dollar in pct. van de parikoers (of van de gemiddelde koers van de dollar) Verkoop (
Aankoop ( - )
+ 0,769 0,750 + 0,729 + 0,748 + 0,750 + 0,333 -I- 0,140 + 0,720 0,760 + 0,800 1,148 0,750 + 0,759 + 1,765 + 0,889 + 0,714 3
-
Uiterste noteringen te Brussel aankoop
4
verkoop
5
in Belgische franken
0,769 0,750 0,719 0,751 0,750 0,333 0,116 0,720 0,760 0,740 1,148 0,750 0,739 1,780
189,4080
- 0,714 ,
137,9575
voor
:
195,2519
100 sch.
7,3459 10,2806 12,6889
1 DK 1 FE 1 DM
8,1184 14,0223 7,1050 177,2519 84,5927 9,8101 11,7287
100 Lire 1 F1. 1 NK 100 Esc. 100 Peseta 1 Z.K. 1 Z.F.
142,0575
1£
•
-
7,1325 9,9769 12,3139 -
7,8832 13,6052 6,8924 170,6499 82,0926 9,5203 11,1517 -
I.M.F.-parikoers, behalve voor Zwitserland, waar de aangeduide parikoers diegene is die toegepast wordt door de centrale bank. Notering uitgedrukt in U.S.-dollar per pond sterling. De marges van het Verenigd-Koninkrijk kunnen niet geheel met die van de andere landen vergeleken worden; zij zijn de grenzen waartussen hot pond, uitgedrukt in U.S.-dollars, schommelt, terwijl voor de andere landen de marges de grenzen aanduiden van de U.S.-dollarschommelingen, uitgedrukt in nationale munt. 4 (Parikoers van de BF tegenover de U.S.-dollar - marge uitgedrukt in BF van de aankoopkoers van de Nationale Bank van België voor de U.S.-dollar) : (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar + marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de verkoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.) 5 (Parikoers in BI, tegenover de U.S.-dollar -I- marge uitgedrukt in BF van de verkoopkoers van de Nationale Bank van België voor de U.S.-dollar) (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar - marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de aankoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.) 2 3
Bibliografische referenties :
Koerslijst der Fondsen- en Wisselbeurs van Brussel.
- 450 -
XI. -- RIJKSFIN ANCIEN 1. - ONTVANGSTEN EN UITGAPEN YAN DE SCHATKIST VOORTVLOEIEND UIT DE BEGROTINGSVERRICHTINGEN 2 (Miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Buitengewone begroting
Gewone begroting Periode
Ontvangsten
Uitgaven
Totaal begrotIngssaldo
Ontvangsten
Uitgaven
Saldo
(1) - (2)
(4)
(5)
(4) - (5)
( 3 ) + ‘10)
Saldo
9
1961 1962
..... ................
1963
(3) =
(0 °
(7) °
(1)
(2)
120,4
126,0
-
5,6
0,4
14,6
- 14,2
- 19,8
131,2
130,1
+
1,1
0,5
17,8
- 17,3
- 18,2
139,5
143,0
-
3,5
0,4
22,0
- 21,6
- 25,1 - 21,3
1964
........... ............
157,8
155,3
+
2,5
0,3
24,1
._ 23,8
1965
... ...............
172,7
176,5
-
3,8
0,2
25,2
-- 25,0
- 28,8
1966
200,6
203,9
-
3,3
0,6
24,6
- 24,0
- 27,3
1965 Eerste 6 maanden . Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden -. Eerste 11 maanden 12 maanden
78,8 102,3 113,6 126,6 140,5 154,5 172,7
87,7 103,4 114,8 128,4 143,3 158,7 176,5
-
8,9 1,1 1,2 1,8 2,8 4,2 3,8
12,4 14,2 16,3 18,4 19,7 21,6 25,2
- 12,4 - 14,2 - 16,3 - 18,4 - 19,7 - 21,6 - 25,0
-
21,3 15,3 17,5 20,2 22,5 25,8 28,8
1966 Eerste maand Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
19,3 32,6 48,1 62,6 76,8 93,7 119,9 134,0 149,5 165,5 181,4 200,6
16,2 32,8 48,5 66,4 81,7 100,5 119,3 134,5 150,4 170,0 185,1 203,9
+ + -
3,1 0,2 0,4 3,8 4,9 6,8 0,6 0,5 0,9 4,5 3,7 3,3
0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,4 0,5 0,5 0,6
1,3 3,7 5,4 7,0 8,9 10,8 12,9 15,4 17,5 19,9 21,9 24,6
- 1,3 - 3,7 - 5,4 - 6,9 - 8,8 - 10,6 - 12,6 - 15,0 - 17,1 - 19,4 - 21,4 - 24,0
+ -
1,8 3,9 5,8 10,7 13,7 17,4 12,0 15,5 18,0 23,9 25,1 27,3
21,4 36,5 53,7. 69,8
19,0 37,7 56,4 74,6
+ -
2,4 1,2 2,7 4,8
0,1 0,1 0,1
-
+ 0,2 - 5,9 - 10,1 - 13,7
1967 Eerste maand Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden -. Eerste 4 maanden .
... ... ... ... ... ...
0,2 ... ... ...
...
2,2 4,8 7,5 9,0
2,2 4,7 7,4 8,9
1 De statistieken betreffende de Staatsschuld zijn opgenomen onder hoofdstuk XVI. Werkelijke ontvangsten en uitgaven gedurende iedere periode, ongeacht het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben, de interne overschrijvingen buiten beschouwing gelaten. 3 Van 1963 af, incl. de uitgaven van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade. 2
XI - 2. - SCHATHISTIMPASSE EN FINANCIERING ERVAN (Miljarden franken) Bron : Minicterie van Financiën. Financiering van de impasse
periode Periode
Totaal begrotinfissaldo 1
Gelden derden 2
Voorschotten aan de publieke instellingen 3
Veranderingen van de vlottende schuld
Emissies van gevestigde leningen 5
Impasse 4
in Belgische franken
in vreemde valuta's
(5)
( 6)
Kas-
in Belgische franken
Op de markt uitgegeven schatkisteertiTotaal ficaten op halflange termijn (7) =.(8) ( 5 ) + (6)
Totaal
tigen 3
Totaal
Burundi
ficaten
Bestuur der Postchecks
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
(15) = (8)tot(14)
(16)
(17)
(18) = ++ )) ((175 (16) -I(17)
+ 0,5
+ 0,4
+22,4
tor
Diverse certi.
B Beroep op de marge bij de N.B.B.
Parastatale sector
sBeaen k -
Kon go' Rwanda
in vreemde valuta's
middelen van de rekenpch li en andere schatkistverrichtingen
(1)
(2)
(3)
(4) = (1) -I- (2) + (3)
1961
-19,8
- 2,5
- 0,1
-22,4
+13,0
+ 2,2
+15,2
...
+ 0,4
+ 3,2
+ 0,1
+ 1,0
+ 0,4
+ 1,2
+ 6,3
1962
-16,2
- 0,5
...
-16,7
+20,1
+ 1,4
+21,5
- 1,1
+ 3,0
+ 3,9
- 0,2
- . 1,7
+ 3,5
-10,7
- 3,3
- 1,4
- 0,1
+16,7
+10,5
+ 8,7
+ 4,1
...
+30,3
-25,1
1963
- 3,7
- 1,5
-30,3
+17,5
+17,5
- 6,0
+ 3,6
- 3,5
+ 0,1
- 0,1
+ 4,1
+24,0
+24,0
- 7,5
+ 3,3
- 7,6
- 0,1
+ 0,2
+ 6,4
+ 2,9
- 2,4
+ 0,6
- 1,2
+21,0
...
+ 5,8
+ 4,4
...
+ 0,1
+ 0,2
- 1,2
+ 9,3
- 0,8
+ 0,6
+31,3
+ 3,4
- 3,2
...
+ 0,3
+ 3,1
+ 5,6
+ 9,2
+ 0,6
- 0,1
+30,7
3,5 3,5 7,3 8,9 7,6 6,8 5,8
+10,4 + 7,9 + 7,8 + 8,4 + 5,7 + 5,5 + 4,4
... ... ...
... - 0,3 - 0,1 - 0,1 - 0,1 + 1,2 + 0,1
- 4,1 - 3,8 - 6,0 - 6,1 - 4,6 - 4,3 + 0,2
-
1,1 1,7 1,7 1,7 1,7 1,5 1,2
+ 8,7 + 5,6 + 7,3 + 9,4 + 6,9 + 7,7 + 9,3
+ 0,1 - 0,6 - 0,1 ... - 2,5 + 0,2 - 0,8
- 0,5 + 0,4 + 0,1 + 0,1 + 1,2 + 1,4 + 0,6
+22,6 +19,7
... ... ... ...
+ + + + + + +
...
+ 2,7
+ 1,4 + 0,8 + 3,4 + 2,5 + 3,0 + 1,6 + 5,0 + 1,6 + 3,2 + 3,4 + 3,4
+ 2,2 + 2,5 + 3,2 + 4,2 + 0,8 + 3,6 ... + 3,0 - 2,5 - 0,3 + 4,1 - 3,2
... ... ...
... ... - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 + 0,3 + 0,3
- 2,3 - • 0,4 - 4,8 - 0,4 - 3,9 + 0,7 - 2,0 + 1,6 - 1,7 + 1,1 - 1,4 4- 1,4 - 1,5 + 1,4 - 4,0 + 2,0 - 4,8 + 2,7 - 2,4 + 5,5 - 4,6 + 5,6 +.. 3,1 + 5,6
+ 2,2 - 1,3 + 0,7 + 7,1 + 2,6 + 6,5 + 1,4 + 5,9 - 3,1 + 5,9 + 8,8 + 9,2
+ 0,3 + 0,9 + 1,0 ... + 0,3 + 0,2 + 0,8 + 1,0 + 1,0 + 0,9 + 1,0 + 0,6
- 3,1 - 0,2 - 0,6 ... - 1,1 - 0,8 - 0,6 - 0,4 - 0,5 - 0,2 - 0,6 - 0,1
- 0,6 + 6,3 + 7, 7
+1,1 - 1,7 - 1,8 - 2,3
+9,5 +12,2 +15,1 +17,6
... ...
+0,1 - 0,2 - 0,3 - 0,4
-4,7 - 6,6 - 6,3 - 3,9
+5,9 + 2,3 + 5,2 + 9,4
-2,5 + 0,2 + 0,3 - 0,2
-0,6 - 0,8 - 0,4 + 1,3
+ 2,8 + 9,8
1964
-21,3
+ 0,3
...
-21,0
1965
-28,8
- 0,8
- 1,7
-31,3
+22,2
...
+22,2
1966
-27,3
+ 3,1
- 6,5
-30,7
+21,0
---
+21,0
6 maand. Eerste '7 maand. Eerste 8 maand. Eerste 9 maand. Eerste 10 maand. Eerste 11 maand 12 maanden
-21,3 -15,3 -17,5 -20,2 -22,5 -25,8 -28,8
+ 2,1 - 0,5 + 0,4 + 1,3 - 0,4 + 0,2 - 0,8
-
3,4 3,9 4,5 4,9 5,3 6,0 1,7
-22,6 -19,7
+14,3 +14,3
-21,6 -23,8 -28,2
+14,3
+14,3 +22,6
-31,6 -31,3
+22,3
... --... ... ... ... ...
+14,3 +14,3 +14,3 +14,3 +22,6 +22,3 +22,2
1966 Eerste maand Eerste 2 maand Eerste 3 maand Eerste 4 maand Eerste 5 maand Eerste 6 maand Eerste 7 maand Eerste 8 maand Eerste 9 maand Eerste 10 maand Eerste 11 maand 12 maanden
+ 1,8 - 3,9 - 5,8 -10,7 -13,7 -17,4 -12,0 -15,5 -18,0 -23,9 -25,1 -27,3
- 0,6 - 1,2 - 0,1 - 0,6 - 0,7 + 1,2 + 1,1 + 0,2 + 0,3 ... + 0,9 + 3,1
-
0,6 1,2 1,8 2,4 2,9 3,4 4,0 4,5 4,9 5,5 7,1 6,5
... + 0,6 6 - 6,3 + 6,9 - 7,7 + 6,6 -13,7 + 6,6 -17,3 +15,5 -19,6 +13,7 -14,9 +13,3 -19,8 +13,3 -22,6 +25,2 -29,4 +22,8 -31,3 +22,1 -30,7 +21,0
...
1967 Eerste maand Eerste 2 maand Eerste 3 maand Eerste 4 maand.
+0,2 - 5,9 -10,1 -13,7
-2,5 - 2,9 - 1,5 - 2,1
-0,5 - 1,0 - 1,5 - 2,1
-2,8 - 9,8 -13,1 -17,9
...
1965 Eerste
+22,2
...
... --... --... ... ... ...
+ 8,1
+ 8,0 + 7,4
... ...
-I- 6 , 9 + 6,6 + 6,6 +15,5 +13,7 +13,3 +13,3 +25,2 +22,8 +22,1 +21,0 + 8,1 + 8,0 + 7,4
...
... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
... ... ...
... ... ... ... ... ...
...
-0,1 - 1,4 - 1,5 - 1,6
+21,6
+23,8 +28,2 +31,6 +31,3
+13,7
+17,3 +19,6 +14,9 +19,8 +22,6 +29,4 +31,3 +30,7
+13,1 +17,9
1 Cf. tabel XI-1. Van 1963 af, excl. de uitgaven van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade, die sedertdien in kolom (1) zijn opgenomen. 3 Vermeerdering : ( -); vermindering : (+)• 4 Deze kolom verschilt van kolom (3) a Schatkisttekort a van tabel XI-3. Het schatkisttekort houdt inderdaad rekening met verschillende categorieën van verrichtingen die niet in aanmerking komen bij de berekening van de Impass e . Aldus omvat het saldo van de extra-budgettaire verrichtingen, begrepen in het schatkisttekort, niet alleen de gelden van derden - kolom (2) van tabel XI-2 -, maar ook de rubriek a Kasmiddelen van de rekenplichtigen en andere schatkistverrichtingen - kolom (17) van dezelfde tabel - alsmede de uitgaven van parastatale instellingen - in hoofdzaak liet Wegenfonds - gefinancierd door uitgiften van indirecte overheidsleningen. 5 Na aftrek van de emissiekosten en de exirabudgettaire aflossingen. 6 Overschot. 2
- 452 XI - 3. - NETTOFINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE STAAT EN HUN • DEKKING (Miljarden franken) Dekking
Periode
Totaal begrotingssaldo 1
•
Saldo van de extrabudgettaire verrichtingen
Schatkisttekort 3
2
(1)
(2 )
Aflossingen van de overheidsschuld begrepen in de begrotingsuitgaven 4
(3) = (1) + (2)
(4)
1961
19,8
-
7,0
- 26,8
1962
16,2
-
4,3
- 20,5
1963
Beroep op de Belgische marl t Nettofinanceri ngs . beho,ften van de
staat
(5) = (3) + (4)
Veranderingen ven het uitstaand bedrag der gevestigde
van de andere l en i ngen verplichen op de tingen markt uitgegeven op halflange certificaten termijn op halflange termijn (0) (7)
9,5
- 17,3
+ 10,3
-
0,7
8,2
+ 15,5
+
4,6
- 34,1
+ + 10,8
- 12,3 - 23,3
-
1,1
+
- 25,1
-
9,0
1964
- 21,3
-
6,3
- 27,6
+ 12,6
- 15,0
+ 5,7 + 11,9
1965
- 28,8
-
7,8
- 36,6
+ 14,5
- 22,1
+ 17,2
+
0,5
1966
27,3
-
4,1
- 31,4
+ 14,3
- 17,1
+
9,2
+
0,9
1965 Eerste 6 m. . Eerste 7 m. . Eerste 8 m. . Eerste 9 m. . Eerste 10 m. . Eerste 11 m. . 12 maanden
- 21,3 - 15,3 - 17,5 - 20 .,2 - 22,5 - 25,8 - 28,8
-
- 23,6 - 19,8 - 21,9 - 24,5 - 27,9 - 32,4 - 36,6
+ 7,4 + 8,3 + 8,9 + 10,0 + 11,2 + 13,2 + 14,5
-
16,2 11,5 13,0 14,5 16,7 19,2 22,1
+ 9,7 + 8,9 + 8,4 + 7,8 + 15,2 + 14,7 + 17,2
-
1,2 1,2 0,3
-
2,3 4,5 4,4 4,3 5,4 6,6 7,8
1966 Eerste maand . Eerste 2 m. . . Eeréte 3 m. . •Eerste 4 m. . Eeráte 5 m. . Eerste 6 m. . Eerste 7 m. . Eerste 8 m. . Eerste 9 na. . Eerste 10 m. . Eerste 11 na 12 maanden .
+ 1,8 - 3,9 - 5,8 - 10,7 - 13,7 - 17,4 - 12,0 - 15,5 - 18,0 - 23,9 - 25,1 - 27,3
-
1,7 2,8 2,8 3,3 5,2 3,5 3,8 5,0 5,5 6,3 7,6 4,1
+ 0,1 - 6,7 - 8,6 - 14,0 - 18,9 20,9 - 15,8 - 20,5 - 23,5 - 30,2 - 32,7 - 31,4
+ 1,7 + 3,1 + 4,1 + 5,2 + 5,8 + 7,2 + 8,3 + 9,4 + 10,3 + 11,9 + 13,4 4- 14,3
+ -
1,8 3,6 4,5 8,8 13,1 13,7 7,5 - 11;1 13,2 18,3 19,3 17,1
+ + + + + + + + + + +
4,2 4,2 3,2 2,3 10,9 7,9 6,5 5,6 16,9 13,1 11,2 9,2
1967 Eerste maand . -Eerste 2 m Eerste 3 m Eerste 4 m. .
+ 0,2 - 5,9 - 10,1 - 13,7
-
3,7 5,0 3,7 4,8
- 3,5 - 10,9 - 13,8 - 18,5
+ -1+ +
- 1,7 - 7,6 - 9,4 - 12,8
+ + +
1,7 5,3 4,4 4,3
.
1,8 3,3 4,4 5,7
5
...
+ + +
...
0,2 0,2 0,5
... ... + + 4+ + + + + +
...
0,2 0,2 0,2 0,2 0,6 0,8 0,8 0,8 0,9
... ... ... + 0,2
. van de verplichtingen op korte termijn (8)
+
4,2 ...
Totaal
Beroep op de buitenlandre markten e
(9) = (0) tot (P)
(10)
+ 13,8 + 20,1
+ -
3,5 7,8
+
6,2
+ 10,8
+ 12,5
+
2,0
+ 13,9
+
+
9,2
+ 26,9
-
4,8
+
2,1
+ 12,2
+
4,9
+ 10,9 + 7,4 + 8,8 -1- 11,0 + 5,4 + 8,5 + 9,2
-I- 19,4 + 15,1 + 16,9 + 18,8 + 20,8 + 23,4 + 26,9
-
3,2 3,6 3,9 4,3 4,1 4,2 4,8
2,4 0,3 1,1 5,4 1,6 5,2 1,0 4,8 4,9 1,4 3,9 2,1
- 1,8 + 3,9 + 4,3. + 7,9 + 12,7 + 13,3 + 7,7 + 11,0 + 12,8 + 15,3 + 15,9 + 12,2
+ + + + + + + + +
... 0,3 0,2 0,9 0,4 0,4 0,2 0,1 0,4 3,0 3,4 4,9
+ 5,2 + 5,8 + 9,3 -1- 12,8
+ 3,5 + 11,1 + 13,7 + 17,3
-
1,8 3,5 4,3 4,5
+ -I+ + + -1+ + + +
1,1
1 'Cf. tabel XI - 1. 2 Incl. do uitgaven van parastatalé instellingen gefinancierd door uitgiften van indirecte schulden. Van 1903 af, excl. de uitgaven van de Zelfstandige Hes voor Oorlogsschade, die sedertdien in kolom (1) zijn opgenomen. Cf. noot 4 van tabel XI-2. 4 Volgens de staten van de overheidsschuld. • Incl.. de veranderingen van de indirecte schuld. 6 -Deze rubriek geeft de beweging aan van al de schulden, zowel in deviezen als in Eelgische franken, waarvan de Stant t.o.v. het buitenland de debiteur ie, hetzij direct, hetzij via Belgische instellingen. 3
- 453 XI • 4. - BELASTINGONTVANGSTEN (per begrotingsjaar) (miljarden franken) A : werkelijke ontvangsten. B : verschillen ten opzichte van de begrotingsramingen.
Bron : Ministerie van Financiën. Directe belastingen 2
Begrotingsjaar
A
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1966 6 maanden 1967 6 maanden 1966 Februari Maart April =,.., Mei Juni Juli Augustus 2 . September cl Oktober November December
=
=
1067 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
36,1 39,5 41,4 44,0 51,4 54,2 60,5 69,6 67,1 24,8 38,6 2,7 3,1 4,7 4,3 6,5 16,6 4,6 4,6 5,9 5,5 5,0 11,4 4,8 4,8 5,1 5,1 7,4 17,3 5,3
Douanen ei Accijnzen
B
A
- 1,8 -1- 0,8 + 0,9 - 1,4 + 2,2 + 1,0 + 4,7 + 8,5 + 3,3 + 0,8 + 0,6
B
A
B
A
- 2,0 -I- 0,2 - 0,1 - 1,9 - 0,5 + 1,0 + 4,5 + 1,7 - 0,2 - 0,9 - 0,4 - 0,4 + 0,2 - 0,4 + 0,1 - 0,1 - 0,1 + 0,5
+ 0,2 - 0,2 - 0,1 + 0,2
32,9 35,9 38,5 44,6 48,5 52,5 60,0 65,7 78,6 38,2 43,0 5,6 7,0 6,4 6,5 6,9 6,1 6,2 7,0 6,9 6,9 7,4
+ 0,2 + 0,1 + 0,2 -F 0,1 + 0,2 + 0,6 - 0,2 + 0,1
6,5 6,8 8,1 7,4 6,8 7,4 6,6 6,5
- 0,2
+ 0,1 + 0,1 + 0,1 + 0,4 + 0,5 + 0,3 + 0,2 + 0,5 + 0,6 + 0.2
18,1 19,6 22,0 23,8 24,5 25,9 28,2 30,1 33,7 16,2 19,0 2,5 3,0 3,0 2,8 2,9 2,7 2,8 3,2 2,7 2,8 3,3
- 0,3 - 0,6 - 0,9 + 1,1 - 0,2 - 0,1 + 0,5 .. + 0,4 + 0,6 + 0,8 + 1,4 + 0,1 + 0,4
- 0,3 + 0,1 - 0,1 + 0,2 + 0,3 + 0,4 -- 0,5 + 0,1
2,9 2,8 3,3 3,2 3,2 3,6 2,7 2,9
...
Totaal
Registratierschten
... ...
+ 0,1 - 0,2
...
... + 0,3 + 0,1
B
87,1 95,0 101,9 112,4 124,4 132,6 148,7 165,4 179,4 79,2 100,6 10,8 13,1 14,1 13,6 .16,3 25,4 13,6 14,8 15,5 15,2 15,7
- 4,1 -i- 0,4 - 0,1 - 2,2 + 1.5 + 1,9 + 9,7 +10,6 + 3,7 -1- 0,7 -I- 1,6 - 0,3 + 0,7 - 0,3 + 0,2 + 0,4 + 0,2 + 0,8 + 0,4 + 0,3 + 0,8 + 0,5
20,8 14,4 16,2 15,7 15,1 18,4 26,6 14,7
- 0,3 + 0,2 + 0,6 + 0,2 + 0,2 + 0,7 - 0,9 + 0,1
+ 0,5 -.0,1 - 0,3 - 0,3 -- 0,2 - 0,1
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentimes, de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en
Rwanda-Burundi.
2 Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting.
XI • 5. - INDELING VAN DE BELASTINGONTVANGSTEN 1 (miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiën.
Dienstjaar 1966 2
4 3
0,8 5 9 28,8 13,7 6,4 .1,3 4,2
0,1 0,5 2,8 0,1 0,5 0,1 ...
,
,
... 0,2
33,7
33,1
2,8 0,6 2,2
78,8
5,7
6,7 3,2 67,9
6,4 3,1 68,7
0,4 0,3 5,0
179,4
175,7
• 0 0 ,Cb
78,6
0,1 0,5 3,4 0,1 0;8 0,3 ...
...
2,8 0,6
et ,••••■Lu •e•I c',3 CO
8,0 24,9
at 0
8,2 24,0 1,2
,
• ^ C:r • ••• • 0 Cl
... 2,7
6 2
0 Ot • • 0 •
... 3,3
Breagm r oi tnignegns
••3•i •3•1
63;8
0,8 6,1 30,0 14,0 6,9 1,8 4,2
Opbrengsten •
BrenTutigneir g
."2 00 0'3
67,1
Opbrengsten .
2,2
6,6 0,5 0,3 5,7
il
Verschil t.o.v. de begrotingsramingen
Opbrengsten
Dienstjaar 1967 : augustus 1967
•
Directe belastingen 3 Onroerende voorheffing Roerende voorheffing Bedrijfsvoorheffing Voorafbetalingen Personenbelasting (kohieren) Vennootschapsbelasting (kohieren) Verkeersbelasting op autovoertuigen Belasting op de inkomsten (samengeschakelde wetten - oud regime) Diversen 3 II. Douanen en accijnzen waarvan : douanen accijnzen bijzondere verbruikstaksen III. Registratie waarvan : registratie erfenissen zegel en gelijkgest. taksen Totaal 1.
Dienstjaar 1006 : augustus 1966
,
Brerintizs-
_
+ 3 , ---------7
13,6 -------' + 0,8
12,8
14,7 ---_____-----------+ 0,1
14,6
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentimes. 2 Ingevolge de overgang van het stelsel van het Begrotingsjaar naar dat van het Beheer, met ingang van 1 januari 1967, werd de aanvullende periode van
1066 weggelaten en bijgevolg werden de ontvangsten die tot die periode zouden behoord hebben, gevoegd bij de rekening van 1967. 3 Incl. de geïnde of terugbetaalde bedragen betreffende de afgesloten dienstjaren en de belastingen van niet-verblijfhouders (kohieren).
N. B. - Het Belgisch Staatsblad publiceert maandelijks volledige en omstandige gegevens over de fiscale ontvangsten.
- 454 XI - 6. - BELASTINGONTYANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR ' (miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Maandgemiddelden of maandcijfers
Directe belastingen
Totaal
waarvan : voorafbetalingen op de bedrijfsbelasting
Douanen en accijnzen
Registratierechten
2,7
7,3
0,35
3,0
7,9
0,40
2
1958
3,1
1,5
1959
3,2
1,7
1960
3,5
1,8
3,2
8,5
0,51
1961
3,6
2,0
3,7
9,3
0,53
1962
4,2
2,1
4,0
10,3
0,66
1963
4,4
2,1
4,4
10,9
0,93
1964
5,0
2,4
5,0
12,4
1,09
1965
5,6
2,5
5,5
13,6
1,07
1966
6,5
2,8
6,6
15,9
1,39
1965 Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden
5,0 5,9
2,4 2,4
5,2 5,2
12,6 13,5
0,62 1,60
1966 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden
6,6 5,9 6,8
2;7 2,8 2,8
6,1 6,3 6,4
15,4 15,0 16,0
0,98 0,71 1,78
1967 Eengo 3 maanden Eerste 6 maanden
7,0 6,4
3,0 3,2
7,1 7,2
17,1 16,8
0,78 0,67
6,5 16,6 4,6 4,6 5,9 5,5 5,0
2,9 2,7 2,8 3,2 2,7 2,8 3,3
6,9 6,1 6,2 7,0 6,9 6,9 7,4
16,3 25,4 13,6 14,8 15,5 15,2 15,7
0,60 11,68 0,06 0,01 0,43 0,03 0,25
11,4 4,8 4,8 5,1 5,1 7,4 17,3 5,3
2,9 2,8 3,3 3,2 3,2 3,6 2,7 2,9
6,5 6,8 8,1 7,4 6,8 7,4 6,6 6,5
20,8 14,4 16,2 15,7 15,1 18,4 26,6 14,7
2,13 0,08 0,13 0,69 0,09 0,88 11,76 0,06
1966 Juni Juli Augustus September Oktober _._ November December
........ ......._._ ........ ........_ ......... ..... ..._ ..............
1967 Januari Februari Blaart April lei Juni Juli Augustus
2
_._._
_____
-
Ezel. de provinciale en gemeentelijke opcentimes, de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de Rwanda-Burundi. Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting.
ontvangsten voor rekening van Bongo en
(Ministerie van Financiën). - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch T. ijdachrift van het (N.B.B.) : XLIe jaargang, deel II, nr 4, oktober 1966 : e Begrotingen voor 1966 en 1967 en XLI.le jaargang, deel I, nr 3, maart 1967 : Hoof dstuk XI . Rijksfinanciën van het statistische gedeelte - Wijziging van sommige gegevene ..
Bibliografische referenties : Tijdschrift voor Documentatie
N.1.S. - Belgisch Staatsblad. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting
XI - 6. — BELASTINGONTVANGSTEN
ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR (miljarden franken) TOTALE ONTVANGSTEN 30
30
26
26
-
i i
22 1967
/ i
A t
1 1 1, 1 1 1
/ /
1
14
10
6
/ /
I
-
I I I 1
Í 1
18
22
/
18
/
—
.. ... ..... .... .... „,., ./ ....
/
1 ./ t./
I
/
...., ...,
Ii ''' •••• .... .../
/
/
14
1966
v
1965 10
-
1
1
1
1
1
I
1
1
1
1
I
6
DIRECTE BELASTINGEN
18
18
14
14
- 1967
10
10
6 .....
2
6
1966 ■••
Effl REEMII
,/,/
1965
1
1
2
DOUANEN EN ACCIJNZEN
4
4
1967
1966
•••
1965
1
O
O
REGISTRATIERECHTEN 10
10
6
6
2
2 58
D
M
J
5
D
XII.
-
VORDERINGEN EN SCHULDEN IN DE BELGISCHE ECONOMIE
(Voorlopige cijfers)
la. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1963 1
Bron : Nationale Bank van België.
miljarden franken . -
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Niet-financiële nationale sectoren
Financiële instellingen
Bedrijven Paraen statale particulieren bedrijven
gedane verrichtingen
(2)
___
Nihil of beneden F 50 miljoen
(4)
..
( 1)
le
Irij tic
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
-
... 0,1 1,2 (0,3)
. . .
Totaal ...
26,6
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
0,1 15,9
0,3 0,2
(3
Sta
en
E)
cial
(6)
(5)
. . .
...
. . .
w 1,6 (. .)
0,1
1,4
1,6
0,1
13,5
. . .
-
. . .
. . .
" • ' . . .
13,5 (0,2)
. . . 0,1 0,1 0,2 (5,1)
( ...)
. . .
. .. . . .
(7)
86,8
-
. . . 1,8 0,2 2,2 1,2 •• • . . . (..-)
. . . 0,9 •• • (--) 0,9
• .
21,3
0,5
5,1
0,4
...
7,3
5,4
2,3
... 0 5 2,4 . . . 0,8
-
1,1 0,1 1,7 . . .
. . . . . . 1,1 . . . 0,9
... 19,9 10,3 16,5 7,4
38,7 36,2 37,8 57,9 . . .
Totaal ..
109,4
3,9
-
3,0
2,1
54,1
170,6
-
...
-
. . .
...
...
15,4
0,7 . . . 4,8 0,4
. . . . . .
0,1 . . .
. . . . . .
0,5 ...
. . . 4,3 0,5 •• .
Reserves van de sociale verzekering Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) . Accepten en handelspapier Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
•' •
•• ' 1,9
2,8
. . .
.._ ______ _.
(8 )
(-)
5,3 (0,8)
5,1 (14,5)
Rentenfds fonds
44,5 42,2 . . . . . . . . . (0,6)
"• 107,1
Totaal ( 6)
""
Sociale verzekering
Buitenland enan Geldscheppende instelns lingen
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen
Geld op zeer korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen
sse ve ere
(3)
0,1
Totaal
Buitenland
(2)
7,7 10,8 8,1 . (181,4)
Totaal
E C7
Staat (Schatkist)
Overhe idssector n iet elde rs ve rmeld (o. m. lagere overhe id)
Gegevens niet beschikbaar
. . . .
I nst. voor verzekering Spaarkassen, Niet-geldop et leven hypotheekscheppende en tegen en kapit a1 I. " openbare arbeidssatiemaatkrediet. schappi ongevallen, instellingen J pensioenfondsen (10) (11) (g)
3,2 0,1 1,0 95,3 2,7 (1,1)
Totaal av111(de ; schulden
Niet bepaalde sect. en aanpassingen (121
(13) --1 ) tot (12)
15,7 31,1 3,0 (2,8)
1,7 0,9 . . . 92,0 0,6 (-)
6,3 . . . . . . . . . . . . (. . .)
102,2
49,8
95,3
6,3
383,6
0,6
. . . . . . 5,2 4,3 0,2 . . . (0,1)
. . . . . . . . .
0,6
. . . 3,6 0,6 . . . . . . (0,2)
. . . 0,4 0,1 0,4 . . . 9,0 0,1 (0,2)
4,8
9,7
9,9
. . . 5,4 35,2 2,4 . . .
•• • 39,0 2,0 0,4
7,8
43,0
41,4
1,0 . . . -
. . . 1,6 8,2 0,6 . . .
0,1 . . . 0,7 (0,9)
55,9 50,9 27,5
226,6 22,7 -
(186,4)
2,3
0,7 32,5 7,0
9,8 13,2 (21,7)
0,8
66,2
4,8 . . . 1,3 2,3 . . .
47,1 249,8 82,7 9,9
19,6
8,4
463,2
. . . 6,8 2,9 . . . . . .
. . . 1,0 . . . 49,5 0,6
. . . . . . . . . . . . 3,0
4,3 27,7 54,8 8,7
106,5
73,7
11,1
17,4
5,9
2,8
0,1
0,5
4,8
1,0
10,4
9,7
51,0
3,0
16,0 . . . . . . 5,2
. . . . . .
-. • . . . 2,5
. . . . . . . . .
. . . 0,5 2,6
0,2 . . . . . .
. . . 1,1 . . .
. . . . . . . . .
. . . 1,4 . . .
0,1 7,3 0,1
. . . . . . . . .
. . . 1,4 2,4
21,2
. . .
2,5
. . .
3,1
0,2
1,1
. . .
1,4
7,5
. . .
3,8
40,9
-
. . .
-
. . .
. . .
-
. . . 10,1 4,5
. . . -
. . . 0,8 0 2
. . .
. . . 1,7 . . .
.. . 1,7 ...
14,2 4,7
-
112,0 0,7
0,9
0,3
6,2
... 0,2
... - 0,1
112,0 16,0
-
7,1 ...
-
•• •
0,4
0,2
(1,1)
(-)
(1,5)
(--)
... (» .)
6,6
2,1
1,6
. 7,6 -
7,6
..
... 0,2
0,9 (0,2)
13,1
0,9
21,3
-
8,0
.
(0,4)
(-) ...
...
-
134,4
0,9
,
(. 1,3
)
16,0 0,3 11,7 12,9
.. .
20,2 9,6 176,8
( 7)
Geldschepp ende ins tell ingen
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplichtingen tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal ...
colt
Geld op zeer korte termijn • Certificaten op korte termijn Verplichtingen in rek-courant of voorschotrek. Diversen
.
,ssen, pital is ichapr ( 9) op
ar e fon
l ing
.ch• l iet 1)
2,8
4,0
12,5
1,0
55,2
13,1
-----
... ----
----
... ----
0,4
0,2 6,5 0,6
2,8
... ... --
--
...
2,8
...
...
0,4
Totaal ...
159,4
Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verplichtingen in rek-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
N iet epaalde ectoren in aanissingen ( 12)
., .
( 1) tot ( 12)
329,5
3,8 138,4 0,9
Totaal
( 1 3)
2,8
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
EC'
uciële
Totaal
253,9 --9,1 29,3 25,7 -11,4 0,1 (7,7)
Totaal
... --
3,8 ---
-
--...
12,4 .. . --
--
1,0 ... -
--
-
0,2 55,0 -----
0,2 (0,2)
1,4 ---
-11,7 --
... ---
-...
-
... 0,1 -... ... ... ... ...
0,1 --
...
...
...
9,6 9,6
432,0
... ... ...
0,9 6,5 0,6 2,8
(0,1) ...
277,9 2,0 55,0 9,1 29,3 25,8 11,7 11,4 9,8 (8,6)
2,3
1,6
0,3
0,2
...
-... ...
... -... ...
... ... ...
7,4
--
0,2
...
...
...
10,9
-...... ---
... ... ...
0,6
0,3
... ...
... ...
... ...
0,6
5,5 138,4 6,0
..
11,1
-0,1
-...
-0,1
-...
...
--
0,6 8,0 (1,3)
0,1
...
0,1
0,6
0,3
3,7
169,6
--...
-- -...
--...
...
---
1,5
18,4 158,2 2,0
3,5
--
-0,1
--
1,0
0,1
...
4,3
18,4 145,7 0,3
--...
--...
--...
--0,1
12,5 ...
--...
164,5
...
...
...
0,1
12,5
...
...
...
..
...
1,5
178,6
2,5
.. ...
0,2 0,3
0,2
--
...
0,3
0,1
6,4 2,3
... ... ... ...
... ... ...
0,4
-... ---
... 0,1 ... ...
... 0,1 ... ... ... ...
2,9 0,9 6,4 6,4
---
--
0,3 0,1
--
0,8 1,0
1,6
----
--
--
2,0 0,3 --
(0,6)
11,1
0,6 4,6 (1,3)
... ... ----... -...
--
3,1
0,3
...
73,2
0,2
...
...
0,9 0,,7
10,2 0,5
0,5
0,7 8,7 4,1 0,3
0,4 ...
19,1 16,0
0,2 0,2
3,1
1,0
(...)
... (...)
(-.-)
113,2 23,8 21,7 (2,0)
87,4
0,6
10,3
3,7
1,7
3,4
12,1
0,5
13,8
35,5
0,5
6,8
176,3
- 4,2
2,1
...
...
1,9
4,2
10,6
0,6
1,8
1,8
1,8
--
... ...
10,3 (0,1)
(...)
(1,0)
0,1 ... 0,1
0,1
1,3 1,7
(0,7)
... (...)
(...)
0,7 (0,1)
... -(._.)
... ... (..-)
1,2 5,5
20,7 ..........
•,
Totaal van de vorderingen
940,0
19,2
50,6
19,8
27,6
137,7
446,3
11,8
181,4
164,3
180,9
45,6
2.225,3
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. 1 Voor de jaren 1957 tot 1959, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIlle Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1968; voor het jaar 1960, cf. hetzelfde Tijdschrift, X XXIXe Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1964; voor het jaar 1961, cf. hetzelfde Tijdschrift, XLe jaargang, Deel II, nr 4, oktober 1965; voor het jaar 1962, cf. hetzelfde Tijdschrift, XLIIe Jaargang, vol. I, nr 2, februari 19137.
XII - lb. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1964 (Voorlopige cijfers)
(miljarden franken) Bron : Nationale Bank van Belgii.
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Financiële instellingen
Gegevens niet beschikbaar
...
Nihil of beneden F 50 miljoen
ParaBedrijven en statale particulieren bedrijven
- Niet gedane verrichtingen
1)
rijv jeu
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
!)
)
[1)
tee
atk
na re
4) ;)
iah
r eri
...
•"
1,7 (...)
0,1 _______
18,0 (0,3)
29,5
1,7
0,1
1,7 ... ... 5,9 (14,7)
18,1
•• •
•• • .
... 0,1 0,1 0,2 (5,5)
... ... ____ (...)
"•
... (0,6) ...
96,8
(8)
(-)
4,3 0,2 1,0 107,2 1,6 (1,2)
--
114,3
. • • 1,2 0,2 2,0 2,6 ... ... (0,1)
••• 0,8 ... (-)
0,3 ... 3,7 0,5 ... ... (0,2)
Niet bepaalde sect. en aanpasringen (12)
15,8 35,2 4,1 (3,0)
1,3 1,0 ... 103,2 0,6 (--)
8,0 ... ... ... ... (...)
55,1
106,1
... ... 5,1 •4,1 0,2 ... (0,1)
Totaal van de schulden
(13) = (1) tot (12)
62,8 57,1 29,1 254,6 27,7 (198,3)
8.0
431,3
... 0,3 0,1 0,6 ... 11,1 0,1 (0,3)
0,1 . • . •• . ... 0,3 ... 0,4 (0,9)
0,5 2,1 0,6 32,5 8,6 11,8 14,6 (22,7)
12,1
0,8
70,7
3,5 1,5 1,4 0,6 ...
54,1 70,4 260,7 85,1 9,2
...
Totaal ...
22,6
0,8
5,9
0,4
...
7,4
6,0
0,8
4,5
9,4
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen
4,2 ... 118,2 . • •
. • • 0,5 2,4 •• • 0,7
-
0,8 0,2 1,7 ...
... ... 1,7 ... 1,6
... 16,9 9,3 19,2 6,3
45,6 36,8 38,7 58,6 ...
... 4,1 3,7 ... ...
... 4,3 33,3 3,5 ...
... ... 41,9 2,1 0,5
Totaal ...
122,4
3,7
-
2,6
3,3
51,7
179,7
7,8
41,1
44,5
15,6
7,0
479,5
-
•• •
-
•••
14,4 •• •
... •• •
0,1 ...
0,5 1,1
2,1
0,6 •• • 5,0 0,5
••• 4,8 0,7 0,2
... 1,2 ... -
••• ... 1,7 10,7 0,7 ...
••• ... 6,6 2,4 ... ...
•• • ... 1,2 ... 55,5 0,3
' • • ... ... ... ... 2,3
... 4,8 27,0 14,5 61,1 7,1
16,5
6,1
2,0
...
1,6
5,7
1,2
13,1
9,0
57,0
2,3
114,5
22,3 ... ... 4,6
.. • ... •• .
•• • ... 1,1
... ... •• .
... - 0,7 3,6
0,2 ... ...
... 0,6 ...
... •• • •• •
... 1,3 ...
0,1 9,0 0,3
... ... ...
... 1,6 2,7
22,3 0,3 13,2 12,4
26,9
...
1,1
...
4,3
0,3
0,6
...
1,3
9,3
...
4,3
48,2
-
...
...
...
...
-
0,1 12,9 4,1
... -
... 1,0 0,2
... 1,7 ...
... 1,5 ...
0,1 17,1 4,3
7,8
•• • ...
... 0,1
-
129,2 0,7
0,9
0,3
6,1
. • • 0,2
• .. - 0,2
129,2 16,0
0,9 (0,2)
11,5 8,1 (0,4)
( --)
... (• -)
0,8 (1,5)
0,2 (--)
•• • (. )
20,2 10,0
2,1
1,3
196,8
Geld op zeer korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen Reserves van de sociale verzekering Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen Totaal
( 0)
...
(192,4)
... 0,1 1,5 (0,8)
49,2 47,6 ...
Rentenfonds
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) . Accepten en handelspapier Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen)
2,0
...
... 0,1
. • .
...
-
co-
sec ver
-
•• . 0,5 ________ ___________ 0,5 15,9 0,2 ...
(7)
(6)
.
0,1 8,3 12,3 8,9
instellingen
Inst. voor verzekering Niet-geld• Spaarkassen, op het leven ~ende hypotheeken tegen openbare en ka ,. t y P' a '. arbeidskredietsatiemaatongevallen, schappijen instellingen pensioenfondsen (11) (10) (9)
6,3 (0,9)
Totaal
Bu iten land
(5)
(3)
Buitenland Geldscheppende
.37
r,CT
Sociale verzekering
O
b
Totaal ... Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
(2)
Staat (Schatkist)
Overhe idsse ctor n ie t elders vermeld (o. m, lagere overhe id)
Niet-financiële nationale sectoren
-
___ ...
...
(--) -
8,7 ... (1,3) 155,7
( 7)
Geldscheppende in stellingen Rentenfonds
(8) ( 9)
Financiële Instell ingen
Totaal
355,0
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Diversen
-
Totaal
-
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes 'Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
-
-
-
0,2 (0,2)
__
3,5 ... -
•• • ... _ ... _ •• •
•• -
(0,7) 3,5
3,0
3,8
11,3
0,6
67,7
16,7
...
-
2,8
... ... -
... -
•• • ... -
•• • 7,4 0,4 •• •
•• • •• • •• •
...
2,8
...
...
...
7,7
-
• • •• • •• •
0,2
2,3
1,0
3,7 ...
171,3
1,0
...
21,3 155,7 0,3
...
0,2
177,3
...
0,2
...
-
2,7 7,0 2,0 ... 78,5 ... 3,5 (0,1)
0,5 ... 0,3 ... ... (...)
93,7
0,7
10,3
- 4,2
2,2
1,3
____ ________ ... ... 10,3 (1,0)
0,1 ... •• • (0,1)
0,3 •• • -
... •• •
•- ... ... ... ... ... 10,9
297,5 2,8 66,2 5,1 35,6 29,5 15,5 11,4 11,2 (10,2)
10,9
474,7
•• • ••• •• • ...
• •• ... 0,1
- 7,4 0,4 2,9
0,1
10,6
0,6 •• ... 0,2
0,2 ... ...
... ... 0,3 ..
7,0 148,1 6,4 12,0
•• •
-
2,8
0,2
3,1
183,6
1,9
•• • •• • •• •
0,3
0,6 9,5 (1,6)
0,5
...
0,2
0,1
•• •
0,1
0,7
6,0
0,2
0,1
...
0,1
...
0,1
14,4 •• •
•• •
•• •
•• •
•• •
•• •
2,0
21,3 170,2 2,7
. ..
0,1
14,4
...
...
...
...
...
2,0
194,1
0,2 ...
•• •
. • •
0,2 0,2
... 0,3 ... (-)
0,8
2,9 ... 0,1 ... 0,1 (0,7)
1,4 0,8 ... (...)
... 3,5 2,5 (...)
0,3 0,1 9,8 0,7 ... (0,2)
•-•
...
1,8 •• • -
•• •
... •• • 0,9 •• • 20,9 17,9 •• • (•-.)
3,3
3,8
6,1
11,3
0,3
13,9
39,7
... 0,1 ... ... 0,2 0,2 •• • •• • (...) 0,5
1,1
4,2
10,9
0,7
3,3
1,0
1,2
...
1,5
u-0 CO
( 12)
...
1,3 _. 15,5 -
-•••
Totaal
-
1,5 66,2 -
CO CO 0 •
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer kortè termijn Inlagen 'p spaarboekjes Termijndeposito's Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen)
_______
3,8 148,1 1,3 11,8 0,6 5,8 (1,6)
11,3 0,6 ... ... ___ ____ ____. _____
• • C, .
( 11)
Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
3,6 -
.
Niet-geldschepp ende openbare kred ietinstellingen
Instellingen voor verze ker. op het leven en tegen ar be idsong., pensioen fondsen ( 1 0)
Totaal
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
35,6 29,4 11,4 0,1 (9,2)
3,0 ... -
•
Spaarkassen, hypotheeken kap italisatiemaatschapp ijen
273,3 -
•
... 0,3 ... ... •• • •• • 1,4 5,5 (•••)
3,1 0,7 7,0 8,7 1,1 119,9 28,0 22,2 (2,0)
7,2
190,7
-
21,7
( 1) tot (12)
■■••11!
( 1 8)
SCHU LDENPER SECTOR EN PERSOORT
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplichtingen tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal van de vorderingen
1.018,7
20,0
Koot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten.
48,9
18,6
37,4
153,6
491,2
11,6
196,7
177,7
195,0
47,0
2.416,4
XII - 2. - BEWEGING VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1964 (Voorlopige cijfers)
(miljarden franken)
Brou : Nationale Bank van België.
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Niet-financiële nationale sectoren
Bedrijven Paraen st atale particulieren bedrijven
- Niet gedane verrichtingen
1)
rij ,icu
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek:courant of voorschotrek. . Obligaties Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
2)
e l
Totaal .. Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
( 3)
taa Lat}
m
Totaal ... Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger. Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen .
4)
Te
lat Ice r 5)
se c vet
Totaal ... , Geld op zeer korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkiijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen
( 0) _
(2)
( 3)
+ 0,3 (+ 0,5)
+ 2,9
+ 0,3
+ 0,3
.. •
- 0,1 .. • + 1,0 (-I- 0,1)
...
(6)
+
0,1 ••
...
...
• . (7) .
+ 4,6
+13,1
+ 5,4 • .. ... (--) + 9,5
(...)
...
...
--E 1,8 ... +11,2 ...
... - 0,2 ... . . .
-
+ 0,1 ... ...
+13,0
- 0,3
-
- 0,3
-
..
... ...
... + 0,6
...
... ... (--)
+ 5,3
+10,8
+ 2,3
+ 62,0
...
+ 0,1 ... ... ... + 0,2 ... - 0,3 (...)
-
0,1
-
0,2
+ + + (+
1,6 1,9 1,3 1,0)
...
+
4,4
+ + + (-1-
0,1 4,1 1,1 0,2)
- 0,3
+ 2,2
+ 1,4 - 1,4 ... ...
.. • ... + 2,9 + 0,1 + 0,1
-
... 2,7 0,4 0,7 0,2
- 1,3 - 0,5 + 0,1 - 1,7 ...
+ 7,1 - 3,2 + 10,9 + 2,3 - 0,6
- 1,9
+ 3,2
- 4,1
- 3,4
+ 16,5
••• + 0,2 ... -
... ... + 0,1 + 2,6 + 0,1 ...
... ... - 0,2 - 0,5 ... ...
... ... + 0,2 ... + 6,0 - 0,3
... ... - • • ... - 0,7
+ + + -
+ 5,9
- 0,7
+
+ 0,7 + 1,3
+ 0,6
+ 8,4
...
... + 0,5 + 0,2 + 0,2
...
+ 0,1
- 0,8
Totaal ...
- 0,9
+ 0,2
- 0,8
...
...
+ 1,1
+ 0,9
+ 0,2
+ 2,7
- 0,7
Reserves van de sociale verzekering Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen
+ 6,3 ... ... - 0,6
• .. ... ...
•• • ... - 1,4
... ...
-
. . .
. . . - 0,5 ...
-
... - 0,1 ...
... + 1,6 + 0,1
+ 5,7
...
- 1,4
...
0,1
+ 1,8
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) . Accepten en handelspapier Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen -(Aandelen en deelnemingen) Totaal
- 1,0
-
-
...
+ 5,4 (+ 1,4)
+ 0,1 ( • • •)
+ 5,4
+ 0,1
•
...
. .
••• •• •
...
+
-
0,1
( • • •)
...
... + 1,1
+11,1 ... (-)
+ 7,1 + 6,1 + 1,6 + 29,1 1 + 18,0 (± 9,5)
• .. - 1,1 - 1,9 + 1,1 ...
+ 0,6 + , 0,9 + 0,7 - 0,7
... ...
+13,3
+ 2,3 ...
- 0,2
- 0,8 -.1,0 + 2,8 - 0,4
..
-
- 0,4 + 0,1
- 0,2
- 0,1 + 1,4 ...
+ 0,7
+ 0,2
+ 1,2 + 0,1 ... +13,1 - 1,1 (+ 0,1)
...
+ 0,2 + 1,0
...
+ 1,2
(13) = (1 ) tot (12)
(12)
+ 0,6
... + 0,2 - 0,2
•• • (+ 0,4)
(-)
singen
(...)
- 0,6
+ 0,7 (+ 0,3)
(0)
van de schulden
- 0,1 - 0,2 ... •• • (...)
+ 0,1
...
(8 1
satiemaatschappijen ,
Totaal
Niet bepaalde sect. en aanpas-
... - 0,1 ... + 0,2 ... + 2,1 ... (+ 0,1)
...
•• •
Renten fonds
Inst. voor verzekering Niet-geldleven schepp ° Penhettegen PP ende openbare arbeids . kredietongevallen, i instellingen pensioenfondsen (10) (111
... --0,3 • .. - 0,2 ... ... •• • (-) (+ 0,1)
• .. ... ...
• ..
.. •
+ 4,6 +13,1 (± 0,1) (-I- 04)
+ 0,1 (...)
+ 1,3
-
(5)
insteltingen
-1- 4,1 ...
+ 0,2 •• • ...
Buitenland
-
- 0,1 + 0,6 + 1,5 + 0,8 ... (+ 8,4)
Sociale verzekering
Spaarkassen, paarassen,
Geldschep-
- 0,1 . . . + 0,2 ...
Totaal
Buitenland
Staat (Schatkist)
(o. m. lagere o verhe id)
Nihil of beneden F 50 miljoen
Overhe idssector n iet elders
...
Financiële instellingen
Gegevens niet beschikbaar 17. verme ld
____________
... ...
- 0,51 -
+ 0,1 + 2,8 - 0,4
...
--
+17,1. •••
-• .•
--
+ 1,7
... ... ...
... + 0,2
... _____ ______ .
... ...
•• •
- 0,1
...
-
--
-
-
...
=
...
(--)
(-I- 0,2)
(-)
(•••)
-
+21,3
...
+ 0,2
+ ... + 0,2 + 0,3
.
•••
0,5 0,7 3,3
6,4 1,6 7,9 6,3 ...
+ -
1,5 0,5
+ 0,5
+
7,3
... - 0,1 ...
+ + -
0,1 2,9 0,4
... - 0,1
+ 17,1 - 0,2
•• -
+ 5,8 (-I- 1,6) + 25,3
-
+ 0,3
0,1 ...
(••.)
- 0,1 (-)
(• • •)
+ 0,3
...
- 1,9
•••
Geldschepp en de instellingen
( 3) ( 7)
Rentenfonds
Financiële instellingen
Spaarkassen, hypotheeken kap italisatiemaa tschapp ijen ( 9)
Totaal
Niet-geldscheppende op enbare kre d ietinstellingen ( 11) ( 1 3) ( 1) tot ( 12)
+25,4
-
Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen Totaal
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
-
- 0,3 -
- 1,1 ... -
...
-
- 0,4 ... -
+ 1,3 +11,2
- 0,1 -
... ... -
-
-
+ 3,7
-••
+ 1,5 - 0,3 -
-
+ 0,1 ... -
- 0,1 + 9,7 + 0,4 + 0,7
- 0,2
+12,5
+ 3,6
...
+ 1,3
...
...
+ 0,3
...
+ 1,2
- 0,4 ... ._._.
- 0,2 + 0,8 - 0,2 ...
-
- 0,2 ... ...
... ... ...
...
...
...
- 0,4
+ 0,4
-
- 0,2
...
-
... ... ...
... + 0,2
- 0,1
+ 0,5
...
+ 0,2
...
...
...
- 0,1
+ 0,7
+ 1,8
+ 0,2
...
...
...
-
...
...
...
...
...
...
...
+ 0,2
+12,9
...
+ 0,2
...
... (. .)
... .• • + 1,3
... -
+ 0,3
... -
+ 0,1
-
...
... - 0,2
... ...
- 0,1
+ 1;5
+ 2,0* ...
_...._ ________ • - 0,2
... + 0,1
... ... ... (•••) + 0,1
... ... ... (••-) ...
... ... ... (•••) - 0,4
+ 0,5 + 0,1 ... (•••) + 2,1
... + 2,2 ... (••-) + 2,0
+ 0,1 - 0,4 + 0,2 ... (+04) ...
+ 0,1
- 0,1
...
- 0,8
- 1,6
+ 0,2
... + 0,2
...
- 0,1 ... ...
-
+ (+
6,3 3,7 3,8 1,3 1,6)
+ 42,7
•. •... ...
+
0,8 0,2 ...
...
-
0,3
.• • ... - 0,3 .
+ + + +
1,5 9,7 0,4 0,9
-- 0,7
+ 14,1
...
+ 0,5
+ 2,8 + 12,0 + 0,7
...
+ 0,5
+ 15,5
... + 0,2 ... ... ... ... + 0,2 ... (...) + 0,4
- 0,1
+ 1,8 + 1,8 ... (...)
... ... ... ... - 0,1 ... ... ... (...)
..-- 0,2
+ 0,1
+ 4,2
...
+ 1,5
- 0,8
- 0,6
...
+ + +
... 1,5 (+ 0,3)
... ... ... + 0,5 + 0,1 - 0,3 - 0,3 ... (...)
... ... + 0,5
+ 19,6 + 0,8 + 11,2
- 0,4
... - 0,2 ... (-)
...
... - 0,1 -
...
... ... -
+ 2,8 +10,0 ...
- 0,1
- 0,4
+ 1,5
... - 0,1 -
-
. .
+ 0,2
-
+ 0,2 + 0,6 - 0,3 ... + 5,4 ... + 0,5 (•••) + 6,3
- 1,1
-
+ 1,3 (+ 0,3) +12,0
(+ 0,1)
(. .)
+ 0,3 ... -
•• •
...
Totaal Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
+ 0,2 ... -
(+ 1,5)
-
Totaal Ins tell ingen voor verze ker. op het leven en teg en arbeidsong., pens ioenfondsen ( 10)
+19,4 - 4,0 + 6,3 + 3,7 - 0,1
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verplichtingen in rek. courant of voorschotrek. Diversen
N iet bepaalde sectoren en aanpassingen ( 12)
SCHULDENPER SECTOR ENPERSOORT
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplichtingen tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
-
+
+ + + + + + + (+
0, 2 0,2 0,6 2,3 0,1
6,8 4,2 0,5 0,1)
+ 14,5 -
2,1
.....■
Totaal van de vorderingen ........... ............ ....
+83,9
+ 0,9
- 1,6
-
1,1
+ 9,8 +29,5
+44,4
- 0,2
+16,6
+13,4
+14,1
- 1,8
+207,8
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. 1 Voor de jar n 1958, 1959 en 1960, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, X XXVIIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1963; voor het jaar 1961, of. hetzelfde Tijdschrift, XXXIXe Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1994; voor het jaar 1962, cf. hetzelfde Tijdschrift,XLe Jaargang, Deel II, nr 4, oktober 1965; voor het jaar 1963, zie zelfde Tijdschrift, XLIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1967. *In de betalingsbalans is deze beweging niet opgenomen in de kapitaalsverriehtingen.
XII - 3a. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1963 Totalen per sector (miljarden franken)
Bron : Nationale Bank van België.
Gegevens niet beschikbaar ...
-
Bedrijven en particulieren
Nihil of beneden F 50 miljoen
Parastatale bedrijven
Staat (Schatkist)
Niet gedane verrichtingen (2)
(1)
Overheidssector niet elders vermeld
(4)
(3)
1. Bedrijven en particulieren
26,6
1,4
1,6
0,1
2. Parastatale bedrijven
21,3
0,5
5,1
0,4
109,4
3,9
17,4
5,9
3. Staat (Schatkist) 4. Overheidssector meld
niet
elders
nationale
21,2
(6) = (1) tot (5)
(8)
(11)
(12)
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
(13) = (8) tot (12)
(14)
Totaal van de schulden (15) ___ (6) ± ( 7 ) + (13) -I(14)
(9)
(10)
-
102,2
49,8
95,3
334,1
6,3
383,6
43,2
...
86,8
27,3
7,3
5,4
0,9
4,8
9,7
9,9
30,7
0,8
66,2
118,4
54,1
170,6
7,8
43,0
41,4
19,6
282,4
8,4
463,2
26,2
0,5
4,8
1,0
10,4
9,7
51,0
76,9
3,0
106,5
3,1
26,8
0,2
1,1
1,4
7,5
10,0
3,8
40,9
18,7
241,9
62,1
268,7
9,7
161,8
118,1
175,8
734,1
22,3
1.060,4
-
134,4
0,9
1,3
6,6
2,1
145,3
1,6
176,8
...
2,3
1,6
0,3
17,3
9,6
432,0
13,5 ... 2,1
3,0
(7)
Fi nanc i ële instellingen samen
2,8
0,1
2,5
...
...
...
...
sectoren
7. Buitenland 8. Geldscheppende instellingen 9. Rentenfonds
-
(5)
Buitenland
Geldscheppende instellingen
Instellingen voor Spaarkassen, Niet-geldp i tleven overzekering scheppende hypotheeken tegen openbare Rentenfonds en kapitaliarbeidskredietsaliemaatongevallen, instellingen pensioenachaPP iien fondsen
ver-
5. Sociale verzekering 6. Niet-financiële samen
Sociale verzekering
Nietfinanciële nationale sectoren samen
(Voorlopige cijfers)
195,9
11,7
12,0
7,6
0,9
21,3
329,5
2,8
4,0
-
. .......... .. ......
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen
... 1,0
159,4
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
3,6
...
...
29,8
1,0
12,5
...
2,8 0,1
349,8
55,2
13,1
2,8
0,4
7,4
-
0,2
0,1
...
0,1
4,3
164,8
0,1
164,6
12,5
...
7,6
... 0,3
0,6
...
1,1
10,9
3,7
169,6
1,5
178,6
62,4
6,8
176,3
88,4
. 21,6
967,4
-
20,7
. 164,5
12. Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen 13. Financiële instellingen samen
...
...
...
...
...
...
...
87,4
0,6
10,3
3,7
1,7
103,7
3,4
12,1
0,5
13,8
35,5
0,5
740,8
4,4
17,2
16,2
7,1
785,7
71,5
32,7
0,5
16,4
37,7
- 1,1
...
• 14. Niet bepaalde sectoren en aanpas......... .............. ... singen 15. Totaal van de vorderingen .. ...... . 16. Saldo van de vorderingen schulden......... ...... ........
-
4,2
2,1
...
940,0
19,2
50,6
47,0
- 412,6
1,9
...
27,6
19,8
0,2
4,2
10,6
0,6
1,8
1.057,2
137,7
446,3
11,8
181,4
-
1,8
1,8
16,6
164,3
180,9
984,7
45,6
2.225,3
en -I- 556,4
-
-
86,7
-
13,3
-
3,2
-
39,1
+
14,3
+
0,9
+
11,8
-
14,3
+
4,6
+
17,3
+
24,9
-
XII 3b. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1964 Totalen per sector (miljarden franken)
(Voorlopige cijfers)
• `
Gegevens niet beschikbaar ...
-
Bedrijven en particulieren
Nihil of beneden F 50 miljoen
Parastatale bedrijven
Staat (Schatkist)
Niet gedane verrichtingen (2)
(1)
Overheidesector niet elders vermeld
(4)
(3)
1. Bedrijven en particulieren
29,5
1,7
1,7
0,1
2. Parastatale bedrijven
22,6
0,8
5,9
0,4
122,4
3,7
16,5
6.1
3. Staat (Schatkist) 4. Overheidssector meld
niet
elders
7. Buitenland 8. Geldscheppende instellingen
(7)
51,1
...
12,3
10,7
7,8
0,9
19,7
355,0
3,0
3,8
...
171,3
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
177,3
12. Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
93,7
0,7
10,3
797,3
4,7
17,1
4,2
2,2
1,3
1.018,7
20,0
48,9
50,7
- 430,6
13. Financiële instellingen samen 14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen 15. Totaal van de vorderingen
-
11,3
...
-
114,3
55.1
106,1
372,3
8,0
431,3
12,1
32,8
0,8
70,7
132,0
51,7
179,7
7,8
41,1
44,5
15,6
288,7
7,0
479,5
24,7
1,6
5,7
1,2
13,1
9,0
57,0
86,0
2,3
114,5
4,3
32,3
0,3
0,6
1,3
9,3
11,2
4,3
48,2
25,7
269,8
61,0
288,8
9,8
174,3
127,3
190,8
791,0
22,4
1.144,2
-
155,7
0,9
1,5
6,9
2,1
167,1
1,3
196,8
3,5
1,9
0,3
22,4
10,9
474,7
7,7
0,1
10,6
1,2
3,1
183,6
2,0
194,1
28,4 373,7 2,8
16,7
67,7 ...
7,7
-
0,1
...
...
...
...
... 0,1
0,8
0,2
6,0
179,0
0,2
0,1.
177,6
14,4
3,3
3,8
111,8
6,1
11,3
0,3
13,9
39,7
0,5
65,7
7,2
190,7
15,3
10,5
844,9
88,4
35,8
0,3
17,5
42,4
1,0
97,0
23,3
1.053,7
1,1
0,4
4,2
10,9
0,7
3,3
1,0
1,2
17,1
-
37,4
1.143,6
153,6
491,2
11,6
196,7
177,7
195,0
1.072,2
...
... 18,6 -
(14)
(15) ...= (6) + (7) + (13) + (14)
9,4
en + 587,4
(13) = (8) tot (12)
Totaal van de schulden
4,5
...
0,7
0,2
samen
Niet bepaalde sectoren en aanpass ingen
0,8
0,6
...
-
(12)
Financiële
instellingen
6,0
...
...
2,8
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen
1,0
3,2
96,8
(11)
(10)
(9)
(8)
Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
7,4
3,3
...
Geldscheppende in .stellingen
Instellingen voor Spaarkassen, overzekering p e t leven hypotheeken tegen Rentenfonde en kapitaliaresbid satiemaatongevallen, schappijen pensioenfondsen
29,7
0,1
2,0
217,9
-
9. Rentenfonds
vorderingen
(6) -= (1) tot (5)
18,1
2,6
-
1,1
26,9
6. Niet-financiële nationale sectoren samen
de
(5)
Buitenland
ver-
5. Sociale verzekering
16. Saldo van schulden
Sociale verzekering
Nietf inanciéle nationale sectoren samen
95,9
-
10,8
-
0,6 -
43,2
±
16,5
...
...
...
±
1,0
+
13,1
-
16,4
+
4,3
...
-1-
18,5
+
21,7
47,0
2.416,4
25,3
-
XII - 4. -- BEWEGING VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1964 Totalen per sector (miljarden franken)
(Voorlopige cijfers)
Bron : Nationale Bank van België.
Gegevens niet beschikbaar ...
-
Bedrijven en
Nihil of beneden F 50 miljoen
Parastatale bedrijven
Staat (Schatkist)
Niet gedane verrichtingen (1)
(2)
Overheidssector niet elders vermeld
(3)
+
2,9
+
0,3
+
0,1
...
2. Parastatale bedrijven
+
1,3
+
0,2
+
0,7
...
3. Staat (Schatkist)
+ 13,0
-
0,3
-
0,9
+
0,2
5. Sociale verzekering
+
5,7
6. Niet-financiële nationale sectoren samen
+ 22,0
+
0,4
7. Buitenland
+
5,4
+
0,1
8. Geldscheppende instellingen
+ 25,4
+
0,1
4. Overheidssector niet elders meld
9. Rentenfonds
-
........ ...............
-
0,8
...
-
1,4
...
-
1,4
-
-
0,2
-
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen ... ......
+ 12,0
...
-
0,1
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
+ 12,9
...
+
0,2
12. Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
+
6,3
+
0,1
13. Financiële instellingen samen
+ 56,6
+
0,2
-
0,1
14. Niet bepaalde sectoren en aanpas singen
-
0,1
+
0,1
-
0,1
15. Totaal van de vorderingen
+ 83,9
+
0,9
-
1,6
-
+ 21,9
-
3,5
- 18,1
-
vorderingen
+
4,6 ...
+
1,3
...
...
0,3
...
(6) = (1) tot (5)
(7)
(8)
+
7,9
+ 13,1
+
9,5
+
2,2
...
+
0,6
+ 13,7
+
0,6
+
8,4
-
1,5
+
1,1
+
0,9
5,5
-
0,5
+
1,2
+
+
7,1
+ 27,8
...
...
...
de
(5)
Instellingen Spaarkassen, voor. elreivnegn ov verzekering hypotheekRentenfonds en kapitaliPen tegen arbeids. satiemaatongevallen, pensioenfondsen
-
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
Totaal van de schulden (15) = (6) + ( 7 ) 1- (13) -I(14)
(13) = (8) tot (12)
5,3
+ 10,8
+ 38,9
-
0,3
+
2,2
+
2,1
1,9
+
3,2
-
4,1
--i-
5,6
-
3,4
+ 16,5
+
2,7
-
0,7
+
5,9
+
9,0
-
0,7
+
7,9
-
0,1
+
1,8
...
+
1,2
+
0,5
+
7,3
(10)
-
+ 13,3
+
-
0,2
-
...
Financiële instellingen samen
(12)
(9)
0,2
Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
(11)
(14)
+
2,3 ...
+ 62,0 +
4,4
ver-
-
16. Saldo van schulden
0,3
Buitenland
Geldscheppende instellingen
s amen
(4)
1. Bedrijven en particulieren
-
Sociale verzekeringg
Nietfinanciële nationale le
1,1
... -
... +
0,7
0,4
...
1,8
...
0,2
+ 14,8
+ 18,9
...
+ 13,8
+
9,3
+ 14,8
+ 56,8
-
1,3
+ 98,1
-
+ 21,3
...
+
0,2
+
0,3
.•.
+ 21,8
-
1,9
+ 25,3
+ 12,5
+
3,6
...
+
1,3
+
0,3
...
+
5,2
+
1,2
+ 42,7
...
-
0,4
+
0,4
-
-
0,2
+ 14,4
+
0,2
...
+
0,2
+
0,1
-
0,7
+ 14,1
+ 13,1
+
2,0
' ...
+
0,5
+ 15,5
+
2,0
...
+
5,5
+ 23,8
... +
...
+
...
...
...
-
...
0,1
...
...
-
0,4
+
2,1
+
-
0,8
+
3,5
+ 59,4
+ 16,3
+
4,0
-
0,8
-
-
+
0,2
1,1
+
9,8
+ 91,9
+ 29,5
+ 44,4
-
0,2
+ 16,6
+ 13,4
+ .14,1
+ 88,2
-
1,8
9,0
+
2,5
-
+
+
+
0,1
+
-
-
+
+
0,3
...
8,1
0,9
1,6
-
0,2
+
0,1
+
4,2
-
0,2
+
1,2
+
4,7
-
+
1,5
-
0,8
-
...
...
+
4,1
+
0,4
+ 14,5
0,1
+
9,4
+
1,4
+ 86,5
0,6
-
0,1
-
en 6,2
4,2
1,7
2,5
2,1
0,4
1,7
-
2,1
+207,8
XIII. - GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN 1. - GEZAMENLIJKE BALANSEN VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken)
Quasi-monetaire liquiditeiten Geldhoeveelheid
Einde periode
(1)
In handen van de Schatkist
veelheid en van de quasimonetaire liquiditeiten (5) = (1) tot (4)
Deposito's in Belgische franken 1
Deposito's in b buitenu landas geldsoorten
(2)
(3)
(4)
Goudvoorraad en nettodeviezenpositie
(6)
Discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren
Vorderingen op de Staat
Vorderingen op de andere openbare besturen 2
Gefinancierd door de geldscheppende instelEngen -
(7)
(8)
(0)
143,6 149,3 154,3 147,4
4,2 4,7 4,2 6,1
51,4 54,1 54,6 61,2
p ro memorie :
Vorderingen op en schulden tegenover niet geldscheppende financiële instellingen
op en
Obligatieleningen van de depositob anken
Diversen 3
(13)
(14)
tegenover ge het r Rentenfonds
en tegenover andere instellingen
(11)
(12)
64,5 67,3 69,7 75,2
4,0 4,1 3,4 5,2
5,4 . 6,1 6,3 6,8
-
gefinancierd door en buiten de geldscheppende instellingen (10)
222,6 226,8 228,6 237,4
37,5 38,0 41,1 43,6
7,9 7,9 8,4 8,0
0,1 0,1 ... ...
289,0
73,3 68,2 70,9 77,8
236,3 245,0 246,7 254,5
47,5 47,9 50,4 48,5
8,2 7,9 8,0 7,4
0,1 ... ... ...
292,1 300,8 305,1 310,4
84,6 82,4 80,9 80,5
147,3 151,9 154,8 149,0
5,6 5,5 6,6 7,7
61,7 63,5 66,8 72,9
73,9 77,8 78,6 86,7
3,2 4,4 5,8 7,0
7,0 8,9 9,0 10,1
- 9,1 - 9,8 -10,4 -11,1
- 8,2. - 6,0 - 8,4 - 5,7
262,6 273,2
50,7 51,3
7,4 8,2
0,1 0,1
320,8 332,8
83,8 84,4
159,8 164,5
6,0 6,4
74,5 78,7
88,6 92,5
7,2 7,5
10,3 10,2
-11,1 -11,2
- 9,7 - 7,7
Juni
270,9
September
266,8
December
277,8 273,3 285,6 283,8 297,4 292,9 309,5 306,4 318,6 314,6 329,3 322,4 339,7 326,5 347,6
51,3 53,1 55,1 58,3 58,3 64,1 65,1 70,6 71,1 74,8 77,4 82,4 81,1 86,4 89,0 97,6
8,2 8,4 9,1 10,1 8,] 5,0 5,2 4,5 5,1 3,9 4,4 4,2 4,9 5,1 5,7 6,0
0,1 ... ... ... •••
330,5 328,3 342,0
83,2 80,7 79,2 78,3 79,4 81,0 88,0 87,0 92,4 90,4 94,8 93,7 93,4
86,8 89,7 97,5
10,0 10,6 11,5 10,6 10,0 11,2 11,1 12,9 12,1 11,8 12,6 12,4 13,4 15,2 15,7 v 15,4
-11,2 -11,3 -11,4 -11,2 -11,3 -11,3 -11,4 -11,3 -11,3 -11,3 -11,4 -11,5 -11,5 -11,7 -12,0 -12,4
- 7,9 - 9,4 - 9,9 -10,2 -10,2
7,5
5,0 5,1 5,8 4,8 5,2 5,0 6,3 7,3 7,6 7,0 8,6 8,3 9,5 10,5 12,0 v 8,6 v 11,3
76,9 79,9 88,8 88,4 92,2 94,3 98,2 98,5 102,4 106,9 112,5 114,0 119,0 125,2 134,9
98,9
167,0 165,8 170,6 174,0 177,8 175,9 179,7 178,7 185,5 189,0 191,9 191,3 197,4 195,6 203,9 v 200,4 v 207,8
v 17,2
--12,6
Juni September December
1962 Maart Juni September December 1963 Maart Juni
r 5
268,1 4 272,8 4 278,1 4
Vorderingen op de overheid
a
1961 Maart
In handen van de bedrijven en particulieren
Totaal van de gemme_
7,9 8,2 8,4 8,6
-
5,9 5,5 7,2 6,9
Nieuwe reeks 5
89,5 89,2 v 90,9 v 93,0
136,4 140,5
149,3 155,8
co
...
434,4 430,1 454,0
co- v;
...
126,8 130,8 135,5 144,5
t:
...
401,2 415,3 413,9
al 00 1-4 cD 0CO
Juni
...
01
1967 Maart
...
108,8 113,4 116,5 124,5
1-1
Juni September December
...
368,0 385,7 385,1 400,4
108,5 cDC-w eM7
1966 Maart
...
104,3
105,4
C> 0) CO CO CO
1965 Maart Juni September December
352,9 367,7
101,3
..tt,
December
...
341,7
352,0
ntiti m
Juni September
1.C) 0.7
1964 Maart
--11,0 -12,0 -11,9 -10,1 -12,9 -13,3 -14,2 -14,7 -15,5 -13,9 v--14,2 v--11,8
1 Deie deposito's omvatten de termijndeposito's en de op boekjes ingeschreven deposito's. Incl..de vorderingen op de pensioenfondsen. 3 Deze rubriek omvat voornamelijk het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van het Muntfonds, vers de niet elders ingedeelde vorderingen of de schulden tegenover ingezetenen. de salderingsrekeningen, de verschillen tussen de vastleggingen en participaties eensdeels en de eigen middelen anderdeels. Zij omvat, daarenboven, tot 30 juni 1963 (oude reeks) het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van de N.E.B.K. 4 In beginsel zouden de deposito's van de Kongolese ingezetenen in de Belgische banken niet moeten opgenomen worden in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten. De toepassing van dit beginsel stuit op statistische moeilijkheden. Zo waren tot einde juli 1960 de deposito's bij de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet-bankiers in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten begrepen; zij werden eruit verwijderd voor een bedrag van F 0,2 miljard in augustus en F 0,7 in september, doch deze bedragen werden er nadien gedeeltelijk weder in opgenomen en wel ten belope van F 0,3 miljard in november-december 1960, en van aanvullende bedragen van F 0,2 miljard in januari-februari 1961, F 0,1 miljard in september 1961 en F 0,2 miljard in oktober 1961. Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instel5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel a Hoofdstuk X11, lingen van de statistieken » van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967. N. B. - Voor de wijze van opstelling van deze tabel, zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXI\ e jaargang, deel II, nr 6, december 1949 - XXXe jaargang, deel II, nr 5, november 1955 - XXXIIIe jaargang, deel II, nr 5, november 1958 - XI,He jaargang, deel 1, nr 1, januari 1967, deel II, nr 3, september 1967. - \ oor de indeling van de « Geldhoeveelheid n, zie tabel 4, hoofdstuk XIII. - Voor de indeling van de « Goudvoorraad en nettodeviezenpositie », zie tabel 5, hoofdstuk XIII. 2
XIII - 2. - DE BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, DE GELDSCHEPPENDE OPENBARE INSTELLINGEN EN DE DEPOSITOBANKEN a) - Nationale Bank van België - Activa - Driemaandelijkse cijfers A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. - Deelneming -- Leningen 1 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 2 6. Andere : a) in deviezen 3 b) in Belgische franken 3 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a.) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar o) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier e) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 1. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
30-9-62
31-12-62
31-3-63
30-6-63
30-9-63
31-12-63
31-3-64
30-6-04
30-9-64
31-12-64
31-3-65
67,1 6,7 0,1 0,8 0,3
68,3 6,7 0,1 3,8 0,3
68,6 6,7 0,1 3,0 0,2
68,6 6,5 0,1 3,1 0,2
68,4 7,0 0,1 3,8 0,1
68,6 7,1 0,1 4,1 0,1
68,8 8,2 0,1 3,0 0,1
69,6 8,2 0,1 4,7 0,1
69,7 8,2 0,1 4,4 0,1
72,5 8,7 1,5 0,1 4,3 0,1
74,2 9,0 1,5 0,1 1,8 ....
14,3 0,1 89,4
12,8 ... 92,0
17,8 ... 96,4
20,9 19,8 22,0 19,5 19,6 21,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 99,5 100,5 103,0 102,6 104,0 106,0
0,4
0,3
0,4
0,3
-
-
-
0,4
0,2
0,3
0,3
0,3
-
-
-
-
30-6-65
78,1 4 77,7 10,0 12,2 3,4 3,4 0,1 0,1 6,2 2,7 ... ...
27,0 25,9 21,9 1,5 1,5 1,5 115,7 114,0 121,2
0,4
0,6
30-9-65
(miljarden franken)
31-12-65
31-3-66
30-6-66
30.9-66
77,9 12,2 3,4 0,1 6,7 ...
77,8 12,9 3,4 0,1 4,9 ...
77,8 14,0 3,4 0,1 7,3 ...
76,3 15,2 3,4 0,1 6,1 ...
20,0 23,2 21,9 1,5 1,5 1,5 120,8 123,7 120,6
31-12-66 31-3-67
76,2 15,2 3,4 0,1 7,6 ...
76,2 15,2 3,4 0,1 6,9 ...
30-6-67
76,0 15,2 1,9 0,1 6,8 ...
21,3 29,9 19,7 20,0 21,4 1,5 1,5 1,7 ... 1,5 123,8 122,6 125,4 124,8 129,9
0,5
0,5
0,4
0,6
0,4
0,4
0,3
0,4
0,2
-
-
-
-
-
-
-
-
...
9,9
5,2
8,8
9,9
8,2
9,3
9,6
9,8
10,0
9,8
9,9
10,0
9,9
9,0
10,0
9,3
10,0
9,6
9,9
10,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,4 34,0
2,4 34,0
2,4 34,0
2,5 34,0
2,4 34,0
2,5 34,0
2,5 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,6 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,3
0,3
0,3
0,3
0,4
0,3
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,5
0,5
... 1,7
2,7 3,6
0,1 2,4
... 2,5
0,4 1,5
1,7 3,5
... 3,0
0,9 3,3
0,6 2,8
0,1 2,6
... 2,4
0,2 2,1
... 2,1
2,7 2,9
0,2 2,4
1,7 2,8
1,7 3,1
4,0 3,9
0,8 2,3
0,2 2,4
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
. . -
... -
...
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
-
... -
0,6
1,0
...
0,6
0,6
1,1
2,5
1,5
...
...
...
...
0,8
2,9
0,7
0,3
-
-
...
0,6
0,3
...
0,2
0,8
...
...
1,8
2,0
0,5
0,3
...
0,2
...
0,8
...
...
1,4
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
.• . -
... -
•• -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
22,6
19,9
28,2
33,4
34,4
36,4
35,4
36,6
38,7
40,2
38,3
39,8
37,0
36,2
36,2
34,7
35,6
38,4
36,8
53,6
160,5
162,7
174,5
182,4
184,3
192,3 188,6 194,1
0,4
198,4 206,1
204,1 211,0 207,5 211,8 208,8 212,7
213,0 219,0 212,2 235,0
1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van 4-1-1963 - overeenkomst d.d. 1-2-1963). 2 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B.U. 3 Voor de data v66r 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 6a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 6b) in Belgische franken s niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 4 Met inbegrip van fr. 1 miljard goud in rekening bij een buitenlandse correspondent.
a) • Nationale Bank van België - Passiva - Driemaandelijkse cijfers 30-9-62
31-12-62
31-3-63
30.6-63
30-9-63
31-12-63
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
30-64.5
(miljarden franken)
30-9-65
31-12-65
31-3-66
30-6-66
30-9-66
31-12-66 31-3-67
30-6-67
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. 1.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 1 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
... 0,5 0,7
... 0,8 1,0
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... ... 0,6 - 0,6 0,8 0,8
... 0,7 0,9
... 0,5 0,7
... 0,6 0,8
.. . 0,7 0,9
... 0,7 0,9
... 0,7 0,9
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,7 0,9
... 0,6 0,8
... 0,4 0,6
2,3
2,6
2,5
2,5
2,6
2,8
3,2
3,0
3,1
3,3
3,3
3,5
3,6
3,8
3,3
3,5
3,5
3,8
...
...
...
...
...
...
...
...
0,1
1,6
2,2
0,1
0,1
2,3
1,4
0,1
1,2 0,1
145,4 150,9
152,1
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : • a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : - monetaire reserve - andere
3,0
2,9 ...
... 1,2 0,7
... 1,3 2,1
...
.. .
...
...
...
...
...
...
...
1,4 0,1
0,1
1,4
1,7
-. 0,1
-0,1
1,3
2,1 0,1
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
131,0 135,9
138,0 143,8
144,2 147,7
157,3 155,1
162,5 162,7
166,8 163,4
0,4 -
0,5 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,5 -
0,5 -
0,4 -
0,4 -
0,6 -
0,5 -
0,3 --
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,3 -
0,3 -
0,5 -
0,3 -
0,3 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
-
-
-
... -
-
... -
... -
... -
... -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
24,3
21,1
30,5
34,9
36,1
38,2
37,3
38,9
40,9
42,4
41,0
39,4
38,7
38,8
36,7
38,5
41,0
39,0
54,2
160,5
162,7
174,5
182,4
184,3 192,3 188,6
194,1
198,4
206,1
204,1
211,0 207,5 211,8 208,8
212,7
42,6
1 Inni. de-verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen dan het LM.F. en de E.B.U. Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.
3 4
171,0 170,0 171,8 166,5 176,0
213,0 219,0 212,2 235,0
a) - Nationale Bank van België - Activa - Maandelijkse cijfers (miljarden franken
A. Vorderingen op het buitenland 1. Goud 2. I.M.F. - Deelneming - Leningen 1 3. Obi;gaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 2 6. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. B. Vorderingen op de binnenl. geldschep. sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a,) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken
31-1-60
28-2-66
77,9 12,5 3,4 0,1 5,4
77,9 12,5 3,4 0,1 4,7
77,8 12,9 3,4 0,1 4,9
• • •
• • •
• • •
31-3-66 130-4-66
31-5-66
30-6-68 131-7-66
31-8-68
77,8 13,8 3,4 0,1 6,8
77,8 14,0 3,4 0,1 7,4
77,8 76,6 14,0 15,1 3,4 3,4 0,1 0,1 7,3 7,9
76,4 15,2 3,4 0,1 6,1
76,3 15,2 3,4 0,1 6,1
76,2 15,2 3,4 0,1 5,9
76,2 15,2 3,4 0,1 6,1
• • •
• • •
• • •
• • •
• • •
• • •
20,5 19,4 20,0 19,9 19,7 1,5 1,5 1,5 1,6 1,6 121,3 119,5 120,6 123,4 124,0
• • •
• • •
30-9-66 131-10-66 30-11-66 31-12-66
31-1-67
28-2-67
31-3-67
30-9-67
76,2 15,2 3,4 0,1 7,6
76,2 15,2 3,4 0,1 6,3
76,1 15,2 3,4 0,1 5,0
76,2 15,2 3,4 0,1 6,9
76,2 15,3 3,4 0,1 6,9
• • •
• • •
• • •
• . •
• • •
31-5-07 130-6-67
76,2 15,3 1,9 0,1 6,2 • • •
76,0 15,2. 1,9 0,1 6,8 • • •
31-7-67
31-8-67
75,9 15,2 1,9 0,1 6,9
75,8 15,1 1,9 0,1 3,3
• • •
• • •
19,7 21,6 21,4 20,0 21,8 21,6 21,4 22,3 20,8 21,3 22,4 26,0 29,9 31,7 34,0 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,7 1,7 0,2 ... ... ... 123,8 126,2 124,1 122,6 124,1 124,1 125,4 125,0 122,1 124,8 126,0 125,9 129,9 131,7 130,2
0,5
0,6
0,6
0,5
0,5
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,3
0,3
0,4
0,4
0,4
0,3
0,2
0,3
0,3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
...
0,5
...
0,1
...
...
...
-
...
0,3
0,3
0,5
1,1
...
...
C. Vorderingen op de binnenlandse
.
niet geldscheppende sector :
1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige . 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : • • a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
9,3
10,0
10,0
9,0
9,4
2,6 34,0
2,6 34,0
2,7 34,0
2,6 34,0
2,6 34,0
-
-
-
-
-
-
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,8 2,5 .• •
0,3 2,9 • ..
0,2 2,4 •• .
0,7 2,5 •• •
... -
... -
... -
...
0,4
...
9,8
10,0
10,0
9,9
10,0
9,6
7,1
9,9
9,9
9,3
9,9
10,0
7,5
7,6
2,7 2,6 34,0 34,0
2,6 34,0
2,6 34,0
2,7 34,0
2,6 34,0
2,7 34,0
2,8 34,0
2,8 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
1,3 2,8 •• •
1,7 2,8 ...
2,3 4,1 ...
... 2,4 ...
1,7 3,1 ...
1,0 2,3 ...
0,6 2,5 ...
4,0 3,9 ...
0,3 3,0 ...
... 3,1 ...
0,8 2,3 ...
0,4 2,5
... 2,0
0,2 2,4 0,1
1,0 J 2,8 S 2 ' 4
... -
.•. -
-
... -
-
-
... -
... -
... -
.. • -
... -
-
... -
-
... -
... -
... -
0,8
...
...
2,9
1,0
3,0
0,7
0,6
0,4
0,3
-
-
-
-
-
-
-
-
...
0,2
...
0,1
...
0,5
0,8
0,2
0,1
...
...
...
...
1,1
1,4
2,5
2,5
... -
... -
... -
... -
.•. -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
35,2
34,0
36,2
35,4
35,3
34,7 35,9
35,4
35,6
39,0
39,2
38,4
38,4
36,0
36,8
37,0
45,3
53,6
51,6
52,9
206,6 204,7 208,8 208,5 210,8
1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van 4-1-1963 - overeenkomst d.d. 1-2.1983). Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B.U.
2
9,3
... -
212,7 216,7 213,2 213,0 215,7 214,3 219,0 211,9 208,7 212,2 213,4 221,7 235,0 234,6 233,1
a) • 31-1-66
Nationale Bank van België - Passiva - Maandelijkse cijfers
28-2-68
31-3-66
30-4-66
81-5-66
30-6-66 1 81-7-66
31-8-66
30-9-66
81-10-66 30-11-66 31-12-66
(miljarden frankenj
31-1-67
28-2-67
31-3-67
30-4-67
31-5-67
30-6-67
31-7-67
31-8-67
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 1 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
... 0,7 0,9
... 0,6 0,8
... 0,7 0,9
... 0,6 0,8
... 0,5 0,7
... 0,6 0,8
... 0,4 0,6
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,7 0,9
... 0,5 0,7
... 0,3 0,5
... 0,6 0,8
... 0,5 0,7
0,4 0,6
... 0,4 0,6
... 0,3 0,5
• • • 0,4 0,6
3,4
3,4
3,6
3,1
3,8
3,8
3,8
3,5
3,3
3,6
3,6
3,5
3,7
3,6
3,5
3,5
3,8
3,8
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : - monetaire reserve - andere
. • •
•• .
-
•• •
•• •
...
...
. • •
. • .
.. •
...
...
...
0,1
0,1
1,7
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
1,3
0,1
163,2 163,4
166,5
167,6
171,0 173,0
170,3
...
4,0 v
4,0 • • •
...
...
...
-
...
0,1
2,]
0,1
0,1
0,1
0,1 v 0,1
167,0 171,8 165,9 165,4
166,5
168,9
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - depcsito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
163,5
0,3 -
170,0 169,2
170,1 176,0 174,7v171,2
0,3 -
0,4 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,4 -
0,3 -
0,5 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,4 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
• .. -
•• • -
•• • -
•• • -
•• • -
-
-
... -
... -
... -
... -
... -
...
-
... -
...
-
. • • -
-
-
... -
• • • -
0,4 -
-
-
-
-
-
•• . -
•• • -
-
•• • -
•. • -
-
__ -
__. -
__ -
-
-
-
__ -
38,0
36,9
38,8
37,7
38,3
36,7
38,9
38,2
38,5
41,6
42,5
41,0
41,2
39,0
39,9
46,7
54,2
55,0 v 56,9
212,2 213,4 221,7
235,0
234,6 233,1
•• •
206,6 204,7
208,8 208,5 210,8 212,7
1 End. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere 'nternationale instellingen dan het
216,7 213,2 213,0 215,7
38,8
214,3 219,0 211,9 208,7
en de E.B.U.
2 Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 3 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Renteufonds hetwelk onder C5a voorkomt.
geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank.
-
b) • Geldscheppende openbare instellingen 1 - Activa - Driemaandelijkse cijfers 30-9-62
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. -- Deelneming - Leningen 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen h) in Belgische franken 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België h) op de andere instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : -- verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar . 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
31-12-62
0,2 -
0,2 -
0,2
0,2
0,1
...
31-3-63
0,1 -
0,1
30-6-63
30-6-63
2
30-9-63
31-12-63
31-3-64
30-6-64
0,2 -
... -
... -
30-9-64
31-12-64
(miljarden franken)
31-3-65
30-6-65
30-9-65
0,1 -
0,2 -
0,1 -
0,5 -
0,1 -
...
-
-
0,1
0,2
0,1
0,5
0,1
0,4
31-12-65
0,1 -
... -
0,1
...
0,2
0,2
...
0,1
0,1
0,1
0,1
...
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
.. ...
... ...
... ...
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,6
... 0,1
... 0,1
... 0,1
0,1 -
0,1
0,2 -
31-3-66
0,4 -
30-6-66
...
30-9-66
... -
31-12-66
0,1 -
31-3-67
-...
30-6-67
... -
...
...
0,1
...
...
...
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
... 0,1
... ...
... 0,1
... 0,1
... 0,4
... 0,1 ...
... 0,3 ...
0,3
36,8
37,5
40,0
41,2
40,3
39,0
42,9
42,0
44,2
42,9
48,0
41,0
44,2
43,0
47,1
44,3
45,3
40,6
48,5
46,7
46,8
5,1 -
5,3 -
5,5 -
5,5 -
5,6 -
5,6 -
5,7 -
5,7 -
5,8 -
5,7 -
5,7 -
5,5 -
5,5 -
5,2 -
6,3 -
6,5 -
6,5 -
6,5 -
6,5 -
6,5 -
6,7 -
3,2
4,5
3,3
3,4
3,4
3,4
4,3
3,1
3,7
3,5
4,8
5,5
5,7
5,0
6,5
6,2
7,3
8,3
9,6
5,4
7,3
0,2 -
0,1 -
0,2 -
0,1 -
...
... -
...
... -
... -
...
... -
... -
... -
... -
... -
... -
...
... -
0,2 0,7
0,1 0,9
0,2 0,8
0,1 0,7
0,1 0,5
... 0,6
0,5 0,6
0,1 0,6
... 0,4
0,1 0,4
0,4 0,5
... 0,5
0,5 0,3
0,2 0,3
0.5 0,5
0,4 0,4
0,1 0,3
0,1 0,1
0,4 0,5
0,1 0,2 . • •
0,2 0,1 . • •
...
...
... ...
... .. .
0,2 ...
0,2 ...
0,3 ...
0,4 ...
0,4 ...
0,5 ...
0,5 ...
0,5 ...
0,5 ...
0,7 ...
0,8 ...
0,9 ...
0,3 ..
0,8 -
0,7 -
...
. • •
...
...
...
...
...
...
...
...
...
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
4,7
4,7
5,0
5,2
4,5
3,1
3,0
3,6
4,2
3,4
2,4
2,9
3,8
3,1
51,4
53,8
55,3
56,9
54,7
52,0
57,7
55,8
58,8
56,7
63,0
56,9
60,9
58,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
2,9
3,1
2,4
3,4
4,9
3,7
3,6
64,9
62,1
63,1
60,2
71,4
63,7
65,9
(activa op korte termjn en obligaties), Nationale Kas voor Beroepskrediet activa op korte termijn) tot 30 jun 1963, oude reeks, Gemeentekredie van Be gié (activa die de tegenwaarde vormen van de direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva , Herdiscontering- en Waarborginstituut (activa gefinancierd door een beroep op de geldscheppende instellingen). Met betrekking tot het Belgisch Muntfonds is de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa opgenomen in rubriek « D - Andere ». Wat de Nationale Kas voor Beroepskrediet betreft werd de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa tot 30 juni 1963, oude reeks, opgenomen in de rubriek « D - Andere a. 2 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel « Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende inst elvan het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I nr 1, januari 1967. lingen van de statistieken 1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds
b) • Geldscheppende openbare instellingen 1 - Passiva - Driemaandelijkse cijfers 30-9-62
31-12-62 31-3-63
30-6-63
3u-5-63 -63
30-9.63
31-12-63 31-3-64
(miljarden franken)
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
30-6-(.5
30-9-65
31-12-65
31-3-66
30-6-66
30-9-66
31-12-66 31-3-67
30-6-67
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 4. Statistische aanpassing Totaal de, verplichtingen aan het buitenland
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2,0 2,0
1,9 1,9
2,6 2,6
2,6 2,6
2,6 2,6
2,5 2,5
-3,1 3,1
3,1 3,1
3,0 3,0
2,9 2,9
2,8 2,8
2,7 2,7
2,6 2,6
2,5 2,5
2,3 2,3
2,1 2,1
2,0 2,0
1,2 1,2
1,2 1,2
1,0 1,0
0,7 0,7
0,4
0,3
0,4
0,3
0,3
0,4
0,3
0,3
0,2
0,3
0,4
0,6
0,5
0,5
0,4
0,5
0,4
0,4
0,3
0,4
0,2
...
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
...
... 0,1
.. 0,1
0,1
...
0,6
0,1
0,1
0,1
0,1
...
0,1
...
0,4
0,1
0,3
0,9
2,6
0,7
0,6
0,5
0,4
3,1
2,2
1,0
1,1
6,0
2,2
0,9
1,3
5,8
3,0
0,6
0,7
5,8
2,3
0,7
5,7
5,8
5,8
5,9
5,9
5,9
6,0
6,0
6,2
6,3
6,4
6,3
6,4
6,4
6,6
6,5
6,7
6,8
6,9
6,9
6,9
31,1 11,0
32,4 10,6
33,2 12,5
34,5 12,7
32,5 12,7
31,6 11,2
33,0 12,1
32,8 11,3
35,9 12,4
34,4 11,7
36,0 10,8
35,5 9,2
37,7 12,2
36,0 10,8
37,9 11,8
37,2 12,4
41,2 12,0
38,5 12,0
41,9 14,9
39,0 14,0
41,7 15,4
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
=
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
0,1 -
... -
0,1 -
... -
... -
-
... -
... -
... -
... -
0,3 -
... -
0,3 -
... -
0,2 -
0,1 -
... -
-
... -
... -
...
. . .
. . .
. . .
...
.. .
. ..
. ..
. . .
...
. . .
. . .
.. .
.. .
...
. . .
51,4
53,8
55,3
56,9
52,0
57,7
55,8
58,8
56,7
56,9
60,9
64,9
62,1
71,4
63,7
65,9
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : - monetaire reserve - andere C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) Aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
54,7
63,0
58,1
63,1
60,2
1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (munten en biljetten , Nationale Bas voor Beroepskrediet (direct en op ten hoogste 30 dagen, inbegrepen de deposito's op meer dan 1 maand, die niet konden geëlimineerd worden) tot 30 uni 1963 oude reeks, Gemeentekrediet van België (direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Herdiscontering- en Waarborginstituut (passiva t.o.v. geldscheppende instellingen). 2 Alleen de munten en biljetten in de handen van de Nationale Bank van België. 3 De cijfers zijn overschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen, behalve deze van de bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel e Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken a van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XL1Ie jaargang, deel I, nr 1, januari 1967.
c) - Depositobanken 30-9-62
A. Vorderingen op het buitenland : 1 Goud 2.I.M.10. -- Deelneming - Leningen 3. Obligaties 4. uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buiten!.
31-12-62
31-3-63
.
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België : -- monetaire reserve - andere b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : --- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : -- verkrijgbaar door elke belegger -- overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogsteéénjaar . 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : __ oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige
_-
D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
--
30-6-63
------
30-6- 68
-
Activa
-
Driemaandelijkse cijfers
(miljarden franken)
30-9-63
31-12-63
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
30-8-65
---
0,4 3,2
---
------
-------
------
------
------
-------
-------
30-9-65
--__ ---
31-12-65
31-3-66
30-6-66
30-9-66
--__ ---
--__ ---
__----
--__ ---
31-12-66
--__ '__--- --- --
---
---
16,3 2,2 A-0,6 22,3
19,5 2,2 A-0,1 "23,7
19,3 3,3 -I-0,7 25,5
23,9 3,4 -0,1 30,4
24,1 4,5
25,4 4,9
23,4 4,5
28,5 5,1
29,3 5,6
28,4 5,3
29,0 5,5
39,7 6,2
35,2 6,3
34,7 36,7 6,2 6,9
43,5 7,3
43,3 7,2
43,3 52,6 7,8 8,3
32,2
33,6
31,2
36,7
38,4
37,8
39,9
52,2
46,5
45,8 50,2
59,0
56,9
58,9
2,2
2,6
2,5
2,5
2,4
2,5
2,8
3,1
2,9
2,8
2,9
3,0
3,2
3,5
3,7
3,2
--
--
--
--
--
--
--
--
0,1 0,9 3,4
1,6 2,6 3,3
2,2 0,8 4,2
0,1 0,5 4,1
0,1 0,5 3,7
0,1 0,4 5,9
2,3 3,0 4,7
1,4 2,2 5,3
1,2 0,1 1,0 5,1
1,2 0,7 6,0 5,0
1,3 2,1 2,2 6,8
1,4 0,1 0,9 6,1
-- --
--
--
0,1 1,0 4,5
0,2 1,2 6,1
1,4 5,8 5,1
1,7 3,0 5,7
0,1 0,6 5,1
39,0
14,4
19,1
22,1
22,4
24,3
22,7
26,0
26,3
26,5
24,6
29,1
29,7
33,6 28,8
29,6
23,9 3,8
25,9 24,5
27,3 22,8
26,7 22,8
29,6 22,9
29,5 22,8
29,8 23,9
30,0 24,4
31,1 24,3
30,1 24,3
30,6 24,6
33,0 23,8
35,5 24,2
34,8 37,4 26,0 26,8
1,1 2,1 --
1,1 0,8
1,1 1,1
1,1 2,1
--
--
0,5 2,8
--
--
0,6 2,7
--
0,6 2,5
--
0,6 2,9
--
0,5 3,6
--
0,6 4,8
--
0,7 5,6
--
0,7 4,3
_-
0,7 4,2
1,4 5,2
__ __ 3,2
3,4
1,9 6,3
__
1,8 4,6
__
1,8 6,0
__
91-3-67
1,9 v 1,9 5,6 5,4
30-6-67
---
v 2,4 7,6 --
54,1 10,7 __ 68,4 v66,1 v74,8
__
48,5 10,3
__
3,4
3,5
3,7
--
--
-
1,3 5,8 6,2
2,1 2,3 5,5
0,1 0,7 6,9
33,7
31,9 34,0 v32,0
v37,6
37,2 27,1
38,3 27,6
40,4 37,9 29,5 30,7
-0,1 0,6 5,5
v38,0 v38,6 v30,6 v31,4
--
--
--
--
--
--
--
-- --
--
--
1,9 1,1
1,8 1,1
1,2 1,1
1,6 1,0
0,2 1,1
0,3 1,2
0,3 1,0
0,3 1,1
0,3 0,9
0,4 0,8
0,4 0,8
0,4 1,0
0,7 1,0
0,7 1,0
0,7 1,0
0,7 1,0
0,7 1,0
5,1 27,2 31,8
3,0 26,9 35,6
3,5 32,2 35,1
4,9 32,9 37,5
3,8 32,8 37,3
3,3 34,4 39,7
2,5 37,6 42,4
2,9 38,3 43,5
2,7 40,0 44,8
3,9 39,7 46,9
5,6 41,4 47,8
6,9 40,4 48,3
5,7 43,1 50,4
9,5 5,5 42,0 45,6 52,7 54,8
7,5 45,5 57,5
7,3 47,3 59,6
2,9 0,9 8,6
2,7 1,2 6,4
2,7 1,2 6,5
2,9 1,2 7,9
2,2 1,2 7,9
2,1 1,1 6,3
2,1 1,0 6,8
2,0 1,1 5,9
2,0 1,7 6,3
2,0 2,1 6,3
2,0 2,1 7,4
2,0 2,0 7,0
2,1 2,0 7,6
2,0 2,0 5,7
1,8 1,9 4,7
1,8 1,7 6,4
1,5 1,8 5,9
0,1
... ...
0,1
...
0,2
0,2
0,1
0,1
0,4
0,1
...
0,1
0,2
0,2
0,5
8,5 0,7
8,9 0,7
9,3 0,7
9,9 0,5
9,9 0,5
10,1 0,5
10,3 0,5
10,1 0,5
9,9 0,6
9,7 0,6
9,8 0,7
10,8 0,7
10,9 0,7
10,9 11,4 0,8 0,9
11,3 1,2
11,7 1,4
28,1
31,1
29,7
32,5
31,2
31,4
31,7
31,0
34,3
32,1
36,2
36,2
40,9
40,9 43,3
41,9
45,3
46,0 49,0 v51,7
v60,6
212,4 218,1
227,6
242,0 242,0 249,5 256,8 266,0 272,2 273,5 290,1 309,3 312,7
319,2330,7
343,5
350,0
360,6388,5 387,5
416,5
-0,8 1,0
--
--
1,0 v 1,3 1,0 v 1,4
7,0 7,3 48,4 55,5 64,8 63,3
-v 1,5 v 1,9
7,1 56,4 69,4
5,9 58,3 73,3
1,8 1,8 4,4
1,8 v 2,1 2,0 v 2,3 4,3
v 2,5 v 2,6
0,7
1,0 v 1,0
v 1,1
--
-
12,4 13,2 v13,2 v13,6 1,4 1,4 v 1,4 v 1,4
1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel « Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken e van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967. 2 Voor de data v6,51- 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « Ga) in buiten andse valuta's n uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriék « 6b) in Belgische franken niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
c) • Depositobanken - Passiva - Driemaandelijkse cijfers 30-9-62
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 3 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
31-12-62
31-3-63
30-6-63
30-6.63 63
(miljarden franken)
30-9-63
31-12-63
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
30-6-15
30-9-65
31.12-65
31-3-66
30-6-66
30-9-66
31-12-66
31-3-67
30-6-67
----
---
---
---
---
---
---
---
----
---
---
---
--~
---
---
---
-
29,1 16,1
32,4 17,6
34,4 16,9
40,5 16,7
41,7 17,5
43,1 15,9
45,9 18,1
54,9 21,1
51,1 21,0
53,1 20,3
55,3 20,6
62,6 20,7
62,3 22,3
67,1 22,8
78,3 24,3
73,2 25,0
84.1 26,3
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
45,2
50,0
51,3
57,2
59,2
59,0
64,0
76,0
72,1
73,4
75,9
83,3
84,6
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
.
--17,2 20,4 21,7 28,1 11,2 12,4 12,3 13,5 -0,1 -0,3 +0,6 +0,6 28,3 32,5 34,6 42,2
--
--
--
--
--
89,9 102,6
--
-
__
-
...
...
98,2 110,4
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken
-3,4
__
1,3
0,3
0,2
0,2
1,5
0,3
...
...
...
0,2
...
...
...
...
0,5
...
0,4
3,3
4,3
4,1
3,7
5,9
4,6
5,3
4,5
5,1
5,0
6,8
6,0
6,1
5,1
5,7
5,1
5,5
6,2
5,6
6,9
--
--
-
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
-
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand -- deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
-67,5
69,3
72,9
76,0
75,8
73,6
78,5
77,3
79,8
79,0
86,3
86,4
90,4
90,1
95,1
94,6
98,2
94,8 103,6
--
--
99,8 107,3
--
-
31,9
28,6
28,6
27,9
27,9
26,6
25,8
26,4
25,6
29,9
29,5
32,7
32,4
34,2
35,4
38,3
36,3
40,5
40,5
45,6
45,1
18,4 8,0
19,9 7,4
22,1 7,4
23,4 8,2
23,4 8,2
26,4 8,4
29,2 9,1
31,9 10,1
32,7 8,1
34,2 5,0
35,6 5,1
37,8 4,5
38,8 5,1
40,6 3,9
42,0 4,4
44,1 4,2
44,8 4,9
46,0 5,1
48,5 5,7
52,0 6,0
53,8 7,5
10,4
11,1
11,1
11,2
11,2
11,3
11,4
11,2
11,2
11,3
11,4
11,4
11,3
11,3
11,4
11,5
11,5
11,7
12,0
12,4
12,6
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
-
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
-
-
-
-
0,1
0,3
0,7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,2
0,4
-
-
0,1
0,2
-
... -
-
-
43,5
44,2
46,0
48,0
45,5
45,5
46,3
46,2
50,5
48,9
53,0
52,9
56,5
58,9
61,2
60,9
64,5
66,4
69,4
67,6
72,6
0,3
0,2
-
212,4 218,1 227,6 242,0
0,3
0,3
0,4
0,6
1,1
...
0,4
0,1
0,1
0,3
0,3
242,0 249,5 256,8 266,0 272,2 273,5 290,1 309,3 312,7 319,2 330,7 343,5 350,0 360,6 388,5 387,5 416,5
Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel « Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken s van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel 1, nr 1, januari 1967. 2 Voor de data vóór 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 3a) in buitenlandse valuta's s uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 31)) in Belgische franken s niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 3 Incl. de verrichtingen in Belgische franken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U. 1
d) • Totaal der geldscheppende instellingen - Activa - Driemaandelijkse cijfers 31.12-62
31-3-63
30-6-63
A. Vorderingen op het buitenland : 67,1 68,3 68,6 68,6 1. Goud 6,7 G,7 6,7 6,5 2. I.M.F. -- Deelneming ---- Leningen 1 --1,2 1,2 1,2 1,2 3. Obligaties 3,1 4,8 4,2 5,3 4. uitvoeraccepten in Belgische franken 0,2 0,2 0,3 0,3 5. Vordering op de E.B.U. 2 6. Andere : 30,6 32,3 37,1 43,4 a) in deviezen 3 4,9 2,2 3,3 2,3 b) in Belgische franken 3 -I- 0,6 -1- 0,1 -1- 0,7 --0,1 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buiten'. 111,9 115,9 122,0 130,0 B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België : - monetaire reserve - andere b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. ()p de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige 2. ()p de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : -- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : -- verkrijgbaar door elke belegger -- overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 4 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
2,7
2,9
2,9
2,8
30-6 -63
5
130-9-63
31-12-63
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31-12-64
0,5 6,4 0,2
0,6 6,6 0,1
0,7 7,0 0,1
0,7 5,7 0,1
0,7 7,6 0,1
69,7 8,2 -0,6 8,0 0,1
43,6 6,0
45,0 6,4
44,9 6,0
49,4 6,6
49,1 7,1
50,4 6,8
56,0 7,0
--
--
--
--
68,6 6,5
68,4 7,0
68,6 7,1
68,8 8,2
69,6 S,2
--
--
--
--
--
--
--
131,8
134,1
2,8
3,0
134,4 139,5
3,1
3,5
-142,4
3,2
31-3-65
72,5 8,7 1,5 0,7 9,2 0,1
74,2 78,1 6 9,0 10,0 1,5 3,4 0,8 0,8 7,6 10,6
743,8 155,7
...
•--
65,6 57,1 7,7 7,8
57,9 7,7
__
...
_-
3,2
3,4
3,7 1,3 2,1 2,3 7,2
0,1 0,6 3,9
0,1 0,4 7,4
2,3 3,1 5,0
1,4 2,3 5,3
0,1 1,1 4,5
1,2 0,1 1,1 5,1
1,2 0,7 6,6 5,2
85,7
57,1
67,9
73,2
72,6
71,5
74,9
77,6
80,3
79,4
82,4
31,3 37,8
33,5 58,5
35,1 56,8
34,5 56,8
37,5 56,9
37,4 56,8
37,8 57,9
38,0 58,4
39,3 58,3
38,2 58,3
38,7 58,6
3,2
4,5
3,3
3,4
3,4
3,4
4,3
3,1
3,7
3,5
4,8
5,5
2,3 1,1
2,1 1,1
1,6 1,1
1,9 1,0
0.4 1,1
0,5 1,2
0,5 1,0
0,6 1,1
0,6 0,9
0,7 0,8
0,7 0,8
0,8 1,0
5,3 29,6 31,9
5,8 31,4 35,7
3,8 35,4 35,2
5,0 36,1 37,6
3,9 35,8 37,3
3,8 36,4 39,8
4,6 41,8 42,4
3,0 41,9 43,5
3,6 43,7 44,8
4,6 42,9 46,9
6,1 44,5 47,8
2,9 0,9
2,7 1,2
2,7 1,2
2,9 1,2
2,2 1,2
2,2 1,1
2,1 1.2
2,0 1,3
2,0 2,0
2,0 2,5
2,0 2,5
2,1 2,5
8,6
7,0
7,5
7,9
7,9
6,9
7,4
7,0
8,8
7,8
7,8
...
0,7
0,3
0,1
0,2
1,0
0,2
0,1
1,9
0,4
8,5 0,8
8,9 0,8
9,3 0,8
9,9 0,6
9,9 0,6
10,1 0,6
10,3 0,6
10,1 0,6
9,9 0,7
9,7 0,7
55,4
55,7
62,9
71,1
69,1
68,9
71,1
70,0
75,1
74,2
424,3 434,6 457,4
481,3
479,1 485,8 506,8 510,4
525,1
...
-
--
--
-
-
--
166,4167,8
0,1 0,6 4,7
--
31-3-66
77,8 12,9 3,4 2,0 11,6
2,2 0,9 4,5
-
(miljarden franken)
31-12-65
77,9 12,2 3,4 1,5 12,0
1,6 2,6 4,9
--
30-9-65
77,7 12,2 3,4 0,8 7,4 •••
0,1 0,9 3,4
-
30-6-65
.
3,8 1,4 0,1 1,0 6,1
30-6-66
--
31-3-67
30-6-67
76,3 15,2 3,4 1,9 12,1
-••
77,8 14,0 3,4 1,9 11,9 •••
58,6 8,4
63,5 8,8
63,0 8,7
63,3 9,3
74,0 9,8
69,8 12,0
84,0 10,7
__
__
__
__
__
__
-
167,1 174,0 180,0 180,7
3,8
30-9-66 1 31-12-66
3,9
--
4,1
--
4,2
--
-••
76,2 76,2 76,0 15,2 15,2 15,2 3,4 3,4 1,9 2,0 v 2,0v 2,5 13,3 12,3 14,4 •-• ••• •••
181,5 193,9 v190,9 v204,7
3,7
--
3,8
--
3,9
--
Kolom va n ta bel X111- 1 I( Gezame n l ijke balan sen van de geldschep. inste l. . waar in de ru br ie kbegrep€ is
30-9-62
(6)
4,0
-
0,2 1,3 6,1
1,4 5,9 5,1
1,7 3,2 6,2
0,1 0,7 5,1
0,1 1,3 6,0
80,0 83,9
86,5
84,9
83,9
88,3
82,5
92,1v 88,6v 94,4
(7)
41,0 43,4 57,8 58,2
42,5 60,0
46,2 60,8
46,4 61,1
47,5 61,6
49,5 63,5
47,1v 47,2v 48,0 64,7v 64,6v 65,4
(7) (7)
5,7
5,0
6,5
6,2
7,3
8,3
9,6
5,4
7,3
(8)
1,0 1,0
1,1 1,0
1,1 1,0
1,1 1,0
1,1 1,0
1,2 1,0
1,4v 1,0v
1,8v 1,4v
2,0 1,9
(8) (8)
6,9 6,4 43,3 45,5 48,3 50,4
9,7 44,4 52,7
8,7 49,0 54,8
8,1 48,3 57,5
9,1 50,4 59,6
8,8 51,6 64,8
6,3 60,8 73,4
(9) (9) (9)
2,1 2,5
2,0 2,5
1,8 2,4
1,8 2,4
1,6 2,6
1,8 2,7
1,8v 2,3v
2,5 3,3
(14) (14)
7,0
7,6
5,7
4,7
7,2
8,8
5,1
4,6
2,1
0,5
0,4
0,4
0,4
0,5
1,5
1,0v
9,8 0,8
10,8 10,9 0,8 0,8
10,9 0,9
11,4 1,0
11,3 1,3
11,7 1,5
78,8
77,4 84,5
81,0
82,4
81,2
82,4
528,6 559,2 570,3 584,6
1,3 6,2 6,2
11,7 59,9 63,3
2,1 2,4 5,6
8,0 59,0 69,4 2,1v 3,1v
-1,0v
0,1 1,0 6,9
--
(11)
2,5
(12)
12,4 1,5
13,2v 13,2v 13,6 1,5v 1,5v 1,5
(12) (12)
85,0
92,3v 92,2 v117,8
(14)
584,8 607,4 614,4 625,8 633,8 678,9 663,4 717,4
1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van 4-1-1963 - overeenkoms d.d. 1-2-1903). 2 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bi de vereffening van de E.B.G. 3 Voor de data voor 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 6n) in buitenlandse valuta's D uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « Ob) in Belgische franken s niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 4 De data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de vorderingen op het Rentenfonds begrepen in rubriek D. « Andere ». schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel « Hoofdstuk XII, Vorderingen en van de statistieken » van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.). : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967. 6 Met iubegrip van F 1 miljard goud in rekening bij een buitenlandse correspondent.
d) - Totaal der geldscheppende instellingen - Passiva - Driemaandelijkse cijfers 31-12-62
31-3-63
30-6-63
r
7
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 0,2 0,2 0,2 0,2 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen 2 17,2 20,4 21,7 28,1 b) in Belgische franken , 2 13,7 15,1 15,7 16,7 4. Statistische aanpassing --0,1 --0,3 1-0,6 A-0,6 Totaal der verplichtingen aan het buitenland 31,0 35,4 38,2 45,6
30-9-63
31-12-03
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
30-6-65
30-9-65
31-12-65
(miljarden franken) 31-3-66
30-6-66
00-9-66
31-12-66
31-3-67
0,2 -
0,2 -
30-6-67
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
29,1 19,3 -48,6
32,4 20,9 -53,5
34,4 20,6 -55,2
40,5 20,4 -61,1
41,7 21,1 -63,0
43,1 19,4 -62,7
45,9 21,6 -67,7
54,9 24,3 -79,4
51,1 24,2 -75,5
53,1 23,5 -76,8
55,3 23,6 -79,1
62,6 23,5 86,3
62,9 24,3 87,4
67,7 78,3 73,2 84,5 24,0 26,2 26,6 27,0 91,9 104,7 100,0 111,7
3,2
3,4
3,7
3,8
3,8
3,9
4,1
4,2
3,7
3,8
3,9
4,0
0,6
0,5
0,1
0,1
0,1
...
0,1
0,1
... 0,4
... 0,1
... 0,3
1,2 11,7
1,3 11,1
1,4 7,0
7,5
12,3
10,4
5,8
6,3
13,3 10,0
7,7
0,2 -
Kolom van ta bel XIII a .Gezame n l ijke balansen de geldschep. instel. 7, we, de ru brie k begrepen i
30-9-62
30-6-63
(6)
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 3 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : - monetaire reserve - andere
2,7
4,4
2,9
2,9
2,8
2,8
3,0
3,1
3,5
3,2
1,3 0,3
0,4 ...
0,3 0,3
0,3 .
1,5 ..
0,3 0,1
... 0,1
0,1
7,5
7,2
4,8
4,3
6,4
10,0
8,9
5,6
... 1,2 6,3
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld 4 136,7 141,7 143,8 149,7 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 5 99,0 102,2 106,4 110,8 h) aangehouden door de overheid 11,0 10,6 12,5 12,7 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : ss) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand 31,9 28,6 28,6 27,9 - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes 18,4 19,9 22,1 23,4 - deposito's in deviezen 8,0 7,4 7,4 8,2 b) aangehouden door de Schatkist . ... ... t. Obligatieleningen 10,4 11,1 11,1 11,2 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds 6 2,7 0,1 0,2 0,3 b) tegenover de parastatale kredietinstellingen 0,3 0,3 0,1 0,4 c) tegenover de Schatkist D Andere
67,8 TOTAAL DER PASSIVA
65,3
76,5
82,9
424,3 434,6 457,4 481,3
149,7 150,1 153,7 151,4 157,1 158,4 163,7 161,4 168,9 169,1 173,4 169,9 177,7 176,8 178,7 173,4 182,9
(1)
108,6 105,5 112,0 110,6 116,1 113,8 122,9 122,4 128,4 126,5 133,4 132,2 139,7 133,6 146,0 139,1 149,3 12,7 11,2 12,1 11,3 12,4 11,7 10,8 9,2 12,2 10,8 11,8 12,4 12,0 12,0 14,9 14,0 15,4
(1) (1)
27,9
26,6
25,8
26,4
25,6
29,9
29,5
32,7
32,4
34,2
35,4
38,3
36,3
40,5
40,5 45,6
45,1
(2)
23,4 8,2 ... 11,2
26,4 8,4 ... 11,3
29,2 9,1 ... 11,4
31,9 10,1 ... 11,2
32,7 8,1 ... 11,2
34,2 5,0 ... 11,3
35,6 5,1 ... 11,4
37,8 4,5 ... 11,4
38,8 5,1 ... 11,3
40,6 3,9 ... 11,3
42,0 4,4 ... 11,4
44,1 4,2 ... 11,5
44,8 4,9 ... 11,5
46,0 5,1 ... 11,7
48,5 52,0 5,7 6,0
53,8 7,5
(2) (3)
12,0 12,4
12,6
(13)
0,7 -
0,3 -
0,3 -
0,4 -
... 0,6 -
... 1,1 -
... ... -
0,3 0,7 -
0,5 0,1 -
1,5 0,4 -
0,1 0,2 -
... 0,6 -
0,2 -
0,2 -
0,3 0,3 -
(12)
80,4
81,6
84,5
83,5
89,4
89,8
95,4
93,9
99,1
98,3
99,9
99,7 101,2 104,9 110,4 106,6 126,8
(14)
(7 )
479,1 485,8 506,8 510,4 525,1 528,6 559,2 570,3 584,6 584,8 607,4 614,4 625,8 633,8 678,9 663,4 717,4
1 Voor de N.B.B. inbegrepen de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationa e instell'ngen andere dan het en de E.B.U.; voor de andere geldscheppende instellingen, inbegrepen de verbintenissen in Belgische franken egenover de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U.. sedert men deze heeft kunnen verwijderen uit de binnenlandse niet geldscheppende sector, t.t.z. sedert juni 1958. Voor de data vóór 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek . 3a) in buitenlandse valuta's a uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek c 31)) in Belgische franken s niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 3 N.B.B. : inclusief de munten en biljetten van de Schatkist die door andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. Geldscheppende openbare instellingen : alleen de munten en biljetten van de Schatkist in de handen van de Nationale Bank van België. 4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor de Nationale Bank van België en overschat voor de openbare instellingen voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instelligen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. 5 N.B.B. : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen, behalve die van het Rentenfonds. hetwelk onder C5a of D. « Andere s voorkomt. Geldscheppende openbare instellingen : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen. behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. Op de data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de verplichtingen aan het Rentenfonds begrepen in rubriek D. « Andere n. 7 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van liet artikel ,c Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XII1, Geldscheppende instellingen van de statistieken » van liet Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting 1N.B.B.) : XLIIe jaargang. deel f, nr 1, januari 1967. 2
— 476 —
XIII
-
3.
-
GELDHOEVEELHEID EN QUASI-MONETAIRE LIQUIDITEITEN (Veranderingen in miljarden franken) A.- VERANDERINGEN Quasi-monetaire liquiditeiten
Geldhoeveelheid
20
20
10
10
O
B.- OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN Kredieten aan bedrijven en particulieren
Transacties met het buitenland 20
20
10
10
Ar 4 A ,A AA
O
A
A
A
I Geldschepping ten behoeve van de overheid
Tegeldemaki g von overheidspapier
20
20
10
10
A 1956
1958
1960
1962
%.950~10
,A .r
1958
1960
2'
A
1962
O
1964
1966
XIII - 3. - OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN IN DE GELDHOEVEELHEID (miljarden franken)
Tijdvak
Geldhoeveelheid
Quasimonetaire liquiditeiten
•
(1)
1962
Transacties Totaal van de met bet geldhoeveelbuitenland held (lopend saldo ± kapitaal. en van de
quasimonetaire liquiditeiten
transacties van de bedrijven en particulieren)
(3)
(4 )
(2)
Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen stijging : -)) 2 Kredieten verleend aan bedrijven en particulieren
(5)
Geldschepping ten behoeve van de overheid
van commer. méle vorderingen op het buitenland
van kredieten aan bedrijven en particulieren
Staat
(6)
(7)
(8)
3
(9)
(13)
(14)
instellingen
(12)
0,8
- 0,5 - 0,6 -, 0,6 - 0,7 - 2,4
- 1,2 + 2,4 - 2,1 + 2,0 + 1,1
- 0,4 + 0,4 + 0,1 -4- 1,1 + 1,2
+ 11,6 + 6,4 - 1,8 + 7,3 + 23,5
- 1,3 + 0,1 + 0,1 + 0,9 - 0,2
-
0,2 0,4 0,9 0,1 1,6
+ 0,2 + 0,9 - 0,3 - 0,9 - 0,1
+ 0,5 ... + 0,7 + 0,2 + 1,4
-
0,1 0,1 0,1 0,1 0,4
- 3,9 + 1,0 - 1,6 - 0,4 - 4,9
- 4,2 + 0,8 + 1,0 + 0,8 - 1,6
+ 3,7 + 5,6 - 0,7 + 3,8 + 12,4
- 0,1 + 0,6 - 0,1 + 1,3 + 1,7
-
0,2 0,3 1,0 0,7 2,2
- 0,9 + 0,5 .' - 0,7 + 0,1 - 1,0
- 0,2 - 0,5 - 0,7 + 1,6 + 0,2
+ 0,3 - 0,1 - 0,1 - 0,1 ...
- 0,2 + 0,1 - 0,8 - 0,9 - 1,8
- 2,3 + 1,9 - 2,2 + 1,4 - 1,2
• .. - 0,7 + 1,4 - 2,4
+ + +
3,9 5,1 2,2 1,5
+
4,9
+ 0,5 - 0,4 - 0,9 - 0,3 - 1,1
-
... 0,4 1,4 0,2 2,0
- 0,1 + 0,6 - 0,1 + 0,9
- 1,7
+ 1,0 + 1,2 - 1,2 + 3,6 + 4,6
+ 1,3
... + 0,1 ... - 0,1 ...
+ 0,1 + 1,8 - 2,4 - 0,8 - 1,3
+ 2,3 + 4,0 + 4,7 + 9,0 + 20,0
+ 0,3 + 0,6 + 0,6 - 0,4 + 1,1
- 0,8 + 1,0 + 1,5 + 0,7 + 2,4
+ 2,1 + 7,5 - 7,9 + 10,1 + 11,8
- 0,4 + 1,2 + 0,9 + 1,5 + 3,2
- 1,0 - 0,5 + 0,5 - 0,1 - 1,1
- 0,3 ... + 0,4 - 0,7 - 0,6
- 0,1 + 0,7 + 1,7 + 0,1 + 2,4
- 0,1 ... - 0,2 - 0,3 - 0,6
- 0,9 - 0,3 - 0,8 + 1,4 - 0,6
+ +
- 0,4 - 0,9
- 3,3 - 2,4
3,1 8,7 4,2 5,4 + 21,4
+ 5,0 + 0,3 + 1,7 - 2,3 + 4,7
- 1,3 + 3,9 + 0,8 + 8,1 + 11,5
- 1,4 + 1,3 - 1,7 + 1,6 - 0,2
+ 1,8 - 2,2 + 2,5 - 2,0
+ + + -
1,6 0,3 2,7 3,8
+ 0,1
+
1963 le kwartaal 2 0 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal
+ 8,1 +10,6 - 4,1 +11,0 +25,6
+ + + + +
2,2 1,4 1,9 2,7 8,2
+ 10,3 + 12,0 - 2,2 + 13,7
+ 3,3 - 0,1 - 2,0 - 2,6
+ + + +
1,9 3,8 2,9 7,8
- 1,3 ... + 0,7 + 0,5
+ 33,8
- 1,4
+ 16,4
- 0,1
1964
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal Totaal
- 4,5 +12,2 - 1,7 +13,6 +19,6
+ 4,3 - 2,0 + 2,7 + 1,1
- 0,2 + 10,2 + 1,0 + 14,7
- 0,8 - 0,6 + 2,1 + 6,3
- 1,4 + 1,1 + 0,9 - 0,6
+ 6,1
+ 25,7
+ 7,0
+ 3,8 + 3,0 + 1,1 + 3,1 + 11,0
le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal
- 4,5 +16,5 - 3,1 +12,2 +21,1
+ 4,8 + 1,2 + 2,5 + 3,1 +11,6
+ 0,3 + 17,7 - 0,6 + 15,3 + 32,7
+ 4,7 + 3,9 + 0,9 + 3,7 +13,2
+ 0,3 + 4,6 + 3,1 + 8,0 + 16,0
1966 le kwartaal 2 6 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal
- 4,0 +14,8 - 6,9 +17,3 +21,2
+ 4,8 - 0,6 + 5,5 + 3,1 +12,8
+ 0,8 + 14,2 - 1,4 + 20,4 + 34,0
- 0,3 ... - 2,8 - 0,9 - 4,0
1967
-13,0 +21,1
+ 9,0 + 2,7
- 4,0 + 23,8
v + 5,1 v + 4,8
kwartaal kwartaal
Diversen
- 0,3 + 2,3 - 0,2 + 0,6 + 2,4
+ + + +
le 2e
(11)
financiële
Obligatieleningen van de depositobanken
- 0,6 + 0,5 - 0,1 + 0,9 + 0,7
+ 4,2 ... + 2,6 - 2,5 + 4,3
1965
(10)
Kredieten van niet-geldscheppende
+ 0,2 + 0,6 + 0,4 - 0,7 + 0,5
- 1,1 + 8,7 + 1,6 + 7,9 +17,1
le 2e 3e 4e
aankoop op de markt door door de tussenkomst van het geldschepRentenfonds pende instellingen
- 0,2 - 0,1 + 0,8 + 1,7 + 2,2
kwartaal kwartaal kwartaal 4e kwartaal Totaal le 2e 3e
Andere overheldeinstellingen
Tegeldemaking van overheidspapier
4,8 6,5
...
vv+
3,1 v - 3,8 v - 0,7 8,7 v + 4,3 v - 0,6
- 1,7 v - 0,3 + 0,8 v + 0,5
- 0,4 v - 0,2 - 0,3 v + •2,4
N. B. - Voor de indeling van de « Geldhoeveelheid a, zie tabel 4, hoofdstuk XIII. - Voor de indeling van de « Transacties met het buitenland a, zie tabel 5, hoofdstuk XIII. - Voor de wijze van opstelling, zie opmerking onderaan tabel 1, hoofdstuk XIII. 1 Verandering van het opgenomen bedrag van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten (excl. de wissels die dienen om commerciële vorderingen op het buitenland te mobiliseren) die oorsprosbeEjk door de geldscheppende instellingen verleend werden. - 2 Het gaat hier om een netto herfinanciering : kredieten bij hun oorsprong door de geldscheppende instellingen verleend en door hen geherfinancierd bij niet-geldscheppende instellingen in in kredieten bij hun oorsprong door laatstgenoemde instellingen verleend en door hen geherfinancierd bij de geldscheppende instellingen. - 3 Incl. de pensioenfondsen.
XIII - 4. - GELDHOEVEELHEID (miljarden franken) Giraal geld
Chartaal geld
in handen van de bedrijven en particulieren 1 Biljetten en munten van de Schatkist
Einde periode
Biljetten van de N.B.B.
in handen van de Chartale geldhoe- Schatkist en de veelheid lagere 2 overheid
Itekeningen courant bij de N.B.B.
Deposito's direct opeisbaar °f °P rp,.....d.,-, "°- -- ,en hoogste
30
rekening 2
2
shake
,ruraal
banken en parastatale instellingen 2
(8)
Totale
geld-
geld-
hoeveelheld
hoeveelheld
Procent chartaal geld
(11) (10) (9) .= (4) -I- (8) (3) -+- (9) (3) : (10)
(1)
(2)
(3)
(9)
(5)
(6)
(7)
1 955 Juni December
5,8 5,6
105,3 107,6
108,6 110,7
7,3 7,9
0,6 0,6
20,4 20,8
50,7 52,5
71,7 73,9
79,0 81,8
187,6 192,5
57,9 57,5
1956 Juni December
5,4 5,4
108,4 111,5
111,4
6,7 6,5
0,3 0,6
22,6 21,3
54,1 55,6
77,0 77,5
83,7 84,0
195,1
57,1
114,3
198,3
57,7
1957 Juni December
5,3 5,4
111,2 112,7
113,9 115,5
7,9 6,4
0,4 0,9
23,0 22,0
56,7 53,2
80,1 76,1
88,0 82,5
201,9 198,0
56,4
1958 Juni December
5,5 5,5
115,3 117,4
118,1 120,3
7,6 7,2
0,4 0,5
23,2 24,0
56,8 57,5 ,
80,4 82,0
88,0 89,2
208,1 209,5
57,3
1959 Juni December
6,5 5,6
117,5 118,3
120,3 121,3
7,8 7,6
0,4 0,5
24,9 25,8
60,6 61,1
85,9 87,4
93,7 95,0
214,0 216,3
56,2 56,1
1960 Juni December
5,7 5,8
119,3 124,1
122,1 126,8
8,2 7,3 ,
0,4 0,7
25,7 26,9
63,5 58,7'
89,6 86,3
97,8 93,6
219,9 220,4
55,5 57,5
1961 Juni December
5,9 6,0
124,8 129,1
127,9 132,2
8,5 10,0
0,4 0,6
27,3 27,9
62,7' 66,7
90,4 95,2
98,9 105,2
228,8 237,4
56,4
1962 Juni December
6,1 6,2
132,1 138,5
135,3
141,7
10,4 10,6
0,4 0,5
29,1 30,4
69,8 71,3
99,3 102,2
109,7 112,8
245,0 254,5
55,2 55,7
6,2
146,2
149,6
12,8
0,4
32,2
.
78,2
110,8
123,6
273,2
54,8
Juni December
6,2 6,3
146,2 150,5
149,6 153,7
12,8 12,1
0,4 0,5
32,2 32,9
76,0 78,6
108,6 112,0
121,4 124,1
271,0 277,8
55,2 55,3
1964 Juni December
6,4 6,8
153,9 160,3
157,1 163,7
12,4 10,8
0,3 0,6
35,8 35,9
80,0 86,4
116,1 122,9
128,5 133,7
285,6 297,4
55,0 55,0
1965 Juni December
6,9 7,0
165,8 170,3
168,9 173,4
12,2 11,8
0,4 0,4
37,5 37,6
90,5 95,4
128,4 133,4
140,6 145,2
309,5 318,6
54,6 54,4
1 966 Juni Juli Augustus September Oktober November December
7,1 7,1 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2
174,8 176,9 173,8 173,3 172,9 170,6 175,3
177,7 179,8 177,1 176,8 176,0 173,8 178,7
12,0 12,0 11,2 12,0 11,5 15,1 14,9
0,2 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,5
41,0 41,2 38,9 38,4 40,7 38,7 41,5
98,4 96,3 96,8 94,9 95,4 99,5 104,1
139,6 137,8 136,0 133,6 136,5 138,5 146,1
151,6 149,8 147,2 145,6 148,0 153,6 161,0
329,3 329',6 324,3 322,4 324,0 327,4 339,7
54,0
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,3 7,3
169,6 169,0 170,0 172,4 173,9 179,7 178,7 175,2
172,8 172,2 173,3 175,8 177,0 182,9 181,7 178,2
13,3 12,5 14,1 15,3 14,0 15,4 11,7 13,2
0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3
41,7 39,8 38,6 42,7 40,5 41,1 43,1 41,2
96,9 95,7 100,2 99,8 103,3 107,9 102,7 104,6
138,9 135,8 139,1 142,8 144,2 149,3 146,1 146,1
152,2 148,3 153,2 158,1 158,2 164,7 157,8 159,3
325,0 320,5 326,5 333,9 335,2 347,6 339,5 337,5
53,2 53,7
.
1963 Juni
6
(r)
Nieuwe reeks
6
.
_. . . . . .
_._
58,3
67,4
55,7
54,6 54,6 54,8
54,3 53,1
52,6
53,1 52,6 52,8
52,6 53,5 52,8
1 Incl. administratieve parastatale instellingen. Na aftrek van de kasvoorraden der geldscheppende instellingen. 3 Dank zij een nieuwe indeling werden, vanaf augustus 1958, de rekeningen op meer dan één maand van de financiële maatschappijen bij de banken uit de geldhoeveelheid verwijderd. 4 In beginsel zouden de deposito's in de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet in de geldhoeveelheid mogen begrepen z'jn. De toepassing van dit beginsel stuit nochtans op moeilijkheden van statistische aard. De deposito's op hoogstens één maand in de Belgische banken van do Kongolese -..„ xeienen, niet-banken, waren dan ook tot einde juli 1960 in de geldhoeveelheid begrepen; zij werden eruit verwijderd in augustus 1960 ten belope van F 0,1 miljard en in september voor een aanvullend bedrag van F 0,4 miljard, maar deze bedragen werden er vervolgens gedeeltelijk terug in opgenomen en wel in december 1960, januari, september en oktober 1961 telkens voor I' 0,1 miljard. Dit heeft tot gevolg dat de beweging van do cijfers van de kolom (7) van bovenstaande tabel voor de periode juli 1060-oktober 1961 beïnvloed wordt door louter boekhoudkundige factoren. 8 Het cijfer van de girale geldhoeveelheid in handen van de Schatkist en de lagere overheid per einde december 1960 ie abnormaal laag terwille van do wanorde, door de stakingen veroorzaakt. Zonder deze laatste had dit cijfer ongetwijfeld tussen F 8 miljard en F 9 miljard gelegen. Vorde6 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 ven liet artikel a Hoofdstuk XII, ringen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken ), van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967. 2
XIII • 5. - GOUDVOORRAAD EN NETTODEVIEZENPOSITIE VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken) Bedragen per einde tijdvak 1
Evolutie Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing
Evolutie
Kapitaaltransacties van de overheid met het buitenland
Overige
geld Tijdvak
N.B.B.
-
scheppende instellingen
(1)
(2)
(2)
(4)
buiten de geldscheppende
Totaal
Staat
land (stijging : -)
(5)
(6)
(7)
Transacties met het buiten'. 3 (lopend saldo -F kapitaaltransacties van de bedrijven en gard-
liegen van commerciële vorciële Andere 2 deringen op liet buitencoiteren)
lingen (3) = (1) +
viering instel.
Overige geldachs pende instel.
Totaal
Herfinan-
(8)
(9)
(101 --( 6 )- (7) (8) - (0)
Verschil tussen de gegevens van de betalingsbalans [kol.(12)] en die v.d. geldscheppende instell. [kol.(6)]4
Goud. voorraad en netto. deviezenpositie volgens de betalin gsbalans van de B.L.E.U. 5
'11)
(12)
1956 Jaar 1957 Jaar 1958 Jaar 1959 Jaar 1960 Jaar 1961 Jaar 1962 1° kwartaal 25 kwartaal 3 5 kwartaal 4 5 kwartaal
57,8 58,4 75,5 72,3 67 80,6 92,7 90,5 89,6 88,6 91,0
- 3,8 - 2,3 - 3,4 - 1,6 - 5,8 8 -14,9 8 - 5,9 - 7,2 - 7,7 -10,5
54,0 56,1 72,1 70,7 67 74,8 8 77,8 8 84,6 82,4 80,9 80,5
+ 0,6 + 0,6 +17,1 - 6,1 67 + '8,3 +12,2 - 2,2 - 0,9 - 1,0 + 2,4 - 1,7
- 1,3 + 1,2 - 0,8 + 2,0 - 4,2 8 -10,4 8 + 8,8 - 1,2 - 0,7 - 2,5 + 4,4
- 0,7 + 1,8 +16,3 - 4,1 67 + 4,1 8 + 1,8 8 + 6,6 - 2,1 - 1,7 - 0,1 + 2,7
- 3,8 + 0,7 + 1,4 - 3,1 + 3,5 - 5,0 + 2,7 - 3,7 - 1,8 + 0,6 - 2,2
+0,3 -0,2 ... -0,8 7 +1,7 +0,1 +0,3 ... +0,1 ... +0,4 .
-0,1 -0,2 -0,4 +0,2 +0,5 -1,1 -1,4 +1,3 -1,7 +1,6 -0,2
+ 2,9 + 1,5 +15,3 - 0,4 - 1,6 + 7,8 + 5,0 + 0,3 + 1,7 - 2,3 + 4,7
+ + +
0,4 0,9 0,8 1,3
+ 0,4 + 2,1 +15,9 - 4,1 + 6,2 + 0,6 + 6,6 - 2,5 - 0,8 + 0,7 + 4,0
1963 15 kwartaal 2e kwartaal (r)
95,4 98,6
-11,6 -14,2
83,8 84,4
+ 4,4 + 3,2
- 0,7 - 2,0
+ 3,7 + 1,2
+ 1,7 + 1,3
... ...
-1,3 ...
+ 3,3 - 0,1
- 1,3 + 0,3
+ 2,4 + 1,5
98,6 99,6 102,2
-15,4 -18,9 -23,0
83,2 80,7 79,2
+ 1,0 + 2,6 +11,2
- 3,2 - 4.4 -10,3
- 2,2 - 1,8 + 0,9
- 0,9 + 0,2 + 2,3
... +0,1 +0,1
+0,7 +0,5 -0,1
- 2,0 - 2,6 - 1,4
- 1,0
- 2,2 - 1,8 - 0,1
101,8 103,2 105,2 114,8
-23,5 -23,8 -24,2 -26,8
78,3 79,4 81,0 88,0
- 0,4 " - 0,5 + 1,4 - 0,3 - 0,4 + 2,0 + 9,6 - 2,6 +12.6 - 3,8
- 0,9 + 1,1 + 1,6 + 7,0 + 8,8
+ + + +
0,3 0,6 1,5 1,3 0,7
+1,0 ... +0,1 ... +1,1
-1,4 +1,1 -0,6 ...
- 0,8 - 0,6 + 2,1 + 6,3 + 7,0
3,5 1,2 0,1 0,7 5,5
+0,1 +0,8 -0,6 ... +0,3
-2,3 +1,9 -2,2 +1,4 -1,2
... ...
+0,3 +0,6 +0,6
... ...
-0,4
Nieuwe reeks 6
25 35 45
1964
kwartaal kwartaal kwartaal
kwartaal kwartaal 3 5 kwartaal 4° kwartaal 1° 2°
kwartaal kwartaal 3e kwartaal 4 5 kwartaal
113,3 120,4 120,0 122,8
-26,3 -28,0 -29,6 -28,0
87,0 92,4 90,4 94,8
- 1,5 + 7,1 - 0,4 + 2,8 + 8,0
+ 0,5 - 1,7 - 1,6 + 1,6 - 1,2
- 1,0 + 5,4 - 2,0 + 4,4 + 6,8
-
1966 1e kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4 5 kwartaal
119,7 123,0 121,8 124,5
-26,0 -29,6 -32,3 -35,3
93,7 93,4 89,5 89,2
- 3,1 + 3,3 - 1,2 + 2,7 + 1,7
+ 2,0 - 3,7 - 2,6 - 3,0 - 7,3
-
- 1,1 - 1,0 - 1,6 + 1,0 - 2,7
1965 1°
2°
1967
1°
25
kwartaal kwartaal
124,0 129,3
v-33,1 v90,9 v-36,3 v93,0
- 0,5 + 5,3
1,1 0,4 3,8 0,3 5,6 .
v+ 2,4 v+ 1,9 v- 3,2 v+ 2,1
v- 2,4 v -0,4 v- 1,8 v ...
+0,9
+1,1
+ 0,8 - 0,1 -+ 0,3 + 0,9 +
1,9
+10,7
+ 4,7 + 3,9 + 0,9 + 3,7 +13,2
+ + +
0,3 0,3 0,6 0,5
- 0,7 + 5,7 - 2,6 + 4,9
+ 0,5
+
7,3
- 0,3 ... - 2,8 - 0,9 - 4,0
+ + + -
-
0,7 0,2
-0,4 v+ 5,1 -0,9 v+ 4,8
0,4 0,2 0,6 0,9
- 3,2 - 1,2 -
5,3
12+ 3,0 v- 1,7 v+ 0,4,
1 Een indeling van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie per voornaamste categorie van vorderingen en verplichtingen wordt gegeven in tabel XIII-2 en, voor de periode 1950-1960, in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting van juli 1061, blz. 20 tot 27. 2 Deze bedragen omvatten inzonderheid de buitenlandse leningen van de lagere overheid en van do administratieve parastatale instellingen en de bewegingen van de door de N.M.R.N. aangehouden vorderingen in internationale akkoorden (zie noot 7 hierna). 3 Cijfers van deze kolom die, berekend zoals onderhavige tabel het aantoont, worden hernomen in kolom (4) van tabel XIII-3. 4
Dit verschil is gelijk aan :
-- de veranderingen van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen van de B.L.E.U. die voortvloeien a) uit de veranderingen van de nettotegoeden van de Luxemburgse banken op de andere landen, Bel g:ë uitgezonderd. b) tot 81 december 1960, uit de veranderingen van de verplichtingen van de Belgische banken aan de Kongolese bedrijven en c) uit de veranderingen van de verplichtingen van de Luxemburgse banken en, tot het tweede kwartaal van 1959, van de Belgische banken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U. [die veranderingen komen voor in kolom (12), maar niet in kolom (6)]. - min, sedert het 3e kwartaal van 1963, de veranderingen van de nettotegoeden van de Belgische banken op de Luxemburgse ingezetenen [die veranderingen komen voor in kolom (6), maar niet in kolom (12)1. 5 Zie tabellen IX-1, 2 en 3, rubrieken 6.21 en 6.22. 6 Krachtens de wet van 19 juni 1950 mocht de N.B.B. in haar boeken, als eigen bezit, de vordering aantekenen die de Belgische Staat op het Internationale' Monetaire Fonds bezit tot terugbetaling van zijn quotum als lid van het Fonds en zulks tot beloop van de door haar, ten gunste van liet Fonds en ter ontlasting van de Staat, uitgegeven biljetten, verleende kredieten of gestorte goudbedragen. Een gedeelte van de vordering die de N.B.B. krachtens deze wettelijke beschikkingen boekt, vloeit niet voort uit verrichtingen met het Fonds, doch uit eenvoudige overnamen van vorderingen van de Belgische Staat. Dergelijke overnamen hadden plaats ten bedrage van F 2,8 miljard in het derde kwartaal van 1959 en van F 0,1 miljard in het vierde kwartaal van hetzelfde jaar. In het verloop van de a Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing a [kol. (4) en (6)] wordt met die bedragen geen rekening gehouden. 7 Ten gevolge van de Conventie van 1 juli 1959, kocht de N.M.K.N. van de N.B.B. verscheidene gevestigde vorderingen in betalingsakkoorden af. Deze afkopen verklaren voor ongeveer F 0,8 miljard, de vermindering van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de N.B.B. [kol. (1)] tijdens liet derde kwartaal van 1950. Evenals de latere terugbetalingen door het buitenland van afgekochte vorderingen, oefenen ze echter geen invloed uit op het saldo van de transacties met het buitenland opgenomen in kolom (10); in de evolutie van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie worden zij inderdaad gelijkgesteld met kapitaaltransacties van de overheid (andere dan de Staat) met liet buitenland en komen dan ook voor in de kolom (8). 8 Tijdens het derde kwartaal van 1960 werden de deposito's van de Kongolese ingezetenen bij de Belgische banken, waarmee tot dan toe geen rekening kon gehouden worden voor de berekening van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen zoals deze in kolommen (2) en (3) van onderhavige tabel voorkomt, in a bilaterale a of a financiële a buitenlandse rekeningen omgezet; later werd een deel van de financiële rekeningen opnieuw met rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen brachten in de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen tijdens het derde kwartaal van 1060 een louter boekhoudkundige vermindering teweeg van F 1,3 miljard en boekhoudkundige vermeerderingen van 0,8, 0,2, 0,1 en 0,2 miljard respectievelijk in het vierde kwartaal van 1960 en het eerste, derde en vierde kwartaal van 1961. Deze boekhoudkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de evolutie van de a goudvoorraad en nettodeviezenpositie a na statistische aanpassing a [kol. (5) en (6)]. \. oor de verklaring van do verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel a Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen a van de statistieken van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) ; XLIIr jaargang, deel I, nr 1, januari 1967.
- 480 XIII - 6. - OPGENOMEN BEDRAGEN YAN DE DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE DEPOSITOBANKEN AAN BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND VERLEEND Zichtbare economische bestemming (Miljarden franken) Kredieten aan het buitenland
Kredieten aan bedrijven en particulieren
Kredieten waarvan Kredieten de zichtbare waarvan economische Specifieke de bestemming financie. van inves- van de zichtbare niet kon worden ring van teringen bouw econoTotaal verkopen van ontdekt betalingsin indoeen van mische en termijnen trie, land- transacties leningen in h, g van invoer bestembij de Kas: bouw en in onroeop uitvoer niet kon ambachtsrende Andere kredieten afbetalin l g worden wezen goederen 4 2 1 ontdekt (0) = (7) (1) tot (3) (2) (4) (5) (8) (1) (3) (8) Specifieke financieringen
Einde van de periode
Eindtotaal Totaal
(10) =
(11) =
( 7 ) tot ( 8 ) (0) + (10)
11 962 December
4,2
5,1
9,1
9,1
52,1
79,6
10,9
4,3
1,5
16,7
96,8
1963 Juni 5 September December
6,1 7,0 7,7
5,9 6,1 6,3
9,8 10,3 10,5
8,7 8,6 9,1
55,1 56,7 61,7
85,6 88,7 95,3
12,9 12,3 12,0
5,4 5,5 4,5
1,4 1,9 2,2
19,7 19,7 18,7
105,3 108,4 114,0
1964 Maart Juni September December
8,6 9,6 10,3 11,6
6,5 6,8 6,9 6,9
11,1 12,1 12,2 12,0
9,7 9,9 9,1 9,9
63,6 64,5 65,9 66,4
99,5 102,9 104,4 106,8
13,0 13,8 13,3 14,2
4,3 4,3 4,7 5,3
1,8 1,5 1,6 1,7
19,1 19,6 19,6 21,2
118,6 122,5 124,0 128,0
11965 Maart Juni September December
11,6 12,0 12,2 13,7
6,6 7,2 7,4 8,2
12,1 12,7 12,8 12,8
9,6 10,1 11,3 12,2
66,8 69,7 71,3 75,8,
106,7 111,7 115,0 122,7
15,3 16,3 15,5 18,0
6,4 6,9 7,0 7,2
1,5 1,6 1,9 3,1
23,2 24,8 24,4 28,3
129,9 136,5 139,4 151,0
:1 966 Maart Juni September December
13,8 15,0 16,5 18,2
8,0 8,6 8,9 9,2
13,0 13,4 13,7 14,1
12,0 12,4 11,4 13,2
78,3 80,0 83,8 87,9
125,1 129,4 134,3 142,6
17,9 17,9 18,2 19,6
8,1 7,7 7,6 6,7
2,7 2,5 2,5 2,5
28,7 28,1 28,3 28,8
153,8 157,5 162,6 171,4
20,0 22,1
9,2 10,4
14,1 15,0
11,9 11,6
92,3 95,3
147,5 154,4
19,6 21,8
7,4 7,4
2,2 3,5
29,2 32,7
176,7 187,1
.
.
1967 Maart Juni
5
t Kredieten toegestaan in het kader van de wetten van 24 mei 1959, 17 juli 1959, 18 juli 1959, 15 februari 1961 en 14 juli 1966 (gesubsidieerde en/of gewaarborgde kredieten), en niet- a gesubsidieerde en/of gewaarborgde n kredieten waarvan ten minste een deel een oorspronkelijke looptijd heeft van 5 jaar of meer, op voorwaarde evenwel dat het geen zuiver commerciële kredieten betreft, noch kredieten hoofdzakelijk bestemd voor de financiering van de bouw of de aankoop van woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, enz. Kredieten aan ondernemingen die tot maatschappelijk doel hebben de oprichting Van gebouwen en/of liet uitvoeren van werken van burgerlijke bouw, 2 kunde, kredieten aan immobiliënvennootschappen en kredieten die vooral bestemd zijn voor het financieren van de aankoop of de bouw van woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, enz. :1 Kredieten aan de kopers en verkopers op afbetaling (ongeacht of de banken al dan niet bij het verkoopcontract zijn tussenbeide gekomen), rechtstreeks door de banken toegestane persoonlijke leningen en door de banken aan de financieringsmaatschappijen verleende kredieten. 4 Inclusief de promessen op het buitenland, die in tabel XIII-7 begrepen zijn in kolom (2) a Handelspapier n. 5 Inclusief het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geind omdat die dag een zaterdag of een feestdag was.
XIII - 7. - OPGENOMEN BEDRAGEN YAN DE DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN. EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE DEPOSITOBANKEN VERLEEND AAN BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND . Vorm en houderschap (Miljarden franken) Kredieten bij hun oorsprong door de depositobanken verleend Totaal
Einde van de p eriode
Pro
Kredieten ondergebracht bij de depositobanken
Kredieten ondergebracht buiten de depositobanken 1
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
Bankaccepten
IIandelsL papier
Totaal
(1 )(4t)ot=(3)
Bankaccepten
Handelspapier
(1)
(2)
(3)
= (7) A-, (11)
(5)
(G)
(7) = I (5) -1- (0)
(8 )
(t))
In C mon e
Andere kredieten onderTot aal Voorg bijacht schotten de j (11) = banken 2 (8) tot (10) (12) (10)
A. Kredieten aan bedrijven en particulieren 1962 December
9,2
34,7
:1.963 Juni 3 September December
39,3 39,9 43,6
35,7 37,2 39,7 42,4
46,1 47,8 48,0 48,7
43,5 44,8 46,9 47,8
1965 Maart Juni September December
9,1 9,1 9,3 9,9 10,3 9,5 10,3 9,9 10,6 11,7 12,6
1966 Maart Juni September December
12,3 12,6 11,7 13,8
48,5 50,7 50,6 55,3 55,3 57,3 57,9 65,5
48,3 50,4 52,7 54,8 57,5 59,5 64,7 63,3 69,5 73,3
1964 Maart Juni September December
".
12,3 12,0
1967 Maart Juni
65,7 69,1
79,6
7,2
85,6 88,7 95,3 99,5 102,9 104,4 106,8
5,2 5,7 6,7 6,9 7,5 5,5 4,7
106,7 111,7 115,0 122,7
3,0 4,8 2,1 7,0 4,7 5,2 4,7 6,4 5,1 6,0
125,1 129,4 134,3 142,6 147,5 154,4
7,9 6,6 5,6 6,1
15,1 11,8 11,3 12,8
2,0 3,9 3,4 2,6
7,9 7,8 8,4 7,4
14,8 15,3 13,9 12,1
3,0 2,8 4,0 5,6
8,2 7,6 8,6 9,8 9,9 10,1 9,5 10,3
11,2 12,4 10,7 16,8 14,6 15,3 14,2 16,7 14,5 17,0
6,9 5,8 9,6 5,6 7,6 7,4 7,0 7,4
9,4 11,0
26,8 32,7 34,3 37,5 38,2 40,0 39,6 41,3
35,7 37,2 39,7 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8
64,5 73,8 77,4 82,5 84,7 87,6 90,5 94,7 95,5 99,3 104,3 105,9
40,3 43,1 42,0 45,5 45,4 47,2 48,4 55,2 56,3 58,1
48,3 50,4 52,7 54,8
1,8
4,3
7,9
5,4 5,5 4,5
10,3 11,9 10,0 12,0 11,6 12,4
5,6 4,3 4,3 5,2 6,3 4,6 6,0 5,6 5,4 7,5
2,6 3,0 3,1 3,5 3,1 3,4 3,8 4,0 3,8 4,2 4,4 4,4 4,2 4,8 5,0 5,8 6,1
11,2 11,2 10,3 10,3 10,4 11,7 12,6 14,7 13,9 14,3 16,2 18,4 16,2 18,3 16,8 17,6 20,3
23,9
3,8
28,6
20,3 19,8 21,2
7,1 6,1 5,3
35,3 37,3 40,6
40,0 42,6 45,2 46,9
23,6 24,5 21,8 20,7 19,7 23,3 20,8 28,9 24,9 27,2 24,2 28,7 26,1 29,4
5,5 5,8 7,6 10,4 12,5 10,1 13,9 10,8
41,7 43,1 43,0 45,1
7,2 6,0
57,5 59,5 64,7 63,3 69,5 73,3
110, 114,1 120,1 125,9
0,2
133,0 137,4
0,1 0,1
B. Kredieten aan het buitenland 3,7
4,3
16,7
6,9
1,9
8,8
1963 Juni 3 September December
8,7 9,9 9,4 9,5
4,4 4,8 4,7
5,4 5,5 4,5
9,6 10,4 9,9 11,0
4,3 4,3 4,7 4,0
8,5 8,5 8,4 8,8 9,2 7,9 8,6
1965 Maart Juni September December
11,8 12,6 11,8 14,4 14,1 13,8 13,6 15,0
5,2 4,9 5,0 6,2 6,3 6,4 6,8 7,3 6,9 6,9 7,2 7,6
6,7 6,7 6,8 7,1 7,4 6,3 6,2 6,2 8,3 7,5' 9,2 7,8 9,2 7,6 9,4
1,8 1,8 1,6
1964 Maart Juni September December
19,7 19,7 18,7 19,1 19,6 19,6 21,2
14,3 16,4
8,5 9,6
6,4 6,7
1962 December
1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni
3
5,1 5,8 5,8 6,6 7,7 7,4 7,5 6,2
23,2 24,8 24,4 28,3 28,7 28,1 28,3 28,8 29,2 32,7
8,9 8,9
1,7 1,8 1,6 2,4 2,3 2,6 2,6 2,9 2,5 2,7 2,4 2,6 2,7 3,5
8,5 10,9 10,1 12,1
1,8 3,2 2,7 2,7 2,5 3,0 3,6 4,8
4,3 4,3 4,7 4,0 5,1 5,8 5,8 6,6 7,7 7,4 7,5 6,2 6,4 6,7
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
C. Totaal 17,9
1962 December 1963 Juni 3 September December
19,0 18,5 18,8 19,5 20,7 19,4 21,3
1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni
3
.
21,7 23,2 23,5 27,0 26,4 26,4 25,3 28,8 26,6 28,4
38,4 43,7 44,7 48,3 51,3 52,7 53,0 54,9 54,8 57,1 57,4 62,6 62,2 64,2 65,1 73,1 74,2 78,7
40,0
96,3
14,1
42,6 45,2 46,9 47,8 49,1 51,6 51,8
105,3 108,4 114,0 118,6 122,5 124,0 128,0
11,9 12,4 13,5
53,4 56,2 58,5 61,4
129,9 136,5 139,4 151,0 153,8 157,5 162,6 171,4
9,2 13,1 9,6 16,2 12,5 14,4 12,3 15,8 14,0 14,9
65,2 66,9 72,2 69,5 75,9 80,0
176,7 187,1
14,0 14,9 11,8 10,9
9,8 8,4 7,4 7,7 9,6 9,6 10,0 9,8 10,5 10,2 11,2 12,7 12,4 12,8 11,9 12,9 12,1 14,5
13,9 12,0 13,0 13,0 12,6 13,5
44,3 46,9 46,2 49,9 49,8 51,4 53,2 60,2 62,1 64,2
47,8 49,1 51,6 51,8 53,4 56,2 58,5 61,4 65,2 66,9 72,2 69,5 75,9 80,0
72,4 85,0 88,6 92,8 95,0 98,0 102,2 107,3 110,2 113,2 118,6 122,1 128,9 130,3 138,4 142,7
0,1 0,1 0,1 0,1 0,2
150,6 157,7
0,2 0,2
1 Die kredieten zijn hoofdzakelijk ondergebracht bij de Nationale Bank van België, bij het Herdiscontering- en Waarborginstituut, bij andere Belgische financiële instellingen en in het buitenland. 2 Het gaat hier om handelspapier. 3 Incl. het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geïnd omdat die dag een zaterdag of een feestdag was.
XIII - 8. - DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN AAN BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND, ONDERGEBRACHT BIJ DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (Miljarden franken) Kredieten bij hun oorsprong door de Nationale Bank verleend (rechtstreekse kredieten)
• Geherdisconteerde wissels
Algemeen totaal
Einde van de periode Handelspapier
Voorschotten
Totaal
Bankacet,pten
Handelspapier
Totaal
(1)
(2)
(3) -= (1) + (2)
(1)
(5)
(6) (4) 4- -(0)
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
(7)
(8)
(0)
Totaal (10) ■=t (7) tot (0) = (8) 4- (6)
1. Kredieten aan bedrijven en particulieren 1962 December
1,5
1,5
1963 Juni 1 September December
1,2 1,0 2,2
.1,2 .1,0 2,2
2,7
2,1
4,8
2,7
:3,6
6,3
0,5 1,7
1,3 0,5 1,3
1,3 :1,0 3,0
0,5 1,7
2,5 1,5 3,5
2,5 2,0 5,2
1964 Maart :r uni September December
1,8
:1,8 0,9 0,6 0,1
1,2 1,9 1,8 0,9
1,2 2,8 2,4 1,0
0,9 0,6 0,1
3,0 3,3 2,8 2,6
3,0 4,2 3,4 2,7
1,0 1,7
1,0 1,7
1965 Maart Juni September December
2,1 1,7 1,5 1,8
2,1 :1,7 1,5 1,8
2,7
0,3 0,4 0,6 1,1
0,3 0,6 0,6 3,8
2,7
2,4 2,1 2,1 2,9
2,4 2,3 2,1 5,6
1966 Maart Juni September December
1,7 1,4 1,2 1,9
1,7 1,4 1,2 1,9
0,2 4,0
0,8 1,4 1,9 2,0
1,0 3,1 3,6 6,0
0,2 1,7 1,7 4,0
2,5 2,8 3,1 3,9
2,7 4,5 4,8 7,9
1967 Maart Juni
1,8 1,4
1,8 1,4
0,8 0,2
0,5 1,1
1,3 1,3
0,8 0,2
2,3 2,5
3,1 2,7
1,7 1,7
0,2
13. Kredieten aan het buitenland 1062 December
3,7
0, 1
3,8
3,7
0 1
3,8
1963 Juni 1 September December
3,0 3,7 4,0
0,1 0,1 0,1
3,1 3,8 4,1
3,0 3,7 4,0
0,1
3,1 3,8 4,1
1964 Maart Juni September December
3,0 4,5 4,3 4,1
3,0 4,7 4,3 4,3
3,0 4,5 4,3 4,1
1965 Maart Juni September December
1,8 6,0 2,8 6,5
0,2
1,8 6,2 2,8 6,7
1,8 6,0 2,8 6,5
0,2
1,8 6,2 2,8 6,7
1966 Maart Juni September December
4,7 6,8 5,8 7,2
0,2 0,6 0,4 0,4
4,9 7,4 6,2 7,6
4,7 6,8 5,8 7,2
0,2 0,6 0,4 0,4
4,9 7,4 6,2 7,6
1967 Maart Juni
6,6 6,1
0,3 0,7
6,9 6,8
6,6 6,1
0,3 0,7
6,9 6,8
C.
0,2 0,2 0,2
,
0,1 0,1 0,2 0,2 0,2
3,0 4,7 4,3 4,3
Totaal
1962 December
1,5
1,5
6,4
2,2
8,6
6,4
3,7
10,1
1963 Juni 1 September December
1,2 1,0 2,2
1,2 1,0 2,2
3,0 4,2 5,7
1,4 0,6 1,4
4,4 4,8 7,1
3,0 4,2 5,7
2,6 1,6 3,6
5,6 5,8 9,3
1964 Maart Juni September December
1,8 1,4 1,0 1,7
1,8 1,4 1,0 1,7
3,0 5,4 4,9 4,2
1,2 2,1 1,8 1,1
4,2 7,5 6,7 5,3
3,0 5,4 4,9 4,2
3,0 3,5 2,8 2,8
6,0 8,9 7,7 7,0
1965 Maart Juni September December
2,1 1,7 1,5 1,8
2,1 1,7 1,5 1,8
1,8 6,2 2,8 9,2
0,3 0,6 0,6 1,3
2,1 6,8 3,4 10,5
1,8 6,2 2,8 9,2
2,4 2,3 2,1 3,1
4,2 8,5 4,9 12,3
1966 Maart Juni September December
1,7 1,4 1,2 1,9
1,7 1,4 1,2 1,9
4,9 8,5 7,5 11,2
1,0 2,0 2,3 2,4
5,9 10,5 9,8 13,6
4,9 8,5 7,5 11,2
2,7 3,4 3,5 4,3
7,6 11,9 11,0 15,5
1967 Maart Juni
1,8 1,4
1,8 1,4
7,4 6,3
0,8 1,8
8,2 8,1
7,4 6,3
2,6 3,2
10,0 9,5
...
1 Incl. het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geïnd omdat die dag een aterdag of een feestdag was.
XIII - 9. - OPGENOMEN BEDRAGEN YAN DE DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN VERLEEND AAN BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND (Miljarden franken) Kredie en bij hun oorsprong door de geldscheppende ins ellingen verleend 1 Totaal
Einde van de periode
Bankaccepten
(1)
Handelspapier
(2)
-Voorschotten
(4) = (1) tot (3) = (7) 1- (11)
(3)
Kredieten ondergebracht buiten de geldscheppende instellingen
Kredieten ondergebracht bij de geldscheppende instellingen
Pro
2
nt c m or i e
Andere kredieten ondergebracht To:rll bij de geldscheppende instellingen 3 (11) = (12) (8) tot (10)
Fataaccepten
11alidelspapier
Totaal
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
(5)
(0)
(7) = (5) + (0)
(8 )
(P)
(10)
4,7
30,7
35,7
71,1
4,0 3,9 4,6 3,1 3,7 4,6 6,0 6,9 6,4 9,7 8,7 8,1 9,1 8,8 11,6 8,0 6,3
35,7 36,3 41,8 41,8 43,7 42,8 44,4 43,3 45,6 44,5 49,0 48,4 50,4 51,7 59,8 58,8 60,8
37,2. 39,7 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8 48,3 50,4 52,7 54,8 57,5 59,5 64,7 63,3 69,5 73,3
76,9 79,9 88,8 88,4 92,2 94,3 98,2 98,5 102,4 106,9 112,5 114,0 119,0 125,2 134,7 136,3 140,4
4,7 5,3 4,6 4,1 5,6 4,5 3,5 4,2 6,5 4,5 6,8 5,3 5,1 4,5 3,8 4,3 4,7 5,6
5,7 6,3 6,5 6,9 5,7 7,5 8,0 9,0 7,5 10,4 7,5 11,8 11,3 11,4 11,8 12,9 12,0 13,6
2,0
4,3
12,0
2,7 3,1 3,2 3,5 3,3 3,4 4,0 4,1 4,1 4,3 4,6 4,6 4,8 5,2 5,4 6,1 6,8
5,4 5,5 4,5 4,3 4,3 4,7 4,0 5,1 5,8 5,8 6,6 7,7 7,4 7,5 6,2 6,4 6,7
14,4 15,1 14,6 13,5 15,1 16,1 17,0 16,7 20,3 17,6 23,0 23,6 23,6 24,5 24,5 24,5 27,1
14,7 15,2 14,4 12,8 18,5 16,6 14,6 14,5 16,8 15,5 16,4 17,3 17,9 16,3 14,1 14,1 17,7 21,0
10,4
32,7 38,4 39,4 45,0 45,3 47,0 46,2 48,4 47,4 49,7 48,8 53,6 53,0 55,2 56,9 65,2 64,9 67,6
40,0 42,6 45,2 46,9 47,8 49,1 51,6 51,8 53,4 56,2 58,5 61,4 65,2 66,9 72,2 69,5 75,9 80,0
83,1
A. Kredieten aan bedrijven en particulieren 1962 December 1963 Juni 4 September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni
4
9,2 9,1 9,1 9,3 9,9 10,3 9,5 10,3 9,9 10,6 11,7 12,6 12,3 12,6 11,7 13,8 12,3 12,0
36,2 40,5 40,9 45,8 47,9 49,2 49,0 50,4 50,6 52,4 52,1 57,1 57,0 58,7 59,1 67,4 67,5 70,5
35,7 37,2 39,7 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8 48,3 50,4 52,7 54,8 57,5 59,5 64,7 63,3 69,5 73,3
81,1 86,8 89,7 97,5 101,3 104,3 105,4 108,5 108,8 113,4 116,5 124,5 126,8 130,8 135,5 144,5 149,3 155,8
4,5
5,5
5,1 5,2 4,7 6,8 6,6 4,9 4,3 3,0 4,2 2,0 3,9 4,2 3,5 2,9 2,2 4,3 5,7
4,8 4,6 4,0 6,1 5,5 6,2 6,0 7,3 6,8 7,6 8,1 8,6 8,3 7,4 7,6 8,7 9,7
10,0 9,9 9,8 8,7 12,9 12,1 11,1 10,3 10,3 11,0 9,6 12,0 12,8 11,8 10,3 9,8 13,0 15,4
0,2 0,1 0,1
B. Kredieten aan het buitenland 1962 December 1963 Juni 4 September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni
4
8,7 9,9 9,4 9,5 9,6 10,4 9,9 11,0 11,8 12,6 11,8 14,4 14,1 13,8 13,6 15,0 14,3 16,4
3,7 4,4 4,8 4,7 5,2 4,9 5,0 6,2 6,3 6,4 6,8 7,3 6,9 6,9 7,2 7,6 8,5 9,6
4,3 5,4 5,5 4,5 4,3 4,3 4,7 4,0 5,1 5,8 5,8 6,6 7,7 7,4 7,5 6,2 6,4 6,7
16,7 19,7 19,7 18,7 19,1 19,6 19,6 21,2 23,2 24,8 24,4 28,3 28,7 28,1 28,3 28,8 29,2 32,7
17,9 19,0 18,5 18,8 19,5 20,7 19,4 21,3 21,7 23,2 23,5 27,0 26,4 26,4 25,3 28,8 26,6 28,4
39,9 44,9 45,7 50,5 53,1 54,1 54,0 56,6 56,9 58,8 58,9 64,4 63,9 65,6 66,3 75,0 76,0 80,1
40,0 42,6 45,2 46,9 47,8 49,1 51,6 51,8 53,4 56,2 58,5 61,4 65,2 66,9 72,2 69,5 75,9 80,0
97,8 106,5 109,4 116,2 120,4 123,9 125,0 129,7 132,0 138,2 140,9 152,8 155,5 158,9 163,8 173,3 178,5 188,5
3,0 3,6 2,9 2,6 3,9 2,9 1,9 2,0 4,3 2,2 4,3 2,6 2,8 2,4 1,8 2,1 2,3 2,8
1,7 1,7 1,7 1,5 1,7 1,6 1,6 2,2 2,2 2,3 2,5 2,7 2,3 2,1 2,0 2,2 2,4 2,8
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
C. Totaal 1962 December 1963 Juni 4 September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni
4
7,5 8,7 8,1 7,3 10,7 9,5 6,8 6,3 7,3 6,4 6,3 6,5 7,0 5,9 4,7 4,3 6,6 8,5
7,2
6,5 6,3 5,5 7,8 7,1 7,8 8,2 9,5 9,1 10,1 10,8 10,9 10,4 9,4 9,8 11,1 12,5
10,3 10,4 11,5 8,8 11,2 12,6 15,0 14,4 16,8 17,2 20,5 19,4 20,5 20,6 24,5 20,0 19,9
91,3 95,0 103,4 101,9 107,3 110,4 115,2 115,2 122,7 124,5 135,5 137,6 142,6 149,7 159,2 160,8 167,5
0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2
1 Kredieten bij hun oorsprong verleend door de depositobanken [kolom (4) van tabel XIII-7] en door de Nationale Bank van België [kolom (3) van tabel 2 3 4
Kredieten ondergebracht bij de depositobanken, bij de Nationale Bank van België, bij het Gemeentekrediet van België en bij het Herdiscontering- en Waarborginstituut (kredieten welke deze instelling door een beroep op de geldscheppende instellingen financiert). tiet gaat hier om handelspapier. Incl. het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geind omdat die dag een zaterdag of een feestdag was.
XIII - 10. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (1951-1958) (miljoenen franken) Posten
1951 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december
ACTIVA Goudvoorraad Tegoed op het buitenland Te ontvangen deviezen en goud Vorderingen op het buitenland in het kader van betalingsakkoorden : a) E.B.U. b) landen, leden Vall de E.B.U. c) landen, leden van het E.M.A. d) andere landen Debiteuren termijnverkopen dev. en goud Handelspapier op België Voorschotten op onderpand Mobilisering van spec. rekeningen E.B.U (E.B. van 22.3-1952 en 26-7-1952) Overheidseffecten (art. 20 der statuten Overeenkomsten van 14 september 1948 en 15 april 1952) : a) schatkistcertificaten b) papier uitgegeven door instellingen waarvan de verbintenissen door de Staat gewaarborgd zijn c) andere overheidseffecten Rekening-courant van de Schatkist Deel- en pasmunt Tegoed bij de Dienst der Postchecks Rekening A Rekening B Geconsolideerde vordering op de Staat (art. 3, § b van de wet v. 28 juli 1948) Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Te innen waarden Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen ........................
31.771 178
35.180 1.431 2.492
38.787 903 1.994
38.911 3.338
46.385 259
46.247 995 2.986
45.767 1.923 350
63.487 1.415 280
15.202 4.709
14.951 1.640
13.440 942
8.596 709
9.138 712
9.743 422
6.825 1.744
868 2.170 8.890 345
646 1.476 9.152 394
304 20 8.319 721
580 1.448 9.511 291
821 1 8.399 210
772 89 11.395 453
879 1.464 14.384 2.726
7.806 1.312 44 774 72 4.103 510
166
227
6.460
6.035
7.970
7.895
8.800
5.900
6.615
7.840
1.824 69
445 225
70
1.183 44
783 118
1.836 89
42
11
202
345
247
548
2 803
2 468
690 1
2 240
1.325 673 1
650
1 1.018
700 1
34.860 1.221 365 740
34.763 1.478 167 889
34.660 1.678 130 967
34.660 1.792 151 1.061
34.660 1.914 171 1.179
34.660 2.072 395 1.318
34.456 2.239 210 1.416
34.243 2.379 175 1.468
633 165 111.691
674 225 113.579
707 270 112.826
744 176 111.880
810 224 115.285
885 197 121.145
957 244 124.241
1.003 239 127.813
94.967
97.784
101.592
102.679
107.556
111.533
112.670
117.353
30
24
27
29
11
11
19
8
1.044
1.341
193
88
57
28
20
--
--
--
--
--
--
--
209
632
310 1.805
405 2.446
364 2.143
269 1.997
277 1.888
320 1.663
524 2.546
313 2.876
475 393 831
476 253 447
920 261 465
1.035 280 362
171 348 390
229 321 450
179 340 654
181 174 474
644 -1.120 101.619
1.471 -879 105.526
352 -695 107.012
71 -462 107.272
277 -747 111.722
752 -273 115.580
268 -268 117.697
231 137 302 122.681
1.079
3.872
2.817
--
--
--
--
--
4.057
--
--
--
--
--
--
--
-2.478 633 122 400
-1.483 674 106 400
-32 707 200 400
-1.498 744 143 400
-71 810 284 400
275 1.551 885 289 400
475 1.850 957 537 400
500 370 1.003 446 400
208 228
232 234
256 243
283 243
315 245
349 247
385 248
425 254
616 251 111.691
789 263 113.579
867 292 112.826
961 336 111.880
1.079 359 115.285
1.208 361 121.145
1.306 386 124.241
1.353 381 127.813
•
•
•
1 2
PASSIVA Bankbiljetten in omloop ...... ...... Rekeningen-courant en diversen : gewone rekening rekeningen Akkoord voor Econ. Samenwerking . Schatkist buitengewone conjunctuurtaks (Wet van 12-3.1957) Organismen door een bijzondere wet beheerd en openbare besturen Banken in België Banken in het buitenland : gewone rekeningen Particulieren Te betalen waarden Verbintenissen tegenover het buitenland in het kader van betalingsakkoorden : a) landen, leden van de E.B.U. b) landen, leden van het E.M.A. c) andere landen Totaal der verbintenissen op zicht
Speciale provisie : voor E.B.U.-voorschotten : a) speciale rekeningen (K. B. van 15-9-1951,22-3-1952 en 26-7-1952) b) Schatkist • c) Overeenkomst van 14-9-54 : N.M.K.N.
Te leveren deviezen en goud Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen Kapitaal Reservefonds : a) Statutaire reserve b) voorzorgsfonds c) rekening der afschrijvingen op gebouwen, materieel en meubelen Te verdelen nettowinst
N. B. - Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Ilet geeft eveneens een baknop e toelichting bij de voornaamste balansposten.
- 485 -
XIII - 10. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (sedert 1959) (miljoenen franken)
Posten
1963 1964 1965 1966 1959 1960 1961 1962 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 11 december 31 december 31 december
ACTIVA Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische franken Internationale akkoorden (Wetten van 28.7.1948 en 19-6-1959) : a) E.B.U. b) E.M.A. e) I.M.F. - Deelneming - Leningen d) andere akkoorden Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten (Art. 20 der statuten. Overeenkomsten van 14-9-1948, 15-41952 en 1-2-1963) Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Diversen Orderekening Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
56.693 4.407 224
58.525 12.605 6.775
62.424 20.432 6.856
68.248 12.848 2.935
68.566 21.532 10.924
72.555 26.996 9.260
77.913 21.864 9.682
76.233 21.405 11.477
1.500
1.500
1.500
1.500
5.536
3.509
413
251
118
62
7
4.388
4.388
7.989
6.738
7.064
8.716 1.500
12.230 3.375
15.189 3.375
6
1.205 7.560 102
11.821 6.773 51
18.494 5.086 74
12.341 10.083 3.022
21.093 9.290 1.655
26.397 7.001 625
21.376 12.295 34
21.311 15.503 338
8.215 645 2
6.040 617 1
6.515 490 2
5.140 326 2
9.275 247 1
9.825 397 2
9.025 455 1
9.575 302 2
34.030 2.469 1.508
34.000 2.519 1.519
34.000 2.568 1.539
34.000 2.627 1.593
34.000 2.703 1.657
34.000 2.793 1.712
34.000 2.953 1.788
34.000 3.197 1.909
1.032 515 128.531
1.075 698
1.278 1.778 163.210
1.430 1.186
150.916
1.168 544 168.594
192.241
1.593 1.215 206.149
1.804 1.509 211.817
2.035 1.640 218.991
1.512
2.114
2.170
1.911
1.500
1.450
1.362
1.350
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant : gewone rekening buitengewone conjunctuurtaks (Wet van Schatkist 12-3-1957) speciale rekening vereffening E.B.U. Banken in het buiten). : gew. rekening Diverse rekeningen-courant ynternationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : o) E.M.A. b) andere akkoorden Totaal der verbintenissen op zicht
Belgische banken, monetaire reserve Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel ....... Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15) N. B. -
118.325
124.091
129.078
138.481
150.508
160.286
170.269
175.311
7
24
1
5
3
5
18
12
494
185
25
27
17
12
14
13
1 252 3.161
... 308 2.606
445 8.338
... 387 3.474
309 3.298
." 329 1.651
". 394 2.337
390 2.281
344 224 122.808
249 263 127.726
200 365 138.452
185 413 142.972
126 333 154.594
161 383 162.827
262 217
128 325
173.511
178.460
__ 1.436 1.032 767 400 2.088 128.531
__ 18.644 1.075 938 400 2.133 150.916
__ 25.376 1.168 1.007 400 2.191 168.594
__ 15.271 1.278 1.016 400 2.273
1.253 35.707 1.593 1.849 400 2.520 206.149
31.151 1.804 2.187 400 2.764 211.817
32.800 2.035 2.366 400 2.930
163.210
__ 32.000 1.430 1.453 400 2.364 192.241
218.991
1.512
2.114
2.170
1.911
1.500
1.450
1.362
1.350
__
-
-
Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaamste balansposten. Het
XIII • 10. - WEEKSTATEN VAN DE NATIONALE BANK YAN BELGIE (miljoenen franken)
Posten
1966 6 juni
1967 5 juni
1966 5 juli
1967 10 juli
1966 8 augustus
1967 7 augustus
76.464 24.329 8.915
75.813 33.427 14.720
1966 5 september
1967 4 september
ACTIVA Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische franken Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A. b) I.M.F. : - Deelneming Leningen cl andere akkoorden Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten (Art. 20 der statuten. Overeenkomst van 14-9-1948) Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Diversen Orderekening Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding (Schoolpakt, wet van 29-5-1959, artikel 15)
77.772 19.909 9.440
76.074 27.774 75.463
1.500
77.761 20.619 9.459
75.953 30.716 15.295
1.500
1.500
76.431 24.068 9.384
75.776 34.435 14.750
1.500
13.991 3.375 91
15.273 1.875 17
14.041 3.375 56
15.176 1.875
15.139 3.375 11
15.195 1.875
15.189 3.375
15.146 1.875
19.516 10.910 218
26.906 9.245 1.939
20.102 12.689 3.232
29.794 11.321 2.357
23.397 9.883 655
32.611 8.099 2.503
23.188 9.200 2.906
33.613 5.840 2.517
9.950 452 1
9.225 286 2
9.950 402 1
9.800 227 1
9.975 385
8.800 272
8.175 406
1
1
1
7.525 286 2
34.000 3.196 1.788
34.000 3.367 1.909
34.000 3.197 1.788
34.000 3.367 1.909
34.000 3.197 1.788
34.000 3.367 1.909
34.000 3.197 1.788
34.000 3.367 1.909
1.896 1.692 209.697
2.143 1.850 227.348
1.894 2.259
2.142 2.419
1.907 2.027
2.151 1.823
1.904 2.240
216.325
236.352
216.948
236.566
216.952
2.144 2.012 235.197
532
670
298
427
229
298
671
856
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant : gewone rekening buitengewone conjuncSchatkiel tuurtaks (Wet van 12-3-1957) Banken in het buitenl. : gew. rekening. Diverse rekeningen-courant Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6.1959) : a) E.M.A. b) andere akkoorden
171.640
175.475
176.953
181.518
175.267
177.872
174.685
176.017
12
20
19
1
15
13
19
23
13 381 779
12 347 1.027
13 456 839
12 359 881
13 319 647
13 317 2.427
13 329 737
13 341 1.612
72 209
95 79
448 213
105 216
82 67
Totaal der verbintenissen op zicht
173.106
177.055
178.941
98 100 182.969
176.582
180.791
91 285 176.159
125 148 178.279
Belgische banken, monetaire reserve Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen
29.011 1.896 2.487 400 2.797
29.594 1.894 2.699 400 2.797
45.217 2.142 2.657 400 2.967 236.352
... 47.477 2.151 2.780 400 2.967 236.566
... 48.524 2.144 2.883 400 2.967
216.325
... 32.346 1.907 2.916 400 2.797 216.948
... 32.600 1.904 3.092 400 2.797
209.697
42.458 2.143 2.325 400 2.967 227.348
216.952
235.197
532
670
298
427
229
298
671
856
Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (Schoolpakt, wet van 29-5-1959, artikel 15)
1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (Wet van 4-1-1963. Overeenkomst d.d. 1-2-1968). N. B. - Het Jaarverslag van do Nationale Bank van België bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. 1Iet geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaamste balansposten.
- 487 XIII - 11. - VERRICHTINGEN IN POSTREKENING Bron : Bestuur der Postcheeks. Debet
Credit Totaal tegoed 1
Duizenden rekeningen
Tegoed van particulieren 2
(daggemiddelden)
Stortingen en diversen
Giro's
Algemene beweging
Percentages van de vtei rnliee h n' uitgevoerd zonder gebruik van chartaal geld
(maandgemiddelden of maanden)
3
(einde tijdvak)
Giro's
Cheques en diversen
( miljarden franken)
1959
819
33,1
25,1
39,4
97,9
39,1
97,9
274,3
91
1960
855
37,1
27,0
42,5
103,3
41,6
103,3
290,7
92
1961
882
40,3
29,2
45,7
111,2
46,1
111,2
314,2
92
1962
907
43,4
31,7
49,7
118,4
49,4
118,4
335,9
92
1963
933
47,9
34,8
54,8
130,5
54,6
130,5
370,4
92
956
50,5
36,8
62,8
147,4
62,2
147,4
419,8
93
1965
981
54,1
38,8
72,4
163,7
72,2
163,7
472,0
93
1966
988
58,4
40,7
81,6
182,3
81,1
182,3
527,3
93
1965 4e kwartaal
981
56,0
39,5
77,7
173,2
74,8
173,2
498,9
93
1966 10 kwartaal
984
57,3
40,4
75,1
174,5
76,7
174,5
500,8
93
2e kwartaal
985
57,8
40,9
81,4
181,8
80,6
181,8
525,5
93
3e kwartaal
990
59,5
40,9
83,5
185,8
84,6
185,8
539,5
93
4e kwartaal
994
58,9
40,8
86,2
187,3
82,4
187,3
543,3
93
86,1
193,6
89,0
193,6
562,1
94
193,4
89,3
193,4
565,6
93
1964
•
1967 le kwartaal
995
60,3
41,0
2e kwartaal
995
59,1
41,2
89,6
1966 Juni
986
59,4
41,8
84,8
187,7
83,2
187,7
543,4
93
Juli
988
63,7
40,7
95,3
207,8
97,1
207,8
607,9
93
990
56,6
40,1
79,1
181,6
81,6
181,6
523,9
93
September
993
56,2
40,0
76,0
167,9
75,0
167,9
486,7
93
Augustus
.......... ......
..
Oktober
994
57,9
40;4
84,7
188,3
83,3
188,3
544,5
93
November
994
58,2
40,2
79,4
179,8
80,5
179,8
519,6
94
December
995
60,6
41,8
94,6
193,8
83,5
193,8
565,8
93
995
63,5
41,3
93,4
209,1
101,1
209,1
612,7
94
Februari
995
59,4
41,1
80,0
186,3
83,7
186,3
536,3
94
Maart
995
58,1
40,5
84,8
185,3
82,1
185,3
537,4
94
April
995
58,2
40,7
87,2
193,3
86,0
193,3
559,8
93
Mei
994
59,5
41,6
90,1
193,5
92,8
193,5
569,9
93
Juni
995
59,5
41,3
91,4
193,3
89,2
193,3
567,2
93
Juli
996
68,0
41,9
102,8
217,1
103,1
217,1
640,1
93
58,7
41,0
83,4
185,4
86,1
185,4
540,2
93
1967 Januari
...... ...... ..... ......"
Augustus
..................
998
g
•
Omvat het tegoed van de particulieren en van de Rijkarekenprchtigen. Deze tegoeden omvatten de vrije tegoeden en, tot en met juni 1961, de effecten van de Muntsanetingslening waarin de definitief geblokkeerde tegoeden werden omgezet; vanaf juli 1961, alleen de vrije tegoeden. De c'jfers over de vrije tegoeden der particulieren per einde tijdvak, worden in de stand van de Staatsschuld gepubliceerd (cf. tabel 8, hoofdstuk XVI van onderhavig Tijdschrift). 3 Gemiddeld tegoed op het einde van elke dag der maand, zowel werkdagen als niet-werkdagen. Voor een zon- of feestdag is liet aangeduide tegoed dit van de vorige werkdag. 2
- 488 XIII - 12. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN 1 (miljoenen franken)
Activa 1065 1906 1063 1064 31 december 31 december 31 december 31 december
Posten
1966 31 juli
1067 31 juli
1967 1066 31 augustus 31 augustus
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.252
-
-
-
-
-
-
Kas, Nationale Bank, postrekening, N.K.B.K.
7.851
9.683
10.493
10.491
5.338
5.752
4.783
5.379
Daggeld
2.095
1.650
3.253
4.743
3.934
4.235
3.449
5.604
A. Spaargelden (art. 15, K.B. 42) B. Beschikbare en vlottende middelen : Activa van de monetaire reserve, speciaal deposito bij de N.B.B.
16.665
22.926
29.786
41.276
30.330
37.528
32.905
38.279
Moedermaatsch., filialen en dochtermaatschappijen .
6.286
6.379
3.203
9.235
6.776
8.759
5.249
9.230
Andere te innen waarden op korte termijn
8.787
9.559
10.746
15.465
15.107
16.672
17.374
18.714
72.460
84.885
91.587
106.751
96.124
114.991
10.1.667
120.363
29.415
34.17.5 57.412
39.162 67.589
37.007 59.117
46.592 68.399
40.579 61.088
50.029
43.045
32.375 52.510
Prolongaties en voorschotten op effecten
1.230
1.349
1.348
1.245
1.265
1.310
1.212
1.295
Debiteuren wegens verstrekte accepten
18.784
21.292
26.938
28.785
26.186
27.291
21.752
26.722
Diverse debiteuren
45.661
50.802
60.186
68.329
69.014
81.595
70.163
80.692
Effecten a) Belegde wettelijke reserve b) Belgische overheidsfondsen c) Buitenlandse overheidsfondsen d) Bankaandelen e) Andere fondsen
72.105
74.789
86.447
94.289
89.847
101.716
91.807
103.265
541 67.875 556 1.545 1 .588
605 69.307 601 1.868 2.408
705 80.181 1.354 1.912 2.295
789 87.264 1.896 1.904 2.436
796 82.841 1.745 2.066 2.399
831 94.014 2.237 2.000 2.634
796 84.812 1.737 2.066 2.396
831 95.189 2.643 2.000 2.602
2.576
3.040
3.184
4.021
3.239
4.274
3.206
5.048
-
-
-
-
-
-
-
-
254.500
287.406
327.171
384.630
347.160
404.123
356.567
414.591
Bankiers
Wissels a) Overheidspapier b) Handelspapier 2
Diversen Niet gestort kapitaal Totaal beschikbare en vlottende middelen
70.334
C. Vastgelegde middelen : 18
43
68
56
45
71
51
71
1..434
2.134
2.714
3.021
2.952
3.074
2.964
3.087
Participaties in dochtermaatsch. voor immobiliën
255
73
260
258
256
262
261
262
Vorderingen op dochtermaatsch. voor immobiliën
336
60
89
115
78
129
78
129
Materieel en meubilair
289
341
375
457
430
485
428
495
2.332
2.651
3.506
3.907
3.761
4.021
3.782
4.044
256.832
290.057
330.677
388.537
350.921
408.144
360.349
418.635
Oprichtings• en eerste inrichtingskosten Gebouwen
Totaal vastgelegde middelen
Totaal der activa ".
1 De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der activa van de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek e Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen e. 2 wissels berdisconteerd door de banken bij de N.B.B. en bij de parastatale instellingen ( Uitstaande bedragen in miljoenen franken) 1968 81 december 1964 81 december
8.673 10.973
1965 31 december 1966 31 december
14.404 17.328
I
1066 31 juli .1 . 966 31 augustus
16.062 15.004
I
1967 31 juli 1067 31 augustus
10.959 18 '94
- 489 XIII - 12. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN (miljoenen franken)
1963 1964 1965 1966 31 december 31 december 31 december 31 december
Posten
A. Spaargelden (art. 15, K. B. 42)
-
-
-
I
Passiva 1966 31 juli
-
1967 31 juli
-
1966 1967 31 augustus 31 augustus
-
-
B. Opvraagbaar : Schuldeisers gedekt door zakelijke zekerheden a) Schuldeisers gewaarborgd door voorrechten b) Schuldeisers bij overeenkomst door zakelijke zekerheden gewaarborgd Daggeld a) Gedekt door reële zekerheden b) Niet gedekt door reële zekerheden Bankiers
804 -
698 -
589
835
457
431
494
305
2.420
158
341
152
170
536
219
1.406
3.433
3.365
4.622
6.064
4.331
6.778
1.232 174
1.214 1.206
815 2.618
666 2.699
1.673 2.949
1.587 4.477
1.234 3.097
1.465 5.313
38.661
51.301
57.426
79.174
63.015
83.459
66.285
87.266
-
434 264
789 253
469 250
7.884
7.065
6.062
10.297
6.785
8.966
7.605
8.313
18.784
21.292
26.937
28.786
26.186
27.292
24.751
26.723
Andere te betalen waarden op korte termijn
4.901
5.287
6.578
8.012
7.893
9.610
12.036
11.464
Crediteuren wegens wissels ter incasso
1.216
1.254
1.413
1.107
1.497
1.439
1.456
1.368
150.290 81.543 5.159 30.007 1.138 3.049 27.355 2.039
164.568 86.118 9.034 29.915 731 3.020 33.743 2.007
189.447 92.774 11.847 38.487 1.106 3.031 40.179 2.023
213.093 98.921 15.035 46.034 1.364 3.016 46.800 1.923
197.892 92.237 13.874 42.176 1.159 2.924 43.604 1.918
224.014 100.023 14.231 47.109 4.284 3.345 53.235 1.787
200.843 92.063
228.698 100.549
13.929
14.935
44.293 1.401 2.923 44.269 1.965
49.569 3.903 3.361 54.564 1.817
11.433
11.380
11.371
11.978
11.530
12.683
11.691
12.898
672
991
977
955
956
959
955
940
Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatsch. Geaccepteerde wissels
Deposito's en crediteuren a) b) c) d) e) f) g)
Dadelijk opvraagbaar Op hoogstens dertig dagen Op meer dan dertig dagen Op meer dan één jaar Op meerdan tweejaar Bankboekjes Andere op boekjes ingeschreven deposito's
Obligaties en kasbons Nog te storten bedragen op fondsen en participaties Diversen
6.809
7.752
8.030
10.350
9.981
11.290
9.122
11.752
.242.860
274.008
312.263
367.952
330.814
386.210
339.864
396.669
8.221
9.814
11.245
12.461
12.060
13.184
12.337
13.209
Niet beschikbare reserve wegens uitgiftepremie
838
1.245
1.949
2.298
2.207
2.298
2.307
2.298
Wettelijke reserve (art. 13, K. B. 185)
541
607
705
789
796
832
796
832
4.179
4.197
4.306
4.803
4.814
5.402
4.815
5.404
Totaal opvraagbaar
C. Niet opvraagbaar : Kapitaal
Beschikbare reserve Reservefonds
193
186
209
234
230
218
230
223
Totaal niet opvraagbaar
13.972
16.049
18.414
20.585
20.107
21.934
20.485
21.966
Totaal der passiva
256.832
290.057
330.677
388.537
350.921
408.144
360.349
418.635
1 De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der passiva van de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen ...mier de rubriek « Moedermaatschappij. filialen en dochtermaatschappijen ..
XIII - 13. - GEZAMENLIJKE BETALINGEN DOOR MIDDEL VAN DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN EN YAN TEGOEDEN IN POSTREKENING 1 Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2 (herleid in type-maanden van 25 dagen)
Maandgemiddelden per kwartaal 3.9
3.2
POSTREKENINGEN
DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S
2.8
3.5
2,4
3.1
2,7
2,0 1962
1966
1964
Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2
Gezamenlijke betalingen herleid tot type-maanden van 25 dagen door middel van Maandgemiddelden of maand
direct opeisbars bankdeposito's 3
tegoeden in postrekening 4
Totaal
bruto direct opeisbare bankdeposito's 3
miljarden franken)
1966
1964
1962
herleid tot type-maanden van 25 (lagen direct opeisbare bankdeposito's 3
tegoeden in postrekening
1959 1960 1961 1962 1063 1964 1965 1966 1965 4. kwartaal 1966 le kwartaal 2° kwartaal 30 kwartaal 4. kwartaal 1967 1. kwartaal 2. kwartaal
90,3 99,4 106,9 119,0 132,5 154,7 167,8 191,3 178,9 182,1 193,6 186,3 203,1 206,4 217,8
83,4 87,2 93,0 99,3 107,1 121,0 135,8 149,3 140,6 144,0 153,8 146,0 153,6 164,5 168,4
173,7 186,6 199,9 218,3 239,6 275,7 303,6 340,6 319,5 326,1 347,4 332,3 356,7 370,9 386,2
1,93 2,09 2,19 2,25 2,25 2,50 2,51 2,70 2,61 2,67 2,68 2,64 2,82 2,84 2,82
1,91 2,06 2,18 2,23 2,23 2,46 2,48 2,67 2,58 2,64 2,68 2,57 2,78 2,84 2,83
3,13 3,04 2,96 2,89 2,85 3,08 3,30 3,47
1966 Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
193,1 182,8 183,0 189,1 201,9 218,2 211,0 200,0 208,1 206,3 226,2 220,9 208,0 189,5
156,4 148,5 133,2 150,1 155,4 .155,3 175,4 165,1 153,0 166,1 177,7 161,3 169,7 153,8
349,5 331,3 316,2 339,2 357,3 373,5 386,4 365,1 361,1 372,4 403,9 382,2 377,7 343,3
2,66 2,62 2,63 2,76 2,65 3,06 2,88 2,70 2,94 2,77 2,83 2,87 2,65 2,50
2,66 2,52 2,53 2,65 2,76 2,94 2,88 2,81 2,82 2,77 2,95 2,76 2,65 2,40
3,59 3,45 3,11 3,48 3,68 3,44 3,90 3,81 3,55 3,32 3,95 3,64 3,82 3,60
4
3,36 3,41 3,54 3,38 3,53 3,75 3,77
1 Benaderende gegevens volgens het totaal der debetverrichtingen (incl. de rekeningen van vreemdelingen en de debetverrichtingen met betrekking tot betalingen aan liet buitenland). De verhouding van de omzet tot de hoeveelheid wordt bekomen door deling van het bedrag der debiteringen op de rekeningen van de direct opeisbare bankdoposito's in Belgische franken of op de postrekeningen van de particulieren en de buitengewone Rijksrekenplichtigen door de gemiddelde tegoeden op deze rekeningen tijdens de beschouwde periode. 3 De telling omvat niet alle banken. Uit de brutogegevens werden de dubbel getelde overschrijvingen verwijderd, die voortvloeien uit de inrichting van de Rijksboekhouding en waarvan 4 een telling mogelijk was. N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXVe jaargang, deel II, nr 4, oktober 1050, blz. 222. Bibliografische referenties : Ja,1,1:ci.W.Jeil van de N .13 °B. - Belgisch Staatsblad : algemene staat der banken. - Statistisch Jaarboek voor België. Stat int isch Ti jd ach ri ft taan het N.1.8. - Belgische e cono i solt e statistieken 1950-1960, deel I. - Tijdschrift voor Documentatie en Voortichting : XLe jaargang, deel 1, nr 1, januari 1965, blz. 21; MUI° jaargang, deel I, nr 1, januari 1907, blz. 19; deel II, nr 3, september 1007, blz. 293. - Jaarverslag 2
van de Ranke° mnli88i0.
- 491 -
XTV. - NIET GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN 4 -
VOORNAAMSTE ACTIVA EN PASSIVA VAN HET RENTENFONDS (miljoenen franken)
Bron : Jaarverslagen van het Renten/ouds. Passiva
Activa Portefeuille Einde periode
1957
Andere Schatkistschatkistcertificaten trancbe B certificaten nominale waarde
Genoteerde waarden 1
•
1958
Te leen Begeven
Nationale Bank van België
olnceler Korte termijn
bij de
Certificaten van het Rentenfonds
oteseer korte termijn
4.077
1.242
--
--
--
486
2.457
3.307
1.370
--
...
--
4.059
274
4.572
1959
Creditsaldo
Te leen genomen
623
l richtingen met recht van terugkoop
Voorschotten
200
--
...
45
... ...
2.700
1
4.608
72
15
5.812
...
--
1960
6.661
1.403
1.200
6
1961
6.892
1.086
...
3.201
3.069
10.996
'•'
1962
7.759
2.226
...
...
50
6.440
...
--
589
1963
8.383
2.711
...
•••
...
6.549
877
--
600
7.357
...
--
389
5.884
•••
__
...
1.563
__
320
1964
6.827
4.099
1965
6.299
2.728
•••
50
1966
6.426
3.269
...
1965 Januari
6.667
2.262
800
6.985
Februari
...
...
--
4.524
...
1.108
7.513
--
...
1.325
458
7.405
...
__
...
-_
... ...
Maart
6.844
2.909
250
272
...
7.044
April
7.010
1.945
1.925
834
1.180
9.594
...
--
Mei
7.055
2.133
2.200
620
100
8.874
...
--
1.594
2.250
...
467
7.997
6.923
'"
...
...
Juni
".
• .•
...
...
...
__
...
Juli
6.418
1.524
...
592
1.800
7.097
...
lugustus
6.285
1.312
250
1.316
1.000
6.925
...
__
6.516
1.181
700
705
1.250
7.035
...
__
Oktober
6.406
1.219
...
...
2.239
6.646
...
__
...
November
6.376
1.255
1.100
11
1.150
6.626
...
--
...
December
6.299
2.728
...
50
•••
5.884
...
__
...
...
•••
September
._
--
... ...
...
6.081
2.209
...
425
2.000
7.318
__
...
Februari
6.976
2.271
1.050
...
666
7.307
...
__
370
Maart
6.945
3.621
1.950
...
...
8.272
190
--
844
••• ...
April
6.969
2.970
...
...
1.588
8.186
...
__
...
•••
Mei
7.508
3.092
...
...
135
7.479
•..
--
...
1966 Januari
1 2
1.891
•..
Discontering van kasbons 2
1.237
585
--
--
Krediet ontvangen van de Nationale Bank
Juni
7.289
2.306
4.850
...
7.618
591
--
2.945
Juli
6.927
2.925
1.150
...
...
5.343
1.332
--
1.031
"' ...
Augustus
6.826
2.822
3.425
...
...
6.034
673
--
2.989
"'
September
7.148
2.894
100
...
...
5.378
724
--
691
Oktober
6.911
2.218
800
.••
...
5.293
711
--
569
...
November
6.698
2.324
2.400
...
...
5.409
2.272
--
400
...
December
6.426
3.269
...
4.524
1.563
--
320
•"
.••
Incl. de verrichtingen niet recht van terugkoop. Incl. de kasbons die elders dan bij de Nationale Bank van België gedisconteerd werden.
- 492 -
XIY • 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5a. - Beweging van de Inlagen Alleen de spaarboekjes van particulieren (miljoenen franken)
Overschotten of tekorten van de stortingen t.o.v. de terugbetalingen (maandgemiddelden of maanden) 1600
1600
1966
1200
1965
1200
I
1 1
1 1
800
1
1 1 1
1
1 • t
1
1 1
400
800
I
•
1
i
400
1 1967
•• •
0
1 ; 0
t.
-400
I
I 58
Tijdvak
1 '60
I
I
1 62
1
1
1
400 66
64
M
D
D
Inleggingen
Opvragingen
Overschot of tekort
(1)
(2)
( 3 ) = (1) - (2)
14.518 16.783 18.912 21.939 21.840 22.799 25.995 26.388 28.229 . 32.450 37.449
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1966
1907
.
1966
12.295 14.455 14.316 16.232 19.786 19.585 20.717 23.788 26.757 27.211 32.818
Saldi van de inlagen per einde tijdvak (4)
2.223 2.328 4.596 5.707 2.054 3.214 5.278 2.600 1.472 5.239 4.632 1967
1966
56.132 1 60.744 1 66.700 1 74.442 1 78.887 1 84.633 1 92.654 1 97.980 1 102.395 1 112.192 1 120.322 1 1967
1066
1067
Januari Februari Maart
3.270 2.724 2.834
4.236 3.319 v 3.489
2.225 2.398 2.945
3.229 3.085 v 3.437
1.045 326 -111
1.007 234 v 51
113.239 113.565 113.454
121.329 121.563 v121.611
April Mei Juni
2.808 2.845 3.163
v 3.444 v 3.552 v 3.730
2.825 2.791 2.907
v 3.281 v 3.045 v 3.486
- 17 53 256
v v v
162 507 244
113.437 113.491 113.747
v121.776 v122.284 v122.528
Juli Augustus September
3.531 2.987 2.958
v 3.969 v 3.517
2.616 2.453 2.908
v 2.930 v 2.747
915 534 51
v 1.039 v 770
114.662 115.196 115.246
v123.566 v124.336
Oktober November December
4.103 2.573 3.654
1
2.904 2.631 3.216
1.199 - 58 438
116.446 116.387 120.322
Deze inlagen bevatten de gekapitaliseerde rente van liet boekjaar en, in 1965, de verdeling van een gedeelte van liet reservefonds van do A.S.L.K.
- 493 -
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5b. - Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 19 ',f)
1961
1902
1903
1964
1965
ACTIVA Beschikbaar I Voorlopige beleggingen 2 Wissels op België Voorschotten aan de nijverheid Landbouwkrediet Exportkrediet Beleningen Bankaccepten Schatkistcertificaten Daggeldleningen Min : Vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar geïncasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden 3 Totaal van de voorlopige beleggingen 2
0,2
0,3
0,3
0,3
1,9
0,8
10,8 5,2 -0,4 ... 2,4 2,0 0,8
12,4 7,3 -0,5
15,1 8,6 -0,7
2,5 4,3 0,7
3,0 6,2 0,9
18,0 9,5 0,1 0,7 ... 2,7 5,4 0,9
21,7 11,1 ... 0,9 ... 3,7 4,1
24,8 12,5 0,1 1,0 ... 3,9 4,8 0,5
21,6
27,7
34,5
37,3
- 1,3 40,2
- 0,6 47,0
20,0
20,2
23,4
23,4
21,9
21,4
17,8 0,3
16,6 0,3
14,8 0,2
17,5 0,2
18,6 0,1
20,8 0,1
1,7 1,0
1,7 1,0
1,6 0,9
1,5 0,8
1,5 0,8
1,9 0,7
0,6 3,8 3,6
0,6 4,3 3,6
0,6 4,8 3,8
0,6 5,3 4,0
0,7 5,9 4,4
0,7 6,5 4,7
22,2
22,7 71,0
24,0 74,1
25,0 78,3
24,6
25,8
71,0
78,5
82,6
1,8
2,0
2,6
3.1
a 6,2
5,9
:
Definitieve beleggingen 2 Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en effecten met staatswaarborg Effecten van Kongo of door Kongo gewaarborgd Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Voorschotten aan de Staat voortvloeiende uit de betaling van de bijkomende vergoeding aan de politieke gevangenen en voorschotten aan het Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden Hypothecaire leningen Landbouwkrediet Voorschotten aan de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, aan de erkende vennootschappen en aan de gemeenten bestemd voor de bouw van volkswoningen Totaal van de definitieve beleggingen 2 :
Verlopen en niet-vervallen interesten op beleggingen Debiteuren betreffende portefeuille waarden
3
PASSIVA Opvraagbaar :
Inlagen op spaarboekjes s : Particulieren Dotatie voor Krijgsgevangenen Openbare en andere instellingen Rekening « Lijfrentezegels » Totaal der inlagen op spaarboekjes ^ Inlagen op rekeningen-courant 4
78,7 0,2 3,7 0,2
84,5 0,2 3,7 0,1
92,5 0,2 4,9
97,8 0,2 5,1
102,2 0,2 5,1
112,0 0,2 5,5
82,8
88,5
97,6
103,1
107,5
117,7
3,0
3,4
4,1
4,7
6,8
5,6
7,9
8,7
9,4
10,6
11,6
11,5
Niet opvraagbaar :
Dotatiefonds, fonds voor diverse voorziene uitgaven, reservefonds en provisies
1 Deze post omvat hoofdzakelijk de kasmiddelen, de rekeningtegoeden bij de Nationale Bank van België en het Bestuur der Postchecks. Sedert 1964 publiceert de A.S.L.K. in haar jaarverslag het totaal van de voorlopige beleggingen en de samenstelling en het totaal van de definitieve beleggingen tegen hun budgettaire boekwaarde d.w.z. na uitschakeling van de vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar geïncasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden. Daar er anderzijds geen gepubliceerde budgettaire boekwaarden bestaan voor de bestanddelen van de voorlopige beleggingen, zijn de verschillende rubrieken, waaruit die beleggingen zijn samengesteld, vermeld tegen een niet-budgettaire waarde; een gezamenlijke correctiepost : « min vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar geïncasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden n maakt het mogelijk het totaal te vinden van de voorlopige beleggingen tegen budgettaire boekwaarde. 3 Vanaf 1964 zijn de a Verlopen en niet-vervallen interesten op beleggingen n opgenomen in de post « Debiteuren betreffende portefeuille waarden s die eveneens de vervallen waarden omvat die eerst in de loop van volgend boekjaar geïncasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden. 4 Omvat de gekapitaliseerde rente en, in 1965 de verdeling van een gedeelte van het reservefonds van de 2
- 494 -
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5c. - Voornaamste posten uit de balansen van de Lljfrentekassen (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 1961
1962
19133
1964
1965
7,3
7,1
6,4
7,2
7,4
7,3
11,6 0,1
12,5 0,1
13,9 0,1
13,3 0,1
14,5 0,1
15,6 0,1
1,1
1,0
1,1
1,0
0,9 0,8
1,1 0,7
1,1 0,7
0,2
0,2
1,0 0,9 0,1
0,1
0,1
0,1
0,1 0,1
0,1 0,1
0,1 0,1
21,5
22,0
22,5
22,5
24,0
25,0
8,8
13,4 9,4
13,6 10,1
13,7 10,8
13,9 11,8
13,9 12,8
21,9
22,8
23,7
24,5
25,7
26,7
1960
ACTIVA Definitieve beleggingen 1 , Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Door Kongo gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Hypothecaire leningen Voorschotten aan de openbare kassen van lening Totaal
PASSIVA 13,12
Rentenfonds 2 Wiskundige reserves 3 Totaal
Sedert 1904 publiceert de A.S.L.K. in haar jaarverslag de samenstelling en het totaal van de definitieve beleggingen tegen hun budgettaire boekwaarde, d.w.z. na uitschakeling van de vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar geincasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden. 2 1 let Rentenfonds omvat de reserves betreffende de uit de s Algemene Wet . voortvloeiend renten. Deze reserves omvatten de wiskundige reserves, do veiligheids- en beheersreserves evenals de provisies. Sinds 1960 evenwel bevat het Rentenfonds niet meer de reserves betreffende de renten gevestigd krachtens de wet van 16 maart 1865. Deze reserves komen sedert 1960 voor in de balansen van de Levensverzekeringskas, onder de rubriek a Wiskundige reserves en provisies s. 3 De zuivere wiskundige reserves werden verhoogd met een bepaald bedrag voor dekking van de kosten van uitkering der renten en van beheer en voor de vorming van een veiligheidsmarge.
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5d. - Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas 2 (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 1961
1962
1963
1964
1965
3,0
2,9
2,8
3,1
2,9
2,7
2,0
2,6
3,4
3,8
4,7
5,2
0,1 0,6 0,1
0,1 0,6 0,1
0,1 0,5 0,1
0,1
0,5
0,1 0,4
0,1 0,4
0,2
0,2
0,2
0,2
0,3
0,3
6,0
6,5
7,1
7,7
8,4
8,7
1,5
4,9 1,8
6,1
6,7
5,3 2,0 7,3
5,7 2,2 7,9
6,1 2,6 8,7
6,5 2,4 8,9
1960
ACTIVA Definitieve beleggingen 1 : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Hypothecaire leningen Volkswoningen : Voorschotten aan erkende vennootschappen en aan de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting Totaal
PASSIVA 4,6 2
Wiskundige reserves en provisies 2 Reserve- en repartitiefonds Totaal
,
1 Sedert 1964 publiceert de A.S.L.K. in haar jaarverslag de samenstelling en het otaal van de definitieve beleggingen tegen hun budgettaire boekwaarde, d.w.z. na uitschakeling van de vervallen waarden die eerst in de oop van volgend boekjaar geïncasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden. Sedert 1960 vermeldt deze balans onder de rubriek E Wiskundige reserves en provisies s de reserves betreffende de krachtens de wet van 16 maart 1865 gevestigde renten, dia voorheen voorkwamen in de balans van de Lijfrentekassen over de uitvoering van de a Algemene Wot a.
2
XIII' • 6. - PARTICULIERE SPAARKASSEN Indeling en bestemming van de werkmiddelen (miljarden franken
)
Bron : Centraal Burcav voor de kleine spaarders. Vorderingen op de bedrijven en particulieren
Deposito's
Einde tijdvak op 2 jaar 2 2 jaar en meer
minder
36,6 37,3 38,8 40,7 41,9 43,1 44,4 46,3 47,6 48,8
12,1 12,6 12,9 13,8 14,5 15,2 15,7 16,7 17,7 18,6
10,5 10,6 10,9 11,1 11,3 11,4 12,0 12,5 13,1 13,7
59,2 60,5 62,6 65,6 67,7 69,7 72,1 75,5 78,4 81,1
30,5
10,4
40,1
11,4
41,7 43,6 45,7 46,8 49,1 51,3 53,3 54,6 56,4 59,4
12,3 12,3 12,3 12,6 13,3 13,4 13,9 13,6 14,1 14,0
...
...
... ...
... ... ...
... ...
9,5
25,4
5,4
11,4
29,8
5,6
12,8
33,2
6,4
14,4
37,4
7,4
17,5
44,4
8,7
20,6
51,1
8,7
21,6
61,7
9,3 9,5 9,7 9,8 9,9 10,0 10,4 11,1 12,2 12,5
23,1 23,3 23,6 24,0 25,0 25,2 26,0 26,7 28,5 28,6
64,8 66,9 69,3 70,8 74,1 76,5 79,3 81,3 84,9 88,0
u7u7u7u7 U7 U71/7u7cDu7CD u7 u7 0000000 00 0 0 000
57,0
3,8
07 .cr
47,4
10,3
0,1
07<71
6,1
11,6
8,7
CD CD
9,9
35,1
26,9
0,1
[
1965 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal 2e kwartaal
31,4
6,9
0,1
'0 -1.1 U7 U7 U7 U7 U7 .7 U7 U7 U7 U7 U7 U7 U7
1
23,0
0,1
01 CO
1964
6,2
0,2
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 000 00 00
07 -rt. U7 U7 1[7 U7 .7C) CDCDCD CO
1963
[
41,1
5,0
20,4
000 000 00 14 r4
6,3
18,4
0
7,4
4,7
0
27,4
15,9
0
1962
sector
07 Cs) 01 Cs1 CO U7 U71.0u7 COcoCO C- 0-07O) 1-1
34,7
Staat
0 0 0 0
5,2
•
6,4
■
. . . . . . . .- .
23,1
18,0
C) C) C) 0 0 C, C) CD CD
.
1961
15,9
.
30,6
U7 CO C) CD U7c)e)00001-
.
36,0 37,8 39,3 40,8 42,7 44,1 45,8 47,3 48,7 50,7
27,8
4,8
CD
%D t01 u7CO ,t. CC c0 CC U7 CC
35,0
4,3
07 W u7ccC-.
07
26,4
5,0 5,6
1 7,t1 0
01
23,9
18,5 20,2
Gezm mem lijke vorde. ringen Totaal op de Zelfvan de bedrij. stam GeOverige vorde- ven en Lagere Bongo dige meente• parapartiRas krediet statale ringen over- Ru culieren eannd a-de heid voor van instelUrundi Oorlogsdeenom. Belg:5 lingen heideschade heidesector Vorderingen op de overheidssector
Totaal van de vordeDiverse ringen debiop de tsaren bedrijven en particulieren C) CD0 C> C) CD
. . r-ICq
20,3
1959 1960
13,8
.
24,0
.
3,9
r, 01
4,4
ap,-.4cnr,
15,7
1- -
1958
Obligaties en kasbons
Gessmenlijke Disdepoconto, voorsito's, obli- schotten H ypogaties en theeli• en kas- leningen nemers bons met borgtocht
1 Van 1063 tot 1964 zijn de rubrieken e Obligat i es en ka bons . en s Hypotheeknemers s respectievelijk toegenomen met fr. 3,7 miljard in do statistiek rekening werd gehouden met in 1964 erkende nieuwe vennootschappen.
en fr. 4 miljard omdat
XIV 7. - NATIONALE MAATSCHAPPIJ VOOR KREDIET AAN DE NIJVERHEID Voornaamste balansposten (miljarden franken) Bron : Verslapen van de N.M.K.N. 1962
1963
1964
1965
1966
10,5
10,9
11,7
12,0
12,6
16,5
6,7
7,2
8,0
9,9
13,1
15,7
19,6
24,1
25,5
31,4
1,7
1,6
. 1,5
1,3
1,2
1,2
1,3
1,0
1,5
1,4
1961
ACTIVA Effectenportefeuille : Investeringskredieten op lange en op halflange termijn : 10 door de Staat gewaarborgd 2° door banken en financiële instellingen gewaarborgd 3 0 waarvan het risico door de Instelling gedragen wordt . ......... • • .• • •• • •• • •• • •• • •• ...... • • Herstelkredieten (oorlogs- en waterschade) Warrantkredieten (Steenkolenmijnen) door de Staat gewaarborgd Handelskredieten
13,6
0,3
0,5
1,0
0,9
Exportkredieten betaalbaar op halflange en op lange termijn
1,1
1,3
1,3
1,5
1,5
1,5
Kredieten beheerd voor rekening van de Staat
2,7
2,8
2,7
2,9
3,1
3,3
1
PASSIVA Obligaties
35,9
37,5
39,4
40,9
45,6
49,7
Kasbons
6,9
7,3
8,4
8,8
9,3
9,0
Deposito's en diverse leningen (o.m. in vreemde valuta's)
1,5
1,1
1,0
3,4
5,9
8,0
1,7
1,7
1,4
1,4
1,3
1,3
1,2
1,2
1,3
1,6
1,7
2,0
Belgische Staat : Marshall-hulpfonds Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen
1 Het betreft kredieten hoofdzakelijk gefinancierd door het Marshal -hulpfonds en het Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen, en, in de tweede plaats, door bet Fonds voor hulpverlening aan de steenkolennijverheid en het Fonds voor hulpverlening aan de Belgische ex-Kolonialen uit Afrika.
XIV - 8. - GEMEENTEKREDIET VAN BELGIE (miljoenen franken)
bron : Gemeentekrediet van Belgii.
Financiering van de investeringsuitgaven van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren Rekeningen . Toelagen en leningsgelden . •
Opvragingen
Stortingen
Saldo beschikbaar bij de aanvang van de periode
Periode
Leningen ter beschikking , gesteld van de kredietnemers Leningen waarvan de lasten door de kredietnemers gedragen worden
(1)
(2)
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
1.910 1.371 1.811 2.499 2.590 3.453 3.880 4.416 4.350 3.887
2.603 3.594 5.640 5.410 6.182 6.526 7.481 8.768 6.859 8.025
1965 Juli Augustus September Oktober November December
4.169 3.966 3.921 3.785 3.703 3.656 3.887 3.783 3.952 3.932 4.240 4.216 4.245 4.363 4.283 4.240 4.507 4.573 4.427 4.342 4.526 4.564 4.861 5.031 5.061.
484 579 555 612 495 851 525 558 722 696 628 753 521 558 667 929 574 894 502 719 802 787 919 956 885
1966 Januari Februari Maart April ' Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
..... ...... .
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli
...
Leningen waarvan de lasten door de Staat aan de kredietnemers worden terugbetaald (3)
Kapitaaltoelagen gestort door de Staat en de provincies
Totaal
Voor de t erugbetaling van leningen
Voor beta ling van buitengewone uitgaven
Totaal
Saldo beschikbaar op het einde van de periode
Schuld op korte. halflange en lange termijn tegenover het Gemeentekrediet van België
Verrichtingen in rekeningen-courant van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren (gewone uitgaven) Kredietverplichtingen van het Gemeentekrediet van België
(op het einde van de periode)
Gemiddelde van de gezamenlijke dagelijkse saldi
Credit
Debet
Totaal van de over het debet van die rekeningen uitgevoerde betalingen
(4)
(2) -I- (3) + (4) = (5)
(6)
(7)
(S) -I- ( 7 ) = (8)
(1) -I- (5) - (8) = (0)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
290 1.262 1.365 1.517 2.138 1.943 1.925
2.389 2.196 2.819 2.306 1.858 1.320 1.351 1.397 1.568 1.692
4.992 5.790 8.459 8.006 9.302 9.211 10.349 12.303 10.370 11.642
547 547 624 604 1.011 363 241 269 345 304
4.984 4.803 7.147 7.311 7.427 8.421 9.572 12.100 10.488 10.798
5.531 5.350 7.771 7.915 8.438 8.784 9.813 12.369 10.833 11.102
1.371 1.811 2.499 2.590 3.454 3.880 4.416 4.350 3.887 4.427
29.631 32.802 36.777 41.756 46.849 52.178 58.516 66.677 72.551 78.755
835 2.133 2.463 4.398 5.231 7.337 6.827 4.992 4.373 5.433
1.588 1.587 1.262 1.267 1.504 1.350 1.589 1.752 1.647 1.814
810 638 1.129 1.424 1.519 2.288 3.214 2.725 4.271 4.907
16.609 19.044 19.016 20.451 21.917 24.877 26.304 31.794 35.471 42.639
301 147 153 213 171 160 135 247 167 159 90 103 287 130 204 173 160 70 192 218 199 175 101 171 214
103 96 92 138 93 223 94 197 119 167 136 142 100 116 123 163 184 151 99 172 324 141 126 192 127
888 822 800 963 759 1.234 754 1.002 1.008 1.002 854 998 • 908 804 994 1.265 918 1.115
31 20 15 36 19 31
1.060 847 921 1.009 787 972 839 803 1.000 674 854 946 779 ' 873 1.003 958 841 1.228 856 904 1.256 684 939 1.259 1.149
3.966 3.921 3.785 3.703 3.656 3.887 3.783 3.952 3.932 4.240 4.216 4.245 4.363 4.283 4.240 4.507 4.573 4.427
69.594 70.349 71.106 71.230 71.901 72.551 72.381 73.135 73.732 73.789 74.496 75.339 75.620 76.345 77.195 77.463 78.192 78.755
4.861 4.773 4.796 4.633 4.530 4.373 4.735 4.720 4.705 4.752 4.699 4.604 4.529 4.989 5.251 4.820 5.026 5.433
1.234 1.742 1.818 1.590 1.623 1.835 1.247 1.433 1.504 1.372 2.099 1.937 1.403 1.940 1.958 1.775 2.608 2.497
5.890 4.743 4.255 4.302 4.624 4.293
19 30 28 40 24 23 11 11 34 40 11 33 22 21 31 22 37 30 14
1.091 867 936 1.045 806 1.003 858 833 1.028 714 878 969 790 884 1.037 998 852 1.261
5.281 4.688 5.044 5.649 3.776 4.432 6.417 4.863 4.764 5.297 4.092 4.576
878 925 1.287 706 976 1.289 1.163
4.342 4.526 4.564 4.861 5.031 5.061 5.124
78.516 79.457 80.258 80.410 81.403 82.498 82.874
5.945 6.791 7.695 7.872 7.886 7.719 8.168
2.259 2.715 2.598 2.005 2.607 2.565 1.814
5.665 3.741 3.904 4.736 3.902 4.126 5.710
4.458 1.971 2.518 3.308 2.491 2.975 5.451 2.572 4.216 3.236 2.594 2.600 5.132 2.566 2.376 5.400 3.291 3.205 7.250 3.824 3.912 3.603 3.560 3.315 6.126
793 1.109 1.325 1.003 1.146 1.319 1.226
s
- 497 XIV • 9. - LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN Voornaamste balansposten (miljarden franken) Bron : Ministerie van Economische Zaken, Dienst van de Verzekeringen. 1961
1962
1963
1964
1965
1961
Belgische maatschappijen
1962
1963
1964
1965
Buitenla idee maatschappijen
ACTIVA Onroerende goederen Hypothecaire leningen Voorschotten op polissen Effecten : Belgische overheidsfondsen Buitenlandse effecten Kongolese waarden Effecten van de parastatale kredietinstellingen Effecten van de overige parastatale instellingen Effecten van de provincies en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Aandelen van Belgische vennootschappen Totaal voor de effecten
2,6 10,5 1,2
3,1 11,4 1,3
3,5 12,1 1,4
3,7 14,2 1,5
4,2 15,4 1,6
1,4 2,7 0,5
1,6 3,2 0,5
1,7 3,6 0,5
2,0 4,2 0,6
2,4 4,4 0,6
5,3 1.9 0,1
5,7• 1.5 0,1
5,9 1,9 0,1
6,2 1,9 0,1
6,6 2,0 0,1
3,4 0.4
3,6 0.4
3,7 0,5
3,8 0,4
3,9 0,4
4,2
4,6
5,0
5,1
6,0
0,7
0,8
0,8
0,9
1,1
1,4
1,6
1,6
1,9
1,9
1,0
1,1
1,1
1,0
0,9
1,7
1,8
1,9
1,8
1,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,4
7,4
8,1
9,0
9,2
10,8
0,6
0,6
0,6
0,6
0,7
2,2
2,3
2,9
3,0
3,2
0,6
0,7
0,7
0,8
0,8
24,2
25,7
28,3
29,2
32,1
7,2
7,7
7,9
8,0
8,2
PASSIVA Neergelegde waarborgen Wiskundige reserves 1
0,3
0,3
0,4
0,4
0,4
0,1
0,1
0,1
38,7
41,7
45,3
49,1
54,1
11,6
12,6
13,6
I
0,1
0,1
14,7
15,4
1 Deze reserves omvatten eveneens de schadereserves, de technische participatiereserve en de waarborgreserve.
XIV • 10. - HYPOTHEEK. INSCHRIJVINGEN Bron : Belgisch Staatsblad. Miljarden franken
Maandgemiddelden
1958
1,77
1959
2,13
1960
2,50
1961
2,78
1962
3,03
1963
3,33
1964
3,93
1965
3,89
1966
••
••
•
• ••
4,51
1965 4e kwartaal
4,02
1966 le kwartaal
4,22
2e kwartaal
4,57
3e kwartaal
4,69
40 kwartaal
4,56
1967 10 kwartaal
4,98
20 kwartaal
5,12
1 Bedragen berekend volgens de geïnde inschrijvingsrechten, incl. de vernieuwingen na vijftien jaar, die ongeveer 1 excl. de wettelijke hypotheken.
1,44 pct. van het totaal bedrag, doch
Bibliografische referenties : Belgisch Staatsblad : a) Verslag van het Renten fonds over de verrichtingen van het jaar; b) Ministerie van Verkeerswezen :
Postchecks; c) Ministerie van Financiën : hypothecaire inschrijvingen. - Verslagen over de verrichtingen en de toestand van de A.S.L.K. van België. Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economie in 1966. - Jaarverslag van de N.M.K.N.. het C.B.K.S. en het Gemeentekrediet van België.
- 498 -
XV. - VOORNAAMSTE VORMEN VAN DE BESPARINGEN VAN PARTICULIEREN EN ONDERNEMINGEN BESCHIKBAAR IN DE BELGISCHE VOLKSHUISHOUDING (Miljarden franken) Bron :
Algemene Spaar- en Lijfrcntckas.
Spaarvormen
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
I. Particulieren :
A. Oppotting 1 : B. Depositosparen 2
:
Spaarkassen Banken rárastata,le kredietinstellingen Onderlinge maatschappijen
9,3 3,8 1,4 0,1
10,2 4,8 0,9 0,1
6,7 4,0 0,7 0,2
9,3 10,4 1,3 0,2
14,0 5,5 1,4 0,2
12,1 8,7 1,9 0,2
9,9 6,7 2,9 0,3
17,7 15,1 4,0 0,2
6,2
14,6
16,0
11,6
21,2
21,1
22,9
19,8
37,0
8,0
Totaal Dubbel getelde posten 3
5,6 5,3 6,3 1,1 2,2 - 0,7 0,6 - 0,2 0,5 -
-
Netto-totaal 0. Sparen door fondsvorming 2 4 Pensioenfondsen Instellingen voor arbeidsongevallenverzekering Kassen voor vakantiegelden Levensverzekeringsmaatschappijen Instellingen voor verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid, kapitalisatie, bouwsparen en diverse verzekeringen
6,5
0,8 - 0,2 - 0,3 - 2,5 - 0,9 - 2,3 - 5,9 - 1,7 - 0,7 - 0,4 - 8,8 7,2
6,0
6,2
12,1
15,1
9,3
15,3
19,4
22,2
19,4
28,2
1,2 1,0 0,2 3,5
1,4 1,1 0,1 3,5
1,3 1,5 1,0 1,0 0,5 - 0,4 3,5 3,9
1,2 0,8 1,4 5,4
1,4 0,5 0,2 5,5
0,7 1,1 0,3 4,9
1,0 0,9 4,6
0,9 1,1 0,2 4,5
1,3 1,4 1,0 7,1
1,4 1,4 0,6 6,1
0,7
0,7
0,7
0,7
0,8
0,8
1,1
1,6
1,7
0,7
:
Totaal
D. Sparen in de hypotheeksectoren :
0,7
6,6
6,8
7,0
6,7
9,5
8,4
7,8
7,6
8,3
12,5
10,2
6,1
6,7
7,3
7,1
8,5
9,2
10,0
12,1
12,4
12,6
15,1
1,7
0,9
1,8
1,5
2,8
3,7
4,4
5,4
4,5
11,2
18,4
14,4
17,5
16,9
23,8
33,5
13,4
15,8
9,0
20,5
19,8
en kapitalisatie-
Aflossing van hypotheekschulden door particulieren (netto-investeringen van de Woningbouw particulieren) Totaal
7,8
7,6
9,1
8,6
11,3
12,9
11,2
10,7
14,5
18,4
18,0
18,5
E. Kapitaalemissies : Nieuwe beleggingen van het publiek E. Diverse vorderingen en schulden van de parti-
culieren :
-
0,7 - 0,7 - 1,0 + 0,3 - 0,5 - 1,5 - 0,9 - 0,8 - 1,9 - 1,8 - 1,9 74,4 89,8 54,5 50,0 59,5 47,6 53,4 35,8 46,1 30,4
Totale netto-besparingen
32,1
Afschrijvingen op woningen
6,2
Totale bruto-besparingen
10,6
11,8
6,5
7,1
7,6
7,6
7,8
8,1
8,8
9,6
38,3
36,9
42,9
53,7
61,0
55,4
58,1
68,3
64,1
85,0 101,6
13,5 25,1
13,4 26,9
8,2 28,7
3,8 29,7
9,6 31,1
10,1 34,3
11,0 35,7
9,2 38,7
15,8 41,7
16,1 47,1
15,0 46,4
38,6
40,3
36,9
33,5
40,7
44,4
46,7
47,9
57,5
63,2
61,4
1,5 2,6
1,5 2,7
0,8 2,7
1,0 2,3
1,3 2,0
1,7 2,2
1,5 2,2
1,3 2,7
1,7 3,1
1,7 3,3
0,4 3,7
4,1
4,2
3,5
3,3
3,3
3,9
3,7
4,0
4,8
5,0
4,1
47,1 81,0
45,3 81,4
44,8 83,3
50,9 90,5
64,3 105,0
59,4 103,7
70,0 62,5 108,5 120,2
72,0 126,4
II. Ondernemingen :
A. Particuliere ondernemingen : Netto-besparingen Afschrijvingen Bruto-besparingen
B. Autonome openbare instellingen : Netto-besparingen Afschrijvingen Bruto-besparingen Algemeen totaal particulieren en ondernemingen Netto-besparingen Bruto-besparingen
92,2 105,2 153,2i 167,1
1 De bedragen werden niet vermeld omdat, in het huidig stadium van het op zookingswerk, de absolute bedragen nog niet met voldoende zekerheid kunnen worden berekend voor de sector van de particulieren afzonderlijk. Aanwas gedurende het jaar. 3 Toeneming of vermindering van het tegoed van diverse instellingen en ondernemingen waarvan de eigen of opvraagbare reserves opgetekend zijn als een besparing in een van de andere rubrieken van de tabel, van de overheid en herkomstig uit liet buitenland. 4 Exclusief de toenemingen van de reserves van de sector van de Sociale verzekering beschouwd als een besparing van de overheid. 2
Bibliografische referentie : Congres van de honderdste verjaring (1865-1965). Het sparen in het hedendaags economisch onderzoek : tien jaar spaarinventaris.
- 499 ---
- EMISSIES EN SCHULDEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR 1. - EMISSIES IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN
1
(miljarden franken)
Door elke belegger verkrijgbare effecten Emissies per grote tranches
Emittenten
1. Staat (directe schuld alleen)
2. Zelfstandige fondsen en instellingen voor maatschappelijke zekerheid
3: Parastatale kredietinstellingen
4. Lagere overheid, Intercommunale E3 en Gemeentekrediet
5. Parastatale bedrijven
Totaal 1 tot 8 : totaal der emissies in Belgische franken van de Belgische overheidssector
Brutoemissies
Aflossingen 3
(1)
(2)
1961 6 1962 1963 1964 1.965 1966
13,4 26,0 18,6 30,1 29,8 31,3
1961 1962 1963 1964 1965 1966
3,6
1961 1962 1963 1964 1965 1966
5,4 ...
2,2
0,4
1961 1962 1963 1964 1965 1966
0,8 2,8 2,9 1,5 9,1
2,5 0,8 1,6 3,1
1961 1962 1963 . 1964 1965 1966
4,3
2,9
4,0
3,3
2,7 1,4
1961 1962
1963 1964 1965 1966
3,4
3,0 5,4 5,5
0,4
...
2,5 1,1
6,4
7,4
12,5 13,5 22,2
13,3 19,4 1,5 1,5 1,4 1,1 4,8 2,1
Nettoem issie,
Doorlopende nettoemissies
6,0 13,5 5,1 7,9 16,5 11,9
op lange en halflange termijn (meer dan een jaar) 0 (8) = ( 9) = (6) - (7) (5) -1- (8)
Brutoemissies
(4)
(5) = (3) -I- (4)
(0)
(7)
__
6,0 13,5 5,1 ' 7,9 16,5 11,9
... 6,2 0,7 2,0 3,0 1,2
1,0 1,8 2,9 2,0 2,3 0,2
2,1 1,9 1,6 4,3 0,7 - 1,7
1,9 3,9 3,4 7,0 7 5,1 5,1
0,8 0,7 1,0 3,5 7 2,5 3,1
3,2 2,4 3,5
4,4 1,0 7,1 4,7
1,8 2,9 2,8 3,3 3,7 4,9
0,6 1,1 1,2 1,3 1,5 1,9
1,2 1,8 1,6 2,0 2,2 3,0
3,9
...
...
...
...
...
...
...
...
2,1 1,9 1,6 4,3 0,7
- 1,7
0,1 0,3 0,1 0,4
3,2 - 2,7 . 0,3 - 0,3 2,4 0,7
4,4 6,9 4,1 1,3 4,7 4,0
1,6
- 0,8
2,3
0,5 0,4 0,7 4,8 6,0
4,7 5,9 2,6 4,4 4,1 5,8
2,7
emissies
Totale „.i.„, ""'"' emissies
4
(3) = (2)
(I )
Totale netto-
Niet door elke belegger verkrijgbare effecten
2
... 0,3 --
2,0 4,5
1,0 1,9 2,7 3,3
1,4 0,7 1,7 -- 0,5 __ (:),7 1,2
27,5 36,2 . 27,6 38,4 46,2 46,4
15,6 22,3 18,5 26,3 22,5 28,3
11,9 13,9 9,1 12,1 23,7 18,1
9,1 13,1 6,7 5,7 8,8 9,8
1,8 4,2
8,4 3,0 5,1 8,9 11,8
5
Aflossinge n
...
Nettoemissies
-- 1,0 4,4 - 2,2 ... 0,7 1,0
5,0 17,9 2,9 7,9 17,2 12,9
1,1
3,2 5,1 4,0 7,8 3,3 0,3
2,6 2,0
...
8,8 8,0 6,0 3,0 9,3 7,7
3,9 8,4 3,0 5,1 9,0
0,1 0,3
... 0,2
0,1 0,1
11,9
1,0 1,7 -- 0,5 -- 0,7 1,2
0,5 0,5 0,2 0,9 1,4 1,8
0,2 0,4 0,4 0,5 0,5 0,7
0,3 0,1
1,7 1,1
-- 0,2 0,4 0,9 1,1
--0,1 0,2 2,3
21,0 27,0
4,2
2,6
1,6
13,5
4,0
9,5
7,1 13,2 13,3 13,3
5,5 7,3 6,8 6,1
1,6 5,9
1,4
15,8
17,8 32,5 27,9
1,5
22,6 38,5 17,4 23,7
6,5
39,0
7,2
35,1
1 Do uitgiften per grote tranches waarvan de inschrijvingsperiode over het einde van het ene jaar en het begin van het andere gespreid ie worden over de twee betrokken jaren verdeeld volgens de bedragen waarvoor in de loop van ieder jaar werkelijk ingeschreven werd. Tot 1965 zijn de doorlopende uitgiften van kasbons op korte termijn (ten hoogste een jaar) van de parastatale kredietinstellingen en het Gemeentekrediet van België begrepen in de bedragen van de doorlopende netto-uitgiften omdat ze van de uitgiften op langere looptijd niet konden afgescheiden worden. Van 1966 af, omvatten de cijfers van kolom (4) nog slechte de netto-uitgiften op lang., en halflange termijn (meer dan een jaar); het bedrag van de netto-uitgiften op ten hoogste een jaar voor het jaar 1966 (e parastatale bedrijven nihil, e lagere overheid, Intercommunale Es en Gemeentekrediet van België n 0,6 miljard) komt dus in deze tabel niet meer voor. Pro memorie : Netto-evolutie van de schuld op korte termijn in BF van de Staat : in 1961 : 2,7; in 1962 : 2,3; in 1963 : 8,8; in 1964 : 2,5; in 1965 : 7,4; in 1966 : 4,5. 2 Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd : de effecten die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst is voorzien en deze welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, de Nationale Kas voor Beroepskrediet. 3 De door de Amortisatiekas der Staatsschuld op de Beurs ingekochte effecten worden in kolom (2) e Aflossingen e opgenomen, niet op het tijdstip van deze inkopen, doch op het ogenblik waarop zij worden vernietigd. 4 Aangekondigd bij een wettelijk bericht. 5 In beginsel per grote tranches, doch met inbegrip van de doorlopende emissies van de parastatale instellingen voor de huisvesting. 6 In de loop van het jaar 1961 werd de laatste tranche van de Muntaaneringelening vrijgegeven. Als gevolg daarvan werd 1,4 miljard overgeboekt van de rubriek e Niet door elke belegger verkrijgbare effecten s naar de rubriek e Door elke belegger verkrijgbare effecten s. 7 De cijfers begrepen in de rekening van het Dotatiefonds omvatten onder de rubriek « Bruto emissies s voor fr. 2.844 miljoen geconsolideerde schuld (interesten en delgingen, die op de vervaldag niet werden uitgekeerd) en onder rubriek e Aflossingen » voor fr. 1.501 miljoen terugbetalingen die betrekking hebben op de jaren 1981 tot 1963.
XVI • 2. - VOORNAAMSTE EMISSIES OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN VAN DE OVERHEIDSSECTOR * Leningen in Belgische franken Openingsdatum van de intekening Emittenten Maand
Emissiekoers pct.
Nominale rentevoet
Dag
3 4 , 5 11 , 2 2 7 2
1965 Januari Februari Maart April April Mei Juni Augustus Oktober November December
18 15 8 1 1 3 14 30 1 22 13
Belgische Staat 1965-1970-1976 N.M.B.S. 1965-1971-1977 N.M.K.N. 1965-1971-1978 Stad Luik 1965-1971-1978 Stad Gent 1965-1971-1078 Belgische Staat 1965-1971-1978 Interc.-Autoweg E3 1965-73-81. Stad Antwerpen 1965-1973-1981 Belgische Staat 1965-1971-1980 Wegenfonds 1965-1972-1980 Gemeentekrediet, met loten
6,25-6,50 6,25-6,50 6,25-6,50 6,25-6,50 6,25-6,50 6,25-6,50 6,40-6,60 6,40-6,60 6,25-6,50 6,25-6,50 3,00
1966 Februari Maart Maart April Mei Juni September Oktober November December December December December
9 10 10 4 9 22 12 10 7 8 28 30 30
Belgische Staat 1966-71-76, le r. Stad Gent 1966-1973-1981 Stad Luik 1966-1973-1981 Gemeentekrediet 1966-74-81 Belgische Staat 1966-71-76, 2 0 r. R.T.T. 1966-1972-1978 Belgische Staat 1966-1972-1978 Stad Antwerpen 1966-1976 Interc.-Autoweg E3 1966-1978 N.M.B.S. 1966-1972.1978 N.K.B.K. 1966-1973-1978 N.M.K.N. 1967-1977 N.M.K.N. 1967-1987
6,25-6,50 0 6,50-6,70 10 6,50-6,70 10 6,50-6,70 11 6,25-6,50 9 6,50-6,75 72 6,75-7,00 12 7,00 7,00 6,75-7,00 12 7,00 6,75 7,00
1967 Januari Januari Januari Februari Maart April .. ...... Mei Juni Juni Augustus September Oktober
9 30 30 20 22 17 10 15 15 28 18 2
Stad Brussel 1967-1977 Belgische Staat 1967-1972-1978 Belgische Staat 1967-1982 N.M.K.N. 1967-1977-1987 R.T.T. 1967-1973-1979 Wegenfonds 1967-1982 N.M.B.S. 1967-1973.1982 Belgische Staat 1967-1972-1978 Belgische Staat 1967-1982 Stad Luik 1967-1972-1977 N.K.B.K. 1967-1973-1979 Belgische Staat 1967-1974-1982
7,00 6,75-7,00 15 7,00 7,00 6,75-7,00 13 7,00 6,75-7,00 16 6,75-7,00 17 7,00 6,75-7,00 15 6,75-7,00 13 6,75-7,00 10
Gemid„„deld n". '' t bijJ de (rrainii/°f:nn)en uitgifte 2 Uitgegeven bedrag 1
Looptijd
99,505 jaar 6 m. of 11 jaar 6 m. 9.815 2.000 90,50 6 of 12 jaar 2.500 99,75 G of 13 jaar 700 99,00 6 of 13 jaar 700 99,00 6 of 13 jaar 10.000 99,75 6 of 13 jaar 2.500 8 of 16 jaar 99,00 1.500 8 of 16 jaar 99,00 10.000 99,75 6 of 15 jaar 99,75 6 jaar 6 in. of 14 jaar 6 m. 5.000 20 jaar 1.500 100,00 46.215 99,25 5 of 10 jaar 10.000 7 of 15 jaar 1.000 99,00 1.000 7 of 15 jaar 99,00 8 of 15 jaar 2.000 99,25 5 of 10 jaar 9.200 99,00 6 of 12 jaar 2.500 99,00 12.110 6 of 12 jaar 100,00 10 jaar 2.000 99,00 12 jaar 3.500 99,00 2.000 6 of 12 jaar 99,00 500 99,50 7 of 12 jaar 500 10 jaar 97,65 20 jaar 500 96,65 46.810 10 jaar 2.500 99,00 100,00 5 j. 7 1/2 m. of 11 j. 7 1/2 m. 5.800 99,50 15 jaar 7.710 10 of 20 jaar 2.000 99,50 6 of 12 jaar 4.000 99,50 15 jaar 6.000 99,50 6 of 15 jaar 3.500 99,50 100,00 5 jaar 3 in. of 11 jaar 3 m. 8.990 5.300 99,50 14 jaar 7 1/2 m. 800 99,00 5 of 10 jaar G of 12 jaar 500 99, 50 100,00 6 jaar 4 in. of 14 jaar 4 m. 10.000
6,48 6,50 6,45 6,54 6,54 6,40 6,66 6,60 6,39 6,38 6,40 6,55 6,72 6,72 6,66 6,59 6,79 6,85 7,17 7,14 7,01 7,12 14 7,09 14 7,32 14 7,17 6,92 14 7,08 7,14 14 6,97 14 7,08 6,92 6,91 14 7,08 7,10 14 6,97 14 6,82
De jaarlijkse totalen kunnen verschillen van de cijfers in kolom (1) van de vorige tabel ( bruto-emissies j er grote tranches) omdat zij liet nominaal bedrag van de emissies bevatten zelfs als slechts een deel van de lening effectief was geplaatst en omdat daarin niet begrepen zijn de obligaties uitgegeven door de Z.K .0.S en do Nationale stichting voor de financiering van liet wetenschappelijk onder zoek. 2 Dit rendement is berekend op basis van de nominale interestvoeten van de lening. 3 Interesten : 6,25 pct. gedurende 5 jaar en 6 maanden, vervolgens 6,50 pct. gedurende 6 jaar. 4 Interesten : 6,25 pet. gedurende de eerste 6 jaar, 6,50 pet. gedurende de laatste 6 jaar. 5 Interesten : 6,25 pct. gedurende de eerste 6 jaar, 6,50 pct. gedurende de laatste 7 jaar. 6 Interesten : 6,40 pct. gedurende de eerste 8 jaar, 6,60 pet. gedurende de laatste 8 jaar. 7 Interesten : 6,25 pet. gedurende de eerste 6 jaar, 6,50 pct. gedurende de laatste 9 jaar. 11 Interesten : 6,25 pct. gedurende 6 jaar en 6 maanden, vervolgens 6,50 pet. gedurende 8 jaar. g Interesten : 6,25 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 6,50 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 10 Interesten : 6,50 pet. gedurende de eerste 7 jaar, 6,70 pct. gedurende de laatste 8 jaar. 11 Interesten : 6,50 pet. gedurende de eerste 8 jaar, 6,70 pct. gedurende de laatste 7 jaar. 12 Interesten : 6,50 pet. gedurende de eerste 6 jaar, 6,75 pct. gedurende de laatste 6 jaar. jaar. 13 Interesten : 6,75 pet, gedurende de eerste 6 jaar, 7 pct. gedurende de laatste 14 Rendement voor de bezitter, die zijn obligatie tot op het einde van de lening bewaart. 15 Interesten : 6.75 pet. gedurende 5 jaar 7 1/2 maanden, vervolgens 7 pet. gedurende 6 jaar. 15 Interesten : 6,75 pet. gedurende de eerste 6 jaar, 7 pet, gedurende de laatste 9 jaar. 17 Interesten : 6,75 pct. gedurende 5 jaar 8 maanden, vervolgens 7 pct. gedurende 6 jaar. 15 Interesten : 6,75 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 7 pet, gedurende de laatste 5 jaar. no Interesten : 6,75 pet. gedurende 6 jaar 4 maanden, vervolgens 7 pct. gedurende 8 jaar.
Leningen in vreemde valuta's et besluit 1 Datum van liet Emittenten Maand
Dag
1965 Januari
29
Sabena
20 6 31
R.T.T. Sabena Sabena
Mei 1966 Januari Januari
Uitgegeven bedrag
Gemiddeld rendement bij do uitgifte
Nominale rentevoet
Emissiekoers
5.5,125 5,25-5,50 6,00 5,75 5,375-5,50
100,0
7 j. 6 maanden
U.S. $
8
5,17
100,0
5 jaar 8 jaar 5 jaar
U.S. $ U.S. $ U.S. $
20 7,2 7,7
6,00 5,83 5,50
Looptijd
pet.
100,0 100,0
(in miljoenen eenheden vreemde valuta's)
1 De juiste uitgif tedatinn van de leningen in vreemde valuta's is over het algemeen niet gekend. Meestal echter wordt een lening uitgegeven of opengesteld, korte tijd nadat het betrokken besluit werd uitgevaardigd. De datum van dit besluit, die in deze t bel is opgenomen, benadert zo dicht mogelijk het tijdstip van de uitgifte. Zijn er verscheidene besluiten, bijv. een koninklijk besluit gevolgd door een ministerieel besluit, dan wordt liet jongste besluit vermeld. " Leningen van de Staat, de provincies, de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, zoals de N.M.B.S., de N.M.B., de Nationale Maatschappij der Waterleid ir gen, liet Gemeentekrediet, ens. (exclusief de doorlopende uitgiften). waarvan een besluit in het Belgisch Staatsblad verschenen is.
- 501 -
XVI • 3. - STAATSSCHULD (miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Directe schuld binnenlandse Einde tijdvak
geveltigde incl. M.S.L.1
op °P halflange korte termijn termijn
1953
130,6
29,7
1954
155,2
1955
157,2
1956
buitenlandse Vrije tegoeden van de particuheren in rekening
totaal
halflange en korte totaal 2 tigde 2 termijn geves-
Totale direct schuld 2
Totale Totale schuld Schuld schuld ,,, (excl. de over- (incl. de I' n" .schuld g enom en schold h rede over van genomen schuld genomen van Kongo van Kongo) á Kongo) 2
67,1
21,2
248,6 13,7
7,1
20,8
269,4 12,9
282,3
24,8
62,6
22,4
265,0 14,8
6,6
21,4
286,4 11,8
298,2
24,9
67,2
22,8
272,1
16,5
6,9
23,4
295,5 16,1
311,6
167,2
23,4
62,1
23,9
276,6 16,5
7,9
24,4
301,0 16,8
317,8
1957
170,1
24,6
60,9
23,7
279,3 17,5
8,8
26,3
305,6 18,0
323,6
1958
175,5
26,1
70,5
25,4
297,5 17,0
12,5
29,5
327,0 18,6
345,6
1959
190,8
23,0
75,8
29,1
318,7 17,7
16,5
34,2
352,9 20,7
373,6
1960
211,6
18,1
68,6
32,3
330,6 17,4
27,0
44,4
375,0 21,1
396,1
1961
217,4
17,4
70,8
32,8
338,4 18,8
28,3
47,1
385,5 25,5
411,0
1962
251,6
20,9
50,0
36,1
358,6 19,5
17,6
37,1
395,7 27,5
423,2
1963
261,6
13,7
55,1
39,8
370,2 18,4
28,1
46,5
416,7 29,3
446,0
1964
276,9
6,3
51,2
46,2
380,6 17,2
31,0
48,2
428,8 33,3
462,1
283,2
5,1
61,4
41,5
396,2 16,3
29,3
45,6
441,8 30,8
472,6
4,9
477,5
Augustus
287,8
6,0
64,8
39,1
29,3
45,5
443,2 30,8
474,0
4,9
478,9
September
287,3
6,3
66,9
39,4
397,7 16,2 399,9 16,0
29,3
45,3
445,2 30,7
475,9
4,8
480,7
Oktober
296,3
6,5
60,1
41,3
404,2 15,9
29,3
45,2
449,4 29,1
478,5
4,8
483,3
November
294,5
6,5
63,1
42,0
29,5
45,3
451,4 30,4
481,8
4,4
486,2
December
293,6
6,8
58,6
46,3
406,1 15,8 405,3 15,6
29,8
45,4
450,7 33,9
484,6
4,4
489,0
1965 Juli
289,9
6,8
63,3
43,9
403,9 15,6
29,5
45,1
449,0 33,4
482,4
4,4
486,8
Februari
298,3
6,8
63,0
41,3
409,4 15,5
29,4
44,9
454,3 33,3
487,6
4,3
491,9
Maart
297,7
6,8
62,8
41,9
409,2 15,3
30,6
45,9
455,1 33,0
488,1
4,2
492,3
April
296,8
7,0
64,3
43,7
411,8 15,2
31,4
46,6
458,4 32,9
491,3
4,2
495,5
Mei
305,5
7,0
60,1
43,8
416,4 15,2
30,9
46,1
462,5 32,8
495,3
4,2
499,5
Juni
302,6
7,0
63,3
43,8
416,7 15,0
31,2
46,2
462,9 32,7
495,6
4,2
499,8
Juli
301,4
7,0
61,9
43,7
414,0 14,8
31,2
46,0
460,0 32,6
492,6
4,1
496,7
Augustus
300,6
7,4
68,1
41,1
417,2 14,6 419,3 14,6 422,3 14,5
31,8
46,4
463,6 32,5
496,1
4,0
500,1
32,4
47,0
466,3 32,4
498,7
4,0
502,7
35,3
49,8
472,1 32,2
504,3
4,0
508,3
423,7 14,4 422,7 14,3
35,5
49,9
473,6 32,2
505,8
3,9
509,7
35,5
49,8
472,5 31,0
503,5
3,9
507,4
1966 Januari
..... .....
September
311,9
7,7
59,0
40,7
Oktober
308,3
7,7
62,7
43,6
November
306,4
7,7
67,7
41,9
December
305,6
7,8
59,9
49,4
304,0
7,8
68,1
44,6
424,5 14,3
35,4
49,7
474,2 30,9
505,1
3,9
509,0
Februari
311,2
7,8
70,4
42,5
34,1
48,3
480,2 30,8
511,0
3,8
514,8
Maart
310,2
7,8
73,3
42,7
431,9 14,2 434,0 14,0
33,9
47,9
481,9 30,8
512,7
3,7
516,4
April
308,6
8,0
74,3
44,9
435,8 13,8
33,9
47,7
483,5 32,3
515,8
3,7
519,5
Mei
305,7
8,2
75,0
43,0
49,6
481,5 36,6
518,1
3,7
521,8
308,3
8,2
69,3
43,0
40,9
519,3
3,7
523,0
311,8
8,2
58,6
44,8
478,9 35,3
514,2
3,7
517,9
Augustus
311,0
8,4
65,0
42,4
426,8 13,3
42,2
54,5 55,5 55,5
483,3 36,0
Juli
431,9 13,8 428,8 13,6 423,4 13,5
35,8
Juni
482,3 35,2
517,5
3,6
521,1
1967 Januari
2 3
2
M.S.L. : Muntsaneringslening. Exclusief de uit de oorlog 1614-1918 voortvloeiende intergouvernementele schuld. Zie : Belgisch Staatsblad - 27-5-1965 - Overeenkomst van 6 februari 1965.
42,0
XVI • 4. - INDELING YAN DE SCHULDEN IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN VAN DE OVERHEIDSSECTOR a) Volgens de debiteuren (nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken) Verkrijgbaar door elke h.legger 1 Debiteuren
Staat 2 Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen Parastatale bedrijven Sociale verzekering Overheidssector niet elders vermeld Totaal
Niet verkrijgbaar door elke belegger
Totaal
1964
1965 v
1961
1962
1963
1964
1965 v
1961
1962
1963
1064
1965 v
268,0 132,3 27,6 30,3 458,2
42,5 20,2 6,0 7,1 10,1 85,9
66,6 3 21,9 6,5 9,8 10,6 115,4
64,4 3 23,1 6,2 11,7 11,1 116,5
64,2 3 25,0 6,5 13,2 13,1 122,0
64,8 3 26,9 7,9 15,0 14,1 128,7
258,7 116,3 31,4 7,1 36,4 449,9
298,4 3 128,0 33,0 9,8 37,4 506,6
303,2 3 136,3 34,5 11,7 38,3 524,0
315,0 3 145,0 34,8 13,2 39,6 547,6
332,8 3 159,2 35,5 15,0 44,4 586,9
11,4
0,8
0,8
0,8
0,8
10,9
10,9
10,9
10,9
11,4
1964
1965 v
1961
1962
1963
216,2 96,1 25,4 26,3
238,8 113,2 28,3 27,2
364,0
231,8 106,1 26,5 26,8 391,2
407,5
250,8 120,0 28,3 26,5 425,6
10,1
10,1
10,1
10,1
Pro memorie : Kongolese effecten en Effecten van
het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer 4
. -
b) Volgens de houders (nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken) Niet verkrijgbaar door elke belegger
Verkrijgbaar door elke belegger 1 Houders
Totaal
1962
1963
1964
1965 v
4,5 0,5 0,1 1,0
6,8 0,4 0,1 0,8
6,5 0,5 0,1 1,2
6,1 0,2 0,1 1,5
7,1 0,2 0,1 1,3
206,4 3,2 1,7 3,3
217,9 3,6 1,8 2,5
219,7 4,0 2,0 2,7
61,5 5,4
37,6 -
59,5 3 -
58,6 3 -
59,3 3 -
60,8 3 -
78,1 6,0
108,8 3 6,9
110,3 3 111,6 3 7,5 5,9
47,1
50,0
14,2
14,8
16,6
19,8
20,9
55,9
59,9
65,7
66,9
70,9
73,6 9,9 425,6
75,6 10,0
28,0 ...
34,4 0,6 122,0
87,1 8,2 449,9
93,1 12,1
85,9
31,7 1,3 116,5
37,6 0,7
458,2
30,7 2,3 115,4
100,8 11,3 524,0
108,0 10,5 547,6
113,2 10,7 586,9
1961
1962
1963
1964
1965 v
201,9 2,7 1,6 2,3
211,1 3,2 1,7 1,7
213,2 3,5 1,9 1,5
228,9 3,4 1,9 2,6
245,1 3,5 2,1 5,0
40,5 6,0
49,3 6,9
51,7 7,5
52,3 5,9
41,7
45,1
49,1
59,1 8,2 364,0
62,4 9,8 391,2
69,1 10,0 407,5
1961
1961
1962
1963
A. Niet-financiële sectoren :
Bedrijven en particulieren, Buitenland Parastatale bedrijven Overheidssector niet elders vermeld 5 Sociale verzekering
•
235,0 3,6 2,0 4,1
252,2 3,7 2,2 6,3
B. Financiële instellingen :
Geldscheppende instellingen 6 Rentenfonds Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen Niet geldscheppende openbare kredietinstellingen Totaal •
128,7
506,6
122,3 3 5,4
Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd : de effecten, die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opnem ng in de koerslijst is voorzien en deze welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, bet Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, de Nationale Kas voor Beroepskrediet. 2 Belgische gevestigde en halflange binnenlandse directe en indirecte overheidsschuld. 3 Met inbegrip van de speciale conversielening van 1962, zijnde fr. 19,6 miljard in 1962 en fr. 18,8 miljard in 1963, 1964 en 1965. % External Loan of 1958 »; 4 Jaren 1961 tot 1961 : leningen die later aanvaard werden voor inschrijving op de lening van het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer, incl. de lening « Fifteen Year 5 jaar 1965 : obligaties aanvaard of aanvaardbaar voor inschrijving op de lening van het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer, incl. de per 31-12-1965 werkelijk toegekende bonificaties. 5 Excl. de zelfstandige fondsen en de parastatale instellingen die de kenmerken vertonen van geldscheppende instellingen of van instellingen voor het spaarwezen, de sociale zekerheid, de verzekeringen of de kapitalisatie. 6 Excl. het bezit van de pensioenkassen door deze instellingen beheerd. Bibilogratiscse referenties : Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor België. - Tijdschrift voor Documentatie van het Ministerie van Financiën. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : xxxvie Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1961 : « Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen » - XXXVe Jaargang, Deel II, nr 2, augustus 1960 : • Raming, voor de jaren 1960 tot 1975, van de aflossingen van Belgische Economische Statisde gevestigde en halflange Staatsschuld uitgegeven tot op 30 juni 1960 a. - XXXVIIIe Jaargang, Deel I, nr 4, april 1963 : « Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen ». tieken 1950-1960. 1
XVII. - EFFECTEN VAN DE PARTICULIERE SECTOR 1. - EVOLUTIE VAN DE OMZET, DE NOTERINGEN EN HET RENDEMENT YAN DE BEURSWAARDEN Indexcijfers van de aandelennoteringen op de contantmarkt
'
Basis 1953 = 100 220
220
/
•
180
.m/
/4%, •r
I 1
-
A .
I 1.
i
i i
I
180
S i ''" 1 II % •••
i I ... ■• I 1
.‘
-
P" ! t■,..,,, Belgische maatschappijen 1........ 4.
• ■•••••%
-
't
% %
%
•
-
•
/
♦
1
• ■
Indo triele maatschappijen 140
ri...../ %
*4.
/
-
140
j ,1
Belgische en Kongolese maatschappijen 100
100 11111111111 1960
11111111111
11111111111 1962
11111111111
gemiddelde per beursdag
(miljoenen franken) 1 5
Belgische en Kongolese effecten
Belgische effecten 1
158 145 166 162 169 171 174 185 181 156 1967
1966
2
(in pet.)
4
156 137 156 156 168 166 164 172 159 132 1067
Industriële
Industriële
1966
133 117 129 116 115 113 116 115 114 102 1967
1966
Cn CDst, 01 st, s/.. CD C>mD 01
155 135 137 121 120 119 121 126 123 107 1966
Termijnmarkt Algemeen
Algemeen
3 5
Belgische effecten
(Basis 1953 = 100)
1967
Rendementspercentage
Contantmarkt
106 70 105 93 103 82 88 91 83 71 1966
11111111111
1966
-. srUD OD c0OD c0 CO CD
. ... ... ... ... ... ... ... ... ...
HM I ll H I
ILD
1957 Maandgemiddelde 1958 Maandgemiddelde 1959 Maandgemiddelde 1960 Maandgemiddelde 1961 Maandgemiddelde 1962 Maandgemiddelde 1963 Maandgemiddelde 1964 Maandgemiddelde 1965 Maandgemiddelde 1966 Maandgemiddelde
IIIIIIIIIII
Globaal indexcijfer van de aandelennoteringen
Omzet
Tijdvak
11111111 111 1964
1967
1966
1967
1960
1967
Januari Februari Maart
98 90 78
53 68 66
120 120 120
91 95 97
175 174 174
133 140 143
151 150 149
114 120 123
113 115 115
89 93 95
3,6 •3,6 3,7
4,7 4,4 4,4
3,7 3,8 4,0
4,8 4,5 4,3
April Mei .... ....... Juni
89 88 76
79 84 79
118 112 108
100 100 100
172 164 158
147 146 145
146 138 133
128 128 128
112 108 104
98 100 102
3,6 3,9 4,0
4,3 4,4 4,3
3,8 4,0 4,1
4,1 4,1 4,0
Juli Augustus September
57 53 58
65 75
106 104 99
101 103 109
155 152 145
146 149 158
131 128 122
130 134 142
103 99 94
104 108 113
4,1 4,4 4,6
4,3 4,1 3,9
4,2 4,5 4,7
4,0 3,8 3,6
Oktober November December
55 53 50
95 94 92
139 137 136
116 118 116
90 90 89
4,5 4,6 4,7
4,6 4,6 4,8
1 Bron : Beurscommissie te Brussel : deze gegevens hebben betrekking op de transacties in vennootschapsobligaties en in aandelen (termijn- en l ontantmark t). 2 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek : Voor de jaarcijfers : gemiddelde van de indexcijfers op de 10e en 25e van iedere maand; voor de maandcijfers : uitsluitend indexcijfers op de 10e van iedere maand. 3 Bron : Kredietbank : Verhouding van het laatst aangekondigde of betaalde nettodividend tot de notering per einde maand. 4 Beurs te Brussel en te Antwerpen. 5 Beurs te Brussel.
- 504 XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN ' Jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 1. N ettoresul teat van het boekjaar
Tijdvak
Aantal getelde vennootschappen
2
Gestort kapitaal
Reserves Winst
Obligatieleningen
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(7)
(8 )
(9)
(miljoenen franken)
(1)
(2)
(3)
(4)
I
I
(5)
I
(n)
I
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid In België
A.
Banken 4 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
48 51 52 53 54 51 53 55 54
3.628 4.029 4.572 4.742 5.353 6.349 6.750 9.077 9.361
3.414 3.514 3.624 3.967 4.390 4.402 5.234 4.813 5.893
829 835 814 1.043 1.318 1.552 1.532 1.789 1.848
0,3 37,6 0,1 5,5 0,4 0,1 0,3 1,1 3,4
355 377 423 492 549 676 788 902 1.022
Financiële vennootschappen en maatschappijen voor onroerende goederen 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1.966
1.413 1.464 1.456 1.483 1.543 1.557 1.712 1.778 1.817
22.664 24.053 26.589 28.302 33.477 34.172 35.908 37.587 38.913
10.330 12.126 12.968 16.075 18.567 19.038 20.419 21.571 22.973
46 45 48 57 70 GO 63 73 n.b.
6.410 6.626 7.264 8.293 10.700 11.096 11.066 11.055 n.b.
212 307 305 363 447 514 505 521 518
5
59 93 189 190 539 230 245 342 350
1.907 1.903 2.006 2.138 3.180 2.282 2.359 2.414 2.529
124 114 132 140 164 135 141 142 n.b.
8.173 9.151 10.170 11.200 12.883 13.309 15.752 17.384 . n.b.
298 414 467 531 602 665 735 1.015 881
409 499 499 470 443 367 627 913 923
1.110 1.267 1.533 1.670 1.795 2.063 1.129 1.612 1.282
106 100 107 121 133 144 144 150 n.b.
1.733 2.030 1.917 1.937 1.918 1.881 1.826 1.847 n.b.
99 101 120 114 117 118 109 111 102
1.621 858 1.928 2.242 2.023 1.335 1.058 1.027 550
37 139 25 44 523 78 705 411 151
1.057 623 992 1.277 940 546 345 668 253
72 39 58 75 54 36 26 47 n.b.
3.133 4.729 4.886 4.763 5.427 5.764 6.328 6.931 n.b.
119 172 282 294 286 321 348 398 427
894 721 1.098 1.260 1.121 1.114 1.256 1.097 1.333
268 614 255 265 339 447 370 408 781
321 272 452 492 405 319 376 305 377
59 45 64 76 83 67 70 74 n.b.
500 482 453 386 340 357 327 340 n.b.
27 27 26 25 24 21 20 21 21
2.726 2.598 2.913 3.611 4.815 3.580 3.781 3.901 4.389
Metaalverwerkende nijverheid 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
1.245 1.275 1.271 1.281 1.300 1.310 1.264 1.379 1.395
13.211 14.681 15.432 15.989 16.480 17.850 18.630 20.030 21.454
1958 1959 1960 1961 1962 1.963 1964 1965 1966
100 103 100 97 100 95 100 100 96
12.364 12.952 13.918 15.826 15.985 16.168 17.909 19.373 21.253
9.489 10.334 10.785 11.024 12.038 13.235 13.597 15.778 17.246
2.402 2.370 2.619 3.066 3.400 3.406 3.691 4.547 4.769
Ijzer en staalnijverheid -
v
12.409 12.560 12.628 13.880 15.576 15.004 16.112 17.690 18.157
Teatieln i 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 Noten : zie onderaan tabel XVII-2.
1.041 1.047 1.009 982 988 975 912 981 986
11.560 11.954 12.138 12.358 11.265 11.117 11.231 12.012 12.827
9.300 10.077 9.853 10.249 9.864 10.123 10.351 11.136 11.095
-
505 -
XYII - 2. - RENDEMENT YAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 (vervolg) Jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat
Obligatieleningen
van het boekjaar Aantal getelde vennoot. schappen
Tijdvak 2
Gestort kapitaal
Betaalbaar gestelde bruto dividenden
Reserve,. Winst
Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 31/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(7)
(8)
(g)
(miljoenen franken)
(2)
(1)
(3)
1
(4)
(5)
Voedingsnijverheid 701 725 725 713 722 725 685 723 725
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
8.881 9.479 9.591 9.926 9.969 10.340 10.983 11.589 12.131
4.833 5.058 5.505 5.983 6.374 7.186 7.540 8.697 9.461
1.077 1.211 1.381 1.335 1.470 1.556 1.356 1.618 1.719
200 155 179 165 110 161 162 150 163
466 638 720 695 667 622 617 632 742
124 179 245 360 209 265 358 402 414
543 I 577 711 927 1.065 1.132 1.222 1.228 1.498
57 54 63 70 67 59 55 59
925 992 892 805 760 872 938 940 n.b.
58 58 62 55 52 49 59 64 62
61 65 76 88 87 84 76 86
1.384 1.313 1.290 1.110 964 881 789 669 n.b.
71 82 76 75 66 55 51 52 42
83 86 85 86 82 85 87 91
5.871 5.525 5.441 5.703 7.188 8.602 8.896 12.295 n.b.
330 345 330 326 340 443 545 550
85 11 7 10 13 21 29 16
940 860 477 471 398 253 339 308 n.b.
55 51 50 30 27 23 13 21 20
1.153 1.015 1.128 1.258 1.343 1.256 1.278 1.362 n.b.
33.241 36.138 37.521 39.625 45.434 49.441 51.951 58.878 n.b.
1.535 1.802 1.989 2.096 2.259 2.510 2.740 3.197 3.298
n.b.
Scheikundige nijverheid 538 545 534 540 544 558 542 601 609
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
11.690 12.650 13.309 14.239 15.930 16.331 17.022 18.733 20.241
5.405 6.121 6.442 6.883 7.064 8.440 8.522 9.302 9.729
1.354 1.212 1.639 1.749 1.888 2.038 2.374 2.889 2.815
n.b.
Elektriciteit 1.958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1960
v
44 41 40 36 36 32 29 28 24
17.016 17.422 17.132 18.581 20.056 20.412 23.281 23.710 23.460
2.722 3.609 3.628 4.260 3.320 3.630 3.849 4.169 4.327
1.637 1.748 1.808 1.800 2.053 2.163 2.200 2.304 2.280
1 5
1.458 1.511 1.539 1.608 1.690 1.657 1.813 1.972 1.865
96 702 1.023 1.450 710 244 356 656 521
876 93 63 93 106 184 268 145 81
1 3
ri.b.
784
Steenkolennijverheid 53 55 49 44 41 39 36 35 29
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
8.739 8.840 8.530 8.109 7.679 7.661 7.043 7.979 6.019
4.339 4.663 4.367 3.018 2.065 1.574 1.020 1.580 1.917
1.192 260 107 124 146 209 423 185 196
n.b.
Totaal der vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 6 7 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
..............
13.408 13.891 13.816 13.926 14.142 14.234 14.498 14.706 14.942
Noten : zie onderaan tabel XVII-2. volgende bladzijde.
146.913 156.056 162.844 171.069 185.420 193.465 205.933 220.447 230.753
90.013 98.462 102.221 108.305 114.896 121.935 126.884 136.028 145.648
20.202 18.207 21.788 24.169 26.823 25.205 26.664 29.522 30.459
1.936 3.512 3.243 3.936 3.906 3.202 4.241 4.703 5.070
10.981 10.292 11.778 12.954 14.090 13.006 12.437 13.510 13.459
XYII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN (vervolg) Jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat van liet boekjaar
Tijdvak
Aantal getelde vennootschappen
2
Gestort kapitaal
Obligatieleningen Betaalbaar gestelde brutodividenden
Reserves Winst
Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatie. schuld op 31/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(8)
(g)
(miljoenen franken)
(1)
B.
(2)
I
(3)
(4)
1
(5)
1
1
(7)
( 3)
Totaal der vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland (incl. de vennootschappen waarvan de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt)
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1961 1965 1966
v
563 560 442 336 302 313 316 302 300
45.670 49.530 48.024 40.721 38.822 40.710 41.009 41.282 41.444
20.620 22.740 21.895 18.636 19.383 27.336 28.955 30.474 32.681
9.733 8.296 9.900 7.192 5.865 2.863 2.975 3.537 3.483
6.492 6.318 7.284 4.397 3.048 1.196 1.358 1.632 2.112
320 452 348 958 644 664 850 600 921
C. - Algemeen totaal der vennootschappen op aandelen 1958 ]959 1960 1961 1962 1963 1964. 1965 1966
v
13.971 14.451 14.258 14.262 14.444 14.547 14.814 15.008 15.242
192.583 205.586 210.868 211.790 224.242 234.175 246.942 261.729 272.199
110.633 121.202 324.116 126.941 134.278 149.271 155.840 166.502 178.331
29.935 26.503 31.688 31.361 32.688 28.068 29.639 33.059 33.943
3.177 3.351 1.628 1.096 834 523 711 1.097 n.b.
125 151 78 68 85 80 35 32 65
1.568 1.395 1.474 1.470 1.515 1.354 1.383 1.479 n.b.
36.418 39.489 39.123 40.721 46.268 49.964 52.662 59.975 n.b.
1.660 1.958 2.067 2.152 2.294 2.540 2.775 3.229 3.363
6
17.473 16.610 19.062 17.351 17.138 14.202 13.795 35.142 15.571
2.256 3.964 3.591 4.894 4.550 3.866 5.091 5.303 5.990
415 380 346 212 172 98 105 117 n.b.
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen onder Belgisch recht. Kongolese vennootschappen aandelenvennootschappen met beperk e (=sprake ijkheid onder Kongolees recht. Vanaf 1961 zijn de vennootschappen onder Kongolees recht die veranderd werden in vennootschappen onder Belgisch recht die in Kongo hun bedrijf uitoefenen geleidelijk in de statistieken opgenomen; de vennootschappen onder Kongolees recht zijn in do statistiek niet meer begrepen. 2 \ oor de kolommen (1) tot (7) : jaar waarin het dividend werd betaald. 3 Bedrag van de vervallen rente voor het betrokken jaar; dit bedrag houdt verband met de op 31/12 van het voorgaande jaar uitstaande obligatieschuld. 4 Excl. de N.B.B. 5 Excl. de N.M.K.N. 6 Ezel. de N.B.B.. do N.M.K.N. en do Sabena.
XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN Cumulatieve maandcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.).
Tijdvak
2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
(1)
(2)
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Nettoresultaat Reserves
Winst
Verlies
Brutoobligatiecoupons 3
(miljarden franken)
1
(5)
1
(4)
(5)
1
(6)
II
(7)
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 1965 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) 6 . 1006 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden, Eerste 11 maandèn .................. 12 maanden 12 maanden (met supplement) 6 ......... ............... .......
Noten : zie volgende bladzijde.
132 291 1.543 3.909 7.270 9.208 9.806 10.042 10.382 10.857 11.214 11.608 14.710 122 280 1.683 4.134 7.705 9.729 10.297 10.498 10.851 11.347 11.712 12.076 14.942
2,9 3,8 22,4 54,7 130,4 156,4 161,9 163,1 165,7 175,6 184,2 197,3 221,1 2,3 3,3 24,9 58,5 137,8 164,1 170,7 171,9 173,9 185,8 197,1 215,2 230,8
1,2 2,6 13,0 29,5 74,4 91,7 97,8 98,9 100,7 109,0 114,6 123,0 136,2 1,4 3,2 16,1 40,6 81,9 101,1 107,4 108,2 109,8 120,3 126,6 136,0 145,6
0,3 1,0 3,7 7,7 16,7 20,8 21,6 21,8 22,3 23,1 24,4 25,8 29,5
0,1 0,3 1,0 2,6 3,0 3,1 3,1 3,3 3,7 4,0 4,1 4,7
0,2 0,5 1,8 3,7 8,2 10,0 10,4 10,4 10,5 10,8 11,5 12,4 13,6
0,3 1,1 4,6 8,8 17,4 22,2 23,1 23,3 23,7 24,5 25,9 28,0 30,5
0,1 0,1 0,4 1,4 3,1 3,8 4,0 4,0 4,1 4,3 4,4 4,5 5,1
0,1 0,2 1,8 3,6 7,8 9,7 10,2 10,2 10,3 10,6 11,4 12,8 13,5
0,2 0,4 0,6 0,9 1,2 1,5 1,7 1,9 2,0 2,3 2,6 2,9 2,9 0,3 0,5 0,7 1,0 1,3 1,5 1,9 2,0 2,3 2,5 2,9 3,3 3,3
- 507 -
XVII •• 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 5 (vervolg) . Cumulatieve maandcijfers Brs,n : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat
Tijdvak 2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
(1)
(2)
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Reserves Winst
;
Verlies
Bruto. obligatiecoupons 3
(miljarden franken)
( 3)
1
(4)
I
(5)
I
(6)
• II
(7)
B. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland (incl. de vennootschappen waarvan de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt)
1965 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) ........ ........
1966 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden • • • • 12 maanden 12 maanden (met supplement) .•
••
6
........
6
1 5 21 40 98 200 222 225 230 247 262 281 300
... 0,8 1,4 2,0 13,8 32,2 33,5 33,7 33,7 35,5 37,3 39,1 41,1
1 3 19 43 99 199 229 229 235 249 267 282 300
0,1 0,6 2,7 8,5 25,9 28,2 28,2 28,3 29,6 32,7 34,4 41,4
.
.
.
0,2 0,6 0,8 0,9 10,9 23,2 24,7 24,9 24,9 27,7 28,5 29,8 30,4
0,1 1,7 2,8 3,0 3,0 3,0 3,2 3,3 3,3 3,4
0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,6 0,6
1,0 1,2 1,3 1,3 1,3 1,4 1,4 1,5 1,5
0,2 0,2 0,3 0,7 9,6 24,5 27,0 27,0 27,1 27,7 29,3' 30,4 32,7'
0,1 0,7 2,1 2,2 2,2 2,2 2,2 2,4 2,5 3,5
0,1 0,2 0,8 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9
0,1 0,4 1,1 1,1 1,1 1,1 1,2 1,3 1,4 2,1
• • •
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
C. - Algemeen totaal 1965 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) 6
133 296 1.564 3.949 7.368 9.408 10.028 10.267 10.612 11.101 11.476 11.889 15.010
2,9 4,6 23,8 56,7 144,2 188,6 195,4 196,8 199,4 211,1 221,5 236,4 262,2
1,4 3,2 13,8 30,4 85,4 114,9 122,5 123,8 125,6 136,6 143,0 152,8 166,7
0,3 1,0 3,7 7,8 18,4 23,6 24,6 24,8 25,3 26,3 27,7 29,1 32,9
0,1 0,3 1,0 2,6 3,3 3,5 3,5 3,7 4,1 4,5 4,7 5,3
0,2 0,5 1,8 3,8 9,2 11,2 11,6 11,7 11,8 12,2 13,0 13,9 15,1
0,3 0,4 0,7 0,9 1,2 1,5 1,7 1,9 2,1 2,3 2,6 3,0 3,0
1966 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) 6
123 283 1.702 4.177 7.804 9.928 10.526 10.727 11.086 11.596 11.979 12.358 15.242
2,3 3,3 25,5 61,2 146,3 190,0 198,9 200,1 202,2 215,4 229,8 249,6 272,2
1,6 3,4 16,4 41,3 91,5 125,6 134,4 135,2 136,9 148,0 155,9 166,4 178,3
0,3 1,2 4,7 8,9 18,1 24,3 25,3 25,5 25,9 26,7 28,3 30,5 34,0
0,1 0,1 0,4 1,5 3,3 4,6 4,9 4,9 5,0 5,2 5,3 5,4 6,0
0,1 0,2 1,8 3,7 8,3 10,8 11,3 11,3 11,4 11,8 12,7 14,2 15,6
0,3 0,5 0,8 1,0 1,4 1,6 2,0 2,1 2,4 2,6 3,0 3,4 3,4
.
.
.
.
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen van Belgisch recht. 2 Voor de kolommen (1) tot (6) : maand waarin het dividend werd betaald. de obligatiecoupons kan deze van de 3 De obligatiecoupons worden, zoals de dividenden, geteld in de maand waarin zij werden betaald. De betaling van dividenden voorafgaan. Om die reden vertegenwoordigen niet alle obligaties waarvan de coupons in kolom (7) voorkomen noodzakelijk leningen van vennootschappen waarop de voorafgaande kolommen betrekking hebben. 4 Excl. de N.B.B., de N.M.K.N. en de Sabena. 5 Vanaf 1961, heeft men in deze statistiek rekening gehouden met de geleidelijke omschakeling van de vennootschappen van Kongolees recht in vennootschappen van Belgisch recht, die hun bedrijvigheid uitoefenen in Kongo. De vennootschappen van Kongolees recht worden niet meer in bovenstaande statistiek opgenomen. sturen, zijn de maandcijfers niet volledig juist. Het totaal van 6 Daar een aantal vennootschappen hun inlichtingen steeds met vertraging naar het deze bedragen wordt ieder jaar als « supplement s bij het totaal van de 12 maanden gevoegd.
-508-
XVII - 4. - UITGIFTEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN 1 Jaarcijfers (miljoenen franken) Brul : Nationaal Instituut voor de Statistiek
(gegevens gewijzigd door de N.B.B. 2).
nominale
Jaren
uitgiften
(1)
Aandelen en obligaties
Obligaties
Aandelen
(nominaal bedrag)
nettouitgiften
Niet doorlopende uitgiften uitgiften
(2)
(3)
aflossingen
nettouitgiften I = (3) 5)- (4)
(4)
Totale nettouitgiften
Totale nettouitgiften
doorlopende nettouitgiften
Aandelen en obligaties Totale netto uitgiften
(N.I.S.)
(7) (8) = (5) -I- (6) = (2) -I- (7)
(6)
(0)
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 1957
27.682
5.573
3.120
1.448
1.672
833
2.505
8.078
10.687
1958
8.801
4.908
3.144
1.506
1.638
1.288
2.926
7.834
12.920
814
2.480
6.240
11.317
1959
10.227
3.760
3.196
1.530
1.666
1960
16.065
6.266
1.367
1.682
- 315
1.009
694
6.960
11.241
1961
19.013
6.014
1.667
1.520
147
844
991
7.005
12.660
1962
19.173
8.249
3.375
1.860
1.515
1.762
3.277
11.526
14.614
14.956
6.541
4.640
1.648
2.992
418
3.410
9.951
12.018
21.556
11.568
3.848
2.108
1.740
1.024
2.764
14.332
14.200
22.797
10.993
v 6.019
v 2.019
v 4.000
v1.327
v 5.327
v 16.320
v17.743
553
2.312
1.905
377
1.539
1.119
1963 1964 1965
• • ............
•
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 1957
6.994
1.759
724
171
553
1958
2.282
1.162
450
124
326
51
1959
2.442
613
215
87
128
21
107
720
606
1960
6.443
1.685
80
177
97
- 21
- 118
1.567
1.510
1961
209
82
85
85
- 24
- 109
1962
398
204
32
28
1963
232
41
1964
1.660
10
1965
540
14
4
v
257
-
257
1
59
-
58
500
40
v
460
-
-
-
6
5
v
-
-64
27
28
176
167
- 263
- 222
-223
-
-
- 49
58 455
v
48 469
v
463
Algemeen totaal 1957
34.676
7.332
3.844
1.619
2.225
833
3.058
10.390
12.592
1.964
1.339
3.303
9.373
14.039
1958
11.083
6.070
3.594
1.630
1959
12.669
4.373
3.411
1.617
1.794
793
2.587
6.960
11.923
1960
22.508
7.951
1.447
1.859
- 412
988
576
8.527
12.751
1961
19.222
6.096
1.667
1.605
62
820
882
6.978
12.596
1962
19.571
8.453
3.379
1.892
1.487
1.762
3.249
11.702
14.782
1963
15.188
6.582
4.640
1.905
2.735
412
3.147
9.729
11.795
1964
23.216
11.578
3.849
2.167
1.682
1.024
2.706
14.284
14.151
1965
23.337
11.007
v 6.519
v 2.059
v 4.460
v 1.322
v 5.782
v16.789
v18.206
1 Belgische vennootschappen : naamloze, commanditaire op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid van Belgisch recht. Kongo. lese vennootschappen (tot 30 juni 1960 : aandelen- en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid van Kongolees recht (zie noot 3). Deze wijzigingen bestaan enerzijds uit de opneming van de bijstortingen en anderzijds uit de verwijdering van de doorlopende en niet-doorlopende uitgiften van de overheidssector (N.M.K.N., Sabena) en van de uitgiften van obligaties en kasbons van de Belgische banken. 3 Tot 30 juni 1960, incl. de Belgische vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in Kongo en de vennootschappen van Kongolees recht. Vanaf juli 1060 zijn de vennootschappen van Kongolees recht niet meer in deze statistiek opgenomen. N. B. - Rol. (1) en (9) : bedragen overgenomen zonder wijziging van de statistieken van liet N.I.S. - kol. (2) tot (8) : bedragen gewijzigd door de N.B.B. zoals hierboven in noot 2 aangeduid. Kol. (1) : oprichtingen van vennootschappen en kapitaalverhogingen - kol. (2) : gestorte bedragen op ondcrschrijving van aandelen (verminderd met de stortingen andere dan in chartaal geld), uitgiftepremies en bijstortingen - kol. (3) : nieuwe uitgiften (gedeelte dat werkelijk uitgegeven werd tijdens liet jaar), verhoogd met het saldo van voorgaande uitgiften, verminderd met conversieleningen. 2
- 509 -
XVII • 5. - UITGIFTEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN
Maandelijkse cijfers 2 (miljoenen franken) Bron : Definitieve cijfers : (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 3). Voorlopige cijfers : Bankcommissie N.B.B.
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België Obli gaties
Aandelen Tijdvak
(nominaal bedrag)
Aandelen en obligaties
B. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland Aandelen
Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen en obligaties Totaal
nominale uitgiften
nettouitgiften
nietdoorlopende brutouitgiften
Totaal
nominale uitgiften
nettouitgiften
nietdoorlopende brutouitgiften
(1)
(2)
(3)
(4)= (2) -1-(3)
(5)
(G)
(7)
1964 Eerste 6 maanden ._
9.145
3.964
1.677
5.641
1.546
9
Eerste 9 maanden ._ 12 maanden
13.567 21.556
5.805 9.766
1.912 3.848
7.717 13.614
1.546 1.660
9 9
1965 Eerste 3 maanden _. Eerste 6 maanden _. Eerste 9 maanden ._
5.603 12.819 15.856
2.030 3.481 4.835
1.850 2.985 3.621
22.797
7.226
v 6.019
3.880 6.466 8.456 v13.245
8 495 495 540
8 8 8 8
1966 Eerste 3 maanden ._
7.406
3.603
365
3.968
Eerste 6 maanden ._
16.775
5.312
979
6.291
1
Eerste 9 maanden ._ 12 maanden
18.823 29.934
6.239 9.714
1.505 v 2.645
7.744 v12.359
655 659
12 maanden
...
(H) ..-= (6) -i- (7)
9
.--
9 10
...
1
8 508 508
...
v
500 500 500
v
508
...
450
450
...
450
450
10 1.0
450 v
700
v
460 710
667
317
1.513
1.830
November
3.821
1.051
157
1.208
December
2.454
1.024
475
1.499
...
...
...
749
450
27
477
...
...
450
450
...
1965 Oktober
1966 Januari Februari Maart
...
15 30
945
906
19
925
...
5.712
2.247
319
2.566
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
882
332
132
464
1.062
439
371
810
7.425
938
111
1.049
616
203
31
234
654
Augustus
621
529
8
537
...
...
...
September
811
195
487
682
...
...
...
...
Oktober
1.174
359
18
377
...
...
250
250
November
6.951
2.246
1.004
3.250
4
...
...
2.986
870
118
988
...
...
847
319
9
328
...
...
...
356
...
...
...
...
...
...
...
...
April Mei Juni Juli
_____._
December 1967 Januari
v
1
...
...
Februari
v
835
355
1
Maart
v
1.294
385
217
602
...
April
v
1.220
487
1.255
1.742
...
Mei
v
1.031
357
47
404
...
Juni
v
10.714
359
11
370
Juli
v
2.219
582
...
582
v
634
103
...
103
Augustus
10
...
...
10
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkbeid onder Belgisch recht. De cijfers van deze tabel verschillen in volgende opzichten met die welke in tabel XVII - 4 voorkomen : a) de netto-uitgiften van aandelen bevatten de bijstortingen niet: b) de obligatieuitgiften zijn bruto (afschrijvingen niet afgetrokken) en houden geen rekening met de doorlopende uitgiften. 3 De wijzigingen bestaan in het uitschakelen van de obligaties van de publieke sector (N.1I.K.N., Sabena) en de obligaties van de Belgische banken. N. B. - 3, fl en 9 eerste maanden = optelling van de maandcijfers. Het cijfer van de 12 maanden omvat aanvullende gegevens die niet per maand kunnen ingedeeld worden Ivoor de kolommen (1), (8), (5) en (7) zie tabel XVII-4). Sibliografisebe referenties : Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economische Statistieken 1941-1950 en 1950-1960 (N.B.B.). - Bulletin !stemma des Statistiques (Beurscommissie van Brussel). - Weekberichten van de Kredietbank. 2
- 510 -
- GELDMARKT 1. - MARKT VAN HET DAGGELD EN VAN HET GELD OP ZEER KORTE TERMIJN * (miljoenen franken) Bedragen uitgeleend door
Bedragen ontleend door Totaal
11.W.I.
Overige instellingen
2
(4)
(5)
(6)
(7)
159 1.107 1.811 943 202 6
3.305 1.821 1.165 1.664 1.671 1.703 1.842 2.743
17 15 73 1.025 1.817 1.517 1.600 1.310
2.786 068 29 10 1 1 122 480
2.514 2.496 2.981 3.104 3.162 1.375 1.126 1.690
276 420 432 1.047 989 1.271 781 1.148
5.593 3.899 3.515 5.186 5.969 4.164 3.629 4.628
1.767 1.905
722 264
2.546 2.658
1.417 1.222
5 805
2.356 1.696
1.257 1.104
5.035 4.827
...
1.982 1.726 1.761 2.151
572 435 35 20
2.336 2.144 2.941 3.202
1.187 1.220 1.298 1.182
252 445 851 1.654
2.647 1.580 1.211 1.364
804 1.060 1.377 1.173
4.890
...
4.305
...
4.737 5.373
...
233
4.021
1.633
426
3.380
759
601 1.861
3.245 2.851
1.694 1.812
613 95
2.614 3.708
940 1.177
6.198 5.861 6.792
232 886 420
1.829 1.877 2.150 2.403 2.992 2.901 2.929 2.598 2.870 4.126
1.124 1.314 1.360 980 1.671 1.186 1.029 1.039 1.412 1.102
371 30 339 968 347 1.456 747 1.207 1.215 2.527
1.563 1.820 1.528 1.395 896 1.595 1.140 920 1.252 1.916
833 1.019 903 1.263 1.433 902 1.807 1.254 1.064 1.197
3.891 4.183 4.130 4.606 4.347 5.139 4.723 4.420 4.943 6.742
1.285 1.871 1.765
623 576 94
3.830 3.225 3.071
783 714 776
6.521 6.386 5.706 6.350 5.754 5.481 5.294 7.489 7.618
Rentenfonds
Overige instellingen 3
(1)
(2)
(3)
1957 1958 1959 1960 1961 1 962 1963 1964
2.288 2.078 2.191 2.415 2.487 1.518 1.585 1.879
... ...
1965 1.966 1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Daggemiddelden
.
1967
kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 10
.... .......
1966 Maart April Mei
Juni
..............
Juli Augustus September Oktober November December
1.944
2.015 2.080 1.830 1.420 1.560 2.203 1.251 2.238 1.794 1.819 2.015 2.616
.
...
104 ...
... 3 58 ...
Deposito. banken
4
2.195 2.290 1.381
107 3 566
4.219 4.093 3.759
April
1.700
628
4.022
1.796
337
3.117
1.100
Mei Juni
1.745 2.608 1.779 2.514 1.941
991 171 874 2.167 2.564
3.018 2.702 2.641 2.808 3.113
2.150 1.120 1.784 1.727 1.930
92 1.429 282
2.651 2.072 1.706 4.573 4.881
861 860 1.522 1.189 807
1967 Januari Februari Maart
Juli
Augustus September
...
_,_ ,( 28)‘ 7_ WI 0T w(4') V(5')
Terug. getrokken bedragen
Renten. fonds
Deposito. banken 2
1
-I- (6) -I- (7) (0)
5 577 188
37 23 307 49 11
83
...
... ... ... ... ... ... ... ...
...
... ...
...
... ...
...
" Van 27 februari 1956 tot 16 november 1959 verhandelde men, naast het daggeld, ook ge d dat op 5 en 10 dagen werd uitgeleend of ontleend. Deze bedragen zijn derhalve in bovenstaande cijfers begrepen. Sedert 17 november 1959 wordt er geen geld op 5 en 10 dagen meer uitgeleend of ontleend. Sedert dezelfde datum valt het grootste gedeelte van het verhandelde daggeld onder toepassing van het « Protocol opgemaakt met het oog op de deelneming aan de markt van het gewaarborgde daggeld s. Deze tabel omvat ook buiten dit Protocol verhandelde kapitalen. Do kapitalen die door sommige instellingen occasioneel worden opgenomen en dezelfde dag door hen opnieuw worden afgestaan, worden afgetekend als leningen toegestaan door de oorspronkelijke geldschieters en leningen opgenomen door de ultieme geldnemers. Om dubbel getelde bedragen te vermijden worden de leningen, opgenomen en toegestaan door intermediaire instellingen, buiten beschouwing gelaten. 1 Tot 31 december 1964 werden de gemiddelden berekend op basis van het aantal werkdagen van de periode. Met ingang van 1965, worden de gemiddelden berekend op basis van het totaal aantal dagen van de periode; deze laatste methode stemt overeen met de methode aangenomen door het H.W.I. bij de voorstelling van zijn gegevens. 2 Tot 16 november 1959, slechts de depositobanken te Brussel en te Antwerpen. Nadien ook deze van andere plaatsen. 3 Tot 16 november 1959 inzonderheid de A.S.L.R., de Centrale Bank van Belgisch.Eongo en Ruanda-Urundi, de R.M.Z., het Gemeentekrediet en sedert 17 november 1959 inzonderheid de A.S.L.K., het Gemeentekrediet, de N.M.B.S. en sedert augustus 1060 diverse geldschieters « buiten Protocol ». 4 Tot 16 november 1959 inzonderheid de N.M.K.N., de Centrale Bank van Belgisch-Kongo en RuMada-Urundi, do Nationale Delcrederedienst en sedert 17 november 1959 inzonderheid de Nationale Delcrederedienst, de N.K.B.R., de N.M.K.N.
- 511 -
XVIII - 2. - HOUDERSCHAP YAN HET DOOR DE DEPOSITOBANKEN GEDISCONTEERDE HANDELSPAPIER EN VAN DE BANKACCEPTEN 1 (Miljarden franken) Portefeuille van Gemiddelde bedragen per einde maand
de depositobanken
het Herdisconteringen Waarborginstituut 3
de overige instellingen van de markt van het particulier disconto
de Nationale Bank van België 4
(1)
(2)
(3)
(4)
2
1963
39,3
0,7
1964
47,4
1,2
1965
56,6
1,9
1966
62,6
0,8
1963 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
34,6 38,0 40,7 43,8
1964 le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
14,8
Totaal
(5) = (1) tot (4)
4,7
59,5
15,6
5,3
69,5
14,9
4,0
77,4
15,6
8,8
87,8
0,6 0,5 0,6 1,0'
15,1 15,7 14,3 14,0
4,4 3,6 6,0 4,9
54,7 57,8 61,6 63,7
45,0 46,7 46,5 51,4
1,1 1,3 1,4 1,0
16,2 17,5 14,6 14,1
4,2 4,5 8,1 4,5
66,5 70,0 70,6 71,0
1965 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal
55,0 55,1 56,2 59,9
1,5 1,7 2,8 1,8
15,2 15,8 13,9 14,8
2,2 3,4 4,8 5,7
73,9 76,0 77,7 82,2
1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
59,5 61,2 62,3 67,5
1,4 0,7 0,4 0,6
17,0 16,4 14,8 14,3
7,0 8,8 10,1 9,2
84,9 87,1 87,6 91,6
1967 le kwartaal 2° kwartaal
70,0 74,3
1,5 0,6
16,9 17,8
8,1 7,6
96,5 100,3
1 Opgenomen bedragen van de disconto- en acceptkredieten in Belgische franken bij hun oorsprong verleend door de depositobanken aan bedrijven en particulieren (excl. de financiële instellingen, maar incl. de parastatale bedrijven) en aan het buitenland. die gemiddelden te berekenen heeft men eenmaal de uitstaande bedragen bij het begin en op het einde van de periode genomen en tweemaal de uitstaande bedragen op het einde van de tussenliggende maanden. 3 Bedrag van de portefeuille, met uitzondering van het hij de Nationale Bank geherdisconteerde gedeelte. 4 Aangezien de tabel uitsluitend betrekking heeft op de bij hun oorsprong door de depositobanken verleende kredieten, bevatten de cijfers van deze kolom niet de directe kredieten van de Nationale Bank. 2 Om
- 512 -
XVIII - 3. - BEDRIJVIGHEID YAN DE YERREKENINGSKAMERS Debetverrichtingen Brussel Maandgemiddelden of maanden
Aantal kamers
Geld op zeer korte termijn 1
Andere verrichtingen
Algemeen totaal
Provincie Totaal
2
Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden franken stukken franken stukken stukken franken stukken franken stukken franken
39
2
124
248
142
250
266
237
64
487
330
39.
3
208
289
158
292
366
243
57
535
423
39
3
235
409
167
412
402
261
62
673
464
1.962
39
3
158
475
196
478
354
285
68
763
422
1963
39
2
129
510
226
521
355
302
73
823
428
1964
39
2
148
605
269
607
417
358
82
965
499
1.161
575
1959 1960 .
................
1961
1965
39
2
169
736
307
738
476
423
99
1966
39
2
160
1.146
322
1.148
482
507
117
1.655
599
1966 2e kwartaal
39
2
145
1.138
317
1.140
462
495
115
1.835
577
kwartaal
39
2
153
1.107
323
1.109
476
501
117
1.610
593
4e kwartaal
39
2
162
1.255
341
1.257
503
578
124
1.835
627
1967 le kwartaal
39
3
172
.1.261
411
1.264
583
614
127
1.878
710
2e
kwartaal
39
2
174
1.352
404
1.354
578
596
121
1.950
699
30
kwartaal
39
3
239
1.304
380
1.307
619
621
127
1.928
746
39
2
142
1.078
303
1.080
445
458
106
1.538
551
Mei
39
2
134
1.112
340
1.114
474
488
115
1.602
589
Juni
39
2
159
1.225
308
1.227
467
539
124
1.786
591
468
113
1.560
603
3e
1966 April
Juli
39
2
136
1.090
354
1.092
490
Augustus
39
2
172
1.099
316
1.101
488
507
124
1.608
612
September
39
2
152
1.133
299
1.135
451
529
115
1.664
566
Oktober
39
2
143
1.201
326
1.203
469
547
119
1.750
588
November
39
2
151
1.187
336
1.189
487
558
118
1.747
805
December
39
3
192
1.378
360
1.381
552
628
134
2.009
686
39
3
195
1.288
423
1.291
618
617
131
1.908
749
Februari
39
2
162
1.184
391
1.186
553
577
123
1.763
676
Maart
39
3
159
1.311
420
1.314
579
648
128
1.962
707
April
•39
2
171
1.264
405
1.266
576
617
115
1.883
691
Mei
39
2
168
1.356
422
1.358
590
487
115
1.845
705
Juni
39
2
184
1.435
383
1.437
567
684
134
2.121
701
Juli
39
3
164
1.270
420
1.273
584
612
130
1.885
714
Augustus
39
3
280
1.299
381
1.302
661
622
131
1.924
792
September
39
3
272
1.343
338
1.346
610
628
122
1.974
732
1967 Januari
-
1 Betreft het daggeld en, tot 16 november 1959, het op 1, 5 en 10 dagen uitgeleende of ontleende geld. Sedert 17 november 1959 wordt het geld op 10 dagen niet meer verhandeld. 2 Effecten, overheidspapier, coupons, overschrijvingen, cheques, wissels, promessen, kwijtschriften, transacties met het buitenland, enz.
5 en
(N.B.B.). - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting Bibliografische referenties : Belgische Economische Statistieken 1941-1050 en 1950-1960 (N.B.B.) : XX VIlle Jaargang, Deel I, nr 5, mei 1953 : e Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (call money) • - XXXVe Jaargang, Deel I, nr 4, april 1960 : a De Belgische geldmarkt » - XXXVIIe Jaargang, Deel I, nrs 3 en 4, maart en april 1962 : a De hervorming van 1 januari 1962 en de Belgische geldmarkt » - XLIle jaargang, deel II, nr 3, september 1967 : a Nieuwe tabellen betreffende de disconto-, voorschotten- en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren en aan het buitenland verleend ».
XIX. - DISCONTO-, RENTE- EN RENDEMENTSPERCENTAGES (in pct. per ) iar)
1. - DISCONTO EN i<ENTETARIEF VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE Disconto G eaccepin hilmienr
Datum van de wijziging
g edomicilieerd papier, warrants
Accepten vooraf door de N.B.B. geviseerd niet betrekking tot in voer
I
G eaccepteerti niet in een bank gedomi•
Voorschotten in rekening-courant en beleningen op • Niet geaccepteerd papier
papier
in een bank gedomig. rn cilieerd
niet in Promessen een bank edo . g.. cilieerd
. .
4,25 4,-3,75 3,50
3,25 3,3,2,75
4,75 4,50 4,25 4,-
5,4,75 4,50 4,50
5,50 5,25 5,-5,-
5,50 5,25 5,5,-
2,25 2,25 2,25 --
1 963 18 juli . ..... _ 31 oktober
4,4,25
4,4,25
3,25 3,75
4,50 5,-
5,5,75
5,50 6,25
5,50 6,25
--
1964
4,25 4,75 4,75
4,25 4,75 4,75
3,75 4,25 4,25
5,5,25 5,25
5,75 5,75 5,75
6,25 6,25 6,25
2 juni 27 oktober
5,25 5,25
5,25 5,25
4,75 4,75
5,75 5,75
6,25 6,25
2 februari 23 maart 20 april 11 mei 14 september .
5,-4,75 4,75 4,50 4,25
5,-4,75 4,75 4,50 4,25
4,50 4,25 4,25 4,3,75
5,75 5,50 5,50 5,25 5,-
6,25 6,6,-5,75 5,50
.
1966 1967
4 februari 3 juli 18 december
.
Schatbietcertificaten uitgegeven op meer dan 130 dagen en op max. 366 dagen
mniere overheldefondsen 1
uitvoer
4,25 4,3,75 3,60
1962 18 januari 22 maart 9 augustus 6 december
Schatkistcertificaten en certificaten van het Rentenfonds uitgegeven op maxum maximum 130 dagen
Schatkistcertificaten uit gegeven aan 1 15/ 16 %
4,25 3,75 3,50
5,4,50 4,25 4,-
6,50 6,26 5,5,-
-
4,50
4,50 5,25
5,50 6,25
6,25 6,25 6,25
---
4,75 5,5,25
5,50 5,50 5,75
8,50 6,50 6,50
6,75 6,75
6,75 6,75
--
5,75 6,-
6,25 6,25
7,7,-
6,75 6,50 6,50 6,25 6,--
6,75 6,50 6,50 6,25 6,-
--
6,25 6,25
6,75 6,50 6,50 6,25 6,--
-
6,5,75 5,50 5,25
----
5,75 5,50
1 Incl. de schatkistcertificaten met meer dan 12 maanden looptijd. - Alleen de effecten en overheidsfondsen h aan too Ider n in Belgische franken luidend, worden in onderpand aanvaard. • Quotiteit van het voorschot op 30 september 1967 Schatkistcort. en cert. v.h. Rentenfonds uitgegeven op max. 366 d. ... max. 95 pct. Andere overheidsfondsen (zie noot 1) max. 80 pct.
XIX - 2. - DAGGELDRENTE
XIX - 3. - RENTEVOET VAN DE SCHATKISTCERTIFICATEN
EN VAN DE CERTIFICATEN VAN HET RENTENFONDS
......... • • • • • • • • ........
2,82 2,56 2,14 2,31 3,35 3,17 3,88
1966 Oktober November December
4,40 4,40 3,92
1967 Januari Februari
3,37 3,53 3,45 3,71 3,59 3,52 3,69 2,88 2,85
Maart April Mei Juni Juli Augustus September
2
3 maan den
1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
2 maan den
Einde tijdvak
1 maand
Schatkistcertificaten op zeer korte termijn
Gemiddelden 1
Schatkistcertificaten B en certificaten van het Rentenfonds 5 4
6
b
6
uitgegeven bij gunning Datum
7 6 9 12 maanden maanden maanden
..
3,50 4,25 4,10 5,35
3,80 4,50 4,40 5,60
4,10 4,75 1,75 5,85
4,35 5,25 5,15 6,15
3,65 4,89 5,04 5,48
1962 4jan. 1963 3jan. 196414jan. 196512jan. 196611jan.
4,283 3,360 4,750 5,40 5,30
4,864 3,418 4,800 5,55 5,45
1966 Okt. Nov. Dec. 1967 Jan. Feb. Maart . April Mei Juni juli _ Aug. Sept. .
5,10 5,15 5,35 5,25 5,20 5,00 4,80 4,70 4,95 5,00 4,75 4,50
5,40 5,50 5,60 5,50 5,45 5,25 5,05 4,95 5,20 5,25 5,00 4,75
5,70 5,75 5,85 5,75 5,70 5,50 5,30 5,20 5,45 5,50 5,25 5,00
5,90 6,00 6,15 6,05 6,00 5,75 5,60 5,50 5,75 5,80 5,60 5,40
5,85 5,99 6,12 6,12 6,00 5,84 5,67 5,55 5,65 5,79 5,73 5,43
1966 8 nov. 13dec. 1967 10jan. 14feb. 14inaart 11 april 9mei 13juni lljuli 8aug. 12sept. lOokt.
6,00 6,05 6,20 6,10 6,10 5,95 5,85 5,90 5,95 5,90 5,70 5,60
6,00 6,10 6,25 6,05 6,15
1963 1964 1965 1966
* 5,85 5,85 6,00 5,95 5,70 5,60
* 9,460 4,750 5,65 5,00 6,05 6,25 6,35 6,15 6,15 6,00 5,85 5,90 6,05
*
5,70 5,60
1 Het gaat om gewogen gemiddelden van de gemiddelde dagelijkse rentevoeten. (De weging houdt niet alleen rekening met de kapitale 1 die elke dag opgenomen worden in het kader van het Protocol opgemaakt met het oog op de deelneming aan de markt van het gewaarborgde daggeld s, maar ook met kapitalen die buiten dit Protocol worden opgenomen.) Tot einde december 1064 zijn de gemiddelden berekend op basis van het aantal werkdagen van de periode. Met ingang van 1965 werden de gemiddelden berekend op grond van het totaal aantal dagen van de periode; deze laatste berekeningsmethode stemt overeen niet de methode aangenomen door liet H.W.I. bij de voorstel. ling van zijn gegevens. 2 Cf. Ministerieel besluit van 9 november 1957 (Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8028), gewijzigd bij ministerieel besluit van 25 maart 1964 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 1964, blz. 3233). 3 De schatkistcertificaten B worden hetzij door de banken, hetzij door liet Rentenfonds aangehouden; de certificaten van liet Rentenfonds worden door de banken aangehouden en sedert mei 1905, in bijkomende rr.t.. door overheidsinstellingen en private spaarkassen. Deze beide soorten certificaten vloeiden voort uit de her. vorming van de geldmarkt in november 1957; de schatkistcertificaten B ontstonden uit de conversie, ten belope van I' 8,9 miljard, van de schuld op korte termijn die toen bij de banken was ondergebracht, terwijl het saldo van die schuld, zegge I' 20 miljard, werd omgezet in schatkistcertificaten A op 12 maanden tegen 1 15/16 pct. (Ministerieel besluit van 9 november 1057, Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8030). Bij K.B. van 20.12-1962 werden de A-certificaten omgezet in een s Speciale Conversielening 1962 s terugbetaalbaar in 20 jaar en verdeeld in drie tranches (F 10.000 miljoen, F 5.000 miljoen en F 4.826 miljoen) met een rentevoet van 3,50 pct. jaars respectievelijk vanaf 1-1-1962, 31-12-1956 en 31.12-1971. VUr deze data blijft de rentevoet bepaald op 1 15/16 pct. jaars. Het uitstaande bedrag van de schatkistcertificaten B schommelt niet; op 8 april 1960 werd liet nochtans door omzetting van schatkistcertificaten A op F 9,1 miljard gebracht. Sedert de hervorming van de geldmarkt van november 1057 waren de schatkistcertificaten A en B en de certificaten van het Rentenfonds het enige overheidspapier dat in aanmerking kwam voor de samenstelling van de zgn. 4. gedeeltelijke s dekking van de deposito's op maximum één maand bij de banken met grote en gemiddelde circulatie, tot bij de opheffing van deze dekking op 1 januari 1962. Tot einde 1961 was de rente van de schatkistcertificaten B en van de certificaten van het Rentenfonds gebonden aan de discontovoet van de Nationale Bank van België voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels; sedert 1 januari 1962 wordt de rente voor de certificaten van het Rentenfonds vastgesteld door wekelijkse gunningen die eveneens de rente voor de schatkistcertificaten B bepalen. 4 Percentage van de laatste wekelijkse gunning van de maand. 5 Gewogen gemiddelde van de percentages bepaald door de wekelijkse gunningen van het jaar of van de maand. 6 Enige rentevoet, geldig voor al de toegewezen certificaten (hoogste door liet Rentenfonds in aanmerk ing genomen rentevoet). 1 Tot einde 1963, gemiddelde rentevoeten, gewogen door de bedragen van de toege wezen certificaten. Van januari 1964 af, enige rentevoeten geldig voor al de toegewezen certificaten (hoogste door de Schatkist in aanmerking genomen rentevoeten). • Geen gunning.
- 514 XIX - 4. - RENTETARIEF VOOR DEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN BIJ DE BANKEN EN BIJ DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS Einde periode
direct opeisbaar
'tarief 1 1 Depositorekeningen op termijn met 15 dagen
Algemene Spaarkas (Spaarinlagen van particulieren) 3 2
opzegging 2
1 maand
3 maanden
6 maanden
tot 250.000 F
boven 250.000 F
1958
0,50
0,90
1,35
1,75
2,15
3,00
2,00
1959
0,50
0,85
1,20
1,60
1,95
3,00
2,00
1960
0,50
1,75
2,85
3,45
3,60
3,00
2,00
1961
0,50
1,30
2,40
3,15
3,30
3,00
2,00
0,50
1,00
1,70
2,50
2,70
3,00
2,00
1963
0,50
1.20
2,10
3.00
3,50
3,00
2,00
1964
0,50
1,30
3,00
3,50
4,00
1962
..
...............
3.00 tot 350.000 F
2,00 boven 850.000 F
1965
0,50
1,30
3,00
3,50
4,00
3,00
2,00
1966 Juni
0,50
1,30
3,00
3,50
4,00
3,00
2,00
Juli
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
Augustus
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
3,80
4,30
3,00
2,00
3,00
2,00
September
... .......
Oktober
0,50
1,50
3,20
November
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
December
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00 tot 500.000 F
0,50
1967 Januari
1,50
3,20
3,80
2,00 boven 500.000 F
4,30
3,00
2,00 2,00
Februari
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
Maart
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
April
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00 2,00
Mei
...
-. -.
Juni
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
Juli
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00
Augustus
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00
September
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00
1 Tarief toegepast door ca. 25 banken, waaronder de voornaamste. Andere banken, vooral regionale, passen over het algemeen een hoger tarief toe. - 2 Van november 1957 tot einde 1961 bewoog de rente van de deposito's met opzeggingstermijn en van de deposito's op termijn in functie van de discontovoot van de N.B.B. voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels. Sedert begin 1162 zijn de veranderingen die zij in functie van de marktvoorwaarden, de toestand van de betalingsbalans en het conjunctuurverloop ondergaat, het voorwerp van een akkoord, dat door overleg tussen de Nationale Bank van Belgi6 en de Belgische Vereniging der Banken is voorafgegaan. - 3 Exclusief een getrouwheidspremie voor de eerste maal toegekend in 1958 voor elk bedrag dat gedurende het geheel burgerlijk jaar gedeponeerd bleef of, met ingang van 1965, tussen 16 januari en 31 december van hetzelfde jaar. liet percentage van deze premie evolueerde als volgt : voor de bedragen tot 250.000 fr. (350.000 fr. met ingang van 1 januari 1965 en 500.000 fr. met ingang van 1 januari 1967), 0,30 pct. van 1958 tot 1963 (behalve in 1959 toen de toekenning van de premie werd opgeschort), 0,40 pet. in 1964 en 0,50 pct. met ingang van 1 januari 1965; voor de bedragen hoger dan 250.000 fr. (350.000 fr. met ingang van 1 januari 1965 en 500.000 fr. met ingang van 1 januari 1967), 0,20 pet. van 1960 tot 1063 (geen premie in 1058 en 1959), 0,30 pet. in 1964 en 0,40 pct. met ingang van 1 januari 1965.
- 515 XIX - 5. - RENDEMENT YAN PAST RENTENDE WAARDEN OP DE BEURS TE BRUSSEL * Leningen uitgegeven na 1 december 1962
Leningen uitgegeven vóór 1 december 1962 Geiinificeerde schuld Begin der periode
Vervaldag binnen 2 tot 5 jaar
Vervaldag binnen 5 tot 20 jaar
(rendement alleen berekend volgens de notering)
Staat
Parastatale instellingen en steden
Staat
4 pct. le r.
3,5 tot 5.25 pct.
3 tot 0,50 pct.
1 tot 5.00 pct.
Gewogen gemiddelden (excl. de Parastatale instellingen Gee:lende' . en steden schuld)
Staat
Gewogen Parastatale instellingen gemiddelden en steden
2
3 tot 5,50 pet.
1958
4,93
--
5,53 ,
6,47
6,51
6,41
1959
4,29
--
4,44
4,85
4,93
4,85
1960
4,21
4,72
4,79
5,21
5,10
5,11
1961
4,39
5,55
5,69
6,07
5,80
5,89
1962
4,40
5,21
5,34
5,74
5,70
5,64
1963
4,05
4,54
4,50
4,96
5,02
1964
4.04
5,04
4,92
5,32
5,21
1965
4,06
5,38
5,38
5,62
1966
4,06
5,35
5,46
1966 September
4,07
5,85
Oktober
4,07
November December 1967 Januari
Vervaldag binnen 5 tot 20 jaar
5 tot 7 pet.
3 tot 7 pet.
--
-__
-
4,94
---
__ --
5,23
5,98
5,95
5,98
5,60
5,53
6,43
6,55
6,47
5,66
5,64
5,54.
6,45
6,54
6,49
5,81
5,84
5,76
5,83
6,73
6,76
6,76
5,99
5,96
5,94
5,81
5,94
6,76
6,80
6,81
4,07
5,90
5,96
5,96
5,82
5,92
6,67
6,80
6,74
4,07
5,91
5,89
5,90
5,84 .
5,90
6,73
6,81
6,78
6,76
6,81
6,80
-
4,07
5,83
5,82
5,85
5,84
5,84
Februari
4,09
5,98
5,79
5,88
5,84
5,89
6,74
6,80
6,79
Maart
4,08
5,94
5,79
5,88
5,88
5,89
6,76
6,83
6,81
April
4,06
5,73
5,76
5,86
5,83
5,81
6,76
6,84
6,81 6,82
Mei
4,06
5,85
5,84
5,86
5,84
5,84
6,77
6,83
Juni
4,06
5,76
5,85
5,89
5,85
5,82
6,77
6,81
6,81
Juli
4,06
5,80
5,86
5,92
5,84
5,85
6,77
6,81
6,82
Augustus
4,06
5,45
5,63
5,74
5,77
5,63
6,64
6,73
6,70
September
4,06
5,55
5,59
5,77
5,75
5,65
6,64
6,72
6,70
Oktober
4,06
5,74
5,57
5,77
5,71
5,71
6,66
6,76
6,72
• Tenzij anders vermeld is het gemiddelde rendemel t het percentage dat, toegepast bij de berekening van de actue e waarde van de gezamenlijke nog te ontvangen termijnen (aflossing, rente, gebeurlijke loten en premies) van de annuiteit, een actuele waarde geeft die gelijk is aan de koopprijs van het uitstaande kapitaal, berekend volgens de dagnotering, verhoogd met de courtage en gebeurlijk met de opgelopen rente. 1 Leningen met een rentevoet van 4 en 4,5 pct. - 2 Incl. de leningen der vennootschappen van 5 tot 20 jaar. N. 13. Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.), XXXIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1956.
Bibliografische referenties :
Belgisch Staatsblad : weekstaten van de N.B.B. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XXVIe Jaargang, Deel 1, Nr 6, juni 1951 : s De daggeldmarkt sedert september 1950 s; XXV1IIe Jaargang, Deel I, Nr 5, mei 1958 : . Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (colt money) .; XXXIle Jaargang, Deel II, Nr 5, november 1957 : s De hervorming van de geldmarlct s; XXXVe Jaargang, Deel I, Nr 4, april 1960 : s De Belgische geldmarkt s; XXXVIIe Jaargang, Deel I, Nre 8 en 4, maart en april 1962 : s De hervorming van 1 januari 1962 en de Belgische geldmarkt
- 516 -
XX. - BUITENLANDSE CIRCULATIEBANKEN 1. - DISCONTOVOET * Duitsland
Maand van de wijzigingen
Datum
DtOsvconent"
Verenigde Staten 1 Datum
Frankrijk
•1 0isyconent.
17
1959 Januari Februari Maart April
10
27
3,50
24 7 18
2,75 2,25
3,12
g,-
7
2,50
16
4
3, -
23
4,-
3
5,-
11
6
3,-
29 11
3,50
10 12
5
4,25
23
,-
Datum
"f)t O8.eco°ent
Datum
nt oiBye:ent-
Zwitserland Datum
Disco
20
6,-
22 19 14
5,50 4,50
20
4,-
5,-
24 25
4,50 4,-
14
3,50
15
3,-
21
2,75
2,50
5,-
7
3,50
26
2,-
3
2,50
6
3,50
10
3,-
4,-
3,50
3,6
3,50
21 23
5,-
27
5,50
16
3,50
25
4,-
6,-
4,8
20
3,50
5
3,-
25 5 2 8 22 26
3
1963 Januari
17
Juli Augustus . November .
22
3,50
13
4,-
27
5,-
6 17
4,50
14 12
3,50
4,9
6
-
7,6,50 6,5,50
5,4,50
4,-
8
26 10 12 13
6,5,50 5,-
6
3,50
11
4,-
23
4,25
6
4,75
14
5,25
4,-
3,50
4,27
24
p
3,50
14
1964 Januari Februari . Juni Juli November .
1967 Januari Februari Maart April Mei Juli September .
Diaco to ent -
4,-
7,-
2,75
Maart April Juni September Oktober November .
1966 Maart Mei . ..... Juli
Datum
Canada
4,50
1962 Maart
1965 Januari April Juni Augustus . December
8 ent 1:01 Z
Nederland
1,75
.
1961 Januari Mei Juli . Oktober November .
Datum
5,-
4,00
1958 Januari . Maart April Mei Juni Augustus . September . Oktober November .
1960 Januari Juni Augustus . Oktober November . December .
Dtoirent
Italië
2
Tarief van kracht op 31-12-1957
September . Oktober November .
)atum
Groot13rittannië
6
4,-
4
4,50
5,-
23
7,-
3
6,-
3,50
4,50
2 14
7,-
26
6,50
16
6,-
4
5,50
5 ,-
30
5,-
7
4,50
28
5,-
4,3,-
7
4
15
4,50
• Voor de bepalingen van de o ficiële discontotarieven : zie « International Finan cial Statistica a (I.M.F.). 1 Federal Reserve Bank of New York. 2 Tussen 1-11-1956 en 26-6-1962 werd de rentevoet van de Banque du Canada eenmaal per week aangepast aan de beweging van de gemiddelde rentevoet van de Schatkistbons.
- 517 XX • 2. - BANQUE DE FRANCE (millions de francs franqais) 1966 1965 1963 1964 31 décembre 31 décembre 31 décembre 31 décembre
1966 4 ooft
1967 10 amit
1966 1967 3 septembre 7 septembre
AC TIF Encaisse or Disponibilités á vue á l'étranger Avances au Fonds de Stabilisation des changes 1 Concours au Fonds Monétaire International Autres opérations
Annujtés de Prêt de la B.I.R.D. et de l'E.I.B. Monnaies divisionnaires Comptes courants postaug
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
17.448
20.665
22.415
23.824
25.001
24.150
24.901
24.209
2.627
3.370
4.716
5.200
4.909
4.835
5.181
4.818
2.263 364
3.096 274
4.405 311
4.926 274
4.628 281
4.568 267
4.889 292
4.556 262
630
589
1.471
1.471
1.471
1.380
1.471
1.380
28
24
22
30
31
26
26
21
911
920
1.135
1.221
1.017
1.184
879
844 5.450
Préts á l'Etat 2
5.450
5.450
5.450
5.450
5.450
5.450
5.450
Avances á l'Etat 3
3.316
3.546
1.682
3.427
4.143
4.003
4.143
4.003
Portefeuille d'escompte Effets représentatifs de crédits á court terme :
20.007
18.606
19.053
16.010
15.750
18.496
16.592
21.031
Effets escomptés sur la France Effets escomptés sur l'étranger Effets garantis par l'Office céréales 4 Obligations cautionnées
7.030
6.173
6.925
7.038
7.037
8.052
7.011
7.567
575
669
612
141 1.332
16 2.568
130 2.669
46 2.841
2.684
des
Effets de mobilisation de crédits á moyen terme : Préts spéciaux d la construction Autres crédits d moyen terme
345
12.402
6.819 4.945
6.188 5.328
4.050 3.449
2.401 3.728
2.020 5.625
4.886 1.808
5.015 5.420
3.220
4.546
6.183
8.840
6.912
10.901
4.599
5.930
Avances á 30 jours sur effets publics
72
32
5
12
20
377
24
368
Avances sur titres
71
88
91
99
94
97
98
89
Effets en cours de recouvrement
1.656
1.689
1.465
1.368
947
847
634
675
Divers
1.468
1.497
1.142
1.373
1.349
1.477
1.374
1.568
61.226
65.344
69.152
72.647
71.416
77.545
69.694
74.708
Effets négociables achetés'en France 5
Avances sur or
Total
PASSIF Engagements á vue : Billets au porteur en circulation Comptes créditeurs Compte courant du Trésor public
55.781
59.544
64.170
67.627
67.429
69.685
65.710
68.873
3.479
3.668
3.272
3.066
2.177
6.021
2.040
3.900
1
•
1
/
Comptes des banques, institutions et personnes étrangéres
238
426
169
226
147
197
158
193
Comptes courants des banques et institutions financièrec franqaises .
1.789
1.807
1.721
1.345
768
4.552
734
2.399
Autres • comptes courants et de dép6ts de fonds; dispositions et autres engagements d vue
1.451
1.435
1.382
1.495
1.262
1.271
1.148
1.307
250
250
250
250
250
250
250
250
1.716
1.882
1.460
1.704
1.560
1.589
1.694
1.685
61.226
65.344
69.152
72.647
71.416
77.545
69.694
74.708
Capital de la Banque Divers Total
1 Convention du 27 juin 1949. 2 Convention du 29 octobre 1959 approuvée par Ia loi du 28 décembre 1959 et convention du 8 mai 1962 approuvée par Ia loi du 7 juin 1962. 3 Convention du 29 octobre 1959 approuvée par la loi du 28 décembre 1959. 4 Loi du 15 soft 1936, décret du 29 juillet 1939 et loi du 19 mei 1941. 5 Décret du 17 juin 1988.
- 518 XX • 3. - BANK OF ENGLAND (millions of £)
1966 1966 1967 1965 1964 28 F eb ru ary 28 February 28 February 28 February 10 A u gust
1987 9 August
1967 1966 7 September 6 September
ISSUE DEPARTMENT
11
11
11
11
11
11
11
2.438
2.638
2.788
2.888
3.038
3.088
2.988
3.038
1
1
1
1
1
1
1
1
2.450
2.650
2.800
2.900
3.050
3.100
3.000
3.050
2.450
2.650
2.800
2.900
3.050
3.100
3.000
3.050
2.430
2.604
2.784
2.869
2.977
3.034
2.926
3.000
20 2.450
46
16 2.800
31
73
50
2.900
3.050
66 3.100
74
2.650
3.000
3.050
427
445
439
11
Government Debt Other Government Securities Other Securities
'
Coin other than Gold Coin Amount of Fiduciary Issue Gold Coin and Bullion Total
Notes Issued : In Circulation In Banking Department Total
BANK1NG DEPARTMENT
Government Securities
298
233
380
458
363
'
32
72
70
93
81
90
43
91
26
28
27
27
66
74
50
Other Securities : Discounts and Advances Securities Notes Coin Total
Capital Rest Public Deposits (including Exchequer, Savings Banks, Commissioners of National Debt, and Dividend Accounts)
25
26
28
27
20
46
16
31
73
1
1 378
1 495
1 610
1
1
1
1
376
544
612
590
608
15
15
15
15
15
15
15
15 4
4
4
4
4
4
4
4
10
11
13
12
12
10
11
11
97
201
162
207
197
207
Special Deposits Other Deposits : Bankers Other Accounts Total
276
262
272
268
243
265
253
260
71
86
94
110
108
111
110
111
376
378
495
610
544
612
590
608
•
- 519 XX • 4. - FEDERAL RESERVE BANRS ' (millions of $) 1966 1966 1964 1965 1963 31 December 31 December 31 December 31 December 10 August
1967 1966 1967 9 August 7 September 6 September
ASSETS Gold certificate account
11.702
10.836
11.050
10.700
10.984
10.658
13.819
13.505
1.418
1.570
1.734
1.838
1.815
1.849
1.798
1.855
15.237
15.075
13.436
12.674
12.865
12.549
12.782
12.513
182
146
129
298
281
326
299
336
Discounts and advances
63
186
137
173
526
261
681
139
Accept ances : Bought outright
70
59
75
69
48
82
48
62
92
35
112
124
--
--
--
34
--
...
--
29
4.142
6.044
9.100
11.803
10.289
14.176
11.174
13.927
4.351
15
4.366
...
21.013
26.125
Redemption fund for F.R. notes Total gold certificate reserves Cash
Held under repurchase agreement Federal agency obligations : Held under repurchase agreement U.S. Government securities : Bought outright : Bills Certificates Notes Bonds
48
...
17.729
25.188
24.828
21.302
25.326
4.353 21.737
4.645
5.274
6.550
6.199
6.476
6.538
6.438
6.555
33.582
36.506
40.478
43.655
42.106
46.804
42.991
46.607
11
538
290
627
342
...
Total U.S. Government securities
33.593
37.044
40.768
44.282
42.448
46.804
42.991
47.032
Total loens and securities
33.818
37.324
41.092
44.682
43.022
47.195
43.720
47.262
6.435
7.190
6.915
7.879
7.053
6.763
6.343
6.593 110
Total bought outright Held under repurchase agreement
Cash items in process of collection
7.066
...
...
425
Bank premises
104
102
103
107
104
110
104
Other assets
400
552
977
1.418
1.151
1.301
1.160
1.390
56.176
60.389
62.652
67.058
64.476
68.244
64.408
68.204
Total assets
LIABILITIES Federal Reserve notes Deposits : Member bank reserves U.S. Treasurer - general account Foreign Other Total deposits Deferred availability cash items
32.381
34.659
37.074
39.339
37.922
39.833
38.105
40.031
17.049
18.086
18.447
19.794
18.488
19.741
18.552
20.783
880
820
668
416
990
917
1.027
111
171
229
150
174
124
116
142
164
291
321
355
588
410
467
397
457
18.391
19.456
19.620
20.972
20.012
21.241
20.118
21.515 5.025
3.835
4.584
4.667
5.369
5.023
5.538
4.642
Other liabilities and accrued dividends
82
642
189
238
208
253
235
267
Total liabilities
54.689
59.341
61.550
65.918
63.165
66.865
63.100
66.838
CAPITAL ACCOUNTS Capital paid in
497
524
551
570
564
587
565
588
Surplus
990
524
551
570
551
570
551
570
Other capital accounts
...
...
...
196
222
192
208
Total liabilities and capital accounts Contingent liability on acceptances purchased for foreign correspondente Ratio of gold certificate reserves to F.R note liability
56.176
60.389
62.652
67.058
64.476
68.244
64.408
68.204
92
122
144
191
269
296
276
243
46,3 %
42,7 %
35,4 %
31,7 %
33,2 %
31,1 %
32,8 %
30,8 CX,
1 Consolidated statement of condition of the twelve Federal Reserve Banks. s F.R. note liability s includes $ 614 million of Federal Reserve notes of other Federal Reserve Batiks netted out of the consolidated statement shown above.
2
2
- 520 XX - 5. - DE NEDERLANDSCHE BANK (miljoenen guldens) 1967 1966 1967 1086 1966 1966 1964 1963 31 december 31 december 31 december 31 december 8 augustus 7 augustus 5 september 4 september
ACTIVA Goud
5.770
6.080
6.327
6.234
6.232
6.236
6.233
6.237
Vorderingen en geldswaardige papieren luidende in goud of in buitenlandse geldsoorten
1.081
1.435
1.096
1.119
1.114
1.361
1.047
1.289
15
31
44
53
45
83
47
90
7
78
163
164
94
84
Buitenlandse betaalmiddelen Vorderingen op het buitenland luidende in guldens Wissels, promessen, schatkistpapier en schuldbrieven in disconto Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven door de Bank gekocht (art. 15, onder 4 0 van de Bankwet 1948) Voorschotten in rekening-courant beleningen)
/29
346
704
1.139
1.142
981
1.142
971
25
16
157
234
285
293
192
260
16
14
30
22
23
18
25
23
178
173
164
162
182
191
182
191
11
17
15
20
21
17
23
19
8.112
8.544
9.061
9.207
9.344
8.985
9.164
(incl
Voorschotten aan de Staat (art. 20 van de Bankwet 1948) Nederlandse munten Belegging van kapitaal en reserves Gebouwen en inventaris Diverse rekeningen Totaal
7.825
PASSIVA 6.225
6.927
7.682
8.245
7.899
8.273
7.948
8.313
1.261
853
525
936
683
683
475
1.095 122 44
665 138 50
394 91 40
437 326 76 35
686 230 20
609 20 54
633 30 20
423 19
Rekening-courantsaldo's in guldens van niet-ingezetenen
76
79
64
56
74
69
57
56
Buitenlandse circulatiebanken en daarmede gelijk te stellen instellingen Andere niet-ingezetenen
70 6
73 6
57 7
50 6
65 9
39 30
49 8
42 14
Saldo's luidende in buitenlandse geldsoorten
16
14
13
13
12
17
15
15
Kapitaal
20
20
20
20
20
20
20
20
Reserves
168
165
163
171
163
171
162
171
59
54
77
119
103
111
100
114
7.825
8.112
8.544
9.061
9.207
9.344
8.985
9.164
62
65
72
71
43
70
Bankbiljetten in omloop Bankassignaties Rekening-courantsaldo's in guldens van ingezetenen 's Rijks schatkist Banken in Nederland Andere ingezetenen
Diverse rekeningen Totaal N. 13 - Circulatie der door de Bank namens de Staat in het verkeer gebrachte munt1"ijetten
I
71
I
33
I
41
- 521 XX - 6. - BANCA D'ITALIA (miliardi di lire)
Oro in cassa Cassa 1 Portafoglio 2
1963 dicembre
1964 dicembre
1965 dicembre
1966 dicembre
1966 giugno
1967 giugno
1966 luglio
1967 luglio
1.000
1.000
1.502
1.509
1.480
1.507
1.476
1.504
25
22
24
35
31
42
20
36
942
764
720
939
781
873
760
876
337
285
311
664
441
716
377
685
42
51
93
95
128
181
1.770
2.069
1.982
2.129
2.006
2.191
2.135
2.271
405
619
380
467
317
472
Effetti ricevuti per l'incasso Anticipazioni 3 Prorogati pagamenti Ufficio italiano dei cambi Disponibilita in divisa all'estero Titoli emessi o garantiti dallo Stato
4
65
64
168
519
...
Immobili Debitori diversi
229
305
211
241
253
284
287
262
Anticipazioni straordinarie al Tesoro
440
410
377
339
377
339
377
339
506
558
913
537
563
407
819
625
29
33
59
59
58
53
82
71
88
102
133
58
74
61
77
5.595
6.164
6.673
7.299
6.557
7.139
6.682
7.229
3.699
3.914
4.283
4.595
4.049
4.341
4.192
4.447
Vaglia, assegni e debiti a vista 6
62
57
41
62
34
33
26
44
Conti correnti liberi
87
119
157
172
131
169
64
62
1.305
1.459
1.738
1.933
1.862
2.092
1.915
2.174
352
517
340
391
412
417
412
410
C/c servizio tesoreria Servizi diversi per conto dello Stato Spese Totale attivo
Circolazione dei biglietti 5
Conti correnti vincolati Creditori diversi C/c servizio tesoreria Servizi diversi per conto dello Stato
10
Capitale Fondo di riserva ordinario
5
6
7
8
7
8
7
8
Fondo di riserva straordinario
3
3
4
5
4
5
5
6
72
89
103
133
58
74
61
78
5.595
6.164
6.673
7.299
6.557
7.139
6.682
7.229
4.273 5
4.918 2
4.991 1
6.338 22
5.487 1
6.320 23
5.212 1
6.325 24
343 274
363 279
387 293
414 314
401 302
428 323
402 296
429 320
334 2 -2 29
282 2 242 2 21
308 1 107 2 22
661 1 108 1 27
439 1 150 1 20
714 1 46 2 20
375 1 117 1 18
624 1 17 n.b. 19
Rendite Utile provvisorio del precedente esercizio . Totale passivo e patrimonio
Depositante di titoli e valori 1
Comprese monete di Stato Compreso finanziamento ammaaai e grano : - aziendo di eredito - istituti speciali 3 Comprese anticipazioni a : - aaiende di eredito - privati 4 Compresi BOT 5 Compresi biglietti presso il Tesoro 6 Compresi vaglia e aesegni 2
acquisto
- 522 -
XX • 7. - DEUTSCHE BUNDESBANK (Millionen DM) 1963 1964 1966 1965 1966 31 Dezember 31 Dezember 31 Dezember 31 Dezember 5 August
1967 7 August
1966 1967 7 September 7 September
AKTIVA Gold
15.138
16.731
17.371
16.905
16.915
16.870
16.910
16.872
Guthaben bei auslandischen Banken und Geldmarktanlagen im Ausland
12.894
10.770
8.111
9.775
8.407
9.281
8.542
9.639
417
563
892
1.084
1.011
1.696
971
1.713
Sorten, Auslandswechsel und -schecks Sonstige Geldanlagen im Ausland und Forderungen an das Ausland Kredite an internationale Einrichtungen und Konsolidierungskredite darunter : a) aus der Abwicklung der E.Z.U. b) an Weltbank c) an I.W.F.
500
500
2.122
2.684
3.344
3.256
3.255
2.448
3.255
2.448
751 1.342
615 1.343 720
509 1.446 1.390
420 1.446 1.390
420 1.446 1.390
331 1.446 670
420 1.446 1.390
332 1.446 670
81
116
130
166
141
221
154
227
376
377
409
425
207
191
218
216
1.647
2.413
4.650
5.031
6.873
4.249
6.470
4.017
Szhatzwechsel und unverzinsliche Schatzanweisungen
125
307
345
711
29
164
80
273
Lombardforderungen
208
646
696
938
153
130
122
49
Deutsche Scheidemanzen Postcheckguthaben Inlandswechsel
Kassenkredite
1.749
1.212
1.408
1.164
1.528
44
1.474
19
Wertpapiere
1.222
1.176
1.151
1.095
1.148
1.091
1.148
1.129
Ausgleichsforderungen und unverzinsliche Schuldverschreibung
3.990
6.081
7.617
7.804
7.552
7.122
7.902
6.786
Kredite an Bund far Beteiligung an internationalen Einrichtungen
2.294
3.016
3.001
3.741
3.572
3.767
3.586
3.775
Forderungen an Bund wegen Forderungserwerb aus Nachkriegswirtschaftshilfe und Anderung der Wiihrungsparitkt
3.595
2.953
2.285
2.462
2.199
2.051
2.199
2.051
406
463
433
357
292
378
314
402
46.264
49.508
51.843
54.914
53.282
50.203
53.345
50.116
Sonstige Aktiva
PASSIVA Banknotenumlauf
25.426
27.692
29.455
30.770
30.217
29.883
29.211
29.516
Einlagen von
18.006
18.610
18.671
19.784
19.266
16.069
20.212
16.220
13.607
15.143
16.241
17.386
17.288
13.710
18.185
13.497
4.126
3.215
2.165
2.109
1.724
2.125
1.779
2.467
273
252
265
289
254
234
248
256
377 344 33 1.925
Kreditinstituten (einschliesslich Postscheck- und Postsparkassendmter) ffentlichen Einlegern Andere inldndischen Einlegern
Verbindlichkeiten aus dem Auslandsgeschaft Ein/agen ausitindischer Einleger Sonstige
Rackstellungen
270
308
452
552
356
234
257
418
494
332
371 342
36
51
34
58
24
29
368 345 23
1.475
1.690
1.690
1.925
1.690
1.076
1.260
Grundkapital
290
290
290
290
290
290
290
290
Rocklagen
701
776
861
983
963
1.080
963
1.080
Sonstige Passiva
495
572
639
863
500
585
611
708
46.284
49.508
51.843
54.914
53.282
50.203
53.345
50.116
- 523 XX • 8. - BANQUE NATIONALE SUISSE (millions de francs suisses) 1965 1966 1964 1963 31 décembre 31 décembre 31 décembre 31 décembre
1966 5 aoát
1967 7 aoát
1967 1966 7 septembre 7 septembre
ACTIF Encaisse or Devises Avoirs avec garantie de change auprès de banques d'émission étrangères Portefeuille ef f ets sur la Suisse Ef lets de change Bons du Trésor de la Confédération suisse
Avances sur nantissement Bons du Trésor étrangers en FS Titres pouvant servir de couverture autres
Correspondants : en Suisse l'étranger
Autres postes de l'actif Total
12.204
11.794
13.164
12.297
11.604
12.307
11.601
12.296
1.083
1.679
853
2.060
1.135
1.477
1.127
1.424
--
431
429
519
519
174
519
174
142
163
139
158
97
95
97
91
107
138
130
141
97
95
97
91
35
25
9
17
97
78
39
109
22
33
17
16
207
432
432
432
432
432
432
432
52
65
93
182
165
186
167
186
52
1 64
2 91
182 .
2 163
6 180
2 165
6 180
71 62
92 75
81
97
37
38
48
52
17
82 15
21 16
23 15
17 31
17
9
66 15
35
29
33
68
75
74
77
76
13.891
14.763
15.263
15.922
1 14.086
14.816
14.085
14.747
35
PASS1F 55
56
57
58
58
59
58
59
Billets en circulation
9.035
9.722
10.043
10.651
9.557
9.935
9.531
9.947
Engagements á vue
Fonds propres
3.188
3.271
3.215
3.431
2.467
3.132
2.484
3.037
Comptes de virements des banques, du commerce et de l'industrie Autres engagements á vue
2.700 488
2.908 363
3.005 210
2.982 449
1.910 557
2.527 605
1.901 583
2.512 525
Comptes de virements de banques temporai rement lies
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
690
1.035
690
357
433
602
389
625
600
625
600
3
20
2
3
221
243
291
356
341
400
349
414
13.891
14.763
15.263
15.922
14.086
14.816
14.085
14.747
Engagements à terme Dépáts obligatoires selon l'arrêté fédéral du 13 mars 1964 Autres postes du pasrif Total
Bibliografische referenties •
3
International Financial Statistica - Bangua de France : a Compte rendu des opérations s. - Report of the Bank of England. - Federal Reserve Bulletin. - De Nederlandsche Bank : Verslag over het boekjaar. - Banca d'Italia : Bolletino. - Geschiiftsbericht der Dentschen Bundesbank. - Bangue Nationale Suisse (rapports).
- 524 XX - 9. - BANQUE DES REGLEMENTS INTERNATIONAUX, A BALE
Situations en millions de francs or
[unités de 0,29032258_ gramme d'or fin (art. 5 des statuts)] Actif 31 décembre
31 décembre
31 juillet
81 juillet
81 aoilt
81 adit
1965
1966
1966
1967
1966
1967
2.283
2.583
2.527
2.672
2.520
2.694
683
975
1.429
55
1.644
49
III. Bons du Trésor réescomptables
82
70
291
678
295
674
IV. Effets div. remobilis. sur dem.
125
75
125
76
125
75
2.935
4.108
2.253
4.100
2.330
4.908
2.060
3.282
1.395
3.374
1.711
3
3
3
603 25 118 126
509 113 .123 78
550 200 42 63
522 140 64 -
385 131 37 63
3.949 863 32 64 -
2.015
1.285
1.551
1.531
1.468
1.428
296
293 10 94 23
385 16 13 9
375 16 13 19
387 13 16 7
377 13 25 7
-
-
-
-
-
847 139 28 60
870 201 12 1 24
834
81
639 57 61 69 39
62 60 29 60
727 232 13 6 28
1
2
5
1
5
1
-
-
-
-
8.181
9.113
8.387
9.829
I. Or en lingots et monnayé II. Espèces en caisse et avoirs bancaires á vue
V. Dépats h terme et avances :
a) b) c) d) e) f)
á 3 mois au maximum á 3 muis au maximum (or) de 3 4 6 mois de 6 4 9 mois de 9 á 12 mois á plus d'un an
VI. Autres effets et titres :
1. Or: a) 4 3 mois au maximum b) de 3 4 6 mois c) de 6 á 9 mois d) de 9 4 12 mois e) 4 plus d'un an
3 94
22 -
2. Monnaies : a) á 3 mois au maximum b) de 3 á 6 muis c) de 6 4 9 mois d) de 9 4 12 mois e) 4 plus d'un an
1.309 100
75 35
VII. Actifs divers VIII. Fonds propres utilisés en exécutlon des accords de La Haye de 1980 pour placem en Allemagne Total actif
68 8.192
-
9.098
54
-
3
Exécution des Accords de La Haye de 1930 : Fonds piacés en Allemagne
2
2
1. Créances sur la Reichsbank et la Golddiskontbank, effets de le Golddiskontbank et l'administration des chemins de fer et bons de radministration des postes (échus) 2. Effets de bons de Trésor du Gouvernement allemand (échus)
221
Total ...
297
76
Ne sopt pas inclus dans Ia présente situation l'or sous dossier, les effets et autres titres détenus en garde pour le compte de Banques Centrales et d'nutres déposnnts. N'y sont pas compris l'or sous dossier, les avoirs en banque, les effets et entree titres détenus par la Banque en sa qualité d'Agent de l'Organisation de Coopération et de Développement Economiques (Accord Monétaire Européen), de Tiers Convenu aux termes du contrat de nantissement conclu avec la Dante Autorité de Ia Comm3nauté Européenne du Charbon et de l'Acier, ainai que de Mandataire-trustee ou d'Agent financier d'emprunts internationaux. Aux termes d'une Convention en date du 9 janvier 1958 conclue entre le Gouvernement de Ia République fédérale d'Allemagne et Ia Banque et qui fait partie do l'Accord sur les dettes extérieures allemandes du 27 février 1953, il a été convenu que la Banque ne réclamerait pas avant le lor avril 1960 Ie remboursement en principe] de Bes placements en Allemagne qui sont indiqués ci-dessus, y compris les intéréts arriérés y afférents is la date du 31 14cembre 1952.
- 525 XX - 9. - BANQUE DES REGLEMENTS INTERNATIONAUX, A BALE Situations en millions de francs or [unités de 0,29032258___ gramme d'or fin (art. 5 des statuts)] Passif
I. Capital : Act.ions libérées de 25 % ...... ............... II. Réserves 1. Fonds de Reserve Legale 2. Fonds de Réserve Générale 3. Fonds Spécial de Réserve de Dividendes III. Dép8ts (or) : 1. Banques centrales : a) 4 plus d'un an b) de 9 4 12 mois c) de 6 4 9 mois d) de 3 4 6 mois e) á, 3 mois au maximum f) á vue 2. Autres déposants : a) á plus d'un an b) de 9 4 12 mois c) de 6 á 9 mojs d) de 3 4 6 mois e) á 3 mois au maximum f) á vue IY. Dép8ts (monnaies) • 1. Banques centrales : a) 4 plus d'un an b) de 9412 mois c) de 6 á 9 mois d) de 3 1. 6 mois c) fi. 3 mois au maximum f) 4 vue 2. Autres déposants : a) de 9 4 12 mois b) de 6 á 9 mois c) de 3 á 6 mois d) á, 3 mojs au maximum c) á vue V. Effets : a) de 9 á 12 mois b) de 6 k 9 mois c) de 3 k 6 mois d) á 3 mois au maximum VI. Divers VII. Comptes de profits et pertes VIII. Provision Total passif
31 décembre
31 décembre
31 juillet
31 juillet
31 noen
31 wat
1965
1966
1066
1967
1060
1067
125 26 13
125 26
125 26
125 45
125 26
125 45
13
13 13
13 13
4.410
4.303
4.181
12 23 10
13 13 -
12 23 10
3.924
4.133
4.263
-
34 238 84 1.163
34 107 45 929 2.584
30 90 .161 1.452 1.704
34 117 33 1.227 2.239
30 90 133 2.088 1.434
203 69 79 1.656 1.836
2.254
-
-
-
-
-
-
17 17 69 248 216
100 90 86 86 168
103 155 86 138
55 103 329
52 155 138 138
28 138 322
2.943
4.056
3.278
4.125
3.531
4.513
28 11 80 503 1.950 16
19 52 105 325 3.177 139
22 10 58 389 2.057 348
16 11 449 3.050 128
22 18 6 240 2.305 563
17 10
-
-
-
-
-
15 323
209 30
377 17
8 446 17
358 19
32 565 19
284 -
290 -
605 -
288 -
588 -
-
-
280
605
-
2 288
2 286
588
78 10 216 9.098
55 10 216 8.181
58 231 9.113
57 10 216 8.387
64 231 9.829
17 385 ___ 11 41 333
79 10 214 8.192
4
2 326 3.421 121
-
Exécution des Accords de La Haye de 1930 : Dépfits á long terme : 1. Dépéts des Gouvernements créanciers au Compte de Trust des Annuités 2 2. Dép6t dil Gouvernement allemand Fonds propres utilisés en exécution des Accords (voir ci-dessus) Total ...
229 153 76
68 297
1 Ne sont pas inclus dans la présente situation l'or sous dossier, les effets et autres titres détenus en garde pour le compte de Banques Centrales et d'autres déposants. N'y sont pas compris l'or sous dossier, les avoirs en b anque, les effets et autres titres détenus par la Brinque en sa qualité d'Agent de l'Organisation de Coopération et de Développement Economiques (Accord Monétaire Européen), de Tiers Convenu aux termes du contrat de nantissement conclu avec la Bente Autorité de la Communauté Européennc du Cliarbou et de l'Acier, ainsi que de Mandataire-trustee ou d'Agent financier d'emprunts internationatix. 2 La Banque a recu de Gouvernements dont les dépéts s'éiévent is l'équivalent de francs or 149.920.380,-, confirmation qu'ils ne pourront lui demnnder, au titre de tets dépéts le transfert de montants supéricurs à ceux dont elle pourre eile-meme obtenir le remboursement et le transfert par l'Allemagne dans los monnaies agrdées par la Banque.
— 526 —
VOORNAAMSTE GEBRUIKTE AFKORTINGEN. A.S.L.K. B.I.B. B.L.E.U.
B.P.C. B.R.T. D.U.L.B.E.A. E.B.U. E.E.G. E.G.K.S. E.M.A. O.E.S.O. FABRIMETAL F.A.O. FEBELTEX H.W.I. I.A.B. I.B.H.O. I.M.F. I.E.S.P.O. M.E.Z. N.B.B. N.I.S. N.K.B. N.M.B. N.M.B.S. N.M.K.N. N.M.W.Y. O.Y.N. R.L.W. R.M.Z. R.T.T. R.Y.A. SABENA Y.B.N. Z.K.O.S.
Algemene Spaar- en Lijfrentekas. Bank voor Internationale Betalingen. Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. Bestuur der Postchecks. Belgische Radio en Televisie. Département d'Economie Appliquée de l'Université Libre de Bruxelles. Europese Betalingsunie. Europese Economische Gemeenschap. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Europees Monetair Akkoord. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Federatie van de Ondernemingen der Metaalverwerkende Nijverheid. Food and Agricultural Organization. Federatie der Belgische Textielnijverheid. Herdiscontering- en Waarborginstituut. Internationaal Arbeidsbureau. Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Internationaal Monetair Fonds. Instituut voor Economisch, Sociaal en Politiek Onderzoek. Ministerie van Economische Zaken. Nationale Bank van België. Nationaal Instituut voor de Statistiek. Nationale Kas voor Beroepskrediet. Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen. Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Nationale Maatschappij voor Watervoorziening. Organisatie der Verenigde Naties. Regie der Luchtwegen. Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid. Regie van Telegraaf en Telefoon. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Belgische Naamloze Vennootschap tot Exploitatie van het Luchtverkeer. Verbond der Belgische Nijverheid. Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade.
CONVENTIONELE TEKENS. het gegeven bestaat niet. n.b.
nog niet beschikbaar gegeven.
pct.
procent.
v
voorlopig.
g
gerectificeerd cijfer.
r
raming. nihil of te verwaarlozen hoeveelheid.
STATISTIEKEN INHOUDSOPGAVE Nummering van de tabellen
I. - Bevolking en nationale rekeningen.
1. Bevolking 2. Verdeling van het nationaal produkt over de produktiefalrtoren .............. ...... . ....... 3. B.N.P. berekend door ontleding van de voortbrenging tegen marktprijzen 4. Besteding van het nationaal produkt : a) Ramingen in courante prijzen b) In prijzen van 1953 indexcijfers II.
1.Indexcijfers van de tewerkstelling in de nijverheid (arbeiders) 2.Werkloosheid - Algemene gegevens 3.Werkloosheid - Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen
-
-
I
-
2
I
-
3
I - 4a I 4b -
II . - 1 II • 2
-
1
III - 2
IV - 1 IY - 2 IY - 3
IV - 4 IY - 5 IV - 6 IV - 7
Diensten.
. Vervoer : a) Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de Sabena b) Zeevaart c) Binnenscheepvaart . Toerisme I . Binnenlandse handel : a) Verkoopindexcijfers ........... .............. b) Verkoop op afbetaling
Y - la Ir • lb Y - le 2 ✓
-
✓ - 3a • - 3b
- Inkomens.
. Bezoldigingen van de arbeiders Gemiddelde verdiende bruto-uurlonen in de nijverheid
VI - 1 VI - 2
VII. - Prijzen en prijsindexcijfers.
Groothandelsprijzen op de wereldmarkten ............ Indexcijfers van de groothandelsprijzen op de wereldmarkten Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België ... Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België ...
IX. - Betalingsbalans van de B.L.E.U. 1. Jaarcijfers 2. Saldi per kwartaal 3. Ontvangsten en uitgaven per kwartaal en samengegevoegde maandsaldi -
YII - 1 VII - 2 YII - 3
VII .4
VIII - I VIII • 2
VIII - 3 VIII 4a VIII - 4b VIII IX - 1 IX - 2 IX - 3
Valutamarkt.
1. Officiële wisselkoersen vastgesteld door de in Verrekeningskamer te Brussel vergaderde bankiers ... 2. Valuta's van de lidstaten van de E.M.A.
II - 3
III
VIII. - Buitenlandse handel van de B.L.E.U. 1. Algemene tabel 2. Uitvoer volgens goederengroepen 3. Invoer volgens goederengroepen 4. a) Indexcijfers van de gemiddelde waarden per eenheid b)Indexcijfers van het volume 5. Geografische spreiding
X.
Nijverheid.
1. Algemene indexcijfers van • de industriële produktie Indexcijfers van de industriële produktie (voornaamste sectoren) 5. Energie 1. Metaalprodu ktie í. Bouwnijverheid : jaarcijfers ......... ........... ......... i. Bouwnijverheid : maandcijfers r. Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
-
1
Landbouw en visserij.
1.Landbouwproduktie 2.Zeevisserij - Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens
V.
-
Tewerkstelling en werkloosheid.
-
III.
I
Nummering van de tabellen
XI. - Rijksfinanciën. 1. Ontvangsten en uitgaven van de Schatkist voortvloeiend uit de begrotingsverrichtingen 2. Schatkistimpasse en financiering ervan 3. Nettofinancieringsbehoeften van de staat en hun dekking 4. Belastingontvangsten (per begrotingsjaar) 5. Indeling van de belastingontvangsten 6. Belastingontvangsten zonder onderscheid van begrotingsjaar
X- 1 -
2
XI - 1 XI - 2 XI - 3 XI - 4 XI - 5 XI - 6
XII. - Vorderingen en schulden in de Belgische economie.
1. a) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1963 b) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1964 2. Beweging van de vorderingen en schulden in 1964 3. a) Uitstaande vorderingen en schulden. op 31 december 1963 (totalen per sector) b) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1964 (totalen per sector) 4. Beweging van de vorderingen en schulden in 1964 (totalen per sector) XIII.
-
XII - la XII - lb XII - 2 XII - 3a XII - 3b XII - 4
Geldscheppende instellingen.
1. Gezamenlijke balansen van de geldscheppende instel. lingen XII I - 1 2. De balansen van de Nationale Bank van België, van de geldscheppende openbare instellingen en de depositobanken : a) Nationale Bank van België (Driemaandelijkse en maandelijkse cijfers) XIII - 2a b) Geldscheppende openbare instellingen ...... XIII - 2b c) Depositobanken XIII - 2c d) Totaal der geldscheppende instellingen XIII - 2d 3. Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid XIII - 3 4. Geldhoeveelheid XIII - 4 5. Goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen XIII - 5 6-7. Opgenomen bedragen van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten bij hun oorsprong door de depositobanken aan bedrijven en particulieren en aan het Buitenland verleend : - Zichtbare economische bestemming XIII - 6 - Vorm en houderschap XIII • 7
- 528 Nummering van de tabellen
8. Discontokrediet, voorschotten en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren en aan het buitenland, ondergebracht bij de Nationale Bank van België 9. Opgenomen bedragen van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten, bij hun oorsprong door de geldscheppende instellingen verleend aan bedrijven en particulieren en aan het buitenland . 10. Balansen van de Nationale Bank van België (19511958) Balansen van cle Nationale Bank van België (sedert 1959) Weekstaten van de Nationale Bank van België 11. Verrichtingen in postrekening 12. Algemene staat der banken 13. Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening
XIX. - Disconto-, rente- en rendementspercentages. XIII - 8
XIII - 9 XIII - 10
XIII - 10 XIII - 10 XIII - 11 XIII - 12 XIII - 13
XIY - 4 4. Voornaamste activa en passiva van het Rentenfonds 5. Algemene Spaar- en Lijfrentekas : XIV - 5a a) Beweging van de inlagen b) Voornaamste posten uit de balansen van de XIY 5b Spaarkas c) Voornaamste posten uit de balansen van de XIY - 5c Lijfrentekas ..... . ............ ............... d) Voornaamste posten uit de balansen van de XIY - 5d Levensverzekeringskas XIY - 6 6. Particuliere spaarkassen 7. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de NijverXIY •7 heid XIY - 8 8. Gemeentekrediet van België XIV - 9 9. Levensverzekeringsmaatschappijen XIY - 10 10. Hypotheekinschrijvingen
XVII.
-
-
XV
Discontovoet Banque de France Bank of England Federal Reserve Banks De Nederlandsche Bank Banca d'Italia 7. Deutsche Bundesbank 8. Banque Nationale Suisse 9. Banque des Règlements internationaux
1. Evolutie van de omzet, de noteringen en het rendeXVII - 1 ment van de beurswaarden 2. Rendement van de vennootschappen op aandelen XVII .2 jaarcijfers 3. Rendement van de vennootschappen op aandelen XVII .3 cumulatieve maandcijfers XVII - 4 4. Uitgifte van vennootschappen - jaarcijfers 5. Uitgifte van vennootschappen - maandelijkse cijfers XVII .5
I
-
4.
-
3.
-
IY - 1.
-
2.
-
7.
-
IY
-
IY
-
YI
-
1.
-
VII
-
3.
-
VII
-
4.
-
VIII XI
-
-
6.
-
XIII - 3.
-
XIII -
9.
-
XIV -
8a
-
XVIII. - Geldmarkt.
1. Markt van het daggeld en van het geld op zeer korte termijn 2. Houderschap van het door de depositobanken gedisconteerde handelspapier en van de bankaccepten 3. Bedrijvigheid van de verrekeningskamers
XVIII - 1 XVIII 2 XVIII - 3 -
XIX 4 XIX - 5
XX - 1 XX • 2 XX - 3 XX - 4 XX • 5 XX - 6 XX - 7 XX - 8 XX • 9
Grafieken.
XVI - 2 XVI - 3
Effecten van de particuliere sector.
XIX - 3
Voornaamste gebruikte afkortingen.
XVI - 1
XVI - 4
XIX - 1 XIX - 2
Buitenlandse Circulatiebanken.
1. 2. 3. 4. 5.
II -
XVI. - Emissies en schulden van de overheidssector.
1 Emissies in Belgische franken op lange en halflange termijn 2. Voornaamste emissies op lange en halflange termijn van de overheidssector 3. Staatsschuld 4. Indeling van de schuld in Belgische franken op lange en halflange termijn van de overheidssector
1. Disconto- en rentetarief van cle Nationale Bank van België 2. Daggeldrente 3. Rentevoet van de Schatkistcertificaten en van de certificaten van het Rentenfonds 4. Rentetarief voor deposito's in Belgische franken bij de banken en bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas 5. Rendement van de vast rentende waarden op de beurs te Brussel
XX.
- Niet geldscheppende financiële instellingen.
XY. - Belangrijkste vormen van de besparingen van particulieren en ondernemingen beschikbaar in de Belgische volkshuishouding
Nummering van de tabellen
XVII
-
1.
-
B.N.P. berekend door ontleding van I de bestedingen
-
4a en b
Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen
II - 3
Resultaten der conjunctuurenquêtes
IV • 1
Indexcijfers van de industriële produktie
IV - 2
Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
IV - 7
Bezoldigingen van de arbeiders. Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur ... Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België
VII - 4
Buitenlandse handel van de B.L.E.U
VIII
Belastingontvangsten zonder onderscheid van begrotingsjaar
XI - G
Geldhoeveelheid en quasi-monetaire liquiditeiten
XIII - 3
Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening. - Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid ... XIII - 9 Algemene Spaar- en Lijfrentekas Beweging van de inlagen
XIY
Indexcijfers van de aandelennoteringen op de contantmarkt
XVII
Oti
-
-
1
Abonnementsprijs per jaargang
België, F 250. Buitenland, I' 300.
Prijs van een afzonderlijk nummer
België, F 25. Buitenland, F 30.
De betaling moet vooraf geschieden door overmaking op postgironummer 500 der Nationale Bank van België, of op de in haar boeken geopende rekening-courant onder de rubriek « Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting ». De abonnenten worden verzocht op te geven welke uitgave zij wensen te ontvangen : de Nederlandse of de Franse.
DRUKKERIJ
DER
NATIONALE BANK VAN
netLeee
0100,DINIEENIEUR VAN DE DRUKKERIJ
EI-1. AUSSEMS NATIENEOUARE 17, BRUEEEL
e
,